PEROR TN 13007.fm Page 7 Tuesday, August 6, 2013 11:03 AM
Waardegerichte economie
7
Van zelfzuchtig consumeren naar bezielend produceren – naar een waardegerichte economie Tom Vermeylen Event and consulting, Salto Humano
D
om misschien nood aan een kwaliteitsvolle, duurzamere shift inzake productie, waarbij gulzigheid plaats maakt voor bezieling. Waarbij we dus minder de focus leggen op de kwantiteit, maar eerder op de kwaliteit.
De vraag is op welke manier we verder willen werken? Willen we in competitie met elkaar voldoen aan competentienormen die vaak buiten onszelf liggen voor producten waar we soms zelf niet in geloven? Willen we alsmaar meer, alsmaar gulziger consumeren? Of willen we passioneel en met bezieling en in verbondenheid aan duurzame projecten werken waar we echt in geloven? En misschien minder consumeren, maar duurzamer. Meer tijd besteden aan processen van verbinding, zowel binnen als buiten de professionele context. Lynda Gratton spreekt van een komende en al bezig zijnde shift, waarbij we van gulzige en gretige consumenten veranderen naar bezielde producenten. Met consumenten verwijzen we hier ook naar onze rol als werknemer, waarbij we gretig een alsmaar beter ‘contract’ en betere ‘positie’ proberen te bekomen.
Dit vereist echter een nieuw soort burgerschap met een bewuste verantwoordelijkheid. Waarbij we voor meer bezieling kiezen en we samen durven gaan voor datgene waarin we écht geloven. Hier komt paradoxaal genoeg misschien ook een stuk burgerlijke ongehoorzaamheid aan de orde. In plaats van te handelen als gulzige werknemers of consumenten betekent het kiezen voor duurzamere, kwaliteitsvollere producten en werkvormen. Het komt dus in essentie misschien neer op kiezen voor meer kwaliteit in plaats van kwantiteit. De gerichtheid op grote winst en eindeloze economische groei laat ons voor een stuk ontsporen. Onze voedselproductie is zo meer en meer ook een industrie geworden. Zo is er bijvoorbeeld de erg omstreden industriële massale vangst van tonijn, die de vis zelfs met uitsterven bedreigt. Vaak zijn de technieken minder zichtbaar en minder omstreden. De manipulatie van ons voedsel bijvoorbeeld is een gevolg van de industrialisatie en vooral van de gretigheid die in ons kapitalistisch systeem wordt beloond. Er is daar-
Bron: Banksy
Ook hier speelt het consumentenbewustzijn een grote rol. Er is al veel rond geschreven en gewerkt, maar één voorbeeld is ook hier sprekend: de opkomst van tuinmeubelen in teakhout. Dit tropisch hardhout is uitermate geschikt voor de productie van buitenmeubelen. Het is bovendien erg goedkoop. Het hout komt immers uit lageloonlanden en heel vaak uit gerooide tropische wouden. Het is dan ook logisch dat meubelen die met Fins of Zweeds hout worden gemaakt een stuk duurder zijn. De strenge eisen qua bosbeheer maken het uiteraard een stuk duurder. Ook hier blijft het de vraag of we misschien bewuster, minder maar kwaliteitsvoller kunnen consumeren. Iedereen roept moord
P&O praktijkblad
augustus 2013 | nummer 7
PEROR TN 13007.fm Page 8 Tuesday, August 6, 2013 11:03 AM
Waardegerichte economie
8
en brand over het kappen van de regenwouden en tegelijk zitten we rustig te keuvelen in onze goedkope teakmeubelen. Kiezen we met andere woorden voor gulzig en egocentrisch consumeren of voor meer duurzame en bewuste consumptie. Meer bezielend produceren is ook verwant met meer vakmanschap en meesterschap. Je zou het ook kunstenaarschap kunnen noemen. In die zin houdt het verband met het in evenwicht brengen van de meer artistieke logica met die van de ingenieur en de economist, zoals eerder werd besproken. Een chirurg die zich specialiseert en zijn vakmanschap op zo’n manier weet te verfijnen, wordt op die manier ook een kunstenaar. Ook hier moet men vaak creatief zijn en verbindt men ‘arts’ met ‘crafts’. De originele diagnose en oplossing in combinatie met doorgedreven vakkennis en vakwerk. Maar dat geldt in alle domeinen. Ferrari’s of Rolls-Royces worden niet aan de band gefabriceerd zoals massaconsumptiewagens. Ze zijn het resultaat van bezielde vakmensen, die elke Hier komt paradoxaal motor, elk onderstel genoeg misschien ook met een gedrevenheid naar excellentie een stuk burgerlijke ontwikkelen. Net als ongehoorzaamheid een kunstenaar, zetten ook zij hun aan de orde. handtekening op hun werk. Op elke motor staat de naam van de man die hem heeft gemaakt. Het is elke keer weer een