INSTALLATIESYSTEMEN T ECHNI S CHE IN F O R M AT IE
Uponor meerlagenleidingsysteem Sprinkler: MLC-S leidingsysteem voor sprinklerplafonds
Uponor – de doordachte keuze uponor biedt oplossingen die op doordachte producten zijn gebaseerd, wat de reden is dat wij momenteel wereldwijd tot de belangrijkste leveranciers behoren op het gebied van woning, milieu- en gemeentelijke techniek. Met het samenbrengen tot een sterk, globaal merk, stroomlijnen wij arbeidsprocessen, werken nog efficiënter en vereenvoudigen ons aanbod. dat wil zeggen: alleen uitstekende producten verlaten ons bedrijf. Producten die reeds nu voldoen aan de eisen van morgen, gecombineerd met een voortreffelijke service voor onze klanten uit de sectoren verwarmen/koelen, installatie- en leidingsystemen.
Uponor maakt het verschil Onderneming
De onderneming Uponor staat voor kwaliteit en knowhow, voor een groot scala aan individuele oplossingen in combinatie met een service van topklasse.
Bedrijfssectoren
Voor de toekomst bundelen wij onze deskundigheid in de drie bedrijfssectoren verwarmen/koelen, installatiesystemen en infrastructuur.
Toepassingsgebied
ieder toepassingsgebied vraagt naar zijn eigen, individuele uitgangspunten voor probleemoplossingen. Wij leveren ze!
Systemen
Componenten
Ten minste twee componenten verbinden zich tot een systeem. Wij bieden zorgvuldig uitgewerkte en aan de praktijk beproefde oplossingen voor onze klanten en partners.
De basis van onze systemen vormen afzonderlijke op elkaar afgestemde componenten, die in onze prijslijsten eenvoudig te vinden zijn.
eén merk – één belofte Wij voelen ons verplicht ten opzichte van onze klanten en partners. Met verantwoordelijkheidsgevoel, betrouwbaarheid en duidelijkheid maken wij iedere belofte waar. Samen met de vakmensen in de markt staan wij voor levenslange behaaglijkheid, zodat u met ons aan de toekomst bouwt. Vandaag en in de toekomst. Technische wijzigingen, druk- en zetfouten voorbehouden Meer informatie onder www.uponor.de
2
Ti MeeRLaGenLeidinGsYsTeeM sPRinKLeR 11/2006
Inhoudsopgave: Uponor meerlagenleidingsysteem Sprinkler: MLC-S leidingsysteem voor sprinklerplafonds••••••••••••••••••• Begripsdefinitie sprinklerplafond••••••••••••••••••••••••••••••• Algemeen•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• Systeembeschrijving Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leiding• ••••••• Beschrijving persfittingen en verbindingstechniek• •••••••••••••••• Systeemvoordelen•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• Toepassingsgebieden en opslagvoorwaarden• •••••••••••••••••••• Toelatingen en certificeringen••••••••••••••••••••••••••••••••• Kwaliteit•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
4 4 4 5 6 7 7 8 8
Technische voorschriften••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 9 Door VdS (Verband der Sachversicherer) gekeurde sprinklerplafondconstructies•••••••••••••••••••••••••••••••••• 9 Ontwerp en uitvoering van sprinklerplafonds• ••••••••••••••••••• 10 Doorvoer door dilataties•••••••••••••••••••••••••••••••••••• 10 Bescherming tegen uitwendige corrosie• ••••••••••••••••••••••• 11 Aarding (potentiaalvereffening)• ••••••••••••••••••••••••••••• 11 Druktest en leidingspoeling•••••••••••••••••••••••••••••••••• 11 Montage- en installatierichtlijnen•••••••••••••••••••••••••••• Gestelde eisen aan het montagepersoneel• ••••••••••••••••••••• Transport en opslag•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• Aanwijzingen voor de verwerking van schroefdraadovergangen•••••• Montageafmetingen••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• Montage volgens Z-maatvoering••••••••••••••••••••••••••••• Gestelde eisen aan gereedschappen••••••••••••••••••••••••••• Buigen van de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen•••••••••• Buigen met de buigtang•••••••••••••••••••••••••••••••••••• Perstechniek••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• Lijst combineerbare Uponor persbekken/externe persmachines•••••• Onderhoudsaanwijzingen voor het Uponor persgereedschap••••••••
15 15 15 15 16 16 16 17 17 18 19 20
Berekeningsgrondslagen•••••••••••••••••••••••••••••••••••• Technische gegevens Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leiding••••••• Zeta-waarde en equivalente leidinglengte••••••••••••••••••••••• Leidingweerstandstabellen Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leiding•••• C-waarde van Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leiding• •••••••••••
21 21 21 22 22
Productbeschrijvingen•••••••••••••••••••••••••••••••••••••• Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen•••••••••••••••••••••• Uponor Sprinkler persfittingen••••••••••••••••••••••••••••••• Uponor Sprinkler persfittingen sprinklerdoosaansluitingen•••••••••• Uponor gereedschappen••••••••••••••••••••••••••••••••••••
23 23 23 25 26
Montagehandleiding• •••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 29 Druktestrapport• •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 32 VdS erkenning••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 33 Staat van wijzigingen••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 35
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
Alle wettelijke en technische informatie zijn naar beste weten zorgvuldig samengesteld. Fouten kunnen echter niet volledig worden uitgesloten en hiervoor wordt geen aansprakelijkheid aanvaard. Alleen de originele tekst van deze handleiding is wettelijk bindend. Het werk is inclusief al zijn onderdelen auteursrechtelijk beschermd. Iedere toepassing buiten de door de auteurswet toegestane uitzonderingen is zonder toestemming van Uponor GmbH niet toegestaan. Met name reproducties, nadruk, bewerkingen, opslag en verwerking in elektronische systemen, vertalingen en microfilms behouden wij ons voor. Technische wijzigingen voorbehouden.
Uponor meerlagenleidingsysteem Sprinkler: MLC-S leidingsysteem voor sprinklerplafonds Begripsdefinitie sprinklerplafond
Algemeen
Dit technisch handboek beschrijft het gebruik van het Uponor Sprinkler MLC-S leidingsysteem voor de installatie van een gedefinieerde sectie van de sprinklerinstallatie. Enkele componenten van het Uponor Sprinkler MLC-S leidingsysteem bestaan uit materialen die in geval van brand niet bestand zijn tegen hoge temperaturen. Daarom is het absoluut noodzakelijk om de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen binnen de betonplafondconstructie te verwerken om de werking ervan volledig te garanderen.
Sprinklerinstallaties zijn continu operationele, niet verplaatsbare en automatische brandblus-, brandvertragings- en brandbeveiligingsinstallaties. Een automatische sprinklerinstallatie bestaat uit een netwerk van onder druk staande leidingen. Deze garanderen, indien nodig, de bluswatervoorziening aan de geactiveerde sprinklers.
De door de VdS (Verband der Sachversicherer) geteste betonnen plafondconstructie bestaat uit het Uponor Sprinkler MLC-S leidingsysteem voor de aansluiting van de in de geprefabriceerde betonelementen meegestorte sprinkleraansluitdoos F1500 en Tyco BSP. De geprefabriceerde betonelementen hebben een dikte van minimaal 5 cm met daarin een betonwapening. Verdere details, zie door VdS gekeurde sprinklerplafondconstructies (pagina 9). In de volgende beschrijvingen wordt deze constructiewijze sprinklerplafond genoemd.
Sprinklerinstallaties werken selectief, dat wil zeggen alleen die sprinklers, waarbij in het werkgebied hoge temperaturen tussen circa 60 t/m 260 °C ontstaan, worden automatisch geactiveerd. Onder een sprinkler wordt een sproeikop verstaan, die door een warmtegevoelig activeringselement is afgesloten. De sprinklerkoppen worden onderscheiden naar de wijze van thermische activering, sproeibeeld, waterverdeling, inbouwpositie en aan de hand van de watercapaciteit. Wanneer het activeringselement tot de activeringstemperatuur wordt verhit, smelt het soldeer of breekt de glasbuis, waardoor het onder druk staande bluswater automatisch vrij komt en op de sprinklerschotel stuit. Het bluswater wordt parapluvormig over de brandhaard (warmtebron) verdeeld. Bij natte sprinklerinstallaties stroomt het bluswater nagenoeg zonder vertraging uit de sproeikoppen. Gelijktijdig worden door de waterstroom die in het leidingnet ontstaat, alarminrichtingen geactiveerd. Sprinklerinstallaties kunnen branden niet voorkomen, maar in een zo vroeg mogelijk stadium tijdens de ontwikkelingsfase, melden en bestrijden. Door de gerichte bestijding van brandhaarden worden persoonlijk letsel, zaak- en milieuschade in hoge mate geminimaliseerd. De te gebruiken bluswaterhoeveelheid is hierdoor uiterst gering, waardoor beschadiging aan gebouwen, goederen en installaties wordt beperkt. De in deze technische documentatie vermelde Uponor Sprinkler MLC-S systeemcomponenten maken, met inachtneming van een gedefinieerde betonplafondconstructie, de installatie van een VdS gekeurd sprinklerplafond (nat systeem) mogelijk. De Uponor Sprinkler MLC-S systeemcomponenten bestaan uit de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leiding 32 x 3 mm, fittingen met een doorsnede van 32 mm en speciale fittingen voor de aansluiting van Tyco BSP sprinklerkoppen type F1500.
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
Systeembeschrijving Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leiding De Uponor Unipipe Sprinkler meerlagenleiding is een leidinggeneratie die de voordelen van kunststof- en metalen leidingen verenigt en zodoende een optimale flexibiliteit en stevigheid, gecombineerd met een hoge druk- en temperatuurbelastbaarheid biedt. Uponor Sprinkler MLC-S bestaat uit een overlappend in lengterichting gelaste aluminium leiding, waarvan de binnen- en buitenzijde zijn voorzien van een polyethyleenlaag. Alle lagen worden door een tussenliggende hechtmiddellaag duurzaam met elkaar verbonden. Bij het PE-materiaal gaat het om lineair polyethyleen met C8 zijketting met een verhoogde temperatuurbestendigheid volgens DIN 16833 (PE-RT - polyethyleen of raised temperature resistance). Door een gerichte vorming van C8 kettingen in de moleculaire structuur van het materiaal wordt een soortgelijk effect bereikt als bij het vernetten van PE. Het overlappend lassen van de aluminium leiding levert door de bredere verbinding een zeer veilige en duurzame verbinding op. Op deze wijze is de dikte van de aluminiumleiding niet doorslaggevend voor het lassen en kan zodoende aan de gebruikseisen worden aangepast. Uponor Sprinkler MLC-S is daarom in de kleinere afmetingen zodanig geconstrueerd, dat de aluminiumlaag de reactiekrachten van de kunststof neutraliseert. Op deze wijze wordt het montagegemak van de leiding aanzienlijk verhoogd, omdat de krachtsinspanning tijdens het buigen laag gehouden kan worden. Op grond van de kunststof binnen- en buitenlaag is de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leiding corrosiebestendig.
De kunststof binnenlaag biedt door de geringe wandruwheid geen aangrijpingspunten aan het water. Aanslag en corrosie worden bij reglementair gebruik vermeden.
