Madness
Niveau 3a | Song 4 | Lesson B
1
Home swap
Worksheet
Flash info
read
Bekijk de website en lees de tekst. Wat is het Nederlandse woord voor home swap?
study fireplace bath shower
studeerkamer open haard bad douche
https://www.homeswapinternational.com/greatbritain-cheltenham
Home Swap International Great Britain South West
toilet
toilet bathroom bedroom
living-room
garage kitchen garden
bedroom bedroom car exchange / use of car
study
pets are welcome non smokers only
Location Cheltenham (Cotswolds)
Seeking Home exchange
We offer
House (2 floors) Living-room Kitchen Bedrooms: 3 Bathroom Study Garden Garage
Preferred period: 4 weeks, May 2012
Living-room with fireplace and flat screen TV Modern kitchen Bathroom with bath and shower Two separate toilets
Preferred destination: France
Contact: for name, address and other contact details: member’s login >> © Groove.me
Pagina 1
Madness
Niveau 3a | Song 4 | Lesson B
2
What’s the text about?
Worksheet
read
Beantwoord de vragen. Zoek de antwoorden op in de tekst. Zet een rondje om het goede antwoord. 1 Bij een home swap ... A huur je een huis in een ander land. B ruil je je huis met iemand anders. C komt er iemand bij jou logeren.
3 De studeerkamer is … A op de begane grond. B op de eerste verdieping. C er niet in het huis.
2 Wie mogen er niet in het huis? A Mensen die roken B Mensen die een huisdier hebben C Jongeren
3
A house with two floors
words
Bekijk de plattegrond. Schrijf de Nederlandse vertaling achter de woorden. Dit betekent …
4
Dit betekent …
bedroom
kitchen
bathroom
living-room
toilet
garden
study
garage
What do you do?
words
Kijk naar het plaatje en lees de zinnetjes. Kruis aan welke dingen jij in deze kamers doet. Let op: je kunt soms meer dingen aankruisen. bedroom
living-room I have breakfast. I sleep. I get up. I read a book. I put on my clothes.
bathroom
kitchen I watch TV. I sleep. I brush my teeth. I wash myself. I put on my clothes.
© Groove.me
I cook a meal. I watch TV. I work on the computer. I put on my clothes. I read a book.
I cook a meal. I watch TV. I have breakfast. I brush my teeth. I wash myself. Pagina 2
Madness
Niveau 3a | Song 4 | Lesson B
5
Your house!
Worksheet
write
Beantwoord de vragen over je eigen huis.
1 How many floors are there?
Hoeveel verdiepingen zijn er?
There are
2 What rooms are there in your house?
Welke kamers zijn er in jouw huis?
In my house we have
3 Do you have a garden?
Hebben jullie een tuin?
Yes, we have No, we haven’t got
4 How many bedrooms are there?
Hoeveel slaapkamers zijn er?
There are
5 Is your living-room small or big?
Is jullie woonkamer klein of groot?
Our
6 Is the bathroom downstairs or upstairs?
© Groove.me
Is de badkamer beneden of boven?
Pagina 3
Madness
Niveau 3a | Song 4 | Lesson B
6
Downstairs or upstairs?
Extra
words
aD ownstairs betekent beneden en upstairs is boven. Kijk naar de plattegrond bij opdracht 1. Bepaal dan welke kamers en plaatsen (ook de tuin en garage) downstairs zijn, en welke upstairs. Schrijf het hieronder op in het Engels. Downstairs
Upstairs
study
b Welke kamers zijn downstairs en welke upstairs bij jou thuis? Schrijf het voor drie kamers op in het Engels. Bijvoorbeeld: The kitchen is downstairs.
7
Inside
words
write
a Hieronder staan woorden voor spullen en dingen die je in een huis vindt. Schrijf de Nederlandse betekenis op. Gebruik een woordenboek als je de betekenis niet weet of niet kunt raden. b Geef de woorden dan een kleur: rood voor dingen uit de living room; blauw voor dingen uit de kitchen, geel voor dingen uit de bathroom en groen voor dingen uit de study.
8
cupboard
shower
mirror
vase
sink
computer
couch
carpet
microwave
washing machine
picture
dustbin
dish washer
table
fridge
chair
television
desk
bath
fireplace
books
Home swap in Holland
*
Jij wilt in de zomervakantie je huis ruilen met iemand anders. Kijk eerst naar opdracht 1 (Home swap). Maak dan een advertentie voor je eigen huis. Beschrijf je huis en de omgeving. Maak het zo aantrekkelijk mogelijk.
© Groove.me
Pagina 4
Madness
Niveau 3a | Song 4 | Lesson B
Worksheet
Words and phrases Words to know house street uncle aunt cousin kids floor bedroom bathroom kitchen
huis straat oom tante neef, nicht kinderen verdieping slaapkamer badkamer keuken
Phrases to know
living-room study garden garage fireplace bath shower downstairs upstairs
woonkamer studeerkamer tuin garage open haard bad douche beneden boven
Van wie?
I put on my clothes. I watch TV. I have breakfast. I brush my teeth.
Ik Ik Ik Ik
Do you …? Do you iron a shirt? Do you watch TV? Yes, I do. No , I don’t.
Strijk jij een overhemd? Kijk jij TV? Ja. Nee.
kleed me aan. kijk tv. ontbijt. poets mijn tanden.
my your his her our your their
mijn jouw zijn haar onze jullie hun
Voorzetsels under on top of in in the middle of behind near
© Groove.me
onder (boven)op in in het midden achter dichtbij
Pagina 5