Tel.: 461-1210 Fax: 461-5422
Newsletter
[email protected] www.vbc.an
VERENIGING BEDRIJFSLEVEN CURAÇAO
NEWSLETTER APRIL 2011
1.EDITORIAL 2.ECONOMIE • Kanttekeningen bij Regeerprogramma 2010-2014 • Impact buitenlandse studenten op de Curaçaose economie • Landsverordening financiëring politieke groeperingen 3.RAPPORTEN • Index of Economic Freedom 4.(Nieuwe) Wetgeving 5.ECONOMISCHE INDICATOREN 1.EDITORIAL De financieel en sociaal-economische omstandigheden waarin de start van het Land Curaçao op 10-10-10 plaatsvond waren positief. Alle indicatoren gaven reden om optimistisch te zijn: - Er was sprake van relatief gezonde overheidsfinanciën dankzij het saneringsprogramma welke met Nederland was overeengekomen ( sluitende begroting en acceptabele staatsschuld van 30-35% van het BBP i.p.v 85%); - Relatief lage inflatie; - Deviezenvoorraad die aan de internationale norm voldeed ( drie maanden dekking import van goederen); - Lichte positieve economische groei die gunstig afstak ten opzichte van de economische krimp van de landen in de regio; - Verbetering van de werkgelegenheid ; Op grond van deze ontwikkelingen was er alle reden om de toekomst positief te zien en was het een kwestie om tot verdere verbetering van de economische groei te komen en daarmee verbetering van de welvaart en werkgelegenheid. Anno eind april 2011 en zeven maanden van regeren van het nieuwe kabinet blijkt uit onder meer uit de meest economische analyse van de Kamer van Koophandel Curaçao dat de economie in 2010 niet is verbeterd. De investeringen zijn niet toegenomen hetgeen naar alle waarschijnlijkheid toegeschreven moet worden aan onvoldoende vertrouwen in het kabinet dat op 10-10-10 is aangetreden. Dat de Regering weinig of geen vertrouwen inboezemt bij investeerders heeft zij aan haar zelf te danken. Niet alleen is er sprake van gebrek aan een duidelijke visie en leiderschap van met name de Minister President, doch ook wordt ernstig getwijfeld aan de
1
deugdelijkheid van bestuur om maar niet te spreken van de stijl en aanpak welke leden van de coalitie van het kabinet erop na houden. Het pas na 6 maanden publiceren van het regeerprogramma, dat bovendien inspiratie en visieloos is, leidt niet tot vertrouwen. Evenmin is dit het geval als telkenmale de regels van “good governance” met de voeten worden getreden. Het screeningsproces van bewindslieden, zich niet houden aan de geest van de bepalingen van de landsverordening financiën politieke groeperingen, het op onzorgvuldige en zelf mogelijk op onrechtmatige wijze op non-actief stellen van personeel in de publieke sector waar ook overheids entiteiten toe worden gerekend, zijn hiervan enkele concrete voorbeelden van een uitgebreide lange lijst van voorvallen en gebeurtenissen die zich in het afgelopen half jaar op dit vlak hebben gemanifesteerd. Het hanteren van een stijl waarbij rancune gestoeld op macht de boventoon voert in combinatie met het op grove, vulgaire, intimiderende en hoogst onbeschofte en denigrerende wijze door het slijk halen van personen en gerespecteerde instellingen draagt ook niet bij tot vergroten van het vertrouwen. Uit het bovenstaande blijkt dat relatief gunstige financieel en sociaal-economische condities geen garantie vormen voor verdere duurzame economische groei en welvaart. Het beleid, visie en aanpak van een Regering blijkt van grote invloed te zijn om deze daadwerkelijk te kunnen realiseren. De verdere ontwikkeling van de economie van Curaçao staat en valt met de bereidheid van het kabinet om hierin verandering te brengen. Wellicht kunnen de bevindingen en aanbevelingen van “Index of Economic Freedom” van de Wall Street Journal en de Heritage Foundation hierbij inspirerend werken. In ieder geval blijkt dat verdere greep van de overheid op de economie ( onder andere het transformeren van overheids n.v’s tot overheidsdiensten) niet zal bijdragen tot duurzame economische groei en welvaart.