kunstwerk, een meesterwerk. Hun passie wordt zo hun werk. Werken wordt zo intrinsiek gedreven, met als resultaat verwondering en bezieling. En die bezieling werpt zelfs vandaag al zijn vruchten af. In de Europese auto-industrie bijvoorbeeld zien we dat de massaconstructeurs het steeds moeilijker krijgen. Luxemerken als BMW, Audi, Porsche en zelfs Lamborghini of Bentley doen het in deze crisisjaren uitstekend. Vooral de Chinese afzetmarkt zit daar voor iets tussen. De nieuwe rijken in China willen geen ‘gewone’ Europese auto, die kunnen ze ondertussen bijna vlekkeloos kopiëren en zelf produceren. Ze willen een product met bezieling, een auto van hoogstaande innovatieve kwaliteit, zowel qua design als qua techniek. Met dit voorbeeld van de luxewagens en zeker de Ferrari’s kan de indruk worden gewekt dat het hier om een luxeoplossing zou gaan, waarbij bovendien een groot deel van de bevolking wordt uitgesloten. Duurdere, kwaliteitsvolle producten zijn zeker niet voor iedereen weggelegd. En toch zeker niet als we evenveel willen blijven consumeren. Het vereist een matiging van wellicht duurder, maar minder. Waar kwaliteit voorrang heeft op kwantiteit. Vele massanummer 7 | augustus 2013
P&O praktijkblad
consumptiegoederen worden bovendien ontwikkeld met een beperkte levensduur. Soms worden zwakke schakels zelfs bewust ingebouwd met het oog op toekomstige nieuwe consumptie (zie hiervoor ook het boek De mythe groene economie, Kenis & Lievens, 2012). Rolls-Royces of Ferrari’s worden erg zelden aangetroffen op autokerkhoven. Meer zelfs: een dergelijke auto van 40 jaar oud is vandaag vaak meer waard dan bij aankoop. Het blijft natuurlijk een utopie dat iedereen met een Rolls-Royce zou rijden en voorlopig zijn ze ook (nog) niet gericht op ecologische duurzaamheid. Dit voorbeeld is dan ook eerder op te vatten als een extreem voorbeeld om de stelling scherp te stellen. Ook zou de focus op talent, bezieling en vakmanschap de indruk kunnen wekken dat het een piste is voor de ‘happy few’. Dit willen we nuanceren. Vooreerst zijn talent en vakmanschap er in vele vormen en maten. De stelling die we reeds poneerden, is dat iedereen talent heeft. Dat iedereen een potentieel heeft. Sommigen zijn vooral handig of praktisch, anderen zijn vooral sterk in structuur en orde bijvoorbeeld. Iedereen heeft zijn sterke kanten. Het komt erop aan die samen te ontdekken en te versterken. Als je bijvoorbeeld een evenement wilt organiseren, kan je de keuze hebben tussen een hoogopgeleide ‘competente’ kandidaat of een laagopgeleide kandidaat. Stel nu dat die hoogopgeleide kandidaat eigenlijk vooral een job zoekt en niet echt geïnteresseerd is in je project en dat die laagopgeleide kandidaat erg aangestoken is door het doel. Wie zou je dan best kiezen? In mijn ogen denk ik dat ook hier de samenwerkingsbereidheid en de gedragenheid van het gemeenschappelijk doel doorslaggevend kan zijn. Het komt erop aan te kijken hoe je iemands talent kan omzetten in gemeenschappelijke bezieling. De laagopgeleide medewerker kan een erg grote kracht worden als je samen zoekt naar een ondersteunende context waarin je samen kan groeien. Het geven van kansen aan mensen die volgens de huidige sociale ladder laag gepositioneerd zijn, heeft het potentieel veel enthousiasme en een groeiende zelfwaarde mogelijk te maken. Ook hier kan leiderschap zijn macht potentieel omzetten in kracht. Bovendien kan het bieden van kansen en het openen van deuren ook voor werkgevers erg voldoeninggevend zijn, een breder maatschappelijk doel in zich dragen. De samenwerkingsbereidheid is dus ook hier cruciaal. Vele organisaties in de sociale economie werken overigens al met groot succes volgens die principes. Zo denken we bijvoorbeeld aan Hefboom vzw of Stebo. Het hoeft dus geen richting naar een grotere kloof tussen de ‘getalenteerden’ en de zogenaamde ‘zwakkeren’ te betekenen, wel integendeel. De beweging naar meer kwaliteit of ambachtelijkheid is overigens een stroom die al ‘emerging’ is, die met andere
PEROR TN 13007.fm Page 9 Tuesday, August 6, 2013 11:03 AM
Waardegerichte economie
9
