VAN NAAST DE TOREN Hij is gereed en hij werkt: we hebben het over de nieuwe site van de Antwerpse Contactgroep: www.acjcb.be ; geparkeerd op de site van Thomas, de site van de KUL voor de godsdienstleerkrachten. Met grote dank aan de mensen daar. Uitproberen dus. Het is gereed en het werkt: het nieuwe e-mailadres van de Antwerpse Contactgroep :
[email protected] ; de eerste vragen en reacties kwamen reeds binnen. En zij wordt verstuurd als U haar aanvraagt op dat e-mailadres, en een kleine 50tal personen deden dat al : de mailkrant van de ACJCB, met actueel nieuws. De Antwerpse Contactgroep was 26 april ook benaderbaar op de AKV, de Algemene Kerk- Vergadering van de Verenigde Protestantse Kerk in België die samenkwam in Oostmalle. Stond niet een tijd geleden in een Frans tijdschrift toen het ging over de JoodsChristelijke relaties : Nos différences nous font grandir, onze verschillen doen ons groeien. Misschien ook door hoe in de geschiedenis tegen het Hebreeuws aangekeken werd. Een titel die vanaf deze maand gaat rondslingeren is ‘Hebraica Veritas’ naar aanleiding van een grootse tentoonstelling die eerstdaags opent in Antwerpen. U leest alles daarover op de volgende bladzijden. Terwijl men in de Middeleeuwen neerkeek op de Hebreeuwse taal als op iets barbaars, was het beeld een eeuw later helemaal anders. Ze werd gezien als een bron van wijsheid en kennis. Joodse leraren hielpen of inspireerden katholieke en protestantse theologen om hun weg terug te vinden naar de oorspronkelijke Bijbel. In 1518 werd door bemiddeling van Erasmus het Collegium Trilinguae of het Drietalencollege opgericht dat zijn plaats kreeg in de universiteit van Leuven : daar werd het Grieks, het Latijn, en ook het Hebreeuws onderwezen. Zoiets had men toen nog nooit gezien. Bedoeling was om naar de bron van het christendom te kunnen gaan. Terug naar de bronnen. Dit is sindsdien verworven. Zijn we er nu ? Nu de kennis van het Hebreeuws ‘incontournable’ geworden is voor het verstaan van de Bijbelse tekst, zowel van het ‘Oude Testament’ (in het Hebreeuws) als van het Nieuwe Testament (in het Grieks, maar waar duidelijk het Hebreeuws onder zit), begint stilaan ook het besef door te dringen dat de manier van werken in het Hebreeuws belangrijk is voor het verstaan van de teksten. Niet enkel door de taal maar ook door de beelden, en de manier om iets te zeggen. We zijn er dus duidelijk nog niet. Maar de verschillen van appreciatie van de teksten doen ons groeien. De teksten gaan zo meer en meer betekenen. Aan deze berichten zijn de folder van de tentoonstelling ‘Hebraica Veritas’ toegevoegd en opnieuw de bedoelingen en beleidslijn van de Antwerpse Contactgroep (om door te geven ?)
Dit tijdschrift wordt normaal slechts toegestuurd aan de leden van de gespreksgroepen, de Vrienden van de Antwerpse Contactgroep voor JoodsChristelijke Betrekkingen ( zij die ons werk van onderling contact willen steunen met minstens 25 EUR per jaar ) en aan hen die 2,50 EUR per jaar betalen. Als U het Berichtenblad verder wenst te ontvangen, stort dan even 2,50 of 25 EUR.
Indien U belangstelling hebt om de mailberichten toegezonden te krijgen , dan vragen wij U vriendelijk om uw e-mailadres door te willen mailen naar
[email protected] . Vermeld U wel in de e-mail uw reële naam. Het spreekt vanzelf dat U altijd de mogelijkheid hebt om een einde te stellen aan toezending (een email volstaat), liever dat dan dat alles toch maar in de spammap terecht komt.
