1922961 Kw P. GAILLY Kaliebaan 30 2460 KASTERLEE
U.V. UITGAVE December 2013 Nr 53
In Illo tempore
VRIENDENKRING 3 PARA VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: LEOPOLD OOMS DE BOSSEN 32 - 2300 TURNHOUT
Samenstelling Bestuur Voorzitter:
Leopold Ooms De Bossen 32 – 2300 Turnhout Tel: 014 424765 e:
[email protected]
Penningmeester en Ondervoorzitter: Jos Verholen Herentalsesteenweg 15 – 2460 Lichtaart Tel: 014 552262 Secretaris:
Robert De Trogh Schildedreef 5 – 2970 Schilde Tel: 03 3840633 e:
[email protected]
Commissarissen / Rekenplichtigen: Jos Testelmans Zoerledorp 84 -2260 Westerlo Tel: 014 547717 of 0472 455250 e:
[email protected] Feestcomité: Jos Verholen Frans Van Depoel Stwg op Wiekevorst 10 – 2270 Herenthout Tel: 014 512368 Sport Algemeen: Henri Gillebert De Bossen 24 – 2300 Turnhout Tel: 014 454011 Redactie Tijdschrift:
Leopold Ooms
VRIENDENKRING 3 PARA - 2300 TURNHOUT Fortis Bankrekening: 001-3182607-16 IBAN: BE 72 0013 1826 0716 Lidgeld Mogelijkheid A: U bent reeds lid van het ANPCV, dan betaald U 10 euro per jaar en wordt dus lid van de ‘Vriendenkring 3 Para’. U krijgt driemaal per jaar ons tijdschrift Mogelijkheid B: U betaalt 20 euro per jaar, dit bedrag wordt verdeeld: (1) € 10 voor Vriendenkring 3 Para (2) € 10 euro lidgeld voor «Amicale Nationale Para Commando Vriendenkring » (ANPCV) en bent U eveneens geabonneerd op hun driemaandelijks tijdschrift.
WOORDJE VAN DE VOORZITTER
Beste Vrienden(innen)
Laat me beginnen met iedereen een gezond en gelukkig 2014 te wensen. De eindejaarsfeesten zijn voorbij gegaan zonder al te veel winterkoude, we hopen dat we dat niet moeten bekopen de rest van de winter. Eindelijk is ons boekje afgeraakt, de eenmansredactie heeft wat overuren geklopt maar dat was de laatste maal. We hebben een nieuwe redacteur, Ronny Mertens neemt het samenstellen van het tijdschrift over lees meer op Blz 2. Hij werkt al aan zijn eerste editie die binnen korte tijd zal verschijnen Het Korpsmaal is goed geweest, dank aan alle medewerkers we mochten rekenen op veel helpende handen zowel in de voorbereiding als na afloop, we konden enkele nieuwe gezichten bij de helpers verwelkomen, dat doet plezier. Jos Verholen onze trouwe penningmeester is aan zijn laatste dagen bezig in deze functie, ik wil hem bedanken voor 10 jaar inzet en punctueel beheer van onze financiën. Hij is niet helemaal weg, hij blijft in het dagelijks bestuur maar met wat minder werklast, hopen wij en hij. Zo gauw onze jaarlijkse Algemene Vergadering achter de rug is en we ons bestuur hebben gereorganiseerd, maken we de plannen voor het nieuwe jaar concreet. Te lezen in editie 54 onder redacteurschap van Ronny Mertens. 3 Para heeft met succes zijn opdracht in Kongo beëindigd, we kregen verschillende artikels hierover, opgenomenen in dit tijdschrift. We wensen Lt Kol Luc Leclercq en zijn parachutisten veel zachte landingen op een droog plekje toe en mooie opdrachten in 2014. Pol Ooms
1
INHOUD 3
Nieuws uit het Bataljon
11
Koning Filip
14
Ingestuurd artikel
15
Keep the Spirit Alive
16
Diversen
17
Onze reporter op bezoek: Pascal Rijken
24
Pol en Rik naar Jaak (deel 11)
32
Van Heppen naar Korea (deel 4)
‘In Illo’ heeft een nieuwe REDACTEUR Ons tijdschrift heeft een goede reputatie en mag gezien worden, alleen het op tijd aan de man brengen is een probleem en daar hebben we een beslissing genomen. Ik geef het toe, het was niet gemakkelijk om na 15 jaar het samenstellen van ons boekje uit handen te geven, noem het een delegatieprobleem. Maar het was wel noodzakelijk, ik vond niet meer de nodige tijd, beetje rare uitleg van een gepensioneerde hoor ik U denken, om alleen het tijdschrift samen te stellen. Nieuwe bezems vegen goed, dus werd het tijd om de fakkel door te geven. Ronny Mertens een stille werker, hij heeft onze lokalen vakkundig geschilderd, is bereid om dat werk over te nemen. Ik blijf wel mijn artikels maken en zal die op tijd aan Ronny over maken. Ik doe een dringende oproep aan leden die een vlotte pen hebben om dit ook te doen, iedereen die bij de para’s is geweest heeft wel iets uitzonderlijks meegemaakt, bij de commando’s natuurlijk ook ☺ . Ronny is te bereiken per mail:
[email protected] zijn andere adresgegevens zal hij zelf in het volgend tijdschrift opnemen. Op een kille dag in het putje van de winter stopt een vrachtwagen aan een rood licht. Achter deze wagen rijdt een dom blondje. Zij stopt op haar beurt, stapt uit, klopt op de deur van de vrachtwagen en roept: 'Meneer, ik ben Peggy en u verliest uw lading!' De vrachtwagenbestuurder wil wel antwoorden, maar net op dat moment wordt het licht groen en rijdt hij door. Aan 't volgende licht begint het blondje opnieuw met het hele gedoe. Maar ook deze keer vertrekt de camionneur, zonder zelfs te letten op het domme blondje. Hij heeft echter geen geluk, want ook de volgende lichten staan op rood. Het blondje, ondertussen behoorlijk op haar tenen getrapt, stapt opnieuw uit, gaat voor de camion staan en roept heel luid: 'Meneer, ik ben Peggy en u verliest uw lading!' Waarop de man geënerveerd zijn raampje opent en tegen het blondje roept: 'Mevrouw, ik ben Eric en ik strooi zout...'
2
NIEUWS UIT HET BATALJON 3 Para heeft dit jaar een trainingopdracht in Kongo uitgevoerd, verschillende parachutisten hebben mij een artikel bezorgd waarvoor dank. De Korpsoverste Lt Kol SBH Luc LECLERCQ bijt de spits af. 3 Para in Afrika Op het einde van het jaar 2012 werd het 3e Bataljon Parachutisten de opdracht toegewezen om in Kindu, hoofdstand van de provincie Maniema van de Democratische Republiek Congo, de vorming op zich te nemen van het 323e Bataljon commando’s van de reguliere strijdkrachten van de Forces Armées de la République Démocratique du Congo (FARDC). Voor het Bataljon was dit absoluut goed nieuws. Immers, de laatste trainingsperiode op het Afrikaans continent dateerde van het jaar 2002. Het spreekt met andere woorden voor zich dat, onder andere omwille van het personeelsverloop binnen het Bataljon, de Afrika ervaring soms ver te zoeken was, zeker bij de jongere generatie. De opdracht werd modulair aangepakt en ook zo uitgevoerd. Aldus werd de vorming opgesplitst in drie verschillende onderdelen, namelijk de individuele basisvorming, de tactische vorming op het niveau van de sectie, het peloton en de compagnie, en tenslotte, als afsluitende mijlpaal, een synthese oefening op niveau van het bataljon. Meer dan 300 parachutisten hebben sedert april 2013 deelgenomen aan deze opdracht. Van de meer dan 1200 Congolese kandidaten slaagden uiteindelijk een kleine 700 militairen erin om de vorming tot een goed einde brengen en konden ze, als uiterlijk teken van commando, de cordellette rond het middel dragen. De deelname van de mensen van 3 Para werd zoveel als mogelijk op basis van de organieke compagnieën in België georganiseerd en besloeg telkenmale een periode van ongeveer twee maand. De opdracht in Congo was immers één ding, een andere zaak was het om de impact op het verdere leven in de schoot van het Bataljon minimaal te houden. Tegelijkertijd stimuleerde de uitzending in de schoot van de organieke compagnies het gevoel van cohesie in de schoot van elk detachement. Soldaten en kaderleden hebben in deze periode naast en met elkaar het onderricht verstrekt of georganiseerd en de “real life support” op hun rekening genomen. De Het logo ontworpen voor de opdracht URR (Unite Reaction Rapide of snelle reactie eenheid) 323.
3
voertaal was Frans. Alhoewel in den beginnen soms getwijfeld werd aan de bekwaamheid van het personeel 3 Para om in deze taal het onderricht te moeten verstrekken, stelde dit absoluut geen probleem. Integendeel, er werd met elk beschikbaar middel voor gezorgd dat de Congolese rekruten de boodschap begrepen. Voor sommigen kent zelfs het Lingala of het Ki-swahili geen geheimen meer. Zonder overdrijven kan gezegd worden dat deze opdracht voor elkeen een intensieve doch verrijkende ervaring was die niet snel vergeten zal worden en waar het Bataljon nog jaren de vruchten zal van plukken, niet in het minst onze jonge soldaten die zich opgewaardeerd zagen tot evenwaardige kaderleden in de schoot van het instructie detachement. Ook voor de Congolese rekruten en kaderleden zal deze periode onvergetelijk zijn. Voor velen onder hen zal het brevet commando dat ze ontvangen het enige brevet zijn dat ze in gans hun leven zullen ontvangen. Het feit de opleiding genoten te hebben van “nos oncles”, les instructeurs Belges, heeft in hun ogen een absolute meerwaarde en zal ongetwijfeld nog duizenden keren vol fierheid verteld worden: “moi, je suis formé commando par les Belges”. Pas begin december 2013 zal het 3e bataljon parachutisten terug voltallig aanwezig zijn in de schoot van zijn kwartier te Tielen. Klaar voor een welverdiende Kerst- en Nieuwjaarsperiode in familiale kring. Klaar ook om het jaar nadien, opnieuw op de sneltrein van het trainingsprogramma te stappen. Met de beste wensen uit Kindu, Luc LECLERCQ
Waar ligt KINDU Het is de hoofdstad van de provincie Maniema, sinds 1988 een provincie in het oosten van Kongo en onderdeel van de historisch-geografische regio Kivu. De stad Kindu is gelegen aan de Kongostroom op een hoogte van 500 m en telt 200.000 inwoners. Er is een vliegveld en de stad is verbonden per spoorweg naar Kalemie, Kamina en Kananga, het wegennet is in povere staat. De ovaal duidt aan waar Kindu is gelokaliseerd in Kongo.
4
De twee volgende verslagjes zijn me bezorgd door Adjt chef Franck Eyland geschreven in het begin van de operatie toen alles nog moest opgestart worden. Hij werkt op ‘den esdrie’ en kan van daar uit goed volgen hoe een en ander tot stand komt. Franck schrijft het op een manier waarbij men goed tussen de regels moet doorlezen. Mannen die ooit in Kongo zijn geweest (en dat zijn er nogal wat in onze VrKr) begrijpen goed wat hij bedoeld.
Beste leden van de VrKr 3 Para Zoals beloofd regelmatig wat nieuws uit Kindu. Gisteren werden er uiteindelijk 783 recruten geteld. Acht waren er onwettig afwezig. Enkel een groot deel van het kader ontbreekt nog. Van de 20 voorziene pelotons ontbreken er dus nog 5, die van het kader. Vandaag zou er nog een Congolees vliegtuig zijn geland met extra kader maar die stuurde zijn kat. Eén ongelukkige werd gebombardeerd tot S4 en moet al het toekomend materiaal inventariseren en verdelen. Waar hebben we dat nog gehoord? Gisteren en eergisteren zijn nog 2 vliegtuigen vol met “sponge bob” matrassen toegekomen. Morgen wordt de start van de 6 weken opleiding (module 1) gegeven aan de hand van een kickoff parade. De oorspronkelijke grasvlakte is intussen omgetoverd tot een kampement voor zo’n kleine 800 man. Tenten, keuken, wachttent, wasplaats,…. Alles word met de machete kortgewiekt onder begeleiding van de Belgische en Congolese instructeurs. Klaarmaken van de kampzone, grotendeels per machete, daarna opstellen van een groot aantal tenten. Het is echt van nul af beginnen.
Ondertussen ondergaan ze bij Doc Van Neste peloton per peloton een medische keuring. In bijlage een paar sfeerfoto’s. Ook staat ons eigen logement bijna op punt en is de satelliet TV geïnstalleerd. Vandaag deden we met de S3 de ronde van de verantwoordelijken voor de locaties van de trainingen. Burgemeester, Maire, Gestionnaire, Directeur… als het maar een naam heeft. Allen eigenaar of verantwoordelijke van één of ander koloniaal overblijfsel. Triestig om te zien hoe het in verval is geraakt. Kindu moet echt een pareltje zijn geweest. Groeten, Franck Eyland Ondertussen draait hier alles op routine. Het programma is vorige week gestart en af en toe hoor je wel eens een straf verhaal van de BE instructeurs. Zoals rekruten die zich verstoppen tijdens de roadwork in het hoge gras of die tijdens het koordklimmen nog niet van de grond geraken.