woorden stilaan komt bovendrijven. Er zijn tal van voorbeelden te vinden. Zoals bijvoorbeeld de productie van lokale ambachtelijke streekproducten. Allerlei toonaangevende chef-koks maken er zelfs hun handelskenmerk van. Ook zijn er steeds meer lokale bierbrouwers die uit liefde voor hun vak hun eigen ambachtelijk bier ontwikkelen. Dit bier is misschien wel duurder dan bier van Inbev of andere grote multinationals, maar het is met meer bezieling gemaakt. Minder massaproductie van bier, maar misschien wel beter (al valt over smaken en geuren niet te discussiëren …). Zeker zorgt de grotere variëteit voor een grotere rijkdom. En niet alleen de producenten zijn meer bezield, die bezieling zit hem ook in hun producten. Overigens wordt dit door bierliefhebbend Vlaanderen steeds meer ontdekt. Steeds meer drankencentrales maken er hun specialiteit van die rijkdom aan te bieden. En consumenten kiezen ook voor die verrijking. Zelfs al is het duurder dan massaproductiebier dat je koopt in een supermarkt. Bier wordt overigens een sterk en gegeerd exportproduct. Over de hele wereld ontdekt men onze unieke bierrijkdom en zijn mensen op zoek naar deze authentieke cultuur. Het krijgt op die manier dus ook weer een economische return. De Duitse medische psycholoog Ernst Pöppel is ervan overtuigd dat elke mens creatief kan zijn. Alleen is het wat zoeken om deze creativiteit uit zijn kooi te bevrijden en nieuwe ruimte te geven om zich te ontvouwen. We hebben erg veel kooien op school, in ons werk en zelfs in onze liefdesrelaties gebouwd. Poppel gelooft dat, hoe meer we die creativiteit naar boven kunnen laten komen, hoe meer we een innerlijke balans creëren en we een vervuld leven kunnen uitwerken. Hij vergelijkt zijn Duitse studenten met zijn studenten in China waar hij nu ook aan de universiteit van Peking lesgeeft. De laatste tien jaar is het Duitse leersysteem meer en meer op het weten en kennen gericht. Het leerplan is heilig geworden en studenten worden gedresseerd voor examens. Studenten moeten sneller klaar worden gemaakt voor de arbeidsmarkt. Dat was het doel van Bologna. Voor de Duitse industriestaat is dit catastrofaal want zo wordt een groot stuk creativiteit gebannen of erg ingeperkt. We weten wel dat zo’n 10% van de studenten zich daar niet zal aan laten binden en eigen, nieuwe wegen zal zoeken om zich te bevrijden van dit leerjuk. Erger voor ons is dat China nu net de andere richting uitgaat. Meer dan 2500 jaar had China een heel strikt leersysteem. Maar nu willen ze dat de creatieve potentie méér dan ooit wordt aangeboord. Om dit te bereiken, dienen ze hun strikt systeem te compenseren met meer vrijheid. We zouden onze ingenieursstudenten eigenlijk beter naar de Chinese campussen sturen om ze daar te laten bevruchten door deze nieuwe én oudere Chinese ervaringen. Zo kunnen we
samen profiteren en nieuwe levensbronnen aanwenden, aldus Pöppel. Mogelijks hebben we niet eens een keuze. Willen we een meerwaarde vinden in ons werk dan moeten we misschien meer richting ‘onvervangbaarheid’ en uniciteit gaan. Van kwantiteit naar meer kwaliteit. Het maakt niet alleen de samenleving ‘rijker’, maar wordt bovendien ook economisch de manier om ons te onderscheiden. En belangrijker, om onze richting zelf in handen te hebben, om zelf de maatschappij te kunnen ontwikkelen die we wensen. Natuurlijk heeft een focus op vakmanschap zijn prijs. Het arbeidsproces is intensiever en ook terug duurder. We kunnen op die manier minder produceren, maar dat kan net deel van de oplossing worden. We worden minder afhankelijk van multinationals gericht op massaproductie of zelfs overproductie, waarbij we bijvoorbeeld tonnen voedsel weggooien omdat we als klant altijd een onuitputtelijke keuze aan verse producten verwachten. Met minder leren leven, maar in kwalitatievere verbinding duurzamere producten ontwikkelen en consumeren kan een aanstekelijk project worden. Hier botsen we echter op een volgende paradox. Echte aanstekelijkheid ontstaat uit het kunnen verleggen van grenzen. In een economie die zichzelf beperkt, zit een natuurlijke grens. De beperking zou zich hier moeten richten op het grenzen stellen aan de massaproductie en massaconsumptie. En ook op een beheersende, controlerende logica die grenzen stelt aan het individu en de groep. Omgekeerd betekent het om niet direct een beperking te stellen aan de grenzeloze inspiratie of mogelijkheden. Voldoende open ruimte en open mind zijn immers net essentieel voor maatschappelijke innovatie en verandering. Een systeem dat egoïstische zelfzuchtigheid, gretigheid en eindeloze groei stimuleert zou kunnen plaatsmaken voor het versterken en ondersteunen van dromen en bezielde projecten bij individuen, organisaties en de gemeenschap.
