Auteur:
Datum Uitgifte:
Versie:
ReTiBo Projectteam
16/03/2011
03.00
TWB Deel II Hoofdstuk 08 – ICT Standaarden Dit document vervangt integraal “Deel II Hoofdstuk 08 – ICT Standaarden”
1.
Inleiding
1.1.
Samenvatting
Besteknummer
datum
PG1044-00213-J1
16/03/2011
Dit document beschrijft de ICT standaarden van De Lijn en is een aanvulling bij het bestek van het strategisch project RetiBo. Hoofdstuk vier geeft een beschrijving van de methode die De Lijn vandaag toepast. Hierin worden de onderwerpen projectmanagement, architectuur en analyse en design verder uitgewerkt. Hoofdstuk vijf behandelt de infrastructuurstandaarden van De Lijn met daarbij een beschrijving van de implementatie-regels en een overzicht van de applicatie- en technologiestandaarden.
TWB Deel II HS 08 – ICT Standaarden
Pagina 2 van 24
2.
Methode
2.1.
Inleiding
Besteknummer
datum
PG1044-00213-J1
16/03/2011
In dit hoofdstuk bespreken we de sleutelelementen die De Lijn toepast aangaande methode en methodologie. We beschrijven daarbij bewust niet een bepaalde projectaanpak en –organisatie in detail maar beperken ons tot die elementen in de projectaanpak en –organisatie die De Lijn belangrijk acht. Elk gedetailleerd voorstel moet getoetst worden aan deze elementen.
2.2.
Projectmanagement De Lijn hanteert de Prince 2 methodologie voor de uitvoering van haar projecten. Het is niet de bedoeling om in dit hoofdstuk de Prince 2 methode volledig uit te schrijven. De Lijn veronderstelt dat de aanbieder een sterke kennis en ruime ervaring heeft in de toepassing van deze projectmethode. Toch sommen we hier de sleutelelementen van Prince 2 op, deze vormen immers de basis van de methode en zijn de reden waarom De Lijn deze methode wenst toe te passen.
2.2.1.
PRINCE2
2.2.1.1.
Algemeen Projecten hebben nood aan een gestructureerd kader waarbinnen de drie basisfactoren, zijnde budget, scope en tijd, worden bewaakt. Dit is essentieel om de opgeleverde kwaliteit te verzekeren, en daarmee gepaard het slaagpercentage van het project. PRINCE2 (Projects IN Controlled Environments) biedt een generieke methode om op een gestructureerde manier deze basisfactoren in projecten te beheren De redenen waarom PRINCE2 binnen vele organisaties als project management methodologie is geadopteerd, zijn bovendien gefundeerd vanuit de notie dat PRINCE2 project management benaderd vanuit een proces model. Elk proces past in een framework van componenten (bijv: Risk Mgt, Change Control, Kwaliteit,...) die door PRINCE2 worden aanzien als essentieel binnen een project. Op die manier wordt duidelijk gemaakt welke rollen aanwezig zijn binnen het project, wie verantwoordelijk is, en welke informatie moet worden verzameld gedurende het project en wanneer. Vanuit praktisch standpunt gezien biedt PRINCE2 een aantal significante voordelen aan de organisatie, het project, alsook aan de mensen die hiervan deel uit maken. Een greep uit de belangrijkste voordelen van PRINCE2: • Een uniforme management aanpak voor alle soorten projecten • Er worden duidelijke objectieven gedefinieerd alvorens het project van start gaat (business case driven) • Een gecontroleerde start, midden en einde van het project • Actieve betrokkenheid van gebruikers en stakeholders, om er voor te zorgen dat de uitkomst van het project aan de verwachtingen voldoet • Regelmatige progressie-reviews (ten opzichte van plan en business case) en flexibele beslissingspunten • Betrokkenheid van het Management op het juiste moment tijdens het project • Projecten worden onderverdeeld in beheersbare processen • Een duidelijk gedefinieerde structuur met betrekking tot bevoegdheden, verantwoordelijkheden en communicatie
TWB Deel II HS 08 – ICT Standaarden
Pagina 3 van 24
2.2.1.2.