5
Kolonel geneesheer ‘Doc’ Van Neste, eveneens voorzitter van het ANPCV voert de medische keuring uit. BMI lijkt me geen groot probleem aan de foto’s te zien
Ook hoor je hilarische verhalen van tijdens hun eerste zwemles of liever watergewenning. De koe (een beest dat blijkbaar door de militaire keten is geleverd als ‘vleeswaar’ n.v.d.r.) is ondertussen geslacht en verorberd. Het was geen koe maar een stier, graatmager en getekend door de wandeling van 50 Km. De avond voor de slachting is hij door zijn benen gezakt en gestorven van uitputting. Toch hebben ze hem nog opgegeten. Het kamp is ondertussen mooi bijgewerkt alleen aan hun keuken is nog wat werk aan. Hier en daar staan pajottes recht (schuilhutjes) tegen de warmte. De staf is druk in de weer met het schrijven van richtlijnen: QRF,Blue screen, extractie,... De baas houdt ons bezig.... Groeten, Franck Eyland De ‘Koe-stier’, voor en na. Toch goed te zien dat er in primitieve omstandigheden wordt gewerkt, een van de redenen waarom men een eenheid van het Regiment Para Commando dit soort opdrachten toevertrouwd.
De RSM Adjt maj Peter Spitaels, onze hoofdleverancier van nieuws over het bataljon heeft ook enkele artikels opgestuurd. Hij is tweemaal ter plaatse geweest. Hier beschrijft hij ook de beginperiode van de opdracht.
De eerste dagen van de opleiding zijn gestart. Na een moeizame toestroom van de Congolezen, telden we uiteindelijk 826 kandidaat commando’s. De medische screening haalde dit aantal nog wel beperkt naar beneden maar de kickoff parade leverde toch het beeld waar we op gehoopt hadden: vijf compagnies met elk drie pelotons en drie pelotons kader. De opgelijnde rekruten werden eerst toegesproken door de provinciecommandant Kolonel Somo, die met luide stem het belang van de commando opleiding uiteenzette en hamerde op de inzet en de discipline van de toegestroomde kandidaat commando’s. Daarna sprak Luitenant-kolonel Stafbrevethouder Leclercq, als detachementcommandant van de vorming URR 323, de kandidaten toe in het Lingala’s, een Bantoetaal die voornamelijk in het leger wordt gehanteerd. Hij feliciteerde de kandidaten met hun keuze en wenste hen veel succes toe. De speech van onze detachementcommandant werd door de Congolezen beantwoord met enkele krachtige OJE echo’s, die galmden over het kamp van Jericho. De officiële start van het programma werd daarmee definitief op gang geschoten. Het voorkomen van onze inheemse collega’s is inmiddels geëvolueerd en veranderd van stelletjes ongeregelde, die vanuit alle uithoeken in de meeste diverse tenues kwamen binnensijpelen, naar een compacte groep, mooi in kaki uniform, met nieuwe bottines, gordel, veldfles en helm. Vooral op dit laatste item blijken ze trots te zijn. Nu veel tijd om aan hun uniform te wennen was er niet. De laatste
6
Onwennige rekruten, een universeel beeld. Links een van de eerste verzamelingen en onder het aanleren van de ‘S’ methode
afwerkingen aan het kamp werden uitgevoerd en op donderdag stonden alle pelotons paraat voor de start van hun commandoprogramma. De eerste lessen koordenpiste en roadwork maakten al snel duidelijk dat het voor vele kandidaten een loodzware opgave wordt. Door een gebrek aan voedsel en training, ontberen de veelal jonge kandidaten kracht en uithouding en onze onderrichters zullen veel geduld en tijd moeten hebben. Het zijn twee belangrijke sleutels die de essentie vormen tot succes. Polé, polé dus of anders gezegd: Take it easy. Gelukkig beschikken De eerste ‘Road Works, en net we hier over gedreven als in België worden de minder en ervaren onderrichsterken geholpen met wat duw ters die alles in het en trekwerk juiste perspectief kunnen plaatsen en die hun pelotons met raad en daad de juiste richting uitsturen. En ook de guru’s hebben hun handen vol. Dat bleek al tijdens de les watergewenning waar meer dan één Congolees onze zweminstructeurs Bart Soentjens en Kristof Voet stevig omarmden met een duidelijke verdrinkingsblik in hun ogen. Nu is de Congorivier, in de volksmond de “Fleuve”, niet direct het meest rustige zwembad om uw watervrees te overwinnen. Maar ook hier komt het wel goed op tijd en stond. De eerste lessen close combat kenden ook veel bijval, dan toch vooral bij de toeschouwers. In de zengende hitte van de middag vlogen de Kia’s en andere kreten lustig in het rond. De uitgevoerde rollingen nadien zorgden voor een heuse stofwolk en veel van het opvliegend zand mengde zich met de bezwete lichamen. AangenaEerste onderdeel in de les Close Combat is het aanleren van de gevechtshouding, dat weet ik nog uit mijn commandokamp nu 42 jaar geleden
7
Watergewenning, niet altijd vanzelfsprekend in Kongo, we zien Bart
Soentjens en Kristof Voet met hun leerlingen. Let op het gebruik van de pet-flessen als zwemvest. me kennismaking! Verder staan er deze week nog de eerste speedmarsen op het programma. Voor zij die ’s morgens moeten lopen zal het nog wel meevallen, maar sommigen zullen moeten lopen rond de middag en dat wordt geen lachertje. Met de huidige temperatuur van 48° is dit echt extreem en volgens de Congolezen zou de temperatuur de komende weken nog stijgen. De onderrichters van het tweede en derde detachement wezen gewaarschuwd want zij zullen van dag één vol aan de bak moeten. En een speedmars 10, 12 of 16 valt in de verte niet te vergelijken met het opwarmertje van 3 Km. Zondag werd ook het Blue screen verdedigingsscherm getest en werden hier de laatste verbeteringen aangebracht. Een nieuwe wasserij zou einde deze week toekomen zodat ook op dat vlak de laatste hiaten worden weggewerkt en alle was op volle toeren kan draaien. De enige wens, om een graad of tien van hier op te sturen naar België, zal waarschijnlijk wel niet in vervulling gaan. Jammer want ik hoor dat jullie daar wel wat van onze zon zouden kunnen gebruiken? Djambo. Peter Spitaels
Volgend verslag is geschreven door Adjt chef Geert Van Rooy, momenteel is hij de secretaris van het Bn, na jaren als ‘A-S-een’ en nog meer jaren als CSM van de Staf Cie gewerkt te hebben. Het detachement is ongeveer één maand bezig wanneer hij in de pen kruipt. Er is reeds meer dan een maand verstreken en de halve sessietesten kondigen zich binnen enkele dagen aan. Dit is al een eerste serieuze mijlpaal in de vorming van onze Congolese rekruten die zij dienen te overwinnen. Ik denk/hoop dat dit voor de meesten geen showstopper hoeft te zijn. Gelukkig hebben ze nog even de tijd om aan hun zwakke punten te werken deskundig bijgestaan door hun instructeurs. De nationale feestdag en tegelijkertijd de troonswissel is hier ook niet ongemerkt voorbij gegaan. In de namiddag werden er Highlandgames georganiseerd te JERICHO, het kamp van onze rekruten. In totaal waren er 8 ploegen van telkens 5 man ingeschreven. 7 ploegen, waaronder 2 onderrichtersploegen werden geleverd door onze Congolese broeders. Het BE Det leverde natuurlijk ook zijn bijdrage en hier werd er niet gekeken op een spierbundel meer of minder. Onze reputatie stond immers op het spel. De eerste proef was de beruchte tyreflip. Zo snel als mogelijk een unimogband kantelen over een bepaalde afstand. Een ware aanslag op kracht-en uithoudingsvermogen van de deelnemers. De volgende proef was aansluitend want
8
Waar de para’s zeer goed in zijn: hun brute kracht met veel inzet gebruiken onder het motto ‘winnen is belangrijker dan deelnemen’.
de chrono liep. Hier moest een boomstam doorgekapt worden met bijl of machete. Hier bleek al snel dat onze Congolese vrienden dit spelletje al meer hadden gedaan want in een mum van tijd was het balkje gekliefd. Hier verloor onze ploeg wel kostbare tijd maar dit verlies werd al snel goedgemaakt bij de volgende proef. Daar moest een unimogband voortgezeuld worden over een respectabele afstand. Wat onze jongens qua techniek in de vorige proef tekort kwamen, werd overduidelijk gecompenseerd met brute kracht in deze uitdaging. Met deze proef werd duidelijk het verschil gemaakt op de Congolese ploegen. Er moesten daarna per persoon nog 2 gevulde jerrycans naar een verderop geparkeerde jeep gebracht worden. Eenmaal alles ingeladen moest dit voertuig voortgetrokken worden tot over de finish. Eindelijk werd de chrono gestopt en sommige deelnemers waren praktisch volledig van de wereld. Vermits de BE ploeg pas als voorlaatste in actie moest komen, werd het al snel duidelijk dat onze jongens als winnaar uit de bus kwamen. Het verplichte touwtreknumHier zijn de Kongolezen beter in, mertje tussen de eerste en de tweede uit hun leven gegrepen en met ploeg draaide uiteindelijk uit op een de nodige handigheid. overweldigend machtsvertoon en was eigenlijk overbodig gezien het grote gewichtsverschil tussen de 2 ploegen. Iedere deelnemer aan dit contest kreeg een diploma en een C-rantsoen. Onze jongens verkregen daarenboven nog een houten herdenkingsplaatje. Maar sportief zoals ze zijn, werd unaniem besloten dit te schenken aan de tweede ploeg. Dit werd ten zeerste geapprecieerd door alle aanwezigen. De kers op de taart was de stier die werd geschonken door het BE detachement aan onze vrienden in opleiding. Aan de blikken te zien was deze “toro” zeker niet bedoeld om als huisdier te houden. Diezelfde avond werden we nog vergast op een verbeterde maaltijd. Hier werden nog eens alle registers uit de kast gehaald door onze koks. Om te beginnen werden we vergast op scampi’s in duivelssaus. Daarna een malse filet mignon met Met volle jerrycans zeulen, in een als afsluiter een lekker jeep leggen en die vervolgens ook ijsje. Een waar huzarenvoortsleuren maakt deel uit van elke stukje om dit naar hier te Highland Game die naam waardig krijgen richting evenaar
9
De prijsuitreiking, goed te zien dat dit soort wedstrijdjes goed is voor de verbroedering, zolang wij maar winnen natuurlijk.
zonder te laten smelten. Uiteraard werden de lekkere gerechtjes omkaderd met een zalig wijntje. Dit was een bijzonder 21 Julifeest in uitzonderlijke omstandigheden en dat waarschijnlijk bij velen onder ons nog lang in het geheugen zal blijven hangen. Ons verblijf is al over de helft en de eerste tekenen van de redeployment beginnen zich al aan te kondigen. Er worden al verschillende documenten in dit kader afgeprint en de eerste vlieger met aflossers begint al in zicht te komen. Dit wil zeker niet zeggen dat het onderricht stilvalt. Tot op heden blijven er nog altijd rekruten uit alle hoeken van het land toestromen. Deze mensen proberen we naadloos te laten opgaan in het lopend onderricht. Natuurlijk vraagt dit steeds extra inspanningen van de onderrichters. De synthese oefening die zal doorgaan tijdens de module 3 in november ligt ook zo goed als zeker vast. De laatste recce’s zijn nu nog bezig maar het belooft in ieder geval iets pittigs te worden zeker met het komend regenseizoen in gedachte. Djambo Geert VAN ROOY In ons volgend tijdschrift vervolgen wij deze artikelenreeks over de opleidingsopdracht in Kongo.
Blind en Blond! Een blinde man gaat een vrouwenbar binnen. Hij loopt naar de bar en bestelt iets te drinken. Nadat hij een tijdje heeft gezeten, roept hij naar de persoon aan de tap: 'Hé, wil jij een blondjesmop horen?' De hele bar wordt in een klap muisstil. Met een diepe, dreigende stem zegt de vrouw naast hem: 'Voor u die mop vertelt, meneer, moet u vijf dingen weten: Eén: De persoon achter de tap is een blonde vrouw. Twee: De uitsmijter is een blonde vrouw. Drie: Ik ben een 1,90 m grote, 100 kilo zware blonde vrouw met een zwarte band in karate.. Vier: De vrouw die naast me zit, is een blonde vrouw en is een professioneel gewichthefster. Vijf: De vrouw aan jouw andere kant is een blonde vrouw en doet aan worstelen. Ik raad u aan om er eens goed over na te denken, meneer. Wilt u die mop nog steeds vertellen?' De blinde man denkt enkele seconden na, schudt zijn hoofd en zegt: 'Nee, niet als ik 'm vijf keer moet gaan uitleggen.' Keihard, maar erg leerzaam. Niet te geloven! Maar toch..., het leven is keihard! Gisteravond zaten mijn vrouw en ik na het eten aan tafel nog zo over het een en ander na te praten tot het gesprek op euthanasie kwam. Bij dit delicate onderwerp, over de keuze tussen leven en dood, zei ik haar: 'Laat mij nooit leven als een plant, waarbij ik afhankelijk ben van een machine en gevoed word met een vloeistof uit een fles. Als je mij in die toestand ziet, koppel dan die toestellen, die mij in leven houden, maar af.' Zij is opgestaan, heeft de stekkers van de TV en van mijn computer er uitgetrokken en al mijn bier weggespoeld! Brunette: "Ik lees hier in de krant dat er in Tokio ieder uur van de dag een man wordt overreden." Blondje: "Dat is ook geen leven voor die kerel."