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP
HEBRAICA VERITAS
-
april-mei-juni 2008
- blad 2
Dé tentoonstelling in Antwerpen in 2008
EEN VERHAALLIJN IN ZES DELEN “De zestiende eeuw, die het schisma tussen protestanten en rooms katholieken over Europa bracht, was ook het toneel van een indrukwekkende opkomst van de studie van het Hebreeuws, die uitmondde in de vestiging van een nieuwe tak van wetenschap aan de universiteiten van West Europa.” Met deze uitspraak opent de inleiding tot de prachtige en degelijk toegelichte catalogus bij een indrukwekkende tentoonstelling in het Museum Plantin Moretus aan de Vrijdagmarkt te Antwerpen. “HEBRAICA VERITAS: Sprak God Hebreeuws?” Zo luidt de titel. Het is het derde luik van onderwerpen die op een bijzondere manier betrekking hebben op Antwerpen en op de beroemde drukker Christophe Plantin. Professor Dr. Albert van der Heide is de curator van deze tentoonstelling. Hij is best geplaatst om dit onderwerp aan het brede publiek te brengen. Hij doceerde hebraïstiek aan de universiteiten van Leiden en Amsterdam. Beide universiteiten bezitten een rijke verzameling Hebreeuwse drukken uit de zestiende en zeventiende eeuw. Al in de zestiende eeuw was de Plantijnse drukkerij actief in Leiden. Vooral de schoonzoon van Christophe Plantin, Frans Van Rafelingen of Raphelengius, zorgde er als kenner van de Semitische talen voor drukken in het Arabisch en in het Hebreeuws. In het christelijke Europa van de Middeleeuwen was de Bijbel enkel bekend in de Latijnse vertaling. Eeuwenlang waren alle Hebreeuwse geschriften volstrekt gesloten boeken. In de zestiende eeuw groeide het besef dat het Hebreeuws en de teksten in die taal geschreven toch essentiële bronnen van kennis vormen, die tot dan toe verwaarloosd waren. Een inhaalbeweging, die zich naast de Bijbel ook op de joodse mystiek (Kabbala) richtte, werd ingezet. Het Hebreeuws werd door niet-Joden gezien als een sleutel om kennis te verwerven en de Bijbelteksten te ontsluiten. De voorzet werd gegeven door de humanisten die voor een terugkeer naar de bronnen ijverden. Joodse geleerden waren nodig om de taalkennis over te dragen, maar na verloop van tijd namen christelijke hebraïsten de fakkel over en werden Hebreeuwse Bijbels en leerboeken geproduceerd door christelijke drukkers, van wie de Antwerpenaar Daniël van Bomberghen of Bomberg (rond 1525) in Venetië en Christoffel Plantin (rond 1575) in Antwerpen de belangrijkste vertegenwoordigers zijn. Vandaag plukken we nog steeds de vruchten van de 16de-eeuwse nieuwsgierigheid naar de bronteksten van de Bijbel. We beschikken over gedrukte Hebreeuwse teksten en kunnen de taal studeren aan diverse instellingen. Bovendien is elke nieuwe Bijbelvertaling gestoeld op wetenschappelijke studie gebaseerd op de Hebreeuwse grondtekst. Deze tentoonstelling is opgebouwd rond een verhaallijn in zes delen. Op banieren in de tentoonstellingsruimte staat telkens een korte samenvatting van wat de bezoeker te zien krijgt. Dit geeft een goede oriëntatie in de afzonderlijke delen met de centrale aandachtspunten en blikvangers voor elk deel. (1) BIBLIA HEBRAICA (1-8) ֠ De vierentwintig boeken van de Hebreeuwse Bijbel zijn zeer zorgvuldig overgeleverd. Ze zijn geschreven in een alfabet dat alleen de medeklinkers weergaf. Maar in de loop der tijd zijn er allerlei tekentjes en opmerkingen bij gezet om de correcte uitspraak te waarborgen en om alle tekstvarianten te elimineren. Handschriften van de Hebreeuwse Bijbels vertonen nog wel verschillen, maar de tekst van de gedrukte Bijbels is tot op zeer kleine details overal precies dezelfde. De Hebreeuwse Bijbel werd eerst alleen voor een joodse markt gedrukt, maar in de 16de eeuw ontstond er ook van christelijke kant een vraag naar. De Parijse drukker Robert Estienne produceerde twee prachtige uitgaven, die Christoffel Plantin inspireerden tot navolging.
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP
-
april-mei-juni 2008
- blad 3
