U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor ROLAND RD-300SX. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de ROLAND RD-300SX in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen, maat, accessoires, enz.). Uitgebreide gebruiksaanwijzingen staan in de gebruikershandleiding. Gebruiksaanwijzing ROLAND RD-300SX Gebruikershandleiding ROLAND RD-300SX Handleiding ROLAND RD-300SX Bedieningshandleiding ROLAND RD-300SX Instructiehandleiding ROLAND RD-300SX
Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND RD-300SX http://nl.yourpdfguides.com/dref/1301090
Handleiding samenvatting: 4). @@@@@@Niets uit deze publicatie mag in gelijk welke vorm worden gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION. HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF VERWONDINGEN TE VOORKOMEN Over de labels WAARSCHUWING en LET OP Over de pictogrammen Het -pictogram maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het pictogram wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het links getoonde pictogram wordt gebruikt voor algemene waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar. Het -pictogram maakt de gebruiker attent op dingen die nooit mogen worden uitgevoerd (verboden zijn). Wat nooit mag worden gedaan, wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. @@@@@@@@* Materiële schade verwijst naar schade of andere ongunstige gevolgen voor het huis en de hele inboedel, huisdieren inbegrepen. LET OP stopcontact moet worden gehaald. NEEM STEEDS HET VOLGENDE IN ACHT WAARSCHUWING 001 008c WAARSCHUWING · Gebruik uitsluitend de adapter die bij het apparaat wordt geleverd. Zorg bovendien dat het voltage bij de installatie overeenkomt met het voltage van de adapter. Andere adapters kunnen een afwijkende polariteit gebruiken of ontworpen zijn voor een ander voltage. Het gebruik van deze adapters kan resulteren in schade, defecten of elektrische schokken. .. ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... ......... 008e · Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, raden wij u aan om de onderstaande aanwijzingen en de gebruikershandleiding te lezen. .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... . 002c · Maakt het apparaat of de adapter nooit open en breng geen wijzigingen aan. ... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ... 003 · Probeer het apparaat niet zelf te repareren of onderdelen ervan te vervangen (tenzij deze handleiding u hiervoor specifieke instructies biedt). Laat
alle onderhoud uitvoeren door uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkend Roland-distributeur, zoals aangegeven op de pagina `Informatie'. ..... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... . 004 · Gebruik enkel het bevestigde netsnoer. Het bijgeleverde netsnoer mag ook nooit voor een ander apparaat worden gebruikt. ....... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ......... 009 · Gebruik of bewaar het apparaat nooit op plaatsen die: · onderhevig zijn aan extreme temperaturen (bijvoorbeeld direct zonlicht in een gesloten voertuig, nabij een verwarmingsbuis, op een warmtebron); · een hoge luchtvochtigheid hebben (zoals badkamers, wasruimten, op natte vloeren); · vochtig zijn; · blootgesteld zijn aan regen; · stoffig zijn; · onderhevig zijn aan sterke trillingen. ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... ...... 005 · Buig en draai het netsnoer niet te veel en plaats er geen zware voorwerpen op. Als u dit wel doet, kan het snoer beschadigd raken en kortsluiting veroorzaken. Beschadigde kabels kunnen brand of elektrocutie veroorzaken! .. .......... ..... ..... .......... .......... ..... .....
.......... .......... ..... ..... .......... .......... .... 010 · Dit apparaat zou, alleen of in combinatie met een versterker en een hoofdtelefoon of luidsprekers, een geluidsniveau kunnen produceren dat permanente gehoorschade kan veroorzaken. Vermijd langdurig gebruik bij een hoog of onaangenaam volumeniveau. Als u enig gehoorverlies of suizingen in uw oren gewaar wordt, staak dan onmiddellijk het gebruik van dit apparaat en raadpleeg een gehoorspecialist. ... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ... 011 · Gebruik voor dit apparaat enkel een rack of statief dat goedgekeurd is door Roland. ...... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... 006 · Zorg dat er geen voorwerpen (bijvoorbeeld brandbare materialen, muntstukken, spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enzovoort) in het apparaat kunnen binnendringen. ......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ....... · Wanneer u het apparaat op een rack of statief (goedgekeurd door Roland) plaatst, zorg dan dat de rack of het statief waterpas en stabiel staat. Ook als u geen rack of statief gebruikt, moet u zorgen dat het apparaat op een stevig en waterpas oppervlak staat, dat voldoende steun biedt en het apparaat niet doet
wankelen. . ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... ..... 2 WAARSCHUWING 012b 101b LET OP · Het apparaat en de adapter moeten zo worden geplaatst, dat hun locatie of positie een goede ventilatie waarborgen. .... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... .. 101c · Schakel het apparaat onmiddellijk uit, haal de adapter uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkend Roland-distributeur (raadpleeg de pagina `Informatie') indien: · de adapter, het netsnoer of de stekker is beschadigd; · rook of een vreemde geur ontstaat; · voorwerpen of vloeistof in het apparaat zijn terechtgekomen; · het apparaat is blootgesteld aan regen (of op andere wijze nat is geworden); · het apparaat niet normaal lijkt te functioneren of een duidelijke verandering in de prestaties vertoont. .. ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... ......... 013 · Gebruik voor dit toestel (RD-300SX) uitsluitend een Roland KS-12 statief. Het gebruik van andere statieven (of wagentjes) kan instabiliteit veroorzaken en verwondingen tot gevolg hebben. ......... ..... ..... .......... .......... ..... .....
.......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... .. 102c · Neem uitsluitend de stekker vast wanneer u het netsnoer in een stopcontact of in dit apparaat steekt, of wanneer u het uittrekt. .. .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .... 103b · In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is zich te houden aan de richtlijnen die essentieel zijn voor een veilig gebruik van het apparaat. ..... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... . 014 · Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact en reinig deze met een droge doek om stof en andere ophopingen uit de kieren te vegen. Verwijder ook de stekker uit het stopcontact als u het apparaat lange tijd niet zult gebruiken. Ophoping van stof tussen de stekker en het stopcontact kan resulteren in slechte isolatie en brand veroorzaken. ...... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... 104 · Bescherm het apparaat tegen hevige schokken. (Laat het niet vallen!) ....
..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... ....... 015 · Sluit het netsnoer van dit apparaat niet aan op een stopcontact waarop al een groot aantal andere apparaten zijn aangesloten. Wees in het bijzonder voorzichtig met verlengsnoeren het gezamenlijke vermogen van alle, op het verlengsnoer aangesloten apparaten mag nooit meer zijn dan het vermogensbereik (watt/ ampère) van het verlengsnoer. Door overmatige belasting kan de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk smelten. .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... . 016 · Probeer het in elkaar verwikkelen van snoeren en kabels te voorkomen. Snoeren en kabels moeten bovendien altijd buiten het bereik van kinderen worden geplaatst. .. .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .... 106 · Klim nooit op het apparaat en plaats er geen zware voorwerpen op. ..... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ..........
..... ..... .......... .......... ..... ..... . 107c · Neem het netsnoer of de stekker nooit vast met natte handen wanneer u het in een stopcontact of in dit toestel steekt, of wanneer u het uittrekt. ........ .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ........ 108b · Voordat u het apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u het best contact op het uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkend Roland-distributeur. Deze zijn te vinden op de pagina "Informatie". ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... ...... 023 · Voordat u het apparaat gaat verplaatsen, koppelt u de kabels van alle externe apparaten los. ... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ... 109b · Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, schakelt u het uit en haalt u de adapter uit het stopcontact (p.
Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND RD-300SX http://nl.yourpdfguides.com/dref/1301090
11, p. 13). .... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .. 110b · Speel een cd-romschijf NOOIT af op een gewone audio-cd-speler. Het resulterende geluid kan permanent gehoorverlies veroorzaken. Bovendien kan er schade ontstaan aan luidsprekers of andere systeemonderdelen. ..... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... . · Indien er in de omgeving een onweer wordt verwacht, haalt u de adapter uit het stopcontact. ........ .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ........ 118a · Indien u de schroef van de aardklem moet verwijderen, bewaart u deze op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, zodat zij deze niet per ongeluk kunnen inslikken. . ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ..........
..... ..... .......... .......... ..... ..... ..... 3 BELANGRIJKE OPMERKINGEN 291a Lees naast de rubriek "HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN" op pagina 2 ook de volgende punten even door: Voeding 301 · Sluit dit apparaat niet aan op hetzelfde stopcontact als elektrische toestellen met een omvormer (zoals een ijskast, wasmachine, magnetron of airco) of een motor. Naargelang van de manier waarop dit elektrische toestel wordt gebruikt, kan de stroombron storingen of een hoorbaar gebrom veroorzaken. Kunt u geen apart stopcontact gebruiken, plaats dan een ontstoringsfilter tussen uw digitale piano en het stopcontact. · De adapter produceert warmte als hij langere tijd zonder onderbreking wordt gebruikt. Dat is normaal en geen reden tot ongerustheid. · Gebruik nooit benzine, verdunningsmiddelen, alcohol of enige soort van oplosmiddel, want deze kunnen verkleuring en/of vervorming veroorzaken. 402 Herstellingen en data · Houd er rekening mee dat alle data in het geheugen van het apparaat verloren kunnen gaan tijdens een heeren. 355b 358 Onderhoud 401a · Voor dagelijkse reiniging veegt u het apparaat schoon met een zachte, droge of licht bevochtigde doek. Voor hardnekkig vuil gebruikt u een doek geïmpregneerd met een mild, niet-bijtend schoonmaakmiddel. Wrijf het apparaat daarna goed droog met een zachte, droge doek. Cd-rom's gebruiken · Zorg ervoor dat u de glanzende onderzijde (het gecodeerde oppervlak) van de schijf niet aanraakt of bekrast. Beschadigde of vuile cd-romschijven worden mogelijk niet goed gelezen. Houd uw schijven schoon met een in de handel verkrijgbare cd-reiniger. 801 4 Inhoud Voornaams.. ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .. 27 Het soort reverb-effect veranderen ........ ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .... 27 De diepte van het reverb-effect kiezen (Reverb Depth) ...... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ... 27 Allerhande effecten toevoegen aan de klank ([MULTI EFFECTS]) ....... ..... ..... .......... .......... ..... ..... ... 28 De diepte van het effect wijzigen....... .......... ..... ..... ..........
