Isoleert u al luchtdicht?
ak
Vario Xtra, Xtra eenvoudig, Xtra veilig
Architectenkrant nl 150x25.indd 1
Maak van het dak een balkon… Balkonvenster CABRIO®
30/12/13 09:56
› Nieuwe breedte: 114 cm
297
●● Pag 6: Kikuma Watanabe ●● Pag 8: MBM
Meer informatie op pro.velux.be
●● Pag 10: Foster + Partners
architectenkrant.be
maandelijks - 21ste jaargang - oktober/november 2015 - P505193 - afgiftekantoor Brussel X - ISSN 1374-5352 - verschijnt niet in juli. Verantwoordelijke uitgever: P.C. Maters, Alsembergsesteenweg 842, 1180 Brussel - www.architectenkrant.be
MUDAC en het Musée de l’Élysée, Lausanne (CH) - Architect: Aires Mateus
‘Un musée, deux musées’ Op 9 januari 2015 schreef de Pôle muséal (museumcluster) van Lausanne een aanbesteding uit voor het ontwerpen van twee musea: het MUDAC en het Musée de l’Élysée. Het Portugese bureau Aires Mateus heeft de wedstrijd gewonnen en hun ontwerp zal naast het Musée cantonal des beaux-arts komen te staan, in de buurt van het station. In het gekozen ontwerp van het bureau Aires Mateus dat “Un musée, deux musées” werd gedoopt, zijn de twee culturele instellingen samengebracht in één enkel gebouw gelegen op het einde van de straat gevormd door enerzijds het Musée cantonal des
beaux-arts (MCBA), ontworpen langs de treinsporen door de Catalanen Barozzi/Veiga en anderzijds een heuveltje met een bogengang. De originaliteit van deze samen smelting van de twee musea, wat
overigens geen expliciete vereiste was in het bestek, schuilt in de gelaagde structuur (in het MUDAC de bovenverdieping en zijn zenitaal licht); in het Musée de l’Elysée de ondergrondse verdieping die overloopt in een grote ingegraven bin-
nenplaats) maar waar het territorium, het volume van elk museum, afgebakend is door een breukvlak dat de delen van elkaar afsplitst. Deze grote benedenverdieping die overloopt in het plein zal door de musea gemeenschappelijk gebruikt
worden voor de ticketverkoop, een boekenwinkel, een café-restaurant. De broers Francisco Xavier Mateus en Manuel Roca Mateus waren niet de enigen van de 17 laureaten, waaronder SANAA Ltd en >>>
>>> Ateliers
Jean Nouvel/Eric Maria Architectes Associés SA, allebei bij de zes bekroonde inzendingen, die de twee musea samen poogden te brengen. De Portugese architecten hebben de 23 juryleden echter kunnen overtuigen doordat ze een kwalitatief hoogstaand antwoord boden op de museumkundige, architecturale en stedenbouwkundige eisen waaraan het ontwerp moest voldoen. “Het selectieproces verliep zeer harmonieus”, beklemtoont de voorzitter van de jury, Olivier Steimer, die deze taak reeds volbracht voor het MCBA. “De jury
heeft echt moeten kiezen hoe die ingewikkelde uitdaging aan te gaan, maar naar het einde werd het duidelijk met dit ontwerp dat architecturaal indruk maakt en dat tegemoet komt aan de andere eisen. Het is mooi en voldoet aan alle criteria.” Na hun samenwerking met Gonçalo Byrne openden de twee Portugese architecten in 1988 hun eigen bureau. Enkele van hun realisaties zijn het Farol Museu de Santa Marta, in Cascais (P) en het Grand Canal Square Hotel in Dublin. Ze hebben ook het spectaculaire ontwerp voor de moskee van Bordeaux bedacht, op vraag van Alain Juppé. Er waren 140 inzendingen voor de internationale wedstrijd voor het
tweede deel van de Pôle muséal. Verschillende grote namen uit de architectuur waren geïnspireerd door de Pôle muséal van Lausanne. Dominique Perrault stelde een ondergronds ontwerp voor, onder een hoogtechnologisch laag dak, met een agora uitgegraven in de diepte. Het voorziene budget werd 30% overschreden. Het ontwerp van Jean Nouvel (vierde prijs) was minder prijzig, maar eveneens ondergronds. Hij tekende geen enkel zichtbaar gebouw: de tentoonstellingsruimtes werden ondergebracht onder een nieuw plein. De jury was ook gecharmeerd door de glazen voorgevels en de uiteenstaande verdiepingen in het ontwerp van Sanaa (Japan): het was het meest overtuigende ontwerp van
de kandidaten die voor twee aparte gebouwen hadden gekozen, één per museum, naargelang de keuze van de kandidaten.
