Mannaerts R., De Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Antwerpen: een openbaring … mits de juiste sleutel, Antwerpen, 2012 Het gotische interieur De ruimtewerking van een gotisch kerkinterieur [vanuit de middenbeuk, met de rug naar het westportaal heb je de volle ruimte vóór je.]
Het is de bedoeling dat het ontvangstcomité, de heiligen buiten aan het hoofdportaal dus, je binnenleidt in het hemelse Jeruzalem. Nu moet je je proberen in te denken wat voor effect deze ruimte had in die tijd. Als je Oud-Antwerpen een beetje kent, moet je denken aan de Stoelstraat, de Grote Goddaert, de Wolstraat: die kleine gezellige straatjes. Antwerpen leek net als elke middeleeuwse stad een dichtbebouwde huizenzee met enge, kronkelende straatjes maar met weinig pleinen. De Grote Markt was inderdaad ook letterlijk de gróte markt. Van sportpaleizen of megatheaters was nog geen sprake. De enige grootse ruimtes waren de kerken. Déze hoofdkerk met haar ontzaglijke ruimte blijkt zeker voor die tijd een imponerend bouwwerk. Het effect van die geweldige wijdheid heeft dan weer een diepreligieuze betekenis. Wie hier door de deur naar binnen gaat, komt niet zomaar in een andere ruimte; maar komt in een andere dimensie: in wat ons overstijgt, in de Harmonie, het Schone, het Volmaakte, in de eeuwigheid, bij... God. De kathedraal van Antwerpen is op de allereerste plaats het huis van God, de Schepper van hemel en aarde, de Heer van alle leven. Elk christelijk gebedshuis – of het nu over een kathedraal gaat of over een eenvoudige kapel of een parochiekerk – wil het ‘huis van God’ zijn. Als je in de kerk komt, en zeker als je naar de eucharistieviering gaat, ben je te gast bij God ... in Zijn huis. Dat is de grootste vernieuwing in de architectuur in vergelijking met wat we de heidense volkeren noemen. Als je bij de heidense goden van de Babyloniërs en de Egyptenaren, de Grieken en de Romeinen op bezoek kwam, bleef je buiten vóór de tempel staan. Deze volkeren waren immers bang van hun goden. Echt contact werd niet gewenst. In de christelijke levensvisie daarentegen is de ene God puur liefde. Daarom is Hij bereid je in alle gastvrijheid te ontvangen. En dus bouwen de christenen hun kerken als een soort ontvangstzaal waar de mensen op bezoek mogen komen en in zijn huis plaatsnemen. Ook jij kunt dadelijk gaan zitten.
www.topa.be
~1~
Antwerpen, Onze-Lieve-Vrouwekathedraal Het gotische interieur De ruimtewerking van een gotisch kerkinterieur Hoe komt die WIJDHEID tot stand? Wat opvalt, is DE LENGTE van bijna 119 m. Deze kerk met haar 118,61 m lengte behoort tot de grootste kerkgebouwen van de wereld (het hele dak bedraagt meer dan 1 ha!). De Antwerpenaren die ooit al in de St.-Pietersbasiliek van Rome waren, kunnen daar met de gepaste fierheid constateren dat de naam van hun kathedraal in koperen letters in de vloer gegrift staat, te midden van alle andere ‘groten der aarde’. Dat is niet min. (Koekelberg staat daar ook wel vermeld, maar dat vertellen we hier in Antwerpen liever niet.) Nogmaals, het gaat er niet om de grootste te zijn. Het is de bouwers om het effect te doen.
