PROVINCIE ANTWERPEN GEMEENTE ARENDONK UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD ZITTING VAN : 08.11.2010 Aanwezig :
MM. Buijs E., burgemeester-voorzitter Hendrickx W. Bouwen L. Lenders F., Vosters B. en Hermans A., schepenen.
Vaes A., Verstraelen F., Sneyers K., Van Bergen J., Seels J., Noben P., Van Beers S., Wijnen J., Hendrickx K., Maes B., Slegers J., Verstraete L., Hermans A., Geukens K., Vanhoudt D. en Mertens P. en Laurijssen L., raadsleden. Lissens M., voorzitter OCMW. Wouters K., gemeentesecretaris.
Verslag gemeenteraad 11.10.2010. Aangezien er geen opmerkingen worden geformuleerd op de redactie wordt het verslag van de vergadering van de gemeenteraad van 11.10.2010 als goedgekeurd beschouwd. 1. Principebesluit nieuwe straatnaam groepswoningbouwproject Wolvenstraat Overwegende dat het aangewezen is voor de nieuwe verkaveling in de Wolvenstraat een straatnaam te geven; Gelet op de vraag van het schepencollege overgemaakt aan de heemkundige kring op 09.08.2010, met verzoek tot het formuleren van enkele voorstellen; Gelet op het voorstel van de heemkundige kring dd. 15.09.2010 als volgt: Wolfsakker Hulstbos Stuifbeemd Gelet op de bespreking in het schepencollege dd. 23.09.2010, waaruit blijkt dat het 1ste voorstel, “Wolfsakker”, als het meest toepasselijke wordt voorgesteld; Gelet op het decreet van 28.01.77 tot bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen; BESLUIT: Art.1. principiële goedkeuring wordt gehecht aan de vaststelling van een nieuwe straatnaam als volgt: - voor de nieuwe verkaveling in de Wolvenstraat: “Wolfsakker”. Art.2. De nieuwe straatnaam definitief vast te stellen na advies van Culturele Raad Arendonk en een openbaar onderzoek. 2. Kennisname beginselverklaring betreffende de bemiddelingsopdracht in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties Samenvatting Aan de gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van de beginselverklaring betreffende de bemiddelingsopdracht in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties. Motivering Voorgeschiedenis Met de wet van 13 mei 1999 betreffende de invoering van de gemeentelijke administratieve sancties werd in de Nieuwe Gemeentewet het artikel 119bis ingevoerd. Dit artikel gaf de gemeenten de mogelijkheid het administratief sanctierecht toe te passen.
Op 20 juni 2004 werd, door invoeging van het art. 119ter in de Nieuwe Gemeentewet, het bemiddelingsinstrument in de GAS-procedure ingebouwd.
Op 28 april 2006 besliste de federale Ministerraad om 33 bemiddelaars aan te stellen voor de begeleiding van de bemiddelingsopdracht. Deze zouden ter beschikking worden gesteld aan de arrondissementshoofdsteden. Sinds 1 oktober 2007 is Marcus Netten in dienst van Stad Turnhout als voltijds bemiddelaar. Feiten en context Bij ministerieel besluit van 9 september 2009 werd aan Stad Turnhout wederom een jaarlijkse toelage toegekend voor de aanstelling van een voltijds bemiddelaar. Art. 2 van dit besluit vermeldt dat Stad Turnhout partnerships dient aan te gaan met de gemeenten uit het gerechtelijk arrondissement Turnhout die van de diensten van deze bemiddelaar gebruik wensen te maken. Op 8 maart 2010 sprak het politiecollege van de zone Kempen Noord-Oost de intentie uit hiervan gebruik te gaan maken. De samenwerkingsovereenkomst tussen Stad Turnhout en de gemeenten die behoren tot de politiezone Kempen Noord-Oost werd goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad van Stad Turnhout (resp. op 1 april 2010 en 3 mei 2010), alsmede door de gemeenteraden van Arendonk, Ravels en Retie (resp. op 10 mei 2010, 10 mei 2010 en 30 maart 2010). Deze samenwerkingsovereenkomst (in het kader van het veiligheidsbeleid en de aanpak van de federale regering m.b.t. de jeugdcriminaliteit) nam een aanvang op 1 mei 2010 en eindigt op 31 december 2010. Juridische grond
• Art. 119bis Nieuwe Gemeentewet; • Art. 119ter Nieuwe Gemeentewet; • Ministerieel Besluit van 9 september 2009 houdende de toekenning van een toelage aan Stad Turnhout in het kader van het Grootstedenbeleid; • Samenwerkingsovereenkomst tussen Stad Turnhout en de gemeenten die deel uitmaken van de politiezone Kempen Noord-Oost (goedgekeurd door de gemeenteraden van Arendonk, Ravels en Retie op resp. 10 mei 2010, 10 mei 2010 en 30 maart 2010 en in de gemeenteraad van Turnhout op 3 mei 2010); • Hernieuwde subsidieovereenkomst tussen de federale overheid en Stad Turnhout in het kader van het veiligheidsbeleid en de aanpak van de federale regering m.b.t. de jeugdcriminaliteit (goedgekeurd door de gemeenteraad van Turnhout op 4 oktober 2010); • Uniform gemeentelijk politiereglement (goedgekeurd in de gemeenteraad van Arendonk op 21 december 2009, van Ravels op 14 december 2009 en van Retie 10 december 2010); • Collegebesluit burgemeester en schepenen van Stad Turnhout van 30 juli 2007 betreffende de aanstelling van Marcus als voltijds bemiddelaar. Argumentatie Art. 119ter Nieuwe Gemeentewet bepaalt dat de bemiddeling in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties verplicht wordt aangeboden aan minderjarigen en optioneel is voor meerderjarigen. Daarnaast stelt het artikel dat ze gericht is op herstel en vergoeding van schade.
Omwille van deze beperkte wettelijke omschrijving is het aangewezen gebruik te maken van een beginselverklaring die kan dienen als leidraad om deze vorm van bemiddeling een concretere invulling te geven. Tijdens de periodieke bijeenkomsten van de GAS-bemiddelaars wordt eveneens aandacht geschonken aan de methodiek van dit relatief nieuwe instrument. Het nut van de bemiddeling bij de aanpak van lokale overlastfenomenen is inmiddels gebleken. De meerwaarde ervan voor de betrokken partijen eveneens.
BESLUIT
De gemeenteraad neemt kennis van de beginselverklaring betreffende de bemiddelingsopdracht in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties. Opvolging
Origineel Kopie
secretariaat gemeente Arendonk bemiddelaar GAS arrondissement Turnhout
3. Goed te keuren lastvoorwaarden voor de verhuring van het jachtrecht op de gemeentegronden bij openbare aanbesteding. Overwegende dat de verhuringen van het jachtrecht op de gemeentegronden eindigen op 30.06.2011; Gelet op het advies van de houtvester dd. 25.10.2010 m.b.t. de ontwerp-lastvoorwaarden; Gelet op de bijgevoegde lastvoorwaarden bij onderhavig besluit; Gelet op de desbetreffende artikelen van de gemeentewet. BESLUIT: Art.1. De lastvoorwaarden voor de verhuring van het jachtrecht op de gemeentegronden bij openbare aanbesteding voor de periode 01.07.2011 tot 30.06.2017 worden goedgekeurd. Art.2. Dit besluit samen met de lastvoorwaarden over te maken aan de hogere overheid. 4. Akteneming budget 2011 kerkbestuur Sint Jozef. Gelet op het budget 2011 ingediend door het kerkbestuur St. Jozef; Overwegende dat geen gemeentelijke toelage gevraagd wordt; Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten; Gelet op BVR van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten; Gelet op het MB van 27 november 2006 houdende de vaststelling van de desbetreffende modellen; Gelet op de desbetreffende artikelen van het gemeentedecreet. BESLUIT: Artikel 1: Akte wordt genomen van het budget 2011 ingediend door het kerkbestuur Sint Jozef. Artikel 2: Dit besluit aan de gouverneur, het bisdom en het kerkbestuur over te maken. 5. Levering tractor - Referentie : 2010/12-Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze. Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 120 Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 3, §1; Gelet op de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen;
Overwegende dat in het kader van de opdracht “Levering tractor” een bijzonder bestek met nr. 2010/12 werd opgesteld door de technische dienst; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 40.000,00 excl. btw of € 48.400,00 incl. 21% btw; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in 2010, op artikel 421/743/98 van de buitengewone dienst; BESLUIT: Art.1 : Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. 2010/12 en de raming voor de opdracht “Levering tractor”, opgesteld door de technische dienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 40.000,00 excl. btw of € 48.400,00 incl. 21% btw. Art.2 : Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Art.3 : De uitgave voor deze opdracht is voorzien in 2010, op artikel 421/743/98 van de buitengewone dienst.
6. IOK – Algemene Vergadering 21 december 2010 – goedkeuring agenda. Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het ‘decreet intergemeentelijke samenwerking’ (DIS); Gelet op de omzendbrief van 11 januari 2002 betreffende de toepassing van het DIS en de omzendbrief van 18 juli 2003 betreffende de toepassing van artikel 11 van het DIS; Overwegende dat de agenda van de algemene vergadering van 21 december 2010 volgende agendapunten bevat: 1. Statutaire benoemingen 2. Ondernemingsplan 2011 3. Begroting 2011 4. Varia Overwegende dat artikel 44 van het DIS bepaalt dat de benoemingsprocedure met de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke vergadering; Gelet op de statutaire bepalingen inzake de organisatie van de algemene vergadering vervat in artikelen 33 e.v. van de statuten van IOK; Overwegende dat de gemeenteraad kennis neemt van het voorstel tot definitieve vervanging van de bestuurder aangeduid door de gemeente Ravels, waarbij de heer Walter Luyten de heer Leo Van Nooten vervangt; Overwegende dat de gemeenteraad kennis neemt en zich aansluit bij het ondernemingsplan 2011 dat in zitting van 19 oktober jl. werd goedgekeurd door de raad van bestuur en dat conform artikel 44 van het ‘decreet intergemeentelijke samenwerking’ aan de algemene vergadering dient voorgelegd; Overwegende dat de gemeenteraad kennis neemt en zich aansluit bij de begroting 2011 en de hierin vervatte bijdragen die in zitting van 19 oktober jl. werden goedgekeurd door de raad van bestuur en die conform artikel 44 van het ‘decreet intergemeentelijke samenwerking’ aan de algemene vergadering dient voorgelegd; BESLUIT Artikel 1 : Goedkeuring te verlenen aan de voorgestelde statutaire benoeming:
Definitieve vervanging van de heer Leo Van Nooten als bestuurder door de heer Walter Luyten als bestuurder aangeduid door de gemeente Ravels. Artikel 2 : Zich aan te sluiten bij de overwegingen en conclusies van het ondernemingsplan 2011, goedgekeurd door de raad van bestuur. Artikel 3 : Zich aan te sluiten bij de overwegingen en de conclusies van de begroting 2011 en de hierin vervatte bijdragen, goedgekeurd door de raad van bestuur. 7. IOK-afvalbeheer – Algemene Vergadering 21 december 2010 – goedkeuring agenda. Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het ‘decreet intergemeentelijke samenwerking’ (DIS); Gelet op de omzendbrief van 11 januari 2002 betreffende de toepassing van het DIS en de omzendbrief van 18 juli 2003 betreffende de toepassing van artikel 11 van het DIS; Overwegende dat de agenda van de algemene vergadering van 21 december 2010 volgende agendapunten bevat: 1. Statutaire benoemingen 2. Ondernemingsplan 2011 3. Begroting 2011 4. Varia Overwegende dat artikel 44 van het DIS bepaalt dat de benoemingsprocedure met de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke vergadering; Gelet op de statutaire bepalingen inzake de organisatie van de algemene vergadering vervat in artikelen 33 e.v. van de statuten van IOK-afvalbeheer; Overwegende dat de gemeenteraad kennis neemt van het voorstel tot definitieve vervanging van de bestuurder aangeduid door de gemeente Ravels, waarbij de heer Walter Luyten de heer Leo Van Nooten vervangt; Overwegende dat de gemeenteraad kennis neemt en zich aansluit bij het ondernemingsplan 2011 dat in zitting van 19 oktober jl. werd goedgekeurd door de raad van bestuur en dat conform artikel 44 van het ‘decreet intergemeentelijke samenwerking’ aan de algemene vergadering dient voorgelegd; Overwegende dat de gemeenteraad kennis neemt en zich aansluit bij de begroting 2011 en de hierin vervatte bijdragen die in zitting van 19 oktober jl. werden goedgekeurd door de raad van bestuur en die conform artikel 44 van het ‘decreet intergemeentelijke samenwerking’ aan de algemene vergadering dient voorgelegd; BESLUIT Artikel 1 : Goedkeuring te verlenen aan de voorgestelde statutaire benoeming: Definitieve vervanging van de heer Leo Van Nooten als bestuurder door de heer Walter Luyten als bestuurder aangeduid door de gemeente Ravels. Artikel 2 : Zich aan te sluiten bij de overwegingen en conclusies van het ondernemingsplan 2011, goedgekeurd door de raad van bestuur. Artikel 3 : Zich aan te sluiten bij de overwegingen en de conclusies van de begroting 2011 en de hierin vervatte bijdragen, goedgekeurd door de raad van bestuur. 8. Vaststelling van het mandaat van de afgevaardigde van de gemeente voor de Buitengewone Algemene Vergadering van Pidpa op 20 december 2010. Gelet op het feit dat de gemeente deelnemer is van de opdrachthoudende vereniging Pidpa; Gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; Overwegende dat artikel 44 van het decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking bepaalt dat de benoemingsprocedure met de vaststelling van het mandaat van de afgevaardigde dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;
Overwegende dat artikel 59 van het decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking bepaalt dat er een onverenigbaarheid bestaat tussen het mandaat van de afgevaardigde op de algemene vergadering en dat van lid van een van de andere organen; Gelet op artikel 22 van de statuten van Pidpa; Gelet op de Buitengewone Algemene Vergadering van Pidpa die zal plaats hebben op maandag 20 december 2010 op het administratief hoofdkantoor, Desguinlei 246 te 2018 Antwerpen; Gelet op de uitnodigingsbrief van 18 oktober 2010 waarmee Pidpa tevens de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering heeft meegedeeld; Gelet op de door de Raad van Bestuur opgestelde begroting 2011 van de opdrachthoudende vereniging Pidpa; Gelet op het verslag aan de Buitengewone Algemene Vergadering, waarin de begroting en de te ontwikkelen activiteiten en de strategie m.b.t. het boekjaar 2011 worden toegelicht; Gelet op het feit dat mogelijk een benoeming van een voorgedragen bestuurder/lid adviescomité dient te gebeuren; Gelet op de artikelen 19 tot en met 26 van het gemeentedecreet in verband met de vergaderingen en de beraadslagingen van de gemeenteraad; Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet en in het bijzonder op artikel 42 inzake de bevoegdheid van de gemeenteraad; BESLUIT: Artikel 1:Akte te nemen van de strategie en de te ontwikkelen activiteiten van Pidpa m.b.t. het boekjaar 2011. Artikel 2:Goedkeuring te verlenen aan de door de Raad van Bestuur van Pidpa voorgelegde begroting 2011 en het toelichtend verslag. Artikel 3:Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit en zal onverwijld een afschrift van deze beslissing bezorgen aan Pidpa, Desguinlei 246 te 2018 Antwerpen. 9. Eindrekening uitdiensttredende financieel beheerder. Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd. 21.12.2009 houdende benoeming van Hilde Van Nuffel tot financieel beheerder; Gelet op de beslissing van het schepencollege dd. 28.01.2010 houdende vaststelling van haar indiensttreding per 01.03.2010; Overwegende dat de dienstjaarrekening 2009 definitief werd vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 16.09.2010 met volgend resultaat : Algemeen begrotingsresultaat van het dienstjaar 2009 - gewone dienst : + 3.316.109,21 EUR - buitengewone dienst : - 2.667.159,91 EUR Boekhoudkundig resultaat van het dienstjaar 2009 - gewone dienst : + 4.029.373,14 EUR - buitengewone dienst : + 2.979.244,91 EUR Resultatenrekening van het dienstjaar 2009 met een over te dragen batig exploitatieresultaat van 6.859,00 EUR (afgerond) Balans van het dienstjaar 2009 met een balanstotaal van 92.157.974,00 EUR (afgerond); Gelet op de eindrekening opgesteld op 28.02.2010 door de aftredende financieel beheerder Alfons Keersmaekers tegenover de opvolger Hilde Van Nuffel; Overwegende dat geen tekorten werden vastgesteld in de ingediende eindrekening; Overwegende dat na goedkeuring van deze eindrekening door de gemeenteraad dient te worden overgegaan tot de vrijgave van de borg gesteld door Alfons Keersmaekers, uittredend financieel beheerder;
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit. BESLUIT : Art. 1. De eindrekening op 28.02.2010 met een over te maken overschot van 4.734.527,00 EUR opgemaakt door de aftredende financieel beheerder Alfons Keersmaekers tegenover de opvolgende financieel beheerder Hilde Van Nuffel, wordt gezien en afgesloten zonder opmerkingen. Art. 2. Na goedkeuring van onderhavig besluit door de provinciegouverneur wordt overgegaan tot de vrijgave van borg gesteld door de aftredende financieel beheerder Alfons Keersmaekers. 10. Lestijdenpakket academie. Gelet op het lestijdenpakket van de academie voor schone kunsten schooljaar 2010-2011. Overwegende dat de lesuren van de leerkrachten voor het schooljaar 2011-2011 dienen vastgesteld; Gelet op de aanstellingsbesluiten van de tijdelijke leerkrachten van heden; BESLUIT: Art.1 : De lesuren van het personeel van de gemeentelijke academie voor schone kunsten worden vastgesteld per 01.09.2010 als volgt : Opstellers :
-Janssens Maria
-30/38u (21u vast + 8u niet-vacant vervanging G. Sacré + 1u vacant) -01/38u ICT coördinator
-Sacré Gillaine
-0/38u (38u vast → Volledige loopbaanonderbreking)
-Sterckx Josee
-19/38u (vast)
-Van Gool Mariëlla
-29/38u (19u niet-vacant vervanging G.Sacré + 5u vast + 5u vacant) -01/38u ICT coördinator
-Van Steensel Peggy
-14/38 (11u niet-vacant vervanging G.Sacré + 3u niet-vacant vervanging J.Sterckx
Directie : Hermans Marc
-20/20u (20u vast)
Specialisatie Graad
Leerkrachten :
Hogere Graad
-Baplu Serena
-12/20u BH (16u vast- H.G.+S.G. samen voor BH → onderbroken 4u TAO ingenomen door A. Ligtvoer 4u) -0/20u TK (4u vast→onderbroken: 2u TAO ingenomen door V. Stevens 2u AVP ingenomen door V.Stevens)
-Bauwens Nicole
-20/20u SK (16u vast + 4u niet-vacant vervanging R. Van Landeghem TAO
-Böckhoff Caroline
-16/20u KE (20u vast - H.G.+S.G. samen onderbroken door 4u AVP ingenomen door P. Hellebaut 4u)
-Claerbout Marc
-08/20u TK (8u niet-vacant TADD vervanging van van Ilse De Bie AVP) -08/20u SK (8u niet-vacant TADD vervanging 4u van M.Van Marsenille VVP +4u van M.Vanluffelen)
-Cotteleer Anton
-08/20u BH (4u vast + 4u vacant TADD)
-De Bie Ilse
-12/20u TK (20u vast→ onderbroken door 8u AVP ingenomen door M.Claerbout 8u)
-De Bruyn Goedele
-16/20u SK (20u vast→ onderbroken door 4u AVP ingenomen door K.Seels)
-Debruyne Geert
-06/20u KG (6u vacant TAO vanuit MOL Rozenberg)
-Dierckx Paul
-04/20u SK (4u vast)
-20/20u TK (20u vast)
-Geenen Ghislain -Gestels Christel
-16/20u SK (16u vast)
-20/20u MK (20u vast – H.G. + S.G. samen) -16/20u SK (20u vast → onderbroken door 4u AVP ingenomen door L. Van Roy)
-Gysen Jef
-Hellebaut Pascale
-20/20u KE (16u vast – H.G. + S.G. samen + 4u niet-vacant TADD vervanging van C. Böckhoff AVP)
-Heye Ingrid
-20/20u TK (20u vast)
-Hoekx Luc
-20/20u MK (20u vast)
-Kegels Anne
-08/20u KG (8u vast)
-Keunen Hilde
-0/20u SK (20u vast →onderbroken door volledige looppbaanonderbreking ingenomen door : B. Michels 12u C.Pannemans 8u)
-Lagast Katie
-12/20u KE (16u vast→ onderbroken doorAVP 4u ingenomen door L. Van
-05/20u BKG (5u vast)
Broekhoven) -Ligtvoet Arthur
-16/20u BH ( 4u vast + 8u vacant + 4u niet-vacant TADD vervanging van S.Baplu TAO)
-Maes Eduard
-12/20u ARCH (12u vast)
-Martens Joris
-4/20u VG (16u vast onderbroken door 6u TAO en 6u AVP ingenomen door T.Willemyns) -4/20u VG (vacant TADD)
-Meulemans Christel
-2/20u SK (14u vast→onderbroken door 12u VVP ingenomen door L.Van Roy ) -6/20u SK (niet-vacant TADD vervanging van M.Verhoeven AVP)
-Michels Bie
-16/20u SK (4u vast (gemuteerd) +12u niet-vacant vervanging van H Keunen volledige loopbaanonderbreking (12u zijn een TAO vanuit Wilrijk)
-Nori Rachida
-20/20u TK (16u vast + 4u vacant TADD )
-Nouwen Els
-20/20u SK (20u vast)
-Oorts Tine
-4/20u BH (4u niet-vacant vervanging A. Volders TBS wegens persoonlijke aangelegenheden)
-Pannemans Carlo
-20/20u SK (12u vast +8u niet-vacant TADD vervanging van H. Keunen volledige loopbaanonderbreking)
-Plumier Laurence
- 4/20u (4u vacant in dienst vanaf 28/09/2010)
-Seels Kim
-20/20u TK (12u vast + 4u vacant TADD + 4u niet- vacant vervanging G.De Bruyn AVP
-Stevens Veerle
-20/20u TK (10u vast + 6u vacant TADD + 4u niet-vacant vervanging S. Baplu AVP+TAO)
-Vallaeys Bart
-03/20u Kg. (2u vacant)
-Van Ballaer Kristel
-12/20u SK (12u vast ) -08/20u Ped. Coördinatie (3u vast + 5u vacant)
-Van Broekhoven Leentje
-08/20u KE ( 4u niet-vacant vervanging Katie Lagast AVP + 4u vacant TADD ) -*4/20u Ped.Coördinatie tot 18/09/2010
-01/20 u Bijz. Kg (1u vacant)
-Van Camp Jan
-20/20u BH (20u vast H.G. + S.G. samen)
-Van den Berghe Lies
-20/20u SK (20u vast)
-Van der Auwera Jan
-16/20u SK (16u vast) -04/20u Ped. Coördinatie (4u vast)
-Van der Veken Chris
-20/20u VG (20u vast H.G. + S.G. samen)
-Van Dijck Nico
-12/20u SK (12u niet-vacant vervanging van R. Van Landeghem TAO) -0/20u SK (20u vast onderbroken 20u TAO ingenomen door - N. Bouwens 4u - M. Van Marsenille 4u - N. Van Dijck 12u
-Van Landeghem Ria
-Vanluffelen Maria
-16/20u SK (20u vast → onderbroken 4u VVP 50+ ingenomen door M.Claerbout)
-Van Marsenille Marc
-Van Oers Johny
-16/20u SK (14u vast→onderbroken 4u VVP ingenomen door B. Michels + 6u niet-vacant TADD vervanging M.Verhoeven AVP) -20/20u BH (20u vast – H.G.+ S.G samen)
-Vansant Tom
-4/20u Mon.K (4u vacant TADD)
-12/20u BH (12u vast waarvan 4u gemuteerd vanuit Academie Hoboken)
-Vergauwen Rafaël
-Verhoeven Marjorie
-12/20u SK (20u vast→8u AVP ingenomen door M.Van Marsenille 2u en C. Meulemans 6u)
-Vervecken Lydia
-0/20u TK (Bonus TBS 58+)
-Volders Annemie
-0/20u BH (4u vast onderbroken door TBS persoonlijke aangelegenheden)
-Willemyns Tom
-4/20u Ped. Coördinatie Vrije Grafiek -12/20u Vr.Gr. (12u niet-vacant vervanging van J Martens AVP +TAO
Lagere graad -De Puydt Godelieve
-16/22u (16u vast ) -02/22u Ped.Coördinatie (1u vacant TADD+
Middelbare graad
1u niet-vacant vervanging (Katja Huysmans deeltijds loopbaanond.) -Geukens Koen
-12/22u (12u vacant)
-Huysmans Katja
-11/22u (8 u vast onderbroken door 1u ouderschapsverlof 4 u vacant TADD)
-Neyens Nancy
-08/22u (8u vast)
-Nietvelt Joke
-04/22u (4u vacant ) -8/22u (4u vast +4u vacant TADD) -4/22u Ped.Coördinatie * vanaf 19/9/2010 12/22 BV)
-Van Broekhoven Leentje
-Van Broekhoven Saartje
-2/22u ABV (niet-vacant vervanging M. Van Gorp tot 21/09/2010)
-Van Gompel Bieke
-04/22u (4u niet-vacant vervanging A.Van Gorp VV)
-Van Gool Mariëlla
-2/22u Ped. Coördinatie ABV
-Van Gorp Anne
-04/22u (8u vast onderbroken door 4u VVP ingenomen door B. Van Gompel) -02/22u Ped. Coördinatie(2u vast)
-Van Gorp Marjolijn
-10/22u (8u vast + 2u vacant TADD) * tot 31 oktober onbetaald ouderschapsverlof tot 21 september vervangen door : - Saartje Van Broekhoven 2u - Tine Oorts 8u vanaf 22 september vervangen door - Tine Oorts 10u
-12/22 BV (vacant tot 21/9/2010) *16/22 BV vacant vanaf 22/09/2010
-12/22u (12u vast)
-Vansant Tom
-12/22u (12u vacant TADD) *vanaf 17/9/2010 nog 4/22u vacant *vanaf 1/11 geen opdracht meer in de M.Gr.))