De belangrijkste voordelen van de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leiding zijn: absoluut zuurstofdiffusiedicht, overtreft de DIN 4726 standaard geringe wandruwheid k = 0,0004 mm en dus geringe leidingweerstand, waardoor geringere drukverliezen vormbestendig door compensatie van de reactiekrachten hoge flexibiliteit, waardoor buigen met de hand mogelijk is corrosiebestendig door binnen- en buitenlaag van kunststof uitstekende levensduur biedt veiligheid voor het dagelijks gebruik laag gewicht
De Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S installatie binnen het sprinklerplafond is door VdS getest voor drinkwater (koud) en een maximale bedrijfsdruk van 10 bar. Bij vragen met betrekking tot een andere configuratie moet met de fabrikant ruggespraak worden gehouden.
Veiligheidsoverlappende met in lengterichting gelaste aluminiumleiding Hechtmiddel PE-RT
Hechtmiddel
PE-RT
Opbouw van de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leiding 32 x 3 mm
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
Beschrijving persfittingen en verbindingstechniek Het fittingprogramma voor de installatie van Uponor Sprinkler MLC-S binnen de VdS gekeurde sprinklerplafondconstructie bestaat uit vertinde messingfittingen met de doorsnede van 32 mm. Deze bezitten geprofileerde aluminium pershulzen en rode persbekaanslagringen van kunststof. De pershuls heeft kijkvensters, waarmee de insteekdiepte van de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leiding in de fitting vóór het persen kan worden gecontroleerd. De aan de buitenkant stevig bevestigde pershuls, die een vaste verbinding vormt met het fittinghuis, biedt bescherming tegen mechanische inwerkingen op de afdichtringen. De Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leiding wordt tijdens de montage tussen de steun- en pershuls geschoven en door het persproces kracht- en vormgesloten met de metalen Uponor Sprinkler fitting verbonden. Dit vindt plaats door de druk van de Uponor persbekken. De rode kunststof aanslagring op de geprofileerde aluminium pershuls vergemakkelijkt daarbij het aanbrengen van de persgereedschappen. De profilering van de steunhuls zorgt door inpersing in de binnenste kunststoflaag van de leiding voor een veilige onscheidbare verbinding. De afdichting vindt plaats tussen steunhuls en de binnenwand van de leiding door middel van twee in groeven liggende kunststof O-ringen, die bestand zijn tegen hoge temperatuur en veroudering. Na de montage kan de verbinding door de vormbestendige pershulzen buigkrachten opnemen zonder dat er lekkages ontstaan. Een reeds geïnstalleerde leiding kan daardoor naderhand worden uitgelijnd.
De Uponor Sprinkler persfittingen bieden de volgende voordelen: de fitting is zodanig ontworpen dat bij de voorgeschreven druktest volgens VdS CEA 4001, nr. 17.1.1 bij de ongeperste verbinding water uitstroomt of wel dat de fitting zich van de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leiding losmaakt het gemakkelijk plaatsen van de fitting op de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leiding leidt tot een nog gebruikersvriendelijkere montage de optimale vorm van de pershuls zorgt voor een persing op alle vlakken van de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leiding op het fitting lichaam de eenvoudige montage en verwerking van de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leiding en fitting vindt plaats met de beproefde originele Uponor persgereedschap de drie radiale groeven van de pershuls nemen de persrillen van de persbek op en zorgen daardoor voor een optimale kantelvrije persing de aanslagring van kunststof op de geprofileerde aluminium pershuls vergemakkelijkt het aanbrengen van de persgereedschappen de Uponor Sprinkler persverbinding blijft ook na de persing draaibaar, waardoor het bijstellen vóór de druktest altijd mogelijk is
De persverbindingstechniek is duurzaam dicht, zoals door de VdS erkenning, SKZ testberichten, DVGW-certificaten en KIWA/KOMO certificaten wordt bevestigd.
Doorsnedentekening persmetaalfitting 32 mm met geprofileerde aluminiumhuls en rode persbekaanslag
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
Systeemvoordelen Het Uponor Sprinkler MLC-S biedt voor de installatie van sprinklerplafonds de volgende voordelen: VdS gekeurd leidingsysteem voor de installatie van sprinklerleidingen binnen het sprinklerplafond volgens VdS erkenning de componenten van het sprinklerplafond zijn volledig in het betonplafond ingegoten besparing van kosten op lange termijn door premiekortingen van de brand- en de brandbedrijfsschadeverzekering mogelijk de brandbestrijding begint onmiddellijk na het ontstaan van de brand, actieve brandbestrijding sprinklerplafonds kunnen bijna overal worden toegepast, waar zich mensen en/of goederen bevinden de sprinklerinstallatie wordt in de plafondconstructie geïntegreerd, daardoor wordt de sprinklerinstallatie onzichtbaar en geeft een maximum aan ontwerpvrijheid en optimale benutting van de ruimte besparing op bouwkundige maatregelen mogelijk, bijvoorbeeld vermindering van het aantal vluchtwegen in grotere gebouwen hogere toegevoegde waarde van het gebouw door hogere veiligheidsstandaard hoge veiligheidsstandaard – vermindering van schade aan personen, goederen en milieu door gerichte brandbeveiliging en brandbestrijding eenvoudige, snelle en schone verwerking, geen lassen, solderen, draadsnijden of lijmen besparing van arbeidsstappen en montagetijden dezelfde verwerkingsstappen en gereedschappen als voor sanitair- en verwarmingsinstallatie montage door één persoon te realiseren onscheidbare, duurzaam dichte persverbinding producenten met kwaliteitsmanagementsysteem volgens DIN EN ISO 9001:2000
Toepassingsgebieden en opslagvoorwaarden Toepassingsgebieden
alleen de VdS gekeurde Uponor Sprinkler MLC-S systeemcomponenten (zie productbeschrijvingen pagina 23) mogen binnen de betonplafondconstructie voor de horizontaal geleide sprinklerleidingen tot aan de afsluiting aan de Tyco BSP sprinkleraansluitdozen F1500 worden gebruikt het complete Uponor Sprinkler MLC-S leidingsysteem voor de aanvoer van bluswater van de Tyco BSP sprinkleraansluitdozen F1500 moet na de met succes uitgevoerde druktest volgens VDS CEA 4001 nr. 17.1.1, spoelen van leidingen en aanbrengen van uitwendige corrosiebescherming, volledig in beton worden gegoten. Daarbij dient de in deze documentatie beschreven en gekeurde sprinklerplafondconstructie in acht genomen te worden alle Uponor Sprinkler MLC-S systeemcomponenten mogen volgens VdS erkenning van 17-10-2006 alleen binnen de sprinklerplafondconstructie voor de installatie van sprinklerleidingen worden gebruikt. Andere delen van de sprinklerinstallatie (bijvoorbeeld: stijgleidingen voor de bluswatertoevoer binnen het gebouw) mogen niet met Uponor Sprinkler MLC-S worden uitgevoerd voor de installatie van de sprinklerinstallatie mogen uitsluitend goedgekeurde constructieonderdelen worden gebruikt. De geschiktheidsverklaring van de betreffende componenten moet worden gedocumenteerd door het testrapport of verklaring van een toegelaten keuringsinstituut (bijvoorbeeld: VdS erkenning). De toelating van de Uponor Sprinkler MLC-S systeemcomponenten voor sprinklerplafonds wordt aangetoond door de VdS erkenning van 17-10-2006 met het Uponor Sprinkler systeem MLC-S binnen de sprinklerplafondconstructies mogen alleen natte installaties worden gerealiseerd. Bij de uitvoering in het natte systeem moeten alle ruimten die aan het sprinklerplafond grenzen, het gehele jaar vorstvrij zijn het sprinklerplafond wordt voorzien van (koud) drinkwater. Andere media (bijvoorbeeld: zeewater, oppervlaktewater, hemelwater, industrieel water) zijn niet toegestaan de aansluiting van het sprinklerplafond mag alleen plaatsvinden aan een sprinklerinstallatie met een maximale bedrijfsdruk van 10 bar. Wanneer de mogelijkheid bestaat dat de maximaal toelaatbare bedrijfsdruk van het systeem van 10 bar kan worden overschreden, moet op een geschikte plaats een veiligheidsinrichting tegen drukoverschrijdingen (veiligheidsventiel) worden ingebouwd
Tijdens de toepassing van het gekeurde Uponor Sprinkler MLC-S sprinklerplafond dienen de volgende punten in acht genomen te worden: de VdS erkenning van 17-10-2006 omvat een vast omschreven betonplafondconstructie, waarin het Uponor Sprinkler MLC-S leidingsysteem met een doorsnede van 32 mm in combinatie met de Tyco BSP sprinkleraansluitdozen F1500 volledig in beton wordt gegoten T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
Let op! Het gebruik van niet gekeurde Uponor Sprinkler MLC-S systeemcomponenten of andere systemen op het gebied van leidingen en leidingverbindingen, de installatie van andere sprinklerdozen alsmede wijzigingen binnen de
gedefinieerde betonplafondconstructie (laagdiktes, afstanden) zijn niet in de VdS erkenning van 17-10-2006 opgenomen. Opslagvoorwaarden Voor Uponor Unipipe Sprinkler meerlagenleidingen, Uponor Sprinkler fittingen en de daarbij behorende systeemcomponenten dienen bij langdurige opslag de volgende punten in acht genomen te worden om geen beschadigingen aan leidingen, fittingen en gereedschappen als gevolg van opslag te laten ontstaan. De aanwijzingen gelden tevens voor gereedgekomen installatiedelen alsmede als instructies tijdens de montage. Als aanvulling op deze richtlijnen dienen de algemene montage instructies alsmede de afzonderlijke bedieningshandleidingen van alle apparaten en componenten in acht genomen te worden. Voor alle elektrische gereedschappen en apparaten mag de opslagtemperatuur niet beneden 0 °C dalen. Als minimale verwerkingstemperatuur voor het leidingsysteem wordt -10 °C aanbevolen. De toelaatbare bedrijfstemperatuur van de persmachines mag niet lager zijn dan het vriespunt en mag niet hoger zijn dan 40 °C. De optimale verwerkingstemperatuur voor leiding, fitting en gereedschappen ligt tussen 5 en 25 °C. Bij opslag beneden -10 °C moeten de leidingen aan de buitenkant worden beschermd tegen slag, stuiken andere mechanische belastingen. De omgeving voor opslag en montage dient droog en vrij van overmatige partikelbelasting te zijn om de probleemloze werking van de fittingen en gereedschappen te waarborgen. Uponor Unipipe Sprinkler leidingen moeten tegen langdurige directe zonnestraling en belasting door ultraviolette straling worden beschermd. Tijdens de opslag tot en met de montage ter plaatse zijn fittingen en leidingen in de originele verpakking optimaal beschermd. Gereedschappen moeten steeds in de daarvoor bestemde gereedschapkoffers worden getransporteerd. Uponor Sprinkler fittingen zijn in de ongeopende originele verpakking 6 jaar lang bruikbaar. Wanneer de Uponor Sprinkler fittingen in gereedschapkisten etc. zijn overgeladen, moeten zij binnen een jaar worden verbruikt. Bij het stapelen van de leidingdozen mag de stapelhoogte niet hoger zijn dan 2 m. Tijdens transport en tijdens de montage mag niet met de leidingen, fittingen en gereedschappen worden gegooid.
