Van koerier tot glas File transfer in de Broadcast-industrie
Titel Van koerier tot glas, file transfer in de broadcast Industrie Uitgave ihkv het programma Nederland Digitaal in Verbinding. Nederland Digitaal in Verbinding (NDiV) stimuleert samenwerken met inzet van ICT in het Nederlandse MKB. Het Ministerie van Economische Zaken is initiatiefnemer en financier van het project. Syntens, het innovatienetwerk voor ondernemers, is één van de uitvoerende partners. Het brancheprogramma van NDiV richt zich op de mogelijkheden voor slim digitaal samenwerken bij brancheorganisaties en hun leden. Meer informatie op www.ndiv.nl Verveelvoudiging en/of openbaarmaking van deze publicatie is niet toegestaan, behalve indien hiervoor schriftelijk toestemming is gekregen van Stichting iMMovator of van Syntens. Citeren is alleen toegestaan met bronvermelding. Aan deze publicatie is bijgedragen door: Kasper Fleer
Freddy Otten
Arend-Jan Westerhuis
Rob ten Siethoff
Erwin Bos
Frank Visser
Petra Mardikjan
File transfer in de Broadcast-industrie
Coördinatie en redactie: Frank Visser Betrokken organisaties:
Van koerier tot glas
DEZE PUBLICATIE IS MEDE GEFINANCIERD MET STEUN VAN HET EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING VAN DE EUROPESE COMMISSIE Productie: Ontwerp:
BWS-Excelsior, Haarlem
Print:
All-in Printing, Haarlem
Oplage:
200
De digitale versie van deze publicatie is ook te downloaden via www.syntens.nl/filetransfer of via www.immovator.nl alwaar ook hardcopies te bestellen zijn.
Inleiding
Inhoudsopgave
Sinds haar ontstaat hebben er al vele veranderingen plaatsgevonden in de Broadcast-industrie, bijvoorbeeld van zwart/wit naar kleur en van een vier-drie verhouding naar breedbeeld en van SD naar HD. Met
Inleiding _________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 4
de komst van het digitale tijdperk werden er vele nieuwe technieken geïntroduceerd waarbij niet alleen veranderingen bij de consument, maar ook bij de gehele industrie daarachter noodzakelijk zijn. Een
Inhoudsopgave _____________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 5
innovatie die al langer in de pijplijn zit is filebased uitwisseling van videomateriaal. Deze techniek is sneller, betrouwbaarder en flexibeler dan tapebased uitwisseling. Het interpreteren en transcoderen voor de vaak
Afbakening broadcast, (post-productie) en zenders __________________________________________________________________________________________ 6
bestands-gebaseerde interne workflow kost momenteel meer tijd en geld dan nodig doordat niet elke organisatie op dezelfde manier handelt. Om optimaal gebruik te kunnen maken van filebased uitwisseling
29 (post-)productiebedrijven _______________________________________________________________________________________________________________________________ 8
is het zaak de bestandsgebaseerde workflows van organisaties naadloos op elkaar aan te laten aansluiten. Het opstellen en naleven van een uitwisselingsnorm biedt hier een uitkomst.
File transfer model _ _____________________________________________________________________________________________________________________________________________ 14
Middels deze publicatie willen NDiV en Dutch Media Hub deze innovatie stimuleren door in overleg met
Model: Content ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 16
de industrie een voorstel te doen voor een dergelijke standaard. Er hebben bij meerdere partijen vraaggesprekken plaatsgevonden om te spreken over hun visie op uitwisseling van content. Er zijn tien grote
Model: Connectiviteit _ ________________________________________________________________________________________________________________________________________ 21
partijen aan het einde van de Broadcast keten aangesproken. Daarnaast is er informatie over de werkwijze van kleinere partijen uit het NDiV project gebruikt om een goed beeld te kunnen geven van de huidige stand
Model: Protocol ___________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 24
van zaken in de Broadcast-industrie. Dit rapport geeft een analyse van deze resultaten weer. Daarnaast is
een document beschikbaar met de aanleverspecificaties die uit dit onderzoek zijn voortgekomen.
Model: Organisatie ______________________________________________________________________________________________________________________________________________ 31 10 gouden regels voor file transfer ____________________________________________________________________________________________________________________ 36 10 golden rules for file transfer of broadcast program material _ _____________________________________________________________________ 37 Conclusie _ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 38 Literatuurlijst _ ______________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 39
4
5
Afbakening broadcast, (post-productie) en zenders
Onderzoek NDiV en 10-10-10
Media uitwisseling in de Broadcast-industrie
NDiV vraaggesprekken Om een volledig beeld van de Broadcast-industrie weer te geven zijn binnen dit rapport resultaten verwerkt
Deze publicatie richt zich op de fase in het Broadcast-proces waarbij het materiaal opgeslagen wordt op een
van het onderzoek dat in het kader van het NDiV traject heeft plaatsgevonden. De gegevens voortgekomen
mediadrager om bewerkt te kunnen worden, verzonden kan worden en waar op willekeurige momenten
uit dit NDiV traject worden in dit rapport in groengekleurde stijl weergegeven. Deze resultaten zijn afkomstig
een willekeurig deel van het materiaal bekeken kan worden. Of in andere woorden: videomateriaal met een
van interviews die in 2009 / 2010 zijn uitgevoerd onder 29 bedrijven uit het MKB. De enquete die onder deze
eigen bepaalde tijdlijn die fysiek bewaard kan worden.
29 bedrijven is gehouden, is gebaseerd op de vragen die rezen in de “primaire stakeholder sessie” die in
In onderstaande afbeelding is die afbakening gevisualiseerd. Het project begint links op het moment dat
September 2009 heeft plaatsgevonden. In deze sessie kwamen vooraanstaande post-productie en broad-
het videomateriaal ingeladen is. In onderstaande figuur gebeurt dat onder het kopje ‘acquisitie’. Er moet
cast organisaties samen om te spreken over problemen rondom file transfer. De interviews ihkv de 10-10-10
een vrije keus blijven tussen de verschillende technieken van camerafabrikanten die gehanteerd worden
vraaggesprekken zijn op dezelfde enquete gebaseerd zodat de resultaten consistent zijn.
om videomateriaal op een fysieke mediadrager te zetten. Op het moment van inladen kan de keuze ge-
Nederland Digitaal in Verbinding (NDiV) helpt MKB-ondernemers op weg die slim digitaal willen samenwer-
maakt worden voor een ander formaat om het videomateriaal op te slaan dan de camera dicteert. Het pro-
ken. Bijvoorbeeld door hen in contact te brengen met de juiste partners, collega’s klanten en leveranciers.
ject stopt op het moment dat de broadcasters het videomateriaal omzetten naar een broadcast-stream en
Dit NDiV deeltraject is een samenwerking tussen iMMovator en Syntens.
het videomateriaal dus weer verbonden wordt aan een tijdstip. Ook stuurt een broadcaster videomateriaal naar de partij die het op internet publiceert. Deze vorm van distributie valt ook buiten deze publicatie om-
10-10-10 vraaggesprekken
dat we niet langer te maken hebben met broadcast uitzendnormen, maar met internetvriendelijke forma-
De resultaten in dit rapport komen onder andere voort uit vraaggesprekken die zijn uitgevoerd binnen het
ten die afhankelijk zijn van wat de distributeur ziet als wensen van de consument. Een andere manier om vi-
10-10-10 project. Dez worden in dit rapport in roodgekleurde stijl weergegeven. De ondervraagde organi-
deomateriaal in de broadcast-keten te krijgen is om aankopen te doen bij externe partijen. Deze aankopen
saties staan hieronder weergegeven.
geschieden soms via tussenpartijen, soms direct. Deze partijen stellen vaak hogere eisen aan de veiligheid van de transfer om hun videomateriaal uit de verkeerde handen te houden. De belangen van buitenlandse
Post productie
Omroep
Broadcaster
Overig
organisaties zijn niet afzonderlijk onderzocht.
Dutchview
TROS
NPO
Technicolor
EO
RTL Nederland
Limburg1 Radio-TV
SBS Broadcasting
Post-productie Aquisitie
Post-Productie
Omroep
Broadcaster
United Broadcast Facilities
SBS
SBS
RTL
RTL
Publieke omroepen
Publieke omroepen
Externe partijen
Externe partijen
UBF UBF DutchView +... Aankoop
UBF DutchView +...
