Van speeltuin naar gecombineerde speeltuin en kinderboerderij Lise… lise… lisa… lorre tikke… tikke… takke… torre in de SPEELTUIN staat een wip, en er is een grote baan, waar we naar beneden gaan. Mise… mise… misa… morre gise… gise… gisa… gorre en er ligt een heel dik touw, er is een emmer met veel zand, meer als in ons hele land. Grase… grase… grasa… grose likke… likke… likka… lose en er hangt een grote schommel, en je kunt er slaan op de trommel. Er is een KINDERBOERDERIJ en daar lopen kippen bij en een geitje en een schapie en een heel ondeugend apie plus een dikke hang-buik-zwijn wat zal dat gezellig zijn ! Pé Mühren
oktober 1998
Kinderboerderij bidboek_versie_3
pagina 1 van 8
==============================================================================
Inhoud Pagina Inleiding 2 De gedachte ontstaat: “We willen wat erbij” 3 Een kinderboerderij: daar komt meer bij kijken 3 Kernpunten van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren 4 Een kinderboerderij, wat zijn de opties? 6 Inrichting van de beschikbare locatie 7 Samenstelling van het dierenbestand 7 Financieel beeld: de eerste investering en de exploitatielasten 7 Andere aspecten die een rol spelen… 8 De planning 8
==============================================================================
Inleiding In 1998 schreef Pé Mühren het gedichtje dat op de eerste pagina van dit rapport staat. Op dat moment was het de inleiding van het plan dat Stichting De Speelderij had geschreven over de realisatie van een speeltuin voor Edam en Volendam. Conform de statuten van onze stichting welke op 4 september 1998 gepasseerd zijn bij de notaris heeft onze stichting als doelstelling: 1. Het realiseren en instandhouden van een speelvoorziening en een kinderboerderij, 2. Het geven van educatie en voorlichting inzake de zich in de kinderboerderij bevindende dieren en andere dieren en inzake hun leefomgeving, 3. Het samenwerken met andere instellingen met een gelijk of soortgelijk doel, 4. Het verrichten van alle verdere handelingen die met vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn. Gestart met de werkzaamheden in 1998 had e.e.a. uiteindelijk tot gevolg dat op 1 september 2001 Speeltuin De Speelderij officieel werd geopend. Op dat moment was de speeltuin al een aantal maanden voor het publiek geopend. Tegenslagen tijdens de aanleg, de nieuwjaarsbrand van 1 januari 2001 en de uitbraak van mond- en klauwzeer waren echter de redenen dat de officiële opening pas op dat moment kon plaatsvinden. Nu, medio 2004 kan geconstateerd worden dat Speltuin De Speelderij voldoet in een grote behoefte. Vanaf het moment van de opening zijn er jaarlijks ongeveer 1.300 gezinnen uit Edan, Volendam maar ook omliggende gemeenten die een abonnement hebben op de speeltuin. Verder zijn er tientallen schoolklassen van binnen en buiten de gemeente Edam-Volendam die geregeld een bezoek brengen aan Speeltuin De Speelderij. Organisatorisch wordt er een prestatie van formaat geleverd. Van april t/m oktober is Speeltuin De Speelderij 7 dagen per week geopend (mits het weer het toe laat en er voldoende vrijwilligers zijn). Ongeveer 30 vrijwilligers dragen hun steentje bij om vele duizenden kinderen speelplezier te geven. Dit lukt zonder structurele subsidie van de gemeente of andere instanties. De inkomsten worden verkregen via de abonnementsgelden, entreegelden en verkopen koffie etc. aan het loket. Hiermee kunnen de structurele exploitatielasten betaald worden, maar net zo belangrijk, er kan ook gespaard worden voor de vervanging van speeltoestellen. Kort samengevat: er staat een speeltuin en organisatie waar wij trots op zijn. Zo trots dat we van mening zijn dat Stichting De Speelderij toe is aan een nieuwe fase in haar bestaan: onderzoek naar de realisatie van het andere deel van de doelstelling van de stichting: het realiseren en instandhouden van een kinderboerderij.
