1922961
Kw P. GAILLY Kaliebaan 30 2460 KASTERLEE
U.V. UITGAVE December 2015 nr 059
In Illo tempore
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: LEOPOLD OOMS DE BOSSEN 32 - 2300 TURNHOUT
Samenstelling Bestuur Voorzitter:
Leopold Ooms Tel: 014 424765
De Bossen 32 te 2300 - Turnhout
[email protected]
Ondervoorzitter: Henri Gillebert Tel. 014 454011
De Bossen 24 te 2300 - Turnhout
[email protected]
Penningmeester: Ronny Mertens Kattenberg 30 te 2460 - Kasterlee Gsm +32 477552746
[email protected] Secretaris:
Robert De Trogh Tel: 03 3840633
Schildedreef 5 – 2970 Schilde
[email protected]
Commissarissen / Rekenplichtigen: Jos Testelmans Zoerledorp 84 - 2260 Westerlo Tel: 014 547717 Gsm +32 472455250
[email protected] Jacques Belmans
Vorstsebaan 67 - Veerle-Laakdal
Public Relations/Website: http://www.vriendenkring3para-regionaletielen.be Pol Ooms - Robert De Trogh - Ronny Mertens Feestcomité:
Sport Algemeen:
Frans Van Depoel te 2270 Herenthout Tel: 014 512368
Stwg op Wiekevorst 10
Henr i Gilleber t Tel: 014 454011
De Bossen 24 – 2300 Turnhout
[email protected]
Redactie Tijdschrift: Pol Ooms - Ronny Mertens VRIENDENKRING 3 PARA - 2300 TURNHOUT Fortis Bankrekening: 001-3182607-16 IBAN: BE 72 0013 1826 0716 Lidgeld Mogelijkheid A: U bent reeds lid van het ANPCV, dan betaald U 10 euro per jaar en wordt dus lid van de ‘Vriendenkring 3 Para’. U krijgt driemaal per jaar ons tijdschrift Mogelijkheid B: U betaalt 20 euro per jaar, dit bedrag wordt verdeeld: (1) € 10 voor Vriendenkring 3 Para (2) € 10 euro lidgeld voor «Amicale Nationale Para Commando Vriendenkring » (ANPCV) en bent U eveneens geabonneerd op hun driemaandelijks tijdschrift.
WOORDJE VAN DE VOORZITTER Beste Vrienden(innen) Weeral het laatste tijdschrift van dit jaar, wat gaat de tijd vlug. Een jaar waar we vanuit onze club tevreden op mogen terugkijken, al onze organisaties werden door veel deelnemers bezocht en we kregen veel waarderende reacties. Ons ledental is met 30 gestegen en ons clublokaal barst uit zijn voegen tijdens de openingsdagen. Er gaan een paar dingen veranderen in ons clublokaal. Openingsdata en uren blijven hetzelfde, maar.. Na vele jaren hebben Frieda en Jos laten weten te stoppen als ‘cafébazen’. We gaan ze missen, hun vrijwilligerswerk was altijd keurig gedaan, het lokaal netjes, de koffie op tijd klaar en de taarten altijd eerlijk verdeeld. Bedankt mensen. Andere zaak is dat we kunnen rekenen op veel helpende handen bij onze organisaties. Iets om verheugd over te zijn. Maar… toch zouden we iemand kunnen gebruiken om onze penningmeester/redacteur/kantinebeheerder te ontlasten. Vooral dat laatste zou een hele hoop werk verlichten. Dus als iemand kandidaat is voor deze taak laat het ons weten. Met 3 Para gaat het goed. Maar… de toekomst blijft onbekend. Dat het Bn blijft bestaan is waarschijnlijk, maar in welke vorm? Welk aantal en vooral waar is iets waar velen zich zorgen in maken. Persoonlijk vind ik het niet kunnen dat dit soort beslissingen zolang op zich laten wachten. Mensen willen plannen kunnen maken. Welke school voor de kinderen, waar ga ik me vestigen, zelfs een huwelijksdatum uitkiezen is een probleem weet ik van een parachutist. Intussen doet 3 Para zijn werk, met grote oefeningen zoals nu in Afrika en enkelen maanden geleden in Noord Engeland te Otterburn een plaats die wij allemaal goed kennen. Tussen al deze oefeningen door is de steun aan de Natie en dan vooral in het kader van HOMELAND, met het bewaken van gevoelige punten bijna de hoofdactiviteit geworden. En we zijn terecht wat jaloers op de oefening die ze nu maken in de Afrikaanse zon. Maar weet dat we enkele dagen na terugkomst, we deze mannen in het straatbeeld van Antwerpen en Brussel zullen zien verschijnen. En als men weet dat ze op 18 december terugkeren, weet men ook op welke belangrijke familiedagen 3 Para zijn werk zal doen. St Niklaas zal intussen al naar Spanje zijn teruggekeerd zonder dat papa de cadeautjes heeft helpen uitpakken. We wensen Lt Kol Bart Verbist en zijn parachutisten veel zachte landingen toe in 2016 en als het even kan, op een droog plekje. Iedereen weet nog dat ik bij onze Statutaire bijeenkomst in januari heb gezegd dat dit mijn laatste jaar als Voorzitter zal zijn. Maar... er heeft zich nog niemand durven aanmelden, het mag nog altijd. Ik ga toch even zeggen dat mijn werk als voorzitter er heel wat gemakkelijker is op geworden met de tijd. Het boekje is zoals gezegd in andere zeker even goede handen over gegaan. Het secretariaat en de financiën zijn ook in betrouwbare handen. Als er moet gewerkt worden zijn er genoeg vrijwilligers, men moet echt niet bevreesd zijn om deze functie uit te oefenen. Maar wees gerust, ik zal het eerste principe van de Schilwacht in gedachte houden. Blijf op uw post tot je afgelost wordt. Op naar 2016 en iedereen veel geluk en goede gezondheid gewenst.
Pol Ooms
1
Lidgelden 2016
Diversen
Ook nu weer vragen wij aan onze leden om GEEN LIDGELD te betalen dit jaar voor het kalenderjaar 2016. Op die manier hebben wij een duidelijker beeld van de in,- en uitgaven van onze kring. Jullie zullen tijdig worden uitgenodigd vanaf wanneer jullie uw bijdrage mogen storten. De nieuwe leden (vanaf 1 oktober 2015 hoeven GEEN lidgeld te betalen voor het jaar 2016).
Algemene vergadering 10 januari 2016 Zoals jullie vernomen hebben zullen onze huidige voorzitter en ondervoorzitter hun functie willen beëindigen eind dit jaar. Dat wil dus zeggen dat er in de eerste plaats kandidaten moeten zijn om een functie binnen het bestuur te vervullen. Ook heeft Jos Testelmans en Frieda te kennen gegeven dat ze eind dit jaar de fakkel willen doorgeven voor het runnen van ons clublokaal op zondag. Wie zich dus geroepen voelt om aan het bestuur of uitbater van de kantine te worden kunnen zich reeds vanaf nu kandidaat stellen en dit enkel en alleen schriftelijk aan de voorzitter EN secretaris van onze club. Het ambt van voorzitter, secretaris en penningmeester zal op de algemene vergadering gestemd worden. Voor wat de kantine betreft is er reeds spontaan het idee ontstaan om te werken met een beurtrol. Op de algemene vergadering zullen de eerste “ uitbaters “ worden aangesteld. Er hebben nu al verschillende leden zich kandidaat gesteld om het lokaal te openen, dus wat dat betreft moeten wij ons absoluut geen zorgen maken.
Nieuws over het Bataljon Als jullie dit boekje ontvangen zal het Bataljon pas terug zijn van de oefening Tropical Storm in Gabon. Met het eindejaar in zicht zal een deel van hen weer klaar staan om de veiligheid te verzekeren in en om Antwerpen. Er staan voor 2016 ook heel wat activiteiten op het programma zoals oefening in Tsjechië, Noorwegen, Otterburn, Oefening StormTide, enz ... Wij komen in onze eerstvolgende editie van 2016 uitgebreid op deze oefening terug. Wij hielden eraan om de toespraak die de kolonel heeft gehouden op de memorial Day te publiceren met zijn toestemming. Begin 2016 hopen wij dan dat er goed nieuws uit de bus zal vallen voor het personeel en de kazerne te Tielen.
Kalender Hierna geven wij U een overzicht van de belangrijkste data en activiteiten waar de kring zal worden vertegenwoordigd en/of zal deelnemen. Toch in de eerste plaats een oproep aan kandidaat deelnemers aan de operatie STORM TIDE 3 - Oefening NEO van Light Brigade van Vrijdag 27 mei tot en met Vrijdag 3 juni 2016. Er is in het scenario een sprong voorzien op Weelde en daar wordt dan het vliegveld ingenomen en de verzamelpunten worden dan geëvacueerd. Normaal zal dit met C 130 zijn naar de kust. Meer details zijn op dit ogenblik nog niet gekend, maar wie zich geroepen voelt om eventueel deel te nemen aan deze oefening gelieve ASAP uw naam door te geven aan de secretaris, voorzitter of via onze website. De plaatsen zijn beperkt en het is en blijft een unieke ervaring. Zoals jullie verderop in ons ledenblad kunnen vinden gaan we voortaan iedere donderdag voor de opening van ons lokaal wandelen, iedereen welkom. Volgende data kunnen jullie al noteren, hang het boven jullie bed of op het toilet, in uw agenda schrijven, aan uw vrouw zeggen dat ge die dagen geen tijd hebt, kortom noteer indien het voor U interessant is om mee te doen.
2
Donderdag 07-01-2016 Wandeling Zondag 10-01-2016
Algemene Vergadering van de vriendenkring aanvang 10:00 uur
Donderdag 21-01-2016 Wandeling Zondag 24 –01-2016
Opening Clublokaal
Donderdag 04-02-2016 Wandeling Zondag 07-02-2016
Opening Clublokaal
Donderdag 18-02-2016 Wandeling Zondag 21-02-2016
Opening Clublokaal
Donderdag 03-03-2016 Wandelen Vrijdag 04-03-2016
ALGEMENE VERGADERING ANPCV TE BRASSCHAAT
Zondag 06-03-2016
Opening Clublokaal
Donderdag 17-03-2016 Wandeling Donderdag 17-03-2016 PETERCONCERT TVV De Mast en Margrietje te Tielen, info volgt.
Zondag 20-03-2016
Opening Clublokaal
Donderdag 31-03-2016 Wandeling Zaterdag 02-04-2016
LAST POST TE IEPER (tijdig inschrijven is de boodschap).
Zondag 03-04-2016
Opening Clublokaal
Donderdag 14-04-2016 Wandeling Zondag 17-04-2016
Opening Clublokaal
Vrijdag 22-04-2016
Paradag tvv van school De Mast in de kazerne te Tielen.
Zaterdag 23-04-2016
JAARLIJKSE UITSTAP !!!! Info in dit ledenblad, tijdig inschrijven !!
Donderdag 28-04-2016 Wandeling Zondag 01-05-2016
Opening Clublokaal
Zaterdag 07-05-2016
SAS-SOE viering te Kortrijk
Donderdag 12-05-2016 Wandeling Zondag 15-05-2016
Opening Clublokaal
Zaterdag 21-05-2016
Operatie Red Bean te Oostende
Donderdag 09-06-2016 Klimdag te MLD (De eer ste van de twee voor ziene dagen) Zaterdag 16-07-2016
CENOTAAF IN LONDEN ( Wie mee wil nu al laten weten !!!!!)
Dit zijn alvast de belangrijkste data voor de eerste helft van het jaar, de volledige kalender volgt.
3
SPEECH MEMORIAL DAY (09 OKT 15) Beste genodigden, in jullie respectievelijke graden, titels en hoedanigheden, van harte welkom op deze Memorial Day. Chers invités, dans vos grades, titres et qualités respectifs, bienvenu à ce Mémorial Day. Dear guests, in your respective ranks, titles and qualities, welcome at this Memorial Day. De Memorial Day heeft dit jaar een DRIEVOUDIG doel. Ten EERSTE wordt de Memorial Day opgedragen aan de Belgische en Luxemburgse vrijwilligers die ingezet werden in Korea tussen 1950 en 1955; Ten TWEEDE heeft de plechtigheid als doel de inzet van het 3de bataljon parachutisten in de periode rond de onafhankelijkheid van Belgisch Congo in 1960 te herdenken; Ten DERDE vieren we dit jaar de 60ste verjaardag van het bataljon. The purpose of this Memorial Day is THREEFOLD. FIRSTLY, the Memorial Day is dedicated to the Belgian and Luxemburg volunteers who participated in the campaign in Korea between 1950 and 1955; SECONDLY this ceremony wants to commemorate the engagement of the 3rd Parachute Battalion in the period that Belgian Congo became independent in 1960; THIRDLY this year we celebrate the 60th birthday of the battalion. Quand je jette un coup d’œil dans la tribune, c’est avec un énorme plaisir et plein de respect que je vous salue aussi nombreux, vous les vétérans du Corée et du Congo. Votre présence nombreuse témoigne d’une fierté sincère et d’une grande amitié envers le bataillon.
Wanneer ik een blik in de tribune werp, is het met veel plezier en diep respect dat ik jullie zo talrijk mag begroeten, jullie de veteranen van Korea en Congo. Jullie talrijke aanwezigheid getuigt van oprechte fierheid en grote vriendschap jegens het bataljon. Now allow me to salute some of the guests in particular. First of all I want to thank His Excellency the Ambassador of the Republic of Korea to the Kingdom of Belgium, Mr AHN Chong-ghee for your attendance. My special thanks go to major general THYS for having accepted the presidency of this ceremony, in replacement of the Land Component Commander, who was unable to join us today. I also welcome: My direct military superior, Colonel DEVOGELAERE, Commander of the Light Brigade and former Commanding Officer of 3 Para. The defence attachés of both the Republic of Korea and the USA. 4
Verder begroet ik: Opperaalmoezenier VAN DEN EECKHOUT; Geneesheer kolonel van de reserve, Paul VAN NESTE, voorzitter van het ANPCV (Amicale Nationale Paracommando Vriendenkring); Dhr Raymond BEHR, de nationale voorzitter van de KVVKK (Koninklijke Verbroederingen van het Vrijwilligerskorps voor Korea),. Je salue également la délégation luxembourgeoise, et en particulier le colonel en retraite WAGENER, chef du premier détachement luxembourgeois en Corée. Ten slotte heet ik de vertegenwoordiging van het schepencollege van de gemeente KASTERLEE van harte welkom. Uw aanwezigheid hier vandaag geeft blijk van interesse en steun voor het 3de bataljon parachutisten. De agenda van de burgemeester, Dhr. Ward KENNES, liet hem spijtig genoeg niet toe hier vandaag aanwezig te zijn. Voor u opgesteld ziet u slechts VIJF Pl. En ik hoor jullie al denken, amai het moet zeer slecht gesteld zijn met de personeelsbezetting in 3 Para. Ik zal dit niet ontkennen, maar de hoofdreden is dat de 17 Cie op dit moment ingezet is in het kader van de Homeland Ops. Ik zal nu kort aandacht besteden aan het drieluik van deze plechtigheid. Le premier volet de la cérémonie est dédié aux vétérans de la Guerre du Corée. It has been 65 years since the Korean conflict broke out, and it has been 60 years since the last veteran left Korean soil. Sur demande des Nations Unies le gouvernement belge décide de constituer un bataillon et de l'engager en Corée. Op 18 september 1950 ontving het trainingscentrum voor commando's te Marche-les-Dames 3000 kandidaten voor een intense opleiding die zou voorafgaan aan hun operationele inzet. Ongeveer 700 van hen beëindigden deze drie weken durende opleiding met succes en zij vormden het tweetalige bataljon dat de naam 'Vrijwilligerskorps voor Korea' kreeg. Un des pelotons de ce bataillon était d'ailleurs composé uniquement de militaires du GrandDuché de Luxembourg. Depuis, la coopération entre militaires belges et luxembourgeois n'a plus jamais cessé. L'intégration du fanion luxembourgeois dans le dispositif des étendards en est le symbole. Op 18 december 1950 scheepte het bataljon in aan boord van het schip de KAMINA in de haven van ANTWERPEN en bereikte het haar eindbestemming PUSAN op 31 januari 1951, na een overtocht van ZES weken. Gedurende het Koreaanse conflict werd het Belgisch-Luxemburgs bataljon aangehecht aan het I Corps - 3rd US Infantry Division "Rock of the Marne". Bij haar inzet in het conflict dwong het bataljon ontzag en respect af bij de geallieerde troepen. Voor zijn dapperheid en zijn voorbeeldig gedrag werd het bataljon met zes eervolle vermeldingen beloond, waaronder één Amerikaanse en één Koreaanse. De gevechtsplaatsen waar deze vermeldingen verdiend werden versieren in gouden letters het vaandel. One of the victims of the Korean War was Captain Pierre Gailly who got killed at Chatkol on March 20th, 1953. This barracks still carries his name. 5
Le second volet a trait aux engagements opérationnels du 3 Para au Congo en 1960. It has been 55 years since 3 Para was engaged for the very first time during the period of independence of Congo. In juli 1960, daags na de onafhankelijkheid, ontstaan er onlusten in Congo en wordt het 3de Bataljon Parachutisten ingezet met geparachuteerde acties en bereden raids om de evacuatie van duizenden Europeanen veilig te stellen. Een van deze operationele parachutages vond plaats te KINDU, de locatie waar het bataljon binnen enkele weken opnieuw zal springen, maar deze keer in het kader van een trainingsactiviteit. In 1962 ruilt 3 Para het Afrikaanse continent voor Belgische bodem, en installeert zich initieel te LOMBARDSIJDE, en vanaf 1977 hier in TIELEN. Het afscheid van het Afrikaanse continent ging gepaard met een zekere nostalgie, in de overtuiging nooit nog een voet te zetten op Afrikaanse bodem. Nochtans zal het bataljon meermaals ingezet worden in Centraal-Afrika voor de evacuatie van landgenoten: in Congo in 1964 en in 1978, Zaïre in 1991, in Rwanda in 1990 en 1994. It is our duty never to forget those who brought the ultimate sacrifice and gave their lives for right and justice in this world. May the volunteers of the Korean War and the airborne commandos of the 3rd Parachute Battalion engaged in Congo never be forgotten. Le troisième volet concerne le 60ième anniversaire du 3 Para
It has been 60 years since 3 Para was founded in KAMINA, in what then was Belgian Congo. Tot 1955 werden miliciens van 1 Para en 2 Cdo naar de basis van KAMINA gestuurd om hun legerdienst te volbrengen. Met de aankomst van het 5de detachement werd het 3de bataljon paracommando opgericht dat de tradities overneemt van het vrijwilligerskorps voor Korea. During the intermezzo more attention will be payed to the 60 years of existence the battalion. Thank you for your attention and I kindly invite His Excellency Mr Ambassador of the Republic of Korea to address the audience.
