Uitgegeven door de lmkersbonden van de ABTB en de LLTB, de Bond van Bijenhouders van de NCB, en de VBBN
maart 1992
••
OLOFON EN INHOUD
Maandblad voor imkers ISSN 0926-3357 Jaargang 1, nummer 3, maart 1992
Van de redaktie
Uitgegeven door de Jmkersbonden van de Aartsdiocesane Boeren- en Tuindersbond (ABTB) en van de Limburgse Landen Tuinbouwbond (LLTB), de Bond van Bijenhouders van de Noordbrabantse Christelijke Boerenbond (NCB) en de Vereniging tot Bevordering der Bijenteelt in Nederland (VBBN)
juist het februari-nummer ontvangen . Zoals U kunt zien
Hoofdredacteur J. Beetsma Redactie M.L. Boerjan, F.P. Bohlmeijer, A.J .M. Giessen, O.B. de Kat en J.M.F. Vleeming-van de Sande Vaste medewerkers W. Bohlmeijer-Mans, N. de Jong, H. van der Kammen , J. Mous, A. Neve, K. Zoet.
tot nu toe slechts enkele reacties. Laat ons ook Uw
Op het moment dat ik d it voorwoordje schrijf, heb ik zijn er door grafisch ontwerper Jelle de Gruyter hier en daar enkele verbeteringen doorgevoerd , zodat het blad nog iets aantrekkelijker voor de lezer overkomt. Het is voor de redactie overigens vaak een vraag hoe de imkers over het maandblad oordelen . We kregen
62
mening horen . Tach nog even enkele opmerkingen over de inhoud van dit blad . Allereerst noem ik het hoofdartikel van dhr. J.D. Kerkvliet over de wijze waarop U als imker redelijk gemakkel ijk zelf de stuifmeel-
Redactiesecretaris M.J.E.M. Canters Postbus 198, 6720 AD Bennekom Telefoon 08370-22422 Telefax 08370-24180 Financiele administratie 5poorlaan 350, 5038 CC Tilburg Telefoon 013-378580 Bankrelatie RABO-bank Tilburg, rekeningnummer 18.52.12.077 , ten name van 'Bijen '.
analyse van honing kunt toepassen . Wellicht voor enkele van U een eerste aanzet om dit jaar een stuifmeel-collectie aan te leggen . Een plant die dan zeker niet mag ontbreken, is het krentenboompje . Arjan Neve beschrijft deze mooie voorjaarsbloeier in zijn rubriek " Bijenplant in beeld" . Ton Giessen
Oplage 10.000 Bijen verschijnt 11 keer per jaar omstreeks de eerste van de maand, de jul i- en augustusnummers worden gecombineerd. Proefnummer op aanvraag.
lnhoud
Advertentietarieven Op aanvraag bij de redactiesecreta ris. Advertenties in de rubriek 'Vraag en aanbod ': f 15,00 per 20 woorden, elk extra woord f 0,50
Van bijen houden .. .... .. .. .... .................. Otto de Kat 67
Aile in Bijen gepubliceerde meningen en inzichten blijven voor rekening van de auteu rs. De redactie houdt zich het recht voor de bijdragen in te korten of te redigeren. Overname van artikelen en illustraties aileen met toestemming van de redactie en dan met bronvermelding. Kopij, opgave en betaling van advertenties moeten uiterlijk zes we ken voor de maand van plaatsing aan de redactiesecretaris worden ingestuurd. Tekst bij voorkeur op een diskette insturen; foto's liefst zwart-wit. Vormgeving en opmaak Jelle de Gruyter, Wageningen Druk Drukkerij Modern B.V., Bennekom Bij de voorplaat: Stuifmeel van Zonnebloem (Helianthus annuus), vergroting 1800 x. (Foto J.D. Kerkvliet) maandblad voor tmkers maart 1992
Stuifmeelanalyse van honing ........... J.D . Kerkvliet 63 Bijenpaviljoen op Floriade '92 ........ .. ... Leon GLitz 66 Bijenplant in beeld ... .... ...... .... ...... .. .. .... Arjen Neve 68 Onderzoek op AmbrosiushoeveA. de Ruijter e.a. 70 Even bijpraten ............... .. .... ............. ...... Jan Mous 73 Verenigingsnieuws. ... ............ .. ... ...... .. ....... .. ........ ... 74 Familieberichten ...... ... ......... .. ... .. .. .. ........ ..... ...... .. .. 76 Interview met Jan Lubbers .... .. .... .. Jose Vleem ing 77 Bestrijdingsmiddelen en bijen ... Pieter A . Oomen 79 Melding bijenziekten 1991 ....... .. Marleen Boerjan
80
Gedragsregels bestrijding ............ .. Ch . Smeekens 81 Van imker tot imker .... .... .. .... .. ......... .. ... .... Ko Zoet 82 Snippers .......... ........ ......... Wilma Bohlmeijer-Mans Geknipt voor U ... ... ........... ..... .. ....... ....... .... Ko Zoet Koolzaadverwachting 1992 ........ .... P. Muntjewerf De lezer schrijft over: Buckfastperikelen .... .. ....... lmkerkalender ...... .. ......... .... .... .... .... ...... ... ............. . Cursussen ... ... ... ... ....... .. .. .. .. ..... .. ... .. .... ........ .... ... ..... Vraag en aanbod ..... .. .. ........ .. ............ .. ... ... ........ .. ... A dressen. ... ... .... .. .... .... ....... .. ......... .. ...... ... .......... .. ...
84 86 87 88 89 87 91 91
STUIFMEEL
Praktische stuifmeelanalyse van honing en pollenklompjes door J.D. Kerkvliet, lnspectie Gezondheids-
bescherming Keuringsdienst van Waren, Amsterdam Stuifmeelanalyse van hon ing kan een antwoord geven op de vraag van w elke bloemen de bijen nektar hebben gehaald om de honing te produceren . Als een bij een bloem bezoekt komt zij meestal eerst langs de helmknopj es waarop het stuifmeel zich bevindt. lets van dat st uifmeel valt of wordt meegesleept in de nektar en komt zo tenslotte in de honing terecht. Men noemt d it wei de primaire inbreng van pollen . Storend e factoren kunnen zijn pollen van windbloeiers d ie in het haarkleed van de bijen zitten en zo in hon ing belanden (secundaire inbreng) of pollen die door t oedoen van de imker (tertiaire inbreng) in hon ing terecht komen. In het laatste geval moet men denken aan het vroeger gangbare uitpersen van de raten met heidehoning waardoor ook bijenbrood in de honing terecht kon komen.
andere aantallen komen ook voor. Deze openingen kunnen rond zijn of de vorm van spleten (lengtegroeven of vouwen) bezitten. Daarnaast heeft het oppervlak van de pollenkorrel (exine) een kenmerkende structuur. Enkele voorbeelden: de famil ie van de kruisbloemigen bezit pollen met een fijn netwerk over het oppervlak en drie kiemspleten .
63
Pollen van Heide (Call una vulgaris) 750 x
Bouw van de stuifmeelkorrel Stuifmeel (pollen) is de term voor de mannelijke sporen van bedekt- en naaktzadige planten . Zowel de afmeting, de vorm en de structuur van de stuifmeelkorrel (het pollen) vormen specifieke kenmerken waardoor het pollen microscopisch te determineren is. Per plantenfamilie is er veelal overeenkomst in bouw waar te nemen en vaak ook binnen de geslachten. De afmetingen van de pollenkorrel varieren: de diameter bedraagt, afhankelijk van de soort, meestal 20- 40 micrometer (1 micrometer= 0,001 mm). Uitschieters zijn bijvoorbeeld pollen van het vergeet-me-nietje (8 micrometer) en van ma·(s en sierpompoen (1 00 resp. 200 micrometer). De vorm van de pollenkorrel kan, ook weer afhankelijk van de soort, rond, ovaal, driehoekig of zeskantig zijn. Vooral de st ructuur van het oppervlak en de openingen daarin vormen een be langrijk identificatie gegeven. Een stuifmeelkorrel is opgebouwd uit een harde buitenwand, de exine. Onder deze exine bevindt zich de intine, een dun hu idje dat de inhoud van de korrel omgeeft. De exine is voorzien van openingen, althans van plaatsen waar de wand dunner is. Tijdens de kieming van het pollen groeit door deze openingen de pollenbuis. Veel pollensoorten hebben drie van die openingen , maar
Pollen van veel Composieten bezitten stekels en drie kiemspleten (zie foto op omslag), terwijl in de familie van de lipbloemigen het pollen meestal 6 kiemspleten bezit met vaak zeskantige pollen.
Praktische uitvoering van de stuifmeel analyse Vaak wordt gevraagd naar de praktische uitvoering van de analyse. Bij die uitvoering zijn vier onderdelen te onderscheiden: isolatie van het stuifmeel uit de honing, het maken van een preparaat voor microscopisch onderzoek, het microscopisch identificeren en tenslotte de interpretatie van wat men ziet naar de honingsoort.
lsolatie van stuifmeel uit honing Het rechtstreeks bekijken van pollen uit honing onder een microscoop is niet mogelijk aangezien honing te weinig stuifmeel bevat. Er zijn twee methoden om het stuifmeel uit honing te isoleren. Methode 1 werkt met een laboratoriumcentrifuge en gaat als volgt: los 10 g honing op in 20 ml gedemineraliseerd water, breng de oplossing over in een centrifugebuis van ca 40 ml en centrifugeer gedurende 10 minuten in een laboratoriumcentrifuge bij ongeveer maandblad voor 1mkers maart 1992
STUIFMEEL 2000 omwenteli ngen per minuut. Giet daarna de
theek). Deze kleine hoeveelheid wordt dan telkens
oplossing weg, voeg aan het residu 10 ml gedeminera-
voor gebruik opgewarmd . Dit opwarmen gebeurt door
liseerd water en centrifugeer weer op dezelfde manier. Giet daarna de oplossing weg en neem het residu op in een zeer kleine hoeveelheid water.
het goed gesloten flesje in een pannetje heet water (ca 70°C) te zetten ; na ± 5 minuten is het vloeibaar.
Methode 2 is voor de imker goed uitvoerbaar; het is
beter te zien door aan glycerol-gelatine (zeer weinig) kleurstof (fuchsine) toe te voegen; neem voor de
de bezinkmethode. Deze methode is uitgebreid gede-
Soms zijn de kiemporien en kiemspleten van de pollen
monstreerd tijdens de Open Dag van de VBBN op 26 oktober j.l. in Wageningen in de stand Stuifmeel-
bereiding van dit reagens even contact op met de
onderzoek van Fieke Bos en ondergetekende. Deze
druppel gekleurde glycerol-gelatine toegevoegd aan
Keuringsdienst in Amsterdam. Eventueel wordt een
methode werkt als volgt:
het stuifmeel op het middengedeelte van het voor-
Los ongeveer 20 g honing (= een afgestreken eetlepel)
werpglaasje . Een zo vervaardigd preparaat is jaren houdbaar.
op in 80 ml water en laat de oplossing 12 uur staan in een trechtervormig toelopend wijnglas of champagneglas. Het stuifmeel zakt naar de bod em . Overigens bezitten sommige honingsoorten zo weinig stuifmeel
64
Microscopische identificatie
dat met het oog nauwelijks een residu op de bodem van het glas te zien is- dus niet ontmoedigd raken .
Bekijk het preparaat bij een vergroting van in totaal 400 x (bijvoorbeeld 40 x objectief en 10 x oculair). Aangezien zeer kleine cellen bekeken worden is een
Zuig de honingoplossing na die 12 uur voorzichtig weg, bijvoorbeeld met een hevel zeals een slangetje of een gebogen rietje, of met een plastic doseerspuit.
goede microscoop met ingebouwde verlichting noodzakelijk . De pollen worden op twee manieren bekenen . Ten eerste door scherp te stellen op de buite-
Zuig het laatste deel van de oplossing zeer voorzichtig
nomtrek van het pollen en ten tweede door scherp te
weg bijvoorbeeld met een pasteurpipet. Zorg er in
stellen op de bovenzijde van het pollen . In het laatste
ieder geval voor dat het al of niet zichtbare residu niet
geval komt de vorm van de kiemspleten en kiempo-
opwervelt. Voeg daarna ongeveer 30 ml water toe aan het residu en meng met het residu. Laat het geheel
rien vaak beter tot uitdrukking.
minimaal 2, maar bij voorkeur 8 tot 12 uur staan . Zuig het water daarna weer op de bovenbeschreven voorzichtige wijze weg tot ongeveer 1 druppeltje overblijft.
Maken van een preparaat Breng met een pipet een druppeltje van het via methode 1 of 2 verkregen water-stuifmeelmengsel op de linkerkant van een z.g. voorwerpglaasje voor microscopisch onderzoek en even daarnaast, in het middel een tweede druppeltje. Laat het geheel drogen bij kamertemperatuur of op de CV radiator bij maximaal 40°C. Plak eventueel rechts een klein etiketje met gegevens over de honing . Voeg aan het gedroogde stuifmeellinks op het glaasje een druppeltje warmgemaakte glycerol-gelatine volgens Kaiser toe en breng direct daarna een dekglaasje aan . Dit reagens is een glycerine-water mengsel met conserveermiddel waaraan bovendien gelatine is toegevoegd, zodat het bij kamertemperatuur vast is, maar bij 40°C vloeibaar. Het kant en klare produkt is bijvoorbeeld verkrijgbaar bij de Fa. Boom in Meppel, onder de naam Kaisers glycerol-gelatine, in hoeveelheden van 50 ml (bestelnummer B-12260) en 100 g (bestelnummer M-9242). Het verdient aanbeveling een gedeelte van deze oplossing over te schenken in een druppelflesje van 10 ml met bijbehorende druppelpipet (verkrijgbaar bij een apomaandb/ad voor rmkers maar! 1992
Pollen van Klaver (Trifolium repens), scherpgesteld op de buitenomtrek (a) en op de bovenzijde (b). 1125 x vergroot.
