U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor ROLAND GR-30. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de ROLAND GR-30 in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen, maat, accessoires, enz.). Uitgebreide gebruiksaanwijzingen staan in de gebruikershandleiding. Gebruiksaanwijzing ROLAND GR-30 Gebruikershandleiding ROLAND GR-30 Handleiding ROLAND GR-30 Bedieningshandleiding ROLAND GR-30 Instructiehandleiding ROLAND GR-30
Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND GR-30 http://nl.yourpdfguides.com/dref/1222431
Handleiding samenvatting: Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . 4 2. Inleiding . . . . . ..... .......... . @@Patches wijzigen . . . . . . . . . ..... @@Voorzieningen op de panelen . . . . 7 4. Spelen op de GR-30 . . . . . . . . . . . @@Klanken kiezen . . . . . . . . . ..... . @@Andere functies van de pedalen . 21 6.1 Pedal Effect-mode kiezen, 21 Effecten sturen in de Play-mode, 21 6.2 Arpeggiator en Harmonist in- en uitschakelen, 21 In- en uitschakelen, 21 Opmerkingen omtrent het display, 22 6. 3 Effecten die u kunt aansturen, 22 6.4 Tuner inschakelen met een pedaal, 23 9. Ingebouwde effecten . . . . . . . . . . 38 9.1 Over de effecten, 38 9.2 Effecten instellen, 38 Reverb-type kiezen, 38 Reverb-volume/tijd instellen, 39 9.3 Chorus-effect, 39 Chorus-type kiezen, 39 9.4 Alle effecten uit (Effect Bypass), 40 Wat moet u doen als u de effecten niet hoort?, 40 7. Drie bedieningsmodes . . . ..... . 24 7.1 7.2 7.3 7. 4 Play-mode, 24 Pedal Effect-mode, 25 Edit-mode, 25 Modes kiezen en verlaten, 26 10. Pedaalfuncties instellen . . . . . . . 41 10.1 WahWah-type kiezen, 41 10. 2 Pitch Glide-type kiezen, 42 10.3 Hold type kiezen, 43 2 Inhoud, 10.4 Zwelpedaal gebruiken, 44 11. Arpeggiator . . . . . . . ..... ..... @@Handige functies . . . . . . . . . . . . . @@Referentie . . . . . . . ..... ..... . @@Harmonist . . . . . . . . . . . . . . . . . . @@Specificaties . ..... ..... . . . . . . 80 17. Tones . . . .......... ..... . . . . 81 18. Index. . . . . . . . . . .......... . . . 83 13. Systeemuitbreiding: MIDI. ..... 63 13.1 MIDI, 63 13.2 MIDI-klankbron aansturen, 63 Aansluitingen, 63 Nodige instellingen, 63 Mono Mode/Poly Mode, 64 Patches kiezen en parameters aansturen via MIDI, 65 Verschillende klanken voor verschillende snaren, 65 3 GR-30 Handleiding 1. Voorzorgsmaatregelen Voeding · Schakel de GR-30 en de overige instrumenten altijd uit voordat u ze op elkaar aansluit. · Sluit de adapter van de GR-30 nooit aan op een stopcontact waar andere apparaten, die brom of ruis veroorzaken (b.v. dimmers, motoren enz.) of veel vermogen trekken, op zijn aangesloten. · Let, bij het aansluiten van de adapter op het lichtnet, op het voltage. · Plaats geen zware voorwerpen op het snoer van de adapter en zorg dat er niemand over kan struikelen. Trek, bij het verbreken van de aansluiting op het lichtnet, altijd aan de stekker zelf en nooit aan het snoer om de draden niet te beschadigen. · Als u de GR-30 lange tijd niet wenst te gebruiken, verbreekt u best de aansluiting op het lichtnet. · Het zou kunnen gebeuren dat de GR-30 niet naar behoren werkt wanneer u hem onmiddellijk na uitschakelen weer inschakelt. Wacht dus telkens een paar seconden voordat u hem weer inschakelt. Plaatsing · Om problemen te vermijden, dient u de GR-30 te beschermen tegen direct zonlicht, hitte, vochtigheid en stof. · Plaats de GR-30 niet te dicht in de buurt van een neonlicht, een fluorescerende lamp, een TV-toestel of ander, gelijkaardig materiaal dat enerzijds ruis door interferentie, en anderzijds allerlei fouten kan veroorzaken. Onderhoud · Gebruik, voor het reinigen van het instrument, enkel een zachte, droge of lichtjes bevochtigde doek. Om hardnekkig vuil te verwijderen, gebruikt u een neutraal reinigingsmiddel. Wrijf de GR-30 daarna droog met een zachte doek. · Gebruik nooit oplosmiddelen zoals bv. verfverdunners want deze kunnen de behuizing beschadigen. · Zodra de spanning van de batterij niet meer voldoende is, beeldt het display onderstaande prompt af: Laat de batterij dan zo snel mogelijk vervangen. Andere voorzorgsmaatregelen · Behandel de GR-30 zachtjes. · Laat geen voorwerpen (muntstukken, metalen draad enz.) of vloeistoffen (water, alcohol, sap enz. ) in het inwendige terechtkomen. · Neem contact op met de dichtstbijzijnde Roland hersteldienst voordat u de GR-30 in het buitenland gebruikt. · Als de GR-30 niet naar behoren werkt, schakel hem dan onmiddellijk uit en neem contact op met uw dealer of de Roland hersteldienst. 4 Inleiding, Wat is een "gitaarsynthesizer"? 2. Inleiding 2. 2 Wat kunt u met de GR-30 allemaal doen? Zonder de traditionele speltechnieken die u op uw gitaar kent opzij te moeten schuiven kunt u nu beschikken over
384 synthesizergeluiden. Daarmee kunt u: Solo's spelen met synthesizerklanken of met een combinatie van het gitaar- en het synthesizergeluid. Akkoorden spelen met de typische, brede klanken ("tapijten") die synthesizers voor dit doel in huis hebben. Allerlei instrumenten spelen die in feite niets met een gitaar te maken hebben wat dacht u van bas, orgel, blaasintrumenten, etnische exotica, enz. De GK-2A synthesizer driver (los verkrijgbaar) kunt u ook installeren op een akoestische gitaar met stalen snaren. U kunt twee synthesizerklanken op elkaar stapelen, verschillende klanken aan iedere snaar toewijzen, allerlei wijzigingen in de klank aanbrengen (bijvoorbeeld de helderheid en de Attack) en een toonhoogte op de synthesizer programmeren die afwijkt van de stemming van uw gitaar (blz. 31). De Synth Harmonist functie stelt u in staat om--in iedere gewenste toonaard --een tweede stem aan het gitaargeluid (of aan een ander synthesizergeluid) toe te voegen (blz. 58). Met de ingebouwde Arpeggiator kunt u automatische arpeggio's spelen (blz. 47). Om de klanken van de GR-30 nog wat extra te "kruiden" hebben we hem Reverb en Chorus effecten meegegeven (blz. 38). De stereo-uitgang biedt ook heel wat leuks: verschillende synthesizerklanken in het linker en rechter kanaal, verschillende stereoposities voor elk van de zes snaren, opeenvolgende klanken die van links naar rechts door het stereobeeld gaan, enz. (blz. 35). De vier pedalen van de GR-30 dienen niet enkel om klanken te kiezen, u kunt er ook effecten zoals WahWah en Whammy mee sturen (blz. 41). Als u een extern zwelpedaal (bv. een Roland EV-5) aansluit, kunt u daarmee het volume, de toonhoogte, het arpeggiotempo enz. tijdens het spelen veranderen (blz. 44). De GR-30 vertaalt uw gitaarspel in MIDI-informatie. Die informatie kunt u opnemen in een sequencer 2.1 Wat is een "gitaarsynthesizer"? Het compacte uiterlijk van de GR-30 gitaarsynthesizer herbergt heel wat functies en kwaliteitsgeluiden. Maar wat is eigenlijk een "gitaarsynthesizer"? Een synthesizer is een instrument dat op elektronische wijze een enorme waaier aan klanken kan voortbrengen. Die klanken moeten uiteraard met "iets" worden gespeeld, en dat is meestal een klavier. Dat heeft een historische reden: een klavier bleek in de pioniersjaren van de synthesizer de makkelijkst te bouwen stuurbron; tenslotte ging het om weinig meer dan een reeks "aan/uit"-schakelaars (eentje voor iedere noot). Door de toevoeging van aanslagen drukgevoeligheid zijn synthesizerklavieren intussen wel expressiever geworden, maar dat wilt nog niet zeggen dat een klavier de ideale stuurbron is voor alle soorten klanken (denk maar aan snaar- of blaasinstrumenten). De gitaar biedt bijvoorbeeld heel wat meer expressieve mogelijkheden. Aan gitaristen hoeven we uiteraard niet uit te leggen wat voor een klankpalet het opdrukken, vibreren, afdempen enz.
Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND GR-30 http://nl.yourpdfguides.com/dref/1222431
van snaren opent. Bovendien is de gitaar een populair instrument dat door heel wat mensen wordt bespeeld. Bij Roland hebben we door de jaren een stevige traditie opgebouwd in het ontwikkelen van gitaarsynthesizers, precies omdat we al die tijd werden geboeid door de veelzijdigheid van de gitaar als "stuurbron" enerzijds en het oneindige klankpotentieel van synthesizers anderzijds. Om geen enkele nuance van uw gitaarspel verloren te laten gaan hebben we een systeem ontwikkeld waarbij iedere snaar van de gitaar via een apart element met de gitaarsynthesizer wordt verbonden. Op die manier kunnen de schommelingen in de frequentie en amplitude van iedere snaar door de synthesizer apart worden vertaald in data voor toonhoogte, volume en klankkleur. Bovendien hoeft u zich niet te beperken tot de klanken in de gitaarsynthesizer zelf. Deze laatste is namelijk voorzien van een MIDI-interface, dat u toegang verschaft tot de klanken van gelijk welke externe synthesizer of klankmodule die ook van MIDI is voorzien (en dat zijn ze tegenwoordig allemaal). · · · 5 GR-30 Handleiding (blz. 68) of u kunt er externe klankmodules mee aansturen (blz. 63). U hoeft er zelfs geen stemapparaat bij te sleuren, want ook dat heeft de GR-30 aan boord (bkelaars De vier voetschakelaars op de GR-30 zijn u waarschijnlijk niet ontgaan. In de Play-mode gebruikt u ze, in combinatie met de "S1" schakelaar op de GR-30, om Patches te kiezen. Kiest u met de "S2" de Pedal Effect-mode, dan dienen de pedalen om effecten zoals WahWah, toonhoogteverschuiving en Hold (aanhouden van noten) te sturen. (U kunt de Pedal Effect-mode ook kiezen door het wiel (5) in de stand "PATCH INC/DEC BY S1/S2" te zetten). Verder kunt u de pedalen nog gebruiken voor een aantal speciale functies, zoals het creëren van arpeggio-patronen (blz. 50), het zenden van bankkeuzecommando's naar een extern MIDI-instrument (blz. 66) en het initialiseren (blz. 73) of zenden van data. 10)L-MIX OUT-R/PHONES-uitgangen Deze uitgangen leveren het geluid van de synthesizer. Om de GR-30 in stereo te versterken (dat valt aan te bevelen) verbindt u de L- en R-uitgang met een stereo-versterker (blz. 11). 8 THIS DEVICE COMPLIES WITH PART 15 OF THE FCC RULES. OPERATION IS SUBJECT TO THE FOLLOWING TWO CONDITIONS: (1) THIS DEVICE MAY NOT CAUSE HARMFUL INTERFERENCE, AND (2) THIS DEVICE MUST ACCEPT ANY INTERFERENCE RECEIVED, INCLUDING INTERFERENCE THAT MAY CAUSE UNDESIRED OPERATION. Bovendien kunt u zowel op de L- als de R-jack een stereo-hoofdtelefoon aansluiten (Let wel: bij de hoofdtelefoon die u op de R (PHONES) jack aansluit zijn links en rechts omgekeerd. Het is verder niet mogelijk om één jack als hoofdtelefoonuitgang en de andere als lijnuitgang te gebruiken.) Voorzieningen op de panelen, Wat kunt u met de GR-30 allemaal doen? Zolang er niets op de GUITAR OUT-jack is aangesloten wordt het geluid van de gitaar zelf bij het signaal van de MIX OUT gevoegd. Opmerking: Als u de fabrieksklanken wilt horen zoals ze zijn bedoeld moet u de GR-30 beluisteren via een stereovers GK-2A zelf te modificeren!). Raadpleeg hiervoor de winkel waar u de betreffende gitaar hebt gekocht. Opmerking: Tegenwoordig zijn er ook een aantal fabrikanten die gitaren uitbrengen met een rechtstreekse aansluiting voor de 13-pin kabel van de GR-serie (op dat soort gitaren hoeft u dus geen GK-2A meer te installeren). Raadpleeg voor meer informatie uw verdeler of de betreffende fabrikanten. Opmerking: Let op wanneer u gitaren gebruikt met meer dan 25 frets, of met uitzonderlijk hoge stemmingen. In dergelijke gevallen kunt u rond de hoogste frets vaak niet meer op een expressieve respons rekenen. · · · · · · GK-2A installeren Uw eerste zorg moet zijn om de GK-2A op uw gitaar te installeren. Daarna kunt u verdergaan met het aansluiten van uw systeem. Volg de aanwijzingen in de handleiding van de GK-2A: bevestig de driver op een plaats waar hij u niet hindert bij het gitaarspelen. (In de handleiding van de GK-2A wordt waarschijnlijk uitgegaan van de aansluiting op een GR-09, maar met een beetje gezond verstand kunt u deze instructies wel vertalen naar de GR-30.) Als u wilt controleren of de GK-2A correct is geïnstalleerd, let dan op de volgende punten: Zorg dat de afstand tussen iedere snaar en het element van de GK-2A exact 1 mm bedraagt wanneer u de bovenste fret indrukt (de snaar mag ook niet té dicht bij het element komen). De afstand tussen de brug van de gitaar en de elementen van de GK-2A mag niet groter zijn dan 20 mm. Zorg zich dat elk van de zes magneetjes in het element exact onder "zijn" snaar bevindt. · · · 10 Spelen op de GR-30, Wat hebt u nodig? 4.2 Aansluitingen Zodra u de GK-2A juist hebt geïnstalleerd kunt u de apparaten in uw systeem zoals in het volgende voorbeeld aansluiten: Synthesizerversterker (keyboardversterker, PA-systeem, enz.) Gitaar met GK-2A/ andere GR-compatibele gitaar Stereoinstallatie, radio-cassettespeler, enz. naar AUX, LINE IN L R Gitaarversterker/ gitaar-effectprocessors L R Als u een mono-versterker of hoofdtelefoon aansluit, moet u de GR-30 inschakelen terwijl u pedaal 1 ingedrukt houdt. AC-adapter (bijgeleverd) verbinden met lichtnet Hoofdtelefoon PHONES De (L/R) MIX OUT-jacks kuntu u ook als twee stereo-hoofdtelefoonuitgangen gebruiken. Let wel: bij de R (PHONES) jack hoort u links en rechts omgekeerd. Bovendien is het niet mogelijk één jack als LINE OUT te gebruiken terwijl u de andere als hoofdtelefoonuitgang gebruikt -- met andere woorden: u kunt niet een stereoen een mono-aansluiting tegelijk gebruiken. Opmerking: Om schade aan uw versterker/luidsprekers enz. te voorkomen moet u steeds alle apparaten uitschakelen en hun volume op "0" zetten voordat u aansluitingen maakt of wijzigt. Opmerking: Vergeet niet de kabel van de wisselstroomadapter achter het daarvoor voorziene haakje te bevestigen. Zo voorkomt u dat de kabel per ongeluk wordt uitgetrokken of dat er te veel druk op staat. AC-adapter GR-30 Kabelklem We hebben reeds aangestipt dat de GR-30 op zijn best klinkt als u hem in stereo versterkt. Bij het programmeren van de Preset Patches zijn we trouwens uitgegaan van een stereo weergave. Bent u toch verplicht om het instrument in mono te versterken, houd dan bij het inschakelen pedaal 1 ingedrukt. Het display beeldt dan "Mno" af, om aan te geven dat u de GR-30 nu in mono kunt versterken (deze instelling blijft gelden tot u de GR-30 weer uitschakelt). Als u een mono-versterker gebruikt, stelt u het panorama (stereopositie) van iedere Patch best op "0" in (blz. 35). Wilt u Delay-effecten gebruiken, kies dan dL1~dL6 (Delay) in plaats van Pd1~Pd6 (Panning Delay) (blz. 38). Gitaarversterkers hebben een erg beperkt frequentiebereik. Daar is niets mis mee zolang u ze gebruikt om gitaren te versterken, want een gitaar geeft ook maar een beperkt aantal frequenties weer.
Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND GR-30 http://nl.yourpdfguides.com/dref/1222431
De klankgenerator van de GR-30 is echter een PCM-synthesizer, die een erg breed frequentiespectrum kan weergeven, en dan ook om een aangepaste versterking vraagt: een keyboardversterker of een kleine PA. Wilt u het gitaargeluid onafhankelijk van het synthgeluid versterken, verbind dan GUITAR OUT met de ingang van een gitaarversterker. Het geluid van uw gitaar wordt dan rechtstreeks naar de versterker gezonden, alsof de GR-30 niet bestaat. Zolang er geen kabel is aangesloten op de GUITAR OUT jack wordt de klank van de gitaar zelf bij het synthesizergeluid gevoegd en naar de MIX OUT 11 GR-30 Handleiding jacks gestuurd. Hierdoor kunt u met één versterker beide geluiden hoorbaar maken. Wanneer u in de bovenstaande situatie effecten wilt toevoegen, maar alleen aan het directe gitaargeluid, maak dan de volgende aansluitingen: GR-30 GUITAR OUT ingang van het externe effectapparaat GR-30 GUITAR RETURN jack uitgang van het externe effectapparaat Versterkt u het uiteindelijke signaal niet via een gitaarversterker, dan kunt u best een extern effectapparaat gebruiken dat voorziet in een versterkersimulatie (zoals de Boss ME-10, SE-70, GP-100, GX-700 enz.). Hierdoor kunt u zowel het gitaar- als het synthgeluid met een gepaste klankkleur weergeven. Bij gebruik van een hoofdtelefoon sluit u deze aan op de MIX OUT L of R jack (beide kunnen, ook tegelijk, als hoofdtelefoonuitgang fungeren). Let wel: via de R (PHONES) uitgang zijn het linker en het rechter kanaal omgekeerd. Het is bovendien niet mogelijk om één jack als hoofdtelefoonuitgang en de andere als lijnuitgang te gebruiken. Play-mode Wanneer de GR-30 zoals hierboven een Patch nummer in het display aangeeft, bevindt hij zich in de Playmode. Dit is de mode waarin u op het instrument kunt spelen en waarin u de meeste basishandelingen uitvoert. In het begin zullen er momenten zijn waarop u iets vreemds in het display ziet en er niet meer uit geraakt. In zo'n geval kunt u altijd naar de Play-mode terugkeren door de GR-30 uit en daarna weer in te schakelen. Opmerking: Misschien wordt de afbeelding van het Patch-nummer regelmatig onderbroken door de melding "Pdl". Op blz. 24 leggen we uit waar dat op slaat, maar op dit moment volstaat het dat u het PARAMETER SELECT-wiel in een andere stand dan "PATCH INC/DEC BY S1/S2" zet. Gevoeligheid van de pickup De eerste keer dat u de instellingen van de GR-30 aanpast om hem met uw gitaar te gebruiken moet u de gevoeligheid voor iedere snaar instellen. (Dit hoeft u slechts eenmaal te doen aangezien de instellingen in het geheugen van de GR-30 opgeslagen blijven als u het instrument uitschakelt). Gescheiden pickup Een gescheiden pickup (die van de GK-2A is er zo een) is in staat de trillingen van iedere individuele snaar apart te detecteren en door te geven. Gevoeligheid van de pickup aanpassen 1) Druk op [EDIT/PLAY] (terwijl u zich in de Playmode bevindt) (zie blz. 12). 2) Kies met het PARAMETER SELECTwiel de stand "PICKUP SENS (1-6)". Aan het volgende display ziet u dat u de Sensitivity functie hebt gekozen: 4.3 Inschakelen en stemmen Opmerking: Vergeet niet het volume van de GR-30 in de minimumstand te zetten voordat u hem inschakelt. Door de POWER-schakelaar op het achterpaneel in te drukken schakelt u het apparaat in. Opmerking: Misschien zijn om één of andere reden de fabrieksinstellingen van uw GR-30 gewijzigd en wilt u die opnieuw laden. Op blz. 73 laten we zien hoe u dat kunt doen. Opmerking: De GR-30 is uitgerust met een beveiligingsciruit. Vandaar dat u hem pas enkele seconden na het inschakelen normaal kunt gebruiken. Kijk of A11 in het display verschijnt. Hiermee wordt de geselecteerde Patch aangeduid. Een Patch is de benaming voor een geluid in het geheugen van de GR-30. Tijdens het spelen kunt u deze geluiden oproepen met de pedalen (meer details hierover vindt u op blz. 16). Geselecteerde Patch (A11) Nummer van de gespeelde snaar (1 tot 6) Ingestelde gevoeligheid voor de gespeelde snaar (1 tot 8) 3) Sla de zesde snaar van de gitaar aan. De GR-30 kiest automatisch snaarnummer 6. De LED's fungeren nu als een niveaumeter die reageert op de sterkte waarmee u de snaar aanslaat. 4) Stel nu met de VALUE-knoppen de gevoeligheid zo in dat de meest rechtse indicator groen oplicht wanneer u hard aanslaat. Wanneer deze indicator rood oplicht bij uw harde aanslagen, moet u de gevoeligheid iets terugregelen. 12 Spelen op de GR-30, Inschakelen en stemmen 5) Stel op dezelfde manier de gevoeligheid voor de snaren 5~1 in. 6) Druk op [EDIT/PLAY] zodra u alle instellingen gemaakt hebt. U keert hierdoor terug naar de Play-mode. In bepaalde gevallen zult u de gevoeligheid opnieuw moeten regelen: Wanneer u de GR-30 met een andere gitaar wilt gebruiken. Wanneer u alle instellingen hebt geïnitialiseerd. Wanneer de configuratie van de GK-2A is veranderd door aanpassingen op de gitaar (de hoogte van de snaren bijvoorbeeld, of wanneer u snaren met een andere dikte gebruikt). Sommige gitaren zullen zelfs wanneer de gevoeligheid op het minimum is ingesteld de circuits oversturen. Vergroot in dat geval de afstand tussen de snaren en de GK-2A. 1) Druk op pedaal 1 (TUNER) terwijl u de [S1] knop op de GK-2A ingedrukt houdt. De Tunerfunctie wordt geactiveerd en u krijgt het volgende display te zien: · · · Snaarnummer (1 tot 6) 2) Sla de zesde snaar van de gitaar aan. De GR-30 kiest automatisch snaarnummer 6. De nootnaam die het dichtst in de buurt ligt van de toonhoogte van de zesde snaar wordt in het display aangegeven. (In ons voorbeeld is dat D#.) Nootnaam ("D#" Het derde teken moet een kruis voorstellen) Andere gitaar met GK-2A gebruiken Als u de gefortuneerde bezitter van meerdere gitaren met een GK-2A-element bent, heeft de GR-30 een interessante functie voor u in petto: u kunt vier sets "gevoeligheidsinstellingen" opslaan. Op die manier kunt u steeds met één knopdruk de geschikte configuratie voor een bepaalde gitaar oproepen. Om een configuratie te kiezen zet u, na stap 1 van de hierboven beschreven werkwijze, het PARAMETER SELECT-wiel in de stand GUITAR SELECT. Het display beeldt dan Gt1 af (dit is de fabrieksinstelling). Kies met de [+]/[] knoppen welke configuratie (Gt.1~Gt.4) u wilt instellen en ga dan verder met stap 2 om de instellingen voor de betreffende gitaar te maken. Zolang u de GR-30 niet uitschakelt blijven de laatstgekozen instellingen geldig. U kunt vanuit de Playmode één van de andere drie configuraties oproepen door op [EDIT/PLAY] te drukken, het PARAMETER SELECT-wiel op GUITAR SELECT te zetten, met de [+]/[] knoppen de gewenste configuratie (Gt.1~Gt.4) te kiezen en vervolgens nogmaals op [EDIT/PLAY] te drukken om terug te keren naar de Play-mode. 3) Stem de snaar tot u de nootnaam "E" in het display ziet verschijnen. Stem snaar 6 op "E" 4) Stem de snaar nu met behulp van de vijf LED's. De snaar is exact juist gestemd als alleen de centrale LED rood oplicht (i.
Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND GR-30 http://nl.yourpdfguides.com/dref/1222431
p.v. groen). De rode LED licht op 5) Stem volgens dezelfde procedure de snaren 5~1 (respectievelijk A, D, G, B, E). 6) Zodra u klaar bent met stemmen drukt u op gelijk welk pedaal of op de [S1] of [S2] schakelaar. Hierdoor belandt u weer in de Play-mode Gitaar stemmen Voordat u begint te spelen kunt u best via de ingebouwde tuner uw gitaar stemmen. Deze tuner werkt op ongeveer dezelfde manier als gelijk welke automatische tuner. Om de onderstaande stappen te kunnen uitvoeren mag het PARAMETER SELECT-wiel niet in de stand "PATCH INC/DEC BY S1/S2" staan. Stemmen op andere instrumenten U kunt de globale toonhoogte van de GR-30 wijzigen en hem op die manier afstemmen op andere instrumenten of opgenomen muziek. Brengt u veranderingen in de Master Tune-instelling aan, dan verandert ook de standaardtoonhoogte van het stem- 13 GR-30 Handleiding apparaat. Bovendien wordt de toonhoogte van het synthgeluid gestemd op de nieuw gespecifieerde toonhoogte (als de GR-30 tenminste op CHROMATIC ON is ingesteld, zie blz. 37). Veranderen van Master Tune 1) Houd [EDIT/PLAY] ingedrukt en druk twee keer op [] (één keer om naar de Tuner te gaan en de tweede keer om naar het onderstaande display te gaan). 2) De laatste drie cijfers van de frequentie (in Hz) van de centrale A worden in het display aangegeven, zoals hieronder staat afgebeeld. A=442. 0Hz A=440.0Hz A=438.2Hz 4.4 GR-30 aansturen Hebt u alles aangesloten? Zijn de gitaar gestemd en de gevoeligheid juist ingesteld? Dan kunt u nu muziek gaan maken met de GR-30! Gitaarspelen met een Patch 1) Zorg dat de GR-30 in de Play-mode staat ("A11" wordt afgebeeld). 2) Zet de keuzeschakelaar op de GK-2A op de stand "SYNTH". 