PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING TSG VMBO
CURSUSJAAR 2015-2016 NIVEAU BASIS
Biologie voor jou 4VMBO- B Deel 1 en 2
VAK:
BIOLOGIE
METHODE:
KLAS:
4
CONTACTUREN PER WEEK:
P
C
B
periode
code van de toets
Bron
SE1
T1
KENNEN wat moet ik kennen?
t/m
31 Okt
KUNNEN wat moet ik kunnen?
The Stoffen worden omgezet ma 1 Fotosynthese Glucose als grondstof Verbranding Fotosynthese en verbranding
beschrijven wat de stofwisselingsprocessen, verbranding en fotosynthese voor betekenis hebben voor de instandhouding van een organisme en wat de samenhang ervan is met de gassen die een organisme in en uitgaan
The Voortplanting ma 2 De bouw en functie van bloemen Bestuiving Bevruchting Ontkieming, groei en ontwikkeling Transport Wortels, stengels, bladeren Stevigheid en bescherming
delen waaruit zaadplanten zijn opgebouwd benoemen, hun functie(s) beschrijven en aangeven - kenmerken van bloemen met windbestuiving en van bloemen met insectenbestuiving, met name: . verschillen in vorm en kleur, geur, aanwezigheid van nectar en de aanwezigheid en plakkerigheid van stuifmeel . vorm van de meeldraden en stamper - bloemen met kelkbladeren, kroonbladeren, meeldraden, stamper(s) (met vruchtbeginsel):
18 Aug
3 x 50 minuten per week K
V
D
W
H
Kern doelen eind termen
vorm van de toets
Duur van de toets
weging
herkans baar
Bi/k1, 4,5,6
ST
50 Min
1
Nee
voortplanting - vrucht met een of meer zaden: geslachtelijke voortplanting Delen waaruit zaadplanten zijn opgebouwd benoemen, hun functie(s) beschrijven en aangeven welke delen van planten voedingsmiddelen en/ of grondstoffen leveren voor de mens: - stengels: transport via houtvaten en bastvaten, stevigheid - bladeren met huidmondjes: fotosynthese, opname en afgifte van koolstofdioxide en zuurstof, verdamping van water - wortels: bevestiging in de bodem, opname van water en mineralen (voedingszouten) met behulp van wortelharen, opslag van vooral zetmeel als reservevoedsel - een zaad bestaat uit een zaadhuid, kiempje en reservevoedsel - bollen met rokken: ongeslachtelijke voortplanting en opslag van reservestoffen - knollen: ongeslachtelijke voortplanting en opslag van reservestoffen T2
The ma 1 en 2
Zie omschrijving thema 1 en 2
Zie omschrijving thema 1 en 2
Bi/k1, 4,5,6
ST
50 min
2
Ja
SE2
2 Nov
t/m
23 Jan
T3
The Organismen en hun leefomgeving ma 3 Voedselrelaties Aanpassingen bij dieren Aanpassingen bij planten
Noemen welke relaties er zijn tussen organismen bij de energiestromen in een ecosysteem: - planten- en diersoorten noemen die een voedselketen vormen - in een beschreven ecosysteem producenten, consumenten en reducenten onderscheiden: . planten zijn producenten die zelf energierijke stoffen maken d.m.v. fotosynthese . dieren zijn consumenten die voor hun voedsel afhankelijk zijn van andere organismen . bacteriën en schimmels zijn reducenten die vaak dood materiaal in de natuur opruimen . consumenten en reducenten gebruiken de energierijke stoffen uit hun voedsel voor de verbranding en opbouw van het eigen lichaam verbanden aangeven tussen vorm, bouw en leefwijze van organismen en de omgeving waarin deze organismen leven, en aangeven hoe planten en dieren zijn aangepast aan hun leefomgeving: - aanpassing aan droge, natte, hete en koude omstandigheden - de poten van teengangers, hoefgangers en zoolgangers - de functie van zwemvliezen bij watervogels, de functie van lange poten en
Bi/ k6
ST
50 min
1
Nee
gedeeltelijke zwemvliezen bij steltlopers en de functie van klauwen bij roofvogels de functie van bepaalde snavelvormen, met name: een puntige snavel bij insectenetende vogels een kegelvormige snavel bij zaadetende vogels een haakvormige snavel bij roofvogels T4 T5 T6
The ma 5
De mens en hel milieu De lucht Het water De Bodem
computeropdracht vragen virtuele rondleiding rioolwaterzuivering.