Oude(?), reële drijfveren De besproken bezieling staat in schril contrast met de oppervlakkigheid of gelatenheid waarmee veel mensen vandaag de dag aan het werk zijn. Men werkt vaak omdat men moet. Voor den brode. Een soort apathie of gelatenheid overheerst soms evengoed. Niet iedereen stapt even gewillig mee in de ratrace van eindeloos willen presteren in competitie met anderen. Je werkt omdat het geld in het laatje brengt. Betere samenwerking, meer teamspirit enzovoort zijn in die logica vaak projecten van personeelsdiensten die je er proberen toe te (ver)leiden om vooral nog efficiënter
P&O praktijkblad
augustus 2013 | nummer 7
PEROR TN 13007.fm Page 10 Tuesday, August 6, 2013 11:03 AM
Waardegerichte economie
10
te worden met als doel grotere winst voor de directie en het bedrijf. Veel mensen doorprikken evengoed de ambitieuze weg ‘naar de top’. Men kijkt er vaak gelaten naar. Omdat het je de strijd niet waard is. Men is zelfs cynisch t.o.v. elke vorm van streven, ambitie of macht. ‘Het leidt toch tot niets’. Daarom kijkt men vooral naar zichzelf. Hoe kan ik het beste uit mijn job halen? En wat is het beste voor mijn familie? Het probleem met het geloof in eigenbelang is dat je er zelf ook cynisch van wordt. Dat je begint te geloven dat iedereen zo denkt en er dan ook maar naar handelt en leeft. Passies uitleven, als die er al zijn, doe je dan in je vrije tijd. De bevlogenheid ontbreekt vaak en wordt ook niet als dusdanig gestimuleerd. In een ongezonde context, waarbij strategie, winstbejag of beheersing het eigenlijke doel is, is het zelfs ergens een verstandige optie. Het is zelfs ergens (on)bewust een manier van burgerlijk verzet tegen een manipulatief systeem van een organisatie die alleen uit is op de grootst mogelijke winst, controle of macht en hierbij vooral strategie en bewuste of onbewuste manipulatie gebruikt. Teambuilding, persoonlijke ontplooiingstrajecten, ... dienen op die manier vooral om mensen nog meer aan het bedrijf te binden, hen zich nog meer te laten vereenzelvigen met doelen waarin ze uiteindelijk zelf niet eens geloven. Wanneer allerlei HR-tools worden ingezet als strategie, dan heeft het zelfs iets bedrieglijks, zoals we reeds aanhaalden. Onze identiteit is al erg bepaald door onze werksituatie. Wanneer nu ook onze persoonlijke, emotionele ontwikkeling wordt betrokken in de bedrijfsstrategie heeft het zelfs iets potentieel ontwrichtends. Niet alleen je werk, maar zelfs je hele persoonlijkheid wordt dan deel van het arbeidsproces. Zeker wanneer zelfkennis en andere persoonlijke vaardigheden eenzijdig door het management worden ingezet als bewuste of onbewuste strategie om nog meer controle te vergaren, om mensen zo nog dieper vanuit hun ziel te kunnen besturen en manipuleren. Hierin schuilt dus een gevaar. En dan dreigt niet alleen nog meer versmelting van je identiteit met je werk, maar evengoed een nog groter gevoel van leegte, wanneer deze doelen hol of zelfs manipulatief blijken te zijn. Het heeft iets van een verdoken schimmenspel waarvan ook HR-mensen zelf zich niet altijd bewust zijn. Het is dan ook niet altijd even zwart-wit. De werkelijkheid heeft vaak meerdere gezichten. HR-diensten worden vaak ingezet als strategie, als tool. Ze zijn een ‘hulpje’ van de directie met de dominante logica, waardoor ze vaak niet als authentiek worden ervaren, en soms is dat dus ook terecht. Alleen leven ook hier vaak vele goede intenties. En die zijn op zich natuurlijk ook niet slecht. nummer 7 | augustus 2013
P&O praktijkblad