- Willemyns Tom
-04/22u ICT Coördinator
11. Goedkeuring dagorde en afzonderlijke dagorde van de buitengewone vergadering van IKA dd. 21.12.2010. Gelet op het feit dat de gemeente aangesloten is bij de intercommunale IKA; Gelet op het Decreet van 6 juli 2001 houdende de Intergemeentelijke samenwerking; Gelet op het feit dat de gemeente per aangetekend schrijven van 12 oktober 2010 werd opgeroepen deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van IKA die op 21 december 2010 plaats heeft; Gelet op het artikel 44, 1° en 3° alinea van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, waarin opgenomen is dat de gemeenten, deelnemers van een intergemeentelijk samenwerkingsverband hun vertegenwoordigers voor een algemene vergadering van het intergemeentelijk samenwerkingsverband bij gemeenteraadsbesluit dienen aan te wijzen uit de leden van de gemeenteraad en dat dergelijke benoemingsprocedure met de vaststelling van het stemgedrag van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke Algemene Vergadering Overwegende dat de agenda van de buitengewone vergadering van IKA van 21 december 2010 volgende agendapunten bevat: 1. Strategie voor het boekjaar 2011 2. Begroting over het boekjaar 2011 en meerjarenbegroting 3. Kapitaalverhoging Publi-T 4. Statutaire benoemingen Overwegende dat de gemeenteraad kennis neemt van het verslag van de raad van bestuur met betrekking tot de begroting 2011; Overwegende dat de gemeenteraad kennis neemt van het verslag van de raad van bestuur met betrekking tot de voorziene activiteiten en de te volgen strategie 2011; Overwegende dat Publi-T IKA uitnodigt om in te tekenen op een kapitaalverhoging, dat deze kapitaalverhoging dient voor de financiering van de overname van de helft van het pakket aandelen Elia van GDF SUEZ en de proportionele intekening van Publi-T op de kapitaalverhoging die Elia heeft uitgeschreven voor de financiering van de overname van ’50 Hz’; Overwegende dat met de investeringen van Publi-T in Elia belangrijke strategische doelstellingen worden bereikt; Gelet op de motiveringsnota die bij de oproepingsbrief is gevoegd; Gelet op de documenten gevoegd bij de oproeping tot de buitengewone algemene vergadering. BESLUIT: Artikel 1 Na onderzoek van de documenten die bij de oproeping zijn gevoegd, zijn goedkeuring te hechten aan de dagorde en de afzonderlijke punten van de dagorde van de Buitengewone Algemene Vergadering van IKA van 21 december 2010, Artikel 2 Verzoekt IKA om in te tekenen op de kapitaalsverhoging van Publi-T voor 15.131 aandelen à € 413,29 voor een totaal bedrag van € 6.253.490,99 en kandidaat te zijn voor 15.131 aandelen toe te wijzen in een eventuele 2de ronde voor een bedrag van € 6.253.490,99. Deze bijkomende investering zal maximaal gefinancierd worden met eigen middelen van IKA.
Artikel 3 De vertegenwoordiger(s) van de gemeente die zal/zullen deelnemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van IKA van 21 december 2010 op te dragen zijn/hun stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad in verband met de te behandelen agendapunten; Artikel 4 Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde besluiten en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan het secretariaat van intergemeentelijk samenwerkingsverband IKA, Ravensteingalerij 4 bus 2 te 1000 Brussel, t.a.v. de heer Lieven Ex.
12. C.V.B.A. Intercommunale Vereniging voor Crematoriumbeheer in de Provincie Antwerpen - Algemene Vergadering van 14 december 2010: - bespreking agenda bepaling stemgedrag vertegenwoordiger. Gelet op het besluit van de gemeenteraad d.d. 13.11.1989 tot deelname aan de Intercommunale Vereniging voor Crematoriumbeheer in de Provincie Antwerpen; Gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; Overwegende dat artikel 44 van het decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking bepaalt dat de benoemingsprocedure met de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke vergadering; Gelet op de brief van 19 oktober 2010 vanwege C.V.B.A. Intercommunale Vereniging voor Crematoriumbeheer in de provincie Antwerpen houdende oproeping voor deelname aan de algemene vergadering die zal plaatshebben op donderdag 14 december 2010 met volgende agendapunten: 1. Vervanging in de raad van bestuur 2. Goedkeuring verslag algemene vergadering 24/6/2010 3. Voorstelling van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2011 4. Begroting 2011 Gelet op de toelichtende nota van de intercommunale I.V.C.A. betreffende de punten vermeld op de agenda van de algemene vergadering van 14 december 2010 Gelet op het gemeentedecreet. BESLUIT: Artikel 1: Met eenparigheid van stemmen goedkeuring te verlenen aan de diverse punten vermeld op de agenda van de algemene vergadering van 14 december 2010. Artikel 2: De afgevaardigde van de gemeente op de algemene vergadering van I.V.C.A. van 14 december 2010 wordt gemandateerd om overeenkomstig onderhavige beslissingen te stemmen.
Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van onderhavige beslissingen en onder meer afschriften van deze beslissingen te bezorgen aan de intercommunale I.V.C.A., J. Moretuslei 2 te 2610 Wilrijk. 13. Definitieve vaststelling RUP zonevreemde bedrijven. Gelet op het decreet betreffende de ruimtelijke ordening van 22 oktober 1996 en zijn latere wijzigingen; Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, in voege getreden op 1 september 2009; Gelet op het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen; Gelet op het ruimtelijk structuurplan Provincie Antwerpen; Gelet op het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, goedgekeurd door besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincie Antwerpen op 03 februari 2005; Overwegende dat de opmaak van het RUP zonevreemde bedrijven volgt uit de bindende bepaling 33 van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Arendonk, namelijk : “ de gemeente maakt een sectoraal RUP op m.b.t. zonevreemde bedrijven”. Gelet op het gemeenteraadsbesluit dd. 10.09.2007 waarop de lastvoorwaarden voor de opmaak van dit RUP werden vastgesteld. Overwegende dat het schepencollege in zitting dd. 29.11.2007 Soresma heeft aangesteld als ontwerper voor het opmaken van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan zonevreemde bedrijven; Overwegende dat de realisatie van het RUP zonevreemde bedrijven past binnen de globale ruimtelijke visie op de gewenste ruimtelijke structuur; Overwegende dat het plangebied volgens het gewestplan Turnhout, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 30 september 1977, gelegen is in agrarisch gebied en woongebied; Gelet dat het verzoek tot raadpleging voor het RUP in het kader van de planMER - screening werd verstuurd op 23.06.2009 aan de adviesinstanties; Gelet dat volgende adviezen ontvangen werden : Vlaamse Overheid - Departement Landbouw en Visserij. Het advies werd ontvangen 22.07.2009. Het advies is voorwaardelijk gunstig. Provinciebestuur Antwerpen, Dienst ruimtelijke planning Het advies werd ontvangen op 22.07.2009. Het advies is voorwaardelijk gunstig. OVAM. OVAM stelt dat het in het kader van het Bodemdecreet niet aangeduid werd als adviesorgaan bij de opmaak van BPA’s of MER-studies. Het advies vermeldt enkele standaard aanbevelingen aangaande relevante bepalingen uit het bodemdecreet. Vlaamse Milieumaatschappij Het advies werd ontvangen op 31.07.2009. Het advies is voorwaardelijk gunstig. Agentschap RO Vlaanderen – Ruimtelijke Ordening. Het advies werd ontvangen op 24.07.2009. Het advies is voorwaardelijk gunstig. Agentschap voor Natuur en Bos Het advies werd ontvangen op 15.07.2009. Inhoud van het advies : er worden geen aanzienlijke milieueffecten verwacht voor het aspect fauna en flora die de opmaak van een planMER rechtvaardigen. Gelet dat het screeningsdossier overeenkomstig artikel 4.2.6§1 van het planMER – decreet ingediend werd op 28.08.2009; Gelet op de beslissing van de Dienst Mer dd. 29.09.2009 waarbij gesteld wordt dat : “het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en de opmaak van een planMER niet nodig is”. Overwegende dat er op 03.02.2010 een plenaire vergadering werd gehouden over het ontwerp ruimtelijk uitvoeringsplan zonevreemde bedrijven.
Overwegende dat het voorontwerp RUP zonevreemde bedrijven werd voorgelegd voor advies aan volgende besturen en openbare instellingen : Provincie Antwerpen dienst Ruimtelijke Planning (DRP); Agentschap Ruimte&Erfgoed; Agentschap Ruimte&Erfgoed Antwerpen; Agentschap Ruimte&Erfgoed Directie Coördinatie-Werking; Agentschap Natuur en Bos; Duurzame landbouwontwikkeling; Departement Leefmilieu, Natuur en Energie; Provinciebestuur Antwerpen, Dienst Waterbeleid, VMM afdeling Water, GECORO Arendonk. Gelet op het verslag van de plenaire vergadering dd. 03.02.2010 en de desbetreffende adviezen van de geraadpleegde besturen en openbare instellingen; Overwegende dat het ontwerp deels werd aangepast aan de opmerkingen van de plenaire vergadering; Overwegende dat het ontwerp RUP Zonevreemde bedrijven getoetst werd aan het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en ermee in overeenstemming is; Gelet dat de watertoets uitgevoerd werd op de verschillende deelRUPs, opgenomen in de waterparagraaf in dit besluit; Gelet dat het perceel 2e Afdeling, Sectie C 1551B (DeelRUP 14) gelegen is binnen de grenzen van de niet - vervallen verkaveling 003/123 (dd. 20.05.1968); Overwegende dat de voorschriften uit deze verkaveling dienen opgeheven te worden voor dit perceel en vervangen door de stedenbouwkundige voorschriften van dit RUP zonevreemde bedrijven; Gelet dat het perceel 2e Afdeling Sectie D 610V (DeelRUP 1), gelegen is binnen de grenzen van de niet - vervallen verkaveling 003/110 (dd. 22.02.1968); Overwegende dat de voorschriften uit deze verkaveling dienen opgeheven te worden voor dit perceel en vervangen door de stedenbouwkundige voorschriften van dit RUP zonevreemde bedrijven; Gelet dat het perceel 2e Afdeling, sectie C 1552D gelegen is binnen de grenzen van het BPA zonevreemde bedrijven, ref. RP226/13001/101.1 dd. 16.01.2003; Overwegende dat de voorschriften uit hoger genoemd BPA dienen opgeheven te worden en vervangen te worden door de stedenbouwkundige voorschriften van dit RUP zonevreemde bedrijven. Gelet dat de watertoets uitgevoerd werd op de verschillende deelRUPs, opgenomen in de waterparagraaf in dit besluit; Overwegende dat het RUP zonevreemde bedrijven voorlopig werd vastgesteld in zitting van de gemeenteraad dd. 28.06.2010; Gelet dat het voorlopig vastgestelde RUP openbaar gemaakt werd van 22.07.2010 tot 23.09.2010 conform artikel 2.2.14 VCRO. Overwegende dat er tijdens de duur van het openbaar onderzoek 2 bezwaarschriften werden ingediend en 2 adviezen werden overgemaakt. Overwegende dat volgende adviezen werden ontvangen tijdens de duur van het openbaar onderzoek : • Provinciebestuur Antwerpen, Dienst Ruimtelijke planning • Vlaamse Overheid, Agentschap Ruimte en Erfgoed Overwegende dat volgende bezwaren werden ontvangen tijdens de duur van het openbaar onderzoek : • Martine Peeters, Stefan Geudens voor Reizen De Arend N.V. • Jacobs Joanna, Coemans Rene, Coemans Luc Overwegende dat de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening gelast is met de vaststelling en behandeling van de binnengekomen bezwaren en adviezen;
Overwegende dat de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening de bezwaren en adviezen behandelde in zitting van 14.10.2010; Overwegende dat de bezwaren en adviezen aan het college werden overgemaakt en vastgesteld door het schepencollege in zitting van 28.10.2010; Gelet op het advies van de Gecoro dd. 14.10.2010 aangaande de behandeling van de bezwaren en adviezen. Overwegende dat op basis van de adviezen en bezwaarschriften uit het openbaar onderzoek volgende wijzigingen worden aangebracht aan het ontwerp RUP : Algemeen deel De categorisering zoals bepaald in de VCRO wordt toegevoegd aan de stedenbouwkundige voorschriften en de bestemmingsplannen. In de toelichtingsnota wordt verwezen naar een vroegere omzendbrief omtrent HAG. De verwijzing wordt actueel gemaakt. Tabel op p. 50 van de toelichtingsnota: het bedrijf V-trans is opgenomen in categorie 1, dit wordt aangepast. Deelplan 1 - V-Trans: De verwijzing naar de deelzone 1 wordt geschrapt uit de voorschriften. Art. 1. De zone omvat enkel de bestaande bebouwing. Nieuw te bouwen constructies zijn hier wel degelijk aanvaardbaar ter vervanging van de bestaande constructies, naast herbouw van de bestaande constructies. Art. 4. Er wordt toegevoegd dat de nabestemming een ééngezinswoning betreft. De bepaling bedrijfswoning wordt vervangen. Deelplan 04 - Frans Janssen De toelichtingsnota (niet verordenend) vermeldt op p.27 (6.1. Historiek en juridische toestand) de oprichting in 1987 en vergunning woning en magazijn in 1971; op p.60 (7.5.2. Deelplan 4: Bierhandel “Frans Janssen bvba”) wordt verkeerdelijk de oprichting in 1948 vermeld. Voor de bepaling van het ontwikkelingsperspectief en de categorisering van het bedrijf werd uitgegaan van de vergunning in 1971 en oprichting in 1987. De foutieve vermelding op p.60 van de toelichtingsnota wordt aangepast. De bestemming wordt beperkt tot de bestaande kleinhandelszaak op lokaal niveau. Er wordt een bredere buffer voorzien bij herbouw. Deelplan 06 - AGBb De nabestemming volgens art. 4 en 5 heeft betrekking op de zones gearceerd zoals aangegeven in de legende van het grafisch plan. De verwijzingen naar het artikelnr. 4 in de overige zones wordt geschrapt. Deelplan 09 - Jef Proost : De buffering wordt uitgewerkt in het grafisch plan en de bijhorende stedenbouwkundige voorschriften. Materiaalgebruik wordt uitgewerkt in de stedenbouwkundige voorschriften. Deelplan 10 – Vic Slegers : De contouren van het grafisch plan en plan bestaande toestand worden afgestemd.