Toelatingen en certificeringen De VdS erkenning van 17-10-2006 omvat een vast omschreven betonplafondconstructie, waarin het Uponor Sprinkler MLC-S leidingsysteem met een doorsnede van 32 mm in combinatie met de Tyco BSP sprinkleraansluitdozen F1500 volledig in beton wordt gegoten. Alleen de in de systeembeschrijvingen van deze documentatie vermelde goedgekeurde Uponor Sprinkler MLC-S componenten en de Tyco BSP sprinkleraansluitdozen F1500 mogen voor de installatie van de sprinklerleidingen binnen het sprinklerplafond worden gebruikt. Het Uponor Sprinkler MLC-S leidingsysteem komt overeen met de risicoklasse OH3 (OH = Ordinary hazards).
Let op! Het gebruik van niet gekeurde Uponor Sprinkler MLC-S systeemcomponenten of andere systemen op het gebied van leidingen en leidingverbindingen, de installatie van andere sprinklerdozen alsmede wijzigingen binnen de gedefinieerde betonplafondconstructie (laagdiktes, afstanden) zijn niet in de VdS erkenning van 17-10-2006 opgenomen.
Kwaliteit Door controle volgens de normen van officiële materiaalkeuringsinstituten alsmede door voortdurend eigen toezicht en controle beschikt het Uponor Sprinkler MLC-S systeem over een hoge kwaliteitsstandaard. De meest moderne productie installaties en jarenlange ervaring in de kunststof- en metaalverwerking in eigen bedrijf, volledig kwaliteitsmanagement, goederenontvangst- en uitgiftecontroles, uitgebreide interne en externe kwaliteitscontroles garanderen de hoge kwaliteitstandaard van het Uponor Sprinkler systeem MLC-S.
De aanwijzingen gelden tevens voor gereedgekomen installatiedelen en tijdens de montage. Aanvullend dienen bij deze richtlijnen de algemene montageaanwijzingen alsmede de afzonderlijke bedieningsinstructies van alle apparaten en enkele componenten in acht genomen te worden.
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
Technische gegevens sprinkleraansluitdozen worden overhandigd. Vervolgens worden de geprefabriceerde betonplaten vakkundig naar de bouwplaats getransporteerd.
Voor de deskundige en reglementaire projectering, toepassing, gebruik en installatie van de sprinklerinstallatie moeten de desbetreffende geldende normen/richtlijnen worden nagekomen. De geldende bouwkundige bepalingen, de algemeen erkende technische voorschriften, de nationale voorschriften/werkbladen en de bepalingen van de plaatselijke bouwinstanties/schadeverzekeraars/brandweer moeten in acht genomen worden. Bovendien moeten de geldende voorschriften met betrekking tot de installatie, ongevallenpreventie en veiligheid worden nageleefd.
Na het monteren van de geprefabriceerde betonplaten in de plafondconstructie op de bouwplaats, vindt de aansluiting van de sprinklerdozen met de gekeurde Uponor Sprinkler MLC-S systeemcomponenten (zie productbeschrijvingen pagina 23) plaats. Tijdens de installatie van de Uponor Sprinkler componenten moeten de bepalingen van de Uponor Sprinkler MLC-S montagehandleiding en van deze technische documentatie in acht worden genomen. Als gebruik wordt gemaakt van een sprinklerdoos van Tyco BSP met geringe inbouwhoogte is de aansluiting met de speciale persaansluiting 32 x 1 bu. dr. / ½ bi. dr. te realiseren.
De aanwijzingen van deze technische documentatie “Uponor meerlagenleidingsysteem Sprinkler: MLC-S leidingsysteem voor sprinklerplafonds” moeten voor gebruik, ontwerp, verwerking en installatie in acht worden genomen en dienen te worden nagekomen.
Door VdS gekeurde sprinklerplafondconstructies
Let op!
De gekeurde betonplafondconstructie bestaat uit een geprefabriceerde circa 50 mm dikke betonplaat en daarop een, tot aan de definitieve plafonddikte, aangebrachte bedekking van beton van kwaliteitsklasse B25 of B35.
De componenten van het Uponor Sprinkler systeem MLC-S bestaan uit materialen die in geval van brand niet bestand zijn tegen hoge temperaturen. Daarom is het absoluut noodzakelijk om de Uponor Sprinkler MLC-S componenten inclusief de sprinklerplafondaansluitingen binnen de betonplafondconstructie volledig in te betonneren om de werking te garanderen.
Tijdens de prefabricage van de betonplaat in de betonfabriek worden reeds de Tyco BSP sprinkleraansluitdozen F1500 en de onderste bewapening ingegoten. Om er zeker van te zijn dat de sprinkleraansluitdozen op de juiste plaatsen worden ingebouwd, moet aan de betonfabriek een installatieschema met de plaatsing van de
Op de volgende afbeelding is de VdS gekeurde sprink lerplafondconstructie met de minimale afstandsafme tingen weergegeven.
Pers T-stuk voor sprinkler 32 x 1 bu. dr. / ½ bi. dr. x 32 32 x 1 bu. dr. / ¾ bi. dr. x 32
Persknie voor sprinkler 32 x 1 bu. dr. / ½ bi. dr. 32 x 1 bu. dr. / ¾ bi. dr.
Corrosiebescherming
Persknie 90º 32 x 32 of pers T-stuk 32 x 32 x 32
25
50
30
32
250
138
25
20
Persaansluiting 32 x 1 bi. dr
Tyco BSP sprinkleraansluitdoos F1500
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
Persaansluiting 32 x 1 bu. dr. / ½ bi. dr. 32 x 1 bu. dr. / ¾ bi. dr.
De aansluiting van de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen (verdeel- en/of ringleidingen) aan de Tyco BSP sprinklerdoos type F1500 vindt plaats met behulp van een speciaal pers T-stuk. Bij steek- en/of afzonderlijke aansluitleidingen vindt de aansluiting van de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leiding aan de Tyco BSP sprinklerdoos type F1500 plaats met behulp van een speciale persknie 90°. Als gebruik wordt gemaakt van een sprinklerdoos van Tyco BSP met geringe inbouwhoogte is de aansluiting met de speciale persaansluiting 32 x 1 bu. dr. / ½ bi. dr. te realiseren. De verbinding van het sprinklerplafond systeem met de componenten van de overige bluswatertoevoer kan plaatsvinden via een Uponor Sprinkler fitting met binnen- of buitendraad (bijvoorbeeld: via een Uponor Sprinkler persaansluiting 32 x 1 bi. dr.). Deze wordt eveneens geheel in de betonplafondconstructie ingegoten.
Let op! Het gebruik van niet gekeurde Uponor Sprinkler MLC-S systeemcomponenten of andere systemen op het gebied van leidingen en leidingverbindingen, de installatie van andere sprinklerdozen alsmede wijzigingen binnen de gedefinieerde betonplafondconstructie (laagdiktes, afstanden) zijn niet in de VdS erkenning van 17-10-2006 opgenomen.
Ontwerp en uitvoering van sprinklerplafonds Projectering Voor het ontwerp en de installatie van sprinklerinstallaties moet de VdS CEA 4001:2003-01 “Richtlijnen voor sprinklerinstallaties - ontwerp en inbouw” in acht worden genomen. Bij de inbouw van een sprinklerinstallatie moet tevens worden voldaan aan de voorwaarden van de bouwin stanties en van de brandweer. Deze, evenals de later met de oplevering en certificering van de installatie betrokken instanties (bijvoorbeeld: VdS schadepreventie) moeten vanaf het begin in de projecterings- en ontwerpfase worden betrokken. Keuze en rangschikking van de sprinklers De keuze en rangschikking van de sprinklers vindt plaats door een door VdS erkende sprinklerinstallateur. Het brandbeveiligingsbedrijf en/of ontwerpbureau dat met het ontwerp en/of installatie is belast, legt in overleg met het plaatselijk bureau voor bouw- en woningtoezicht het juiste aantal en positie van de sprinklers vast. Voor verdere details wordt verwezen naar de betreffende richtlijnen van de VdS. De Tyco BSP sprinklerdozen type F1500 kunnen met alle door VdS erkende hangende paraplusprinklers met een activeringstemperatuur van maximaal 68 °C worden uitgerust. Gewezen wordt op toegestane plafondafstanden volgens nr. 11.4.2 van de VdS CEA 4001.
Doorvoer door dilataties Doorvoer door bouwkundige dilataties Doorvoer door bouwkundige dilataties dient vermeden te worden. Wanneer dit niet mogelijk is, kan de Uponor Unipipe sprinkler MLC-S leiding met inachtneming van de volgende veiligheidsmaatregelen door de bouwkundige dilatatie worden geleid.
≥ 500 mm
≥ 500 mm Bouwkundige dilatatie
Zachte leidingisolatie Dikte van de isolatielaag ≥ 13 mm bijvoorbeeld: Tubolit TL-32/13-DG
10
Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leiding 32 x 3 mm
met plakband waterdicht afplakken
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
De Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen moeten op een lengte van tenminste 1 meter worden ommanteld met een zacht verende isolatie (dikte van de isolatielaag 13 mm). De plaatsing van de leidingisolatie vindt plaats over het midden boven de bouwkundige dilatatie. Met waterbestendige plakband worden de beide uiteinden en eventueel aanwezige stootkanten afgeplakt ter voorkoming van het binnendringen van beton en/of betonwater tussen isolatie en Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leiding. Doorvoering door betonelement dilataties Wanneer het Uponor Sprinkler systeem MLC-S bouwzijdig in het betonelement ingebouwd wordt, kunnen de Uponor Unipipe MLC-S leidingen op de bouwplaats middels de Uponor reparatiekoppelingen met elkaar verbonden worden. Voor de montage van de fittingen zijn de betonelementen voorzien van overeenkomende uitsparingen. Is de dilatatie geen bouwkundige dilatatie, dan mag deze rechtlijnig gekruist worden. Is de dilatatie gelijkertijd een bouwkundige dilatatie, dan zoals onder “Doorvoering door bouwkundige dilatatie” (pagina 10) beschreven te handelen. Betonelement
Betonelement
Reparatiekoppeling
dende omhullingen mogen niet worden gebruikt als corrosiebescherming. Vilt is niet als corrosiebescherming toegestaan. Vóór het aanbrengen van de corrosiebescherming dient de voorgeschreven dichtheidstest volgens VDS CEA 4001 nr. 17.1.1 worden uitgevoerd.
Aarding (potentiaalvereffening) De VDE 0190 Deel 410 en 540 verlangt aarding (potentiaalvereffening) tussen alle soorten aardleidingen en de aanwezige geleidende water, afvoerwater- en verwarmingsleidingen. Omdat Uponor Sprinkler MLC-S geen geleidende leidinginstallatie is, kan deze ook niet als aarding (potentieaalvereffening) worden gebruikt en kan niet worden geaard. Het aarden van leidingen (potentiaalvereffening) vindt plaats volgens VDE-richtlijn vanaf de te aarden componenten direct naar de hoofdaardrail of -klem aan de in het ontwerp daartoe aangewezen plaats. De installateur of de bouwcoördinator is verplicht de opdrachtgever of de gevolgmachtigde van de opdrachtgever erop te wijzen dat door een erkende electro-installateur wordt gecontroleerd of de installatie van het Uponor Sprinkler MLC-S de aanwezige elektrische beschermings- en aardingsmaatregelen niet nadelig beïnvloedt (VOB deel C Algemene technische contractvoorwaarden ATV).
