Uitstroomprofielen in het voortgezet speciaal onderwijs
mevrouw dr. L. Sontag mevrouw drs. J. Westerlaken
het PON, kennis in uitvoering
Tilburg, maart 2010
Colofon
Het PON heeft dit onderzoek verricht in opdracht van Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Auteurs Linda Sontag en Jolanda Westerlaken PON Publicatienummer 10-09 ISBN 978-90-5049-488-5 Datum maart 2010
© 2010 het PON, kennis in uitvoering. Het auteursrecht van deze publicatie berust bij het PON. Gehele of gedeeltelijke overname van teksten is toegestaan, mits daarbij de bron wordt vermeld. Vermenigvuldiging en publicatie in een andere vorm dan dit rapport is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van het PON. Hoewel deze publicatie met de grootst mogelijke zorg is samengesteld, kan het PON geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten.
Meer informatie: www.hetpon.nl
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2
Opzet onderzoek 5 Achtergrond 5 Uitvoering en respons 5
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.2
Aanbod van uitstroomprofielen 9 Aanbod uitstroomprofielen 9 Uitstroomprofiel vervolgonderwijs 10 Aanbod uitstroomprofiel arbeidstoeleiding 11 Aanbod uitstroomprofiel dagbesteding 12 Aanbod per cluster 13 Voldoet het onderwijsaanbod? 13
3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3
Spreiding uitstroomprofielen 17 Spreiding over de provincies 17 Spreiding over de regionale expertisecentra 18 Het aanbod in cluster 1 en 2 19 Het aanbod in cluster 3 20 Het aanbod in cluster 4 22 Spreiding over gemeenten 24 Vervolgonderwijs 25 Arbeidstoeleiding 26 Dagbesteding 27
4
Tot slot 29
Bijlage: Vragenlijst 31
1 Opzet onderzoek In dit hoofdstuk bespreken we de aanleiding voor het uitvoeren van een quick scan onder scholen voor voortgezet speciaal onderwijs. Aan de orde komt de selectie van scholen, de wijze van benaderen van de scholen en het verloop van het veldwerk. Tevens wordt een overzicht gegeven van de respons.
1.1 Achtergrond Het ministerie van OCW treft momenteel voorbereidingen voor wetgeving rondom uitstroomprofielen in het voortgezet speciaal onderwijs. In dit wetsvoorstel zullen voor leerlingen van scholen voor voortgezet speciaal onderwijs (VSO-scholen) de volgende drie uitstroomprofielen worden onderscheiden: Vervolgonderwijs Arbeidsmarktgericht Dagbesteding De voorbereiding van dit wetsvoorstel is nog in volle gang. Ten behoeve van het wetgevingstraject is het nodig om op zeer korte termijn een overzicht van de spreiding van deze drie uitstroomprofielen over het land te hebben. Een belangrijke vraag die voor de concretisering van de wet beantwoord dient te worden is in hoeverre er een landelijke dekking en regionale spreiding van deze profielen bestaat. Om deze vraag te beantwoorden is door het PON in opdracht van het ministerie van OCW een quick scan uitgevoerd onder alle scholen in Nederland die voortgezet speciaal onderwijs aanbieden. In januari 2010 zijn daartoe alle vestigingen van deze scholen benaderd. Voor een overzicht en de adresgegevens van deze scholen is gebruik gemaakt van een adressenbestand van Cfi, met gegevens op vestigingsniveau (zes-cijferige BRIN nummers). Dit bestand bevatte alle vestigingen van scholen die onder de Wet op de Expertisecentra (WEC) vallen en waar ook leerlingen van 16 jaar en ouder staan ingeschreven.
1.2 Uitvoering en respons Het bestand van Cfi bevatte 338 BRIN nummers van hoofdlocaties en vestigingen van VSO-scholen. Er is expliciet voor gekozen om niet alleen de hoofdlocaties, maar juist de vestigingen, te benaderen omdat veel VSO-scholen op meerdere plaatsen zijn gevestigd die vaak ver uit elkaar liggen. Deze hebben allen een brief gekregen en een e-mail (voor zover deze adressen in het Cfi bestand beschikbaar waren) met een uitnodiging om de vragenlijst via internet in te vullen (een overzicht van de vragen is opgenomen in bijlage A).