3) Zet het volume (SYNTH VOL) van de GK-2A op maximum door de regelaar helemaal naar rechts (wijzerzin) te draaien. 4) Stel de VOLUME-regelaar op de GR-30 ergens rond het centerpunt in. 5) Als u op pedaal 3 drukt, beeldt het display "A13" af. Zoals u begrijpt hebt u nu Patch A13 gekozen. Als u nu op uw gitaar speelt, zult u uit de GR-30 het geluid van de geselecteerde Patch (A13) horen. Als u niets hoort... Controleer alle aansluitingen en ook de instelling van het volume op de versterker. Ik wil het gitaargeluid ook horen Zet de keuzeschakelaar op de GK-2A op de stand "MIX". U kunt ook de stand "GUITAR" kiezen, maar in dat geval wordt het geluid van de synth onderdrukt en hoort u enkel de gitaar. Ik wil het volume van het synthgeluid aanpassen Doe dit met de SYNTH VOL-regelaar op de GK-2A of met de VOLUME-regelaar op de GR-30. Door aan de VOLUME-regelaar op de GR-30 te draaien verandert u het totaalvolume dat uit de MIX OUT jacks komt. Wanneer zowel het gitaar- als het synthgeluid naar MIX OUT geschakeld staan, zet u ze dus beide harder of stiller. Het volume van de GUITAR OUT-jack blijft echter steeds onveranderd. Draaien aan de SYNTH VOL-regelaar op de GK-2A heeft ook geen invloed op het volume van het gitaargeluid. U hoort geen synthgeluid wanneer u gitaar speelt... Hebt u alle componenten in uw systeem correct op elkaar aangesloten (zie blz. 11)? Staat het volume van uw mixer/versterker open? 3) Stel met de VALUE [+]/[] knoppen de gewenste waarde in (instelbereik: 427.2~452.7 Hz; vanuit de fabriek staat deze waarde op A= 440.0 Hz ingesteld). 4) Druk nogmaals op [EDIT/PLAY] om terug te keren naar de Play-mode. Master Tune is een System-parameter. U hoeft deze instelling dus niet op te slaan. Opmerking: Normaal is de toonhoogte van de synthesizer niet gekoppeld aan de instelling van de Master Tune parameter. De synthesizer volgt namelijk de reële toonhoogte van de gitaar. Een andere Master Tune-waarde kiezen verandert dus niets aan de toonhoogte van de synthesizer. Dat is wel het geval wanneer u de synthesizer vanuit een extern MIDI-instrument aanstuurt of wanneer u de "CHROMATIC" parameter op "on" (on1~on3) instelt. Als u een nieuwe Master Tune-waarde kiest en uw gitaar volgens deze waarde stemt, dan volgt uiteraard ook de synthesizer, aangezien u dan de reële toonhoogte van de gitaar hebt gewijzigd (en dus niet enkel de waarde van de Master Tune parameter). 14 Spelen op de GR-30, Inschakelen en stemmen Staat de VOLUME-regelaar op de GR-30 of de SYNTH VOL-regelaar op de GK-2A te laag ingesteld? Staat de GUITAR/SYNTH-schakelaar niet in de stand GUITAR? U hoort het geluid van de Patch niet op alle snaren (of niet op één bepaalde snaar) Hebt u een zwelpedaal (blz. 44) aangesloten, probeer dit dan zover mogelijk in te drukken. Versterkt u de GR-30 in mono (mono-verbinding met de versterker), vergeet dan niet pedaal 1 in te drukken terwijl u de GR-30 inschakelt. Controleer of u geen synthesizerklanken hebt uitgeschakeld door ze aan een LAYER toe te wijzen (blz. 31). Als u de Arpeggiator hebt ingeschakeld, controleer dan of het arpeggio-patroon wel data bevat (blz. 47). Merkt u grote volumeverschillen tussen de snaren, dan moet u de gevoeligheid van de pickup aanpassen (zie blz. 12). · · · · · 15 GR-30 Handleiding 5. Klanken kiezen Opmerking: Als u liever met een doorlopende nummering werkt, kunt u de Patches ook van 001~256 laten nummeren (zie blz. 19). Functioneert alles naar behoren? Laten we dan eens een uitstapje in de wereld van de gitaarsynthese maken! 5.1 Wat is een Patch? Een Patch is een verzameling instellingen die u kunt oproepen in de Play-mode. U kunt op ieder moment een andere Patch kiezen. De GR-30 kan maximaal 256 Patches opslaan. In de Play-mode worden de Patches in het display aangegeven. Dit kunt u zien in de onderstaande illustratie. Patches maken steeds gebruik van Tones. Dat zijn basisgolfvormen (klanken) zoals "Synth Lead", "Nylon Guitar", "Organ" enz. Van die Tones heeft de GR-30 er 384 aan boord (een overzicht vindt u op blz. 81; hoe u ze kunt kiezen leggen we hieronder uit). Een Patch bevat informatie omtrent de gekozen Tones (maximaal twee per Patch) en de klankinstellingen (helderheid, Attack, ontstemming ten opzichte van het gitaargeluid enz. ) die u voor die Tones hebt gemaakt. Eigenlijk is de bedoeling van zo'n Patch dus dat u met één knopdruk niet enkel een basisklank (Tone) oproept, maar meteen ook alle aanpassingen van die basisklank in functie van een bepaalde song, speelstijl, enz. Zo is het denkbaar dat u dezelfde Tones in verschillende Patches gebruikt, maar telkens met andere instellingen omtrent klankkleur enz. Het zou een heel karwei zijn om die instellingen telkens opnieuw één voor één te moeten maken, dus is het veel handiger om ze in één van de 128 Patch-nummers op te slaan (zie blz. 27). Patch-namen bestaan uit 3 tekens: een letter (A~H), gevolgd door een cijfer (1~8) en nog een cijfer (1~ 4). In het onderstaande voorbeeld staat Patch "A11" afgebeeld. Patches die u kunt herschrijven (User Patches) Groep A~D bevatten User Patches. Die User bent u, want u kunt de inhoud van deze Patches naar believen met uw eigen instellingen overschrijven.
Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND GR-30 http://nl.yourpdfguides.com/dref/1222431
Om u wat startkapitaal te geven hebben we in de fabriek deze Patches van dezelfde inhoud als de Preset Patches voorzien, maar nogmaals: die inhoud kunt u overschrijven. Wilt u op een bepaald moment echter opnieuw de fabrieksinstellingen laden, dan kan dat door de GR-30 te initialiseren (zie blz. 73). Patches die u niet kunt overschrijven (Preset Patches) Groep E~H bevatten Preset Patches. Dat zijn Patches die we in de fabriek hebben geprogrammeerd en waar u niets voor in de plaats kunt zetten. U kunt de parameters van deze Patches wel wijzigen, maar die wijzigingen kunt u niet in het betreffende geheugen opslaan; ze gaan verloren zodra u opnieuw een Patch kiest. Dit heeft echter het voordeel dat u ze ook niet per ongeluk kunt wissen. Bovendien staat het u vrij om een gewijzigde Preset Patch op te slaan in een Usergeheugen. Verder is er eigenlijk geen verschil in het gebruik van Preset of User Patches. 5.2 Patches kiezen: vier methodes Patches kiezen op de GK-2A Als u de Patches even allemaal, in volgorde, wilt doorlopen is het handig om ze met de GK-2A op uw gitaar te kiezen (u hoeft dan de GR-30 helemaal niet aan te raken). Dat gaat als volgt: 1) Zet vanuit de Play-mode het PARAMETER SELECT wiel in de stand "PATCH INC/DEC BY Nummers 1 tot 4 (Pedaalnummers) Nummers 1 tot 8 (Banken) Letters A, b, C, d, E, F, G, H (Groepen) 16 Klanken kiezen, Patches kiezen: vier methodes S1/S2". U kunt nu Patches kiezen met de [S1] en [S2] knoppen op de GK-2A. Patches uit dezelfde groep of bank kiezen 1) We bevinden ons in de Play-mode. Het PARAMETER SELECT-wiel mag niet in de stand "PATCH INC/DEC BY S1/S2" staan (als dat wel het geval is moet u een andere stand kiezen). 2) Met de pedalen 1~4 kunt u nu de vier Patches van de geselecteerde bank kiezen. Het nummer van het pedaal dat u indrukt verschijnt rechts in het display. S1 (Patch Number Down) S2 (Patch Number Up) 2) Bij iedere druk op [UP/S2] gaat u naar de volgende Patch. Houdt u de knop ingedrukt, dan kiest u doorlopend andere Patches. Door tegelijkertijd op [DOWN/S1] te drukken verhoogt u de snelheid waarmee de Patches langskomen. Voor de [DOWN/S1]-knop geldt dit hele verhaal in omgekeerde richting. Vergeet natuurlijk niet regelmatig op uw gitaar te spelen om te genieten van alle mooie klanken die langskomen! Effecten sturen met de pedalen Als u het kiezen van Patches overlaat aan de GK-2A, blijven de pedalen op de GR-30 vrij om effecten (zoals Hold, Pitch Glide enz., zie blz. 21) mee aan te sturen. Op die mogelijkheid wordt u attent gemaakt door de melding PdL, die om de vier seconden in het display verschijnt. Bij deze manier van werken kunt u bovendien externe voetschakelaars aansluiten waarmee u dan Patches kunt kiezen, net zoals u met [+]/[] of met de [S1]- en [S2]-knoppen op de GK-2A doet. Opmerking: Als u "PATCH INC/DEC BY S1/S2" kiest kan er nog een melding als "C" om de vier seconden in het display verschijnen. Deze duidt op de toonaard van het Harmonist-effect dat voor die Patch is ingeschakeld. Patches uit een andere groep of bank kiezen In combinatie met de [S1] knop op de GK-2A kunt u met de pedalen ook banken kiezen. 