Druktest en leidingspoeling Installatie van de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen
Bescherming tegen uitwendige corrosie De Uponor Sprinkler fittingen moeten tegen direct contact met bouwmaterialen (bijvoorbeeld: beton, dekvloer, pleister of gips etc.) of met corrosiebevorderende media en/of materialen (bijvoorbeeld: ammoniakhoudende lucht in veestallen, chloorhoudende lucht in zwembaden, reinigingsmiddelen, desinfecterende middelen) met passende maatregelen tegen uitwendige corrosie worden beschermd. De toegepaste uitwendige corrosiebescherming moet waterdampdiffusiedicht-, warmte- en verouderingsbestendig zijn. De bescherming tegen uitwendige corrosie van de fittingen kan ook met geslotencellige isolatiematerialen en/of met isolatieslangen worden bereikt, waarbij de snij- en stootplaatsen zorgvuldig waterdampdiffusiedicht moeten worden afgeplakt. Er mag tegelijk met de externe corrosiebescherming geen vocht worden ingebouwd. Chloor-, ammoniak-, sulfaat- en nitriethou-
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
Na het inbouwen van de geprefabriceerde betonplaten wordt begonnen met de installatie van de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen voor de toevoer naar de afzonderlijke sprinkleraansluitdozen. De aansluiting van de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen (verdeel- en/of ringleidingen) aan de Tyco BSP sprinklerdoos type F1500 vindt plaats met behulp van een speciaal pers T-stuk 32 x 1 bu. dr. / ½ bi. dr. x 32 dan wel 32 x 1 bu. dr. / ¾ bi. dr. x 32. Bij steek- en/of afzonderlijke aansluitleidingen vindt de aansluiting van de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen aan de Tyco BSP sprinklerdoos type F1500 plaats met behulp van een speciale persknie 90° 32 x 1 bu. dr. / ½ bi. dr. dan wel 32 x 1 bu. dr. / ¾ bi. dr. Alle leidingsecties (verdeel- en ringleidingen, steek- en/ of afzonderlijke aansluitleidingen) binnen het sprinklerplafond dienen zodanig in de sprinklerdozen met vulen aftapkranen te worden uitgerust, dat het vullen en aftappen van de complete installatie mogelijk wordt. De
11
vul- en aftapkranen kunnen in de sprinkleraansluitdozen worden geschroefd. Alle andere leidingopnames (open sprinklerdozen) worden afgesloten met ½ bu. dr. dan wel ¾ bu. dr. schroefpluggen. De aansluiting van het sprinklerplafond aan de stijgleiding van de bluswatervoorziening kan horizontaal bijvoorbeeld via een Uponor Sprinkler persaansluiting 32 x 1 bi. dr. plaatsvinden. De schroefdraadaansluiting moet eveneens met een schroefplug worden afgesloten. Na beëindiging van de installatiewerkzaamheden binnen het sprinklerplafond moeten alle leidingopeningen (sprinklerdozen en sprinklerplafondaansluitingen) gesloten zijn. Daardoor wordt het binnendringen van vreemde objecten in het leidingsysteem tijdens de verdere werkzaamheden op de bouwplaats voorkomen. Vullen en ontluchten van het gehele leidingnet Vervolgens dienen alle Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen binnen de sprinklerplafondconstructie geheel met gefiltreerd drinkwater te worden gevuld en ontlucht. Druktest conform VdS CEA 4001 Sprinklerplafondaansluiting afgesloten met schroefpluggen
Sprinkleraansluitdozen afgesloten met schroefpluggen
Testdruk 15 bar tijdens de druktest, testduur 2 uur
Afperspomp
Na het volledig ontluchten en vullen van de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen vindt de druktest conform VdS CEA 4001, nr. 17.1.1 plaats. Voor Uponor Sprinkler MLC-S persverbindingen is het absoluut verplicht een druktest uit te voeren. Deze druktest is zowel een sterkte- als ook een dichtheidscontrole. De complete installatie (dat wil zeggen pers- en schroefdraadverbindingen) binnen het sprinklerplafond moet worden gecontroleerd alvorens deze ingebetonneerd of bedekt en de verbindingen omhuld worden. Daarbij is de visuele controle van elke verbindingsplaats belangrijk. Gestelde eisen: voor de reglementaire uitvoering van de druktest mag uitsluitend meetapparatuur worden gebruikt, waarmee een drukverschil van 0,1 bar afleesbaar wordt aange geven.
Voorbereiding: de gehele Uponor Sprinkler MLC-S installatie binnen het sprinklerplafond moet aan een druktest met water worden onderworpen. De installatie is gevuld met gefiltreerd water (filter volgens DIN 19632) en volledig ontlucht. in de dichtheidscontrole kunnen alle onderdelen, waarvan het nominale drukniveau tenminste overeenkomt met de testdruk, worden betrokken. het drukmeetapparaat moet worden aangesloten op het diepste punt van de te controleren installatie. Wanneer de sprinklerinstallatie reeds is geïnstalleerd en aangesloten, moet het alarmventielstation als meetpunt worden gekozen. de gereedgekomen, maar nog niet bedekte leidingen, moeten met gefiltreerd drinkwater worden gevuld (tegen vorst beschermen) en worden ontlucht. de Uponor Sprinkler MLC-S installatie binnen het sprinklerplafond moet worden getest met de toegestane maximale bedrijfsdruk 10 bar, te vermeerderen met 5 bar (gerelateerd aan het diepste punt van de installatie dan wel het alarmventielstation). de temperatuurcompensatie tussen omgevingstemperatuur en vulwatertemperatuur moet na het tot stand brengen van de testdruk door een adequate wachttijd worden afgewacht. Indien nodig moet de testdruk na de wachttijd opnieuw worden aangebracht. tijdens controle moeten alle leidingopeningen (sprinkleraansluitdozen, aansluiting van het sprinklerplafond op de bluswatervoorziening) met geschikte metalen materialen (bijvoorbeeld: pluggen) worden afgesloten. Voorcontrole: de testdruk binnen 30 minuten met tussenpozen van telkens 10 minuten tweemaal opnieuw tot stand brengen de testdruk mag na afloop van nog eens 30 minuten niet meer dan 0,6 bar zakken Hoofdcontrole: onmiddellijk in aansluiting op de voorcontrole de druktest geldt als succesvol afgesloten, wanneer de testdruk na nog eens 2 uur niet meer dan 0,2 bar is gezakt Testdruk:
toelaatbare max. bedrijfsdruk 10 bar + 5 bar = 15 bar (gerelateerd aan het diepste punt van de installatie en/of alarmventielstation) Testduur: 2 uur Testdrukverschil ∆p: ≥ 0,2 bar
Afsluitende visuele controle van alle leidingverbindingen!
12
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
De resultaten van de druktest worden als bewijsstuk voor de installateur en opdrachtgever in een rapport vastgelegd. Hiertoe kan het formulier aan het einde van de technische documentatie worden gekopieerd.
Bij speciale toepassingen of nieuwe betonneerprocedures moet ruggespraak worden gehouden met de fabrikant. De procedure moet door Uponor worden vrijgegeven.
Bescherming van de aansluiting van het sprinklerplafond
Vóór aanvang van de betonneerwerkzaamheden moeten de volgende tests en controles worden uitgevoerd:
Bescherming sprinklerplafondaansluiting (bijvoorbeeld: bekisting)
Sprinklerplafondaansluiting afgesloten met schroefpluggen
Sprinkleraansluitdozen afgesloten met schroefpluggen
Testdruk 6 bar tijdens de betonneerwerkzaamheden
Het gebied van de aansluiting van het sprinklerplafond aan de componenten van de bluswatervoorzieining (bijvoorbeeld: stijgleiding) moet worden beschermd alvorens het beton in te brengen. Hiervoor kan bijvoorbeeld een bekisting worden gebruikt. Druktest tijdens de betonneerwerkzaamheden Voor de Uponor Sprinkler MLC-S installatie binnen het sprinklerplafond zijn nauwkeurige tests en controles tijdens en aan het einde van installatiefase onontbeerlijk, aangezien het gehele Uponor Sprinkler MLC-S systeem in het beton verdwijnt en daarom op een later tijdstip niet meer toegankelijk is. Het installatiebedrijf van het sprinklerplafond moet tijdens het aanbrengen van het beton voortdurend ter plaatse zijn om beschadigingen onmiddellijk te kunnen herstellen. Aanwijzing: de termijnen van het betonneren moeten met VdS, vooraf worden afgesproken. De VdS beslist of een schouwing ter plaatse wordt gedaan en/of een deelname aan de druktests volgens het handboek plaatsvindt. Alle standaardprocedures voor het storten van het beton in de plafondconstructie door middel van betonpompen of betoncontainers en aansluitende verdichting door trilapparaten zijn in combinatie met de Uponor Sprinkler MLC-S componenten geschikt voor de sprink lerinstallatie.
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
visuele controle van alle leidingverbindingen en aansluitingen aan de sprinkleraansluitdozen visuele controle van de fittingen op aanwezige bescherming tegen uitwendige corrosie visuele controle van de sprinklerplafondaansluiting op stevigheid - men dient zich ervan te overtuigen dat de dozen tijdens het betonstorten niet kantelen en de sprinklerdozen niet omhoog kunnen komen waardoor beton in de holle ruimte van de sprinklerdozen kan binnendringen visuele controle van de sprinklerplafondaansluiting – men dient zich ervan te overtuigen dat dit gebied niet wordt gebetonneerd Tijdens de betonneerfase moet voorts worden gegarandeerd dat de testdruk van 6 bar wordt gehandhaafd. Dit moet voortdurend worden gecontroleerd. Mocht een drukverlaging van > 0,2 bar worden vastgesteld, dan moeten de betonwerkzaamheden worden onderbroken en het sprinkler leidingsysteem worden gecontroleerd op beschadigingen, die dan onmiddellijk moeten worden hersteld. De resultaten van de druktest tijdens de betonneerwerkzaamheden worden als bewijsstuk voor de installateur en opdrachtgever in een rapport vastgelegd. Hiertoe kan het formulier aan het einde van de technische documentatie worden gekopieerd. Voor het overige moet het rapport aan de opdrachtgever ter beschikking worden gesteld en dient met alle overige documenten volgens de wettelijke grondbeginselen (tenminste in de garantieperiode) bij het uitvoerend installatiebedrijf te worden bewaard.
13
Aansluiting sprinklerplafond aan de bluswatervoorziening
F 90 Stortlaag
Aansluiting op de bluswatervoorziening
Sprinkleraansluitdozen afgesloten met schroefpluggen
Na beëindiging van de betonneerwerkzaamheden vindt de aansluiting van het sprinklerplafond op de componenten van de bluswatervoorziening (bijvoorbeeld: stijgleiding) plaats.