Lichtvlak Iedereen is enthousiast over het centrale “breukvlak”, een soort groot sas waarlangs de wandelaars op het lange plein van de Pôle muséal zullen binnenkomen. “Door de horizontale invoeging van een transparante openbare ruimte tussen twee solide volumes straalt het gebouw een grote kracht uit”, schrijft de architect Kengo Kuma, ondervoorzitter van de jury. “De verdeling van deze volumes over de twee musea en de openbare ruimte is een krachtig element van het ontwerp, maar maakt
het ook flexibel door de ontmoetingsruimte ingebed in het gebouw zelf.” De installatie kan in ieder geval de twee verantwoordelijken van de instellingen bekoren die er in de toekomst zullen verblijven: Chantal Prod’Hom, directrice van het Mudac en coördinatrice van de Pôle muséal en Tatyana Franck, directrice van het Musée de l’Elysée, allebei jurylid. “Ik ben in de wolken”, zegt Chantal Prod’hom. “Van de andere kant van het plein zegt dit gebouw ons: “kom maar!”Het centrale lichtvlak trekt mensen aan en het bevalt me ten zeerste. Het is misschien een beetje mastodontisch, maar we worden er vrolijk van. Het museum is uitnodigend en dat is belangrijk.” Dankzij dit gebouw dat uitgerust is met alle
MUDAC en het Musée de l’Élysée, Lausanne (CH) - Architect: Aires Mateus
technische voorzieningen, wordt de tentoonstellingsoppervlakte van het Mudac uitgebreid tot meer dan 1800 m2, met een al even grote opslagplaats. “Dankzij de moduleerbare ruimtes die we zullen krijgen, zal het veel makkelijker zijn om onze 6 à 8 tentoonstellingen per jaar te organiseren en zal onze collectie glaskunst veel beter tot haar recht kunnen komen.” Tatyana Franck is net zo tevreden: ze wijst op de “eigen identiteit” van het nieuwe gebouw. Het Musée de l’Elysée is half ingegraven, maar toch valt er langs de zijkant licht binnen dankzij een soort vesting langs de noord- en westmuren, die gevormd is door de muren en door die van de kantoren en de opslagplaatsen.
Dit museum zal iets kleiner zijn qua oppervlak (net geen 1700 m2) dan zijn hoger gelegen collega, maar zal wel over aanzienlijk grotere opslagplaatsen (meer dan 3500 m2) beschikken die de talrijke fotoarchieven van de instelling kunnen herbergen en er nog andere kunnen verwerven. “We behouden onze identiteit, maar het Elysée zal niet langer een huis omgebouwd tot museum zijn. Eindelijk zullen we een werkplek hebben die voldoet aan de huidige normen, met drie keer zoveel opslagplaats, wat belangrijk is aangezien we ons willen positioneren als toonaangevend centrum voor onderzoek en bewaring.”
Architectuur als reactie “Een mens moet chaos in zichzelf hebben, wil hij het leven schenken aan een dansende ster.” Friedrich Nietzsche Tot en met 30 september 2015 mochten voorbijgangers op de High Line in New York Lego-structuren bouwen. De Deense kunstenaar Olafur Eliasson, aan wie onlangs nog een tentoonstelling werd gewijd in de Fondation Louis Vuitton te Parijs,
had op de befaamde promenade in het zuiden van Manhattan een interactieve installatie neergepoot. Het publiek werd uitgenodigd om in witte Lego denkbeeldige structuren ontworpen door grote architecten herop te bouwen en te wijzigen.
Een tiental grote namen was uitgekozen om de installaties op te starten, helemaal op het einde van mei. Bureaus zoals BIG, Diller Scofidio + Renfro, OMA New York of Renzo Piano Building Workshop hadden “visionaire” structuren ontworpen
voor de officiële opening van deze tentoonstelling. Deze gebouwen dienden in het begin als katalysator voor de installatie en evolueerden vervolgens naargelang de inspiratie van het publiek, dat het naar eigen goeddunken verder kon opbouwen of uit elkaar halen. Dit samenwerkingsproject ligt in het verlengde van het eerdere werk van Olafur Eliasson die bijzonder geïnteresseerd is in het ervaren van beweging.
Monotonie van het willekeurige
Bij dit soort informele benadering laat de leek alle vrijheid aan de onvoorziene materie en aan het toeval. Door de willekeurige handelingen is er geen sprake van beheersing en stapsgewijze uitwerking van een idee tot een voltooid werk. Het is een open werk dat de toeschouwer vrij kan omarmen. Het architecturale avontuur wordt telkens vernieuwd en is telkens weer volledig nieuw. Uit die spontane handelingen, het expressieve gebruik van de materie, de onbevangenheid, de opgedane ervaringen, ontstaat de vorm. Daar
A new sense of lightness Knauf Ceiling Solutions
with Aquapanel® Technology Inside
Knauf plafondoplossingen met Aquapanel® Technology Inside zijn economisch, duurzaam en voldoen aan de hoogste eisen voor droogbouw zowel binnen als buiten. De unieke cementplaat is vervaardigd uit een kern op basis van portlandcement en lichtgewicht aggregaten met specifieke toeslagstoffen. Langs beide zijden wordt de plaat verstevigd met een glasvezelwapening. Aquapanel® Cement Board Skylite, speciaal ontwikkeld voor gebruik in plafondtoepassingen, biedt totaal nieuwe mogelijkheden wanneer het op ontwerp van plafonds aankomt, en doet dit bovendien met de hoogste weerstand tegen vocht en schimmelvorming.
