Update Let’s Relief Typhoon slachtoffers Antique Gisteren 18 september zijn wij Erna (Projectdirecteur) en Mary Ann (Program Manager) naar de noordelijke stadjes gegaan om de situatie van de typhoon slachtoffers en de hulp die we gaan bieden, te inventariseren. We vertrekken om 8 uur met ons busje richting Laua An en Barbazza om te kijken hoe en aan wie we welke hulp moeten gaan bieden. Halverwege de rit stopt ons busje ermee, problemen met de cardanas. Wij (Erna en Ann) gaan verder met de jeepney en de chauffeur blijft achter om de auto te fixen. In Laua Ann treffen we niemand aan op het gemeentehuis en de DSWD (departement Sociale zaken en ontwikkeling). We gaan verder richting Barbazza. 1 kilometer voor het stadje zien we op een berg allemaal mensen en tentjes, wat blijkt nou, daar is het enige punt waar telefoonbereik is. Communicatie met de mensen daar is dus lastig.
Mary Ann en ik aan t wachten bij onze kapotte auto
Bij aankomst in het gemeentehuis ss het daar een drukte van belang, ze zijn bezig met het uitdelen van eten en drinken en het maken van noodhulp pakketten. We spreken met 2 dames van de DSWD en overleggen ons plan voor hulp en vragen of dit is waar de mensen behoefte aan hebben. Ze vertellen dat ze nu in fase 2 van het herstel zijn, de opbouwfase. Dus de eerste basisbehoeften voeding etc. zijn daar niet meer nodig is, maar bouwmaterialen voor het herbouwen van de woningen. Dus ons plan van bouwmaterialen en middelen, hygiene kit en bedlakens blijkt een hele goede keus. Nog geen enkele steun hiervan van andere NGO’s (NonGovermentele Organistaie) of overheid is hieraan gegeven. Let’s Care is de eerste. De mensen hebben wel verschillende voedingspakketen ontvangen, maar nog geen structurele steun. Mensen met een totaal geruïneerd huis zullen (als dat doorgaat) van de gemeente 2500 peso(€45,-) ontvangen. Dat is niet echt voldoende zeg maar. We nemen de lijst van slachtoffers door. Er zijn in totaal 2430 Eerst nog even tanken families met een huis totaal verwoest en 1948 met hun huis deels verwoest. Deze kunnen we natuurlijk niet allemaal helpen. We kiezen 1 barangy (wijkeenheid) aan de kust en 1 in het berggebied. We kunnen dan meteen zien of er verschil is hierin. We kiezen de Wijk Esperar. Hier staan 35 totaal verwoeste huizen op de lijst. We huren een tricycle en samen met iemand van deze wijk gaan we op pad. Op weg naar de barangy Esperar zien we aan de rechtkant van de weg een paar kinderen tussen de omgevallen puinhopen van een huis. We stoppen en interviewen de het ingestortte huis fam. Salazar
familie. Het echt paar Salazar heeft 8 kinderen. De man is land arbeider en verbouwt voor iemand rijst. Hij krijgt rijst en verdient zo’n 5000 peso per jaar! Dit is €96,-Ter vergelijking de hulp die wij per familie bieden is ook 5000 peso. Dit zijn De hulp die wij gaan bieden bestaat uit 10 golfplaten of hardboard platen, ijzerdraad en spijkers, 2 lakens, en een hygiene kit van (tandpasta, tandenborstels, shampoo, zeep, waszeep voor kleding). Het huis tijdelijk onderkomen fam. Salazar