SBS
SBS
RTL
RTL
Luxemburg
ParkPost
Tijdens de vraaggesprekken was er ruimte voor aanvullende informatie rondom het bedrijf en denkwijze van uitwisseling van videomateriaal. Limburg1 is binnen dit rapport tot omroep gerekend, hoewel deze partij ook post-producent en broadcas-
Publieke omroepen
NPO
ter is. Als er in het rapport gesproken wordt over omroepen of post-productie rekenen we SBS en RTL daar niet toe, tenzij anders aangegeven. Ze zijn hun eigen omroep en broadcaster tegelijk. In het ketendiagram
EO
in het hoofdstuk ‘Afbakening’ zijn ze ook op die plekken weergegeven omdat ze de activiteiten wel degelijk
VPRO
hebben en de datastromen op deze manier duidelijk weergegeven kunnen worden.
+ ...
De selectie van deze organisaties vertegenwoordigt een groot gedeelte van de Broadcast-industrie. Doel is om van het eind van de broadcast-keten een totaalbeeld te kunnen schetsen van de huidige- en gewenste
Buitenlands
manier van uitwisseling van videomateriaal. De NPO, SBS en RTL zijn meegenomen omdat deze drie partijen
Binnenlands
het grootste zenderaanbod op de Nederlandse televisie vertegenwoordigen en daarom een belangrijke speler zijn bij het introduceren van nieuwe technieken. Verder is er onderzoek gedaan bij drie omroepen. De
6
7
TROS en de EO als publieke omroepen en Limburg1 als een grote regionale omroep.
Omzet verdeling %
Plaats in de keten
0
De resultaten van dit onderzoek zullen in dit rapport in de vorm van grafieken en tabellen gepresenteerd worden. Deze informatie zal altijd in roodgekleurde stijl weergegeven worden.
8
18 %
27 %
2%
25
29 (post-)productiebedrijven
13
19 %
In de Broadcast industrie heeft zich een keten gevormd van producenten, post-productiebedrijven, omroepen en zenders die gezamenlijk zorgdragen voor het bedenken, maken en uitzenden van program-
34 %
9
mamateriaal. In deze keten zijn rollen aanvullend aan elkaar, maar wordt er ook fel geconcurreerd tussen bedrijven, zowel groot als klein. In de sector hebben zelfstandigen altijd een belangrijke rol gespeeld. Deels omdat de industrie gewend is om naar behoefte freelancers in te huren, deels omdat creatieven zich moeilijk in een vaste organisatie laten binden. In het kader van het NDiV programma is onderzoek gedaan naar de structuur van de industrie om te bezien waar de belemmeringen liggen bij de digitalisering van de
Ander kort materiaal
Postproductie
Producent grafische elementen
Speelfilms
Commercials
Producent video
Producent audio
Series
uitwisseling van programmamateriaal. Dit heeft tot een aantal belangrijke conclusies geleid die laten zien dat invoering van digitalisering in de gehele keten zowel oog moet hebben voor de belangen van de grote
Ander lang materiaal
Zender, publicist
Infrastructuur
organisaties (standaardisatie) als die van de kleine (lage kosten), en dat die moeilijk te verenigen zijn.
2
Uit een enquete uitgevoerd door Syntens onder 29 MKB bedrijven variërend van 1 tot 70 werknemers komen een aantal interessante bevindingen die hieronder kort behandeld worden middels grafieken die
Co-locatie
8
voor zich spreken. In deze interviews is niet met zenders gesproken, slechts met (post-)productiebedrijven.
18
Ethernet
1
Een aantal punten in het kort: - driekwart van de ihkv NDiV geinterviewde bedrijven is klein
6
- meer dan driekwart bestaat langer dan 10 jaar - de omzetverdeling tussen kort materiaal en lang materiaal is 50/50
- driekwart heeft xDSL of kabel, slechts een kwart heeft glasvezel
- meer dan de helft van de bedrijven heeft meer dan 20 toeleveranciers, een kwart zelfs meer dan 100
Glasvezel
Kabel xDSL
Aantal afnemers
Aantal toeleveranciers
- meer dan de helft van de bedrijven heeft meer dan 20 afnemers, een kwart zelfs meer dan 100
Bedrijfsgrootte
Hoe lang bestaat het bedrijf?
1
6
10 2
21 >10
8
18
> 10 jaar
5-10
3 tot 10 jaar
<5
< 3 jaar
9
Sterktes:
3
5
4
2
Kleine bedrijven zien flexibiliteit, hun expertise en dat ze weinig overhead hebben als hun belangrijkste
5
3
sterkte. Grotere bedrijven vinden dat ze goed geïnformeerd en vooral goed georganiseerd zijn. Flexibiliteit wordt door grote bedrijven niet genoemd als sterkte.
2
1 positionering
3
8
7
alles in huis / breed
10 t/m 99
7
ervaring HD goed georganiseerd
meer dan 100
tussen 10 en 20
meer dan 100
tussen 10 en 20
tussen 50 en 100
tussen 5 en 10
tussen 50 en 100
tussen 5 en 10
2 t/m 9
creativiteit innovatief klein / weinig overhead
1 t/m 1 tussen 20 en 50
tussen 20 en 50
minder dan 5
goed geinformeerd / expertise
minder dan 5
flexibel 0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Naast voorgaande “harde” gegevens die de bedrijven karakteriseren is ook gevraagd naar hun indruk van
Zwaktes:
hun eigen sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen en is gevraagd naar hun indruk van ontwikkelingen
Kleine bedrijven zien hun “klein” zijn als een zwakte. Hoe groter het bedrijf, hoe meer “organisatorische
in de productieketen. Interessant om te zien zijn de verschillen tussen de verschillende bedrijfsgroottes.
zwakten” als een probleem wordt gezien. Investeringsmogelijkheden zijn zowel klein als groot een probleem en voor grote bedrijven is media management een mogelijk probleem, waarschijnlijk samenhangend met de hoeveelheid opdrachten en teamleden waardoor media management van groter belang is om te
Kennis
kunnen blijven functioneren.
Kosten Beveiliging 10 t/m 99 locatie
Connectiviteit
dataopslag / media management
Metadata
connectiviteit
2 t/m 9
weinig technische kennis
Transferprotocollen
geen investeringsmogelijkheid
Formaten
organisatorische zwakten
1 t/m 1
0
5
10
15
20
25
klein 0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
De vragen waarop de antwoorden in onderstaande grafieken zijn weergegeven zijn open gesteld. De open antwoorden zijn vervolgens gecategoriseerd. Om het overzicht te kunnen bewaren zijn alleen de top-x categorieen weergegeven waarmee tenminste 80% van het totaal van de antwoorden is afgedekt. Voor onderstaande grafieken zijn de bedrijven ingedeeld in drie grootteklassen: - 1 werkende (eenmansbedrijven) - 2 t/m 9 werkenden - 10 t/m 99 werkenden
10
11
Kansen:
Concluderend kan gezegd worden dat bij digitalisering voor kleine en grote bedrijven hele andere aspecten
Vrijwel iedereen ziet kansen in digitalisering en nieuwe technieken, maar vooral de kleinere bedrijven. Grote
van belang zijn. Kleine bedrijven zullen problemen ondervinden bij het verkrijgen van voldoende connecti-
bedrijven zien kansen in archivering als dienst en Europese expansie. Kleine bedrijven blijven dichter bij huis
viteit en voor hen zullen kosten van groot belang zijn. Zij kunnen niet de investeringen doen die grotere be-
met vooral kansen in het aanhaken bij klanten en werken in een netwerkorganisatie.
drijven wel kunnen doen. Voor grote bedrijven geldt vooral dat zij een voorsprong moeten houden op het gebied van kostenreductie en uitbreiding van mogelijkheden door digitalisering. Tegen de flexibiliteit van de netwerkorganisatie zullen zij niet op kunnen. Kwaliteit van de organisatie, certificeringen en degelijkheid
10 t/m 99
kracht van cinema en HD
in media management zullen onderdelen zijn waar zij zich in kunnen blijven onderscheiden.
europese expansie
In het afspreken van standaarden die door de gehele keten van productiebedrijven tot zenders en van een-
aanhaken bij grote klanten archivering als dienst
2 t/m 9
netwerkorganisatie en flexibiliteit
1 t/m 1 0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
mansbedrijven tot grote bedrijven zullen kunnen worden gebruikt moet toegankelijkheid het belangrijkste criterium zijn. Mogelijk zal dit leiden tot nieuwe “broker” rollen om kleine bedrijven toegang te geven tot
kwaliteit bieden
functionaliteiten waarvoor ze de investeringskracht niet hebben. Vermeden moet worden dat er een wild-
benutten kennis en ervaring
groei ontstaat en iedereen alles moet kunnen waardoor voor iedereen de kosten zullen toenemen en er uit-
nieuwe technieken / digitalisering
eindelijk geen standaard en geen efficiente werkwijze kan ontstaan. Om standaardisatie te bewerkstelligen
100
en file transfer een kader te geven is het file transfer model opgesteld dat in het volgende hoofdstuk wordt behandeld en waaraan organisaties hun keuzes op het gebied van file transfer kunnen toetsen.