Let op! De verbinding van het sprinklerplafond mag alleen aan een door sprinklerinstallaties toegelaten leidingsysteem (bijvoorbeeld: VdS erkenning) plaatsvinden. Vervolgens wordt de gehele sprinklerinstallatie aan een druktest onderworpen. Na het succesvol afsluiten van de druktest worden de metalen onderdelen in de buurt van de sprinklerplafondaansluiting voorzien van een bescherming tegen uitwendige corrosie. De testdrukinrichting wordt verwijderd en door een ½ bu. dr. schroefplug vervangen. Nadat het beton is uitgehard, wordt de bekisting in de buurt van de sprinklerplafondaansluiting compleet verwijderd. De holle ruimte die hierdoor ontstaat wordt na het aanbrengen van de bescherming tegen uitwendige corrosie geheel opgevuld met een stortlaag in F 90 kwaliteit (bijvoorbeeld: normaal in de handel verkrijgbaar zand). De aansluiting van de bluswatervoorziening aan het sprinklerplafond verdwijnt daarbij geheel in de F 90 stortlaag. Spoelen van de gehele leidinginstallatie De gehele sprinklerinstallatie moet, ongeacht de gebruikte materialen, na beëindiging van de installatiewerkzaamheden grondig worden gespoeld. Door de spoeling moet de bruikbaarheid en functionaliteit van de gehele sprinklerinstallatie worden gewaarborgd.
gen en fittingen worden verwijderd. Losse resten van verspanende bewerkingen moeten worden verwijderd. Tijdens de assemblage mogen geen verontreinigingen in de installatie terecht komen. Vreemde objecten, die ondanks alle voorzorgsmaatregelen tijdens de installatiefase zijn binnengedrongen, moeten door grondig spoelen met gefiltreerd water worden verwijderd. De Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen binnen het sprinklerplafond worden, voorzover geen ander spoelproces volgens contract wordt overeengekomen dan wel verlangd, gespoeld met de waterspoelprocedure met de locale verbruiksdruk. Ter voorkoming van het binnenspoelen van vaste deeltjes uit het leidingnet moeten filters worden ingebouwd. Naargelang van de grootte en het leidingtraject moet per leidingsegment worden gespoeld. Daarbij moet de spoelrichting vanaf de toevoer van de sprinklerinstallatie, in de spoelvolgorde per segment en per leidinggroep (actueel spoelsegment) van de meest nabij gelegen naar de meest verwijderde leidinggroep worden aangehouden. Uitgaande van het einde van de stijgleidinggroep wordt per verdieping de in het sprinklerplafond aanwezige Uponor Sprinkler MLC-S installatie gespoeld. Binnen het sprinklerplafond worden de sprinklerdozen, te beginnen met de sprinklerdoos die het verst van de stijgleidinggroep is verwijderd, helemaal geopend. Na een spoelduur van 1 minuut aan de spoelplaats die het laatst werd geopend, worden de sprinklerdozen na elkaar in omgekeerde volgorde gesloten. Plaatsen van sprinklers Nadat de leidingen zijn gespoeld, moet de sprinklerinstallatie geheel worden afgetapt. Alle inrichtingen ten behoeve van het spoelen van de installatie moeten worden verwijderd. In de sprinkleraansluitdozen worden de geprojecteerde sprinklers geplaatst. Vervolgens moet een visuele controle van alle sprinklerdozen worden uitgevoerd. Daarbij dient te worden gecontroleerd of in alle sprinkleraansluitdozen de geprojecteerde sprinklers aanwezig zijn. Vervolgens dient de totale sprinklerinstallatie helemaal met gefiltreerd drinkwater te worden gevuld en ontlucht.
Principieel moeten tijdens de installatiewerkzaamheden alle onderdelen zodanig worden opgeslagen, dat inwendige verontreiniging wordt voorkomen. Vóór de inbouw moeten zichtbare losse resten en afzettingen in leidin-
14
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
Montage- en installatierichtlijnen Gestelde eisen aan het montagepersoneel Teneinde een correcte montage uit te voeren en om de werking van de Uponor Sprinkler MLC-S installatie te garanderen, dient uitsluitend geschoold en voor het aanbrengen van sprinklerinstallaties erkend technisch personeel (bijvoorbeeld: VdS erkend installatiebedrijf) te worden ingezet. Personeel in opleiding mag alleen onder toezicht van ter zake geschoold en bevoegd technisch personeel het Uponor Sprinkler MLC-S systeem binnen het sprinklerplafond installeren. Het verantwoordelijk technisch personeel moet vóór aanvang van de montage de montage instructie en de technische informatie hebben gelezen en begrepen.
Transport en opslag De Uponor Sprinkler MLC-S systeemcomponenten zijn in de originele fabrieksverpakking optimaal beschermd en mogen eerst vóór de montage uit de originele verpakking worden genomen. De Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen mogen nooit over de grond, betonoppervlakken of betonwapeningen worden gesleept. Alle systeemcomponenten dienen onder deskundig toezicht zodanig verpakt, getransporteerd en opgeslagen te worden, dat: iedere vorm van beschadiging aan de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leiding of Uponor Sprinkler fittingen is uitgesloten geen componenten worden blootgesteld aan natuurlijke weersomstandigheden (bijvoorbeeld: UV-straling, zon en wind) iedere vorm van inwendige en uitwendige verontreiniging en beschadiging (bijvoorbeeld: door aarde, modder, zand, afvalwater, stof, olie, vet, verf, lak, verdunningsmiddelen, reinigingsmiddelen, specie, dekvloer, beton, pleister, gips, pur etc.) wordt voorkomen de aanwijzingen met betrekking tot transport en opslag worden nagekomen Alle componenten dienen behoorlijk verpakt en gemarkeerd te worden opgeslagen. Tijdens het installeren van de leidinginstallatie moeten maatregelen worden getroffen om het binnendringen van vreemde stoffen (bijvoorbeeld: vuil, water, stof) in de installatie te voorkomen. Leidingopeningen dienen met daartoe passende middelen geheel te worden afgesloten. Vóór de inbouw moeten herkenbare losse resten van de verspanende bewerking (ontbramen) worden verwijderd. Tijdens de assemblage mogen geen verontreinigingen in T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
de installatie terechtkomen. De Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen en fittingen moeten bij eventuele inwendige verontreinigingen met inert gas of met olievrije perslucht te worden uitgeblazen en met geschikte middelen te worden gereinigd. Daarbij moet er op worden gelet dat de inwendige kunststoflaag van de leiding niet wordt beschadigd. Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen met beschadigingen en/of beschadigde fittingen mogen niet worden gebruikt. Vóór het begin van de installatiewerkzaamheden van het sprinklersysteem moet een visuele controle van alle componenten van het Uponor Sprinkler MLC-S systeem worden uitgevoerd. Uponor Sprinkler MLC-S componenten met zichtbare beschadigingen mogen niet worden gebruikt voor de installatie van sprinklerplafonds.
Aanwijzingen voor de verwerking van schroefdraadovergangen Schroefdraadafdichtingsmiddelen moeten voor de desbetreffende toepassing zijn gekeurd en toegelaten. Deze moeten overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant van de afdichtingsmiddelen worden gebruikt. De verbinding van het sprinklerplafond met de overige componenten van de sprinklerinstallatie vindt plaats via een Uponor Sprinkler fitting met binnen- of buitendraad. Uponor Sprinkler fittingen mogen alleen met genormeerde schroefdraden worden gecombineerd. Het aanbrengen van de schroefdraadverbindingen moet vóór het persen plaatsvinden om de persfittingverbinding niet te belasten. De schroefdraadverbindingen dienen vakkundig volgens de erkende technische voorschriften te worden uitgevoerd. Bij de verwerking van messingdelen mag in het algemeen geen geweld worden aangewend. Teveel schroefdraadafdichtingsmiddel (bijvoorbeeld: teveel hennep) op de schroefdraadverbindingen moet worden vermeden. Met de volgende punten dient bij het maken van schroefdraadverbindingen rekening te worden gehouden: door de schroefverbinding te sterk aan te halen, kan beschadiging van het materiaal ontstaan, er dienen geschikte gereedschappen te worden gebruikt de montagegereedschappen mogen voor het aanhalen van de verbinding niet worden verlengd (bijvoorbeeld: door het aanbrengen van buizen) alle gebruikte materialen en hulpstoffen (bijvoorbeeld: afdichtings-, montage- en reinigingsmiddelen) moeten vrij zijn van in spanningsscheuren corrosieveroorzakende media (bijvoorbeeld: ammoniak- of chloorhoudende verbindingen)
15
Let op!
Montage volgens Z-maatvoering
Afdichtingsmiddelen voor schroefdraadverbindingen moeten overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant van de afdichtingsmiddelen worden gebruikt.
Als basis voor een efficiënte projectering, werkvoorbereiding en prefabricage levert de Z-maatvoering methode voor de verwerker aanzienlijke werkverlichtingen en besparingen op. Basis voor de Z-maatvoering methode is het uniform meten. Alle te maken tracé’s worden via de axiale lijn vastgelegd door van midden tot midden (snijpunt van de axiale lijnen) te meten. (Voorbeeld: LR = LG - Z1 - Z2.)
Montageafmetingen Minimale lengte van de leiding vóór montage tussen twee persfittingen: Leidingafm. da x s
Leidinglengte L
32 x 3 mm
minimaal 70 mm
Aanwijzing: vóór het plaatsen in de fitting moeten de uiteinden van de leidingen (zie montagehandleiding pagina 29) ontbraamd zijn.
Met behulp van de Z-maatvoering methode van de Uponor Sprinkler fittingen kan de installateur snel en gemakkelijk de exacte leidinglengte tussen de vormdelen calculatorisch bepalen. Door nauwkeurige vaststelling van het leidingtraject en coördinatie met architect, ontwerper en bouwleiding bij de voorbereiding van de eigenlijke installatie kunnen grote delen van de installatie voordelig in voormontage worden vervaardigd (Z-maatvoering zie productbeschrijving pagina 23).
Minimale plaatsruimte voor het persproces met de persmachines (UP 75, UP 75 EL en Mini 32):
B
B
Z1
Z2
Gestelde eisen aan gereedschappen
A Leidingafm. da x s Afm. A Afm. B* 32 x 3 mm
LR LG
27 mm
75 mm
Alle voor de installatie van het sprinklerplafond gebruikte gereedschappen moeten vrij zijn van visuele beschadigingen en verontreinigingen. Controleer in uw eigen belang de gereedschappen vóór aanvang van de installatiewerkzaamheden. Beschadigde (versleten) gereedschappen moeten worden vervangen. Alleen de vermelde originele Uponor gereedschappen mogen voor het snijden, ontbramen en buigen van de leiding worden gebruikt. Deze zijn speciaal afgestemd op en getest voor het Uponor Sprinkler MLC-S systeem.
B C A Leidingafm. da x s Afm. A Afm. B* Afm. C 32 x 3 mm
50 mm 110 mm 50 mm
* Bij dezelfde buitendiameter van de leidingen
16
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
Buigen van de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leiding De Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen 32 x 3 mm kunnen met de hand, met de interne buigveer of met de buigtang met inachtneming van de betreffende minimale buigradius worden gebogen.