Be certain, choose AQUAPANEL®
Lego-structuren, High Line, New York - Olafur Eliasson - foto’s Nicolas Houyoux (behalve foto 1 - Timothy Schenck)
waar de logica in de architectuur vaak gedomineerd wordt door de gewoonlijke tweestrijd tussen de fascinatie voor het beeld en de fetisj van het discours of het tegenovergestelde, ontstaat het werk hier uit de plaats en uit het geprivilegieerde moment. De ruimte wordt voortaan gecreëerd door krachtvelden ontstaan tussen deze tijdelijke bouwwerken. De vorm is bijgevolg wars van elk compromis en van elke harmonie: de sculpturale en uit elkaar gehaalde vormen passen dan ook in hun context.
In de plastische benadering primeert duidelijk het ontwerp van de ruimte en verdwijnt de analytische redenering naar de achtergrond. Hier geeft de bedrevenheid van de bouwers vorm aan de schets van het ontwerp. Het ruimtebegrip wordt zodanig gedomineerd door het operationele, het toevallige dat het haast monotoon wordt. Spijtig genoeg volstaan toevalligheden immers niet om een verrassingseffect te bekomen. Toeval is iets onvoorzien, maar verrassing is
Bellus keramische lei: Superlichtgewicht Supermooi Superfijn.
net iets wat essentieel is. Iets wat werkelijk doet verrassen, behoort tot de essentie van een werk, hangt af van de openheid naar de wereld, van de manier van bewoning. Een waar architectuurontwerp kan niet zonder de noodzakelijke herformuleringen. Een individueel initiatief voor een project moet geleidelijk aan een gedeeld werk worden, het product van afgesproken keuzes. Op een beredeneerde wijze verrijken, de context verbeteren, de mogelijkheden transformeren, een visie formuleren, zijn alle-
maal manieren om tot intrinsieke schoonheid te komen. “Het mooie is altijd bizar”, schreef Baudelaire, omdat het werkelijk ons bewustzijn bevraagt. Architectuur leert hoe men hiërarchisch en dynamisch kan organiseren, zijn ervaringen kan documenteren en zijn leercapaciteit aanzienlijk kan vergroten. De notie plaats is immers aan het veranderen. Wijzelf zijn meer en meer nomadisch beginnen te leven: mobiel, in real time en op aanvraag. Het gaat net zo goed om architec-
turale plasticiteit als om neuroplasticiteit, hersenen die voortdurend geherconfigureerd worden, gerandomiseerde vormen. Bij het aanbreken van dit nieuwe architectuurtijdperk, dit ontluikende complexe netwerk van cellen die met elkaar in verbinding staan, zouden we “deze ongrijpbare architectuur ontstaan uit het samenspel van licht en droom” (Borges) moeten proberen te behouden. Ons brein, ons leven, onze stad. Nicolas Houyoux
Er bestaat geen lichtere of dunnere keramische lei dan de Bellus van Wienerberger. Ideaal dus om oude leien of pannen te vervangen. Maar ook voor een nieuwbouw zijn deze keramische leien uiterst geschikt. Want dankzij hun slanke, hedendaagse lijn oogt uw dak heel strak.
Ontdek Bellus in onze showrooms in Londerzeel of Kortrijk. Of vraag uw brochure aan via
[email protected].
Bellus-architectenkrant-145x257-zondrbol-NL.indd 1
02/03/15 10:16
Kasugoaka (Japan) - Architect Kikuma Watanabe
Zonnedak Deze hedendaagse woning uit hout en beton, door de architect Kikuma Watanabe het “huis tussen hemel en aarde” genoemd, werd ontworpen in de regio Kasugoaka, in Japan. De kleine woning is een passiefhuis met een groot zonnedak. Het passiefsysteem zorgt voor een comfortabel gevoel in de ruimtes binnenin, waar het op een natuurlijke wijze koel is in de zomer en warm in de winter. Deze technologie maakt doeltreffend gebruik van de zon en de wind om de lucht te regelen. Van bij het begin hebben de archi-
tecten een passiefwoning gepland als rechtstreeks ecologisch systeem. Het venster zit aan de zuidkant, waar de dakranden het zonlicht in de zomer en in de winter efficiënt opvangen. De muren werden geïsoleerd om energieverspilling tegen te gaan. Om de zonnecollectoren te regelen, helt het dak af volgens de breedtegraad van de plek, ofte 34,60°. Onder het
dak hebben de architecten een halve cilinder voorzien die in dezelfde hoek afbuigt boven het midden van de cilinder.
