Tel.: 461-1210 Fax: 461-5422
Newsletter
[email protected] www.vbc.an
VERENIGING BEDRIJFSLEVEN CURAÇAO
NEWSLETTER AUGUSTUS 2012
1.EDITORIAL 2.ECONOMIE Resultaten seminar Economen Platform 23 augustus 2012 Utiliteitstarieven Aruba versus Curaçao Ontwerp Petroleum landsverordening zeegebied Curaçao 3.RAPPORTEN Resultaten SVB 2011 4.(Nieuwe)Wetgeving 5.ECONOMISCHE INDICATOREN
1.EDITORIAL De resultaten van de presentaties en toespraken van alle inleiders die op het door het Curaçaose Economen Platform georganiseerd seminar d.d. 23 augustus 2012 bekend zijn gemaakt, tonen aan dat de Curaçaose economie momenteel een moeilijke periode meemaakt. Niet alleen is het vertrouwen in de economie bij het gros van de ondernemers naar het dieptepunt gedaald echter er is ook sprake van aanzienlijke overheidstekorten, forse tekorten op de betalingsbalans met als gevolg daling van de deviezenvoorraad en stagnatie van economische groei. Over de oorzaken die tot deze situatie geleid hebben bestaat er ook eenduidigheid: het falend gevoerd financieel en sociaal-economisch beleid van het kabinet MFK/PS/MAN. Wat er op deze gebieden als beleid gevoerd wordt, wordt door een groot deel van de actief aan de economie deelnemende participanten als zwaar onvoldoende beschouwd. De Regering MFK/PS/MAN is ondertussen demissionair vanwege het feit dat twee Statenleden van de oorspronkelijke coalitie hun steun aan dit kabinet hebben opgezegd. Deze ontwikkeling kan niemand die de Curaçaose politiek volgt, echt verbazen. Vanaf het aantreden van dit kabinet op 10-10-10 is er sprake geweest van voeren van een op grove, intimiderende, liegende en op nepotisme gebaseerd beleid welke ook nog verstrekt werd door continue ordinaire “infighting” binnen de coalitie. Het was een kwestie van tijd dat de zaak uit elkaar zou vallen. Nadat bekend geworden was dat het kabinet niet meer op de meerderheid in Staten kon rekenen heeft de Regering zonder enige consultatie met het parlement, fractievoorzitters, Raad van advies en andere instanties besloten om nieuwe verkiezingen uit te schrijven op 19 oktober 2012. 1
Het kabinet heeft derhalve zichzelf de status van demissionair toegedicht met als doel “lopende zaken” af te handelen. Bij de nieuwe ontstane meerderheid bij de staten bestaat er echter geen fiducie dat het kabinet “lopende zaken” naar behoren zal afhandelen. Gezien de “track record” en de handelswijze waarop dit kabinet te werk is gegaan bij het vaststellen van haar nieuwe status valt dit te begrijpen. Helaas moet geconstateerd worden dat alle indicaties erop duiden dat de Voorzitter van de Staten samenspant met de regering waardoor een situatie ontstaan is van het vleugellam maken van het parlement. Met “de Staat, dat ben ik” attitude heeft de Voorzitter van de Staten gemeend de demissionaire regering geen strobreed in de weg te leggen door eigenhandig vast te stellen dat de Staten demissionair zijn, terwijl dit volstrekt onjuist is. Vervolgens heeft de Voorzitter in zijn eentje besloten om de Staten een vergader - en spreekverbod op te leggen De samenspanning der machten waarbij de Minister President en de Voorzitter van de Staten de hoofdrol vervullen komt erop neer dat de democratie buitenspel is gezet. Op dictatoriale wijze is naar de macht gegrepen. De turbulente ontwikkelingen op het politieke vlak dragen bij tot het vergroten van de economische instabiliteit en de rechtsonzekerheid. Bonafide investeerders zullen thans meer dan ooit een afwachtende houding gaan aannemen met alle gevolgen van dien voor de werkgelegenheid, inkomen en de economische groei. De vraag is wat nu? Beroep op de rechtelijke macht? Afwachten op de verkiezingen van 19 oktober 2012 voor zover deze doorgaan? Kan dit bizar schouwspel nog gerekend worden tot deugdelijk en behoorlijk bestuur of is hiermee het punt bereikt om conform art 43 van het Statuut al dan niet tijdelijk in te grijpen om het democratisch bestuur en de rechtsorde te herstellen? Feit is dat er maatregelen genomen moeten worden omdat het land onbestuurbaar is geworden en wellicht ook sprake is van een ongrondwettige situatie. Noch voor de Curaçaose samenleving noch voor het Koninkrijk en evenmin voor de economie en het zakendoen is dit een gewenste situatie.