Bedreigingen: Zowel bedrijven van 2 t/m 9 als de grotere bedrijven zien instap van zzp-ers als een bedreiging. Opvallend is dat vooral eenmansbedrijven “prijsvechters” als een probleem zien, en dat daarbij is aangegeven dat dit ook niet-zzp-ers betreft, dus ook grotere organisaties die de prijs drukken om werk binnen te halen. Investeringen worden door eenmansbedrijven als bedreiging genoemd. Voor bedrijven van 2 t/m 9 is dat klanten meer zelf gaan doen een bedreiging.
meer distributiekanalen iedereen kan technisch alles zelf
10 t/m 99
zzp-er met vollediger diensten meer HD aangeleverd afname productiekwaliteit
2 t/m 9
kostenbesparing door efficientie ketenintegratie rollen filebased werken
1 t/m 1
digitalisering keten 0
12
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
13
File transfer model Content
Connectiviteit
Organisatie
Protocol
Digitale video in
1Mbit xDSL,
Computers
FTP
container (MXF)
4ms RTT
Digitale video in
10Gbit Glas-
Computers
Aspera1
container (MXF)
vezel,
met betaalde
1ms RTT
software
Factoren FTP De uitwisseling van videomateriaal laat zich in vier onderdelen definiëren. Het onderstaande kwadrant beschrijft die vier onderdelen welke noodzakelijk zijn voor de ontvangst en verzending van videomateriaal. Een uitwisselingstraject kan bijvoorbeeld op drie onderdelen overeenkomen en op één verschillen. Dit zal dan een effect hebben op de betrokken partijen. De interne factoren worden bruingekleurd weergegeven. De externe factoren worden groengekleurd weergegeven.
File-Transfer software
De keuze van de vier interne factoren vloeit voort uit eisen die bedrijven aan uitwisseling stellen. Dit zijn de groengekleurde externe factoren binnen het model. De werking hiervan is het best uit te leggen met een voorbeeld. Wanneer men ervoor kiest content met behulp van een veelzijdig protocol te versturen, bijvoorbeeld FTP, dan komt dit de flexibiliteit voor het versturen van content ten goede. Dit omdat FTP immers een protocol is wat door vele verschillende applicaties en besturingssystemen ondersteund wordt. Dit maakt
Koerier binnen Mediapark,
Digitale video
Fietspad,
Digibeta
Koerier op
een tape
op een DigiBeta
25 km/u,
machine
scooter
tape
afstand 4km
Gemiddelde
lang
snelheid:
het protocol ook goedkoop om binnen een organisatie te implementeren. De externe factor ‘kosten’ heeft dus bijvoorbeeld invloed op de keuzes die binnen de factor ‘Protocol’ worden gemaakt.
25km/u Koerier met auto, veel tapes
Kosten
Organisatie
Connectiviteit
Flexibiliteit
Veiligheid
Content
Digitale video
Snelweg, 100
Digibeta
Koerier in auto
op DigiBeta
km/u,
machine
Gemiddelde
tapes
40 km lang
snelheid:
binnenwegen
70Km/h
50Km/u, 30 km lang Streaming video
Streaming video
10Gbit Glas-
Streaming ser-
in Flash formaat
vezel,
ver/encoder
RTMP2
1ms RTT
Protocol
Vakantiefotos brengen naar
Digitale foto’s
Fietspad, 25
Computer met
Ik, op fiets
moeder
op een externe
km/u 15 km
USB
Gemiddelde
80GB USB
snelheid:
Harddisk
18km/u
Betrouwbaarheid
De externe factoren kunnen dus gezien worden als eisen vanuit een organisatie. Deze factoren oefenen invloed uit op de interne factoren, die op hun beurt de externe factoren beinvloeden. Wanneer een organisatie als eis stelt dat het verzendproces een hoge veiligheid dient te hebben dan kan dit een beperking in mogelijkheden op het gebied van connectiviteit en protocol hebben. In het geval van connectiviteit betekent heeft bijvoorbeeld een gesloten bedrijfsnetwerk tussen organisaties een hogere veiligheid dan het gebruik van het open internet. In bijgaande tabel is schematisch weergegeven wat de interne factoren van het model vertegenwoordigen. 14
15
Model: Content
Videoformaat SD Binnen het onderzoek is naar voren gekomen welke videoformaten er bij binnenkomend videomateriaal
Inzichten
gebruikt worden. Bij SD materiaal blijken D10/30 en D10/50 de meest voorkomende formaten.
In de gesprekken met participanten zijn er onderwerpen boven tafel gekomen die als hinderend in
Percentage van bedrijven per categorie dat gebruik maakt van deze standaard
de uitwisseling van materiaal gezien worden, zoals bijvoorbeeld het ontbreken van van een metadata
D10/30
D10/50
standaard. Het ontwikkelen van een metadata standaard kan bijdragen aan het vereenvoudigen van de
Post-productie partijen
3 van 3 (100%)
2 van 3 (67%)
uitwisseling. Dit is echter een lang proces wat in het tijdsbestek van dit onderzoek niet te realiseren valt. Er is
Omroepen
1 van 3 (34%)
1 van 3 (34%)
Broadcasters
3 van 3 (100%)
3 van 3 (100%)
Andere facilitaire organisaties
1 van 1 (100%)
1 van 1 (100%)
Totaal
8 van 10 (80%)
7 van 10 (70%)
daarom gekozen slechts de inhoudelijke kant voor een mogelijk nieuwe standaard te belichten. Gaandeweg de gesprekken werd gesproken over nog een probleem dat speelt in de Broadcast-industrie. Dat is het verschil in geluidsniveau waarmee televisieprogramma’s en commercials worden nabewerkt. Dit probleem uit zich vaak pas bij de televisiekijker thuis. De kijker ervaart daar verschillende geluidsniveaus bij de wisseling tussen commercials en televisieprogramma’s. Ook dit onderwerp is geanalyseerd en hierbij is ook onderzoek verricht naar mogelijke oplossingen voor dit probleem. Dit probleem wordt in dit rapport
Omroepen produceren zelf programma’s. Het opslagmedium van een camera is dan meestal het binnen-
omschreven als ‘Loudness’.
komende formaat, zoals XDCAM. D10/30 en D10/50 zijn formaten die voornamelijk voor halffabricaten en eindproducten gebruikt worden.
Huidige situatie
SPOT, een overkoepelende organisatie van o.a. televisiezenders, heeft ervoor gezorgd dat vanaf 1 februari 2009 alle commercials voortaan elektronisch verzonden kunnen worden. Daarvoor is er een aanlever
Hoeveelheid content
specificatie voor elektronisch aanleveren van commercials opgesteld. Hierin wordt MXF D10/30 ook als
Het einde van de keten is gedefinieerd in de grotere post-productie partijen, de omroepen, de broadcasters
norm gehanteerd. SBS, RTL, MTV en de Ster hebben deze elektronische aanleverspecificatie in gebruik
en andere facilitaire organisaties zoals terug te lezen in het hoofdstuk ‘Afbakening’. Van het gemiddeld
genomen. (SPOT - Aanleverspecificatie SD Commercials, 2009)
aantal binnenkomende uren videomateriaal per week is dit de verdeling tussen SD en HD materiaal.
De aanlevering van materiaal aan de NPO is per 1 januari 2010 geheel filebased. De DDV is een systeem wat onder andere de aanlevering van televisieprogramma’s voor publieke omroepen faciliteert. Per 1 januari
Gemiddeld % HD
Uur SD p/w
Uur HD p/w
2010 is het voor de aangesloten omroepen van de NPO dus niet meer mogelijk om direct op tape aan te
13,33%
357 uur
55 uur
leveren. De NPO heeft hiervoor ook een aanleverspecificatie in het leven geroepen. Ook hier worden de
1,67%
182 uur
3 uur
Broadcasters
20%
171 uur
43 uur
Andere facilitaire organisaties
10%
45 uur
5 uur
Post-productie partijen Omroepen
normen D10/30 en D10/50 gehanteerd. (De Digitale Voorziening - Standaarden document, 2009) Videoformaat HD Percentage van bedrijven per categorie dat gebruik maakt van deze standaard XDCAM HD422 1080i50 Long GOP
Er kan met deze gegevens gesteld worden dat HD in opkomst is. Helaas produceren de gesproken omroepen nog maar weinig content in HD. Broadcasters zijn de partijen die de meeste HD content ontvangen. Een gedeelte van dit videomateriaal is aankoop vanuit het buitenland.