10
KONING FILIP Op 21 juli 2013 wordt een ancien van 3 Para Koning der Belgen, er zijn niet veel eenheden die met zo een openingszin kunnen uitpakken. Misschien de gelegenheid om iets te schrijven over het verblijf van de toenmalige Kroonprins in ons bataljon, alleen al om wat indianenverhalen de wereld uit te helpen die ik links en rechts wel eens hoor vertellen meestal ‘van horen zeggen’. Het is januari 1983 een historisch moment voor 3 Para, niet alleen vervoegd Prins Filip het bataljon als pelotonscommandant maar onze Franstalige vrienden van de 15 Cie wisselen met de Vlamingen van de 12 Cie van het 2 Cdo. Beide bataljons zijn dan eentalig. Dat geeft aanleiding tot het eerste indianenverhaal dat de Prins in de 15 Cie heeft gediend. Dat was niet zo, ons peloton logeerde in de blok Imjin van de 15 Cie maar maakte deel uit van de Staf en Dst Cie met als Cie Comd Kapitein Marcel Provinciael. Reden is simpel, de 15e is een operationele Cie maar ons peloton bestaat uit rekruten. Inderdaad Onderluitenant Filip, we moeten hem bij zijn militaire graad aanspreken, zal de basisopleiding van 35 Vlaamse rekruten leiden. Hij wordt daarbij geholpen door Sgt Pol Ooms, Adjunct van het peloton en Sgt Luc De Schuyter die na één maand wordt vervangen door Sgt Patrick De Blauwe omdat Luc op cursus PTI vertrekt. Deze drie OOffr zijn bekend om hun zacht karakter zoals iedereen weet. Kpl Eddy Habraeken en Kpl ‘Dingo’ De Bruyne vervolledigen het Pl kader. Hier sneuvelt dus een tweede indianenverhaal dat ik de Prins zou opge- Een onherkenbare rekruut, Lt Kol Reynders, Olt Filip en Sgt Ooms tijleid hebben. Klopt niet, hij dens een les camouflage, in die tijd wordt er nog geposeerd als er iewas reeds opgeleid en is mand een fototoestel bovenhaalt. dus mijn Pl Comd. Ik mag niet vergeten te zeggen dat Lt Kol Roland Reynders de bataljons Comd is en Adjt chef Rik Wouters de RSM. Iets meer over de kandidaat parachutisten, er wordt gezegd dat ze uitgekozen zijn maar daar klopt volgens mij niets van. Het is een gewone bende, er zijn sterke kerels bij, maar ook minder sterke, er zijn rustige gedisciplineerde mannen maar ook ‘ambetanteriken’, ik kan het weten want na het vertrek van Olt Filip ben ik bij het Pl gebleven tot hun afzwaai na 15 maanden. Een van hen wordt bijna gouden dolk een ander weigert om te springen in Schaffen. Over het algemeen draag ik goede herinneringen aan hen, niet moeilijk als men 15 maanden samen optrekt bij de Para Commandos. De taakverdeling is als in elk Pl, de Officier geeft de lessen taktiek, NBC en leidt de oefeningen. Als hij les geeft is hij niet het type dat alles erin brult. Zelden verheft hij zijn stem maar hij is wel kordaat
11
Olt Filip met zijn peloton op de hindernispiste, een van de dingen die hij het liefst deed.
en laat niet met zich sollen. Het liefst is hij te vinden op de koordenpiste en de hindernisbaan, hij heeft een goede fysiek vooral sterk in zijn armen, trekt zich zonder moeite 20 maal op aan de baar, kin boven de baar, heeft zich fysiek goed voorbereid. Hij zou nooit de Bn cross hebben gewonnen, maar ik en 450 anderen in het Bn ook niet. Hij leidt de roadworks en speedmarsen zonder moeite binnen de normale tijd. Hij sport graag met de mannen, vooral voetbal en ik kan iedereen verzekeren dat hij niet gespaard wordt van tackles, elleboogjes en meer van die voetbalgewoontes, hij geeft geen kik. We trachten het Pl zo normaal mogelijk te behandelen maar dat is niet eenvoudig als de Pl Comd de Kroonprins is. Om de haverklap komt er bezoek en moeten de mannen extra hun best doen, iedereen wil met onze Pl Comd op de foto en dat werkt tegen na een tijd. Het Bn Comdo krijgt dit door en er wordt een persdag georganiseerd om eens en voor altijd de bezoekersstroom in te dijken. Op de dag dat Prins Albert (het is 1983 en Boudewijn is Koning) het Bn komt bezoeken. Op het einde van de dag is er een kleine drink in de Mess Offr en onze Pl Comd staat er op dat zijn kader een pint mee komt drinken, trots stelt hij ons aan zijn vader voor en al vlug wordt en wat afgelachen aan die toog. Olt Filip gaat mee op bivak slaapt in een M56, eet uit de gamel en geniet daar zichtbaar van. Hij kijkt uit naar het jaarlijks schietkamp te Elsenborn maar kwetst zich op de hindernispiste enkele dagen voor vertrek. Wij naar Elsenborn zonder onze Pl Comd maar hij daagt na enkele dagen op met zijn voet in een gipsverband. Ik zie hem nog staan in 30 cm sneeuw met een waterdichte zak rond zijn voet erg warm moet dat niet geweest zijn, maar geeft hij geen kik. Er was voorzien dat hij twee maanden zou blijven, maar hij heeft gevraagd Op bivak, zelf potje koken en eten uit de gamel samen met zijn mannen.
12
Kpl ‘Dingo’ De Bruyne, Sgt Ooms en Olt Filip in de sneeuw te Elsenborn, niet zichtbaar is de plaaster aan zijn voet. Erg warm moet dat niet geweest zijn.
om een maand langer te doen meer was niet mogelijk omdat hij daarna wordt verwacht aan de Stanford universiteit. Later horen we dat die derde maand voorzien was als verlofperiode op het einde van zijn militaire opleiding, hij laat dus zijn verlof vallen om langer bij zijn Pl te blijven, ook hier geeft hij geen kik. Ik weet dat jullie op een anekdote zitten te wachten, ik ken er veel maar ben daar nogal spaarzaam mee. Eentje zal ik toch vertellen, het typeert meer de betrokkenen dan onze Pl Comd. Na ontvangst en installatie van onze rekruten stellen we vast dat er veel zijn die geen hangslot hebben meegebracht. Ik stuur Eddy Habraeken naar de Koeketel een bekende ijzerwinkel in Turnhout waar het Bn klant is. Een week later kom ik toevallig in de Koeketel en zie daar een grote foto van Prins Filip met het voltallig personeel en ook Eddy Habraeken op aan de muur hangen. Ik leg Eddy op de rooster en het blijkt dat de Prins aan Habraeken vroeg om mee te rijden, is herkend door het winkelpersoneel en gewillig mee op de foto ging. De foto heeft daar jaren gehangen, de winkel bestaat nu niet meer. Wij hebben goede herinneringen aan de toenmalige Olt Filip, één indianenverhaal is misschien echt. Hij komt nogal gereserveerd over, sommigen zeggen stijfjes, maar wij weten dat zonder bezoek of camera’s in de omgeving hij zeer gemoedelijk in de omgang is en hij kan net zo hard kan lachen als zijn vader. Pol Ooms
Als Prins Filip het Bn bezoekt vraagt hij steevast naar ‘zijn mannen’. Boven is hij Kolonel we zien Eddy Habraeken (†) en niet zichtbaar ‘Dingo’ De Bruyne en en Pol Ooms. Recht is het Bn te Bitche in Frans Lotharingen tijdens een NRF oefening de Prins is dan Generaal majoor.
13
INGESTUURD ARTIKEL Hierbij een artikel ingestuurd door Yvo Wijnants, die destijds in 3 Para diende samen met zijn broers Toon en Stan. Deze sprong kaderde in een groot manoeuvre dat startte met een landing uit zee op onze Belgische kust en eindigdeA met een bataljonsaanval ergens in de buurt van Elsenborn. Ons land werd van West naar Oost doorkruist en deze sprong was daar een deel van. Enkele pittige details met de woorden van Yvo: Den Toon wegens aarzeling in de stick, met zijn klikken en klakken in 't bos geland is (zonder erg) Dat den Yvo die dag de 50 ste sprong uitvoerde uit zijn carrière Dat de Stan die dag een officieel koppel gevormd heeft met zijn vrouwke Trees. Yvo Sint-Lievens-Houtem is een plaats en gemeente in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. Het is een landelijke gemeente, net buiten de Vlaamse Ruit en in de Er zitten een man en een olifant in de sauna. Op een gegeven moment vraagt de olifant aan de man: "Eet jij daarmee?"
14
KEEP THE SPIRIT ALIVE Het KSTA heeft zich tot doel gesteld om de spirit van 1 Para levendig te houden na de ontbinding van het bataljon. Met een schrijven vragen ze ons om enkel mededelingen aan onze leden te doen. Met genoegen gedaan. De ‘Remember Day’ van 2014 zal doorgaan op 30 augustus te Diest. Meer informatie later, en te vinden op hun website www.ktsa.be Op vraag van veel oudgedienden, die elkaar iets meer willen terugzien organiseert KTSA een neuwjaarsdrink op 25 januari van 19 tot 23 uur in de Hallezaal, Scholenstraat 5, 3290 Diest. Onze leden zijn hier op uitgenodigd.
ANPCV: Algemene vergadering 2014 Leden die ook aangesloten zijn bij het ANPCV hebben in Nr 123 op Blz 42 de aankondiging gelezen van de jaarlijkse ANPCV vergadering. Het ANPCV secretariaat bezorgde ons enkele aanpassingen. De datum is onjuist, het moet zijn : Vrijdag 28 februari 2014 . Prijs middagmaal is ook onjuist het moet €35 zijn. Deelnemers moeten zich inschrijven via hun regionale door storting van € 35 en dit voor 29 januari 2014 op ons gekend nummer BE 72 0013 1826 0716. Het ANPCV tijdschrift vermeld 31 januari maar dat is de datum dat wij onze cijfers moeten doorgeven. Voor de andere details zie het ANPCV tijdschrift: Nr 123 op Blz 42.
15
Lezers die de nieuwsbrief van half december hebben gelezen zijn op de hoogte van de mededelingen hieronder, voor de anderen veel leesplezier
DIVERSEN LIDGELD 2014 Met de laatste nieuwsbrief hebben veel leden hun lidgeld reeds betaald, toch nog eens een oproep lanceren. ANPCV leden zijn reeds op de hoogte, er is beslist het lidgeld te verhogen tot €20 wanneer men via onze Vriendenkring ook ANPCV lid is. €10 wanneer men enkel bij VrKr van 3Para lid wenst te zijn. Onze penningmeester vraagt om bij voorkeur het lidgeld via de bank te betalen op het gekende nummer. VRIENDENKRING 3 PARA Fortis Bankrekening: 001-3182607-16 IBAN: BE 72 0013 1826 0716 ALGEMENE VERGADERING EN NIEUWJAARSDRINK 12 januari 2013 Alle leden worden hier op uitgenodigd. Plaats: Kazerne van 3 Para, ingang langs hoofdpoort, parking op paradeplein. Programma en timing: 1000 Hr: Bijeenkomst 1015 Hr: Openen van de Vergadering Einde vergadering Nieuwjaarstoespraak gevolgd door drink 1400 Hr: Einde bijeenkomst BESTUUR Volgens de statuten van het ANPCV moet elke regionale jaarlijkse verkiezingen organiseren voor het samenstellen van een Regionaal Bestuur. Kandidaturen voor een Bestuursfunctie dienen overgemaakt aan onze secretaris Robert De Trogh (adresgegevens Blz 2) voor 31 Dec 2013. De namen van de kandidaat bestuursleden zullen worden uitgehangen aan het bord info in ons lokaal. VERJAARDAGEN Vaste bezoekers aan ons clublokaal weten dat verjaardagen gevierd worden met een lekkere taart of vlaai. Het zijn de jarigen zelf die hier initiatief in nemen er is geen enkele verplichting. Maar het loopt wat uit de hand met verschillende redenen waar ik niet verder op inga. Het is wel een vast ritueel en het zou spijtig zijn moest dit verloren gaan. Objectief bekeken ligt de lat niet voor iedereen gelijk, soms zijn er vijf jarigen soms maar een. Het aantal taarten te betalen blijft wel gelijk dus moet de een dieper in zijn buidel tasten dan de ander. We houden het clubbezoek graag betaalbaar en voor iedereen gelijk. Dus na wat overleg en wat rekenwerk is het volgende uit de bus gekomen. Eenmaal per maand is er taart of vlaai voor alle jarigen in die maand. Zij die willen trakteren betalen € 12, een vast bedrag, het speelt geen rol hoeveel jarigen er zijn die maand. Jos Verholen is de man die dit opvolgt en ook de taarten aankoopt. De andere initiatieven zoals de ‘kip moambe’, ‘de chili con carné’ en de ‘Jamaicaanse schotel’ kunnen tot ieders plezier nog doorgaan op een taartloze zondag. Ik besluit met te herhalen dat er geen verplichting is en geen sociale druk, alles is vrijblijvend. OPENEN LOKAAL Elke veertien dagen op zondagochtend van 10h00 tot 13h00. Januari 12 (AV) en 26. Februari 9 en 23. Maart 9 en 23. April 6 en 20.
