USA 2008
De 11-statentocht
The Deep South - 25 juli t/m 10 augustus Vrijdag 25 juli, vertrek – Atlanta – Montgomery. (Georgia, Alabama). 264 km gereden. De wekker is vroeg vanochtend, dat moet ook want om 5 uur vertrekken we vanuit Asten naar Dusseldorf. De 2 koffers passen nét in de auto, en met vier personen in een compacte bolide begint de gezellige reis naar Dusseldorf International Airport. ’t Is inmiddels een bekende weg, en we staan ook binnen het uur op de parkeerplaats vlakbij de vertrekhallen. Koffers d’ruit, en op zoek naar onze check-in balie. Na enig speurwerk hebben we de goede gevonden. Terwijl Yvonne en Twan in de rij staan te wachten (we waren de eersten, maar er stond nog niemand om ons te woord te staan), gaan Sabine en Jennie vast op zoek naar een koffiecorner. Een kwartiertje later zitten we gezamelijk aan een lekker ‘ontbijt’. Nix beter dan een goei kopje koffie op de vroege morgen. Na het uitzwaaien gaan we eens op ons gemak wat rondkijken waar we heen moeten. Na een aantal poortjes, gangetjes, controle-instanties en de nodige meters zitten we op de barkrukken bij onze gate. Zo, nu kan er weinig meer verkeerd gaan. Twan’s gestress is wat aan het minderen en Yvonne is wat wakkerder aan het worden. Nu komt Amerika wel erg dicht bij... Om kwart voor 10 vertrekt ons vliegtuig. 9 Uurtjes muziek luisteren, lezen, film kijken, eten en slapen later staan we op Hartsfield-Jackson Atlanta International Airport, de grootste luchthaven ter wereld. Na een aantal zeer strenge controles waar je simpel van wordt staan we buiten. Heet!! Over de 30 graden. Na de shuttle-bus van Alamo te hebben gevonden staan we vijf minuten later in de office van het autoverhuurbedrijf. Daar was alles zó geregeld (‘zoek maar een auto uit, de sleutels zitten overal op’). Goed, een Chevrolet Cobalt leek ons wel leuk, dus die hebben we maar meegenomen. Zo. Op naar Montgomery. Het is ongeveer 3 uur in de middag, en de temperatuur blijft maar stijgen, zo geeft de auto aan. Even hebben we een fikse plensbui gehad, waarna het zonnetje alweer doorkwam. Mm, 35 graden, toch warm. Effe om omschakeling als je het Nederlandse weer gewend bent. Zo, na 150 km Interstate willen we wel eens wat binnendoor rijden. Goed. Garmin ingesteld op ‘vermijd snelwegen’, en je krijgt de mooiste natuurroutes. Met 50 MPH kachelen we over de Highway, door de natuur, door de dorpjes, en bijna geen verkeer. Totdat we in Montgomery aankomen. Een drukke grote stad.
We besluiten rechtstreeks naar ons motel Days Inn te rijden. Na het inchecken en inspecteren van ons eerste onderkomen sjouwen we de koffers de hotelkamer in. Zo. Eerst eten, het is inmiddels alweer een uur of 8. Buurman McDonalds lijkt ons wel wat, om maar meteen met typisch Amerikaans eten te beginnen op de eerste dag. Veel meer fut om iets anders te zoeken ontbreekt er een beetje aan, we zijn inmiddels al een aardig aantal uurtjes wakker. Na op ons dooie gemak ons avondeten genuttigd te hebben, pakken we de auto, om bij Wal-Mart ff wat inkopen te doen. Een 12-pack Budweiser moet natuurlijk ook mee. Weer terug in het motel nemen we eerst een douche, gevolgd door enkele Budweisers. De slaap overwint het van het lekkere pintje, zodat we toch op tijd in bed liggen. Morgen New Orleans.
Zaterdag 26 juli, Montgomery – New Orleans. (Alabama, Mississippi, Louisiana). 520 km. We worden op tijd wakker, zodat we om een uur of tien op weg kunnen richting New Orleans. Via de Interstate 65 overbruggen we al gauw een grote afstand. Het schiet lekker op. De omgeving is groen, op de weg weinig verkeer, en al doende naderen we de kust. Vanaf Mobile gaan we een beetje ‘binnendoor’. Maar vanwege het vele ‘road work’ gaan we toch maar de Interstate 10 op; we willen wel een beetje op tijd in New Orleans zijn. De laatste kilometers is het wegdek aardig slecht, vanwege de overstromingen van een paar jaar geleden. Een stevig onweers- en regenbuitje beperkt onze snelheid tot 50 km per uur. Als het in Amerika regent, dan regent het ook voor een goeie. En als het bliksemt, dan is effe de hele horizon verlicht onder de donkere wolken. Affijn, om een uur of 5 komen we aan in een hectisch New Orleans. We volgen ons navigatiesysteem netjes naar Comfort Inn, en hebben daardoor meer tijd om rond te kijken in plaats van te zoeken. Druk verkeer, smalle straten, vele verkeersborden, stoplichten en reclamezuilen, mensen, oude enigszins vervallen gebouwen, maar we wringen ons erdoor. In het hotel zijn nog kamers vrij. Ok. De auto kan 1 blok verderop in een parkeergarage. Die is wel aardig vol. Dus we moesten naar de 9e etage om de auto te parkeren, en vervolgens 9 etages via het trappenhuis naar beneden. Mét koffers. Dat is wel ff zweten. Gelukkig is het toevallig toch ‘douchetijd’. Fris en weer wat bijgelambald gaan we eens even kijken in het French
Quarter, wat op 2 minuten lopen van ons hotel ligt. Het is inmiddels weer aan het regenen, en het is stikkes druk in de smalle straatjes en de kleine (eet)cafeetjes. Iedereen lijkt wel dronken, en als we het French Quarter zo’n beetje doorkruist en bekeken hebben, ís het dus inderdaad zo dat iedereen dronken is. Allemaal schreeuwende toeristen. We gaan een leuk maar simpel restaurantje binnen, en bestellen een flink vismenu. Dat smaakt picobello. Na het eten zijn we van mening dat we niet helemaal tussen die toeristen met hun asociale gedrag thuis horen, en ook een beetje van vermoeidheid zijn we om een uur of half 10 weer naar ons hotel terug gewandeld. De Budweisers waren alweer lekker koud geworden in ons koelkastje.
