Isoleert u al luchtdicht?
ak
Vario Xtra, Xtra eenvoudig, Xtra veilig
Architectenkrant nl 150x25.indd 1
Wij brengen uw ideeën tot leven
Modulaire lichtstraten door Foster & Partners en VELUX DESIGN BETROUWBAARHEID SERVICE
30/12/13 09:56
291 ●● Pag 6: Amanda Levete
●● Pag 7: New Wave Architecture
VELUX BIM Objects
●● Pag 8: Lacaton & Vassal
architectenkrant.be
maandelijks - 20ste jaargang - maart/april 2015 - P505193 - afgiftekantoor Brussel X - ISSN 1374-5352 - verschijnt niet in juli.
Snel, eenvoudig Download ze nu op & nauwkeurig velux.be/ modulairelichtstraten
Verantwoordelijke uitgever: P.C. Maters, Alsembergsesteenweg 842, 1180 Brussel - www.architectenkrant.be
Biënnale Venetië (IT) - Architect : Fernando Menis
Fernando Menis Na zijn architectuurstudie in Barcelona die hij in 1981 begonnen was, vormde Fernando Menis samen met twee andere partners een team onder de naam Artengo-Menis-Pastrana. In 2004 richtte hij Menis Arquitectos op met hoofdzetel in Tenerife. Fernando Menis is hoofdzakelijk werkzaam op de Canarische Eilanden en ontwikkelt er een architectuur die werkt met nieuwe topografieën. Te voorschijn tredende materies of oprijzende volumes: elk gebouw is apart. Er zijn weinig architecten die zo’n consequent werk kunnen voorleggen als Fernando Menis. Deze bijzonderheid vindt zijn oorsprong in een creatief proces dat in elk van zijn projecten herbedacht en herontwikkeld werd.
Het Muziekpaleis van Jordaneck, laureaat van de eerste prijs van de internationale ontwerpwedstrijd voor het auditorium en de concertzaal van de stad Torun in Polen in 2008, blijkt het toonbeeld van een analytische reflectie en
een fijngevoeligheid bij het kiezen van formele oplossingen. Het ontwerpen van een plaats blijft voor Fernando Menis een compromis tussen de stad en haar geschiedenis. De hoofdtaak van
als van een omgeving. Hoe dan de architect is de stedelijke ruimook ontstaat uit die dubbele oorte te vervolledigen en daarbij een sprong een beter en complexer antwoord te bieden op een hele project: een motief dat zich net reeks aanwezige behoeften en kan vinden in die grilligheid van spanningen. De architectuur die het gevraagde ontwerp en in die hiertussen moet balanceren, verbijzondere omgeving waarin het eist een nauwkeurige analyse met architecturaal werk ontwikkeld een dubbele doelstelling: zowel blokje 34x98_Opmaak 1 17/02/15 18:11 Pagina 1 moet worden. deel uitmaken van een ontwerp
ARCHITECT @WORK BELGIUM
Kortrijk XpoI 23 - 24 april 2015I de
7 editie -10:00-20:00
Liège Expo 28 - 29 mei 2015 de
4 editie -13:00-20:00
lll
Museo Sacro, Adeje (ES) - Architect : Fernando Menis
Het Muziekpaleis van Jordaneck, Torun (PL) - Architect : Fernando Menis
Volgens Fernando Menis is architectuur ondergedompeld in een sociale context. Architectuur is als een in wezen gul menselijk gebaar: een individuele en positieve poging om via interpretatie en bezinning de echte wereld het hoofd te bieden.
volumes vormen kwaliteitsvolle zalen en ruimtes. De ruime afmetingen van de hall zorgen voor een passend onthaal, terwijl de smalle openingen een dialoog creëren met de buitenruimte door de oriëntatie binnenin te vergemakkelijken.
Het Muziekpaleis van Jordaneck (Torun, Polen)
De volumes maken van de openbare en halfopenbare zones de belangrijkste elementen van het ontwerp. De twee zalen (één voor duizend toeschouwers en een andere voor driehonderd) kunnen samengevoegd worden tot één ruimte om zodoende plaats te bieden aan allerlei evenementen. De band met de groene buitenruimte wordt aangehaald door het toneel te laten uitkijken op de landschapsomgeving.
Het perceel bevindt zich in de groene gordel die het centrum van Torun afbakent en afschermt van de recentere delen van de moderne stad. Dit alles speelde mee in de voorafgaande analyse en leidde tot een oplossing waarbij stad en natuur, oude en moderne stad, traditioneel en hedendaags en vooral openbaar en privé met elkaar verzoend werden. Het project biedt een oplossing waarbij enkele half ingegraven volumes de buitenhoogte verlagen zodat de visuele samenhang van de stad vanaf de rivier niet onderbroken wordt. De interstitiële ruimtes die ontstaan uit de verschillende
De vorm lijkt naar buiten toe een strakke huid bij wijze van geraamte, in tegenstelling tot de binnenkant waar de vormen vloeiender lijken. De toppen van de buitenstructuur zijn harde veelhoeken terwijl de ruimte binnenin organisch is en aanpasbaar aan de noden van het auditorium.
De Plaza de España en het Museo Sacro (Adeje, Spanje) Cement en basalt zijn de materialen die de architect gekozen heeft voor dit museum- en pleinontwerp in de natuurlijke context van het eiland Tenerife. De suggestieve en moeilijke omgeving wordt gedomineerd door de ‘Barranco del Infierno’, een ingesloten engte in een weelderig en groen natuurreservaat. Door gebruik te maken van de orografie van de bodem en zich te laten inspireren door landbouwterrassen, verdubbelt de architect het oppervlak van het bestaande plein en zet hij een homogeen project neer dat de nieuwe ruimtes van het Museo del Arte Sacro vermengt met de indeling van het plein. Op die manier bekomt hij een permanente bühne zowel voor voorstellingen van het museum als voor de projectie van het panorama op de toppen van de rotsen.
Door gebruik te maken van de hoogteverschillen, plaatst de architect de tentoonstellingsruimtes en de kantoren op verschillende niveaus en brengt hij de leefruimtes in rechtstreeks visueel contact met het natuurlijk landschap.