Lt-kolonel SBH Bart Verbist
6
Wat voorafging Tijdens de Koreaanse oorlog (1950-55) maakte een Belgisch vrijwilligersbataljon steeds del uit van de UNO-troepen. Vanaf oktober 1951 stopt de bewegingsoorlog en begint een soort loopgravenoorlog. Tijdens de winter 51-52 bezetten de Belgen een heuvelrug nabij het plaatsje Kojakol. Het wordt een periode van vooral nachtelijke patrouilles en hinderlagen. Buiten deze kleinere activiteiten voerde het bataljon af en toe een raid van grotere omvang uit. Operatie “CAMELIA” is er één van.
VAN HEPPEN NAAR KOREA afl 11 De Operatie “CAMELIA” Elke UNO operatie van enige omvang droeg een codenaam zoals ook de voornaamste bergtoppen die de Chinezen bezetten. Op 15 december 1951 kreeg de “C” compagnie opdracht een nachtaanval uit te voeren op twee Chinese stellingen met als doel een krijgsgevangene te nemen. Deze operatie droeg de codenaam CAMELIA. Bijgevoegde schets (volgende blz) toont het plan van de aanval. De vuurbasis die steun moest geven werd op BEANS geïnstalleerd en van dit peloton moest één sectie (10 man) een schijnaanval inzetten op DANDY en WHISKY, gesteund door mortieren en artillerie. Het eerste peloton moest de (waarschijnlijke) voorpost KING innemen, indien deze niet bezet was, zou het tweede peloton QUEEN aanvallen. Vermits de volledige C compagnie die nacht van 15 op 16 december haar stelling verliet, moest ons peloton van de compagnie zware wapens deze positie ‘s nacht bezetten. Wanneer de duisternis was ingevallen, trokken we zwijgend naar de nieuwe opstelling waar iedereen zijn plaats kreeg toegewezen. Ik ontmoette er mijn oude sectiekameraden die ik een maand eerder verlaten had. Mijn machinegeweerschutter van toen, de Plas, was nerveus evenals zijn bevoorrader Bangeman, die zoals steeds ervoor uitkwam dat hij schrik had. Alle deelnemers aan de nachtelijke raid hadden hun instructies ontvangen. Ze waren stil en gespannen en wachtten gelaten het vertrek af. Sommigen trachtten trachten stoer te doen en begonnen met enige zin voor galgenhumor hun bajonetten te wetten op een rotsblok. Een nachtaanval is uiterst delicaat en gevaarlijk, omdat men door eigen vuur kan getroffen worden. Bij ijskoud weer, onder en bleke maan, vertrok omstreeks 2230 hr de ongeveer 100 man sterke C compagnie het ongewisse tegemoet. Ons peloton dat nu een stelling van drie pelotons bezette, lag ver uiteen gerekt. Met luitenant Stappers en de radio-operateur namen we plaats op het paadje langs waar de ‘C-compagnie’ vertrokken was en ook zou terugkeren. We luisterden met onze radio mee op dezelfde frequentie als de aanvallers. Een uur later kwam het zwakke bericht: vuurbasis bezet ‘BEANS’. Om 0100 Hr werd de schijnaanPiper J-3 een verkenningsvliegtuig dat in de Kore- val op ‘WHYSKY’ uitgevoerd met steun van aanse oorlog is gebruikt onder andere om artillerie artillerievuur. Ook ‘KING’ wordt hevig bestookt en zonder weerstand bezet. Uitzonderlijk vloog vuur te observeren en te leiden. die nacht een klein vliegtuigje boven de zone om de tegenbatterij van de Chinezen te lokaliseren. Het was een Amerikaanse piloot die vrijwillig deze gevaarlijke zending uitvoerde.
Er ontstond enige vertraging in de operatie omdat de radio-operateur van het derde peloton problemen had met zijn post en een tijd lang geen verbinding meer had met de overige eenheden. Hierdoor kon het bevriende artillerievuur niet
7
Hiernaast de schets, schematisch is te zien hoe de operatie is verlopen . Hij komt uit het boek ‘De Belgen in Korea’ van Lt Gen Crahay verplaatst worden. Tenslotte werd de panne hersteld. Het tweede peloton stoot nu door naar ‘QUEEN’ en dan beginnen de poppen te dansen. Gekomen tot op een dertigtal meter van de top barst het vijandelijk vuur los en een regen van handgranaten valt op de aanvallers. De Chinese artillerie en mortieren beginnen nu de ganse zone te bestrijken. Onze kanonnen beantwoorden met een orkaan van vuur. Spoorkogels trekken rode lijnen in alle richtingen. In de radio hoor ik de nerveuze, hijgende stemmen van de operateurs. Wanneer bij een nachtaanval het verrassingseffect is uitgeschakeld, wordt de opdracht hopeloos, tenzij men in overtal is, en riskeert men enorme verliezen. De compagniecommandant beveelt de aanval stop te zetten en terug te keren. Het tweede peloton zit in moeilijkheden omdat de Chinezen trachten hen de terugtocht af te snijden. In het struikgewas aan de voet van de heuvel staat plots een Belgisch sectieoverste oog in oog met het gele gezicht van een chinees. In het vale licht van de maan bekijken ze elkaar verbaast. De Belg vuurt eerst. Er zijn talrijke gekwetsten waaronder twee pelotonoversten en een radio-operateur. Met spanning wacht ik op de terugkeer van de ‘C-compagnie’. De eerste die binnenkomt ver voor de anderen is mijn oude soldaat Bangeman. Ik vraag hem hoe het was “goed” zegt hij stil. Later zie echter de machinegeweerschutter Plas. Deze is razend, “ik vermoord hem” zweert hij “bij het eerste schot was hij weg en hij had de rugzak vol reserveladers mee”. Mijn oude pelotonsadjunct sukkelt binnen. Hij heeft een granaatscherf in zijn keel gehad en zal gedeeltelijk zijn stem verliezen, juist hij die vroeger zo kon bulderen. Het is de tweede maal dat hij gekwetst wordt. Tegen zes uur ‘s morgens is iedereen binnen de lijnen. Ons peloton keert terug naar zijn eigen stelling. In de namiddag geeft de compagniecommandant me opdracht om ‘s anderendaags de omgeving van ‘BEANS’ te gaan verkennen. De patrouille moet om 0800 Hr vertrekken. Onmiddellijk worden 15 man aangeduid en ik geef de briefing om morgen geen tijd te verliezen. Vermoeid door de slapeloze nacht kruip ik tijdig in mijn slaapzak. Omstreeks middernacht rinkelt de veldtelefoon me meedogenloos wakker, het is de tweede in bevel van de compagnie. Rustig zegt hij “uw patrouille voorzien voor morgenvroeg moet nu onmiddellijk vertrekken. Laat uw mannen zich klaarmaken, indien ze al niet van wacht zijn”. Bibberend van de kou en de spanning kom ik via het sas in de grote bunker van de compagnie. Het felle licht van de gaslantaarn en de gezellige warmte overvalt me. De radio-operateur van dienst bekijkt me slaperig en
8
Zicht van uit een stelling, tijdens een beschieting. met medelijden. “Er zijn Chinezen gemeld in de vallei voor de ‘Bcompagnie’” zegt de tweede in bevel droogjes “uw patrouille moet onmiddellijk vertrekken”. Na nog enige uitleg wenst hij mij het beste en ik kan gaan. In de loopgracht vind ik mijn 15 man klaar staan, het hoofd diep in de schouders, kouwelijk en gespannen. De codewoorden blijven dezelfde, de formaties zullen meer aaneengesloten zijn, alleen de te volgen weg is anders, en voor mij ook onbekend. Als een van hen schuchter vraagt “liggen daar ook mijnen Chef?” dan kan ik enkel mijn schouders ophalen. Na de laatste check van radio en wapens vertrekken we zwijgend doorheen ons mijnenveld, langs onze voorpost het niemandsland in. De wereld lijkt verstard door de bittere koude. De hemel is grijs waar een bleke maan moeilijk doorheen priemt. Maar het ergst is de grondnevel die als een deken over het landschap hangt. Voor ons is dit een groot nadeel. We hebben geen vertegezicht waardoor we gedwongen worden dichter bij elkaar te blijven om geen contact te verliezen, wat dan weer ernstige verliezen kan veroorzaken door een handgranaat, een mortierbom of de eerste bui van een machinegeweer. We volgen een smalle zandweg die voor de Belgische stellingen loopt. Ik kan me enkel oriënteren door de bevriende heuvelkam die rechts boven de mist uitkomt. Twee verkenners sluipen voorzichtig op zichtafstand voor ons, vlak bij me blijft de radio, achter mij de machinegeweerploeg, de oversten links en rechts van de weg. We vorderen met lange tussenpozen, wachten en luisteren dan minutenlang. Er heerst een doffe stilte, af en toe onderbroken door een ver artilleriesalvo. Plots keert en van de verkenners gebogen terug “er zit iets op de weg” fluistert hij. Iedereen gaat liggen. Voetje voor voetje schuifel ik mee naar voor tot bij de andere verkenner. We legen ons neer, het wapen schietensklaar. Voor ons doemt een donker voorwerp op, midden op de zandweg. Het lijkt alsof een man er gehurkt ziet te wachten. Minutenlang blijven we roerloos turen. De dorre grasstengeltjes zijn wit bevroren. De gestalte beweegt niet. Misschien is hij de verkenner van een Chinese patrouille. Maar niemand kan zolang onbeweeglijk blijven en ik besluit dichterbij te gaan. Gebogen, tot een uiterste gespannen, mijn karabijn naar voren gericht, sluip ik vooruit. Het ding krijgt vorm, het is geen man, ….het is een olievat naast het karkas van een uitgebrande vrachtwagen. Tenslotte bereiken we de plaats waar de Chinezen zouden zijn waargenomen. Ik verwittig de compagniecommandant, “ter plaatse blijven luisteren” beveelt hij. Nog een tweetal uren blijven we daar liggen. We bewegen vingers en tenen om niet te bevriezen, trachten niet te hoesten. De spanning wijkt, niets te horen, niets te zien, we snakken naar het einde en de warme slaapzak. En eindelijk ruist een zachte stem door de radio “binnen komen!”. Nu gaat alles vlug, we stappen de stramheid uit onze benen. Het is bijna 5 Hr wanneer we langs onze voorpost, doorheen ons eigen mijnenveld onze eigen veilige heuvel betreden. Ik ga verslag uitbrengen bij de compagniecommandant die nog wakker is. De warmte overweldigd me. Ik krijg de fles whisky aangeboden. “Maar ik moet normaal om 8 Hr vertrekken” zeg ik hem. “Natuurlijk niet, Sergeant Biron is al verwittigd, hij zal die patrouille uitvoeren” verzekert hij me. Deze beslissing heeft hoogstwaarschijnlijk mijn leven gered.
9
Psychologische oorlogsvoering: Strooibiljet door Amerikaanse vliegtuigen boven de Chinese stellingen uitgeworpen. Vele Chinezen konden niet lezen, vandaar de eenvoud ven de voorstelling. De Chinese soldaat wordt door zijn officier het vuur ingejaagd, terwijl deze zelf door een Rus wordt voortgeduwd.
Wordt vervolgd
RIK WOUTERS
10
Korpsmaal van 28 november 2015 Beste leden, Vooreerst wil ik iedereen bedanken voor zijn of haar deelname aan onze korpsmaal. Ikzelf ga er mij niet meer teveel zorgen over maken. Het voorstel naar jullie toe om voorbehouden plaatsen te voorzien (wat voor 95% ook was gelukt) was de eerste en tevens de laatste keer dat ik mij hiermee heb bezig gehouden. Het vele werk tot ‘s nachts 02:30 uur voor aanvang van de korpsmaal werd door sommige totaal niet gerespecteerd. Toch wel heel jammer. Ik wens jullie één van de vele reacties die wij mochten ontvangen te laten lezen.
Hallo Ronny, Ik wou je gewoon bedanken voor die mooie korpsmaal-dag die jij, tesamen met anderen natuurlijk, voor ons allemaal georganiseerd hebt. Alles was tip top in orde, mooie tafels, lekker eten, drinken 'à volonté', een bloemeke voor de vrouwtjes, wat wil je nog meer? Ik heb gemerkt dat je ook altijd een "klein" woordje voor iedereen hebt of dat je een warme handdruk geeft of een glimlach en dat je dat alles met hart en ziel doet. Ik ben ook blij dat we in het museum Erik zijn naam op de "In Memoriam" lijst hebben gevonden met zijn stamnummer. Zo hebben we nu weer andere leden van de vriendenkring leren kennen. Zoals de mensen waar wij aan tafel mee zaten, heeft ieder van ons zijn levensverhaal en elk levensverhaal is belangrijk. Naar elkander luisteren is respect en eerbied voor elkaar tonen. Ik denk vooral aan die man van 82 jaar die me over zijn stervende zoon sprak en die woorden die hij gebruikte zal ik nooit vergeten, hij zei trouwens dat zijn zoon zijn kameraad was. En dat woord had voor hem een heel speciale betekenis. En dan denk ik ook aan Robert. Ik wou zoveel zeggen maar had woorden te kort. Ik kon alleen maar zijn verdriet delen door naar hem te luisteren en om even tijd voor hem te maken. Iemand heel dierbaar moeten loslaten is zo pijnlijk. Als een jong mens sterft worden we er stil van, we staan volkomen machteloos, volledig kapot, vol verdriet, tranen en dan altijd diezelfde vraag die terugkomt "Waarom ? " en waar nooit een antwoord op komt. En toch moeten we verder leven, op een andere manier zeker, en met dat intens gevoel van gemis. Waar ik wel zeker van ben is dat diegene die ons heel dierbaar zijn, met en in ons verder leven, bijvoorbeeld door de waarden die ze ons doorgegeven hebben. En ik denk dat het belangrijk is de herinnering aan hun alsook de waarden levendig te houden. Ik weet dat jullie, zijn kameraden, er ook altijd voor Robert zullen zijn om hem te ondersteunen in deze moeilijke periode. Zoals je ziet, waren er heel emotionele momenten bij, maar we hebben ook veel gelachen hoor. De para's kennen veel moppen en kunnen die goed vertellen. Spijtig genoeg moesten we redelijk vroeg naar huis omdat onze hond al lang alleen thuis zat daar in het verre Frankrijk. Volgend jaar plannen we bij mijn ouders te blijven slapen, dan zijn we niet meer zo "tijdgebonden" en zullen een beetje meer van de muziek kunnen genieten.