Biblia Latina In de christelijke wereld was de Hebreeuwse Bijbel lange tijd een bijna onbekend verschijnsel. De Bijbel van de Kerk was de Latijnse vertaling van de kerkvader Hieronymus (5de eeuw): de Vulgata. De dominicaan en hebraïst Santi Pagnini, publiceerde in 1528 een nieuwe Latijnse vertaling, die duidelijk maakte dat Hieronymus lang niet overal goed vertaald had. (2) BIBLIA RABBINICA (9-12) Voor het goede begrip van de manier waarop de christelijke geleerden zich toegang tot de Hebreeuwse Bijbel verschaffen is het van belang te weten hoe dit in joodse kring functioneerde. De joden van de Middeleeuwen bestudeerden de Bijbeltekst met behulp van commentaren zoals die van Rasji, Abraham Ibn Ezra en David Kimchi. De christelijke hebraïsten namen deze methode over, maar concentreerden zich daarbij vooral op de taalkundige kennis die deze commentaren bevatten. Bijzonder gewild was het gedurfde initiatief van Daniël Bomberg, (1483–1553) die in Venetië de zgn. Rabbijnenbijbel (Miqra’ot Gedolot) uitgaf: Bijbelboeken geflankeerd door een selectie van middeleeuwse joodse commentaren. Drie keer bracht hij daar een dergelijke complete Bijbeleditie uit. (3) BIBLIA POLYGLOTTA (13-18) ֠ Vanaf de Oudheid heeft het feit dat de Bijbel in verschillende talen circuleerde de behoefte opgewekt om deze versies onderling te vergelijken. Daarbij hebben de Psalmen altijd veel aandacht gekregen. Het humanistische ideaal van de ‘drietalige bekwaamheid’ (eruditio trilinguis) versterkte deze belangstelling nog aanzienlijk. De ‘Complutensische Polyglot’ In Spanje wist kardinaal Francisco Ximenes de Cisneros, stichter van de universiteit van Alcalá de Henares (Complutum in het Latijn), tussen 1514 en 1517 een viertalige complete Bijbel te realiseren: een mijlpaal in de studie van de tekst van de Bijbel en in de christelijke hebraïstiek. De ‘Biblia Regia’ Een volgende mijlpaal in de geschiedenis van het drukkers- en uitgeversambacht en in de geschiedenis van de bijbelwetenschap was Plantins grote Bijbel in vijf talen, de grote Antwerpse polyglot, oftewel de Biblia Regia, opgedragen aan koning Philips II. Het is een Bijbel in vijf talen: Hebreeuws, Aramees, Grieks, Latijn en Syrisch. Bijgeleverd werd een compleet panorama aan talenkennis en feitenmateriaal. (4) GRAMMATICA HEBRAICA (19-34) (joodse auteurs) In de Middeleeuwen beschikten de joden over vele en uiteenlopende Hebreeuwse en Aramese teksten. Zo is er o.a. van de Aroech (ca. 1110)( de rabbijn, niet verwarren met de Sjoelchan Aroech van J. Karo nvdr.), een gigantisch lexicon voor de talmoedische en rabbijnse literatuur. Ook christelijke hebraïsten probeerden het te gebruiken om in de joodse bijbeluitleg door te dringen. Het eerste Hebreeuwse boek dat werd gedrukt en dat zeer in trek was bij joodse uitleggers en christelijke bijbelgeleerden was David Kimchi’s Sefer ha-Sjorasjim (Boek der Woordstammen, ca.1200), een uitvoerig woordenboek op de Bijbel. Een joodse tijdgenoot van de eerste christelijke hebraïsten was Elia Levita, die interessante nieuwe woordenboeken schreef en onmiddellijk werd opgemerkt door zijn christelijke collega’s. Mozes Kimchi was de oudere broer van David Kimchi. Zijn compacte grammatica werd aanvankelijk graag gebruikt, maar hij moest al gauw plaats maken voor het veel completere werk van David Kimchi, van Abraham de Balmes en voor de vele werken van Elia Levita, die voornamelijk door Sebastian Münster in het Latijn werden vertaald. (5) GRAMMATICA HEBRAICA (35-43) (christelijke auteurs) ֠ Over het algemeen wilden christelijke geleerden wel erkennen dat ze joodse kennis nodig hadden voor de studie van de Bijbel, maar ze wilden daar niet van afhankelijk zijn. Zij schreven ook zelf leerboeken in het Latijn. De reeks begon met Johann Reuchlins (1455– 1522) omvangrijke Rudimenta van 1506. In Parijs verschenen de werken van François Tissard en Agazio Guidacerio en in Leuven die van Johannes Campensis en Nicolaus Clenardus.
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP
-
april-mei-juni 2008
- blad 4
Een belangrijke plaats wordt ingenomen door Sebastian Münster uit Bazel, die niet alleen zeer veel joodse taalkundige werken vertaalde, maar ook zelf belangrijke grammatica’s schreef. Johann Forster echter schreef een woordenboek dat zich welbewust afzette tegen joodse invloeden. Johannes Isaac Levita was een tot het christendom bekeerde rabbijn, die professor aan de katholieke universiteiten van Leuven en Keulen werd en met Christoffel Plantin samenwerkte. De calvinist Petrus Martinius schreef een ‘moderne’ wetenschappelijke grammatica, die een langdurige invloed zou hebben op het onderwijs, vooral in Nederland, waar de ‘Officina Plantiniana’ in de jaren 1580 de Hebreeuwse boekdruk zou initiëren. Vroege voorbeelden van de talloze Hebreeuwse leerboeken die in de loop der jaren in Europa zouden verschijnen zijn die van Caspar Melissander, Robertus Bellarminus en Thomas Erpenius. (6) VARIA HEBRAICA (44-45) De Talmoed-editie van Bomberg Waar voorgangers en concurrenten niet de gehele Talmoed wisten te completeren, slaagde Daniël Bomberg erin in Venetië in de jaren 1520 voor het eerst de complete Talmoed met commentaren in losse delen uit te geven. Deze delen waren een zeer gewild bezit. De Psalmen “nae die Hebreeusche Waerheyt overgesedt” Johannes van Campen (Campensis, uit Kampen, Overijsel; 1491–1538), professor Hebreeuws in Leuven vanaf 1521, verdiepte zich speciaal in de uitleg van de Psalmen en van het boek Prediker. Hij publiceerde daarvan parafraserende Latijnse versies en vertaalde die in het Nederlands. Dit toont aan dat Hebreeuws niet alleen een zaak van de academie was, maar dat de belangstelling ervoor breder werd gedragen. Frans L. van den Brande