Besteknummer
datum
PG1044-00213-J1
16/03/2011
Hoofdactiviteiten en invulling volgens De Lijn
Bedrijfsbeheer en portefeuille beheer Aansturen van een project
Idee 1 Idee 2
Opstarten
Initiëren
Planning project
Planning project/ 1ste f ase
Uitvoeren LIFE CYCLE
Planning fase
Afsluiten Beheer
Monitoring fase Uitvoering fase
-
Bedrijfsbeheer en portefeuillebeheer: het beheren van de bedrijfsstrategie en de vertaling ervan in een portefeuille van initiatieven/projecten. Dit niveau beoordeelt of een idee voor een project bijdraagt aan de bedrijfsstrategie en of een project kan worden opgestart. Tijdens de loop van het project wordt de voortgang van de verschillende projecten bewaakt en worden beslissingen genomen bij ernstige afwijkingen.
-
Aansturen van een project: het aansturen van het project is de taak van de projectstuurgroep (zie hierboven). De Projectstuurgroep is hoofdverantwoordelijk voor de zorg dat het project op koers blijft en de gewenste uitkomsten levert volgens de vereiste kwaliteit.
-
Opstarten van het project: De project eigenaar en de projectmanager worden benoemd. De belangrijkste activiteiten zijn:
-
•
Het projectvoorstel maken en goedkeuren met de achtergrond van het project, het doel, de afbakening/grenzen van het project (scope) worden bepaald, de belangrijkste vereisten en verwachte resultaten, de hoofdlijnen van de business-case, de kwaliteitsverwachtingen van de klant en de risico’s.
•
De projectaanpak wordt vastgelegd met hoe het resultaat wordt behaald, nieuwbouw of verbouw, standaard of maatwerk, afstemmen met de ICT resource managers rond eigen personeel of inhuren van externe competenties.
•
Het faseplan opmaken hoe het project wordt opgeknipt met een ruwe tijdsplanning.
•
Als dit allemaal klaar en goedgekeurd is, kan de project initiatie gestart worden. Gezien het belang van dit beslismoment, wordt in het vervolg van deze proceskaart de goedkeuring van de initiatie van het project als een aparte processtap beschreven.
Initiëren van het project: het project voorstel uit de vorige fase wordt verder gedetailleerd. De initiatiefase is erop gericht om een goede basis voor het project te leggen (eerst denken, dan doen). In de initiatiefase worden de beoogde resultaten, plannen, taken en verantwoordelijkheden verder gedetailleerd en vastgelegd, waarmee een draagvlak wordt gecreëerd voor het project. Het belangrijkste product van deze fase is het Project Initiation Document (PID).
TWB Deel II HS 08 – ICT Standaarden
Pagina 4 van 24
Besteknummer
datum
PG1044-00213-J1
16/03/2011
De belangrijkste activiteiten zijn: •
Voor ICT gerelateerde business projecten worden de vereisten via de business analyse meer in detail uitgewerkt en wordt een oplossingsrichting bepaald.
•
Het beschrijven van de op te leveren producten en daaruit volgend de productdecompositiestructuur.
•
Het opmaken van een projectplanning, indien relevant met deelprojectplannen, dat aangeeft wanneer, wat en door wie zaken gedaan worden.
•
Het verfijnen van het communicatieplan voor het project.
•
De risico’s worden verder in kaart gebracht en acties om de risico’s te behandelen worden uitgewerkt;
•
De haalbaarheid en de business vereisten worden verder uitgewerkt in de Business-case. De kosten en de baten van het project in kaart gebracht.
•
Het vastleggen van de kwaliteitsvereisten (zowel naar producten als naar project management) en de beoordeling daarvan.
•
Het vastleggen van de projectbeheersing: hoe zal het project gestuurd worden.
•
Het project documentatie dossier: project directory structuur en log files (risico en issue log).
•
In het ProjectInitiatiedocument wordt het geheel vastgelegd en ter goedkeuring voorgelegd aan de projectstuurgroep. Als dit allemaal klaar en goedgekeurd is, kan de project uitvoering gestart worden. Gezien het belang van dit beslismoment, wordt in het vervolg van deze proceskaart de goedkeuring van de uitvoering van het project als een aparte processtap beschreven.