2.ECONOMIE
Resultaten seminar Economen Platform 23 augustus 2012
Het economenplatform van Curaçao heeft op 23 augustus haar jaarlijkse seminar georganiseerd. De vooruitzichten voor de Curaçaose economie tot het jaar 2019 was dit jaar het centrale thema. In het jaar 2019 staan een aantal belangrijke gebeurtenissen te wachten: - Aflopen van de leaseovereenkomst van de raffinaderij met de PDVSA; - Beëindiging van de “grandfather clause” als laatste onderdeel van het door de USA opgezegde belastingverdrag. Voor de internationale financiële dienstverlening heeft dit gevolgen; - Aanvang terugbetaling van schuldtitels aan Nederland: 2
De vraag is welke de economische effecten van deze gebeurtenissen zullen zijn. De resultaten van het seminar tonen aan dat het lange termijn plannen en denken nog niet echt ontwikkeld zijn. Waarschijnlijk hebben de aan de economie deelnemende participanten reeds moeite genoeg om de korte termijn ontwikkelingen te beheersen. Begrijpelijk want plannen voor de lange termijn is een uitermate onzekere en complexe activiteit. In het seminar is dan ook de meeste aandacht uitgegaan aan de actuele economische ontwikkelingen. Kort samengevat zien deze er als volgt uit. - Het vertrouwen in de Curaçaose economie is bij ondernemers verder aan het afnemen en heeft volgens het conjunctuur onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek in de eerste helft van 2012 een dieptepunt bereikt. Ook het onderzoek welke in opdracht van de Bankiersvereniging is verricht, bevestigt dit resultaat. Met name boezemt het huidige kabinet en het door haar gevoerd overheidsbeleid geen vertrouwen waardoor een “wait and see” houding bij ondernemers is ontstaan. - Achterblijvende en teruglopende investeringen en verslechtering van het investeringsklimaat. De voornaamste investerings belemmerende factoren zijn onvoldoende beschikbaar zijn van financiële middelen, slechte marktverwachtingen en het gevoerd overheidsbeleid. - Afname van de omzetten onder meer vanwege een stagnerende lokale consumentenmarkt en geringe export. - Verslechtering van de concurrentiepositie mede als gevolg van toenemende lastendruk in het bijzonder op het gebied van de loonkosten. - Vermindering van de werkgelegenheid. Vanwege de verslechtering van marktomstandigheden worden de contracten niet verlengd, respectievelijk wordt personeel afgevloeid. - Verslechtering van de betalingsbalans gepaard gaande met afname van deviezen. - De winstverwachtingen vallen mee en volgen vooralsnog niet de neerwaartse trend. In de tweede helft van dit jaar kan uiteraard hierin verandering optreden. De conclusie welke getrokken kan worden is dat er anno augustus 2012 niet gesproken kan worden van een optimistisch scenario met zicht op toenemende en structurele economische groei. Integendeel eerder is sprake van afnemend vertrouwen als ook een afwachtende en terughoudende opstelling. Daar het gevoerd overheidsbeleid een van de oorzaken is die tot deze situatie hebben geleid wordt met spanning afgewacht wat de uitslag zal zijn van de komende verkiezingen welke op 19 oktober a.s. zullen plaatsvinden.