Opzet onderzoek
5
Na een week is een herinneringsmail verstuurd aan de scholen. Na deze herinnering had al 65 procent van de scholen de vragenlijst via internet ingevuld. De scholen die na tien dagen de vragenlijst nog niet hadden ingevuld, zijn daarna telefonisch benaderd. Tijdens het contact werd in veel gevallen direct de vragenlijst afgenomen. Tijdens de uitvoering van de quick scan bleek uit reacties van scholen dat het gebruikte adressenbestand niet helemaal geschikt was voor ons doel. Zo bevatte het scholen die weliswaar in het verleden VSO-onderwijs verzorgden, maar nu niet meer. Ook was op een aantal adressen geen school gevestigd, maar bijvoorbeeld een administratiekantoor of een justitiële jeugdinrichting waarvan het onderwijs op een ander adres werd verzorgd. Verder gaf een aantal vestigingen aan dat de vragenlijst voor meerdere vestigingen tegelijk ingevuld zou worden omdat het onderwijsaanbod van deze vestigingen vergelijkbaar was. Ook is het bij een aantal vestigingen, ondanks diverse pogingen via mail en telefoon, niet gelukt om contact te leggen. Van een aantal van de moeilijk bereikbare scholen is informatie over het onderwijsaanbod uit de schoolgidsen (die op internet beschikbaar waren) gehaald. Uiteindelijk zijn op deze manier de gegevens van het onderwijsaanbod van 297 vestigingen van VSO-scholen verkregen. Dit betekent een responspercentage van 96 procent. Dit is een hele hoge respons die toont hoe groot de bereidwilligheid van de scholen was om mee te werken en illustratief is voor het belang dat zij hechten aan de ontwikkelingen rondom de uitstroomprofielen! Deze hoge respons is mede tot stand gekomen door de administratieve ondersteuning van de WEC-raad. In de tabel is te lezen hoe dit percentage tot stand is gekomen. Tabel 1 Overzicht respons quick scan Aantal vestigingen
Percentage
338
100%
Behoort niet tot de doelgroep
17
5%
Heeft vragenlijst met ander brinnummer ingevuld
13
4%
VSO-school
308
91%
Totaal aantal „geschikte‟ VSO-scholen, waarvan:
308
100%
11
4%
297
96%
Totaal aantal vestigingen dat is aangeschreven, waarvan:
Geen informatie gekregen Respons
De vragenlijst was geadresseerd aan de directeur en is in de meeste gevallen ingevuld door de (locatie)directeur, adjunct-directeur of stagecoördinator. Andere functionarissen die de vragenlijst invulden waren beleidsmedewerker, afdelings- of teamleider, decaan, intern coach/begeleider, zorgcoördinator of orthopedagoog.
6
Uitstroomprofielen in het voortgezet speciaal onderwijs
Tabel 2 Overzicht functie respondenten Aantal vestigingen
Percentage
160
60%
3
1%
Stagebegeleider/coördinator
31
12%
Administratief medewerker
13
5%
Anders
61
23%
(Locatie)directeur Docent
Leeswijzer Hoewel het in dit onderzoek eigenlijk alleen gaat om vestigingen van scholen, gebruiken we in deze rapportage voor het gemak de termen vestigingen en scholen door elkaar. Als we dus de term ‟scholen‟ gebruiken, bedoelen we de vestiging van een school die een vragenlijst heeft ingevuld. Alle gegevens in deze rapportage hebben betrekking op het schooljaar 2009-2010.
Opzet onderzoek
7
8
Uitstroomprofielen in het voortgezet speciaal onderwijs
2 Aanbod van uitstroomprofielen In dit hoofdstuk worden de resultaten van de vragen van de quick scan besproken. Allereerst gaan we in op het aanbod van de drie uitstroomprofielen. Daarna komt aan de orde in hoe verre scholen in staat zijn te voldoen aan de vraag van hun leerlingen en welke oplossingen zij bieden als hun onderwijs aanbod niet voldoet.
2.1 Aanbod uitstroomprofielen Na een korte omschrijving van de drie uitstroomprofielen werd aan de scholen de volgende vraag gesteld: Biedt uw locatie/vestiging in het schooljaar 2009/2010 dit uitstroomprofiel of een vergelijkbaar onderwijsaanbod aan? In de tabel hieronder geven we de resultaten van alle scholen voor de drie uitstroomprofielen. Ruim de helft van de scholen (55 procent) geeft aan op dit moment een onderwijsaanbod te hebben dat past bij de gegevens omschrijving van het uitstroomprofiel vervolgonderwijs. Een groter percentage scholen (69 procent) biedt het uitstroomprofiel arbeidstoeleiding al aan. Het uitstroomprofiel dagbesteding wordt op dit moment op 62 procent van de scholen aangeboden. Tabel 3 Aanbod uitstroomprofielen (aantal vestigingen = 297) Aantal vestigingen dat dit aanbiedt
Percentage van totaal aantal vestigingen
Vervolgonderwijs
163
55%
Arbeidstoeleiding
204
69%
Dagbesteding
183
62%
De meeste scholen bieden meer dan één uitstroomprofiel aan. In de volgende tabel staat een overzicht van het aantal scholen dat 0, 1, 2 of 3 profielen aanbiedt. Het blijkt dat de meeste vestigingen twee van de drie profielen aanbieden. Meestal is dat dan een combinatie van vervolgonderwijs met arbeidstoeleiding of de combinatie arbeidstoeleiding met dagbesteding. Een kwart van de vestigingen biedt alle drie de profielen aan. Bijna 1 op de 10 vestigingen biedt (nog ) geen van de drie profielen aan.
