Van huursoldaat tot prominent entrepreneur in pre-industrial Nederland een case history
B.W. de Vries
Damast servet
De oorsprong van dit artikel is een met lichtbeelden verluchte voordracht, die deel uitmaakte van een serie lezingen op een studiedag met als thema de invloed van Nederlandse Joden op een bepaalde streek of stad in Nederland. Tezamen dragen de lezingen bij tot een beeldvorming van de velerlei activiteiten van het Joodse bevolkingsdeel van het land in het verleden. 1
Joseph Elias als jonge man
Mijn keuze viel op Joseph Elias op grond van zijn succesvolle sociaal-economische bedrijvigheden. Maar dit is niet de enige drijfveer, dat ik graag over Joseph Elias wilde spreken. Elias had gedurende lange jaren een bijzondere zakelijke en persoonlijke relatie met Meyer Broekhuysen, en dit zou van verstrekkende invloed op zijn verdere carrière zijn. Driekwart eeuw later ontmoetten beide families elkaar weer en werd een nog nauwere band gevormd, toen in 1926 Mary Anne Elias met Louis Broekhuijsen in de echt verenigd werd. Helaas is het tot dusverre niet duidelijk of en hoe deze herhaalde familiebetrekkingen een speling van het lot zijn. Om dit verband enigszins te verduidelijken is er op de laatste pagina een vereenvoudigde lijn van afstamming afgedrukt, die het bovendien
1
mogelijk maakt dat ons nageslacht een beter begrip krijgt van hun relatie met de bijzondere voorvader, die Joseph Elias was, en ook met zijn afstammelingen. Voor dit artikel heb ik dankbaar gebruik gemaakt van het intensieve archief onderzoek van diverse auteurs.2 Joseph Elias werd op 5 juni 1811 geboren in Pattensen bij Hannover, als zoon van een traditioneel Joodse familie. Zijn ouders waren David Matthias Elias en Betty Praeger. Zijn vader was koopman en handelde in draperieën en andere manufacturen.3 In 1829 of 1830 verliet Joseph de familiezaak en zijn geboorteland en vertrok naar Nederland.
Van Pattensen (bij Hannover) naar Strijp (bij Eindhoven) From Pattensen (near Hanover) to Strijp (near Eindhoven)
Om de reden voor deze drastische verandering in zijn leven te begrijpen, moeten wij de omstandigheden in het kleine hertogdom - het latere Koninkrijk Hannover-Brunswijk - uiteenzetten. De ample of the Jewish bankers and petty traders in the country, who all show economische toestand van dit land droeg in de 18de eeuw een feodaal karakter en de economie was voornamelijk op de landbouw gericht. Volgens een van de weinige meer verlichte edellieden van deze a boundless efficiency." streek miste de meerderheid der inwoners de geestkracht, de moed of de durf, een eerste vereiste voor th ondernemingschap. persooningafthe daarom zijn landgenoten advies om het voorbeeld Jews had Dezelfde been living country since thehetbeginning of goede the 17 van de Joodse bankiers en de kleine Joodse handelaren in het land na te volgen, want deze lieden century. of them efficiëntie were so-called "Betteljuden" ± Jewish beggars or legden volgens hemMost een grenzeloze aan den dag.
petty traders, roaming country. They from participating Joden hadden in dit land gewoondthe sinds het begin der were 17de excluded eeuw. De meesten waren zogenaamde "Betteljuden" – rondtrekkende bedelende Joden of kleine handelaars. Zij werden niet toegelaten tot een in the guilds or owing landed property. However, a small number of these gilde en mochten geen land bezitten. Een klein aantal hunner slaagde er echter in hun zaken te ontwikkelen, relaties met hofkringen aan te gaan zo de status "Schutzjuden" – beschermde people succeeded in expanding theirenbusiness andvanestablishing relations Joden – te verwerven. Tegen betaling verkregen zij het woonrecht en verwierven enige mate van zekerheid in hun with thebestaan. Hanover court and so obtained the status of "Schutz Juden" In de loop der tijden begonnen de regeerders van Hannover te begrijpen, dat de aanwezigheid van de protected Against payment they the right Joden niet alleen eenJews. bron van inkomsten betekende doorgot de betaling vanof hetsettlement "Schutzgeld"and of andere speciale belastingen, maar dat zij ook van groot nut konden zijn door het hof commerciële, financiële enjoyed a certain of security their staten life. en staatjes werd een aantal hunner en organisatorische dienstendegree te verlenen. In veel in Duitse bekend als “hofjoden”. The rulers slowly began to understand that these people were not only a In het bijzonder na de benoeming van George Louis, de latere Koning George I van Engeland, tot Keurvorst van Hannover, waardoor persoonlijke unie tussen Hannover en hetmoney machtige- Engeland source of income in theeenform of "Schutzgeld" - protection or tot stand was gekomen, maakten hij en zijn opvolgers gaarne gebruik van wat George noemde "deze goede en lonende diensten." Het is but duidelijk hofkringen van for Hannover hunby voordeel additional special taxes, that dat theyvooral coulddealso be useful the court trokken uit deze invloedrijke Joodse activiteiten.4
2
feudal circles of agricultural Hanover considered the Jews in general and the active and innovative Court Jews in particular as strangers and interlopers. This negative attitude was even more tangible after the Hanover Court was transferred to London in 1714. The laws of Hanover-Brunswick and its policy, being backward compared to other German states, seriously discriminated the Jews. They were for De wereld als klaverblad – Hannovers embleem in de 16de eeuw
instance forbidden to live in the old parts of Hanover andththey had to pay
The worldactiviteiten as a trefoilvan leave - Hanover's emblem in het the niet 16 mogelijk century de politieke en Ondanks de economische de Hannover hofjoden bleek higher taxes. of Schutz remained in force 1840. enJuden economische structuurThe van institution het land te veranderen te moderniseren, vooral als till gevolg van de vijandigheid van de gilden en de tegenstand van de conservatieve hogere standen. De feodale providing various personal commercial, financial and organizational services. In Even the repeated protests by King George enI were of no avail. landbouwkringen van Hannover beschouwden de Joden in het algemeen in het bijzonder de actieve en vernieuwende hofjoden, als vreemdelingen en onderkruipers. negatieve houding werd nog many these German states they many were known Court Deze Jews. Especially since Under circumstances Jews - as bankers and merchants - decided aangescherpt, toen het Hannover Hof in 1714 naar Londen verplaatst werd. De bestaande wetten van Hannover-Brunswijk algemene politiek van hetI of landEngland waren middeleeuws en gaven blijk van Louisenfuture - de later years King George - had become Elector toGeorge build their elsewhere. One of them was Joseph Elias. No doubt ernstige discriminatie van de Joden ook in vergelijking met andere Duitse staten. Zo moesten Joden Hanover and so a fact personal union between Hanover and mighty England bijvoorbeeld een extra hoge betalen. Voorts mochten zij niet in het oude stadsgedeelte heofwas aware of thebelasting that the Netherlands were still "steinreich" (very van Hannover wonen. Deze wetgeving met betrekking tot de Schutzjuden bleef van kracht tot 1840. Zelfs was and, established, heimportant, and his successors were eager tothere makehierin use of het herhaaldelijke protest van koning George I bracht enkele verandering teweeg. rich) no less that in geen that country was no "their serious Dit waren de omstandigheden, die vele Joden, bankiers en handelaars, tot het besluit brachten hun good and rewarding services." Clearly it Elias. was Ongetwijfeld mainly the was circles of the toekomst elders te zoeken. hen was Joseph het hem ook niet discrimination as heEén hadvan encountered in Hanover. 4 onbekend, dat Nederland nogbenefited steeds “steinreich” en dat erofinthe dat Court land geen sprake was van een Hanover court that from thewas, activities Jews. scherpe discriminatie zoals in zijn geboorteland het geval was.