Let er bovendien op dat de pollen niet altijd zo liggen alsop de afbeeldingen in de boeken. Als we de vorm van de pollen vergelijken met onze aardbolliggen sommige pollen zo in beeld dat we naar de evenaar kijken, andere pollen liggen zo, dat we naar de Noord-
ST UI FMEEL of Zuidpool kijken. Let dus vooral op de vorm van het stuifmeel, de grootte van het stuifmeel en de structuur van het oppervlak met de vorm en het aantal kiemopeningen (spleten en porien). De groote van de diverse stuifmeelkorrels kan ingeschat worden door te vergelijken met het stuifmeel van koolzaad: de diameter van koolzaadpollen bedraagt 27 micrometer. lndien u enthousiast bent kunt u proberen om ca 100 pollen in het zo gemaakte preparaat te tel/en en tevens te benoemen . Voor koolzaadhoning (aanbevolen voor beginners) zal dit geen problemen opleveren, evenmin als voor een (gekocht) potje klaverhon ing. Sommige pollen zullen wat moeil ijker te benoemen zijn , maar er zijn tegenwoordig redelijk goede pollenatlassen te koop. Bovendien kunt u zelf van bijenplanten uit de omgeving een vergelijkingspollenverzameling aanleggen; zie hieronder.
lnterpretatie
Vergelijkingsmateriaal Er zijn de laatste jaren een aantal goede boeken verschenen waarin afbeeldingen staan van stuifmee lkorrels. Drie boeken en een artikelenserie zijn hieronder vermeld . Een andere uitstekende methode om vertrouwd te raken met de pollenanalyse is het aanleggen van een vergelijkingsverzameling van stuifmeel van drachtplanten uit uw omgeveving . Dit gaat als volgt: pluk een aantal bloemen met steeltje en zet deze ongeveer drie dagen binnenshu is in een vaasje met water. Op deze manier geven de meeste bloemen grote hoeveelheden stuifmeel. Breng wat van dit stuifmeel op een voorwerpglaasje en voeg om de stu ifmeelkorrels te ontvetten een druppel ether of benzine toe. Pas op, want zowel ether als benzine zijn zeer brandbaar. Voeg, als de ether of benzine verdampt zijn, een druppel opgesmolten glycerol -gelatine toe zoals onder 2. beschreven en daarna een dekglaasje. Een dergelijk preparaat-
lndien u wilt weten of u werkelijk met heide-, Iinde- of klaverhoning te maken hebt dan zijn er een aantal
je is ca 5 jaar houdbaar.
regeltjes . In het algemeen geldt voor een soortbena-
Stuifmeelanalyse van pollenklompjes
ming van honing dat van iedere 100 pollen uit die honing er minstens 45 van de betreffende plantensoort afkomstig moeten zijn. Hier zijn uitzonderingen op: acacia (Robinia pseudoacacia) en Iinde minimaal 20, tijm minimaal 30, tamme kastanje minimaal 90. Echter bij bovengenoemde tel li ng worden de pollen van windbloeiers zoals grassen, zuring, papaver en gedeeltelijk ook tamme kastanje niet meegeteld; zij dragen niet bij aan de nektar. Bovenstaande 45% regel mag echter aileen toegepast worden als de honing per 10 gram tussen 20.000 en 100.000 pollen bevat. Dit is voor leken wat lastig vast te stellen; het komt er op neer dat er redelijk wat pollen in het preparaat moeten liggen en niet na veel zoeken een enkele. Ook mag het beeldveld niet bezaaid zijn met niets anders dan pollen, m.a .w . het beeldveld mag ook niet te vol zijn.
De uitvoering hiervan is eenvoudiger daar geen isolat ie van pollen als onder 1. beschreven nodig is . Breng heel weinig stuifmeel op twee plaatsen op een voorwerpglaasje zoals onder 2 beschreven en voeg aan beide hoeveelheden stuifmeel een druppel water toe om de suikers op te lossen. Laat het geheel drogen bij kamertemperatuur of op de CV radiator bij maximaal 40°( en ga verder volgens 2.
Pollen van Thijm (Th 'ymus sp .), 750 x vergroot
Tenslotte Veel succes bij de pollenanalyses; indien u er ondanks al deze raadgevingen niet uitkomt kunt u altijd de auteur even bellen . Hij is bereikbaar via de Keuringsdienst in Amsterdam .
A practical approach of the analysis of pollen in honey and pollen loads (English summary) The pollen grains present in honey might give us information about the flowers visited by the bees. In this report the macroscopical structure of pollen grains is discussed from the perspective of honey identification . Two procedures for the isolation of pollen grains from honey samples are provided : (1) in this procedure pollen grains are sedimented by centrifugation of a dilu ted honey sample (10 gr honey/20 ml water, 2000 rpm during 10 min). (2) In the second procedure pollen gra ins are collected at the bottom of a wine glass during a sedementation period of 12 hours of a diluted honey solution (20gr/ 80 ml water).
maandblad voor imkers maart 1992
65
TENTOONSTELLING
Bijenpaviljoen op Floriade in 1992 doo r Leon Glitz Van 15 april tot en met 11 oktober 1992 wordt te Zoetermeer de 10-jaarlijkse Wereldtuinbouwtentoonstelling Floriade gehouden . Hoewel de tentoonstelling zich in eerste instantie op het tuinbouwbedrijfsleven in binnen- en buitenland richt, wordt ook deze keer de ge·lnteresseerde buitenstaander niet ver-
66
geten. Naast de zakelijke inzendingen zijn daarvoor op het terrein speciale gedeelten ingeruimd metals thema's ondermeer 'mil ieu', 'consument', 'recratie' en 'de toekomst' . Op een dergelijk grootschalig 'natuurevenement' (men verwacht circa 3 miljoen bezoekers) mogen de bijen uiteraard niet ontbreken. Op het professionele vlak verzorgt de Ambrosiushoeve een inzending, waarbij de nadruk za l liggen op de bedrijfskundige aspecten van de honingbij, zoals het nut en de noodzaak van de bijen voor de bestuiving . De hobbyistische kant van de zaak is volledig toebedeeld aan de oprechte amateurs. AI in het voorjaar van 1989 is de werkgroep
(vervolg van pagina 65; continuation from page 65)
The t hus prepared samples of pollen grains can be studied by a light microscope. For this the samples are mounted on microscopical slides in Kaisers glycerolgelatin. For the identification several books are recommended .
Literatuur • Rex Sawyer, Pollen Identification for Beekeepers. University College Cardiff Press, P.O Box 78 Cardiff, CF 1 XL U.K. 1981 . Engelstalig boek, bevat 254 foto's van pollen . Prijs ca f 40,. Bedoeld voor Engelse honing maar oak van toepassing op Nederlandse hon ing. Naar mijn idee is het bijgevoegde kaartsysteem voor pollenidentificatie niet goed bruikbaar. ISBN 0-90-6449-29-4 • Rex Sawyer, Honey Identification. Cardiff Academic Press, Cardiff 1988. Engelstalig boek met 125 foto's van pollen van handelshoningsoorten uit de hele wereld . Prijs ca f 80,-. ISBN
1-871254-00-0. • G. Ricciardelli d'Aibore en L. Persano Oddo, Flora Apistica ltaliana . Uitgegeven door G. Ricciardelli d'Aibore, Institute di Entomologia Agraria , Universita degli Studi, Bargo XX Giugno, 06100 Perugia, ltalia. Geschreven in het ltaliaans met 300 foto's van pollen van de ltaliaanse bijenflora; oak geschikt voor Nederlandse honing. De plantennamen zijn in het Latijn vermeld en de foto's bezitten allen dezelfde vergro500 x. Het boek moet u zelf per (Eng else of t ing van Duitse) brief aanvragen op het vermelde adres. Prijs ca f 40,-. • J.D. Kerkvliet en A.P.J . van der Putten. Stuifmeelanalyse van Nederlandse honing. - Artikelenserie uit het Maandschrift voor de Bijenteelt, jaargang 1980 pag. 68, 69, 90, 91, 112, 113, 142, 143, 166, 167, 190 en 191 .
maandblad voor 1m~ers maart 1992
"Bijenpaviljoen Floriade 1992" ontstaan. Deze groep bestaat uit een aantal enthousiaste imkers van de diverse subverenigingen van de VBBN uit de regio. In de afgelopen drie jaar is de werkgroep op diverse fronten actief geweest, metals resultaat dat de inzend ing voor de Floriade vaste vorm begint te krijgen. Deze inzending heeft een plaats gekregen binnen het thema "recreatie". Dit past goed in de doelstelling van de werkgroep: zich richten op het grote publiek. Via de inzending willen wij trachten iets van het enthousiasme over te dragen van dat wat ons zo boeit in het Ieven van de honingbij. Op verschillende plaatsen op het buitenterrein komen de bijen aan de orde. Zo zullen er diverse (historische) korven en kasten worden opgesteld, passend bij de betreffende periode. Verder zal ook een gedeelte van de voorlichting aan het publiek in de openlucht plaatsvinden, via tentoonstellingspanelen met daar op wederwaardigheden over bijen en het bijenleven . Uiteraard ontbreken levende bijen niet. In het paviljoen is via een ingenieuze constructie voorzien in een tweetal observatievitrines, waarbinnen complete bijenkasten worden geplaatst. Het is de bedoeling dat de bijen-inzending, tijdens de openingsuren van de Floriade zal worden bemenst. In eerste instantie voor het geven van eenvoudige voorlichting aan het publiek en het toezien op de tentoonstelling. Daarnaast zullen er ook speciale 'evenementen' zijn, zoals demonstraties honingslingeren, het behandelen van volken, korfvlechten, het maken van kaarsen e.d. In het afgelopen najaar heeft de werkgroep via diverse kanalen imkers benaderd om zich aan te melden als vrijwilliger. Voor diegenen die de werving tot nu toe hebben gemist nog even in het kart de belangrijkste kenmerken : deelnemers hebben gratis toegang tot de Floriade op de dag van hun "d ienst", zijn vrijwilliger en ontvangen dus geen vergoeding . Daarnaast is enthousiasme voor bijen belangrijker dan grootste theoreti sche kennis, daar de voorlichting zich in eerste instantie richt op leken. De werving van vrijwilligers is zeer succesvol verlopen en de bemensing van het paviljoen is grotendeels rond. Momenteel is er nog met name behoefte aan enkele rese rves die in geval van nood op relatief korte termijn oproepbaar zijn. Wilt u meedoen en heeft u zich nog niet aangemeld, doe dit dan zo spoedig mogelijk via een schriftelijke reactie aan: Werkgroep Bijenpaviljoen Floriade, Van Wijngaardenstraat 55, 2722 CN Zoetermeer. Tot ziens in het bijenpaviljoen op de Floriade 1992!
VAN BIJEN HOUDEN
67 Abb. J. Brutapparate nach Wsnkler (7924). links mit Petro/eumlampe, rechts mit Wsrmflasche
Zorg door Otto de Kat Wie dieren houdt moet goed voor ze zorgen. Wie dan bovendien nag van die dieren houdt, doet dat met extra aandacht, soms zelfs te vee/. Puilen niet de zogeheten 'dierenspeciaalzaken ' uit van de overbodige 'dierenbenodigdheden '? Op de etensbak van mijn zeer lieve, maar beslist nag steeds analfabetische cocker-spaniel staat "hand" (Ze bestaan geloof ik oak met 'for my dog ' of zoiets). Hij speelt met een plastic egel (!?) die piept als hij er in b ijt en soms gee{ ik hem een klein stukje rosbief, of een hapje appeltaart ... En dan is het nag niet eens dierendag! Hoe zit het wat dat betreft eigenlijk met onze bijenliefde? Vast staat datu en ik van bijen houden, a/ is hun 'aaibaarheidsfactor' bepaald kleiner dan die van onze honden en katten . Gaan onze imkerlijke zorgen echter soms oak niet ietwat te ver? Dokteren we niet te vee/ aan ze? Vinden we niet te vee/ materia/en, kasten, methoden, bestrijdingsmiddelen en Bes/ist Zeer Noodzakelijke Handelingen uit die, a/s je ze goed bekijkt eigenlijk overbodig zijn? Waar niet aileen de bijen niets aan hebben, maar de imkers zelf evenmin? Bedenksels die in theorie m isschien we/ aardig lijken, maar uiteindelijk in de praktijk tach niets blijken op te leveren? Op het gevaar af datu oak deze rubriek overbodig zal gaan vinden, geef ik u hieronder een lijstje van enkele mijns inziens onnodige zaken de imkerij betreffende. Misschien bent u het er lang niet altijd mee eens, of heeft u nag meer (en m isschien betere)
aanvullingen. Schrijf uw mening dan op en stuur die naar de redactie. lk kom er dan t.z. t. zeker op terug. Daar gaat ie dan. - extra winterbedekking op de dekplank - dubbelwandige kasten - invertsuikerstroop als wintervoer - water voeren in de kast -de 'Mo-Bee-Hive' - Fumidil - het woord 'imkershoning' - stuifmeelvervangende midde/en - combiramen - elke bedrijfsmethode die een uitleg van meer dan anderhalve pagina uit 8/JEN vergt - drijfvoeren - de arrestraammethode - de term 'koudges/ingerde honing' - bang zijn voor 'verhoningen' van het broednest - denken dat het bijhangen van ramen broed in een volk dus tot een grotere honingopbrengst leidt - opprikbijtjes - honingkamers voor zesraamskastjes - zwermtrage bijen - het woord 'zwermtraag' Weet u trouwens dat het heel goed mogelijk is bijen te aaien? Strijk met uw vlakke hand eens rustig over een raam val bijen. Een heerlijk gevoel. Ze doen echt niks. Sch atjes zijn het! Jammer dat ze geen rosbief lusten . maandblad voor imkers maart 1992
JENPLANT IN BEELD
Drents Krenteboompje (Amelanchier lamarckii) door A rjen Neve Elk jaar is het weer een feestelijk gezicht als het Drents krenteboompje in bloei staat. Op plaatsen waar hij massaa l voo rkomt, maar ook waar hier en daar een enkele struik of boom het nog niet groene struikgewas met zijn helder witte bloemen siert. Het is telkens weer een teken van het komende voorjaar.
