Formulier 4: Melding opnemen levenslooptegoed (artikel 6a:9 CAR/UWO) Gegevens deelnemer Achternaam: Voorletters: Geboortedatum: Sofi-nummer: Personeelsnummer: Dienst/afdeling: Levensloopinstelling: Levenslooprekeningnummer: en/of Polisnummer levensloopverzekering:
Opnemen levenslooptegoed Hierbij machtig ik mijn werkgever om een verzoek in te dienen bij bovengenoemde levensloopinstelling om €…… en/of €……per maand per…… (datum) van het bovengenoemde rekening- of polisnummer ter beschikking te stellen aan mijn werkgever ter financiering van:
Onbetaald verlof
□
een maandelijkse uitkering tijdens mijn verlofperiode van …. maand …. jaar tot en met ….maand ….jaar ten bedrage van €……. per maand, onder inhouding van de eventueel verschuldigde loonheffing, inkomensafhankelijke ziektekostenbijdrage, pensioenpremies en ziektekostenpremies aan IZA Zorgverzekeraar N.V.
Afkoop bij ontslag
□
een éénmalige uitkering in verband met mijn ontslag onder inhouding van de eventueel verschuldigde loonheffing, inkomensafhankelijke ziektekostenbijdrage, pensioenpremies en ziektekostenpremies aan IZA Zorgverzekeraar N.V.
Pensioen
□
een aanspraak ingevolge artikel 16.6. van het Pensioenreglement8 van de Stichting Pensioenfonds ABP, voor zover de fiscale grenzen in de Wet op de loonbelasting 1964 niet worden overschreden.
Datum:
Naam:
Handtekening:
8 Artikel 16.6 van het Pensioenreglement betreft het ABP extra pensioen. Het ABP sluit met de deelnemer een overeenkomst ter verhoging van de aanspraak ouderdomspensioen.
Formulier 3: Verzoek onbetaald verlof (artikel 6:9 CAR/UWO) Gegevens deelnemer Achternaam: Voorletters: Geboortedatum: Sofi-nummer: Personeelsnummer: Dienst/afdeling:
Verzoek onbetaald verlof (geheel of gedeeltelijk)
□
Hierbij verzoek ik volledig verlof in de periode van ……. maand ….. jaar tot…… maand …..jaar.
□
Hierbij verzoek ik gedeeltelijk verlof van ….. uur per week in de periode van ….. maand ….. jaar tot ….. maand ….. jaar.
□
Mijn verzoek ten aanzien van onbetaald verlof betreft een periode van drie jaar direct voorafgaand aan mijn pensioen.
Datum:
Naam:
Handtekening:
Formulier 2: Wijziging of beëindigen deelname aan de levensloopregeling (artikel 6a:5 CAR/UWO) Gegevens deelnemer Achternaam: Voorletters: Geboortedatum: Sofi-nummer: Personeelsnummer: Dienst/afdeling: 1
Wijzigingen Ik meld dat vanaf………………………………………………………….
□
op mijn salaris éénmalig in de maand …………… een bedrag wordt ingehouden van € ……………...
□
gedurende de periode……………………….tot en met………………….op mijn salaris maandelijks een bedrag wordt ingehouden van € ……………………………
□ □ □ □
van de levensloopbijdrage een bedrag wordt ingehouden van €……………………………
□
op mijn vakantie-uitkering een bedrag wordt ingehouden van € …………………………… op mijn eindejaarsuitkering een bedrag wordt ingehouden van €…………………………. uit de vergoeding op grond van de verkoop van vakantie-uren2 een bedrag wordt ingehouden van € …………………………… uit het verloftegoed3, opgebouwd via een verlofspaarregeling, een bedrag wordt ingehouden van €……………….
□ mijn deelname aan de gemeentelijke levensloopregeling wordt stopgezet4 per ……….
