U heeft van uw longarts gehoord dat u COPD heeft. COPD is een aandoening van uw longen en luchtwegen. Deze patiënten informatiemap is voor u! Neem hem mee naar al uw afspraken in het ziekenhuis en naar uw huisarts. In de map zit informatie over COPD en alles wat daarbij komt kijken. Het is ook een naslagwerk, zodat u en uw naasten alle informatie nog eens rustig kunnen doornemen. Het is belangrijk om actief betrokken te zijn bij uw behandeling. Daarom adviseren wij u de map aandachtig door te lezen. U kunt dan actief meedenken over beslissingen die gaan over uw behandeling. Het is belangrijk dat u deze map en uw afspraakkaart bij elk bezoek meeneemt. Hij kan dan worden aangevuld met nieuwe informatie zodat u alles netje bij elkaar heeft, afgestemd op uw persoonlijke situatie.
Contactgegevens Polikliniek Longgeneeskunde Tel: 010 - 258 5995
Dhr. Drs. D.P.J. Dezaire Dhr. drs. S.A. Gajadin
Dhr. drs. S.K. Ramlal
Longverpleegkundigen Tel: 010 - 258 5995
Mail:
[email protected]
Wij houden uw contactpersoon op de hoogte van uw behandeling en herstel. Familie en vrienden verwijzen wij -in verband met uw privacy – naar uw contactpersoon.
Inhoudsopgave Voorwoord Contactgegevens
1. COPD Informatie COPD Wat kan de longverpleegkundige doen? Informatiefolder en website longfonds Link naar COPD video 2. Onderzoek bij COPD Longfunctieonderzoek O Bronchoscopie O Fietsproef 3. Behandeling van COPD Bekijk het filmpje en lees het ‘’inhalatieprotocol’’ van het medicament dat u voorgeschreven krijgt. O Antibiotica/Prednison O Ademhalingstechnieken O Fysiotherapie Uw persoonlijk zorgplan Folders aangegeven met O zitten niet standaard in uw mapje. Ze worden alleen verstrekt als de informatie voor u van toepassing is of als u er zélf naar vraagt.
4. Leefstijl omgaan met COPD Tips voor wassen en aankleden COPD en voeding COPD en bewegen O Stoppen met roken O Zuurstof thuis 5. Hoe gaat het met u ? Meting met de CCQ-vragenlijst O Bijwerkingen CCQ-vragenlijst O Hyperventilatie vragenlijst 6. Contacten met de huisarts / eerste lijn 7. Longrevalidatie 8. Ruimte voor aantekeningen
Folders aangegeven met O zitten niet standaard in uw mapje. Ze worden alleen verstrekt als de informatie voor u van toepassing is of als u er zélf naar vraagt.
1. Wat is COPD?
COPD (chronische bronchitis en longemfyseem) is een aandoening van uw longen en luchtwegen, die u hindert bij het ademhalen. De Engelse afkorting staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Diseases, dat wil zeggen: chronische obstructieve longaandoeningen. Bij COPD zijn de luchtwegen vernauwd door een ontsteking. Bij een ernstige vorm zijn de longen beschadigd. Chronische bronchitis komt alleen voor bij volwassenen. Wanneer kinderen ‘bronchitis’ hebben, komt dat meestal door een virusinfectie.
1.1 COPD in fases Van de mensen met COPD heeft ongeveer tachtig procent licht of matig COPD, de overige twintig procent heeft ernstig of zeer ernstig COPD. In Nederland heeft twee procent van alle mensen COPD. De ziekte komt veel voor bij ouderen: zeventien procent van de mensen boven de tachtig jaar heeft COPD. In Nederland (en in de rest van de wereld) neemt het aantal mensen dat COPD heeft toe. COPD is een chronische ziekte en is niet te herstellen. U wordt dus niet beter. Een goede aanpak kan bijdragen aan een minder snelle achteruitgang van uw longen. Ook kunnen uw klachten verlicht worden. Het is wel belangrijk om uw klachten serieus te nemen. De behandeling door een arts is een deel van de aanpak. Daarnaast kunt u zelf veel doen. Een gezonde leefwijze, een positieve instelling, voldoende beweging, zorgvuldig medicijngebruik en in een aantal gevallen zuurstof, hebben een positieve invloed op het verloop van de ziekte.