Zondag 27 juli, New Orleans – Lafayette. (Louisiana). 238 km. Moaaaahh, 7 uur. Lekker geslapen voor de eerste keer. Jetlag is weg, we zitten in ons ritme. Het is ook een heel fijn en luxe hotel. We maken ons rustig op voor de dag. De ontbijtservice van het hotel is prima, alleen maar gezonde dingen, uiteraard wel weer véél. Beneden in de lobby wordt nog even de internetcomputer gebruikt om wat mailtjes weg te doen, waarna we de koffers pakken en uitchecken. Buiten gekomen valt de klamme warmte als een baksteen op onze hoofden. Vlug naar de auto, daar zit airco in. Da’s sneller gezegd dan gedaan, want we moesten wéér 9 etages omhoog met de trap. Haha, en dadelijk komen we boven en dan blijkt er een lift te zijn, grappen we nog. Zwetend op de 9e etage aangekomen zien we tot onze verbazing een bordje: ‘elevator’... Mmm, de volgende keer zullen we eens beter kijken voordat we klakkeloos de trap nemen. Affijn. De planning is om vanochtend de stad eens te gaan verkennen. Auto ergens geparkeerd, en te voet nogmaals het French Quarter in. Dat ziet er al een heel stuk beter uit dan gisterenavond. Alleen het weer al. Lekker zonnetje (van 35 graden). We lopen tussen de oude gebouwen door, typisch New Orleans stijl, inclusief smeedijzeren hekwerk, de parken, winkeltjes, kraampjes. Het oogt heel gezellig. Niemand schijnt haast te hebben, maar alla, daar is het ook zondagochtend voor. We bezoeken wat souvenir winkeltjes, wandelen een keer door het park, en lopen via de smalle straatjes weer langzaamaan terug richting de auto.
Nu gaan we een eindje rijden richting het Garden District. Daar aangekomen ligt een groot natuurpark midden in de stad. We besluiten met een oude tram (de oudste van de VS schijnbaar) een keer heen en weer door het Garden District te rijden. Op z’n gemak tuttert de chauffeur van halte naar halte, en na een kwartiertje stappen we uit op Washington Avenue om eens een keer rond te wandelen. Wederom oude gebouwen die we al genoeg gezien hebben. Terug. We pakken de auto weer en zetten koers naar Baton Rouge, via de Interstate 10. Een ritje van een uurtje. Het landschap wordt alsmaar groener en vochtiger. Maar wel heel mooi. Vanuit de auto is het eigenlijk de beste manier om alles te kunnen zien. De Interstates liggen in dit gebied voornamelijk op pijlers op het water, omringd door duizenden bomen. Zoals ze hier snelwegen aanleggen, daar kunnen ze in Nederland nog wat van leren. Aangekomen in Baton Rouge is het niet echt wat we verwacht hadden van de hoofdstad van Louisiana. Rustig. Doet wat dorps aan. Met het oogpunt op de activiteiten van morgen besluiten we door te rijden naar Lafayette. Een uurtje, zo zegt ons navigatiesysteem Garmin. Onze Chevrolet automaat op cruisecontrol (je hebt veel minder handen en voeten nodig dan in Nederland om auto te rijden), de airco op een lekker temperatuurtje, en zo kachelen we weer verder. Fotootje links, fotootje rechts, het is mooi hier. Aangekomen in Lafayette ziet het er verlaten uit. In een gelovig stadje als dit is alles op zondag gesloten. We nemen Travellodge Inn even buiten de stad. Het is niet al te luxe, maar het is maar voor 1 nachtje. Na het douchen gaan we op zoek naar een leuk restaurantje. Gevonden: Restaurant Atmosphere. We maken de avond mooi vol op een leuk en gezellig terrasje, met lekker eten en drinken, tussen de tropische planten en boompjes.
Maandag 28 juli, Lafayette – New Iberia. (Louisiana). 192 km. Op tijd op want we willen veel doen vandaag. Om 8 uur is het alweer 30 graden, en om 9 uur zitten we aan ons ontbijt in The Waffle House. Erg lekker ontbijt, echt Amerikaans, met wafels, toast, hash browns, bacon, eggs, en een flinke bak koffie, uiteraard met free refill. Zo, we kunnen er ff tegen. De ochtendplanning is het Acadian Cultural Center in Lafayette, waar we met een film van een uurtje, en een duidelijke uitleg van de dames van de check-in balie van het Center meer te weten zijn gekomen over de geschiedenis van Amerika, en met name de oorlog dus. Kaarten en boeken die in de ontvangstruimte hangen en liggen, verduidelijken het geheel. Na dat alles gaan we op weg naar het zuiden. We rijden over de US 31 via St. Martinville naar New Iberia. Smalle landweggetjes in een mooie omgeving. Je kunt goed zien dat we nu het gebied naderen waar veel moeras is. Na bij het visitor center geinformeerd te hebben wat er zoal te doen is, rijden we naar de fabriek waar Tabasco gemaakt wordt. Daar hebben we een rondleiding door de fabriek, en wordt ons verteld waar de pepers groeien, en hoe ze verwerkt worden tot Tabasco. Niet echt interessant, maar wel gelachen daar. Even verderop ligt een klein parkje op Avery Island, de Jungle Gardens. Na entree betaald te hebben in dit omheinde park rijden we stapvoets over de kiezelpaden totdat we bij een meertje uitkomen. Hier moeten dus de alligators zitten. Uitgestapt en gekeken. Weinig te zien, zouden ze slapen of zo? Affijn, na 3 x stoppen zien we er eentje. Ondanks de waarschuwingsborden gaan we toch eens even dichtbij kijken en een paar fotootjes maken. Ze zullen óns toch niet bijten? We rijden weer verder, en de auto meldt steeds in het display dat onze voorband leegloopt. Daar hebben we al meer last van gehad, maar nu loopt ie wel erg snel leeg. 5 Minuten later stond ie op z’n sokken. En nou? Band verwisselen dus. Zo gezegd zo gedaan. Twan verwisselt de band, en Yvonne belt naar Alamo wat we moeten doen. En juist dán komen die krokodillen wél kijken!! Als ze maar niet té dicht bij komen. De uitslag van Alamo: terug rijden naar Lafayette (35 km), en daar staat op
de airport een nieuwe auto voor ons klaar (...). Mmm, en wij dachten dat we alleen maar een nieuwe band nodig hadden. We vervolgen onze weg door het park, en stappen nog een keer uit voor een paar foto’s van een aparte boom, waar de vrouwelijke helft van dit vakantieduo dacht in te kunnen klimmen, en weer sneller beneden was dan voorzien... Dat zal wel een blauwe plek worden. Het was wel een mooie boom trouwens. Uiteindelijk zijn we bij de uitgang gekomen, waarna we op weg gaan naar Lafayette Airport. Uiteraard rijden we rechtstreeks het Alamo-terrein op dankzij het navigatiesysteem, een onmisbaar apparaatje als je zo’n reis maakt zoals wij. Binnen ff wat papierwerk ingevuld, weer buiten de koffers van de ene naar de andere auto verhuisd, en we gaan weer terug naar New Iberia met onze vrijwel nieuwe Toyota Yaris automaat. Het is een fijnere auto dan de Chevrolet. Omdat het al tegen zessen is, en we aardig veel honger hebben gekregen, leggen we aan bij Wendy’s, waar we ff een asociaal groot hamburgermenu naar binnen werken. Zo, nu alleen nog een slaapplaats zoeken. Dat was zo gevonden omdat je in Amerika in de regel overspoeld wordt door Inns, Motels en Hotels, evenals tankstations, die je soms wel 10 binnen 1 mijl voorbijrijdt. Het is inmiddels al aan het schemeren. Na een verfrissende douche jumpen we op bed met de tv aan, en een verfrissende pint in de aanslag (daar lééf je gewoon naar toe als je de hele dag in de warme zon geweest bent, zo’n Budweiser). Van de 100 zenders die gemiddeld op een tv aanwezig zijn, zijn er maximaal 2 die de moeite waard zijn om te kijken. Leuke series die ze in Nederland niet hebben, of nog uit moeten komen, zijn hier op tv. Wel elke 10 minuten een reclameblok van 5 minuten uiteraard. We hebben morgen een afspraak met een man die een Swamp-tour doet. Dus we gaan op tijd pitten.