Datum:
Naam:
Handtekening:
1 De ambtenaar kan eenmaal per jaar op een door het college aangewezen wijze en tijdstip de hoogte van de inleg wijzigen. (artikel 6a:5 lid 2 CAR/UWO) 2 Verkoop van vakantie-uren op grond van artikel 4a:1 CAR/UWO. 3 Het opgebouwde verloftegoed van artikel 4.3 CAR/UWO zoals dat luidde voor 1 april 2006 kan alleen worden ingezet indien het college samen met de ambtenaar tot het besluit is gekomen dat het verloftegoed wordt omgezet in een geldbedrag. 4 Het college beëindigt na melding van de ambtenaar de deelname aan de gemeentelijke levensloopregeling uiterlijk met ingang van de tweede kalendermaand na ontvangst van deze melding. (artikel 6a:8 lid 1CAR/UWO)
□
Ik heb geen aanspraken op grond van een levensloopregeling bij één of meerdere vorige inhoudingsplichtigen.
□
Ik heb aanspraken op grond van een levensloopregeling bij een of meerdere vorige inhoudingsplichtigen. Ik overleg een schriftelijke verklaring over de hoogte van mijn levenslooprekening/verzekering aan mijn werkgever.
Ik verklaar: bekend te zijn met de inhoud van de gemeentelijke levensloopregeling; dat de bovengenoemde levensloopinstelling(en) aan het begin van het kalenderjaar informatie zal verstrekken over de hoogte van het levenslooptegoed; dat in het kalenderjaar waarin ik levenslooptegoed opbouw ik niet gelijktijdig spaar ingevolge een spaarloonregeling als bedoeld in artikel 32 van de Wet op de loonbelasting 1964.
Datum:
Naam:
Handtekening:
Formulier 1: Melding deelname aan de gemeentelijke levensloopregeling (artikel 6a:3 CAR/UWO) Gegevens deelnemer Achternaam: Voorletters: Geboortedatum: Sofi-nummer: Personeelsnummer: Dienst/afdeling:
Gegevens levensloopinstelling Naam instelling: Adres: Postcode en Plaats: Telefoonnummer:
Hoogte inleg 1 Ik meld dat vanaf:……………………………………
□ op mijn salaris maandelijks een bedrag wordt ingehouden van € ………… □ van de levensloopbijdrage een bedrag wordt ingehouden van € …………. □ op mijn vakantie-uitkering een bedrag wordt ingehouden van € …………… □ op mijn eindejaarsuitkering een bedrag wordt ingehouden van €…………. □ uit de vergoeding op grond van de verkoop van vakantie-uren2 een bedrag wordt ingehouden van € …………………
□ uit het verloftegoed3 opgebouwd via verlofspaarregeling een bedrag wordt ingehouden van €……… Ik meld dat van het/de hierboven genoemde bedrag(en)
□ □
€ …………… over te maken naar levenslooprekening met nummer……………. € …………… over te maken t.g.v. levensloopverzekering met (polis)nummer………….………
Verklaring levenslooptegoeden elders 1 Het college verwerkt de melding voor deelname aan de levensloopregeling uiterlijk met ingang van de derde kalendermaand na aanmelding. (artikel 6a:3 lid 2 CAR/UWO) 2 Verkoop van vakantie-uren op grond van artikel 4a:1 CAR/UWO 3 Het opgebouwde verloftegoed van artikel 4.3 CAR/UWO zoals dat luidde voor 1 april 2006 kan alleen worden ingezet indien het college samen met de ambtenaar tot het besluit is gekomen dat het verloftegoed wordt omgezet in een geldbedrag.
Ga je met zwangerschaps- en bevallingsverlof dan eindigt het onbetaalde verlof altijd op de eerste dag van het zwangerschaps- en bevallingsverlof. Beëindigen verlof Als jij en het college er mee instemmen, kan het verlof tussentijds ingetrokken worden. Arbeid verrichten tijdens onbetaald verlof Het is niet toegestaan om betaalde arbeid te verrichten als je onbetaald verlof geniet. Doe je dit wel dan kan het college het verlof intrekken.