Aanpassing aan de omgeving van de plek De plek is onregelmatig qua vorm en bijgevolg werd het gebouw naar het zuiden gericht, waar men kan
genieten van een prachtig uitzicht op de tuin. De plek is bovendien licht glooiend naar het oosten. Daardoor ligt het niveau van de keuken, de werkplaats van de benedenverdieping en de helft van de woonkamer op minder dan een meter van het grondniveau. De voornaamste opening is naar het oosten gericht en kijkt uit op de vijvers, heuvels en historische landschappen van de regio.
Planning via de ligging Het grondplan van het huis is opgesplitst in twee gebieden. In het eerste gebied ligt de woonkamer en de keuken. Het tweede gebied ligt tegenover de werkplaats en bestaat uit kleine ruimtes zoals de badkamer of de toiletten.
Pähni, Võrumaa (Estland) - Estonian Academy of Arts
Luisteren naar architectuur Op het raakvlak van design, natuur en architectuur hebben de studenten van de Estonian Academy of Arts een houten geluidsinstallatie bedacht bestaande uit drie reusachtige megafoons met een diameter van drie meter, speciaal ontworpen om de geluiden van het bos te beluisteren. Door deze structuren die als natuurlijke geluidsversterkers dienen, worden de wandelaars ondergedompeld in het geluidsuniversum van het bos, van de vogels en van de dieren. Tegelijkertijd dienen ze als schuilplaats, als een plek van bezinning en om uit te rusten. Estland bestaat voor de helft uit bos. Het is een bosbestand waar je wel duizend verschillende geluiden kunt horen: het geluid van de rivieren,
van de takken van de bomen, van de voetstappen van beren en reeën. Ook hoor je er het levendige gezang van vinken, zwarte merels en grijze koekoeks. Om niets te missen van dit geluidsspektakel, heeft een groep architectuurstudenten van de Estse kunstacademie er drie reusachtige houten megafoons geïnstalleerd. Sinds 18 september staan ze ter beschikking van alle wandelaars “die de ontmoeting van hedendaag-
se architectuur en wilde natuur willen ervaren”, zoals er op de website van de universiteit te lezen staat. “Het is een plek waar je het klankboek van de natuur kunt beluisteren en doorlopen” zegt de auteur Valdur Mikita, die veel heeft geschreven over de plaats die het bos inneemt binnen de Estse cultuur. Volgens Hannes Praks, de binnenhuisarchitect die het project opge-
start heeft, werden deze geluidshorens met een diameter van drie meter “op de juiste afstand en in de juiste hoek geplaatst zodat het geluid van de drie megafoons tegelijkertijd op je af komt wanneer je in het midden van de installatie staat, wat voor een uniek “surround”-effect zorgt”.
Voor diegenen die graag eens hun oor te luister zouden leggen bij het “klankboek” van het Estse bos: de “reusachtige megafoons” zijn verplaatst van Tallin waar ze gemaakt werden, naar het natuurdomein Pähni in Võrumaa, dichtbij de grens met Letland.
Het klankboek van de natuur
Disseny Hub, Barcelona (ES)- architect MBM (Martorell, Bohigas, Mackay, Capdevila en Gual) - foto’s Nicoas Houyoux
Een nieuwe HUB in Barcelona Als internationale designhoofdstad moest Barcelona nu eenmaal een museum hebben dat hieraan gewijd was. Vlakbij de befaamde Torre Agbar die door Jean Nouvel werd gebouwd, ligt het lang verwachte museum voor object- en designkunst. Design dat ten dienste staat van de stad en een museum dat de essentie van Barcelona vat, waarbij de kennis van het verleden samengebracht wordt om vooruit te blikken op de toekomst in een ruimte die net zo vernieuwend is als de wijk waarin het gebouw gelegen is. Dit is gelukt met het Disseny Hub Barcelona, een gebouw met brutalistische accenten dat ontworpen werd door het Catalaanse bureau MBM (Martorell, Bohigas, Mackay, Capdevila en Gual). Het nieuwe museum brengt de collecties samen van het museum voor decoratieve kunst en van verschillende instellin-
gen van de stad en telt wel zeventigduizend objecten. Deze collecties worden afwisselend getoond via vier simultane tentoonstellingen verspreid over zesduizend vierkante meter in de “toren” van het museum. De ondergrondse ruimte van het gebouw dient als opslagplaats en als ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen. Deze nieuwe architectuurparel van de stad is gelegen op een plaats waar innovatie een duidelijke stempel heeft gedrukt: in de wijk 22@, in het district Sant Martí. Dankzij de technologie, de innovatie en de uitgesproken keuze voor design, is