Niet alleen HR speelt vaak (on)bewust in op levende behoeften, trends of bepaalde bovendrijvende fenomenen. Ook marketing probeert in te spelen op trends. Hetzelfde probleem of dezelfde paradox stelt zich ook hier. Marketing wordt hier aangewend als strategie, net als HR vaak een strategie is, een tool van een directie om mensen binnen de gewenste richting te sturen. We pleiten daarom om niet langer de logica van ‘altijd maar meer’ te volgen, waarbij we onder steeds hoger wordende druk steeds meer in grotere competitie met elkaar moeten werken. Maar wel voor een kanteling naar samenwerken en leven vanuit een bezieling. In authentiekere, kwaliteitsvollere verbinding met elkaar en met andere verwachtingen ten opzichte van onszelf en anderen. Waarbij Het komt dus in we zelf willen excelessentie neer op kiezen leren of een meesterschap voor meer kwaliteit in ontwikkelen. Niet plaats van kwantiteit. omdat het moet, maar vanuit een intrinsieke gedrevenheid naar kwaliteit, duurzaamheid of breder gedragen maatschappelijke doelen. Maar tegelijk dus niet met dezelfde prestatiedruk. Werken vanuit bezieling vreet namelijk ook energie en een evenwichtigere balans tussen vrije tijd en werken is dan ook essentieel. Bij een verschuiving richting meer bezieling dreigt een analoge valkuil als bij het competentiedenken. Dit competentiedenken werd, zoals gezegd, ontwikkeld om de corecompetenties van een organisatie, van een groep te ontwikkelen en te versterken. Dit contextueel denken werd vervolgens op het individu toegepast. Wanneer ook een beweging richting bezieling wordt geïndividualiseerd, is er opnieuw een probleem. Dan maak je er een norm van ‘bezield te moeten zijn’. Dan is het opnieuw verkeerd en wordt het mogelijks opnieuw misbruikt. Bezieling is dan ook, net als het kunnen ontstaan van zogenaamde aanstekelijke en innoverende hotspots, vooral een gevolg van de context waarin mensen werken en leven. Oude strategieën zijn vandaag nog vaak dominant. En zelfs wanneer er wordt voldaan aan de hoge eisen, dan nog dreig je een speelbal te zijn van een vaak onpersoonlijke markt. Zo maakte Ford Genk een enorme winst en besliste men toch om Ford Genk te sluiten. Zelfs positieve resultaten worden dus niet altijd beloond. Ook het gebrek aan solidariteit is nooit veraf. In het jaar nadat Renault Vilvoorde de deuren sloot, piekte de verkoop van Renaults in België. Zelfs na zoveel commotie rond de sluiting blijken heel wat mensen onverschillig in hun gedrag. De oppervlakkigheid,
PEROR TN 13007.fm Page 11 Tuesday, August 6, 2013 11:03 AM
Waardegerichte economie
11
waarbij mensen alleen naar hun eigen voordeel kijken, stemt dan ook soms tot pessimisme. Er zou toch een consequente bewustwording moeten komen dat je consumentengedrag een bepaalde orde in stand houdt, dat iets kopen met andere woorden niet zonder gevolgen is. Dat zoveel mogelijk willen consumeren aan een zo laag mogelijke prijs zijn bredere consequenties heeft. Het heeft ook hier te maken met een oud, egoïstisch consumenten-burgerschap, waarbij je alleen kijkt naar wat voor jou belangrijk of economisch interessant is. Oude drijfveren komen dus nog erg vaak bovendrijven. Meer zelfs, ze zijn erg dominant en bepalend voor een groot stuk van onze ‘realiteit’. Veel mensen zijn dan ook vaak cynisch ten opzichte van meer idealisme. Waarom zou ik idealistisch zijn als de hele wereld, alle anderen toch alleen maar aan zichzelf denken? Meer zelfs, bevlogenheid wordt soms zelfs bewust of onbewust als bedreigend ervaren. Cynisch bekeken willen sommigen niet liever dan dat zo’n mensen falen, gewoon omdat ze bijvoorbeeld hun eigen angst niet bevlogen te kunnen zijn, niet onder ogen te hoeven zien. Omdat ze dieper zelfs niet met hun eigen geweten willen worden geconfronteerd. Op die manier worden hun mensbeeld en de ‘zekere’, vaak dominante realiteit bevestigd. Zie je wel: zo werkt de wereld niet, het heeft toch geen zin! We kunnen er zeker niet altijd aan doen, we worden immers meegezogen in de mallemolen van de tijd. In de dominante logica’s die heersen, proberen we vooral