Voorbeeld: Een medewerker die in juli 2007 € 2.500 verdiende, mag in augustus 2007 niet meer dan € 2.500 aan levenslooptegoed opnemen voor de financiering van 1 maand onbetaald verlof. Er moet daarbij rekening gehouden worden met een eventuele loondoorbetaling door de werkgever. Krijgt de medewerker bijvoorbeeld € 500 doorbetaald, dan mag maximaal € 2000 van het levenslooptegoed opgenomen worden. Levensloopkorting van de belastingdienst. Tijdens de opname van het tegoed heb je recht op de een bijdrage van de belastingdienst de zogenaamde levensloopkorting. Je kunt dit ontvangen mits het tegoed wordt aangewend voor het financieren van een periode van onbetaald verlof. De levensloopkorting wordt jaarlijks vastgesteld door de belastingdienst en geldt per gespaard jaar. De werkgever die inhoudingsplichtige is ten aanzien van het levenslooptegoed houdt bij de inhouding van loonheffing rekening met deze korting. Dit is een netto bedrag, vergelijkbaar met andere heffingskortingen. De korting geldt niet bij afkoop of het omzetten van het tegoed in pensioenaanspraken. De korting is bovendien nooit hoger dan het bedrag dat wordt opgenomen van het levenslooptegoed. Het is dus verstandig om als je een levenslooptegoed hebt en vindt dat dit voldoende is voor een periode van verlof in de toekomst, toch ieder jaar tenminste € 1 aan levenslooptegoed toe te voegen. Op deze wijze stelt je de levensloopkorting veilig op het moment dat je het verlof opneemt. De levensloopkorting moet je zelf aanvragen bij de belastingdienst en wordt rechtstreeks door de belastingdienst aan je uitbetaald. Uiteraard moet je wel rekening houden met het maximum spaarbedrag (zie hierboven). Pensioenopbouw tijdens het levensloopverlof. - Als de levensloopuitkering tijdens het eerste jaar van het onbetaalde verlof 70% of meer is van het laatste pensioengevend salaris (x de deeltijdfactor) bouw je evenveel pensioen op als van te voren. - Als de levensloopuitkering tijdens het eerste jaar van het onbetaalde verlof lager is dan 70% van het laatste pensioengevend salaris dan bouw je minder pensioen op. De pensioenopbouw wordt dan bepaald door de hoogte van de levensloopuitkering en het pensioengevend salaris x de deeltijdfactor. Het ABP bepaalt deze pensioenopbouw. In het tweede jaar van het levensloopverlof kan je zelf kiezen of je het pensioen op blijft bouwen. Dit moet je zelf regelen via het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP). In het geval dat je niet kiest voor pensioenopbouw dan betekent dit een breuk in de pensioenopbouw. Kies je wel voor pensioenopbouw dan bepaalt het ABP, evenals in het eerste jaar, de pensioenopbouw. Premiebetaling voor de opbouw van het pensioen. In artikel 6:10 van de CARH staat hoe de betaling van de pensioenpremies en de afdracht hiervan gebeurt tijdens het levensloopverlof. - gedurende een periode van verlof van drie maanden of korter levensloopverlof wordt de doorsneepremie als vanouds betaald. De werkgever betaalt het werkgeversdeel, jijzelf betaalt het werknemersdeel. - Bij een periode van langer dan drie maanden, betaal je over de gehele periode, dus ook over de eerste drie maanden, zowel de werknemers- als de werkgeverspremies. Tot het eerste jaar zorgt de werkgever voor de afdracht van de premies die bij de uitbetaling van de het levenslooptegoed worden verrekend. -
In het tweede jaar van het verlof geef je zelf aan of je de premie wilt doorbetalen. Kies je hiervoor dan zorg je zelf voor de betaling aan het ABP.