PRAKTISCH Museum Plantin-Moretus/Prentenkabinet, Vrijdagmarkt 22, 2000 Antwerpen Tel. + 32 (0)3 221 14 50. Metro 2,3,5,6,15, tram 4,8 en bus 22,25,26 : halte Groenplaats Auto: parking Groenplaats of Brabo en Scheldekaaien www.museumplantinmoretus.be; E-mail:
[email protected] Openingsuren: 10:00 tot 17:00 u. (tickets tot 16:30 u). Maandag gesloten. Toegang: € 6/4/gratis voor Antwerpenaren op vertoon van identiteitskaart Rondleidingen voor groepen: € 60,00 voor 1,5 uur + € 3,00 voor administratiekosten. Aan te vragen via Toerisme Antwerpen, tel. ++ 32 (3) 232 01 03 Catalogus (Nederlands) en Catalogue (Engels): € 30 Gratis rondleidingen voor individuelen: elke zondag tijdens de tentoonstelling om 11:00 uur (u betaalt enkel de toegang tot het museum). Duur: 1,5 uur. Inschrijven verplicht via Prospekta vzw op tel.nr ++ 32 (0)3 203 95 85 op weekdagen m.u.v. maandag tijdens de werkuren, op zaterdag van 12:00 tot 17:00 u. Workshop Kalligrafie – voor kinderen van 8 tot 12 jaar: elke zondag tijdens de tentoonstelling om 11:00 uur. Duur: 1,5 uur. € 6,00. Inschrijving verplicht via Prospekta vzw (zie hierboven). De workshop (geen al te nette kleren: verf maakt vlekken) vindt plaats vanaf 5 inschrijvingen. Tip: volg zelf een gratis rondleiding op zondagochtend terwijl zoon, of dochter zich uitleeft in de workshop!
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP
-
april-mei-juni 2008
- blad 5
BIJ ONZE BUREN Instituut voor Joodse Studies
VERDERE LEZINGEN 2de SEMESTER 2007-2008
Donderdag 8 mei 2008 ISRAëL AT 60 : IF YOU WILL IT, IS IT STILL A DREAM ? Dr. Emanuele Ottoleghi, Transatlantic Institute Brussels Donderdag 15 mei 2008 MY KISHINEV POGROM. AN AMERICAN STORY Prof. dr. Nancy K. Miller, The Graduate Center, City University of New York Donderdag 22 mei 2008 DE NEDERLANDS-JOODSE AUTEUR ETTY HILLESUM ALS KRONIEKSCHRIJFSTER VAN HAAR TIJD (1941-1943) Prof. dr. Klaas Smelik, Universiteit Gent Donderdag 26 juni 2008 THE PEOPLE AND THE BOOK : THE INVENTION OF PRINT AND THE TRANSFORMATION OF JEWISH CULTURE (*) (zie verder) Prof.dr. David Ruderman, Center for advanced Judaic Studies University of Pennsylvania in het Hof Van Liere Prinsstraat 13, 2000 Antwerpen Deze donderdagavondlezingen vinden plaats om 20.00 uur op de Stadscampus, Rodestraat 14 (lokaal R.013), 2000 Antwerpen (tenzij anders vermeld). Alle lezingen zijn gratis toegankelijk. Inschrijven is niet noodzakelijk. Instituut voor Joodse Studies, Universiteit Antwerpen, Prinsstraat 13, L.400, 2000 Antwerpen, T: +32 (0)3 275 52 43, F: +32 (0)3 275 52 41,
[email protected], www.ua.ac.be/ijs
RECHT VOOR EEN MINDERHEID.
TWEE EEUWEN INSTITUTIONELE INBEDDING VAN DE JOODSE EREDIENST IN BELGIË. Maandag 19 mei 2008, 9:30-18:00 - Universiteit Antwerpen, Gebouw Grauwzusters Promotiezaal - Lange Sint-Annastraat 7, 2000 Antwerpen In samenwerking met het Centraal Israëlitisch Consistorie van België en de Faculteit Rechten van de Universiteit Antwerpen Op 17 maart 1808 kondigde Napoleon Bonaparte de regeling af die het organisatorische leven van de joodse gemeenten in Frankrijk zou bepalen. Met de instelling van een in Parijs gevestigd Consistoire Central werd een nieuw regime geschapen : de overheid ordende de aanhangers van het joodse geloof. Op 19 mei 2008 wordt in een studiedag aan de Universiteit Antwerpen aandacht besteed aan het in 1808 geïntroduceerde consistoriale systeem. Het Belgische jodendom nog steeds een Centraal Israëlitisch Consistorie, dat instaat voor vertegenwoordiging en belangenbehartiging van de joodse gemeenten. Sprekers : Phyllis Albert Cohen (Center for European Studies, Harvard University) Bart Wallet (Universiteit van Amsterdam) Adriaan Overbeeke (Vrije Universiteit Amsterdam / Universiteit Antwerpen) Jean-Philippe Schreiber (Université Libre de Bruxelles) Veerle Vanden Daelen (Universiteit Antwerpen) Met een toespraak door Julien Klener, Voorzitter Centraal Israëlitisch Consistorie van België, en Patrick Janssens, Burgemeester Stad Antwerpen (onder voorbehoud). Studiedag in het Nederlands en het Engels - toegang gratis - gedetailleerd programma zie www.ua.ac.be/ijs