Let op! Wanneer een leiding abusievelijk geknikt of anderszins wordt beschadigd, moet deze plaats onmiddellijk door één of meerdere duurzaam dichte Uponor Sprinkler perskoppelingen 32 x 32 mm worden vervangen. Op deze manier kunnen ook leidingverlengingen worden gemaakt. De metalen verbindingen moeten met geschikte middelen tegen uitwendige corrosie worden beschermd.
Buigen met de buigtang Met de buigtang (art. nr. 76 05 32) kunnen de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen 32 x 3 mm nauwkeurig worden gebogen. Meerdere malen buigen op het zelfde buigpunt is niet toegestaan! De gebogen leiding mag slechts éénmaal in de uitgangspositie worden teruggebogen!
Wand
R
Let op!
L
Warm buigen van de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen door middel van open vuur (bijvoorbeeld: soldeervlam), of andere warmtebronnen (bijvoorbeeld: heteluchtpistool, industrieföhn) is verboden! Markering voor het buigen
Buigen met de binnenbuigveer Leidinguiteinde ontbramen, buigveer zo ver mogelijk in het binnenste van de leiding voeren, totdat nog slechts een stuk zichtbaar is. De bocht mag niet zo sterk gebogen worden dat de ribben van de buigveer op de buitenste PE mantel zichtbaar worden.
b
Minimale buigradius Minimale buigradius in mm met de volgende hulpmiddelen: Leidingafm. Buigradius met Buigradius met Buigradius met da x s de hand interne buigveer buigtang 32 x 3 mm
(5 x da) 160 mm (4 x da) 128 mm
Begripsdefinitie: L = buigbeenlengte b = buigpunt x = booglengte (zie tabel beneden)
Berekeningsformules: b=L-x
111 mm
Aanwijzing: in dit verband moet erop worden gelet, dat niet beneden de minimale buigradius wordt gebogen. Wanneer onder minimale buigradius wordt gegaan, moet een overeenkomstig vormstuk (bijvoorbeeld: een persknie 90° 32 x 32 mm) worden ingebouwd.
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
Leiding diameter Buigradius R Booglengte x da x s bij 90° bocht 32 x 3 mm
111 mm
28,5 mm
17
Berekeningsvoorbeeld Gegeven: L (buigbeenlengte) = 1000 mm Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leiding 32 x 3 mm, 90° bocht Gezocht: buigpunt b = ??? Oplossing: b = L - x = 1000 mm – 28,5 mm = 971,5 m Buigtang 16 – 32 mm 321
1 23
A
A
B
II I
A B
Leiding diameter Buig- da x s segment
Positie Opschrift Positie tegenhouder tegenhouder strip
A A
1, 2 of 3 B I of II
32 x 3 mm
3
32
32 II
Perstechniek Voor de Uponor Sprinkler persfittingen in de afmeting 32 kan worden gekozen uit de volgende persmachines en persbekken:
Uponor persgereedschap
Uponor persbek
Uponor elektrisch persmachine UP 75 EL Uponor persbekken afmeting 32 Uponor accu-persmachine UP 75
Uponor accu-persmachine Mini 32
18
Uponor persbekken MLC Mini 32
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
De Uponor persbekken zijn speciaal voor gebruik in combinatie met de Uponor elektrische- en de Uponor accu-persmachine ontworpen. Bij gebruik van andere persmachinefabrikaten dient u zich de geschiktheid, garantie en veiligheid door de betreffende fabrikant te laten bevestigen.
De volgende tabel geeft de compatibiliteit van de Uponor persbekken met de persmachines van andere fabrikaten aan.
Lijst combineerbare Uponor persbekken/externe persmachines Machinetype Uponor afmetingen persbekken Benaming Eigenschappen Type 14 tot 32 Type 40 en 50 Viega „Oud“ type 1 type 1 Viega „Nieuw“ type 2 type 2, serienummer beginnend met 96....; zijwaartse buis constructie voor boutcontrole Mannesmann „Oud“ Type EFP 1; kop niet draaibaar Mannesmann „Oud“ Type EFP 2; kop draaibaar Geberit „Oud“ Type PWH – 40; zwarte huls boven persbek opname Geberit „Nieuw“ Type PWH – 75; blauwe huls boven persbek opname Novopress ECO 1/ACO 1 Novopress AFP 201/EFP 201 Novopress ACO 201 Ridge Tool/Von Arx Ridgid RP300 Viega PT2 H Ridge Tool/Von Arx Ridgid RP300 B Viega PT3 AH Ridge Tool/Von Arx Viega PT3 EH Ridge Tool/Von Arx Ridgid RP 10B Ridgid RP 10S Rothenberger Romax Pressliner vanaf 01-02-2004
vanaf serienr. 010204999001
Rothenberger
Romax Pressliner ECO
Type 63 en type 75
ja
nee
nee
ja
nee
nee
ja
nee
nee
ja
nee
nee
ja
nee
nee
ja ja ja ja
nee ja ja ja
nee nee nee nee
ja
nee
nee
ja ja
ja ja
nee nee
ja
ja
nee
ja
ja
nee
ja
ja
nee
ja
ja
nee
vanaf 01-02-2004
vanaf serienr. 010803777600
Rothenberger
Romax AC Eco
vanaf serienr. 010504555001
vanaf 01-05-2004
Stand 09/2006
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
19
Onderhoudsaanwijzingen voor Uponor persgereedschappen
Persgereedschappen steeds voor aanvang van de werkzaamheden reinigen/controleren:
De voornaamste voorwaarde voor de dichtheid en veiligheid van de Uponor Sprinkler MLC-S installatie zijn technisch correct functionerende persgereedschappen en persbekken. De contouren van de persbekken mogen geen zichtbare beschadigingen vertonen. Zij moeten vrij zijn van verontreinigingen en aanslag. Persmachines met een lekkende hydrauliek die bijvoorbeeld olie verliezen mogen nooit voor installatie worden gebruikt.
1.) het gereedschap optisch controleren op zichtbare beschadigingen (bijvoorbeeld: lasstrip gescheurd, materiaalbreuk, uitbrekingen uit het gehard materiaal door vreemde voorwerpen tijdens het persen etc.) 2.) verontreinigingen van het oppervlak met behulp van een draadborstel verwijderen
De persgereedschappen zijn zoals ieder persgereedschap onderhevig aan een natuurlijke slijtage. Beschadigde (versleten) persgereedschappen mogen niet in de installatie worden gebruikt en moeten indien nodig worden vervangen. De bedrijfs- en onderhoudshandleiding van de persgereedschappen moet in acht genomen worden.
Beschadigde (versleten) persgereedschappen mogen niet voor installatie worden gebruikt. Regelmatige controle:
Wanneer het na het persproces herhaaldelijk komt tot vastplakken van de persbek met de pershuls van de persfitting, moeten de persbekken worden gecontroleerd en dienen verontreinigingen en afzettingen te worden verwijderd. Op de volgende punten moet worden gelet: gereedschap alleen gebruiken in overeenstemming met de geldende UVV (Ongevallenpreventie) bepalingen van de bedrijfsvereniging (9. GPSGV – Machinebesluit (negende besluit met betrekking tot de Veiligheidswet voor apparaten en producten Richtlijn 98/37/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 22 januari 1998 voor de harmonisatie van de rechts- en bestuursmaatregelen van de lidstaten voor machines) gereedschap alleen gebruiken conform de bepalingen van het bedieningshandboek niet met gereedschap gooien en niet met gereedschappen (bijvoorbeeld: tang, hamer) bewerken gereedschap alleen gebruiken voor het persen van de Uponor Sprinkler fittingen gereedschap alleen gebruiken met de door de firma Uponor vrijgegeven persmachines persgereedschappen tegen verontreinigingen (bijvoorbeeld: stof, specie, cement etc.) beschermen of bij verontreinigingen zo snel mogelijk reinigen (corrosiegevaar) persgereedschap alleen droog en beschermd opslaan (bijvoorbeeld: in de Uponor gereedschapskoffer)
20
Onderhoud: persmachines en handperstangen in een cyclus van 3 jaren of na maximaal 10.000 persingen. Inspectie: persmachines en handperstangen jaarlijkse inspectie tussen de onderhoudsintervallen. De Uponor persbekken zijn speciaal voor gebruik in combinatie met de Uponor elektrische- alsmede de Uponor accu-persmachine ontworpen. Bij gebruik van andere persmachines van andere fabrikaten dient u zich de geschiktheid, garantie en veiligheid door de betreffende fabrikant te laten bevestigen.
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
Berekeningsgrondslagen Technische gegevens Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leiding Afmetingen da x s 32 x 3 mm Binnendiameter di (mm) Lengte op rol (m) Buitendiameter rol (cm) Gewicht rol (g/m) Gewicht rol met water 10 °C (g/m) Gewicht per rol (kg) Watervolume (l/m) Leidingruwheid k (mm) Lengte-uitzettingscoëfficient α (m/m x K) Maximale constante bedrijfsdruk Min. buigradius met de hand 5 x da (mm) Min. buigradius met interne buigveer 4 x da (mm) Min. buigradius met buigtang (mm)
26 50 120 323 854 16,15 0,531 0,0004 25 x 10-6 10 bar 160 128 111
Zeta-waarde en equivalente leidinglengten Voor de bepaling van de Zeta-waarden en de equivalente leidinglengten is uitgegaan van een op de nominale diameter gerelateerde stromingssnelheid van 5 m/s. Afmeting da × s (mm)/binnendiameter di (mm) 32 x 3 mm/26 mm Zeta-waarde z (-)/equivalente leidinglengte äL (m)
z (-)
äL (m)
Persknie 90°
3,0
3,6
Persknie 45°
1,6
1,9
Reducering
1,2
1,5
Aftakking bij stromingsverdeling
3,4
4,1
Aftakking doorgang bij stromingsverdeling
0,9
1,1
Aftakking tegenstroom bij stromingsverdeling
3,0
3,6
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
21
Leidingweerstandstabellen Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leiding Leidingweerstanddrukverschillen voor koud water met een temperatuur van 10 °C da x s 32 x 3 mm di 26 mm V/l 0,53 l/m VS l/s
v m/s
0,10 0,20 0,30 0,40 0,50 0,60 0,70 0,80 0,90 1,00 1,10 1,20 1,30 1,40 1,50 1,60
0,19 0,38 0,57 0,75 0,94 1,13 1,32 1,51 1,70 1,88 2,07 2,26 2,45 2,64 2,83 3,01
da x s 32 x 3 mm di 26 mm V/l 0,53 l/m
R VS hPa/m l/s 0,28 0,91 1,84 3,03 4,48 6,17 8,10 10,25 12,63 15,22 18,02 21,03 24,24 27,66 31,28 35,09
1,70 1,80 1,90 2,00 2,10 2,20 2,30 2,40 2,50 2,60 2,70 2,80 2,90 3,00 3,50 4,00
v m/s
R hPa/m
3,20 3,39 3,58 3,77 3,96 4,14 4,33 4,52 4,71 4,90 5,09 5,27 5,46 5,65 6,59 7,53
39,10 43,30 47,69 52,27 57,04 61,99 67,13 72,45 77,96 83,64 89,50 95,54 101,76 108,15 142,73 181,57
VS = Piekdebiet in liter/seconde [l/s] v = Stromingssnelheid in meter/seconde [m/s] R = Leidingweerstanden in hectopascal/meter (1 hPa = 1 mbar = 100 Pa)
C-waarde van Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leiding Door het gladde oppervlak van de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen kan voor het berekenen van het drukverlies van de C-waarde van 140 aangevoerd worden.