DE HOOGTE gaat tot 27,25 m (wat overeenkomt met 3 huizen op elkaar of met 11 verdiepingen van een modern appartementsgebouw). Waarom hebben de middeleeuwers het zichzelf toch zo moeilijk gemaakt en zulke hoge kerken opgetrokken? Het antwoord daarop zie je enigszins voor je: je moet naar de sterren staren. Wie bij de (Vlaamse) jeugdbeweging (geweest) is, kent het liedje wel: “... en sterren staren teder”: dat is mooi als je op een zwoele zomeravond op kamp gaat of in een romantische bui bent, maar hier staren ze teder het héle jaar door. Deze sterren moeten het firmament, het uitspansel van de hemel uitbeelden. En de hemel is symbool voor de oneindigheid van God, immers, net zoals je sterren met de handen niet kunt grijpen of vatten, weet je God evenmin te be-grijpen of te be-vatten met het verstand. Door de uitbreiding met een 5de en een 6de brede zijbeuk en een aangepaste dwarsbeuk, is in deze kerk DE BREEDTE uitzonderlijk groot: de benedenkerk met 7 beuken meet 53,60 m, de dwarsbeuk liefst 67 m! Dat is nu architectuur op haar best: spelen met de 3 dimensies van breedte, hoogte en diepte of lengte die samen de ruimte vormen. Ook DE OMTREK speelt onbewust een rol. Als je thuis in de woonkamer zit, zie je de 4 muren rondom; d.w.z. je ziet de beperkte omtreklijn(en). Maar wat is er nu eigen aan een gotisch kerkgebouw? Het heeft de vorm van een Latijns kruis. Het is onderverdeeld in: - een middenbeuk, - de zijbeuken, - de dwarsbeuk, - het koor, - de kooromgang - en daaromheen een reeks koor- en straalkapellen. www.topa.be
~2~
Antwerpen, Onze-Lieve-Vrouwekathedraal Het gotische interieur De ruimtewerking van een gotisch kerkinterieur Door het uitzonderlijk grote aantal zijbeuken: 6, wordt de vorm van het Latijnse kruis verdoezeld en bovendien belemmeren de talloze bundelpijlers – als versteende bomen in een ontzaglijk woud – je het zicht op de daarachter gelegen bouwvolumes.
Bijgevolg is er geen enkel punt vanwaar je de beperkte omtreklijnen kunt waarnemen. Je mag gaan staan waar je wil, je zult nooit de volledige omtrek kunnen zien en dat moet dan weer de indruk van oneindigheid, van het transcendente bevorderen.
En het summum van dit alles in een gotisch kerkinterieur is dat de beperkte ruimte uitdeint in HET EINDELOZE KLEURLICHT van de glasramen. In een gotische kerk bestaan er eigenlijk geen muren. Je krijgt alleen glasramen met nog een beetje pijler en muur daaromheen. Zo bekomt men een mystieke ruimte: echt ‘religieuze’ bouwkunst. Dat het hier niet zomaar om een huis gaat, maar werkelijk om het huis van God, wil men je op een heel creatieve wijze, op verschillende manieren doen aanvoelen. Een kerk, althans in de middeleeuwen, is niet “zomaar een dak boven wat hoofden”, maar er zit symboliek in, nl. de ORIËNTATIE. De middeleeuwse (gotische, ook romaanse) kerken zijn ruimtelijk allemaal georiënteerd. Dat de kerk naar de oriënt, d.w.z. naar het oosten gericht is, en dat dáár het altaar staat, is geen toeval.
www.topa.be
~3~
Antwerpen, Onze-Lieve-Vrouwekathedraal Het gotische interieur De ruimtewerking van een gotisch kerkinterieur Waarom is dat zo? Niet omdat voor ons, West-Europeanen Jeruzalem of Bethlehem toevallig in het oosten liggen. Voor alle duidelijkheid: mochten wij in Siberië wonen, zou men daar de kerken nog naar het oosten hebben gericht, ook al ligt Jeruzalem dan in het westen. Wat is er zo eigen aan het oosten? Daar komt de zon op. Zij geeft licht en warmte, en omdat zij alles doet groeien en bloeien, is zij bij uitstek het begin, het principe van alle leven. In de kerk richt men zich naar de zon omdat die symbool staat voor Christus die de mensen het échte leven geeft. Anders gezegd: voor de christenen is Hij hét zonnetje in huis. En dat moet zeker hier, ‘in het huis van God’, voelbaar zijn. Zo is de oostkant met het hoogkoor waar het altaar staat, symbool voor de hemel. Dit is de reden waarom het hoogkoor en de kooromgang het meest versierd zijn: zij in het bijzonder moeten de glorie, de heerlijkheid van de hemelse Godsstad Jeruzalem oproepen. De logische beweging bij het betreden van de kerk is dan ook: OPGAAN
van WEST van DUISTERNIS van DOOD van DE MENS van ANTWERPEN
naar OOST naar LICHT naar LEVEN naar GOD naar HET HEMELSE JERUZALEM
De mens moet vanuit zijn beperkte wereldse bezigheden, vanuit zijn sterfelijkheid, opgaan naar het hemelse Jeruzalem, het eeuwige leven.
www.topa.be
~4~
Antwerpen, Onze-Lieve-Vrouwekathedraal Het gotische interieur De ruimtewerking van een gotisch kerkinterieur
OOSTEN LICHT - LEVEN GOD HET HEMELSE JERUZALEM
WESTEN DUISTERNIS - DOOD MENS ANTWERPEN
www.topa.be
~5~