Kinderboerderij bidboek_versie_3
pagina 2 van 8
De gedachte ontstaat: “We willen wat erbij” Eind 2003 zaten een aantal bestuursleden en vrijwilligers tijdens het ´einde zomerfeest´ te praten op het terras voor het beheerdergebouwtje op de speeltuin. Het was een heel erg mooie zomer geweest en ook die dag was het gezellig druk op de speeltuin. Uitspraken als “We moeten weer eens wat nieuws er bij plaatsen” en “We worden bijna te klein” gingen over tafel. Binnen tien minuten vlogen de ideeën over tafel: kabelbanen etc. Maar we ontdekten al snel dat voor een kabelbaan geen plek was. Het ontwerp was in 1998/1999 zo gemaakt dat er veel toestellen optimaal geplaatst konden worden. Toen kwam de ruimte ter sprake die nog naast de speeltuin beschikbaar is en in principe bedoeld is om op termijn een kinderboerderij te realiseren. We besloten toen om eens met de eigenaar van de grond te gaan praten om te kijken wat er mogelijk was. In eerste instantie gingen de gedachte uit naar een kleine uitbreiding om wat extra speeltoestellen te plaatsen. Overleg met de gemeente Edam-Volendam, eigenaar van de grond, was vooral bedoeld om in kaart te brengen welke nutsvoorzieningen er onder dat betreffende stuk grond lopen. Er ging nogal wat tijd overheen voordat de gemeente Edam-Volendam de gegevens had ontvangen van de betreffende NUTS bedrijven. In een overleg met gemeenteambtenaren zijn de gegevens doorgenomen. Zij gaven ons echter een tip mee: denk heel goed na wat je wilt gaan doen, want nu ruimte innemen voor speeltoestellen maakt de beschikbare ruimte voor een eventuele kinderboerderij beperkt en wellicht te klein. Het bestuur liet deze suggestie bezinken en uiteindelijk heeft ons bestuur besloten om de 2e doelstelling van Stichting De Speelderij nader uit te werken en op basis hiervan een beslissing te nemen: gaan we voor de kinderboerderij of niet. Een kinderboerderij: daar komt meer bij kijken Het beheer van een speeltuin is één, een kinderboerderij is wat anders. Daar waar de wetgeving bij een speeltuin van belang is (het attractiebesluit) is er ook veel wetgeving gericht op het welzijn van dieren. Maar het meest essentiële verschil zit in de verzorging. Als er door omstandigheden een vrijwilliger zijn/haar vrijwilligerswerk niet kan uitvoeren dan kan een speeltuin gesloten worden. Een glijbaan kan een dag zonder beheerder, een beheerdergebouw wordt niet eenzaam als er niemand komt. Bij dieren is dat anders. Als beherende organisatie heb je een verantwoordelijkheid om optimaal voor het welzijn van de dieren te zorgen: 24 uur per dag, 365 dagen per jaar. In november tegen de dieren roepen dat we in april weer opengaan is niet mogelijk. Dieren zijn levende wezens waarbij één ding voorop moet zijn; de zorg voor de dieren moet niet alleen in het teken van de gezondheid maar ook in het teken van het welzijn van dieren staan: 24 uur per dag, 365 dagen per jaar.
Kinderboerderij bidboek_versie_3
pagina 3 van 8
Kernpunten van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren De Eerste Kamer heeft op 23 september 1992 de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren aangenomen. Na jaren van voorbereiding, en goedkeuring door de Tweede Kamer in april 1991, ligt er daarmee een kaderwet. Een belangrijke bepaling in de wet is: dieren (landbouwhuisdieren èn gezelschapsdieren) houden mag niet, tenzij het houden ervan bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) of ministeriële regeling wordt toegestaan. Nu de hoofdlijnen van de wet zijn vastgesteld zal de komende jaren, stap voor stap, gewerkt worden aan de invulling van de wet, door middel van AMvB's. Het voordeel van een kaderwet is dat bij nieuwe ontwikkelingen de wet niet steeds hoeft te worden gewijzigd; er kan meteen op worden ingespeeld. Dat geldt ook voor de uitvoering van Europese richtlijnen, bijvoorbeeld op het gebied van vervoer en huisvesting. De