2.ECONOMIE •
Kanttekeningen bij Regeerprogramma 2010 – 2014
Zes maanden na inauguratie van het kabinet MFK/PS/MAN is het lang verwachte Regeerprogramma 2010-2014 bekend gemaakt en gepubliceerd. Naar aanleiding hiervan heeft de VBC dit document doorgenomen in het bijzonder de onderdelen die het bedrijfsleven direct regarderen ( financiën, economie, sociale en arbeidswetgeving en onderwijs). Hieronder plaatsen wij puntsgewijs enkele kanttekeningen. Algemeen: • Uiteraard eens met de beoogde doelstellingen: verhogen welvaartsniveau, handhaven en verbeteren leefklimaat en sociale cohesie alsook democratisch, deugdelijk en effectief bestuur. • Helaas ontbreekt een duidelijke visie en aanpak hoe deze doelstellingen te realiseren. Het regeerprogramma is inspiratieloos, vaag en vrijblijvend en nauwelijks met data onderbouwd. Gekozen is voor kwantiteit (zeer veel tekst)
2
boven kwaliteit ( degelijke analyse gevolgd door cijfermatige en concrete voorstellen en plannen). • Handelswijze van de Regering is niet in lijn met hetgeen in het regeerprogramma staat. Zo staan in het programma deugdelijk bestuur en correct gedrag centraal echter de dagelijkse praktijk levert precies het omgekeerde beeld op. Specifiek: • Op economisch gebied zet de Regering in op logistieke activiteiten (Hub functie ) en toerisme. Ten aanzien van het toerisme wordt echter met geen woord gerept over het Strategisch Tourism Masterplan. Is de Regering het daar niet mee eens? Een alternatief wordt echter niet verstrekt. ( Een opsomming van een aantal zaken als ontwikkelen Oostpunt , onbeperkte uitbreiding hotel accommodaties, uitbreiden airlift, bouw 2de Megapier en project Space Port etc is geen plan maar zijn eerder een aantal losse opmerkingen die de samenleving al jaren hoort). Ontwikkelen van Curaçao tot een internationaal aanspreekbaar logistiek centrum dateert ook al van decennia terug. Invulling en uitwerking van dit concept verloopt moeizaam. De overige bestaande economische sectoren (o.a. Int. Fin dienstverlening, olieraffinage/opslag/exploratie, internationale handel, scheepsreparatie ) komen om onbekende redenen niet aan bod. Zijn zij niet belangrijk? Het voorgesteld beleid van meer overheidscontrole om lagere prijzen (groente en fruit) te bewerkstelligen staat haaks op invoeren wet economische mededinging waar concurrentie centraal staat. • Overheidfinanciën/apparaat: Nadruk wordt gelegd op verhogen overheidsinkomsten en niet op aanpassen van de uitgaven terwijl aangegeven wordt dat 25% van het apparaat moeilijk plaatsbaar is vanwege gebrekkige capaciteiten . Is dit niet onder meer het gevolg van de praktijk van politieke benoemingen? Waarom wordt dit niet wettelijk verboden en gesaneerd? Op deze wijze zou het bereiken van een competitief belastingstelsel en de vermindering van de bureaucratie sterk worden bevorderd. Overige verspilling binnen de overheidsfinanciën zoals het PP gebeuren, het marktconform maken en aanpassen van pensioen en wachtgeldregelingen van bestuurders, reis en daggeldvergoedingen etc bieden veel ruimte om de overheidsfinanciën duurzaam te verbeteren. • Fiskale zaken: Geen afschaffing cumulatie van de Omzet Belasting.Ook geen verdere continuering van de switch directe naar indirecte belastingen na 2012. Eventuele verdere verlaging tarieven van de directe belastingen (IB en WB) dienen te geschieden via