Dinsdag 29 juli, New Iberia - Beaumont. (Louisiana, Texas). 295 km. Om half acht worden we wakker. Na een heerlijk ontbijt genuttigd te hebben bij buurman McDonalds (die anderhalve literbekers met koffie hadden wel wat kleiner gemogen) gaan we om een uur of negen op weg naar de Champagne Swamp Tour. Een verlaten weggetje leidt ons naar de plaats van bestemming. De man was zijn boot in gereedheid aan het brengen, en wij kunnen
samen met nog een stuk of 8 mensen instappen. De volgende 2 uren zijn onbeschrijfelijk mooi. Prachtige moerassen, eeuwenoude bomen, vele verschillende vogel- en plantensoorten, alligators en spinnen bepalen het uitzicht. We krijgen veel uitleg van onze ‘touroperator’, en krijgen zelfs een echte mini-krokodil in onze handen gedrukt, die daarna in de natuur wordt vrijgelaten.
Omstreeks 12 uur zijn we terug bij het afmeerpunt. We bedanken de ‘touroperator’, en betalen de onkosten, waarna we weer vertrekken. Op weg naar Texas. Via de Interstate 10 rijden we naar Beaumont. Omdat een Interstate lekker opschiet, zijn we om half 3 uur op plaats van bestemming. Ons onderkomen is dit keer Travel Inn, met een kei nette en complete kamer. Het is er ijskoud, en met een buitentemperatuur van 35 tot 40 graden laten we toch maar even wat warmte binnen anders worden we nog verkouden. Even bijkomen van de tour en de autorit met een lekker flesje fris. Omstreeks half 5 gaan we richting Parkdale Mall. Een supergroot winkelcentrum aan de rand van de stad met vele winkels. Alleen al door de gangen lopen langs de winkels duurt al een uur. Wat hebben ze hier toch veel wat we wel willen hebben, en het lonkt aardig, want bijna alles is een stuk goedkoper dan in Nederland. Bij Macy’s worden enkele dollars gespendeerd, en met de aanwinst gaan we terug naar de auto, om vervolgens bij Wal-Mart ons drinken en zo te kopen. Ook al zo groot, en die winkelwagentjes komen ook bijna tot je neus zo groot. Dan kan er ook veel in, zullen ze in Amerika wel redeneren. Amerika = groot en veel, op alle fronten. Goed, na een halve mijl over de parkeerplaats gewandeld te hebben naar de auto, is het tijd om ons klaar te maken voor het avondprogramma. Na ons opgefrist te hebben, en wat informatie uit bladen die op de kamer liggen gehaald te hebben, gaan we op zoek naar een restaurant. Een korte zoektocht door de stad draait uit op niks. Veel gesloten en weinig mensen op straat. Dan gaan we gewoon naar de IHOP. Dat was een zeer geslaagd diner, en het besluit om vaker te gaan eten bij IHOP was al snel genomen. We
kunnen alleen niet zo goed wegkomen vanwege de goedaardigheid van de ober, die kwam tot 6 keer toe onze halve liter Pepper refillen. Om kwart over 11 verlaten we met poelipens de IHOP. Na een ritje van een kwartier komen we weer bij onze Inn aan, om vervolgens op ons balkon neer te ploffen met een verfrissende Budweiser. Het weer is fijn, het bier is lekker, we zijn lekker aan het oudehoeren, en we zien wel hoe laat het wordt. We genieten gewoon van onze vakantie, en morgen zijn er geen verplichtingen qua tijd. ’t Is toch nog 2 uur geworden voordat we in bed kruipen...
Woensdag 30 juli, Beaumont - Vicksburg. (Texas, Louisiana, Mississippi). 659 km. 9 Uur. We zullen eens een keer opstaan. Lekker uitgeslapen. We pakken de koffers in en checken de temperatuur buiten. Mm, 30 graden, het gaat ermee door. Na de sleutels ingeleverd te hebben gaan we naar overbuurman Waffle House voor een lekker ontbijtje. Vervolgens zetten we koers naar The Big Thicket National Preserve. De navigatie leidde ons precies naar de ingang. Niemand te zien. Mooi, we rijden door, en zetten na een mijltje of 2 de auto op een parkeerplaatsje. Flesjes water eruit, camera eruit, en we gaan een eindje wandelen. In het begin is er nog een pad, er staan infobordjes, en de route staat duidelijk aangegeven. Maar hoe verder we lopen, hoe minder pad er overblijft, en bordjes zijn al helemaal verdwenen. Affijn, het zal wel goed komen. Het is een mooi park met grote, mooie bomen. Slangen en spinnen zijn ook aanwezig, evenals een leuk riviertje. We maken flink wat foto’s, en af en toe moet er een sprintje getrokken worden als er weer eens een spinneweb met spin in ons gezicht komt. Inmiddels zijn we al een uurtje aan het wandelen, en er is nog geen eind in zicht. Aangenomen dat de pad weer terug gaat naar de parkeerplaats lopen we maar door. Het is stikkes warm. Op een gegeven moment staat er een bordje dat we 2 mijl gelopen hebben, en dat de route nog 8 mijl resteerd. Mm, dan maar omdraaien en terug lopen. God weet waar we ná die 8 mijl uitkomen... Een half uur stevig doorlopen en we zien de auto weer staan. Flink bezweet pakken we eerst nog eens wat flesjes water uit de auto en gaan ff bijkomen op het bankje. Zo, genoeg gelopen voor vandaag. De rest van het park leggen we fijn met de auto af.
We vervolgen onze weg richting het noorden van Texas. Het landschap is wederom prachtig, met veel bos en water, over leuke Highways, en al babbelend en foto’s makend komen we bij Shreveport in de buurt. Hier gaan we de Interstate 20 op, om effe in no time dwars door Louisiana te rijden. ’t Is een flinke trip, maar er is onderweg genoeg te zien. Het verkeer zit overal 100% mee, en da’s ook wel fijn. Lekker met 120 km per uur over de rechtse, middelste, of linkse baan (maakt daar niet uit, Amerika heeft het ‘keep your lane’-principe). Maar als de vrachtauto’s telkens met 130 km per uur voorbij komen scheuren, moeten wij toch ook eens even wat gas bijgeven om in de ‘stroom’ te blijven. Is niet erg, dan zijn we zoveel te eerder op plaats van bestemming. De navigatie geeft netjes aan: neem na 325 kilometer exit 4B... Ok dan, cruisecontrol mag nog ff aanblijven. ‘s Avonds komen we in de staat Mississippi aan, waar we in het plaatsje Vicksburg aanleggen, aan de rivier Mississippi. Travel Inn bevalt goed, dus deze keer wordt op de slaapboulevard ook Travel Inn aangedaan. Het is inmiddels half 8 en we barsten van de honger. Plan: eerst via het tankstation benzine tanken en koud bier halen, vervolgens richting PizzaHut om pizza te halen, en daarna ‘thuis’ op het ‘terras’ opeten met een koude pint erbij. Het plan was bijna volledig uitgevoerd: de pizza’s van Amerikaans formaat waren toch íets te groot. De pinten daarentegen zijn wél opgegaan. Slapen.