Notwithstanding the important activities of the Hanover Court Jews, it proved to be impossible to change and modernize the political and economic structure of the country, and that in particular because of the hostility of the guilds and the opposition of the conservative nobility. The A. Dietz, "Stammbuch der Frankfürter Juden", p. 66, Frankfurt a/Main", 1907. Some Court Jews, carrying the last name of Elias, dealt in cotton and improved their economic and social status by means of their commercial activities. A kinship link with Joseph Elias could not be traced.
4
De haven van Hamburg late einde18 Harbour of Hamburg 18theeuw century de
3
Joseph verliet Hannover op 19-jarige leeftijd. In 1829 arriveerde hij in de havenstad Hamburg. Het was hem ter ore gekomen dat daar vertegenwoordigers van het Koninklijke Nederlandse Leger aanwezig waren met de opdracht jonge mannen te ronselen, omdat dit leger onder een ernstig tekort aan manschappen leed. De Belgen, sinds 1815 burgers van het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden, waren opstandig. Daarom lag het Nederlandse leger al negen jaar in de provincie Noord-Brabant. Ook waren er troepen nodig voor de koloniën van Nederlands Oost-Indië. En zo kon het geschieden, dat Joseph Elias en andere vrijwilligers naar Nederland kwamen en toetraden tot het leger. Joseph deed deze stap op 12 februari 1831. Hij werd net als de andere vrijwilligers in dienst genomen voor een periode van "zes jaren, één maand en 16 dagen, en kreeg een handgeld van 20 gulden".5 In dit jaar nam hij als fuselier deel aan de Tiendaagse Veldtocht tegen België. Kennelijk vervulde hij zijn taak op bevredigende wijze, want hij werd onderscheiden met het Metalen Kruis en een jaar later tot korporaal bevorderd. Deze onderscheidingen konden hem er echter niet toe bewegen zijn militaire dienst voort te zetten. Met verlof van zijn meerderen verliet hij het leger in 1834. Tevens verkreeg hij de Nederlandse nationaliteit. In hetzelfde jaar trouwde hij met Johanna de Jongh, de dochter van de kooplieden Mozes Philip de Jongh en zijn vrouw Sara Samuel Goudsmit, woonachtig in Eindhoven in Noord-Brabant. Waarschijnlijk kende Joseph deze stad en haar joodse gemeente al sinds hij in de jaren 1829-30 in Nederland was aangekomen. Het jonge echtpaar vond na Josephs legertijd een woonplaats in het nabij gelegen dorp Someren, niet ver van Eindhoven en van de Belgische grens. In de komende jaren werden uit hun huwelijk zes kinderen geboren, die in de loop van de tijd een belangrijke taak in de ontwikkeling van het bedrijf van Joseph Elias zouden vervullen. Ook vond hij een grote steun in Johanna, die een kleine, goed lopende winkel van textiel producten opende. In tegenstelling tot de andere Nederlandse provincies, die gedurende de Franse bezetting veel te lijden hadden gehad van het zogenaamde "Continentale Systeem" - de zee blokkade door Engeland in haar strijd tegen Frankrijk -, had Noord-Brabant geen economische schade geleden in de Franse tijd. Integendeel, de band met dit land bleek in deze provincie een gunstige invloed te hebben op de handel in het algemeen, en in het bijzonder op de export van textielproducten naar Frankrijk. Vlas en wol vormden een welkome bron van inkomsten voor de boerenbevolking van Noord-Brabant. Aangezien de zandgrond in deze provincie zeer onvruchtbaar was, waren de boeren ten zeerste gebaat bij een andere vorm van inkomsten dan het weinige, dat het verbouwen van landbouw producten, zoals aardappelen, opleverde. Zij hielden daarom schapen voor de wolproductie of verbouwden vlas voor de productie van linnen. Zij sponnen thuis de wol- of vlasgarens, of kochten deze van andere boeren in de omgeving of in het nabije België. Daarna zetten zij deze garens uit bij naburige boeren, die ze tegen betaling tot linnen of wollen stoffen weefden. Vervolgens kwamen dan de verdere thuisbewerkingen aan de orde: het wassen, bleken, verven en op maat snijden van het linnen. Tenslotte werden deze bewerkte stoffen in de omgeving op de markt gebracht, voor zover de thuiswerkers ze niet voor hun eigen gezins- en familieleden gebruikten. In de 18de en 19de eeuw bestonden er in pre-industrieel Noord-Brabant veel van dergelijke kleine huisbedrijven. Een daarvan was opgezet door Joseph Elias. Hij begon zijn loopbaan in de textielindustrie in zijn woonplaats Someren, wellicht geïnspireerd door de schapenteelt en wolverwerking aldaar. Hij legde zich toe op het laten weven en de verkoop van linnen stoffen. Vlasdraden kocht hij in de omgeving, vooral in België. Hij - en in latere jaren zijn nakomelingen – hebben zelf nooit vlas verbouwd of gesponnen. Jammer genoeg is er tot dusver, behalve een grootboek en enkele fotokopieën, geen of weinig documentatie materiaal gevonden, zoals brieven of dagboeken, die meer gegevens zouden kunnen vertellen over de dagelijkse bezigheden van Joseph Elias of over zijn persoonlijke leven in het algemeen. Zijn werkdagen waren zonder twijfel lang en vermoeiend. Hij zal meestal te voet, met paard en wagen, hondenkar en bij gelegenheid per (veer)boot of trekschuit hebben gereisd om de benodigde garens te kopen, deze aan thuiswevers uit te zetten en na een verdere bewerking van de aan hem geretourneerde weefsels deze aan de man te brengen. Het afwikkelen van deze activiteiten nam veel tijd in beslag, vooral omdat het wegen- en spoorwegnet niet voldoende ontwikkeld waren.
4
market the woven products after the final process. This entire process was time-consuming, especially since the roads ± and in later years the railways railways ± were not sufficiently developed.