.......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... ......... 28 Het soort Multi-effect wijzigen . .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ........ 29 Een wervelend geluid aan Organ Tones (Rotary-effect) toevoegen.. ..... ..... .......... .......... ..... . 29 De toonhoogte van een klank in real time veranderen (Bender/Modulation-hendel).... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ......... 30 Een consistentere klank produceren ([SOUND CONTROL]). ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ......... 30 Het lage, midden- en hoge frequentiebereik regelen (EQUALIZER). ..... ..... .......... ..........
..... ..... ...... 31 Handige functies gebruiken tijdens het spelen.... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .... 32 Ritmepatronen spelen ([RHYTHM]) ...... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... 32 Het ritmepatroon veranderen ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... ...... 32 Het tempo van het ritme veranderen.... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... ..... 33 Het ritmevolume veranderen..... .......... ..... .....
.......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ....... 33 Opgeslagen instellingen kiezen ([SETUP])... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ........ 34 Instellingen opslaan in Setups ([WRITE]).. ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... . 35 De knoppen uitschakelen (Panel Lock).... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ... 36 5 Inhoud Instellingen voor elke functie ([EDIT]) .. .......... .......... ..... ..... ..........
.......... ..... ..... .......... .......... .... 37 Instelbare parameters. ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... . 37 Systeeminstellingen maken (System) ......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... . 37 Instellingen vastleggen......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .... 37 Afstemmen op de toonhoogte van andere instrumenten (Master Tuning) ...... .......... .....
..... .......... .. 38 De Stemming aanpassen (Temperament, Key)........ ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... 38 Precieze aanpassing van akkoordensonoriteit (Stretch Tune)..... .......... .......... ..... ..... .......... ... 38 De polariteit van het pedaal omkeren (Damper Pedal Polarity)....... ..... ..... .......... .......... ..... .. 38 De polariteit van het pedaal omkeren (Control Pedal Polarity) ... .......... .......... ..... ..... .......... . 39 Setups kiezen met Program Change-berichten (Setup Control Channel) ......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... . 39 De pedaal gebruiken om een andere Setup te kiezen (Setup Pedal Shift)......... .......... ..... .... 39 Het USB-stuurprogramma instellen. .......... .......... ..... ..... ..........
.......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... 39 Instellingen in verband met de Setup (Common) .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ......... 40 Instellingen vastleggen. ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .. 40 De Zone instellen waaraan Multi-Effecten worden toegevoegd (MFX Zone) ........ ..... ..... ... 40 De pedaalfunctie wijzigen (Control Pedal-functie)....... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... ......... 40 Tone-instellingen (Tone-parameter) . .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ..........
..... ..... .......... .......... . 41 Instellingen vastleggen.... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .... 41 De Tone Elements wijzigen (Cutoff/Resonance/Attack Time/Decay Time/Release Time)...... ..... ..... .......... .......... ..... .... 41 De hoeveelheid reverb instellen die op elke Tone wordt toegepast (Reverb Send Level) . 41 De toonhoogte wijzigen (Fine Tune) .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... 42 De Bend Range wijzigen (Bend Range) .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... 42 De instellingen voor elke Zone apart maken Zone-parameter) ..... .......... .......... ..... .....
.......... .......... . 42 Instellingen vastleggen.... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .... 42 De toonhoogte van de Tone veranderen in stappen van een halve toon (Key Transpose) 43 De Pan instellen...... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ......... 43 De controllers in- en uitschakelen . ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ... 43 Part On/Off (Part) .. ..... .......... .......... ..... ..... ..........
.......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... ..... 43 Utility-instellingen (Utility) ..... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... . 44 Setups naar externe apparaten overbrengen (Setup Bulk Dump) ......... .......... ..... ..... .......... .. 44 De fabrieksinstellingen opnieuw oproepen (Factory Reset)........ ..... ..... .......... .......... ..... ..... ... 45 De MIDI Tx Mode instellen ....... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ........ 46 Local Control in- en uitschakelen .. .....
..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ... 46 Externe MIDI-apparatuur aansluiten.. ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... .. 47 Wat is MIDI? ... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ... 47 Over MIDI-aansluitingen....... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... ..........
.......... ..... ..... .. 47 Aansluiten op externe MIDI-klankgeneratoren ........ .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ... 47 De RD-300SX gebruiken als Master-klavier ....... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .. 47 Klanken kiezen op een extern MIDI-apparaat........ ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... . 47 Uw uitvoering op de RD-300SX opnemen op een externe MIDI-sequencer.... .......... .......... ..... ..... . 48 Aansluiten op een externe sequencer......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... ... 48 Opname-instellingen ....... ..........
..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... .... 48 De uitvoering opnemen . .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... 48 De interne klankgenerator van de RD-300SX bespelen vanuit een extern MIDI-apparaat..... ..... . 49 Klanken van de RD-300SX kiezen op een extern MIDI-apparaat ......... .......... ..... ..... .......... .......... .... 49 Setups kiezen . ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... .....
... 49 Aansluiten op uw computer via USB (USB-modus) ....... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... 50 Wisselen van USB-stuurprogramma's.......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... ......... 50 MIDI-berichten uitwisselen met uw computer. .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... ... 50 Over V-LINK....... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ........ 51 De V-LINK gebruiken .. ..... ..... ..........
.......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .. 51 6 Inhoud Problemen oplossen........ ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... 52 Lijst van de effecten .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... 55 Foutmeldingen .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... .....
..... .......... .......... ..... ..... .......... ......... 59 Lijst van de Tones . ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... .. 60 Lijst van de ritmepatronen ... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... ......... 62 Lijst van de ritmepatronen . .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... . 65 Lijst van de Setups.... ..........
.......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ... 66 Lijst van de sneltoetsen.. .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... . 66 MIDI-implementatietabel .... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .. 67 Technische specificaties ........ ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... ..........
..... ..... .......... .......... ..... ..... .. 68 Index ........ .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... .......... .......... ..... ..... . 69 * 237 Alle productnamen die in dit document genoemd worden, zijn de handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaren. V-LINK ( ) ) is een handelsmerk van Roland Corporation. * 7 Voornaamste kenmerken Een geraffineerde vormgeving en een compacte en lichte behuizing De behuizing met zwarte alumite coating van de RD-300SX ziet er niet alleen fantastisch uit op het podium, hij is ook nog eens compact en licht. Zo kunt u uw instrument gemakkelijk meenemen naar elk optreden. Hoogwaardige effecten De RD-300SX bevat ook 78 soorten multi-effecten, waaronder een sympathetic resonance-effect dat de resonantie van de pianosnaren simuleert wanneer het pedaal wordt ingedrukt, een rotary speaker-effect, distortion en meer. Het instrument biedt ook allerhande mogelijkheden voor klankaanpassingen, met onder meer een 2-bands digitale equalizer en een Sound Controlfunctie voor het opsporen van inconsistenties in de klank. Multi-sampled piano met 88 toetsen De via 88-key sampling gecreëerde pianogeluiden, die sinds hun introductie in de Fantom-X instrumenten (de ultieme synthesizerlijn) alom worden geprezen, zijn ingebouwd in de RD-300 SX. Het enige verschil is dat ze hier optimaal werden georganiseerd voor hun nieuwe rol als geluiden van een speciale stage piano.
Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND RD-300SX http://nl.yourpdfguides.com/dref/1301090
Zo beschikt u over een expressiviteit die enkel mogelijk is met 88 toetsen en meervoudig gesampelde geluiden. Geen enkele andere synthesizer biedt dezelfde expressieve mogelijkheden. Daarnaast kunt u de piano wave forms die uw groep zo fantastisch doen klinken, opslaan in het instrument, en kunt u twee soorten pianogeluiden produceren om in diverse muziekgenres te spelen. Dit instrument biedt ook een volledig assortiment van essentiële stage piano klanken zoals elektrische piano, orgel, strijkers, synth pad en andere. Uitgebreide functies die enkel bij een stage piano mogelijk zijn Dit instrument is niet alleen uitgerust met de standaardregelaars die u van een stage piano mag verwachten, zoals de bender/modulation-hendel, het apparaat heeft ook een [SETUP]-knop waarmee u allerhande opgeslagen instellingen onmiddellijk kunt oproepen, en een [MIDI TX]-knop voor een vereenvoudigde bediening van externe geluidsmodules. Met deze stage piano hebt u een snelle en intuïtieve bediening van al uw klanken. Rhythm-functie U kunt ritmepatronen weergeven met één druk op een knop. Zo kunt u uw optredens begeleiden met realistische drumgeluiden, improviseren met de spontaneïteit van een echte jamsessie, en de metronoom gebruiken om "grooves" in te oefenen waarmee u nog niet vertrouwd bent. 128-stemmige polyfonie De RD-300SX heeft een polyfonie van 128 stemmen, met alle beschikbare klanken in elke speelmodus. U kunt uw natuurlijke speelstijl behouden, ook wanneer u meerdere klanken combineert via layering. Compatibel met USB en GM/GM2 De RD-300SX is uitgerust met een USB-poort en een GM2geluidsmodule. Die komen van pas wanneer u de RD-300SX gebruikt als een invoerklavier bij het componeren van nummers met een computer of wanneer u het instrument gebruikt als een geluidsmodule. * Enkel MIDI-berichten worden verwerkt met de USB-functie. Compact Hammer Action-klavier en Half Pedal-capaciteit De RD-300SX bevat een Hammer Action-klavier zonder veren waarmee zelfs de subtielste aanslagveranderingen kunnen worden weergegeven die gebruikelijk zijn wanneer u van de lage registers naar de hoge gaat. Bovendien is er een pedaal met Half Pedal-capaciteit (DP-8) meegeleverd voor authentieke pedaalprestaties. Enkele afspraken in deze handleiding · Woorden tussen vierkante haakjes [ ] verwijzen naar koppen op het paneel. Voorbeeld: [SPLIT] verwijst naar de SPLIT-knop. · (p.**) geeft een pagina aan. 985 Eenvoudige bediening U kunt de Split- en Dual-modi oproepen en andere handelingen uitvoeren met één druk op een toets (p. 20). Bovendien roept u met de ONE TOUCH [PIANO]-knop meteen de ideale instellingen op om piano te spelen, ongeacht de geactiveerde modus of de instellingen (p. 18). · De uitleg in deze handleiding is voorzien van illustraties. Deze geven aan wat het display zou moeten weergeven. Het kan zijn dat het apparaat een nieuwere, verbeterde versie van het systeem bevat (bijv. nieuwere geluiden). Daardoor zou wat u op uw display ziet, kunnen verschillen van de afbeelding in de handleiding. 8 Paneelbeschrijving Voorpaneel fig.00b-01 2 6 78 11 13 14 15 16 1 1. 345 9 10 12 17 VOLUME-regelaar Hiermee regelt u het algemene volume dat wordt uitgestuurd door de OUTPUT- en PHONES-aansluitingen (p. 14) op het achterpaneel. EQUALIZER/EFFECTS [LOW]-knop Hiermee regelt u de lage tonen. [HIGH]-knop Hiermee regelt u de hoge tonen. [SOUND CONTROL/V-LINK] Met [SOUND CONTROL] schakelt u de SOUND CONTROL in/ uit (p. 30). Met [V-LINK] schakelt u de V-LINK-functie in/uit (p. 51). [REVERB] Hiermee schakelt u de REVERB in/uit (p. 27). [MULTI EFFECTS] Hiermee schakelt u de multi-effecten in/uit (p. 28). ZONE LEVEL-regelaars Hiermee regelt u het volume in elke zone (p. 24). [MIDI TX] Hiermee bedient u externe MIDI-geluidsmodules via de RD300SX (p. 46, p. 47, p. 48). [RHYTHM/TEMPO] [RHYTHM] gebruikt u om de ritmebegeleiding in- en uit te schakelen (p. 32). [TEMPO] gebruikt u om het tempo van het ritme in te stellen (p. 33). [SHIFT/EXIT] [SHIFT] drukt u in samen met andere knoppen om verschillende functies te activeren. [EXIT] drukt u in om naar voorgaande schermen terug te keren. 12. [DEC], [INC] Hiermee wijzigt u de waarden. Als u de ene knop ingedrukt houdt terwijl u op de andere drukt, verandert de waarde sneller. 13. ONE TOUCH [PIANO] Hiermee selecteert u de ideale instellingen om piano te spelen (p. 18). [SETUP] Hiermee roept u opgeslagen instellingen op (Setup)(p. 34) 14. MODE [DUAL] Hiermee schakelt u de RD-300SX over op "Dual Mode". In deze modus worden twee aparte tonen samen weergegeven (layering) tijdens uw spel (p. 21). [SPLIT] Hiermee schakelt u het klavier over op "Split Mode", waarin u meer dan één klank kunt weergeven door verschillende klanken op verschillende delen van het klavier te spelen (p. 22). 15. [LOWER SELECT/KEY TOUCH] Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunt u de LOWER ZONEklank kiezen met de TONE SELECT-knoppen (p. 24). Deze knop wordt ook gebruikt om de klaviergevoeligheid te wijzigen (p. 26). 16. FUNCTION [EDIT] Druk deze knop in als u allerlei instellingen wil wijzigen (p. 37). U kunt de demosongs beluisteren door tegelijkertijd op deze knop en op [WRITE] (DEMO PLAY) te drukken (p. 17). [WRITE] Hiermee slaat u de huidige instellingen op in "Setup" (p. 35). 17. TONE SELECT-knoppen Druk op deze knop om de Tone-categorie te selecteren (p. 19). Pitch Bend/Modulation-hendel fig.00b-02 MODULATIE 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. [TRANSPOSE/ENTER] Met [TRANSPOSE] stelt u het bereik van het klavier in voor transpositie (p. 25). Druk op [ENTER] om een waarde te bevestigen of om een bewerking uit te voeren. 11. DISPLAY Hier ziet u de Tone-nummers en de waarden van allerlei instellingen, enz. Hiermee kunt u de pitch bend bedienen of vibrato toepassen (p. 30). 9 Paneelbeschrijving Achterpaneel fig.00b-03 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1. USB-aansluiting Dankzij deze aansluiting kunt u uw computer via een USBkabel aansluiten op de RD-300SX (p. 50). PEDAL-aansluitingen (DAMPER, CONTROL) Sluit de pedaalschakelaar (DP-serie) die wordt meegeleverd met de RD-300SX, aan op de DAMPER-aansluiting. U kunt de schakelaar nu als demperpedaal gebruiken. Wanneer u een optioneel expressiepedaal (bijv. de EV-serie of een ander model) aansluit op de CONTROL-aansluiting, kunt u een aantal functies toewijzen aan het pedaal (p. 39, p. 40). MIDI-aansluitingen (IN, OUT) Deze aansluitingen gebruikt u voor het aansluiten van externe MIDI-apparaten en voor het verzenden van MIDI-berichten (p. 12, p. 47). OUTPUT L(MONO)/R-aansluitingen Hierlangs worden de audiosignalen uitgestuurd. Ze worden verbonden met een versterker of een ander apparaat. Gebruik voor een mono-ouput de L/MONO-aansluiting (p. 12). PHONES-aansluitingen Op deze aansluiting kunt u een hoofdtelefoon aansluiten (p. 12). Zelf als de hoofdtelefoon is aangesloten, blijft er signaal naar de output-aansluitingen gaan. 6.
Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND RD-300SX http://nl.yourpdfguides.com/dref/1301090
2. 3. Aardterminal 927 Afhankelijk van de omstandigheden van een specifieke Setup kunt u een onaangenaam gevoel krijgen of de indruk krijgen dat het oppervlak korrelig aanvoelt, wanneer u in aanraking komt met het apparaat, met aangesloten microfoons of met de metalen onderdelen van andere voorwerpen zoals gitaren. Dit komt door een minuscule elektrische lading, die volkomen ongevaarlijk is. Als u zich daar toch zorgen over maakt, verbind de aardterminal p. 11 dan met een externe aarding. Wanneer het apparaat geaard is, kan er een zachte brom hoorbaar zijn, afhankelijk van de installatie. Als u niet zeker weet of de aansluiting goed is, neem dan contact op met een erkend Roland Service Center. U vindt deze op de pagina "Informatie". Ongeschikte plaatsen voor de aansluiting · Buizen van de waterleiding (gevaar voor elektrische schokken of elektrocutie) · Gasleidingen (brand- en explosiegevaar) · Een telefoonaarding of een bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn bij blikseminslag) 4. 7. 5. [POWER] Hiermee schakelt u het apparaat in en uit (p. 13). DC In-aansluiting Hierop sluit u de bijgeleverde adapter aan (p. 11). Kabelhaak Hieraan kunt u het bijgeleverde netsnoer verankeren (p. 11). 8. 9. 10 Voorbereidingen Aansluitingen maken 1 Controleer voordat u de aansluitingen gaat maken, het volgende: Staat het volume van de RD-300SX of van de aangesloten versterker helemaal dicht? Is de RD-300SX uitgeschakeld? 2 Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de bijgeleverde adapter. fig.00c-01 Adapter Netsnoer Stopcontact 3 4 Sluit de bijgeleverde adapter aan op de RD-300SX en sluit het andere eind aan op een stopcontact. Wikkel het snoer van de adapter om de kabelhaak om het op zijn plaats te houden. fig.00c-02 Achterpaneel Aardterminal Kabelhaak De kabel van de bijgeleverde adapter Naar het stopcontact 924 * Om te voorkomen dat de stroomvoorziening naar het apparaat per ongeluk wordt onderbroken (als de stekker bijvoorbeeld wordt uitgetrokken) en om te voorkomen dat er te veel spanning op de stekker van de adapter komt te staan, kunt u het netsnoer via de kabelhaak verankeren, zoals u in deze illustratie ziet. 927 * Afhankelijk van de omstandigheden van een specifieke set-up kunt u een onaangenaam gevoel krijgen of de indruk krijgen dat het oppervlak korrelig aanvoelt, wanneer u in aanraking komt met het apparaat, met aangesloten microfoons of met de metalen onderdelen van andere voorwerpen zoals gitaren. Dit komt door een minuscule elektrische lading, die volkomen ongevaarlijk is. Indien u zich hier toch zorgen over maakt, kunt u de aardterminal verbinden met een externe aarding. Wanneer het apparaat geaard is, kan er een zachte brom hoorbaar zijn, afhankelijk van de installatie. Als u niet zeker weet of de aansluiting goed is, neem dan contact op met een erkend Roland Service Center. U vindt deze op de pagina "Informatie". Ongeschikte plaatsen voor de aansluiting · Buizen van de waterleiding (gevaar voor elektrische schokken of elektrocutie) · Gasleidingen (brand- en explosiegevaar) · Een telefoonaarding of een bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn bij blikseminslag) 11 Voorbereidingen De RD-300SX aansluiten op externe apparatuur De RD-300SX beschikt niet over een ingebouwde versterker of luidsprekers. Om geluid te produceren moet u audio-apparatuur (bijv. een monitorluidspreker of een stereo-installatie) aansluiten of een hoofdtelefoon gebruiken. * Audiokabels, MIDIkabels, USB-kabels, hoofdtelefoons en expressiepedalen zijn niet inbegrepen. Uw Roland-handelaar kan u bij het aanschaffen van dit soort accessoires adviseren. fig.00c-03 Om defecten en/of schade aan luidsprekers en andere apparaten te voorkomen, draait u altijd het volume omlaag en schakelt u alle apparaten uit voor u een aansluiting maakt. 21 Stereohoofdtelefoon MIDI IN MIDI OUT MIDI-geluidsmodule enz. d Rolan MIDI sequencer enz. Gebruik een stereokoptelefoon. Expressiepedaal (EV-5, 7) of Pedaalschakelaar (DP-serie) Mixer enz. Monitorluidsprekers (met eigen voeding) Pedaalschakelaar (DP-serie) Stroomversterker Gebruik alleen het opgegeven expressiepedaal (EV-5, EV-7; apart verkrijgbaar). Als u een ander expressiepedaal gebruikt, loopt u het risico op defecten of zelfs schade aan het toestel.925 1 Controleer voordat u de aansluitingen gaat maken, het volgende: Staat het volume van de RD-300SX of van de aangesloten versterker helemaal dicht? Zijn de RD-300SX en de aangesloten versterker uitgeschakeld? Zet de schakelaar op het bijgeleverde pedaal op "Continuous" wanneer het pedaal is aangesloten. Pedalen aansluiten Sluit het pedaal bijgeleverd bij de RD-300SX aan op een van de PEDAL-aansluitingen. Als het pedaal met de DAMPER-aansluiting is verbonden, kan het als demperpedaal worden gebruikt. Wanneer u het pedaal met de CONTROL-aansluiting verbindt, kunt u verscheidene functies aan het pedaal toewijzen (p. 40). 12 Voorbereidingen Het apparaat in- en uitschakelen 941 Wanneer de aansluitingen zijn gemaakt, zet u de verschillende apparaten in de gespecificeerde volgorde aan. Als u de apparaten in de verkeerde volgorde aanzet, kan dit defecten en/of schade aan luidsprekers en andere apparaten veroorzaken. Het apparaat inschakelen 1 Zet de VOLUME-regelaar helemaal dicht (naar beneden) alvorens het toestel aan te zetten. Zet het volume van alle aangesloten audio- en andere apparatuur ook uit. fig.00c-05 Om een foutief functioneren van de Pitch Bend-hendel (p. 30) te voorkomen moet u vermijden om de hendel aan te raken bij het inschakelen van het apparaat. 2 Druk op de [POWER]-schakelaar aan de achterzijde van het apparaat. Het toestel wordt ingeschakeld en op het display verschijnt "Pno". fig.00c-06 Dit apparaat is voorzien van een beveiligingscircuit. Er is een korte pauze (enkele seconden) nodig na het inschakelen van de stroom, voordat het apparaat normaal werkt. 942 Achterpaneel Lagere positie AAN 3 4 5 Schakel alle aangesloten externe apparaten in. Stel het volume van het aangesloten externe apparaat bij. Regel ook het volume van de RD-300SX om een geschikt signaalniveau te krijgen. 13 Voorbereidingen Het apparaat uitschakelen 1 Zet de VOLUME-regelaar steeds helemaal dicht (naar beneden) alvorens het toestel uit te schakelen. Zet het volume van alle aangesloten audio- en andere apparatuur ook uit. 2 3 Schakel de aangesloten externe apparaten uit. Druk op de [POWER]-schakelaar aan de achterzijde van het apparaat. Het apparaat wordt uitgeschakeld. fig. 00c-07 Achterpaneel Hogere positie UIT Het volume regelen fig.00c-05 1 Het volume regelt u met de VOLUME-regelaar. Schuif de regelaar omhoog om het volume te verhogen, of omlaag om het te verlagen. Stel ook het volume van het aangesloten apparaat op een geschikt niveau in. 14 Voorbereidingen Afstemmen op de toonhoogte van andere instrumenten (Master Tune) Als u een harmonieuzer geluid wilt wanneer u samenspeelt met andere instrumenten, dan moet u zorgen dat de standaardtoonhoogte van alle instrumenten dezelfde is.
Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND RD-300SX http://nl.yourpdfguides.com/dref/1301090
Over het algemeen wordt de stemming van een instrument door de toonhoogte in Hertz (Hz) van de middelste "A"-noot aangegeven. Dit afstemmen op de basis referentietoonhoogte van andere instrumenten wordt "stemmen" genoemd. Wanneer het instrument is ingeschakeld, is de standaardtoonhoogte vastgelegd op "440,0 Hz". fig.00c-10 2,6 2,4 3 15 1 2 Druk op [EDIT] zodat de indicator oplicht. Het Edit Menu-scherm verschijnt. Druk op [INC] of [DEC] om "System" te selecteren en druk vervolgens op [ENTER]. De TONE SELECT-knop gaat knipperen. fig.disp.SYS 3 Druk op [PIANO]. De parameternaam (tun) verschijnt op het display zolang [PIANO] wordt ingedrukt. Wanneer u de knop loslaat, verschijnen de laatste drie cijfers van de huidige basis referentietoonhoogte op het display. 4 Druk op [INC] of [DEC] om de standaardtoonhoogte te wijzigen. U kunt de standaardtoonhoogte willekeurig instellen binnen een bereik van 415,3 Hz tot 466,2 Hz. De toonhoogte wordt met 0,1 Hz verlaagd telkens wanneer u [DEC] indrukt. Wanneer u de knop ingedrukt houdt, blijft de toonhoogte dalen. De toonhoogte wordt met 0,1 Hz verhoogd telkens wanneer u [INC] indrukt. Wanneer u de knop ingedrukt houdt, blijft de toonhoogte stijgen. Wanneer u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke toonhoogte drukt u gelijktijdig op [DEC] en [INC]. Voor snellere toenames in waarde houdt u [INC] ingedrukt en drukt u vervolgens op [DEC]. Voor snellere afnames in waarde houdt u [DEC] ingedrukt en drukt u op [INC]. 5 Druk op [WRITE] als u de instellingen wilt bewaren. Het bevestigingsscherm verschijnt. fig. disp.Sur 6 Als deze instelling niet wordt bewaard, gaat hij verloren bij het uitschakelen van het apparaat. Druk op [ENTER] als u verder wil gaan met het opslaan. U kunt terugkeren naar stap 2. 