Deelplan 14 – Lydia Jacobs: de voorschriften en het plan worden op elkaar afgestemd wat betreft de indicatieve bufferzone. De verwijzing naar de indicatieve bufferzone wordt geschrapt in de stedenbouwkundige voorschriften BESLUIT : Art.1 : Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan zonevreemde bedrijven, opgemaakt door Soresma, bestaande uit een plan van de bestaande en juridische toestand, een grafisch plan, de stedenbouwkundige voorschriften en een toelichting, aangepast na openbaar onderzoek, wordt definitief vastgesteld. Art. 2 : Volgende goedgekeurde verkavelingsvergunningen en wijzigingen van verkavelingsvergunningen worden voor de delen vallend binnen de perimeters van het RUP, voor de gedeelten die niet vervallen zijn, herzien volgens art. 4.6.5. §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, op voorwaarde dat dit bij de voorlopige en definitieve vaststelling van het RUP uitdrukkelijk bepaald is, ten minste op het grafisch plan:
DeelRUP 01 V - Trans NV 14 Jacobs Lydia
Percelen VK 003/110 (dd. 22.02.1968), 2e Afdeling, Sectie D 610 V. VK 003/123 (dd. 20.05.1968), 2e Afdeling, Sectie C 1551 B.
Art. 3 : Volgend goedgekeurd BPA wordt voor de delen vallend binnen de perimeters van het RUP, voor de gedeelten die niet vervallen zijn, herzien op voorwaarde dat dit bij de voorlopige en definitieve vaststelling van het RUP uitdrukkelijk bepaald is, ten minste op het grafisch plan : BPA Zonevreemde bedrijven ref. (RP226/13001/101.1 dd. 16.01.2003), meer in het bijzonder het perceel 2e Afdeling, sectie C 1552D; Art.4 Waterparagraaf Voor heel het RUP gelden volgende bepalingen die de impact van de uitvoering van het RUP op de waterhuishouding zullen minimaliseren en naar de toekomst toe zullen verbeteren. Deze algemene bepalingen zijn voor alle deelRUPs van toepassing. In alle bestemmingscategorieën zijn werken, handelingen, voorzieningen en maatregelen in functie van een goede waterhuishouding (hemelwaterbuffering, infiltratievoorzieningen, waterzuivering, etc.) toegelaten, ongeacht de voorschriften van de betreffende zone, mits ze in hun exploitatie en/of gebruik geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de omgeving; Regenwater moet in eerste instantie zoveel mogelijk gebruikt worden. Het resterende deel moet maximaal kunnen infiltreren in de ondergrond, hetzij door het gebruik van waterdoorlatende materialen, hetzij door afleiding van regenwater van verharde delen naar de onverharde delen, hetzij door afleiding naar daartoe voorziene constructies om het water te bufferen; Afvalwater afkomstig van de bebouwde delen in het plangebied dient aangesloten te worden op het bestaande rioleringsnet of op de site zelf gezuiverd. De vergunningsaanvraag wordt dan afhankelijk gemaakt van de aanleg van een installatie voor het behandelen van afvalwater.
Vanuit milieukundig oogpunt plaatsen waar er door de aard van de activiteiten kans is op pollutie, verplicht in niet-waterdoorlatende materialen uitgevoerd dienen te worden en het afstromende water opgevangen dient te worden en afgevoerd naar het rioleringsnet of naar een daartoe voorziene opvangzone en/of zuiveringspunt. Ondergrondse constructies dienen volledig waterondoorlatend uitgevoerd te worden. Bij de aanleg van ondergrondse constructies dieper dan 3 meter of met een lengte van meer dan 50 meter kan een drainage geplaatst worden om grondwaterstijging of - daling te beperken, als tijdelijke aanleg bij het uitvoeren van bemaling bij de werken. Het is aangewezen om specifieke maatregelen op te nemen inzake waterbeheersing voor de deelplannen die in of vlak naast een effectief of mogelijk overstromingsgevoelig gebied gelegen zijn volgens de watertoets. Het algemeen principe voor de gebieden in of vlak naast overstromingsgevoelig gebied moet zijn dat er niet méér regenwater mag afgevoerd worden van de totale bedrijfsoppervlakte dan nu het geval is. Indien er dus extra verharding aangelegd wordt, moet extra buffering voorzien worden. Het kan zelfs nodig zijn om meer buffering te voorzien dan bepaald in de stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (Besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004). De mogelijkheden m.b.t. waterzuivering worden vastgelegd binnen de algemene voorschriften : - “Alle werken, handelingen, voorzieningen en maatregelen in functie van een goede waterhuishouding (hemelwaterbuffering, infiltratievoorzieningen, waterzuivering, etc.) worden in elke bestemmingszone toegelaten, ongeacht de voorschriften van de betreffende zone, mits ze in hun exploitatie en/of gebruik geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de omgeving.” - “Afvalwater afkomstig van de bebouwde delen in het plangebied dient aangesloten te worden op het bestaande rioleringsnet of dient op de site zelf gezuiverd. De vergunningsaanvraag wordt dan afhankelijk gemaakt van de aanleg van een installatie voor het behandelen van afvalwater.” - “Vanuit milieukundig oogpunt dienen plaatsen, waar er door de aard van de activiteiten kans is op pollutie, verplicht in niet-waterdoorlatende materialen uitgevoerd te worden en dient het afstromende water te worden opgevangen en afgevoerd naar het rioleringsnet of naar een daartoe voorziene opvangzone en/of zuiveringspunt.” Volgende specifieke voorwaarden worden aan de verschillende deelRUPs toegevoegd. DeelRUP 01 V-Trans NV. Het bedrijf V-Trans is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied, en de gronden worden niet aangeduid als recent overstroomd gebied of risicogebied voor overstromingen. De gronden worden aangegeven als infiltratiegevoelig en niet erosiegevoelig. Er wordt een matige grondwaterstromingsgevoeligheid aangegeven. Op planologisch vlak worden in het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften de mogelijke bijkomende verharde en bebouwde oppervlakten vastgelegd. Met betrekking tot bijkomende verharde en bebouwde oppervlakten is de vigerende regelgeving t.a.v. hemelwatergebruik en infiltratievoorzieningen steeds van toepassing, er worden op dit vlak geen bijkomende negatieve effecten verwacht. Individuele ingrepen op perceelsniveau kunnen daarnaast steeds zinvol zijn ter compensatie van mogelijke bijkomende verhardingen.