1) Druk in de Play-mode op pedaal 4 of 3 terwijl u de [S1] knop op de GK-2A ingedrukt houdt. Zolang u deze knop ingedrukt houdt werkt pedaal 4 als BANK [] en pedaal 3 BANK []. Om dat duidelijk te maken begint het display te knipperen. Verder merkt u hoe het banknummer (het middenste cijfer in het display) daalt of stijgt naarmate u op pedaal 3 of 4 drukt. Patches kiezen met de GR-30 U kunt natuurlijk de PATCH [+]/[] knoppen gebruiken om op en neer door de Patches te stappen (zoals u dat met de [S1]/[S2] knoppen op de GK-2A kunt doen), maar meestal is het interessanter om de pedalen te gebruiken. Die verschaffen u namelijk rechtstreeks toegang tot één van de vier Patches in een bepaalde groep of bank. S1 ingedrukt houden 17 GR-30 Handleiding 2) Zodra u de gewenste bank hebt gekozen, mag u de [S1]-knop loslaten. Met de vier pedalen kunt u nu de Patches uit de nieuwe bank kiezen. (de los verkrijgbare PCS-31). U kunt nu zowel "stijgen" als "dalen" door de banken. Rood Stereo Mono Wit Mono BANK Vorige bank Volgende bank 3) Wilt u een andere groep kiezen, druk dan op het GROUP [] pedaal (pedaal 2) terwijl u de [S1]knop ingedrukt houdt, zoals in stap 1. Zolang u deze schakelaar ingedrukt houdt kunt u in stijgende volgorde door de groepen stappen. Bij het tot stand brengen of verbreken van de aansluiting van een voetschakelaar kan het gebeuren dat er een andere bank wordt gekozen en dat de Patch in de Standby-mode wordt geplaatst (zijn naam begint te knipperen). Dit is geen defect. Door achtereenvolgens op VALUE [+] en [] te drukken kunt u de oorspronkelijke Patch weer oproepen (u kunt ook de polariteitsschakelaar van de FS-5U even in de andere stand zetten, zoals op de onderstaande afbeelding). S1 ingedrukt houden (4) Eens u de gewenste groep/bank hebt gekozen, mag u de [S1]-knop loslaten. Vervolgens kunt u op een van de vier pedalen drukken om de gewenste Patch te kiezen. Opmerking: Als het PARAMETER SELECT-wiel in de stand "PATCH INC/DEC BY S1/S2" staat, kunt u met de voetschakelaar-configuraties van daarnet stijgend en dalend door de Patches stappen (zoals u met de PATCH [+]/ [] knoppen op de GR-30 kunt doen). Patches kiezen met een externe MIDI Foot Controller Eens u hebt ontdekt hoe leuk het is om de effecten van de GR-30 met de pedalen aan te sturen (blz. 21) wilt u misschien een externe MIDI Foot Controller (bv. FC-200, Boss FC-50, enzovoort) aansluiten om de taak van het Patches kiezen over te nemen. Patches kiezen met de GR-30 plus een externe voetschakelaar U kunt ook banken selecteren via een voetschakelaar die u aansluit op de BANK SHIFT-jack op het achterpaneel. Stap 1 & 2 uit het voorgaande worden dan overbodig. Eens u de (los verkrijgbare) DP-5 voetschakelaar aangesloten hebt, kunt u hierop drukken om door de verschillende banken te "omhoog te stappen". Nog mooier wordt het wanneer u twee BOSS FS-5U's aansluit via een Y-kabel 18 Klanken kiezen, Patchvolgorde veranderen 1) Verbind de instrumenten zoals op de onderstaande afbeelding. MIDI IN MIDI OUT 5.3 Patch-volgorde veranderen Bij het gebruik van de Patches zult u merken dat u voor bepaalde doeleinden (zoals een intro of een tussenstuk) steeds naar dezelfde Patches teruggrijpt. Liggen de geheugennummers van die Patches ver uit elkaar, dan wordt het een hele klus om ze op het juiste moment te kiezen. De GR-30 komt u hier echter tegemoet aangezien u de volgorde van de Patches kunt veranderen. Hierdoor kunt u veelgebruikte Patches in dezelfde groep en bank onderbrengen (bijvoorbeeld A11~A14). U kunt nu met één druk op een pedaal de gewenste Patch kiezen. Voor het opnieuw ordenen van Patches gebruikt u de "Write to..." functie in de Edit-mode. Met deze functie kunt u de geheugenlocatie (Patch-nummer) specifiëren waar u de data van de geselecteerde Patch (of diegene die u aan het editen bent) wilt opslaan.
Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND GR-30 http://nl.yourpdfguides.com/dref/1222431
MIDI Foot Controller 2) Het afgebeelde Patch-nummer komt overeen met het Patch-nummer op de MIDI Foot Controller, alleen nummert deze laatste van 1~256, terwijl de GR-30 een groep/bank/nummer systeem gebruikt. Dat werkt niet echt handig, dus kunt u in voorkomend geval best ook de GR-30 doorlopend laten nummeren. Dat kan door bij het inschakelen pedaal 4 ingedrukt te houden. In het display verschijnt dan G.b.n. (Groep/bank/nummer). Door op [+] te drukken kiest u dci (decimaal), waarna de GR-30 doorlopend nummert. 3) Druk op [EDIT/PLAY] om de GR-30 verder op te starten. (U krijgt nu het Patch nummer "001" te zien in plaats van "A11".) 4) Zet het PARAMETER SELECT wiel in de stand "PATCH INC/DEC BY S1/S2". 5) Stel het MIDI-zendkanaal van de MIDI Foot Controller in op hetzelfde kanaal als de GR-30 (blz. 63; vanuit de fabriek staat dit kanaal op 11 ingesteld). 6) Volg de aanwijzingen in de handleiding van de MIDI Foot Controller om Patches te kiezen. Opmerking: U hebt in stap 2 een andere nummeringsmethode gekozen. Die blijft behouden nadat u de GR-30 uitschakelt. Wilt u op een bepaald moment opnieuw de andere nummeringsmethode gebruiken, dan moet u opnieuw pedaal 4 ingedrukt houden terwijl u de GR-30 inschakelt en vervolgens op de [] knop drukken om het "dci" display weer naar "G.b.n." te converteren. Om af te sluiten drukt u op [EDIT/PLAY]. Met de meeste MIDI Foot Controllers kunt u trouwens onmiddellijk na het inschakelen de User Patches (001~ 128, of A11~d84) kiezen. Opmerking: Ieder MIDI-programmanummer is vast verbonden met zijn overeenkomstige Patch-nummer (001~ 128, of A11~d84), daar kunt u niets aan veranderen. (U kunt wel vrij bepalen welke MIDI-programmanummers de GR-30 naar externe instrumenten zendt wanneer u Patches kiest.) Patches herordenen (Write To) Bijvoorbeeld: de inhoud van A21 verwisselen met die van B62... Eerst moet u zorgen dat de inhoud van Patch A21 niet verloren gaat. Hiervoor kopieert u die Patch tijdelijk naar een andere, niet gebruikte geheugenlocatie (aangezien groep A~D van de User Patches dezelfde inhoud hebben als groep E~H van de Preset Patches zijn er keuzemogelijkheden genoeg; als voorbeeld nemen we C11). Door nu B62 A21 en C11 B62 op te slaan hebt u A21 en B62 verwisseld. 1) Breng het PARAMETER SELECT wiel in de stand "WRITE TO. .." 2) Druk op [EDIT/PLAY] nadat u in de Play-mode Patch A21 hebt geselecteerd. U bent nu in de Edit-mode. A.2.1. wordt als Write bestemmingsnummer aangeduid. 3) Druk op de [+] of [] knop. De aanduiding van de Write-bestemming verandert. Zorg dat C.1.1. wordt aangegeven (u selecteert hiermee de lege geheugenplaats C11). 4) Breng het PARAMETER SELECT-wiel in de stand "WRITE PATCH?" en druk vervolgens tegelijkertijd op [+] en []. De melding don. (Done) verschijnt in het display. Zodra de GR-30 de Patch heeft weggeschreven, keert u automatisch terug naar de Play-mode. 5) Herhaal stap 1~4 om B62 A21 op dezelfde manier op te slaan als A21 C11. 19 GR-30 Handleiding 6) Om de operatie te voltooien schrijft u nu C11 B62. Opmerking: De Patch-groepen E~H kunt u enkel lezen. De volgorde van de Patches in deze groepen kunt u dus niet wijzigen. U kunt ze wel kopiëren naar User Patchnummers of ze gebruiken als uitgangsmateriaal voor nieuwe Patches. 20 Andere functies van de pedalen, Pedal Effect-mode kiezen 6. Andere functies van de pedalen SELECT wiel in de stand "PATCH INC/DEC BY S1/S2"), kunt u de pedalen op dezelfde manier gebruiken als in de Pedal Effect-mode (in het display verschijnt dan om de vier seconden "PdL" om aan te geven dat u de pedalen kunt gebruiken). Meer hierover op blz. 17. Opmerking: Druk nooit meer dan één pedaal tegelijk in, want dat kan voor onaangename effecten zorgen (u mag dit wel doen voor de Arpeggio Latch Hold functie, blz. 49). U kunt de pedalen ook gebruiken om de Arpeggiator- en Harmonist-functies te bedienen en om een hele reeks effecten aan het synthgeluid toe te voegen. We leggen u nu uit hoe u dat doet. 6.1 Pedal Effect-mode kiezen 1) Het PARAMETER SELECT-wiel mag niet op de optie "PATCH INC/DEC BY S1/S2" staan. 2) Druk, terwijl u in de Play-mode bent, op de [S2] schakelaar op de GK-2A. U bevindt zich nu in de Pedal Effect-mode. In het display knippert "PdL". 6.2 Arpeggiator en Harmonist in- en uitschakelen De GR-30 beschikt over een ingebouwde Arpeggiator en Harmonist, die u beide met de pedalen kunt inen uitschakelen (meer uitleg over de effecten zelf vanaf blz. 38). In- en uitschakelen 1) Ga naar de Pedal Effect-mode (zie hiernaast) of zet het PARAMETER SELECT-wiel in de stand "PATCH INC/DEC BY S1/S2". 