Aanbod van uitstroomprofielen
9
Tabel 4 Aantal profielen per vestiging Aantal vestigingen
Percentage
Geen van deze profielen
23
8%
1 profiel
76
26%
2 profielen
120
40%
3 profielen
78
26%
2.1.1 Uitstroomprofiel vervolgonderwijs De volgende omschrijving van dit uitstroomprofiel is aan de scholen voorgelegd: Het onderwijs in dit uitstroomprofiel is gericht op het behalen van een regulier diploma, op doorstromen naar vervolgonderwijs of terugstroom van de leerling naar het reguliere onderwijs. Het onderwijs is inhoudelijk geënt op het reguliere onderwijs. De leerling behaalt een diploma VWO, HAVO of VMBO. Zoals al eerder aangegeven zegt 55 procent van de scholen dit uitstroomprofiel al aan te bieden. Op 42 procent van de scholen is er geen aanbod op dit gebied en 3 procent zegt dit profiel in de toekomst wel aan te bieden. Tabel 5 Uitstroomprofiel vervolgonderwijs Aantal vestigingen
Percentage
Ja
163
55%
Nee
124
42%
10
3%
In de toekomst
Aan de scholen die het uitstroomprofiel vervolgonderwijs op dit moment aanbieden is vervolgens gevraagd op welke onderwijstypen hun aanbod is gericht. Tabel 6 Aanbod onderwijstype (meerdere antwoorden mogelijk) Aantal vestigingen
Percentage (van antwoorden)
VMBO beroepsgerichte leerwegen
102
77%
VMBO theoretische leerweg
109
83%
HAVO
53
40%
VWO
15
11%
MBO niveau 1-2
61
46%
10 Uitstroomprofielen in het voortgezet speciaal onderwijs
De meerderheid van de scholen biedt onderwijs op het VMBO niveau aan, 40 procent biedt onderwijs op HAVO niveau aan en 11 procent op VWO niveau. Bijna de helft van de scholen bereidt de leerlingen voor op MBO niveau 1-2. Een aantal scholen gaf nog een ander antwoord op deze vraag. Een groot deel van deze scholen gaf aan dat hun onderwijs inhoudelijk geënt is op het praktijkonderwijs. Andere antwoorden die hier werden gegeven waren: het halen van deelcertificaten vmbo/havo/vwo, diplomering via IVIO certificaten, arbeidsmarktgerichte trajecten, AKA, en onderwijs dat bij het niveau van de leerling past. Deze antwoorden doen vermoeden dat scholen geen strikte scheidslijn hanteren tussen de uitstroomprofielen vervolgonderwijs en arbeidstoeleiding, maar uitgaan van maatwerk. Speciaal voor het VMBO onderwijs is doorgevraagd naar de sectoren waarop het aanbod van de school gericht is. Voor de beroepsgerichte leerwegen (GL, KB en BB) geldt dat er het meeste aanbod is in de sector economie. Binnen de theoretische leerweg geldt dat voor de sector economie. Op een derde van de scholen wordt zowel voor de beroepsgerichte leerwegen als de theoretische leerweg een intersectoraal programma aangeboden. Tabel 7 Aanbod sectoren binnen het VMBO VMBO beroepsgerichte leerwegen
Percentage
VMBO theoretische leerweg
Percentage
Landbouw
30
28%
23
23%
Economie
82
75%
68
67%
Zorg en welzijn
73
67%
64
63%
Techniek
49
45%
46
45%
Intersectoraal
33
30%
33
32%
2.1.2 Aanbod uitstroomprofiel arbeidstoeleiding De volgende omschrijving van dit uitstroomprofiel is aan de scholen voorgelegd: Leerlingen met dit profiel worden begeleid naar het uitoefenen van een functie op de regionale arbeidsmarkt (inclusief de sociale werkvoorziening), tot aan het niveau van de assistentenopleiding MBO-1 of AKA. Praktijklessen en stages maken onderdeel uit van het onderwijsprogramma. De leerling behaalt in de toekomst een VSO-diploma en stelt een portfolio samen dat zo mogelijk ook certificaten bevat als onderdelen van het (mbo) beroepskwalificatiedossier, branchecertificaten en/of IVIO diploma’s. Op twee van de drie VSO-scholen wordt dit onderwijsaanbod al verzorgd. Van de overige scholen geeft 18 procent aan dit aanbod niet te hebben en 13 procent zegt het in de toekomst te willen gaan aanbieden.
Aanbod van uitstroomprofielen
11
Tabel 8 Uitstroomprofiel arbeidstoeleiding Aantal vestigingen
Percentage
204
69%
Nee
53
18%
In de toekomst
37
13%
Ja
In de praktijk blijkt dat de onderwijsperiode die naar arbeid toe leidt binnen de scholen op veel verschillende manieren kan worden afgerond. Het meeste gebruikte instrument om deze onderwijsperiode af te sluiten is het portfolio of een daarmee vergelijkbaar document. Op een tweede plaats staat het branchecertificaat, gevolgd door het IVIO diploma. Op bijna alle scholen wordt in ieder geval een manier van afronden aangeboden, slechts op 5 procent van de scholen is dat niet het geval. Tabel 9 Afronding onderwijs arbeidstoeleiding (meerdere antwoorden mogelijk) Aantal vestigingen
Percentage
133
68%
IVIO diploma
84
43%
Branchecertificaat
99
51%
9
5%
66
34%
Portfolio (of vergelijkbaar)
Geen van deze Andere afronding
Scholen hebben nog meer manieren waarop deze onderwijsperiode kan worden afgerond. De volgende antwoorden werden meerdere keren gegeven: AKA-certificaat, eigen certificaten en andere getuigschriften die door de school zelf, het ROC dan wel de stageplek worden opgesteld. 2.1.3 Aanbod uitstroomprofiel dagbesteding De volgende omschrijving van dit uitstroomprofiel is aan de scholen voorgelegd: Het profiel dagbesteding is bestemd voor leerlingen die uitstromen naar een vorm van, al dan niet arbeidsmatige dagactiviteiten. Het onderwijs bereidt deze leerlingen voor op het zo zelfstandig mogelijk functioneren in vormen van, al dan niet arbeidsmatig ingevulde, dagactiviteiten. Aan het eind van hun opleiding ontvangen deze leerlingen in de toekomst een VSO-diploma. Op bijna twee derde van de scholen kunnen leerlingen een onderwijsaanbod volgen dat hen voorbereidt op dagbesteding. Minder dan een derde van de scholen heeft dit onderwijsaanbod niet en 8 procent geeft aan het in de toekomst wel te willen aanbieden.