Bloemen en bladeren tegelijk Het Drents krenteboompje bloeit in april en mei. De bloemen verschijnen in schermvormige trossen aan het
milie . Het telt on, veer 20 soorten, die nauw met elkaar verwant zijn . Daardoor zijn ze moeilijk van elkaar te onderscheiden. Van oorsprong komt er een soort voor in China en Japan, een in het Middellandse Zeegebied en de rest in Noord-Amerika. Het Drents kren -
eind van de takken, voornamelijk op het hout dat zich het vorig jaar heeft gevormd. Tegelijk met de bloemen komen de bladeren uit de knoppen tevoorschijn. De nog jonge bladeren zijn samengevouwen , bruinrood van kleur en aan de onderzijde behaard . De bloemen hebben een bekervormige bloembodem . Op de binnenzijde van de bekerrand ligt een kussenvormig nectarium. De witte kroonbladen, meestal 5 in getal, en de 10-20 meeldraden staan op de rand van de bloembodem ingeplant. Als een bloem open gaat staan de meeldraden nog naar binnen gebogen . Naarmate de
teboompje is in de 17 e eeuw vanuit Zuid-Oost Canada ingevoerd in Frankrijk. De naam van het geslacht is vermoedelijk afgeleid van het Provenc;aalse woord amelanche, dat betrekking zou hebben op de hon in gachtige smaak van de vruchten . Opmerkelijk is dat de
bloei vordert wijken ze uiteen. Later als de meeldraden het stuifmeel hebben vrijgegeven en vaak geheel of gedeeltelijk zijn afgevallen , worden de stampers rijp om het stuifmeel te ontvangen . De bloemen zijn dus proterandrisch. Hoewel hierdoor zelfbestuiving wordt
plant in zijn oorspronkelijk verspreidingsgebied niet meer voorkomt. Aangenomen wordt dat daar door kruisingen ontsta ne hybrides niets meer van de oorspronkelijke plant is overgebleven. In het nieuwe verspreidingsgebied in Europa, dat zich thans heeft geconcentreerd in Noord-West Duitsland, Belgie en ons land, is de plant een zaadvaste soort geworden. Ondanks het gegeven dat het vermoedelijk een tussenvorm is van 3 andere soorten. Doordat hij daarvan nog kenmerken draagt, heeft de plant een aantal malen een naamsverandering ondergaan.
tegengegaan, kan door deze vorm van bestuiving wei zaad worden gevormd. De vruchtbladen zijn met de binnenzijde van de bloembodem vergroeid. Uit deze vergroeiing van vruchtbladen en bloembodem vormt zich bij het rijpen van het zaad de vrucht. Het is een schijnvrucht waarvan het vruchtvlees sappig is en een zoete smaak heeft. Het rijpen van de vruchten neemt een geruime tijd in beslag .
Uit Noord-Amerika Het Drents kr'enteboompje behoort tot het geslacht Amelanchier. Maar een klein geslacht van de rozenfa-
68
ten wei gedroogd en in plaats van krenten gebruikt.
Ter ere van Lamarck Vrij recent is de naam definitief Amelanchier lamarckii geworden . De naam lamarckii is ter ere van Monet de Lamarck, een groot botanicus, die leefde van 17441829. Hij heeft de plant de eerste geldige naam gegeven, hoewel ingedeeld bij de meidoorns. De Lamarck schreef de eerste Franse flora, die in 1779 in drie delen verscheen en in datzelfde jaar was uitverkocht.
Stu ifm eelleverancier Het Drents krenteboompje kan een belangrijke stuifmeelleverancier voor bijen zijn . Hoewel de nectar gemakkelijk bereikbaar is, wordt er volgens mijn waarnemingen in hoofdzaak stuifmeel verzameld. Bij het verzamelen van het stuifmeel lopen ze met de buikzij de tegen de helmknoppen . De stuifmeelklompjes hebben een mosgroene kleur. Vol gens Cancrin us, schrijver van het boekje Bijenteelt, " honigt" het krenteboompje "aileen bij grote warmte ". Hij kon het weten, want de plant komt in zijn woonplaats Dwingelo massaal voor.
Voor beplantingen
Lit eratuur:
In de 19e eeuw raakte de plant in gebruik voor beplant ingen van vele landgoederen en boerentuinen. Van hieruit heeft hij zich spontaan uitgebreid naar omliggende gebieden . De verspreiding van de zaden wordt veroorzaakt door vogels, zoals spreeuwen en lijsters, die de vruchten graag eten. Vroeger werden de vruch-
Cancrinus, S. (1936): Bijenteelt. Jones, G.N . (1946): Am erican species of Amelanchier. Ill. Bioi. Mon. 20 no. 2. Pelkwijk, A.J. ter (1949): Amelanchier soorten in Nederland. Mededel. Dir. Tuinbouw 12: 207-234. Schroeder, F.G. (1968): Zur Nomenklatur in der Gattung Amelanch ier. Taxon 17: 633-634.
maandblad voor imkers maart 1992
BIJENPLANT IN BEELD ·
69
Drents krenteboompje (Amelanchier lamarckii F. G. Schroeder) A 1ak mer jonge bladen en bloemen; B blad: C bo 1 ·en ~ijde b/oem: D on der~ijde bloem: E meeldraden mer kelkslip en dee/ mn
bloemkroon; F mee/draden: G sru(fineelkorrel; H srampers; I srempe/s: J \Tuchren: K
~aden;
L wimerkn oppen. maandblad voor imkers maart 1992
ONDERZOEK
Het onderzoek op de Ambrosiushoeve (1)
70
door A. de Ruijter, J. van den Eijnde, J. van der Steen Zoals de laatste jaren gebruikelijk is geworden, volgt hieronder een samenvatting van de resultaten van het onderzoek zeals dat in 1991 op de Ambrosiushoeve is uitgevoerd. Het is niet mogelijk om volledig te zijn. Veel van het onderzoek dat door de Ambrosiushoeve wordt gedaan ten behoeve van de imkerij leent zich niet goed voor uitvoerige publ icatie in de bijenbladen en gebeurt " in stilte" . De belangrijkste red en hiervoor is, dat het wettelijk niet is toegestaan om te publiceren over bestrijdingsmiddelen die (nog) niet officieel zijn toegelaten. AI vanaf het begin van de jaren vijftig wordt door de Ambrosiushoeve onderzoek gedaan naar de giftigheid en de gevaarlijkheid van gewasbeschermingsmiddelen voor honingbijen . Dit onderzoek is essentiee l voor de bijenhouderij . Op basis hiervan wordt beslist over de toelating van nieuwe middelen. Dankzij de betrokkenheid van de Ambrosiushoeve ver-
keren wij in Nederland in de gelukkige omstandigheid dat er nog maar weinig aanvaringen zijn tussen bijen en gewasbeschermingsmiddelen . Op het gebied van de gewasbeschermingsmiddelen is er de laatste t ijd veel gebeurd . Oude middelen verdwijnen en er komen nieuwe voor in de plaats . Vaak vragen de nieuwe middelen een speciale aanpak van het onderzoek. Voor het testen van middelen die vooral schadelijk zijn voor de larvestadia van insekten zijn nieuwe methoden ontwikkeld die het mogelijk maken om het effekt van die middelen op bijenbroed te testen . In 1991 is weer een grote veldproef gedaan met een dergelijk middel tij dens de fruitbloei. Ook over het Varroa-onderzoek dat door de Ambrosiushoeve wordt gedaan is nog niet alles in de bijenbladen verschenen . Ook hiervoor geldt De tuin van de Ambrosiushoeve (foto M .L. Boerjan)
maandblad voor imkers maa 1992
dat aileen geschreven kan worden over middelen en methoden die officieel zijn toegelaten . Artikelen over praktijkproeven met fluvalinate, flumethrin , cymiazole hydrochloride, maar ook met mierezuur en etherische olien houdt U dus nog van ons tegoed . Hieronder volgen in vogelvlucht de resultaten van het onderzoek in 1991, gerangschikt naar de vier hoofdthema 's. Thema 1. Teelt en manipulatie van bijen en andere insekten.
Het gebruik van de solitaire bij Osmia rufa L. voor bestuiving in de zaadteelt Uit de resultaten van 1990 bleek dat de overwinteringsperiode van Osmia te kart en te lang kan zijn . Van de bijen die korter dan 120 dagen of Ianger dan 170 dagen in de koelkast bewaard zijn , loopt slechts een gedeelte uit, de rest sterft tijdens de aktivering in de cocon . De uitgelopen bijen zijn slechts kort aktief. De bijen die 120-170 dagen in de keeling bewaard zijn lopen bij activering praktisch allemaal uit en zijn vervolgens ook weken actief in het gewas. Deze periode blijkt de optimale overwinteringsperiode te zijn . In 1991 heeft het onderzoek zich gericht op de praktische aspecten van het inzetten van Osmia rufa in de zaadteelt. De overwinterde cocons zijn direkt uit de koelkast in de compartimenten geplaatst voordat het gewas in bloei kwam . De timing voor de uitloop was afgestemd op de resultaten van voorgaande jaren. Per m2 zijn 3 5 vrouwtjes uitgezet en het dubbele aantal mannetjes. Er zijn bijen ingezet bij diverse zaadteeltbe drijven. De gegevens zijn nog niet allemaal binnen en dus nog niet verwerkt. Toch kunnen aan de hand van de observaties tijdens het verloop van het onderzoek al enkele opmerkingen geplaatst worden . De bijen ingezet na de optimale overwintering liepen voor het grootste dee I binnen de verwachte t ijd uit . Na de uitloop vonden de paringen plaats . Net als in voorgaande jaren blijkt het ongeveer twee we ken te duren voordat de vrouwtjes stuifmeel gaan verzamelen . Het voorspellen van de bloei van een gewas in de kas blijkt bijzonder moeilijk te zijn en was steeds anders dan verwacht. Op de verwachte bloeitijd was de planning voor het inzetten van de bijen gebaseerd. In de com partimenten waarin toch, ondanks onze herhaalde waarschuwingen , gaten in het gaas zaten waren de
a
ONDERZOEK bijen binnen de kortste keren verdwenen. Bij een zaadtee ltbedrijf zijn bijen ingezet die 220 dagen in de
zaaddracht. Er is geen enkel verschil gevonden in de ontwikkeling in het voorjaar van de drie groepen bij-
keeling bewaard waren. Geheel volgens verwachting
envolken, gevoerd met Api-lnvert, Trim -a-Bee of kris-
liepen deze niet allemaal uit en de bijen die wei uitliepen waren slechts enkele dagen actief.
talsuiker. Er is geen enkel nadeel , maar ook geen enkel voordeel te bespeuren. De invertsuikers hebben een gering gehalte aan HMF (Hydroxy-MethylFurfura l), dat echter ruimschoots onder de toxische
Het overwinteren van kleine bijenvolkjes voor bestuivingsdoeleinden Het praktisch gedeelte van dit onderzoek is in 1990 afgerond. In 1991 is het eindverslag gemaakt. De samenvatting van dit rapport is: Met koninginnetee lt in een moergoed volk kunnen gedurende een langere periode koninginnen geteeld worden. Hierdoor kan een groat aantal bevruchtingsvolkjes gemaakt worden van een beperkt aantal grate volken. Een Kirchhainerkastje is geschikt om kleine volkjes in op te kweken. Het bevruchtingsvolkje bezet 6 7 weken na het
a
a
maken van het volkje, 5 6 raatjes bijen en is geschikt om ingezet te worden voor de bestuiving. Een drieraamskastje is niet gesch ikt om kleine volkjes in op te kweken . Kleine volkjes in Kirchhainerkastjes kunnen 16-20 weken overwinterd worden in een koelcel bij Het overwinteren van kleine volkj es uit drieraamskastjes bovenop grate vo lken werkt niet. Kleine volkjes in Kirchhainers kunnen direct uit de koelcel ingezet worden voor de bestuiving . De volkjes blijven lang genoeg actief om voor een goede bestuiving te zorgen. Volkjes die Ianger dan 20 weken in de koelcel gestaan hebben en vervolgens buiten op de stand geplaatst zijn, zijn niet geschikt om ingezet te worden voor de bestuiving. Kleine volkjes in drieraamskastjes zijn minder bedrijfszeker dan kleine volkjes in
grens ligt.
Het effect van het voeren met suikerwater als stimulans tot het verzamelen van stuifmeel In de nazomer is nagegaan of het langzaam inwinteren (2 ltr. suikerwater per week) een toename te zien gaf in de hoeveelheid stuifmeel d ie werd verzameld in vergelijking met een groep bijenvolken die later in de herfst het wintervoer in korte tijd kregen . Niet aileen verzamelen de volken die regelmatig worden gevoerd meer stu ifmeel , maar ze ontwikkelen ook een grater broednest dan de volken die pas later worden ingewinterd . In het voorjaar van 1992 zal nog worden nagegaan of d it positief effect over een langere periode doorwerkt.
soc.
Kirchhainerkastjes.
De teelt van hommels Na afloop van het contractonderzoek, dat in opdracht van de firma Brinkman werd verricht, is de teelt van hommelvolkjes teruggebracht tot het routinematig opkweken van volkjes voor bestuivingsproeven . Er worden, afhankelij k van de behoefte, 50 tot 100 volkjes aangehouden. Dit is voldoende om de expertise op peil te houden en om zo nodig op ieder moment van het jaar nieuwe proeven te kunnen starten . De tijd d ie aan de ve rzorging van de hommels wordt besteed is tot een minimum teruggebracht.
Het effect van Api-lnvert en Trim-o-Bee als wintervoer voor bijenvolken vergeleken met kristalsuiker Deze vergelijkingsproef startle in september 1990 met de inwintering van de bijenvolken. In het voorjaar is de ontwikkeling va n de volken gevolgd tot aan de kool-
De res ultaten van onderzoek worden gepresenteerd. (fo to M.L. Boerja n)
Een alternatief voor rook bij de behandeling van bijenvolken A Is alternatief voor rook is dit jaar enkele keren gewerkt met Apicalm (Spuitbus) en met boterzuur (99%). De bevindingen zijn niet onverdeeld positief. Op beide middelen reageren de bijen door dieper in de kast weg te kruipen. Voor het kalmeren van de bijen bij het openmaken van de kast bl ijft een beetje rook effectiever. Boterzuur heeft een zeer penetrante stank, waardoor het werken met deze stof voor de imker minder aangenaam is. Zowel Apicalm als boterzuur zullen in 1992 door meerdere medewerkers gebruikt worden waarna de bevindingen geevalueerd zullen worden .
maandblaa voor tmkers maart 1992
71
ONDERZ O E K Het verwijderen van bijenfaeces door het kalken van het glas
72
tijd te krijgen (een veranderde vangraatmethode). Het
Er is nagegaan wat de preciese berichten waren uit de praktijk, dat na het kalken van het glas de bijenfaeces zich gemakkelijker Iaten verwijderen . Het schermm iddel Temperzon poeder is gebruikt om een aantal vervuilde ruiten op een kas te kalken . Voor het aanbrengen van het schermmiddel is de mate van vervuil ing bepaald . Het schermmiddel zou door middel van beregening van het glas verwijderd moeten kunnen worden. Dit bleek echter niet het geval. Na enkele uren beregenen, waarbij een sproeier van de regeninstallat ie over de kas heen sproeide, zat aile kalk er nog op. Het schermmiddel is daarna met een borstel en water
gesloten broed van twee perioden waarin de mijten zijn gevangen, werd behandeld met mierezuur. De mortaliteit onder de mijten in het broed was vrijwel 100%. Het voordeel van deze methode is dat, anders dan bij de normale vangraatmethode, het broed na behandeling in het volk kan worden teruggehangen. Aan de Commissie T oelating Bestrijdingsmiddelen hebben we de vraag voorgelegd of het behandelen van gesloten broed buiten de bijenvolken moet worden gezien als ontsmetting van de raten of als bestrijding . We kregen als reactie dat mierezuur, op deze manier gebruikt, gezien moet worden als een bestrijdingsmiddel. Dit betekent dat, wanneer de methode
verwijderd. De onbehandelde ramen waarbij ook de
succesvol zou blijken te zijn, er een wijziging van de
mate van vervuiling was vastgelegd, zijn eveneens met de borstel en water behandeld . De bijenfaeces lieten zich vrij gemakkelijk verwijderen met een borstel en water, afgezien van het feit of er nu wei of geen schermmiddel op het glas zat.
toelating zou moeten worden aangevraagd, of dater onderzocht moet worden of met de reeds toegelaten lllertissen Milbenplatten hetzelfde effect kan worden bereikt. Nog niet aile resultaten zijn verwerkt, maar het is al wei duidelijk dat de vangraatmethode nog verbeterd moet worden om op een bepaald moment voldoende mijten in het gesloten broed te vangen . Het onderzoek wordt in 1992 nog voortgezet, waarbij ook de lllertissen Milbenplatten als een toegelaten middel worden betrokken .