Donderdag 31 juli, Vicksburg. (Mississippi). 65 km. ’t Is 9 uur als we de ogen open doen. Nog effe gerelaxed, dat kan, want we hebben het motel nog een nachtje bijgeboekt. Vandaag gaan we Vicksburg wat nader bekijken. We doen rustig aan, het is immers vakantie. We zetten een bakje koffie, plegen nog een telefoontje naar het thuisfront, en maken ons op voor het ontbijt. Na dat alles gaan we naar de Mc Raven Home Tour. Een rondleiding door een huis wat nog in originele staat is gebleven sinds de burgeroorlog. De inrichting is nog authentiek sinds de laatste bewoners vertrokken zijn. Kogelgaten in de muren, en een originele keuken uit de 18e eeuw, en de tuin waar in de burgeroorlog een beroemde moord is gepleegd. We krijgen tijdens de twee uur durende rondleiding een uitgebreid verhaal te horen over elke kamer in het huis.
Na deze indrukwekkende tour bekijken we het dorp vanuit de auto. Veel smalle straatjes in een heuvelachtig dorp, dat vooral bekend staat vanwege het Beleg van Vicksburg (1863), één van de doorslaggevende gebeurtenissen van de Amerikaanse Burgeroorlog. De Mississippi mag natuurlijk niet overgeslagen worden. De langste rivier van Noord-Amerika ontspringt vlak bij de Canadese grens, mondt uit bij New Orleans, en is 3766 km lang. Het is nog steeds één van de drukst bevaren rivieren ter wereld. Zo lekker rondrijdend en niksdoend wordt het toch vanzelf later. Wat doen we met eten vandaag? We zijn aardig bekend aan het worden met het Amerikaanse leven. We weten wat de beste motels zijn, we weten waar de beste lokatie is om te overnachten, en we weten ook waar we het beste kunnen eten. En daarom zijn er een aantal criteria die aan onze eisen moeten voldoen, willen we een geslaagd diner achter onze kiezen werken. Na effe rondrijden langs verschillende eetgelegenheden die we in het Nuttige Punten bestand vinden van ons navigatiesysteem, leggen we aan bij Goldie’s Trail Bar-B-Que. Van buiten ziet het er goed uit. Van binnen ook. En de menukaart ziet er ook goed uit. Een flink bord eten met veel vlees is wat er 10 minuten later voor onze neuzen staat. En dat smaakte! Na het afrekenen vertrekken we weer richting ons motel. Wegens gebrek aan motivatie om netjes gekleed naar een bar te gaan zetten we weer keurig twee stoelen buiten, halen een paar drankjes uit de koelkast, en gaan lekker relaxen. Energie sparen voor morgen, dan gaan we naar Memphis. Ons aangeschaft mens-erger-je-niet-spel wordt nog niet echt gebruikt, omdat we het te druk hebben met buurten en lol maken. Foto’s en rare springbeestjes zijn ook onderdeel van de avond. Zo rond de klok van 12 gaan we toch maar eens de hitte verruilen voor de koelte van de airco. TV op ‘sleep’, en zo vallen we vanzelf ook in slaap.
Vrijdag 1 augustus, Vicksburg - Memphis. (Mississippi, Arkansas, Tennessee). 402 km. Lekker geslapen, en goed uitgerust. Een lekkere douche zorgt voor een optimale stemming. De spullen in de auto, en we kunnen naar ons ontbijt een paar mijl verderop bij Waffle House. Terwijl we aan onze wafels, toast en koffie aan het werken zijn, wordt het buiten opeens wel heel donker. 10 Minuten later begint het hevig te stortregenen, onweren en te waaien. En niet te flauw. We blijven nog een tijdje binnen zitten, die 5 meter naar de auto lopen is genoeg om
doornat te worden. Een tijdje later lijkt het toch wat droger te gaan worden, en we trekken een sprintje naar de auto. Ons plan om naar het Vicksburg Military Park te gaan valt in het water. Jammer, we hadden graag geweten hoe het er in de burgeroorlog aan toe ging, toen er in Vicksburg nog vele zware slagvelden plaatsvonden. Affijn, niet getreurd, we hebben immers nog een hele mooie route naar Memphis voor de boeg, via de Highway 61, een scenic drive. Deze route loopt parallel aan de Mississippi, waar voornamelijk plantages, bossen en akkerbouw te zien is. Gigantische graan- en maisvelden worden onderbroken door een fabriekje waar de gewassen verwerkt worden. De vier uur durende reis was niets te lang, we genieten van het vele groen wat hier te zien is. Zo tegen dat we Memphis inrijden, gaan we nog even tanken, en gaan dan nog even een stukje Interstate op. Snelwegen in Amerika lopen praktisch altijd dóór een stad heen, met afslagen die dan in de verschillende delen van de stad uitlopen. Het leek ons wel leuk om in de buurt van de Mississippi te blijven, daar ligt immers het centrum van de stad wat in Tennessee ligt. Na zo’n beetje langs het centrum gereden te hebben gaan we een slaapplaats regelen. We steken de Mississippi over, en komen daarbij in West-Memphis uit, wat in Arkansas ligt. Sunset Inn is de naam van ons onderkomen. Het ligt wat afgelegen, een stukje van de Interstate af, maar wel lekker rustig, en wat goedkoper dan in de stad. Gemiddeld kost een ‘double room’ zoals wij die hebben een dollar of 60. En waarom zouden we midden in de stad willen liggen als we tóch overal met de auto heen moeten... Hier liggen we echt ideaal: 10 minuten van Oost-Memphis af en 10 minuten van West-Memphis af. Na de benen lekker gestrekt te hebben en een lekkere douche genomen te hebben gaan richting het centrum voor ons avondeten bij IHOP. Een flink groot bord lekker eten. Vervolgens gaan we naar Beale Street: hét uitgaanscentrum van Memphis waar vele cafeetjes en restaurantjes staan vernoemd naar bekendheden uit de muziekgeschiedenis van Memphis. Veel mensen en veel live muziek op straat. Zo slenteren we op ons gemak door de straat. Onderweg komen we nog langs het FedEx Forum, waar uiteraard nog even een fotootje gemaakt moet worden van het gebouw inclusief een medewerkster...
Zo wandelen we verder, maken kennis met een zwerver die interesse had in ons fototoestel, maar die met een $1 biljet ook tevreden was, en een massa mensen vóór de café’s en op straat. Dit heeft wel iets weg van Bourbon Street in New Orleans. Niks voor ons. Het is inmiddels half 8 en we rijden via het tankstation voor koud bier terug naar ons motel. Na een leuke film te hebben gekeken op FX-channel zetten we de twee stoelen weer buiten, om vervolgens het koelkastje te raadplegen voor een heerlijke Budweiser en Budlight. Hier zitten we goed. Daar kan geen café tegenop. Ook niet in Memphis. Het was wel effe onhandig toen we de deur dicht deden om de warmte uit de kamer te houden: het pasje van de deur lag nog binnen. De office biedt uitkomst met een nieuw pasje. Even later wordt op ons Interstate-uitzicht een auto staande gehouden door twee highway patrol wagens. Het knipperde en flitste z’n best. We bekijken rustig de gang van zaken met ons pintje in de hand. De bestuurder mag mee in 1 van de twee highway patrol auto’s. Om een uur of één hebben we onze tax bereikt, en gaan ons bed opzoeken. Morgen Sun Studio.