Bi/k/ 2/3/7
HO
50 min
1
Nee
Vragen beantwoorden over verschillende vormen van vervuiling
Bi/k/ 2/3/7
HO
50 min
1
Nee
Voedsel Voedingsmiddelen en voedingsstoffen Zetmeel aantonen Gezonde voeding Het verteringsstelsel Het gebit De organen voor vertering Vertering bij zoogdieren
De functie van het verteringsstelsel beschrijven: - na vertering van eiwitten, koolhydraten en vetten worden stoffen uit het verteringskanaal in het bloed opgenomen De delen van het verteringsstelsel en de delen die met dit stelsel samenwerken, noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functie(s) en werking ervan beschrijven: - ligging en functie(s) van: . mond met tong, speekselklieren, tanden en kiezen, slokdarm, maag, alvleesklier, twaalfvingerige darm. dunne darm, dikke darm, endeldarm met anus - productie van verteringssappen in speekselklieren, maagsapklieren, alvleesklier en dunne darm
Bi/k5, 9,10
ST
50 min
1
Nee
- speeksel en maagzuur beschermen tegen infecties via het voedsel - functie van darmperistaltiek - de bouw van tanden en kiezen met glazuur, tandbeen, wortel, cement, zenuw en bloedvaten - tegengaan tandbederf, met name de rol van: speeksel, tanden poetsen, fluorbehandeling - ligging en functies lever, met name afbraak van afval- en gifstoffen en productie van gal - ligging en functie galblaas: opslag van gal Voedingsstoffen en hun functie(s) voor het lichaam noemen en de relatie ervan met voedingsadviezen toelichten: - op te nemen (groepen van) stoffen: water, eiwitten, vetten, koolhydraten (zetmeel en suikers), mineralen (zouten) en vitamines - groepen van voedingsstoffen worden gebruikt als bouwstof, als brandstof, als beschermende stof en/ of als reservestof - met behulp van de schijf van vijf of een voedingsmiddelentabel de kwaliteit van verschillende maaltijden vergelijken - invloed van vezels in het voedsel op de darmperistaltiek Uitleggen wat er kan gebeuren bij ondervoeding, bij overmatig gebruik van voedsel, alcohol en medicijnen, en bij gebruik van tabak en drugs:
- overgewicht en vermagering als gevolg van over- en ondervoeding - energieverbruik hangt af van factoren als activiteit en omgevingstemperatuur Bij zoogdieren de vorm en de functie van plooikiezen (bij planteneters), knipkiezen (bij vlees- eters) en knobbelkiezen (bij alleseters) bij planten- en vleeseters de relatie tussen het soort voedsel en de lengte van het darmkanaal The ma 6
Gaswisseling bij dieren Het ademhalingsstelsel bij de mens De longblaasjes Gezonde longen en luchtwegen
De organen via welke zuurstof wordt opgenomen en koolstofdioxide wordt afgegeven bij dieren, met name: . tracheeën bij insecten . kieuwen bij vissen . longen, kieuwen en huid bij amfibieën . longen bij reptielen, vogels en zoogdieren Delen van het ademhalingsstelsel noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functie(s) beschrijven: - naam, ligging, bouw en functie van delen van het ademhalingsstelsel, met name: mondholte, neusholte en keel (met huig en strotklepje) luchtpijp met kraakbeenringen, slijmvlies met trilharen, bronchiën, longblaasjes verschillen tussen borst- en buikademhaling
functie van hoesten voordelen van ademhalen via de neus in vergelijking met ademhalen via de mond - kwaliteit van ingeademde lucht i.v.m. astma, bronchitis, longemfyseem en hooikoorts T7
The Zie omschrijving 5 en 6 ma 5 en 6
Zie omschrijving 5 en 6
Bi/k 5/9/ 10
ST
50 min
2
Ja
T8 SE3
26 Jan
t/m
2 Apr
The Het bloed ma 7 De bloedsomloop De bloedvaten Het hart Bloedvaten tijdens de zangerschap Hart- en vaatziekten
Bloedvaten en onderdelen van het hart noemen, in afb. aanwijzen, functie(s) en werking beschrijven, met inbegrip van problemen met de bloedsomloop: - aan- en afvoer van stoffen en warmte door bloed - van slagaders, aders en haarvaten: functies; onderscheid naar ligging, bloeddruk, bouw van de wand, aan- of afwezigheid van kleppen en samenstelling van het bloed in deze vaten - naamgeving van aders en slagaders naar of bij bepaalde delen van het lichaam met daarnaast de aorta, holle aders, kransslagaders en kransaders - grote en kleine bloedsomloop - de bouw, ligging, functie en werking van het hart met kamers, boezems en kleppen - veel voorkomende oorzaken van hartinfarct en hartritmestoornissen, met name: stress, overgewicht, roken, te grote inspanning, erfelijke aanleg Van bloed van de mens de samenstellende delen noemen en de functie van de delen beschrijven: - vorm en functies en voorkomen van bloedplasma met onder andere: water, voedingsstoffen, hormonen, zuurstof en koolstofdioxide - vorm, functies en plaats van vorming van rode bloedcellen,