12 Uitstroomprofielen in het voortgezet speciaal onderwijs
Tabel 10
Uitstroomprofiel dagbesteding Aantal vestigingen
Percentage
183
62%
Nee
89
30%
In de toekomst
22
8%
Ja
2.1.4 Aanbod per cluster Vanwege de grote verschillen in de leerlingenpopulatie van de scholen per WEC cluster is in de onderstaande tabel informatie opgenomen over het aanbod van de uitstroomprofielen van de VSO-scholen naar cluster. In de tabel staat het percentage scholen binnen de vier clusters weergegeven dat op dit moment het betreffende profiel al aanbiedt. De indeling van de scholen in de clusters is gebaseerd op de indeling van scholen in Regionale Expertisecentra (REC‟s) die het Cfi hanteert. Tabel 11
Aanbod uitstroomprofielen per WEC cluster
Cluster 1 (n = 6)
Cluster 2 (n = 16)
Cluster 3 (n = 136)
Cluster 4 (n = 139)
Vervolgonderwijs
67%
81%
26%
80%
Arbeidstoeleiding
67%
75%
64%
75%
Dagbesteding
67%
31%
86%
42%
De percentages in de tabel komen redelijk overeen met wat men kan verwachten op grond van het type leerling dat een school binnen een bepaald cluster bezoekt. Zo wordt er binnen cluster 3 (met een groot aanbod gericht op verstandelijk gehandicapten) „slechts‟ op een van de vier scholen het uitstroomprofiel vervolgonderwijs aangeboden. In de andere clusters is dit percentage veel hoger. De spreiding over de clusters, met uitsplitsingen naar de REC‟s wordt verder in hoofdstuk 3 uitgewerkt.
2.2 Voldoet het onderwijsaanbod? De vestigingen is de volgende vraag voorgelegd: Is uw school met het huidige onderwijsaanbod in staat om elke leerling het meest geschikte uitstroomprofiel te bieden? Ruim de helft van de scholen geeft aan hiertoe in staat te zijn, maar een aanzienlijk deel van de scholen geeft aan dit niet te kunnen realiseren.
Aanbod van uitstroomprofielen
13
Tabel 12 Realisatie passend onderwijsaanbod Aantal vestigingen
Percentage
Ja
160
61%
Nee
104
39%
Bij de scholen die „nee‟ antwoorden is gevraagd om een toelichting op hun antwoord. Veel scholen geven daarbij aan dat zij soms moeite hebben om hun sterk gedifferentieerde leerlingenpopulatie een passend aanbod te doen. De ambities van deze scholen om voor elke leerling maatwerk te leveren zijn volgens hen moeilijk realiseerbaar omdat zij tegen de fysieke en inhoudelijke grenzen van hun onderwijsaanbod aanlopen. Er zijn geen aanwijzingen dat de moeite die scholen hebben om een geschikt onderwijsaanbod te verzorgen samenhangt met de uitstroomprofielen die ze aanbieden. Er zijn wel verschillen tussen de WEC clusters. Van de vestigingen in cluster 4 geeft bijna de helft van de scholen (48 procent) aan hier moeite mee te hebben, binnen cluster 3 geldt dat voor 35 procent van de vestigingen en bij cluster 2 voor 25 procent. Binnen cluster 1 geeft geen enkele vestiging te kennen geen passend onderwijsaanbod te kunnen realiseren. Vervolgens is gevraagd naar de oplossingen die een school heeft voor het geval een leerling een uitstroomprofiel heeft waar het onderwijsaanbod van de school (nog) niet in voorziet. In onderstaande tabel is te zien welke oplossingen de scholen hanteren. In de meeste gevallen zoekt een school samenwerking met een andere school. Tabel 13
Oplossingen niet voldoen onderwijsaanbod (meerdere antwoorden mogelijk)
Aantal vestigingen
Percentage (gebaseerd op antwoorden)
Verwijzen naar andere school
39
38%
Samenwerken met andere school
70
67%
In ander profiel plaatsen
41
39%
Andere oplossing
41
39%
Andere oplossingen die de scholen hier geven zijn: samenwerken met niet onderwijs organisaties zoals CWI en andere ketenpartners, zorginstellingen, symbiose, trajecten inkopen bij ROC, verwijzen naar andere regio, ouders inschakelen, onderwijsaanbod en methodes aanpassen, leren op de werkplek, andere locatie, tijdelijk een alternatief aanbieden en een ander niveau aanbieden. De oplossing om te verwijzen naar een andere school betreft in meer dan de helft van de gevallen niet een andere VSO-school binnen het eigen bestuur. Bij samenwerking met een andere school gebeurt dat nog minder vaak, in een van de drie gevallen.
14 Uitstroomprofielen in het voortgezet speciaal onderwijs
Meer dan de helft van deze scholen verwijst wel naar of werkt wel samen met een andere school binnen het eigen REC. Expertise rondom een handicap telt hier zwaarder dan de bestuurlijke band. Tabel 14
erwijzen of samenwerken andere school (meerdere antwoorden mogelijk) Percentage van vestigingen dat verwijst (n = 39)
Percentage van vestigingen dat samenwerkt (n = 70)
Binnen eigen bestuur
56%
37%
Binnen eigen REC
59%
57%
Anders
77%
74%
Bij het verwijzen naar een andere school wordt als andere oplossing vooral verwijzing naar een reguliere onderwijsvoorziening genoemd. Leidend is vaak ook de aanwezigheid van een voorziening in de buurt of regio van de leerling. Bij de andere oplossingen voor samenwerking met andere scholen wordt met name samenwerking met het reguliere onderwijs, ROC‟s en praktijkonderwijs genoemd. Ook hier wordt vaak gezocht naar samenwerking met scholen die in de regio liggen.