1.2 Klachten bij COPD Mensen met beginnend COPD hoesten veel. Het begint vaak met een zogeheten ‘rokershoestje’. Daarbij wordt nogal eens slijm opgehoest. Sommigen hebben ook last van kortademigheid of een piepende ademhaling tijdens inspanning. In het begin treden de klachten van kortademigheid alleen op bij zware lichamelijke inspanning, zoals hardlopen, tegen de wind in fietsen of zwaar lichamelijk werk. Na verloop van tijd ontstaan ze geleidelijk ook bij bijvoorbeeld traplopen of stevig wandelen. Kortademigheid kan ook optreden bij activiteiten als wassen, aankleden, eten en soms zelfs in rust. Mensen met ernstig COPD worden vaker en heviger kortademig en vermoeid. Bij ernstig COPD moet het hart flink werken om het lichaam van zuurstof te voorzien. Soms wordt dat te zwaar voor het hart. Dan kan iemand vocht achter de longen krijgen en in de onderbenen. Dit leidt tot meer kortademigheid en ’s nachts vaker plassen. De klachten zijn niet altijd even erg: de meeste mensen hebben goede en slechte dagen. Daarnaast hebben veel mensen met COPD ’s nachts en ’s ochtends meer last dan de rest van de dag. Kortademigheid De longen bevatten miljoenen kleine longblaasjes. Wanneer u rustig zit, wordt maar een deel van deze blaasjes gebruikt. De overige blaasjes vormen een ‘reserveteam’ voor het moment dat uw lichaam meer zuurstof nodig heeft, zoals bij lichamelijke inspanning.
Een chronische ontsteking beschadigt de kleinste buisjes van de luchtwegen en de longblaasjes. De wanden van de luchtwegen worden slapper, waardoor ze bij het uitademen gemakkelijk dichtvallen. Dit leidt tot kortademigheid. Het aantal longblaasjes neemt fors af. Er blijft steeds minder over van het ‘reserveteam’ dat nodig is bij inspanning. Bij lichamelijke inspanning is extra zuurstof nodig en iemand met COPD krijgt dan te weinig zuurstof. Hierdoor gaat hij sneller ademen en wordt kortademig. Het hart moet dan extra hard werken om uw lichaam te laten functioneren.
1.3 Oorzaken van COPD De chronische ontsteking aan de luchtwegen, waarvan bij COPD sprake is, wordt meestal veroorzaakt door roken. De binnenkant van de luchtwegen is bekleed met slijmvlies dat slijm aanmaakt. Tabaksrook veroorzaakt een ontsteking waarbij het slijmvlies opzwelt en meer slijm aanmaakt. Ook kunnen de spiertjes in de luchtwegen zich samentrekken. Beide maken het ademhalen een stuk moeilijker. De ontsteking bij COPD maakt de luchtwegen ook meer prikkelbaar. Daardoor kan iemand snel kortademig worden van tabaksrook of koude lucht. Deze verhoogde prikkelbaarheid heet hyperreactiviteit. De luchtwegen worden dus nauwer door de ontsteking en in het ernstige geval raken de longen blijvend beschadigd. De ontsteking bij COPD is geen griep of longontsteking. Deze ontstaan door een infectie met een bacterie of een virus. Ook de klachten en de behandeling zijn anders dan bij COPD. Een infectie kan de ontsteking aan de luchtwegen wel verergeren. Doordat steeds meer mensen zijn gaan roken, neemt het aantal mensen met COPD sterk toe. Meer mannen dan vrouwen hebben COPD, maar omdat vrouwen de afgelopen jaren steeds meer zijn gaan roken, neemt nu ook het aantal vrouwen met COPD sterk toe.