Het Auditorium van Pajara (Fuerteventura, Spanje) Dit auditoriumproject is het resultaat van een openbare wedstrijd die de architect in 2008 gewonnen heeft. Het gebouw met zijn bevoorrechte ligging boven de stranden in het zuiden van Fuerteventura rijst op vanuit een uitgraving in symbiose met de site. De texturen, kleuren en afwerkingen komen tegemoet aan de doelstelling: een volume ontwerpen dat aan een gespleten rots doet denken en zich van de aarde afscheurt. Het is een gebouw als een spons: flexibel en aanpasbaar aan verschillende evenementen en situaties.
De Iglesia del Redentor (Tenerife, Spanje) De kerk bestaat uit een monoliet opgebroken in vier van elkaar gescheiden delen. Het werk is rijk aan symbolen uit de natuur en alludeert op de compacte materie van een rots, door de binnenkant van de buitenkant te isoleren. De architect deelt zijn ruimtes zodanig in dat er binnenin een insluiting ontstaat door zware volumes die elkaar ondersteunen. Deze massa in evenwicht wordt een symbolische en aantrekkelijke plaats in het gemeenschapsleven van de wijk. De architectuur bootst de grillige natuur na door te alluderen op de werking van de tijd en het klimaat. Na een lange reeks trappen, hellingen en zigzagbewegingen (een afdaling in de spelonk van de ‘berg’) die naar de hoofdingang leiden, komen we de kerk binnen. Het gebouw bevat drie verdiepingen: het gelijkvloers dat voorbehouden is voor de eredienst, strekt zich uit
lll
Het Centro Magma Arte & Congresos, Tenerife (ES) - Architect : Fernando Menis
Het Auditorium van Pajara Fuerteventura (ES) - Architect : Fernando Menis
over de hele hoogte van de pastorie tot halverwege de hoofdbeuk; het tweede gedeelte van de hoofdbeuk ligt daarentegen een stuk lager met erbovenop nog twee verdiepingen waar de zalen en de kantoren zich bevinden.
Iglesia del Redentor, Tenerife (ES) - Architect : Fernando Menis
Het cementoppervlak is langs buiten meer gelijkmatig, al is het materiaal nooit homogeen, en zorgt voor zeer natuurlijke nuances op de gevels. Wat er van buiten uitziet als een rotsencomplex, blijkt als we binnengaan een spelonk met ruwe gebouchardeerde wanden, wegens de lapillistenen. De liturgische ruimte, waar het meubilair basic is en er nauwelijks versieringen zijn, duikt op in de ontstane leegte binnenin. Bij het ochtendgloren dringen de eerste zonnestralen binnen via het kruis dat gesculpteerd is in de achtergevel achter het altaar en verlichten ze de doopkapel, het eerste licht voor een christen. ’s Middags verlicht het daglicht het altaar waar de eucharistieviering plaats vindt, via de zenitale opening van
het plafond, tussen het eerste en het tweede blok en kort daarna de biechtstoel, plaats van boetedoening. Het licht is als een gids op het geloofsparcours die komaf maakt met de duisternis. In die zin kunnen we ook de materiaalkeuze voor de structuur interpreteren: cement verrijkt met lapilli, een zeer poreus vulkanisch materiaal dat de geluidsabsorptie gevoelig verbetert, waardoor de gelovigen in stilte kunnen mediteren en bidden. De compacte blokken uit één materiaal werden ook speciaal uitgedacht om de energie-efficiëntie te verhogen: cement is thermisch zeer inert en aangezien de structuur enkel uit cement is opgetrokken, wordt er geen warmte verspild.
Het Centro Magma Arte & Congresos (Tenerife, Spanje) Het Congrespaleis van Adeje, meer bekend onder de naam Centro Magma Arte y Congresos staat op de exclusieve lijst van meest emblema-
tische gebouwen van Tenerife. Dit werk van de architecten Fernando Martin Menis, Felipe Artengo Rufino en Jose Maria Rodriguez-Pastrana, allieert beton met ‘chasnera’-steen, een vulkanisch gesteente met een lichte kleur, typisch voor Tenerife. Het Centro Magma Arte y Congresos biedt onderdak aan culturele activiteiten, tentoonstellingen, klassieke concerten, theateropvoeringen en operavoorstellingen. Het gebouw dat op een bevoorrechte plaats is gelegen, is een referentiepunt tussen de anonieme bouwwerken. De verschillende diensten zijn vervat in dertien geometrische blokken: kantoren, cafetaria, tentoonstellingsruimtes… Het dak is alomtegenwoordig en verbindt deze dertien massieve ‘rotsen’. De hall, congreszaal en de leszalen zijn ondergebracht in twee grote ruimtes tussen de rotsblokken, met verschillende scheidingsniveaus. Elke massa is uitgewerkt in functie van de dienst die ze onderbrengt. ✖
‘The origin of the city’ - Architect : Fernando Menis
Bouwen volgens een eigentijdse vernaculaire architectuur Vernaculaire architectuur wordt meestal gedefinieerd als een architectuur die materialen, constructietechnieken en esthetische tradities van de streek toepast. De gebouwde en de natuurlijke vormen kunnen worden gecombineerd tot een systeem van uitwisseling om te voldoen aan de noodzakelijke voorwaarden voor een menselijke implementatie. In de geschiedenis van de architecturale taal is dit bijvoeglijk naamwoord weliswaar al vele malen eerder gebruikt. Zo viel het samen met het begrip identitair; patriotisch in de jaren dertig, waarmee het werd gelijkgesteld met een nationalistische visie. Vervolgens betekende het vernaculaire in de jaren '70 een reeks typologieën - landelijk, traditioneel, populair, boers, primitief, … - met vage afgrenzingen. En hierna eindigde vernaculaire architectuur om te worden gelijkgesteld met erfgoedbeleid, met vragen omtrent nostalgie en de ontplooiing van een collectief geheugen voor folklore (P. Frey, 2006). De definitie van vernaculair verwijst dus eerder naar een dynamische voorstelling, gelieerd aan de geschiedschrijving van de architectuur en deze ontwerpen hebben alle hun eigen grondslag: maar wat zijn de mogelijke betekenissen van een eigentijdse kijk op de vernaculaire architectuur en de integratie ervan in het architecturaal project? Kunnen we de conceptuele diversiteit van duurzame architectuur, die ieder hanteert of zich toe-eigent, verzekeren zonder dat er noodzakelijkerwijs eenzelfde betekenis aan wordt verleend? De mens evolueert in een omgeving die bestaat uit een veelheid