belangrijkste verandering in beleid is het (op een aantal plaatsen in de wet) omdraaien van het 'ja, mitsprincipe', in het 'niets mag, tenzij uitdrukkelijk toegestaan-principe'. In de wet komen zowel gezondheid als welzijn van dieren aan bod. Gezondheid Bij gezondheid gaat het om de volgende hoofdzaken: • bestrijding dierziekten; • de inrichting van bedrijven waarop dieren worden gehouden; • toevoegen van dieren aan bedrijven; • de wijze waarop dieren worden gehouden en hun huisvesting; • de hygiënische eisen; • de voedering, drenking, verzorging en behandeling van dieren; • het gebruik van sera, entstoffen, antibiotica en chemotherapeutische middelen; • de bestrijding van insecten, ratten en andere organismen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid van het dier; • de bedrijfsbegeleiding door een dierenarts en de Stichting Gezondheidsdienst voor dieren. Verder worden eisen gesteld aan markten, tentoonstellingen en slachthuizen en aan vervoer. Welzijn In principe is het niet toegestaan een dier te houden of bepaalde activiteiten met dieren uit te voeren, tenzij dit uitdrukkelijk krachtens de wet wordt toegestaan. Dit geldt ook voor gezelschapsdieren, dus niet alleen voor landbouwhuisdieren. Welke huisdieren straks wel en welke niet gehouden mogen worden, moet via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) geregeld worden. Verder is in de wet bepaald dat: • het verboden is bij een dier onnodig pijn of letsel te veroorzaken, of zijn gezondheid of welzijn te beschadigen. Zo is het bijvoorbeeld verboden koeien met een volle uier te vervoeren of een hond als trekdier in te zetten; • het verboden is aan een dier de nodige verzorging te onthouden; • het verboden is, de nog nader in de wet aan te wijzen, dieren van het ouderdier te scheiden voordat zij een bij wet vastgestelde leeftijd hebben bereikt; • het in beginsel verboden is lichamelijke ingrepen bij dieren uit te voeren, tenzij dit bij wet of AMvB wordt toegestaan. Toegestaan zijn bijvoorbeeld sterilisatie en castratie en ingrepen waarvoor diergeneeskundige noodzaak bestaat; • het verboden is dieren te doden. Behalve die dieren die nog nader in de wet worden aangewezen. Bij AMvB worden eisen gesteld aan de wijze waarop dieren mogen worden gedood, de situaties waarin en de personen door wie zij mogen worden gedood. Ook kunnen voorwaarden worden gesteld aan de slachterijen en aan de bedwelming. Deze bepaling is ook van groot belang voor het ritueel slachten. Ja, mits-principe Op een aantal plaatsen in de wet geldt het 'ja, mits-principe' in plaats van het 'nee, tenzijprincipe'. Dat mits houdt een aantal strikte voorwaarden in, zoals: • aan de huisvesting van dieren kunnen voorwaarden worden gesteld aan onder andere de afmetingen, materialen, faciliteiten, verlichting, verwarming en luchtverversing; • aan de bestaande huisvestingssystemen waarvoor thans regelgeving kan worden ingevoerd. Daarbij moet gedacht worden aan de huisvesting van legkippen en van kalveren. Voor nieuwe systemen geldt wel het 'nee, tenzij-principe'. Hiervoor moet een systeem van toelating worden opgezet;
Kinderboerderij bidboek_versie_3
pagina 4 van 8
• • •
•
aan het fokken met dieren; aan het verkopen, verhuren of verloten van dieren. Het is verboden dieren als prijs, beloning of gift uit te reiken; aan het vervoeren van dieren. Daarbij worden onder andere voorwaarden gesteld aan het vervoermiddel, de hoeveelheid dieren per vervoermiddel, het in- en uitladen, de duur en afstand van het vervoer en de gesteldheid van de dieren; aan het gebruik van dieren bij wedstrijden. Hieronder valt het verbod op dierengevechten. Voor het gebruik van dieren bij wedstrijden kunnen bij AMvB regels worden gesteld voor onder andere de leeftijd en gezondheid van het dier, de aard van de wedstrijden, het gebruik van stimulerende middelen en geneesmiddelen en de aanwezigheid van een dierenarts.