Post-productie partijen
3 van 3 (100%)
Omroepen
1 van 3 (34%)
Broadcasters
3 van 3 (100%)
Andere facilitaire organisaties
1 van 1 (100%)
Totaal
8 van 10 (80%)
Voor HD is er ook onderzocht welke videoformaten er bij binnenkomend videomateriaal gebruikt worden. Bij HD materiaal blijkt XDCAM HD422 1080i50 Long GOP de meest voorkomende codec. Hieruit is op te maken dat bijna alle ondervraagde partijen regelmatig XDCAM HD422 ontvangen. Twee 16
1 Aspera is een softwareoplossing voor bestandsuitwisseling. Zie hoofdstuk ‘Protocol’ 2 RTMP is een door Adobe ontwikkeld protocol voor het inzetten van Streaming video op internet.
17
omroepen ontvangen geen XDCAM HD422 omdat deze omroepen niet met HD materiaal werken.
die de 30% vormen, geven aan af te wachten op de EBU Recommendation, wat behalve het piekniveau
SPOT heeft sinds 1 april 2010 een derde versie van elektronische aanleverspecificaties voor HD
van onderliggend geluid ook een gemiddeld niveau voor geluid zal definiëren. Wanneer dit advies precies
gepubliceerd. In deze aanleverspecificaties wordt de norm XDCAM HD422 1080i50 gehanteerd. SBS
wordt uitgebracht is helaas onduidelijk. De eerste richtlijn die gegeven was stond op eind April 2010. Tot op
heeft deze aanleverspecificaties al geïntegreerd in het werkproces. (SPOT - Aanleverspecificatie HD
heden is er nog geen nieuwe datum gepubliceerd.
Commercials, 2010) Mogelijke oplossingen Metadata Voor de aanlevering van commercials heeft de aanleverspecificatie van SPOT een model opgesteld voor
Videoformaat SD
metadata. Metadata wordt daar verstuurd met behulp van een XML bestand. Dit XML bestand bevat de
Bij het uitwisselen van SD videomateriaal kan er een goed voorbeeld genomen worden aan de verzending
essentiële velden voor het interpreteren van videomateriaal. Ook bevat dit XML bestand verwijzingen naar
van commercials. Met name omdat dit traject al sinds 1 februari 2009 speelt. Post-productie bedrijven en
het MXF bestand wat het daadwerkelijke videomateriaal bevat.
andere organisaties zijn al gewend aan de nieuwe methode en werkwijzen voor het elektronisch verzenden
Voor commerciële zenders zijn er op dit moment bij de verzending van lang materiaal geen eisen gesteld
van commercials. De aanlevermethode is dus geïmplementeerd. De norm daarbij is MXF D10/30.
aan de manier waarop metadata wordt verzonden. Alleen de NPO hanteert een metadata standaard bij de
Een mogelijke oplossing zou zijn deze norm ook voor langer videomateriaal te gaan hanteren. De NPO heeft
aanlevering van programmamateriaal, namelijk de benodigde metadata voor de DDV.
met de DDV D10/30 en D10/50 ook als norm opgesteld. De vraag blijft of er uit deze twee formaten één
Om intern de metadata op te slaan worden er vaak MAM-systemen gebruikt. MAM staat voor Media Asset
formaat moet worden gekozen of dat beide formaten beschikbaar moeten zijn.
Management. Deze systemen kunnen videomateriaal beheren en linken met bijbehorende metadata. In het onderzoek is naar voren gekomen dat de ondervraagde partijen zowat allemaal een eigen meta-
Videoformaat HD
data standaard hanteren (DDV, Dutch Guild/ROOS, MAM-systemen). Organisaties ontwikkelen regelmatig
Voor het uitwisselen van HD videomateriaal is het probleem nog iets verser. Niet alle broadcasters hebben
vertaalsoftware zodat metadata voor andere systemen niet met de hand ingevoerd dient te worden.
de aanleverspecificaties voor HD commercialaanlevering al geïmplementeerd. Wel begint het er op te lijken dat XDCAM 1080i50 de nieuwe standaard wordt. Van de ondervraagden krijgt in ieder geval 80% al XDCAM
Loudness
1080i50 binnen. Dit zou dus een mogelijke oplossing zijn voor de aanlevering van langer HD materiaal.
Bij ondervraagde partijen is nagegaan of ze op de hoogte zijn van het ‘Loudness probleem’ en wat de omMetadata
gang hiermee is.
Een mogelijke oplossing voor het metadata probleem is het creëren van een standaard die alleen de basiselementen van het te verzenden materiaal bevat. Hierin zullen alleen de metadata velden beschreven
10 % 30 %
moeten worden die cruciaal zijn voor de ontvangst en verzending van videomateriaal. Deze zouden bestaan Ja, maar het zijn de commercials die problemen geven, niet onze programma's; 10% Ja, maar we luisteren naar de wensen van de klant; 40%
40 %
Ja, we corrigeren dit handmatig in post-productie; 10%
10 % 10 %
Ja, de apparatuur om Loudness te corrigeren is al aanwezig; 10% Ja, wij wachten op de EBU Recommendation; 30%
uit een aantal technische velden om te kunnen controleren of het videomateriaal daadwerkelijk aan de standaard voldoet. Daarnaast zouden er inhoudelijke velden moeten zijn, wat het materiaal beschrijft, met voldoende informatie voor de uitzending daarvan. Een maximum van 20 metadata velden zou vastgesteld kunnen worden. Overige informatie kan als aanvullend gezien kunnen worden. Met deze methode kunnen organisaties deze standaard makkelijker implementeren doordat er minder vertaling hoeft plaats te vinden. Een andere metadata standaard kan worden gebruikt als basis voor de te nieuw vormen standaard. Kandidaat daarvoor is de Dutch Guild standaard.
Allereerst is in deze grafiek uit te lezen dat alle gesproken partijen het Loudness-probleem herkennen, al dan niet wanneer ze zelf televisie kijken. 40% van de gesproken partijen zegt naar de wensen van de klant
Verzending van deze metadata kan op meerdere manieren plaatsvinden. Één daarvan is het verzenden van
te luisteren. Dit wil dus zeggen dat wanneer de klant, zoals een adverteerder, zijn materiaal zo hard mogelijk
de metadata in een separaat XML bestand. Een andere manier is om de metadata binnen de MXF container
wilt laten afmixen de post-producent dit ook zal doen. Het zijn dan ook voornamelijk de post-productie
mee te sturen.
partijen die deze 40% vormen. Één omroep geeft aan zelf geen luide programma’s te produceren. Weer een andere partij zegt al apparatuur in huis te hebben om Loudness te kunnen corrigeren in de uitzendstraat, maar gaf aan deze nog niet te gebruiken zolang er geen goede regelgeving over bestaat. De broadcasters, 18
19
Loudness
Model: Connectiviteit
Om het Loudness-probleem te kunnen elimineren zijn er verschillende oplossingen voorhanden. Zo zou Loudness in de uitzendketen gecorrigeerd kunnen worden. Op de NAB is Las Vegas is onderzoek gedaan
Huidige situatie
naar apparatuur die Loudness kan corrigeren. Linear Acoustic is een partij die een oplossing biedt om Loudness te corrigeren in de uitzendstraat. De AERO.air(TV) is een Loudness manager die het gemiddelde
Op het moment is de Broadcast-industrie in een overgangsfase. Koeriers zijn er nog, maar de digitale
geluidsniveau kan aanpassen. Wanneer deze apparatuur wordt geïmplementeerd zouden adverteerders de
snelwegen zijn aan een opmars bezig. Helaas zijn er nog bedrijven die geen andere uitwisselingsmethode
werkwijzen wellicht aanpassen om correctie van het materiaal te kunnen voorkomen.
hanteren dan koeriers. Uit het onderzoek wat in het kader van het NDiV traject is verricht zijn de volgende
Een andere manier om met Loudness om te kunnen gaan is het implementeren van Loudness-meters
grafieken geconstrueerd om de huidige situatie weer te geven van uitwisselingsmethoden.
in post-productie bedrijven. Werknemers hebben dan een referentie en kunnen het geluid net zo ver opschroeven tot het toegestane niveau. Zaak is dan wel dat er een niveau wordt gedefinieerd waaraan
Zendwijze
Digitale aansluiting
partijen zich zullen moeten houden. Dit wellicht in combinatie met correctieapparatuur zodat het niveau niet overschreden kan worden. De EBU-Recommendation zou daarvoor een richtlijn kunnen zijn. DK-Technologies, Dolby en Lineair Acoustics zijn onder meer partijen die dit soort meters ontwikkelen.