Towboat Trekschuit In de familie doet het verhaal de ronde, dat Joseph Elias, wanneer het ijs in de winter sterk genoeg was, zijn schaatsen onderbond om zo op de snelste en goedkoopste wijze zijn bestemming te bereiken.6 Bij deze moeilijkheden kwam nog, dat hij als gelovige Jood de Sjabbat en Joodse feestdagen moest houden, zijn dagelijkse gebeden moest zeggen en de spijswetten nakomen. Joseph Elias verdiende op deze wijze moeizaam zijn brood. In dit stadium van zijn leven kan hij niet als entrepreneur gezien worden: van nieuwe producten, technieken en verkoopmethodes was geen sprake. Zijn behoefte aan kapitaal was gering en zijn risico’s waren minimaal. Een dergelijke levenswijze was niet uitzonderlijk voor deze streken en vormden een deel van de pre-industriële economie van de provincie Noord-Brabant. Joseph Elias kon als Jood een rustig leven leiden, omdat in Nederland de principes van gelijkheid en vrijheid van godsdienst officieel erkend waren. In de praktijk liet een volledige emancipatie van de Joden – of "smousen" zoals zij veelal genoemd werden – nog veel te wensen over. In de loop van de tijd kwam daar verbetering in, alhoewel er meestal een zekere afstand bleef bestaan tussen hen en de rest van de bevolking. Alhoewel de lage levensstandaard van het armere deel van de sterk groeiende Nederlandse bevolking een probleem bleef en van een bloeiende industrialisatie voorlopig geen sprake was, onderging de Nederlandse economie in haar geheel gedurende de eerste helft van de 19de eeuw een zeker groeiproces, krachtig bevorderd door Willem I, de “Koning-Koopman”. Het is begrijpelijk, dat onder deze omstandigheden de jonge en energieke Joseph Elias naar wegen zocht om tot een minder zwaar leven en een beter bestaan voor zijn gezin te komen. Een mogelijkheid deed zich voor, toen hij in het jaar 1838 zijn relatie met Meyer Broekhuysen, een der andere oudvrijwilligers in het Nederlandse leger met wie Joseph tijdens de Belgische opstand kennis had gemaakt7, weer opnam. Evenals Joseph was Meyer gastvrij ontvangen door de Joodse gemeente in Eindhoven. En ook hij had daar zijn bruid gevonden, Rebecca de Jongh, een nicht van Joseph Elias’ vrouw Johanna. Omstreeks 1838 opende Broekhuysen een weverij in Heusden, een kleine vestingstad, gunstig gelegen in het noordelijk deel van Noord-Brabant aan de grens van de provincie Utrecht en dichtbij Gelderland en Zuid-Holland. Sinds oude tijden, de 17de eeuw, “Gouden Eeuw” genoten vele bewoners dezer provincies ten noorden van de grote rivieren Maas, Waal en Rijn een welvarend bestaan, ondanks de heersende armoede van een deel der bevolking. Deze provincies hadden zich hersteld van de grote moeilijkheden onder de Franse bezetting. Elias’ hernieuwde contact met Broekhuysen verschafte hem een mogelijkheid zijn bedrijf een geheel nieuwe richting te geven. De discriminerende houding van de gemengde, maar overheersende Katholieke bevolking van Heusden tegenover de Joden,8 weerhield Elias er niet van in 1838 naar deze stad te verhuizen en met Meyer een partnerschap aan te gaan. Zij kwamen daarbij overeen dat Elias de door Broekhuysen geproduceerde weefsels zou gaan verkopen. Bovendien kreeg hij ook het recht de producten van de thuiswevers uit de omgeving aan de man te brengen. Gedurende de eerste jaren wierp de overeenkomst goede vruchten af. Dit bleek duidelijk uit het feit, dat beiden door de Kehilla (Joodse gemeente), waar zij een vooraanstaande positie innamen, voor relatief hoge belasting bedragen aangeslagen werden.
5
Voor Joseph Elias was de overeenkomst niet alleen vanwege de gunstige verkoop resultaten van grote betekenis. Nu had hij een goede gelegenheid zich vertrouwd te maken met de techniek en problematiek van het weven, en, wat misschien nog belangrijker was, hij kreeg de mogelijkheid contacten te leggen in geheel Nederland en zo een grote afzet op te bouwen. Bij deze ontwikkeling bleken zijn kinderen van grote betekenis te zijn. Elias hoopte door de samenwerking met zijn zonen op den duur een familiezaak op te bouwen, hetgeen hem in de komende jaren inderdaad is gelukt.
Heusden aan de Maas 1649 Heusden on the river Meuse 1649 De toename van zijn verkoop activiteit komt duidelijk tot uiting in het uitzonderlijk informatieve "Grootboek Elias 1850-1856", dat nog steeds in het bezit van de Elias familie is. Hieruit blijkt duringkonthe first inyears this land, arrangement duidelijk,Itdatseems Elias nuthat weefstoffen verkopen het gehele van Goes in worked Zeeland totvery Dokkum en Sneek in Friesland, en ook in Rotterdam en in Munster in Duitsland. In Heusden en omgeving waren successful. Both men were kooplieden; doing wellook andverkocht were accordingly assessed zijn klanten kleine winkeliers en andere hij aan familieleden en high kennissen. 9 De bedragen van de verkoop aan deze cliënten bedroegen jaarlijks niet meer dan fl. 100. Elias’ zaken for the taxes of the Kehilla (Jewish community) in which they held a met andere afnemers waren veel omvangrijker, in het bijzonder na 1853, het jaar waarin de overeenkomst met Broekhuysen werdJoseph beëindigd. het Grootboek verschijnen de of periode prominent position. For EliasIn this partnership was not in only great18531856 de namen van gevestigde en welbekende detailzaken zoals Lampe en Brenninckmeyer, terwijl hij aan de groothandel A. J. Polak initRotterdam voor een bedrag van meeritdan fl. enabled 5,000 leverde. importance because providedjaarlijks him with a good income, also Voorts onderhield Elias zakelijk contact, en later ook familie relaties, met de belangrijke him to familiarize himself with theOverijssel. weaving technology and its problems, textielonderneming van Spanjaard in de provincie Volgens het Grootboek betrok hij voor grote bedragen niet gespecificeerde goederen, waarschijnlijk more van important, to make en contact with potentialeencustomers linnen- enand, later even katoengarens Duitsland (Elberfeld) Engeland (Manchester), aanduiding, dat hij zich toelegde op de handel in garens.
throughout the entire country and so expand his sales market. His children
De overeenkomst Elias up metand Broekhuysen niet lang stand. zowel een persoonlijke had nowvan grown could behield of great help. By Dit thishad cooperation with his als een zakelijke achtergrond. Broekhuysen was de oprichter van de Kehilla van Heusden, en hij zowel als Joseph Elias waren ten to zeerste de leiding van is deze gemeente. Ditinleidde sons he hoped buildbetrokken a family bij business and that what happened the tot meningsverschillen over financiële aangelegenheden. Er werden ook klachten gehoord dat Elias “een following years. en niet zeer meegaand persoon” was. Hoe het ook zij, het is aannemelijk meer of minder eigenzinnig dat zijn ambitie om zijn zaken geheel zelfstandig voort te zetten, de verhouding tussen hem en Broekhuysen op den duur onmogelijk maakte. Een van de voorwaarden van de ontbinding van hun overeenkomst was, dat Joseph Elias een einde moest maken aan zijn transacties met de thuiswevers in Heusden en omstreken. Als compensatie voor het verlies van deze leveranciers ontving Elias een bedrag van fl. 2,572.14 in contanten, een aanzienlijk bedrag, dat hem goed te pas kwam voor zijn toekomstplannen. Aangezien er in de provincie geen gebrek was aan thuiswevers, was de clausule met betrekking tot de wevers in Heusden en omstreken
6
nauwelijks van belang voor hem. In alle opzichten kon deze schikking dus als zeer bevredigend voor Elias beschouwd worden.10 In 1853, bewees Elias opnieuw dat hij een vooruitziend zakenman was. Hij deed zijn twee oudste kinderen – Anna, 17 en Eduard 15 jaar oud – in de kost en de leer bij een linnenwever in Stratum - een stadje bij Eindhoven, waarvan het later een deel zou uitmaken. Op deze wijze kregen de kinderen Elias een uitstekende mogelijkheid om zich vertrouwd te maken met het weversvak. Joseph Elias, vooralsnog woonachtig in Heusden, liet zich in 1855 inschrijven in de belastingadministratie van Stratum als “fabrikant” van linnen. In werkelijkheid was zijn werkplaats met slechts drie arbeiders niet meer dan een opslagplaats voor linnen garens en weefgoederen. Deze Stratum episode kan gezien worden als een korte overgangsperiode in de carrière van Joseph Elias. Hij had geheel andere, verder reikende plannen.