Utiliteitstarieven Aruba versus Curaçao
In de verslag maand augustus 2012 is in de media nagenoeg dezelfde dag en tijdstip het nieuws verschenen over enerzijds doorvoeren van een aanzienlijk daling van de prijzen van elektra en water op Aruba en anderzijds introductie van een aanzienlijke stijging van prijzen elektra op Bonaire. Beide eilanden streven net als op Curaçao naar zoveel mogelijk opwekken en gebruik van “groene stroom”. De vraag die rijst is hoe het mogelijk is dat de prijzen van utiliteitsproducten op de ABC eilanden zo sterk uit een 3
kunnen lopen terwijl het streven gericht is op het voeren van nagenoeg hetzelfde “groene energiebeleid”? Bovenstaande in de media verschenen berichtgeving is getoetst aan de tarieven welke de utiliteits bedrijven op Aruba ( WEB Aruba NV en Elmar NV) en Curaçao ( Aqualectra NV) op hun website gepubliceerd hebben. Peildatum tarieven is 1 augustus 2012. In onderstaand tabel is het de stroom en water verbruik van een drietal huishoudingen met elkaar vergeleken. Het resultaat spreekt boekdelen. Huishoudens op Aruba betalen aanzienlijk minder voor water en elektra dan op Curaçao. Het verschil kan oplopen van 28% - 55%. Alle indicaties wijzen in de richting dat dit ook het geval is voor bedrijven en commerciële instellingen. De hamvraag is hoe het mogelijk is dat Aruba aanzienlijke lagere tarieven voor water en elektra kan aanbieden aan consumenten en bedrijven. Heeft het te maken met gebruik van andere technieken, voeren van ander (overheids en management) beleid, andere infrastructuur etc.? Wat het ook moge wezen voor Curaçao zou het goed zijn om bij Aruba in de leer te gaan en wellicht gebruik te maken van hun expertise en knowhow. Water en Elektratarieven Aruba versus Curaçao Peildatum 1 aug 2012 Huishoud 1 250 kwh 9 m3 water Totaal
Aruba 127,48 46,95 173,98
Curaçao Verschil 163,33 28.12% 70,07 49.24% 233,40 34.15%
Huishoud 2 1000 kwh 15 m3 water Totaal
507,30 98,55 605,85
761,76 153,51 915,27
50.16% 55.77% 51.07%
Huishoud 3 1500 kwh 20 m3 water Totaal
769,65 154,80 924,45
1162,96 227,89 1390,85
51.10% 47.22% 50.45%
Bron: Aqualectra, WEB Aruba , Elmar
4
Ontwerp Petroleumlandsverordening zeegebied Curaçao
Naarmate de vraag naar en de wereldmarktprijs voor (ruwe) olie en gas stijgt, neemt de interesse van internationale olie bedrijven toe om zich ook te gaan toeleggen op gebieden die voorheen nog niet in de belangstelling stonden wat betreft exploratie en winning van olie en gas. Er zijn indicaties dat de belangstelling voor het Caribisch gebied als mogelijk winningsgebied aan het toenemen is. Zo is de discussie over mogelijke aanwezigheid van olie en gas reserves in en rondom de wateren van Curaçao al geruime tijd gaande. Echter alvorens daadwerkelijk actie op dit terrein te kunnen ondernemen is het noodzakelijk dat er sprake is van wet en regelgeving wat betreft exploratie en winning van olie en gas. Ten tijde van de Nederlandse Antillen is de Petroleum landsverordening Saba Bank op 13 december 1976 in werking getreden. Aruba heeft in 1987 de Petroleumlandsverordening Zeegebied Aruba aangenomen. In 2005 heeft Curaçao het ontwerp Petroleumlandsverordening Benedenwindse Eilanden opgesteld. De discussie hieromtrent is echter tot nader order uitgesteld. Het kabinet MFK/PS/MAN heeft gemeend een nieuw ontwerp Petroleumlandsverordening Zeegebied Curaçao te moeten opstellen en deze naar de diverse organen opgestuurd met het verzoek om advies. Een aantal voorname onderdelen van dit ontwerp zijn: - De in het zeegebied Curaçao aanwezige petroleum is eigendom van de rechtspersoon Curaçao. De hierbij gehanteerde constructie is dat de eigendom van de petroleum bij winning overgaat op een bij landsbesluit aangewezen vennootschap waarvan de aandelen uitsluitend in eigendom kunnen worden gehouden door de rechtspersoon Curaçao. - Ten minste 30% van de petroleumwinst komt toe aan de naamloze vennootschap waarvan de rechtspersoon Curaçao 100% van de aandelen bezit. Deze