-
Uitvoeren van het project: de uitvoering van het project verloopt via fases in Prince2. Fase voor fase wordt afgewerkt met per fase een planning, de uitgifte van werkpakketten, de bewaking van de voortgang en de kwaliteit, de actualisering van de business-case en de inschatting van de risico’s. Per fase wordt ook aan de hand van de business-case besloten of door gegaan wordt of gestopt.
-
Afsluiten van het project: Projectdossiers worden afgesloten en overgedragen aan de beheerorganisatie. Daarbij worden nog openstaande project issues overgedragen aan de beheerorganisatie. Er wordt een eindevaluatie gehouden, waarbij een projecteindrapport wordt opgesteld en overgedragen aan de Projectstuurgroep. Na evaluatie wordt de projectorganisatie feestelijk ontbonden.
TWB Deel II HS 08 – ICT Standaarden
Pagina 5 van 24
2.2.1.3.
Besteknummer
datum
PG1044-00213-J1
16/03/2011
Output bij De Lijn -
De output van het project is een opgeleverde oplossing die beantwoordt aan de kwaliteitsvereisten van de business, binnen tijd en afgesproken budget.
-
De onderliggende project management deliverables per fase zijn:
Bedrijfsbeheer en portefeuille beheer Aansturen van een project
Idee 1 Idee 2
Opstarten
Initiëren
Planning project
Planning project/ 1ste f ase
Uitvoeren LIFE CYCLE
Planning fase
Afsluiten Beheer
Monitoring fase Uitvoering fase
Project mandaat
Hoof dpunten rapport
Af wijkings rapport
Project Voorstel
Project Initiatie Documentatie
Business case (concept)
Business case (initial)
Project plan
Project plan
Project plan
Risico & issue register
Risico & issue register
Risico & issue register
Communi catieplan
Communi catieplan
Communi catieplan
Business case (review)
Eindrapport Geleerde lessen Vervolg acties
TWB Deel II HS 08 – ICT Standaarden
Pagina 6 van 24
2.3.
Architectuur
2.3.1.
Doelstellingen
Besteknummer
datum
PG1044-00213-J1
16/03/2011
De Lijn heeft voor haar ICT werking enkele belangrijke doelstellingen geformuleerd. Deze doelstellingen pogen de ICT werking beter te integreren in De Lijn. De onderstaande lijst beschrijft de doelstellingen die een sterk verband met de architectuur methode hebben: •
Bedrijfsprocessen van ICT-klanten daadwerkelijk verbeteren. ICT optimaliseert bedrijfsprocessen met het oog op minimale manuele tussenkomst (Straight through) en vermijden van duplicaties. ICT bevordert en ondersteunt daarenboven integratie van verschillende functionele domeinen. Daar waar mogelijk, kiest ICT er voor om bedrijfsprocessen maximaal te automatiseren of informatiseren. Dit verhoogt snelheid en betrouwbaarheid, helpt fouten vermijden en bevordert standaardisatie van kwaliteit.
•
Juiste kwaliteitsvolle ICT-oplossingen & diensten aanbieden. o Kwaliteitsvol Toegankelijk Betrouwbaar Samenwerking ondersteunen Communicatie bevorderen Gebruiksvriendelijk Transparant Gegarandeerd voor de relevante periode (life cycle) Slim en menselijk imago van De Lijn ondersteunen o Juist Oplossingen en diensten enten op bedrijfsprocessen • Oplossing: eenmalig • Dienst: systematisch aanwezig, continu Rendabel
•
Pro-actief beheer van dienstencatalogus & oplossingsportfolio. ICT maakt het voor haar klanten transparant welke diensten ze aanbiedt (inhoud, prijskaartje). Pro-actief beheer impliceert regelmatige prestatie-evaluatie om gericht bij te sturen daar waar het afgesproken kwaliteitsniveau van de diensten dreigt te verzwakken of niet meer afgestemd is met de dienstverlening. o Dienstencatalogus: diensten aangeboden aan de individuele ICT-klant o Oplossingsportfolio: oplossingen ter ondersteuning van de processen van entiteiten en functionele domeinen
•
Toegepast onderzoek naar relevantie van nieuwe ICT toepassingen. Gebruik makend van inzichten in technologie trends zet ICT experimenten op die haar in staat stelt nieuwe oplossingen te bieden. We evalueren experimenten aan de hand van criteria die zijn afgeleid van de strategie van De Lijn en de enterprise architectuur. Na evaluatie op rigoureuze manier gaat De Lijn over tot opschaling/veralgemening ondersteund door een business case. De Lijn zet kleine onderzoeken op waardoor de risico’s beheersbaar zijn. We leren uit fouten.