Met vriendelijke groetjes Pascale Wittemaier-Mouchet
11
Terug naar Marche les Dames Donderdag 17 september zijn vijf mannen van onze vriendenkring naar de jaarlijkse klimdag in M-L-D geweest. Ronny Mertens, Rob Proost, Patrick Moedts, Louis van Springel en Paul Lambrechts hadden de moed om het (voor mij na 42 jaar) nog eens te wagen. Vertrokken om 6h30 waren wij rond 8h15 te M-L-D. Na de verwelkoming door A. Clabost en een Luitenant instructeur mochten wij om 8h30 ons materiaal gaan ophalen onder in het kasteel. Wij waren met 41 man, iets meer Walen dan Vlamingen, en werden zo in twee groepen ingedeeld. Wij kregen een veiligheidsgordel, een helm, een cordelette met twee musketons, handschoenen, een metalen abseilacht, en een deathride haak met twee handlussen aan. Na enig zoek en puzzelwerk wisten wij in onze gordel te stappen, oef, eerste opdracht geslaagd. Onze Louis verschoot wel een beetje want hij dacht dat wij gingen wandelen in de Ardennen, en had dat thuis zo ook gezegd. Raar wandeling hé Louis! Wij begonnen aan de zijkant van het kasteel met een rappelleke vanop kleine hoogte om de techniek met de afdaalacht te oefenen. De technieken van toen zijn allemaal veranderd en de rappel gebeurt nu met de metalen acht waardoor een dubbele koord gaat, de acht wordt vastgehecht aan de gordel. De verzekeraar staat nu beneden en heeft een goed zicht op het gebeuren.
Door de koord door uw twee handen te laten glijden door de acht kan men vlot afdalen. Indien er problemen voordoen trekt de verzekeraar de koorden strak en de koord stropt in de afdaalacht en de afdaler blijft onmiddellijk stilhangen. Wij moesten allemaal de test doen door te roepen naar de verzekeraar, die dan de koord aantrok en wij onze armen in de lucht moesten gooien. Werkt perfect. Daarna mochten wij de lage hindernissenpiste op, nu gebruikt men veel meer stalen kabels dan koorden. De piste is ook helemaal van vorm veranderd en bevindt zich nu aan de rivier voor het kasteel. De oude piste aan den Tarzan is volledig weg, ook de swing bestaat niet meer. Als overjaarse apen vlogen wij de piste op en hadden de smaak al snel terug te pakken. Daarna was het de beurt aan de hoge technische piste, plezant maar de klim was zwaar door de vettige kleigrond die al bedekt was met vallende bladeren, soms was het zoals de processie van Echternach, twee vooruit, één achteruit. Op de gevaarlijke punten waren er veiligheidskabels zodat wij konden aanhaken.
Aan het einde van de piste een schitterend hoogtezicht, alleen moesten wij via den deathride naar beneden. Het systeem hier was met twee koorden waarvan aan elke koord een afdaalsysteem met zijwieltjes was bevestigd. Door de koorden uiteen te duwen kon men alzo zelf afremmen. Onderaan stond ook een instructeur voor het afremmen zoals vroeger, met zijdelings een koord met musketon, de instructeurs hadden wel wat meer werk door het toegenomen gewicht van de anciens. Voor ons was het eerst de beurt aan de Rob, na het oké van de instructeur en het voorzichtig afzetten kon je vertrekken de diepte in, de Rob die weer de zalige hoogte voelde, smeet zijn armen uiteen als bij een vrije val en deed ons van schrik de adem inhouden, na enkele schommelingen lande de Rob of er niets gebeurd was. De instructeur had direct door dat dit manneke vrije val gedaan had ( en nog geen klein beetje, ± 2000 jumpkes) Vervolgens naar de vijver waar we nog een deadtride mochten doen maar met haak en lussen, en verzekerd van de gordel naar de haak via de cordelette. Het omhoogklimmen was hier nog moeilijker dan voordien door de vettige grond waar wij op moesten stappen, boven even uithijgen, aanhaken en hop nen duik naar beneden, indien je niet sprong had je veel kans op een vuile broek door het schuren over de grond. Beneden gekomen zei de instructeur, dat zij die wilden, nog eens mochten afdalen, dat moesten ze maar één keer zeggen, maar die klim omhoog, ja watte, het uithijgen werd al wat langer, en het onderhemd nog wat natter. Maar de ride was het waard.
12
Het was reeds middag geworden en de warme maaltijd in de refter van Wartet was welgekomen, soep eten ging even wel moeilijk daar mijn spieren nog natrilden van de geleverde inspanningen, de Ronny heeft bij de eerste scheppen mijn hand mee stilgehouden en zo kwam alles weer goed. Maar door dit voorval had ik opeens aantrek van een soldaat, het was verdorie de Jani Kazaltzi, hij was daar voor een nieuw TV programma. Wij mogen het nog niet verder vertellen, maar het komt begin volgend jaar op VT4!! Na het middagmaal stuurden wij onze penningmeester erop af en ja, hij had al in de tent geslapen, alléé geslapen? Er komt verdorie een trein om het kwartier, hij had ocharme geen oog dichtgedaan. Wij in onze tijd hadden daar geen last van, wij waren doodop! En Jani hebt gij al een deathride gedaan? Neeeee, neeeee, zo hoog! en geen pampers bij!! Onze Mertens heeft gezegd dat indien de Jani een rode muts krijgt hij zijne pallieter ( vrolijke jongen) gaat afsnijden-) Hij is verwittigd!
Na de middag weer omhoog richting Tarzan, nu kwam het plezantste voor mij, de via ferrata of klettersteig, een parcours langs de rotsen op grote hoogte, maar overal goed verzekerd door de verankerde kabels, soms wat moeilijke overgangen maar altijd goed veilig, en steeds één musceton vast bij het verder verankeren. De overgang over het ravijn via de twee evenwijdige kabels over een lengte van 40m was wel even lastig, halverwege zakt het bloed uit uw armen en terugkeren is zover als verdergaan, dus doorgaan! En daar er drie man tegelijk op de kabel mogen hoort het wiebelen erbij. Omlaag gaat altijd sneller dan klimmen en ook hier, nog een laatste deathride richting kasteel. Dit is de oude afdaling van vroeger, alleen is de boom beneden verdwenen. Aanhaken met de haak, verzekering aan de gordel en aaaaaaaaaaaah, wat een snelheid, beneden links en rechts een instructeur voor ons af te remmen om geen gaten in het asfalt te maken-) en oef weer een opdracht volbracht. Als laatste was er de klim langs achter naar de tarzan, en dan een rapelleke d.m.v. de afdaalacht, de beveiliging was weer van beneden uit. Ik moest de Rob zekeren en hield de dubbele koord nogal strak vast, totdat de Rob halverwege riep, “laat die koord is wat los verdomme, ik geraak niet beneden”, dus onderaan had men meer schrik-) dan die boven aan de koord hing. Het begon nu echt te regenen, de instructeurs waren toch nog bereid om een klimdemonstratie te geven, en de verzekering van onderuit te tonen. Vroeger zaten wij boven en was alles op het gevoel, koord bijtrekken en steeds goed vasthouden. Nu met de koord door de metalen acht, kan de man beneden die zelf niet vastgemaakt is, bij problemen de koord aan de onderkant van de acht aantrekken en de val is direct gebroken. Dit systeem is wel veel beter dan voorheen. De veiligheid primeert nog meer dan vroeger. Enkele van ons hebben nog een klim gewaagd op de natte rotsen maar wij gingen schuilen achter de hoek, onder de overhangende rots die wij vroeger de banaan noemden, hoe ik hier vroeger ben opgeraakt begrijp ik nu nog altijd niet. Het was een spannende en vermoeiende dag geweest en ondanks de regen op het laatst waren wij toch tevreden, wij hadden toch een mooie dag gehad. Het was al bijna 16h en na een woord van dank aan de instructeurs, en het inleveren van het materiaal, was het tijd om een frisse pint in het café tegenover het station van Marche Les Dames “centraal”. Hoe ze het weer gelapt hadden blijft een raadsel maar onze vrienden de Walen zaten al een half uur aan den toog, regenvrees misschien? De waard is nogal een volumineus persoon, en moest voor de speciale flesbieren die de Patrick zo graag mag, steeds zijne kelder in, puffend en hijgend kwam hij steeds boven en begon het stilaan op zijn heupen te krijgen, en liet dit ook duidelijk blijken, al een geluk dat zijn eega hem na een tijdje kwam versterken want wij hebben hem nog dikwijls in zijne kelder laten afdalen. Hij was er anders misschien ingebleven! Hij heeft op een paar uur tijd goede zaken gedaan want het zat er vol met dorstige ex- en huidige para’s. Wij zijn na het bedanken van den Obelix tevreden huiswaarts gereden met de gedachte “jong geleerd is oud gedaan” ze mogen de technieken dan nog veranderen de spirit zit er nog altijd in. De volgende dag kreeg ik een telefoontje van de Ronny met de vraag of zijn regenjack nog in de auto lag, en ook, of ik wist dat wij zoveel spieren hadden, wij konden ze nu goed lokaliseren, ze deden verdorie allemaal pijn, we hebben nog een week napret gehad dank zij onze onbekende spieren. En volgend jaar in mei gaan wij terug, ze krijgen ons niet klein!! Rob, Ronny, Patrick en Lowie, hopelijk tot volgend jaar voor het nog eens vernieuwen van ons commando brevet. Paul Lambrechts
13
November is de maand om overledenen te herdenken. Staf Govaerts bracht via Yvo Wynants het overlijden van Pierre Op de Beeck in herinnering. Hij heeft ook een oproep, zoals men onderaan kan lezen.
PIERRE OP DE BEECK Op 10 augustus 1971 is te Schaffen, tijdens een nachtsprong, parachutist Pierre Op de Beeck om het leven gekomen. Hij maakte deel uit van Pl C, 22e Cie. Pl Comd is Olt Mac Claeys, 1Sgt Yvo Wynants is Pl Adj, en Sgt Jemmy Sierens is Sec Comd. De 22e Cie wordt bevolen door 1Lt Willy Blommaert en de CSM is 1Sgt Jan Raemen. Bn Comd van 3 Para is Lt Kol Rik Depoorter en de RSM is Andre Soenen (†) De 22e Cie is op dat moment 6 maand onder de wapens, het is de periode van het 15 maanden dienstplicht systeem, en de mannen hebben beide brevetten en de rode muts reeds verworven. Er zijn drie pelotons in de 22e Cie, zelf maak ik deel uit van Pl A ook als dienstplichtige, Staf Govaerts is van Pl C en een goede maat van Pierre. Sedert begin augustus loopt de periode TAP, een reeks sprongen met als doel iedereen te specialiseren in zijn werk als operationele parachutist. Alle sprongen gebeuren met volledige uitrusting en in een tactisch kader. In die tijd is 3 Para nog te Lombarsijde gekazerneerd, we springen uit de C119 Flying Boxcar en stijgen op te Koksijde. In de cursus TAP komt het er vooral op aan snel en met alle bewapening in tactische verband te hergroeperen na een sprong, bij dag of bij nacht. Er volgt meestal een oefening na de sprong om de parachutisten het belang van al het geleerde er goed in de dram- Pierre Op de Beeck (cirkel) met zijn kameraden van Pl C tijdens het commandokamp, Staf Govaerts men. Er zijn reeds enkele dagsprongen uitgevoerd en op is de zittende man linksonder. 10 augustus is er een nachtsprong gepland op Schaffen. Na de sprong moeten we ons snel hergroeperen en volgt er een aanval op Fort Leopold. Wat ik me goed herinner is de rare stilte na de sprong op de DZ, we zijn snel gehergroepeerd en liggen te wachten op ons IP. Het duurt onwaarschijnlijk lang eer iemand komt zeggen dat de oefening wordt afgelast en we moeten verzamelen met de Cie op de DZ. Daar wordt ons het overlijden van Pierre Op de Beeck meegedeeld. We zitten natuurlijk met veel vragen, en ik herinner me dat er enkele mannen hun muts hebben afgegeven, meestal met wat druk van het thuisfront. Om dit niet te laten escaleren last het Bn enkele extra sprongen in van het type ‘toeristensprong’ en krijgen alle ouders een schrijven van de Bn Comd (zie afdruk). De oorzaak van het ongeval wordt ons meermaals uitgelegd, een samenloop van omstandigheden met als gevolg dat er veel koorden zijn overgesneden waardoor de draagkracht levensgevaarlijk verminderd. De reserve is niet gebruikt. De ganse 22e Cie is tegenwoordig op de begrafenis samen met een afvaardiging van de Krantenknipsel van de begrafenisplechtigheid. Pierre Op de Beeck is begraven op de Stedelijke begraafplaats te Mechelen
14
Luchtmacht. Onnodig te zeggen dat dit een diep indruk op ons heeft gemaakt, een kameraad die verongelukt tijdens een valschermsprong is iets wat er bij 18 jarige knapen diep ingaat. Staf Govaerts heeft nog contact met de familie, de vraag is of er nog iemand foto’s heeft van Pierre Op de Beeck. In 1971 zijn er nog geen wegwerpcamera’s laat staan digitale camera’s of GSM’s. Foto’s uit die periode zijn zeldzaam. Mensen die hier kunnen helpen graag contact via de gekende kanalen. Pol Ooms
De brief die onze ouders ontvingen na het tragische ongeval van Pierre Op de Beeck.
15
JAARLIJKSE UITSTAP
23 APRIL 2016
Beste Leden, De Vriendenkring 3 Bn Para Tielen heet jullie van harte welkom op de nieuwe jaarlijkse uitstap ! In aansluiting op onze trip van vorig jaar naar Nederland blijven we dit jaar in eigen land in het kader van een belangrijke militair-historische gebeurtenis ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Wij hebben dit keer voor de eerste maal verkozen om de uitstap op een zaterdag te houden, kwestie dat de “werkende mensen” ook eens mee kunnen. We trekken wederom in het voetspoor van de 101 e Airborne Division naar Bastogne voor de herdenking van het Ardennenoffensief oftewel de “ Battle of the Bulge “. Op 16 december 1944 lanceren de Duitsers met de moed der wanhoop hun laatste grote offensief in het westen. Bastogne is wegens zijn ligging een strategische inzet die de Amerikanen tot elke prijs moeten verdedigen. Op 19 december 1944 komt Brigadier Generaal Anthony Mc Auliffe, commandant van de 101 e Airborne Division met zijn divisie in Bastogne aan en installeert hij zijn hoofdkwartier in de kazerne Olt Heintz. Op 22 december 1944 schrijft hij geschiedenis wanneer de Duitsers, die de stad omsingelen en de overgave vragen, op een onverzettelijk “ NUTS” stuiten …. Wij wensen jullie véél plezier, een aangename dag en bovenal een gezellig samenzijn. Namens het bestuur
TIMING & PROGRAMMA
ZATERDAG 23 APRIL 2016
06:30
Samenkomst en parkeren aan de hindernissenpiste te Tielen. Wees aub tijdig aanwezig.
06:30 – 06:45
Opname aanwezigheden & Briefing
06:45 – 09:00
Vertrek 06u45 STIPT ! Boterhammenpakket mag genuttigd worden op de autobus.
09:00 – 09:30
Korte pauze met koffie en gebak in de kazerne Olt Heintz te Bastogne.
09:30 – 11:45
Bezoek Interpretatiecentrum Tweede Wereldoorlog “ BASTOGNE BARRACKS “ Opdeling in groepen & bezoek onder leiding van lokale gidsen aan diverse afdelingen in het museum : “ NUTS “ kelder en het historische hoofdkwartier van Brig.Gen. Mc Auliffe Diverse tentoonstellingszalen WOII gerelateerd en nà-oorlogs conflict Dessert Storm Loods met gerestaureerde rupsvoertuigen, tanks, artilleriestukken, vrachtwagens, … “ Vehicle Restauration Center ” oftewel een kijkje achter de schermen in de garage waar o.a. pantservoertuigen van het Koninklijk Legermuseum gerestaureerd worden
11:45 – 12:00
Verplaatsing per autobus.
12:00 – 13:45
Luncharrangement in “ LE CHALET ROYAL “ bestaande uit voorgerecht, hoofdschotel met frietjes, kroketten, aardappelgratin en groenteschotel à volonté, nagerecht met koffie ter afsluiting. Bij het binnenkomen van het restaurant ontvangen jullie 2 drank jetons goed voor 2 con Voor zwaardere bieren of sterkere dranken dient het prijsverschil door jullie zelf ter plaat se cash bijgepast te worden alsook indien extra drank gewenst is.Consumpties naar keu ze/persoon : rode of witte huiswijn, Diekirch pils, frisdranken of water.
16
13:45 – 14:00
Retour per autobus tot centrum Bastogne .We passeren hierbij het “ PATTON MONUMENT “
14:00 – 15:45
OPTIE A : Geleid bezoek “ 101 AIRBORNE MUSEUM – LE MESS “ een piekfijn verzorgd nieuw museum gevestigd in de voormalige mess officieren van het Belgische Leger. Vitrines zijn gevuld met realistische diorama’s die allen een goed sfeerbeeld geven van de Slag om de Ardennen. Opdeling in twee groepen met beurtelings : Interactieve briefing : gelijkvloers in de grote zaal rondom de kaartentafel door de curator, Commandant J. Bona Museumbezoek : vrij bezoek keldergedeelte + 1e en 2de etage OPTIE B : Bezoek aan BASTOGNE BINNENSTAD met zijn mooie lange winkelstraat, centrale marktplein (met kiosk VVV) , het kerkgebouw, Porte de Trèves, Le Quartier latin, ….. èn de diverse horecazaken.