26 %
15 %
25 %
De MSD1000C-LOUDNESS is een meter van DK-Technologies. Linear Acoustic biedt de LQ-1000 als
56 %
Loudness meter. Beide meters voldoen aan de ITU-R BS.1770 standaard, wat een standaard is voor
Glasvezel
Beide
Loudness-metering. (DK-Technologies - MSD1000C-LOUDNESS) (Linear Acoustic - LQ-1000)
59 %
19 %
Internet
Kabel
Koerier
xDSL
De linker grafiek geeft weer welk percentage van de kleine post-productie huizen aangaf gebruik te maken van een digitale of “fysieke” methode om hun materiaal te verzenden. De rechter grafiek is een weergave van de aansluitingen die deze partijen hebben op de digitale infrastructuur. Het onderstaande staaf-diagram geeft de gemiddelde upload- en download-snelheden weer die de partijen voor hun verbinding voorhanden hebben. 20
17,5
19,4 19,4
15 8,5
10 5 0
6,2
4,4 xDSL
Kabel Up
Glasvezel Down
De onderstaande grafieken geven weer op welke manier de grote post-productie huizen hun videomateriaal ontvangen (linker grafiek) en deze content hierna verzenden (rechter grafiek). Deze informatie is gehaald uit de 10-10-10 vraaggesprekken die zijn afgenomen met deze partijen. Zoals te zien is stijgt het gebruik van de digitale uitwisselingsmethoden met 17%. “Fysiek” staat hier voor verzending via het wegennet tegenover de verzending met behulp van de digitale infrastructuur. De omroepen ontvangen 20
21
procentueel meer tapes dan de grote post-productie huizen versturen doordat ze ook videomateriaal
Mogelijke oplossingen
ontvangen van elkaar, dmv nieuwe aankoop en direct van de kleinere post-productie huizen. Dit is in de
iMMovator heeft een project genaamd BreedNet onder zijn hoede. Dit project heeft als doelstelling be-
onderstaande grafiek weergegeven. In deze grafiek zijn RTL en SBS ook als omroep meegenomen.
drijven van een glasvezelverbinding te voorzien voor een vaste prijs met vaste specificaties. Dit doen ze door kabelaars te vragen om in te tekenen op postcodegebieden om daar volgens BreedNet specificaties
Ontvangst
Verzending
glasvezel aan te bieden. BreedNet gecertificeerde verbindingen zijn open voor alle dienstenaanbieders met een snelheid van 100Mbit/s en tegen een beperkt tarief beschikbaar. BreedNet verzorgt de promotie en de toeleiding van bedrijven in dat gebied. Meer hierover is te lezen op de website van BreedNet.
28 % 55 %
(iMMovator, 2010) (Breednet, 2010)
45 %
Conclusie Hoe verder in de keten richting uitzending, hoe verder men is in het versturen van videomateriaal met be-
72 %
Digitaal
Digitaal “Fysiek”
“Fysiek”
hulp van digitale infrastructuren. Puur kijkend naar het verschil in kosten van de verbinding is dit ook logisch. Een koerier wordt per transfer betaald en bij een digitale verbinding betaal je eens per periode een vast bedrag. Elk bedrijf heeft een internetverbinding en dus de mogelijkheid om daar gebruik van te maken om videomateriaal te versturen.
Ontvangst van omroepen Een ander bijkomend voordeel is dat een digitale verbinding niet afhankelijk is van menselijke werktijden. Ook is een digitale verbinding betrouwbaarder dan een “fysieke” verzending omdat er minder externe invloeden zijn die de aankomst van het materiaal vertragen of in gevaar kunnen brengen. Doordat
60 %
technische kennis nodig is om in te breken op een digitaal systeem is ook de veiligheid van een digitale
40 %
verbinding beter te garanderen dan dat van een “fysieke” verbinding. Digitaal “Fysiek”
De broadcasters NPO en SBS krijgen van hun omroepen enkel nog via de digitale verbindingen het videomateriaal toegestuurd. RTL is op het moment nog niet zo ver, maar werkt hard om deze interne aanlevering ook te digitaliseren. Gewenste situatie De gewenste situatie wordt door de participanten van het project unaniem gezien als de situatie waarin de volledige achterliggende keten via glasvezel het videomateriaal aanlevert. Of deze verbinding via het open internet of via een gesloten verbinding plaatsvindt staat nog ter discussie. Beide hebben hun voor- en nadelen. Een gesloten verbinding kan veiliger zijn en voorspelbaarder. Een open internet verbinding is flexibeler en minder afhankelijk van gespecialiseerde diensten en daarmee kosteneffectiever.
22
23
Model: Protocol
filetransfersysteem aangeleverd te krijgen. In het geval van SBS is dat SmartJog. De grote post-productie partijen verzenden veel van hun materiaal via FTP. Dit gaat voornamelijk ten koste van tape en de filet-
Huidige situatie
ransfersystemen zoals in de onderstaande grafieken is weergegeven. Het lagere gebruik van filetransfersystemen voor de verzending is verklaarbaar doordat de partijen waar het videomateriaal naartoe wordt
Zowel de “fysieke-” en digitale infrastructuren worden beide gebruikt, maar de digitale snelweg is aan een
gestuurd vaak een hoge bandbreedte en een lage round trip time hebben. Deze combinatie zorgt ervoor
stevige opmars bezig. In combinatie met het gebruikte protocol is een poging gedaan de uitwisseling van
dat FTP een hoge doorvoersnelheid kan bereiken. Omdat een duidelijke stijging in gebruik is waar te nemen
videomateriaal weer te geven binnen de industrie. Het resultaat is te zien in de volgende afbeelding.
is ‘Harddisk per koerier’ als een eigen protocol genoemd.
Filebased workflow
Ontvangst SBS
Enkele gesproken partijen uit de industrie geven aan dat er intern enkel nog filebased met videomateriaal gewerkt wordt. Een veel voorkomende oplossing is een centraal geplaatste server met een grote
30 %
hoeveelheid aan opslagruimte. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een tape-robot zijn.
50 %
Tapebased workflow
Filetransfersysteem
Vooral bij de omroepen is er nog een tapebased workflow te vinden. Daarnaast heeft RTL nog een tapebased workflow. Ze zijn bezig om een volledige filebased workflow te implementeren met een
20 %
gecentraliseerde server. RTL krijgt net als de andere broadcasters de commercials filebased aangeleverd.
FTP Tape
DDV De publieke omroep heeft zelf een systeem in het leven geroepen voor de bestandsgebaseerde
De kleinere post-productie partijen geven aan nog geen filetransfer systemen te gebruiken, maar enkel FTP
uitwisseling van videomateriaal met al haar omroepen. ‘De digitale voorziening’ is een systeem gebaseerd
en tape. Dit is weergegeven in onderstaand diagram. FTP is unaniem het meest gebruikte protocol via de
op het FTP protocol. Naast de publieke omroepen hebben ook enkele externe partijen, zoals post-productie
digitale infrastructuren bij de in het kader van NDiV ondervraagde partijen. Slechts de software die gebruikt
bedrijven en andere facilitaire organisaties direct toegang tot de DDV.
wordt verschilt naar persoonlijke voorkeur of gebruikt operating system. In onderstaande grafiek is tot slot weergegeven wat als reden wordt gezien om gebruik te maken voor een
Filetransfer systemen
type verzending.
Buitenlandse studio’s hechten veel waarde aan de veiligheid waarmee er met hun videomateriaal omgegaan wordt. Als deze veiligheid niet gewaarborgd kan worden is er een kans dat de content ook
Ontvangst post productie
niet beschikbaar komt. Deze filetransfer systemen worden verder uitgewerkt in de paragraaf ‘Mogelijke oplossingen’ van dit hoofdstuk.
Verzending post productie
15 %
26 %
21 %
39 %
Broadcast-stream
7%
De broadcasters creëren een broadcast-stream die via de kabelaars naar de huiskamer gaat. Zoals in de afbakening al werd aangegeven valt dit buiten de scope van dit project. Meerdere methoden
33 %
2%
Veel partijen hanteren meerdere methoden om videomateriaal te verzenden en te ontvangen. Deze methoden laten zich indelen in de digitale protocollen (FTP en andere filetransfer systemen) en de “fysieke” koeriers. De verhouding tussen deze methoden verschilt per partij en zullen hieronder in cirkeldiagrammen
57 %
Harddisk
Filetransfersysteem
Harddisk
Filetransfersysteem
Tape
FTP
Tape
FTP
worden weergegeven. SBS geeft aan, zoals in onderstaand diagram weergegeven wordt, de helft van hun videomateriaal via een 24
25
Gewenste situatie
Aquisitie
Post-Productie
Omroep
Broadcaster
en efficiency, maar net nu de kleine partijen er instappen gaan de grote partijen alweer door vanwege de
SBS
SBS
SBS
SBS
gebreken van FTP over lange afstanden in combinatie met grote bestanden.