Biotechnologie Biotechnologie, het toepassen van embryotechnieken en de toepassing van stoffen, met name die stoffen die met behulp van recombinant DNA zijn verkregen, is verboden, evenals genetische modificatie van dieren. Behalve als hier een vergunning voor is afgegeven. Verder is het verboden met dieren of dieetproducten waarop biotechnologische handelingen zijn uitgevoerd andere producten te vervaardigen. Deze dieren of dieetproducten mogen ook niet worden gehouden, vervoerd, verkocht of gekocht. Vergunningen kunnen alleen worden afgegeven als er geen onaanvaardbare gevolgen voor de gezondheid of welzijn van het dier zijn en als er tegen de handelingen geen ethisch bezwaren bestaan. Voorafgaand aan het wel of niet verlenen van een vergunning zal de minister van LNV zich laten adviseren door de Commissie Biotechnologie bij Dieren. Vooruitlopend op de wet is op 30 maart 1992 reeds een voorlopige Commissie Ethische Toetsing Genetische Modificatie van Dieren ingesteld. Agressieve dieren Aan het houden, fokken, kopen en verkopen van agressieve dieren kunnen eisen worden gesteld. Zoals aan bijvoorbeeld de pitbull terriërs. Verder wordt gewerkt aan een gedragstest voor rashonden zodat eisen gesteld kunnen worden aan die hondenrassen waarvan de dieren een gevaar kunnen opleveren voor de veiligheid van mensen of dieren. Fokken van vee Er worden eisen gesteld aan het fokken van vee. Deze eisen hebben betrekking op de opneming in het stamboek, het keuren, de handel in sperma en de voorwaarden voor toelating van fokdieren tot de voortplanting. Export Dieren en dieetproducten mogen alleen worden geëxporteerd wanneer bewijzen kunnen worden overlegd over: • de identificatie van de dieren; • de gezondheid van de dieren; • het bedrijf van herkomst; • de markten waar zij zijn gekocht en waar zij zijn verzameld; • de manier van vervoer en belading. Algemeen Verder zijn in de wet algemene bepalingen opgenomen. Andere bepalingen gaan over financiële aspecten en overige zaken zoals de schadelijke stoffen in dieren en dierlijke producten en het identificatie- en registratiesysteem, het toezicht op de naleving van de wet en de opsporing van besmettelijke dierziekten, welke overtredingen strafbaar zijn en welke overtredingen misdrijven zijn. Bovendien is er een Raad voor Dierenaangelegenheden ingesteld. Die raad adviseert over concept AMvB's en ministeriële regelingen, bovendien brengt de raad ongevraagd advies uit. Uitvoering De uitvoering van de wet wordt bij AMvB's geregeld. AMvB's die uitvoering geven aan EU-regelgeving en die betrekking hebben op het dierwelzijn, krijgen voorrang.
Kinderboerderij bidboek_versie_3
pagina 5 van 8
Een kinderboerderij, wat zijn de opties? Bij het in beeld brengen van de verschillende opties van een kinderboerderij is als uitgangspunt genomen dat de nieuwe kinderboerderij en de bestaande speeltuin juridisch gezien binnen 1 organisatie thuis horen, namelijk Stichting De Speelderij. Vanwege het verschil in aard van de werkzaamheden lijkt het echter verstandig om e.e.a. organisatorisch te splitsen. Hierbij heeft het de voorkeur om de volgende uitgangspunten te hanteren: 1. Speeltuin en kinderboerderij De Speelderij moet betaalbaar blijven voor alle inwoners van Edam-Volendam. 2. Beide terreinen zijn geschieden door hekwerken, elk apart open te stellen. 3. Verschillende openingstijden hanteren. De tijden van de speeltuin kunnen gelijk blijven aan de huidige openingstijden (maandag -vrijdag 10:00-17:00 uur, zaterdag - zondag 12:00-17:00 uur) Gezien het welzijn van de dieren lijkt het raadzaam om daar alleen in de middaguren open te zijn voor het publiek: maandag – zondag van 13:30 t/m 17:00 uur. Daarmee wordt er voor de dieren een rustpunt ingebouwd. Tevens kan de ochtend dan gebruikt worden voor de verzorging van de dieren zoals het schoonmaken van hokken etc. 4. Het seizoen van de speeltuin loopt van april t/m oktober. Aangezien de dieren het gehele jaar door verzorging nodig hebben is de kinderboerderij het gehele jaar open. Wellicht valt te overwegen de openingstijden in de periode november - maart voor de speeltuin te herzien, vooral in de weekenden. 5. Gezien de aard van de werkzaamheden van de beheerders, bij de speeltuin gericht op houden toezicht en verkoop versnaperingen en bij de kinderboerderij op houden toezicht en verzorging van de dieren om de beheerders organisatorisch te splitsen en eigen speltregels te hanteren. 6. Hoofdingang is altijd de speeltuin, via de speeltuin is de kinderboerderij te benaderen. Absoluut geen verkoop van versnaperingen in de kinderboerderij. Ten aanzien van het organisatorische aspect zijn er een drietal opties: 1. Kinderboerderij met alleen vrijwilligers 2. Kinderboerderij met vast personeel, eventueel met vrijwillige assistentie 3. Kinderboerderij, beheer uitbesteed of in samenwerking met een andere organisatie (bv. Kinderdagverblijf, werkvoorzieningsschap) 1. Kinderboerderij met alleen vrijwilligers Deze opzet is gelijk aan het organisatorische deel van de speeltuin. Met vrijwilligers wordt er een rooster samengesteld waarbij er 7 dagen per week vrijwilligers zijn die volgens vaste afspraken werkzaamheden verrichten gericht op het verzorgen van de dieren en de openstelling van de kinderboerderij.