15:45 – 16:00
Verplaatsing per autobus.
16.00 – 16:30
Vieruurtje met frisdrank en versnapering op de parkeerplaats. Aansluitend bezoek aan het MARDASSON HERDENKINGSMONUMENT . Echter géén museumbezoek aldaar.
16:30 – 17:30
Verplaatsing tot de weg Bizory – Foy en bezoek HERDENKINGSMONUMENT E-COMPANY 506 PIR – 101 AB DIV alsook bezoek SCHUTTERSPUTTEN Easy Company in de perimeter rond sector Foy . Algemeen eerbetoon via KRANSNEERLEGGING & MILITAIRE GROET ter hoogte van een aanpa lend monument.
17:30 – 19:45
Verplaatsing huiswaarts per autobus
19:45 – 23.00
Afsluitend afscheidsdrink in het clublokaal te Tielen
INSCHRIJVINGSVOORWAARDEN # Kostprijs :
EUR 40,00 /persoon # Prijs omvat : busreis, koffie en taart bij aankomst,
warme lunch, incl. dranken, inkom musea, een paar moppentappers in de groep, frisdrank en versnapering.
# Inschrijving geldig via :(a) overschrijving EUR 40,00 op rekeningnummer Vriendenkring 3 Bn Para 2300 TURNHOUT op IBAN : BE72 0013 1826 0716 met vermelding “ UITSTAP BASTOGNE 2016 + aantal personen “ of (b) inschrijving + contante betaling EUR 40,00 aan de penningmeester in club lokaal op zondag. Er is voor deze excursie een capaciteit vastgelegd van maximaal
100 DEELNEMERS m.a.w. VOL = VOL ! Uiterste inschrijfdatum zondag 20/03/2016 !!!! # Zelf te voorzien :
Wijnrode T-shirt , Polo of Trui VrKr 3 Para - Rode of Groene muts ! ! ! Boterhammen voor ’s ochtends
17
Wandelschoenen / aangepaste kledij
Verslag New York marathon 1/11/2015 ten voordele van de vzw www.mediclowns.be
Als Voorzitter van de vzw Mediclowns liep ik de Marathon van New York op 1 november. Nadat ik in een zotte bui me liet overhalen om in deze sponsorloop-marathon van 42.2 km mee te lopen werd de training en zoektocht naar sponsors gelanceerd. Samen met een 35 tal andere lopers en 35 begeleiders uit heel België steunde we door deelname de Mediclowns. Na een looptijd van 6.25u kreeg ik zo begeerde medaille. Het kort overzichtje van een week NY. Ik had minder tijd om te trainen door mijn werkzaamheden als verzekeringsinspecteur doch bouwde toch wat conditie door af en toe te joggen en een dagelijkse fikse wandeling met de hond. Vroeger als beroeps Para Commando in het 3Para liep ik wel eens meer zoals iedereen die bij de Para’s dienst deed. Doch een marathon is geen 16 km of 10 miles maar 42.2km dus een hele weg. Als lesgever in zelfverdediging en close combat in mijn school www.clubcombat.be gaf ik extra lessen aan bedrijven en particulieren om centen in te zamelen voor het goede doel. Na een vlucht van 8u richting USA was er tijd voor verkenning ter plaatse en even loslopen. Verkenning door de stad, Brooklyn Bridge, the High Line, Celsea Market, Greenwich, Soho, Ground Zero... was een openbaring voor de mensen die er nooit waren, ik mocht verleden jaar er al bij zijn. Enkele gingen tijdens de week naar een show op Broadway zoals the Phantom of the Opera of zelfs naar een heuse basketball wedstrijd kijken. Zelf ging ik een dag, een les zelfverdediging geven in de plaatselijke vechtsportclub van Manhattan in kader van een uitwisselingsproject en steun voor de Mediclowns. Tijdens een wandeling door de mooie stad kwam ik oog in oog met Bruce Willis te staan die er een rol speelde in een toneelstuk. Een stevig ontbijt @Ellens Stardust, Amerikaanser kan het niet werd genomen op Broadway. Het personeel brengt naast koffie en o.a. pannenkoeken ook live Music. Alsof ze op een podium staan zingen ze de pannen van het dak. Iedereen is meteen wakker en in de goede sfeer. Niet voor elke morgen maar zeer tof dit mee te maken. De dag voor de Marathon (31/10) was er een super Halloweenparade en overal was alles ingekleed in dit kader. Tussen duizenden New Yorkers rijen dik was het fijn dit mee te mogen maken. De dag van de marathon was het zonnig en 20 graden. Dit gaf een goed gevoel tijdens het wachten aan het vertrek. 4 dorpen waren gemaakt waar iedereen drank en eten kon vinden en zich klaar kon stomen voor de start. Containers stonden klaar om de kledij die men aanhad om zich warm te houden in te gooien. Deze overvolle bakken werden dan nadien verdeeld onder de daklozen van New York. Voor de kledij aan de aankomt, zorgde UPS dat ze ter plaatse aankwam, een top organisatie! Een zanger zong in operastijl het volkslied bij de start, en bij sommige van de 55000 (vijf en vijftig)... Staten Island, Brooklyn, Queens, Bronx, Manhattan... here I come. deelnemers was er een traantje te zien. De - door de, vermoeidheid en keelpijn, veel te veel trage Amerikaanse lopers (het was zigzaglopen), veel vals plat, de geweldige sfeer onderweg, tal van ansichtplaatjes (skyline Manhattan, Brooklynbridge, ...), verrast door de Belgische supporterscorners onderweg, wist ik al vlug dat ik mijn persoonlijk record van 3u34 niet zal kunnen breken in New York. Verrano Bridge was de eerste brug die getrotseerd diende te worden nadat het startschot met een kanon gegeven was. Daarna ging het door de gekende wijken van NY. Nog twee serieuze bruggen waaronder Brooklyn Bridge en lange, zeer lange straten.
18
Veel orkestjes, dansgroepen en DJ’s stonden langs de weg. Elke mijl was er een bevoorrading van water en energiedrank, en volgens de plaatselijke pers een 2 miljoen supporters langs de weg die hard riepen. Bij mijn aankomt was de pers onmiddellijk daar met camera’s en micro’s. Bleek het niet voor mij te zijn maar voor Alicia Keys (bekende zangeres die ik ook niet herkende door te moe te zijn denk ik ) die de hele race samen met lijfwachten naast hem gelopen had. Ik was erg tevreden over mijn prestatie ten voordele van de Mediclowns en ben fier op de medaille. De voorlaatste dag van het verblijf was er plots veel politie en massa’s volk in de straat van het hotel. Bleek dat the one and only President Obama op doortocht kwam van een congres. Knap te zien welke veiligheidsmaatregelen genomen waren en om op een paar meter afstand van hem te zijn geweest. De marathon van New York een droom voor velen was een geslaagde onderneming die volgend jaar zeker hernomen zal worden.Kandidaten sturen best een mailtje aan
[email protected] Samen met de andere lopers zal weldra een cheque van om en bij de 20.000€ overhandigd kunnen worden aan de vzw Mediclowns. Het bestuur en alle Mediclowns zijn zeer tevreden want veel bezoekjes bij zieke kinderen aan huis, instellingen en ziekenhuizen kunnen hiermee gedaan worden!
Marc Steegmans
19
HOOFDSTUK VIII
HET DAGDAGELIJKSE LEVEN OP KITONA.
Het nieuwe vliegveld van Kitona. Fitting voor de 1ste sprong op de basis. 1 e sergeant-majoor Leon Delaet schrijft achteraan deze foto: «Het was de lucht in, draaien en eruit, net aan de buitenste grenzen van de basis. En neerkomen vlak vóór de ingang… Geen kilometers meer af te haspelen of aan zandvreten te doen.» (foto Delaet L.)
Gezien de zeer uitzonderlijke politieke situatie in de regio is het hoofdzakelijk op de Basis, of toch in de dichte omgeving van BAKI, dat de manschappen het leeuwenaandeel van hun tijd doorbrengen. Toch krijgen onze compagnieën de gelegenheid om volgens een strikt beurtrolsysteem en voor de duur van ongeveer zes weken, op «Basis Stanley» in Leopoldstad te kunnen verblijven. Dit geeft hen de gelegenheid om nader kennis te maken met de hoofdstad van Congo, één van de modernste steden van Afrika trouwens. Tijdens ons verblijf op Kitona nog, wordt de Basis grotendeels afgewerkt. We maken er de plechtige inwijding mee van de kerk, van de cinemazaal, van het vliegveld en van vele gebouwen die van de Basis een zeer modern complex maken. Deze gebouwen zullen ons in juli 1960 toelaten om daar ongeveer 2.700 vluchtelingen op te vangen. De inhuldiging van de cinemazaal en de modernisering van de kantine, is één van de onderwerpen die aangesneden wordt in ons korpsblaadje: Sinds enkele dagen kunt u op de Basis over een cinemazaal beschikken die de vergelijking gerust kan doorstaan met de meest moderne spektakelzalen. We vinden het dan ook niet meer dan normaal dat we de vaklui die aan de realisatie van dit mooie project hebben meegewerkt hier bedanken, beginnend met de commandant van de Basis, kolonel Desmet. Deze verwezenlijking strekt BAKI werkelijk tot eer. U, bezoeker, wees altijd de inspanningen en kosten indachtig die nodig waren om dit project mogelijk te maken. Respecteer het en doe het respecteren: deze zaal is van u en beschouw ze als uw eigen goed. Wat de filmvoorstellingen betreft: uw compagniecommandanten hebben u al uitgelegd waarom u voor bepaalde voorstellingen dient te betalen. De dag dat u beslist om deze bijdrage af te schaffen zal dit gebeuren, maar dan komt er ook niets in de plaats. Enkel onze bezorgdheid om u iets ‘extra’
20
aan te bieden, iets waartoe u anders nooit de kans toe zou krijgen, lag aan de basis van de inlassing van dergelijke filmvoorstellingen. We onderkennen de noodzaak en de grond van uw vraag voor wat betreft Nederlandstalige ondertiteling, maar…een gegeven paard kijkt men niet in de bek…! Dus rekenen we op een beetje gezond verstand en begrip vanuit jullie kant. De kantine is zo goed als vernieuwd. Nu ze haar nevenfunctie van «spektakelzaal» verliest moeten we ze niet meer iedere dag inrichten of ontruimen naar gelang de noodzaak en we hopen dat u er zult voor zorgen, dat ze in een onberispelijke staat behouden blijft. (…)
«…we installeerden ons op een terras als echten.» Hier vóór de kantine op «Basis Stanley», Leopoldstad. (foto Ongenae E.)
Op de basis van Kitona wordt elke vorm van sportbeoefening – en dit al vanaf de eerste dag van onze aankomst – door het hele kader fel aangemoedigd. De soldaten begrijpen dan ook vrij vlug dat ze daarmee de kans krijgen om enerzijds hun lichaam harmonieus te ontwikkelen en anderzijds, dat dit hen de gelegenheid biedt om op een aangename en zinvolle manier hun vrije tijd door te brengen. Einde maart wordt er een groot zwemfeest georganiseerd met verschillende wedstrijden, speciaal ingericht voor de dienstplichtigen en welke trouwens een groot succes mag genoemd worden. De beker voor de beste zwemmer van de Basis is dan ook de inzet van een spannend zwemtoernooi. Niemand zal ooit de ‘niet-geplande duik’ in het zwembad vergeten van de majoors Remy en Bruneau, die daarna eindigde met een collectieve duik in het water van alle aanwezigen. Van humor en fratsen heeft men ook hier een aardig handje weg! Volleybal, basketbal en voetbal genieten een speciale voorkeur. Elke compagnie heeft een eigen ploeg die elkaar dan in de vele toernooien gaan bekampen. We verzamelen de beste voetballers en stellen een ploeg samen voor BAKI, die met brio diverse buitenlandse ploegen in het zand doet bijten. Zo gebeurt het dat op 26 maart 1960 onze spelers zich kunnen meten met de ploeg van de «HMS Puma», het admiraalschip van de commandant van de Zuid-Atlantiek, die op bezoek is op de Basis van Kitona. Dit is het verslag van deze sportieve ontmoeting die destijds werd gepubliceerd: Zaterdag 26 maart grijpt om 17.00u een voetbalwedstrijd plaats tussen de ploeg van de Basis en deze van het Engelse fregat «HMS Puma». De onzen winnen met een 3-2 score. In deze eerste wedstrijd van het seizoen behalen we de zege tegen een weliswaar betere ploeg, die vooral uitblinkt door een zeer goed samenspel. De twee doelpunten die we tijdens de allereerste minuten scoren veroorzaken ongetwijfeld een koude douche bij de Engelse spelers, want tijdens de hele eerste helft slagen ze er zelfs niet in om maar één gevaarlijke tegenaanval op te bouwen. Dit komt vooral dank zij onze sterke verdediging, die uitstekend werk verricht en met Kempeneers als de grote vedette. In de tweede helft echter zijn de Engelsen heer en meester op het veld en scoren ze twee doelpunten
21
tegen. Wat voor een gelijkstand zorgt. Toch laat BAKI zich niet doen. Met nog zeven minuten te spelen, bezorgt een ver schot van Mangelschots ons de eindzege (…) Onze spelers kennen natuurlijk niet enkel successen! De week na de wedstrijd tegen de Engelsen worden ze verpletterd door de Portugese ploeg «Futebol Cabinda». De wedstrijd verloopt onder een moordende temperatuur van 43°C. Onze tegenstrevers zijn technisch veel sterker en sneller en ontwikkelen een samenspel waarvoor we het hoofd moeten buigen. We verliezen de wedstrijd met 1-7. Winst of verlies, welk belang heeft dit ten slotte? Het bijzonderste bij dit alles is dat onze soldaten begrijpen dat sportbeoefening vooral een uitstekende gelegenheid is om hun groepsgeest en hun gevoel voor kameraad verder te ontwikkelen. En tevens om zich fysisch te harden en zich op een gezonde manier te ontspannen. Dit is de reden dat ze zich tijdens de verschillende competities vol enthousiasme en jeugdige overmoed altijd volledig geven. Maar een paracommando-bataljon is uiteraard geen voetbalclub! Wij behoren meer tot het type van «omnium-sport-club» die niet enkel op voetbal alleen is afgestemd. Het overkomt ons wel eens dat we eervol ten onder gaan tegen bepaalde ploegen die in een specifieke sporttak meer ‘gespecialiseerd’ zijn, maar we zijn onoverwinnelijk wanneer het om een competitie gaat die bestaat uit verschillende disciplines, zoals dit wel eens het geval is in Leo of elders. Ten einde de mannen de gelegenheid te geven om zich te verstrooien en even van omgeving te veranderen worden er ook verschillende uitstappen georganiseerd. Naar Boma bijvoorbeeld, naar Cabinda en dichter bij ons, naar de Atlantische kust. Een van de deelnemers aan deze bewuste ‘reisjes’ bezorgt ons een verslag waarin ook de ludieke noot niet ontbreekt. Dit is zijn verhaal: Op zondag 7 februari om 08.00u vertrekt er een camion met een vijftiental gasten richting Boma. Ze zijn van plan om er de ‘toerist’ uit te hangen! Het gezelschap is een nogal kleine maar bonte groep, bestaande uit chauffeurs, koks, magazijniers en mekaniekers… Bref, de gasten die men in de kazerne gemeenzaam: «mensen van de Diensten» noemt. Ze zijn allen van plan om de Basis voor enkele uren achter zich te laten en er eens een aangename zondag van te maken. Helaas loopt het al van bij de aanvang fout! Na nauwelijks twintig kilometer rijden begint de motor warm te lopen en we zijn verplicht om halt te houden. Een blik onder de motorkap volstaat om vast te stellen dat het water van de radiator langs een losgekomen leiding aan het weglopen is. De anciens rollen de hemdsmouwen op en twee onder hen, Devillers en Ickx, sluiten de leiding terug aan waar die hoort te zitten. Maar de radiator is intussen leeg en we bevinden ons in volle ‘bled’. Nergens water te vinden! Dan maar te voet op zoek naar het onontbeerlijke vocht, twee man links en twee man rechts van de weg… Tot onze verbazing zien wij na een tiental minuten een kruiwagen uit de brousse opduiken! En wat nog belangrijker is: een kruiwagen door onze verpleger Hostens ergens opgediept en gevuld met water. Waar…? Dit weten we nog altijd niet. Maar dit is nog niet alles: onze plantrekker bezorgt ons ook nog… een nachtpot…een zeer praktisch hulpmiddel bij het vullen van de radiator met water uiteraard. De brousse verbergt zo te zien nog vele verborgen schatten…! Vanaf nu beschikken we dus over alles wat we nodig hebben. We vullen de radiator en zetten onze trip verder. En de motor, die had nog nooit zo soepel gedraaid... De rest van de reis verloopt zonder verdere moeilijkheden. Jammer genoeg heeft deze ‘panne’ ons veel tijd doen verliezen. Het draait dan ook tegen de middag als we in Boma aankomen. Onze eerste zorg is dan ook: het nemen van een goede maaltijd; de gedachte aan de menukaart alleen al doet ons nog steeds watertanden: beafsteak met frieten of filet-américain, overgoten met een goede «Primus»! Na het middagmaal, bezoek aan de stad. Oh, er is niet bijster veel te zien, maar we wandelen ten minste vrij rond als ‘echten’ dat plegen te doen en we gaan en staan waar we willen. Hierdoor ontdekken sommigen dé ‘bezienswaardigheid’ van Boma: een enorme «baobab» met holle stam, die wel een dozijn personen In Afrika wordt deze ook «palaver-boom» genoemd. De inheemse dorpsbevolking komt bij voorkeur onder deze boom samen om van gedachten te wisselen, of om er hun verhalen te vertellen (vandaar «palaver-boom»).