16
Inleiding: In onze Vriendenkring tellen we weinig leden die nog actief paracommando zijn, Pascal Ryken bevestigt die regel. Hij is nog geen 18 jaar oud als hij als milicien in 1985 kandidaatparacommando wordt. Eenmaal gebrevetteerd vervoegt hij 3Para, wordt ook burgerparachutist, begint heel veel te springen en behaalt mooie resultaten in wedstrijdspringen. Dit valt ook in CE Para op en het duurt niet lang als hij in de nationale militaire ploeg terechtkomt. 10 Jaar en zowat 7500 sprongen verder zet hij een stap terug en maakt hij vrijwillig plaats voor jong opkomend talent. Hij gaat dan over naar de Ravair waar hij nu nog altijd actief is. Onze reporter Jos Verholen heeft reeds langer de naam Pascal Rijken met rode stift gemarkeerd voor een reportage. Pascal interviewen is niet simpel want hij heeft het nog altijd druk, vertoeft nog regelmatig in het buitenland voor militaire opdrachten en heeft héél veel te vertellen. Reeds gemaakte persoonlijke verlofplannen door Pascal met onmiddellijk daarop een volgende militaire opdracht van 1 maand in Congo brengen onze reporter in tijdnood en nopen hem te grijpen naar zijn plan B dat hij steeds incalculeert. Deze reportage zal dan ook bestaan uit 2 delen. In Deel 1 zal Pascal zichzelf voorstellen, zijn opleiding tot paracommando in Marche-les-Dames omschrijven, alsook zijn verblijf in 3Para. In onze “In illo” van december a.s. zal in Deel 2 het competitief valschermspringen aan bod komen, alsmede zijn werk en buitenlandse belevenissen in de Ravair.
ONZE ‘IN ILLO” REPORTER OP BEZOEK DEEL 1In illo: ANPCV (Amicale Nationale ParaCommando – Nationale ParaCommando Vrienden-
kring) is grotendeels bevolkt door gewezen paracommando’s, hetzij beroeps, hetzij als milicien. Een klein gedeelte-niet ancien paracommando zijn leden die zich hebben aangesloten uit sympathie, hetzij door zielsverwantschap, hetzij door een zeker gevoel van verbondenheid, meestal voor of met een reeds bestaand lid. Verder is ANPCV toegankelijk voor Junior-para’s en junior-commando’s, jongeren die ondermeer langs deze weg kunnen kennismaken met het parachutisme in Schaffen en zich kunnen wagen aan commandoactiviteiten in Marche-les-Dames, steeds onder leiding van ervaren militaire beroepsinstructeurs. Paracommando’s die tijdens hun loopbaan reeds lid worden van onze Nationale Vriendenkring zijn zeldzaam. Dit is ook zo in onze eigen Vriendenkring, Regionale Tielen zoals wij genoemd worden binnen ANPCV. In onze Vriendenkring 3 Para is Pascal Ryken deze uitzondering en bevestigt hiermee de regel. Pascal is de zoon van een oudgediende. Het lijkt dan ook vanzelfsprekend dat Pascal kiest om een rode muts te kunnen dragen als hij in 1985 wordt opgeroepen om zijn dienstplicht te vervullen. Nog geen 18 jaar oud begint Pascal aan een niet-alledaagse militaire parachutistenloopbaan, echt de moeite voor een reportage !
“ PASCAL RYKEN : HET PURE PARACHUTISME “ In illo: Westerlo en omstreken heeft een rijke traditie aan parachutisten, zowel militaire- als burgerparachutisten. We laten Pascal, die ontegensprekelijk deel uitmaakt van deze traditie, zelf aan het woord zich voor te stellen. Pascal: Ik ben geboren op 11 november 1967 en heb altijd gewoond in Voortkapel, één van de parochies van Westerlo, die reeds behoort tot de gemeente Westerlo ver voor de fusies van gemeenten die plaatsvinden in 1976. Ik groei op in een gewoon arbeidersgezin. Vader is ploegbaas bij bussenbou-
17
Pascal op bezoek bij 3 Para voor dit interview, hij is vergezeld van twee ‘sprongkameraden’ Rob Proost en Felix ‘de witte’ Van Kerkhoven. wer Van Hool in Koningshooikt bij Lier, moeder is fabrieksarbeidster bij Bell Telephone in Geel. Verder zijn er twee zonen waarvan ik de oudste ben. Gans mijn onderwijs doorloop ik in Westerlo. Zowel Kleuterschool, Lager Onderwijs als later Beroepsonderwijs worden er mijn deel. De gebruikelijke PMStesten op het einde van het Lager Onderwijs wijzen uit dat Beroepsonderwijs richting metaal mij moet liggen, met daarin ‘lassen’ als specialisatie. De regio Herentals-Geel-Westerlo is dan in volle expansie wat beroepsmatig heel wat perspectieven biedt voor de toekomst. Ik verlaat de vakschool en begin bij de dorpssmid als lasser onmiddellijk in ’t zwart wat bij te klussen. Een beroepsloopbaan in het vak waarvoor ik afstudeer einde juni 1985 zal er echter nooit inzitten vermits ik reeds op 2 september van datzelfde jaar mijn legerdienst zal beginnen in Marcheles-Dames. Nog tijdens mijn periode van milicien word ik eerst tijdelijk beroeps (TB) om nadien definitief beroepsvrijwilliger (BV) te worden. Het is het begin van mijn militaire carrière als paracommando. In illo: En dat wordt vanzelfsprekend een dienst als milicien-paracommando ? Pascal: Dat ‘vanzelfsprekend’ is voor mijzelf inderdaad toepasselijk wat mijn persoonlijke keuze betreft vermits paracommando worden reeds lang mijn droom is. Maar iets beginnen en daarin ook nog slagen is niet altijd evident, niets gaat vanzelf en van de opleiding in Marche-lesDames wordt gezegd dat ze niet van de poes is. Fysiek denk ik minstens tot de categorie van de goeie gemiddelden te behoren, maar het militair gedoe is uiteraard totaal nieuw en het is afwachten of je daar voor in de wieg bent gelegd. Mogelijk heb ik het in mijn genen vermits mijn vader inderdaad een oudgediende is van het 2de Commando, lichting 1964, het jaar van de operaties ‘Rode Draak’ in Stanleystad en ‘Zwarte Draak’ in Paulis, in voormalig Belgisch Kongo. Thuis wordt daar weinig of niet over gepraat. Rond mijn leeftijd van 12-13 jaar ontdek ik onverwacht foto’s van mijn vader uit zijn periode als milicien. Natuurlijk word je dan nieuwsgierig en begin je vragen te stellen. Zonder veel te overdrijven vertelt vader me toen hoe het er ‘in zijne tijd’ aan toeging bij de para’s en de comDe jonge Pascal Ryken hier op de hindernispiste te Wartet tijdens zijn opleiding in 1986.
18
Enkele typische foto’s tijdens het commandokamp, opleiding in de winter is vooral tijdens de ‘amfibie’ niet altijd een pretje. mando’s. Over ‘Stanleystad’, dat Kisangani zal worden en ‘Paulis’, dat verandert in Isuru-Matari, blijft hij steeds bescheiden, soms zelfs terughoudend. Anderzijds koester ik reeds lang een onuitgesproken verlangen om ooit te kunnen vliegen zo vrij als een vogel, te voelen hoe het is om tegen 200 Km/uur de zwaartekracht van de aarde te trotseren en dan door een korte ruk aan het handvat jouw eigen parachute open te kunnen trekken om een veilige landing te maken. In illo: En een appel valt nooit ver van de boom zeker...? Pascal: Als zoon van een oudgediende paracommando zou je dat zo kunnen stellen, maar thuis zijn ze toch niet overenthousiast. Enkele jaren voordien is er een jonge dorpsgenoot-burgerparachutist omgekomen tijdens een sprong in vrije val op de Keiheuvel in Balen. Mijn ouders zijn op dat ogenblik nogal close met zijn ouders. De begrafenisplechtigheid is aangrijpend. Als de kist wordt neergelaten in het open graf vliegt de Cessna waaruit hij zijn fatale sprong heeft gemaakt laag over het kerkhof. Vanuit de open deur dwarrelen honderden kleine bloemen neer waarvan er enkele pal op de kist vallen. Over de omstandigheden van het dodelijk ongeval zelf doen dan later allerlei geruchten maar zo’n voorval blijft hangen in een kleine dorpsgemeenschap. Stilaan nadert het einde van mijn vakopleiding waarna quasi onmiddellijk mijn militaire dienst begint en waarvoor ik vervroeging heb aangevraagd. Ik ben daarbij van plan direct beroeps te worden voor minimum twee jaar omwille van een onmiddellijke verloning. Groot is mijn ontgoocheling als ik te horen krijg dat er een tijdelijke wervingsstop is. Deze wervingsstop zal worden opgeheven als ik reeds tien maanden onder de wapens ben. Het militaire gedoe bevalt me, ik aarzel dan niet en teken onmiddellijk bij. In illo: En dan begint het Pascal ? Pascal : Inderdaad. Ik vervoeg dus Marche-les-Dames op 2 september 1985. Ik ben dan nog geen 18 jaar oud. Ik begin er aan een paracommando-opleiding die een half jaar zal duren, en de winter staat voor de deur. Ik ervaar onmiddellijk dat er wordt gefocust op fysieke en morele capaciteiten. Beiden zijn onontbeerlijk, structureel zelfs, om een bekwaam paracommando te kunnen worden. Marche-les -Dames is en blijft Marche-les-Dames wordt altijd gezegd, en zo is dat ook. Vele generaties zijn er gepasseerd, meestal voor durftesten en voor het A of B-brevet-commando. Na vier maanden opleiding van rekruut tot goed getraind kandidaat-paracommando behoor ik tot de geslaagden. Onmiddellijk volgt het commandokamp, we zijn dan december 1985. Het is volop winter. De dagen beginnen klokvast om 06h00, het einde van de dag is nooit te voorspellen. De lengte van de marsen wordt gestaag opgedreven, schijnen daarbij altijd langer en langer te worden dan vooropgesteld en de rugzak
19
Een bijzondere dag in het leven van elke paracommando, Pascal ontvangt zijn welverdiende Rode Muts. wordt dan parallel zwaarder en zwaarder. We realiseren ons daarbij, zonder ook maar de minste twijfel, waarvoor het vele oefenen van de voorbije maanden heeft gediend. Dit is voor ons de ultieme test voor het behalen van de rode muts en het commandobrevet, maar vooral om verder te kunnen gaan om paracommando te kunnen worden. Het commandokamp eindigt traditiegetrouw met de raid in Corsica. Met grote fierheid en met een even grote persoonlijke voldoening ontvangen we de rode muts en de commandobadge. Begin januari 1986 vertrekken we naar Schaffen voor de klassieke sprongopleiding. Ze duurt iets langer dan voorzien wegens de soms grillige winterse weersomstandigheden. We ontvangen onze parawing omstreeks half februari, er zijn geen opgevers meer. We zijn nu volledig gebrevetteerd paracommando! In illo: Bepaalde herinneringen uit de opleiding die zijn blijven hangen Pascal ? Pascal: Al decennia lang, reeds vanaf het prille begin nu toch al 70 jaar geleden, circuleren er allerlei verhalen over de para’s en de commando’s, later simpelweg de paracommando’s. Vele van die verhalen zijn ook de realiteit, anderen zijn minder waar, vaak opgeschroefd of onbestaande zelfs. Al diegenen die ooit een rode of een groene muts hebben gedragen kunnen daarover meespreken, en/of moeten ootmoedig toegeven ook zelf wel eens gezondigd te hebben. Best te begrijpen als men weet dat er in ons land naar schatting zo’n 100.000 paracommando’s zijn gevormd. Reeds vanaf dag 1 van je inlijving ben je militair, eigenlijk zonder het te beseffen. Alles is nieuw en je komt in een andere wereld terecht. De streng gebiedende toon van de bevelen moet je gewend geraken, om in een later stadium te begrijpen waarom die nodig is. Morele en fysieke trainingen zijn onafscheidelijk en worden gaandeweg stelselmatig opgedreven. Groepsgeest wordt aangekweekt. Diegenen die niet beschikken over voldoende morele en fysieke capaciteiten worden elders gestuurd. Tenslotte word je opgeleid om waar ook ter wereld paraat te staan voor actie, ook in de meest onverwachte en uiterst moeilijke omstandigheden. Eenmaal we volledig gebrevetteerd zijn begrijpen we dat die soms strenge en zware opleiding nodig is omdat ze uiteindelijk de basis vormt Eenmaal in 3 Para toegekomen krijgt Pascal net als alle andere Paracommandos een specialisatie, hier als MAG schutter, foto genomen te Leopoldsburg.