Zaterdag 2 augustus, Memphis. (Arkansas, Tennessee). 120 km. Half 9. Klaarwakker. En goed geslapen in Sunset Inn. Het is ontzettend warm buiten. Rustig zoeken we onze luchtigste kleren op die we bij hebben. We pakken onze spullen bij elkaar voor een dagtripje Memphis. Te beginnen bij IHOP voor ons ontbijt met pannekoeken en eitjes. Lekker, IHOP blíjft goed. Uitgebreid drinken we onze koffie op, we hebben geen haast. Eenmaal weer buiten worden we bijna levend gebakken, zo heet. Vlug de auto in en de airco aan. Op de radio wordt verteld dat het voor de tijd van het jaar extreem warm is in dit gebied. Het advies is om airco aan te houden en om je niet in de volle zon te begeven. Ok. Zoiets waren we ook al van plan. We arriveren bij Sun Studio en parkeren de auto achter op het terrein. Eenmaal binnen in de ontvangstruimte kopen we twee kaartjes voor de ‘tour’. Na een half uurtje rondkijken en tussen de souvenirs snuffelen kunnen we de studio in. Eerst komen we in een gedeelte waar achter glas een aantal instrumenten en apparatuur ligt wat nog uit de begintijd van de Sun Studio komt. We krijgen uitleg over hoe het allemaal in z’n werk gaat. Erg primitief als je het vergelijkt met nu, maar logisch als je bedenkt dat het al meer dan 50 jaar geleden is dat er met deze apparatuur gewerkt werd. Na dat komen we in de studio zelf. Er staan een aantal originele instrumenten die nog van muzikanten zoals Elvis, Johnny Cash, Jerry Lee Lewis en BB King zijn geweest. Deze
studio van Sam Phillips is het begin van het succes van o.a. bovenstaande muzikanten. Het is een kleine studio, en dus aardig druk met 25 personen die per tour meekunnen. Maar we krijgen een goede uitleg van het madammeke. De muziek zelf wordt zeker niet vergeten, en wordt regelmatig als hulpmiddel voor de uitleg gedraaid. Sun Studio is sinds 1997 als enige studio in de VS een Nationaal Monument. Een uurtje later staan we weer in de ontvangstruimte. Na een colaatje tegen de warmte vertrekken we weer. De planning om naar Graceland te gaan sneuvelt vanwege de grote hitte. Op elkaar gepakt in een bus of gebouw daar zitten we nu effe niet op te wachten. En daarbij, we hebben al heel veel over Elvis gehoord in Sun Studio. Op de terugweg naar ‘huis’ schiet ons plotsklaps te binnen dat we nog naar de airport moeten. Om vier uur vertrekken de FedEx vliegtuigen. En het ís vier uur. Vlug stellen we de navigatie in en gaan eens kijken of er nog vliegtuigen te zien zijn. Genoeg dus. Overal vliegen ze rond, of staan klaar om te vertrekken. We rijden gewoon de airport op, en we zien wel wanneer we tegen gehouden worden. Totaal niet dus. We rijden tot de startbaan, en met de vliegtuigen op 50 meter afstand gaan we eens een aantal leuke kiekjes maken. Goeie beveiliging hier... Voldaan gaan we weer richting ‘huis’, en gaan het zweet even afspoelen in de douche. Daarna gaan we ons navigatievermogen weer eens op de proef stellen: leuk restaurantje zoeken. Zoals verwacht vinden we iets wat ons bevalt, we zijn immers aardig expert geworden in slaap- en eetgelegenheden zoeken. Bonanza Steak House is de naam van het restaurant, waar we ondanks de enorme hitte buiten toch een flink menu naar binnen werken. Het is ook zó lekker allemaal. Hola, het is buiten al donker als we het restaurant uit komen. Snel naar ons hotel, waar ons privé-terrasje lonkt, evenals het alomberuchte koelkastje met inhoud. Om half elf was het nog zo stikkes heet buiten, dat we maar naar binnen zijn gegaan. De tv hebben we afgestemd op the wheater channel. Even kijken waar de hoge temperaturen morgen overheersen, want de hitte zijn we dus aardig beu aan het worden. Daarna vallen we in slaap in een heerlijke koele kamer dankzij het onmisbare aircosysteem.
Zondag 3 augustus, Memphis - Chattanooga. (Arkansas, Tennessee, Mississippi, Alabama). 532 km. Na het wakker worden en de koffers weer in de auto geladen te hebben zitten we om half 10 aan ons favoriete ontbijt bij Waffle House. Bekske koffie en een klein menuutje met toast en eitjes: we kunnen er weer tegen voor de volgende uren. We gaan vandaag ‘binnendoor’ naar Chattanooga. Zo gauw we Memphis uit zijn verruilen we de Interstate voor een mooie Highway. Mooie landschappen en weinig verkeer zijn de belangrijkste kenmerken van de eerste 300 km. Na de benen even gestrekt te hebben tijdens een tankstop volgen nog 200 km door bergachtig landschap met veel bossen. Prachtig groen, zover je kunt kijken. We zijn aan de voet van de Appalachi-gebergte aangekomen. Kei mooi, dus ook veel foto’s gemaakt. Om vier uur komen we aan in Chattanooga, een klein stadje waar de burgeroorlog ook flink gewoed heeft. We zijn een tijdzone gepasseerd, dus het is hier vijf uur. Ons hotel voor de komende nacht is na een selectie Days Inn geworden. Deze dag was in feite een reisdag, dus onze aktiviteit van vandaag bestond uit het autorijden en aanschouwen van het mooie landschap. We gaan op zoek naar een restaurant. En daarbij bekijken we ook even de stad. De steden in Amerika steken gemakkelijk in elkaar, en zijn bijna altijd logisch. Motels op een hoop, tankstations ook, winkels in grote winkelcentra, fastfood op de fastfoodboulevard, en leuke restaurantjes verspreid door de stad op plaatsen waar je ze niet verwacht. Maar óns houden ze niet voor de gek, wij vinden álles. En zo ook wederom een leuk restaurant, waar het niet te chique is, maar ook niet te onverzorgd. Precies goed. We moeten even nadenken of het enorme bord salade bij het hoofdgerecht hoort, of dat het een voorafje betreft. Voorafje dus, een tweede bord salade maakte het hoofdgerecht compleet. Het is maar goed dat ze hier zo’n grote tafels hebben. Het eten was wederom picobello. En daar zijn de serveersters ook blij mee, want dan kunnen ze een extra fooi verwachten bovenop het ‘standaard-fooi’ wat in Amerika 15% bedraagt. En dat is ook weer goed voor ons, want dan kunnen we onze ‘gezamelijke beurs’ weer eens uitmesten en ontdoen van de $1 biljetten. Zodoende ligt er even later een ‘pak papier’ op tafel, en gaan wij weer naar ons motel. Onderweg pikken we even een tankstation mee voor benzine, drinken, chips en wat noodzakelijk kwaad, en bij ons motel aangekomen sjouwen we dat allemaal mee naar boven. Water van 40 graden is niet zo lekker als een koel flesje water. Na de douche sturen we vanaf de internetcomputer in de lobby een paar mailtjes de deur uit, en ploffen rond de klok van tienen op het terras neer. Zo. Weer een dag om. Met het uitzicht op het zwembad in een behaaglijk temperatuurtje sluiten we de avond af.