afschaffing van bestaande aftrekposten zoals investeringsaftrek en vervroegde afschrijvingen. In tegenstelling tot eerdere toezeggingen zal het WB tarief ook niet naar 15% worden verlaagd maar op 25% worden gesteld. De belastingparagraaf in het regeerprogramma is allesbehalve in lijn en consistent wat de Minister van Financiën heeft aangekondigd. • Costs of doing business Verlagen tarieven elektra en olieproducten. Met betrekking tot het onderdeel elektra is het besluit genomen om het tarief te verlagen echter een gedegen
3
•
•
•
onderbouwing hoe financiering van deze lastenverlichting gaat geschieden wordt niet aangegeven waardoor getwijfeld moet worden aan de duurzaamheid van dit soort besluiten die een hoog politiek populair karakter herbergen. Switch naar “groene” energie. Geen onderbouwing dat deze vorm van energie goedkoper, betrouwbaarder en efficiënter zal zijn. Onderwijs Papiamentu wordt instructie en examentaal (HAVO/VWO). Daarna bevorderen Engels en vervolgens Nederlands. De vraag is of internationalisering van de economie en het toerisme hiermee gebaat is. Ook wordt onevenredig veel aandacht besteed aan symbool politiek zoals wijzigen van namen van schoolinstellingen in plaats van nadruk te leggen op verbetering van het niveau en kwaliteit van het onderwijs. Daarnaast moet niet vergeten worden dat het ontwikkelen van adequaat school en les materiaal in het Papiamentu hoge kosten met zich meebrengt en veel tijd vergt. Arbeidsmarkt Afschaffen kortlopende arbeidscontracten, invoeren verplichte pensioenregeling, aanpassen Arbeidsregeling 2000 ( niet aangegeven wordt wat aangepast moet worden) en referendum wetgeving. Ook hier de vraag hoe financiering van deze maatregelen gaat geschieden en of het inflexibel maken van de arbeidsmarkt tot duurzame economische groei en ontwikkeling zal leiden. Compenseren maatregelen ter verhoging van de arbeidsproductiviteit worden namelijk niet verstrekt. Deze aanpak wijst in de richting van het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden van hen die een betrekking hebben, echter de werkeloosheid zal doen toenemen alsmede de positie van werkelozen zal verslechteren. Is dit wat de regering beoogd? Opvallend is dat de 80/20 regeling niet in het regeerprogramma is opgenomen terwijl met geen woord gerept wordt over het volledig uitgewerkte labor market development policy rapport van Kolaborativo. Sociale zekerheid In het regeer programma wordt geen melding gemaakt van aanpassing pensioengerechtigde leeftijd naar b.v. 65 jaar, noch over herziening automatische indexering AOV uitkeringen, terwijl bekend is dat het AOV fonds mede vanwege de snel toenemende vergrijzing grote structurele tekorten vertoont. Er moet een besluit genomen worden over wel of niet handhaven van het omslagstelsel of overschakeling naar stelsel van kapitaaldekking. Wanneer gaat dit plaatsvinden? Er zal een Algemene Ziektekosten Verzekering (AZV) worden ingevoerd echter niet bekend is hoe de structuur en uitvoering ( privaat of publiekrechtelijk) en de premie ( inkomensafhankelijk, nominaal, eigen bijdrage ) eruit zullen zien.
Samenvattend kan worden gesteld dat het Regeerprogramma qua tekst zeer uitgebreid is echter geen duidelijke visie en meetbare doelen omvat waardoor de samenleving de progressie en prestaties moeilijk zal kunnen volgen en een oordeel hierover zal kunnen geven.