EERSTE CONTACTDAG “JOODSE
STUDIES IN DE LAGE LANDEN”
Dinsdag 20 mei 2008, 9:00-19:00 - Universiteit Antwerpen, Gebouw Grauwzusters Promotiezaal - Lange Sint-Annastraat 7, 2000 Antwerpen In samenwerking met het Departement Geschiedenis van de Universiteit Antwerpen Het Instituut voor Joodse Studies organiseert in samenwerking met het Departement Geschiedenis aan de Universiteit Antwerpen een eerste interdisciplinaire ontmoetings-studiedag op het terrein van de joodse studies
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP
-
april-mei-juni 2008
- blad 6
van de Lage Landen. Doel van deze dag is de verschillende onderzoekers die zich bezighouden met joodse studies van de Lage Landen met elkaar in contact te brengen. We bieden in het bijzonder jonge onderzoekers een forum om “work in progress” te presenteren en verwelkomen daarnaast ook meer gevestigde onderzoekers. Deze dag beoogt een wisselwerking tussen verschillende onderzoeksgeneraties. Vertegenwoordigde thema’s en disciplines zijn geschiedenis, recht, antropologie en sociologie. Session I: Early Modern and Modern History Shmuel Shepkaru, Henriette De Bruyn Kops, Saskia Coenen Snyder, Liesbeth Schimmel Session II: World War II Jean-Philippe Schreiber, Barbara Dickschen, Marc Verschooris, Yves Louis Session III: The Netherlands and Belgium in the 19th and 20th Century Levi Wastyn, Gregg Lansu, Lars Verstappen, Nathalie Lemmens, Anick Vollebergh Session IV: Women and Gender Joke Kusters, Chia Longman, Dina Dahbany-Miraglia Contactdag in het Engels - toegang gratis - gedetailleerd programma zie www.ua.ac.be/ijs (*) Het joodse boek in een christelijke wereld Donderdag 26 juni 2008 Het Museum Plantin-Moretus (zoals U kunt lezen op voorgaande bladzijden) richt een tentoonstelling in die licht werpt op de joods-christelijke dialoog in de 16de eeuw onder de titel: ‘Hebraica Veritas: Christoffel Plantin en de christelijke hebraïstiek’. De tentoonstelling belicht deze contacten en conflicten aan de hand van handschriften, oude drukken, grafische en picturale artefacten, die samen de herontdekking van de Hebreeuwse taal illustreren en een indruk geven van de gedachtewereld achter de wens om de Bijbel ook in de grondtalen te kennen. Ucsia en het Instituut voor Joodse Studies aan de Universiteit Antwerpen organiseren naar aanleiding hiervan een internationale conferentie met experts uit Europa, Israël en de Verenigde Staten over de impact van het drukken en verspreiden van joodse boeken in de christelijke wereld. The People and the Book: the Invention of Print and the Transformation of Jewish Culture (in het Engels) David Ruderman, professor of Modern Jewish History, Centre for Advanced Judaic Studies, University of Pennsylvania De lezing biedt een breed overzicht van de kennisexplosie die werd teweeggebracht door de boekdrukkunst en die de joodse cultuur in het vroegmoderne Europa transformeerde. De uitgave van joodse boeken wijzigde ingrijpend de wijze waarop joden hun heilige geschriften studeerden en ermee omgingen. Het haalde de grenzen neer tussen joden die in verschillende delen van Europa leefden. De nieuwe boekenmarkt schiep een mobiliteit van personen en ideeën. En de gretige christelijke lezer van joodse boeken moedigde christelijke drukkers als Daniel Bomberg aan om Hebraica uit te geven zowel voor christenen als joden. De boekdrukkunst riep een nieuwe katholieke censuur van joodse boeken op, wat de joden ertoe noopte hun eigen geloofsopvattingen duidelijker te verwoorden zonder die van de christenen af te keuren. De boekdrukkunst deed eveneens een Jiddische en Ladino (Joods-Spaanse) literatuur ontstaan en ook in andere Europese talen ontwikkelde de joodse literatuur zich. Internationale Conferentie THE JEWISH BOOK IN A CHRISTIAN WORLD 25-27 juni 2008 - Universiteit Antwerpen / Museum Plantin-Moretus In samenwerking met het Universitair Centrum Sint-Ignatius Antwerpen (UCSIA) en het Center for Advanced Jewish Studies (University of Pennsylvania) Deze internationale conferentie zal de impact van het drukken en het verspreiden van joodse boeken in de christelijke wereld belichten. Gerenommeerde academici uit Europa, Israël en de Verenigde Staten zullen ingaan op het culturele belang van de Hebreeuwse drukkunst van de 15de tot de 17de eeuw voor de joodse en christelijke wereld.