Maandag 4 augustus, Chattanooga – Bowling Green. (Tennessee, Kentucky). 408 km. Zo rond de klok van negenen wordt het weer eens tijd om op te staan. Effe een mailtje versturen en een telefoontje plegen, en we kunnen weer gaan. Op naar de dichtsbijzijnde Waffle House. Dat was uiteraard weer goed toeven. Door naar Chattanooga Military Park. Bij het visitor center wordt ons het één en ander bijgebracht over de oorlog, en specifiek hoe het er in Chattanooga aan toe ging. Na dat alles gaan we een autotour doen door het gebied waar de oorlog voornamelijk gewoed heeft. De kanonnen staan nog netjes opgesteld, de monumenten zijn nadrukkelijk aanwezig, en de kaart geeft precies aan waar de bloedigste slagvelden geweest zijn. Het is bijster interessant om zo op de plek te staan waar 150 jaar geleden flink gevochten werd. We beklimmen nog een toren, om zo een totaal overzicht te krijgen over het gehele gebied.
We zijn tot in het begin van de middag zoet met de tour, want we nemen rustig de tijd om op elk stop-punt even uit te stappen en eens goed rond te kijken en een kiekje te maken. Na onze tour vertrekken we richting Nashville. Wel over de Interstate, anders schiet het niet op. Auto op cruisecontrol, en 2 uur en 200 km later rijden we Nashville binnnen. Een flinke stad. Interstates komen hier bij elkaar, gaan over elkaar heen, en spreiden zich na de stad weer alle richtingen op. Mede door de verschillende niveau’s zien we over de hele stad uit te kijken. Er is eigenlijk niets wat we in de stad móeten zien, en al rijdende besluiten we door te gaan naar Bowling Green. Grote steden hebben we genoeg gehad, het is meer de rustige kleinere dorpen die we willen opzoeken. De natuur trekt ons momenteel meer dan een drukke stad. Het is van Nashville nog een uurtje rijden naar Bowling Green, en zodoende komen we om half zeven aan. Direct aan de Interstate ligt een Inn-boulevard. We pikken er ééntje uit die er niet al te sjiek uit ziet, maar lekker ‘gewoontjes’. Value Lodge is de naam. En het was inderdaad niet te sjiek. De deur ging na het nodige geweld te gebruiken pas open. Het gordijn zat er tussen.
En er was geen koelkast. Dat probleem was zo de wereld uit toen we de ingeving kregen om ons fris en bier op een rijtje op de airco te leggen. Verder was alles naar wens. Value Lodge ligt op loopafstand van Wendy’s af, dus we gaan er met de auto heen, want dat hoort zo in Amerika. We zetten de auto in een parkeervak waar je in Nederland met gemak een vrachtwagen in kwijt kan. Binnengekomen bestellen we een lekker menuutje. Omdat we gigantische honger hadden, was dat menu in 10 minuten ook veroberd. Terug in het motel besluiten we de auto eens flink op te ruimen want dat was hard nodig. En we zijn weer een uurtje lekker bezig. Hij blinkt weer z’n best. Flink bezweet is het dan eindelijk tijd om onszelf eens onder de douche te zetten. Het lijkt erop dat we de enige klanten zijn als we een half uurtje later buiten zitten. Geen auto’s, geen mensen, alleen wij. In de verte zien we de lampen van de Inn’s en fastfoottenten branden. Tussen het oudehoeren door maken we even een planning voor morgen, bekijken onze foto’s, en pakken de reisboeken er nog even bij om wat ideetjes voor de rest van de vakantie op te doen. Zo rond de klok van half twee is de grill van de airco geheel zichtbaar, en verruilen de parkeerplaats voor ons bed. 5 Minuten later slapen we.
Dinsdag 5 augustus, Bowling Green - Middlesboro. (Kentucky). 403 km. Klokslag 9 uur wakker. Redelijk geslapen. De muggen zijn een beetje lastig geweest, en van die grote Amerikaanse muggen krijg je ook grote bulten. Volgende keer de deur maar weer dicht houden als we buiten zitten bij een motel met het lantaarntje vlak bij de deur. Affijn. Spullen ingepakt, en richting de lobby om uit te checken. Speciaal voor ons als enige twee klanten heeft de gastheer en gastvrouw een lekker bakje koffie gezet. Dat kunnen we natuurlijk niet overslaan. We maken nog even een babbeltje, en gaan dan naar Bagel and Bites. Een lekkere Bagel en een Muffin, aangevuld met een stevig bakkie koffie, en we zijn weer klaar voor de reis. We gaan op weg naar het Mammoth Cave National Park. Het grootste grottencomlex ter wereld waar een gangenstelsel van 580 km lang op verschillende niveau’s in kaart is gebracht. Volgens onderzoekers moet de totale lengte ongeveer 1600 km bedragen. Als we aankomen in het visitor center is het stikkes druk. Veel families en kinderen die een braaf tourtje willen volgen. Volgens de info in het visitor center wordt de tour ook netjes over paden geleid, en mag je alleen maar kijken. En wij willen stunten natuurlijk. Dus? Met de auto rijden we bovengronds door het park heen, en gaan vervolgens op pad naar een park waar wel wel alles mogen en overal op en in mogen klimmen.
Cumberland Gap National Park is waar we de navigatie op afstellen. Een mooi ritje van 320 km door een steeds prachtiger wordende natuur, voornamelijk over Highways. De snelheid wordt wat beperkt door het bergachtiger worden van het landschap, maar het schiet toch lekker op. We hebben het trouwens toch te druk met rondkijken. Als we bij de eindbestemming aankomen, kunnen we het visitor center niet vinden. We hebben wat rondgereden, en ons georienteerd op de omgeving, en zijn vervolgens een hotelletje op gaan zoeken in Middlesboro. Dat was een leuk hotel: Downtown Inn & Suites. In een kei leuk klein dorpje, met uiteraard een centrale doorgaande weg waar alle eetgelegenheden, tankstations en winkels aan liggen. Naast ons hotel was toevallig een verdwaald tankstation, waar we even onze bier- en frisvoorraad gaan aanvullen. Niet dus. Middlesboro is een alcoholvrij dorp, er wordt geen bier verkocht. In het volgende dorp (god weet hoe ver) weer wel. Mm, we hebben nog wel wat ergens in de auto liggen, dan gooien we dat maar ff snel in de koelkast. Zo gezegd zo gedaan, en daarna is het etenstijd. Bij Steakhouse Ryan, aan de centrale doorgaande weg. Weer zo’n ontzettend groot restaurant met een lopend buffet gevuld met vele gezonde dingen (Middlesboro, geen alcohol, wel gezonde dingen? Niet echt Amerikaans...). Het was erg goed toeven. Weer aangekomen thuis maken we ons weer op voor het avondprogramma: douchen, stoelen buiten, en weer slap zeveren met een inmiddels koud geworden pintje. Gelukkig is de hittegolf wat verdwenen, en het is zalig buiten. Even goed uitrusten: morgen wordt een inspannende dag: wandelen!! En de rust zetten we even later voort lekker onder de dekens (dekens ja, als binnen de airco aanstaat, kun je het beste onder de dekens gaan liggen, anders word je nog verkouden).