22
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
Productbeschrijvingen Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen, 32 x 3 mm rood op rol Absoluut zuurstofdiffusiedichte meerlagenleiding (PE RT – hechtmiddel – met overlappende langslas gelast aluminium – hechtmiddel – PE-RT) voor de installatie van sprinklerleidingen (drinkwater koud) binnen de sprinklerplafondconstructie volgens VdS erkenning van 17-10-2006. Normaal brandbaar, bouwmaterialenklasse B2 volgens DIN 4102. Kleur: vuurrood conform RAL 3000. Maximale bedrijfsdruk: 10 bar Afmeting da x s mm
di Art. nr.
VE Lengte Gewicht
Gewicht
mm
m/rol
kg/rol
kg/m
32 x 3
26
50
16,2
0,323
735320
Uponor Sprinkler persfittingen Persaansluiting bu. dr. Van vertind messing, met gefixeerde pershuls en rode persbekaanslag. Bruikbaar voor de aansluiting van het sprinklerplafond aan de bluswatervoorziening volgens VdS erkenning van 17-10-2006. Buitendraad volgens DIN EN 10226-1 voor het afdichten. Afmeting Art. nr.
Z mm
L mm
Gewicht g/st.
32 x 1 bu. dr.
34
65
184
980301
Persaansluiting bi. dr. Van vertind messing, met gefixeerde pershuls en rode persbekaanslag. Bruikbaar voor de aansluiting van het sprinklerplafond aan de bluswatervoorziening volgens VdS erkenning van 17.10.2006. Cilindrische binnendraad DIN EN 10226-1. Afmeting Art. nr.
Z mm
L mm
L1 mm
Gewicht g/st.
32 x 1 bi. dr.
11
61
31
208
980302
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
23
Persknie 90° Van vertind messing, met gefixeerde pershuls en rode persbekaanslag. Bruikbaar voor de aansluiting van de sprinkler leidingen in het sprinklerplafond volgens VdS erkenning van 17-10-2006. Afmeting Art. nr.
Z mm
L mm
Gewicht g/st.
32 x 32
23
53
239
980303
Persknie 90° bu. dr. Van vertind messing, met gefixeerde pershuls en rode persbekaanslag. Bruikbaar voor de aansluiting van het sprinklerplafond aan de bluswatervoorziening volgens VdS erkenning van 17-10-2006. Buitendraad volgens DIN EN 10226-1 voor het afdichten. Afmeting Art. nr.
Z mm
Z1 mm
L mm
L1 mm
Gewicht g/st.
32 x 1 bu. dr.
26
28
44
58
259
980304
Persknie 90° bi. dr. Van vertind messing, met gefixeerde pershuls en rode persbekaanslag. Bruikbaar voor de aansluiting van de sprinkler leidingen in het sprinklerplafond volgens VdS erkenning van 17-10-2006. Cilindrische binnendraad DIN EN 10226-1. Afmeting Art. nr.
Z mm
Z1 mm
L mm
L1 mm
Gewicht g/st.
32 x 1 bi. dr.
29
28
47
58
293
980305
Persknie 45° Van vertind messing, met gefixeerde pershuls en rode persbekaanslag. Bruikbaar voor de aansluiting van de sprinkler leidingen in het sprinklerplafond volgens VdS erkenning van 17-10-2006.
24
Afmeting Art. nr.
Z mm
L mm
Gewicht g/st.
32 x 32
18
49
226
980306
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
Pers T-stuk Van vertind messing, met gefixeerde pershuls en rode persbekaanslag. Bruikbaar voor de aansluiting van de sprinkler leidingen in het sprinklerplafond volgens VdS erkenning van 17-10-2006. Afmeting Art. nr.
Z mm
L mm
Gewicht g/st.
32 x 32 x 32
23
53
330
980307
Perskoppeling Van vertind messing, met gefixeerde pershuls en rode persbekaanslag. Bruikbaar voor de aansluiting van de sprinkler leidingen in het sprinklerplafond volgens VdS erkenning van 17-10-2006. Afmeting Art. nr.
Z mm
L mm
Gewicht g/st.
32 x 32
12
73
161
980308
Reparatiekoppeling Van vertind messing, met gefixeerde pershuls. Reparatie en opvul persfitting met verlengde inwendige steunhuls. Verstelbereik 48 mm. Afmeting Art. nr.
Z1 mm
Z2 mm
L mm
Gewicht g/st.
32 x 32
43
48
125
360
946163
Uponor Sprinkler persfittingen sprinklerdoosaansluitingen Persknie 90° bu. dr./bi. dr. Van vertind messing, met gefixeerde pershuls en rode persbekaanslag. Buitendraad 1 bu. dr. voor de aansluiting van de Tyco BSP sprinkleraansluitdozen type F 1500 aan de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen binnen het sprinklerplafond volgens VdS erkenning van 17-10-2006. Cilindrische binnendraad ½ bi. dr. volgens DIN EN 10226-1. Afmeting Art. nr.
Z mm
Z1 mm
Z2 mm
L mm
L1 mm
Gewicht g/st.
32 x 1 bu. dr./½ bi. dr. 986246 32 x 1 bu. dr./¾ bi. dr. 986346
25 25
29 29
35 35
56 56
45 45
340 275
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
25
Pers T-stuk bu. dr./bi. dr. Van vertind messing, met gefixeerde pershuls en rode persbekaanslag. Buitendraad 1 bu. dr. voor de aansluiting van de Tyco BSP sprinkleraansluitdozen type F 1500 aan de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen binnen het sprinklerplafond volgens VdS erkenning van 17-10-2006. Cilindrische binnendraad ½ bi. dr. volgens DIN EN 10226-1. Afmeting Art. nr. 32 x 1 bu. dr./ ½ bi. dr. x 32 32 x 1 bu. dr./ ¾ bi. dr. x 32
Z mm
Z1 mm
Z2 mm
L mm
L1 mm
Gewicht g/st.
986236
26
29
35
56
45
370
986336
26
29
35
56
45
354
Persaansluiting bu. dr./bi. dr. Van vertind messing, met gefixeerde pershuls en rode persbekaanslag. Buitendraad 1 bu. dr. voor de aansluiting van de Tyco BSP sprinkleraansluitdozen type F 1500 of gelijksoortig type aan de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen binnen het sprinklerplafond volgens VdS erkenning van 17-10-2006. Cilindrische binnendraad ½ bi. dr. volgens DIN EN 10226-1. Afmeting Art. nr.
L mm
Z1 mm
Z2 mm
Gewicht g/st.
32 x 1 bu. dr./½ bi. dr. 986226 32 x 1 bu. dr./¾ bi. dr. 986326
65 59
17 17
12 12
200 164
Z1 Z2
L
Uponor gereedschappen Snijgereedschappen Buissnijder 25 - 63 Buissnijder voor Uponor leidingen diameter 32 mm. Type
VE Art. nr.
25 – 63 mm Reserve snijwiel
1 st. 1 st.
760005 760011
Ontbraamgereedschappen Ontbramer 32 Speciaal montagegereedschap voor het ontbramen van Uponor leidingen diameter 32 mm. Levering met handknevel, als opzetstuk voor de accu-schroevendraaier te gebruiken.
26
Type
VE Art. nr.
32
1 st.
996400
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
Buiggereedschappen Binnenbuigveer Speciaal buiggereedschap voor Uponor leidingen diameter 32 mm. Type
VE Art. nr.
32
1 st.
760032
Buigtang Speciaal buiggereedschap voor het gelijkmatig buigen van Uponor leidingen buitendiameter 16, 20, 25 en 32 mm. Compleet in gereedschapkoffer met buigsegmenten. Type
VE Art. nr.
16, 20, 25, 32
1 st.
760532
Persgereedschappen Accu-persmachine UP 75 Geleverd in een koffer met een accu en een lader. Toepassingsgebied voor Uponor leidingen, afmetingen 14 – 75 mm. Gewicht van de persmachine: 3,3 kg Motorspanning: 12 V DC Laadspanning: 12 V Laadtoestandindicatie: optische indicatie Acculaadtijd: circa 1 uur of 1/4 uur met snellader Perskracht: circa 32 kN Perstijd: circa 7 seconden Vermogen: circa 80 persingen per accu Type
VE Art. nr.
UP 75 Accu Accu-oplader
1 st. 1 st. 1 st.
990005 990010 990020
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
27
Uponor elektrische persmachine UP 75 EL Geleverd in een kunststof koffer, zonder persbekken. Toepassingsgebied voor Uponor leidingen, afmetingen 14 – 75 mm. Gewicht van de persmachine: 3,3 kg Nominale spanning: 230 V DC / 50 Hz Nominale vermogen: 200 Watt Perskracht: circa 32 kN Perstijd: circa 7 seconden Type
VE Art. nr.
UP 75 EL
1 st.
1007082
Uponor persbek MLC KSPO Persbekken voor Uponor persfittingen voor de diameter 32 mm. Type
VE Art. nr.
32
1 st.
1007088
Uponor accu-persmachine Mini 32 Geleverd in een kunststof koffer inclusief accu, een lader en persbekken voor de diameters 16/20/25/32. Gewicht van de persmachine: 2,5 kg incl. persbekken Nominale spanning: 9,6 V DC, laadspanning 9,6 V Laadstandindicatie: optische indicatie Accu laadtijd: circa 40 minuten Perskracht: circa 15 kN (lineair) Perstijd: circa 4 seconden Vermogen: circa 40 persingen bij afmeting 20 per accu Type
VE Art. nr.
Mini 32 Reserve accu Mini Reserve lader Mini
1 st. 1 st. 1 st.
1007096 990066 990067
Uponor persbekken MLC Mini KSPO Persbekken voor Uponor MLC persfittingen Mini 32.
28
Type
VE Art. nr.
32
1 st.
1007095
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
Montagehandleiding De Uponor Sprinkler MLC-S montagehandleiding dient in acht genomen te worden. Vóór de montage moet de installateur deze handleiding lezen, begrijpen en opvolgen. De Uponor Sprinkler MLC-S systeemcomponenten zijn op elkaar afgestemd en getest. Op vreemde componenten van andere fabrikanten verlenen wij geen garantie. Technische wijzigingen voorbehouden! Voor de installatie van de sprinklerinstallatie mogen uitsluitend goedgekeurde constructieonderdelen worden gebruikt. De geschiktheidsverklaring van de betreffende componenten moet worden gedocumenteerd door het testrapport/verklaring van een toegelaten keuringsinstituut (bijvoorbeeld: VdS erkenning). De toelating van de Uponor Sprinkler MLC-S systeemcomponenten voor sprinklerplafonds wordt aangetoond in de VdS erkenning van 17-10-2006. De aanwijzingen, verwijzingen en installatie en/of verwerkingsvoorschriften van de technische informatie “Uponor leidingsysteem Sprinkler: MLC-S leidingsys teem voor sprinklerplafonds” voor het gebruik, ontwerp,
1. Afkorten
verwerking en installatie van het Uponor Sprinkler MLCS systeem moeten in acht worden genomen en dienen te worden nagekomen. Voor het ontwerp en de installatie van sprinklerinstallaties moet de VdS CEA 4001:2003-01 “Richtlijnen voor sprinklerinstallaties - ontwerp en inbouw” in acht worden genomen. Gestelde eisen aan gereedschappen Alle voor de installatie van het sprinklerplafond gebruikte gereedschappen moeten vrij zijn van visuele beschadigingen en verontreinigingen. Controleer in uw eigen belang de gereedschappen vóór aanvang van de installatiewerkzaamheden. Beschadigde (versleten) gereedschappen moeten worden vervangen. Alleen de vermelde originele Uponor gereedschappen mogen voor het snijden, ontbramen en buigen van de leidingen worden gebruikt. Deze zijn speciaal afgestemd op en getest voor het Uponor Sprinkler MLC-S systeem.