Thema 2. Ziekten
Ziektenbestrijding bij hommels Bij de eigen hommelteelt hebben zich nog geen grote problemen voorgedaan met betrekking tot ziekten of parasieten. Ook van de commerciele telers hebben we wat dit betreft nog geen vragen gekregen . Om voorbereid te zijn op alies is literatuur verzameld over tot nu toe bij hommels geconstateerde ziekten en parasieten .
Ziektenbestrijding bij solitaire bijen In 1991 zijn geen nieuwe parasieten van Osmia rufa uit de eigen teelt tevoorschijn gekomen . De parasieten die ook dit jaar weer werden gevonden zijn : Cacoxenus indigator, Anthrax anthrax en Monodontomerus obscurus, respectievelijk twee vliegjes en een sluipwesp . De eerder beschreven technieken om deze parasieten de baas te blijven, blijken goed te werken.
De behandeling van gesloten, gedateerd broed van honingbijen met mierezuur in een afgesloten bak Uit onderzoek in Duitsland en Zweden is gebleken dat het mogelijk is om onder bepaalde voorwaarden gesloten broed buiten het bijenvolk met mierezuur te behandelen en op die manier de varroamijten in het broed te doden. In samenwerking met onderzoekers van de Landbouw Universiteit Wageningen (LUW) is een methode bedacht om op een vrij eenvoudige manier zoveel mogelijk broed van een bepaalde leefmaandblad voor im ers maart 1992
Het effect van een mengsel van etherische olien op een Varroamijtbesmetting In september 1991 is begonnen met een voorbereidend onderzoek naar het effect van een mengsel van verschillende etherische olien op een Varroamijtbesmetting . Drie groepen van vijf volken zijn behandeld met verschillende mengsels van deze olien . Een vierde groep van 5 volken dient als blanco. Bij devolken zijn wekelijks de varroamijten verzameld . Na behandeling zijn uit de volken raten en opgeslagen suiker verzameld . Deze raten worden op residuen onderzocht. Van het effect van het mengsel op de varroamijtbesmetting en van het residu onderzoek zijn op dit moment nog geen resultaten bekend . (Het tweede deel van dit artikel volgt in het april-nummer van Bijen .)
EVEN BIJPRATEN door Jan
Was, kunstraat en raten
Mou s zeer langzaam af Iaten koelen. Het vuil zakt dan naar onderen en kan worden afgeschraapt. Probeer aile was zo zuiver te krijgen alsof het is voor een
Als we tijdens een bezoek aan imkers onze oren te luisteren leggen en onze ogen de kost geven, zullen we steeds keuring is. weer met enige verbazing moeten constateren dat diverse imkers zeer vinding Zelf kunstraat maken rijk zijn voor wat betreft de bouw van Als we beschikken over een kunstraatkasten en het bedenken van bedrijfssyspers kunnen we zelf onze eigen kuntemen. Werkelijk wonderbaarlijk zoals al straat gieten, wat de meeste imkers die imkers zijn . ledere imker heeft meestRietsche's Kunslraalpers. tach ook voldoening zal schenken. al zijn eigen en de allerbeste bedrijfsmeMijn grootste probleem toen ik voor thode en de beste bijen . Kortom op de eerste keer kunstraat goot was het vinden van een velerlei gebied is hij onovertrefbaar en als hij dan al iets overneemt van een andere imker,weet hij het altijd goed middel om de raten uit de pers los te maken, daar ik gebruik maakte van een zogenaamde Rietsche nog te verbeteren. Dat het dan niet altijd in orde is, pers (zie illustratie). Na vee! middelen uitgeprobeerd zien hij dan maar over het hoofd. Daar kan deze imker te hebben, bleek gewoon zeeppoeder goed te voltoevallig niets aan doen . doen . Hiervan wordt een oplossing gemaakt met een
Waar het fout kan gaan Kijk, met dit laatste ben ik het nu niet met hem eens, want daar waar het fout ging was met wat goede wil te voorkomen. Helaas, vaak net even te laat nagedacht. Een van de ding en waar vaak te laat aan gedacht wordt zijn oude raten . Laten we ons beperken tot was, kunstraat en uitgebouwde raten. Oat is voorlopig al heel wat, want wat daar al niet bij fout kan gaan is bijna niet te geloven . In plaats van deze om de 2 a 3 jaar om te smelten, probeert men het wereldrecord oude raten te verbeteren . Men is pas tevreden als de raten werkelijk zwart zijn en de bijen minstens 1/4 kleiner zijn geworden. Als de imker dan ook nog een grote moer in het volk heeft ingevoerd kan deze niet meer met haar achterlijf de eel in om te leggen. Dit is een bijzonder prestatie van de imker, maar ik dacht niet de juiste. Het kan natuurlijk ook anders en dat weet iedere imker.
Oude raten tijdig opruimen We beginnen met aile oude, beschadigde raten en die niet juist of onvolledig zijn uitgebouwd, op te ruimen . Donkere raten met veel pophuidjes in de zonnewassmelter proberen te smelten heeft geen zin daar de was in de huidjes blijft zitten . Deze raten kunnen beter in een plastic zak gedaan worden. Een klein beetje ijsazijn erbij (tegen de wasmot), zak goed dichtbinden en inleveren bij beroepssmelters, als men over een stoomsmelter met persinrichting beschikt kan men het zelf proberen. Lichte raten, moerdoppen, braamraat, waszegels en aile klein afval gaat zeer goed in de zonnesmelter. Om deze was verder te zuiveren deze opnieuw opsmelten in een pan met zacht water en dan
zeer !age concentratie daar er anders te veel resten op de kunstraat achterblijven. Het losmaken van de raat uit de pers Ievert minder problemen op als een watergekoelde pers gebruikt wordt. Om met de Rietsche pers goede dunne vellen te gieten moeten de celafdrukken goed in elkander sluiten, anders krijgt men te dikke vellen. Als de vellen te dik zijn, kan men de onder- en bovenkant iets verschuiven door de schrarnieren wat bij te stellen, zodat de celafdrukken beter in elkaar passen. Als men wil overgaan tot de aanschaf van een kunstraatpers kan men het beste de grootste maat nemen omdat men uit een groat vel wei een klein kan snijden maar niet omgekeerd. Dit op maat snijden gaat goed met behulp van een plaatje hardboard in de juiste maat, voor verschillende maten telkens een ander plaatje. De waspers kan men het beste op een paar latten zetten, dan koelt de pers ook aan de onderkant en kan men sneller achter elkaar gieten, tot ongeveer 20 vellen per uur. Bij gebruik van een watergekoelde pers moet men vooral zorgen dat deze niet te snel koelt, dus de kraan niet te ver open en de was niet te heet is, anders komen er doorzichtige plaatsen in de raat. Voor beide persen moet men zorgen voor een pollepel groot genoeg om in een keer voldoende was in de pers te gieten. lndien in twee keer een vel gegoten moet worden breekt het vel op de gietnaad. Als we nu dus onze kunstraat hebben kunnen we deze in de ramen gaan bevestigen . Persoonlijk geef ik er de voorkeur aan deze op de onderlat te plaatsen en een paar mm van de bovenlat vrij te Iaten. Op deze wijze bouwen de bijen deze het beste uit. maandblad voor imkers maart 1992
73
ENIGINGSNIEUWS Bestuurssamenstelling
IMKERS VAN DE LLTB
Van het hoofdbestuur Uit de ergadering van het Hoofd bestuur van de Bond an lmk.ers van de LLTB. gehouden op maandag 13 januari l992
74
Mededelingen fscheid wordt genomen van de heer J. van Hinsberg welke als gevolg van zijn ziekte aile bestuurswerkzaa mheden moet neerleggen. De voorzitter, de heer J. Cari . dankt de heer an Hinsberg voor zijn jarenlange inzet en toewijding en wen t hem een spoedig her tel toe. • H t vergaderschema 1992 wordt als volgt vastgesteld: maandag 9 maan. maandag II mei , maandag 29 juni en maandag 14 september. Zaterdag 24 oktober zal de oorbe ·preking van de jaarvergadering plaat vinden en op zaterdag 14 november wordt de algemene vergadeting gehouclen. Aile vergaderingen, met uitzondering van die van zaterdag 24 oktober. vinden plaats in het Gemeenschap huis te Baexem. • De toelating van Perizine i inmiddels verle ngd gcworden.
Regio's • Ln de regio' Midden en oord zal een cursu bijemeelt voor beginner georganiseert worden. In een a.nder artikel kunt u hiero er meer informatie vinden. • De regio Midden organi eert op donderclag 6 febrauri a.s. om 20.00 uur in het Gemeenschapshuis te Bae, em een bijeeenkomst waarop een videobancl over het imkeren in ustralie za l worden venoond.
• Door het vertrek van de heer J. van Hin berg is de regio Zuid slechts met een persoon vertegenwoordigd in het bestuur. De algemene vergadering diem echter een nieuwe kandidaat te kiezen op basis van een bindende voordracht van de regio Zuicl. Om de continu'fteit van het bestuur te waarborgen wordt be loten dat de regio Zuid iemand kan aanwijzen welke tot de volgende algemene vergadering als advi erend lid van het besLUur zal fungeren. • De heer L. v.d. Goor zal de heer van Hin berg opvolgen in de Contactcommis ie Tuinbouw/Bijenteelt. • De heer F. Heessen wordt benoemd tot ondervoorzitter van de Bond en het penningmeesterschap van de heer Lecrssen zal gehandhaafd worden .
BOND VAN BIJENHOUDERS NCB
In memoriam P.L. Lammers door C.J. Roelen Op za terdagavoncl 18 januad j.l. were! ik de hoogte gesteld dar onze erevoorzitter, de heer P.L. Lammers die middag was overleden. In een interview in het laatste decembernummer van Bijenteelt memoreerde de heer Lammers nog uitvoerig een aantal ontwikkelingen uit het verleclen en sprak daarbij de hoop uit clat het same ngaan van de twee bijenbladen een eerste stap zou kunnen zijn tot een volledige samenwerking. Hij zo u die omwikkelingen op de voet blijven volgen. Ook de laatste keer dat ik deze bijna 83-jarige, krasse en zeer goed van de tongriem gesneden
Voonnalig redacrielid van Bijentee/t, en oud-voor::;itter van de Bijenhoudersbond \'an de NCB, dhr. P.L. Lammers. imkervriend ontmoette tijdens een jubileumviering in Berghem, gaf hij duiclelijk blijk van zijn belang telling voor het we i en wee van de bijenhouclerij . De toenmalige hoofdredacteur, wijlen PAM van Dongen, schreef naar aanleiding van zijn afscheid op 6 april 1974 in Bijenteelt: '·In zijn 28 jarig bestuur schap, waarvan 15 jaar als voorz itter, heeft hij een duidelijk Stempel op de Brabant e Bond gedrukt. ln de na-oorlog e jaren maakte hij zich bovendien verdienstelijk voor acwele pennevruchten in ons Geeltje. Door tactisch optreden wist hij op de vergaderingen altijd een prettige geest te hanclhaven en een bijzonder vriendsc happelijke verstanclhouding te b eken:· Wij zullen in onze herinnering de overleclen ere-voorzitter blijven behouden als een erg bekwaan1 bestuurder en een geweldige imkerriend. Moge hij rusten in vrede.
Boekel vierde Ambrosiusfeest Op de patroondag. zaterdag 7 december vierde onze bijenhouder verenig ing in Boeke! het Ambro iu feest, claannee een oude traclitie in ere her-
RENIGINGSNIEUWS tell en de. De avo nd beg on met een Eucharistieviering, waar ve le leden en hun partners aa nwezig waren. Yoorzitter Mander opende omstreeks acht uur de avond . In zijn openingswoord mem or erde hij de iering va n her 75-jarig bestaa n in eptember 199 1. Hij dankte aile leden voor hun in zet en bere idwilligheid om itlles goed te Iaten ve rlopen, peciaal bij het opbouwen en afbreken van de tentoon stell in g. Tot lot \ enste hij allen ee n aangename en gezellige avo nd . adat mev rouw v.d. Linden het verlag van de rei naar La Roche en Ardenne in juni j. l. had voorgelezen. werd de uitslag van de onderl inge bedrij fs \ edstrijd bekend uemaakt. Als wi nn aar kwam Th . Egelsmeer uit Boekel uit de bu . Bij de Brabantse kampi oen chappen werd hij dit jaar zevende. Hij k.reeg de wisselbeker uitgereikt. Yoo r vo lge nd jaar zal een nieuwe moeten worden aa ngeschaft omdat de ruimte om er nieuwe namen bij te grave re n ontbreekt. Van de o erige 16 deelnem ers werd H. Steegs uit Lieshout tweede en W . Janssen uit Boekel derde. Oak voor hen was er een beker beschikbaar. De heren keurmeester kregen een attenti e aangeboden a1s da nk voor bet verrichte werk . Daarna vo1gde de vertoning van de ingekone videofi lm , die gemaakr i tijden het 75-jari g bestaan . Ailee enementen pa eerden de revue . .Hiern a was men toe aan het gezellig samenzijn . Ook werd een loterij gehouden om de ve le prij ze n bij de wi nnaars terecht te doen komen. De avond werd afgesloten met het gebruikelijke worstebrood en koffie. an het ei nd dankte de voorzitte r een ieder voor hun kom st en keerde iedereen vo ldaan hui waarts na dez rnooie en aangename :IVond. Bije nh oudersvereni ging 'S t. An1brosius' Boe.ke1 e.o.