Niet-allergische prikkels Bij mensen met COPD kunnen verschillende prikkels ervoor zorgen dat de spiertjes in de luchtwegen samentrekken. Hierdoor worden zij kortademig. Deze prikkels zijn te verdelen in allergische en niet-allergische prikkels. Van niet-allergische prikkels kan iedereen last hebben, bijvoorbeeld tabaksrook. Andere voorbeelden zijn: bak- en braadluchtjes stoffen als chloor en ammoniak weersomstandigheden, zoals mist, regen, vochtig weer, sterke temperatuurswisselingen of koude lucht verkoudheid en griep. Tabaksrook en andere niet-allergische prikkels kunnen de ontsteking verergeren. Tegen dergelijke prikkels kan het lichaam geen afweerstoffen maken. Allergische prikkels (bijvoorbeeld huisstofmijt, pollen, honden- en kattenharen) spelen over het algemeen geen rol bij COPD.
1.4 Gevoelens en emoties COPD gaat niet meer over. Het idee dat u nu moet leven met klachten en beperkingen en niet meer alles kunt doen wat u wilt, kan gevoelens van angst of boosheid oproepen. Angst Het gevoel niet genoeg lucht te krijgen kan zeer beangstigend zijn. Hierdoor durft u misschien nergens meer naartoe. U doet zichzelf daarmee tekort. Naar buiten gaan en dingen ondernemen zijn belangrijk. Angst mag u niet tegenhouden om te leven. Als u benauwd wordt, is het belangrijk om niet in paniek te raken. U gaat dan onbeheerst ademhalen en de angst en benauwdheid worden alleen maar erger. Wanneer u bang bent voor kortademigheid, kan het rust geven dat u weet wat u moet doen. Bespreek daarom met uw arts en uw eventuele partner wat u moet doen bij een aanval van benauwdheid. Neerslachtigheid COPD kan uw leven verstoren. Het maakt uw toekomst onzeker en kan ertoe leiden dat u uw werk moet opgeven. Soms kunt u hobby’s en sporten niet meer uitoefenen. Hierdoor vallen ook sociale contacten weg. Het is daarom niet vreemd dat u soms neerslachtig bent. Erover praten kan voorkomen dat u er zelf niet meer uitkomt. Neem zelf het initiatief, want een ander weet niet hoe u zich voelt. Verlegenheid en schaamte Piepende ademhaling of hoesten, maar ook verandering van uw uiterlijk kunnen schaamtegevoelens oproepen. Mensen die zuurstof gebruiken, voelen zich verlegen met het
zuurstofslangetje in hun neus. Schaamte en verlegenheid hebben grote invloed op de manier waarop COPD beleeft en met anderen in contact treedt. Probeer deze schaamtegevoelens te doorbreken door dingen te doen die u leuk vindt. Soms is het gemakkelijker om samen met anderen iets te ondernemen.
1.5 Signalen van een luchtweginfectie Verkoudheid en griep (luchtweginfecties) kunnen de klachten van mensen met COPD behoorlijk verergeren. Griep geeft zelfs grote kans op complicaties, zoals longontsteking. Elke longontsteking is een aanslag op de longen; daarom is het belangrijk luchtweginfecties te voorkomen. Een jaarlijkse griepprik is daarom noodzakelijk voor mensen met COPD. Neem bij signalen van griep contact op met uw huisarts. Het lukt niet altijd om luchtweginfecties te voorkomen, maar luister naar signalen zoals: meer vermoeidheid meer kortademigheid temperatuursverhoging minder eetlust verandering van kleur of taaiheid van opgehoest slijm. Wanneer u deze signalen opmerkt, moet u er zo snel mogelijk iets aan doen, om de schade voor uw luchtwegen te beperken. Neem meer rust en verlaag uw tempo. Hoest het slijm goed op en blijf goed eten en drinken. Overleg met uw huisarts of longverpleegkundige u extra medicijnen nodig heeft.