vennootschap en de partijen waarmee een onderzoeks-of productieovereenkomst is gesloten zijn vrijgesteld van winstbelasting. Deze constructie verschilt ten opzicht van het uit 2005 daterend ontwerp Petroleumlandsverordening Benedenwindse Eilanden. Bij dit ontwerp moest een deel van de gemiddelde dagproductie naar het Land en werd tevens 30% winstbelasting geheven. - In het ontwerp petroleumlandsverordening zeegebied Curaçao zijn geen afspraken opgenomen over de verdeling van de opbrengsten tussen Curaçao, Aruba en de BES eilanden. Dit in tegenstelling tot het ontwerp petroleumlandsverordening Benedenwindse Eilanden uit 2005. Bij dit ontwerp wordt verwezen naar het protocol betreffende exploratie, exploitatie en batenverdeling van de zeebodemrijkdommen, behorende bij de Samenwerkingsregeling Nederlandse Antillen en Aruba. In dit protocol is opgenomen dat 85% van de netto opbrengsten toekomen aan het land in wiens territoir de zeebodemrijkdommen zich bevinden en 15% van deze netto-opbrengsten aan het andere land. - Het ontwerp Petroleumlandsverordening Zeegebied Curaçao betreft een kaderwetgeving welke nader ingevuld moet worden met behulp van nadere regelgeving. In totaal vereist dit ontwerp 12 uitvoeringslandsbesluiten, 1 ministeriële regeling en 4 onderwerpen vereisen ministeriële goedkeuring. De
5
Minister van Algemene Zaken krijgt in het ontwerp verordening een groot aantal vergaande zelfstandig uit te voeren bevoegdheden: De Minister mag delen van het zeegebied Curaçao voor een bepaalde tijd van de werking van het ontwerp petroleumlandsverordening zeegebied Curaçao uitsluiten. Overeenkomsten aangegaan door de vennootschap ten aanzien van onderzoek naar en winning van petroleum treden pas in werking na goedkeuring van de Minister. Idem ten aanzien van overdrachten van rechten aan derden. De financieringswijze van olieboringen behoeft goedkeuring van de Minister. De aanleg van pijpleidingen voor het transport van petroleum, de conditionering en verwerking van gas, waaronder het transport en de her vergassing van vloeibaar gemaakt aardgas en de oprichting van de daarvoor noodzakelijke inrichtingen vereist de goedkeuring van de Minister van Algemene Zaken. Delen van deze uitvoerende bevoegdheden mogen gedelegeerd worden. De Minister heeft de bevoegdheid zich in te laten met de taken en voorschriften van de Energieraad en indien nodig in te grijpen. De Minister verleend toestemming om wetenschappelijk onderzoek in het zeegebied Curaçao te mogen uitvoeren. De Minister rechtspersoon aanwijzen die belast wordt met de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde, waaronder regels met betrekking tot de veiligheid, de gezondheidszorg en de natuurlijke omgeving. De Minister kan de vennootschap een aanwijzing geven als deze de op hem rustende verplichting niet nakomt. Redactioneel commentaar: Het is volstrekt onduidelijk waarom bij voorbaat zoveel vergaande bevoegdheden aan de Minister van Algemene Zaken worden verstrekt. Zelf de Staten worden op een zijspoor gezet en krijgt de Minister carte blanche. Is dit een nieuwe gewenste ontwikkeling in het Curaçaos staatsrecht, waarbij van te voren de Minister een soort van onbeperkte “machtigingsbevoegdheid” wordt verstrekt? Welke zijn de motieven die zulk een ontwikkeling rechtvaardigen? Om vooralsnog onbekende redenen lijkt het alsof het ontwerp Petroleum landsverordening Zeegebied Curaçao persoonlijk voor de Minister van Algemene Zaken is geschreven en dreigt de balans tussen de trias politica uitgangspunten waarbij sprake is van scheiding van machten ernstig gestoord te raken. Ook kunnen vragen worden geplaatst ten aanzien van eerder overeengekomen afspraken ten aanzien van de batenverdeling van zeebodemrijkdommen welke indertijd in een protocol is opgenomen. Kunnen deze afspraken unilateraal opzij worden gezet? Tot slot de vraag hoe de activiteit olieboringen rijmt met het “groene energiebeleid” welke het kabinet MFK/PS/MAN. Is er sprake van consistentie?