Bi/k5, 9,10,
ST
50 min
1
Nee
witte bloedcellen en bloedplaatjes - transport van stoffen tussen bloed en cellen The ma 8
T9
Het inwendig milieu De lever De nieren en urinewegen De huid Afweer
The Zie omschrijving 7 en 8 ma 7 en 8
lever en nieren met urineleiders, urineblaas en urinebuis noemen, in afbeeldingen aanwijzen en de functie ervan noemen: - nierschors, niermerg, nierbekken de samenstellende delen van de huid en het onderhuids bindweefsel noemen, in afb. aanwijzen en functie(s) beschrijven: - bouw, ligging en functies van de delen van de huid, met name: . opperhuid met hoornlaag met dode cellen en kiemlaag met delende cellen. lederhuid met bloedvaten, haarzakjes, talgklieren, haarspieren, zweetklieren en zintuigen, haren - onderhuids bindweefsel met vetcellen - de rol van de doorbloeding, vet en de mate van zweten bij de temperatuurregeling - de rol van de hoornlaag bij de bescherming tegen infecties, uitdroging en beschadigingen - de rol van pigment bij de bescherming tegen ultraviolette straling Zie omschrijving 7 en 8
Bi/k5, 9,10,
ST
100 min
2
ja
Leervaardigheden in het vak biologie SE4 C S E
Cellen staan aan de basis
6 Apr Planten en dieren en hun samenhang: de eigen omgeving verkend t/m Het lichaam in stand houden: voeding en genotmiddelen, energie, transport en uitscheiding 26 Jun Reageren op prikkels
Van generatie op generatie
De kandidaat kan zich oriënteren op de Bi/k eigen loopbaan en het belang aangeven van 3,4, biologische kennis en vaardigheden in de 9,10,1 maatschappij. 1,12 De kandidaat kan: kenmerkende eigenschappen van cellen noemen, de samenstellende delen daarvan noemen, en de meest voorkomende organisatieniveaus binnen organismen noemen De kandidaat kan: de namen van organismen opzoeken en de delen waaruit ze zijn samengesteld de relaties noemen die ze onderling en met hun omgeving hebben. De kandidaat kan: vorm, werking en functie van het verteringsstelsel, bloedvatenstelsel, ademhalingsstelsel en uitscheidingsstelsel beschrijven hun onderling verband toelichten. De kandidaat kan de rol en de werking van zenuwstelsel, zintuigstelsel en hormoonstelsel toelichten. De kandidaat kan voortplanting en groei bij organismen beschrijven, evenals de vorm en functie van seksueel gedrag daarbij.
Toelichting Programma van Toetsing en Afsluiting: Periode: Code van de toets: Bronnen Kennen: Kunnen Kerndoelen/Eindtermen Vorm van de toets Duur van de toets Weging Herkansbaar
Derde leerjaar heeft vier kwartielen. Het vierde leerjaar in drie kwartielen en als vierde kwartiel toewerken naar het CSE. Keuze van de docent. Hoofdstuk aanduiding. Wat de leerling moet kennen in deze periode. Wat de leerling moet kunnen in deze periode. Exameneenheden zoals geformuleerd in het examenprogramma. ST = Schriftelijke toets, PO = Praktische opdracht. Hoelang de schriftelijke toets duurt. Hoeveel keer de toets meetelt in de berekening van het gemiddelde SE-cijfer. Hier wordt aangegeven of de toets herkansbaar is.
Berekening SE-cijfer en Eindcijfer: Alle toetsen (inclusief de PO) worden beoordeeld met een cijfer (afgerond op 1 decimaal). Ook wordt het onafgeronde eindcijfer van de derde klas meegenomen in de berekening Voor de SE-cijfers wordt er gerekend met het voortschrijdend gemiddelde (afgerond op 1 decimaal). SE-eindcijfer komt dus als volgt tot stand: (3 x eindcijfer klas 3 + 1x T1 + 2x T2 + 1x T3 + 1x T4 + 1x T5 + 1x T6 + 2x T7 + 1x T8 + 2x T9 ) : 15 Het Eindcijfer komt als volgt tot stand: (SE-eindcijfer + CSE) : 2
PTA opgesteld door D. Koster op 1 juli 2013