Hortus Haren ·rulpenhof• door J, Kwebeman In het kader van " t ederl and Bloemenland" en het 350-jarig be. taan van de horllls in Haren is "Hortu Haren Tulpen hof' geo rgani seerd. ln de hortu z ijn 3.5 miljoen bloembollen gep lant, die in het vo01jaar in geuren en kleuren gaan bloeien. r zij n vee1 extra aktiviteiten geo rgani ·eerd e n daarom heeft de hortu de openi ngs tijden van 3 april. tim 3 1 me i uitgebre id van 9.00 tot 20.00 uur.
verzorgen en daarvoor vorig j aa r n g een geheel nieuwe korven ·ta l naast de be taande stal en observalieruimte bouwden . amen met de rand 50.000 crocussen. di e ra ndom de stal zij ge pl ant en de bijentuin . zal het nu voltooide bijence ntrum een prachtig geheel vormen . De honderdduizenden voor bijen interessa nte bloembollen over de he le hortu verspreid, zullen naar wij hopen ee n grate ·timul ans zijn voor de vo 1jaarsonrwikkeling van de bij nvolken. Wij zijn erg ben ieuwd naar de resu ltaten. In de bijenstand worden ca. 12 vo lken in diverse bijen\ oni nge n verzorgd . Holle boom, tam men. ee n zwa nenh alskorf. een boogkorf, ro nde korven en een observatiekast zijn allemaal bevolkt. Gedurende de zomermaa nd n zijn de vrijwilligers va n onze vereniging tijdens de weeke nd en zoveel mogel ijk aanwezig om bezoekers te woord te staan en voorl ichti ng te geven o e r her bije nhouden en het bijenleven. Er zal naar worde n ges u-eefd dat in de periode va n 3 april tot 3 1 mei , dage lij ks een van onze leden aanwezig zal zij n.
De bijdrage van onze vereniging
Een idee voor een excursie!
Onze verelli g ing, .H aren-Pate rswold is sterk betrokken bij het rees t op de horru , doordat de Iede n van onze verenigi ng, onder d bezielende Ieiding van Frits Kru e, de bijen van de hortu s
Bijenhoud er , individueel o f in groepsverba nd wi lien wij graag attencleren op deze prachrige kans een uitstapje te maken naar Ha nu s Haren "Tu lpenhor·. want er is nag veel meer
75
RENIGINGSNIEUWS
76 te zien clan de bijenstancl. De Hortus Haren is een recreatief park van 2 1 ha. U kunt starten met het bezichtigen van de indrukwekkencle tropi che en sub-tropi che kas. en. waar men zich in een heel andere werelcl waant. Daarna kan men een rondgang maken ove r het terrein met een arboretum. pinetum, kruidentuin. rotstuinen, wilde planten tuin, diverse land. chaps- en modeltuinen. vijvers en waterpartijen. De ni euwbouw '·Victoria In ektariunf' zal her kom nde jaar hui ve ting bieden aan de Victoria amazon ica en het nu nog tij clelijk gehui vc tc lnsektarium. Vanzelf prekend zijn er horecavoorzi •n ingen aanwezig en is er een winkel om kleine attentie , herinneringen, plantjes o.a. Bonsai, mee te nemen voor thui s. De norma le open ingstijden zijn van 9.45 tot 16.45 uur. Voor groepen is recl uctie mogelijk op de toegangsprij en bij tijdige reservering kan voor een rond leiding worden gezorgd . Telefonische inlichtingen 050-6320 I 0.
FAMILIE BERICHTEN Op I I november 1991 i op 75-jarige leeftijd overleclen on lid
Op 28 december 1991 overleed op 86-ja.rige leeftijd ons ere-lid
JTTZE VA
TE GLOO EN
HO TE
Onze oprechte deelneming gaat uit naar zijn vrouw en kinderen. die wij sterkte toewensen om dit verlies te dragen. Bestuur en Ieden subveren iging Jubbega e.o .
Teng was een natuurmens, een vakman in de bijenteelt, het was zijn hobby en levensonderhoud. Hij was mede-oprichter van onze vereniging en in zijn 63 jaar lange lidmaatschap heeft hij voor vele imkers als voorbeeld ged iend. Moge God hem de rust geven die hij heeft verd iend.
Op 14 januari 1992 overleed heel onverwacht
Namens Imkersvereniging Regio Venray
GERR IT VAN VELDHUIZEN op de leeftijd van 59 jaar. Hij was bijna 20 jaar lid van onze vereniging waarvan 16 jaar als bestuurlid. Het huis van hem en zijn vrouw vormde al jaren het ga tvrije midclelpunt van de strovle htcursu van onze vereniging. Wij verliezen in hem een markante. meelevende en zeer gewaardeerde imkervri end. Onze oprechte deeleneming gaat uit naar zijn vrouw Annie en de kinderen Be tuur e n Ieden ub ereniging ' De Bakermat' te Lunteren
Op::! januari j. l. .i en imkervriend
J N G IERVELD Vele imkers hebben geprofiteerd van zijn raad en daad. Gezien de ve le plann n en ideeen die hij nog had konden ook in de toekomst nog vee! imkers op hem rekenen. Het mocht echter ni et zo zijn. Het "Ambrosius Gilde Rotterdam" wenst zijn familie aile terkte toe om dit verlies te kunnen dragen. Be tuur en Ieden subvereniging Rotterdam
INTERVIEW
lk paste mijn vakantie aan, aan de zwermtijd van de bijen Bijen in gesprek met de Drentse imker Jan Lubbers door Jose Vleeming Tweede secretaris, eerste secretaris, depothouder, cursusleider, begeleider van aa nkomend imkers, bouwer van verenigingsstal len, stimulat or van maar liefst vier grote imkersdagen en niet t e vergeten , volgend jaar, D.V. , 60 jaar lid van de afdeling Assen . Een indrukwekkende rits functies van een imker die van
werkte daarna een 24 jaa r bij het Ziekenfonds te Assen en belandde uiteindelijk bij Stork Assen, waa r hij tot zijn pensionering de werkplaatsadministratie verzorgde. Enkele jaren na zijn pensionering werd Jan Lubbers getroffen door een hersenbloeding. Door zijn enorme doorzettingsvermogen heeft hij de gevolgen van zij n ziekte goed onder controle kunnen krijgen; zijn aange-
onschatbare waarde is geweest voor de bijenhouderij in het mooie Drentse land. Laten we eerst even terug gaan in de tijd .
taste spraakvermogen is echter een blijvende erfenis.
77
lmkershulpje Geboren in 1913 in het ten noorden va n Assen ge legen Vries, verhuisde Jan Lubbers met zij n ouders op tweejarige leeftijd naar de gemeente Norg. AI in zij n prilste jeugdjaren raakte hij bekend met de imkerij, want zowel zijn opa als zijn vader waren imkers. Is hij eerst niet meer dan het imkers hulpje, op acht- of negenjarige leeftijd mag Jan Lubbers zich werkelijk in het bijenhouden verdiepen. De eerste jaren nog onder deskundige Ieid ing van zijn vader, maar als hij zo'n 15 jaar is, moet hij zich geheel zelfstandig met de bijen zien te redden . Zijn hele verdere Ieven blijft hij imkeren en ook nu, op 78-jarige leeftij d, is hij nog de t rotse bezitter van zo'n zes volken achter in zijn t uin . In zijn toptijd imkerde hij met wei 34 volken. Hij is alt ijd een vooruitstrevende imker geweest: al vanaf het beg in hield hij zijn bijen in kasten . Standen er eerst Simplexkasten in zijn bijenstal , later g ing hij over op Spaarkasten. Ook in de bijensoorten verdiepte hij zich . Jarenlang hadden Carnica's zijn voorleifde, de laatste tijd echter houdt hij zich bij de gewone bij . Wat het honinghalen betreft, reist hij nog j aa rlijks met zijn bijen naar het koolzaad in de kop van Gron ingen en datal zo'n 45 jaar lang.
Doorzettingsvermogen In 1947 trouwde Jan Lubbers en verh uisde hij naa r Assen. Drie jaar later kocht hij zijn huidige won ing in de Bosstraat. Een van de eerste activiteiten die hij op zijn nieuwe stek ontplooide, was het bouwen van een bijenstal. Wat zijn maatschappelijke carriere betreft, kon hij vanwege zijn niet zo goede gezondheid in zijn jonge jaren niet in de voetsporen van zijn vader treden die boerde . Hij began in 1930 op een mel kfabriek,
Betekenis voor de imkerij Dat Jan Lubbers van onschatbare waarde voor de Drentse imkerij is geweest, zal elke bijenhouder in het land van Bartje beamen . Een van zijn eerste activiteiten na zijn verhu izing naar het Assense in 1947, was zijn medewerking aan het gouden imkersfeest dat van 23 tot en met 27 september 1947 te Assen gehouden werd . Onder de naam " bijen , bloemen en honing " vierde de VBBN haar 50-jarig bestaan, waarbij al lerlei prominenten, als de toenmal ige voorzitter van de VBBN, Mr. L.R.J. Ridder van Rappard en J.G . de Roever, schrijver van " Bijen en bijenhouden " acte de presence gaven. Jan Lubbers kijkt nog altijd met veel plezier terug op dit grootse evenement dat door in totaal meer dan 30.000 bezoekers uit binnen- en bu iten land werd bezocht.
Van aile markten thuis De medewerking aan het gouden imkersfeest was Jan zo goed bevallen dat hij in 1951 als 2e secretaris toetrad tot het bestuur. Twee jaar later nam hij het gehele secretariaat voor zijn rekeni ng . Een taak die hij maar liefst tot zij n zeve nt igste j aar heeft volge houden . Maar maandblad voor •mkers maart 1992
IN T ERVI E W
78
niet aileen het schrijfwerk was Jans deel, ook heeft hij bijna 25 jaar lang het depot met imkersbenodigheden van de VBBN beheerd . Het bleef niet bij deze activiteiten. Volgde hij eerst zelf de beginnerscursus bij de Leidse Onderwijs lnstelling, later bracht hij met nooit aflatend enthousiasme zijn kennis weer over op aspirant imkers. Gedurende zo'n 28 jaar gaf hij cursussen "practisch imker" in Assen, Hoogeveen, Meppel, Oosterhesselen en Stadskanaal. En of het allemaal nog niet genoeg was, was hij als bestuurslid mede-organisator van de cursussen korfvlechten . Naast al deze tijdverslindende activiteiten begeleidde hij jonge imkers bij het bijenhouden, hielp tussen de bedrijven door ook nog een drietal verenigingsstallen bouwen, was de stuwende kracht achter de grote imkersdagen in 1967, 1977 en 1982 en "bemoeide" zich een paar jaar met de koninginneteelt op Schiermonnikoog . " AI deze activiteiten kon ik slechts volbrengen met de nimmer aflatende gastvrijheid van mijn vrouw die in de loop der tijd menig imker van koffie en koek heeft voorzien ".
Oppassen voor adders Het moet Jan Lubbers van het hart dat hij niet zoveel hoop heeft voor de toekomst van de bijenhouderij . "De mensen hebben hele andere bezigheden, veel meer liefhebberijen en een hele andere mentaliteit dan wij vroeger. Ondanks mijn drukke bestaan, was ik de rust zelve bij het werken in de bijen. En dan de vakanties. Je kunt als imker wei op vakantie gaan , maar dan
moet wei eerst de zwermtijd achter de rug zijn . lk paste de vakantie aan de bijen aan. Hoewe l er dan weer een ander probleem om de hoek kwam kijken: de TI in Assen ". Jarenlang is Jan eveneens actief geweest als geldteller bij den in Assen . Maar ondanks het warme hart dat hij de motorsport toedroeg, verloochende hij zijn bijenliefde nooit. Hij ergerde zich elk jaar aan de bezoekers die, ondanks voorschriften, de aangegeven toegangswegen verlieten en in grote getalen door de hei sjokten waar overal bijenkasten stonden. Dit paste Jan niet zo, maar geen nood dacht hij en hij plaatste her en der waarschuwingsborden met het opschrift: "Oppassen voor ADDERS ". Nooit meer dan tijdens de jaa rlijkse n was de hei het exclusieve domein van de bijen.
... theoretisch beter dan praktisch ... Op mijn laatste vraag hoe Jan Lubbers tegen de jonge generatie imkers aankijkt, zegt hij : "De tijden veranderen. Tegenwoordig zijn veel imkers op theoretisch vlak geweldig, maar praktisch beduidend minder. Het bijenhouden komt vaak pas op de tweede plaats ". Jan Lubbers spreekt de hoop uit het 100-jarig bestaan an "zijn " afdeling in 2002 nog te mogen beleven. Misschien wei samen met zijn kleinzoon, die in de imkersvoetsporen van zijn opa lijkt te treden . Op zijn twee zonen en ene dochter hoeft hij niet te rekenen, want " die zijn theoretisch wei goed, maar blinken in de praktijk niet uit door lef".