rinsing the linen yarn and fabrics brought there from the factory buildings by small carts. The direct proximity of the town of Eindhoven was of crucial importance too. While in earlier years it was described as "a small commercial town, where also the foreigner is not a stranger", in the Elias en zijn familie verhuizen naar Strijp
th van Heusden Altena) industries century various well-known second half of the 19(Streekarchief Joseph Elias and familyLand moving fromenHeusden to Strijp developed (Streekarchief Land van Heusden en Altena) In 1856 kocht in Strijp nog een dorp niet ver van een fabrieksterrein, there,hijsuch as (toen tobacco, woodworking andEindhoven) matchsticks factories and dat thevoorheen het eigendom was van een textielfabrikant. Voor dit terrein betaalde hij eenzelfde bedrag als hij een 11 bulbs of Philips, called 'H/DPS´7KH%XOE paar jaarfamous eerder electric ontvangen hadfactory van zijn partner Broekhuysen bij de beëindiging van hun samenwerking. In 1856 he bought a factory site in Strijp (then an independent township
near Eindhoven) that had belonged to a textile manufacturer. For this transaction he paid an amount similar to the sum he had received a few years earlier from his former partner Broekhuysen as part of the dissolution settlement of their partnership. The purchase of these grounds proved to be a decisive step in Elias' career, as a result of which his rather limited line of work ± buying yarn, distributing it to home weavers, processing and selling the woven fabrics ± could now be transformed into a fully-fledged industrial enterprise, specializing in the various processes of weaving. The acquired site, measuring one and a quarter hectare, largely sufficed IRU (OLDV¶ QHHGV ,W FRPSULVHG ZRUN EXLOGLQJV EOHDFKLQJ ILHOGV DQG D dwelling house, into which the Elias family soon moved. Very important Eliasof factory with bleaching next to the Gender was the proximity small river thefields Gender, which provided water for Dethe Elias fabriek met bleekvelden naast de Gender
For the success of Joseph Elias' ambitious plans the improvement of the 7 transport situation in North-Brabant was of utmost importance. When the Eindhoven canal was linked in 1843 to the Zuid-Willems canal, and later
Dit bleek een beslissende stap in de carrière van Elias te zijn. In de loop van de komende jaren zou zijn nog steeds beperkt veld van werkzaamheden - de aankoop van garens, het uitzetten van garens bij thuiswevers, het verwerken van de hem geretourneerde weefsels en tenslotte de verkoop van deze weefstoffen - uitgroeien tot een industriële onderneming, gespecialiseerd in het weven van linnen en later ook katoenstoffen. Het aangekochte terrein, dat met een oppervlakte van 1¼ hectare ruim aan de behoefte voldeed, bevatte ook werkgebouwen, bleekvelden en een woonhuis, dat spoedig door het gezin Joseph Elias in gebruik werd genomen. De ligging van het terrein was bijzonder gunstig: dichtbij stroomde de beek de Gender. Vanaf het fabrieksgebouw werd het linnen vervoerd in kleine wagentjes om in het zuivere beekwater gewassen te worden, waarna het op de aanliggende velden gebleekt kon worden.
De Strijpse Straat met rechts de Elias fabriek (omstreeks 1930)
Strijpse Street with to the right the Elias factory
De directe nabijheid van de stad Eindhoven wasofevenzeer van groot belang. Reeds in vroegere jaren at the time the horse cart werd Eindhoven beschreven als "een levendig handelsstadje, waar ook de vreemdeling geen vreemde meer is." Gedurende de tweede helft van de 19de eeuw werden er verscheidene, later welbekende Since Elias continued working with home weavers he needed no more industriële ondernemingen opgericht, zoals fabrieken voor tabaksverwerking, voor hout- en lucifer twenty-one workers his plant, main taskvan waselektrische to wash and de Philips fabriek “De inLamp” voorwhose de productie gloeilampen. fabricage11 en laterthan Voor deze bedrijven en voor de verwezenlijking van Joseph Elias’ ambitieuze moderniseringsplannen bleach the fabrics. While there was no lack of peasant home weavers, it was de verbetering van het transportwezen in Noord-Brabant en elders in Nederland van uiterst was not easy to work with them. It could for instance happen that rainy belangrijk. In 1843 werd het Eindhovens kanaal – later zeer verbreed - verbonden met de Zuidweathereen conditions made them decide that it was much urgent to van goederen en Willemsvaart, hetgeen aanzienlijke verbetering betekende voor more het vervoer personen van en gather naar the Eindhoven. was ook de ontwikkeling van een potato crop Van in timehet thangrootste to weavebelang for Joseph Elias. spoorwegnet, waarvoor Koning-Koopman Willem I (1813-1840) zich met enthousiasme had ingezet. This situation can be seen as emblematic for the state of economic affairs Het zou echter nog tot 1860 duren totdat de Spoorwegwet Eindhoven kon voorzien met een directe en snelle verbinding LQWKH1HWKHUODQGVWKHFRXQWU\¶VLQGXVWU\ZDVVWLOOQXPEHUWZRRUWKUHHRQ met andere steden zoals Tilburg, 's-Hertogenbosch en Venlo, en in feite met geheel Nederland en het buitenland. the priority list of the economic sectors. As late as the middle of the 19th many citizens would feel too distinguished to be involved in Latere geslachten century kijken met bewondering naar de vooruitziende blik van Joseph Elias toen hij Strijp activities, commerce, and even bij Eindhoven alsindustrial locatie voor zijn preferring bedrijf koos. Gerardinvesting Philips abroad prefereerde pas dertig jaar later Eindhoven als hetagriculture. meest geschikt voor de vestiging van zijn fabriek boven Breda, Contrary to other countries, where the industrial revolutionwaar hij reeds een perceel voor dit doel had aangekocht. Het besluit van Elias om zijn bedrijf naar Eindhoven te verplaatsen heeft waarschijnlijk onbedoeld bijgedragen tot de ontwikkeling van deze stad, die vooral door Philips zou uitgroeten tot de grootindustriële “Lichtstad”.
Terugkijkende op zijn leven zal Joseph Elias zich bij tijden zijn vervoer problemen van zo'n dertig jaar geleden in herinnering gebracht hebben, toen hij voor het transport van zijn waren naar bijvoorbeeld Leeuwarden en Dokkum in het noorden en Goes in het zuiden gebruik moest maken van paard en wagen, van trekschuit of veerboot - en wellicht zal hij af en toe heimwee naar zijn vroegere schaatstochten hebben gevoeld, getuige het thema “IJspret”, dat hij later met de Jacquard techniek in tafellakens en servetten inweefde.
8
Highly appreciated were the luxury damask linen goods with in-woven figures or names. This was a new process made possible by the invention
in due time proved to play a decisive part in the development of Joseph 13 of the Frenchman Jacquard. These products became a specialty of Elias.
Elias' business.
In contrast to the other Dutch provinces, which during the French occupation of the Netherlands had suffered much by the so called Damask table "Continental System" (the sea blockade of England by its French enemy), napkin:
North-Brabant did not experience an economic setback as Merriment a result on oficethe French policy. On the contrary, the union with France favourably affected the province's commerce and especially its export of textile products. Since the yield of cultivating potatoes and other agricultural produce on the sandy soil of North-Brabant was very low, additional income was welcome or even required. Breeding of sheep for their wool or cultivating Damast servet: ijspret
flax for the production of linen came handy. The wool andmarket flax Elias' products were also soldin in very the Dutch East Indies. The local
Ondanks de genoemde verbeterde transport- en locatie condities kon Elias’ bedrijf nog niet als een moderne fabriek gezien vooralfrom omdat eigen bedrijf weefde en nog His steedsclients gebruik remained however by hij farniet theinpeasants most important target. yarn could also beworden, bought other in North-Brabant orwere in maakte van de diensten van thuiswevers. De garens betrok hij nu voornamelijk van Engelse spinnerijen, die deze goedkoop konden aanbieden dankzij de toepassing van diverse uitvindingen in de Belgium. peasants wove themselves, but others distributed periode vanSome de Industriële Revolutie op het the gebiedyarn van stoomkracht in het spinproces. 13 Elias deftly used this invention to promote his business, for instance by honouring a large shipping company In 1862 had Elias nog 21 mensen in diensta steamer om decarrying stoffen - nog J.E. steeds door with aslechts framed colourful cloth portraying his initials on its vervaardigd prow. thethuiswevers yarn among other peasants, who weaving payment. Washing, - te wassen, te bleken en24.ze voor de were consumentenmarkt te for verwerken tot eindproducten See illustration on p. zoals tafelkleden, lakens en andere artikelen. Hoewel er geen gebrek was aan boeren die thuis konden weven, leverde deze arbeidsverdeling grote problemen voor hem op, omdatselling de samenwerking bleaching, dyeing and cutting the tissues and themmetinhen the verre van soepel verliep. Zo kon het gebeuren dat de boeren-thuiswevers bij een bepaalde weersgesteldheid het tijdig rooien van aardappelen belangrijker achtten dan het weven van stoffen voor surrounding areas finished this chain of processes. In the course of centurJoseph Elias. Voor hen zou het een ramp betekenen als door regen de aardappelen op het veld zouden verrotten.