van elkaar afhankelijke factoren. Deze symbiose werd door Amos Rapoport gedefinieerd als bestaande uit: ‘het klimaat, de locatie, de materialen en het landschap’. Volgens het onderzoek van de architect en stedenbouwkundige kan 95% van onze gebouwde omgeving als ‘volks’ worden beschouwd. Echter de zogenoemde vernaculaire architectuur is niet automatisch ecologisch, omdat projecten niet altijd in het kader passen van een algehele vernaculaire aanpak: men kan moderne en verontreinigende technieken waarnemen die op de natuurlijke materialen zijn gebruikt en zelfs de terugkeer van lokale architecturale vormen op basis van industriële materialen. En als we ertoe worden geleid het begrip ‘duurzame ontwikkeling’ in al zijn dimensies te bespreken, worden we steeds geconfronteerd met grote problemen als gevolg van de complexiteit en diversiteit van definities met betrekking tot de kwesties die hiermee worden opgeworpen. Op wereldniveau wordt de stad op haar beurt gepresenteerd als een probleem of als een oplossing voor duurzame ontwikkeling. Dat is ongetwijfeld voor beide het geval, afhankelijk van hoe ze georganiseerd en gebouwd zijn. Het begrip ‘volks
kosmopolitisme’ vormt de kern van een groot aantal actuele discussies met raakvlakken op het gebied van politieke filosofie, sociale antropologie en architecturale geschiedenis, met een kosmopolitisme dat enerzijds dwingend de noodzaak voor deterritorialisering en anderzijds de microschaal van identiteiten, individuen en gemeenschappen binnen de sociale wereld bevordert. Door de botsingen, collusies en fusies heen kan de vernaculaire architectuur als intermediair optreden tussen enerzijds het lokale en het globale en anderzijds de relatie tussen de collectieve ontwikkeling en individuele praktijken. Ze nodigt uit tot gedeeltelijke heroverwegingen van de relatie tussen het ‘omhulsel’: de stad, en de ‘inhoud’: de gemeenschap en de stromen die haar interactie met de periferie stimuleren en regisseren. Ze stelt ons in staat om de processen te verduidelijken in het kader waarin het stedelijke decor op verschillende momenten in haar geschiedenis past en in de stad integreert. Hierdoor is de vernaculaire architectuur niet alleen vernieuwend voor een aantal objecten, maar kan ze ook gezien worden als een strategie voor actie om aan de uitdagingen van onze tijd tegemoet te
komen. De architect Jacques Ferrier sluit zich bij deze opvatting over de architectuur aan wanneer hij de beschikbare strategieën aanprijst. We moeten dit pragmatisme opnieuw leren en de noodzakelijkheden onderscheiden die hiermee zijn verbonden. Het vernaculaire gebouw kan opnieuw in de context worden gebracht door ‘nieuwe stedelijke filosofieën’, dragers van waarden die - buiten de steden zelf noodzaken tot een openbaar beleid, exploitatiemiddelen en actoren die bijdragen aan hun ontwikkeling. Niet alle vernaculaire technieken presenteren dezelfde relevantie voor de huidige problematiek inzake milieuaangelegenheden, het versterken van de sociale en economische ontwikkeling: volgens bepaalde opvattingen wordt het vernaculaire gebouw voortdurend vernieuwd. De leefwijzen evolueren, de bestemming, het gebruik van gebouwen en ook de belangrijke technische vooruitgang hebben het gebruik gecompenseerd van bepaalde bouwtechnieken uit het verleden. Buiten de levenscyclus van het gebouw vanuit een milieuoogpunt gezien zijn vernaculaire constructies ook interessant om te worden onderzocht op het gebied van leven en sociale cohesie. Ze zijn gedeeltelijk en niet enkel en zozeer gebaseerd op de deelname of de betrokkenheid van de bevolking, maar op een sterke identiteitsrelatie: een intimiteit tussen inwoners en grondgebied. Een gebouw wordt gewaardeerd om zijn vermogen tot oproepen, omdat het beoordeeld wordt door de observator. De verdienste
komt voort uit de tegenstelling die voortvloeit uit het naast elkaar bestaan van verschillende kwaliteitslagen. Deze juxtapositie nodigt het individu tot een interpretatie, tot betekenisvorming. Bij het bouwen aan zijn huis maakt de ontwerper een selectie uit bekende vormen. Zijn keuze respecteert de functie en de cultuur die hij observeert en het materiaal waarover hij beschikt. Vernaculaire architectuur kan op die manier worden geïnterpreteerd doordat deze een aantal specifieke kenmerken van vorm, implementatie en constructie ontwikkelt. Door haar functionaliteit en gebrek aan opsmuk wordt met vernaculaire architectuur gepleit voor de afwezigheid van toevoegingen ten gunste van een eenvoudige vorm en materialen. Een herinterpretatie van vernaculaire architectuur kan derhalve een conceptueel ‘corpus’ voor de hedendaagse architectuur inhouden. Architecten zoeken namelijk ook een universele toegankelijkheid voor hoogwaardige architectuur. En vernaculaire architectuur kan inspirerend zijn. De vernaculaire verbeelding kan worden ontkend, noch worden afgeschaft, maar dient opnieuw in een nieuwe taal te worden omgezet, omdat het een belangrijke rol in de stedelijke polyfonie kan spelen. De veranderingen die door de hedendaagse architectuur zijn aangedragen, markeren niet een onderbreking. Ze voeden een kritische reflectie op de architectuur, steeds onvolledig en voortdurend vernieuwend vanaf het moment dat de mens de wereld anders gebruikte. Nicolas Houyoux
✖
Reynaers Aluminium, uit respect voor uw creativiteit. U hebt oog voor volumes, vormen en kleuren. De raam- en deurprofielen van Reynaers Aluminium vullen perfect uw plannen aan met esthetische en functionele oplossingen, waar u trots op kan zijn. Creatief passen ze door hun veelzijdigheid bij elk ontwerp: modern of klassiek, nieuwbouw of renovatie. Bovendien geven ze uw klanten ook nog jaren extra woonplezier door het beperkte onderhoud, de goede isolatie en het duurzame materiaal. www.reynaers.be
Wie verder kijkt, kiest Reynaers Aluminium
Central Embassy, Bangkok (TH) - Architect : Amanda Levete - Foto’s : Nicolas Houyoux
Langverwachte opening van de Central Embassy te Bangkok De meeste straten van Bangkok hebben doorgaans geen voetpad en je kunt er niet ademen door de niet aflatende stroom auto’s. Winkelcentra bieden een valabel alternatief om op mensenmaat van de stad te kunnen genieten, mits de clichébeelden en vooronderstellingen achterwege blijven. Het is een hedendaagse omgeving in dit dynamische en consumptiegerichte Azië dat houdt van overmaat. Winkelcentra kunnen namelijk boeiende plaatsen zijn: stations en winkelcentra zijn zowat de enige plaatsen die echt vrij, open en openbaar zijn. Om in een stadium of in heel wat andere zogenaamde ‘openbare’ plaatsen binnen te mogen, moet je immers een ticket aanschaffen: het geld zorgt dus voor een barrière. Deze plaatsen zijn dus van een groter architecturaal belang. Het zijn vaak bijzonder open ‘co-creaties’ waarin de architect een grote bewegingsvrijheid geniet. Steeds meer architecten tonen een bijzondere interesse voor deze projecten. Christian de Portzamparc, om er maar één te noemen, kreeg heel recent nog de kans om deel uit te maken van grote winkelprojecten in Almere in Nederland.