Woensdag 6 augustus, Middlesboro – Johnson City. (Kentucky, Tennessee, Virginia). 200 km. Op de één of andere manier zijn we elke dag om 9 uur wakker. Vandaag ook. Aankleden, opfrissen, uitchecken, en naar Waffle King. We bestellen een lekker en enigszins niet te zwaar ontbijtje, want we gaan vandaag WANDELEN. Nadat we de koffie op hebben, gaan we richting het Cumberland Gap National Park. Nét even uit het dorp. We gaan weer naar de plaats waar het visitor center moet zijn, wat we gisteren niet konden vinden. En: het is er gewoon. Gisteren niet goed genoeg gekeken. Mooi. Nadat we een kaart gehaald hebben bij het visitor center gaan we naar de ingang van het park. Auto parkeren, water en fototoestel eruit, en we gaan op pad.
De trail die we uitkiezen is 6 mijl lang. Ons eerste uitkijkpunt, hoog op een berg, is het 3statenpunt van Tennesse, Kentucky en Virginia. Hierna gaan we echt de rimboe in. De asfaltpaden veranderen in smalle bergpaden vol stenen en boomstronken. Het gaat behoorlijk berg op en berg af, het is lekker broeierig warm. We maken flink wat foto’s; het is kei mooi. In een dal loopt een riviertje, dat we een tijdje volgen. Af en toe steekt de rivier de pad over, zodat wij ook door de rivier moeten. Gelukkig staat het water laag.
Vanaf het begin hebben we niemand gezien. We waren de enigen in het park leek wel. ’t Is toch een heel eind, en zeker als de paden niet altijd goed te belopen zijn. In totaal hebben we er drie en een half uur over gedaan. Op de één of andere manier waren we wel weer blij dat we weer terug waren bij de auto. Even wat flesjes water drinken, uitrusten, en een half uurtje later zitten we in de auto op weg naar Johnson City. Het is wederom een mooi ritje van anderhalf uur door de bergen. Aangekomen in Johnson City hebben we grote honger: we hebben ook veel energie nodig gehad met onze wandeltocht. We zoeken snel een motel. Econo Lodge. Spullen naar binnnen, en daarna rap naar IHOP. We leken wel Amerikanen, zo veel hebben we gegeten. En lekker. Als we door het raam naar buiten kijken zien we bij McDonalds een police-auto door de drive-thru rijden om een hamburgertje te bestellen. Dus dat is niet alleen in films zo... Goed, op de terugweg gaan we nog even geld pinnen. In Amerika kun je ook met de auto door een drive-thru bij de bank. Vier banen naast elkaar. Je hoeft niet uit te stappen om geld te pinnen. Nadat gedaan te hebben komen we op de terugweg langs de K-Mart. We gaan eens binnnen kijken wat ze zoal hebben. Vanalles dus. We kopen het één en ander, en gaan dan terug naar ons motel. Half 10. 2x douche + effe lammen = half 11. De twee stoelen kunnnen op het ruim bemeten terras, en ff later zitten we onderuitgezakt met een pint te bedenken dat we morgen wel eens spierpijn zouden kunnen hebben van dat gewandel op die hobbelige paden... Affijn, dat zien we dan wel weer. Morgen is toch weer een auto-dag.
Donderdag 7 augustus, Johnson City – Asheville. (Tennessee, North Carolina). 300 km. Redelijk geslapen. Beetje herrie van de auto’s en vrachtauto’s buiten. Affijn. Spullen bijeengeraapt en om 10 uur zijn we op weg naar IHOP (samen met Waffle House ons favoriete restaurant). Eitjes, pannekoeken, koffie en de goede start is weer gemaakt. Daarna zetten we koers naar Gatlinburg, een plaatsje nabij de ingang van het Smokey Mountains National Park, de voet van de Appalachian Mountains. Een lekker ritje van 150 km. Om een uur of 12 rijden we het park binnen (Smokey Mountains dankt z’n naam aan het feit dat het er altijd min of meer mistig is). Dat ziet er goed uit: hoge bergen, veel groen, diepe afgronden, mist, een mooi uitzicht óver de mist, een fijne weg waar we met 40 MPH doorheen tutteren. Vandaag doen we geen trail; de spierpijn van gisteren zit er nog goed in. Alleen rijden, en bij de scenic view points stoppen we even voor wat foto’s te maken, en natuurlijk te genieten van de prachtige natuur.
Deze twee uren zijn echt de moeite waard geweest. En als we het park uitrijden blíjft het erg groen. We hebben nog een tijdje de Blue Ridge Parkway gevolgd, genietend van het uitzicht, waarna we koers zetten naar Asheville. Binnendoor. Dorpjes, landerijen, natuurparken passeren de revue, waarna we om vijf uur aankomen op onze bestemming.
Bij Econo Lodge boeken we een kamer. De spullen worden de trap opgesleept en we maken ons op voor het avondeten. Wát gaan we eten? Mmm, als we van ons balkon de stad in turen, zien we dat er een Red Lobster zit. D’rheen!! Weer eens een visrestaurant, daar hebben we wel zin in. Aangekomen is het toch één van de sjiekere restaurants vergeleken met de afgelopen twee weken. Het is kei netjes en mooi ingericht. We nemen een plaatsje aan een hoge tafel met krukken. Wat de kaart al deed vermoeden, was na een uurtje bevestigd: een perfect menu met verschillende vissoorten, sauzen en salades. Het was ook precíes genoeg. En kei lekker. Steeds weer staan we ervan versteld dat dit voor zo’n lage prijs kan. Oké, die 15 tot 20 procent ‘verplichte’ fooi is in feite het inkomen van de serveersters, maar het bedrag dat dan overblijft is laag. Twee stevige eters zoals wij zouden daar in Nederland geen volwaardig diner voor
kunnen krijgen. En daarbij komt ook nog bij dat de dollar erg gunstig staat (voor ons, als Europeanen). Dat maakt het wel erg goedkoop op de eindafrekening. We danken onze gastheer hartelijk, en vertrekken met ‘vol gevoel’ weer naar ons 200 meter verderop gelegen motelletje. Ff op bed uitbuiken met de TV aan, daarna de stoeltjes buiten, en met een temperatuurtje van 27 graden is het goed toeven op het ‘terras’. Pintje, wat oudehoeren, de planning voor de laatste dagen maken, en dan naar bed. Morgen shoppen en $$$ opmaken.