1.6 Korte video’s over COPD Op de site van het longfonds vindt u ‘’links’’ naar korte filmpjes over COPD, de werking van longmedicijnen etc. https://www.longfonds.nl/copd/alles-over-copd/wat-is-copd
https://www.longfonds.nl/copd/behandeling-vancopd/medicatie-copd
2. Onderzoek bij COPD
Anamnese Als u vanwege klachten als hoesten, piepen of benauwdheid bij de huisarts of longarts komt, zal hij in eerste instantie allerlei vragen over uw klachten stellen (de ‘anamnese afnemen’). Op deze wijze probeert de arts duidelijk te krijgen of COPD inderdaad de oorzaak is van uw klachten. Hij probeert een beeld te krijgen van de klachten en de mogelijke uitlokkende factoren. Lichamelijk onderzoek Na de anamnese zal de arts u soms willen onderzoeken. Hij zal kijken naar uw manier van ademhalen en met een stethoscoop naar uw longen luisteren. Met name luistert hij dan of er sprake is van piepen bij de uitademing. Het piepen is echter lang niet altijd aanwezig. Als de arts niets bijzonders hoort aan uw longen, sluit dat dus niet uit dat u COPD heeft; het zegt alleen dat u op dát moment geen duidelijke vernauwing van de luchtwegen door COPD heeft. Aanvullend onderzoek Soms is verder onderzoek nodig, bijvoorbeeld een röntgenfoto van uw longen, bloedonderzoek en/of longfunctieonderzoek. Met longfunctieonderzoek kan worden vastgesteld of er sprake is van COPD en in welk stadium van COPD u zich bevindt. Meestal zal de arts een spirometrie laten uitvoeren. Met dit onderzoek kan worden vastgesteld hoe de doorgankelijkheid van uw luchtwegen is en wat uw longinhoud is.
Spirometrie (flow-volume curve) Met dit onderzoek kan worden vastgesteld hoe de doorgankelijkheid van uw luchtwegen is. Vernauwde luchtwegen zijn minder doorgankelijk voor lucht dan normale, ruime, geopende luchtwegen. Dit is te zien aan de ‘knik’ in de volume-flow curve, en kan in een getal worden uitgedrukt. Vaak zal een volume-flow curve worden herhaald na inhalatie van een aantal pufjes van een luchtwegverwijder. De verandering in de curve is voor de arts ook van belang: als ná luchtwegverwijder eerdere afwijkingen geheel verdwijnen, dan duidt dat op een luchtwegvernauwing. Iemand die géén klachten heeft terwijl het longfunctieonderzoek duidelijk een luchtwegvernauwing laat zien, verdient extra aandacht. Vaak hebben deze mensen al zó langdurig een vernauwing van de luchtwegen dat ze die niet meer als ‘benauwdheid’ ervaren. Als deze patiënten goed behandeld worden en de luchtwegvernauwing verdwijnt, dan voelen ze zich vaak een stuk fitter en kunnen ze ook méér. Op die manier kan longfunctieonderzoek gebruikt worden om inzichtelijk te maken dat de situatie niet optimaal is en zo de patiënt te helpen zijn ziekte beter te begrijpen.
Afbeelding 3: Normale spirometrie
Afbeelding 4: Spirometrie bij COPD
3. Behandeling van COPD & Uw persoonlijk zorgplan
Voorlichting en begeleiding Bij de voorlichting en begeleiding spelen de longarts, verpleegkundig specialist, de longverpleegkundige (en soms de fysiotherapeut, diëtiste, maatschappelijk werker of psycholoog) een belangrijke rol.
Longarts Uw behandelend longarts zal u zelf uitleg geven over COPD en de achtergronden, oorzaken, uitlokkende factoren en behandeling ervan. Ook zal hij u wijzen op het bestaan van de informatie die u nu aan het lezen bent en andere relevant informatiemateriaal, bijvoorbeeld van het Longfonds. De controles zullen soms ook plaatsvinden bij de longverpleegkundige. Zij werkt nauw samen met de longarts en is op de hoogte van uw situatie.
Longverpleegkundige De longverpleegkundige speelt een belangrijke rol bij het geven van voorlichting, het controleren van de inhalatietechniek en het begeleiden en controleren van mensen met COPD. Zij zal uitleg geven over oorzaken en behandeling van COPD Ze oefent en controleert het juiste gebruik van uw medicijnen.