RTL
RTL
Publieke omroepen
Publieke omroepen
Externe partijen
Externe partijen
RTL
RTL
UBF
UBF
DutchView
DutchView
TEAM
ParkPost
Technicolor
Hoek en Sonépouse
Publieke omroepen
NPO
+...
+...
De uitwisseling van videomateriaal binnen de industrie zou een stuk efficiënter kunnen zijn wanneer de uitwisseling op een enkele methode kan plaatsvinden en men bij meerdere partijen op dezelfde snelle, veilige en goedkope manier videomateriaal af kan leveren. FTP lijkt een goede oplossing te bieden in kosten
Verzending post productie
59 %
41 % FTP Tape
Luxemburg
EO VPRO
Aankoop
TROS
STER
Reden verzendmethode
+ ...
Buitenlands WarnerBros Disney Paramount
Legenda
+... Binnenlands Shooting Star Endemol
+...
Filebased workflow
Keten doorsnede
Tapebased workflow
Samentrekking partijen
DDV
Partijen
Filetransfer systemen Broadcast Stream Meerdere methoden
26
27
Mogelijke oplossingen
geen eisen aan de te gebruiken connectiviteit. Signiant besteedt veel aandacht aan de integratie in de interne workflow van een organisatie. Het biedt een
FTP
groot aantal Plug-ins voor transcodering, viruscontrole, routering, quality-checks en notificeringen. Verder
In het buitenland zijn de problemen met FTP veel groter dan in Nederland het geval is. Hier zijn korte af-
is het mogelijk om zelf Plug-ins te creëren wat elke vorm van integratie mogelijk maakt. Signiant biedt ook
standen van kabels en grote bandbreedtes mogelijk. Uit het buitenland komen dan ook de oplossingen om
de mogelijkheid materiaal door te sturen naar een SmartJog- of FTP server.
filetransfers ondanks de invloeden van roundtriptime toch snel, veilig en betrouwbaar te laten verlopen.
Met behulp van de Central Media Manager kan er stap voor stap een route uitgestippeld worden dat het te
Deze systemen bieden dus oplossingen voor meer problemen dan wij met FTP hebben. FTP voldoet in
verzenden of ontvangen materiaal zal moeten doorlopen.
Nederland over goede infrastructuren nog qua snelheid. Aspera FTPS
De oplossing die Aspera biedt voor filetransfer lijkt sterk op die van Signiant. Aspera richt zich echter niet op
FTP zelf is niet een veilig protocol en data verkeer kan makkelijk onderschept worden. Dit kan opgelost
videomateriaal maar plaats zichzelf breed op het gebied van gegevensuitwisseling. Het is een op software
worden door versleutelde bestanden te versturen of gebruik te maken van het FTPS protocol. FTPS bied
gebaseerde oplossing die gebruik maakt van een zelf ontworpen en op UDP gebaseerd protocol onder de
mogelijkheden om de handshakes evenals de data zelf te versleutelen. Pakketjes zijn zo een stuk moeilijker
noemer ‘Fasp’. Er is een verscheidenheid aan server pakketten en clients die hier gebruik van kunnen maken.
te onderscheppen en aan elkaar te linken.
Aspera garandeert hoge snelheden bij hogere latency en packet loss op verbindingen. Tevens biedt Aspera een SDK waarmee integratie in bestaande applicaties kan worden bewerkstelligt. Bestaande Plug-ins zijn
SmartJog
echter nauwelijks aanwezig. Wel is er een Avid Plug-in die de uitwisseling van media tussen Avid systemen
SmartJog focust zich op veilig en betrouwbaar datatransport en richt zich met name op de film- en broad-
met behulp van het Fasp protocol mogelijk maakt. Ook Aspera stelt geen eisen aan connectiviteit.
cast-industrie. Daarvoor maakt SmartJog gebruik van een alles-in-één oplossing waarbij het bedrijf zelf de hardware levert om het transport te realiseren. Ook claimt het bedrijf wereldwijde satelliet dekking te hebben om lange afstanden eenvoudig te kunnen overbruggen. Eis is daarbij dat er gebruik wordt gemaakt
SmartJog
Signiant
Aspera
van een door SmartJog geleverd gesloten netwerk. SmartJog werkt dus niet over het open internet. De software maakt gebruik van een zelf ontworpen protocol dat acceleratie van transport bij hoge latency en
Doelstelling
Betrouwbaar, beveiligd
Betrouwbaar, beveiligd
Betrouwbaar, beveiligd en
wegvallende verbindingen bewerkstelligt.
bedrijf
en geaccelereerd data-
en geaccelereerd data-
geaccelereerd datatrans-
transport.
transport, gecentraliseerd
port.
Redundatie van data wordt gewaarborgd door het opslaan van de gegevens op datacenters. De authenti-
netwerk management en
catie van het transport wordt geregeld met behulp van hardware. Daarvoor wordt een dongle gebruikt, de SmartKey genaamd. Zodra aan beide kanten deze SmartKey aanwezig is kan de uitwisseling plaatsvinden.
Focust zich op video-
SmartJog biedt dus een ‘end to end’ oplossing voor de uitwisseling van bestanden. Voor integratie in de
materiaal.
proces automatisering.
Richt zich op elke vorm van data.
Focust zich op video-
workflow is er de SmartTools set. Deze set automatiseert stappen zoals het transcoderen van videomate-
materiaal.
riaal. Ook kent SmartJog nog een web-interface waar transfers gemonitord kunnen worden. Tot op heden is deze
Producten en
End-to-End oplossing.
CDM Server voor overall
Diverse server- en client-
interface beperkt. Het instellingen van prioriteiten van transfers is bijvoorbeeld nog niet mogelijk. SmartJog
diensten
Levert complete dienst
server management,
pakketten. SDK ook
icm eigen Hardware en
Agents als servers en
beschikbaar.
gesloten verbindingen.
exchange clients.
Signiant biedt een softwareoplossing voor de uitwisseling van gegevens in de vorm van ‘Agents’ met een
Server – Server
Server – Client
op UDP gebaseerd protocol. Ook Signiant richt zich net als SmartJog voornamelijk op videomateriaal. Aan
architectuur
architectuur
belooft dit in de toekomst wel te gaan ondersteunen.
Server – Client
Signiant
architectuur
beide kanten kunnen Agents per verzending een prioriteit en een maximum aan bandbreedte opgeven. Hierboven kan een Central Media Manager geplaatst die een overzicht van alle transfers biedt. Dit geeft ruime mogelijkheden om transfers te managen en overflow te vermijden. Mocht er een zwakke schakel in de keten zitten, dan zal de software dit herkennen en aangeven in de verwachte aflevertijd. Signiant stelt 28
29
Aspera
Model: Organisatie
Levert zelf servers draaiend Manager: CentOS, RedHat
Server: Windows 2000 t/m
op Linux kernel 2.6 met
Linux, Windows 2003
Windows 7, Mac OS X 10.3
Inleiding
Debian Packaging System.
Server, Windows 2008
t/m Mac OS X 10.6, Linux
Server.
32-bit, Linux 64-bit, Solaris
Agents: Zelfde als manager
9 en 10, beperkt FreeBSD
+ AIX, Windows Vista,
6.2 t/m 7.2
SmartJog OS
Signiant
Windows XP, FreeBSD 6.3 en 7.0, Suse Linux 10.x,
Client: Zelfde als server
MacOS X 10.4 en 10.5, Protocol en
Zelf ontworpen protocol
Op UDP gebaseerd
Op UDP gebaseerd
compatibility
met acceleratie-
protocol met fallback naar
protocol, namelijk: Fasp
technologie bij hoge
TCP of HTTP.
met fallback naar HTTP.
latency en wegvallende
rende in- en uitleesapparatuur bij kijken. Organisatie is eigenlijk de overkoepelende factor voor de factoren
Huidige situatie Aparte afdeling deomateriaal voordelen hebben. Zo hoeven video-editors zich niet druk te maken over of het materiaal op
Zeer bescheiden aantal
de juiste manier binnenkomt en op de juiste manier verzonden wordt. De video-editors kunnen zich dan
workflow integratie, zoals
integratie in workflow,
voorgeprogrammeerde
voor de volle 100% richten op het bewerken van videomateriaal. Bij de ontvangst van materiaal dienen er
transcoding en ingesting.
zoals transcoding, media
Plug-ins voor integratie in
een aantal dingen gecontroleerd te worden, bijvoorbeeld of het materiaal rekening houdt met de limitaties
verificatie, integratie met
workflow, zoals integratie
van het kleurenspectrum van de broadcast-norm, of de metadata wel compleet is, of het materiaal geen
Video-editing software,
in Avid.
virussen bevat en of het materiaal zelf eigenlijk wel compleet is. Deze handelingen kosten tijd.