De jongste telg van deze shoppingtempels heet de ‘Central Embassy’. Hij is gebouwd in de voormalige tuinen van de Britse ambassade in Bangkok, in het immer bruisende shoppingdistrict van Pathuwan, waar al talrijke winkelcentra, bioscopen, musea en tempels gevestigd zijn, alsook de oudste universiteit van het land. Het project in het hart van de stad is multifunctioneel van aard: het biedt een mix van winkels, kantoren en hotels. Dit gebouw met golvende voorgevel maakt gebruik van de nieuwste technologieën maar sluit niettemin aan bij het Thaise cultureel erfgoed. De Central Group heeft het luxueuze winkelcomplex op 8 mei geopend, na 7 jaar projectontwikkeling en een kostprijs van 18 miljard baht (onge-
veer 400 miljoen euro) en 6 miljard baht voor de grond. Het project dat zich op de samenloop bevindt van Wireless Street en Phloenchit Street, werd ontworpen door het architectenbureau van Amanda Levete en gaat uit van een ellipsvorm (er zijn trouwens 2 ellipsen tentoongesteld in het winkelcentrum) bedekt met stalen dakpannen. Binnenin reiken de roltrappen tot hoog in de lucht, badend in het daglicht dat door het glas gebogen wordt. De hoeken zijn afgerond en door de zachte tapijten klinkt het geluid van buiten als gefluister. De Central Group hoopt dagelijks 50.000 à 60.000 klanten aan te trekken waarvan de helft buitenlanders. De langetermijndoelstelling van de Central Embassy is om de mensen
meer te doen kopen, zodat Bangkok op het niveau komt van Hong Kong, Singapore en Japan en het land een waar winkelparadijs wordt in Azië. Met zijn 144.000 m² biedt het centrum onderdak aan meer dan 200 befaamde internationale merken als Chanel, Hermès, Gucci, Prada, Ralph Lauren, enz.
Om de toon te zetten, heeft de openingsavond een luttele 100 miljoen baht (2,25 miljoen euro) gekost. De luxemerken zitten bijeen op het gelijkvloers en op de eerste verdiepingen. Hoe hoger je gaat, hoe toegankelijker de merken. Zara heeft er een winkel van meer dan 2.300 m². ✖
Dit gebouw maakt gebruik van de nieuwste technologieën maar sluit niettemin aan bij het Thaise cultureel erfgoed.
Polur Rock Climbing Hall door New Wave Architecture Dit gebouw in verschillende vlakken ligt in de stad Polur, Iran, is ontworpen door New Wave Architecture. Het biedt een overdekte klimhal voor alle beoefenaars van klimmen in de regio. De vorm van het gebouw is volledig afgestemd op deze activiteit. De constructie is een ode aan de natuur en nodigt uit om tot in de nok van het dak te klimmen. Met een totale oppervlakte van circa 4.500 m2, zich uitstrekkend langs de zuidgevel, is met de klimhal een architecturale
ruimte gecreëerd waar de esthetiek perfect samengaat met de activiteiten. Zowel de interne als externe gebruikers interageren in een dynamische relatie met het gebouw. De architecturale vorm is geïnspireerd door de natuurlijke omge-
Bellus keramische lei: Superlichtgewicht Supermooi Superfijn.
ving en het rotsachtige landschap van Mazadaran alsook door het geologische proces van de grootschalige bewegingen van de aardkorst en zijn tektonische krachten. Het gebouw omvat een klimhal, een gebied bestemd voor tijdelijke accommodatie, een fitness-
Rock Climbing Hall, Polur, Iran - Architect : New Wave Architecture
ruimte en onderhoudsruimtes. Het ontwerp is tot in het hart van het gebouw gericht op de natuur en het landschap. De grote raamvlakken overspoelen het interieur met daglicht en bieden de klimmers een prachtig uitzicht op de bergen. De witte bekleding laat het gebouw fraai samenvloeien met de regelmatig besneeuwde omgeving.
De klimwanden zijn aan de voorkant van het atrium gemonteerd en bieden zodoende nieuwe impressies aan de klimmers. Als belangrijkste structuursysteem is voor staal gekozen, terwijl de buisvormige spanten de vloerlasten overbrengen naar de verticale elementen vanwege de overspanningen in de lengte. ✖
Er bestaat geen lichtere of dunnere keramische lei dan de Bellus van Wienerberger. Ideaal dus om oude leien of pannen te vervangen. Maar ook voor een nieuwbouw zijn deze keramische leien uiterst geschikt. Want dankzij hun slanke, hedendaagse lijn oogt uw dak heel strak.
Ontdek Bellus in onze showrooms in Londerzeel of Kortrijk. Of vraag uw brochure aan via
[email protected].