15 Overzicht van de RD-300SX Basisstructuur van de RD300SX De RD-300SX kan worden ingedeeld in twee delen: een keyboard controller-gedeelte en een klankgenerator-gedeelte. De twee delen zijn intern met elkaar verbonden via MIDI. fig.00d-01 De klanken Tone De individuele klanken die worden gebruikt, wanneer u op de RD300SX speelt, noemen we "Tones". De RD-300SX heeft 340 individuele Tones, en u heeft een ruime keuze uit de Tones bij het spelen. Klankgeneratorgedeelte Part Een klankgenerator die meerdere klanken kan aansturen met één apparaat, noemen we een multitimbrale klankgenerator. De RD300SX bevat een multitimbrale klankgenerator die 16 Tones tegelijkertijd kan spelen. Wanneer u de RD-300SX als klankgenerator gebruikt, worden de gegenereerde Tones toegewezen aan "Parts". U kunt verschillende Tones aan elk van de Parts toewijzen en individueel aansturen. * Aangezien u in dit geval speelt met 16 Parts, is hiervoor aansturing nodig van externe apparaten via MIDI of USB. Opvoering Keyboard controller-gedeelte (controllers zoals klavier, Pitch Bend-hendel, enz.) Keyboard Controller-gedeelte Dit gedeelte omvat het klavier, de Pitch Bend/Modulation-hendel, de paneelknoppen en eventuele pedalen die op het achterpaneel zijn aangesloten. Handelingen zoals het indrukken of loslaten van toetsen op het klavier, het indrukken van een pedaal, enzovoort worden omgezet in MIDI-berichten en naar het klankgeneratorgedeelte of naar een extern MIDI-apparaat gestuurd. Zone Bij de RD-300SX kunt u twee van bovenvermelde Parts vrij aansturen door gebruik te maken van de knoppen en toetsen van de RD-300SX; deze twee Parts worden "UPPER Zone" en "LOWER Zone"genoemd. U kunt elke zone meerlagig (layering) maken (Dual Play; p. 21) of ze in verschillende delen van het klavier spelen (Split Play; p. 22). Klankgenerator-gedeelte Het klankgenerator-gedeelte produceert de klank. Hier worden MIDI-berichten, die van het keyboardcontroller-gedeelte of van het externe MIDI-apparaat zijn ontvangen, in muzieksignalen omgezet, die vervolgens als analoge signalen via de OUTPUT- en de PHONES-aansluitingen worden uitgestuurd. Basisbediening van de RD300SX De instellingen wijzigen Voor het wijzigen van de instellingen kunt u [DEC] en [INC] gebruiken. [DEC], [INC] Als u op [INC] drukt, neemt de waarde toe; drukt u op [DEC], dan neemt de waarde af. Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de waarde toe- of afnemen. Voor snellere toenames in waarde houdt u [INC] ingedrukt en drukt u vervolgens op [DEC]. Voor snellere afnames in waarde houdt u [DEC] ingedrukt en drukt u op [INC]. 16 De demo's beluisteren (Demo Play) De demosongs kunt u als volgt beluisteren. De RD-300SX bevat in totaal elf interne demosongs, waaronder demosongs die de speciale kwaliteiten van het instrument gebruiken en demonstreren, en andere die u vertrouwd maken met de klanken van het instrument. Nr. Naam v/d song Componist/Copyright Scott Tibbs © 2004 Roland Corporation Scott Tibbs © 2004 Roland Corporation Scott Tibbs © 2004 Roland Corporation Scott Tibbs © 2004 Roland Corporation d-1. Let's Hang Out d-2. RD-300SX Piano d-3. Stay Tuned d-4. Tone Preview Alle rechten voorbehouden. Het zonder toestemming gebruiken van dit materiaal voor andere doeleinden dan het beluisteren in persoonlijke, huiselijke kring, betekent een inbreuk op de geldende wetgeving. * Bij d-4 is er één song in elk van de Tone-categorieën voor een totaal van acht demosongs. fig.01-01 4 1 3 2 3 * De bestaande instellingen worden gewist wanneer de demosong wordt gespeeld. Vergeet dus niet om de instellingen die u wilt behouden, op te slaan in een Setup (p. 35). 1 Houd [EDIT] ingedrukt en druk op [WRITE]. Het Demo-scherm verschijnt. fig.disp.d-1 Er worden geen gegevens over de gespeelde muziek via de MIDI OUT verstuurd. 2 3 982 Druk op [INC] of [DEC] om de song te selecteren die u wilt beluisteren. Druk op [ENTER] om de demosong af te spelen. De weergave van alle songs wordt herhaald. Wanneer u de TONE SELECT-knop indrukt, wordt d-4 geselecteerd, en de demosong met de Tone van de categorie die overeenstemt met de ingedrukte knop, wordt afgespeeld. De geselecteerde TONE SELECT-knop gaat rood branden. Terwijl de demosongs worden afgespeeld, produceert het klavier geen klank. 4 Druk op ONE TOUCH [PIANO] om de weergave van een song te stoppen. 17 Spelen op het klavier Piano spelen (ONE TOUCH [PIANO]) Laten we nu eens proberen piano te spelen. Op de RD-300SX kunt u met één druk op de knop de optimale instellingen voor pianospel oproepen. fig.01-04 1 1 Druk op ONE TOUCH [PIANO]. fig.disp. Pno Wanneer u op ONE TOUCH [PIANO] drukt, worden alle instellingen teruggezet op hun beginwaarde bij het inschakelen van het apparaat. Bewaar alle instellingen die u wilt behouden in een Setup (p. 35). Wanneer u op ONE TOUCH [PIANO] drukt, stelt u het volledige klavier in om met de Piano Tone te spelen. Met de RD-300SX kunt u de aanslaggevoeligheid van het klavier aanpassen aan uw eigen stijl van piano spelen. Raadpleeg voor gedetailleerde informatie "De aanslaggevoeligheid van het klavier wijzigen" (p.
Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND RD-300SX http://nl.yourpdfguides.com/dref/1301090
26). 18 Spelen op het klavier Spelen met een hele reeks Tones De RD-300SX bevat 340 Tones. Tones zijn individuele klanken. Tones worden toegewezen aan de TONE SELECT-knoppen volgens de geselecteerde Tone-categorie. Probeer tijdens het spelen een aantal verschillende Tones uit. fig.01-06 Meer info over de interne Tones van de RD-300SX vindt u in de "Lijst van de Tones" (p. 60). 1 3 2 1 2 3 Druk op ONE TOUCH [PIANO]. Nu speelt u op het gehele klavier met dezelfde Tone. Tones geselecteerd met [RHY/ GM2] worden geregistreerd in deze volgorde: "Rhythm Sets", "GM2 Rhythm Sets" en "GM2 Tones". Raadpleeg de "Lijst van de ritmepatronen" (p. 62). Druk op een van de TONE SELECT-knoppen om de Tone-categorie te kiezen. Druk op [INC] of [DEC] om de Tone te selecteren. De TONE SELECT-knop van de geselecteerde categorie knippert. 19 Spelen op het klavier Meerdere Tones met het klavier spelen De RD-300SX is voorzien van vier interne zones (UPPER en LOWER), en aan elk van deze zones kan één Tone worden toegewezen. In elke gebruikte zone kunt u meerdere Tones combineren via layering en simultaan afspelen of kunt u verschillende Tones afspelen in de linkeren rechtgedeeltes van het klavier. Deze verschillende manieren om Tones te gebruiken, worden "Keyboard Modes" genoemd. Er zijn drie keyboard modes. · Single: · Dual: · Split: Er wordt één Tone over het hele klavier gespeeld. Twee Tones worden gecombineerd via layering en samen gespeeld. Het klavier wordt verdeeld in twee verschillende bereiken vanaf een bepaalde toets (het Split Point), met verschillende Tones voor het linker- en rechterbereik. De twee gelayerde delen gespeeld in Dual Mode worden de UPPER en LOWER Parts genoemd. In Split Mode verwijst UPPER naar het deel dat in het rechtergedeelte van het klavier wordt gespeeld, terwijl LOWER verwijst naar het deel dat in het linkergedeelte van het klavier wordt gespeeld. UPPER wordt over het hele klavier gespeeld wanneer de RD-300SX in Single Mode staat. fig.01-07 Dual mode UPPER LOWER Split mode Split point LOWER UPPER Overschakelen op Single Mode U kunt op twee manieren overschakelen van de meertonige modi, Dual Mode en Split Mode, naar Single Mode, waarbij één Tone wordt gebruikt over het hele klavier. · Drukken op ONE TOUCH [PIANO] De Piano Tone wordt geselecteerd voor het volledige klavier. Dit creëert de optimale condities voor het spelen van pianomuziek. Door op ONE TOUCH [PIANO] te drukken annuleert u wel alle instellingen die u tot op dat punt had gemaakt. Bewaar daarom alle instellingen die u wil behouden, in een Setup (p. 35) voor u op ONE TOUCH [PIANO] drukt. · [DUAL] of [SPLIT] uitzetten (de indicator uitzetten) In dit geval wordt de UPPER Tone toegepast op het volledige klavier. 20 Spelen op het klavier Spelen met twee gelayerde Tones ([DUAL]) fig.01-08 1, 2 1 Druk op [DUAL] zodat de indicator oplicht. Speel op het klavier. fig.disp.tone1 "De Tone voor een Zone wijzigen" (p. 24) "Het volume regelen voor individuele Zones (ZONE LEVELregelaars)" (p. 24) De Tones voor UPPER en UPPER worden gecombineerd (layering) afgespeeld. Wanneer u op [DUAL] drukt, licht de indicator voor [LOWER SELECT] automatisch op en het nummer van de LOWER Tone verschijnt op het scherm. U kunt het nummer van de UPPER TONE weergeven door op [LOWER SELECT] te drukken zodat de indicator uitdooft. 2 Druk nogmaals op [DUAL] en de indicator dooft uit. De Tone voor UPPER wordt gespeeld. Twee TONE SELECT-knoppen simultaan indrukken U kunt twee Tones via layering combineren door twee TONE SELECT-knoppen simultaan in te drukken. Als u bijvoorbeeld een pianoklank samen met strijkers wilt weergeven, drukt u tegelijkertijd op [PIANO] en [STRINGS]. [DUAL] gaat knipperen en wanneer u op het klavier begint te spelen, klinken de klanken van piano en strijkers samen. Bij deze werkwijze wordt de Tone van de toets die eerst wordt ingedrukt (indicator licht rood op), toegewezen aan UPPER, terwijl de andere Tone (indicator licht oranje op) wordt toegewezen aan LOWER. Zodra u twee TONE SELECT-knoppen hebt gekozen, kunt u, door een van de twee TONE SELECT-knoppen in te drukken, die Tone als de [UPPER] Tone selecteren, waarbij het afspelen van de LOWER Tone stopt. * U kunt twee tonen niet combineren via layering, wanneer [SPLIT] op ON staat. 