4
•
Impact buitenlandse studenten op de Curaçaose economie
In de meerjarige economische beleidsplannen van de voormalige Dienst Economische Zaken van Curaçao (DEZ) wordt melding gemaakt van het tot ontwikkeling brengen van het zgn. transnationaal onderwijs gebeuren als een veelbelovende nieuwe deviezengenererende en werkgelegenheidscheppende sector. Met transnationaal onderwijs wordt bedoeld dat buitenlandse studenten op Curaçao een opleiding dan wel een deel van hun studie volgen respectievelijk praktijkervaring opdoen (stagiaires). Op basis van onderstaande gegevens komt naar voren dat uit financieel, onderwijskundig en sociaal- economisch oogpunt bekeken het een goede zaak is dat de opvolger van DEZ te weten het Ministerie van Economische Ontwikkeling (MEO) het idee om transnationaal onderwijs van de grond zou krijgen ook heeft overgenomen zij het dat het (ten onrechte) geen topprioriteit betreft. Studies in andere landen tonen namelijk aan deze economische activiteit zeer lucratief is. Uit rapporten van de U.S. Department of Commerce en Open Doors blijkt dat in 2009 bijna 700.000 internationale studenten zich bij hogere onderwijsinstellingen in de USA hadden ingeschreven. De USA is hiermee het land met de meeste internationale studenten. Hun bijdrage aan de economie van de USA bedroeg ongeveer US $ 20 miljard. Transnationaal onderwijs behoort daarmee tot één van de top dienstverlenende export activiteiten van de USA. De gemiddelde bijdrage van een internationale student bedraagt ongeveer $ 28.500. Uit onderstaand overzicht blijkt dat ook in andere landen de bijdrage van buitenlandse studenten substantieel te zijn. Gemiddelde jaarlijkse bijdrage buitenlandse student in US $
USA Nederland Australië Canada Antigua Curacao*
28,500 32,500 23,000 27,000 32,000 21,000
* conservatieve schatting Wereldstage Bureau Curaçao De bijdragen van buitenlandse studenten bestaat uit zaken zoals collegegeld, uitgaven levensonderhoud (onder meer voeding, huur, transport, verzekeringen gezondheidszorg), boeken, computers, reizen, ontspanning en entertainment etc. Daarnaast zorgen zij voor een extra impuls van het toerisme via bezoek van familieleden, vrienden en kennissen. Hiermee vervullen zij een zeer effectieve goodwill ambassadeursfunctie. Lokale ontwikkeling: Het aantrekken van buitenlandse studenten om op Curaçao voltijd een opleiding te volgen verkeert nog in de beginfase. Er zijn enkele initiatieven op dit gebied ontwikkeld echter het gaat niet om grote aantallen.
5
Een segment dat meer in de lift zit betreft het stage gebeuren waarbij met name studenten uit Nederland betrokken zijn. Volgens Maarten de Jong, directeur van Wereldstage bezoeken jaarlijks 800- 1000 stagiaires Curaçao. Gemiddeld wordt ANG 2000 per maand door een stagiair uitgegeven. Elke student brengt gemiddeld 5 bezoekers ( familie, vrienden, kennissen) naar het eiland die gemiddeld 8 nachten verblijven. Op basis van deze gegevens wordt conservatief geschat dat de economische bijdrage van een stagiair tussen de ANG 35.000 - 40.000 per jaar bedraagt hetgeen equivalent is aan 21.000 US $. Vergelijking met de bijdrage van studenten in ander landen (zie bovenstaande tabel) wijst uit dat de gemiddelde bijdrage van stagiaires op Curaçao lager ligt. Een verklarende factor hierbij is dat stagiaires geen collegegeld verschuldigd zijn en evenmin boeken en winterkleding hoeven aan te schaffen. Uit de cijfers blijkt dat buitenlandse studenten en stagiaires een geweldige economische factor van betekenis kunnen zijn voor de lokale economie. Er wordt fors bijgedragen aan de deviezenpot terwijl de middenstand en de werkgelegenheid er bij vaart. Daarnaast zorgen stagiaires ook voor instroom van kennis en expertise kortom innoverende activiteiten welke de lokale economie ten goede komt. Om deze redenen zou het goed zijn om transnationaal onderwijs activiteiten sterk te stimuleren en te ontwikkelen. In tegenstelling tot het regeerprogramma is het alleszins verantwoordelijk om prioriteit te geven aan deze activiteiten. •
Landsverordening financiën politieke groeperingen