Door ondergrondse constructies kan er een wijziging van het grondwaterstromingspatroon ontstaan. Door bemaling die tijdens de toegelaten werken kan plaatsvinden, kan er eveneens tijdelijk een wijziging van het grondwaterstromingspatroon ontstaan. Dit is echter slechts plaatselijk en beperkt. Mogelijkheden voor lokale waterzuivering Het bedrijf ligt ter hoogte van een zone die aangeduid wordt als zeer kwetsbaar op de grondwaterkwetsbaarheidskaart. De grondwaterkwetsbaarheid van een gebied is een code die het risico op verontreiniging van het grondwater in de bovenste watervoerende laag aangeeft. Het bedrijf vormt omwille van zijn activiteiten geen risico inzake verontreiniging. Gelet op het type activiteiten is vloeistofdichte verharding omwille van milieuhygiënische redenen en gescheiden opvang en zuivering van het afstromend hemelwater niet vereist. Een gedeelte van de gronden voor dit deelplan wordt op het zoneringsplan voor Arendonk nog niet ingekleurd. Dit betekent dat hier nog geen verplichting geldt tot aansluiting op de riolering of tot het inrichten van een eigen behandeling van afvalwater. Met betrekking tot de constructies op dit gedeelte van het plangebied, dient in het kader van de herbestemming met dit RUP eveneens afgewaterd te worden op de riolering (en bijgevolg ingekleurd te worden op het zoneringsplan voor Arendonk), indien de milieuvergunning dit toelaat. Zo niet dient een IBA (individuele behandeling van afvalwater) voorzien te worden. Voor de gedeelten die wel zijn omvat in het zoneringsplan geldt in principe reeds een verplichting tot aansluiting op de riolering tenzij anders bepaald in de milieuvergunning. DeelRUP 02 –03 Handelskleinlint Hertevelden. De bedrijfspercelen zijn niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied, en de gronden worden, niet aangeduid als recent overstroomd gebied of risicogebied voor overstromingen. De gronden worden aangegeven als infiltratiegevoelig. Er wordt een matige grondwaterstromings-gevoeligheid aangegeven. De gronden worden aangeduid als erosiegevoelig. Op planologisch vlak worden in het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften de mogelijke bijkomende verharde en bebouwde oppervlakten vastgelegd. Met betrekking tot bijkomende verharde en bebouwde oppervlakten is de vigerende regelgeving t.a.v. hemelwatergebruik en infiltratievoorzieningen steeds van toepassing. Er worden op dit vlak geen bijkomende negatieve effecten verwacht. Individuele ingrepen op perceelsniveau kunnen daarnaast steeds zinvol zijn ter compensatie van mogelijke bijkomende verhardingen. Door ondergrondse constructies kan er een wijziging van het grondwaterstromingspatroon ontstaan. Door bemaling die tijdens de toegelaten werken kan plaatsvinden, kan er eveneens tijdelijk een wijziging van het grondwaterstromingspatroon ontstaan. Dit is echter slechts plaatselijk en beperkt. Mogelijkheden voor lokale waterzuivering. Het bedrijf ligt ter hoogte van een zone die aangeduid wordt als zeer kwetsbaar op de grondwaterkwetsbaarheidskaart. De grondwaterkwetsbaarheid van een gebied is een code die het risico op verontreiniging van het grondwater in de bovenste watervoerende laag aangeeft. Het vormt omwille van zijn activiteiten (carwash) een mogelijk risico inzake verontreiniging. Gelet op het type activiteiten, is het om milieuhygiënische redenen niet aangewezen het gebruik van waterdoorlatende materialen na te streven voor verhardingen. Hieromtrent wordt in de voorschriften het gebruik van waterdoorlatende materialen niet verplicht gesteld indien dit omwille van milieutechnische redenen niet mogelijk is. Voor zover dit nog niet aanwezig is alsook bij nieuwbouw, dient rond de carwash een vloeistofdichte verharding aangebracht te worden. Het afstromende afvalwater en hemelwater dient opgevangen te worden in een apart circuit opdat dit kan gebufferd worden en maximaal gezuiverd alvorens het geloosd wordt in het oppervlaktewater. In een oriënterend
bodemonderzoek (2008) voor het bedrijf wordt reeds aangegeven dat de zone van de carwash verhard is met vloeistofdicht beton. Ook ter hoogte van het aanpalende tankstation is het gebied rondom het pompeiland vloeistofdicht en verhard met asfalt. Uit het oriënterend bodemonderzoek (2008), uitgevoerd op de percelen van het bedrijf wordt aangegeven dat er na de sanering van 2005 nog een restverontreiniging bestaat met kans op uitloging naar het grondwater. De grondwaterkwaliteit wordt jaarlijks gecontroleerd door middel van een lopende monitoring. Uit deze monitoring blijkt dat er enkel verhoogde concentraties aan MTBE zijn. Deze verontreiniging is tijdens de uitgevoerde saneringswerkzaamheden niet kunnen ontgraven worden omwille van stabiliteitsredenen en wordt verder opgevolgd via een monitoring. Er werd besloten dat deze restverontreiniging geen duidelijke aanwijzing van een ernstige bodembedreiging vormt. De verhoogde concentraties die tijdens het oriënterend bodemonderzoek werden vastgesteld, worden beschouwd als een historische verontreiniging. Het besluit was dan ook dat er niet moest worden overgegaan tot een beschrijvend bodemonderzoek. Indien er op het bedrijf of in de buurt van het bedrijf bemaald wordt, moet erop gelet worden deze restverontreiniging niet aan te trekken. Volgend voorschrift wordt hiertoe opgenomen: Voor het deelplan 2 - Drankenhandel en self-carwash “Baelus-Luyten”, dient bij bemalingswerken ervoor gezorgd te worden dat geen aanwezige restverontreiniging wordt aangetrokken. Hieromtrent worden geen expliciete voorschriften opgenomen vermits dit conform de geldige milieuvergunningen dient te gebeuren. Bij mogelijke bemalingswerken ter hoogte van dit bedrijf dient er echter wel op gelet te worden de restverontreiniging niet aan te trekken. De gronden voor dit deelplan zijn omvat in het zoneringsplan voor Arendonk. Dit betekent dat hier in principe reeds een verplichting geldt tot aansluiting op de riolering tenzij anders bepaald in de milieuvergunning. DeelRUP 04 Frans Janssen BVBA Het bedrijf Frans Janssen bvba is gedeeltelijk gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied met het achterliggend perceelsgedeelte. De gronden worden niet aangeduid als recent overstroomd gebied of risicogebied voor overstromingen. De gronden worden aangegeven als niet infiltratiegevoelig en zeer grondwaterstromingsgevoelig. Er wordt geen erosiegevoeligheid aangegeven. Op planologisch vlak worden in het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften de mogelijke verharde en bebouwde oppervlakten vastgelegd. Deze zijn maximaal de bestaande oppervlakten. De vigerende regelgeving t.a.v. hemelwatergebruik en infiltratievoorzieningen is steeds van toepassing, er worden op dit vlak geen bijkomende negatieve effecten verwacht. Individuele ingrepen op perceelsniveau kunnen daarnaast steeds zinvol zijn ter compensatie van bestaande verhardingen. Door ondergrondse constructies kan er een wijziging van het grondwaterstromingspatroon ontstaan. Door bemaling die tijdens de toegelaten werken kan plaatsvinden, kan er eveneens tijdelijk een wijziging van het grondwaterstromingspatroon ontstaan. Dit is echter slechts plaatselijk en beperkt. Mogelijkheden voor lokale waterzuivering Het bedrijf ligt ter hoogte van een zone die aangeduid wordt als zeer kwetsbaar op de grondwaterkwetsbaarheidskaart. De grondwaterkwetsbaarheid van een gebied is een code die het risico op verontreiniging van het grondwater in de bovenste watervoerende laag aangeeft. Het bedrijf vormt omwille van zijn activiteiten geen risico inzake verontreiniging.
Gelet op het type activiteiten is vloeistofdichte verharding omwille van milieuhygiënische redenen en gescheiden opvang en zuivering van het afstromend hemelwater niet vereist. De gronden voor dit deelplan zijn omvat in het zoneringsplan voor Arendonk. Dit betekent dat hier in principe reeds een verplichting geldt tot aansluiting op de riolering tenzij anders bepaald in de milieuvergunning. Afstromend hemelwater afkomstig van bijkomende verharde oppervlakten moet volledig gebufferd worden. De totale afvoer van hemelwater mag niet vergroten ten opzichte van de bestaande toestand en dient bij voorkeur verlaagd te worden. DeelRUP 06 AGBb. Het bedrijf AGBb is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied, en de gronden worden niet aangeduid als recent overstroomd gebied of risicogebied voor overstromingen. De gronden worden aangegeven als infiltratiegevoelig. Er wordt een matige grondwaterstromingsgevoeligheid aangegeven. De gronden worden niet aangeduid als erosiegevoelig. Op planologisch vlak worden in het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften de mogelijke bijkomende verharde en bebouwde oppervlakten vastgelegd. Met betrekking tot bijkomende verharde en bebouwde oppervlakten is de vigerende regelgeving t.a.v. hemelwatergebruik en infiltratievoorzieningen steeds van toepassing. Er worden op dit vlak geen bijkomende negatieve effecten verwacht. Individuele ingrepen op perceelsniveau kunnen daarnaast steeds zinvol zijn ter compensatie van mogelijke bijkomende verhardingen. Door ondergrondse constructies kan er een wijziging van het grondwaterstromingspatroon ontstaan. Door bemaling die tijdens de toegelaten werken kan plaatsvinden, kan er eveneens tijdelijk een wijziging van het grondwaterstromingspatroon ontstaan. Dit is echter slechts plaatselijk en beperkt. Mogelijkheden voor lokale waterzuivering Het bedrijf ligt ter hoogte van een zone die aangeduid wordt als zeer kwetsbaar op de grondwaterkwetsbaarheidskaart. De grondwaterkwetsbaarheid van een gebied is een code die het risico op verontreiniging van het grondwater in de bovenste watervoerende laag aangeeft. Het vormt omwille van zijn activiteiten (stallen van voertuigen en materieel met pompstation voor eigen voertuigen) een mogelijk risico inzake verontreiniging. Gelet op het type activiteiten, is het om milieuhygiënische redenen niet aangewezen het gebruik van waterdoorlatende materialen na te streven voor verhardingen. Hieromtrent wordt in de voorschriften het gebruik van waterdoorlatende materialen niet verplicht gesteld indien dit omwille van milieutechnische redenen niet mogelijk is. Voor zover dit nog niet aanwezig is en bij nieuwbouw, dient een vloeistofdichte verharding aangebracht te worden rond het pompstation. Het afstromende afvalwater en hemelwater dient opgevangen te worden in een apart circuit opdat dit kan gebufferd worden en maximaal gezuiverd alvorens het geloosd wordt in het oppervlaktewater. Er wordt reeds in de bestaande toestand een vloeistofdichte verharding voorzien rond het pompstation. Een gedeelte van de gronden voor dit deelplan wordt op het zoneringsplan voor Arendonk nog niet ingekleurd. Dit betekent dat hier nog geen verplichting geldt tot aansluiting op de riolering of tot het inrichten van een eigen behandeling van afvalwater. Met betrekking tot de constructies op dit gedeelte van het plangebied, dient in het kader van de herbestemming met dit RUP eveneens afgewaterd te worden op de riolering (en bijgevolg ingekleurd te worden op het zoneringsplan voor Arendonk), indien de milieuvergunning dit toelaat. Zo niet dient een IBA (individuele behandeling van afvalwater) voorzien te worden. Voor de gedeelten die wel zijn omvat in het zoneringsplan geldt in principe reeds een verplichting tot aansluiting op de riolering tenzij anders bepaald in de milieuvergunning.
Afstromend hemelwater afkomstig van bijkomende verharde oppervlakten moet volledig gebufferd worden. De totale afvoer van hemelwater mag niet vergroten ten opzichte van de bestaande toestand en dient bij voorkeur verlaagd te worden. DeelRUP 09 Jef Proost BVBA. Het bedrijf Jef Proost is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied, en de gronden worden niet aangeduid als recent overstroomd gebied of risicogebied voor overstromingen. De gronden worden gedeeltelijk aangeduid als infiltratiegevoelig. Er wordt geen erosiegevoeligheid aangegeven. Er wordt een matige grondwaterstromingsgevoeligheid aangegeven. Op planologisch vlak worden in het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften de mogelijke bijkomende verharde en bebouwde oppervlakten vastgelegd. Met betrekking tot bijkomende verharde en bebouwde oppervlakten is de vigerende regelgeving t.a.v. hemelwatergebruik en infiltratievoorzieningen steeds van toepassing, er worden op dit vlak geen bijkomende negatieve effecten verwacht. Individuele ingrepen op perceelsniveau kunnen daarnaast steeds zinvol zijn ter compensatie van mogelijke bijkomende verhardingen. Door ondergrondse constructies kan er een wijziging van het grondwaterstromingspatroon ontstaan. Door bemaling die tijdens de toegelaten werken kan plaatsvinden, kan er eveneens tijdelijk een wijziging van het grondwaterstromingspatroon ontstaan. Dit is echter slechts plaatselijk en beperkt. Het bedrijf ligt ter hoogte van een zone die aangeduid wordt als zeer kwetsbaar op de grondwaterkwetsbaarheidskaart. De grondwaterkwetsbaarheid van een gebied is een code die het risico op verontreiniging van het grondwater in de bovenste watervoerende laag aangeeft. Het bedrijf vormt omwille van zijn activiteiten geen risico inzake verontreiniging. Gelet op het type activiteiten is vloeistofdichte verharding omwille van milieuhygiënische redenen en gescheiden opvang en zuivering van het afstromend hemelwater niet vereist. De gronden voor dit deelplan zijn omvat in het zoneringsplan voor Arendonk. Dit betekent dat hier in principe reeds een verplichting geldt tot aansluiting op de riolering tenzij anders bepaald in de milieuvergunning. DeelRUP 10 Vic Slegers BVBA. Het bedrijf Vic Slegers is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied, en de gronden worden niet aangeduid als recent overstroomd gebied of risicogebied voor overstromingen. De gronden zijn gedeeltelijk aangeduid als infiltratiegevoelig. Er wordt een matige grondwaterstromingsgevoeligheid aangegeven. De gronden worden niet aangegeven als erosiegevoelig. Op planologisch vlak worden in het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften de mogelijke bijkomende verharde en bebouwde oppervlakten vastgelegd. Met betrekking tot bijkomende verharde en bebouwde oppervlakten is de vigerende regelgeving t.a.v. hemelwatergebruik en infiltratievoorzieningen steeds van toepassing, er worden op dit vlak geen bijkomende negatieve effecten verwacht. Individuele ingrepen op perceelsniveau kunnen daarnaast steeds zinvol zijn ter compensatie van mogelijke bijkomende verhardingen. Door ondergrondse constructies kan er een wijziging van het grondwaterstromingspatroon ontstaan. Door bemaling die tijdens de toegelaten werken kan plaatsvinden, kan er eveneens tijdelijk een wijziging van het grondwaterstromingspatroon ontstaan. Dit is echter slechts plaatselijk en beperkt. Het bedrijf ligt ter hoogte van een zone die aangeduid wordt als zeer kwetsbaar op de grondwaterkwetsbaarheidskaart. De grondwaterkwetsbaarheid van een gebied is een code die het risico op verontreiniging van het grondwater in de bovenste watervoerende laag aangeeft. Het bedrijf vormt omwille van zijn activiteiten geen risico inzake verontreiniging.