Huiswever (Vincent van Gogh) Home weaver (Vincent van Gogh)
Deze situatie kan beschouwd worden als kenmerkend voor de toestand van de Nederlandse economie: de industrie kwam op de tweede of derde plaats. Nog in het midden van de 19de eeuw voelde menig
9
Nederlander zich te gewichtig om zich met industriële activiteiten te bezig te houden. Men had meer interesse voor handel, voor beleggingen in het buitenland of, zoals hierboven aangetoond, voor de landbouw. Nederland was in het algemeen nog niet rijp voor industrie, zoals het geval was in de buurlanden.. "Je kunt een blad horen vallen, alles staat stokstil," was de klacht van een eigentijdse Nederlander. Dit betekende niet dat er geen vraag was naar verschillende soorten van luxueuze textiel en andere artikelen. Nederland was nog steeds een land dat veel welgestelde inwoners telde, die hun inkomen verkregen uit erfenissen, uit verdiensten van plantages in de koloniën, of uit winsten van de importhandel met industrieel meer ontwikkelde landen. Joseph Elias wist bij dit deel van de Nederlandse bevolking interesse te wekken voor zijn textielproducten. Zo nam hij in 1861 deel aan een tentoonstelling in Haarlem, waar hij een bronzen medaille verwierf, zijn eerste van een hele reeks van dergelijke onderscheidingen. Dit deelnemen aan Dutch governmental institutions, butdealso wholesale dealers retailers. tentoonstellingen was maar één van de wegen om afzetmogelijkheid van zijnand bedrijf te bevorderen. th voor zijn producten. Langzaam maar zeker groeide de markt By the end of the 19 century large department stores were not yet Gedurende de tweede van de eeuw nam de Nederlandse bevolking sneller throughout toe dan voorheen. developed in helft the Netherlands. Selling to the many small shops Tegelijkertijd steeg het levenspeil, en dit was niet alleen het geval bij de meer vermogende burgers. country remained the task of Elias' sons.schoten It was as yet anvan de Ook hetthe inkomen van de hogere arbeidsklasse namJoseph toe. In het bijzonder de verdiensten werknemers in de Amsterdamse diamantindustrie omhoog, toen omstreeks 1860, de aanvang van de arduous job, notwithstanding the much transport systems, which zogenaamde “Kaap Periode”, een snelle exploitatie vanimproved de diamantmijnen in Zuid-Afrika plaats vond. Deze diamantbewerkers gedroegen zich als een soort “nouveau riche” en waren bereid hun verdiensten enabled them to proceed faster and work more efficiently than had te besteden voor de aanschaf van dure much artikelen.
been possible for their father in the past.
Een goedgevulde grote linnenkast - een traditioneel en fraai meubel van de welgestelde Nederlander werd nuAook voor wijdere vanyarn, trots en praal. Geen huwelijk kon plaats decrease in thekringen priceseenofvoorwerp the linen a result of the progress of thevinden, zonder dat de linnenkast gevuld was met een haast ondenkbare hoeveelheid en variëteit newer spinning processes in England, a Deze favourable factor forontwikkeld Elias' tot huishoudtextiel, zoals tafelkleden, servetten, lakens en was slopen. gewoonte had zich een ingewortelde traditie voor de betere gesitueerde laag van de Nederlandse bevolking. linen hiervan weaving industry. On the other hand, cheaper products Als voorbeeld diene een huwelijksverdrag van een echtpaar uit de cotton middenstand in het begin van de 20ste eeuw. De bruid bracht ten huwelijk niet minder mee dan 24 lakens, 18 tafellakens, 24 became ever more 48competitive, even despite the temporary risedieintezamen the een handdoeken, 24 kussenslopen, theedoeken, stofdoeken en glasdoeken, 24 servetten, waarde price vertegenwoordigden vanonfl. the 550. international Zeer in zwangmarket was hetas luxe damastlinnen met of raw cotton a consequence of ingeweven the figuren of namen, een proces mogelijk gemaakt door de uitvinding van de Fransman Jacquard. Dit product was een specialiteit van Elias.12
Public relations door middel van een jacquard weefsel
Promotion by Jacquard-weaving
De producten van zijn bedrijf werden eveneens in Nederlands Oost-Indië verkocht, maar de plaatselijke markt bleef verreweg de belangrijkste. Zijn afnemers waren vooral regeringsinstellingen, maar ook
10
grossiers en kleinhandelaren. Het grootwinkelbedrijf in Nederland had zich aan het einde van de 19de eeuw nog niet sterk ontwikkeld. Daarom werd het de verantwoordelijkheid van Joseph Elias’ zonen de in het gehele land gevestigde kleinere afnemers te bezoeken. Dit was nog steeds een veeleisende taak, ondanks de aanzienlijke verbetering van het transportwezen, dat hen in staat stelde de zaken op een veel snellere en meer efficiënte wijze af te handelen dan hun vader dat had kunnen doen. De lage prijs van de uit Engeland geïmporteerde linnen garens was een gunstige factor voor Elias’ linnen weefindustrie. Hier stond echter tegenover, dat het goedkopere katoen een geduchte concurrent betekende voor zijn linnen producten, en dit, ondanks de tijdelijke stijging van de katoen prijzen als gevolg van de burgeroorlog in de Verenigde Staten in de jaren 1860. Elias zag zich daarom genoodzaakt om naast de productie van linnen en dure damast nu ook de vervaardiging van goedkopere halflinnen stoffen (linnen gemengd met katoen) ter hand te nemen, om zo zijn afzet te vergroten en zijn plaats op de concurrentie markt te behouden. Weliswaar ontwikkelden Elias’ zaken zich gedurig - in 1862 bedroeg de winst fl. 12.600 -, maar deze groei kon de aspiraties van Joseph Elias niet bevredigen. Hij was van mening dat nu de tijd gekomen was om nu verder gaande veranderingen aan te brengen in zijn bedrijf. Dit zou hem tot een industriële ondernemer maken in de volle zin des woords. Als eerste stap in die richting ging hij een vennootschap aan met zijn drie zoons "voor de productie en verkoop van linnen en tafellakens, lakens, handdoeken en dergelijke waren, zowel als voor de handel in linnen garens". De eenpersoons zaak van Joseph Elias was door deze maatregel een echte familie bedrijf geworden en dit karakter zou in de loop der jaren nog versterkt worden. Niet minder belangrijk was dat Elias het gebruik van stoomkracht begon te overwegen. Dit zou het einde betekenen van zijn afhankelijkheid van de thuiswevers en het zou tevens een beslissende stap zijn in de uitbreiding en modernisering van het productieproces. Het gebruik van stoomkracht in Nederland was nog verre van algemeen in tegenstelling tot de situatie in de omgevende landen. Om een voorbeeld te geven 1853 waren er Nederland niet meer dan 364 stoommachines in gebruik, terwijl in België dit aantal al in 1850 in 2040 bedroeg. De belangrijkste oorzaak van deze achterstand was de duurte van de steenkolen en van de vervoerskosten, die in NoordBrabant 40% hoger lagen dan in de kuststreek. Ondanks de hoge rechten werden de meeste kolen uit België betrokken. Een andere hinderpaal op de weg naar het in gebruik nemen van stoommachines was van psychologische aard. Zoals al eerder in andere landen, heerste er hiervoor in Nederland bij velen een conservatieve angst, getuige de oude heer Stastok, de vermaarde figuur uit Hildebrands “Camera Obscura”, die een “onverzettelijke afkeer” van die gevaarlijke stoommachines had. Niet zelden werd stoomkracht beschreven als het werk des