TWB Deel II HS 08 – ICT Standaarden
Pagina 7 van 24
Besteknummer
datum
PG1044-00213-J1
16/03/2011
•
Kennis van de verwachtingen van de ICT-klanten. De Lijn heeft een klaar inzicht in de ICTverwachtingen van entiteiten, functionele domeinen en hun medewerkers. Ze doet regelmatige bevragingen (enquêtes en interviews), observaties en analyses van de calls van de service desk (incidenten, problemen en wijzigingen). o Strategisch initiatief: Meer aanwezig zijn op functionele overleggen in kader van alignering.
•
In kaart brengen van technologie trends & toepassingen, afgestemd op klantenverwachtingen en inzicht in toekomst van mobiliteit. Vanuit de kennis over de visie en werking van De Lijn identificeert ICT klantenverwachtingen en opportuniteiten voor mobiliteit. We volgen de ontwikkelingen in ons vakgebied op en we maken een inventaris van de relevante ontwikkelingen. Op basis van ontwikkelingen in het vakgebied is ICT innovatief in het aanbieden van oplossingen die inspelen op klantenverwachtingen (zowel intern als extern) en opportuniteiten in functie van realisatie van doelstellingen van De Lijn.
•
Kennis hebben over visie en werking van De Lijn. ICT heeft inzicht in de doelstellingen, strategie, processen en strategische projecten van De Lijn. Kennis van de business bij onze medewerkers laat toe beter te presteren en verhoogt het commitment ten aanzien van de organisatie. Kennis wordt gestructureerd, ter beschikking gesteld en gedeeld. Ict bouwt prioritair die competenties op, die gerelateerd zijn aan kennis die specifiek is aan De Lijn.
•
Werken volgens standaarden, beste praktijken & architectuurprincipes van De Lijn. Ictoplossingen worden ontworpen en geselecteerd volgens architectuurprincipes. Ze voldoen aan gedefinieerde standaarden. Enterprise-architectuur is in harmonie met de dynamiek van De Lijn en reflecteert relevante technologische ontwikkelingen. We werken volgens de beste praktijken die ons in staat stellen om deze strategie waar te maken (relevant, niet overdadig,...).
Door een stevige architectuur methode wil De Lijn de bovenstaande doelstellingen mogelijk maken. In de volgende paragrafen beschrijven we concreet welke strategie en vooral welke acties hier al voor gedefinieerd werden.
2.3.1.1.
Invulling bij De Lijn Op basis van de huidige organisatie, haar ervaring en mogelijkheden, werd een strategie bepaald die een realistisch verbeteringspad geeft. Het zou immers verkeerd zijn om een te grote stap te zetten om de maturiteit van enterprise architectuur te verhogen. De Lijn kiest bewust voor kleine en beheersbare stappen om verbetering door te voeren. Hiervoor is er zowel een solution architectuur als een enterprise architectuur geïntroduceerd, waarbij de enterprise architectuur gebaseerd is op togaf.
TWB Deel II HS 08 – ICT Standaarden
Pagina 8 van 24
2.3.2.
TOGAF
2.3.2.1.
Invulling bij De Lijn
Besteknummer
datum
PG1044-00213-J1
16/03/2011
De Lijn
TOGAF
Doelstelling
Verkennen
Architecture Vision
-
Speelveld afbakenen
-
Doelstellingen bepalen
Business Architecture
-
Speelveld uitspitten
Information Systems Architecture
-
Doel beschrijven
Opportunities and Solutions
-
Kloof overbruggen
Migration Planning
-
Roadmap opstellen
Implementation Governance
-
Bewaken realisatie
-
Oplossingen aanreiken
-
Veranderende noden
-
Aanpassen waar nodig
-
Inventariseren van aandachtspunten
Definiëren
Technology Architecture Plannen
Bewaken
Onderhouden
Stakeholders, interesses, … en vereisten
TWB Deel II HS 08 – ICT Standaarden
Change management
Requirements Management
Pagina 9 van 24
2.3.2.2.