22
Hiernaast: Baobab-boom «apenbroodboom» (Adansonia).
of
kan herbergen. Deze reusachtige «baobab» is daar gekend onder de naam: «Boom van Stanley». Het was – volgens de overlevering althans – in deze boom dat de beroemde ontdekkingsreiziger tijdens zijn trektochten meermaals beschutting had gezocht. Anderen bezoeken het «Fort van Shinka», dat gebouwd was voor de verdediging van de Benedenstroom en waarvan de ingangspoort nog voorzien is van oude kanonnen. In Boma is er verder ook nog de kathedraal. Diegenen die het best bij kas zijn kopen zich nog enkele ‘bilokos’ en de grootste initiatiefnemers installeren zich op een terras van een café en hangen den ‘bourgeois’ uit. Intussen is de tijd aangebroken om terug te keren. De dag is aangenaam verlopen en de terugrit gebeurt in een uitbundige sfeer. Uit onze camion weergalmen wel duizend liedjes; heel ‘het’ repertoire passeert de revue… Na deze prettige dag besluit ik aan onze officier S4 nog een ‘verlanglijstje over te maken: Chauffeur Marchesoli in het vervolg voorzien van een dubbele dotatie drinkbussen, voor de dag dat zijn radiator weer komt droog te staan. Aan verpleger Hostens – de man met de kruiwagen – het brevet van «handigheid en zin voor initiatief» te verlenen! En…mannen van de Diensten: wanneer gaan we naar Boma terug? (…) De militairen op de basis krijgen geregeld de kans om hun diverse talenten te demonstreren. Zo gebeurt het dat we speciaal hiervoor o.a. een grote fotowedstrijd inrichten, met een prijzenpot van meer dan 10.000,-fr (+/- 250 EUR). Er zijn verschillende thema’s voorzien: vrije onderwerpen, typisch militaire onderwerpen of thema’s die speciaal betrekking hebben op de Basis van Kitona. Als voorpagina van het tweede nummer van ons blaadje kiezen we een ontwerptekening van het toekomstig embleem van het «4de Bataljon Commando». Dit embleem is het resultaat van vele werktekeningen en is het resultaat van verschillende weken van zoekwerk en voorzichtige pogingen. Ik zag het zo: We wensen dat dit insigne alle symbolen verenigt: eerst de dolk, het wapen bij voorkeur van de Commando’s. Deze staat centraal in het embleem en vormt het essentiële onderdeel. Dan komen de vleugels, die ons overal brengen waar we heen willen gaan en die voor ons een passioneel moment symboliseren, een sprong in het ijle, een uitdaging van het gevaar, een hemel enkel voor ons. We hebben er de Congolese Ster in geplaatst; creatief getekend verenigd deze zich stijlvol met het lemmet van onze «dagger». De achtergrond stelt een wereldkaart voor, waarvan de uitgestrektheid en de verre horizonten een oproep zijn, gericht tot onze jonge en avontuurlijke harten. Achteraf is deze wereldkaart, een symbool dat blijkbaar te ambitieus leek, vervangen door een eenvoudige palmboom, dé heilige boom van Afrika. Bevalt dit ontwerp u? Geen enkele moeite wordt gespaard om onze mannen hun persoonlijkheid harmonieus te laten ontwikkelen. Sommigen geven hierbij blijk over de meest gevarieerde talenten te beschikken. Een bewijs hiervan is dit gedicht, ons nagelaten door één van hen die hierin perfect zijn ideaal bezingt: Souvenirs
Hoofd van de sectie logistiek (bevoorrading)
23
Inslapend onder de sterren Wanneer de aarde tot rust komt En de nacht zijn sluier spant Over de mens en de dingen Vermoeid kan ik inslapen Wanneer mijn werk af is En ook God is voldaan Inslapend op het veld van Eer Gedragen op een bed van gras Na geestdriftig alles te hebben gegeven Ter verdediging van mijn blazoen Ooit inslapend op het einde mijner levenswandel Zonder spijt, zonder enige behoefte nog En voor eeuwig slapen In vrede. M.R.
P. ONG.03 Kapel in Boma (foto Ongenae E.)
Onze contacten met de Portugezen. Onze dichtstbijzijnde blanke buren zijn de Portugezen van Angola. De twintig kilometer lange Congolese kust aan de Atlantische Oceaan wordt door Angola ‘ter beschikking gesteld’. Dit moet Congo een uitweg verschaffen tot den «Atlantiek». Hierdoor is Angola in twee delen gesplitst. Het belang-
rijkste deel bevindt zich ten zuiden van de Congostroom; het andere – in het noorden gelegen – vormt de enclave van Cabinda. Het zuidelijke stuk is voor ons moeilijk toegankelijk, daar men hiervoor eerst het 25 kilometer brede en moeilijke obstakel dient te overschrijden dat gevormd wordt door de monding van de stroom. Deze monding heeft, zelfs volgens de normen van dit land, iets monstrueus. Niet alleen zorgt de enorme watermassa en de snelle stroming voor een moeilijk te overschrijden doorgang, maar ook de talrijke mangroves met weelderige vegetatie, die onder het wateroppervlak doorkruist worden met een wirwar aan boomwortels en struikgewas, zorgen voor een bijna onoverkomelijk probleem; zelfs voor de meest onverschrokken zeevaarder. Het zou dus onverstandig zijn om onze verdere verkenningen op dit zuiden te richten, dus richt onze aandacht zich meer noord-
waarts, op de enclave van Cabinda dus. Het land en zijn bevolking lijken sterk op deze uit de regio Kitona. De Portugezen zijn daar al sinds honderden jaren gevestigd en hebben er als het ware ‘wortel geschoten’ door er zich intiem te vermengen met de lokale bevolking. Zo komt het dat de legereenheid die in
24
Cabinda is ingekwartierd, ongeveer uit 50% blanken en 50% zwarten bestaat. De hoogste rangen worden door de blanken bezet, maar ook de zwarten kunnen er – naargelang hun bekwaamheden – via hiërarchische weg hogerop klimmen. De Portugese militairen komen bij ons in Kitona dikwijls op bezoek. Wij van onze kant worden op onze beurt ook vaak uitgenodigd voor een tegenbezoek. Zo krijg ik eens de gelegenheid om de commandant van onze Basis – die die door de Gouverneur van Cabinda uitgenodigd is – te gaan vertegenwoordigen in Cabinda. Ik word aan de grens met alle egards ontvangen, als behoor ik tot de hoogste autoriteiten. Ik word er opgewacht door een officier, een afgevaardigde van de Gouverneur. Ik ben niet weinig verrast als die me uitnodigt om het ere-detachement te schouwen, dat speciaal voor die gelegenheid naar de grens is gestuurd. Mijn wagen wordt met een militair escorte begeleid tot in Cabinda. De Gouverneur en zijn echtgenote ontvangen me in hun verblijf, een fraai en comfortabel gebouw, daterend uit de vorige eeuw. Ik zal de onvergetelijke vriendelijke gastvrijheid die mij daar te beurt valt nimmer vergeten. Ik zal nog minder het ‘Turkse bad’ vergeten dat ik daar moet verwerken…als gevolg van mijn eerder Europees uniform dat me daar lelijk in de knoei brengt. Kolonel Desmet had me namelijk aangeraden om het Europees uniform aan te trekken «omdat dit representatiever is dan onze lichte tropenkledij.» Ik moet hierbij vermelden dat mijn gastheren, uit medelijden met mijn ongelukkige toestand waarschijnlijk, me in de loop van de namiddag uitnodigen «om me van mijn vest te ontdoen…» Er zijn nog andere genodigden aanwezig, zoals: de Franse militaire attaché van Lissabon, de commandant van Pointe-Noire, een Franse kolonel die nog in Indochina had gediend als parachutist en die twaalf operationele sprongen op zijn palmares had staan; zijn eveneens van de partij: de Stafchef van het Portugese leger in Loanda en nog enkele andere Angolese officieren. Allen zijn ze uitgedost in een lichte, witte tropentenue, die ze bij hun aankomst hadden aantrokken na het nemen van een bad, welke trouwens aan iedereen werd aangeboden door de gouverneur. Het middagmaal is van uitstekende kwaliteit; spijtig genoeg kan ik er niet echt van genieten als gevolg van de verstikkende temperatuur, die me bijna achterover slaat… [sic] In de namiddag brengen we ook een bezoek aan de zeer pittoreske stad, waar de vermenging van het blanke en zwarte ras nog duidelijker zichtbaar is. We begeven ons nadien naar de dichtbij gelegen kust, naar een soort blauwe kreek waarvan de rode kliffen uit zee optornen en die begroeid zijn met een weelderige, mediterrane plantengroei. De dag wordt afgesloten met een bezoek aan een legerkazerne. De kamers, burelen, wapenmagazijnen, enz., alles wordt ons getoond… maar we mogen niets aanraken!... Ik vermoed dat dergelijke bijeenkomsten er eerst en vooral op gericht zijn om de banden van goede buurtschap nauwer aan te halen; en verder wil men ook de mening van iedereen kennen, alsook het standpunt van de respectievelijke regeringen in verband met de op handen zijnde onafhankelijkheid van bepaalde omringende, Afrikaanse landen. De Portugezen laten niets onverlet om er ons op te wijzen «dat het verlenen van een te overhaaste onafhankelijkheid zich tegen de zwarten zelf zal keren.» Zeer dikwijls hebben ze ons verweten «dat we veel te snel en veel te ver gaan.» Zij [de Portugezen] – die een andere kijk hebben op dit gebeuren – zouden wel eens onrechtstreeks erg kunnen lijden onder de te snelle Belgische beslissingen in Congo!
Moeilijke momenten. Zoals ik al zei, is het «Vijftiende Detachement» in september 1959 in Kitona aangekomen. Dit was net op het moment dat het droge seizoen ten einde liep (ook wel het koude seizoen genoemd). Vanaf oktober verdwijnen namelijk de grijze wolken om plaats te maken voor een loodzware zon. Hiermee doet ook het regenseizoen zijn intrede. Gedurende die zes maanden zullen we met een verstikkende, broeierige ‘oventemperatuur’ te maken krijgen. Dit betekent absoluut niet dat er overvloedig neerslag valt: jaarlijks bedraagt deze hier amper vijftig centimeter per vierkante meter. In het volle regenseizoen komt het zelf ook wel voor dat er gedurende een hele maand geen druppel water valt.
25
Op 300km van Kitona echter, in de Mayombe, zorgt de neerslag soms voor meer dan 200 centimeter per vierkante meter. In Kitona horen we praktisch de hele dag in de verte het gegrom van het onweer en gedurende de nacht doorklieven bliksemschichten de hemel; maar regen valt er niet. Soms gebeurt het wel dat de regen tijdens een felle wolkbreuk in een bepaalde streek met bakken neervalt, maar een kwartier later vindt men daarvan niets meer terug. Het water verdwijnt onmiddellijk in de grond. Het klimaat wordt tevens ook nog ondraaglijker gemaakt door de hoge luchtvochtigheidsgraad; op de hygrometer schommelen de waarden bijna constant rond de 100%. Buiten een korte periode in het midden van de dag droogt er absoluut niets; de handdoek die je ’s avonds buiten aan de deur te drogen hangt is de volgende morgen nog even nat en klam als voordien. De kasten ademen een muffe geur en alle lederwaren vertonen in geen tijd een laag witte schimmel. Briefomslagen en postzegels kleven dan weer spontaan aan elkaar. Gedurende de nacht ligt men in bed en krijgt men het gevoel in een bad te liggen; het gevolg hiervan is dat men slechts twee à drie uren echt de slaap kan vatten. De invloed die dit op de fysieke conditie uitoefent laat dan ook niet lang op zich wachten; algemene vermoeidheid, gewichtsverlies, prikkelbaarheid en op het hele lichaam zijn ‘paddestoelen’ te zien. Na hier vier maanden verbleven te hebben tijdens dit warme seizoen, ga ik bij COMETRO polsen om van streek te mogen veranderen. Met een medisch rapport onder de arm leg ik de situatie uit aan mijn hiërarchische chef. Deze laatste, zich bewust van de ernst van de situatie, is bereid om ons in mei naar Ruanda over te plaatsen; maar tegen dan zal het warme seizoen al op zijn einde lopen. Toch zullen we blij zijn het moment dat we deze hel mogen verlaten! In afwachting slaag ik erin om toelating te krijgen om per compagnie een achtdaagse «safari» te ondernemen in de Mayombe. Dit is wel een zeer zware oefening, maar de verandering kan voor een serieuze opkikker van het moreel der manschappen zorgen. Deze ‘boost’ zal echter niet lang duren daar bij hun terugkeer onze mannen, zoals we al zagen, de dengue zullen meebrengen (ook wel «rode koorts van Mayombe» genoemd). De dokter op de Basis denkt dan ook hier te maken te hebben met de bij ons beter gekende «rode hond» en roept onmiddellijk de toestand van «quarantaine» uit voor de mannen van het «4de Commando». We worden verplicht om onze kwartieren met wit lint te markeren en krijgen formeel verbod om buiten deze ‘afsluiting’ te komen. Wat de zaak nog erger maakt: ook de cinema en het zwembad vallen onder deze maatregel. Verder eten al de officieren en onderofficieren van het 4de Commando samen in een bijgebouw van de eigenlijke mess. Het leven begint stilaan een beetje eentonig te worden… De prikkelbaarheid bij de manschappen neemt toe. Op een avond beslissen ze de ingang van de cinema te forceren. De MP’s sturen iedereen terug naar hun kantonnementen; de mannen houden krijgsraad en beslissen om bij het doven der lichten een ‘raid’ uit te voeren op het verblijf van de MP’s. Ze vernielen er verschillende gebruiksvoorwerpen en enkele MP’s krijgen een felle afranseling. Enigszins voldaan en opgelucht keren de commando’s terug naar hun verblijven. De volgende dag komt er een onderzoek, gevolgd door straffen en een verplichtte vergoeding van alle aangerichte schade. Maar dit kan hen absoluut niet deren, ze hebben zich gewroken – op onschuldige weliswaar – maar «de spanning is uit de veer.» Voor even toch!… Enkele dagen later beslist de Vlaamstalige compagnie om niet onder doen voor hun Waalse vrienden...! Ze willen bewijzen dat ze het zelfs ‘beter’ kunnen doen en als ik ter plaatse kom heb ik de indruk midden een slachtveld te staan. Overal tref ik er ferm toegetakelde MP’s aan, die compleet bont en blauw zijn geslagen; de vensterramen van hun kamers zijn ‘verdwenen’, het meubilair kan men naar de schroothoop voeren en hun uitrusting en persoonlijke zaken liggen in flarden uiteen gescheurd. Wat de rekening betreft, deze ligt hier nog iets hoger: de schadeclaim overstijgt de 36.000,-fr (ongeveer 9.000 EUR). Het wordt dus hoog tijd dat de veertig dagen durende quarantaine die op de zogenaamde epidemie volgt wordt afgeschaft; vooral daar deze niets te maken heeft met de bewuste «rode hond». Ik ben daar trouwens zelf altijd heilig van overtuigd geweest, vooral omdat het absurde van deze maatregel bewezen wordt door het feit, dat de besmetting steeds beperkt blijft tot diegenen die in de Mayombe zijn geweest. En dit ondanks het feit dat ik, tegen alle regels in, op een zondagmorgen aan mijn mannen toch de toelating heb gegeven om een duik in het zwembad te gaan nemen. Allen gingen zwemmen en niemand van de Basis werd besmet! Onnodig hierbij te zeggen dat de mannen van de Gezondheidsdienst me niet bepaald feliciteren. Hun reactie is, tegen mijn verwachting in, veel minder erg dan voorzien. Hebben ze medelijden gekregen met de arme commando’s? In ieder geval loopt intussen het einde van het warme seizoen op zijn laatste pootjes, wat ook het geval is wat ons verblijf in Kitona betreft. Enkele dagen later stijgen de eerste vliegtuigen op van ons pas in gebruik genomen
26
vliegveld om ons naar Usumbura te brengen, aan de boorden van het Tanganyika-meer. Daar zal de thermometer- en hygrometer minstens ettelijke graden minder noteren!