Jan Lubbers in de tijd dat volle honingraten nog geen zeldzaamheid waren.
maandb/ad voor imkers maar! 1992
TRIJDINGSMIDDELEN
Bijen en bestrijdingsmiddelen: een analyse van gemelde sterften in 1990 door Pieter A . Oomen
(Piantenziektenkundige Dienst Wageningen) Bestrijd ingsmiddelen worden veel gebruikt in de Nederlandse land- en tuinbouw. Bijen vli egen overal. De kans op aanvaringen tu ssen deze beide is dus aanzienlijk. Schade wordt voorkomen door het gebruik van bestrijdingsmiddelen aan strikte regels te binden . Zij n de geldende regels ind erdaad effect ief? Deze vraag wordt hierond er beant woord . Gevallen van bijensterfte die volgens getroffen imkers veroorzaakt zijn door blootstell ing aan bestrijdingsmiddelen worden met ingang van 1990 jaarl ijks ge·l·nventariseerd. De gegevens zijn afkomstig van vrijwillige meldingen door imkers. Zij maken hierbij gebruik van de nieuwe meldingsformulieren die door de Organisaties van Bijenhouders sinds 1990 ter besch ikking worden gesteld. Doel van deze inventarisatie is inzicht te krijgen in de omvang en aard van de schade die jaarlijks door bestrijdingsmiddelen aan bijenvolken wordt veroorzaakt. Daarbij gaat het zowel om het ongeoorloofde gebruik (waarop wordt gecontroleerd door de AID) als om eventuee l geoorloofd gebruik dat niettemin tot schade leidt en dat dus nadere regu lering behoeft. Onderzoek naar de oorzaken van sterfte door zulk geoorloofd gebruik valt buiten de taak van de AID . Vandaar de grote behoefte aan deze gegevens. De inventarisatie wordt uitgevoerd door een werkgroep waaraan deelnemen, de Plantenziektenkundige Dienst PD, de Algemene lnspectie Dienst (AID), de Orga nisaties van bijenhouders, lnformatie en Kennis Centrum Glasgroente en Bestu iving (IKC), IKC Akkeren Tuinbouw , de Directie Akker- en Tuinbouw van het M inisterie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) en het Landbouwschap . Het verworven inzicht in de oorzaken van de bijensterften wordt door de Plantenziektenkundige Dienst gebruikt voor aanscherping van de gebruiksvoorschriften van de betreffende bestrijdingsmiddelen . Resulta at is een betere bescherming van bijen tegen spuitschade in de toekomst. De meldingen over het jaar 1990 Iopen in karakter erg uiteen en zijn niet geverifieerd door enig onderzoek. Een kritische beoordeling van de gegevens is dus op zijn plaats. Niettem in zijn het de best beschikbare gegevens. In totaal zijn over 1990 door imkers aangesloten bij de VBBN en de NCB 20 schadegevallen
gemeld. De sterften speelden zich af in aile delen van hetland met uitzondering van Groningen , Friesland, Overijssel, Utrecht en Limburg . De meeste incidenten werden gemeld uit (het Zuiden van ) Noord-Brabant en uit Zeeuws-VIaanderen. Vier verschillende imkers uit Venhorst (NB) meldden omvangrijke schade als gevolg van (niet toegestaan) gebruik van het insecticide parathionmethyl in boomkwekerijgewassen. Drie verschillende imkers in Dronten meldden schade in hun gezamenlijke bijenstand in zwarte bes, later appel. Helaas gebruikten zij nog het oude schademeldingsformulier waarop belangrijke informatie onvermeld blijft. Twee imkers, uit Nieuwvliet (Zee land) en Nieweroord (Drente) meldden schade na gebruik van MCPA door Waterschappen. De schade gemeld uit Bavel was dit jaar zeer beperkt, wei Iicht als gevolg van de verlaagde dosering in het gebruiksvoorschrift van het verdachte middel, maar misschien ook als gevolg van afspraken tussen teler en imker om de bloemen van behandelde gewassen te maaien zodra enige bijensterfte zou worden waargenomen. Overigens kwa m bij de gegevensanalyse een opmerkelijke samenloop van omstandigheden naar voren. Een imker uit Etten-Leur meldde een (jaarlij kse terugkerende) bijensterfte op 20 juli waarbij hij bespuiting van bloeiende aardbeien als oorzaak vermoedde; zijn collega uit het nabijgelegen Bavel constateerde omstreeks half juli een (eveneens jaarlijks terugkerende) bijensterfte waarbij hij behandeling van sierteeltgewassen met aldicarb als oorzaak aanmerkte. Een verband tussen beide lijkt mogelijk . Uit Aardenburg in Zeeuws-VIaanderen kwam de enige melding van ernstige broedschade. Omschrijving en tijdstip wijzen op blootstelling aan het insecticide fenoxycard als oorzaak. Volgens opgave was echter aileen gespoten met (onschadelijke) middelen tegen schurft in appel. Gebruik van fenoxycarb is niet toegelaten voor toepassing op bloeiende planten. Nog diverse andere sterften werden gemeld, veel al met te weinig gegevens voor nadere ana lyse . Bij uitstek belangrijk in de medelingen door getroffen imkers zijn gegevens over gebruikt middel en behandeld gewas, zomogelijk ook informatie over bestreden plaag, weersomstandigheden, plaats, etc.; kortom, een zo volledig moge lijk ingevu ld nieuw meldingsformulier. Uit deze evaluatie kunnen de volgende conclusies wormaandblad voor imkers maart 1992
79
BESTRI J D I N G SM I DDELEN den getrokken: 1. Het geringe aantal schademeldingen wijst- landelijk
80
gezien - op een beperkte schade aan bijen door gebruik van bestrijdingsmiddelen, ofwel op een beperkte meldingsd iscipline van getroffen imkers. Vermoedel ijk zijn beide conclusies correct; het is niett emin wenselijk beide te verbeteren! 2. De op hetzelfde moment voorkomende schade in Bavel en Etten-Leur, en de mogelijke relatie met behandeling van aardbeien en/ of sierteeltgewassen verdient nadere aandacht. 3. De onkruidbestrijding met MCPA (en andere groeistoffen als mecoprop en 2,4-D) verdient nader onderzoek . In experimenten is echter vastgesteld dat deze middelen noch toxisch zijn, noch leiden tot het doodsteken van bijen op de vliegplank nadat deze met het (sterk geurende) bestrijdingsmiddel in aanraking zijn geweest. Echter, v66r nader onderzoek mogelijk is zijn goede waarnemingen nodig welke nu eigenl ij k de effecten van groeistofeffecten op bijen zijn! 4. Sterfte van bijenbroed in fruitteeeltgebieden in het voorjaar zo nder sterfte van vliegbijen is een sterke aanwijzing voor (niet toegelaten) gebruik van fenoxycarb. Zulke sterfte dient altijd reden te zijn voor onderzoek naar bespuitingen met fenoxycarb als mogelijke oorzaak. 5. De inventarisatie van schademeldingen door bestrijdingsmiddelen blijkt deze eerste maal al nuttige informatie op te leveren. Voortzetting in de komende jaren is daarom zeer wenselij k. De getroffen imkers moeten daartoe wei een betere meldingsdiscipline opbrengen .
Meldingsadvies In gevallen van bijensterfte van betekenis die waarschijnlijk zijn veroorzaakt door blootstelling aan gevaarlijke bestrijdingsmiddelen dient de imker altijd zo snel mogelijk de AID te waarschuwen voor onderzoek of de gebruiksvoorschriften van het bestrijdingsmiddel zijn overtreden . Daarnaast dienen de schademeldingen te gebeuren aan de Organisaties van bijenhouders op zo volledig mogelijk ingevulde, nieuwe schademeldingsformulieren. De formulieren zijn bij hen ook verkrijgbaar. Meldingen aan de Rijksdienst voor Keuring van Vee en Vlees (RVV) over spuitschade zijn echter aan het verkeerde adres. Spuitschade melden bij A.I.D.: lnspectie Noord en Oost, Zwolle, tel. 038- 219674 lnspectie West, Alphen a/d Rijn, tel. 01720 - 73691 lnspectie Zu id, Eind hoven, tel. 040- 513703
maandblad voor imkers maart 1992
Centrale melding bijenziekten: een samenvatting van de resultaten in 1991 door M .L. Boerja n Het centrale meldpunt bijenziekten in Ede is 124 maal benaderd voor onderzoek van verdachte bijenmonsters. De verdeling van deze contacten per provincie is in tabel 1 opgenomen . Vijftien monsters werden doorgegeven aan de AID (Aigemene lnspectie Dienst) omdat er sprake was van spuitschade of vermeende spuitschade. Naar het CDI (Centraal Diergeneeskundig lnstituut) werden vier monsters opgestuurd omdat ze verdacht werden besmet te zijn met Amerikaans vuilbroed: twee monsters uit Zuid-Limburg bleken pos itief. In totaal werd er 28 maal advies gegeven . Het advies betrof onderwerpen varierend van koninginnen knippen tot 'hongerdiagnose'. Vaak werd het advies gecombineerd met een laboratorium onderzoek (ta bel 2) . Tijdens bedrijfsbezoeken van de RW (Rijksdienst voor Keuring van Vee en Vlees) werden twaalf monsters verzameld, deze monsters werden aan een laboratoriumonderzoek onderworpen. De laboratoriumonderzoekingen werden aile verricht op het laboratorium van de St.Gezondheidsdienst voor Dieren te Gouda . In 1991 is het aantal meldingen ten opzichte van 1990 verdubbeld. Dit is een goede ontwikkeling en het centrale meldpunt Ede hoopt dat dit zo door blijft gaan. Centraal Meldp unt Bijenziekten: (maandag t/m. vrijdag tussen 09.00 en 10.00 uur) telefoon 08380 - 35044
Tabel1
De verdeling van de contacten per provincie Provincie aantal Groningen .............. .3 Drente ... ....... .. .. .. ... 10 Flevoland .............. ... 0 Utrecht .................... 6 Zuid-Holland ........... 6 Noord-Brabant ...... 22
provmc1e aantal Friesland .... ........ ..... 0 Overijsel ..... ........ ... 15 Gelderland ............ 37 Noord-Holland ........ 4 Zeeland ..... ..... ......... 6 Limburg ................. 15
Tabel2
De resultaten van laboratoriumonderzoek door de St. Gezondheidsdienst voor Dieren Ziekte aantal positieve monsters nosema 36 amoebe 17 varroa 26
BEST RIJDINGSMIDDELEN
Gedragsregels toe passing bestrijdingsmiddelen in glas· teelten bij gebruik van bijen door Ch . Smeeken s, IKC Glasgroente en bestuiving De giftigheid van bestrijdingsmiddelen voor bijen staat op de etiketten vermeld. Binnen korte tijd zal dit worden uitgebreid tot giftig voor bijen en hommels. Bij toepassing van bestrijdingsmiddelen onder glas is het contact tussen mid del en bijen intensiever dan in de openlucht. Door de afgesloten ru imte blijft het middel Ianger aanwezig . Door IKC glasgroente en bestuiving is, in samenwerking met de Ambrosiushoeve een advieslijst gemaakt, om het gebruik van bestrijdingsmiddelen in re latie tot bijen onder glas in goede banen te lei den. Er zijn weinig concrete onderzoeksgegevens bekend over het effect van bestrijdingsmiddelen op bijen onderkasomstandigheden . De lijst is gebaseerd op gegevens zoals die er nu zijn. De bestrijdingsmiddelen zijn ingedeeld in vier categorieen.
Categorie 1 Deze middelen perse niet gebruiken in combinatie met bijen : diazinon, synthetische pyrethro'lden (behalve deltamethrin), lin daan , malathion, methomyl (Lannate), oxamyl (spuiten) (Vydate), parathion, pirimifos-methyl , propoxu r (Undeen). su lfoteb , teflubenzuron (Nomolt), triazofos (Hostathion) en trichloorfon (Dipterex).
Categorie 2 Bij deze middelen ge ldt dat voor het spuiten de bijenvolken 's-avonds uit de kas moeten worden verwijderd. De volken mogen pas na 36 uur ('s-morgens) terug in de kas . In deze periode moet de kas ge lucht worden: blauwzuur, carbaryl, deltamethrin (Decis). dichloorvos, mevinfos, heptenofos (Hostaquick) en pyrazofos (Curamil).
81 Categorie 3 Voor deze middelen geldt dat voor het spuiten de bijenvolken 's-avonds uit de kas moeten. De volken mogen pas 's-morgens terug als het gewas droog is. In deze peri ode moet gelucht worden: buprofezin (Applaud). carbendazin (Bavistan). ch lofentezin (Apollo), cyhexatin, fenbutatinoxide (Torque), hexythiazox (Nissuron), pirimicarb (Pirimor) en tolylfluanide (Eupareen M).
Categorie 4 Hiervoor geldt 's avonds spuiten, na afloop van de bij envlucht: amitraz, bacteriepreparaat, benomyl (Ben late). bitertanol (Baycor), bupirimaat (Nimrod). chloortha lonil (Daconil), dich lofluanide (Eupareen), dicofol (Kelthane), fenarimol (Rubigan), imaza lil (Fungaflor). iprodion (Rovral). maneb, procymidon (Sumisclex), propamocarb (Previc ur), thiofanaat-methyl (Topsin M), th iram, triforine (Funginex), vinchlozolin (Ronilan) en zineb.
Algemene opmerkingen • Niet stuiven met bestrijdingsmiddelen . • Geen bestrijdingsmiddelen mengen . • Niet spuiten als hommels of bij en vliegen . • Voorkom dat na spuiten plassen water op het plastic blijven staan. • Als bijen uit de kas moeten , deze wegzetten bij een temperatuur van 10-15°C. De volken moeten voldoen de ventilatie hebben en daarna op deze lfde plaats worden teruggezet. • Oxamyl (Vydate) druppelen ai leen 's-nachts in verband met eventueel drinken van de bijen aan de druppelaars. • Opmerkingen en aanvullingen zijn van harte welkom. maandblad voor 1mkers maart 1992
~N
IMKER TOT IMKER door
Ko
Maart, eindelijk maart
82
Vorige maand hadden we het over de onthullingen van de maa nd maart en ais beginnend imker denk je dan automatisch aan het openen van een bijenkast. lk kan me dat ongeduld best voorsteilen en ais er dan werkelijk een eindeloze voorjaarsdag komt ... dan doet een kort durende inspectie niet zo vee! kwaad, maar gebru ik uw verstand . Gebruik een stokdoek om de warmte enigszins vast te houden en Iicht niet aile raten voiledig uit de kast. lk neem aan dat u zich al een redelijk beeld heeft gevormd hoe het volk er voor staat voordat u tot het intieme binnenste van de bijentros doordringt en dat aileen door een goed gebruik van oren en ogen . Laten we eens een kij kje gaan nemen. Onze oren hebben we de afgelopen maanden al vaak tegen de kastwand gelegd om het zachte geruis te horen van de bijentros. Weest u voorlopig tevreden als u dat geluid hoort, maar weet dat er volksstammen imkers zijn die alt- en sopraangeluiden weten te onderscheiden en aan elk een aparte betekenis toekennen . Voor u is dat nog toekomstmuziek! Heeft er al een reinigin gsvlucht plaats gevonden dan vindt u op de kast weilicht wat bruine streepjes. Dat is bijenontlasting . Bij een gezond volk zult u daar weinig van merken omdat het lozen van de pakketjes ontlastin g plaats vindt tijd ens de reinigingsvlucht. De bijen terroriseren dan de omgeving en dat is duidelijk te merken aan het wapperende wasgoed. Dat wasgoed heeft vooral de voorkeur omdat het vochtig is en er tegelijk water kan worden opgezogen . Heeft de noserna toegeslagen dan zijn veel bijen nauwelijks in staat tot vliegen en bevuilen ze de kast en naaste omgeving. Tegen nosema is weinig te doen. Geef een zwaar aangetast volk zodra het weer dat toelaat een nieuwe of in ieder geval een ontsmette broedkamer, laat het volk in de loop van het voorj aar veel kunstra at uitbouwen en vervang overjarige zwarte raten.