duivels. Inderdaad bleven ongelukken bij het gebruik van stoom ook in Nederland niet uit. Joseph Elias was sterk genoeg om deze moeilijkheden het hoofd te bieden. Hij was de eerste linnenproducent in het oostelijke deel van Noord-Brabant, die er in slaagde een goed lopende, met stoomkracht werkende fabriek op te bouwen. Nadat hij had vele bureaucratische hindernissen had overwonnen, kon hij in het jaar 1870 zijn eerste stoommachine met een vermogen van 20-30 P.K. installeren. Weliswaar kon deze machine niet meer dan 90 weefgetouwen aandrijven, maar het was een aanzet tot verdere uitbreiding. Terwijl de firma doorging met de verkoop van linnen garens, was zijn bedrijf nu niet langer een opslagplaats voor dit product, maar had zich ontwikkeld tot een moderne stoomweverij met een aanzienlijk grotere productie capaciteit dan in de periode, dat met thuiswevers werd gewerkt. De jaarlijkse omzet varieerde van fl. 233,000 tot fl. 305,000. Het aantal arbeiders steeg tot 130. Joseph Elias en zijn zonen bleven aandacht besteden aan verdere vernieuwingen, zoals het gebruik van gaslicht, in eigen bedrijf geproduceerd uit olie. Elias koesterde nog een andere ambitie: hij had zijn zinnen gezet op een koninklijke erkenning van de voortreffelijkheid van zijn onderneming. Om dit te bereiken wendde hij zich tot de gemeenteraad van Strijp, die hij bereid vond te getuigen dat hij, “Joseph Elias een goede reputatie genoot, dat zijn firma één van de grootste in Noord-Brabant was, dat geen producent van linnen met hem te vergelijken was en dat zijn producten internationale prijzen gewonnen hadden.” Zijn inspanning bleek niet tevergeefs. In 1874 werd hem het persoonlijke recht toegekend om het koninklijk wapen te voeren. Van nu af aan kon de onderscheiding "Willem III, Koning der Nederlanden" aan het briefhoofd van de stoom linnen fabriek worden toegevoegd.13
11
1874 granted the personal right to use the Royal Coat of Arms. From then RQ WKH SURXG GLVWLQFWLRQ PDUN ³:LOOHP ,,, .LQJ RI WKH 1HWKHUODQGV´ adRUQHGWKHVWHDPOLQHQIDFWRU\¶VOHWWHUKHDG
the government was urgently pressed to effectuate a change in the housing conditions of the labourers and as a first step to propose new laws in this field. For the time being however concrete changes still failed to come. A Briefhoofdwith met het Koninklijk 1896 Letterhead the Royal Wapen Coat of Arms
general housing census in the Netherlands in 1899 proved that 28.5% of Nadat wij ons bezig hebben gehouden met de ontwikkeling van Elias’ onderneming willen wij nu de thevestigen total number dwellings municipalities thaneen 20.000 aandacht op enkele of sociale aspecteninvan zijn activiteiten,ofdiemore eveneens aanzienlijke After having addressed mainly the economic development of Elias' invloed hadden op het leven in Eindhoven en omgeving. In het algemeen vertoonde het langzame residents consisted of one room only with an average area of 30-50 m!. ontwaken van het sociale besef in Nederland in de tweede helft van de 19de eeuw nog maar weinig enterprise, we will now focus on a few social aspects of his activities, concreteSeveral resultaten. De had hygiëne en those de veiligheid van and de sleeping arbeiders,quarters. degenen Indie's- in de people to share tiny living textielnijverheidwerkzaam waren niet uitgezonderd, moesten grondig worden which also had an impact on the region. In general, an awakening verbeterd. of social Deze noodzaak hiervan werd onderstreept in eenofrapport van 1855, uitgebracht op initiatief van Koning Hertogenbosch, the capital North-Brabant, sometimes even 6-12 th Willemawareness III. In het bijzonder werd hierin de gevestigd het19 gevaar van verspreiding in the Netherlands in aandacht the second half ofopthe century was far van hadvan to slechte live inbehuizing. this way.DeNo needdietoaan elaborate on the consequences ziektenpersons als resultaat feiten, het licht kwamen door de publicatie van fromwaren having results. forverder example a great need for van dit rapport, verre concrete van bevredigend. AlsThere gevolg was van een onderzoek naar de behuizing of this situation as bijna illnesses, infant mortality, alcoholism crime. Noord-Brabantse arbeiderssuch in 1892 een halve eeuw later, werd de regeringand opnieuw dringend in hygienic safety conditions in the factories, including verzochtimprovement wettelijke maatregelen op dit and gebied te nemen. Veel verandering kwam er echter voorshands Astonishingly, efforts to improve this situation encountered opposition in nog steeds niet. In de algemene telling van behuizing in 1899 bleek, dat in Nederland in gemeenten met those in the textile industry. This necessity was emphasized in a report of meer dan 20,000 inwoners 28.5% van population. alle woningen slechts één bestonden of met een certain circles of the Dutch Foruitexample, in kamer the beginning 2 tot 50 m². Deze woon- the en danger slaapruimte moest door meerdere gemiddelde vanKing 30 mWilliam 1855,oppervlakte ordered by III, in which of the spread of personen gedeeld. In de hoofdstad van Noord-Brabant werd een dergelijke theworden 20th FHQWXU\ DQ’s-Hertogenbosch, HDUO\ FKLOG¶V GHDWK ZDV E\ VRPH SHRSOH FRQVLGHUHG ruimte dikwijls door een van 6 tot 12 Het14is overbodig hier te wijzen illnessesbewoond as a result of gezin bad housing of zielen. the workmen was mentioned in op de quite DVQRUPDORUHYHQ³XVHIXO´ gevolgen vanunbelievably deze toestand,- zoals het uitbreken van ziekten, hoge kindersterfte, alcoholisme en particular. The practical influence of this report was very disappointing. misdaad.
Following a survey performed in 1892, approximately half a century later,
Joseph watcheshetwarp Joseph Elias Elias controleert kettingthreading rijgen Bevreemdend genoeg was het nemen van maatregelen op sociaal gebied niet algemeen populair. Zelfs tot in de 14 volgende eeuw kon men in toonaangevende kringen ongelofelijke uitingen te horen krijgen, G. Mak, "De Eeuw van mijn vader", 1999, p. 49. bijvoorbeeld dat een vroege kinderdood “normaal” of zelfs “nuttig” was.14
12
Joseph Elias’ opvattingen stonden hiermee in scherpe tegenstelling. Reeds in 1870 was hij begonnen met een groot bouwproject, hetgeen resulteerde in huisvesting voor zijn arbeiders op het fabrieksterrein. In een regeringsrapport van 1889/9015 werden de huisjes als “goed” gekwalificeerd, terwijl bovendien werd vermeld, dat deze voorzien waren van aangrenzende stukjes grond, belangrijk voor de arbeiders om zelf aardappelen en groente te kunnen verbouwen. Elias heeft steeds naar een goede verhouding met zijn personeel gestreefd. Zo hield hij oudere arbeiders zo lang mogelijk aan het werk. Een 50-jarig jubileum was geen uitzondering. Zijn aandacht ging eveneens uit naar ziekte voorzieningen, een moeilijke taak, want niet iedere werknemer kon de betekenis van een ziekenfonds op juiste waarde schatten. Op 64-jarige leeftijd trok Joseph Elias zich terug uit zaken. Hij liet zijn zonen een bloeiende, gerespecteerde en expansieve onderneming na, met een geschatte waarde van fl. 405.000. De bedrijfsfinanciering was gezond en zijn bankrelaties werden uitstekend genoemd. Slechts één maal verzocht en verkreeg hij een krediet van fl.10.000. Indien financieel noodzakelijk, konden delen van de uitgebreide terreinen verkocht worden.