De landsverordening financiën politieke groepering welke in september 2010 is aangenomen en in werking is getreden met de invoering van de Rijkswet wijziging Statuut beoogt een evenwichtig en verantwoord verkiezingsverloop en optimalisering van het functioneren van politieke groeperingen te bevorderen. De landsverordening omvat regels ten aanzien van: - het verwerven van financiële middelen door politieke groeperingen - de financiële administratie van politieke groeperingen Het uiteindelijk doel van deze regels is om de integriteit van politieke groeperingen te bevorderen. Getracht wordt dit te bereiken door (de schijn van) belangenverstrengeling te voorkomen en anderzijds een zo groot mogelijke transparantie ten aanzien van de financiën van politieke groeperingen te bevorderen. Verwacht wordt dat dit een positief effect zal hebben voor een evenwichtig en zuiver verloop van het politieke proces. Met name excessief hoge giften aan kandidaten of groeperingen houden een risico in van belangenverstrengeling. Daarom worden excessief hoge giften verboden. Op deze wijze wordt tevens een evenwichtig verkiezingsverloop bevorderd aangezien de gelden die partijen mogen ontvangen voor de verkiezingscampagne worden genormeerd. De landsverordening beoogt niet het bestaande stelsel waarbij politieke groeperingen hun activiteiten mede financieren uit geldinzamelingsacties zoals kaartenverkoop voor diners, feesten en andere fundraisingactiviteiten alsmede donaties en giften van derden te elimineren. Gelet op de financiële draagkracht van het Land Curaçao is het niet goed
6
denkbaar het bestaande stelsel te vervangen door in andere landen gebruikelijke stelsels waarbij overheidssubsidies beschikbaar worden gesteld voor de activiteiten van politieke groeperingen. Waar het om gaat is het bestaande stelsel controleerbaar te maken. Het instrument waarvoor gekozen wordt, is invoering van de verplichting om voor te schrijven dat politieke groeperingen en kandidaten registraties bijhouden van onder andere donaties en giften die jaarlijks moeten worden ingediend bij het hoofdstembureau. De bepalingen van deze landsverordening gelden voor elke politieke groepering omgeacht of het gaat om: - een politiek groepering die al dan niet is opgericht met de rechtsvorm van een vereniging in de zin van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek - een persoon die zich als individu kandidaat stelt voor de verkiezingen Een korte samenvatting van de voornaamste regels van deze landsverordening is als volgt: ¾ Een politieke groepering moet een zodanig ingericht financiële administratie voeren dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen, alsmede de betalingen en ontvangsten kunnen worden nagegaan; ¾ Jaarlijks voor 1 april zendt de politieke groepering een jaarverslag aan het Hoofdstembureau waarin tenminste de volgende gegevens zijn opgenomen: samenstelling bestuur, aantal contribuerende personen, hoogte contributie en verrichte activiteiten gedurende dat jaar; ¾ Bij het jaarverslag behoort een financieel verslag waarin tenminste is opgenomen: vermogenspositie aan het begin en het einde van het jaar, een geconsolideerd overzicht van de inkomsten en uitgaven; ¾ Het Hoofdstembureau zendt het financieel verslag naar de Stichting Overheidsaccountantsbureau ter controle; ¾ Onder giften wordt verstaan alle door een politieke groepering of kandidaat ontvangen geldbedragen en op geld waardeerbare goederen en diensten Geldinzamelingactiviteiten zoals kaartenverkoop ten behoeve van diners, feesten en “bon ku ne” worden niet als giften aangemerkt; ¾ Een politieke groepering houdt een permanente chronologische registratie bij van alle giften van ANG 5000,- of meer afkomstig van natuurlijke personen en rechtspersonen; ¾ Kandidaten voor het lidmaatschap van de Staten houden vanaf de dag van hun kandidaatstelling als kandidaat tot de dag van stemming een registratie bij van alle door hen ontvangen giften van ANG 5000,- of meer afkomstig van natuurlijke personen en rechtspersonen; ¾ In de registratie wordt van elke gift vermeld: .naam en adres van de persoon, het bedrijf of de instelling die de gift heeft gedaan .het bedrag of de waarde van de gift .de datum van de gift ¾ Een politieke groepering en een kandidaat nemen alleen giften aan indien deze afkomstig zijn van: . ingezetenen van Curaçao
7
¾ ¾
¾ ¾
. op Curaçao gevestigde rechtspersonen en maatschappelijke organisaties . giften uit het buitenland zijn alleen toegestaan, indien deze afkomstig zijn van met de politieke groepering verwante politieke organisaties; Een politieke groepering en een kandidaat nemen geen giften aan van door de overheid gesubsidieerde instellingen; Een persoon, bedrijf of instelling doet aan dezelfde politieke groepering en haar kandidaten in een kalenderjaar in totaal ten hoogste voor een bedrag of waarde van ANG 25,000,- aan giften. Hogere bedragen worden niet aanvaard dan wel geretourneerd aan de gever. Anonieme gisten worden in Landskas gestort. Het Hoofdstembureau is belast met toezicht en naleving van de bepalingen van deze landsverordening; Handelen in strijd met bepalingen van deze landsverordening wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van ten hoogste tienduizend gulden, dan wel met beide straffen.