te voldoen aan de heersende normen. Dat biedt zekerheid. In het conformeren zit een stuk proberen het goede te doen, proberen te voldoen aan de normen die worden opgelegd. Zelfs al voelt het diep vanbinnen niet goed of juist aan. Zelfs al knabbelt het bewust of onbewust ergens aan je geweten. In de drang te voldoen aan de dominante logica wordt het eigen handelen toch gelegitimeerd en uiteindelijk vaak zelfs beloond. Zo denken we spontaan direct aan managers die bekendstaan om hun gewetenloze ontslagreputatie. Maar evengoed op kleinere, minder evidente schaal wordt gedrag dat niet altijd even integer is, vaak beloond, wanneer het de bestaande beheersende of economische dominante machtslogica’s volgt. Hoe we handelen, leven, werken en ook consumeren heeft veel (maar zeker ook niet alles) met de context te maken, die ofwel meer sociaal of meer zelfzuchtig gedrag dominant kan maken. Zeker blijven er altijd mensen die zullen proberen om alleen in hun eigen belang te handelen. Mensen die in alle systemen zullen proberen om er maximaal van te profiteren. Zeker ook psychopaten, die vandaag vaak in leidinggevende functies te vinden zijn, zijn van alle tijden.
Ook hier heeft de manier waarop ons werk vaak wordt georganiseerd een grote invloed. De vaak charmante, maar evengoed gewetenloze en roekeloze psychopaten worden in onze huidige economische dominante logica en context beloond. Maar ook ‘normale’ mensen kunnen onder verschillende omstandigheden Met minder leren leven, heel ander gedrag maar in kwalitatievere vertonen. Om het met een extreem verbinding duurzamere voorbeeld te verduiproducten ontwikkelen delijken, bleek dat onder het nazisme en consumeren, kan ‘normale’ huisvaeen aanstekelijk project ders konden veranderen in sadistische, worden. gewetenloze moordmachines. De context blijft dus erg bepalend. We zijn dan ook in essentie een sociaal wezen, erg bepaald en beïnvloed door onze omgeving. Bekende documentairemakers als Louis Theroux of Michael Moore zijn erg verhelderend en tegelijk erg subtiel in het blootleggen van dominante, maar evengoed afwijkende, logica’s. Het werken aan een context die op kleinere of grotere maatschappelijke schaal meer verbinding creëert blijft vooral een proces, dat nooit af is, dat nooit misbruik of misleiding kan uitsluiten. Ook in die zin blijven we toch vooral mensen die samen een weg moeten vinden om met elkaar te werken en leven. In een cultuur die inperkend en controlerend werkt, ontstaat bovendien faalangst om niet aan de competentievereisten te voldoen. En dus dekt men zich in. Speelt men het veilig om niet betrapt te worden op fouten. Bevlogenheid wordt vaak niet beloond, eerder afgeremd. In een context die sterk gericht is op competitie wordt bovendien ook de solidariteit afgeremd. Een manier om eraan te ontsnappen, is om op zoek te gaan naar een hotspot of een organisatie met een meer lerende context. Je kan ook proberen je eigen goede groep te maken, als een ‘posse’ of ‘tribe’ waarin je elkaar wel kan vinden in een aanstekelijk doel, waar je elkaar ondersteunt en positief uitdaagt. Wanneer dit lukt, worden anderen erdoor aangezogen. Het werkt met andere woorden aanstekelijk. En dit op zich kan ervoor zorgen dat we terug in collectieve dromen gaan geloven. Dan komt opnieuw de moed om er toch voor te gaan. Dan kan ook de bevlogenheid komen in plaats van angst, cynisme of apathie. Je wilt in verbinding gaan en samenwerken aan een gedeeld doel. Je herwint de
P&O praktijkblad
augustus 2013 | nummer 7
PEROR TN 13007.fm Page 12 Tuesday, August 6, 2013 11:03 AM
Waardegerichte economie
12
moed om het pad op te gaan om het wonder van elke dag in elkaar en in het proces te gaan ontdekken.
worden dan strategieën, wanneer ze kunnen worden gedragen, wanneer ze als aanstekelijk worden ervaren.