Bijenkroeg zonder vergunning en het verhaal van mulstrepen Over de waterhaalsters hebben we het de vorige maand al gehad en u kunt zich nu overtuigen dat ze actief zijn . Voor het inrichten van een bijenkroeg heeft u geen vergunning nod ig . Kasten uitgerust met een gaasrooster en bodemla zijn voor de imker een open bijenboek. Aa n de hand van de mulstrepen op de lade kunt u zien waar het volk zich in de kast bevindt. De wasmulstrepen zijn in de loop van de winter gevormd door afgeknaagde celdekseltjes van de verbru ikte
Zoet
voedselvoorraad . Onze bijen starten hun trektocht langs de voedse lvoorraad in de raten globaal van voor naar achter en van onder naar boven. Is er weinig voedsel aanwezig dan hebben de bijen maar een kleine voedselbarriere te nemen. Snel zijn ze achter en boven in de broedkamer aangekomen met een uitgeputte voedselvoorraad als resultaat en een smaile wasmulstreep over de gehele bodemla. Waren de bijen nog in Ieven dan maakte een bijenhouder waar zoiets voorkwam als de weerga een water-suikeroplossing 2 op 3, vulde daarmee een grate pot met geperforeerd deksel, verwijderde de dekplank, draaide de pot boven de tros om en dekte het volk plus zijn/haar eigen schuldgevoel toe met een paar warme doeken. U merkt wei dat ik in de verleden tijd schrijf, want bij u ais fanatieke enthousiasteling komt een dergelijke "zunigheid" natuurlijk niet voor. Volken die volgens de voorschriften worden ingewinterd hebben niet zo gauw te weinig voedsel, maar nu we tach de miserekraan hebben open gedraaid wil ik nog even stilstaan bij een situatie die vooral voorkomt tijdens een langdurige winterzit. Nu ik dit verhaal achter de computer intik, is het begin januari en stormachtig en zeer zacht weer. December was wat winters, er werd zelfs even geschaatst, maar 23 december waren de bijen massaal los (uiteraard op maandag=wasdag) . Hoewel niets wijst op een spoedige kou-inva l, kan de winterzit nog langdu rig zijn. De winter van 1962/63 was er zo een, vooral kleine volkjes zijn toen masssaal omgekomen met voldoende voedsel in de nabijheid. Dit kon gebeuren omdat de volken waren losgeraakt van het voedsel. Bij het begin van de winterzit zat het volk al links of rechts in de kast en was het tijdens de winter het voedsel gevolgd naar links of rechts. Met gevolg dat nog tijdens de winter het direct bereikbare voedsel verbruikt was. Een dergelijke situatie is te herkennen aan wasmulstrepen die zich aileen uiterst links of uiterst rechts op de bodemla bevinden . Wat nu te doen? Een volk dat het even koud heeft, is beter dan een dood volk. Met andere woorden : open de betreffende kast, verwijder twee raten vol voer van de zijde waar de tros zich niet bevindt, schuif de raten op en hang de raten met wintervoer nu aan de andere zijde tegen de tros. De bijen zijn u dankbaar als wat dekseltjes worden losgekrabd. Een ander gevolg van een langdurige winterzit is, dater pas begin maart een fraa ie dag komt met zon, weinig wind en weilicht nog volop sneeuw aanwezig. De bijen komen massaal naar buiten en velen verkleumen in de sneeuw. Probeert u
VAN IMKER TOT IMKER het uitvliegen niet te voorkomen door de vlieggaten te sluiten, de nood is waarschijnlijk heel erg hoog . Leest u het bovenstaande over nosema nog maar eens door.
lnballen van de koningin Nog een stukje mogelijke misere, het inballen van de koningin. U leest in aile bijenboeken dat het vooral bij de eerste inspecties kan voorkomen, vandaar dat ik het even aanhaal. In mijn ruim veertigjarige imkerpraktijk heb ik er echter nog nooit iets van gemerkt (ondanks heel vroegtijdig openen van de kasten in de beginjaren, foei). Dit wellicht als kleine geruststelling. Blijft de vraag waarom de bijen nu juist het enige moederdier lij ken te vermoorden door in een dichte kluwen om haar heen te dringen. Antwoord: reden onbekend. M ijns insziens heeft het te maken met een onevenwichtige opbouw van het bijenvolk in het vroege voorjaar. In een volgroeid bijenvolk komt een grate schare jonge voedsterbijen voor die de koningin omringen, haar voeren, belikken en zorgen voor overdracht van feromoon. Aan het einde van het koude seizoen bestaat een bijenvolk hoofdzakelijk uit oude bijen. Ook in bevruchtingsvolkjes met jonge koningin en hoofdzakelijk oude bijen komt inballen vaker voor. Je bent geneigd te denken aan een stress-situatie in een bijenvolk hetgeen door verstoring nog in de hand wordt gewerkt. Bovenstaande theorie is echter niet wetenschappelijk onderbouwd, dus houdt u het maar op hersenspinsels van uw rubriekschrijver. Maar er zij n ook positieve waarnemingen te doen. Vindt u op de bodemla al klompjes stuifmeel dan weet u dat de bijen flink actief zijn geweest en als u er een Ioupe bijpakt, kunt u nu reeds een of meerdere minus-
Het weer in de maand maart Maart, lentemaand, genoemd naar Mars, de krijgsgod der Romeinen. Het jaar began bij hen oorspronkelijk met deze maand die dus de eerste was. Een oude benaming is ook Dorremaand, naar de god Thor aan wie deze maand bij onze voorouders gewijd was. Weerkundig gezien is het een van de wisselvalligste (uren)
Jaar
Zon
1987 1988 1989 1990 1991
(125) zonnig zeer somber (65) normaal zeer zonnig (145) norma aI
Neerslag (mm) Max.Temp. (80) zeer koud nat zeer nat (118) norma aI zeer nat (92) zeer zacht zeer zacht normaal (20) zeerzacht( droog
(5,3) (11,5) (12,0) 11, 9)
83 maanden met lentewarmte en ijzige winterkou. Het laatste vonden we in de eerste drie weken van het jaar 1987. Vooral het noordoosten van ons land kreeg het toen zwaar te verduren . De gemiddelde maximum temperatuur bedroeg daar toen net 1 graad en er kwamen maar liefst zes ijsdagen voor. Bekijken we de temperatuurreeks sinds 1706 dan blijkt maart 1991 recordwarm te zijn geweest voor de gemiddelde temperatuur berekend uit uurlijkse waarnemingen. Het jaar 1990 werd daarbij zelfs voorbijgestreefd. De zes warmste maartmaanden op een rij sinds 1706 zijn: 1991 , 1990, 1957, 1989, 1981 ... 1750. Het karakter van het maartweer van de laatste vijf jaar uitgezet tegen het lande lijk gemiddelde aantal uren zon 107, hoeveelheid neerslag 49mm en gem iddelde maximumtemperatuur 8,1 was als volgt.
ac
cule wasplaatjes vinden. Zijn ze afkomstig van een bij, die net als de imker, al droomt van het voorjaar?
Excursie naar Broeder Adam De Buckfastvereniging organiseert deze zomer een excursie naar de Buckfast Abdij. Vertrek: woensdag 19 augustus. Terug : zondag 23 augustus. De volgende punten staan op het programma: • bezoek aan de Honeyfarm (vorige keer een succes!) • rondrit Dartmoor • bezoek Buckfast Abdij • bezoek teeltstation • bezoek Buckfast Butterfly Farm • diner op de Abdij • afscheidsdiner aan board op de terugreis.
De kosten worden geraamd op ± f 455,- p.p . (incl. reis- en ongevallenverzekering en annuleringsverzekering). De reis geschiedt per bus via Hoek van HollandHarwich v.v. (Stena Line: vierpersoonshutten + douche/toilet). Er wordt in Exeter overnacht (incl. twee warme maaltijden). Opgave bij dhr. J. Kienstra , Van den Stratenweg 8, 9163 HT Nes (Ameland). Tel. 05191 -2644. Graag schriftelijk opgeven (uiterlijk voor 15 april a.s.). Telefonische informatie tussen 17.00 en 18.00 uur. Wie het eerst komt, ...
maandblad voor imkers maart 1992
SNIPPERS doo r W i lm a Bo hl me ijer- M ans
Geluidssignalen gedurende de bijendans
84
Als een bij een kwispeldans maakt, danst ze niet aileen, maar maakt ook korte, snorrende geluiden. Eigenlijk zijn het geluidsstootjes. De bij maakt ze met haar vliegspieren en ze worden verticaallangs haar vleugels voortgeplant. Ook de omringende bijen geven geluid: korte bromgeluiden afgewisseld met bedelgeluiden. Met deze bedelgeluiden vraagt de volgster om wat nektar, die door de danseres is verzameld. Kunnen bijen dan horen? Von Frisch heeft daar lang naar gezocht, maar kon geen gehoororgaan bij de bij vinden. Hoe vangen de bijen dan elkaars signalen op? Wordt de raat in trilling gebracht door de geluiden en kunnen de bijen het geluid daardoor voelen? Dit blijkt inderdaad het geval met de bedelgeluiden, ze blijken de raat te Iaten vibreren. Maar de korte snorrende geluiden brengen de raat niet in trilling. Aileen de Iucht wordt in trilling gebracht. Wij horen, omdat ons trommelvlies door de geluidsgolven in trilling komt . Bijen hebben haren op hun antennes, die vermoedelijk de snelheid waarmee de Iucht zich verplaatst, registreren. Tijdens de kwispeldans, als de snorrende geluiden langs de vleugels van de danseres gaan, beweegt de Iucht daardoor met een snelheid van 0,5 tot 1 meter per seconde. Deze luchtbeweging neemt heel snel in intensiteit af. Enkele centimeters verderop is er al geen luchtverplaatsing meer, de dansende bij is daar niet meer te "horen" voor de andere bijen . Dat bijen op deze wijze horen, toonden onderzoekers uit Wurzburg aan. Ze trainden bijen op een voerplaats. Om bij het voer te komen moesten ze door een Y-vormig buisje lopen. In een poot van deY werd een snorgeluid gemaakt en kregen ze wat voer. Kwamen ze in de andere poot van de Y, zonder geluid, dan kregen ze een electrische schok. AI gauw kwamen ze aileen in de geluidspoot. Het geluid werd wei zo gemaakt, dat het de luchtdeeltjes in de buis in beweging bracht. die Biene 12/1991
Zwerm scheppen Een zwerm hangt soms op een plaats waar je onmogelijk bij kunt komen. Laten hangen is ook geen oplossing. Probeer het eens zo: Neem een lange bamboestok, ze zijn verkrijgbaar tot een lengte van 5-6 meter. Maak op een zwermkieps een handvat en hang de kieps aan het einde van de bamboestok, met de ope maandblad voor 1mkers maart 1992
ning naar beneden . In de kieps doe je bovenin een zwermlokmiddel (op feromoon-basis). Hangt een zwerm bovenin een boom probeer dan de kieps net boven de zwerm te manoeuvreren. Daarbij is het goed als je de zwerm wat verstoort. Je prikt de bamboestok zo in de grond en wacht een uurtje. Dan kun je het zaakje naar beneden halen, want de zwerm is in de kieps getrokken. Beneden trek je voorzichtig een grote plastic zak over de zwermkieps. Nu stoat je de zwerm in de zak en bindt de zak dicht. Zo is de zwerm heel gemakkelijk te vervoeren. Van die zak had je van te voren een hoek afgeknipt, en die opening weer met een touwtje dichtgeknoopt. Wil je de zwerm in een zesramertje overbrengen, dan hoef je het touwtje maar los te knopen en je kunt de bijen zo in de kast gieten. Deutsches lmker-Journal 1/1992
Bio-honing Mag mijn honing in een natuurwinkel worden verkocht als "bio-honing"? Dat was de vraag van een imker aan 'die Biene' . Het antwoord was: 'Dat moet je niet doen en wei om de volgende redenen'. Honing is een produkt dat direct uit de natuur komt. Vanuit dat oogpunt kunnen we honing een bio-produkt noemen, tenzij de imker heeft geknoeid met vuile raten of een verkeerde bestrijdingsmethode heeft gebruikt. Maar om met iets vanzelfsprekends, iets wat de klant al verwacht, reclame te maken is een vorm van concurentie-vervalsing . Want de imker kan niet controleren of zijn bijen aileen gevlogen hebben op de ecologisch geteelde gewassen . Misschien hebben ze ook 't koolzaad van de buurman bezocht. Ons milieu is in meerdere of mindere mate belast met stoffen die er oorspronkelijk niet in thuishoren en die automatisch ook in de honing terechtkomen. Gelukkig in hele kleine hoeveelheden, maar toch moet er rekening mee worden gehouden . Denk maar aan de radioactieve heidehoning. We kunnen nooit bewijzen, dat onze honing helemaal vrij is van contaminatie. Daarom moeten we onze honing geen "bio-honing" noemen. die Biene 10/1991
De uitzondering die de regel bevestigt De regel : bijen bouwen hun raat van boven naar beneden . Een imker in Duitsland vond de uitzondering hier-
SNIPPERS op. Zijn volken stonden op twee bakken . Omdat er zo laat eigenlijk nooit dracht in die streek is, had de imker al voorbereidingen voor het voeren gemaakt. Hij had
een verfspuit, die het melkzuur heel fijn vernevelde . De achterkant van de ramen werd niet bespoten en hiermee werden de resultaten vergeleken . Bij geen van
boven op de kast een lege honingkamer gezet om de voerbak in te zetten. Toen ging hij met vacantie. Teru ggekomen van vacantie keek hij midden-augustus zijn vo lken na. Hij kon zelfs gaan slingeren, want een veld lucern e bleek een goede dracht te zijn geweest. Bovenop de ramen, in de lege honingkamer, bleken de bijen ook te hebben gebouwd. Het was echte warbouw met veel grof werk. Maar toch raten, pyramidevormig, de grootste was 12 em hoog en onderaan 5 em breed. Vol honing ! Deutsches lmker-Journal1/1992
deze behandelingen bleken de larven te worden beschadigd . De eieren hadden meer last van het melkzuur. Uit de eieren die met 5 ml melkzuur waren bespoten, kwam maar in 70% van de gevallen een bij . Bij de bespuiting met 8 en 15 ml was dit nog minder, respectievelijk 37% en 32%. Spoot je echter schuin in de eel, zodat het ei niet direct werd geraakt, dan kwam 83% uit na bespuiten met 8 mi. Ook bij ramen met bijen bleken de bijen de meeste melkzuur op te vangen, daar kwam 72% van de eieren uit. Maar was het melkzuur ook effectief tegen de varroa, als het zo fijn werd verneveld? Was de tijd van de dag nog van invloed? Een groep van 7 volken werd midden op de dag behandeld, een ande re groep in de schemering. Na een keer behandelen lag de effectiviteit op 91,3% bij de bespuiting in de schemering en bij de bespuiting midden overdag was de effectieviteit 74,2% . Na de tweede bespuiting was tussen 87,9 en 99.4% van aile mijten dood. Het melkzuur was dus effectief, vooral als het 's-avonds of 's-morgens vroeg werd gespoten. Die Biene, 1/1992
Melkzuur Een melkzuurbehan deling tegen varroa is aileen effect ief als er geen gesloten broed is. Soms is het nodig om toch een beha ndeli ng te geven als er al eieren en open broed in het volk zijn. Kan melkzuur dan zonder prob lemen worden toegepast? Ramen zonder bijen werden bespoten met 5, 8 of 15 ml melkzuuroplossing van 15%. Gespoten werd met
KONINGINNEN-KUNSTZWERMEN 3 1/ 2 POND-AFLEGGER
EXPRESS-SERVICE (Levertijd1 dag) Koninginnen eerste kwaliteit Leverbaar vanaf 15 april
Tel.: 045-252408 Bereikbaar van 9. 00- 17.00 uur. Waaro m? • Zeer hoge honingopbrengst
=:[,;.--IE • Zachtaardig , zwermtraag
• Hoge ziekteresistentie • Snelle voorjaarontwikkeling • W interhard W ij tel en reeds 25 jaar kwaliteitskoninginnen Teststand met 750 volken Bel s nel: Hoeveel koninginnen hebt U nod1g? 1 of 100 stuks! Voor Nederland:
Carnica lijnenteelt Uit prestatie-volken geteeld B.F. Lijn 366, 391 en 424 Caucasia: direct uit de Kaukasus
Prijzen aanvang 1992
BIJENSTAND 11 0E GRUBBE 11
Bevrucht
f 40,00
Grijzegrubbe 63 • 6361 GL Nuth
Kunstmatig bevrucht
f 99,00
Na 18.00 uur telefoon.: 045-243183 Op maandag gesloten
Kunstzwermen 3,5 pond /199,00
Naar wens leveren wij Ligusti ca, Cecropia, en Carpatica Koni nginnen Kunstzwermen : ziekte-vrij, Varroa-behandeld, toezending per post, levering van einde april met koningin '92 Koninginnen: op verzoek met geknipte vleugel tegen meerprijs van f 1 ,00. Aile koninginnen zijn gemerkt; met gezondheidsverklaring en invoervergunning. Aflegger: ziekte-vrij , Varroa-behandeld, toezending per post, j 17,00 extra voor drieraams kastje BIJZONDERE KORTING Bij grote afname. Levering onder rembours of bij vooruitbetaling .