Zie ook de folder ‘ Wat kan de longverpleegkundige voor u betekenen’ achter schutblad 1.
Waaruit kan de behandeling bestaan? behandeling waarbij geen medicijnen worden gebruikt (niet-medicamenteuze behandeling) behandeling met medicijnen (medicamenteuze behandeling).
Luchtwegverwijders Luchtwegverwijders helpen vooral bij kortademigheid; deze middelen geven meer lucht. Ze maken de luchtwegen wijder, doordat ze de spiertjes eromheen laten ontspannen. Luchtwegverwijders bestrijden alleen de benauwdheid en doen niets aan de ontsteking in de luchtwegen. Soorten luchtwegverwijders Er zijn kortwerkende en langwerkende luchtwegverwijders. Kortwerkende luchtwegverwijders helpen snel; de kortademigheid wordt snel minder, langwerkende luchtwegverwijders kunnen uitkomst bieden bij ernstige klachten in de nacht. De werking houdt ongeveer 12 tot 24 uur aan. Daarom hoeft u langwerkende luchtwegverwijders maar 1 tot 2 keer per dag te inhaleren.
Ontstekingsremmers Ontstekingsremmers bestrijden de ontsteking van de luchtwegen en beschermen tegen prikkels. Daarmee voorkomen ze dat u benauwd wordt. Het is belangrijk dat u ontstekingsremmers gedurende lange tijd elke dag gebruikt, ook als u geen klachten heeft. Dit wordt een ‘onderhoudsbehandeling’ genoemd, die te vergelijken is met een dikke jas. Een jas beschermt de longen tegen de kou en zorgt dat u het niet koud krijgt.
Ontstekingsremmers beschermen tegen de invloed van prikkels. Ze zorgen ervoor dat u geen last krijgt van deze prikkels. Zou u stoppen met een ontstekingsremmer, dan is de bescherming weg en kunt u opnieuw benauwd worden. Soorten ontstekingsremmers Er zijn twee soorten ontstekingsremmende middelen: onderhoudsbehandeling bestaat meestal uit een of meer inhalatiemiddelen. Ontstekingsremmers om in te nemen: soms zijn de ontsteking en de klachten niet goed (meer) te behandelen met inhalatiemiddelen. Dan volgt een behandeling met ontstekingsremmende tabletten (Prednison).
Inhalatietechniek Vrijwel alle medicijnen voor de behandeling van COPD worden tegenwoordig toegediend met behulp van een inhalator (de ‘inhaler’, ‘puffer’, ‘inhalatieapparaatje’) waarmee de medicijnen in uw luchtwegen worden gebracht. De medicijnen werken alléén als u de inhalator correct gebruikt. Als de inhalator niet goed gebruikt wordt zal de behandeling niet werken..
De arts of longverpleegkundig legt u het juiste gebruik van de inhalator uit. Bekijk ook de video-instructie op de site http://inhalatorgebruik.nl/nl/home Klik op type(s) inhalator die u gebruikt, te weten: ………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………….. (laten invullen door de longverpleegkundige)
Voorbeeld van een pagina op de website http://inhalatorgebruik.nl/nl/home met daarop de video-instructies per type inhaler.
Bijwerkingen van medicijnen De medicijnen voor COPD zijn in de loop van de jaren zo verbeterd dat de meeste gebruikers geen of weinig last hebben van de bijwerkingen. Inhalatiemedicijnen werken steeds sneller en effectiever. Heeft u last van bijwerkingen? Meld dit aan uw arts. U kunt dan samen op zoek gaan naar een vergelijkbaar middel met minder bijwerkingen. Gewenning aan medicijnen Bij medicijnen voor COPD is geen sprake van gewenning of verslaving. Zelfs wanneer u gedurende een lange periode medicijnen gebruikt, werken ze nog steeds goed. Overleg uw medicijngebruik altijd met uw longarts. Stop dus nooit zelf met uw medicijnen en pas nooit zelf de dosering aan! . Griepprik Luchtweginfecties die het gevolg zijn van griep en verkoudheid kunnen uw klachten verergeren. Bovendien is de kans op complicaties zoals een longontsteking groter als u COPD heeft. Daarom adviseren wij u de jaarlijkse griepprik te halen. Deze griepprik beschermt u tegen het gewone influenza(griep)virus, u kunt alsnog griep krijgen door andere griepvirussen. Wees dus alert op signalen van een opkomende griep of verkoudheid. Blijf hier niet mee doorlopen maar neem contact op met uw huisarts. Het kan nodig zijn om uw medicatie aan te passen of een antibioticakuur te volgen.