«Vijftiende Detachement», 2de Compagnie. Commandant: Lt. Verstraete; Pon A: Sgt.Donnay; Pon B: Adjt.Leekens en Pon C: Sgt.Uytebroeks (foto Delaet L.)
Vertrek naar Ruanda (Rwanda). Vanaf het moment dat we wisten dat ons vertrek een feit was werden een ganse reeks nieuwe activiteiten onze volgende zorg. De overplaatsing van een bataljon naar een 2.000 km verder gelegen oord laat geen improvisatie toe. Er moest eerst en vooral een gedetailleerde planning gemaakt worden van de volgorde waarin de verschillende fasen moesten uitgevoerd worden. We moesten kunnen beschikken over een groot aantal vliegtuigen. Dit was niet eenvoudig daar de Luchtmacht al druk in de weer was met allerlei vluchten die te maken hadden met de op handen zijnde onafhankelijkheid van Congo. Ieder vliegtuig dat beschikbaar was moest dan ook met een maximum aan toegelaten gewicht geladen worden. Zowel het personeel, als het materieel, diende minutieus gewogen te worden en voorzien van een label. Dagen aan een stuk waren kaderleden dan ook druk bezig geweest met het wegen van iedere colli afzonderlijk, waarna de lading opgeslagen werd in hiervoor bestemde loodsen. Dan begon men met de 'air lift'… Iedere dag vlogen de vliegtuigen een deel van onze manschappen over, samen met de ‘Basic-Load’. Terwijl het bataljon werd overgevlogen droegen we onze voertuigen over aan het 5 Bon Commando, dat pas was aangekomen uit België; dit met het oog op de gebeurtenissen van 30 juni. Wij moesten nieuw materieel krijgen; dit zou vanuit Kamina overgevlogen worden naar Rwanda. Op 30 juni, de dag van de onafhankelijkheid, was nog al ons materieel niet in Rwanda aangekomen. Het gevolg hiervan was dat er personeel beschikbaar diende te blijven op Kitona. In Usumbura moest er dan weer personeel voorhanden zijn om het materieel daar in ontvangst te nemen en te stockeren, in afwachting dat het via de weg werd overgebracht naar Astrida. Onze ‘air lift’ die op 19 mei begon, zou dan ook pas eindigen na de onafhankelijkheid van Congo!
Besluit. Het ruwe en veelal moeilijke leven in Kitona had de fysieke en morele capaciteiten van iedereen die deel uitmaakte van dit 15e Detachement gehard; hun karakter werd voor de rest van hun leven gevormd. Ik ben er van overtuigd dat Kitona van hen ‘mannen’ heeft gemaakt en dat ze zich later nog dikwijls de slechte, maar meer nog, de goede momenten zullen herinneren. Voor hen zijn solidariteit en vriendschap in ieder geval geen ijdele woorden, maar deze begrippen krijgen een zinvollere en diepere betekenis. Ik zal me gans mijn leven met ontroering dat deel van de jeugd herinneren, dat bereid was om uit idealisme en tot eer van onze eenheden, het beste van zichzelf te geven.
27
Lachende gezichten bij een peloton van de 2deCie, net vóór hun vertrek naar Ruanda (foto Vitse G.)
28
UIT DE “GOEDE” OUDE TIJD Enkele historische bijzonderheden uit de stamboom van de familie Meulenbergs Volgens de historische kronijken van Heist opden Berg zou Guillielmus Meulenbergs afkomstig zijn uit Antwerpen en in 1815 aangeland zijn te Booischot .Volgens de archieven en wat uit de volksmond werd opgevangen ,misschien aan de vooravond van de slag van Waterloo. Te Booischot dorp, aan de schrans,lag er een troep Hollandse soldaten gekampeerd .Eèn van deze reed te paard de baan naar Heist op den Berg op en voorbij de hoeve waar Bon Michiels woonde was de meid Marie Vermeulen,juist aan het klaver snijden. De soldaat sprong van zijn paard en vroeg “mag ik wat klaver pakken voor mijn paard” .Welja zei het meisje. Awel zei de soldaat als de oorlog gedaan is kom ik terug en dan trouw ik met u . Allee gij zijt zot, zegde het meisje. Maar 2 jaar later,de meid was nog altijd op de hoeve toen de soldaat terugkwam was het weerzien liefde op het 2de gezicht en is hij met haar getrouwd op 11 april 1818. Die man noemde Guillaum Meulenbergs, geboren te Antwerpen op 4 juli 1789 en overleden te Booischot op 10 juni 1866. .Zijn vrouw overleefde hem niet lang meer en overleed eveneens te Booischot op 12 sept 1866. Hij werd door iedereen “klavere Gilleke “genoemd omdat hij zijn bruid gevonden had bij het klaver snijden. Vanaf dan hebben zijn nakomelingen de bijnaam “de klavere”. Uit een andere bron uit de volksmond, vernemen we een andere geschiedenis, minder poëtisch, maar diep menselijk en zou Gilleke Meulenbergs doodeenvoudig betrapt zijn met het meisje in het klaverveld. Zij kregen 9 kinderen die allen de bijnaam klavere droegen. Een zoon ,klavere Jan kon niet lezen noch schrijven en werd toch burgemeester te Booischot. Niettegenstaande dat hij in het Hollandse leger diende was hij geen Hollander maar een Antwerpenaar. Hij komt voor op een lijst van oud militairen van het leger van Napoleon I,. Een lijst waarop de namen van de veteranen en krijgsverrichtingen werden genoteerd en ingediend tot het bekomen van het Franse ereteken “Mèdaille de St.Helene” Op de lijst staat eveneens vermeld dat hij loteling was der stad Antwerpen in 1810 onder het nr 474 .Hij heeft gediend in de marine 5 e scheepsbemanning 3e compagnie. Heeft dienst gedaan als pontonnier en werd in 1814 krijgsgevangen genomen te Hamburg en nadien ingelijfd in het Hollandse leger onder de Prins van Oranje Wellicht gaf die overgrootvader mijn avontuurlijke ,maar niet zo een vaderlijke ingesteldheid Willy Meulenbergs,
29
Pol Ooms en Rik Gillebert, twee gepensioneerde anciens van 3 Para, maken in 2009 een pelgrimstocht van Turnhout naar Santiago de Compostela. Pol heeft een dagboek bijgehouden. Ze zijn intussen al een eind in Spanje, regio Canstilië Y Leon. Het blijft zeer warm, momenteel stappen ze door de Tierra de Campos een hoogvlakte tussen Burgos en Leon. Pol maakt zich zorgen om te vroeg in Santiago aan te komen.
POL EN RIK NAAR JAAK deel 17 26 Juni, dag 85. Naar Calzadilla de la Cueza. Ik heb nog eens een berekening gemaakt en weer moet ik vaststellen dat we veel te vroeg in Santiago zullen aankomen als we geen kortere etappes maken. Ik raad iedereen af, op voorhand een datum vast te leggen. Dus doen we vandaag maar 17 km, maar wel bijzondere. Er is geen enkel dorp noch bevoorrading tijdens deze etappe, 17 km rechte weg, zonder schaduw. We vertrekken al vroeg maar toch is het al warm. We dragen ieder vier liter water want 17 km in deze hitte met een zware rugzak is toch 3 à 4 uur stappen en ik voorzie één liter per uur bij deze warmte. Enige troost is dat deze weg een origineel stuk van de middeleeuwse camino is. Veel meer valt over dit traject niet te zeggen en al vroeg komen we in Calzadilla de la Cueza toe. Het is een klein dorpje met één albergue en één hotel, beide van dezelfde eigenaar. Er zijn geen winkels, maar we kunnen een pelgrimsmaaltijd nemen in het hotel. Even vrezen we dat de eigenaar van zijn monopoliepositie gebruik zal maken om ons een financiële poot uit te draaien, maar dat blijkt zo niet te zijn. De pelgrimsmaaltijd is van uitstekende kwaliteit en niet duur, tijdens de maaltijd vernemen we dat Michael Jackson is overleden. Het is zo dat men het contact met de rest van de wereld kan verliezen op de camino, men slaapt, stapt, eet en slaapt. Nieuws als dit van Jackson doet beseffen dat er buiten de camino nog een wereld is waar we vroeg of laat terug naar toe gaan. In de albergue krijgen we het gezelschap van een Fransman en zijn dochter die met hun ezel de tocht maken. Goed georganiseerd en met veel liefde voor het dier, een beetje anders ingesteld dat de vorige ezeldrijver. Er komt ook een Nederlands koppel toe dat hun materiaal op een trekwagentje heeft geladen. Hier is de man het lastdier, hij sleurt een 40 kg aan materiaal mee. Ik maak een praatje met hen maar geef het al vlug op, het zijn mensen van het zeurderige type, alles is te duur, te warm en te ver. Ik heb toch wat medelijden met deze man, hij sleurt al 2000 km een wagentje over berg en dal en vindt alles maar niets, daarin bijgestaan door zijn vrouw. Het is ook het enige waarin ze hem bijstaat want verder zit ze in de schaduw te wachten tot de tent rechtstaat en
B: Mooi beeld van de etappe na Carrion, 17 km rechtdoor, onder een helblauwe hemel. R: De albergue van Calzadilla met in de tuin een heus zwembad 30
De Nederlander met zijn trekwagentje van 40 kg, sterke man, hij sleurt dat ding van uit Nederland over berg en dal. het eten klaar is. De albergue beschikt over een mooi zwembadje, we maken daarvan gebruik maar het water is zo koud dat we het er niet al te lang in uithouden. Ik ontdek ook een nieuw fenomeen, de caminoboeken. Pelgrims stappen zo licht mogelijk, toch heeft iedereen een pocket boek mee want de avonden zijn lang en er zijn meestal geen moderne ontspanningsmiddelen zoals TV. Er wordt dus nogal wat afgelezen op de camino. Een pelgrim die zijn boek uit heeft laat dit met reden van gewichtsbesparing dan ook achter in een albergue. Hij schrijft erin waar hij het boek heeft gevonden en waar hij het achterlaat. Ik zit al een tijdje zonder leesvoer en veel Nederlandstalige boeken zijn er niet in omloop, dus ben ik blij met een roman (voor vrouwen) van de Nederlandse schrijfster Connie Palmen. Ik lees een boek waar ik in België nooit aan zou beginnen, gewoon omdat ik iets te lezen moet hebben. Gegevens: Start 07:00, aankomst 11:00. Afstand 17 km, totaal 1913 km. AM: Mooi. PM: Warm. Overnachting: Pelgrims-albergue. Volgweg: Onverharde kaarsrechte wandelweg.
27 Juni, dag 86. Naar Sahagún in de provincie León*. We zijn te vroeg op en ontbijten in het hotel, voor Spanjaarden hun ontbijtnormen goed, voor noorderlingen wat magertjes. We stappen verder en bereiken Lédigos nog ingeslapen, stappen verder langs een alternatieve route naar Terradillos de Templarios. De camino loopt nog altijd parallel met een verkeersweg nu de N120. Daarom maken we zoveel mogelijk gebruik van alternatieve wandelwegen die meestal door de velden lopen en dus een mooier landschap bieden, beetje langer maar veel mooier. Is het omdat we de alternatieve route gebruiken of niet, maar het is niet plat meer, we hebben terug wat reliëf, het is voortdurend stijgen en dalen zonder daarom direct over een berglandschap te praten. We passeren Moratinos en San Nicolas, twee gehuchtjes. Juist voor we de N120 terug bereiken kruisen we de provinciegrens Palencia – León en even verder komen we te Sahagún de eerste stad in de provincie León. Het is een stad met een grote religieuze traditie, men noemde het ‘het Spaanse Cluny’. We nemen onze intrek in de gemeentelijke albergue, ondergebracht in de oude kerk van La Trinidad. Kraaknet, compartimenten van vier bedden, zeer ruim en met een goede keuken. We maken natuurlijk een heerlijke koude pas- R-B: Binnen de albergue ta met veel verse van Sahagun, knusse comgroenten. We
partimenten van vier. R-O: Rik langs de N 120, de camino loopt naast deze weg, let op de bomen deze zijn aangeplant met Europese subsidies om Pelgrims bescherming te bieden tegen de zon.
31
*Provincie León:
maakt deel uit van de regio Castilië en Leon. Heeft een oppervlakte van 15.581 km2. Telt 495.902 inwoners in 2005 verdeeld over 211 gemeenten. Het ligt in het noordoosten van het Iberisch Schiereiland en de hoofdstad is de stad Leon . Naast het Castiliaans wordt er ook een andere Latijnse taal in het noorden van de provincie, het Leonees, gesproken. In El Bierzo, een streek wordt ook het Galicisch gesproken. maken kennis met een Canadees koppel die Philippe ontmoet hebben, de Québécois waarmee we in Frankrijk een week hebben gestapt, tot onze vreugde vernemen we dat alles goed gaat met hem. We maken ook kennis met Bill een Amerikaan die ongelooflijk veel blaren heeft. Hij geeft toe dat dit zijn eigen fout is, hij heeft maar een beperkte tijd en wil zoveel mogelijk stappen. Later komen we hem nog tegen en hij heeft een paar dagen moeten rusten, de camino heeft geen genade voor langstappers. Ik ga wat wandelen, het is marktdag met een gezellige drukte, op een terras kom ik de beide Nederlanders met hun trekwagentje terug tegen en nu zeuren ze over het feit dat niemand van de Spanjaarden een andere taal dan het Spaans spreekt. Dat de Spanjaarden over een wereldtaal beschikken, en ze dus niet zoals wij aangewezen zijn op het gebruik van andere talen komt bij hen niet op. In gedachten leven ze waarschijnlijk nog in hun Gouden XVII e eeuw toen Nederland ook een wereldnatie was. Wij stappen anderhalve dag en moeten al een andere taal gebruiken, een Spanjaard kan de halve wereld rondreizen met enkel het Spaans als communicatietaal. Toch heb ik respect voor de Nederlanders, ze hebben al meer dan 2000 km gestapt met hun karretje, niettegenstaande het taalprobleem zullen ze de tocht wel beëindigen. Gegevens: Start 07:00, aankomst 12:30. Afstand 24 km, totaal 1937 km. AM: Bewolkt. PM: Warm. Overnachting: Pelgrims-albergue. Volgweg: Onverharde wandelwegen beetje heuvelachtig. *Provincie León: maakt deel uit van de r egio Castilië en León. Heeft een opper vlakte van 15.581 km2. Telt 495.902 inwoners in 2005 verdeeld over 211 gemeenten. Het ligt in het noordoosten van het Iberisch Schiereiland en de hoofdstad is de stad León . Naast het Kastiliaans wordt er ook een andere Latijnse taal in het noorden van de provincie, het Leonees, gesproken. In El Bierzo, een streek wordt ook het Galicisch gesproken.