Vrijdag 8 augustus, Asheville - Athens. (North Carolina, South Carolina, Georgia). 295 km. Het is weer ouderwets zonnig als we om half 10 onze neus naar buiten steken. We hebben vandaag geen haast, dus we hebben alle tijd. Om half elf zitten we recht tegenover ons motel bij Waffle House aan ons ontbijt. De menukaart hebben we niet meer nodig, we weten zo wel wat ze allemaal hebben, en wat wíj willen hebben. We weten inmiddels vantevoren al dat het ontbijt gaat slagen. En het was geslaagd. Op naar Athens. We rijden halve tijd over Interstates, halve tijd over Highways, en rijden een stuk door South Carolina. Het mooie landschap houdt nog steeds aan. Een beetje met gemengde gevoelens naderen we Athens, wat dicht bij Atlanta ligt: de plaats waar morgen de vakantie op z’n eind loopt. Affijn, elke vakantie kent z’n eind, dus deze ook. We komen aan in Athens. Een mooi stadje, maar wel wat onoverzichtelijk. We rijden verschillende shopping malls voorbij. Mooi, daar kunnen we straks gaan shoppen. We leggen aan bij Days Inn. ’t Is nog maar 3 uur. We hebben vandaag ook geen dagplanning, dus maken we er even één. Toevallig liggen we op 200 meter van een leuk toeristenstraatje, waar we even de toerist uit gaan hangen. Een keer op en neer gewandeld, winkeltje in winkeltje uit, en we hebben het weer gezien. We zijn niet zo toeristisch aangelegd. Terug bij het motel zoeken we even uit welk winkelcentrum we gaan leegkopen. Mmm, we rijden gewoon aan, en we zien wel. We gaan specifiek op zoek naar Macy’s. Dat was zo gevonden, dat gebouw is zo immens groot dat je het niet kán missen. We parkeren de auto op een paar hectare asfalt, en wandelen het winkelcentrum in. Ook de nodige hectares groot. Hier hebben ze veel leuke kleren, en voor nogal wat minder geld dan in Nederland. Alleen de maten, die zijn zo raar. Echt op z’n Amerikaans: veelal gemaakt voor de ietswat dikkere medemens. Maar we zoeken stug door, er zijn immers ook slanke Amerikaantjes, en als we eenmaal weten wáár we moeten zoeken, dan zijn er zó een aantal kleren gevonden die voldoen aan onze eisen. Na herhaaldelijk
bij de kassa afgerekend te hebben (alweer hier? Ik dacht dat u zojuist zei dat u genoeg kleding heeft.), gaan we de uitgang maar eens opzoeken. Het geld opmaken is goed gelukt, en het tekort aan geld heeft de creditcard goedgemaakt... Makkelijk. Met een handtekening betalen. Op weg naar de uitgang komen we nog door de eet-boulevard. Mmm, chinees? Ok. Om 2 minuten voor sluitingstijd pakken we nog eens uitgebreid een tafeltje in de hal, waar we ons diner vlug naar binnen werken. De cola drinken we buiten wel op, die is immers véél te groot om snel achterover te gieten. Nog even een fotootje en we rijden weer aan. Op weg naar ons motel pikken we nog effe een tankstation mee voor wat bepaalde koele versnaperingen en wat laatste dingen zodat we morgen niks meer hoeven kopen. Aangekomen in ons motel moeten natuurlijk eerst de nieuwe kleren aangetrokken en geshowed worden. Alles is goedgekeurd. Zo, nu eerst een Budweiser. De laatste avond in de USA brengen we natuurgetrouw door op ons terras voor de hotelkamer. Met het gezoem van de airco’s op de achtergrond hebben we zoals altijd weer leuke gesprekken. We zorgen dat er geen enkel Budweisertje overblijft anders moeten we die morgen achterlaten. Zo, half 1. Tijd om naar binnen te gaan om met de TV aan in slaap te vallen.
Zaterdag 9 augustus, Athens - Atlanta. (Georgia). 150 km. We zijn dit keer op tijd uit de veren. We maken ons op voor een lange reis: lekker uitgebreid douchen, de zuiverste kleren aan (de nieuwe dus), de koffers vakkundig inpakken en de handbagagetas alvast inpakken. Zo. Nu de rest van de rommel opruimen. Een aantal flesjes water laten we achter voor de poetsploeg, de rest kan in de vuilnisbak. De auto ontdoen we nog even van de rommel, en klaar. 2 Koffers en 2 handbagage in de auto, navigatie op de voorruit geplakt, en we gaan 200 meter verderop in de ontbijtruimte van ons hotel een lekker ontbijtje uitzoeken. Lekker gezond, niet te veel, maar zeker niet te weinig, bakske koffie erbij en om af te sluiten een glas jus d’orange. Dat voelt goed. We bedanken de man achter de receptie, en zetten koers naar Hartsfield-Jackson Atlanta International Airport. ’t Is in feite maar een stukje rijden, maar we zijn wel wat gespannen: er is veel road work, en er brandt een lampje dat de auto onderhoud nodig heeft. We moeten wel op tijd op de luchthaven zijn. Gelukkig is hier dat road work beter geregeld dan in Nederland, zodoende kunnen we toch
op een lekkere snelheid doorrijden. Onderweg doen we nog even een tankstation aan om nog voor een paar dollar te tanken, zodat we nog makkelijk bij de autoverhuurder kunnen komen. In Atlanta is het een drukte van jewelste. Er is ergens een ongeluk gebeurd, en we komen in een file (file in Amerika? Ja, file in Amerika). Het gaat tergend langzaam, maar duurt niet al te lang. Even kunnen we weer vlot doorrijden, totdat in Atlanta-Zuid een snelweg van 2 x 10 banen naar 2 x 3 banen moet. En dat wringt wat. Mmm, we hebben nog ruim de tijd. Opeens kunnen we weer doorrijden, en een kwartiertje later staan we op de Car Return van Alamo. Spullen eruit, sleutel op de deur steken, en hoppa, de shuttlebus in richting airport. We zoeken onze weg op de gigantische luchthaven. We checken in, krijgen security-checks waar je niet goed van wordt: op de sokken door de detectoren, en daarna worden we in een glazen hokje gezet voor een persoonlijke fouilleersessie. Alles is goed. Door naar het restaurantgebeuren waar we nog even goed gaan eten. Via wat winkeltjes gaan we naar de gate. Een half uurtje later, om half 4 in de middag, kunnen we instappen. De volgende 8 uren bestaan uit: slapen, tv kijken, koffie drinken en eten, muziek luisteren en naar buiten turen. Parijs, 7.15 uur in de ochtend. Op Paris Charles de Gaulle, de belangrijkste luchthaven van Frankrijk, stappen we over van onze Boeing 767-400 naar een Fokker 100. Da’s hetzelfde als van een BMW in een Fiatje stappen. Maar wel goede service. Na een uurtje vliegen komen we weer in Dusseldorf aan. Half 9 in de ochtend. Het vliegtuig raakt de grond bijna. Het regent, het ziet er donker uit, de temperatuur is nogal wat lager dan in Amerika, vakantie is voorbij, morgen moeten we weer werken. Zullen we omdraaien en terug gaan...?
The End Kengetallen: Periode: 25 juli t/m 10 augustus 2008 Aantal staten bezocht: 11: Georgia, Alabama, Mississippi, Louisiana, Texas, Tennessee, Arkansas, Kentucky, Virginia, North-Carolina, South-Carolina. Aantal dagen: 15 Gereden kilometers: 5000 Aantal kilometers met het vliegtuig: 15.000 Stand dollar: 1 euro = 1,60 dollar Aantal opgemaakte dollars: genoeg Aantal gemaakte foto’s: 900