21 Spelen op het klavier Verschillende Tones spelen in de twee klaviergedeelten ([SPLIT]) De opsplitsing van het klavier in een rechter- en een linkergedeelte noemen we een "Split", en de toets die op de scheiding ligt, noemen we het "Split Point". De Split Point-toets hoort bij het LOWER-gedeelte. De fabrieksinstelling voor het Split Point is "B3". U kunt het Split Point wijzigen. Raadpleeg hiervoor "Het Split Point van het klavier veranderen" (p. 23). fig. 01-10 1, 2 1 Druk op [SPLIT] zodat de indicator oplicht. [LOWER SELECT] licht op. Speel op het klavier. In het rechtergedeelte van het klavier hoort u de UPPER Tone en in het linkergedeelte de LOWER Tone. fig. 01-12 "De Tone voor een Zone wijzigen" (p. 24) "Het volume regelen voor individuele Zones (ZONE LEVELregelaars)" (p. 24) Split Point (B3) LOWER UPPER 2 Om Split Mode te verlaten drukt u nogmaals op [SPLIT], zodat de indicator uitgaat. 22 Spelen op het klavier Het Split Point van het klavier veranderen In de Split Mode kunt u de scheiding tussen het LOWER- en het UPPER-gedeelte (het Split Point) verschuiven. 1 Houd [SPLIT] enkele seconden ingedrukt. Er verschijnt een scherm zoals hieronder en de huidige waarde van de instelling wordt weergegeven. fig.disp.b3 U kunt het Split Point ook wijzigen door [SPLIT] ingedrukt te houden en op [INC] of [DEC] te drukken. 2 Houd [SPLIT] ingedrukt en druk vervolgens op de toets die u als Split Point wilt gebruiken. U kunt de Split Point aanpassen met sprongen van een halve toon. Wanneer u [SPLIT] loslaat, verschijnt het vorige scherm opnieuw. * De Split Point-toets hoort bij het LOWER-gedeelte. fig.01-13 De toets voor het Split Point verschijnt op het scherm zoals in onderstaande afbeelding. fig.01-11 Weergave B3 (wanneer het instrument is ingeschakeld) Letternaam Weergave C C D E A0 Bereik waarbinnen het Splint Point kan worden ingesteld B7 Letternaam Weergave Letternaam E F F G A A B B 23 Spelen op het klavier De Tone voor een Zone wijzigen Als u de Tone toegewezen aan een Zone in Dual of Split Mode wilt wijzigen, gebruikt u [LOWER SELECT] om de Zone met de Tone die u wilt wijzigen, op te geven. fig.01-14 1 2 2 [LOWER SELECT] is uitgeschakeld wanneer [DUAL] of [SPLIT] uit staan. 1 Als u UPPER wilt selecteren, drukt u op [LOWER SELECT] tot de indicator uitdooft. Als u LOWER wilt selecteren, drukt u op [LOWER SELECT] tot de indicator groen oplicht.
Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND RD-300SX http://nl.yourpdfguides.com/dref/1301090
fig.01-15 Bij keuze van de UPPER Zone Bij keuze van de LOWER Zone De indicators van de TONE SELECT-knop zijn rood wanneer de UPPER Zone is geselecteerd, en groen wanneer de LOWER Zone is geselecteerd. Als Tones van dezelfde categorie worden geselecteerd, licht in beide Zones de indicator van de knop oranje op. 2 Selecteer de Tone-categorie met een TONE SELECT-knop en selecteer vervolgens de Tone met [INC] of [DEC]. Het volume regelen voor individuele Zones (ZONE LEVEL-regelaars) fig.01-16 De RD-300SX is voorzien van twee Parts die u vrij kunt regelen via de knoppen en toetsen van het instrument; deze twee Parts worden de UPPER Zone en de LOWER Zone genoemd. U kunt het volume voor elke Zone regelen met de ZONE LEVEL-regelaars. 24 Spelen op het klavier De toonaard van het klavier transponeren ([TRANSPOSE]) U kunt uw klavierspel transponeren zonder de vingerzetting te veranderen, of u kunt de toonhoogte per octaaf verschuiven. Deze functie heet "Transpose. " Dit is een handige functie wanneer u de toonhoogte van het klavier moet aanpassen aan de toonhoogte van een zanger, of als u moet spelen van een partituur voor trompet of andere getransponeerde instrumenten. De referentiewaarde voor Transpose is C4. Deze instelling kan per halve toon worden gewijzigd, binnen een bereik van -48-0- +48. fig.01-17 Opmerking: berichten van MIDI IN worden niet getransponeerd. 1, 2, 3 1 Houd [TRANSPOSE] enkele seconden ingedrukt. Er verschijnt een scherm zoals hieronder en de huidige waarde van de instelling wordt getoond. fig.disp.0 Zelfs wanneer u de Transposefunctie activeert, blijft het Split Point (p. 23) ongewijzigd. 2 Houd [TRANSPOSE] ingedrukt en druk op een toets. Als u bijvoorbeeld een "E" wilt horen terwijl u een "C" speelt op het klavier, houdt u [TRANSPOSE] ingedrukt en drukt u op de toets E4. De transpositiewaarde wordt nu "+4". Wanneer u [TRANSPOSE] loslaat, verschijnt het vorige scherm opnieuw. Wanneer u de transpositiewaarde hebt ingesteld, wordt de Transpose-functie geactiveerd en licht [TRANSPOSE] op. U kunt het Split Point ook wijzigen door [TRANSPOSE] ingedrukt te houden en op [INC] of [DEC] te drukken. 3 Om Transpose uit te schakelen drukt u op [TRANSPOSE] zodat de indicator uitgaat. De volgende keer dat u op [TRANSPOSE] drukt, wordt het geluid getransponeerd met de hier ingestelde waarde. U kunt verschillende Key Transpose-instellingen maken voor elke Zone. Raadpleeg hiervoor "De toonhoogte van de Tone veranderen in stappen van een halve toon (Key Transpose)" (p. 43). 25 Spelen op het klavier De aanslaggevoeligheid van het klavier wijzigen U kunt de aanslaggevoeligheid of de respons van de toetsen wijzigen. Wanneer het instrument aan staat, is dit ingesteld op "M (Medium)". fig. 01-19 1, 3 2 1 1 Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [LOWER SELECT]. [SHIFT] knippert. De huidige aanslaggevoeligheid verschijnt op het scherm. fig.disp. -M- Het is mogelijk dat de aanslaggevoeligheid bij bepaalde klanken niet verandert. 2 Druk op [INC] of [DEC] om de aanslaggevoeligheid te selecteren. Weergave Fixed Light Beschrijving De klank wordt op een vast volume weergegeven, ongeacht de kracht waarmee u de toetsen indrukt. Hiermee selecteert u een lichte aanslag. Om fortissimo (ff) te spelen, hoeft u minder hard aan te slaan dan gewoonlijk. Het klavier voelt lichter aan. Dit speelt vrij gemakkelijk, ook voor kinderen. Hiermee stelt u de standaardgevoeligheid van het klavier in. U speelt met de meest natuurlijke aanslag. Dit benadert het dichtst het gevoel van een akoestische piano. Hiermee selecteert u een zware aanslag. U moet de toetsen van het klavier harder dan normaal aanslaan om fortissimo (ff) te spelen. Het klavier voelt zwaarder aan. Met een dynamische aanslag kunt u nog meer gevoel leggen in wat u speelt. Medium Heavy 3 Druk op [SHIFT] en de indicator dooft uit. De Velocity wijzigen wanneer de aanslaggevoeligheid is ingesteld op "Fixed". Dit bepaalt de Velocity van het geluid wanneer de aanslaggevoeligheid is ingesteld op "Fixed". 1 Wanneer "OFF" is geselecteerd in de bovenvermelde Stap 2, verandert u de velocity van het geluid door [LOWER SELECT] ingedrukt te houden en op [INC] of [DEC] te drukken. U kunt de velocity willekeurig instellen op een waarde tussen 1 en 127. 26 Spelen op het klavier Galm toevoegen aan het geluid ([REVERB]) U kunt kunt de noten die u op het klavier speelt voorzien van een galmeffect. Met het reverb-effect kunt u een aangename galm creëren, zodat het lijkt alsof u optreedt in een concertzaal of een gelijkaardige plaats. fig.01-21 1, 2 1 Druk op [REVERB] zodat de indicator oplicht. Speel op het klavier. Het reverb-effect wordt toegepast op de volledige Tone. 2 Druk nogmaals op [REVERB] om het reverb-effect ongedaan te maken. De indicator dooft uit. Het soort reverb-effect veranderen U hebt de keuze uit vier verschillende soorten reverb-effecten. 1 2 Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [REVERB]. Druk op [INC] of [DEC] om het soort galm te wijzigen. Weergave ROOM Galm in grotere zalen HALL Galm van kerkgebouwen CATHEDRAL Reverb voor gebruik met GM2 GM REVERB Beschrijving Galm in gewone kamers 3 Druk na het kiezen van het type op [SHIFT] om naar het vorige scherm terug te keren. De diepte van het reverb-effect kiezen (Reverb Depth) U hebt de keuze uit 127 diepteniveaus voor het reverb-effect. 1 Hou [REVERB] ingedrukt en druk op [INC] of [DEC] om de diepte van het reverbeffect te veranderen. De reverb-diepte kan voor elke zone apart worden ingesteld (p. 41). 27 Spelen op het klavier Allerhande effecten toevoegen aan de klank ([MULTI EFFECTS]) Naast reverb (p. 27) kunt u nog tal van andere veranderingen toepassen op de klanken van de RD-300SX. Die worden "Multi-effecten" genoemd. Met de RD-300SX hebt u de keuze uit 78 verschillende effecten. In de fabrieksinstellingen zijn er aan elke Tone effecten toegewezen. fig.01-23 Op sommige klanken kunnen effecten niet worden toegepast. 1, 2 1 Druk op [MULTI EFFECTS] zodat de indicator oplicht. Speel op het klavier. Het effect wordt toegepast op de Tone die op dat moment is geselecteerd. 2 Druk nogmaals op [MULTI EFFECTS] om dit effect te verwijderen. De indicator dooft uit. U kunt aangeven welke Zone voorrang krijgt wanneer de effecten die aan de Upper Zone en de Lower Zone worden toegekend, verschillen. Raadpleeg hiervoor "De Zone instellen waaraan Multi-Effecten worden toegevoegd (MFX Zone)" (p. 40). De diepte van het effect wijzigen U kunt de diepteniveaus voor het effect wijzigen. De inhoud en het bereik variëren afhankelijk van het MFX-type. Raadpleeg voor gedetailleerde informatie "Lijst van de effecten" (p. 55). U kunt het soort effect wijzigen. Raadpleeg hiervoor "Het soort Multi-effect wijzigen" (p. 29). 1 Houd [MULTI EFFECTS] ingedrukt en druk op [INC] of [DEC].
Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND RD-300SX http://nl.yourpdfguides.com/dref/1301090
De diepte van het effect dat op de momenteel geselecteerde Tone wordt toegepast, verschijnt op het scherm. De volgende keer dat u dezelfde Tone kiest, wordt het effect met de door u gekozen diepte toegepast. 28 Spelen op het klavier Het soort Multi-effect wijzigen 1 2 3 Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [MULTI EFFECTS]. Het nummer van het effect verschijnt op het display. Meer info over de soorten interne effecten van de RD300SX vindt u in de "Lijst van de effecten" (p. 55). Druk op [INC] of [DEC] om het soort effect te kiezen. Druk na het kiezen van het soort effect op [SHIFT] om naar het vorige scherm terug te keren. Een wervelend geluid aan Organ Tones (Rotaryeffect) toevoegen Het Rotary-effect wordt toegepast op sommige Organ Tones die u kunt selecteren met de [ORGAN]-knop. Wanneer een van deze Tones is geselecteerd, kunt u de [MULTI EFFECTS]-knop gebruiken om de snelheid van het Rotary-effect te wijzigen. Het Rotary-effect voegt een "wervelend" effect toe dat erg lijkt op het geluid van een orgel uitgerust met een roterende luidspreker. 1 Druk op [ORGAN] en selecteer de Organ Tone. Bij selectie van een Tone waaraan het Rotary-effect wordt toegevoegd, knippert de indicator van de [MULTI EFFECTS]-knop. Als u wilt voorkomen dat het Rotary-effect wordt toegepast, selecteert u een ander effecttype dan het Rotaryeffect en verwijdert u vervolgens het effect (p. 29). 2 U kunt het Rotary-effect ook toepassen op andere Tones dan de Organ Tones. Druk telkens op [MULTI EFFECTS] om de snelheid van het Rotary-effect te wisselen tussen snelle en trage rotatie. Wanneer de indicator van de [MULTI EFFECTS]-knop knippert, wordt een sneller Rotary-effect toegepast. Wanneer de indicator van de [MULTI EFFECTS]-knop knippert, wordt een trager Rotary-effect toegepast. 29 Spelen op het klavier De toonhoogte van een klank in real time veranderen (Bender/Modulation-hendel) Speel op het klavier en duw de hendel naar links om de toonhoogte te verlagen, of naar rechts om de toonhoogte te verhogen. Dit noemen we Pitch Bend. U kunt ook vibrato toepassen door het hendeltje naar voren te duwen. Dit noemen we Modulation. Als u het hendeltje naar voren duwt en tegelijkertijd naar links of rechts, krijgt u beide effecten tegelijkertijd. fig.01-25 Het effect dat u krijgt wanneer u de hendel beweegt, kan variëren naargelang van de Tone die u gebruikt. Dit effect ligt bovendien vast voor elke Tone en kan niet worden veranderd. Pitch Bend Modulatie Een consistentere klank produceren ([SOUND CONTROL]) Wanneer u de Sound Control-functie activeert, worden variaties in het volume onderdrukt voor een consistenter geluid. Klanken kunnen bij sommige Tones worden vervormd. Verlaag in dergelijke gevallen het zonevolume. 1 2 Druk op [SOUND CONTROL] zodat de indicator oplicht. Houd [SOUND CONTROL] ingedrukt en druk vervolgens op [INC] of [DEC] om het soort te kiezen. Weergave Beschrijving Past sterke compressie toe. Past matige compressie toe. Versterkt het lage bereik. Versterkt het middenbereik. Versterkt het hoge bereik. Hard Comp Soft Comp Low Boost Mid Boost High Boost 3 Druk éénmaal op [SOUND CONTROL] om deze functie uit te schakelen. De indicator dooft uit. 30 Spelen op het klavier Het lage, midden- en hoge frequentiebereik regelen (EQUALIZER) De RD-300SX is uitgerust met een 2-bands equalizer. U kunt de sterkte van het lage en hoge frequentiebereik regelen met respectievelijk de knoppen EQUALIZER [LOW] en [HIGH]. fig. 01-26 De euqalizer-instellingen worden toegepast op het totaalgeluid van de OUTPUTaansluitingen. 1 Regel het signaalniveau in elk frequentiebereik met de EQUALIZER-knoppen. Draai de knop naar het minteken (-) om het signaalniveau in het betreffende frequentiebereik te verlagen; draai de knop naar het plusteken (+) om het signaalniveau in dat bereik te verhogen. Bij sommige knopinstellingen kunnen klanken vervormen. Wanneer dit gebeurt, verlaagt u het volume in de zones met de respectievelijke ZONE LEVEL-regelaars. 31 Handige functies gebruiken tijdens het spelen Ritmepatronen spelen ([RHYTHM]) De RD-300SX bevat intern geprogrammeerde drumpatronen in uiteenlopende muziekgenres, zoals jazz, rock en andere. U kunt deze gebruiken als begeleiding bij uw uitvoeringen op de RD-300SX. Deze drumpatronen worden "Rhythms" genoemd. fig.02-01 1, 2 1 2 Druk op [RHYTHM] zodat de indicator van de knop oplicht. Het ritme begint te spelen. Druk nogmaals op [RHYTHM]; de indicator gaat uit en het ritme stopt. Het ritmepatroon veranderen U kunt bepalen hoe een ritme wordt gespeeld (het patroon) zodat het bij diverse muziekgenres past. 1 2 Druk op [RHYTHM] zodat de indicator van de knop oplicht. Het ritme begint te spelen. Raadpleeg "Lijst van de ritmepatronen" (p. 65) voor meer informatie over het soort ritmepatronen. Houd [RHYTHM] ingedrukt en druk vervolgens op [INC] of [DEC] om een patroon te selecteren. Het patroon van het ritme verandert. fig. disp_r1 3 Als u nogmaals op [RHYTHM] drukt, dooft de indicator uit en stopt het ritme. Gegevens over de ritmepatroonprestaties worden niet van de MIDI OUTaansluiting naar de USBaansluiting gestuurd wanneer de MIDI Tx-modus (p. 46) is ingesteld op Modus 1. 32 Handige functies gebruiken tijdens het spelen Het tempo van het ritme veranderen 1 2 3 Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [RHYTHM]. Het tempo van het ritme wordt weergegeven. Druk op [INC] of [DEC] om het tempo te wijzigen. Het ritme wordt gespeeld op het geselecteerde tempo. De wijze waarop het ritme wordt gespeeld en het weergegeven tempo kunnen bij sommige ritmepatronen verschillen. Druk op [SHIFT] om naar het vorige scherm terug te keren. Het ritmevolume veranderen 1 Houd [RHYTHM] ingedrukt en verschuif de ZONE LEVEL-regelaar. Het volume van het ritme verandert. 33 Handige functies gebruiken tijdens het spelen Opgeslagen instellingen kiezen ([SETUP]) De instellingen van de RD-300SX voor Tones, effecten en dergelijke meer worden samen een "Setup" genoemd. Hebt u uw voorkeursinstellingen en de instellingen voor de uit te voeren songs in een Setup opgeslagen, dan kunt u daarna tijdens het spelen volledige instellingensets veranderen door gewoon een andere Setup te kiezen. U kunt tot 32 verschillende Setups opslaan. De RD-300SX is al voorzien van een aantal voorgeprogrammeerde Setups. Laten we eens proberen een Setup op te roepen. fig.02-02 De huidige instellingen worden gewist wanneer u een Setup oproept. Vergeet dus niet om een Setup die u wil behouden, eerst op te slaan voordat u een andere Setup oproept (p. 35). 1 2 2 1 Druk op [SETUP] zodat de indicator oplicht. Het hieronder getoonde Setup-scherm verschijnt in de display. fig.disp.SUP "Lijst van de Setups" (p. 66) 2 Druk op de knoppen [INC] of [DEC], of op TONE SELECT om een Setup te selecteren. fig.disp.S11 Setup nummer S.11 S. 12 S.13 S.14 S.
Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND RD-300SX http://nl.yourpdfguides.com/dref/1301090
21 S.22 S.23 S.24 S.31 S.32 S.33 S. 34 S.41 S.42 S.43 S.44 S.51 S.52 S.53 S.54 S.61 S. 62 S.63 S.64 S.71 S.72 S. 73 S.74 S.81 S.82 S.83 S. 84 Bij selectie met de TONE SELECT-knoppen 3 Speel op het klavier. De huidige instellingen zijn die van de opgeroepen Setup. 34 Handige functies gebruiken tijdens het spelen Instellingen opslaan in Setups ([WRITE]) Als u de gewijzigde inhoud als een nieuwe Setup wilt gebruiken, voer dan de volgende procedure uit om de instellingen op te slaan in een Setup. U kunt 32 Setups opslaan in de RD-300SX. fig.02-05 1 3, 4 2 2 1 Druk op [WRITE] zodat de indicator oplicht. Het Setup-scherm verschijnt. fig.disp.S11 2 3 Selecteer de save-destination Setup door te drukken op de knoppen [INC] of [DEC], of TONE SELECT. Druk op [ENTER]. fig.disp.Sur Het bevestigingsscherm (Sure?) verschijnt. Als u de Setup niet wil opslaan, drukt u [EXIT] of [WRITE]. De handeling wordt geannuleerd en u keert terug naar het Tone-scherm. 4 Wanneer u op [ENTER] drukt, begint het opslaan van de Setup. Wanneer het opslaan van de Setup beëindigd is, gaat de [WRITE] indicator uit. U keert terug naar het Tone-scherm. Instellingen die niet in de Setup worden opgeslagen De volgende instellingen kunnen niet worden opgeslagen in de Setup. · Systeeminstellingen (p. 37) · SOUND CONTROL-instellingen (p. 30) · Stand van de EQUALIZER-knop (p. 31) · V-LINK-instellingen (p. 51) · Transpose (p. 25) 35 Handige functies gebruiken tijdens het spelen De knoppen uitschakelen (Panel Lock) Zodra Panel Lock is geactiveerd, zullen alle knoppen (behalve de VOLUME slider, ONE TOUCH [PIANO], en de [EXIT] knop) uitgeschakeld zijn. Dit voorkomt dat instellingen onbedoeld worden veranderd op het podium of in gelijkaardige situaties. fig.02-06 2 2 1 1 Houd [EDIT] ingedrukt en druk op [ENTER]. Blijf deze twee knoppen ingedrukt houden tot het volgende scherm verschijnt. fig.disp.-- 2 Druk op ONE TOUCH [PIANO] of [EXIT] om Panel Lock te annuleren. 36 Instellingen voor elke functie ([EDIT]) Het wijzigen van de Toneparameters om de Tones te maken waarvan u houdt, en het wijzigen van de instellingen voor diverse functies noemen we "editing". Wanneer u op [EDIT] drukt en de indicator brandt, gaat de RD-300SX over naar "Edit Mode". U kunt bewerkte instellingen opslaan in Setups. Bewerkte instellingen worden gewist wanneer u de RD-300SX uitschakelt. Zorg dus dat u alle instellingen die u wilt behouden, opslaat in een Setup. Raadpleeg "Instellingen opslaan in Setups ([WRITE])" (p. 35) voor meer informatie. U kunt echter geen Systeeminstellingen opslaan in de Setups. Als u veranderingen aan het systeem wilt maken, moet u de Writeprocedure apart uitvoeren (p. 37). Systeeminstellingen maken (System) Functies die een invloed hebben op de algemene werking van de RD300SX, noemen we "Systeemfuncties". Instellingen vastleggen 1. Druk op [EDIT]. De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Editmodus. Druk op [INC] of [DEC] om "System" te selecteren en druk vervolgens op [ENTER]. Instelbare parameters In Edit-modus kunt u de volgende parameters instellen. System: instellingen die verband houden met de werking van het hele instrument (p. 37) Master Tune Temperament Key Stretch Tune Damper Pedal Polarity Control Pedal Polarity Setup Control Channel Setup Pedal Shift USBstuurprogramma Common: instellingen voor pedaalfuncties en gelijkaardige functies (p. 40) MFX Zone Control Pedal Function Tone: Tone-instellingen (p. 41) Cutoff Resonance Attack Time Decay Time Release Time Reverb Send Level Fine Tune Bend Range Upper, Lower Zone: Zone-instellingen (p. 42) Key Transpose Pan Damper Pedal Switch Control Pedal Switch Bender Switch Modulation Switch Part: Part On/Off (p. 43) 116 Utility: instellingen voor het maken van een back-up, Factory Reset, enz. (p. 44) Bulk Dump Temporary Bulk Dump Setup Factory Reset TX Mode Local Control * Sommige Tones zijn zo ingesteld dat geen effecten worden toegepast. 2. fig.disp. SYS 3. Gebruik onderstaande tabel als referentie en druk op de TONE SELECTknop waaraan de parameter die u wilt wijzigen, is toegewezen. @@Wanneer de knop wordt losgelaten, wordt de waarde van de parameter weergegeven op het display. TONE SELECTknop PIANO E.PIANO ORGAN STRINGS/ PAD GUITAR/ BASS BRASS/ WINDS VOICE/ SYNTH RHY/GM2 Weergave Parameter Master Tune (p. 38) Temperament, Key (p. 38) Stretch Tune (p. 38) Damper Pedal Polarity (p. 38) Control Pedal Polarity (p. 39) Setup Control Channel (p. 39) Setup Pedal Shift (p. 39) USB Driver (p. 39) 4. 5. Druk op [INC] of [DEC] om de waarde in te stellen. Druk op [WRITE] als u de instellingen wilt bewaren. Druk vervolgens op [ENTER]. Druk op [EXIT] om terug te keren naar stap 2. Tenzij u ze hebt bewaard, gaan deze instellingen verloren zodra u het instrument uitschakelt. 37 Instellingen voor elke functie ([EDIT]) De grondnoot selecteren Afstemmen op de toonhoogte van andere instrumenten (Master Tuning) Als u een harmonieuzer geluid wilt, wanneer u samenspeelt met andere instrumenten, moet u zorgen dat de standaardtoonhoogte van alle instrumenten dezelfde is. Over het algemeen wordt de stemming van een instrument door de toonhoogte in Hertz (Hz) van de middelste "A"-noot aangegeven. De laatste drie cijfers van de huidige instelling van de standaardtoonhoogte verschijnen op het display. Waarde 415,3Hz 466,2Hz (stappen van 0,1 Hz) Als u met een andere stemming dan gelijkzwevende temperatuur speelt, moet u de grondnoot ingeven om het te spelen muzieknummer te stemmen (d.w.z, de noot die overeenstemt met C voor een majeur-toonaard of met A voor een mineur-toonaard). Bij gelijkzwevende stemming hoeft u geen grondnoot in te stellen. @@@@@@@@U hebt de keuze uit acht stemmingen. @@Elk interval produceert dezelfde hoeveelheid lichte dissonantie. Deze toonschaal elimineert dissonantie in kwinten en tertsen. @@@@@@@@@@@@Er kan gespeeld worden in alle toonaarden (III). @@Dit is een combinatie van de Meantone- en de Pythagorean-schaal. Er kan in alle toonaarden worden gespeeld (eerste techniek, III). Arabische toonschaal. Geschikt voor Arabische muziek. @@De hoge tonen klinken dan ietsje hoger en de lage tonen ietsje lager. @@@@@@@@@@@@@@@@@@@@40). @@@@@@@@@@@@@@@@@@Druk op [EDIT]. De indicator licht op en de RD-300SX schakelt over op de Editmodus. @@20). Weergave Beschrijving UPPER LOWER 2. fig.disp.Con * Als dezelfde effecten zijn toegewezen aan de Upper Tone en de Lower Tone, worden dezelfde effecten toegevoegd aan beide Tones. 3. Gebruik onderstaande tabel als referentie en druk op de TONE SELECTknop waaraan de parameter die u wilt wijzigen, is toegewezen. @@Wanneer de knop wordt losgelaten, wordt de waarde van de parameter weergegeven op het display. TONE SELECTknop PIANO E.PIANO ORGAN STRINGS/ PAD GUITAR/ BASS BRASS/ WINDS VOICE/ SYNTH RHY/GM2 -- -- -- -- -- -- Weergave Parameter De pedaalfunctie wijzigen (Control Pedal-functie) Dit bepaalt de functie van de pedaalschakelaar of de expressiepedaal (zoals de optionele EV-5) die verbonden is met de CONTROLaansluiting op het achterpaneel.
Uw gebruiksaanwijzing.
ROLAND RD-300SX http://nl.yourpdfguides.com/dref/1301090
Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)