van de familie is helemaal ingestort en ze hebben een tijdelijk huisje gefabriceerd van de overgebleven resten. Zonder hulp voor bouwmaterialen kan de familie Salazar dus nooooit een nieuw huis opbouwen, want zij kunnen dit nooit opbrengen. Zij staan op de lijst van begunstigden. Daarna rijden we verder naar het dorp en treffen daar ook nog andere families aan. De familie met moeder Dominca. Moeder van 8 kinderen, met man, die landarbeider is (wat betekent geen regulier inkomen). Een babytje duikt weg onder het totaal ingestorte huis. Later op de terugweg hoor ik dat Dominca (die er uitgeteerd uitzag) borstkanker heeft. Hier wordt ik stil van en opstandig. Want hoe kan die man zonder vrouw en inkomen straks voor die 8 kleine kinderen zorgen?! Dat kan helemaal niet. We besluiten savonds dat we gaan kijken of we Dominca kunnen helpen met haar kanker. Zij kunnen zelf nooit het ziekenhuis betalen, dus zonder behandeling gaat zij gewoon dood en laat haar man met die 8 kinderen achter. Hier op de Filippijnen zijn de man-vrouw rollen nog conservatief verdeeld en kinderen hier kunnen niet zonder moeder, dat weet ik in elk geval zeker. Dominca kan rekenen op Let’s Care. We gaan verder en bespreken onze strategie. Want we kunnen nooit zelf alle 20 begunstigden hier in deze wijk en de 20 in de andere wijk selecteren op deze dag. Dat kost teveel tijd. We overleggen met de wijk assistent en de Barangy Captain welke criteria we hebben en maken de lijst definitief. We besluiten dat we ons zullen focussen ons op de alleenstaande moeders, ouden van dagen en de armsten van de armsten. Zij hebben het het hardst nodig. We zijn er ook achter gekomen dat niet iedereen de 10 golfplaten nodig heeft. Sommige hebben nog platen die intact zijn en zijn beter geholpen met hardboard voor de muren. Samen maken we de lijst af en instrueren de mensen wat ze moeten vragen mbt de gewenste materialen. Mary Ann en ik zijn het er unaniem over eens dat onze strategie, om eerst in het gebied te kijken en te inventariseren de juiste blijkt. We weten nu pas wat echt nodig is en kunnen nu ook de juiste begunstigden selecteren. (Als je er niet zelf bij bent, kunnen anderen op de lijst komen dan die het nodig hebben). Zoals je hier al hoort, wordt er ook misbruik gemaakt van de misère van de mensen en komt niet alle hulp die geboden wordt aan, prijzen gaan omhoog, overheden houden het geld zelf, of gedoneerde goederen worden verwisseld voor minder of B-kwaliteit spullen en de rest verkocht en het geld in de zak gehouden. Of het wordt aan vrienden of familie gegeven) We gaan met de tricycle weer terug naar het gemeente huis om dan naar de wijk aan de kust te gaan. Gelukkig is de weg al vrijgemaakt van bomen, want dit zorgt ervoor dat we de gebieden kunnen bereiken. Terugrijdend zien we ook nog ingestorte huizen en we vragen ons af of dat woningen zijn of hutjes voor arbeiders van het rijstveld. We stoppen en het blijkt een his van een koppel waarbij enorme boom op hun huis is
ingestort huis familie huisCorrea en geïmproviseerde hut fam. Correra
gevallen. Daar is niet veel meer van over. Het stel van rond de 50 jaar oud zit alleen onder een geïmproviseerde hut. We interviewen hen. De man is een landarbeider en hij verdient 8000 peso per jaar. (130 euro). We vragen of ze de boom weg kunnen krijgen. Ze geven aan dat ze dit al aangekaart hebben bij de gemeente. Bij navraag blijkt dat de vraag naar de kettingzagen vd gemeente zo groot is, dat dat nog even gaat duren. Maar het gaat gebeuren. We overleggen wie het huis kan gaan bouwen. Haar man. De kinderen wonen ver weg op een ander eiland. We zien dat mensen materialen hebben voor het maken van de 4 huishoeken. De behoefte ligt op het dak en de wanden. Deze mensen hebben echt geen geld over om dit