20
Met 3 Para gaat Pascal regelmatig op oefening, hier op het vliegveld te Solensara, Corsica. In die tijd elk jaar op het programma. tot beroepsparacommando. Specialisatie begint later in de Eenheid waartoe je na de opleiding gaat behoren. Mijn opleiding in Marches-lesDames zal ik dan ook in die zin blijven herinneren. In illo: Hoe kom je dan in 3Para terecht ? Pascal: Eenmaal volledig gebrevetteerd mogen wij onze voorkeur voor een Eenheid uiten. Mijn voorkeur gaat, in volgorde uit naar 3Para, 1Para, of de Batterij in Brasschaat. Met grote persoonlijke voldoening wordt het dus 3Para, voor mij het meest interessant wat afstand betreft maar waar ik ook al heel wat kameraden ken. Ik kom er terecht in de 15°Compagnie die sinds de grote legerhervormingen van 1983 volledig Nederlandstalig is. Ik ga deel uitmaken van peloton A om er MAGbevoorrader te worden, na enige tijd wordt ik MAG-schutter. Als ik definitief teken voor een beroepsloopbaan word ik chauffeur Unimog en ga over naar de Sectie Zware Wapens van het Peloton. Ik maak er kennis met de M.50, een zwaar kaliber machinegeweer dat al oeroud is maar zelfs nu nog altijd gebruikt wordt, en met de mortieren 60 mm. In illo: Hoe beschrijf je het dagdagelijks leven in een paracommandobataljon ? Pascal: Niet anders dan vroeger denk ik. Elk bataljon heeft een structuur. Het kader is uiteraard beroeps, maar het gros van de manschappen bestaat dan nog altijd uit dienstplichtigen. Elke lichting dient telkens opnieuw klaargestoomd te worden tot volwaardige paracommando’s, en resultaten bekomt men slechts door veel te oefenen. In feite kan men de volledige term van een dienstplichtige milicien als één grote opleiding omschrijven. In illo: Je blijft slechts enkele jaren in 3Para Pascal, vertel ? Pascal: Inderdaad, slechts 3 jaar. Ik verklaar dit als volgt: Pas militair gebrevetteerd en met slechts 8 sprongen op mijn actief begin ik ook te springen als burgerparachutist en word ik lid van het Vlaams Verbond voor Parachutisme (VVP). In de weekends wordt het vliegveld Sanicole in Leopoldsburg mijn thuisbasis. Ik spring er enkele automatics, ga direct over in vrije val, en begin weldra deel te nemen aan wedstrijden, vooral PA (precisie). Ik krijg ook de gelegenheid RW (Relatif Pascal te Vicenza, Italië het ligt tussen Verona en Venetië. In die tijd maakten we deel uit van AMF en te Vicenza is er een Amerikaans parabataljon ‘de 509’ waar we veel uitwisselingen mee deden. Het behalen van de US parawing staat ook op het programma.
21
Works-figuren dus) te springen, een discipline die in die periode wereldwijd felle opmars maakt, ook in militaire kringen. In meerdere wedstrijden behaal ik mooie resultaten, zowel in PA als in RW, ook daar waar militairen deelnemen. Ik trek veel op met collega-wedstrijdspringers van CE Para en die beginnen spreekwoordelijk aan mijn mouw te trekken. Ook onze Korpscommandant Lt.Kol Van Baelen is niet weigerachtig, moedigt mij zelfs aan te muteren naar CE Para. Met grote verwachtingen ruil ik 3Para voor CE Para. Ik muteer op 02 april 1989 en kom onmiddellijk in de ploeg terecht. Mijn droom begint werkelijkheid te worden. Ik laat niet na hierbij te melden dat ik met heel veel voldoening in 3Para heb kunnen dienen en bewaar de beste herinneringen aan deze periode van 3 jaar in Tielen. In illo: Zoals… ? Pascal: In denk dan direct aan ondermeer de raids in Corsica en het jaarlijks schietkamp in Otterburn, allebei grote klassiekers natuurlijk. De sprongkampen in Duitsland, Spanje en Italië waar we bij de Amerikanen springen. Wij springen er uit hun wereldberoemde helikopter, de UH-1B, remember de Vietnamese oorlog. Je kan ze van ver horen aanvliegen met hun specifiek HarleyDavidsongebrom. Tijdens deze sprongkampen behaal ik er het Duits, Spaans en Amerikaans brevet. Een andere herinnering is voor mij het Frans Commandokamp, ik meen dat het in Quelerne* gelegen is. Even grote klassiekers zijn de schietkampen in Elsenborn en Vogelsang, en nog verder in Duitsland de Herfstmaneuvers in Arolsen aan de Wezer. We zitten dan niet zo ver van de Oostzone. Ook in eigen land wordt er serieus geoefend. Leopoldsburg, Mechelse Heide en Hoeverheide zijn even bekende namen. Een maneuver begint meestal met een sprong uit C130, of een stormlanding. Gebeurlijk springen we uit helikopter. Wat ook zeker in mijn herinneringen blijft is de fameuze mars van 80 Km waaraan ik meerdere malen deelneem. Daarbij herinner ik me een mars waarbij 3Para vertrekt van op de DZ van Schaffen, 1 Para vertrekt vanuit Tielen. In het Kwartier Wolfstee in Herentals wordt er verbroederd en versterken we de innerlijke mens, we hebben dan ongeveer 40 Km op de teller en zijn zowat halfweg. Na de nodige rustpauze zetten we ons opnieuw in beweging voor de overige 40 Kilometers richting onze respectievelijke thuisbasis. In illo: Ook minder aangename of merkwaardige herinneringen…? Pascal: Ze schieten me niet direct te binnen. Maar elke job heeft zijn goeie en zijn minder goeie kanten, eigen aan het beroep. Bij militairen ligt dat wellicht anders dan bij de gewone burger. Wat voor de ene een bagatel lijkt brengt een andere in alle staten…maar elke ochtend komt opnieuw de zon op en moeten we weer verder ! Een merkwaardige gebeurtenis die ik zal blijven herinneren: In 1987 zijn we in Zeebrugge om er rappel- en klimoefeningen te doen op de golfbrekers als de ramp met de Harold of Free Enterprice er zich voordoet. Samen met de groep Diane van de Rijkswacht worden we opgedragen om de kust in het oog te houden en om uit te kijken naar Pascal als chauffeur Unimog, functie die over het algemeen omschreven wordt als: ‘den driver van de stafbak’.
22
eventueel aangespoelde lijken…bij mijn weten heeft niemand uit ons peloton toen een slachtoffer gezien. In illo: Als slot van dit Deel 1 Pascal. Wie van onze leden herinner je zoal uit jouw 3Para-periode ? Pascal: (denkt na)…Onze huidige voorzitter Pol Ooms als Chef-CQMS, Rik Gillebert als Wapenmaker van het Bataljon…,Walter Van Der Burg die onze solden uitbetaalt op Sectie Personeel. De huidige RSM Adjudant-majoor Peter Spitaels als Pl Adjt die de Zware Wapens van het Peloton beveelt, maar ik weet niet of hij lid is… en…sorry voor diegenen wier naam mij niet onmiddellijk in mijn gedachten komt. In illo: Inmiddels zijn er enkele uren verstreken…Ik heb voldoende notities en een 40-tal foto’s, voldoende dus voor Deel 1 van deze reportage. Ik dank Pascal voor zijn medewerking en we maken nu al een afspraak voor Deel 2 na zijn thuiskomst van zijn zoveelste buitenlandse opdracht. Jos Verholen *Quelerne is een van de Franse ‘Centre Entrainement Commando’ (CEC). Het is lange tijd de gewoonte geweest om elke Cie jaarlijks een tweetal weken in een CEC te laten passeren. Givet is het meest bekent, maar Pont Saint Vincent in de Elzas, Vieux Brisach op de rechteroever van de Rijn tussen Vogezen en het Zwarte Woud, Mont Louis in de Pyreneeën worden ook met regelmaat bezocht. Quelerne ligt in Bretagne, het is geen CRC meer, ook het Franse leger doet aan hervormingen. De 15Cie is de laatste geweest die het Kamp heeft gebruikt als CEC.
Legertoestanden Door het bos lopen twee commando's. Op een gegeven moment vinden ze drie granaten en ze besluiten die mee te nemen naar de sergeant. Onderweg terug zegt de een tegen de ander: "Wat doen we nu als er eentje afgaat?" Antwoordt de ander: "Dan zeggen gewoon dat we er maar twee gevonden hebben!" 1945, twee Duitsers worden boven Engeland gedropt. Ze besluiten om een gezellige pub te bezoeken. Eenmaal binnen, vraagt de barman om hun bestelling "Two whiskey." Barman: "Dry whiskey?" "NEIN ZWEI!" "Wel soldaat, smaakt de soep niet?" "Jawel, adjudant, maar..." "Maar wat, soldaat?" "Er ligt nogal veel zand in." "Mag ik u erop wijzen, soldaat, dat u niet zo moet klagen. U bent hier om het vaderland te dienen, denk daar aan." "Maar niet om het op te eten, adjudant." Er zit een kerel bij de keuring voor militaire dienst. De dokter vraagt de jongen wat hij in het leger wil gaan doen. 'Ik wil graag generaal worden', zegt hij. 'Ben je gek?' zegt de dokter. Zegt de kerel: 'Is dat een vereiste?” Een soldaat staat om 1 uur 's nachts in de stad wat dronken op zijn benen met zijn arm om de lantarenpaal. Er komt een kapitein voorbij, die vraagt: wat doe jij nou? "Nou kapitein, de hele stad draait om me heen, nu wacht ik tot de kazerne voorbij komt en dan stap ik naar binnen."
23
Pol Ooms en Rik Gillebert, twee gepensioneerde anciens van 3 Para, maken in 2009 een pelgrimstocht van Turnhout naar Santiago de Compostela. Pol heeft een dagboek bijgehouden. Ze zijn intussen iets minder dan 1300 km aan het stappen en ver in Frankrijk. Ze zijn op kruissnelheid, in bloedvorm en sedert enkele dagen stappen ze steeds in gezelschap van andere pelgrims. Momenteel bevinden ze zich in de platte Landes.