Echte bezieling, we zouden het zelfs magie kunnen noemen, ontstaat vaak wanneer mensen geïnspireerd zijn of iets als een aanstekelijk doel zien. Een doel waarin je zelf ook kan geloven. Een strategie hiervoor is dus moeilijk uit te vinden. Het is vooral een proces tussen en door mensen. De energie komt door het samen doen, in een ondersteunende context, waarbij je jezelf alsmaar bekwamer voelt.
De ‘vijand’ is haast onzichtbaar, maar schijnt toch vooral ‘wij allen’ te zijn, maar de werkelijkheid toont toch ook iets anders. De Occupy-beweging die stelt dat de 99% tegen die 1% zijn, heeft een valabel punt. De symbolische 1% rijken is zelfs nog te veel. De groep van superrijken, die een groot deel van het wereldkapitaal in handen heeft, is nog kleiner. En ondanks die verontrustende en steeds groter wordende ongelijkheid doen we er allemaal aan mee. We hebben er zelf ons aandeel in. We houden het samen mee in stand.
Let wel: in vele gevallen, zijn die basisdoelen in de grond niet eens zo slecht te noemen. Een ziekenhuis bijvoorbeeld heeft een voor vele medewerkers intrinsiek gedreven doel. Veel artsen en verpleegkundigen zien hun werk immers als een soort roeping. En toch overheersen ook hier vaak de cijfers en de beheersende logica. Ook de zorgsector is dus vaak gekoloniseerd door de economische en beheersmatige logica’s. En toch vinden mensen uit de zorg vaak nog steeds voldoening.
Waardegedreven doelen in plaats van economische strategieën Een maatschappelijke kanteling naar bredere doelen dan winst maken, vergt dus een kanteling in ons economisch denken. Het gaat om ‘doing the right thing’. Om juiste doelstellingen, gebaseerd op waarden in plaats van het inspelen op de realiteit via strategieën. In die zin sluit het erg aan bij het model van Goshal en Bartlett. Ook zij stellen immers dat we van strategieën, systeBevlogenheid wordt men en structuur soms zelfs als moeten evolueren naar doelen, procesbedreigend ervaren. sen en mensen. In het kader van de geopolitiek bijvoorbeeld betekent het dat we leiders niet langer steunen om strategische redenen (omdat er economische belangen zijn), maar we ook hier meer waardegedreven doelen kiezen. Waarbij de processen en de mens terug meer centraal komen te staan, in plaats van het systeem of de structuur of de strategische belangen. En dit is iets wat we voor een stuk kunnen sturen als gemeenschap, als burgers. Door ander consumentengedrag, nieuw burgerschap of via de politiek die andere keuzes maakt. Het gaat erom bezielende doelen te creëren in plaats van strategieën die proberen in te spelen op de (vooral dominante) economische realiteit. Die doelen kunnen meer
nummer 7 | augustus 2013
P&O praktijkblad
In die zin is het ook geen rechts of links verhaal, alsof het gekant zou zijn tegen ondernemerschap. Maar wel tegen een systeem dat een onhoudbare gretigheid en gulzigheid beloont en een groeiende ongelijkheid veroorzaakt en in stand houdt. Willen we verandering dan hebben we dus nood aan een paradigmashift, waarbij we ons als 99% (en daarbij zijn evengoed politici, managers, ...) niet langer om de tuin laten leiden door het groot kapitaal dat onze wereld bepaalt. Zelfs Aristoteles zag ongelijkheid reeds als één van de grootste bedreigingen voor een samenleving. Het kan een samenleving ontwrichten vanuit zijn ziel, stelt ook Thomas Decreus (in De Standaard, 25 februari 2013). Decreus meent dat de politiek zich zal moeten herbronnen en ziet een oplossing in het ondersteunen van burgerlijke coöperatieven. Zelfs Al Gore stelt in zijn laatste boek dat politici ‘gehackt’ zijn door de economie, als een computer die gehackt is door een virus en dus niet meer zelfstandig kan opereren. Politici zouden terug leiding moeten nemen, aldus Gore. Niet alleen in de Verenigde Staten, waarbij de politici erg afhankelijk zijn van kapitaalkrachtige geldschieters en lobby’s voor hun campagne, maar ook in Europa laten politici zich vooral leiden door de economische parameters, door