Beroepsimkerij Mehler • W-5531 Bleckhausen • Du itsland • Fax: 06572/4 1 18 maandblad voor imkers maart 1992
85
GEKNIPT VOOR U doo r
Ko
Zoet
Een internationaal rondje paardebloem Het stuifmeel van de Paardebloem heeft weinig voe-
86
dingswaarde voor onze bijen, maar ondanks dat zijn ze er gek op. Massaal wordt het goudgeel bloeiend onkruid bevlogen en ... de imker ziet het graag. Bij ons wordt de paardebloem ook wei molsla genoemd of pissebed (een probaat middel om urine uit te drijven). De Fransen zeggen gewoon 'Pissenlit'. Manger les pissenlits par Ia racine - paardebloem eten - doelt op lieden die allang onder de groene zoden liggen. In Duitsland wordt de paardebloem 'Kuhblume' of 'Lowenzahn' genoemd. Gaan we naar een Engelstalig land, dan komen we het woord 'Dandelion' tegen en daarin herkennen we het Franse 'Dent de lion' oftewel Leeuwetand. Nu bevinden we ons weer op bekend terrein, want hoe heet de in het najaar bloeiende verre neef van de paardebloem? Juist, de herfstleeuwetand,
bevond . Volgens een opgaaf in een landbouwblad produceert men in het gewest Cumberland jaarlijks 750.000 pound paardebloemen en ze zijn daar zo trost op dat ze zich zelf hebben uitgeroepen tot het Paardebloemen Wereld Centrum . In de staat New Jersey organiseert men jaarlijks een paardebloemfestival inclusief een banket met op de menukaart o.a. 'Paardebloem salade, soep van Paardebloem en vermicelli, stukjes kalfsvlees gegarneerd met malse blaadjes van de plant, Paardebloemravioli en dat alles vergezeld van een glaasje Paardebloemwijn . De honing van de paardebloem wordt niet hoog gewaardeerd. Hij kristalliseert snel en vrij grof, is donkeramber van kleur en smaakt vrij sterk. Praetmoer, in het Amsterdamse blad van bijenhouders 'Bij-zaken' weet er nog iets meer over te vertellen. 'De
een naam die het heeft te danken aan de sterk ingesneden bladeren waarvan de tanden naar de grand wijzen. Ook in Amerika is de paardebloem een van de meest algemeen voorkomende nectar- en stuifmeelbronnen in het voorjaar. De composiet ontbreekt aileen in de droge hete staten en in de Rocky Mountains en in de staten langs de Stille Oceaan in het verre westen komt hij sporadisch voor. Volgens overlevering is de triomftocht van de paardebloem in de USA in het begin van de 19de eeuw begonnen toen een tuinder een zakje zaad vanuit Engeland ontving waarin zich ook zaad van de paardebloem
lange penwortel is lastig als onkruid, bijvoorbeeld tussen de tegels, maar van be lang voor de plant die daarmee uit de diepte ijzer naar boven brengt. Vandaar zijn grate voedingswaarde en vitaminerijkdom (A en C). Zoek de malse blaadjes, molslag, onder molshopen! Een delicatesse in het vroege voorjaar! In de tuinen en weilanden is hij schadelijk, hij pikt het meeste voedsel uit de grand en belemmert andere planten in hun groei. Maar op uw composthoop is hij prima, daar brengt hij zijn 'gestolen waar' weer terug . Zoals gezegd, voor onze bijen is hij nuttig. De paardebloem zit echter niet op instuif van insecten te wachten: zoals
maandblad voor imkers maart 1992
GEKNIPT VOOR U de meeste composieten bestuift hij zich zelf. Het zou trouwens ondoenlijk zijn al die bloempjes te bezoeken. Op een hoofdje staan tientallen bloempjes. Paardebloemen zijn er ook niet om te tel len , maar om naar te kijken en nog eens te kijken. En als hun pluizebollen rijp zijn stijgen ze op eigen gelegenheid op, aan eigen parachuutjes zwervend zwermen ze uit waar hun vriend de wind ze brengt. Tot slot, door mist of regen zwaar geworden zetten ze zich ergens in de grand vast om daar het volgend jaar een dochterfiliaal te openen . Een gele instuif voor de toekomst!
De toekomst van de koolzaaddracht door P.C. Mu ntjewerf Koolzaad is een uitstekende drachtplant in het voorjaar. Voor onze bijen is plaatsing bij het koolzaad vaak goed voor de ontwikkeling. Het is verbazend hoe snel de volken in sterkte t oenemen als het weer maar enigszins redel ijk is. Ook wat de hon ingopbrengst betreft, kunnen andere gewassen daar meestal niet tegen op. Over de smaak van de honing wordt door de consument heel verschillend geoordeeld. AI metal vormt koolzaad voor vele imkers een aantrekkelijke, zo niet onm isbare dracht. Het is daarom verontrustend dat het areaal in de Flevopolders geleidelijk afneemt en over enkele jaren van weinig of geen betekenis meer zal zijn. Een paar cijfers: In 1986 werd nog 4300 ha. ingezaaid, in 1988 nog maar 2800 ha. In 1990 en 1991 daalde het areaal verder tot respectievelijk 2500 en 2200 ha. en in 1992 zal er nog maar 1600 ha. beschikbaar zijn . De Flevopolder zal zijn aantrekkelijkhe id voor de imker daarmee verloren hebben. Is er een alternatief? Hoe staat het met het koolzaad elders in Nederland . Door vruchtwisselingseisen en het EG-kwaliteits- en
Areaal koolzaad Groningen Friesland Drente IJsselmeerpolders Overig Nederland Totaal
1990 4961 ha 399 ha 250 ha 2572 ha 233 ha 8415 ha
1991 3816 ha 407 ha 291 ha 2245 ha 316 ha 7075 ha
prijsbeleid is het gewas voor de Nederlandse intensieve akkerbouw niet aantrekkelijk. De meer extensieve akkerbouw, te vinden in de noordelijke provincies heeft het grootste aandeel in de verbouw van koo lzaad, zoals de cijfers in bovenstaande tabel Iaten zien. Het Hoofdproduktschap voor Akkerbouwprodukten verwacht dat dit jaar het area aI met 15-20% zal afnemen t.o .v. 1991. lmkers zullen zich dus terdege moeten beraden hoe zij het beperkte areaal zo optimaal kunnen benutten en welke alternatieven er zijn . Enerzijds zal dit het fruit zijn, goed voor ruim 20.000 ha . Anderzijds kan het koolzaad in Du itsland wellicht mogelijkheden bieden. De reiscommissies zullen zich ernstig over deze mogelijkheden moeten beraden . La ndelijk overleg en enige coordinatie zal daarbij ongetwijfe ld geboden zij n.
Cursussen 1992 door G.J.J. Lutt ikhu is, Commissie Onderwijs VBBN Blijkens diverse reacties die bij ons binnenkomen , zijn er nog al eens problemen bij het organiseren van cursussen bij enteelt. De commissie Onderwijs stelt er prijs op te weten - welke cursus doorgaat, wie de cursus geeft, wat de kosten zijn - welke cursus NIET doorgaat en waarom deze geen doorgang vindt. Gaarne antwoord van hen die de cursus organiseren v66r 1 mei aan het W BN-secretariaat te Wageningen
Fa.H.T.vanDatn &Zn. ALLES VOOO DE 81J£NTEELT •
HET EUROPESE INKOOP-
WAS- EN IIONINGMANDEL
CENTRUM VOOR IMKERS
Wij kun nen U alles leveren voor de moderne bijenteelt. Kunstraat, bijenwoningen en onderdelen uit eigen we rkp laatsen . Door de steeds grotere importen bij ons lagere prijze n. Ook komen wij weer op de te houden bijenmarkten 8411 XR Jubbega Friesland - P.W. Jansenweg 35-37 telefoon 05165-1382 - telefax 05156-1839
maandblad voor imkers maart 1992
87
Buckfastperikelen
88
doo r G.C. van Eizenga De reactie van dhr. van der Zee (Bijenteelt-VBBN Nr. 12-1991) rechtvaardigt de conclusie, dat hij eigenlijk via de wet de kwaliteit van de Buckfastbij wil garanderen . Elders zou dit ook zo zijn: hij zou geen uitzondering vormen . Bij navraag blijkt dat in sommige Ianden inderdaad sprake is van een naamsbescherming, in andere Ianden niet. Eensluidend is hun oordeel: niet werkbaar. Uniek is internationaal een alleenvertegenwoordiger die zich -vanwege zijn beperkte teeltmogelijkheden- geheel op de Abdij richt. En dat slechts aan hem verstrekte "Abdij"-koninginnen "Buckfasten" zijn, is echt uniek en vindt nergens navolging, ja zelfs afkeuring om teelttechnische redenen! Daarover straks meer.
Predikaat Buckfast is geen garantie Een Abdij-koningin vormt geen inhoudelijke kwaliteitsgarantie. Aile verkregen materiaal dient zelf eerst getest te worden: 66k Abdij-koninginnen! lk kan iemand die vindt dat het gaat om de afscherming van zelf gewenste rechten, geen ongelijk geven .
lnternationale ontwikkelingen Gezien de leeftijd van Broeder Adam wordt internationaal de vraag naar samenwerking, verspreiding en ontwikkeling van het materiaal steeds dringender. In overeenstemming met de wens van Broeder Adam wordt deze ontwikkeling bevorderd . Deze wens waste beluisteren in zijn toespraak te Bordesholm (1989) en luidde: "Vanwege het feit dat onze bijen zich mogen verheugen in een wereldwijde verbreiding mag het instandhouden -wanneer het moment zich aandient dat de Buckfast Abdij de belangen niet meer kan behartigen - niet door speciale moeilijkheden vertraging oplopen ... Bovendien zal men elkaar op internationaal niveau over en weer moeten gaan helpen . Maar dan wei zonder eigengereide gedachten." Tot wie richtte hij zich toen? Verschillende regelingen in verschillende Ianden • Duitsland: geen registratie, maar wei een telersgroep met onderlinge uitwisseling van testkoninginnen uitgewisseld om de garantie te handhaven. • Denemarken: wettelijke bescherming. De (zeer goede) telersgroep wil de klant/imker aileen maar door garantie aan zich binden . • Zweden: geen registratie. De teelt geschiedt in samenwerkingsgroepen (soms 1200 volken(!) rond maandblad voor 1mkers maan 1992
(eiland)bevruchtingsstations. • Slechts in Frankrijk oefent een grote beroepsimker (ook met eigen nateelten) het alleenrecht uit. Naar verluidt is hij de enige die tevreden is met deze regeling. De juridische definitie "creeert" de noodzaak van steeds nieuwe importen van Abdij-koninginnen naar Nederland. In teeltopzicht een bizar verhaal. Enerzijds zien we een verspillend element: het is een doodlopende weg voor eventueel waardevol genetisch materiaal. lmmers verschillende lijnen Abdij-koninginnen hebben vaak verschillende eigenschappen. Van een verkregen koningin die goed bevallen is, worden vanwege de naamsdefinitie thans de genetische eigenschappen niet bewaard: "slechts nateelt"! Anderzijds: Een imker die steeds ieder jaar ander Abdij-materiaal (bijvoorbeeld op overlarfdagen) accepteert, dient zich te realiseren dat een wisselvall ige t ijd met ups en downs tegemoet gezien kan worden .
Wat heet elders "Buckfast" ? Elders staat Buckfast voor een combinatie van: a. Het genetische criterium "Buckfast" : De stamboeklijsten van de aan de imkers afgegeven Buckfastkoninginnen moeten altijd te herleiden zijn tot originele koninginnen van de Abdij. Vaak, Oa , soms n66it) wordt van Abdij -materiaal geen koninginnen/larven afgegeven! b. Het inhoudelijke criterium "Buckfast": Op de Abdij moet de naam Buckfast door een koningin "verdiend" worden. Ondersteund door internationale contacten werkt de Nederlandse Buckfastvereniging reeds druk aan het instandhouden en testen van waardevol teeltmateriaal , zodat we voortaan ook weten waarmee we imkeren. Een echte garantie! De Buckfast is een fijne bij om mee te imkeren en dat willen we ook zo houden!
.J•nke1•ij
111
t Scl\tll\l·ti._.''
r\ llt._~ s von en vo
<1d L ,,,,,.,l ,·c htsedi ik
t'
d..: bijl...'n
115- 1231 LS Q,,d Looscl••c•c ht
T . :: lcfl""O'' 02158- 24104- Di. e~'\ Do. 9~.:•s i..."1 I L' •' \ lot.., ,. k t!I1S 1 p•·ijs en k\\1o li te.H