Besteknummer
datum
PG1044-00213-J1
16/03/2011
Toelichting projectdeliverabels voor analyse en design Onderstaande tekening toont de projectdeliverabels voor analyse en design, deze zijn gemapt op de TOGAF gebaseerde aanpak.
2.3.3.
Architectuurprincipes
2.3.3.1.
Belang en doelstelling van architectuurprincipes De architectuurprincipes communiceren de architecturale stijl en denkwijze die gehanteerd moeten worden bij het ontwerpen en implementeren van informatiesystemen. De doelstelling van het formuleren van deze architectuurprincipes op organisatieniveau is om de vrijheidsgraden van de onderliggende niveaus in te perken zodat de ontwerpen op deze niveaus in overeenstemming zijn met de strategische doelstellingen van de organisatie.
TWB Deel II HS 08 – ICT Standaarden
Pagina 10 van 24
2.3.3.2.
Besteknummer
datum
PG1044-00213-J1
16/03/2011
Overzicht Relaties en traceerbaarheid
Het leggen van relaties tussen artefacten uit verschillende architecturale lagen is een vereiste om de impact van verandering te kunnen inschatten.
De principes hebben het laatste woord
De architectuurprincipes gelden voor alle afdelingen van de organisatie.
Hergebruik
Hergebruik van bestaande processen, systemen, services, gegevens, applicaties en technologie zal steeds als eerste overwogen worden bij het definiëren van een oplossing voor de business.
Denk in services
Hanteer een service-georiënteerde aanpak in plaats van een applicatie-georiënteerde aanpak.
Gemeenschappelijke woordenschat en datadefinities
Data is doorheen de gehele organisatie op consistente wijze gedefinieerd, en de definities zijn begrijpbaar en beschikbaar voor alle gebruikers.
Internet- en intranettechnologie
Internet en intranet zijn de belangrijkste kanalen voor het ter beschikking stellen van ICT-oplossingen.
Vereistengedreven
Wijzigingen aan het applicatie- en technologielandschap komen er enkel en alleen ten gevolge van behoeften van de business.
Maximaliseer de baten voor de hele organisatie
Automatiseringsbeslissingen worden gemaakt om de baten voor de organisatie in zijn geheel te maximaliseren.
Vertrek van uit een solide business case
Alle projecten moeten gedragen worden door een degelijke business case die de TCO in kaart brengt, alsook de impact op business en ICT.
Streef naar “precies voldoende” design
Architecturen worden uitgewerkt om een voldoende antwoord te bieden op de vereisten. Overdadig design (te grote complexiteit, teveel technologische vernieuwingen,…) en onvoldoende design (onduidelijke oplossingen, geen oog voor hergebruik,…) worden vermeden.
Applicatiebeveiliging
Het ontwerp van applicaties houdt rekening met de risico's op het vlak van integriteit, beschikbaarheid en confidentialiteit. Deze risico's worden tijdens de
TWB Deel II HS 08 – ICT Standaarden
Pagina 11 van 24
Besteknummer
datum
PG1044-00213-J1
16/03/2011
ontwerpfase in kaart gebracht en gepaste maatregels worden getroffen. Koop (voor hergebruik), eerder dan bouwen
Aankopen (voor hergebruik) heeft voorrang op bouwen.
Proactief portfoliobeheer
Wijzigingen aan het applicatie- en technologielandschap dienen tijdig geïmplementeerd te worden.
Vereenvoudig
vereenvoudiging wordt te allen tijde overwogen en er wordt proactief gewerkt aan het reduceren van wildgroei en van complexiteit.
Databeheer
Elk dataobject moet een beheerder hebben die verantwoordelijk is voor de datakwaliteit.
Databeveiliging
Data is afgeschermd van ongeoorloofde toegang en gebruik.