Tevens de mogelijkheid
Er is onderzocht of de gesproken partijen inderdaad beschikken over een aparte afdeling. Uit de interviews Tevens de mogelijkheid
blijkt dat 9 van de 10 gesproken organisaties een aparte afdeling hebben voor de afhandeling van verzen-
tot het programmeren van
ding en ontvangst van videomateriaal. Gemiddeld werken er op deze afdeling 19 werknemers. De overige
eigen Plug-ins.
organisatie heeft geen aparte afdeling, maar daar zijn 25 werknemers verantwoordelijk voor deze werk-
tot het programmeren van
zaamheden. De genoemde aantallen zijn gebaseerd op werknemers die hands-on hebben met het video-
eigen Plug-ins in Signiant
materiaal. Dit gaat dus niet om personeel dat binnen de afdeling andere organisatorische werkzaamheden
interface.
uitvoert.
Gesloten netwerk van
Zowel open internet als
Zowel open internet als
Uit deze aantallen valt op te maken dat verzending en ontvangst van materiaal aardig wat werkwijzen ver-
SmartJog, zowel via
gesloten bedrijfsnetwerk.
gesloten bedrijfsnetwerk.
eist. Wanneer dit allemaal geautomatiseerd zou zijn zouden er in principe maar 1 of 2 werknemers op een
satelliet als glasvezel.
30
vraag daarbij is: Wie bepaalt op welke manier het materiaal wordt verzonden? Daar komt ook de bijbeho-
Veel Plug-ins voor
SmartJog.
Security
omschrijft. Ook zijn hierbij de eisen van belang die nodig zijn bij de uitwisseling van videomateriaal. Een
SmartTools voor
maar ook koppeling met
Prioriteit van transfers
ten omzetten om te kunnen gebruiken in de editing-software. ‘Organisatie’ is de factor die deze werkwijzen
Bij grotere organisaties kan het hebben van een aparte afdeling voor de verzending en ontvangst van vi-
verbindingen.
Connectiviteit
product te verwerken. Post-productie bedrijven zullen binnenkomend materiaal in sommige gevallen moe-
content, connectiviteit en protocol. Deze keuzes worden voornamelijk binnen de organisatie gemaakt.
Solaris 9 en 10
Integratie
Bij de uitwisseling van videomateriaal hanteert elke partij werkwijzen om het materiaal tot een werkbaar
afdeling nodig zijn die het proces dienen te monitoren.
Op dit moment: Geen. In de toekomst zal de web-service van SmartJog deze functie wel bevatten.
Zowel aan ontvangst- als zendzijde.
AES 256-bit encrypted transfers.
AES 256-,128- of 64-bit encrypted tra nsfers.
Zowel aan ontvangst- als zendzijde.
Apparatuur Voor de uitwisseling van videomateriaal is er altijd apparatuur noodzakelijk. Bij een “fysieke” verzend-
AES 128-bit encrypted transfers
methode (een tape per koerier) zal er altijd in- en uitleesapparatuur nodig zijn om tapes te kunnen voorzien van videomateriaal en deze vervolgens weer uit te kunnen lezen.
31
Aanwezige in- en uitleesapparatuur 10
Eisen ontvangst materiaal
Eisen verzending materiaal
10 %
10 %
8
40 %
6
50 %
4
90 % 2 0
Digital Betacam
Betacam
XDCAM
DVCAM
HDCAM
VHS
De leverancier; 10%
Dat verschilt, maar meestal de afnemer; 10%
Wij, als ontvanger; 90%
De afnemer; 50%
BCN
Wij, als leverancier; 40%
In bovenstaande grafiek is de aanwezige in- en uitleesapparatuur bij organisaties weergegeven. Digital Betacam, Betacam en XDCAM zijn machines die bij bijna elke organisatie wel aanwezig zijn. De verklaring
Bovenstaande grafieken tonen aan dat bij de ontvangst van materiaal de gesproken organisaties de eisen
hiervoor is eenvoudig: deze machines worden nog regelmatig gebruikt, ook al vindt er ook via de digitale
voor ontvangst zelf bepalen. Bij de verzending van videomateriaal ligt dit meer uiteen.
infrastructuur aanlevering plaats. De apparatuur komt nog altijd van te pas wanneer organisaties archiefmateriaal moeten inlezen. Ook is deze apparatuur noodzakelijk om ruw videomateriaal van camera’s in te
Eisen verzending materiaal
kunnen lezen. Conclusie is dan ook dat deze machines voorlopig niet zullen verdwijnen in de Broadcastindustrie, ook al gaat de gehele industrie over tot elektronische aanlevering. Eisen uitwisselingsmethode Bij de uitwisseling van videomateriaal zijn er minimaal twee organisaties betrokken. De ontvangende en
57 %
43 %
verzendende partij. Één van deze partij zal de methode van uitwisseling moeten bepalen. In de meeste gevallen zal dat in overleg met de andere organisatie moeten gebeuren, want beide partijen moeten de
Wens afnemer
uitwisselingsmethode ondersteunen. Wens producent
Het onderzoek dat in het kader van NDiV is uitgevoerd onder de kleine post-productie partijen toont de andere kant van de medaille. In bovenstaande grafiek is te lezen dat de afwegingen voor het verzenden van materiaal op veel verschillende gebieden plaatsvinden. Daar ligt de verhouding tussen de wens van de afnemer en de wens van de leverancier anders. De wens van de afnemer telt hier net iets vaker bij de keuze voor een verzendmethode. We kunnen dus concluderen dat organisaties die zich meer richting de acquisitie van videomateriaal bevinden minder invloed hebben op de verzendmethoden. Omzetting Wanneer het te versturen videomateriaal bij een organisatie binnenkomt kan het voorkomen dat men niet direct met het materiaal kan werken. In het geval van een “fysieke” verzending met behulp van een tape zal de tape bij de ontvangende partij eerst ingelezen moeten worden alvorens te kunnen gebruiken in bijvoor32
33
beeld een editing omgeving. Op dat moment wordt de tape omgezet naar een videofile. Bij een verzending
ontvangst van content verkleind worden en de daadwerkelijke tijd die het kost om videomateriaal van
met behulp van een digitale infrastructuur kan het ook voorkomen dat deze omzetting plaats moet vinden.
het moment van ontvangst en het moment waarop het ook daadwerkelijk bewerkt kan worden verkort
In dat geval blijft het videomateriaal nog steeds verpakt in een videobestand, alleen zal het formaat omge-
worden. Meer informatie over de mogelijkheden op het gebied van workflow automatisering zijn te vinden
zet moeten worden.
in het hoofdstuk ‘Protocol’.