Bellus-architectenkrant-145x257-zondrbol-NL.indd 1
02/03/15 10:16
Gemengd woon- en kantoorgebouw Chêne-Bourg (CH) - Architect : Lacaton & Vassal
Een nieuwe ruimte om te wonen Het Franse architectenbureau Lacaton & Vassal is als enige bureau voor de Mies van der Rohe Award 2015 geselecteerd in verband met de geslaagde resultaten voor de realisatie van een gemengd woon- en kantoorgebouw in Chêne-Bourg in Zwitserland. Het door de CFF (Federale Zwitserse spoorwegen) georganiseerde project ligt rondom een station van de nieuwe CEVA-spoorlijn (CornavinEaux-Vives-Annemasse) die niet alleen Frankrijk zal verbinden met de regio van Genève maar ook de beide buitenranden van dit kanton. De komst van dit vervoersnetwerk zal de hele wijk in de periferie van Genève dynamischer maken. De halte Chêne-Bourg, die gedeeltelijk overdekt is, is het laatste Zwitserse station voor de grens met Frankrijk en is een belangrijke verbinding tussen Genève en Annemasse. De terreinen zijn staatseigendom en worden in erfrecht beschikbaar gesteld. De kopers kopen dus de muren die op een terrein staan dat niet van hen is. Het gevolg hiervan is dat de aankoopprijs circa 20% lager zal zijn, maar de eigenaren dienen rente te betalen voor de ‘huur’ van het terrein. Dit type contract dat in andere steden gebruikelijk is, is voor Genève nagenoeg een primeur. In maart 2014 zijn twee wedstrijden gezamenlijk gelanceerd voor twee verschillende percelen: group8 is voor perceel A uitverkozen om twee gebouwen met appartementen te realiseren en Lacaton & Vassal neemt perceel B voor hun rekening. De mededingers dienden op simpele wijze antwoord te geven op de volgende hoofddoelstellingen:
•
Komen met een voorstel voor woningen van hoge kwaliteit die zo flexibel zijn dat ze geschikt zijn voor het moderne stadsleven. De ontwikkelde typologieën moeten functioneel zijn en passen binnen een economisch kader.
•
Deelname aan het bepalen van een harmonieuze openbare ruimte door qua tektoniek en structuur interessante gevels voor te stellen.
•
Nadere uitwerking van het toekomstige gebouw met de openbare ruimte door aan de basis te werken, die gericht zijn op activiteiten, waardoor de plaats in het ruimtelijke en sociale leven van de wijk verankert.
Het Parijse bureau stelt een 20 verdiepingen tellende toren voor en om de kwestie ‘leefruimte en de relatie met de stad’ aan te pakken. Veertien verdiepingen zijn bestemd voor woningen, de andere vijf voor activiteiten in de dienstverlenende sector en de begane grond is bestemd voor winkels. Flexibiliteit van de ruimtes wordt mogelijk gemaakt door een structurele voorziening aan het geraamte, die eventuele veranderingen in de loop der tijd mogelijk maakt. ‘Leven met meer ruimte in huis, dat zijn de
wensen van de bewoners en dat dient de stad te creëren’, verklaren de architecten. Zodoende beschikt elk appartement over een wintertuin en een balkon, een bouw die doet denken aan hun renovatieproject voor de toren Bois-le-Prêtre. Op het niveau van de begane grond van het gebouw is er een subtiele wisselwerking met de omgeving. De winkels zijn gepland in de zuidhoeken en worden in de zuidwesthoek opgenomen in een dubbelhoge ruimte. Deze oriëntatie geeft ze een optimale zichtbaarheid vanaf de openbare ruimte. In het noorden, aan de zijde van de ‘groene weg’, stelt het project voor de resterende ruimte boven de oprit van de parkeerplaats te gebruiken, door in de hoogte vanaf de begane grond (tussenverdieping) een platform te creëren dat bestemd is voor langzaam verkeer, een eervol plan dat aan de voorkant tot uiting komt. De ingangen van de woningen en kantoren zijn gegroepeerd rondom de hoofdgevel, op het zuiden, met uitzicht op het Gravière plein. De structurele voorziening aan het geraamte (palen/balken) is eenvoudig en biedt een grote flexibiliteit voor de inrichting. De palen zijn iets naar achteren geplaatst en laten de voorste gedeeltes van de glasplaten op elk niveau tot uiting komen. Het vlak van de glasgevel staat volledig los van de draagstructuur, waardoor
de verschillende bestemmingen tot uiting kunnen komen. Bij de kantoorverdiepingen ligt de glasgevel aan de buitenkant; bij de woonverdiepingen ligt hij teruggetrokken, waardoor – afhankelijk van de diepte ten opzichte van de ligging – balkons kunnen worden gecreëerd die langs het gebouw lopen. Met het systeem van schuivende glaspanelen (glazen blinden) kan het balkon in een wintertuin worden getransformeerd. Dit onderdeel is ruimtelijk uiterst interessant. Het biedt de woningen zeer veel licht- en veel gebruikskwaliteit. De voorgestelde gevel geeft het gebouw een expressie van lichtheid. De ontwerpers vinden het niet nodig om vorm te geven aan de gevel omwille van een architecturale expressie. In plaats daarvan stellen ze voor om het aan de gebruikers over te laten om hun eigen aanpassingen te creëren, als uitdrukking van de diversiteit aan leefstijlen. De twee entreehallen op de begane grond leiden naar de verticale circulatiekernen die zich verspreiden door zeer compacte overlopen naar 6 tot 7 woningen per verdieping. De ruimte tussen de twee verticale circulatiekernen maakt het mogelijk om een onafhankelijke toegang naar de 5 verdiepingen van kantoren te creëren. De kantoorverdiepingen zijn gemakkelijk te moduleren: in een kantoortuin of 2,3 of 4 onafhankelijke kantoren. Het project biedt een optimale scheiding
van het verkeer van en naar de kantoren en de woningen. De woningen zijn ruim, aangenaam en beschikken alle over veel zonlicht en zijn verschillend georiënteerd. In het centrum zijn er grote ‘doorkruistype’ appartementen (4 tot 6 kamers), in de hoeken bevinden zich de kleinere appartementen (3 kamers) en aan de oostelijke kant de duplexwoningen. Het project biedt een breed scala aan typen appartement die flexibel zijn en gemakkelijk kunnen worden gemoduleerd in één of meerdere kamers per woning. Alle woningen beschikken over een wintertuin die de binnenruimte een groot deel van het jaar verlengt en de bewoners de mogelijkheid biedt voor herindelingen en diverse andere toepassingen. De wintertuinen kunnen afhankelijk van de weersomstandigheden volledig worden geopend of gesloten. Op de bovenste verdiepingen beschermt dit mechanisme de woningen tegen de wind. Tot slot dragen de wintertuinen op een eenvoudige maar natuurlijke wijze bij aan het warmtecomfort van de appartementen. Ze zijn uitgerust met schaduwgordijnen en thermische gordijnen in het verwarmde gedeelte van de woningen. Het project biedt een interessante bio-klimatologische benadering die zich nog dient te bewijzen daar met name vanwege de grote ramen oververhitting kan ontstaan. ✖
Een subtiele wisselwerking met de omgeving
© arch. Dethier
NIEUW!