6
3.RAPPORTEN
Resultaten SVB 2011
De Sociale Verzekeringsbank van de Nederlandse Antillen (SVB) heeft recentelijk haar jaarverslag 2011 gepubliceerd. Het betreft de verslag periode 10/10/10 tot en met 31/ 12 2011. Deze “uitgebreide verslagperiode” is het gevolg van het feit dat op 10-10-10 de Nederlandse Antillen is ontbonden. Deze doorgevoerde gewijzigde staatkundige structuur heeft als consequentie dat de verslagperiode 10/10/10 – 31/12/2011 alleen betrekking heeft op het land Curaçao. De cijfers uit deze periode kunnen daardoor niet vergelijken worden met de periode voor 10/10/10 daar deze betrekking hebben op de Nederlandse Antillen. Uit het verslag blijken de volgende ontwikkelingen zich in de verslag periode 10/10/10 – 31/12/2011 te hebben voortgedaan: 1. Er was sprake van een gezamenlijk (alle SVB fondsen) tekort van ongeveer ANG 198 miljoen (voor verdere details vide tabel 1). Dit resultaat is toe te schrijven aan een sterke stijging van de lasten die op het niveau van ANG 753 miljoen uitkwam. 2. Het ZV/OV fonds boekte in de verslag periode een tekort van ongeveer ANG 72 miljoen. De gezamenlijke premiebaten ZV en OV bedroegen in ANG 207 miljoen. De totale uitkeringen bedroegen afgerond ANG 233 miljoen. Toevoeging van administratie - en overige kosten alsmede financiële bate en dotatie wettelijke reserves resulteert in een tekort van afgerond ANG 72 miljoen. Voor een gedetailleerd cijfermatig overzicht van de ontwikkelingen in de verslagperiode wordt verwezen naar tabel 2. Het ZV fonds boekte een tekort van ongeveer ANG 80 miljoen. Volgens de SVB is het tekort van het ZV fonds voornamelijk te wijten aan toename van tarieven medische zorgaanbieders, de kosten intramurale instellingen ( ziekenhuizen), apotheekkosten en medische uitzendingen. Het OV fonds vertoonde een overschot van ongeveer ANG 19 miljoen. 3. Het AOV/AWW fonds boekte in de verslagperiode gezamenlijk een tekort van maar liefst ANG 126 miljoen inclusief wettelijke dotatie van ANG 34 miljoen. Dit is het gevolg van een forse stijging van de uitkeringen. Bovendien blijkt dat als gevolg van de staatkundige aanpassingen een relatief groter deel van de AOV uitkeringen voor rekening van Curaçao komt. Naast toenemende vergrijzing betekent dit extra druk op het AOV fonds. Het AOV fonds boekte een deficit van ongeveer ANG 119 miljoen. Door vrijval van geblokkeerde pensioenen van ANG 10 miljoen en een positief beleggingsresultaat van ongeveer ANG 12 miljoen is dit tekort teruggebracht naar ANG 97 miljoen. Het AWW fonds noteerde een surplus van ongeveer ANG 5 miljoen. Voor nadere details wordt verwezen naar tabel 3.