Data wordt gedeeld
Gebruikers hebben toegang tot data die gedeeld wordt over de functionele domeinen heen.
Data is een activa
Data is een activa van waarde voor de organisatie en moet als dusdanig beheerd worden.
Open integratieplatform
Applicatie-integratie wordt beschouwd als een strategische bekwaamheid die los staat van elk individueel systeem in plaats van te beschouwen als onderdeel van elk individueel systeem.
TWB Deel II HS 08 – ICT Standaarden
Pagina 12 van 24
2.4.
Analyse en design
2.4.1.
Unified Process
2.4.1.1.
Algemeen
Besteknummer
datum
PG1044-00213-J1
16/03/2011
De Lijn heeft gekozen voor het Unified Process als basis voor de methode van analyse, design en realisatie. Unified Process voldeed immers aan de noden: •
Gedreven door vereisten (use cases). Centraal in het UP staat het vastleggen van functionele vereisten in use cases. De use cases worden ook gebruikt om de iteraties te definieren. De opleveringen zelf worden daarmee ook vereistengedreven.
•
Architectuur staat centraal. Uit de use cases volgen functionele en technische ontwerpen. UP is daarbij niet gebonden aan specifieke architecturale modellen of perspectieven, er wordt erkend dat meer dan één model en perspectief nodig is om de architectuur weer te geven.
•
Aandacht voor risico’s. De inhoud van elke iteratie wordt bepaald door de use cases en de daaraan verbonden risico’s. De use cases en activiteiten met het grootste risico komen eerst aan bod. Dit dwingt een project om zo snel mogelijk risico’s onder ogen te komen en aan te pakken.
•
Iteratief en incrementeel. Het Unified Process is inherent iteratief en incrementeel. De verschillende fasen worden ingedeeld in iteraties die een beperkte tijdsduur hebben. Elke iteratie geeft aanleiding tot een increment.
•
Aanpasbaar. Het proces is niet rigoreus vastgelegd. Elke organisatie moet het proces aanpassen aan haar noden op dat moment, inbegrepen de aanwezige kennis, ervaring en de maturiteit van software ontwikkeling.
TWB Deel II HS 08 – ICT Standaarden
Pagina 13 van 24
Besteknummer
datum
PG1044-00213-J1
16/03/2011
De tekening hieronder is een typische voorstelling van het Unified Process met de fases, activiteiten en iteraties.
In deze tekening werd ook de relatie met enkele enterprise activiteiten, zoals enterprise architectuur, weergegeven. Daarbij valt meteen op dat de modeleeractiviteiten in het Unified Process kunnen steunen op de resultaten van de modeleeractiviteiten in deze enterprise activiteiten.
2.4.1.2.
Invulling De Lijn De Lijn heeft vandaag aan enkele van de stappen in het Unified Process concrete doelstellingen en invulling gegeven. Deze invulling wordt continue geëvalueerd, bijgestuurd en vastgelegd in sjablonen. uitgebouwd. Unified Process Phase Inception
Doelstellingen en Opleveringen Doelstellingen • Scope afbakenen • Vereisten detailleren • Voorstel tot oplossing Opleveringen • Business Analyse • High-level design (HLD) • Service specificaties.
Elaboration
Doelstellingen • Functionele behoeften detailleren (analyse) • Implementatieontwerp maken (design). Opleveringen • Use cases, prototypes
TWB Deel II HS 08 – ICT Standaarden
Pagina 14 van 24
Besteknummer
datum
PG1044-00213-J1
16/03/2011
Unified Process Phase
Doelstellingen en Opleveringen • Software Architecture Document (SAD) • Service specificaties.
Construction en Transation
Doelstellingen • Ontwikkelen, testen, installeren • Overdracht naar productie, opleiding geven Opleveringen • Software Architecture Document (bijgewerkt) • “Inproductiename en Maintenance” document
2.4.2.
Testen
2.4.2.1.
V-Model Methode De Lijn gebruikt een test methodologie die het V Model wordt genoemd. De logische opbouw en de relatie tussen de ontwikkelactiviteiten en testactiviteiten kan immers in een V diagram worden voorgesteld. Dit V Model omvat de volgende testactiviteiten: •
Acceptatie Testen. De acceptatietesten steunen op de projectdefinitie, de vereisten van de eindgebruiker en de beschreven acceptatiecriteria van het project. De resultaten van deze testen vormen de basis voor de go/no go beslissing voor de oplevering.