Omzetting SD videomateriaal
Omzetting HD videomateriaal
20 % 40 %
60 %
20 %
60 %
Nee, het formaat blijft hetzelfde
We werken niet met HD materiaal
Ja, het wordt omgezet
Nee, het formaat blijft hetzelfde Ja, het wordt omgezet
In bovenstaande grafieken is te zien dat er zowel bij SD als bij HD videomateriaal regelmatig omzettingen plaatsvinden. Bij HD is dit contrast groter. Hieruit valt te concluderen dat er bij het gebruik van HD materiaal ofwel meer formaten omgaan ofwel minder compatibiliteit binnen deze formaten is. De partijen die met het 10-10-10 onderzoek zijn aangesproken hanteren, een uitzondering daargelaten, allemaal intern onder andere D10-30 of D10-50. Dat betekent dat als er iets aangeleverd wordt, wat niet volgens die normering is opgeslagen, omgezet dient te worden. Dit gaat in alle gevallen op voor een tape per koerier en in enkele gevallen bij een digitale aanlevering. Deze omzetting kost tijd. Conclusie Videomateriaal wat een organisatie in komt of uit gaat is daar lang niet altijd klaar voor. Er dienen dan nog een aantal handelingen verricht te worden voordat het materiaal verstuurd kan worden. Hierbij moet er rekening gehouden worden met de verhouding tussen de zendende en ontvangende partij over de wijze waarop het materiaal verstuurd kan worden. Afhankelijk van de handelingen kan de tijd die het kost om het materiaal gereed te krijgen sterk oplopen. Dit heeft invloed op de ‘bandbreedte’ waarmee het materiaal van organisatie A naar organisatie B verstuurd wordt. Mogelijke oplossingen De oplossingen die geboden werden in het hoofdstuk ‘Protocol’ voor het efficiënter gebruik maken van de digitale infrastructuur bieden ook oplossingen voor de automatisering van de handelingen om materiaal gereed te krijgen voor verwerking. Zodoende kan de afdeling verantwoordelijk voor verzending en 34
35
10 gouden regels voor file transfer 1
het file transfer model zoals beschreven in de publicatie “Van Koerier naar Glas” geeft je
10 golden rules for file transfer of broadcast program material 1
the exchange model as presented in the “From Courier to Glassfiber” publication gives
houvast bij het maken van keuzes, toets op:
guidance when making choices about file transfer:
a. content
a. content
b. connectiviteit
b. connectivity
c. protocol
c. protocol
d. organisatie
d. organisation
2
SD: gebruik “D10-30” of “D10-50” in een MXF container
2
SD: use “D10-30” or “D10-50” in an MXF container
3
HD: gebruik “XDCAM HD422 1080i50 Long GOP 50” in een MXF container
3
HD: use “XDCAM HD422 1080i50 Long GOP 50” in an MXF container
4
metadata: gebruik de subset van het Dutch Guild model van de ontvangende partij
4
metadata: use the Dutch Guild model subset that is used by the receiving party
(http://www.dutchguild.nl/metadata.php), ihkv 10-10-10 zal dit zich verder ontwikkelen 5
audio: stem met de bedrijven na je in de keten af of ze Dolby-E of 8 kanaals (2 stereo
(http://www.dutchguild.nl/metadata.php) 5
kanalen gebundeld met 5+1 discrete kanalen) audio willen ontvangen
audio: coördinate usage of either Dolby-E or 8 channel (2 stereo channels bundled with 5+1 discrete channels) with your customers
6
vermijd omzetting en schaling van het videomateriaal in het proces
6
avoid conversion and scaling of content in the post-production process
7
houd rekening met de tijd die het kost om te renderen, te kopieren en te verzenden en
7
allow for the time it takes to render, copy and sending content and take into account you
reserveer tijd voor retries 8
zorg er voor dat je uploadcapaciteit aansluit bij de eisen welke worden gesteld aan
see that your uploadcapacity is sufficient for the demands for speed and reliability that your process requires, if speed is important consider glassfibre or other symmetrical
dan aan glasvezel of andere externe up-down-symmetrische verbindingen van 100Mbit/
connections of 100Mbit/sec or more 9
zorg er voor dat je een betrouwbare FTP server en client gebruikt, voor beveiligd verzenden gebruik je FTPS (http://nl.wikipedia.org/wiki/FTPS), en controleer de volledigheid van de verzonden bestanden
10
8
snelheid en betrouwbaarheid van aanlevering, indien snelheid van groot belang is denk sec of meer 9
might need time for retries
mocht je veiliger, sneller en betrouwbaarder willen verzenden, gebruik dan commerciële
see that you use a reliable FTP server and client, for secure transfer use FTPS (http://en.wikipedia.org/wiki/FTPS), and check the integrity of content sent
10
should you want to transfer content safer, faster and more reliable then use a commercial UDP-based system like Signiant, Aspera of Smartjog, but agree on this in advance with the recipient
UDP-gebaseerde systemen zoals Signiant, Aspera of Smartjog, maar stem dit vooraf af met de ontvanger
In case of problems, contact a specialized company through Dutch Media Hub (www.dutchmediahub.com), or contact Syntens via http://www.syntens.nl/filetransfer
Schakel in het geval van vragen of problemen een gespecialiseerd bedrijf in via Dutch Media Hub (www.dutchmediahub.nl), of neem contact op met het informatiepunt bij Syntens via www.syntens.nl/filetransfer
36
37
Conclusie
Literatuurlijst
De Broadcast-industrie is sterk richting bestandsuitwisseling aan het innoveren. De tape wordt nog voor-
- Breednet. (2010). Website van breednet. Opgeroepen op mei 13, 2010, van Website van Breednet:
namelijk vanwege de bekendheid met het systeem en de onduidelijkheid over standaarden bij bestands-
http://www.breednet.nl/wat-breednet
uitwisseling gebruikt. Het elektronisch uitwisselen van materiaal wint steeds meer terrein vanwege de toenemende snelheid en betrouwbaarheid. Doordat digitale infrastructuren en protocollen in een hoog
- De Digitale Voorziening. (2009, Juni 9). De Digitale Voorziening - Standaarden document.
tempo verbeteren zullen de voordelen van bestandsuitwisseling tegenover tapeuitwisseling in de toe-
Retrieved Mei 20, 2010, from De Digitale Voorziening:
komst steeds groter worden.
http://www.dedigitalevoorziening.nl/wwwdata/documenten/dc_25.pdf
Veel bedrijven kunnen winst in efficiency behalen als ze door middel van gestandaardiseerde bestands-
- DK-Technologies. (n.d.). DK-Technologies - MSD1000C-LOUDNESS. Retrieved Mei 22, 2010, from DK-
uitwisseling hun workflow naadloos op die van andere partijen kunnen aansluiten. Dit wordt mogelijk
Technologies: http://www.dk-technologies.com/products/product.php?type=MSD100C-LOUDNESS
gemaakt door filetransfer-protocollen die naast snelheid en veiligheid ook de mogelijkheden op integratiegebied bieden. De kleinere partijen zouden aansluiting kunnen vinden door de mogelijkheden die file-
- Dutch Media Hub. (2010). Website van de Dutch Media Hub. Opgeroepen op Mei 2010, 15, van Website
transfer software biedt om tegen lage kosten cliënts uit te delen. Integratie in de workflow is echter niet
van de Dutch Media Hub: http://www.dutchmediahub.com
enkel afhankelijk van de verbinding en het protocol. Ook dient de content op een manier opgeslagen te zijn die beide partijen op dezelfde manier uitlezen en hanteren. MXF biedt de mogelijkheden om de veel-
- DutchGuild. (2008). Website van de Dutchguild of multi-media engineers. Opgeroepen op Mei 12, 2010,
gebruikte vormen van videomateriaal in Standard Definition (D10-30 en D10-50) en High Definition
van Website van de Dutchguild of multi-media engineers: http://www.dutchguild.nl/4mrt/
(XDCAM HD422 1080i50 Long GOP 50) op te slaan in combinatie met de juiste metadata. - EBU. (2002, Juli). EBU - MXF. Retrieved Mei 18, 2010, from EBU: Op het gebied van connectiviteit is het zaak om ook kleinere partijen aan te sluiten op een glasvezelnet-
http://www.ebu.ch/en/technical/trev/trev_291-devlin.pdf
werk. Zo zullen ook deze partijen baat hebben bij het filebased uitwisselen van materiaal omdat de snelheid tegenover een koerier dan ook daadwerkelijk gewaarborgd gaat worden. BreedNet is een goed voorbeeld
- iMMovator. (2010). http://www.immovator.nl/breednet. Retrieved Mei 19, 2010, from
om deze partijen tegen schappelijke prijzen aangesloten te krijgen op een glasvezelnetwerk. In tegenstel-
http://www.immovator.nl/breednet: http://www.immovator.nl/breednet
ling tot een gesloten bedrijfsnetwerk biedt het internet de flexibiliteit om vanaf overal materiaal uit te kunnen wisselen.
- Linear Acoustic - AERO.air. (n.d.). Retrieved Mei 22, 2010, from Linear Acoustic:
http://www.linearacoustic.com/pdf/AERO_air_4P.pdf
In het afspreken van standaarden die door de gehele keten van productiebedrijven tot zenders en van eenmansbedrijven tot grote bedrijven zullen kunnen worden gebruikt moet toegankelijkheid het belangrijkste
- Linear Acoustic. (n.d.). Linear Acoustic - LQ-1000. Retrieved Mei 22, 2010, from Linear Acoustic:
criterium zijn. Mogelijk zal dit leiden tot nieuwe “broker” rollen om kleine bedrijven toegang te geven tot
http://www.linearacoustic.com/lq1000.htm
functionaliteiten waarvoor ze de investeringskracht niet hebben. Vermeden moet worden dat er een wildgroei ontstaat en iedereen alles moet kunnen waardoor voor iedereen de kosten zullen toenemen en er uit-
- Nolet, F. (2010, Maart 4). Managing the movement of data. Dutch guild bijeenkomst , p. 35.
eindelijk geen standaard en geen efficiente werkwijze kan ontstaan. Om standaardisatie te bewerkstelligen en file transfer een kader te geven zijn het file transfer model en de 10 gouden regels opgesteld waaraan
- SPOT. (2010, April 1). SPOT - Aanleverspecificatie HD Commercials. Retrieved Mei 21, 2010, from SPOT:
organisaties hun keuzes op het gebied van file transfer kunnen toetsen.
http://www.spot-interactive.nl/downloads/SPOT%20addendum%20HD%20commercials%201-04-
2010%20v3.pdf
- SPOT. (2009, Mei 5). SPOT - Aanleverspecificatie SD Commercials. Retrieved Mei 20, 2010, from SPOT:
38
http://www.spot-interactive.nl/downloads/SPOT%20addendum%20technische%20voorschriften%20
v1.6%20final%205-5-2009.pdf
39