Redactioneel commentaar: Met de invoering van deze landsverordening is een aanvang gemaakt met het controleerbaar maken van het bestaande stelsel teneinde zo te bevorderen dat een evenwichtig en zuiver verloop van het politieke proces wordt verkregen. Voor een gezonde democratische rechtsstaat is dit een uiterst belangrijke voorwaarde. De introductie van deze landsverordening is dan ook een goede en positieve ontwikkeling. Wel is het zaak dat er aanvullende maatregelen genomen worden om enkele zwakheden en onduidelijkheden weg te werken. Zo is het bijvoorbeeld niet duidelijk hoe publicatie en openbaarmaking van data door het Hoofdstembureau naar het publiek toe, is geregeld Ook dient nog het nodige gedaan te worden om misbruik van de registratieverplichting van giften onder de ANG 5000,- tegen te gaan. Hetzelfde kan ook gesteld worden ten aanzien van fundraising praktijken die thans zijn vrijgesteld. De landsverordening is in werking getreden op hetzelfde tijdstip waarop de Rijkswet Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen in werking is getreden. Het kabinet dat per 10-10-10 is aangetreden ontleent haar mandaat van de verkiezingen die in augustus 2010 hebben plaatsgevonden. Formeel lijkt het of de regelingen van deze landsverordening niet van toepassing zijn op dit kabinet. Echter de vraag rijst of in het kader van deugdelijk bestuur het kabinet zich niet naar de geest van deze landverordening zou moeten houden. In de praktijk blijkt uit een groot aantal handelingen dat hieraan getwijfeld moet worden. Bij velen bestaat namelijk de indruk dat belangrijke besluiten die genomen worden voornamelijk gebaseerd zijn om het zogenaamde “pay back beginsel”. Donateurs en geldschieters van politieke/verkiezing campagnes moeten terug worden betaald respectievelijk mee delen in de macht. De bedoeling van de landsverordening financiën politieke groeperingen is juist om dergelijke praktijken te minimaliseren. Van een kabinet dat stelt het “good governance “ beginsel hoog in het vaandel te hebben mag verwacht worden dat zij in de geest van deze landsverordening zou opereren. Op het kabinet wordt dan ook een dringend beroep gedaan om op haar schreden terug te keren onder meer door invulling te geven aan de bepalingen van deze landsverordening.
8
3.RAPPORTEN • Index of Economic Freedom De Wall Street Journal en de Heritage Foundations publiceren jaarlijks de “Index of Economic Freedom”. Het betreft een onderzoek over de stand van zaken economische politieke beleidsontwikkelingen van een groot aantal landen van de wereld. Op grond van 10 parameters die onder meer de openheid van de economie, rechtszekerheid en concurrentiepositie evalueren wordt een index opgesteld die de economie van de landen rangschikt naar mate van hun economische vrijheid. Economische vrijheid is het fundamentele recht van ieder persoon om zijn/haar arbeid en eigendom zelfstandig te kunnen uitoefenen en te beheren. In een vrije economische maatschappij zijn individuen vrij om te werken, produceren, consumeren en investeren naar gelang hun eigen inzicht waarbij de Staat garandeert en er op toeziet dat deze rechten in vrijheid uitgevoerd mogen worden. In een economische vrije maatschappij bestaat er vrijheid van verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. De 10 parameters die de onderzoekers van Wall Street en de Heritage Foundation gehanteerd hebben om de mate van economische vrijheid te meten zijn: - Vrijheid om te ondernemen - Vrijheid van handel - Fiscale vrijheid - Overheidsbestedingen - Monetaire vrijheid - Vrijheid van investeren - Financiële vrijheid - Eigendomsrechten - Vrijheid van corruptie - Vrijheid van arbeid Voor iedere parameter wordt een schaal van 0 tot 100 gehanteerd waarbij 100 maximale vrijheid vertegenwoordigt. Economische vrijheid is de sleutel tot het vergroten van mogelijkheden en welvaart. Niet alleen gaan hoge niveaus van vrijheid vaak gepaard met hoge inkomsten per capita, doch er is ook sprake van een sterke correlatie tussen de mate en hoogte van vrijheid en het algemeen welzijn en leefklimaat welke zich vertaalt in factoren als goede en adequate gezondheidszorg, onderwijs, veiligheid en persoonlijke vrijheid. De 2011 “Index of Economic Freedom” wordt hieronder weergegeven. Hoewel Curaçao niet op de lijst van landen staat zal de lezer zelf kunnen inschatten hoe het gesteld is met de economische vrijheid van het eiland. Opvallend is dat de landen waar de economische vrijheid het grootst is over de grootste veerkracht beschikken om de mondiale economische crisis die zich in de afgelopen periode heeft voortgedaan te doorstaan en snel te herstellen. Uit de 2011 index blijkt ook dat grotere overheidsbemoeienis in de economie onder meer door opvoeren van overheidsuitgaven om bestedingen te stimuleren niet tot economische groei leiden. Veeleer is sprake van toename van de staatsschuld en bureaucratie hetgeen resulteert in krimp van de economie en fiscale onevenwichtigheden welke zich vertaalt in hogere werkeloosheid.
9
10
4.(Nieuwe)Wetgeving Beknopt overzicht recente (initiatief) wetsvoorstellen/aanpassingen op sociaaleconomisch gebied welke door de Regering dan wel als initiatief ontwerp van de Staten aan de wetgevende macht ter behandeling zijn aangeboden en waar de SER advies over dient uit te brengen (periode maart 2011 t/m april 2011). In de betreffende verslagperiode zijn er geen verzoeken van de Regering bij de SER ingediend ter advisering 5.ECONOMIC INDICATORS Foreign Exchange Position (x mln) : March 2011 : NAƒ 3,171 March 2010 : NAƒ 2,883
Consumer Price Index (Oct 2006 = 100)
March 2011 March 2010 Change
Average inflation past 12 months
Population and Employment Curaçao Total population Employed population Unemployed population Labor Force Unemployment rate
GDP Curaçao (x mln) Private consumption ( x mln) Private investments (x mln) Export of goods & services (x mln) Imports of goods & services (x mln)
Stay over tourism no of visitors
:
2009 138,546 56,582 6,045 62,627 10.3%
2009 5072 3826 1510 3211 4526
:115.9 :113.4 : 2.2% : 2,5%
2008 138,642 56,535 6,486 63,021 12.4%
2008 5080 3713 1641 3382 4564
2007 4666 3327 1410 2875 3789
: Jan 2011 year to date : 30,092 Jan 2010 year to date: 28,067 Change : 7%
11
2006 4390 2918 1282 2789 3423
Cruise tourism no. of passengers
: Jan 2011 year to date : 55,385 Jan 2010 year to date : 52,107 Change: 6%
Stay over nights
Jan 2011 year to date: 278,536 Jan 2010 year to date: 251,946
Occupancy rate Hotels March Average YTD
Shipping Freight Tanker Cruise Others
2011 80,67% 81,12%
2010 74,53% 73,91%
: Jan - Nov 2010 1016 689 187 332
Jan – Nov 2009 1109 924 203 382
Jan-Dec 2010 Cargo movements, metric tons Unloaded Loaded
Total companies Commercial Register Local International Total
Jan-Dec 2009
690,926 226,582
708,223 257,877
Dec 2010 *
Jan 2010
21.691 16,703 38,394
20,870 17,511 38.381
*As per January 1, 2010 the Chamber of Commerce Curaçao use one register ( merge of commercial and foundation register) Source: Bank van de Ned. Antillen, Central Bureau of Statistics, Curaçao Tourism Development Foundation, Curaçao Port Authority, DEZ, CHATA, Chamber of Commerce Curaçao
12