Studiemiddag vrijdag 24 april 2015
Van neuronen tot patronen: onrust en agressie bij mensen met een verstandelijke beperking 11.30-17.00 uur Hotel Vianen
11.30 uur
Opening Danielle Peppink, arts verstandelijk gehandicapten 's Heerenloo Zuid, Wekerom (dagvoorzitter).
11.35 uur
Behandeling van agressie: van wetenschap naar praktijk Jan Wiersma, (neuro)psychiater. Werkzaam vanuit eigen praktijk ‘Personal Brain Care. Praktijk voor (neuro)psychiatrie, hersenen en gedrag’. Tevens docent bij ITON/VU-UMC (Instituut voor Toegepaste Neurowetenschappen) en lid/onderzoeker bij Kenniscentrum van Trajectum.
12.10 uur
De noodzaak van het analyseren van systeemdynamiek rond onrust en agressie bij mensen met verstandelijke beperking Jan Baars, klinisch psycholoog/ psychotherapeut hoofd behandelprogramma's persoonlijkheidsstoornissen en stemming- & Angststoornissen Rembrandthof Hilversum (GGZCentraal). Hoofdopleider Systeemtherapie RINOgroep Utrecht.
12.50 uur
Lunchpauze
13.50 uur
Workshopronde 1
14.50 uur
Pauze
15.20 uur
Workshopronde 2
16.25 uur
Onrust en agressie bij het Syndroom van Down Jan van Stek, als zelfstandig psychiater werkzaam als consulent bij diverse instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking en daarnaast werkzaam als psychiater op de polikliniek voor mensen met een verstandelijke beperking van VGGNet in Doetinchem.
17.00 uur
Afsluiting
1
Workshops U kunt twee workshops kiezen uit onderstaande lijst. Geef ook een reserveoptie aan. Vul de drie letters in op het aanmeldformulier op www.nvavg.nl
A.
BuienRadar DAVID Marleen Laroy-Noordzij, De Twentse Zorgcentra. Uitdagend gedrag (o.a agressie, zelfbeschadiging) bij mensen met een ernstige verstandelijke beperking heeft voor zowel cliënten als begeleiders een grote impact op het welzijn en werken. Het BuienRadar DAVID project is opgezet met als doel om de begeleider direct en voortdurend inzicht te geven in een versimpelde representatie van de variaties in het niveau van opwinding van de cliënt, welke zijn gemeten met behulp van een draagbare bio-sensor (electrodermale activiteit; EDA). Het voortdurend volgen van de staat van opwinding van de cliënt zou voor begeleiders voorspelbaarheid van uitdagend gedrag kunnen vergroten en beter in staat stellen op het juiste moment te interveniëren. Hiermee kan uitdagend gedrag voorkomen of verminderd worden. In het onderzoekproject is een smartphone applicatie ontwikkeld die begeleiders op eenvoudige wijze hiertoe in staat stelt. Eerste gebruikersonderzoek toont aan dat 86% van de begeleiders positief over het gebruik van BuienRadar DAVID. In de workshop zal de achtergrond van het tot stand komen van de smartphone applicatie worden toegelicht. Hierbij zal nadrukkelijk worden stilgestaan bij de mogelijkheden en onmogelijkheden van het meten van biofysiologische maten bij zowel cliënten als begeleiders. Het project is tot stand gekomen in een samenwerking tussen De Twentse Zorgcentra (drs. M.E. Laroy-Noordzij) en de Universiteit Twente (dr. M.L. Noordzij).
B.
Zelfverwondend gedrag aan banden Bert Henderikse (gedragskundige), projectleider expertise Centrum Consultatie en Expertise, Utrecht Sylvia Huisman, AVG Prinsenstichting te Purmerend Ernstig en aanhoudend zelfverwondend gedrag (ZVG) is zowel bijzonder als ‘normaal’ probleemgedrag. De negatieve gevolgen voor cliënt, naasten en professionals zijn doorgaans enorm. In deze workshop wordt aandacht besteed aan een good practice. Zo worden interdisciplinaire diagnostiek met een idiografische theorie als product en de op deze theorie gebaseerde interventie behandeld. Ongeveer een derde van de workshoptijd wordt gebruikt om algemene verklaringen voor ZVG en de gedachten achter interdisciplinariteit, idiografische theorie en systematische interventie toe te lichten. De resterende tijd wordt besteed aan het gezamenlijk actief doorwerken van een casus.