28 Juni, dag 87. Naar El Burgo Ranero. We slapen wat langer want we plannen een korte etappe. Eerste dorp op de volgweg is pas na 10 km Bercianos. Op weg er naartoe, loopt Bill de Amerikaan die goed voorzien is van ‘blisters’ een eindje met ons mee. Toffe kerel, maar hij stapt veel te snel en veel te ver. De etappe is terug plat en we arriveren te vroeg, de albergue is nog niet open. Deze albergue is nieuw en gemakt met traditionele bouwmaterialen, stenen van klei en stro in een houten raamwerk. Men noemt dit soort stenen Adobe. Van binnen is ze nieuw en gezellig. Gezelliger dan de Spaanse Hospitalero die hier de plak zwaait. Deze onvriendelijke man is met stip de slechtste Hospitalero die we tegengekomen zijn. Doorsnee Hospitalero’s werken op vrijwillige basis een dag of veertien in een albergue, zij hebben veel werk, inschrijven, geld ontvangen, de boel proper maken en houden, en vooral pelgrims opvangen, verzorgen indien nodig en goede raad geven. Ze werken hard en meestal zonder betaling. In het gouden boek had ik gezien dat één dag ervoor enkele jonge Fransen hun ongenoegen over de man hadden neerge
Soms is het oppassen met de gele pijlen, vooral horeca uitbaters durven die in hun richting te schilderen. 32
neergeschreven, dit is uitzonderlijk, meestal zijn het dankwoorden. Op de deur hing een briefje met daarop de woorden Anti-Français, ergens moet de man ons voor Fransen hebben aangezien anders zou hij niet zo onvriendelijk zijn. Maar we hebben een dik vel, negeren hem volkomen wat hem helemaal van zijn stuk brengt. Door de noodgedwongen korte etappes zijn de meeste pelgrims met wie we al dagen optrekken ons voor en worden we ingehaald door anderen, veel nieuwe gezichten dus. We maken kennis met een oudere Japanner, een man met een diplomatiek verleden in Nederland en die onze taal nog redelijk goed machtig is. Hij heeft een soort kousen aan dat ik nog nooit heb gezien. Kou- B-L: de kousen van de Japanner, elke teen zijn ligsen met tenen, ik bedoel, men heeft plaats. handschoenen met vingers (anders zijn B-R: De wegaanduiding is soms wat overdreven, enhet wanten), wel deze man heeft kou- kel iemand met een slecht karakter kan hier verlosen met tenen, elke teen heeft zijn ligren lopen plaats, voor mij een redelijk koddig O: De Albergue van El Burgo Ranero. gezicht. De waardigheid van de oude diplomaat is echter van die aard dat we er niet mee lachen, enfin toch niet in zijn gezicht, Paul heeft er wel stiekem een foto van gemaakt. El Burgo Ranero is een klein dorpje en tot onze verbijstering zien we in de late namiddag een kermis opbouwen, flash backs van Etrouvy en Castrojeriz doemen op en we maken ons al op voor een slapeloze nacht, temeer daar er vuurwerk wordt aangekondigd. Achteraf bekeken is het nog meegevallen maar weer hebben we niet mee gaan feesten, weer door de strenge verordening van sluiting om 2200 hr. Eigenlijk een goede maatregel hij zorgt voor voldoende nachtrust. Gegevens: Start 07:00, aankomst 12:30. Afstand 18 km, totaal 1955 km. AM: Mooi. PM: Bewolkt. Overnachting: Pelgrims-albergue. Volgweg: Onverharde wandelwegen.
29 Juni, dag 88. Naar Mansilla de las Mulas. Om 5 uur in de ochtend is een Amerikaanse al aan het pakken, later blijkt ze nog na ons te vertrekken. Een Italiaanse doet ongegeneerd het licht aan en op mijn beurt doe ik het ongegeneerd terug uit. We zijn weer al niet geliefd bij een minderheid van de pelgrims, de zwijgende meerderheid is blij dat er iemand reageert. We nemen vrolijk afscheid van de norse Hospitalero en vertrekken weer voor een korte saaie etappe. Na 13 km kaarsrechte weg naar Reliegos en nog eens 6 km recht op recht komen we te Mansilla de las Mulas. Mooi stadje aan de Esla, nog grotendeels ommuurd, de wallen zijn gebouwd met zwerfkeien van de Esla. De middeleeuwse brug over de Esla is bijna zo mooi als die van Puente de Reina. We nemen onze intrek in de gezellige Albergue in de Calle del Puente, wij zouden zeggen ‘de toffe herberg in de Brugstraat’. Het is er een gezellige drukte met een toffe patio, de keuken heeft alle voorzieningen en we maken een goede spaghetti met veel verse groenten. Als ik in de namiddag een wandelingetje maak zie ik een neppelgrim zoals er maar weinig rondlopen. De man is behangen met schelpen, heeft een hoed vol ‘pins’, potten en pannen rammelen aan de rugzak maar zijn schoenen zijn splinternieuw, hij gebruikt zijn outfit om gratis biertjes los te peuteren bij de andere pelgrims en zo te zien lukt hem dat nog ook. Gegevens: Start 07:00, aankomst 11:30. Afstand 18 km, totaal 1973 km. AM: Mooi. PM: Warm. Overnachting: Pelgrims-albergue. Volgweg: Onverharde wandelwegen.
33
30 Juni, dag 89. Naar León* hoofdstad van de gelijknamige provincie. Vandaag stappen we naar León, volgende grote stad zal Santiago de Compostela zelf zijn. We stappen rustig op. Maar Ritten, onverslijtbaar, onverwoestbaar heeft plotseling pijn aan zijn voet. Ik herken de symptomen, tendinitis. Zes weken geleden heb ik er zelf mee gesukkeld, ik weet hoe Rik zich nu voelt. Als een echte oude ijzervretende para geeft hij natuurlijk geen kik, maar dit is een ernstige situatie. Een geluk bij dit alles is dat we korte etappes marcheren (anders komen we te vroeg aan in Santiago), en dat we ‘het’ kalmaan kunnen doen met veel rustpauzes. Al is terug beginnen stappen na een rustpauze altijd een pijnlijke gebeurtenis, de pijn wordt iets minder tijdens het stappen. Enfin, we weten welke medicamenten we moeten kopen en hopen dat het net als bij mij overgaat na een weekje, al spookt het voortdurend in het hoofd ‘ik zal toch niet moeten opgeven, nu het nog (maar) 300 km is’. We passeren Villamoros de Mansilla, kruisen de Rio de Porma over een gevaarlijke brug voor voetgangers, de brug zelf is niet gevaarlijk maar het voorbijrazende verkeer wel. Te Arcahueja is er een mooie halteplaats bij een overdekte fontein, hier nemen we een foto met een bordje 2000 km, later bij het natellen zal ik merken dat dit 18 km te vroeg is. Maar wat is 18 op 2000, een boogscheut. Vooraleer men in het centrum van een grote stad is, moet we doorgaans eerst industrieterreinen en onaantrekkelijke voorsteden verteren, maar niet hier te León. Men heeft de Camino zo heraangelegd dat men plots in de stad staat. Wij kiezen voor de Gemeentelijke Albergue die eigenlijk nog juist buiten het centrum ligt, niet ver van de Plaza de Toros, de stierenvechterarena. Het is een modern gebouw met voortreffelijk sanitair en goede bedden maar spijtig genoeg is de keuken niets meer dan een kamertje met een microgolfoventje. We kopen dan maar wat om een koude schotel te bereiden, geen slecht gedacht want het is broeiend heet vandaag. Gegevens: Start 07:30, aankomst 11:30. Afstand 18 km, totaal 1991 km. AM: Mooi. PM: Zeer warm. Overnachting: Pelgrims-albergue. Volgweg: Onverharde wandelwegen. *León: is de hoofdstad van de pr ovincie León in de autonome gemeenschap van Castilië en León, in het noordwesten van Spanje. León ligt op 841 meter hoogte op de Spaanse hoogvlakte en is met 136.414 inwoners de grootste stad van de provincie, die ongeveer een half miljoen inwoners telt. Stad en ommelanden samen hebben zo'n 200.000 inwoners. León is bekend om zijn gotische kathedraal en andere monumentale gebouwen, waaronder de romaanse Real Colegiata de San Isidoro, het Botines Huis (van de architect Antoni Gaudí, en het platereske San Marcos. León is ook bekend om zijn traditionele "fiestas", zoals Pasen. De Leonese processies zijn officieel uitgeroepen tot Internationale Beziens- We zijn nu 2000 km onderweg. Ik schat dat er toch een 10 kg waardigheid, en heel wat mensen uit af is (1 kg op 200 km), en dat komt enkel door het stappen binnen- en buitenland bezoeken León want er wordt niet op het eten gelet, ook niet op het drinken! met Pasen om die te bewonderen.
34
CAMINHANTES JUEVES Beetje rare titel hoor ik u denken, het is een samenvoeging van twee talen. Het Portugese Caminhantes vertaalt men als wandelaars, men vindt er het woord camino in terug wat weg betekent. Jueves is Spaans voor donderdag. Donderdag stappers dus. Over wat gaat het hier? Wel sedert een paar maanden komen we met enkele leden samen om een wandeling te maken in de Stille Kempen. We doen dit om de veertien dagen. De donderdag voor de zondag dat het clublokaal is geopend. Het is een uitvloeisel van de wandelingen tijdens het tuinfeest in augustus laatstleden. Tussen de 15 en de 20 km, maar ik geef toe, echt nauwkeurig ben ik niet als het afstanden betreft. Men kan eerder spreken over ongeveer, bijna, in de buurt van, bij benadering, omstreeks, grosso modo, circa, met een elastiek gemeten. Met andere woorden, het steekt niet op een kilometer, maar een ding is zeker tot nu toe zijn we altijd terug op het voorziene uur. Waar we wel voor zorgen is dat we steeds mooie plekjes opzoeken. We weten die zijn, want zonder te blozen mag ik zeggen dat er niet veel paadjes zijn in de Noorderkempen waar ik nog niet ben geweest. Er wordt niet snel gestapt, vergelijk het met de kadans van een mars met zware bergham, maar zonder de bergham dan. Hoe gaat dit praktisch te werk. Enkele dagen voor de wandeling stuur ik een email naar allen op de lijst van de Caminhantes Jueves. Deze bevat de uren en de plaats van samenkomst, een beschrijving van de volgweg, geschatte tijd van aankomst. En….. niet te vergeten, waar we achteraf de noodzakelijke ‘debriefing’ houden met een watertje of een koffietje of ‘soms’ iets anders. Voorwaarde tot deelname is natuurlijk lid zijn van onze VrKr en uw email adres aan mij door te spelen. Het hele gedoe is vrijblijvend, men antwoord enkel wanneer men kan meestappen. We vermijden er bij te lopen als halve huurlingen, vergeet niet dat we te gast zijn in 3 Para en buitenstaanders ons in verband kunnen brengen met het bataljon. Hieronder enkel foto’ van vorige wandelingen. Pol Ooms
35
SHABA 1978: OPS « RED BEAN » Rik STABEL In het voorjaar van 1978 ben ik C.S.M. van maar liefst 2 Cies, of bijna althans: de Staf en Dst Cie en een versterkt peloton van de 22 Cie. Deze laatste lijdt een beetje aan bloedarmoede en daarom beslist korpsoverste Lt-Kol SBH VERSTRAETEN de Cies samen te voegen tot er meer volk binnen komt om de 22 Cie op getalsterkte te brengen. Wat trouwens na het zomerverlof van 1978 gebeurt. Begin mei geeft Lt-Kol SBH VERSTRAETEN het bevel over aan Maj. SBH COUWENBERG. Gelukkig sta ik niet alleen voor deze grote CSM- taak. Mijn mede-C.S.M. is 1ste Sgt René HUART. Een Franstalige collega die zo goed als perfect tweetalig is. Waarschuwing. Op 17 mei zie ik mijn Cie Comd 1ste Lt RIZZA met een smile ‘van hier tot Tokio’ terugkomen van een O-group Bataljon. « C.S.M., houdt het voorlopig onder ons, maar ik denk dat we naar SHABA vertrekken. Maak maar het een ander klaar. Wat? Dat weet je zelf het beste. » Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig en ik ga de inhoud van Cie-Kist na, samen met René. We zetten er de kaartenbak Cie al in. Op elke kaart staat nauwkeurig genoteerd: Naam, Voornaam, Graad, Stamnummer en burgeradres en zelfs een eventueel Tf Nummer, van iedereen. D.w.z.: van korpsoverste tot de veel geciteerde en bijna versleten sdt ‘Van Pieperzele’. Echt wel praktisch in het GSM-en andere communicatie-loze tijdperk. Waar we ook gaan, als we vertrekken gaat deze kist sowieso overal mee. Dat het een goed idee was hebben we het er later nog wel eens over. We worden niet geconsigneerd, we slapen gewoon thuis. De beste aanpak om iets geheim te houden. Alarm. Donderdag,18 mei. s’ Nachts om 0300 Hr. wordt er thuis aangebeld. 2de Comd Cie, 1ste Lt CORDONNI, staat voor mijn deur en zegt slechts twee woorden: « CSM, Shaba ». Vlug wat reservekledij, sokken en ondergoed in een kitbag gestopt, de Cie jeep staat met draaiende motoren te wachten. Samen met buurman 1ste Sgt-Maj VAN BRITSOM rijden we naar Tielen; Collega René is ‘living in’ en heeft het bureel CSM al geopend. We wachten op bevelen om het alarm verder vlot te laten verlopen.De te verwachten hectische toestand komt er vanzelf maar het lukt ons om orde in de heksenketel te scheppen. Voor ‘mijn’ eventueel vertrek rijst er een probleem. Iedereen snakt ernaar om te vertrekken maar het aantal plaatsen in de vliegtuigen is beperkt. Veel onderofficieren en manschappen blijven achter in Tielen en er is een CSM achterwacht nodig. Dus voel ik de bui al hangen. Ik zoek RSM André SOENEN op, kaart het probleem aan en overtuig hem met de volgende argumentatie: « Als er in SHABA gesprongen wordt en ik ben daar niet bij, is het gedaan met mijn gezag als CSM » RSM SOENEN gaat volledig akkoord met mijn zienswijze. Spreekt er 2de Comd Maj SBH REYNDERS over aan en deze zet mij op de lijst van vertrekkers. Ophalen bewapening. Mijn organiek wapen is een Vigneron, een wapen met een max. dracht van 100 meter. Dat vind ik veel te kort voor een oorlogsopdracht. Een FAL M3 heeft een draagwijdte van minimaal 400 meter en kan ook gebruikt worden voor agglomeratie- en straatgevechten. Na het tekenen van een bon is dit laatste mijn wapen voor de opdracht. We krijgen 60 patronen, genoeg om 3 laders te vullen; verder één offensieve granaat, één defensieve granaat en één “Def. Gren. Rifle” (waarover later meer). Deze laatste kan eveneens afgevuurd worden met de FAL M3. Beladen met wapen, stormgordel, TAP-zak en kitbag stijgen we ‘in bus’. We vertrekken naar Melsbroek. Mijn eerder genoemde Cie kist ‘met’, zit veilig in de Cie-jeep die ook naar SHABA vertrekt. Wachten in Melsbroek… In afwachting van de finale « GO » van minister van Landsverdediging Van den Boeynants, worden de plaatsen in de vliegtuigen verdeeld. Met mijn plaats in het vliegtuig kan ik het niet beter treffen.
36
Het grootste gedeelte van de laadruimte wordt ingenomen door twee Unimog's en één jeep ambulance. Alle voertuigen goed voorzien van openklapbare brancards. Deze zullen ons tijdens de lange reis naar SHABA trouwens van ideale slaapplaatsen voorzien. « Zonder geluk vaart niemand wel. »
FAL M3 (archief Hoedt, met dank Koninklijk Legermuseum, Brussel via Lt.Kol. P. DENAMUR)
VIGNERON (archief Hoedt, met dank Koninklijk Legermuseum, Brussel via Lt.Kol. P. DENAMUR) Naar Kamina. Donderdag, 18 mei (30 uren na het verwittigingsbevel). Eindelijk stijgen de vliegtuigen op. Om bij te tanken maken we een tussenlanding op het eiland Madeira. Het geeft ons ook de gelegenheid om onze benen wat te strekken. We schepen terug in en zullen nu in een ruk naar Libreville(Gabon) vliegen. Mijn reiscompagnons bestaan voornamelijk uit leden van een Medisch Detachement. We spreiden onze ‘sleepings’ uit over de brancards en kennen een heerlijke verkwikkende nachtrust. Bijna een plezierreis!!! Tussenlanding in Libreville, we zien er een groot gedeelte van 3 Para terug, die per Boeing reizen. Na terug de benen wat gestrekt te hebben: « in plane » en op weg over Congo (Zaïre) naar Kamina. Het is 18 jaar geleden dat ik daar voor het eerst ben geweest. Aankomst te Kamina Vrijdag, 19 mei. Het is al donker als we in Kamina aankomen. De ‘loadmaster’ van de C130 twijfelt « of deze moet ontladen worden of niet? » De piloot neemt radiocontact op met de basis. Er volgt een bevestigend antwoord. Alles uitladen; het vliegtuig moet leeg. Door specialisten al ter plaatse is het losmaken van de kettingen, die de voertuigen zo solide op hun plaatsen hebben gehouden, in een oogwenk gebeurd. We melden ons aan op het RV punt 3 Para en wachten af. Wat later horen we dat een aantal para's van het 2 Regt Etrangère Parachutistes te Kolwezi gesprongen hebben. De gevechtsgroepen worden samen gesteld. Het Pon Mor + een aantal Diensten zoals: mekaniekers, wapenmakers enz. die met een wapen kunnen omgaan en bijkomend hun job kunnen doen, zal een groep vormen onder het bevel van 1ste Lt RIZZA en OLt SEGERS. Het team OOffr bestaat uit 1 ste Sgt René HUART, 1ste Sgt Herman MELCKENBEEK, Sgt Danny BAUTERS en Sgt Roland VAN DE VOORDE en mijn persoontje uiteraard. Morgen (zaterdag 20 mei) – d.w.z. binnen een paar uur – voeren we een stormlanding uit op het vliegveld van Kolwezi en zullen we proberen de stad in te trekken en te bezetten. Sommige ‘diehards’ onder ons voelen enige frustratie omdat de Fransen wel gesprongen hebben. Volkomen onterecht overigens; een stormlanding is veel effectiever dan een paradrop. Bij een parachutage gaat teveel tijd verloren met het hergroeperen. In het ander geval heeft men alles al bij de hand: manschappen, wapens met eventueel kogel in de kamer, veiligheid op natuurlijk, de radio’s aan, etc.