Onvoorziene omstandigheden tijdens de opname van het verlof. Tijdens de opname van het verlof kunnen onvoorziene omstandigheden optreden. Het volgende is geregeld: Als je ziek wordt tijdens het opnemen van het verlof geldt het volgende: - Heb je volledig onbezoldigd verlof dan loopt het verlof in beginsel gewoon door; - Heb je gedeeltelijk onbezoldigd verlof en werk je voor de overige uren dan eindigt het verlof e vanaf de 15 dag van ziekte.
Deelname kan maar eenmaal per jaar beëindigd worden. Daarna is deelname pas weer mogelijk in een volgende jaar. De deelname eindigt van rechtswege: - Bij het overlijden van de deelnemer. Wat er bij overlijden met het levenslooptegoed gebeurt, is afhankelijk van de voorwaarden die de levensloopinstelling waarbij je gaat sparen hanteert. - Bij het einde van de dienstbetrekking. Het levenslooptegoed kan afgekocht worden of mee genomen worden naar de nieuwe werkgever. - De dag voordat je 65 jaar wordt. Op het moment dat je met pensioen gaat en nog een levenslooptegoed hebt zijn er twee mogelijkheden. o Het tegoed kan contant worden opgenomen onder inhouding van loonheffing en inkomensafhankelijke bijdrage (als loon uit vroegere dienstbetrekking). o het tegoed kan worden omgezet in ouderdomsaanspraken, mits er nog fiscale ruimte is. Opname levenslooptegoed en verlof. Als je langer dan een jaar in dienst bent van de gemeente Houten en je vindt dat je voldoende gespaard hebt kan je schriftelijk een verzoek doen aan het college voor een periode van (gedeeltelijk) onbetaald verlof. Het volgende geldt het opnemen van het verlof: - Het verzoek moet drie maanden voor de gewenste ingangsdatum van het verlof ingediend zijn; - De duur van het verlof is tenminste één maand maximaal 18 maanden; - Maximaal kan één periode van 18 maanden verlof in 5 jaar worden aangevraagd; - Maximaal kan één periode verlof per jaar worden aangevraagd. Geen recht op opname van het verlof. Er bestaat wettelijk geen recht op de opname van verlof. Het verlof kan alleen bij zwaarwegend dienstbelang geweigerd worden. Gelijktijdig met je verzoek voor een periode verlof moet je een verzoek indienen bij de instelling waar de levenslooprekening is afgesloten, voor opname van het levenslooptegoed. Verlofmogelijkheden voor het inzetten van een tegemoetkoming uit het levenslooptegoed. Op grond van de Wet Arbeid en Zorg en/of CARH kun je levensloopverlof gebruiken voor: - Ouderschapsverlof* - calamiteiten- en ander kort verzuimverlof* - kort- en langdurend zorgverlof* *of deze verlofvormen worden toegekend, wordt beoordeeld op grond van de Wet Arbeid en Zorg en CARH - (gedeeltelijk) onbetaald verlof. Het college beslist hierover. Dit verlof wordt voor ten hoogste een jaar verleend. - onbetaald verlof voor ten hoogste drie jaren voorafgaande aan de pensionering. De aanvraagprocedure hiervoor is gelijk aan hetgeen vermeld is onder opname levenslooptegoed en verlof, met dien verstande dat verlofperiode maximaal 3 jaar duurt. Mogelijkheid het opgebouwde levenslooptegoed om te zetten in pensioenaanspraken. Het is mogelijk om het opgebouwde levenslooptegoed om te zetten in pensioenaanspraken, mits binnen de fiscale grenzen wordt gebleven. De omzetting mag bijvoorbeeld niet leiden tot een ouderdomspensioen dat hoger is dan 100% van het pensioengevende loon, dat geldt op het tijdstip waarop het ouderdomspensioen ingaat. Tegemoetkoming uit het levenslooptegoed tijdens het onbetaalde verlof. In de verlofperiode ontvang je een tegemoetkoming uit het levenslooptegoed. Je regelt zelf, met de instelling waar gespaard is, hoeveel je wilt ontvangen tijdens het verlof. De instelling maakt vervolgens het afgesproken bedrag over aan de gemeente Houten. De gemeente Houten betaalt maandelijks het bedrag uit en houdt hierbij rekening met de wettelijke inhoudingen. Het op te nemen levenslooptegoed mag niet meer bedragen dan het loon dat je direct voorafgaande aan de verlofperiode ontving.