zelf te bekostigen. Ik zou niet met ze willen ruilen. Het is moordend heet in de zon en als het regent, zit je met zijn 2en onder een afdak van 2 bij 2 meter. Familie Correra staat ook op de lijst. We rijden verder en ik schreeuw Stop! Want ik zie nog een bouwval. We gaan erheen en daar zien we 2 oude mensen onder een van golfplaten geïmproviseerd dak zitten. Dit vind ik echt schrijnend. De vrouw kan niet praten en ik zie dat ze haar hand raar houd als of het verlamd is. Ik vraag of ze een stroke heeft gehad. Het antwoord is ja. We vragen wie hun helpt? De zoon is bij hun en komt elke dag om voor het eten te zorgen. Dit is echter geen plek voor deze oudjes. Ze hebben helemaal niets meer. Op hun huis is ook een boom gevallen. Ik vraag de zoon wat voor medicijnen de moeder heeft. Dat weten ze niet want het doktersrecept is nat geworden door de tyfoon. Ik vraag de zoon hoe hij in zijn eentje dat huis weer goed gaat krijgen. Met behulp van zijn vrienden zegt hij. We geimproviseerd kampement oudjes overleggen wat we nog meer kunnen doen voor deze oudjes. Hoe kan in hemelsnaam dat oude mannetje voor die vrouw zorgen in deze situatie? Ik vind dit mensonterend moet ik zeggen. We hebben honger en rijden terug naar het gemeente huis waar we verslag doen van onze inventarisatie en overleggen hoe we de lijsten maandag doorgebeld moeten krijgen. We spreken af dat de medewerker om 12 uur naar het communicatiepunt gaat om ons te bellen en de aantallen materialen doorgeeft.
Omgevallen huis van de 2 oudjes
We eten wat aangebrande rijst met linzen en zien dan onze chauffeur met de bus aankomen rijden. Gelukkig heeft hij ons gevonden. We rijden nu naar de Wijk aan de kust, barangy Lisub. We hebben de barangy captain (wijk official) mee en leggen uit wat de bedoeling is. En hop daar gaan we weer op pad. Hier lijkt het wel nog erger dan in het berggebied verder van de kust af. Alle bananenbomen liggen plat en alle bomen bijna ook. Het is een ravage daar van bomen, hangende draden, spullen van mensen her en der en geïmproviseerde kampementen. Een oud mannetje zonder rooie cent laat ons zijn afdak zien van 1,5 bij 1,5 meter. Een soort van dierenhok lijkt het. Zijn hutje (achter de barangy captain in het gele shirt) is omgevallen en duidelijk totaal niets meer van over. Je moet je bedenken dat de mensen die aan de kust wonen hier al arm zijn, daarom wonen ze daar. Het zijn squatter areas (gekraakt, geen eigendom). Ik vraag de man waar zijn slippers zijn. Hij haalt ze op uit zijn hut en ze zijn aan elkaar geplakt en 2 verschillende. We lachen er allemaal om en maken er een leuke foto van. Je moet de humor er maar een beetje inhouden want anders is het ook niet grappig meer. We beloven de man lachend dat we hem ook een paar nieuwe slippers mee zullen nemen. Ik zeg “shampoo voor uw haar heeft u niet nodig, want u bent kalbo” (kaal). Iedereen lacht, de man ook. Maar zegt ook zonder haar was ik mijn hoofd met sjampoo. Die doen we er dan ook maar bij. Dan de vrouw met 3 kinderen, wiens man in de sugar cane (rietsuiker) werkt op een ander eiland. Rietsuiker arbeiders zijn de armsten van de armsten (het lijkt op een soort van slavenarbeid. Ze moeten lange dagen maken en krijgen heel weinig betaald en worden uitgebuit.) De vrouw heeft een hut van 2 bij 2 en heeft duidelijk hulp nodig. Zij komt ook op de lijst van Let’s Care. Ons besluit om ons te focussen op alleen staande