2
C.
De professional in de Frontlinie Fred Smets, Gz-psycholoog/ systeemtherapeut/ EMDR-practitioner, Dichterbij. In de workshop ‘De professional in de Frontlinie’ wordt een systemische analyse van spanningsbronnen bij ernstig grensoverschrijdend gedrag besproken. Blootstelling aan geweld en/of bizar grensoverschrijdend gedrag eist zijn tol. De dynamiek van het cliëntsysteem laat ook het hulpverleningssysteem niet onberoerd. Het ontlokt spanningsvelden in zowel de samenwerking met de cliënt en het cliëntsysteem, als in het hulpverleningssysteem. Huiselijk geweld, seksueel misbruik, en suïcidaliteit roepen buitengewoon stressvolle situaties op, ook voor de professional. Het doet een groot emotioneel appèl op de professional. Dilemma’s, zorgmeldingen, dwangbehandelingen en conflicten maken dat de grenzen van zijn kunnen worden bereikt. Dit leidt niet zelden tot compassion fatigue, secundaire traumatisering en in extreme vorm tot burn-out. Er is niet alleen risico dat alleen de hulpverlener, maar het gehele hulpverleningssysteem in disbalans raakt. Daaraan ten grondslag liggen destructieve parallelprocessen. Hoe blijf je gezond en behoud je werkplezier in deze belastende werkomstandigheden? Inzicht in de onderliggende dynamiek van multimorbiditeit en irrationele processen is essentieel. Het belang van introspectie en reflectie is evident. Daarnaast is het zeer van belang dat een fundament van organisatorische expertise wordt vormgegeven, waarna het pas mogelijk wordt om hoogwaardige kennis en vaardigheden eigen te maken. Niet alleen de cliënt verdient dat; ook de professional.
D.
Is medicatie de enige oplossing? Dineke Vallenga, gedragswetenschapper ’s Heerenloo, consulent CCE Als onrust en/of agressie de kop op steken, komt het voor dat begeleiders de arts bellen met de vraag om medicatie voor te schrijven. In deze workshop wordt ingegaan op hoe neuropsychologische factoren het gedrag van door niet aangeboren hersenletsel getroffen personen kunnen beïnvloeden en het belang van integrale beeldvorming voor (het aanpassen van) begeleiding en omgeving. We bespreken interventies die de situatie voor cliënt en begeleiders kunnen verbeteren.
E.
Werken met het handelingskader Harry Kat, manager Idris, trainer ‘Vaardig aansluiten’ Probleemgedrag van cliënten leidt in de praktijk vaak tot interventies die gericht zijn op de uitingsvormen van het gedrag. Dat is begrijpelijk als het vertoonde gedrag zo schadelijk is dat er onmiddellijk moet worden ingegrepen. Uitsluitend interveniëren op de symptomen lost de oorzaken van het probleemgedrag niet op. Vaak blijft men steken in symptoommanagement en loopt het stressniveau bij de begeleiding en de omgeving fors op. Dat kan leiden tot een vicieuze cirkel met het isolement of uitstoting van de betreffende cliënt. Centrale vraag is: ‘Wat heeft de cliënt gemaakt dat hij/ zij nu is? Waarom doet degene wat hij/zij nu doet?’ Om het probleemgedrag goed te begrijpen moet men: de oorsprong van het gedrag kennen; de betekenis van het gedrag begrijpen; de gevolgen van de dynamiek van het gedrag onder ogen zien. Bijna altijd is er sprake van meerdere oorzaken, deze moeten dus in kaart gebracht
3
worden en gezien worden in de context van de persoon (geschiedenis, huidige toestand, toekomstperspectief) en dat in interactie met zijn/ haar sociale en culturele omgeving. Een hulpmiddel om dit in kaart te brengen is het handelingskader en dat bestaat uit de volgende onderdelen: De cliënt bekeken uit vier dimensies. De integratieve diagnose. Het therapeutisch klimaat. Visie op probleemgedrag en onvrijwillige zorg. Medewerker en (multidisciplinair) team. De organisatie van de zorgverlening. In deze workshop zal gewerkt gaan worden met het handelingskader, dit aan de hand van verschillende casussen. De deelnemers kunnen vervolgens kiezen op welke aspecten van het handelingskader we dieper ingaan.