POL EN RIK NAAR JAAK deel 11 28 Mei, dag 56. Naar Captieux in de bossen. Goed geslapen, vandaag is het simpel, we volgen een oude spoorwegbedding tot Captieux en daarna gaan we zes km verder waar Roger en Annie ons opwachten met de mobilhome. Ritten, Paul en ik hebben afspraak met hen. Desiré en Philippe zullen naar de privé gîte van le Billon gaan. Tijdens het stappen valt het op dat Philippe ‘le Qeubequois’ achterblijft, hij heeft ook last van tendinitis een typische pelgrimsaandoening. We vertragen wat want we hebben tijd genoeg. Wandelen langs de oude spoorwegbedding is hier voor verschillende redenen goed. In deze streek zijn er weinig verharde wegen, die Roger, Annie, Rik en Pol voor de reuzengrote camper in de Laner zijn worden door veel verkeer des. Op deze plaats zal Roger ons morgenochtend terug gebruikt en zijn gevaarlijk om ‘droppen’. langs te stappen. Na de heuvelachtige Bourgogne, Berry en Limousin doet het deugd eens niet te moeten klimmen en dalen. Deze spoorwegbedding is al oud de bomen zijn naar elkaar toegegroeid en het bladerdak vormt bijna een tunnel, bij grote hitte (zoals nu) is men beschermd door dit bladerdak. Elk voordeel heeft een nadeel, we kennen dit nog uit de vorige wandelingen langs dit soort wegen, eentonig, geen agglomeraties en lang, ook hier zullen we twee dagen stappen langs deze wandelweg. Rond 13:30 hr nemen we voor één dag afscheid van Desiré en Philippe en gaan naar de afgesproken plaats waar we opgepikt worden door Roger en Annie. Ze hebben een staanplaats gevonden in Roquefort, is dit nu net de aankomstplaats van morgen. Maar we spelen het fair en Roger zal ons morgenvroeg terug afzetten op de plaats waar hij ons heeft opgepikt. De mobilhome is er één van het type extra-large en we kunnen er gemakkelijk met vijf in slapen, douche nemen inbegrepen. Roger en Annie trakteren ons ook op een lekkere maaltijd in een plaatselijk restaurant te Roquefort, nog eens met mes en vork eten, bedankt. Gegevens: Start 7:45, aankomst 14:00. Afstand 26 km, totaal 1296 km. AM: Mooi-warm. PM: Mooizeer warm. Overnachting: Mobilhome. Volgweg: Oude spoorwegbedding, door bebost terrein. 29 Mei, dag 57. Naar Roquefort in de Landes* Roger en Annie maken een goed ontbijt voor ons en zetten ons vervolgens af op de plaats waar ze ons opgepikt hebben. We volgen nog even de D932 omdat de oude spoorwegbedding hier onbegaanbaar is door de gevolgen van een storm**. Ter hoogte van La Gare de Poteau komen we terug op het parkoers, we moeten halt houden en onze broekspijpen terug aanritsen, duizenden muggen hebben
24
Op stap langs een oude spoorweg in de Landes, het bladerdak vormt een beschermende tunnel, zeer welkom want het is bloedheet
het op elk stuk ontbloot lichaam gemunt, om gek van te worden, en we hebben geen beschermingsmiddelen bij. Iets verder in open terrein en in de zon zijn ze plots weg, gelukkig. Als we in een open vlakte komen zie ik in de verte tegen de azuurblauwe hemel witte wolken, maar als ik stilsta blijkt het om de Pyreneeën te gaan, die zijn hier toch nog tussen de 90 en 100 km verwijderd, een bijzondere ervaring. Als ik dit later op de dag aan een Fransman vertel, beaamd die dat dit mogelijk is, maar dat het dan de volgende dagen slecht weer zal worden, dit blijkt een lokale weerspreuk te zijn. We stappen nu in open terrein en zien in de verte drie andere pelgrims, we verwachten er maar twee (Desiré en Philippe) als we naderen zien we dat ze een metgezel hebben. Anthony is een Engelsman van het excentrieke soort, hij wil enkel Frans spreken, en laat zich dus Antoine noemen. Zijn Frans is zo slecht als mijn Chinees en de conversatie is voor mij te vermoeiend, doe maar gewoon dat is zot genoeg is een spreuk uit Antwerpen en ik hou me daaraan. Nu we terug samen zijn vertellen we honderduit en intussen zien we meer en meer van de enorme schade van de storm. Op sommige plaatsen zijn de bomen afgeknapt als lucifers, een perceel ernaast staan ze allen nog mooi recht. Soms liggen er reuzengrote eiken omver en dennenbomen staan ongedeerd recht, even verder is het net andersom. Op sommige plaatsen wordt het hout verzameld, de stapels zijn als appartementsgebouwen groot en hoog, onvoorstelbaar. Intussen schuiven de kilometers onder ons door, we merken niet eens dat Antoine er niet meer bij is, hij wil gewoon alleen stappen, geen probleem. Dan gebeurd er iets wat we niet verwachten, het is heel warm en er zijn weinig huizen op onze volweg, als we dan aankloppen voor water wordt dit door de eigenaar botweg geweigerd, ongelooflijk en hij heeft een zwembad van misschien wel 100000 liter in zijn tuin. Dit is na de Belg in St Marie Geest op de derde dag, slechts onze tweede onaangename ervaring. Philippe is razend en we moeten hem bedaren, ook hier kan ik alleen maar lachen met deze armzielige mens die dit enkel doet om reacties uit te lokken. Rik op stap door de geteisterde Landesbossen, hier stonden voor de Het is wel een streep door storm dennen. Dit pad is vrijgemaakt maar de pelgrimsroute is nog niet onze rekening want we overal begaanbaar
25
Hout, hout, hout… Pol en Paul Janssens langs kilometerslange rechte wegen in de Landes
zitten allemaal zonder water en het is nog ver, ik krijg Flash-Backs van een meerdaagse mars in Benin (Afrika) daar was het ook zo dorstig. Als we in Roquefort toekomen gaan we op een terras zitten en drinken een paar koele pinten. Philippe is bedaard en de stemming terug optimaal. De gîte is ok, maar we kunnen weer niet koken voor iedereen, hij ligt wel juist naast het riviertje en er is een ligweide, het duurt niet lang of we maken hier gebruik van. Roquefort is een mooi stadje de kerk ‘Notre-Dame de l'Assomption’ is een bezoek waard en naast de kerk is er een kapel gewijd aan St Jacobus en de pelgrims. Het riviertje La Douze snijdt de stad in twee en een middeleeuwse boogbrug verbindt deze twee delen. In Frankrijk noemen drie steden Roquefort, de beroemde blauwschimmelkaas komt uit het dorp Roquefort-sur-Soulzon in het Centraal Massief. Gegevens: Start 7:45, aankomst 14:15. Afstand 27 km, totaal 1323 km. AM: Mooi-warm. PM: Mooi-zeer warm. Overnachting: Pelgrims gîte. Volgweg: Oude spoorwegbedding en zandwegen door bebost terrein. * Landes maakt deel uit van Aquitanië. Het wordt begrensd door de departementen Gironde, Lot-et-Garonne, Gers en de Pyrénées-Atlantiques en ook aan de Atlantische Oceaan. Het was ooit moerasgebied, maar werd al lang geleden ingepolderd en is tegenwoordig vooral het grootste bosgebied van Frankrijk. Zoals vrijwel overal in Zuid-Frankrijk worden ook in Les Landes en Baskenland nog regelmatig stierengevechten gehouden. Hoewel, echte stierengevechten zijn het niet. Hier wordt gewerkt met koeien. De zogeheten Course Landaise, is relatief diervriendelijk. De koe wordt kwaad gemaakt, maar niet verwond of gedood. De koeienvechter moet het dier ontwijken door (zo weinig mogelijk) op zij te gaan. Over het aanstormende dier heen springen mag ook! **Storm! In de nacht van 24 op 25 januari 2009 raasde een zware storm over zuid Frankrijk, de gevolgen zullen nog jaren te zien zijn. Paul, Philippe, Rik en Pol poseren te Bougue, een mooi stadje in de Landes, voor het plaatselijk pelgrimsmonument. Nog 970 km naar Santiago, het kort op.
26
Men heeft de grote wegen vrijgemaakt, maar vele kleine paden zijn nog niet begaanbaar, kwestie van prioriteit. Men schat dat het nog tien jaar zal duren eer alles is opgeruimd en de bossen terug toegankelijk zijn. Als men in de Landes met iemand een gesprek voert duurt het geen 10 minuten en de storm komt ter sprake. 30 Mei, dag 58. Naar Mont de Marsan hoofdstad van de Landes. We weten dat het een warme dag wordt en daarom zijn we vroeg op pad. De oude spoorwegbedding is nu een oude spoorweg, dus met rails en dwarsliggers, die nauwelijks nog gebruikt wordt. Omdat we een stuk kunnen afsnijden besluiten we hem toch te volgen. Maar na enkele kilometers moeten we dit opgeven, het stapt moeilijk en Philippe heeft te veel pijn, even later zitten we terug op het parkoers en het is een mooie wandelweg. We passeren enkele kleine idyllische dorpjes, Corblue, Bostens en Gaillères. Daar drinken we koffie en bezoeken de kerk, men moet er de sleutel in de plaatselijke bar afhalen, de uitbater weet zich zo te voorzien van pelgrims als klant. Te Bougue, een zeer mooi dorpje, staat een kilometerpaal St Jacques 970 km, voor het eerst geen vier cijfers om de afstand aan te duiden. Maar we moeten toch nog meer dan vier cijfers afwerken omdat we verder gaan tot Finisterre. Na Bougue maken we een hoek van 90° naar het westen en volgen terug een oude spoorwegbedding, weer hebben we geluk met een dichtgegroeid bladerdak, want het is bloedheet. Intussen krijgen we een telefoontje van Vic Rarou, we zijn welkom om twee dagen te komen logeren en Paul Janssens is ook welkom, een mooi vooruitzicht want De gezamenlijke maaltijden zijn altijd een gezellige boel, we trekken er we naderen Narp het dorp de nodige tijd voor uit. Rik, Philippe ‘le Quebeuqois’, Pol en Desiré uit waar hij en Astrid een huis Luxemburg. aan het verbouwen zijn. Twee dagen zullen we er blijven want sinds Vezelay hebben we geen rustdag meer gehad, en sinds La Charité sur Loire kappen we met een gemiddelde van meer dan 25 km per dag. Te Mont-De Marsan betrekken we een gîte van de St Jacques vereniging van de Landes. Mooie slaapplaatsen maar weer geen goede keuken. Toch koken we met behulp van onze vuurtjes een goede spaghetti met veel verse groenten en met strooikaas. We lachen met Philippe, hij gaat achter bier, hij wil ons trakteren maar blijft bijna twee uur weg. Hij komt half uitgeput terug en zegt dat hij kilometers heeft moeten stappen voor de drank. Als ik hem vertel dat juist achter de hoek een winkel is leren wij op slag twintig Canadese vloeken bij. ’s Avonds krijgen we bezoek van ‘ Le Président de Société des Amis et Pèlerins de St Jacques aux Département de Landes’ en we hebben een aangenaam gesprek met deze sympathieke man. Als we hem het verhaal doen van de man die ons gisteren drinken weigerde, is hij verontwaardigd en vraagt details. Hij kent de man, deze is kandidaat om lid te worden van een jagersvereniging waarvan onze gesprekspartner in het bestuur zit. Het zal bij een kandidatuur blijven, St Jacobus helpt niet alleen, hij zorgt ook voor rechtvaardigheid. Gegevens: Start 7:00, aankomst 16:00. Afstand 32 km, totaal 1355 km. AM: Mooi-warm. PM: Mooizeer warm. Overnachting: Pelgrims gîte. Volgweg: Rustige onverharde wandelwegen, het laatste stuk
27
is een geasfalteerde oude spoorwegbedding. 31 Mei, dag 59. Naar Saint-Sever aan de Adour. Vandaag is het Pinksteren, we vertrekken met een toer door de stad, gisteren na de zware mars is dit er niet meer van gekomen en er moeten wat foto’s gemaakt worden. Philippe zegt dat de pijn aan zijn been erger is geworden maar stapt toch dapper mee. Een vijftal km buiten de stad houdt hij halt en zegt dat het niet meer kan. Hij heeft familie wonen te Pau en zal daar een paar dagen uitrusten en dan later terug beginnen in St Jean Pied de Port. Na Gilbert, Julien en Françis is dit de vierde compagnon die we achterlaten, we zijn allemaal wat onder de indruk, want hij was een sfeermaker. Ritten maakt de vergelijking met de 10 kleine negertjes. Later ver in Spanje, komen we Canadezen tegen die hem gezien hebben en alles ging goed. We stappen terug op een mooi parkoers, terug wat heuvelachtig en dus terug mooie panorama’s. We passeren Benquet, St Christau en St Eulalie. Via een oude spoorwegbrug komen we op de camping van St Sever, we betrekken er een grote stacaravan, we zijn met nog met vier. Ritten, Paul, Desiré en ikzelf. Het is nog vroeg dus ik ga een wandelingetje maken in de stad, er is een museum open op deze feestdag. De bewaker vertelt me dat er te SaintSever een pelgrims-gîte is maar hij wordt niet meer onderhouden, geen vrijwilligers meer. Jammer want deze stad is van oudsher een rustplaats in de pelgrimage. Als ik terugkeer kom ik de Nederlanders tegen, Ton groet me vriendelijk, maar Anneke duwt me een GSM in de handen en zegt dat ik moet telefoneren voor de gîte, zonder zelfs een goedendag te zeggen. Ik was net van plan haar te zeggen dat ik niet wens bevolen te worden als ik Weer moeten we afscheid nemen van een toffe kerel, Philippe ‘le Que- zie dat ze uitgeput is door bueqois’ lijdt aan tendinitis, hij gaat enkele dagen rusten te Pau bij fami- de warmte en de mars. Ik lie en zal later de tocht met succes verder zetten. wijs ze de weg naar het museum, Ton dankt me en ik neem afscheid. Er is nog een Duitse pelgrim bij hen en op terugweg kom ik nog twee Fransen tegen, Colette en Gerard, het wordt druk op de ‘Voie de Vezelay’. Colette is een mini vrouwtje, ze weegt ongeveer even zwaar (licht) als haar rugzak ik heb een aangenaam gesprek met hen. Ze zijn te Vezelay vertrokken, lopen 20 km per dag en slapen steeds in een hotel of Chambre d’Hote, te St Jean Pied de Port stoppen ze. Verder is de stad dood, in de namiddag houdt men er siesta, er in geen kat te zien. We zijn reeds diep naar het zuiden afgezakt en men heeft hier dus zuiderse gewoontes. Op de camping kampeert er een Belgische fietser, Karl uit Vorselaar bij Grobbendonk. Hij is het type dat alles op hem laat afkomen, hij gaat naar Santiago maar weet nu nog niet waar hij morgen naar toe rijdt. Hij heeft geen stempelboekje, heeft geen idee van de historische volgweg, heeft alles van horen zeggen maar is intussen toch al tot aan de voet van de Pyreneeën geraakt zonder kleerscheuren. Een moderne hippie zou ik hem noemen, maar tent piekfijn opgesteld, fiets van het betere soort en goed onderhouden, een hippie met praktische visie. Rare kerel maar wel sympathiek, we drinken een frisse pint met hem. Gegevens: Start 7:45, aankomst 14:15. Afstand 21 km, totaal 1376 km. AM: Grijs. PM: Mooi-zeer warm. Overnachting: Camping bungalow. Volgweg: Eerst agglomeratie, dan rustige pelgrimswegen.