dit gebouw een waar herkenningspunt voor museumliefhebbers. Overigens huisvest het gebouw ook de Foment de les Arts i el Disseny, het Barcelona Centre de Disseny en een belangrijke documentatiebibliotheek over design. In musea komen mode en design weliswaar al langer samen voor, maar het gloednieuwe Museu del Disseny van Barcelone bekrachtigt het begrip “modedesign” echt. Dit designmuseum stelt het kledingstuk in vraag: een voorwerp uit het dagelijks leven dat een museumobject is geworden. De collecties van het Museu Tèxtil i d’Indumentària vinden hier een nieuw onderkomen. Wat de
meubelen betreft, staan er enkele pronkstukken op de eerste verdieping: de Pedrera Chair ontworpen in 1955 door Francisco Juan Barba Corsini en ook de Calder-lamp uit 1975 van Enric Franch Miret. Het designmuseum hanteert een aanpak “van decoratieve kunsten tot design” ; het is een museum dat de cultuur van het voorwerp, vaak in zijn dagelijkse omgeving, wijdt aan het ontwerp, het productieproces, het gebruik en de verspreiding ervan en dat alles door een 21e eeuwse bril. De ruimte is verdeeld over twee verdiepingen waarvan er één profiteert van het reliëf van de Plaça de les Glòries en de andere op het
straatniveau uitkomt. Het geheel is verbonden via een gang waar de buurtbewoners bijna noodgedwongen door moeten en die de nieuwe Plaça de les Glòries verbindt met de 22@ en Poblenou. De combinatie van de voorgevel in glas en metaal en de natuurelementen zoals het meer en de verticale tuinen zorgt voor een beetje groen in dit stedelijke gebied. De Disseny Hub Barcelona scoort zeer hoog qua milieuvriendelijkheid, aangezien het één van de duurzaamste gebouwen is van de hele stad dat grotendeels zelf in zijn energie kan voorzien. Ook heeft het de hoogste score gekregen qua efficiëntie.
Van decoratieve kunsten tot design
Met de sloop bedreigd Het iconische gebouw van La Banque Populaire de l’Ouest (BPO) in Montgermont (Ile et Vilaine) in de periferie van Rennes, dat nog maar 25 jaar bestaat, wordt met de sloop bedreigd. Het in 1990 geïnaugureerd gebouw is het werk van de jonge architecten Odile Decq en Benoît Cornette, in samenwerking met ingenieur Peter Rice die het principe van de ophanging van de hoofdgevel in dubbel glas berekende en ontwikkelde. Daarnaast beschikt het gebouw over tal van technische innovaties waaronder de eerste panoramische lift. Naast deze realisatie waarmee de architecten wereldwijd bekend werden, staat het gebouw symbool voor de jaren '90, toen de moderne architectuur in Frankrijk opleefde. Ook past het in het kader van de hightech dat toen nog uitzonderlijk was voor het land, te vergelijken met de Engelse prestaties in diezelfde periode onder de signatuur van Norman Foster en Richard Rogers. Dit opvallende gebouw heeft dankzij zijn scheppers vele internationale prijzen gewonnen, waaronder de Gouden Leeuw op de Biënnale van Venetië in 1996. Het monument van het Banque Populaire de l’Ouest (BPO) representeert onmiskenbaar de jaren '90, toen de Franse architectuur buiten haar grenzen schitterde, met onder andere het IMA (Institut du Monde Arabe, geopend in 1988).
Het gebouw is kenmerkend voor de late jaren '80, toen in Frankrijk de dienstverlenende sector zijn intrede deed, met het image dat vertrouwen in de toekomst uitdrukt. Onlangs is Odile Decq een ‘internationale petitie’ gestart waarbij zij zich met name richt tot François Hollande en de minister van Cultuur, Fleur Pellerin, om afbraak te voorkomen. Zij wil namelijk dat de locatie wordt geklasseerd als ‘historisch monument’ of als een statement ‘erfgoed uit de twintigste eeuw’, waardoor het gebouw kan worden behouden. Haar strijd heeft niets met geld te doen. Volgens haar zeggen is zij benaderd voor een aanbod tot vergoeding. Hieruit blijkt volgens haar dat er een bepaalde gêne heerst om het gebouw met de grond gelijk te maken. Maar zij roept op tot hergebruik van de locatie. “In het geval van BPO Rennes is het duidelijk, en het terrein van zeven hectare biedt een materieel potentieel”, schrijft zij in haar oproep bij de petitie. “Waarom zou het moeten worden gesloopt? We kunnen ons beter bezinnen over hergebruik.”
Villa Cavrois
Na een langdurige en ambitieuze restauratie stel villa Cavrois, in de jaren ’30 ontworpen door architect Robert Mallet-Stevens, haar deuren open voor het publiek in Croix (Noord-Frankrijk). Men kan Villa Cavrois vanaf de straatzijde, bovenaan de toegangspoort zien liggen. Een rechthoekige gevel met een geeloranje baksteen die contrasteert met de omliggende huizen.
transformatie van de wijnkelder in materialenbibliotheek met een tentoonstelling over de villa en de restauratie ervan alsook de diverse gevonden elementen en replica’s van de villa.