• •
•
Voordelen Financieel lagere lasten Veel vrijwilligers, dus bij uitval relatief kleine gaten in het rooster die opgevangen moeten worden. Spreekt bezoekers aan dat er met vrijwilligers iets gerealiseerd is.
• • •
Nadelen Afhankelijk van vrijwilligers, kwetsbaar op de lange en middellange termijn Veel vrijwilligers nodig om een dekkend rooster te kunnen garanderen. Zorg voor dieren vraagt intensieve inzet van vrijwilligers.
2. Kinderboerderij met vast personeel, eventueel met vrijwillige assistentie Er worden vaste krachten aangesteld die specifiek een aanstelling krijgen als beheerder van de kinderboerderij. Middels een rooster dienen deze vaste krachten te zorgen voor dagelijkse beschikbare capaciteit voor de verzorging van de dieren.
• • •
Voordelen Vaste aanspreekpunten, minder kwetsbaar Taakomschrijving optimaal ingericht op eisen en wensen bestuur. Mogelijkheid tot specialisatie
• • •
Kinderboerderij bidboek_versie_3
Nadelen Minimaal 56 uur per week, 7 dagen per week, bezetting nodig. Samen met vakantieperioden. Financiële lasten zijn niet zelf op te brengen, afhankelijk van structurele subsidies. Ongelijkheid ten opzichte van vrijwilligers van de speeltuin.
pagina 6 van 8
3. Kinderboerderij, beheer uitbesteed aan andere organisatie In samenwerking met een tweede partij kunnen er vaste afspraken gemaakt worden over het beheer. Te denken valt aan bv. De samenwerking met een kinderdagverblijf, werkvoorzieningschap etc.
• •
Voordelen Vaste aanspreekpunten Door bundeling activiteiten grotere aantrekkingskracht
• • •
Nadelen Beleid van andere organisatie heeft effect op beleid Stichting De Speelderij Beschikbare ruimte is beperkt. Belangen activiteiten kunnen botsen met elkaar.
Standpunt bestuur: Het eerste conceptplan om te komen is voor commentaar toegezonden aan alle vrijwilligers van speeltuin de Speelderij. Op basis van deze ‘informatieronde’ is het bestuur tot de conclusie gekomen dat het opzetten van een kinderboerderij met alleen vrijwilligers alleen een te kwetsbare zaak is. Daarom is besloten om in overleg met het gemeentebestuur te gaan bekijken of er mogelijkheden zijn om de te kijken naar de opzet van een kinderboerderij volgens optie 2 en 3. Inrichting van de beschikbare locatie Op dit moment is het nog niet mogelijk een uitgewerkt plan te presenteren van de inrichting van de beschikbare locatie. Aspecten die een rol spelen zijn de aanwezige leidingen voor NUTS voorzieningen die onder het terrein door lopen en de specifieke samenstelling van het dierenbestand. Waar echter aan gedacht wordt en een opzet die zich elders al heeft bewezen is een centraal pleintje waar de dieren kunnen lopen, grotendeels verhard. Op dit plein kunnen bezoekers ook in direct contact komen met de dieren van de kinderboerderij. Daaromheen staat een groot gebouw voor de beheerders, tijdelijke stallen, opslag voer, hooi en materialen. Om het plein zelf staan kleinere gebouwtjes en hokken die bedoeld zijn als vaste verblijfplaats voor de dieren. Achter deze hokken moeten ruimtes aanwezig zijn voor de dieren om in alle rust te kunnen grazen en rond te lopen. De rustruimtes en het centrale plein zijn gescheiden middels hekwerken maar zijn wel via tussen hekwerken bereikbaar. Samenstelling van het dierenbestand Bij de samenstelling van het dierenbestand zijn er diverse invalshoeken mogelijk. Te denken valt aan een bijzondere samenstelling of een samenstelling die aansluit bij het boerenbedrijf zoals dat in