Aanbod van uitstroomprofielen
15
16 Uitstroomprofielen in het voortgezet speciaal onderwijs
3 Spreiding uitstroomprofielen Een van de belangrijkste vragen van dit onderzoek is welke uitstroomprofielen scholen nu al aanbieden en de spreiding van dit aanbod over het land. In dit hoofdstuk laten we zien in hoeverre dat het geval is. We kijken daarbij naar de spreiding over de provincies, de regionale expertise centra en gemeenten.
3.1 Spreiding over de provincies In de tabel laten we de resultaten per provincie zien, eerst in een tabel, daarna in een kaart. Het aantal VSO-scholen vertoont grote verschillen per provincie, hetgeen uiteraard samen zal hangen met de omvang van de populatie in de betreffende provincies. Zo telt Zeeland maar vijf vestigingen van scholen die onder onze doelgroep vielen, terwijl we in Zuid-Holland van 56 vestigingen informatie hebben. Het aanbod van de uitstroomprofielen lijkt goed gespreid te zijn over de provincies. Hoewel er verschillen zijn in de verhoudingen tussen de drie profielen, zijn in elke provincie meerdere vestigingen van scholen te vinden waar een bepaald uitstroomprofiel wordt aangeboden. Tabel 15 Aanbod uitstroomprofielen per provincie (percentage ‘ja’) Vervolgonderwijs
Arbeidstoeleiding
Dagbesteding
Aantal scholen in deze provincie
33%
75%
50%
9
Flevoland
100%
80%
60%
5
Friesland
38%
69%
77%
13
Gelderland
44%
62%
62%
50
Groningen
64%
71%
50%
14
Limburg
47%
82%
71%
17
Noord-Brabant
58%
70%
62%
38
Noord-Holland
68%
66%
50%
44
Overijssel
52%
79%
67%
25
Utrecht
62%
62%
57%
21
Zeeland
40%
60%
80%
5
Zuid-Holland
55%
71%
70%
56
Totaal
55%
69%
62%
297
Drenthe
Spreiding uitstroomprofielen
17
3.2 Spreiding over de regionale expertisecentra Op basis van de indeling in regionale expertisecentra die het Cfi voor de VSOscholen hanteert, zijn onderstaande tabellen en kaartjes samengesteld. Voor de naamgeving van de REC‟s is aangesloten bij het overzicht dat te vinden is op de website van de WEC-raad. De aantallen vestigingen die in deze tabellen worden genoemd, zijn gebaseerd op de totale respons van deze quick scan. Aangezien de respons niet precies 100 procent was en de vragenlijst van een aantal vestigingen onder een ander brinnummer is ingevuld, kunnen de aantallen in deze tabellen enigszins afwijken van de werkelijke aantallen (zie hiervoor ook de opmerking in hoofdstuk 4 „Tot slot‟).
18 Uitstroomprofielen in het voortgezet speciaal onderwijs
3.2.1 Het aanbod in cluster 1 en 2 Binnen cluster 1, het onderwijs aan visueel gehandicapten, zijn geen regionale expertisecentra te onderscheiden. De resultaten voor de scholen in dit cluster zijn opgenomen in de tabel bij cluster 2. Voor leerlingen met een visuele handicap zijn landelijk zes vestigingen voor VSO beschikbaar. Voor elk uitstroomprofiel is een aanbod aanwezig op vier van de zes vestigingen. Het onderwijs binnen cluster 2 wordt landelijk op 16 vestigingen verzorgd. Opvallend is dat binnen het expertisecentrum Noord-Nederland voor leerlingen met auditieve beperkingen geen aanbod schijnt te zijn dat hen voorbereidt op dagbesteding. Binnen de andere expertisecentra is het aanbod wel compleet. Tabel 16 Aanbod uitstroomprofielen per REC: cluster 1 en 2 (percentage ‘ja’) Vervolgonderwijs
Arbeidstoeleiding
Dagbesteding
Aantal scholen in dit REC
67%
67%
67%
6
REC 2-1 Noord Nederland
100%
100%
0%
2
REC 2-2 Holland Flevoland
100%
75%
25%
4
57%
57%
43%
7
100%
100%
33%
3
Cluster 1
REC 2-6 ZeON REC 2-8 Midden Zuid West
In het kaartje op de volgende bladzijde staat voor cluster 1 en per REC van cluster 2 voor alle drie de uitstroomprofielen aangegeven welke percentage van de VSOscholen in dat REC een dergelijk onderwijsaanbod verzorgt.
Spreiding uitstroomprofielen
19
3.2.2 Het aanbod in cluster 3 Onder de gezamenlijke expertisecentra voor leerlingen met gedrags- en sociaal emotionele problematiek (cluster 4), vallen 136 vestigingen van VSO-scholen. De omvang van een REC, uitgedrukt in het aantal vestigingen per REC, varieert in dit cluster van 3 tot 20 vestigingen. In het kaartje is te zien dat ook de geografische omvang van de REC‟s nogal verschilt. Er lijkt een behoorlijk goede spreiding van het aanbod van de drie uitstroomprofielen zijn over de expertisecentra. Er zijn wat verschillen tussen de centra, maar binnen alle expertisecentra worden alle drie de profielen aangeboden.