moeders/ouder en oudjes blijkt een goede keus, Moeder van 3 kinderen in haar omgewaaide hut want er worden al een paar bewoners boos op de barangy captain waarom zij geen hulp krijgen. Hij kan hun dan onze criteria vertellen en hebben het hiermee te doen. Er zijn zoveel mensen die onze hulp nodig hebben, maar we moeten keuzes maken. We hebben zoveel verhalen, dit zijn er maar een paar. Dan nog het echtpaar met de vrouw die blind is. Het was al een bij elkaar geschraapte hut, maar nu is er helemaal niks meer van over. De man die klust af en toe wat bij, maar heeft geen vast inkomen. Wellicht is hun inkomen in 2 jaar net zoveel als de hulp echtpaar met blinde vrouw en arme man
die ze nu gaan krijgen. Goed voor hen gelukkig. Ik zou niet willen ruilen. Zo gaan we nog een uur door. Het lijkt allemaal leuk op de foto’s, maar het is monsterlijk warm hier en de ravage is groter dan ik het op de foto duidelijk kan krijgen. Ik vraag mijn staf of ik oud en zeurderiger wordt, of dat de Filippijnen echt warmer lijkt te worden ivm vorig jaar. Zij vinden het klimaat ook warmer worden. Na 11 mensen te hebben geïnterviewd beginnen we nu ook echt moe te worden. Het loopt tegen vieren en we moeten nog terug rapporteren in de gemeente en terug naar huis. We ontmoeten de burgemeester van Barbazza en hij is blij met Let’s Care en vraagt of we nog meer van zijn burgers kunnen helpen. We hebben er nu 42 op de lijst staan en besluiten dat als er meer geld binnenkomt dat we de mensen in Tibiao (meer naar het noorden gelegen)ook moeten helpen. Daar is nog geen goed drinkwater, wel diarree en de mensen daar zijn ook enorm getroffen. We moeten de hulp verdelen. De DSWD wil ons nog verleiden om nog naar een andere wijk te gaan, maar ik wil overleggen met de bouwmaterialen handel hoe we de materialen gaan bestellen en tegen welke prijs en dan moeten we naar huis. Gelukkig hanteren hun de normale prijzen en maken ze geen misbruik van de gestegen vraag (zoals in andere gebieden). Ik vraag ook tyfoon korting en dat moet ook gaan lukken zeggen ze. Moe maar voldaan rijden we terug naar huis. Onderweg zien we nog enorme ravages langs de kant van de weg . De mensen die hier wonen zijn ook de armsten, die bemachtigen een woonplekje net langs de wegstrook. We gaan niet stoppen, de volgende keer maar weer. 40 kilometer voor San onderweg terug naar huis Jose maakt de krukas van de auto weer een vreemd geluid. We rijden langzaam verder en gelukkig halen we net de “garage” waar we op de heenweg ook gestrand waren. We laten de auto achter en na lang wachten nemen we een tricylce die ons naar het dorpje verderop brengt. Jeepneys rijden niet meer. Ondertussen wordt het donker en begrijp ik nu waarom het hebben van een werkende auto toch handig is. Ik wil niet stranden hier in dat dorp vannacht. Dan zien we een groepje mensen staan en in de verte een bus aankomen! Jippie lang leve de Ceres Liner, de laatste bus naar San Jose. Thuis aangekomen springen we eerst onder de douche. Ik ben te moe om te eten, maar zeer tevreden met onze resultaten. We maken echt een verschil hier!! Daar doen we het voor. Volgende week zullen we de levering inplannen en de rit naar het volgende stadje Tibiao, mits we voldoende fondsen hebben. Iedereen ontzettend bedankt voor de donaties. Ik kan jullie echt verzekeren dat het heeeeeeeeel goed terecht komt.
Let’s Care: Alleen zijn we een druppel, maar samen zijn we een zee!!!