Gratis rekensoftware voor de dimensionering van draagvloeren, platte en hellende daken in houtstructuur
Ministerie van Ecologie en Stedelijke Ontwikkeling, Hamburg (DE) - LAN Architecture
Ministerie van Ecologie en Stedelijke Ontwikkeling - LAN Architecture
Afgezien van deze openingen op de stad kenmerken de gevels van het gebouw zich door eenvoud en lichtheid vanwege de glazen bekleding, waardoor het massieve aspect van het gebouw wordt beperkt en het een interieur/exterieur-communicatie heeft via het licht en de visuele verbindingen die de transparantie van de ruimte mogelijk maakt. Voor wat de energiebesparing betreft, biedt het groene dak het beste warmtecomfort. Dit dak is uitgerust met een regenwateropvangsysteem waardoor de natuurlijke waterbron voor de irrigatie kan worden gebruikt. Daarnaast maak het gebouw gebruik van windsensoren om een natuurlijke ventilatie te genereren en fotovoltaïsche panelen om het energieverbruik van het gebouw te verlagen.
‘De moeilijkheidsgraad van het project van het ministerie van Ecologie en Stedelijke Ontwikkeling (Behörde für Umwelt und Stadtentwicklung, BSU) ligt in het bedenken van een architectuurinrichting waarvan de effectiviteit zich laat vertalen in een ‘architecturale taal en geschrift’ - een stedelijke reactie op een veranderende context, - de milieu-ambities - een reactie op de werkplek, met name de interne en externe gewenste communicatie. Ons voorstel roept deze uitdaging op en verzwakt het via een enkele en unieke strategie van het architecturale, stedelijke en energetische ontwerp: deze strategie is gebaseerd op de overtuiging dat architectuur allereerst gericht is op het niveau van de waarneming en de creatie van een uitzonderlijke leefruimte via de ‘nauwkeurigheid’ van haar dimensionering en haar verband tussen leegte en volheid. Het project ontwikkelt zich daarom rond de definitie van de leegte en de betekenis ervan op verschillende niveaus. Een systeem van leegte dat een herkenningsteken is en tevens als een micro-klimatologische zone wordt gebruikt, vormt een soort ruggengraat van het gebouw. De ruimtes nemen op contextuele wijze steeds een andere vorm aan en reageren op een intelligente wijze aan de eisen van het bouwplan. Vanaf de
foyer structureren ze de toegang tot de verschillende afdelingen van het ministerie. En voor de interne circulatie wordt met deze verkorte wegen het traject verlevendigd en communicatieruimtes gecreëerd. Het hoofdgebouw (54m hoog) toont zich als referentiepunt voor zowel de wijk als een groter gebied. De atriums creëren visuele verbindingen met het plein, het park en het stadscentrum. Ten opzichte van het park manifesteert zich de zuidgevel door de ‘grote ramen’ een monumentaliteit die een eenvoudige gevel van kantoren overtreft om aan het geheel de nodige symbolische kracht te geven. Het voetpad wordt geleid via de toegang naar de foyer en de arcades die het openbare gebruik van het ministerie laten zien, met name de grote maquettezaal gelegen onder de toren op de hoek van het gebouw. De atriums dienen afwisselend als werk- en communicatieruimte. Ze zijn verbonden met alle kantoren en bevorderen het contact tussen medewerkers. De architectuur bestaat uit lichtgewicht materiaal, glas en fijn rasterstaal. Het betreft een architectuur met de uitdaging om de tastbare grenzen van het gebouw te vervagen door de interpretatie van een solide volume te verzwakken in een poëtische onscherpte en langzame vervaging.’ (LAN Architecture) ✖
VOORDELEN ● ● ● ●
Snelle berekening via onze website Ruime keuzemogelijkheden Gebruiksvriendelijk Mogelijkheid om de details van de resultaten na te kijken
Ga naar onze website www.houtinfobois.be _ _
Menu : Tools Tab : Rekensoftware ste r eo typ e.be
Het in Hamburg (Duitsland) gevestigde gebouw ontwikkelt zich volgens het spel van volheid-leegte. Een compact volume waarvan de holtes door de architect gezien worden als de ruggengraat van het gebouw. Deze holtes spelen in principe de rol van ‘stadsbakens’ en genereren ruimtes voor ontmoetingen en uitwisselingen door de toegangen en de overgang van openbaar naar privé te structuren, terwijl ze een visueel contact creëren met het omliggende gebied.
www.houtinfobois.be ©WTCB
Het hoofdkantoor van het ministerie van Ecologie en Stedelijke Ontwikkeling is ontworpen door een samenwerkingsteam van het bureau LAN Architecture en de architect Franck Boutté, HQE-specialist.
Volgens de laatste Europese normen (Eurocode 5)
Koningsstraat 163 - B 1210 Brussel Tel. +32 2 219 27 43 - Fax +32 2 219 51 39 E-mail
[email protected] - Website www.houtinfobois.be
Denkbeeldige architectengids Neem deel aan de publicatie van de ‘denkbeeldige architectengids’ Dit is een editie van ‘ Architectenkrant’, waarin de beelden waarmee architecten zich graag zouden identificeren geïllustreerd worden.