20 Uitstroomprofielen in het voortgezet speciaal onderwijs
Tabel 17 Aanbod uitstroomprofielen per REC: cluster 3 (percentage ‘ja’) Vervolgonderwijs
Arbeidstoeleiding
Dagbesteding
Aantal scholen in dit REC
REC 3-1 Noordoost Nederland
22%
56%
56%
9
REC 3-2 Fryslân
15%
60%
90%
20
REC 3-4 Oostmarke
20%
100%
80%
5
REC 3-5 Groot Gelre
21%
57%
93%
14
REC 3-6 REaCtys
36%
46%
91%
11
REC 3-7/8 Noord-Holland Noord
31%
77%
85%
13
REC 3-9 Zuid-Holland Noord
50%
75%
100%
4
REC 3-10/11 Zuid-Holland Midden
22%
78%
89%
9
REC 3-12 Zuid-Holland
21%
57%
93%
14
REC 3-13 Zeeland
25%
50%
100%
4
REC 3-16 Rivierenland
33%
33%
83%
6
REC 3-17 Balein
33%
60%
60%
6
REC 3-18 Zuidoost-Brabant
33%
67%
83%
6
REC 3-19 Midden-Brabant
40%
60%
60%
5
REC 3-22 West-Brabant
33%
100%
100%
3
REC 3-23 Limburg
14%
86%
100%
7
Ook voor cluster 3 staat in een kaartje voor alle drie de uitstroomprofielen aangegeven welke percentage van de VSO-scholen in het betreffende REC een dergelijk onderwijsaanbod verzorgt.
Spreiding uitstroomprofielen
21
3.2.3 Het aanbod in cluster 4 Onder de gezamenlijke expertisecentra voor leerlingen met gedrags- en sociaal emotionele problematiek (cluster 4), vallen 139 vestigingen van VSO-scholen. De omvang van een REC, uitgedrukt in het aantal vestigingen per REC, varieert van 3 tot 30 vestigingen. Ook de geografische omvang van de REC‟s in cluster 4 verschilt nogal. Ook hier lijkt er een goede spreiding van het aanbod van de drie uitstroomprofielen over de expertisecentra te zijn. Ook voor dit cluster geldt dat er verschillen tussen de centra zijn, maar dat overall alle drie de profielen worden aangeboden.
22 Uitstroomprofielen in het voortgezet speciaal onderwijs
Tabel 18 Aanbod uitstroomprofielen per REC: cluster 4 (percentage ‘ja’) Vervolgonderwijs
Arbeidstoeleiding
Dagbesteding
Aantal scholen in dit REC
REC 4-1 RENN4
85%
92%
58%
13
REC 4-2/3 Oost-Nederland
67%
72%
41%
30
REC 4-4 ‟t Gooi
77%
77%
39%
13
REC 4-5 Noord-Holland
100%
100%
38%
8
REC 4-6 Boven Amstel
81%
44%
25%
16
REC 4-9 Rijndrecht
71%
61%
39%
18
REC 4-10 Meander
67%
67%
33%
3
Gaat samen met REC 3-19 Midden Brabant
0
REC 4-11 Midden-Brabant REC 4-13 Vierland
73%
64%
46%
11
REC 4-16 Zuid-Limburg
83%
100%
50%
6
REC 4-17 DiRECT
100%
100%
50%
2
REC 4-18 Chiron
100%
100%
56%
9
71%
86%
57%
7
100%
67%
33%
3
REC 4-19 West REC 4-20 Flevoland
Bij de tabel dient nog de volgende opmerking te worden gemaakt: REC 4-6 Boven Amstel bestaat bijna geheel uit vestigingen van het Altra college en REC 4-9 Rijndrecht bestaat bijna geheel uit vestigingen van het RMPI college. Van beide colleges is naar verhouding weinig respons gekomen op de quick scan. Voor ongeveer de helft van de vestigingen van deze colleges is de informatie over de uitstroomprofielen dan ook van internet afkomstig. In het volgende kaartje staat wederom aangegeven welke percentage van de VSOscholen in het betreffende REC van cluster 4 een onderwijsaanbod verzorgt dat aansluit bij de drie uitstroomprofielen.
Spreiding uitstroomprofielen
23
3.3 Spreiding over gemeenten In de volgende paragrafen staan de resultaten voor de uitstroomprofielen per gemeente. Voor de gemeente-indeling is gebruik gemaakt van de gemeentenaam in het CFI bestand met de adressen van de scholen. In de roze gekleurde gebieden is minimaal één vestiging van een VSO-school aanwezig, in de witte gebieden zijn geen VSO-scholen gevestigd. De rode bolletjes geven aan wanneer een vestiging het aanbod verzorgt, de witte bolletjes geven aan dat een vestiging het aanbod niet verzorgt en de blauwe bolletjes staan voor vestigingen die het aanbod in de toekomst willen gaan verzorgen.
24 Uitstroomprofielen in het voortgezet speciaal onderwijs
3.3.1 Vervolgonderwijs Het aanbod van onderwijs volgens het uitstroomprofiel „vervolgonderwijs‟ is te vinden in het hele land. Er is een grote concentratie van dit aanbod in de Randstad, gemeente Utrecht en gemeente Groningen. Er zijn niet veel gemeenten waar wel een VSO-school staat die geen vervolgonderwijs aanbiedt (de witte bollen). Deze gemeenten lijken wat vaker in het (noord)oosten van het land voor te komen, maar ook in Zeeland en Limburg zijn er wat „witte‟ vlekken. Het aanbod aan VSO-scholen is in deze regio‟s toch al minder groot waardoor het extra opvalt als er geen scholen zijn die vervolgonderwijs aanbieden. Met name in Zeeland is het aanbod van VSOscholen schaars.