Gelet op het type activiteiten is vloeistofdichte verharding omwille van milieuhygiënische redenen en gescheiden opvang en zuivering van het afstromend hemelwater niet vereist. Een gedeelte van de gronden voor dit deelplan wordt op het zoneringsplan voor Arendonk nog niet ingekleurd. Dit betekent dat hier nog geen verplichting geldt tot aansluiting op de riolering of tot het inrichten van een eigen behandeling van afvalwater. Met betrekking tot de constructies op dit gedeelte van het plangebied, dient in het kader van de herbestemming met dit RUP eveneens afgewaterd te worden op de riolering (en bijgevolg ingekleurd te worden op het zoneringsplan voor Arendonk), indien de milieuvergunning dit toelaat. Zo niet dient een IBA (individuele behandeling van afvalwater) voorzien te worden. Voor de gedeelten die wel zijn omvat in het zoneringsplan geldt in principe reeds een verplichting tot aansluiting op de riolering tenzij anders bepaald in de milieuvergunning. DeelRUP 12 Eigenbak BVBA. Het bedrijf Eigenbak is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied, en de gronden worden niet aangeduid als recent overstroomd gebied of risicogebied voor overstromingen. De gronden worden aangegeven als infiltratiegevoelig. Er wordt een matige grondwaterstromingsgevoeligheid aangegeven. De gronden zijn niet aangeduid als erosiegevoelig. Op planologisch vlak worden in het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften de mogelijke bijkomende verharde en bebouwde oppervlakten vastgelegd. Met betrekking tot bijkomende verharde en bebouwde oppervlakten is de vigerende regelgeving t.a.v. hemelwatergebruik en infiltratievoorzieningen steeds van toepassing, er worden op dit vlak geen bijkomende negatieve effecten verwacht. Individuele ingrepen op perceelsniveau kunnen daarnaast steeds zinvol zijn ter compensatie van mogelijke bijkomende verhardingen. Door ondergrondse constructies kan er een wijziging van het grondwaterstromingspatroon ontstaan. Door bemaling die tijdens de toegelaten werken kan plaatsvinden, kan er eveneens tijdelijk een wijziging van het grondwaterstromingspatroon ontstaan. Dit is echter slechts plaatselijk en beperkt. Mogelijkheden voor lokale waterzuivering Het bedrijf ligt ter hoogte van een zone die aangeduid wordt als zeer kwetsbaar op de grondwaterkwetsbaarheidskaart. De grondwaterkwetsbaarheid van een gebied is een code die het risico op verontreiniging van het grondwater in de bovenste watervoerende laag aangeeft. Het bedrijf vormt omwille van zijn activiteiten geen risico inzake verontreiniging. Gelet op het type activiteiten is vloeistofdichte verharding omwille van milieuhygiënische redenen en gescheiden opvang en zuivering van het afstromend hemelwater niet vereist. De gronden voor dit deelplan zijn omvat in het zoneringsplan voor Arendonk. Dit betekent dat hier in principe reeds een verplichting geldt tot aansluiting op de riolering tenzij anders bepaald in de milieuvergunning. DeelRUP 13 Graszodenservice Dirk Maris NV. Het bedrijf Dirk Maris is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied, doch de gronden worden niet aangeduid als recent overstroomd gebied of risicogebied voor overstromingen. De gronden worden aangegeven als matig tot zeer grondwaterstromingsgevoelig, en gedeeltelijk als infiltratiegevoelig. De gronden worden niet aangeduid als erosiegevoelig. Op planologisch vlak worden in het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften de mogelijke bijkomende verharde en bebouwde oppervlakten vastgelegd. Met betrekking tot bijkomende verharde en bebouwde oppervlakten is de vigerende regelgeving t.a.v. hemelwatergebruik en infiltratievoorzieningen steeds van toepassing. Er worden op dit vlak geen bijkomende negatieve effecten verwacht. Individuele ingrepen op
perceelsniveau kunnen daarnaast steeds zinvol zijn ter compensatie van mogelijke bijkomende verhardingen. Door ondergrondse constructies kan er een wijziging van het grondwaterstromingspatroon ontstaan. Door bemaling die tijdens de toegelaten werken kan plaatsvinden, kan er eveneens tijdelijk een wijziging van het grondwaterstromingspatroon ontstaan. Dit is echter slechts plaatselijk en beperkt. Mogelijkheden voor lokale waterzuivering Het bedrijf ligt ter hoogte van een zone die aangeduid wordt als zeer kwetsbaar op de grondwaterkwetsbaarheidskaart. De grondwaterkwetsbaarheid van een gebied is een code die het risico op verontreiniging van het grondwater in de bovenste watervoerende laag aangeeft. Het bedrijf vormt omwille van zijn activiteiten geen risico inzake verontreiniging. Gelet op het type activiteiten is vloeistofdichte verharding omwille van milieuhygiënische redenen en gescheiden opvang en zuivering van het afstromend hemelwater niet vereist. Een gedeelte van de gronden voor dit deelplan wordt op het zoneringsplan voor Arendonk nog niet ingekleurd. Dit betekent dat hier nog geen verplichting geldt tot aansluiting op de riolering of tot het inrichten van een eigen behandeling van afvalwater. Met betrekking tot de constructies op dit gedeelte van het plangebied, dient in het kader van de herbestemming met dit RUP eveneens afgewaterd te worden op de riolering (en bijgevolg ingekleurd te worden op het zoneringsplan voor Arendonk), indien de milieuvergunning dit toelaat. Zo niet dient een IBA (individuele behandeling van afvalwater) voorzien te worden. Voor de gedeelten die wel zijn omvat in het zoneringsplan geldt in principe reeds een verplichting tot aansluiting op de riolering tenzij anders bepaald in de milieuvergunning. Afstromend hemelwater afkomstig van bijkomende verharde oppervlakten moet volledig gebufferd worden. De totale afvoer van hemelwater mag niet vergroten ten opzichte van de bestaande toestand en dient bij voorkeur verlaagd te worden. DeelRUP 14 Jacobs Lydia. Het bedrijf Jacobs Lydia is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied, en de gronden worden niet aangeduid als recent overstroomd gebied of risicogebied voor overstromingen. De gronden worden aangegeven als matig grondwaterstromingsgevoelig, en als infiltratiegevoelig. De gronden worden niet aangeduid als erosiegevoelig. Op planologisch vlak worden in het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften de mogelijke bijkomende verharde en bebouwde oppervlakten vastgelegd. Met betrekking tot bijkomende verharde en bebouwde oppervlakten is de vigerende regelgeving t.a.v. hemelwatergebruik en infiltratievoorzieningen steeds van toepassing, er worden op dit vlak geen bijkomende negatieve effecten verwacht. Individuele ingrepen op perceelsniveau kunnen daarnaast steeds zinvol zijn ter compensatie van mogelijke bijkomende verhardingen. Door ondergrondse constructies kan er een wijziging van het grondwaterstromingspatroon ontstaan. Door bemaling die tijdens de toegelaten werken kan plaatsvinden, kan er eveneens tijdelijk een wijziging van het grondwaterstromingspatroon ontstaan. Dit is echter slechts plaatselijk en beperkt. Mogelijkheden voor lokale waterzuivering Het bedrijf ligt ter hoogte van een zone die aangeduid wordt als zeer kwetsbaar op de grondwaterkwetsbaarheidskaart. De grondwaterkwetsbaarheid van een gebied is een code die het risico op verontreiniging van het grondwater in de bovenste watervoerende laag aangeeft. Het bedrijf vormt omwille van zijn activiteiten geen risico inzake verontreiniging. Gelet op het type activiteiten is vloeistofdichte verharding omwille van milieuhygiënische redenen en gescheiden opvang en zuivering van het afstromend hemelwater niet vereist. De gronden voor dit deelplan zijn omvat in het zoneringsplan voor Arendonk. Dit betekent dat
hier in principe reeds een verplichting geldt tot aansluiting op de riolering tenzij anders bepaald in de milieuvergunning. Art.5 Het definitieve vastgestelde gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan wordt toegezonden aan de deputatie van de provincie Antwerpen, de planologisch ambtenaar en aan het Agentschap Ruimte&Erfgoed.
14. Definitieve vaststelling RUP zonevreemde jeugd- en sportinfrastructuur. Raadslid Kristof Hendrickx stelt dat zijn fractie niet akkoord gaat met het agendapunt aangaande ‘RUP zonevreemde sport- en jeugdinfrastructuur’. Hij stelt dat deelrup 02 (RUP ‘Loopbeemden’) en deelrup 03 (RUP ‘Meulegoor’) niet rechtsgeldig zijn. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan opgemaakt in 2003 is het laatste goedgekeurde structuurplan en bijgevolg het enige officiële document dat dient gevolgd. De beleidskeuze voor de bundeling van ‘voetbalinfrastructuur’ op de “Heikant” werd niet opgenomen in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan is enkel sprake van ‘sportinfrastructuur’. Van het richtinggevend gedeelte van een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan kan een gemeentebestuur slechts gemotiveerd afwijken omwille van dringende economische en sociale redenen. Van het bindend gedeelte kan het gemeentebestuur niet afwijken. In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan is niets terug te vinden over een uitdoofbeleid m.b.t. de sportvelden ‘Meulegoor’ en ‘Broekkant’. Hij vraagt wat de dringende economische of sociale redenen zijn die de enige onderbouwde argumentatie kunnen zijn om af te wijken van het richtinggevend gedeelte van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Volgens het raadslid gaan RUP ‘Meulegoor’ en RUP ‘Broekkant’, met opname van een uitdoofbeleid en een strikte termijn van 15 jaar, in tegen het bindend gedeelte van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) en zijn ze bijgevolg niet rechtsgeldig. De fractie A+ vraagt het gemeentebestuur : - het GRS, het eigen beleidsdocument dat nog steeds geldig is, te willen respecteren en een formele bestendiging te willen vastleggen van centrumzones voor sportinfrastructuur ‘Meulegoor’ en ‘Loopbeemden’. - het bindend gedeelte van het GRS te willen respecteren door een RUP ‘Loopbeemden’ op te stellen waardoor de toekomst van FC Broekkant op haar huidige locatie verzekerd is. - een RUP ‘Meulegoor’ op te maken in overeenstemming met het GRS. - de beide RUPS te schrappen van de agenda van de gemeenteraad.
Schepen Ann Hermans repliceert dat het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van kracht is sinds 2005 en niet sinds 2003. In een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt gesproken van ‘sportinfrastructuur’. Er wordt niet gespecificeerd naar “voetbalinfrastructuur”. De burgemeester stelt bijkomend dat de termijn van 10 jaar opgetrokken werd naar 15 jaar en dat dit een respectabele periode is. Het betreft een moeilijke oefening, zoals zo vaak het geval is in dossiers van ruimtelijke ordening. Er kan geen bijkomende oppervlakte gecreëerd worden. Er is de plicht tot compenseren. Er werd geopteerd voor een definitieve oplossing. Op termijn zal blijken dat het geen slechte beslissing is. Schepen Ann Hermans schetst vervolgens de voorgaanden. In 2007 werd IOK aangesteld als ontwerper voor de opmaak van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan zonevreemde jeugd- en sportinfrastructuur. Na het vooronderzoek, het voorontwerp en het MER-onderzoek volgde in januari 2010 een bespreking in de GECORO. Toen was er nog geen sprake van een een vastgestelde termijn inzake uitdoving. Op 02.02.2010 was er een plenaire vergadering te Antwerpen, waarop twee ambtenaren van de dienst Ruimtelijke planning van de Provincie, een afgevaardigde van het Agentschap Ruimte & Erfgoed, de sportdienst van Arendonk, de dienst ruimtelijke ordening van Arendonk en schepen Ann Hermans aanwezig waren. Tijdens deze vergadering werd het schriftelijk advies besproken van : - Agentschap voor Natuur en Bos - Duurzame landbouwontwikkeling - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie - Toerisme Vlaanderen Bij de bespreking van de adviezen van de aanwezige adviesinstanties werd door de gewestelijke planologische ambtenaar meteen gesteld dat er aan de uitdoving een termijn diende gekoppeld te worden. Enkel onder die voorwaarde zou eventueel van een regularisatie gesproken kunnen worden. Het Agentschap RO heeft zich daar meteen bij aangesloten. In de verdere bespreking van de adviezen is hier rekening mee gehouden. De hogere overheid stelde 10 jaar voorop als uitdovingstermijn daar waar het college van burgemeester en schepenen 15 jaar heeft voorgesteld. Tijdens de gemeenteraadszitting van juni 2010 werd het RUP, met inbegrip van die 15 jaar, voorlopig vastgesteld, en dit zonder enige reactie of vragen van gemeenteraadsleden. Het dossier heeft 2 maanden ter inzage gelegen.