F.
Overvraging of stress? Lex Wijnroks, universitair docent Pedagogiek ihb gehandicaptenzorg Universiteit Utrecht en ontwikkelingspsycholoog. In de praktijk van de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking worden problemen in het gedrag van cliënten vaak toegeschreven aan overvraging. Met overvraging wordt doorgaans bedoeld dat de omgeving te hoge eisen aan de cliënt stelt. Deze situatie doet zich vooral voor indien er een discrepantie bestaat tussen het cognitieve en het sociaal-emotionele ontwikkelingsniveau van de cliënt. In deze workshop stel ik het begrip overvraging ter discussie, maar ook de aanname dat discrepanties tussen iemands cognitieve en sociaal-emotionele niveau bestaan en gemeten kunnen worden. Mijn voorstel is om het begrip overvraging te vervangen door de begrippen uit de stressmodellen en dat het beter is te spreken van stressoren en stressreacties. Ik hou een pleidooi voor het beter observeren van de context waarin cliënten zich bevinden en het meten van stressindicatoren bij mensen met een verstandelijke beperking. Interventies zouden naar mijn idee ook gericht moeten zijn op het verminderen van stress bij cliënten in plaats van begeleiders te vragen meer rekening te houden met de discrepanties in iemands profiel.
G.
Zorgvuldige behandeling van psychiatrische en gedragsproblemen bij mensen met een verstandelijke beperking vereist (de overweging van) hersenbeeldvorming (Let op: deze workshop is deels gelijk aan de overboekte workshop van de studiemiddag in november 2013, echter zal nieuwe, door u ingebrachte casuïstiek behandelen) Jan Wiersma, (neuro)psychiater. Werkzaam vanuit eigen praktijk ‘Personal Brain Care. Praktijk voor (neuro)psychiatrie, hersenen en gedrag’. Hij is tevens docent bij ITON/VUUMC (Instituut voor Toegepaste Neurowetenschappen) en lid/onderzoeker bij Kenniscentrum van Trajectum. Bij iemand met een verstandelijke beperking, zeker als er (ernstige) gedragsproblemen ontstaan, wordt door de jaren heen veel onderzoek gedaan. Verschillende onderzoeken worden regelmatig herhaald (zoals een neuropsychologisch onderzoek, onderzoek naar het sociaal-emotioneel niveau (via diverse methodieken), sensomotorische integratie, somatisch onderzoek). Zo wordt via allerlei invalshoeken door de jaren heen gewerkt aan de beeldvorming over iemand. Zelden wordt er hersenbeeldvorming overwogen/gedaan, al was het maar eens in het leven, middels een CT- of een MRI-scan, laat staan een SPECTof PET-scan. Wat is uw mening daarover en ervaring daarmee?
4
Ik ga met u van gedachten wisselen over de zin en onzin van hersenbeeldvorming bij mensen met een verstandelijke beperking. Daarbij zou ik u graag willen uitnodigen vooraf met casuïstiek te komen, beschreven op een half A4-tje, waarin dergelijk onderzoek werd gedaan, u graag zou willen dat het zou zijn gedaan of u zich afvraagt of het toch gedaan zou moeten worden. Dat kan ik dan meenemen in de bespreking. In elk geval zal ik u meenemen op een korte reis door de hersenen waarbij de casuïstiek wordt besproken. (Toesturen van casuïstiek kan tot 10-04-15 naar:
[email protected]) H.