heden maar vooral recent verleden gebruikelijk was. Daarbij valt te denken aan schapen, geiten, eenden, kippen en konijnen. Bij de samenstelling van het assortiment dient rekening gehouden worden met de verzorgingsintensiteit en de benodigde kennis om een optimale verzorging te kunnen garanderen. Financieel beeld: de eerste investering en de exploitatielasten Op dit moment is het nog niet mogelijk om een goede onderbouwing te geven van de benodigde investeringen en exploitatiekosten. Op basis van zeer globale inschattingen en ervaringscijfers van derden kan echter wel de volgende opstelling gemaakt worden: Eerste investering • Grondwerkzaamheden / hekwerk • Huisvesting / gebouwtjes • Aanschaf dieren • Aanschaf materialen Totaal
€ €
150.000 200.000 25.000 25.000 400.000
Deze middelen dienen beschikbaar te komen door bijdragen gemeente Edam-Volendam, bedrijfsleven, fondsen en subsidies en eigenwerkzaamheid.
Kinderboerderij bidboek_versie_3
pagina 7 van 8
Exploitatielasten Deze lasten zijn uiteraard afhankelijk van de wijze van inrichting van de beheersorganisatie. • Vervangingskosten dieren € 1.000 • Opleidingen 1.000 • Voedsel dieren 2.500 • Dierenartskosten 1.000 • Onderhoud accommodaties 1.000 • Onderhoud en vervanging materialen 1.000 Subtotaal € 7.500 • Loonkosten (3 fte. á € 30.000) 90.000 Totaal € 97.500 Deze middelen dienen beschikbaar te komen via verkoop abonnementen (te denken valt aan € 3 extra per abonnement, sponsoring, giften. Een optie met vaste krachten is alleen mogelijk met structurele subsidiering door instanties. Andere aspecten die een rol spelen… Naast al het bovenstaande zijn er nog een aantal andere aspecten die een rol spelen bij de mogelijke realisatie van een kinderboerderij; • Educatieve activiteiten: indien besloten wordt verder te kijken naar de mogelijkheden is het een optie om te kijken of er met basis en middelbaar onderwijs in de gemeente Edam-Volendam structurele samenwerking gezocht kan worden waarbij via integratie van (structurele) bezoeken aan de kinderboerderij in het lesprogramma van scholen samenwerking kan ontstaan. • Werkgelegenheidsprojecten: In samenwerking met het centrum voor werk en inkomen kan gekeken worden of een kinderboerderij een rol kan spelen in werkgelegenheidsprojecten. • Toeristische trekpleister; de gemeente Edam-Volendam is bezig met onderzoek en ontwikkeling van activiteiten in de gemeente om de aantrekkelijkheid van de gemeente voor dagtoerisme te verbeteren. Wellicht kan een kinderboerderij hier een rol in spelen. Een kinderboerderij is een aanvulling op de voorzieningen in de gemeente, dus wellicht dat daar mogelijkheden zijn. De planning De planning van e.e.a. ziet er als volgt uit: Juli – Augustus 2004 Verzamelen opmerkingen en suggesties bij alle betrokken vrijwilligers September 2004 Standpuntbepaling binnen bestuur Stichting De Speelderij Oktober 2004 Standpunt van bestuur in overleg met gemeentebestuur verder vorm geven December 2004 Besluitvorming: GO of NO GO Bij GO Januari 2005 Ontwerp en inrichting kinderboerderij Januari – Juni 2005 Inzamelingsacties geld, vergunningaanvragen, opzetten definitieve beheersorganisatie. April 2005 Aanvraag benodigde vergunningen, op basis van eerste indicaties inzamelingsacties aanbestedingstraject opstarten Juli 2005 Start aanleg Januari 2006 Afronding aanleg Februari 2006 Aanschaf dieren Maart 2006 Officiële opening kinderboerderij De Speelderij
Kinderboerderij bidboek_versie_3
pagina 8 van 8