7
Redactioneel commentaar: In de periode 10-10-10 – 31/12-2011 is er sprake geweest van een gezamenlijk tekort van alle SVB fondsen van ongeveer ANG 198 miljoen. Al geruime tijd hebben diverse experts en organisaties als de VBC en zelfs de SVB aangegeven dat ingevoerde maatregelen die een sterk politiek populistisch karakter hebben zoals uitbreiding van het ZV voorzieningen pakket en het doorvoeren van autonome verhogingen AOV uitkeringen zonder tegelijkertijd flankerende maatregelen te nemen om de negatieve financiële gevolgen te mitigeren, tot forse tekorten zullen leiden. In de verslag periode begint deze predictie waarheid te worden en zich te manifesteren. De tekorten van het ZV en AOV fonds zijn zo omvangrijk dat het sociale verzekeringsstelsel in een crisissituatie terecht is gekomen. Reserves zijn snel aan het slinken en alles wijst in de richting dat het niet erg lang meer zal duren dat de SVB in problemen zal geraken om aan al haar verplichtingen te kunnen voldoen. De overheid tracht het tij te keren door een Basisverzekering ziektekosten in te voeren en bekend te maken dat de premie AOV verhoogd zal worden van 13% naar 15% alsmede het verder optrekken van de loongrenzen van zowel het ZV als het AOV gebeuren. Het is nog maar de vraag of deze maatregelen tot het beoogd doel zullen leiden. Ten aanzien het onderdeel ziektekosten dient vermeld te worden dat er nog immer geen gedegen cijfermatige onderbouwing is verstrekt over de Basisverzekering. Bovendien zijn er nog een groot aantal, dat de tekorten eerder zullen vergroten dan verkleinen. Het ziet er daarom niet naar uit dat invoering van de Basisverzekering tot vermindering van de tekorten bij het ZV fonds zal leiden. Met betrekking tot het AOV fonds is het de bedoeling om per 1 januari 2013 de premie op te trekken van 13% naar 15% waarbij de premieverhoging volledig ten laste zal komen van de werkgevers. Het gevaar van dit voorstel is dat het doorvoeren van deze forse lastenverzwaring voor de werkgevers zich zal gaan vertalen in verlies aan arbeidsplaatsen. Minder werkenden betekent ook minder premie inkomsten AOV. Deze ontwikkeling zal niet bijdragen tot het terugdringen van de tekorten en gezond maken van dit fonds. Het ziet er steeds meer naar uit dat er naast premieverhogingen nog een aantal (impopulaire) maatregelen genomen zullen moeten worden om het ZV en AOV fonds weer in evenwicht te krijgen. Onder meer kan hierbij gedacht worden aan de volgende voorstellen: versoberen van het voorzieningen pakket, invoering stelsel nominale premies en eigen bijdrage ZV, verhogen pensioengerechtigde leeftijdgrens, aftopping/bevriezen indexering, omschakeling naar een kapitaaldekkingsstelsel, marktconform maken pensioenregeling politieke gezagdragers, koppelen minimum pensioenuitkering aan het minimumloon (b.v. 60-70%) , voeren van een actief immigratiebeleid, etc.
Er kan bovendien niet genoeg benadrukt worden dat het handhaven en uitbreiden van een gezonde sociale verzekeringsstelsel valt en staat met het realiseren van duurzame economische groei. Een aantrekkelijk investeringsklimaat (ondermeer gezonde concurrentiepositie, minimale bureaucratie, flexibele markten, 8
rechtszekerheid en deugdelijk bestuur, kwalitatief goed onderwijs, veiligheid, vertrouwen) vormt hiertoe een conditio sine qua non.