Er volgden twee bezwaarschriften. Tijdens de zitting van de GECORO van oktober 2010 werden deze behandeld. Het schepencollege heeft haar beleidskeuze verder gezet door te stellen dat met onmiddellijke ingang aan een volwaardig alternatief gewerkt wordt, en dit binnen de vooropgestelde uitdooftermijn van 15 jaar. Schepen Bart Vosters stelt bijkomend dat voetbalclub ‘FC Vrij’ reeds ontvangen werd door het schepencollege. Op het sportpark “Heikant” zal de nodige infrastructuur voorzien worden. Andere clubs zullen eveneens uitgenodigd worden. Raadslid Kristof Hendrickx stelt dat zijn fractie niet gekant is tegen het sportpark “Heikant”. Hij vraagt wel dat het advies van de GECORO, met uitgestelde uitdooftermijn, gevolgd wordt. Gelet op het decreet betreffende de ruimtelijke ordening van 22 oktober 1996 en zijn latere wijzigingen; Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, in voege getreden op 1 september 2009; Gelet op het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen; Gelet op het ruimtelijk structuurplan Provincie Antwerpen; Gelet op het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, goedgekeurd door besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincie Antwerpen op 03 februari 2005; Overwegende dat het schepencollege in zitting dd. 18.01.2007 IOK heeft aangesteld als ontwerper voor het opmaken van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan zonevreemde jeugd – en sportinfrastructuur; Overwegende dat de realisatie van het RUP zonevreemde jeugd- en sportinfrastructuur past binnen de globale ruimtelijke visie op de gewenste ruimtelijke structuur; Overwegende dat de opmaak van het RUP zonevreemde jeugd- en sportinfrastructuur volgt uit de bindende bepaling 34 van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Arendonk, namelijk : “ de gemeente maakt een sectoraal RUP op m.b.t. zonevreemde toeristisch-recreatieve infrastructuur alsook de centrumzones voor jeugdinfrastructuur in functie van het behoud van de huidige jeugdlokalen.”. Gelet op het gemeenteraadsbesluit dd. 11.09.2006 waarop de lastvoorwaarden voor de opmaak van dit RUP werden vastgesteld. Gelet op het Ruimtelijk actieplan sport – en jeugdinfrastructuur dd. maart 2006 als voorstudie voor de opmaak van het RUP zonevreemde jeugd –en sportinfrastructuur. Overwegende dat het plangebied volgens het gewestplan Turnhout, goedgekeurd bij koninklijk besluit 30 september 1977 van gelegen is in woongebied, woongebied met landelijk karakter, agrarisch gebied en natuurgebied; Gelet dat het verzoek tot raadpleging voor het RUP in het kader van de planMER screening werd verstuurd op 07.09.2009 aan de adviesinstanties; Gelet dat volgende adviezen ontvangen werden : Provinciebestuur Antwerpen, Dienst ruimtelijke planning Het advies werd ontvangen op 06.10.2009. Het advies is voorwaardelijk gunstig. Agentschap RO Vlaanderen – Ruimtelijke Ordening. Het advies werd ontvangen op 26.10.2009. Het advies is voorwaardelijk gunstig. Agentschap RO Vlaanderen -Onroerend Erfgoed Inhoud van het advies : geen bezwaar.
Agentschap voor Natuur en Bos Inhoud van het advies : er worden geen aanzienlijke milieueffecten verwacht voor het aspect fauna en flora die de opmaak van een planMER rechtvaardigen. Bloso Inhoud van het advies : Geen opmerkingen bij de inschatting van de mogelijke milieueffecten. Gelet dat het screeningsdossier overeenkomstig artikel 4.2.6§1 van het planMER – decreet ingediend werd op 20.11.2009; Gelet op de beslissing van de Dienst Mer dd. 26.11.2009 waarbij gesteld wordt dat : “het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en de opmaak van een planMER niet nodig is”. Overwegende dat er op 02.02.2010 een plenaire vergadering werd gehouden over het ontwerp ruimtelijk uitvoeringsplan zonevreemde jeugd – en sportinfrastructuur. Overwegende dat het voorontwerp RUP zonevreemde jeugd – en sportinfrastructuur werd voorgelegd voor advies aan volgende besturen en openbare instellingen : Provincie Antwerpen dienst ruimtelijke planning (DRP); Agentschap Ruimte&Erfgoed; Agentschap Natuur en Bos; Duurzame landbouwontwikkeling; Departement Leefmilieu, Natuur en Energie; Toerisme Vlaanderen; GECORO Arendonk. Gelet op het verslag van de plenaire vergadering dd. 02.02.2010 en de desbetreffende adviezen van de geraadpleegde besturen en openbare instellingen; Overwegende dat het ontwerp deels werd aangepast aan de opmerkingen van de plenaire vergadering; Overwegende dat het ontwerp RUP Zonevreemde jeugd- en sportinfrastructuur getoetst werd aan het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en ermee in overeenstemming is; Overwegende dat het RUP zonevreemde jeugd – en sportinfrastructuur voorlopig werd vastgesteld in zitting van de gemeenteraad dd. 28.06.2010; Gelet dat het voorlopig vastgestelde RUP openbaar gemaakt werd van 22.07.2010 tot 23.09.2010 conform artikel 2.2.14 VCRO. Overwegende dat er tijdens de duur van het openbaar onderzoek 2 bezwaarschriften werden ingediend en 2 adviezen werden overgemaakt; Overwegende dat volgende adviezen werden ontvangen tijdens de duur van het openbaar onderzoek : • Provinciebestuur Antwerpen, Dienst Ruimtelijke planning • Vlaamse Overheid, Agentschap Ruimte en Erfgoed Overwegende dat volgende bezwaren werden ontvangen tijdens de duur van het openbaar onderzoek : • Patrick Hendrickx voor FC Vrij Arendonk • Yvo Huybrechts voor FC Broekkant Overwegende dat de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening gelast is met de vaststelling en behandeling van de binnengekomen bezwaren en adviezen; Overwegende dat de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening de bezwaren en adviezen behandelde in zitting van 14.10.2010; Gelet op het advies van de Gecoro dd. 14.10.2010 aangaande de behandeling van de bezwaren en adviezen. Overwegende dat het advies van de Gecoro dd. 14.10.2010 voor het deelplan RUP02 en deelplan RUP 03 een uitdoofscenario adviseert van 15 jaar nadat een volwaardig alternatief beschikbaar is voor de gevestigde sportclubs. Gelet echter de beleidskeuze die gemaakt werd met de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan voor de bundeling van de voetbalinfrastructuur op Heikant; Overwegende dat de herbestemming van de terreinen van FC Vrij Arendonk en FC Broekkant naar een openruimte bestemming opgenomen is in het GRS;
Gelet dat de opmaak en uitvoering van BPA Heikant de eerste fase is in de bundeling van de voetbalinfrastructuur; Gelet dat de opmaak van het RUP zonevreemde jeugd- en sportinfrastructuur de tweede fase vormt met onder andere de herbestemming van FC Broekkant en FC Vrij Arendonk; Overwegende dat het gemeentebestuur alles in het werk zal stellen om een volwaardig alternatief te voorzien voor beide verenigingen binnen de vooropgestelde uitdooftermijn; Overwegende dat hierdoor het advies van de Gecoro niet gevolgd wordt. Overwegende dat op basis van de adviezen en bezwaarschriften uit het openbaar onderzoek volgende wijzigingen worden aangebracht aan het ontwerp RUP : Deelplan RUP03 – Meulegoor: stedenbouwkundige voorschriften artikel 2 – zone voor sport en recreatie – bebouwing: “bebouwing in functie van de toegelaten bestemmingen is toegestaan. Deze dient maximaal aan te sluiten bij de openbare wegenis.”. Deelplan RUP06 - Chiro De Burcht: stedenbouwkundige voorschriften artikel 1 – zone voor recreatie - groene buitenruimte: “Minimum 40% van het plangebied dient te worden ingericht als groene buitenruimte in functie van de buitenactiviteiten van de jeugd- en/of socioculturele vereniging(en).” Deelplan RUP07 – Chiro De Vraai: grafisch plan: Het groenscherm op de noordelijke rand van het plangebied ter hoogte van de achterste terreindelen wordt aangebracht. Deelplan RUP08 – KLJ Bosberg: De weergave van het plangebied wordt aan de correcte weergave aangepast. Overwegende dat de bezwaren en adviezen aan het college werden overgemaakt en vastgesteld door het schepencollege in zitting van 28.10.2010; BESLUIT: met 6 stemmen tegen (A+ en Vl. Belang) en 2 onthoudingen (VLD en NVA) Art.1 Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan zonevreemde jeugd – en sportinfrastructuur, opgemaakt door IOK, bestaande uit een plan van de bestaande en juridische toestand, een grafisch plan, de stedenbouwkundige voorschriften en een toelichting, aangepast na openbaar onderzoek, wordt definitief vastgesteld Art.2 Waterparagraaf Voor heel het RUP gelden volgende bepalingen die de impact van de uitvoering van het RUP op de waterhuishouding zullen minimaliseren en naar de toekomst toe zullen verbeteren. Deze algemene bepalingen zijn voor alle deelRUPs van toepassing. Ruimte voor water Bij de aanleg moet het waterbergend vermogen van het gebied zoveel mogelijk worden behouden en het overstromingsrisico worden beperkt. Waterkwaliteit De beoogde bestemmingen en toegelaten activiteiten mogen de waterkwaliteit van oppervlaktewater en grondwater niet doen achteruitgaan of een belemmering vormen voor het bereiken van de kwaliteitsdoelstellingen. Afwatering voor hemelwater Hemelwater dient maximaal opgevangen en maximaal herbruikt te worden. Overtollig hemelwater wordt maximaal ter plaatse geïnfiltreerd alvorens het (gebufferd) afgevoerd wordt naar oppervlaktewater of openbare RWA.
Bij afwatering van verhardingen die aanleiding kunnen geven tot verontreiniging dient deze afwatering gepaard te gaan met een specifieke zuivering. De aanleg van verhardingen dient zodanig te gebeuren dat het hemelwater de mogelijkheid moet krijgen om maximaal door te dringen in de ondergrond door afleiding van het hemelwater naar onverharde delen of door het gebruik van waterdoorlatende materialen tenzij dit vanuit andere regelgeving niet toegestaan is. Bij aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning dient te worden aangetoond dat de voorziene verhardingen functioneel noodzakelijk zijn. De functie en materiaalomschrijving moet duidelijk weergegeven worden. Volgende specifieke voorwaarden worden aan de verschillende deelRUPs toegevoegd. DeelRUP 02 FC Broekkant Het projectgebied is deels gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Het is echter niet gelegen binnen recent overstroomd gebied. De locatie is uitdovend. De maatregelen die vooropgesteld worden hebben een gunstige invloed op de waterhuishouding. Langsheen de Loopbeemdenloop en de Wamp dient een onderhoudsstrook vrijgehouden te worden met een minimale breedte van 5 meter te meten vanaf de rand van de waterloop. Bebouwing en constructies zijn niet toegestaan in deze strook. Beplantingen die de bereikbaarheid van de waterloop kunnen belemmeren zijn uitsluitend toegestaan met toestemming van de beheerder van de waterloop. DeelRUP 03 Meulegoor Het plangebied ligt niet binnen een van nature overstroombaar of overstromingsgevoelig gebied. Het plangebied is grotendeels infiltratiegevoelig, de randen zijn niet infiltratiegevoelig. Het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming. De verharding in het plangebied is beperkt. De voorziene maatregelen zullen een gunstige invloed hebben op de waterhuishouding. Het plangebied grenst niet aan een waterloop. De locatie is deels uitdovend. DeelRUP 04 Postelboer Het plangebied grenst aan de Maeskensloop (waterloop 3e categorie). De afwatering van het hemelwater gebeurt naar de Maeskensloop. Langsheen de Maeskensloop dient een onderhoudsstrook vrijgehouden te worden met een minimale breedte van 5 meter te meten vanaf de rand van de waterloop. Bebouwing en constructies zijn niet toegestaan in deze strook. Beplantingen die de bereikbaarheid van de waterloop kunnen belemmeren zijn uitsluitend toegestaan met toestemming van de beheerder van de waterloop. Het plangebied ligt niet binnen een van nature overstroombaar (NOG) of overstromingsgevoelig gebied. Het plangebied is infiltratiegevoelig. Het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming. Het plangebied is hoofdzakelijk onverhard. Er is geen negatieve impact op de waterhuishouding te verwachten. DeelRUP 05 Chiro Den Bemd De locatie grenst aan de Klotputtenloop (waterloop 3e categorie). Het hemelwater stroomt af naar de Klotputtenloop. Het plangebied sluit aan op mogelijk overstromingsgevoelig gebied. De locatie zelf is niet omvat in het gebied aangeduid als mogelijk overstromingsgevoelig. De mogelijke oprichting van gebouwen is op een aanvaardbare afstand voorzien van de mogelijk overstromingsgevoelige zone. Er is bijgevolg geen negatieve invloed te verwachten. Langsheen de Klotputtenloop dient een onderhoudsstrook vrijgehouden te worden met een minimale breedte van 5 meter te meten vanaf de rand van de waterloop. Bebouwing en
constructies zijn niet toegestaan in deze strook. Beplantingen die de bereikbaarheid van de waterloop kunnen belemmeren zijn uitsluitend toegestaan met toestemming van de beheerder van de waterloop. DeelRUP 06 Chiro De Burcht Het plangebied ligt niet binnen een van nature overstroombaar (NOG) of overstromingsgevoelig gebied. Het plangebied is infiltratiegevoelig, behoudens de noorderlijke zone. Het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming. De maatregelen verbonden aan het RUP hebben een gunstige invloed op de waterhuishouding. Er is geen negatieve impact op de waterhuishouding door uitvoering van het RUP. DeelRUP 07 De Vraai Het plangebied ligt niet binnen een van nature overstroombaar (NOG) of overstromingsgevoelig gebied. Het plangebied is infiltratiegevoelig. Het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming. Er is geen negatieve impact op de waterhuishouding door uitvoering van het RUP. DeelRUP 08 KLJ Bosberg Het plangebied ligt niet binnen een van nature overstroombaar (NOG) of overstromingsgevoelig gebied. Het plangebied is infiltratiegevoelig. Het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming. Er is geen negatieve impact op de waterhuishouding door uitvoering van het RUP. Er is geen negatieve impact op de waterhuishouding te verwachten door uitvoering van het RUP. Art.3 Het definitieve vastgestelde gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan wordt toegezonden aan de deputatie van de provincie Antwerpen, de planologisch ambtenaar en aan het Agentschap RO Vlaanderen. 15. Organiek reglement voor het beheersorgaan van het gemeenschapscentrum. Gelet op het decreet van13.07.2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid dat bepaalt dat een gemeente moet beschikken over een gemeenschapscentrum om in aanmerking te komen voor de subsidie voor de uitvoering van het cultuurbeleidsplan; Gelet op het feit dat een gemeenschapscentrum dient worden beheerd door een beheersorgaan; Gelet op de wet van 16.07.73 waarbij de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen gewaarborgd worden; Gelet op de wet van 28.01.74 betreffende het cultuurpact. BESLUIT: De gemeenteraad stelt het organiek reglement voor het beheersorgaan van het gemeenschapscentrum vast als volgt :
Organiek reglement beheersorgaan van het gemeenschapscentrum Titel I: Opdracht Artikel 1. Er wordt een beheersorgaan opgericht dat als opdracht krijgt de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen bij te staan bij het beheer van het gemeenschapscentrum.