Uw persoonlijk zorgplan
4. Leefstijl omgaan met COPD
COPD is een chronische aandoening die uw leven verandert. Zelf moet u leren omgaan met uw klachten, maar ook uw partner en/of kinderen krijgen te maken met veranderingen. Wanneer u ernstig beperkt wordt door COPD, kunnen alledaagse handelingen al een hele inspanning zijn. Het scheelt een stuk wanneer u het wassen en aankleden doet op voor u gunstige momenten. In de ochtenduren zijn de klachten vaak het hevigst. Wanneer u dan te veel doet, kan het zijn dat u er de hele dag last van houdt. Probeer uw activiteiten over de dag te spreiden...
Informeer uw omgeving Vrienden en collega’s schatten niet altijd in wat de gevolgen zijn van COPD. Hoestklachten of kortademigheid kunnen u belemmeren in uw werk, bij het sporten of bij andere activiteiten. Hierdoor kunnen bepaalde contacten wegvallen. Daarnaast speelt onbegrip een grote rol. Mensen zien niet aan u dat u COPD heeft en misschien kost het u moeite om erover te praten. Hierdoor krijgt uw omgeving geen goed beeld van uw klachten. Ze begrijpen niet dat u last heeft van de rook of ’s ochtends moeilijk op gang komt. U zult zelf duidelijk moeten maken wat het inhoudt om COPD te hebben en dat uw klachten niet altijd even erg zijn. Anderen kunnen alleen steun geven als zij weten wat u wel en niet kunt. Laat ze eventueel uw PID lezen. U kunt de last die u van COPD heeft, zo veel mogelijk beperken met: een gezonde leefwijze voldoende beweging zorgvuldig medicijngebruik een positieve instelling
Tips voor wassen en aankleden
Tips voor wassen en aankleden Zorg voor een kamertemperatuur van 18 tot 21 graden in de slaap- en badkamer. In een koude kamer gebruikt uw lichaam energie om u warm te houden. Adem regelmatig door, houd uw adem niet in. Adem uit wanneer u bukt of iets over uw hoofd trekt. Deze bewegingen zijn van invloed op de spieren die u bij het inademen gebruikt. Hierdoor kan inademen pijnlijk zijn bij deze bewegingen. Let op uw tempo. Neem voldoende tijd en las rustpauzes in. Blijf zo veel mogelijk zitten, hiermee spaart u energie. Zet bijvoorbeeld een krukje in de douche. Zorg ervoor dat alles binnen handbereik is. Buk en reik zo weinig mogelijk. Plaats bijvoorbeeld uw schoenen op een verhoging. Vermijd dat u langdurig uw armen optilt. Steun bij het haren wassen of kammen met uw ellebogen op uw knieën. Zorg voor een vaste volgorde bij het wassen en aankleden. Routine geeft meer rust. Neem een douche in plaats van een bad. Douchen kost minder energie dan uit bad klimmen. Gebruik geen prikkelende producten als haarlak, aftershave of parfum.