Tabel 1 Overz. Gecombineerde Baten en Lasten fondsen SVB mln Naƒ
BATEN
2010/2011* 2010** 588 520
2009 645
2008 617
2007 509
LASTEN
753
572
643
587
525
447
413
Financiële Baten en Lasten
15
40
68
-39
47
50
38
Dotatie wettelijke Reserves
-48
-26
-23
-19
-15
-10
-8
-198
-38
47
-28
16
23
13
SALDO
2006 2005 430 396
*betreft periode 10/10/10 - 31/12/2011 Curacao **betreft periode 1/1/10 - 09/10/10 periode 2005 t/m 09/10/10 betreft Ned.Antillen
Tabel 2 Overzicht resultaten ZV/OV fonds SVB in Mln Naƒ
Premiebaten ZV Premiebaten OV Boetebaten ZV Boetebaten OV Tot.premie ZV/OV Intramurale instel Apotheken Huisartsen Specialisten Laboratorium Paramedici Tandheelkunde Medische uitzend Overige Medische kosten ZV Medische kosten OV Totale medisch kost
2010/2011* 2010* 181.251 162.664 25.187 21.468 634 633 123 117
2009 198.368 26.618 712 140
2008 188.595 26.406 711 132
2007 172,830 24.673 707 140
2006 159.235 22.631 994 174
2005 150.411 19.715 739 158
207.195
184.882
225.838
215.844
198,350
183.034
171.023
68.728 52.443 16.943 25.315 15.196 4.975 0 17.807 4.118
61.401 41.369 14.852 17.544 12.404 4.237 0 12.321 5.381
67.009 49.247 18.168 22.898 15.267 4.458 0 9.583 6.984
62.095 45.588 15.179 18.215 13.775 4.654 0 6.893 6.414
54.649 40.589 13.246 17.773 11.126 4.823 394 4.024 4.871
49,540 35,981 12,571 16,545 7,866 4,428 227 4,287 4,845
45.542 33.842 12.164 14,810 7.767 4.476 331 3.246 5.304
205.489 38 205.527
169.509 18 169.527
193.614 33 193.647
172.796 17 172.813
151.451 44 151.495
136,238 52 136,290
128.091 141 128.232
9
Ziekengeld ZV Ziekengeld OV Totaal ziekengeld
20.938 6.502 27,440
19.649 5.252 24.901
23.849 5.689 29.538
21.121 4.808 25.929
18.353 5.103 23.456
17,042 4,817 21,859
15.612 4.149 19.761
Uitkeringen ZV Uitkeringen OV Tot. uitk. ZV/OV
226.427 6,540 232.967
189,140 5,270 194,410
217,430 5.722 223.152
193.917 4.825 198.742
169.804 5.147 174.951
153,279 4,869 158,148
143.703 4,290 147.993
Baten min uitkering
-25.772
-9.528
2.686
17.102
23.399
24,886
23,030
Adm. Kosten Tariefsaanp huisarts Ov.baten/lasten Saldo voor fin baten
-29.402
-24.855
-29.199
-26.163
-24.105
-22,591
-22.633
-5.623
-3.387
-4792
-16,360
-1.553
-2,613
-5266
-60,797
-37,770
-31.307
-25.421
-2.259
-318
-4.869
2.916
7.143
19,890
-9.793
36.551 -24.255
38,688 -25,724
30.692 -17.435
Saldo na fin baten
-57.881
-30.627
-11.417
-35.214
10.037
12,646
8.388
Dotatie wet. Reserves
-14.074
-8.531
-7.786
-6.072
-4.483
-3,671
-2.199
JAAR RESULTAAT
-71.955
-39.158
-19.203
-41.286
5.554
8,975
6.189
ZV verzekerden gem.