Een rechthoekige gevel, maar niet plat of uniform. In plaats daarvan is de gevel ontleed, nagenoeg uiteengenomen... Men kan alle verschillende vertrekken van het huis vanaf de buitenkant onderscheiden. 50 jaar geleden zou men wellicht hebben gedacht dat het een deconstructivistische architectuur zou zijn!
Totaalontwerp
Villa Cavrois, een ware parel van modernistische architectuur, heeft zich bevrijd van de soberheid en de gebruikelijke eenvoud. In tegenstelling, hier is het interieur bedacht als in decors. Mallet-Stevens heeft op deze wijze door vooral de enscenering van het licht, de proliferatie van kleuren en materialen de ruimtes via het meubilair nog meer vorm weten te geven. Vele vertrekken beschikken over dit type interieurvolumes waardoor de gebruiker een ander begrip over het vertrek krijgt.
La Banque Populaire de l’Ouest (BPO), Montgermont (FR) - Architect : Odile Decq en Benoît Cornette
Villa Cavrois (1929-1932), Croix (FR) - Architect : Robert Mallet-Stevens
Het Franse Centrum voor Nationale Monumenten dat het herstel in de oude staat voor zijn rekening heeft genomen, is voornemens van deze ‘grande demeure’ een in het oog lopende plek voor tentoonstellingen en discussies over architectuur te maken. Gelet op het evenementenprogramma voor het volgende jaar en de zorg waarmee de restauratiewerken zijn uitgevoerd: een ‘martelkamer’ (in de oorspronkelijke staat van verval gelaten), de
De voorgestelde woning verleende onderdak aan Paul Cavrois, zijn vrouw en hun zeven kinderen. De architect heeft op modernistische en geometrische wijze een origineel contemporain kasteel ontworpen rond eenvoudige thema’s: “lucht, licht, werk, sport, hygiëne, comfort, besparing”. Mallet-Stevens maakte van deze particuliere woning een schitterend totaalontwerp, mede door het ontwerp van de meubels en de aanleg van het park - bedacht als een manifest van zijn technische en esthetische preoccupaties die hij in zijn boek ‘Une demeure 1934’ beschreef: Grote raamoppervlakken voor een maximum aan lichtinval. Indirecte sterke verlichting voor ‘s avonds. Een kantoor en studeerkamers om in alle rust te werken. Een speelzaal, een groot buitenzwembad waarin men kan duiken. Veel badkamers, afwasbare oppervlakken, vacuümreiniging, ventilatie, telefoon- en tijdsaanwijzingssysteem, TZG, centrale verwarming met thermostaat, lift (...). Eenvoudige materialen uitgevoerd met veel aandacht voor energiebesparing. De Villa Cavrois werd in 1929 ontworpen en in 1932 voltooid. De afmetingen zijn indrukwekkend: een voor-
gevel van 60 meter lang, 3.800 m² vloeroppervlakte waarvan 1.840 m² woonruimte, een zwembad van 27 meter. De inrichting is volgens het asymmetrische principe van de kastelen uit de 17e eeuw en haar gevel in geel baksteen die ooit aanleiding gaf tot het bespotten van de Cavroisfamilie in de zin van de ‘weldenkenden van het Noorden’. De omwonenden schimpten over de ‘waanzin van Cavrois’ en het ‘gele gevaar’: te modern voor de conservatieven of te luxe voor de arbeidersbuurt.
Bewogen geschiedenis Paul Cavrois kocht de villa in 1947, overleed in 1965 en zijn vrouw verbleef er tot aan haar dood in 1985. De villa werd vervolgens in Monaco geveild en gekocht door een vastgoedontwikkelaar die ze wilde slopen om op het enorme terrein woningen te bouwen. Ondenkbaar voor de omwonenden die zich, ondanks hun vijandschap ten opzichte van de opzichtige villa, uitsloofden om ze in 1990 als historisch monument geklasseerd te krijgen. De villa wordt in 2001 vernield, kaalgeplukt, overal verspreide meubels en dus in een erbarmelijke staat door de Franse staat aangekocht die een enorm groot restauratieproject is gestart met een prijskaartje van maar liefst 23 miljoen euro. Sindsdien staat villa Cavrois op de lijst van 100 mooiste huizen van de wereld en maakt ze deel uit van het internationale Iconic Houses Network dat emblematische huizen van architecten uit de 20e eeuw vergaart en voor het publiek openstelt.