• • • • •
wat te doen als je ook elders nog een functie hebt. de opbouw van het levenslooptegoed, welke bronnen zijn te gebruiken voor het spaartegoed; beëindiging van de levensloopregeling; de opname van het levenslooptegoed; onvoorziene omstandigheden als bv. ziekte.
De levensloopbijdrage van de gemeente. Gemeenten betalen jaarlijks in de maand december een levensloopbijdrage uit. Als je geboren bent na 31 december 1949, of geboren voor 1950 én niet voldoet aan de voorwaarden voor een FPUuitkering, heb je recht op een levensloopbijdrage, ongeacht of je deelneemt aan de levensloopregeling of niet. De levensloopbijdrage bedraagt 1,5% van het maandsalaris, wordt maandelijks gereserveerd en in de maand december tegelijk met het salaris uitbetaald. De bijdrage is bij een volledige betrekking minimaal € 400,00 per jaar. De procedure: hoe deel te nemen aan de levensloopregeling. Als je wilt deelnemen aan de levensloopregeling meld je dit bij het college, t.a.v. de afdeling Personeel en Organisatie. Je kunt je één keer per jaar aanmelden voor de levensloopregeling. De aanmelding kan via het bijgaande formulier. Je moet zelf zorgen voor een rekening waarop de spaarbedragen gestort worden. Dit kan via een bank of een verzekeringsinstelling. Er zijn geen collectieve contracten gesloten. Voorwaarden voor deelname. Gelijktijdig met de aanmelding moeten er een aantal zaken worden doorgegeven via aanmeldingsformulier. Door dit formulier in te vullen geef je aan: - of je een levenslooptegoed hebt opgebouwd bij één of meer vroegere werkgevers en je stemt er mee in dat de levensloopinstelling (de bank of verzekering waar je de rekening hebt geopend) aan de gemeente Houten informatie verstrekt over de omvang van het levenslooptegoed. Hierdoor is het voor de gemeente Houten mogelijk om te controleren dat het gespaarde tegoed van de levenslooprekening niet hoger wordt dan 210%. - dat je in het betreffende kalenderjaar geen gebruik maakt van de spaarloonregeling. Wat te doen als je elders een tweede betaalde functie hebt. Heb je naast je baan bij de gemeente Houten nog ergens anders een betaalde functie dan kan je bij beide werkgevers sparen. De gemeente Houten hoeft hier niet van op de hoogte te zijn. Je spaart immers bij beide werkgevers tot maximaal 210% van elk bruto jaarsalaris per functie. Beide werkgevers houden in de gaten dat het maximum niet wordt overschreden. De opbouw van het levenslooptegoed. Op het aanmeldingsformulier geef je aan welk bedrag je jaarlijks wilt sparen. Dit bedrag moet binnen de fiscale kaders blijven (zie hierboven). Het bedrag kan je één keer per jaar wijzigen. De gemeente Houten zorgt er voor dat het bedrag dat jij aangeeft wordt overgemaakt op de betreffende levenslooprekening. Dit kan maandelijks maar ook één keer per jaar gebeuren, afhankelijk van wat jij wilt. Welke bronnen zijn te gebruiken voor het spaartegoed. 1. Het salaris. 2. De vakantietoelage. 3. De eindejaarsuitkering. 4. Verkoop van vakantie-uren. Op grond van de CAR/UWO is het mogelijk vakantie-uren te verkopen. Bij een volledige betrekking zijn dit maximaal 72 uur, bij een deeltijd geldt dit naar rato. Echter bij een volledige betrekking moeten jaarlijks minimaal 144 uren overblijven voor verlof. Zie hiervoor ook verkoop verlofuren op intranet. 5. Het budget decentrale gelden. Beëindiging deelname levensloopregeling. Als je de deelname aan de levensloopregeling wilt stoppen dan moet dit schriftelijk gemeld worden bij het college. Dit kan door het invullen van een mutatieformulier van de salarisadministratie. De deelname zal uiterlijk twee maanden na ontvangst van de melding gestopt worden.