Voeding
Bewegen
Voor mensen met COPD is het extra belangrijk dat zij door beweging hun conditie op peil houden of verbeteren. Dit hoort deel uit te maken van de behandeling van COPD. Het is goed met uw arts te bespreken welke mogelijkheden u heeft om sportief te bewegen en inspannende activiteiten te doen. U kunt dit onderwerp uiteraard zelf aan uw arts voorleggen. Neem zelf de leiding De behandeling van COPD is niet alleen de taak van de zorgverleners, maar ook van uzelf. Bij COPD is het van groot belang dat u zo veel mogelijk met de ziekte leert leven. Deze vorm van eigen verantwoordelijkheid wordt ‘zelfmanagement’ genoemd: u neemt zelf de leiding over uw gezondheid. Uiteraard kunt u gebruik maken van de adviezen en begeleiding van uw longarts, longverpleegkundige, fysiotherapeut en andere zorgverleners. Hoe kunt u het best bewegen? Het hangt onder meer van de ernst van uw COPD af, hoe intensief u kunt gaan sporten, op welk niveau en of u daar medische begeleiding bij nodig heeft. Maar ook andere factoren spelen mee, zoals uw leeftijd en of u nog andere aandoeningen heeft. Daarom zult u altijd met uw behandelend longarts moeten bespreken op welke manier u aan uw conditie kunt werken. We onderscheiden globaal drie mogelijkheden: Bewegen ‘in de zorg’, voor als u onder medische begeleiding conditie moet opbouwen, bijvoorbeeld omdat u matig of ernstig COPD heeft.
Aangepast sportief bewegen, voor als u minder ernstig COPD heeft en bij het sporten niet per se begeleiding van een fysiotherapeut nodig heeft. Sporten bij een reguliere sportvereniging en op individuele basis, voor als u (vrij) licht COPD heeft.
Thuis bewegen Elke vorm van beweging is meegenomen. Dat kunnen bewegingsoefeningen zijn, maar eenvoudige dagelijkse handelingen zijn natuurlijk ook geschikt. Ook thuis kunt u werken aan uw conditie. Praktische tips hierbij: Juist matig intensieve activiteiten zijn prima vormen van lichaamsbeweging. Denk hierbij aan wandelen, traplopen, de post uit de brievenbus halen of een klusje in huis doen. Doe uw boodschappen in de buurt. Het is beter om dagelijks een paar boodschappen te halen dan wekelijks een kar vol. Overweeg de aanschaf van een hometrainer. Daarmee kunt u op uw eigen tempo been- en ademhalingsspieren in goede conditie houden. Kies een vorm van beweging die bij u past. Dat kan stofzuigen zijn maar net zo goed tuinieren. Het gaat erom dat u beweegt en dat u daar plezier aan beleeft. Op die manier houdt u het beter vol.
Stoppen met roken
Wanneer u COPD heeft, is stoppen met roken het beste wat u kunt doen. U moet helemaal stoppen, alleen minderen is niet genoeg. Ook als u al jaren heeft gerookt, heeft het nog zin om te stoppen. De afbraak van de longblaasjes gaat minder snel bij ex-rokers dan bij rokers. Hoe eerder u stopt, hoe groter het effect. Hierbij gaat het om het effect op de lange duur. Mogelijk kunt u door tijdig te stoppen, invaliditeit op latere leeftijd voorkomen. Niet iedereen die stopt met roken, krijgt meteen meer lucht. Sommige mensen krijgen in het begin zelfs meer klachten, omdat er tijdelijk meer slijm wordt gevormd. Dit is echter van voorbijgaande aard. Stoppen is niet eenvoudig Stoppen met roken is moeilijk, want het kan een hardnekkige verslaving zijn. Over het algemeen geldt dat veel mensen meerdere pogingen nodig hebben voordat zij definitief stoppen met roken. Gelukkig zijn er veel hulpmiddelen beschikbaar en kunnen wij u stop-met roken ondersteuning bieden (zie folder) om u te helpen. U kunt daar ook zelf contact voor opnemen met uw huisarts, longarts of longverpleegkundige. Stoppen-met-rokenplan Uit ervaring blijkt dat het stoppen volgens een plan het beste werkt. Een succesvol ‘stoppen-met-rokenplan’ ziet er zo uit: Bepaal van tevoren wanneer u stopt; u kunt zich dan goed voorbereiden.