37
Voor we vertrekken kunnen we nog even slapen. René en ik geven de manschappen toch nog een kleine opfrissing over de manipulatie en het gebruik van de ‘Def Gren Rifle’. Een geducht wapen dat afgeschoten wordt met de FAL en dat zelfs in het uiterste geval geworpen kan worden. We raden iedereen aan de koperen kop met daarin het lintje, mooi op zijn plaats te laten. En ook niet te prutsen aan de ontstekers van de twee andere granaten. Een lid van het Peloton Mortieren heeft hieraan geen boodschap en zal zich later na wat ‘spielerei’ met een Off. Gren. definitief aan zijn oog kwetsen.
Hierboven: Kolwezi, 20 mei 1978. (archief Hoedt E.) DZ A en B van het 2 REP, en DZ C van het Regt Para-Cdo. Bemerk ook het rebellenbolwerk « MANIKA » (inlandse cité), waar het Sportcentrum, door de Rik aangehaald in zijn relaas, gelegen is.
Vertrek uit Kamina en aankomst in Kolwezi. Zaterdag, 20 mei. ’ s Morgens onder een heerlijke zon vorderen we rustig naar de tarmac en wachten er op onze C130, die al een 1/2 Fus Cie in Kolwezi heeft afgezet. Natuurlijk is het wel een beetje stil, iedereen zit in gedachten van « Wat zullen we daar aantreffen? » Het vliegveld is wel in handen van bevriende Congolese troepen, maar je weet maar nooit! Na een half uur vliegen voeren we een stormlanding uit in Kolwezi. Daar zie ik dat de Congolese militairen die het vliegveld veroverd hebben op de rebellen, tientallen meters verwijderd van hun wapens en hun schutters putten staan. Dit geeft een verre van professionele indruk. Goed wetende dat je vriend of vijand nooit mag
onderschatten, maak ik toch de bedenking dat hun tegenstanders geen taai weerwerk hebben geboden.
38
Elementen van 3 Para trekken Kolwezi binnen (archief Hoedt E.) We bereiken de eerste huizen van Kolwezi-stad en na een korte verkenning blijken ze verlaten te zijn.Wat verder ligt een zwarte militair, gesneuveld in actie. Zijn borstkas is weggeschoten en het lichaam is al in staat van ontbinding.Als we een paar dagen later deze plaats weer passeren zijn er bijna geen stoffelijke resten van de Zaïrees meer te zien. Hongerige honden hebben hier hun luguber werk gedaan. Hiernaast: Massale uittocht van burgers uit Kolwezi in mei 1978. De paniek is enorm (archief Hoedt E.) We trekken verder, houden halt en stellen ons op in een ‘semi defensieve kring’.De Sectie Comd duidt voor elk van zijn manschappen de schoots sector aan en onderstreept ‘met dubbele lijn’: « dat ze niet in slaap mogen vallen ». De Mortieren 81mm worden opgesteld met als voornaamste schootsrichting de inlandse wijk die ca. 800 meter verder ligt. Kpl YPELAAR – waarnemer die over een eigen kijker beschikt – reikt me die aan en zegt: « Kijk eens CSM naar die hut met dat groen dak. » En ja hoor, een zwarte militair wisselt zijn militaire kledij om met een burgerpakje en redt er misschien zijn leven mee. Een Volkswagen, komende uit het centrum van Kolwezi, rijdt in onze richting. Het voertuig is deerlijk gehavend. We houden het onder schot. Het vertoont een aantal kogelgaten. Een blanke man, gekwetst aan zijn arm stapt uit. « Pas op » zegt hij « een eind terug wordt van alle kanten en op alles en iedereen geschoten. Ik kom die stad niet meer in. » Een andere auto, bestuurd door wat later bleek, een Frans sprekende Joegoslaaf, rijdt ondanks alle waarschuwingen van de gekwetste man toch Kolwezi binnen. « Het schieten zal allemaal nog al meevallen » zegt hij nogal zelfbewust. Een paar minuten later horen we inderdaad geweerschoten. We verlaten onze stellingen om in gevechtsformatie onze vordering verder te zetten. Niet zonder gevaar: een eindje verder zien we de Joegoslaaf doodt bij zijn auto liggen. (Zie boek Kroniek van het 3° Bataljon Parachutisten, bladzijde 132, tekst met foto.) We passeren op de plaats waar een uitgebrande auto-mitrailleurs staat, waarrond vier dode rebellen liggen. Het voertuig is onschadelijk gemaakt door een anti-tank raket van de Fransen. Als we een patrouille van het 2 REP kruisen zie ik tussen hen een deserteur van 3 Para lopen. Hij ziet me ook, kijkt wat schuw in mijn richting en op mijn vraag « Hoe is het daar jongen? » antwoordt hij onmiddellijk: « Niet goed ».
39
Een paar maanden later, gekwetst bij een ordinaire vechtpartij, zal het Legioen hem zonder enige vergoeding aan de deur zetten. Hij probeert dan nog het statuut van gedeserteerde Belgische militair te verkrijgen en na zijn straf terug zijn plaats in 3 Para in te nemen. Wat niet zal lukken. We trekken verder, het wordt al avond. We besluiten om stellingen voor de nacht in te nemen rond het Sportcentrum van Manika. Eerst worden we nog met iets gruwelijks geconfronteerd. In een straat liggen misschien wel 10 à 12 dode lichamen van burgers. Ze moeten er al een paar dagen liggen want ze zijn in staat van ontbinding. Gedood door wie??? Eens we in Manika zijn aangekomen wacht ons een tamelijk comfortabel verblijf. Het zwembad is nog tot aan de rand vol water, zwemmen is echter verboden, maar we kunnen ons wel deftig wassen en onze gamellen reinigen. Verder worden er wachtposten uitgezet en als je niet van wacht of permanentie bent, kun je veel slaap inhalen. De volgende dag (zondag 21 mei) krijgt onze groep twee opdrachten. Onder het bevel van Kapt-Comd BRIJS, S3 Bataljon, gaan we een verkennings/mogelijks gevechtsopdracht uitvoeren. We moeten de elektriciteitscentrale van Kolwezi verkennen en mocht deze in handen van rebellen zijn, deze innemen. Daarna moeten we een Portugese familie, die afgelegen buiten Kolwezi woont, verplichten om deze desolate en gevaarlijke plaats te verlaten. Ons voertuigenpark bestaat vooral uit burgervoertuigen en camions, afgestaan door burgers die tijdelijk veiligheid hebben gezocht in Kamina. Een tweesnijdend zwaard. De voertuigen blijven uit handen van de rebellen en worden door de para’s beschermd. En bij hun terugkeer kan elke vluchteling zijn auto terug opvragen. Ons traject loopt door de straat met het groot aantal doden. Nu is daar een wacht van manschappen van 1Para aanwezig. Geen aangename taak… Een blanke ingenieur vergezelt ons naar de centrale om de poorten te openen. Hij is wel enigszins verbaasd over zoveel militair machtsvertoon. Onze getalsterkte bedraagt namelijk zo'n 50 man. « Ik heb gewoon doorgewerkt, wel alleen natuurlijk. Heb geen rebel of wat dan ook gezien. En de stad is nooit zonder elektriciteit geweest » zegt de man. Dat kan wel zijn, maar onze opdracht wordt verder gezet. Je weet maar nooit of er gedurende de nacht geen vijandelijke elementen zijn geïnfiltreerd. Gelukkig heeft de man gelijk. We bezetten de centrale en laten een beschermingselement ter grootte van een sectie ter plaatse. En beginnen aan onze tweede opdracht. Na een half uur vorderen door een verlaten ‘bled’, te voet en onder een loden zon, bereiken we het huis in kwestie. Geen kat te zien, laat staan een Portugese familie. Na een rustperiode van een half uur keren we terug naar de elektriciteitscentrale, stijgen in de voertuigen en keren terug naar Manika. Opdracht volbracht. Er wordt beroep gedaan op twee man om Doc HAINAUX te escorteren, die te voet de stad in moet voor eventuele verzorging van gewonden. Maurice SCHOCKAERT en ikzelf bieden zich aan. De dokter, klein van gestalte, stapt zelfzeker tussen ons in, glimlacht en laat zich ontvallen: « Tussen deze twee beren voel ik me dubbel veilig… ». Foto boven: Kolwezi 1978. Manschappen van 1 Para laden munitie op een AS-24 (archief Hoedt E.) Terug naar Kamina.Maandag, 22 mei. De orde in Kolwezi is hersteld, nu moet het dagelijkse leven terug op gang komen. Speciaal hiervoor opgeleide teams van een opruimingsdienst laten de talrijke doden uit het straatbeeld verdwijnen. Er wordt bekend gemaakt dat 1 Para, versterkt met een groot peloton van 3 Para, in Shaba ter plaatse zal blijven. Samen met het Franse 2 REP en Zaïrese regeringstroepen zullen zij voor de veiligheid zorgen. De bewoners van de getroffen stad, waaronder heel wat mijnpersoneel, keren stilaan terug naar hun soms totaal leeggeplunderde huizen. Ze behoren echter tot een ras van taaie pioniers en zijn wel het een en ander gewoon bij het (her)opstarten van een nieuw leven.
40
de anderen van 3 Para is de taak voorbij. Per C130 vliegen we terug naar Kamina en zullen er nog één dag en één nacht blijven. We kunnen wat bijslapen, al valt dit niet mee op het harde beton, kunnen ons wapen wat grondiger kuisen en zelfs een douche nemen (met koud water). Morgen keren we per gecharterde Boeing van Sabena terug naar België. De volgende morgen voor het instijgen, houdt Regt Comd Kolonel SBH DEPOORTER een toespraak. Hij feliciteert ons met onze disciplinaire, professionele manier van werken. En voegt er nog aan toe: « Straks terug in België zal de pers jullie onvermijdelijk vragen stellen. We leven in een democratisch land, ze mogen beantwoord worden. Maar zeg de waarheid, overdrijf niet en dik sommige zaken niet aan. » Deze woorden heb ik goed onthouden. Terug naar België. Dinsdag, 23 mei. Na een voorspoedige vlucht met tussenlanding te Libreville, arriveren we 9 uur later in Melsbroek. En jawel hoor, het wemelt er van journalisten. Mij wordt de vraag gesteld of we ons niet minderwaardig voelen t.o.v. de Fransen die wel gesprongen hebben in actie. Mijn antwoord is heel simpel: « Als Belgisch Para-Cdo voel ik mij aan geen enkele buitenlandse militair minderwaardig. Zeker niet aan die van Het Vreemdelingen Legioen. » Een antwoord dat voorlopig niet in goede aarde valt. De vroege uitzending van het radiojournaal geeft mijn woorden onverbloemd weer. S’ avonds zijn ze er echter al af. We moeten bevriend blijven met de Fransen in verband met onze verblijven in Pau en in Corsica. Maar je daarvoor laten beledigen is mij toch een beetje te gortig! En ik zal gelijk krijgen. Wat later zullen Franse weekbladen ons met uit verband gerukte foto's proberen belachelijk te maken. Sommige chefs die mij een beetje scheef bekeken om mijn uitspraak veranderen nu wel van mening… Maaltijd te Melsbroek. Terug in Tielen. Voor we in de bussen naar Tielen stappen wordt er ons nog een uitstekende Belgische klassieker opgediend in de eetzaal van de 15° Wing. Een ferme beefsteak-frites, salade en tomaten doen ons vergeten dat we zeven dagen C-rantsoenen op het menu hebben gehad. Ook zijn er een tiental telefoons geïnstalleerd. Wie dit wil, kan naar huis bellen. Na aankomst in Tielen, eens de wapens achter slot en grendel, geen consignatie. Degenen die vrij kwartier hebben mogen naar huis gaan. Een goede nachtrust in ons eigen bed zal wonderen doen om er morgen volop tegen aan te gaan. En het is nodig!!! Met een Staf Cie die bestaat uit verschillende elementen van wie er een aantal in SHABA zijn achtergebleven kost het René en mij wel wat moeite om orde op zaken te stellen en te weten « wie waar is? » Maar het lukt ons wonderwel. En dit dank zij de eerder genoemde kaartenbak, die na een Congo-reis terug in ons bureel staat. Na een paar dagen verlof neemt het dagelijkse leven in 3 Para zijn gewone vorm weer aan. En zo hoort het ook. In de herfst van 1978 zijn de lege plaatsen in de 22 Cie terug aangevuld met jonge gemotiveerde elementen en heb ik terug mijn oude job van CSM/Cie ingenomen. Het zal de mooiste tijd van mijn leven worden. Tot ik eind 1980 deze functie overgeef aan 1 ste Sgt Mario DEDECKER. Onder het bevel van 1ste Lt RIZZA (later Kapt. Provinciael) kennen we een periode vol afwisseling, wel veel op manoeuvre, maar ook met veel beroepsvreugde. Corsica, Otterburn, Vicenza enz. Het staat allemaal weer op het programma. Namen noemen is gevaarlijk, wat trouwens een wijze uitspraak is. Maar ik doe het toch… De samenwerking met Mario (spijtig genoeg voortijdig overleden ), Danny SCHEERLINCK, Pol OOMS, Eddy TECK, Michel DREES en de andere onderofficieren, hebben ervoor gezorgd dat ik s’ morgens fluitend naar mijn werk reed.
Bedankt jongens!... Rik Stabel
41
Om af te sluiten iets plezant
Zijn mannen het gelukkigst? Hun familienaam verandert niet. Ze kunnen nooit zwanger worden. De garagisten vertellen hun de waarheid. Ze moeten nooit tot een volgend benzinestation rijden om te plassen omdat de vorige toiletten smerig waren. Ze moeten nooit nadenken in welke richting ze een vijs moeten indraaien. Voor hetzelfde werk zijn ze meer betaald. Hun rimpels zorgen voor hun personaliteit. Trouwkleed 2500 euro, smoking huren 50 euro Eenzelfde humeur, altijd. De telefoongesprekken zijn gedaan in 30 seconden. Ze hebben maar behoefte aan een valies voor een vakantie van 15 dagen. Ze kunnen zelf de confituurpot openen. Het minste vriendelijk gebaar van hun zorgt voor erkenning. Indien iemand hen vergeet uit te nodigen, mag deze persoon toch hun vriend blijven. Hun ondergoed kost 15 euro voor een pak van 3. Drie paar schoenen zijn meer dan voldoende. Ze zijn in de onmogelijkheid om te zien of hun kleren bevlekt of gekreukt zijn. Hun gezicht blijft dezelfde kleur hebben op gelijk welk moment. Frieten, chocolade, vlees en saus, pizza,... zijn geen probleem voor hun. Dezelfde haarsnit jaar in jaar uit. Ze moeten enkel hun gezicht scheren. Ze mogen in short wandelen, ongeacht de staat van hun benen. Ze mogen hun nagels knippen met een zakmes desnoods. Ze mogen kiezen of ze al dan niet een snor hebben. Ze kunnen de boodschappen voor Kerst doen voor 25 personen in 25 minuten de 24stedecember. En men vraagt zich nog af waarom mannen gelukkig zijn. Het ergste is dat het nog waar is ook! Stuur dit naar de mannen, en ze zullen glimlachen. Stuur dit naar de vrouwen en ze lachen zich een breuk om deze waarheden.
Optimistisch word je zo
Ga voor een glimlach en je gaat een positieve dag tegemoet. Maak een lijstje van alles wat goed gaat in je je leven. Verzoen je met het verleden en blijf er niet over tobben. Denk positief. Onthoud enkel de positieve gebeurtenissen van de dag. Ga na wat je sterke punten zijn en benut ze. Omring je met optimisten. Vertel goed nieuws steeds door aan meerdere personen. Denk niet alleen aan jezelf: Bied hulp aan, schenk een glimlach, deel je paraplu, spring op de bres …..
En je zal zien: je leven is eigenlijk zo slecht nog niet …..
Ik wens jullie allen een Vrolijk Kerstfeest en een Gelukkig Nieuwjaar. Ronny Mertens
42
WIJ HETEN VAN HARTE WELKOM Belmans Eugeen
Cuyvers Alain
De Biolley Oger
De Mol Jean - Pierre
Demeuricy Paul
Smets Sylvain
Van Der Spiegel Marc
Clijmans Ludo
Clijmans Pieter “ Jos”
De Prekel Jozef
Debeer Theo
Houtmeyers Karel
Menten Paul
Swennen Paul
Swerts Jean Marie
Van Damme Gaby
FOTO OP SCHUTBLAD Uitreiking van de decoratie ANPCV aan Sooike Dockx en Ronny Mertens op onze korpsmaal door de voorzitter.