•
Systeem Testen. De systeemtesten worden gedreven door de functionele analyse en bestaan uit de combinatie van test cases en test data. De systeemtesten worden uitgevoerd door ontwikkeling met een directe terugkoppeling om defecten op te lossen.
•
Integratie Testen. De integratietesten worden gedreven door het technisch ontwerp. Ook deze testen bestaan uit test cases en test data en worden door ontwikkeling uitgevoerd met het oog op directe terugkoppeling.
•
Unit Testen. De unit testen zijn gedetailleerde en zeer specifieke testen verbonden aan de ontwikkelde (of te ontwikkelen) code. Ze worden op bijna continue basis uitgevoerd.
Het onderstaande diagram geeft een overzicht van de testactiviteiten en hun relatie met andere ontwikkelactiviteiten.
TWB Deel II HS 08 – ICT Standaarden
Pagina 15 van 24
Besteknummer
datum
PG1044-00213-J1
16/03/2011
Defecten die worden vastgesteld tijdens de systeem- of integratietesten worden door de projectmanager en de functioneel analist beoordeeld. Het defect kan daarbij toegewezen worden aan een analistprogrammeur. Deze procedure is ook beschikbaar voor de defecten vastgesteld bij de unit testen. In dit laatste geval heeft de analist-programmeur echter meer vrijheid om deze defecten zelf op te lossen.
2.4.2.2.
Invulling De Lijn Het bovenstaande V Model plaatst zich eerder als een waterval georienteerde aanpak al is er wel beperkte ondersteuning voor terugkoppeling. De drie methodes die rechtstreeks betrokken zijn bij de ontwikkeling van ICT oplossingen (Prince 2, RUP en het V Model voor testen) moeten nog beter op elkaar afgestemd worden. De Lijn is zich hiervan bewust en heeft de nodige activeiten opgestart. Tijdens het project zijn er bepaalde rollen betrokken bij deze test methodologie. De onderstaande lijst geeft een overzicht van deze rollen en hun betrokkenheid. •
Business. De business definieert de vereisten, acceptatiecriteria en neemt uiteindelijk de go/no go beslissing op basis van de resultaten van de acceptatietesten.
•
Expertgebruiker. De expertgebruiker is een eindgebruiker die het aanspreekpunt is voor alle andere eindgebruikers wat gebruiksvragen of verzuchtingen betreft. Deze rol helpt bij het opstellen van de functionele analyse en de gebruikerstraining.
•
Dienst ICT Applicaties. Naast de effectieve ontwikkeling van de oplossing zal ICT Applicaties ook instaan voor het voorbereiden en uitvoeren van de systeemtesten, integratietesten en unit testen.
•
Dienst ICT Infrastructuur. Deze rol moet voorzien in de nodige omgevingen om de testen op uit te voeren.
•
Functioneel analist. De functioneel analist levert de functionele analyse op en is betrokken bij het uitvoeren van de systeemtesten en integratietesten. Samen met de projectmanager zal deze rol ook de vastgestelde defecten beoordelen en toewijzen.
TWB Deel II HS 08 – ICT Standaarden
Pagina 16 van 24
•
2.5.
Besteknummer
datum
PG1044-00213-J1
16/03/2011
Test Coördinator. Deze rol zal gedurende het project de testactiviteiten coördineren en rapporteren aan de verantwoordelijken. De test coördinator organiseert ook de periodieke statusvergaderingen.
Ontwikkeling De ontwikkeling van nieuwe toepassingen voor De Lijn, kan gebeuren door de eigen Dienst Ontwikkeling of door externe partijen. In beide gevallen moet deze ontwikkeling voldoen aan de volgende standaarden:
2.6.
•
Het gebruik van elke technologie, nieuw of bestaand, moet worden goedgekeurd door de Dienst Architectuur. Deze goedkeuring kan impliciet aanwezig zijn in de architectuurdefinitie. Dit heeft als doel om het gebruik en de kostprijs van technologie binnen De Lijn ICT te beheersen.