Het spel is simpel !
Fondation Vincent van Gogh, Arles (FR) - Fluor Architecture
Fondation Vincent van Gogh Arles De volledige renovatie gerealiseerd door Fluor Architecture in Arles is een reactie op de brief van de Fondation met de wens een contemporaine zienswijze op het werk van Vincent van Gogh te inspireren. Een buitengewoon artistiek project - het genie van Van Gogh oproepen door de werken van kunstenaars uit de 20e en 21e eeuw. Op een historische locatie - in het hart van een streek die door de meester werd geschilderd en die is geklasseerd op de lijst van het werelderfgoed van Unesco: het herenhuis van Léautaud Donines, 2.400 m², gebouwd in de 15e eeuw waar sinds 1924 La Banque de France is gevestigd. Dit project heeft tenslotte te maken met heel wat technische verplichtingen op het niveau van de meest prestigieuze museumlocaties. Op grond van deze gegevens werd de renovatie en uitbreiding gestructureerd rond een ander belangrijk element: het door Van Gogh zo geliefde licht van Arles. Het architecturaal project raakte de essentie van de artistieke missie van de Fondation: het arrangeren van uitwisselingen. Te beginnen met de relatie tussen Van Gogh – afwezig in de collectie, maar het licht en de plaats Arles maken van hem de vector – en de kunstenaars: die van de collectie, die zijn uitgenodigd om te exposeren en de kunstenaars die hun werken in harmonie met het gebouw hebben gerealiseerd: Bertrand Lavier, de hoofdingang, Raphael Hefti, de gekleurde gla-
zen installatie op het dak van de balie/winkel, en Fritz Hauser, het trappenhuis. Het natuurlijke daglicht, een essentieel onderdeel, geleidt de herinrichting van de tentoonstellingszalen en de overige ruimtes (1.000m²), ontworpen in een uitzonderlijke modulariteit om de kunstwerken het best te laten uitkomen en volgens de strikte conserveringseisen. De bezoekers worden rondgeleid via kleurrijke projecties op de smetteloze muren van de balie/winkel, een glazen uitbouw boven de ingang op de binnenplaats. De zenitopeningen van de grote tentoonstellingszaal gaan over in een op het dakterras gerealiseerde structuur: 20 sheddaken gerangschikt in vijf rijen van drie, die elk volgens de zonnebanen zijn gericht. De andere zalen en kantoren worden verlicht door een bestaande lichtkoker en het witte kalksteen dat zijn elementaire functie heeft teruggekregen. Ten slotte is er direct daglicht vanuit de openlucht op de trapsgewijze terrassen gecreëerd voor het schetsen van de gevarieerde landschappen: het geheel, vanaf de intimiteit van de eerste verdieping tot aan
Slechts eenmalig, en gratis, kiest u een architecturaal concept dat u nauw aan het hart ligt en dat representatief is voor wie u bent. Het criterium ‘denkbeeldig’ sluit alle persoonlijke creaties uit. Verschijn eenmalig samen met uw confraters in deze bundel, een beeldenboek dat vertrekt vanuit een hoofdzakelijk imaginaire aanpak, en zo een bijzonder en creatief beeld geeft van het beroep. Fragmenten uit het beeldenboek zullen gepubliceerd worden in onze nieuwsbrief en in Architectenkrant, naargelang we ze ontvangen. Op die manier
kunnen we een volledig naslagwerk samenstellen en dit met de steun van onze partners. Van een eenvoudige termietenhoop tot de schitterende Taj Mahal, van een vluchtig schaduwspel op een muur tot de ambitieuze ‘The Shard’ van Renzo Piano in Londen, alles dat zinspeelt op architectuur, kan voor u een voorbeeld zijn. Geef architectuur haar universele dimensie !
Hoe deelnemen ? Stuur ons simpelweg : • Een foto van de referentie • De plaats (land, stad, …), indien gekend. • De naam van de architect, indien gekend. • Een korte toelichting (max. 500 tekens) • Uw contactgegevens (Naam en adres van uw bureau) Via mail aan : charles.cordemans@ atonpublishing.com Met als onderwerp ‘Gids van architecturale denkbeelden’
het dak met het panoramische uitzicht, markeert het gebouw in zijn relatie met de stad en omgeving en daarmee ook, benadrukt Guillaume Mansart, zijn relatie met de geschiedenis van de kunst. Voor het aantrekken, ontvangen, beschermen, bevorderen van de meest begeerde kunstwerken: zo omschrijft de Van Gogh Fondation zijn ambitie om de technische uitdaging van het project aan te gaan. Met de medewerking van het Van Gogh Museum van Amsterdam, dat het projectmanagement adviseerde en steun bood voor met name zaken als beveiliging, veiligheid en conservering, is deze renovatie verricht volgens de hoogst internationale normen om een schitterende tentoonstellingsruimte te creëren ter overtuiging van de meest veeleisende en prestigieuze kunstgeldschieters. Fluor Architecture ontwikkelt een benadering die gebaseerd is op de subtiele verlegging van grenzen tussen het project en zijn omgeving, de functionaliteit en het gebruik, de beperking en de originaliteit, het voor de hand liggende en het paradoxale. Hun aanpak voor een duurzaam ontwerp geeft blijk van hun overtuiging voor kwaliteit en gegrondheid. ✖
Brandweerstation in Weil-Am-Rhein. Zaha Hadid voor Vitra. Dit verbeeldt treffend dat architectuur ook een spel met licht en schaduw is. ir.arch. Lieven Moelants, Leuvensesteenweg 78, 3200 Aarschot, 016/56.23.85 www.a-mor.be
TOTAALOPLOSSING VOOR GEVELISOLATIE. Eigentijds in kleur en textuur. ALLES IN ÉÉN
EPS 032 Besparende gevelisolatie, geëxpandeerd polystyreen met grafiet λ = 0,032 W/(m.K) Ook verkrijgbaar als EPS 035 en EPS 040
SM 700 PRO
QUIX XL
Kleefmortel, wapeningsmortel en eindlaagpleister (3 in 1)
Plintafwerking zonder thermische brug geëxpandeerd polystyreen λ = 0,035 W/(m.K)
Een gezond gebouw met optimale thermische isolatie biedt verschillende voordelen: een gezond binnenklimaat, betere levenskwaliteit, enorme besparingen en een meerwaarde voor het gebouw. Knauf garandeert van sokkel tot dakrand een gevel volledig vrij van bouwknopen.
www.knauf.be
Fassadol TSR Verf met felle kleuren om aan te brengen op gevelisolatiesystemen zonder risico tot oververhitting.