Woensdag 25 juni 2008, 17:00 Keynote Lecture: The Jewish Book in a Christian World Anthony Grafton - Princeton University Met een toespraak door Philip Heylen, Schepen voor Cultuur en Toerisme Stad Antwerpen, gevolgd door een receptie op uitnodiging van de Stad Antwerpen
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP
-
april-mei-juni 2008
- blad 7
Donderdag 26 juni 2008, 9:00-18:00 Session I: The Printing of the Hebr. Bible and Judaica in Antwerp and the Low Countries Bruce Nielsen - Jewish Theological Seminary, New York Theo Dunkelgrün - University of Chicago Adri Offenberg - University of Amsterdam Amnon Raz Krakotzkin - Ben Gurion University of the Negev Session II: Christian Publishers and Readers of Hebr. Literature August den Hollander - University of Amsterdam Piet Van Boxel - Oxford Centre for Hebr. and Jewish Studies Joanna Weinberg - Oxford Centre for Hebr. and Jewish Studies Joseph Hacker - The Hebr. University of Jerusalem Evening Lecture: The People and the Book: The Invention of Print and the Transformation of Jewish Culture David Ruderman - University of Pennsylvania Vrijdag 27 juni 2008, 9:00-12:30 Session III: The Impact of Print on Jewish Culture Elhanan Reiner - Tel Aviv University Shlomo Berger - University of Amsterdam Moshe Idel - The Hebr. University of Jerusalem Conferentie in het Engels - toegang gratis - gedetailleerd programma zie www.ua.ac.be/ijs
VAN NAPOLEON TOT HEDEN, EEN CONSISTORIE IN WORDING Zondag 18 mei 2008, 10:00-17:00 - Colloquium in de Koninklijke Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten, Brussel naar aanleiding van het 200 jaar bestaan van het Belgisch Consistorie. Organisatie, inlichtingen en gedetailleerd programma: Centraal Israëlitisch Consistorie van België - 02 512 21 90 -
[email protected] - www.jewishcom.be
MATERIAAL Tenachon Van de reeks: ‘de Psalmen - worstelen met God, met hart en ziel’ verscheen reeds deel 1 ‘Psalm 7, 9, 10, tussen hoop en vrees’, deel 2 ‘Psalm 13, 14, 21, 22, een zee van emoties’, deel 3 ‘Psalm 25, 27, de dynamiek van een spiritueel leven’, deel 4 ‘Psalm 33, 34, weest dankbaar en blij’, deel 5 ‘Psalm 23, 37, 38', deel 6 ‘Psalm 44,52,53, over ballingschap en verlossing in een gefragmenteerde wereld’, deel 7 ‘Psalm 54,55, 57 de pijn van het verraad’. Een abonnement kan genomen worden aan 49,50 EUR, een opbergmap 10 EUR, en een proefnummer aan 9,50 EUR bij de uitgeverij Eburon, Antwoordnummer 12, NL-7940 VB Meppel. Nadere info: Folkertsma Stichting, Burg.Lambooylaan 18, NL-1217 LD Hilversum; tel.00-31-35-6219406; e-mail:
[email protected] ; www.folkertsmastichting.nl Gaat U ook eens kijken op de site van Kerk en Israël van de PKN (= Protestantse Kerk in Nederland) voor materiaal, inhoudelijke artikels over Joods-Christelijke relaties http://www.pkn.nl/kerk%26israel/default.asp
MEDEDELINGEN Zoals elk jaar organiseert het FORUM der Joodse Organisaties de herdenkingsplechtigheid in Antwerpen ter gelegenheid van “8 mei, Dag van de Overwinning, voor de Democratie en Herdenking van de door nazi-Duitsland gepleegde Genocide”. Deze ceremonie zal plaats vinden op dinsdag 6 mei om 18u00 stipt aan het Monument voor de gedeporteerde Medeburgers, op de hoek van de Belgiëlei en de Mercatorstraat te 2018 Antwerpen. Wij onderlijnen het belang en de noodzaak om de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog te herdenken en wenden deze ceremonie aan als waarschuwing voor de gevaren van bepaalde tendensen en ideologieën. Nadere informatie : www.fjo.be (werd reeds eerder medegedeeld in de mailkrant van onze ACJCB)
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP
-
april-mei-juni 2008
- blad 8
Amos Oz UITREIKING EREDOCTORAAT ALGEMENE VERDIENSTEN Dinsdag 6 mei 2008 De Raad van Bestuur van de Universiteit Antwerpen heeft besloten om een eredoctoraat algemene verdiensten uit te reiken aan Amos Oz, Israëlisch schrijver en publicist. Gelieve u bij interesse aan te melden op het Instituut voor Joodse Studies: (03) 275 52 43 –
[email protected]