Gemeentelijke levensloopregeling Sinds 2006 is er een levensloopregeling voor alle werkenden in Nederland. In de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor het personeel van de gemeente Houten (CARH) is in hoofdstuk 6a de “gemeentelijke levensloopregeling” opgenomen. In hoofdstuk 6 worden de kaders van de verlofopname voor onbetaald verlof en verlof via de levensloopregeling geregeld. Let op. De onderstaande informatie is niet van toepassing als je bijvoorbeeld vrijwilliger bij de brandweer of buitengewoon ambtenaar voor de burgerlijke stand bent. De levensloopregeling maakt deel uit van de CARH en die is niet op jullie van toepassing. Samenloop levensloopregeling en spaarloonregeling is niet mogelijk. Het niet mogelijk om gelijktijdig gebruik te maken van de levensloopregeling en de spaarloonregeling. Wil je overstappen van de spaarloonregeling naar de levensloopregeling dan kan dit alleen per 1 januari van een nieuw jaar. Omdat zowel het sparen voor de levensloopregeling als de spaarloonregeling via het salaris wordt geregeld is het goed om bij het overstappen de uiterste inleverdatum van mutaties voor de salarissen voor januari in de gaten te houden. Levensloopregeling algemeen. Het doel van de levensloopregeling. Door de levensloopregeling is het mogelijk om (een gedeelte) van je loon te sparen op een bankrekening of onder te brengen bij een verzekeringsinstelling. Het saldo van deze levenslooprekening kan alleen gebruikt worden om een periode van onbetaald verlof mee te financieren. Dit verlof kan ook worden opgenomen voorafgaand aan het pensioen, zodat je eerder met pensioen kunt gaan. De fiscale aspecten. De (fiscale) kaders van de levensloopregeling zijn aangegeven in de Wet op de Loonbelasting en de Wet Arbeid en Zorg: Maximum te sparen bedrag ingevolge de levensloopregeling. In de regeling is opgenomen dat tot een maximaal percentage van het brutoloon gespaard mag worden. Dit is afhankelijk van je leeftijd op 31 december 2005: Als je op 31 december 2005 jonger was dan 51 jaar mag je voor de levensloopregeling maximaal het volgende sparen: • 12% per jaar van het bruto jaarloon. Het totaal gespaarde bedrag mag nooit meer zijn dan maximaal 210% van het bruto jaarloon; • indien de 210%-grens bijna, maar nog niet is bereikt op 1 januari van een jaar, dan mag je in dat jaar toch maximaal 12% van het bruto jaarloon sparen. Was je op 31 december 2005, 51 jaar of ouder dan geldt het maximum van 12% per jaar niet. Je mag dan jaarlijks meer sparen. Je kunt nooit meer sparen dan je bruto maandloon en ook voor deze groep geldt dat in totaal niet meer gespaard mag worden dan 210% van het bruto jaarloon. Voorbeeld van de 210% grens: Medewerker A heeft een volledige aanstelling en een bruto jaarloon van € 30.000. Op 1 januari van jaar x bedraagt zijn levenslooptegoed € 60.000. Dit is 200% van het bruto jaarloon. De medewerker mag in jaar x toch 12% van het bruto jaarloon sparen. Ook als daarmee in dat jaar de 210%-grens wordt overschreden. In het jaar daarop volgend mogen geen stortingen plaatsvinden. Dit mag pas weer wanneer het tegoed per 1 januari van een jaar onder de 210%-grens is gekomen. De levensloopregeling in de CARH. In de CARH wordt het volgende geregeld met betrekking tot de levensloopregeling: • levensloopbijdrage • de procedure: hoe deel te nemen aan de levensloopregeling; • de voorwaarden voor deelname aan de levensloopregeling;