Spreiding uitstroomprofielen
25
3.3.2 Arbeidstoeleiding Ook de scholen die arbeidstoeleiding aanbieden zijn verspreid over de meeste gemeenten. Er lijken hier minder witte vlekken te zijn dan bij het uitstroomprofiel vervolgonderwijs. Opvallend is wel het redelijk grote aantal scholen met een wit bolletje in de gemeente Amsterdam, met name in Amsterdam Zuid-Oost. Omdat het totale aanbod aan VSO-scholen in die gemeente groot is, is er echter altijd wel een school in de gemeente te vinden die naar arbeid toe leidt.
26 Uitstroomprofielen in het voortgezet speciaal onderwijs
3.3.3 Dagbesteding Ook voor het uitstroomprofiel dagbesteding geldt dat er maar weinig gemeenten zijn waar een VSO-school staat zonder dit aanbod. Er zijn hier geen resultaten die er echt uitspringen.
Spreiding uitstroomprofielen
27
28 Uitstroomprofielen in het voortgezet speciaal onderwijs
4 Tot slot In dit slothoofdstuk worden nog enkele kanttekeningen gemaakt bij de resultaten van de quick scan waarover hier wordt gerapporteerd. Ten eerste naar aanleiding van de opmerkingen die veel scholen maakten bij de vraag naar de passendheid van het onderwijsaanbod. Daarnaast geven de „anders, namelijk antwoorden‟ die scholen gaven bij het doorvragen naar het onderwijstype dat ze verzorgen in het kader van het uitstroomprofiel vervolgonderwijs hier aanleiding toe. De vraag of scholen in staat zijn met hun huidige onderwijsaanbod elke leerling het meest geschikte onderwijsprofiel te bieden, heeft veel losgemaakt bij de scholen. Bij de beantwoording van deze vraag hadden de scholen duidelijk niet altijd de drie toekomstige uitstroomprofielen voor ogen. Het onderwijsaanbod in het VSO wordt van oudsher gekenmerkt door maatwerk, waarbij de scholen ernaar streven om elke leerling zoveel mogelijk een onderwijsaanbod te bieden dat past bij zijn mogelijkheden. Hoewel twee van de drie scholen aangeven dat hun onderwijsaanbod voldoet voor de leerlingenpopulatie, is er toch een substantieel aantal scholen, met name in cluster 4, dat aangeeft hier niet in te slagen. In de toelichting op deze vraag geven veel van deze scholen aan dat zij in hun streven om maatwerk te leveren tegen de grenzen van hun onderwijsaanbod aanlopen. Zij zouden veel meer willen differentiëren en hun onderwijsaanbod en de bijbehorende onderwijsvoorzieningen (zoals praktijklokalen) uit willen breiden. Het lijkt erop dat scholen graag meer willen bieden dan ze nu bieden en ze zoeken ook samenwerking in hun hele omgeving om elke leerling een passend aanbod te kunnen doen. Het is de vraag of dergelijk maatwerk nog past bij de driedeling in uitstroomprofielen die nu wettelijk voorbereid wordt. Een andere observatie naar aanleiding van dit onderzoek heeft te maken met de afbakening van de uitstroomprofielen, zoals deze waren omschreven in de quick scan. Het feit dat veel scholen een „anders, namelijk‟ antwoord geven, geeft aan dat de gegeven antwoordcategorieën het bestaande aanbod niet helemaal dekken. In de „anders, namelijk‟ antwoorden die scholen geven op de vraag welk onderwijstype zij verzorgen bij het uitstroomprofiel vervolgonderwijs wordt vaak verwezen naar arbeidsgerelateerde trajecten, praktijkonderwijs en IVIO diplomering. Doordat maatwerk een belangrijke leidraad is voor de scholen is het wellicht lastig om het onderwijsaanbod in de drie wettelijke „standaardprofielen‟ te vertalen. De profielen overlappen elkaar (deels) en zijn op veel scholen waarschijnlijk niet altijd los van elkaar te zien. Het onderwijs op een school is bijvoorbeeld geënt op het HAVO curriculum, maar in het curriculum zitten ook elementen van het profiel arbeidstoeleiding. Dit geldt ook voor combinaties van arbeidstoeleiding en dagbesteding. Als het wetsvoorstel in praktijk wordt gebracht, is het nodig om heldere kaders te definiëren voor de inhoud van de uitstroomprofielen zodat scholen daar hun huidige onderwijsaanbod aan kunnen toetsen. Scholen zouden dan zelf, in overleg met hun omgeving, kunnen kiezen welke profielen zij aanbieden, passend bij hun expertise en de voorzieningen waar ze al over beschikken. Het aanbod lijkt er namelijk wel te zijn, maar is (nog) niet altijd duidelijk aan een uitstroomprofiel gerelateerd.
Tot slot
29
30 Uitstroomprofielen in het voortgezet speciaal onderwijs
Bijlage: Vragenlijst Wat is uw functie? a) (Locatie) directeur b) Stagebegeleider/coördinator c) Docent d) Administratief medewerker e) Anders, namelijk ……………………………………
Hierna volgen de beschrijvingen van de drie uitstroomprofielen zoals die in het wetsvoorstel van OCW worden onderscheiden. U wordt verzocht om voor elk profiel aan te geven of uw school al (ongeveer) in een dergelijk onderwijsaanbod voorziet. Als dat het geval is,worden per profiel vervolgens nog enkele korte vervolgvragen gesteld. Veel VSO-scholen zijn op meerdere plaatsen gevestigd en liggen soms zelfs ver uit elkaar. Het is voor dit onderzoek belangrijk dat wij ook een overzicht hebben van het onderwijsaanbod van deze vestigingen, en niet alleen van de hoofdlocaties.