metthree drie kleindochters Joseph Joseph EliasElias with granddaughters
De volgende generaties Elias zetten het levenswerk van Joseph voort. Nieuwe markten werden geopend, en er werden zelfs filialen in andere landen opgericht. In 1930 bereikte de verkoop een Thefl.above account of the telde career of 400 Elias and the development of his steam vallen bedrag van 8 miljoen; het bedrijf toen werknemers. Deze latere ontwikkelingen echter buiten het kader van dit artikel. linen factory does in nothetsuffice to moest get a “Elias full idea of his zoals influence on the in de Na de Tweede Wereldoorlog, jaar 1961, Eindhoven”, vele bedrijven 16 textiel- en andere sectoren in Nederland, zijn deuren sluiten.
region. The presence of an industrial enterprise always has a strongly
De bovenstaande Elias’ carrière de ontwikkeling van zijn activity. stoom linnen radiatingbeschrijving impact onvanseveral other en branches of economic Thefabriek geeft geen volledig beeld van de sociale en economische invloed van zijn activiteiten. De aanwezigheid van eenproduction industriële onderneming heeft altijdthe een grote uitstralende op talrijke verschillende of goods requires acquisition of rawinvloed materials, machinery, bedrijfstakken. Elk productie proces vereist de aankoop van grondstoffen, machines, gereedschap en bij tools and other ook implements from Bovendien a variety kan of een other industries. uitbreiding of vernieuwing bouwmaterialen. onderneming nietBesides, bestaan zonder dienstverlenende bedrijven, zoals banken, verzekeringsmaatschappijen en verkeer- en transport services such waarop as banking, insurance and diensten.every Het magenterprise aangenomenneeds worden dat ook de wijze, Elias de sociale condities benaderde, een impact had op andere ondernemingen. transportation. The impact of these various factors on the environment is Er zijn voorts nog twee specifieke invloeden van Elias’ stoomfabriek aan te wijzen. De Nederlandse papierfabrieken in die tijd dringend behoefte it aanislinnen lompen, die waren voor de in facthadden imponderable. Nonetheless, reasonable toessentieel state that the
influence of EliaV¶ HQWHUSULVH DQG DFWLYLWLHV PXVW KDYH EHHQ LPSUHVVLYH 13
vervaardiging van sterke en fijne papiersoorten. Zoals ook elders in Europa heerste er echter in Nederland omstreeks het midden van de 19de eeuw een ernstige lompenschaarste.17 De regering poogde deze te bestrijden door belasting te heffen op de export van dit tien noodzakelijke afvalproduct. De lompen bleven echter schaars en duur, vooral als er sprake was van schone linnen lompen, zoals Elias die kon leveren .18 Een ander specifiek effect van de modernisatie van Elias’ fabriek was, dat door het gebruik van stoomkracht een einde kwam aan de behoefte om hand- of thuiswevers in te zetten. Deze werkers zouden dus werkeloos zijn geworden, ware het niet dat zij door de groeiende hout- en tabaksindustrie opgevangen werden, en wel in het bijzonder door de grote tabaksfabriek van Van Abbe, bekend door zijn populaire Karel I sigaren. Elias verloor ook na zijn pensioen in 1875 zijn industriële interesse niet. Hij bleef deelnemen in en steun verlenen aan ondernemingen van familieleden in bedrijfstakken, zoals van margarine, sigaren en knopen. Deze kleinschalige bedrijfjes hadden echter weinig succes en werden na korte tijd opgeheven. Daarentegen kwam de lakenfabriek E. Elias tot grote bloei. Deze werd rond 1890 in Tilburg opgericht door Eli Elias, geïnspireerd door zijn grootvader Joseph en financieel gesteund door zijn ouders. De fabriek vervaardigde wollen stoffen en bracht specifieke producten op de markt, zoals biljartlaken en waterdichte stoffen voor regenkleding.19 De praktische belangstelling van Joseph Elias was niet beperkt tot het bedrijfsleven. Zijn “need for achievement”20 betrof ook andere gebieden. Samen met naaste familieleden interesseerde hij zich in algemeen sociale zaken, in het bijzonder de verbetering van het maatschappelijk leven en de beroeps opleiding in Eindhoven en omgeving. De Elias familie was zich ervan bewust, dat in deze regio veelal conservatieve en zelfs achterlijke toestanden heersten, en trachtte daar verandering in te brengen. all the important industry sectors in Eindhoven Jewish entrepreneurs have Joseph stond op de voorgrond bij de oprichting van het belangrijke Publieke Genootschap voor 21 . Hij the was year ook een vantheir de eerste leden methods van de Sociëteit Maatschappelijke Eindhoven played anVerbetering importantvan part. Only about 1890 modern “Amicitia”, die moderne maatschappelijke opvattingen voorstond. Beide genootschappen vormden een bolwerkwere van non-conformisme. followed by older establisheG WH[WLOH LQGXVWULDOLVWV´ 21 F.J.M. van Filantropische interesse en activiteit waren een man als Elias evenmin vreemd. Zo was hij nog op hoge D VLPLODU RSLQLRQ -HZLVK VKDUH HFRQRPLF leeftijd 3XLMHQEURHN nauw betrokkenYRLFHG bij het Rode Kruis, speciaal bij ³7KH het inzamelen van geldenLQ voor de in de FransDuitse oorlog van 1870 gewonde soldaten.
LQLWLDWLYHLVFRQVLGHUDEOHHYHQLI3KLOLSVDQG9DQ$EEH´- the founders of
Samenvattend: Joseph Elias heeft een veelzijdige en blijvende bijdrage geleverd tot het economisch en the renowned enterprises with these names - are not reckoned as maatschappelijk leven van Eindhoven en omgeving. Na zijn overlijden in 1891 eerde Eindhoven haar prominente burger door een straat naar hem te vernoemen. De Jozef Eliasweg is niet belongiQJWRWKH³0RVDLF3HRSOH« veraf gelegen van de Strijpsestraat, waar zijn fabriek had gestaan. Een naburige straat werd vernoemd naar Koning Willem III, die, zoals wij zagen, aan Elias’ bedrijf het brevet “Koninklijk” had verleend.