Architectenkrant is een maandblad uitsluitend 114754-Fassadol-257x145-NL.indd 1 bestemd voor de professionelen in de architectuur - www.architectenkrant.be Alsembergsesteenweg 842, 1180 Brussel Tel. 02 772 40 47 - Fax : 02 771 98 01
[email protected] Redactie
[email protected] (hoofdredacteur): + 32 (0)476 74 96 53
NIEUW
TSR
TOTAL SOLAR REFLEXION
Optimiert gegen Aufheizung
Productinfo materialen
De werf van de toekomst: energieefficiënt renoveren
[email protected] Publication Manager / Advertenties Bea Buyse: Tel. + 32 (0)477 77 93 68
[email protected] Totaal bereik : 13.700 exemplaren.
Hoe laat u elke geïnvesteerde euro 200% renderen? Energie-efficiënt renoveren wordt de komende jaren de absolute pri-
Artikels, foto’s en tekeningen in het redactioneel gedeelte van de Architectenkrant bevatten geen publiciteit; producten en bedrijven worden hier uitsluitend vermeld ter informatie van de lezers. Artikels met informatie van eerder publicitaire aard worden opgenomen met de vermelding ‘productinfo, publi-reportage,…’. Alleen de auteurs zijn verantwoordelijk voor de artikels, foto’s, illustraties en standpunten die in de Architectenkrant verschijnen. Verantwoordelijke uitgever: Philippe C. Maters Alsembergsesteenweg 842, 1180 Brussel
[email protected] Maatschappelijke zetel: new ATON Publishing bvba, Alsembergsesteenweg 842, 1180 Brussel BE 0830.222.307 Copyright 2015 - new ATON Publishing bvba. Alle rechten voorbehouden, die van vertaling inbegrepen. Paraît également en français.
oriteit voor de bouwsector. Wat dat concreet inhoudt, onderzoekt Wienerberger op twee testwerven in Spiere en Mechelen. Wat leren ons die werven over de verhouding tussen de investeringskost en de energiewinst? We boeken duidelijk de grootste winst als we eerst de bouwschil isoleren en zo de energievraag beperken. Een dak- en gevelrenovatie is de allereerste en meest rendabele ingreep voor verbouwers die nutteloze of weinig efficiënte uitgaven willen vermijden. www.wienerberger.be
16/03/15 10:44
Signeer je dak in RubberShell Als vakman lever je graag puntgaaf werk af. Een perfecte afdichting hoort daarbij. RubberShell SA van SealEco werd speciaal ontwikkeld voor een snelle en flexibele verwerking. Resultaat: een piekfijn afgewerkt en perfect afgedicht dak. Voor alle toepassingen: RubberShell SA is sterk en flexibel en hecht zich feilloos op vrijwel elke ondergrond. Ook goten – met hun scherpe hoeken en kanten – en kritische aansluitingen zijn met RubberShell SA perfect af te dichten. Eenvoudige verwerking: RubberShell SA laat zich snel, eenvoudig en duurzaam verwerken in vier stappen: 1. Opmeten, 2. Insnijden, 3. Beschermfolie verwijderen, 4. Op de ondergrond aanbrengen Altijd de juiste afmeting: RubberShell SA is verkrijgbaar in tal van breedtes: 34, 56, 70, 85, 100 en 170 cm. Zo voorkom je onnodig afval en verlies. www.sealeco.com
onder meer de bepaling van het thema: ‘Architectuur en Water’.
ARCHITECT@WORK 2015 staat in teken van architectuur en water ARCHITECT@WORK heeft een schitterend 2014 achter de rug. Alle internationale edities waren een succes en dus kijkt men reikhalzend uit naar wat 2015 brengt. 2015 wordt immers een belangrijk jaar, nu de tweejaarlijkse edities in zowel Kortrijk als Luik op de kalender staan en het indrukwekkende rijtje organisaties uitgebreid wordt met nieuwe edities in Kopenhagen en Wenen… Ook al is het nog een aantal weken wachten tot eerst Kortrijk (23-24 april) en vervolgens Luik (28-29 mei) voor de respectievelijk zevende en vierde keer worden georganiseerd, toch is een eerste vooruitblik al aan de orde. Een aantal belangrijke beslissingen zijn immers genomen,
‘De internationale edities, met schitterend scorende eerste organisaties in Milaan en Nantes, bevestigden in 2014 allemaal hetzelfde: het in 2003 gelanceerde concept, dat al sinds 2005 loopt onder het door Creative Fo(u)r ontworpen standenconcept, blijft bekoren’, stelt Group Exhibition Manager Nathalie Sandra. ‘Naast het bepalen van het nieuwe thema, werden al een aantal andere knopen doorgehakt. Zo liggen in Kortrijk seminars door BVA / KBKW (donderdag) en NAV / AiNB (vrijdag) vast. Voor Luik zijn de seminars door Rudy Ricciotti (op donderdag) en door Koen Olthuis van Waterstudio (op vrijdag) een feit. Materia presenteert op beide edities de tentoonstelling ‘Wonders of Water’. Daarnaast brengt de Japanse kunstenaar Yoshin Ogata de installatie ‘Mindscape’. en herhalen we de expositie ‘RE•ARCHITECTURE’ by le Pavillon de l’Arsenal (Paris). ARCHITECT@WORK vindt plaats op 23 en 24 april in Kortrijk Xpo en op 28 en 29 mei in Liège Expo. Meer informatie is te vinden op www.architectatwork.be.
In Shape for any Challenge. With RubberShell™ roofing system we have combined the best of two worlds: the flexibility and durability of a rubber membrane with the ease and secure installation characterising a bitumen felt. Challenging shapes are no longer any problem to cover but installation is quick and easy with a reliable result.
Want to know more? Contact us on +32 (0)3 313 86 66 or visit www.sealeco.com