EUGEEN VAN MIEGHEM : 30 ongekende werken tentoongesteld. Het werk van Antwerps havenkunstenaar Eugeen Van Mieghem (1875-1930) geniet de laatste jaren internationale belangstelling. Hij was een bevoorrecht getuige van de vluchtelingen die aan de Rijnkaai de boten van de Red Star Line opstapten op weg naar Amerika. Hij schetste die vluchtelingen, tekende, schilderde. In het Stedelijk museum Hoogstraten, gelegen in het prachtige historische kader van het begijnhof, werden een dertigtal werken van de kunstenaar samengebracht rond eenzelfde thema: werken en leven in de schaduw van de kathedraal. Dit deel van de dubbeltentoonstelling waar ook werken van Alfred Ost getoond worden werd samengesteld door de Van Mieghem Stichting. Deze kon rekenen op de collectie van een privé-verzamelaar. Dit betekent dat de meeste tentoongestelde werken voor het eerst getoond worden aan het publiek. Het geëxposeerde werk van Alfred Ost (1884-1945) behoort tot de vaste collectie van het museum en tot de schenking van de Universiteit van Tilburg. Op de vernissage wees Erwin Joos, conservator van het Eugeen Van Mieghemmuseum erop dat Ost en Van Mieghem beide geboren Oost-Vlamingen zijn, allebei sterk betrokken met Antwerpen en met de Academie te Antwerpen. 19 april 2008 – 22 juni 2008 In de schaduw van de kathedraal. Eugeen Van Mieghem - Alfred Ost. Stedelijk museum Hoogstraten, Begijnhof 9, 2320 Hoogstraten (www.hoogstraeten.be) Open van woensdag t.e.m. zondag van 14 tot 17 uur. Toegang gratis. (FvdB) -----------------------------
Kerk als surrogaat
door dr. H. Vreekamp
(verschenen in Woord en Dienst van 19/2/08)
Het woord passeert regelmatig, maar wat bedoelen theologen in hemelsnaam met ‘vervangingstheologie’ ? Een korte cursus in zeven stappen. Van Dale ‘Vervangingstheologie’ is heel erg. Je hoort er absoluut tegen te zijn, zeggen de Israëlfans. Waartegen precies ? Laten we eens kijken in het woordenboek. De grote Van Dale laat het afweten. Het woord ‘vervangingstheologie’ komt niet voor. Nu de Van Dale toch eenmaal op tafel ligt: nog een woord dat je tegenwoordig in verband met Israël geregeld hoort: ‘onopgeefbaar verbonden’. Het woord ‘onopgeefbaar’ bestaat volgens van Dale ook al niet. Blijkbaar zijn wij nieuwe woorden aan het smeden als het gaat om onze relatie tot Israël. Vreemd. Geliefde Dan maar zonder woordenboek. De ‘vervangingstheologie’ gaat ervan uit dat God op een dag tegen zijn volk Israël heeft gezegd: “ik stop ermee. Daar hebben jullie het helemaal naar gemaakt. Jullie hebben Jezus niet als mijn Messias erkend.” De liefde is op. God en Israël scheiden van tafel en bed, sterker: gaan voorgoed uit elkaar. Zijn geliefde Israël, nota bene ! En dan ? Dan vervangt God Israël door een nieuwe geliefde en laat Israël dus lekker jaloers achter. God zelf blijft hoe dan ook niet alléén. Hij kan gewoon niet zonder mensen. God zijn op je eentje is blijkbaar ook niet alles. De nieuwe geliefde van God, jawel, dat is de kerk. Hoera. Wij kerkmensen, christenen, zijn nu de nieuwe en grote liefde van God. Met ons gaat Hij verder. Dat ziet Hij helemaal zitten. Israël heeft het nakijken. Eigen schuld, dikke bult. Surrogaat Laten we voor een moment aannemen dat dit verhaal over de scheiding tussen God en Israël waar is. Dat de kerk de plek van Israël heeft ingenomen, dat christenen het Joodse volk hebben vervangen. Terug naar het woordenboek. Bij het woord ‘vervanging’ ontbreekt ‘vervangingstheologie’, maar wij vinden
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP
-
april-mei-juni 2008
- blad 9
wel ‘vervangingsmiddel’ en ‘vervangingsproduct’. Die beide woorden zouden prima op de kerk kunnen slaan. De kerk als vervangingsmiddel en vervangingsproduct voor Israël. Wat lees ik als de betekenis van die beide woorden ? Surrogaat ! Die klap komt hard aan. De kerk die van zichzelf zegt dat zij de plaats van Israël heeft ingenomen, is als kerk niet meer dan surrogaat. Dat wil zeggen: een product dat een ander vervangt, maar dan wel van mindere kwaliteit is. ‘Men raakte zo gewend aan sommige surrogaatmiddelen, dat men pas na de oorlog bemerkte hoe slecht de kwaliteit was geweest’. Deze laatste zin, geplukt van het internet, slaat angstig helder op de kerk. Na de Tweede Wereldoorlog ontdekten wij, hoe slecht de kwaliteit was geweest van de kerk als het zogenoemde ‘nieuwe Israël’. Maar toen was het te laat voor zes miljoen Joden. Besnijdenis Ik geef een voorbeeld van die slechte kwaliteit van de kerk. Met pijn in het hart, maar de zaak is te ernstig om te verzwijgen. Wanneer in de dorpskerk van mijn jeugd kinderen werden gedoopt, hoorde ik in de oude zestiende-eeuwse taal: “Dewijl dan nu de doop in de plaats van de besnijdenis is gekomen ...” De schaamte voorbij, denk ik nu. Zonder enige schroom beweert de kerk