De Jozef EliaswegElias in Eindhoven The Joseph Road
Tot slot een korte referentie naar de vraag en problematiek betreffende de invloed van Joodse burgers op ‘s lands economie. Twee vooraanstaande schrijvers over Eindhoven verkondigen een duidelijke
Putting the issue in a broader context, I quote the opinion of my promoter
the late Prof. dr. I. J. Brugmans, mentioning the Jewish influence on the 14 'XWFKHFRQRP\³7KHIRUHLJQHUDOZD\VEULQJV innovatLRQDQGHQHUJ\«KH ZLOOEXLOG«
mening over dit onderwerp. W. Brand schrijft: "In alle belangrijke industriële sectoren in Eindhoven, speelden Joodse ondernemers een belangrijke rol. Pas rond 1890 werden hun moderne methodes door eerder gevestigde textiel bedrijven gevolgd.22 F. J. M. van Puijenbroek, koesterde een dergelijke opvatting: "Het Joodse aandeel in het economisch initiatief is respectabel”. Hij laat hierbij zelfs de bedrijven van Philips en Van Abbe buiten beschouwing, daar hij de oprichters van deze ondernemingen ziet als “niet behorend tot het Mozaïsche Volk”. Ook Van Puijenbroek benadrukt, dat “pas in de negentiger jaren moderne methodes door andere gevestigde textiel ondernemers overgenomen werden”. Om het vraagstuk over de invloed van Joden op het economisch leven met een meer algemene blik te beschouwen hierbij een citaat van mijn promotor Prof. dr. I.J. Brugmans z”l, die zijn mening als volgt uit: "De vreemdeling brengt altijd vernieuwing en energie ... hij bouwt”. Deze elementen van “human capital”, vernieuwing en energie, waren kenmerkend voor Joseph Elias. Hij heeft zich ten volle ingezet voor het welzijn voor Eindhoven en regio.
Enkele voorbeelden van Elias’ huishoud textiel
15
Afstammingslijn van Joseph Elias tot en met onze kleinkinderen23
16
1
De studiedag, georganiseerd door Amoetat Akevoth, vond plaats op 11 januari 2012. De meest relevante gedrukte bronnen zijn: F.J.M. van Puijenbroek, "Beginnen in Eindhoven. Allochtoon ondernemers initiatief in de negentiende eeuw", Eindhoven 1985. H.F. van den Eerenbeemt, "De Huisvesting van arbeiders rond het midden der negentiende eeuw, Leiden 1957. B.W. de Vries, "From Pedlars to Textile Barons, The Economic Development of a Jewish Minority Group in the Netherlands", Amsterdam, New York 1989. - "Of Mettle and Metals, From Court Jews to world wide Industrialists", Amsterdam 2000. - "Elias, Joseph" in the "Biografisch Woordenboek van Nederland", deel 4, Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, 's-Gravenhage 1994. Niet gedrukte bronnen: Bij een bezoek aan de middeleeuwse stad Heusden had ik de gelegenheid contact op te nemen met het Streekarchief van het Land van Heusden en Altona, waar de archivaris Caroline de Hart zo vriendelijk was mij vele nuttige informatie te verstrekken. Ook stafleden van het Niedersachsisches Landesarchiv Hauptstaatsarchiv Hanover waren behulpzaam; zij verwezen mij naar documenten van Department III en stelden mij voor persoonlijk deze archieven en in het bijzonder die van het nabij gelegen Pattensen, waar Joseph Elias was geboren, te onderzoeken. Tot mijn spijt was het mij niet mogelijk hieraan gehoor te geven. Ook ben ik niet in de gelegenheid geweest in het kader van dit onderzoek het Algemene Rijksarchief in den Haag en het Gemeente Archief in ‘s-Hertogenbosch te raadplegen, waar waarschijnlijk meerdere informatie te vinden is over Joseph Elias en Meyer Broekhuysen. Frans Gommers, hoofdredacteur van de website "Eindhoven in Beeld” was zeer behulpzaam met het verschaffen van foto materiaal en nadere gegevens. Mijn hartelijke dank gaat ook uit naar Alice Markowitz voor tekstverwerking en editing, en als steeds naar de intensieve traditionele hulp van mijn echtgenote Annemarie de Vries-Broekhuijsen. 3 Hauptstaats Archiv Hanover, dept. III, nr. 2 421. Volgens een mededeling van M. (Thias) Elias z”l handelde hij (ook) in granen. 2
4
A.Dietz, “Stambuch der Frankfurter Juden”, Frankfurt a/Main, 1907: Hauptstaatsarchiv Hanover,act. III, nr. 3421 (1750-1850.) Een aantal van de hofjoden met de naam Elias handelde in katoenen stoffen. Een familieband met Joseph Elias is mogelijk, maar kon niet gevonden worden. 5
De vergelijking van geldwaarden in verschillende tijden is een ingewikkeld probleem. Als benadering van de genoemde waarde kan men hier een huidige equivalente waarde van 100 euro aannemen.
6
Mededeling van Joost Elias, Haastrecht.
7 Broekhuysen was 4 december 1807 in Amsterdam geboren en later naar Sneek (provincie Friesland) verhuisd. Zijn dienst in het leger duurde van 1830 tot 1833. 8
Joseph vond voor zijn gezin een woning in de Smitstraat te Heusden. Joden hadden in dit stadje op het einde van de 18de eeuw het burgerrecht verkregen, maar hadden daarvoor een dubbel bedrag (fl. 25) moeten betalen. Protest tegen deze discriminerende maatregel hielp niet. Toen Lodewijk Napoleon, die van 1806 tot 1810 op bevel van zijn broer Napoleon Bonaparte het koningschap van Holland op zich nam, het verzoek van de Joodse kooplieden de locale zaterdagmarkt te sluiten omdat zij op Sjabbat niet mochten werken, inwilligde, moest het gemeentebestuur van Heusden deze maatregel - zij het met tegenzin - accepteren. De Joodse bevolking in Heusden vond in latere jaren een verdediger van hun belangen bij een Protestante geestelijke. 9
De hier genoemde bedragen vertegenwoordigen in onze tijd een veel hogere waarde. 10 Broekhuysen zette zijn werk met de weverij voort. In het persoonlijke vlak ging hij door met zijn inzet voor de Joodse gemeente in Heusden en elders in Noord-Brabant. (Meer hierover is te vinden bij het “Streekarchief Land van Heusden en Altena”). 11 Eindhoven werd reeds in 1870 “Lichtstad” genoemd, dankzij de bovengenoemde belangrijke lucifer industrie, (zie www.eindhoven-in-beeld.nl) 12
Een belandrijke scheepvaartmaatschappij werd door Joseph Elias vereerd met een ingelijst weefsel in kleuren, voorstellende een grote, fraaie stoomboot met op de boeg zijn initialen J.E. - een voorbeeld van zijn interesse in “public relations”.
13
Verzameling briefhoofden van het Gemeentelijk Archief van Eindhoven.
14
G. Mak, “De eeuw van mijn vader”, 1999, p. 49. Struve Bekaar, “Nijverheidsstatistieken”. Het grotere project werd niet tot uitvoering gebracht.
15
16
Onder de merknaam Elias worden tot op heden huishoud textiel verkocht. Voor de betekenis van lompen voor de papierindustrie: B.W. de Vries, “De Nederlandse Papiernijverheid in de 19de eeuw”,’sGravenhage 1951, hoofdstuk 7, De lompenkrijg. 17
Toen de Nederlandse regering in de tweede helft van de 19de eeuw een meer liberale handelspolitiek ging voeren, behoorde de afschaffing van de belasting op de uitvoer van lompen in 1874 tot de laatste belemmering van een vrije handel, omdat de Nederlandse papierfabrieken een nog nijpender schaarste van deze grondstoffen vreesden.
18
19 Ook “Elias Tilburg” zag zich, zoals zovele textielfabrieken, na de Tweede Wereldoorlog genoodzaakt zijn activiteiten te beëindigen. 20
Een doeltreffende uitdrukking van D.C. McClelland, “The Achieving Society”, Princetown 1961 Joden waren in die tijd uitgesloten van het algemene genootschap tot dit doel. 22 W. Brand, “Sociografie van de Lichtstad”, 1937, geciteerd door M.H. Gans, “Memorboek”, 1971, en door Van Puijenbroek, p.10. 21
23 Voor een gedetailleerde genealogie en beschrijving van Joseph Elias’ nakomelingen en hun families zie:”Ashkenazi Cholent and Spanish Pepper. The Colourful Ancestry of Annemarie de Vries-Broekhuijsen”, Facts and backgrounds by her and her husband, Tel Aviv 1994
17