Titel II: Omvang
Artikel 2. Het gemeenschapscentrum omvat volgende gebouwen: De Garve, gelegen te Van Eycklaan 7, 2370 Arendonk Inkomhal Gemeentelijke Academie voor Schone Kunsten, gelegen te Wampenberg 26, 2370 Arendonk Lokaal Heemkundig museum, gelegen te Molenwiel 37, 2370 Arendonk Lokaal De Arend, gelegen te Wampenberg 117, 2370 Arendonk Zaal De Ontmoeting, gelegen te Van Eycklaan 1, 2370 Arendonk Lokaal ’t Onkrooid, gelegen te Koeistraat 8, 2370 Arendonk
Titel III: Doel Artikel 3. Het gemeenschapscentrum is een culturele infrastructuur door de gemeente beheerd met het oog op cultuurparticipatie, gemeenschapsvorming en cultuurspreiding ten behoeve van de lokale bevolking en met bijzondere aandacht voor de culturele diversiteit. Deze taken worden geconcretiseerd in het gemeentelijke cultuurbeleidsplan.
Titel IV: Bevoegheden en verplichtingen Artikel 4. Het beheersorgaan beschikt over adviesrecht over alle aspecten van het beheer van het gemeenschapscentrum (zoals bij verbouwingswerken, inrichting en uitrusting, het financiële beleid, het opstellen van het huishoudelijke reglement, de concessiecontracten en de huurovereenkomsten,…) en het beleidsplan in verband met de onderdelen over het gemeenschapscentrum. Om zijn bevoegdheden daadwerkelijk te kunnen uitoefenen heeft het beheersorgaan recht op informatie over alle beleidsbeslissingen van de inrichtende overheid betreffende het gemeenschapscentrum.
Titel V: Samenstelling Artikel 5. § 1. Het beheersorgaan wordt samengesteld enerzijds uit afgevaardigden van de inrichtende overheid, aangewezen volgens het stelsel van integraal evenredige vertegenwoordiging en anderzijds uit vertegenwoordigers van filosofische en ideologische strekkingen. Daarnaast kan het al samengestelde beheersorgaan deskundigen coöpteren als werkend lid. Het aantal deskundigen mag niet groter zijn dan één derde van het totale aantal leden van het beheersorgaan vóór coöptatie. Het aantal leden van het beheersorgaan bedraagt 10. De berekening van het aantal afgevaardigden per politieke fractie gebeurt op basis van het aantal leden dat elke politieke fractie telde op het ogenblik van de installatievergadering van de gemeenteraad.
§ 2. De gemeenteraad bepaalt de criteria waaraan de afgevaardigden van gebruikers en filosofische en ideologische strekkingen moeten beantwoorden en de manier waarop kandidaturen ingediend worden. In de mate van het mogelijke zal een onrechtmatig overwicht zowel van één van de ideologische en filosofische strekkingen als van één van de gebruikersgroeperingen worden voorkomen. § 3. De (gecoöpteerde) leden van het beheersorgaan worden benoemd door de gemeenteraad. § 4. De toetreding tot het beheersorgaan impliceert de aanvaarding van het organiek reglement en het eventuele huishoudelijk reglement, en houdt de verplichting in tot het nakomen ervan. Artikel 6. §1. De hoedanigheid van lid van het beheersorgaan wordt verloren: a) Voor de leden die benoemd zijn op voordracht van een politieke fractie van de gemeenteraad: indien op voorstel van deze fractie een ander lid wordt benoemd. b) Voor de leden die benoemd werden als afgevaardigde van de gebruikers of van de filosofische en ideologische strekkingen: indien door de gemeenteraad een andere afgevaardigde wordt benoemd. c) Voor gecoöpteerde leden: het lidmaatschap vervalt automatisch wanneer de gemeenteraad overgaat tot een globale hernieuwing van zijn vertegenwoordigers in de loop van de zes eerste maanden volgend op de installatie van de nieuwe gemeenteraad. d) Door ontslag van het lid. Dit ontslag dient schriftelijk aan de voorzitter van het beheersorgaan meegedeeld te worden. e) Door overlijden of rechtsonbekwaamheid. f) Door uitsluiting, waarover het beheersorgaan met een meerderheid van twee derden van de aanwezige stemgerechtigde leden beslist. Een niet-gemotiveerde afwezigheid op drie achtereenvolgende samenkomsten van het beheersorgaan is een reden tot uitsluiting. De gemeenteraad moet overgaan tot een globale hernieuwing van zijn vertegenwoordigers in de loop van de zes eerste maanden volgend op de installatie van een nieuwe gemeenteraad. § 2. Het lidmaatschap mag niet langer duren dan zes jaar, maar is hernieuwbaar. De lidmaatschappen die worden toegekend na de goedkeuring van dit organiek reglement, lopen tot ten laatste zes maanden na installatie van een nieuwe gemeenteraad. Het vroegere beheersorgaan blijft echter in functie totdat de nieuwe raad is geïnstalleerd. § 3. Indien aan een lidmaatschap voortijdig een einde komt, door de redenen vermeld in dit artikel, wordt zo spoedig mogelijk in de opvolging voorzien door de gemeenteraad. Deze opvolging moet geschieden met inachtneming van de voorwaarden gesteld onder artikel 6. De opvolger voleindigt het mandaat.
Titel VI: Voorzitter, Ondervoorzitter Artikel 7. Het beheersorgaan kiest onder zijn stemgerechtigde leden bij geheime stemming en bij volstrekte meerderheid een voorzitter en een ondervoorzitter, zodanig dat één van beiden behoort tot de afgevaardigden van gebruikers en van ideologische en filosofische strekkingen.
Titel VII: Secretariaat Artikel 8. De zittingen van het beheersorgaan worden bijgewoond door de cultuurbeleidscoördinator, zonder stemrecht. De cultuurbeleidscoördinator neemt de taak van secretaris van het beheersorgaan waar.
Titel VIII: Samenkomsten, Huishoudelijk reglement Artikel 9. Het beheersorgaan komt ten minste eenmaal per jaar samen en zo dikwijls als de belangen van het gemeenschapscentrum vereisen. Artikel 10. Het beheersorgaan stelt een huishoudelijk reglement op waarin zij haar interne werking verder regelt, minstens wat betreft de leiding der vergaderingen, de agenda en de wijze van stemmen. Het huishoudelijk reglement dient niet aan de gemeenteraad ter goedkeuring te worden voorgelegd. Artikel 11. §1. Van elke bijeenkomst van het beheersorgaan, wordt een verslag opgesteld en opgenomen in een register. Deze notulen worden opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de secretaris en door hem samen met de voorzitter ondertekend, na goedkeuring op de volgende samenkomst. §2. De leden, de waarnemers en het college van burgemeester en schepenen ontvangen een beknopt verslag van de samenkomsten van het beheersorgaan binnen één maand na de samenkomst.
Titel IX: Waarnemers, Werkgroepen Artikel 12. Het beheersorgaan kan waarnemers met een raadgevende stem aanduiden. Artikel 13. Het beheersorgaan kan werkgroepen vormen, waarvan de samenstelling en de werking bij huishoudelijk reglement bepaald worden. Het voorzitterschap van deze werkgroepen wordt steeds waargenomen door een lid van het beheersorgaan. In de schoot van deze werkgroepen kan beroep gedaan worden op niet-leden van het beheersorgaan of deskundigen.
Titel X: Verzekeringen Artikel 14. Het beheersorgaan ressorteert onder het gemeentebestuur. Ter dekking van de risico’s “Burgerlijke Aansprakelijkheid”, “Rechtsbijstand” en “Lichamelijke Ongevallen”, zal het gemeentebestuur de nodige verzekeringspolissen afsluiten voor de stemgerechtigde leden en de waarnemers van het beheersorgaan. Artikel 15. Aan het organiek reglement voor het beheersorgaan kunnen slechts wijzigingen door de gemeenteraad aangebracht worden, na voorafgaande besprekingen met het beheersorgaan, die tevens gevraagd moet worden een schriftelijk advies uit te brengen. 16. Vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger van de gemeente op de buitengewone algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging CIPAL van 10 december 2010. Gelet op de artikelen 19 tot en met 41 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 in verband met de werking van de gemeenteraad; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en in het bijzonder op de artikelen 42 en 43 inzake de bevoegdheid van de gemeenteraad; Gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; Gelet op het feit dat de gemeente deelnemer is van de dienstverlenende vereniging CIPAL; Overwegende dat artikel 44 van het decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking bepaalt dat de benoemingsprocedure met de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering; Gelet op artikel 35 van de statuten van de dienstverlenende vereniging CIPAL; Gelet op de oproepingsbrief van 25 oktober 2010 tot de buitengewone algemene vergadering van CIPAL van 10 december 2010 om 10.30 uur op de maatschappelijke zetel van CIPAL te 2440 Geel, Cipalstraat 1 met de volgende agendapunten: 1. Aanvaarding van nieuwe deelnemer(s). 2. Vastlegging van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2011. 3. Goedkeuring van de begroting voor het boekjaar 2011. 4. Benoeming en vervanging van leden van het adviescomité 5. Goedkeuring van het verslag, staande de vergadering. Gelet op de toelichtende nota van CIPAL bij de agendapunten van de algemene vergadering van 10 december 2010, zoals gevoegd als bijlage bij de oproepingsbrief van 25 oktober 2010; Gelet op het voorstel van de raad van bestuur van de dienstverlenende vereniging CIPAL; Overwegende dat geen redenen voorhanden zijn om goedkeuring van de agendapunten te weigeren; Na beraadslaging en stemming. BESLUIT: Artikel 1: Op basis van de bekomen documenten en de toelichtende nota worden de agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging CIPAL van 10 december 2010, zoals overgemaakt per aangetekend schrijven van 25 oktober 2010, goedgekeurd.
Artikel 2: De afgevaardigde van de gemeente wordt gemandateerd om op de buitengewone algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging CIPAL van 10 december 2010 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden) te handelen en te beslissen conform de beslissingen die door de gemeenteraad zijn genomen over de agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging CIPAL van 10 december 2010 en verder al het nodige te doen voor de afwerking van de volledige agenda. Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van onderhavige beslissing en zal onverwijld een afschrift van deze beslissing bezorgen aan de dienstverlenende vereniging CIPAL, Cipalstraat 1 te 2440 Geel. VARIA Raadslid Benny Maes van A+ vraagt naar de stand van zaken in het dossier “sportgemeente 2013”. Schepen Bart Vosters antwoordt dat er nog geen enkel project werd toegewezen door de Vlaamse Regering,dat er nog geen bekendmaking is gebeurd en dat het budget al zou teruggebracht zijn van 400.000,00 EUR naar 150.000,00 EUR. Raadslid Jean Wijnen van Vlaams Belang verwijst naar de ‘behaag-actie’ en vraagt of het niet mogelijk is dat gedurende een bepaalde periode niet zou moeten betaald worden op het containerpark voor snoeihout. Schepen Wim Hendrickx stelt voor dit te bekijken in het college. De burgemeester antwoordt dat het genot van een haag zelf moet betaald worden en niet door de gemeenschap.