88.085
121,330
115.872
111.145
104.705
98,500
94,310
Premie loongrens
58.484
57,174
55.193
51.246
49.746
48,438
46,847
Fin. Baten Rentelasten
*betreft periode 10/10/10 - 31/12/2011 Curacao **betreft periode 1/1/10 - 09/10/10 periode 2005 - 09/10/10 betreft Nederlandse Antillen
10
Tabel 3 Overzicht resultaten AOV/AWW Fonds SVB in Mln Naƒ 2010/2011* 2010** 2009 2008 Premiebaten AOV 339.285 303.583 378.974 364.763 Premiebaten AWW 26.099 23.352 29.147 28.059 Boetebaten AOV 729 748 763 1.021 Boetebaten AWW 56 58 59 78 Tot.baten AOV/AWW 366.169 327.742 408.943 393.921
2007 277.226 24.107 1.225 107 302.665
2006 219.729 21.975 1.371 137 243.212
2005 203.936 20.394 842 84 225.256
Pensioenuitk AOV Pensioenuitk.AWW Tot.Uitk AOV/AWW
294.922 18,200 313.122
237.845 15.032 252.877
218.627 13.895 232.522
59.072 -8.184 4.155 55.043
-10.457 -7.182 4,370 -13.269
-9.665 -6.785 -777 -17.227
-7.266 -5.635 848 -12.053
Baten-Uitkeringen Adminstratiekosten Overige baten/lasten Saldo voor Fin Bate
447.792 323,402 354.544 316.346 21.687 17,110 20,040 18.503 469.489 340.512 374,584 334.849 -103,320 -12.771 -10.165 -6.817 10.009 5.727 -103.476 -13.861
34.359 -8.327 7.193 33.225
Rentebaten Financieringsbaten Saldo na Fin bate
11.686 -91,789
0 48.274 -29.393 81.499 25,650
24.255 10.537 21.523
25.724 11.576 20.073
17.436 7.644 13.027
Dot. Wet. Reserve
-34.164 -17,610 -15.423 -12.448
-11.151
-5,930
-5.508
JAAR RESULTAAT
Gem.aant AOVers Gem.aantAWWers Premie loongrens
32.708 18.847
-125,953
1.237
66.076
13.202
10.372
14.143
7.519
44.605 3.003 82.184
48.634 3.736 80.336
45.904 3.731 77.544
43.742 3.777 72,000
41.405 3.808 49.746
41.671 4.237 48.438
39.618 4.308 46.847
*betreft periode 10/10/10 - 31/12/2011 Curacao ** betreft periode 1/1/10 - 09/10/10 Periode 2005 - 09/10/10 betreft Ned. Antillen
4.(Nieuwe)Wetgeving Beknopt overzicht recente (initiatief) wetsvoorstellen/aanpassingen op sociaaleconomisch gebied welke door de Regering dan wel als initiatief ontwerp van de Staten aan de wetgevende macht ter behandeling zijn aangeboden en waar de SER advies over dient uit te brengen (periode juli 2012 t/m augustus 2012). In de betreffende verslagperiode heeft de regering geen nieuw stukken wetgeving aan de SER aangeboden ter advisering.
11
5.ECONOMIC INDICATORS Foreign Exchange Position (x mln) : July 2012 : NAƒ 2,289 July 2011 : NAƒ2,626
Consumer Price Index (Oct 2006 = 100)
July 2012 July 2011 Change
Average inflation past 12 months
Population and Employment Curaçao Total population Employed population Unemployed population Labor Force Unemployment rate
GDP Curaçao (x mln) Private consumption ( x mln) Private investments (x mln) Export of goods & services (x mln) Imports of goods & services (x mln)
:
2009 138,546 56,582 6,045 62,627 10.3%
2009 5072 3826 1510 3211 4526
:121,0 :117,7 : 2,8% : 3,3%
2008 138,642 56,535 6,486 63,021 12.4%
2008 5080 3713 1641 3382 4564
2007 4666 3327 1410 2875 3789
2006 4390 2918 1282 2789 3423
Stay over tourism no of visitors
: Jan-June 2012 year to date :202.124 Jan-June 2011 year to date: 185,658 Change : 9%
Cruise tourism no. of passengers
: Jan-June 2012 year to date : 281.257 Jan-June 2011 year to date : 238.744 Change: 18%
Stay over nights
Jan-June 2012 year to date: 1,760,942 Jan-June 2011 year to date: 1,565,601 Change: 12%
12
Occupancy rate Hotels July Average YTD
Shipping Freight Tanker Cruise Others
2012 73,80 % 75,15%
: Jan - April 2012 364 382 139 97
Jan-March 2012 Cargo movements, metric tons Unloaded Loaded
Total companies Commercial Register Local International Total
2011 73,72% 76,84%
Jan - April 2011 345 295 139 158
Jan-March 2011
155,405 53,401
150,245 53,726
May 2012
May 2011
23,045 15,585 38,630
22,519 16,484 39.003
Source: Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten, Central Bureau of Statistics, Curaçao Tourism Development Foundation, Curaçao Port Authority, MEO, CHATA, Chamber of Commerce Curaçao
13