28
Licht heuvelachtig. 1 Juni, dag 60. Naar Hagetmau. Vandaag tweede Pinksterdag, en we besluiten een korte etappe te houden. Te Hagetmau zijn de winkels enkel in de voormiddag open, en de laatste weken hebben we lange etappes gestapt en wat rust mag al eens. De etappe is kort en we maken ze nog korter door langs de D21 naar Audignon te gaan, daarna langs de ‘Voie’ naar Horsarrieu, te bereiken na een pittige klim want het zuiden van de Landes is niet plat. We komen te Hagetmau, we vinden een winkel open en kopen spullen voor een spaghetti in de hoop dat we kunnen koken op de camping waar een tent is uitgerust voor opvang van Pelgrims. IJdele hoop blijkt na aankomst, we zullen weer eens onze plan moeten trekken met onze vuurtjes. Dit is onze laatste overnachting in de Landes, het departement heeft inspanningen gedaan voor pelgrims gîtes, maar de keukens zijn wat ondermaats. De tent hier te Hagetmau is wel geschikt er staan veldbedden, er is douche en WC in de nabijheid. Het is terug zeer warm geworden en we houden siesta, deze duurt mij te lang en ik bezoek het stadje. Hetzelfde scenario als te Saint Sever, totaal uitgestorven, geen kat te zien, alles gesloten, De bekende pelgrimstent te Hagetmau, goed ingericht en proper. een echte spookstad. Bij terugkomst op de camping is er een jonge Duitser toegekomen een Fransman, deze laatste een echte Camino kenner hij staat bekent als George ‘le Breton’ en is de President van de St Jacobus vereniging in Bretagne. Hij kan honderduit vertellen en geeft ons goede raad voor logement in St Jean Pied de Port. Gegevens: Start 07:00, aankomst 11:30. Afstand 19 km, totaal 1395 km. AM: Grijs. PM: Mooi-zeer warm. Overnachting: Camping pelgrimstent. Volgweg: Eerst departemental dan heuvelachtig terrein, zeer mooi. 2 Juni, dag 61, Naar Orthez* in de Pyrénées Atlantiques. Vroeg op pad voor 28 km, en we trekken vandaag het departement Pyrénées Atlantiques binnen, het laatste departement waar we in Frankrijk zullen doorstappen. Achteraf gezien was de Landes een goed pelgrimsdepartement, overal gîtes, goed gebaliseerd en drie dagen ‘plat’ lopen is ook meegenomen. Nooit zal ik de ravage vergeten die de storm hier heeft teweeggebracht. Maar nu zijn we blij terug in de heuvels te zijn, de panorama’s zijn zoveel mooier. De camping ligt wat van het parkoers af, en als we starten wijst een vriendelijke jogster ons een kortere weg die we graag nemen. Het is terug klimmen en dalen, we passeren enkele kleine dorpjes als Labastide Chalosse, Argelos (steile klim), Beyries, Sault de Navailles en Sallespisse, hier hebben we terug zicht op de Pyreneeën, ongeveer 50 km in vogelvlucht hier vandaan. Daarna dalen we af naar
29
Orthez, een zeer oud stadje met veel middeleeuwse gebouwen. De gîte heeft reeds bezoekers en er is nog plaats voor twee man, Desiré en Paul gaan er naartoe en wij gaan na het winkelen naar een camping juist buiten de stad. Beetje spijtig want ik had graag in Orthez rondgewandeld het leek me een mooi stadje om bij avond een terrasje te doen. We slaan ons tentje op en kunnen gebruik maken van wat De ‘Pont Vieux’ te Orthez over de Gave de Pau tuinmeubilair dat aan een chalet staat. Het is schitterend weer, we gaan vroeg slapen en slapen zeer goed. Ik slaap nergens beter dan in mijn tentje. Gegevens: Start 07:00, aankomst 14:30. Afstand 30 km, totaal 1425 km. AM: Mooi. PM: Mooi-zeer warm. Overnachting: Camping eigen tentje. Volgweg: Rustige wegen en paden zeer heuvelachtig. *Orthez, stad aan de Gave de Pau. De eerste stenen werden gelegd in de 11de eeuw. Rond twee Romaanse kerken ontstonden geleidelijk aan twee dorpen die in 1260 samensmolten. Het ene heette Le Bourg Vieux of Le Bourg Pont, het andere Saint-Pierre. Aangezien Orthez een welvarend stadje was, bouwden de inwoners die een betere levensstandaard hadden opgebouwd, in de 17de en 18de eeuw hun houten huizen om in stenen woningen, met echte dakpannen. In 1973 werd het dorpje Sainte-Suzanne bij Orthez gevoegd. Orthez is een gekende stopplaats op de weg naar Santiago de Compostella. De Pont Vieux, over de Gave de Pau is een van de meest gekende monumenten op de pelgrimage. Wordt vervolgd
ER IS WAT VERANDERD OP DE CAMINO Met onze reeks ‘Pol en Rik naar Jaak’ zijn we er nog niet, maar het gedeelte van de pelgrimsroute op Spaans grondgebied wordt de ‘Camino Françes’ genoemd, of kortweg ‘Camino’ wat Spaans is voor weg. Rik en ikzelf hebben samen met Paul Van de Wal (ex RSM van 3 Para) dit jaar dat stuk opnieuw gestapt. Het is misschien het meest belopen wandelpad van de wereld met vele legendes en tradities. Een van deze tradities is het ‘Cruz de Ferro’ het IJzeren Kruis. Het staat boven op de Montes de Leon, een ijzeren kruis op een enorme houten paal, ongeveer 230 km voor Santiago. Pelgrims laten hier een steen achter die ze van huis hebben meegebracht, symbool om daarna verlicht
30
Links: Cruz de Ferro een ijzeren kruis op een houten paal bovenop een hoop stenen door pelgrims achtergelaten. Onder: Rik en Pol in 2013, ze hebben net het kenteken van 3 Para op de paal gevezen, gericht naar het noordoosten. Onder Links: detail van het kenteken op de paal
de tocht verder te zetten. Vier jaar geleden hebben Rik en ik dat ook gedaan, we hadden daar een stuk (eigenlijk een stukje) van het monument voor in dienst overleden kameraden afgekapt en dat daar achtergelaten. We hebben toen gezien dat Pelgrims behalve een steen allerlei spullen achterlaten en op de paal vastpinden zodat het geheel een wat warrige indruk geeft. Dit jaar hebben we het kenteken van 3 Para op de paal bevestigd, gericht naar het noordoosten waar Tielen ergens ligt en ook Korea. Ongeveer 1,80 m hoog, goed terug te vinden moest er van de lezers ooit iemand passeren. Het is een eerbetoon aan de Korea Vrijwilligers en iedereen die ooit in 3 Para diende. De nieuwe werknemer stond wat hulpeloos bij de papierversnipperaar. "Kan ik u helpen?", vraagt een secretaresse. "Ja", zegt hij, "hoe werkt dat ding?". "Heel simpel," zegt ze, en ze pakt het dikke dossier en stopt het in de versnipperaar. "Bedankt, maar waar komen de kopieën er nu uit?" Een dienstmeisje laat de eerste de beste dag een antieke chinese vaas vallen. Roept de heer des huizes: "Wat doe je nu toch, dat was een vaas uit 1610". Zegt het meisje: "Oh gelukkig, ik dacht dat het een nieuwe was". Twee matrozen komen na een lange reis op zee weer aan wal en wandelen samen door de havenbuurt. Als ze een schone blonde zien, vraagt de ene: "Heb jij al eens bij een blondine geslapen?" De andere antwoordt bevestigend. Als ze wat verder een nog mooiere brunette tegenkomen, vraagt de ene matroos opnieuw: "Heb jij al eens geslapen bij een brunette?" "Natuurlijk, al meerdere keren heb ik bij een brunette geslapen." luidt het antwoord. Nog iets verderop zien ze een spetter van een roodharige, mooier dan de twee vorige meisjes samen. "Maar heb je ooit al eens geslapen bij zo'n vurige roodharige?" wil de ene matroos weten. De tweede matroos kijkt hem lachend aan en zegt: "Geen seconde!!!"
31
Wat voorafging Tijdens de oorlog in Korea 1950 - 1955 behoort een Belgisch vrijwilligersbataljon tot de UNO troepen. In april 1951 krijgt dit het zwaar te verduren aan de lmjin rivier tijdens het Chinese lenteoffensief, 11 vrijwilligers sneuvelen en tientallen worden gekwetst. Wegens regelmatige aflossingen en opname in de 3e Amerikaanse divisie wordt een trainingsperiode van een maand ingelast. Op I0 oktober 1951 bezet het bataljon heuvel 391, nabij het plaatsje Haktang-Ni, deze zal als patrouillebasis dienen voor verdere operaties. De heuvel ligt afgelegen in een grote vallei 4 km voor de Amerikaanse stellingen. Deze opstelling verveelt de Chinezen. Hun mortier- en artillerievuur bestoken ons steeds onverwachts en met tussenpozen en veroorzaken al vlug de dood van 5 Belgen en kwetsen een tiental anderen. Gedurende twee nachten vallen de Chinezen de berg aan maar worden steeds teruggedreven, we voelen zelf wel dat ze onze stellingen maar aan het aftasten zijn als voorbereiding voor een beslissende grote aanval. In mijn sectie had ik last met soldaat Bangeman, die door angst gegrepen van totaal geen nut meer was.
VAN HEPPEN NAAR KOREA afl 4 De derde nacht op Haktang-Ni - 12 - 13 oktober 1951 Iedereen voelde het aan, deze nacht zou het gebeuren, er werd steeds meer munitie en handgranaten naar boven gesleurd en ingegraven. Schutterskuilen werden uitgediept en verbeterd, zelf had ik spijt dat ik de mijne wat ruim gemaakt had, want telkens de beschieting rondom ons losbarste leek mijn kuil wel een trechter waar een obus wel niet naast kan. Machinegeweren en mitrailleuses werden nog eens grondig nagezien en geregeld, de boobytraps in onze primitieve prikkeldraadversperring aangevuld. Een verkenningspatrouille die wat dicht bij de Pallibong kwam werd door Chinees vuur aan de grond genageld en kon slechts dankzij een rookgordijn heelhuids terugkeren. De patrouilleleider, een goede vriend van mij, vertelde me dat de Chinese mortieren waarschijnlijk aan de voet van de Pallibong stonden en dat enkele Chinezen zich uitdagend toonden. Dat de vijand grootse plannen had bewees de ontdekking van een stapel mortierbommen achter heuvel 317 die ze daar de nacht tevoren hadden verborgen. Onze pioniers bliezen ze op. Omstreeks 19.00 uur werden we verwittigd dat grote groepen Chinezen zich vanaf het NW in de richting van heuvel 317 bewogen. Onze aalmoezenier Padre VANDERGOTEN, die altijd mee in de frontlinie zat, kwam langs en minzaam, zonder veel omhaal, zei hij: " ik kom u de absolutie geven zonder biechten, maar ge moet beloven dit te doen zodra ge er tijd voor hebt". Alhoewel we nu nog meer de ernst van de situatie aanvoelden, kwam het toch als een zalving over ons en ik denk dat iedereen de belofte deed. Vanwege onze Padre was het zeker een gebaar, zijn tijd ver vooruit. Pierre 'Piet' Vander Goten start zijn aalmoezeniersloopbaan bij de Krijgsmacht bij de Karabiniers (1940). Tijdens de WW II is hij aalmoezenier van het Geheim Leger (‘43-’44) en daarna bij de paracommando's. Hij is aalmoezenier van 1 Para ‘46 tot ‘50 en van het 1e detachement Belgische vrijwilligers (BUNC) tijdens de Koreaanse oorlog. Van ‘52 tot ‘69 aalmoezenier van het CE Para. Tenslotte muteert hij in 1969 naar de Rijkswacht waar hij zijn loopbaan in 1988 afsloot als hoofdaalmoezenier. Hij overlijdt op 93 jarige leeftijd in 2008.