Grip op probleemgedrag: Een zorgprogramma voor de aanpak van probleemgedrag bij dementie in het verpleeghuis, ook bruikbaar in de AVG-zorg? Martin Smalbrugge, hoofd opleiding specialisme ouderengeneeskunde Gerion, afdeling huisartsgeneeskunde en ouderengeneeskunde, VUmc. Sandra Zwijsen (psycholoog, onderzoeker), afdeling huisartsgeneeskunde en ouderengeneeskunde, VUmc. Probleemgedrag komt veel voor op de psychogeriatrische afdelingen van verpleeghuizen. Hoewel er verschillende richtlijnen zijn voor de aanpak van probleemgedrag, werden deze in de praktijk nauwelijks gebruikt. Het VUmc ontwikkelde i.s.m. het St. Radboud UMC het zorgprogramma Grip op Probleemgedrag, dat gebaseerd is op de richtlijnen. Het zorgprogramma geeft structuur aan de aanpak van probleemgedrag; wie gaat er wat en wanneer doen als er probleemgedrag is? Het zorgprogramma richt zich op het gestructureerd vaststellen, analyseren, behandelen en evalueren van probleemgedrag. Met name het doen van een multidisciplinaire gestructureerde analyse van het gedrag is belangrijk om gedrag van bewoners te begrijpen. Na het doen van zo’n gestructureerde analyse kan de zorg in de behandelfase beter worden afgestemd op de behoeftes en voorkeuren van de bewoner. Vervolgens is het belangrijk om regelmatig een evaluatiemoment te plannen waarbij gecheckt wordt of alle afgesproken acties ondernomen zijn en het behandeldoel behaald is. Voor deze vier verschillende stappen bestaan binnen het zorgprogramma vaste formats om het proces te structureren en er zeker van te zijn dat er geen stappen worden overgeslagen. Om de effecten van werken met Grip op Probleemgedrag te kunnen onderzoeken werd op 17 pg-verpleeghuis afdelingen het zorgprogramma ingevoerd. De medewerkers (afdelingsmedewerkers, arts en psycholoog) van de deelnemende afdelingen konden na twee scholingsmomenten zelf aan de slag met het programma. Inmiddels zijn de er veelbelovende effecten vastgesteld en is in 2015 (met steun van Nuts OHRA) gestart met een verdere uitrol van Grip op Probleemgedrag. Tijdens de workshop zal het zorgprogramma en de implementatie van het zorgprogramma worden toegelicht aan de hand van praktijkvoorbeelden.
5
ALGEMEEN Locatie Hotel Vianen Prins Bernhardstraat 75 4132 XE Vianen Tel +31(0)347 32 59 59 Fax +31(0)347 32 59 60
[email protected] Routebeschrijving: http://www.hotelvianen.nl/nl/routebeschrijving/ Aanmelding 1. Ga naar www.nvavg.nl. 2. Klik rechtsboven op ‘Inschrijven studiedag’. 3. Vul het inschrijfformulier in en betaal via iDeal. Uw aanmelding is definitief na betaling. Restitutie is niet mogelijk. Bij verhindering is het wel mogelijk dat een ander uw plaats overneemt. Deelname zonder aanmelding is niet mogelijk. Meld u aan vóór 1 april, in verband met de reservering van ruimten en catering bij de locatie. Indien u alleen de ALV (ochtendprogramma) wilt bijwonen, dan bent u geen kosten verschuldigd en dan wordt er geen lunch voor u gereserveerd. Stuur in dat geval een e-mail naar
[email protected]. Dieetwensen U kunt uw dieetwensen op het inschrijfformulier aangeven. Workshopkeuze Vul de twee workshopnummers van uw keuze in + 1 reserveoptie. Indien er geen keuze wordt gemaakt, dan wordt u ingedeeld. Het honoreren van voorkeuren gebeurt op volgorde van inschrijving. Accreditatie De bijscholing wordt geaccrediteerd voor AVG’s, huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde. Kosten NVAVG-leden: Aios AVG (lid) en gepensioneerde NVAVG leden: Overigen/niet-leden/derden:
€ 185,€ 160,€ 210,-
Meer informatie?
[email protected] (Petra Noordhuis). Graag tot ziens op 24 april!
6