het systeem en de structuur. Het is misschien wat cliché, maar een groot stuk van de Europese Unie is bureaucratisch georganiseerd. Volgens economische en technocratische modellen worden de lidstaten in het voornamelijk economische gareel gehouden. Het systeem en de structuur domineert ook hier vaak een besluitvormingsproces, waarbij mensen en de menselijkheid helaas niet centraal staan. Er wordt veel gesproken over de behoefte aan een ‘nieuwe politieke cultuur’. Dit heeft verregaande consequenties. Enerzijds betekent het teruggaan naar de roots van onze democratie, naar de grondbeginselen van ons politiek denken, waarbij co-creatie centraal staat. Anderzijds betekent het een minder vechtende, minder opjagende benadering
PEROR TN 13007.fm Page 13 Tuesday, August 6, 2013 11:03 AM
Waardegerichte economie 13
van politiek. En ook de media spelen hierin een niet onbelangrijke rol. Als burger kunnen we daarom ‘als 99%’ meer voor kwaliteitsvolle producten kiezen, waarvan je de oorsprong weet en kent. Een nieuw soort burgerschap, waarbij we meer handelen op basis van eigen waardegerichte doelen en overtuigingen en minder op basis van strategisch economisch eigenbelang.
Foto door ParkeHarrison
We zijn op een punt gekomen waar we voor een keuze staan. Doen we verder zoals we bezig zijn. Of beginnen we fundamenteel na te denken over hoe het anders kan? Niet alleen de planeet of de actuele crisis nopen tot nadenken. Ook het groeiend onbehagen of ziek worden van onze maatschappij zoals Dirk De Wachter stelt, maakt de urgentie tot nadenken relevant. Vraag is of de economie nog ten dienste staat van de mens en de maatschappij of het eerder het omgekeerde is? Meer zelfs, de vraag is of het zelfs ooit zo geweest is? Is een voortdurende groei, zelfs een duurzamere groene groei een optie die we als planeet, als mensen nog willen of kunnen we andere paden onderzoeken? Een weg naar minder werken, minder en anders produceren en consumeren hoeft niet per se een pad van economische en maatschappelijke malaise te betekenen. Integendeel, het kan en zou misschien een aanstekelijk doel kunnen zijn. De geschiedenis leert ons dat we bij een crisissituatie op ver-
schillende manieren kunnen reageren. We kunnen reageren vanuit angst, behoudsgezindheid of het zien als een nieuwe kans, progressief en creatief. De concurrentie met de alsmaar groeiende economieën als China, India of Brazilië kan ons paralyseren en ons doen proberen om met dezelfde logica en met dezelfde recepten proberen te overleven. Of we kunnen als maatschappij op zoek gaan naar onze eigen kracht en naar wat wij belangrijk en zinvol vinden. Binnen een aantal jaren of zelfs nu al, zijn de Chinezen even dolgedraaid in hun ratrace als wij hier in Europa. Ook hen wacht de ecologische uitdaging. Misschien is het interessant, economisch nuttig zelfs, om deze evoluties voor te zijn en een in onze ogen voorbeeldrol te vervullen. Of in elk geval te doen waar we samen in kunnen en willen geloven. En misschien is dat een duidelijke, geleidelijke evolutie naar een kleinere, kwalitatievere, creatievere, duurzamere en lokalere economie. Een economie waarin de mensen en de samenleving meer in balans zijn met de limieten van de natuur én onze eigen grenzen en zelfs dromen. Waarin we samen met minder toch meer welzijn en voldoening halen. Waar er terug meer geloof komt in de richting die we uitgaan, in een nieuwe maatschappijvisie, een nieuwe collectieve droom als het ware. Daarnaast kan betere samenwerking, meer ondersteuning en acceptatie van elkaar al voor veel werkvreugde en een verhoogd welzijn zorgen. Als we de ratrace voor een stuk kunnen tegengaan en de voortdurende druk van alsmaar meer kunnen verminderen. Dat vergt een andere mentaliteit, een andere cultuur. Het betekent ook een andere manier van omgaan met elkaar, waarbij een stuk menselijkheid weer centraal komt te staan.
OVER DE AUTEUR
Tom Vermeylen Salto Humano
P&O praktijkblad
augustus 2013 | nummer 7