dat een oud onderdeel door een nieuw is vervangen. Het oude onderdeel ‘de besnijdenis’ - dat heeft zijn tijd gehad - is vervangen door het gloednieuwe ‘de doop’. En al die Joodse jongetjes die nog altijd op de achtste dag het teken van de besnijdenis ontvangen ? Jammer dan, zij hebben de boot gemist. Wat ze nodig hebben, is de christelijke doop. Statenbijbel Nog een voorbeeld van de slechte kwaliteit van de kerk, opnieuw met pijn in het hart. In de zeventiendeeeuwse Statenbijbel vind je naast de bijbeltekst zogenoemde ‘kanttekeningen’, aantekeningen in de kantlijn, waarin uitleg van de tekst wordt gegeven. Al jaren boeit mij de profeet Zacharia. Ik ben weg van zijn visioen over de toekomst van Jeruzalem, uit het veertiende hoofdstuk van zijn profetie. De toekomst van Jeruzalem dus. Wat lees ik in de ‘kanttekeningen’? Volgens vers 8 ziet de profeet hoe ‘levende wateren’ uit Jeruzalem zullen stromen. In de kantlijn lees ik : ‘Hierdoor moet men verstaan de gaven van de Heilige Geest, die Christus overvloedig over zijn kerk uitstorten zou’. In vers 10 schetst Zacharia hoe Jeruzalem zal verhoogd worden temidden van het vlakke land. In de kantlijn : ‘De stad Jeruzalem, waardoor de kerk Gods hier wordt beduid, inzonderheid de kerk van het Nieuwe Testament’. Jeruzalem zal bewoond worden in haar plaats, vervolgt de profeet. De kanttekeningen vervolgen: ‘dat is, velen zullen zich tot de kerk begeven’. Vers 12 beschrijft het optrekken van de volken tegen Jeruzalem. Dat zijn degenen, aldus de kantlijn, die de kerk bevochten en vervolgd hebben. En dan in vers 16 het grandioze visioen over de volken die als pelgrim optrekken naar Jeruzalem, om met het Joodse volk het Loofhuttenfeest te vieren. De kanttekening ziet het zo : ‘De Heere zal hen bekeren, alzo dat zij zich ook tot de Christelijke gemeente begeven zullen om de Heere te dienen. De profeet beschrijft hier de inwendige godsdienst van de kerk van het Nieuwe Testament door de uiterlijke godsdienst, die in het Oude Testament is gebruikelijk geweest’. De conclusie is onontkoombaar: Jeruzalem is vervangen door de kerk ofwel de christelijke gemeente. Als klap op de vuurpijl krijgt het Oude Testament de uiterlijke godsdienst toegeschoven, terwijl de kerk van het Nieuwe Testament zich mag verheugen in een inwendige godsdienst. Drie keer raden wat de voorkeur verdient : uiterlijk of inwendig ? Zenuw Hier raken we een christelijke zenuw. Stel, je moet op het bekende onbewoonde eiland kiezen tussen twee boeken : Oude Testament of Nieuwe Testament. Als christen zou ik zonder aarzelen kiezen voor het Oude Testament. Ook voor christenen is het Oude Testament de eigenlijke Bijbel. Het Nieuwe Testament is het commentaar daarop in de naam van Jezus. Dat is natuurlijk de christelijke wereld op zijn kop. In onze Bijbels heb je eerst het Oude Testament en daarna het Nieuwe. In die volgorde lezen we ook. En dan ? Heb je dan de Bijbel uit ? Nee, het Nieuwe Testament zet je terug in de wereld van het Oude Testament. En wel zo, dat de inhoud van dat Oude Testament onverwacht gloednieuw voor je is. ‘Nieuw’ betekent hier dus niet ‘vervanging’ maar ‘bevestiging’ van het oude : stempel erop, handtekening eronder, zegel eraan. Zo is het ook met het volk van het Oude Testament, met Israël. Jeremia heeft het in hoofdstuk 31 van zijn profetie over een nieuw verbond. Een nieuw verbond met wie ? Met een ander dan Israël, met een nieuwe partner ? Nee, een nieuw verbond met het huis van Juda, met het huis van Israël. Van een andere partner is geen sprake. Het nieuwe verbond is als de nieuwe maan. Dezelfde maan opnieuw. Nooit en nergens is vernomen dat God het verbond met Israël heeft opgezegd. Wél dat in Israël alle volken van de aarde mee-
BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP
-
april-mei-juni 2008
- blad 10
bedoeld zijn. En dus ook de kerk uit die volken. Naast de synagoge Niets maakt zo gelukkig als je plaats kennen, schreef Tom Naastepad. Een gelukkige kerk is een kerk die haar plaats kent : naast de synagoge. Niet ’vervanging’ maar ‘verhouding’ is het trefwoord. Jaren heb ik gewerkt met de Raad voor de verhouding van Kerk en Israël (nvdr.: in Nederland ). Vervanging, dat is de dood voor de ander. Verhouding, dat is het leven voor de ander. Dat is volgens onze kerkorde ‘delen in de aan Israël geschonken verwachting van het Koninkrijk van God’ (zie ook www.vreekamp.nl)