Red Line dronehaven, Kibuye (Rwanda) - Architect: Foster + Partners
Dronehaven Op 15 september werd in het Rolex Learning Center te Lausanne het Red Line-project voorgesteld dat in samenwerking met de EPFL (École Polytechnique Fédérale de Lausanne) was opgezet. Het ging over de aanleg in Kibuye, Rwanda, van de eerste dronehaven voor een nieuwe generatie drones voor het transport van medisch materiaal en andere noodzakelijke goederen. Jonathan Ledgard, die aan het hoofd staat van het onderzoekscentrum Afrotech van de EPFL, heeft het Red Line-project opgestart met de bedoeling om in Afrika nieuwe regelmatige transportlijnen te creëren voor het vervoer van medische of noodproducten via drones. De Norman Foster-stichting en het agentschap Foster + Partners leveren financiële en technische steun voor de ontwikkeling van het concept. Om drones van 3 meter omvang en hun lading van 10 kg te kunnen ontvangen, heeft Foster +
Partners een uitermate intelligent station ontworpen, gericht op het aanbieden van lowcostdiensten met niettemin een zeer hoge toegevoegde waarde. Tijdens de voorstelling op 15 september zagen we een soort kruising tussen een tankstation op zonne-energie en een grote Afrikaanse markt, een digitaal labo, een medisch centrum en een postkantoor. Het geheel zou ondergebracht worden in een hangar opgebouwd uit gewelven van bakstenen uit
ongebakken aarde en van hout, die de plaatselijke bevolking zelf zou kunnen bouwen. De bouw van drie dronehavens is voorzien voor 2020 en de bedoeling is om er in Rwanda op termijn een veertigtal te bouwen. Tegen 2025 zou Afrotech de Blue Line verder willen uitbouwen via de lancering van commerciële vluchten met drones van 6 meter omvang die tot 100 kg zouden kunnen dragen. Volgens de foto’s die aan het publiek van het Rolex Center wer-
den getoond, ziet de Red Line eruit als een klein vliegtuigje met één schroef aan de achterkant. Norman Foster wil vooral een zeer hoogstaande technologie ontwikkelen die tegelijkertijd realistisch is, zo goedkoop mogelijk en die ten dienste staat van de allerarmsten. In de meest afgelegen gebieden zullen drones levensnoodzakelijke producten zoals medicatie en voedsel leveren. Een commercieel gebruik zou vanaf 2019 mogelijk moeten zijn. Op middellange termijn zal een vrachtdrone
een lading van 10 kg kunnen vervoeren voor minder dan 4000 dollar, terwijl het nu 1000 dollar kost voor een lading van 2 kg. Dronehavens zouden moeten worden beschouwd als uitermate intelligente tankstations van de 21e eeuw, gericht op het aanbieden van lowcostdiensten met niettemin een zeer hoge toegevoegde waarde: een soort kruising tussen een tankstation op zonne-energie, een grote Afrikaanse markt en een technologisch laboratorium.
Productinfo materialen De Latero gevelsteen Ultieme puurheid, power en punch De nieuwe reeks gevelstenen ‘Latero’ van Wienerberger bundelt de krachten van de natuur om uw gevel nog een sterkere uitstraling te geven. De Latero is gemaakt met de inzet van de vier elemen-
ten: aarde, water, lucht en vuur. Het resultaat: een keramische steen met een brede variatie aan kleurnuances en een oneffen oppervlak dat uw gevel meer diepte en dynamiek geeft. De ‘Latero’ is verkrijgbaar in Waalformaat (ca. 215x102x50 mm) en bestaat in zeven verschillende tinten, gaande van zacht tot sterk genuanceerd. Voor meer info: www.wienerberger.be
Ontdek alle ISOVERoplossingen voor renovatie en na-isolatie op www.renoverenmetisover.be Van dakisolatie, over de na-isolatie van buitenmuren en die van ondergronden tot akoestische isolatie… Op www.renoverenmetisover.be worden alle oplossingen en systemen voor renovatie- en na-isolatie van ISOVER overzichtelijk opgelijst en besproken. Voor bouwheren, maar ook voor zij die professioneel actief zijn in de bouwsector. Zo kent de website een speciale sectie ‘architect’ met alle lastenboeken, technische fiches en ATG-goedkeuringen
per oplossing direct voorhanden en up-to-date en een speciale sectie ‘professionals’ met plaatsingsinfo, hoeveelheidsberekeningen, info over B2B-opleidingen…
Nieuwe webtool toont consument manieren om bestaande verwarmingsinstallatie te optimaliseren Op 26 september trad de Europese Ecodesign-verordening in voege. Dit betekent dat verwarmingstoestellen met een energie-efficiëntie onder een bepaald niveau niet meer verkocht worden in de EU. Zo wil Europa – met het oog op de klimaatdoelstellingen 2020 – het rendement optrekken en het energie-
verbruik en de CO2-uitstoot verminderen. Te weinig mensen nemen echter de tijd om hun installatie eens kritisch tegen het licht te houden. Om daar iets aan te verhelpen lanceerde Informazout begin oktober een nieuwe webtool: ‘optimaliseer je installatie’ www.informazout. be/nl/optimaliseer-je-installatie
Lichtgewicht groendaksysteem Urbanscape
Vlaming gaat de BENchallenge aan. BEN jij al mee?