32
Nog voor het donker werd waren de Amerikanen zowel als de Chinezen hun artillerie- en mortiervuur aan het regelen, hun obussen kruisten elkaar en overal rondom ons weerklonken regelmatig explosies. Het ergste was dat er nu mist opkwam, wat zeer nadelig was voor ons want, het zou de omhoogsluipende Chinezen nog meer onzichtbaar maken, gelukkig trok die tegen 23.00 uur op. Het was een warme oktobernacht. Stilaan begon overal het geweervuur los te barsten. Omdat de afstand tussen de schutterskuilen tamelijk groot was, was iedereen bijna op zichzelf aangewezen. Gespannen tuurden we over de rand van onze schutterskuil. Vlak voor me aan de voet van de berg zag ik het mondvuur van Chinese lichte wapens en de vonkjes die uit hun kleine mortieren sprongen telkens ze vuurden. Regelmatig barstten boven ons de lichtbommen open. Aan kleine valschermen daalden ze langzaam, sissend en wiegelend neer, deden de omgeving in volle licht baden en tekenden grillige schaduwbeelden op de rand van de schutterskuil. We kregen bevel de bajonet op te zetten. Stilaan was onze berg een eiland van vuur geworden, de explosies waren oorverdovend en Chinese soldaat tijdens de Koreaanse zonder onderbreking, alles daverde, met moeite oorlog konden we elkaar iets toeroepen. De spoorkogels van de mitrailleusen trokken rechte rode lijnen in alle richtingen door de nacht, ketsten af tegen de rotsige bodem, namen een nieuwe richting om dan plots uit te doven. De kleine heuvel 317, west van ons kreeg de volle lading van de volledige Amerikaanse divisie- artillerie, het is vanaf die heuvel dat voortdurend lichtsignalen kwamen en waar de Chinezen waarschijnlijk hun vuurbasis hadden opgesteld. Ik vermoedde dat in mijn sector Chinese elementen hoger gekomen waren want telkens ik mijn hoofd wat opstak om beter te zien ratelde prompt een Chinees machinepistool halfweg de helling en deed stof en steenslag om me heen vliegen. lk loste dan zelf twee, drie schoten snel achter elkaar en wachtte dan af. Wanneer ik mijn laatste kogel, een spoorkogel, zag vliegen herlaadde ik vlug en zenuwachtig. Het was een vervelende karwei want mijn sectie had, voor het vertrek naar Haktang -Ni een nieuw Belgisch geweer meegekregen, om te testen, de SAFN. Er waren echter geen hulpladertjes meegekomen zodat we de patronen een voor een in de lader moesten duwen om deze te vullen. Om te weten wanneer mijn geweer leeg was had ik een blikje met spoorkogels in mijn put gezet, waarvan ik er telkens een als eerste in de lader duwde. Wanneer ik die zag vliegen wist ik dat ik moest herladen. Dan gebeurde er iets waarvan ik schrok. Het machinegeweer van mijn sectie, in positie vlak achter mij, maar net over de heuvelkam met een tegenovergestelde schietrichting als de rest van de sectie, begon plots aanhoudend te vuren. " Mijn God"! dacht ik, beginnen ze nu daar nu ook al. lk besloot te gaan kijken. Voorzichtig kroop ik uit mijn SAFN put en sloop zo Half automatisch wapen Gewicht: 4.300 plat mogelijk Lengte: 110 cm Lader van 10 Patronen over de kam tot Werking door gasdruk (met zuiger) Kaliber: 7.62 naast het dak 33
De M2 Vlammenwerper, de twee grote cilinders bevatten de brandbare geleiachtige vloeistof . De kleine cilinder is de druktank, aan de monding van de spuit bemerkt met brandpatronen. Wanneer men de vloeistof onder druk spuit en een brandpatroon aanzet krijgt met het vlammenwerpereffect.
van de machinegeweerstelling dat Bangeman geconstrueerd had. "Plas" riep ik, de schutter was Plasschaert, een Gentenaar, “wat is er” “er is een trip-flare afgegaan” (lichtvalstrik) schreeuwde hij terug. Die was ondertussen uitgedoofd. "lk zal een granaat werpen" riep ik hem toe want dat was voor hem onmogelijk met dat dak boven zijn hoofd. Ik trok een granaat van mijn schouderriem en geknield wierp ik ze zo ver mogelijk de diepte in. Door de bruuske beweging vloog mijn helm af, ik had de kinriem niet vast genoeg aangespannen, 5 meter lager zag ik hem liggen. Onthutst wachtte ik de ontploffing af en dook dan naar beneden, scharrelde mijn helm vast en kroop terug naar boven. In gevecht is de helm haast van even groot belang als het wapen of de schop. De helm beschermt niet zo zeer tegen kogels maar wel tegen kleine scherven van handgranaten, artillerieprojectielen en van rondvliegend gesteente. Toen "Plas" mijn gezicht terug zag opduiken riep hij schijnbaar boos maar opgelucht "ik dacht dat ge getroffen waart!" en onmiddellijk voegde hij eraan toe "en den deze hier doet ook weer niks, hij wil zelfs geen lader aangeven!" Hij bedoelde Bangeman, die bevoorrader was, en naast hem onder zijn slaapzak, bewegingloos, ineengedoken zat, versteend van schrik. Ik keek nog even rond naar al dat vuurwerk in de nacht en wilde terug naar positie kruipen als ik plots op de achterste van de heuvel doffe, langgerekte "whoeoeff" hoorde van een vlammenwerper die de ganse helling in vuur zette. Gedaanten wriemelden er door elkaar maar de vele explosies overdonderden elk ander geluid. Van dan af begon het gevecht even te minderen, een beslissende massale stormloop werd daar in het vuur gesmoord. Het was korporaal De Prins die de vlammenwerper bediende. Hier volgt in het kort zijn wedervaren zoals hij het me persoonlijk vertelde. Samen met enkele anderen van het peloton Pioniers zat hij op het meest achterwaarts gelegen bergtopje. Toen voor hem een lichtvalstrik afging bemerkte hij tientallen Chinezen nerveus bezig de prikkeldraadversperring door te knippen. Sommigen van hen wierpen zich plat op de draad terwijl anderen er dan overliepen. Soldaat Klausing, die in dezelfde schutterskuil zat richtte zijn machinegeweer maar werd ogenblikkelijk doodgeschoten. De Prins, gehinderd door het lichaam van zijn gedode vriend, die zwaar tegen hem aanleunde, grijpt zijn vlammenwerper, geholpen door korporaal Van Looy, die de drukcilinder opent, ontsteekt en vuurt in twee stoten de brandende vloeistof in de wriemelende bende. In paniek, brandend, schreeuwend, lopen de Chinezen terug de berg af. Enkelen verschuilen zich achter rotsblokken, een van hen roept smekend "no shoot, Be34
rugi" (niet schieten, Belgen). Van het laatste woord is De Prins echter niet zeker, want dat betekent dat de Chinezen wisten welke nationaliteit ze voor zich hadden. 's Morgens ligt de dichtstbijzijnde gedode vijand op een halve meter van zijn schutterskuil. Alhoewel De Prins, letterlijk en figuurlijk een zwaar geval is, mag men zijn daad niet onderschatten, hij heeft de eerste Chinese stormloop gebroken. Indien ze deze hoogst gelegen top van de heuvel hadden ingenomen dan konden ze de posities van gans het Belgisch bataljon vanuit de hoogte beschieten. Na een korte adempauze hervatte de Chinese aanval. Een tweede golf trachtte de westerhelling te beklimmen maar juist gericht Belgisch mortiervuur veroorzaakte er een ware slachting. Bij deze aanval werd onze oude Compagnieadjudant, eerste sergeant Deprez gedood op een uitloper van de helling, deze werd een poos door de Chinezen bezet maar ze werden met handgranaten teruggedreven. Even moest het peloton Pioniers zich nog terugplooien maar verschillende machinegeweerschutters, het gevaar goed inschattend, draaiden hun stuk op eigen initiatief naar de gevaarlijke richting en maaiden de nieuwe aanvallers neer. Omstreeks 03.00 uur, na verschillende vuurpijlen, afgeschoten vanuit de Chinese posities, begon het stiller te worden. Een Chinese gewonde lag nog uren te kermen, toen het licht werd was hij dood. Sergeant Caudron, zwaar in de buik getroffen, stierf bij dageraad. Voortdurend kwamen Chinezen terug om hun gewonde of gesneuvelde makkers weg te slepen. Sergeant Goossens, wel eens "de wringer" genoemd, weigerde er met zijn machinegeweer op te schieten, "die doen ons toch geen kwaad" repliceerde hij nuchter. We waren blij dat het dag werd, er heerste nu een vreemde stilte en er hing een geur van verbrand buskruit rondom ons. We hadden in de Compagnie geen verliezen maar iedereen was doodop en wilde alleen maar slapen. Vier gewonde Chinezen hadden zich achter een rotsmassa verborgen en waren bij hun ontdekking doodsbang, ze dachten dat ze zouden worden doodgeschoten. Een Koreaanse helper, die hun taal sprak, stelde hen gerust. Voor de posities aan de westkant en binnen de prikkeldraadversperring lagen een dertigtal gesneuvelde Chinezen. Achter heuvel 317 ontdekte een patrouille nog een honderdtal lijken die tot daar waren weggesleept. De Chinezen moeten daarbij ook enorm veel gewonden gehad hebben. Alhoewel een Chinees meestal klein en freel is, lagen er toch enkele stevige knapen bij. Allen hadden een "brosse kop". In de namiddag kwam het bericht dat we de heuvel zouden verlaten en terugkeren naar de geallieerde lijnen. We waren opgelucht. Omstreeks 15.00 uur kwamen de Amerikaanse tanks ons ophalen, als laatste klommen we erop. Stil en opeengepakt op de tank konden we nu pas goed zien hoe het terrein Zwaarvermoeide vrijwilligers keren terug uit Haktang Ni, bekende foto van deze gebeurtenis.
35
Rik Wouters, Rik Thijs en Frans Hermans één maand na de zware gevechten bij Haktang Ni.
rondom heuvel 391 was omgeploegd door honderden projectielen van artillerie en mortieren, alle vijf meter was er een krater. De Amerikanen bekeken ons met respect en medeleven, zelf hadden ze gedurende drie nachten van ver het vuurwerk rondom onze berg aanschouwd. Een van hen vroeg vanwaar ergens in België we kwamen. De meeste Amerikanen weten niet eens waar België ligt. Om van ellenlange uitleg gespaard te blijven antwoordde een van ons stug "van Geel"! "Oh" zei de Amerikaan "the town of crazy people!" (stad van de zotten). Er ontstond enige hilariteit en we keken verwonderd naar de Amerikaan die zelf al een paar maal ons land had bezocht. Weldra lag "Broken Arrow" ver achter ons, we keken achterom en verfoeiden die berg om het leed, de schrik en het ongemak dat hij ons drie dagen en drie nachten had bezorgd. Met weemoed zagen we nu die kale, onherbergzame heuvelrug langzaam verdwijnen waar 11 van ons hun leven hadden gelaten en vijftien zwaar gewond werden. Er volgden nu een paar dagen rust vooraleer we opnieuw een onrustige periode zouden ingaan. Wordt Vervolgd Rik Wouters Een man vliegt in een heteluchtballon boven het land en beseft dat hij verdwaald is. Hij ziet beneden een man lopen en daalt tot hij binnen gehoorafstand is... "Neem me niet kwalijk," roept hij, "Kunt u mij misschien helpen? Ik heb mijn vriend beloofd hem een half uur geleden ergens te ontmoeten, maar ik weet niet waar ik ben!" De man beneden antwoordt: "Ja. U bent in een heteluchtballon en zweeft ongeveer 10 meter boven de grond. U bevindt zich tussen de 40 en 42 graden noorderbreedte en tussen de 58 en 60 graden westerlengte." "U bent zeker een Systeem Beheerder" zegt de man in de heteluchtballon. "Inderdaad" zegt de ander, "maar hoe weet u dat?" "Nou", zegt de man in de ballon: "alles wat u zegt is technisch gesproken juist, maar ik heb helemaal niets aan die informatie. En al met al ben ik nog steeds verdwaald." De man op de grond kijkt peinzend omhoog en zegt: "U bent zeker manager?" "Dat klopt", zegt de man in de ballon: "maar hoe weet u dat?" "Eenvoudig. U heeft geen idee waar u bent. U weet al helemaal niet waar u naartoe gaat. U heeft iets beloofd terwijl u geen idee heeft hoe u die belofte moet waarmaken en u verwacht van mij dat ik uw probleem oplos. U verkeert nog steeds in dezelfde positie als voor wij elkaar ontmoetten, maar op een of andere manier is het nu ineens mijn schuld."
36
WIJ HETEN VAN HARTE WELKOM Bonjean Jean-Pierre
uit
Asse
Cools Freddy
uit
Grobbendonk
Daems Clement
uit
Geel
De Wulf Leon
uit
Everberg
Dreesen Henry
uit
Schilde
Guillemyn Steven
uit
Heestert
Heyvaert Jean
uit
Soy
Merlier Filip
uit
Schilde
Mozin Jean
uit
Tongeren
Payne Thierry
uit
Denderhoutem
Peeters Jozef
uit
Mechelen
Ryken Pascal
uit
Westerlo
Seghers Guillaume
uit
La Hulpe
Smolders Karel
uit
Merksplas
Van den Berghe Ronny
uit
Lier
Vandenbroucke Jacques
uit
Brugge
Vanden Oostende André
uit
Kortrijk
Van Driessche André
uit
Zele
Vanmeerhaeghe Gilbert
uit
Mechelen
Verbaeten Daniel
uit
Lier
Verreydt René
uit
Kasterlee - Tielen
Echte Liefde ?! Een man ligt al een tijdje in coma en zijn vrouw wijkt geen minuut van zijn ziekbed. Op een dag komt de man bij bewustzijn en wenkt zijn vrouw meteen dichterbij. Hij fluistert haar in het oor: "In alle kwade dagen bleef jij bij mij: Toen ik ontslagen werd, was je er voor mij. Toen mijn zaak bankroet ging, heb je me niet in de steek gelaten. Toen ons huis afbrandde, zijn we samen meteen een ander onderdak gaan zoeken, en toen mijn gezondheid slechter werd, bleef je steeds aan mijn zij. Weet je wat ik denk?" De ogen van de vrouw vullen zich met tranen van ontroering. "Zeg het maar schatje. Zeg het maar." zegt ze snikkend.
FOTO OP SCHUTBLAD Fotocompilatie genomen tijdens de opdracht van 3 Para te Kindu in het voorbije jaar