2) Druk op pedaal 4 (CTRL ARP/HAR) om de Arpeggiator (of Harmonist) in en uit te schakelen. De middenste van de vijf indicators is de ARP/HARindicator. Deze geeft uitsluitsel over de status van de functies: Druk op de [S1] of de [S2] schakelaar op de GK-2A als u terug wilt keren naar de Play-mode. Hoe de effecten die u met de pedalen aanstuurt precies klinken hangt af van de instellingen in de individuele Patches. U kunt die instellingen aanpassen in functie van de song enz. waarin een bepaalde Patch dienst moet doen. Hoe dat allemaal in zijn werk gaat, leest u vanaf blz. 41. Indicator licht groen op Indicator licht rood op Indicator licht niet op Arpeggiator is ingeschakeld Harmonist is ingeschakeld Geen functie ingeschakeld Effecten sturen in de Playmode Als u in de Playmode de knoppen op de GK-2A gebruikt om Patches te kiezen (PARAMETER Als u deze pedalen uitprobeert terwijl u speelt, hoort u meteen hoe deze functies klinken. Hoewel we er nog uitgebreid op terugkomen toch hier al een korte toelichting: De Arpeggiator (blz. 47) breekt automatisch de akkoorden die u op uw gitaar speelt. De Harmonist (blz. 58) maakt tweestemmige partijen met het gitaar- en het synthesizergeluid (of met twee synthe21 GR-30 Handleiding sizergeluiden). De toonaard waarin dat gebeurt kunt u kiezen. Elk van deze functies kunt u voor iedere Patch in- of uitschakelen. De status binnen de individuele Patches heeft echter geen invloed op de indicator. Die licht steeds op als u één van de functies kiest, ook wanneer deze binnen de geselecteerde Patch zijn uitgeschakeld. Om voor een bepaalde Patch de Arpeggiator in plaats van de Harmonist (of vice versa) te kiezen moet u de instelling van de ARPEGGIO/harmony SEL parameter wijzigen (blz. 50, 59). 6. 3 Effecten die u kunt aansturen Druk op de [S2] knop van de GK-2A om naar de Pedal Effect-mode te gaan. De pedalen sturen nu de volgende effecten aan. Opmerking: Nog even herhalen dat u deze effecten ook in de Play-mode kunt aansturen, op voorwaarde dat de PARAMETER SELECT-schakelaar op "PATCH INC/ DEC BY S1/S2" staat. Opmerkingen omtrent het display Als u de Arpeggiator inschakelt verschijnt in het display ArP. Schakelt u de Harmonist in, dan krijgt u HAr te zien. Zodra u het effect uitschakelt, meldt het display oFF.
Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND GR-30 http://nl.yourpdfguides.com/dref/1222431
Bovendien begint de rode EDIT-indicator te knipperen zodra u één van deze functies in- of uitschakelt, omdat u op dat moment de inhoud van de Patch wijzigt. Wilt u die wijziging ook opslaan, dan moet u de Patch opnieuw wegschrijven (blz. 28). Doet u dat niet, dan gaat de wijziging verloren zodra u een andere Patch kiest. Als u de Harmonist inschakelt in de Pedal Effectmode krijgt u (terwijl PdL knippert) de toonaard te zien die u voor de tweede stem hebt gekozen. Pedaal 1: WahWah/modulatie Met pedaal 1 stuurt u het voor veel gitaristen onontbeerlijke WahWah-effect aan. De typische "wah" beweging maakt u door het indrukken en weer loslaten van het pedaal. U kunt kiezen uit verschillende wah-effecten met elk een andere snelheid, intensiteit, stereopositie, klankkleur enz. De optie die u het meest bevalt kunt u wegschrijven in de Patch. U kunt voor dit pedaal ook een modulatie-effect kiezen (het display beeldt dit af als "Mod"). In dat geval voegt u vibrato toe aan de noten die u speelt. Deze heeft meer weg van een echte synthesizervibrato dan van het soort vibrato dat u met de vingers op een gitaar speelt. Bij de GR-30 kunt u deze twee soorten vibrato (de "vingerversie" en de synthetische versie) door mekaar gebruiken. Opmerking: Als u pedaal 1 één keer indrukt terwijl er geen andere pedalen zijn ingedrukt, dan kan het gebeuren dat u een ander geluid hoort dan toen u de Patch koos (het wil al eens dof of sterk gekleurd klinken). Kies in dat geval de Patch opnieuw, of kies even een andere Patch en vervolgens weer de originele Patch (als u een pedaal hebt aangesloten om banken te kiezen kunt u dit doen door op het bank [] pedaal te drukken). Opmerking: Hoe het Wah-effect precies klinkt hangt af van de geselecteerde Tone. Die toonaard wordt trouwens ook afgebeeld in de Play-mode, op voorwaarde dat de PARAMETER SELECT schakelaar op "PATCH INC/DEC BY S1/ S2" staat. Er is één uitzondering: als u "dim" (diminished) kiest voor de Harmonist Style, dan beeldt het display diM af in plaats van de toonaard. Pedaal 2: Pitch Shift (buigingen) U kunt met het Pitch Shift effect een statische of een dynamische toonhoogteverandering verkrijgen. Zelfs bij het gebruik van radicale toonhoogteveranderingen blijft de harmonie van akkoorden (de intervallen tussen de noten) intact. Hierdoor krijgt u een erg karakteristiek effect dat anders is dan hetgeen u bereikt met een vibratohendel op een gitaar. U kunt de duur en de lengte van de toonhoogteverandering variëren door te kiezen uit negen "modellen". U kunt vervolgens uw keuze opslaan als een deel van een Patch (blz. 28). Hoeveel de toonhoogte in de praktijk verandert is afhankelijk van de gekozen klank en de manier waarop u de GR-30 gebruikt. Soms zal de verandering erg miniem zijn. 22 Andere functies van de pedalen, Tuner inschakelen met een pedaal Pedaal 3: Hold 1 Door pedaal 3 in te drukken zorgt u dat het synthgeluid door blijft klinken voor de snaren die u op dat moment reeds had aangeslagen -- zelfs wanneer die snaren niet meer trillen (let wel: synthklanken die reeds aan het uitsterven waren of waarvan alleen de galm nog hoorbaar was blijven niet doorklinken). Zodra u het pedaal loslaat, stopt het geluid. De noten die u speelt nadat u het pedaal hebt ingedrukt blijven niet doorklinken. Hierdoor kunt u een akkoord aanslaan, het laten doorklinken door op het pedaal te trappen, en vervolgens er overheen soleren. Ook hier kunt u kiezen uit een aantal variaties. Op die manier kunt u bijvoorbeeld voor snaar 5 en 6 het synthgeluid laten doorklinken terwijl u op snaar 1~4 een melodie speelt. Opmerking: Als u de Arpeggiator hebt ingeschakeld (de ARP/HAR indicator licht rood op) gedraagt de Hold-functie zich iets anders (u kunt dan ook andere variaties kiezen, blz. 48). Over het display Als u pedaal 1 indrukt, verschijnt er UAH of Mod in het display. Als u pedaal 2 indrukt verschijnt er P.GL in het display. Als u pedaal 1 indrukt verschijnt er HLd in het display. Bovendien geven de knipperende indicators (in de serie van vijf) aan welke effecten actief zijn. 6.4 Tuner inschakelen met een pedaal 1) We bevinden ons in de Play-mode. Het PARAMETER SELECT-wiel mag niet in de stand "PATCH INC/DEC BY S1/S2" staan (als dat wel het geval is, moet u een andere stand kiezen). 2) Houd de [S1]-schakelaar op de GK-2A ingedrukt en druk op het uiterst linkse pedaal (TUNER). U komt nu terecht in het Tuner-display. Snaarnummers 1 tot 6 3) Zodra u klaar bent met stemmen (zie blz. 13), mag u op gelijk welk pedaal of op [S1]/[S2] drukken om terug te keren naar de Playmode. 23 GR-30 Handleiding 7. Drie bedieningsmodes GK-2A Patches kunt kiezen. De bedieningsknoppen hebben in dat geval de volgende functies: [+]/[] [EDIT/PLAY] Volgende/vorige Patch Naar de Edit-mode (blz. 25) gaan Door aan het PARAMETER SELECT-wiel te draaien keert u terug naar de Playmode. Verder geen functie. Zelfde functie als in de Pedal Effectmode (zie blz. 21). Volgende Patch kiezen. Vorige Patch kiezen. Banken kiezen (zoals met BANK [] en []) Misschien bent u door het vele geschakel tussen de verschillende bedieningsmodes een beetje het noorden kwijt. Daarom zetten we ze hieronder even op een rijtje: Play-mode Pedal Effectmode Edit-mode Patches kiezen en er muziek mee maken. Pedalen op de GR-30 gebruiken om effecten aan te sturen. Patches maken of wijzigen en ze in het geheugen schrijven. Wielen Pedalen 1~4 GK-2A [S1] GK-2A [S2] Extern pedaal De functie van de knoppen, wielen en regelaars verschilt naar gelang de mode waarin u zich bevindt. 7.1 Play-mode In de Playmode hebben de bedieningsknoppen de volgende functies: [+]/[] [EDIT/ PLAY] Wielen Pedalen 1~4 Volgende/vorige Patch Naar de Edit-mode (blz. 25) gaan In feite geen functie (zie hieronder) Patches kiezen Zolang u deze knop ingedrukt houdt, hebben de pedalen de volgende functies: STEMMEN, GROEP [], BANK [], BANK [] Naar de Pedal Effect-mode gaan Banken kiezen (zoals met BANK [] en []) Als u door de Patches wilt stappen zonder de mogelijkheid te missen om er van tijd tot tijd een effect op los te laten is "PATCH INC/DEC BY S1/S2" de aangewezen werkwijze (het bespaart u onnodig heen- en weer schakelen tussen modes). Het om de vier seconden opflitsende "PdL" herinnert u de keuze die u hebt gemaakt (de rest van de tijd ziet u het Patch-nummer). In plaats van "PdL" kan er ook "C" (of een andere nootnaam) verschijnen. Dat slaat dan op de toonaard die binnen de betreffende Patch is gekozen voor de Harmonist-functie (blz. 58). GK-2A [S1] GK-2A [S2] Extern pedaal Als u PATCH INC/DEC BY S1/S2 hebt gekozen In de tabel staat dat de wielen (EDIT TARGET, PARAMETER SELECT en STRING SELECT) in de Play-mode geen functie hebben. Dat is niet helemaal waar: door het PARAMETER SELECTwiel in de stand "PATCH INC/DEC BY S1/S2" te zetten maakt u wel degelijk een verschil. U zorgt er namelijk voor dat u met de [S1]/[S2] knoppen op de 24 Drie bedieningsmodes, Pedal Effect-mode 7.
Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND GR-30 http://nl.yourpdfguides.com/dref/1222431
2 Pedal Effect-mode Naast de functies die we al uit de Play-mode kennen kunt u in de Pedal Effect-mode ook nog effecten aansturen met de vier pedalen. Bovendien kunt u gewijzigde effectinstellingen opslaan in User Patches (A11~D84). In de Pedal Effect-mode hebben de bedieningsknoppen de volgende functies: [+]/[] [EDIT/PLAY] PARAMETER SELECT EDIT TARGET STRING SELECT Pedaal 1 Pedaal 2 Pedaal 3 Volgende/vorige Patch kiezen Naar de Edit-mode gaan Normaal geen functie, tenzij u de stand "PATCH INC/DEC BY S1/ S2" kiest, waardoor u in de Playmode terechtkomt. geen functie WAH WahWah of modulatieeffecten toevoegen. P-GLIDE noten "buigen". HOLD synthesizergeluid laten doorklinken. CTRL ARP/HAR Arpeggiator (blz. 47) en Harmonist (blz. 58) in- en uitschakelen. Dient ook om arpeggio's aan te houden (blz. 48). Door op één van deze twee te drukken keert u terug naar de Play-mode. Hiermee kunt u het tempo voor de Arpeggiator "tikken" (blz. 51). Bij de Harmonist kiest u hiermee tussen majeur en mineur (blz. 62). Hiermee geeft u Patches waarop u het Wah-effect hebt gebruikt opnieuw hun originele klank. gelden voor de GR-30 in zijn geheel, bijvoorbeeld omtrent de gevoeligheid of MIDI. [+]/[] [EDIT/PLAY] EDIT TARGET Waarde van de geselecteerde parameter wijzigen Terugkeren naar de Play-mode Eén van de acht groepen instellingen kiezen Kiezen wat u wilt wijzigen (Edit Target A~D) en naar de displays gaan waar u de gevoeligheid kunt wijzigen of instellingen kunt opslaan. De snaar kiezen waarvoor u instellingen wilt wijzigen Hulpfuncties bij het instellen van parameters en bevestigen van effectinstellingen Waarde van de geselecteerde parameter wijzigen (zoals met [+]/ []) Zelfde als hierboven PARAMETER SELECT STRING SELECT Pedaal 1~4 GK-2A [S1]/ [S2] Extern pedaal (Bank Shift) Pedaal 4 GK-2A [S1]/[S2] Zodra u in de EDIT-mode ook maar één parameter wijzigt, begint de groene EDIT-indicator te knipperen. Gaat u bovendien naar de Play-mode zonder de gemaakte wijzigingen op te slaan, dan knippert deze indicator in het rood, om aan te geven dat u de wijzigingen riskeert te verliezen. Kiest u nu toch een andere Patch, dan verschijnt er een melding die u er attent op maakt dat u de wijzigingen zijn geannuleerd. Extern pedaal (Bank Up) Extern pedaal (Bank Down) 7.3 Edit-mode Als u in de Playof de Pedal Effect-mode op de [EDIT/PLAY]-knop drukt, komt u terecht in de Editmode. Dat wordt bevestigd door de oplichtende EDIT indicator (de meest rechtse van de vijf). In deze mode kunt u uw eigen klanken en effectinstellingen maken en deze naar een Patch schrijven. Daarnaast vindt u hier nog een aantal instellingen die 25 GR-30 Handleiding 7.4 Modes kiezen en verlaten In de onderstaande afbeelding ziet u hoe u naar elk van de drie modes kunt gaan en ook hoe u ze weer kunt verlaten. Play Mode Geselecteerde Patch wordt afgebeeld [S2] [S2] Zet het PARAMETER SELECT-wiel op PATCH INC/DEC BY S1/S2 [PATCH INC/DEC BY S1/S2] Geselecteerd Patch-nummer/PdL worden afwisselend afgebeeld [EDIT/PLAY] Edit Mode Waarden die u instelt Pedal Effect Mode Pdl wordt afgebeeld Pedal 1 terwijl u [S1] indrukt OF [] terwijl u [EDIT/PLAY] indrukt [] terwijl u [EDIT/PLAY] indrukt [EDIT/PLAY] [S1], [S2], Pedalen enz. Tuner Function Snaar en noot worden afgebeeld Master Tune Toonhoogte ("A") wordt afgebeeld 26 Patches wijzigen, Structuur van een Patch 8. Patches wijzigen 8.1 Structuur van een Patch In de onderstaande afbeelding ziet u hoe een Patch is opgebouwd. 128 Preset Patches E11 H84 128 User Patches A11 D84 A11 2nd TONE 1st TONE Tone kiezen #1 #384 (Piano, Orgel, enz.) TONE TONE MIX ·Layer 1ste en 2de Tone gestapeld ARPEGGIO/Harmony Arpeggio- en harmony- instellingen. Effectinstellingen (twee effecten) Reverb/Chorus EFFECT ·Transpose 1st ·Transpose 2nd Deze instellingen kunt u voor iedere snaar apart maken Instellingen voor interne en externe pedalen. FOOT PEDAL COMMON Tone editen ·Attack ·Release ·Brightness ·1: 2BAL Volumebalans Tone 1/2 Instellingen die voor de gehele Patch gelden. Patch Level (Volume), enz. Instellingen voor MIDI-instrumenten. Zenden/ontvangen instellingen (SysEx) MIDI Twee Tones per Patch Zoals uit de bovenstaande afbeelding blijkt, kan iedere Patch uit maximaal twee Tones bestaan, die u kiest uit de 384 beschikbare Tones. We spreken in dit verband van de "eerste" en de "tweede" Tone. Die Tones kunt u aan individuele snaren toewijzen, waarbij u ze eventueel kunt "stapelen" (in dat geval hoort u de klank van de twee Tones tegelijk; blz. 31). Verder kunt u voor iedere Tone parameters als Attack (blz. 30), Brightness (blz. 30) en transpositie (blz. 31) instellen. Al deze informatie (keuze van Tone + instellingen van de parameters) kunt u wegschrijven in de Patch. · · · Wat gebeurt er wanneer u op een intern of extern pedaal drukt (blz. 41) Welke programmanummers worden naar externe MIDI-instrumenten gezonden (blz. 65) Welke transpositiewaarde wordt er naar een externe klankbron gezonden (blz. 68) Zoals u begrijpt, vindt u op de bladzijden tussen haakjes meer informatie over elk van deze items. Arpeggiator/Harmonist en Patches Om u nog wat schakelwerk te besparen kunt u ook voor iedere Patch bepalen of de Arpeggiator (blz. 47) en Harmonist (blz. 58) functie bij het kiezen van die Patch al dan niet wilt laten inschakelen (blz. 50). Bovendien kunt u voor iedere Patch ook het te kiezen Arpeggio-patroon specifiëren. De bijgeleverde Patches van de GR-30 bevatten reeds een aantal patronen, maar u kunt ook uw eigen patronen programmeren (blz. 53). Wat zit er nog in een Patch? Nu we het toch over Patches hebben, laten we eens kijken welke informatie er naast de Tone-keuze, parameterinstellingen en snaartoewijzing nog deel uitmaakt van een Patch. Keuze van de effecten die u kunt aansturen (blz. 38) Arpeggiator-patronen en verwante instellingen (blz. 47) Harmonist-instellingen (blz. 58) · · · 27 GR-30 Handleiding 8.2 Patches opslaan De wijzigingen die u aanbrengt in een Patch (in de Edit-mode) gaan verloren zodra u een andere Patch kiest. In de Play-mode knippert de rode EDIT-indicator om u hier attent op te maken. Volg de onderstaande stappen als u de gewijzigde Patch wilt wegschrijven (PATCH WRITE). 1) Druk op [EDIT/PLAY] om naar de Edit-mode te gaan (de EDIT indicator licht groen op). 2) Kies met het PARAMETER SELECT wiel de gewenste parameters (groep A~D) en stel met de [+]/[] knoppen de gewenste waarde in (de EDIT indicator begint nu groen te knipperen). 3) Zet het PARAMETER SELECT wiel in de stand "WRITE PATCH?". Het Patch nummer begint nu te knipperen. 4) Bevestig uw keuze door de [+]/[] knoppen tegelijk in te drukken. Het display beeldt dan don af. 5) De GR-30 keert automatisch terug naar de Playmode.
Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND GR-30 http://nl.yourpdfguides.com/dref/1222431
De wijzigingen die u in de Patch had aangebracht zijn nu permanent gemaakt. De volgende keer dat u deze Patch kiest (zelfs als u intussen een andere Patch kiest of de GR-30 uitschakelt) krijgt u hem in zijn nieuwe vorm te horen. Opmerking: In de Patch-groepen E~H kunt u geen instellen opslaan. Probeert u dat toch, dan verschijnt er een prompt ("E-H") die u duidelijk moet maken dat wat u probeert niet mogelijk is. Opmerking: Als u geen bestemming kiest waarin u de Patch wilt opslaan, dan overschrijft u de huidige locatie van de Patch. De versie van de Patch voordat u de wijzigingen aanbracht bent u dan kwijt. We gaan nu zien hoe u een andere bestemming kunt kiezen. 5) Druk tegelijk op [+]/[] knoppen. In het display verschijnt don om aan te geven dat de Patch werd opgeslagen. De GR-30 keert automatisch terug naar de Playmode. Opmerkingen in verband met het opslaan van Patches Als u een Patch wegschrijft, wordthij ongeveer exact zo bewaard als hij op dat moment klinkt. "Ongeveer", want klankwijzigingen die een gevolg zijn van intern (Wah, Pitch Glide) of extern aangestuurde effecten worden niet mee opgeslagen. De overige wijzigingen worden wél in de Patch weggezet, dus ook de aan/uit-status van de Arpeggiator, de Harmonist en de "Bypass" functie (= "alle effecten uit", blz. 40) voor de interne effecten. Onder systeeminstellingen verstaan we een aantal parameters die voor de GR-30 in zijn geheel gelden en die u dus niet voor iedere Patch opnieuw hoeft op te slaan. Deze parameters hoeft u trouwens helemaal niet te "schrijven", want dat gebeurt steeds automatisch. Bovendien blijven de instellingen van deze parameters bewaard nadat u de GR-30 uitschakelt. Gevoeligheid voor iedere snaar (blz. 12) Guitar Select (blz. 74) Master Tune (blz. 14) MIDI zend- en ontvangstkanalen (blz. 63) MIDI Pitch Bend-bereik (blz. 63) MIDI-bankkeuze aan/uit (blz. 66) MIDI Bend Range Request (blz. 75) MIDI-controlenummer 7 aan/uit (blz. 74) · · · · · · · · Andere schrijfbestemming kiezen (WRITE TO...) Volg de onderstaande stappen als u de gewijzigde versie van een Patch in een ander nummer dan het origineel wilt opslaan. 1) Zodra u de Patch-instellingen hebt gewijzigd zet u, zonder de Edit-mode te verlaten, het PARAMETER SELECT wiel in de stand "WRITE TO.. .". 2) De mogelijke schrijfbestemmingen herkent u aan de punten die in de rechter benedenhoek van de drie display-posities verschijnen (bv. A.2.1.). 3) Kies met de [+]/[] knoppen het nummer waar u de Patch wilt opslaan. 4) Zet het PARAMETER SELECT-wiel in de stand "WRITE PATCH?". 8. 3 Patch-data extern opslaan U kunt MIDI gebruiken om System- en Patch-data van de GR-30 extern op te slaan (bv. met behulp van een sequencer). Op die manier kunt u bijvoorbeeld reservekopies van uw eigen Patches maken. Voor dit soort gegevensoverdracht gebruikt u SysEx commando's (uiteraard moeten de apparaten die u gebruikt deze commando's begrijpen). Door gebruik te maken van de Realtime-opname- of Bulk Librarian functie van uw sequencer kunt u data, die u vanuit de GR-30 verzendt, op diskettes opslaan. 28 Patches wijzigen, Patch-data extern opslaan U kunt ook twee GR-30's met mekaar verbinden en rechtstreeks data uitwisselen. Op die manier kunt u de ene GR-30 net zoals de andere laten klinken. System- en Patch-data naar een MIDI-apparaat zenden 1) Schakel de GR-30 uit. 2) Verbind de MIDI OUTconnector van de GR-30 met de MIDI IN-aansluiting van het externe apparaat. 3) Houd pedaal 3 ingedrukt terwijl u de GR-30 weer inschakelt. In het display verschijnt nu "ALL". 4) Kies met de VALUE-knoppen welke data u wilt verzenden: ALL SyS PAt A-- b-- C-- d-- A11 A12 ... d84 Alle User Patches en systeeminstellingen. Systeeminstellingen Alle User Patches (128) Patches uit groep A (A11~A84, 32 Patches) Patches uit groep b (b11~b84, 32 Patches) Patches uit groep C (C11~C84, 32 Patches) Patches uit groep d (d11~d84, 32 Patches) Enkel Patch A11 Enkel Patch A12 ... Enkel Patch d84 5) Zorg dat het externe apparaat klaar is om de data te ontvangen. 6) Druk op [EDIT/PLAY]. De data die u in stap 4 had geselecteerd worden naar het externe apparaat gezonden. Zolang dit gebeurt knippert "Snd." (Sending) in het display. 7) Zodra u terugkeert naar het vorige display weet u dat de GR-30 klaar is met zenden. Schakel de GR-30 uit en in om naar de normale werkmode terug te keren. De GR-30 kan op gelijk welk moment SysEx-data ontvangen. U kunt extern opgeslagen data dus op ieder moment terug naar de GR-30 sturen. Houd er wel rekening mee dat de GR-30 de System- en Patch-data in het interne geheugen wist zodra hij SysEx-commando's met nieuwe System- en Patchdata ontvangt. Vooral wanneer het om data gaat die als "ALL" werden verzonden kan dit rampzalige gevolgen hebben, aangezien dan alle instellingen van de GR-30 worden gewist. Sla de data in het interne geheugen best eerst op hun beurt extern op voordat u andere data laadt. Op die manier hebt u steeds een reservekopie. Als u maar één Patch via SysEx naar de GR-30 zendt, mag u niet vergeten hem intern op te slaan (als u hem tenminste meteen "voorradig" wilt hebben. Het zenden van één Patch i.p.v. verschillende Patches wordt namelijk beschouwd als het editen van een interne Patch, met als gevolg dat de ontvangen instellingen meteen in de editbuffer terechtkomen maar dus nog niet in een intern geheugen van de GR-30. Anderzijds is het wel zo dat sommige sequencende artiesten de klankinstellingen steeds als onderdeel van hun songs opslaan (dus in de sequence) en het interne geheugen van hun instrumenten enkel voor het maken (maar dus niet voor het archiveren) van hun klanken gebruiken. 8.4 Klanken maken 1ST/2ND TONE De uiteindelijke klankkleur van een Patch is vooral afhankelijk van de eerste en tweede Tone die u kiest. Om het terrein een beetje te verkennen kunt u best eens een Patch kiezen en hiervoor twee Tones selecteren. Opmerking: Een aanrader om als uitgangspunt te gebruiken is Patch A43. Deze Patch is namelijk relatief eenvoudig van opbouw, zodat u makkelijk de verschillen tussen de Tones kunt horen (als u de inhoud van A43 intussen al hebt gewijzigd, kunt u ook E43 gebruiken. Die klinkt hetzelfde, alleen kunt hem niet overschrijven). Tones kiezen 1) Kies Patch A43 en druk op [EDIT/PLAY]. U belandt nu in de EDIT-mode. 2) Draai het EDIT TARGET-wiel naar de stand "1ST TONE". 3) Draai het PARAMETER SELECT-wiel naar de stand "A". In het display wordt nu "142" aangegeven, zodat u weet dat Tone nr. 142 op dit moment als eerste Tone is geselecteerd. U kunt nu gitaarspelen om de klank te beoordelen. 29 GR-30 Handleiding 4) Blader met de VALUE-knoppen verder in de Tones en luister tot u diegene vindt die u zoekt. 5) Zodra u de Tone hebt gevonden die u wilt gebruiken draait u het PARAMETER SELECTwiel naar de stand "WRITE PATCH".
Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND GR-30 http://nl.yourpdfguides.com/dref/1222431
Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)