Groendaken hebben enorme voordelen, maar waren tot u toe niet universeel toepasbaar vanwege hun relatief hoge gewicht. Knauf komt nu met een baanbrekende oplossing: het nieuwe lichtgewicht groendaksysteem Urbanscape. Dit groendaksysteem is het eerste complete en unieke systeem met een
Bijna-EnergieNeutraal (BEN) bouwen is de toekomst. Vanaf 2021 wordt bouwen volgens de BEN-norm trouwens wettelijk verplicht. Al wacht de Vlaming niet tot dan om de BENchallenge aan te gaan, zo blijkt onder andere uit cijfers van het VEA en uit de bezoekersaantallen van www. IedereenBen.be, de BEN-infosite voor particuliere kandidaat-bouwers die deze maand (oktober ’15) precies een jaar online staat. En gelijk hebben ze. Nu al BEN-bouwen biedt immers niets dan voordelen, zowel op het vlak van comfort als op het vlak van energiebesparing, premies, belastingen en leningen. Zo kon je al langer bij enkele banken een BEN-krediet krijgen. Sinds juli kan je ook als nieuwbouwer – op voorwaarde dat je BEN bouwt - een extra voordelige energielening bij het Energiehuis in je gemeente afsluiten. Wie nog een extra motiverend duwtje in de rug nodig heeft, kan zich op www.IedereenBen.be laten gidsen door coach BEN.
hoge waterbuffercapaciteit, bijzonder licht in gewicht en eenvoudig te installeren in slechts enkele uren. Daardoor wordt voor elke private woning, bedrijfspand of kantoorgebouw en voor elk type dakstructuur - staal, beton of hout - het groendak beschikbaar. Urbanscape bestaat uit een vegetatielaag van sedum, een rotswolsubstraat, een drainagesysteem en een wortelwerend doek. www.urbanscape.be
Architectenkrant is een maandblad uitsluitend bestemd voor de professionelen in de architectuur - www.architectenkrant.be Alsembergsesteenweg 842, 1180 Brussel Tel. 02 772 40 47 - Fax : 02 771 98 01
[email protected] Redactie
[email protected]
Publication Manager / Advertenties
ek
[email protected]
is
(hoofdredacteur): + 32 (0)476 74 96 53
g e b o uw i s n e e g ons ? n e te r e g l o
Bea Buyse: Tel. + 32 (0)477 77 93 68
[email protected] Totaal bereik : 13.700 exemplaren. Artikels, foto’s en tekeningen in het redactioneel gedeelte van de Architectenkrant bevatten geen publiciteit; producten en bedrijven worden hier uitsluitend vermeld ter informatie van de lezers. Artikels met informatie van eerder publicitaire aard worden opgenomen met de vermelding ‘productinfo, publi-reportage,…’. Alleen de auteurs zijn verantwoordelijk voor de artikels, foto’s, illustraties en standpunten die in de Architectenkrant verschijnen. Verantwoordelijke uitgever: Philippe C. Maters Alsembergsesteenweg 842, 1180 Brussel
[email protected] Maatschappelijke zetel: new ATON Publishing bvba, Alsembergsesteenweg 842, 1180 Brussel BE 0830.222.307 Copyright 2015 - new ATON Publishing bvba.
Een goed geïsoleerd, energiezuinig en duurzaam pand. Dat is een belangrijk aspect bij het (ver)bouwen geworden. Met Pluimers Isolatie heeft u dé partner gevonden als u gaat voor een duurzaam en energiezuinig pand. Hoe u dit kunt bereiken vertellen wij
u vanuit onze ervaring. Pluimers heeft meer dan 30 jaar ervaring met het isoleren van kantoorpanden, bedrijfshallen, fabrieken of andere gebouwen. Wij maken ieder gebouw energiezuinig en duurzaam, want alleen dat heeft de toekomst.
Alle rechten voorbehouden, die van vertaling
PLUIMERS ISOLATIE BVBA
inbegrepen.
G. Demeurslaan 112, 1654 Huizingen
02/359.08.70
www.pluimers.be
Paraît également en français. Architektenkrant.indd 1
12-05-15 16:10
K15 Vliesgevelplaat een waardevolle investering voor het perfecte gebouw
De Kingspan Kooltherm® K15 Vliesgevelplaat is door de hoge isolatiewaarde met een lambdawaarde vanaf 0,020 W/m·K en waterkerende laag uitstekend toe te passen als isolatie in vliesgevels. De plaat wordt geleverd met een zwarte cachering. Hierdoor is het isolatiemateriaal niet zichtbaar en zeer geschikt voor gevelsystemen met open voegen. Bovendien scoort u met Kooltherm® zeer goed op gebied van milieuvriendelijkheid, U bouwt dus gegarandeerd duurzaam.
www.kingspaninsulation.be/K15