2. Centreren en ontbramen
1
2a
2b
Met de afzonderlijke ontbramer 32 mm (art. nr. 99 64 00) en opgezette handknevel een omlopende afschuining aan de binnenleiding (zie afbeelding: 3a/3b) van tenminste 2 mm diepte maken.
Om het werk te vergemakkelijken kan naar keuze met de afzonderlijke ontbramer 32 mm zonder opgezette handknevel als gereedschap in de accu-schroevendraaier worden gebruikt (zie afbeelding: 3a/3b).
1 3 2
Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen 32 x 3 mm met behulp van buissnijder (art. nr. 76 00 05) haaks afkorten.
Let op: het maximale toerental van het apparaat mag hierbij niet hoger zijn dan 500 min-1 om beschadiging aan de binnenleiding door oververhitting te voorkomen.
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
29
3. Optische controle 3a
3b
Visuele controle van het bewerkte Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidinguiteinde op de aanwezigheid van een gelijkmatig omlopende afschuining (zie afbeelding: 3b).
Na het ontbramingsproces moet een omlopende afschuining met een diepte van tenminste 2 mm aanwezig zijn. Alleen in dit geval is een duurzaam dichte verbinding na de montage gewaarborgd. Na de ontbramingsproces dienen alle spanen verwijderd te zijn.
4. Montage persfittingen 4a
4b
Persbekken openen en de persbekken tegen de rode kunststof aanslagring van de fitting plaatsen. De persbek zodanig op de pershuls plaatsen dat de persbek in de profilering valt van de pershuls. Persbekken sluiten en het persproces activeren. (Omschrijving van het persproces zie bedieningshandleiding van de fabrikant van de persmachine.)
Leiding tot aan de aanslag in het vormstuk inschuiven. De juiste insteekdiepte kan worden gecontroleerd aan de hand van het zichtbare leidinggedeelte in het kijkvenster.
30
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
5. Montage reparatiekoppeling 5a
5b
2
5c
1
Na het rechtbuigen van de leiding einden de opvulzijde (diepe insteekzijde) van de reparatiekoppeling op het leidingeinde tot aan de aanslag inschuiven.
Leidingeinde afbuigen (1) en reparatiekoppeling terug schuiven (2), tot de leiding aan de tweede persverbinding in het kijkvenster zichtbaar is.
Allereerst de perszijde met de korte insteekdiepte persen (1). Pas dan de perszijde aan de opvulzijde (2). Daarbij persbekken openen en persdeel tegen de aanslag plaatsen (zie 5d, punt 3). Persbekken sluiten en pers voortgang in werking stellen. (Beschrijving pers voortgang zie bedieningshandleiding van de persgereedschap producent.)
Let op!
5d 1
2
3
3
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
Glij- en/of smeermiddelen mogen niet worden toegepast voor het samenvoegen van leiding en fitting. Het uitlijnen dan wel het justeren van de Uponor Sprinkler MLC-S installatie na de druktest is verboden. Wanneer ondichte persverbindingen worden geconstateerd, mogen deze niet worden nageperst. Defecte, ondichte verbindingen moeten worden vervangen.
31
Druktestrapport Druktestrapport voor de Uponor Unipipe Sprinkler MLC-S leidingen binnen de sprinklerplafondconstructie Voor de bouw van sprinklerinstallaties toegelaten installatiebedrijf
Projectgegevens Bouwplan/project:
Firmanaam: Adres: Certificerings/ identificatienummer:
Bouwfase/etage:
Inspecteur:
Inspecteur:
Adres/postbus:
Rapport nummer:
Postcode/plaats: Druktest tijdens de betonneerwerkzaamheden Telefoon/fax:
Voortest - druktest na de installatie Datum/tijd: aanvang Gegeven testdruk: = toelaatbare max. bedrijfsdruk 10 bar + 5 bar = 15 bar (gerelateerd aan het diepste punt van de installatie en/of alarmventielstation) Testdruk: aanvang: bar Testduur: daarna de testdruk tweemaal opnieuw herstellen binnen 30 minuten met tussenpozen van telkens 10 minuten - daarna nog eens 30 minuten wachten en testdruk aflezen. Datum/tijd: einde Testdruk: bar Drukval: bar Gegeven: maximale drukval 0,6 bar! Onmiddellijk na de voortest begint de hoofdtest.
Datum/tijd: aanvang Gegeven testdruk: = toelaatbare max. testdruk = 6 bar (gerelateerd aan het diepste punt van de installatie en/of alarmventielstation) Testdruk: bar (vóór de betonneerwerkzaamheden) Testduur: tot aan het einde van de betonneerwerkzaamheden. Datum/tijd: einde Testdruk: bar (na de betonneerwerkzaamheden) Drukval: bar Gegeven: maximale drukval 0,2 bar! Voorwaarde: aan de bovengenoemde installatie kunnen ook na de betonneerwerkzaamheden geen lekkages (drukval > 0,2 bar) worden vastgesteld.
Plaats, datum Handtekening/ stempel inspecteur Hoofdtest - druktest na de installatie Datum/tijd: aanvang Testduur: 2 uur Datum/tijd: einde Testdruk: bar Drukval: bar Gegeven: maximale drukval 0,2 bar! Voorwaarde: aan de bovengenoemde installatie kunnen ook na de betonneerwerkzaamheden geen lekkages (drukvak > 0,2 bar) worden vastgesteld.
32
Plaats, datum Handtekening/ stempel opdrachtgever
De druktestrapporten moeten tenminste gedurende de garantieperiode worden gearchiveerd. In geval van schade dienen de testrapporten aan de installateur en/ of installatiebedrijf als bewijs dat de voorgeschreven druktests reglementair zijn uitgevoerd.
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
VdS certificaat
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
33
34
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
Staat van wijzigingen Staat van wijzigingen in de Technische Informatie “Uponor meerlagenleidingsysteem Sprinkler: MLC-S leidingsysteem voor sprinklerplafonds“ Van revisie 1 (op 15-12-2004 door VdS ondertekend) naar revisie 2 (07/2005) Algemene wijziging van de naam van “UNIPIPE leidingsysteem voor sprinklerplafonds” naar “Uponor Unipipe sprinkler leidingsysteem voor sprinklerplafonds” Wijziging van het begrip PEKSO plaat onder begripsdefinitie sprinklerplafond van “voorgeconfectioneerde PEKSO plaat van ingebetonneerde sprinklerdozen… naar “…voorgeconfectioneerd filigraanplafond, dat uit ten minste een 50 mm dikke betonplaat met ingebetonneerde wapening bestaat, ingebetonneerde sprinklerdozen…” Opname van een verdere variant van de rechte aansluiting van het Uponor Unipipe leidingsysteem aan een vlakkere BSP sprinkleraansluitdoos in hoofdstuk “VdS gekeurde sprinklerplafondconstructie” en de toevoeging: “Wanneer sprinklerdozen die qua type gelijk zijn aan Tyco BSP met lagere hoogten worden gebruikt, dan moet de aansluiting met de speciale persaansluiting 32 x 1 bu. dr. / ½ bi. dr. worden gemaakt.
Van revisie 2 (07/2005) naar revisie 3 (11/2006) Algemene wijziging van de systeembeschrijving “UPONOR UNIPIPE sprinkler leidingsysteem voor sprinklers” in “Uponor meerlagenleidingsysteem sprinkler: MLC-S leidingsysteem voor sprinklerplafonds“ Invoegen van de risicoklasse in hoofdstuk ”Vergunningen en certificeringen” (bladzijde 8) Beschrijving van de doorvoer door betonelementstootvoegen (bladzijde 11) Actualisering van de compatibiliteitslijst voor persmachines (bladzijde 19) Invoegen van de reparatiekoppeling (art. nr. 946163) (bladzijde 25) Invoegen van de nieuwe artikelen in hoofdstuk “Sprinklerdoosaansluitingen” · Persbocht 90° bu. dr./bi. dr. 32 x 1 bu. dr./¾ bi. dr. (art. nr. 986346) · Pers T-stuk bu. dr. /bi. dr. 32 x 1 bu. dr./¾ bi. dr. x 32 (art. nr. 986336) · Persaansluiting bu. dr. /bi. dr. 32 x 1 bu. dr. / ¾ bi. dr. x 32 (art. nr. 986326) Invoegen van de montagehandleiding reparatiekoppeling (bladzijde 31) Invoegen van een staat van wijzigingen Wijziging van de VdS bevestiging naar: VdS certificaat over de goedkeuring van bouwdelen en systemen van 17-17-10-2006 Invoegen van de C-waarde (bladzijde 22)
T I M EE R L A G EN L EIDIN G S Y S T EE M S P R IN K L E R 1 1 / 2 0 0 6
35
Uponor – partner, pionier en marktleider De mogelijkheden van Uponor zijn omvangrijk. Deze reiken van vloerverwarming via drinkwaterinstallaties, radiatoraansluitingen tot aan concepten voor de civiele techniek en de milieu- en gemeentelijke techniek. Sinds de oprichting in Finland in 1965 heeft Uponor met nieuwe ontwikkelingen maatstaven aangelegd en deze voortdurend verder ontwikkeld. Ook u kunt in de toekomst op ons prestatievermogen in de drie bedrijfssectoren verwarmen/koelen, installatiesystemen en infrastructuur rekenen. Een nieuwe structurering, die tegelijk een unieke meerwaarde inhoudt – in het voordeel van onze klanten. Uponor. Simply more.
Sales Benelux Nathan Import/Export B. V. Postbus 1008 6920 Ba Duiven Nederland T +31 (0) 26 445 98-45 F +31 (0) 26 445 93-73 W www.nathan.nl E
[email protected] Nathan Import/Export N. V.-S. A. Lozenberg 4 1932 Zaventem Beligië T +32 (0) 2721 15-70 F +32 (0) 2725 35-53 W www.nathan.be E
[email protected]
1008198 - 02/07 – Wijzigingen, druk- en zetfouten voorbehouden.
Headoffice: Europe / Middle East / Africa (EMEA) The Netherlands Enschede T +31 (0)53 4284444 F +31 (0)53 4283377 W www.tycobuilding.com
Uponor Central Europe Uponor GmbH Postfach 1641 97433 Hassfurt Germany T +49 (0) 9521 690-0 F +49 (0) 9521 690-105 W www.uponor.de E
[email protected]