Stop helemaal, want dat geeft de meeste kans op succes. Stop zo mogelijk samen met iemand anders. Bedenk uw redenen om te stoppen en schrijf ze op. Bestudeer uw rookgewoonten, zodat u de moeilijkste momenten kunt omzeilen. Ruim alles op wat u aan roken herinnert. Verander in het begin uw eet- en drinkgewoonten: eet veel fruit en drink veel water; vermijd gezelligheidsdranken als koffie, thee en alcohol. Zorg voor lichamelijke ontspanning, bijvoorbeeld wandelen of zwemmen. Neem ’s morgens en ’s avonds een lauwwarm bad of een douche om te ontspannen.
Voorkom meeroken Probeer te voorkomen dat u in de rook van een ander zit, want dit kan uw klachten verergeren. Misschien vindt u het niet gastvrij om bezoek dat bij u thuis komt, te vragen om in huis niet te roken. Uit ervaring blijkt dat dit meevalt. U kunt uitleggen dat u een chronische longziekte heeft en dat de arts u geadviseerd heeft ervoor te zorgen dat er in huis niet gerookt wordt. Dat u daarom het bezoek vraagt om – als ze willen roken – dat buiten te doen. De meeste mensen zullen dit begrijpen en meewerken. U kunt ook een sticker (‘Hier liever niet roken’) op de deur plakken (verkrijgbaar bij onder andere het Longfonds).
Zuurstof thuis
5. Hoe gaat het met u? Meting met behulp van de CCQ-lijst
Bij ieder bezoek aan de longverpleegkundige en de arts krijgt u een vragenlijst mee. Deze vult u in de week voorafgaand aan uw bezoek in. U neemt deze patiënteninformatiemap met uw ingevulde vragenlijst mee naar uw volgende afspraak. Waarom deze vragenlijst? De uitslag van uw longfunctieonderzoek geeft ons een beeld hoe ‘ziek’ uw longen ‘technisch gezien’ zijn. Dit zegt echter niet altijd genoeg over de klachten die u ervaart en over hoe u zicht voelt. U kunt bijvoorbeeld een slechte longfunctie hebben, maar relatief weinig klachten ervaren of andersom. De antwoorden op de vragen uit de vragenlijst geven ons een beter beeld van hoe u uw klachten ervaart en waar voor u de aandachtspunten liggen. Door u met regelmaat opnieuw deze lijst in te laten vullen en deze met u te bespreken, krijgen wij – in combinatie met uw longfunctieonderzoek – een goed totaalbeeld en kunnen wij de begeleiding en behandeling zo goed mogelijk op uw persoonlijke situatie afstemmen.
6. Contact met de huisarts
Afspraken met de huisarts m.b.t. leefstijl en medicatie ……………………………………………… ……………………………………………… ……………………………………………… ……………………………………………… ……………………………………………… ……………………………………………… ……………………………………………… ……………………………………………… ……………………………………………… ……………………………………………… ……………………………………………… ……………………………………………… ………………………………………………
Afspraken met de huisarts m.b.t. leefstijl en medicatie ……………………………………………… ……………………………………………… ……………………………………………… ……………………………………………… ……………………………………………… ……………………………………………… ……………………………………………… ……………………………………………… ……………………………………………… ……………………………………………… ……………………………………………… ……………………………………………… ………………………………………………
7. Longrevalidatie
8. Ruimte voor aantekeningen …………………………………………………………… …………………………………………………………… …………………………………………………………… …………………………………………………………… …………………………………………………………… …………………………………………………………… ……………………………………………………………
Ruimte voor aantekeningen …………………………………………………………… …………………………………………………………… …………………………………………………………… …………………………………………………………… …………………………………………………………… …………………………………………………………… ……………………………………………………………
Ruimte voor aantekeningen …………………………………………………………… …………………………………………………………… …………………………………………………………… …………………………………………………………… …………………………………………………………… …………………………………………………………… ……………………………………………………………
Ruimte voor aantekeningen …………………………………………………………… …………………………………………………………… …………………………………………………………… …………………………………………………………… …………………………………………………………… …………………………………………………………… …………………………………………………………… LON.017 / 120615.BS