De vragen dienen daarom op het niveau van de vestiging van de school te worden beantwoord. U kunt daarbij uitgaan van het brinnummer (uw inlogcode), de naam en het adres van de vestiging uit de brief en de mail die u heeft ontvangen. Uitstroomprofiel vervolgonderwijs: Het onderwijs in dit uitstroomprofiel is gericht op het behalen van een regulier diploma, op doorstromen naar vervolgonderwijs of terugstroom van de leerling naar het reguliere onderwijs. Het onderwijs is inhoudelijk geënt op het reguliere onderwijs. De leerling behaalt een diploma VWO, HAVO of VMBO.
1 Biedt uw school in het schooljaar 2009/2010 dit uitstroomprofiel of een vergelijkbaar onderwijsaanbod aan? a) Ja => vraag 2 b) Nee => vraag 4 c) Nog niet, in de toekomst wel => vraag 4
Bijlage: Vragenlijst
31
2 Zo ja, op welk type onderwijs (VWO, HAVO, VMBO) en welke sector (alleen voor VMBO) is het aanbod gericht? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. a) Vmbo kb/bb/gl => techniek/zorg en welzijn/ economie/ landbouw/intersectoraal programma b) Vmbo tl => techniek/zorg en welzijn/economie/ landbouw/intersectoraal programma c) Havo d) Vwo e) Mbo (niveau 1-2) f) Onbekend g) Anders, namelijk …………………………………………………
3 Hoeveel leerlingen van 16 jaar en ouder hebben in het schooljaar 2009/2010 de uitstroombestemming “vervolgonderwijs”? Indien u het aantal niet exact weet, kunt u volstaan met een schatting. …….. leerlingen
Uitstroomprofiel arbeidsmarktgericht: Leerlingen met dit profiel worden begeleid naar het uitoefenen van een functie op de regionale arbeidsmarkt (inclusief de sociale werkvoorziening), tot aan het niveau van de assistentenopleiding MBO-1 of AKA. Praktijklessen en stages maken onderdeel uit van het onderwijsprogramma. De leerling behaalt in de toekomst een VSOdiploma en stelt een portfolio samen dat zo mogelijk ook certificaten bevat als onderdelen van het (mbo) beroepskwalificatiedossier, branchecertificaten en/of IVIO diploma‟s.
4 Biedt uw school in het schooljaar 2009/2010 dit uitstroomprofiel aan? a) Ja => vraag 5 b) Nee => vraag 7 c) Nog niet, in de toekomst wel => vraag 7
5 Hoeveel leerlingen van 16 jaar en ouder hebben in het schooljaar 2009/2010 de uitstroombestemming “arbeidsmarktgericht”? Indien u het aantal niet exact weet, kunt u volstaan met een schatting. ....... leerlingen
6 Op welke manier ronden de leerlingen in uw school die een arbeidsmarktgericht traject volgen deze onderwijsperiode af? U kunt meerdere antwoorden geven. a) Met een portfolio (of vergelijkbaar document) b) Met een IVIO diploma c) Met een branchecertificaat d) Geen van deze e) Anders, namelijk …………………………………………..
32 Uitstroomprofielen in het voortgezet speciaal onderwijs
Uitstroomprofiel dagbesteding: Het profiel dagbesteding is bestemd voor leerlingen die uitstromen naar een vorm van, al dan niet arbeidsmatige dagactiviteiten. Het onderwijs bereidt deze leerlingen voor op het zo zelfstandig mogelijk functioneren in vormen van, al dan niet arbeidsmatig ingevulde, dagactiviteiten. Aan het eind van hun opleiding ontvangen deze leerlingen in de toekomst een VSO-diploma.
7 Biedt uw school in het schooljaar 2009/2010 dit uitstroomprofiel aan? a) Ja => vraag 8 b) Nee => vraag 9 c) Nog niet, in de toekomst wel => vraag 9
8 Hoeveel leerlingen van 16 jaar en ouder hebben in het schooljaar 2009/2010 de uitstroombestemming “dagbesteding”? Indien u het aantal niet exact weet, kunt u volstaan met een schatting. …….. leerlingen
9 Is uw school met het huidige onderwijsaanbod in staat om elke leerling het meest geschikte uitstroomprofiel te bieden? a) Ja => einde vragenlijst b) Nee => kunt u dit toelichten? => vraag 10
10 Als een leerling van uw school een uitstroomprofiel heeft waar het onderwijsaanbod van de school (nog) niet in voorziet, welke oplossing biedt de school dan? U kunt meerdere antwoorden geven. a) Plaatsing in een ander profiel b) Leerling verwijzen naar/samenwerken met een andere school (VO of VSO):
c)
Betreft dit dan een school binnen het eigen bestuur?
Betreft dit dan een school binnen het eigen REC Een andere oplossing, namelijk ……………….
Indien u nog opmerkingen of vragen heeft naar aanleiding van deze vragenlijst, dan kunt u deze hieronder kwijt.
Bijlage: Vragenlijst
33
34 Uitstroomprofielen in het voortgezet speciaal onderwijs