•
Het ontwikkelproces volgt het hierboven beschreven RUP raamwerk en werkt samen met de TOGAF activiteiten en het testraamwerk.
•
De ontwerpen, bijvoorbeeld UML diagrammen, worden gemaakt in de standaard tools van De Lijn zodat deze beschikbaar zijn voor raadpleging en latere integratie of aanpassingen.
•
De ontwikkelde broncode is op elk moment, zowel de definitieve versie als alle formele en nietformele tussenstappen, volledig beschikbaar in het versiecontrolesysteem van De Lijn (zie standaarden verder).
•
De geidentificeerde issues en bugs worden bijgehouden in het issue- en takenbeheersysteem van De Lijn (zie standaarden verder). Dit systeem is authoritief voor issues, bugs en taken.
Detailoverzicht Deliverables Naam
Betrokken Rollen
Korte Omschrijving
Algemene Deliverables Business analyse
• Business Analist • Solution Architect
High-level design (HLD)
• Solution Architect • Business Analist
Beschrijft de AS-IS en TO-BE business processen en de business vereisten, zowel functioneel als niet-functioneel. Beschrijft de data, applicatie en technologie architectuur van het systeem. Hierbij ligt de focus op de TO-BE architectuur en wordt de AS-IS opgenomen waar relevant voor een gap analyse. Specifieke modellen verbonden aan een architecturale stijl (zoals een service model in de SOA stijl) worden hier ook in opgenomen.
Use cases model
• Functioneel Analist • Business Analist
Use case specificatie
• Functioneel Analist • Analist-programmeur
TWB Deel II HS 08 – ICT Standaarden
Beschrijft een overzicht van de use cases die de functionaliteit zoals ervaren door de actors. Beschrijft voor elke use case in detail hoe de interactie tussen het systeem en de actor verloopt.
Pagina 17 van 24
Naam Software architecture document (SAD)
Besteknummer
datum
PG1044-00213-J1
16/03/2011
Betrokken Rollen • Functioneel Analist • Analist-programmeur
Korte Omschrijving De SAD deliverable is een voortzetting van de HLD deliverable. De HLD gaat over in een SAD van zodra er gekozen werd voor een oplossingsstrategie (technologie, platformen …). Beschrijft, in verder detail aan de hand van de gekozen oplossingsstrategie, de data, applicatie en technologie architectuur van het systeem. Hierbij ligt de focus op de TOBE architectuur en wordt de AS-IS opgenomen waar relevant voor een gap analyse.
In productiename en maintenance
• Functioneel Analist • Analist-programmeur
Beschrijft de operationele aspecten van de installatie, configuratie, het onderhoud, monitoring en logging.
Specifieke Deliverables Service specificaties
• Business Analist • Solution Architect
Beschrijft voor elke service (business of IT) de service status, eigenschappen (business en technische), de QoS parameters, operaties, orchestratie van operaties en het informatiemodel. De service specificatie is gebonden aan de levensloop van de service en wordt bijgewerkt in de projecten.
Data interface specificaties
• Functioneel Analist • Analist-programmeur • Solution Architect
TWB Deel II HS 08 – ICT Standaarden
Beschrijft voor elke data interface in een ETLcontext, de schema’s, controles op integriteit, controles op kwaliteit, het versiebeheer en de exception handling.
Pagina 18 van 24
Besteknummer
datum
PG1044-00213-J1
16/03/2011
3.
Diensten Infrastructuur
3.1.
Inleiding ICT Infrastructuur is de exclusieve leverancier van de diensten nodig om de ICT oplossingen in productie aan te bieden en te onderhouden. Aannemers van ICT oplossingen, zowel intern (De Lijn) als externe partijen kunnen hier gebruik van maken. Om deze dienstverlening professioneel en efficient aan te bieden, heeft ICT Infrastructuur haar diensten gebundeld in een dienstencatalogus. Een dergelijke formele dienstencatalogus zorgt voor een consistente, beheersbare en kostefficiënte dienstverlening. De opbouw van de dienstencatalogus volgt conceptueel de aanpak zoals we die vinden in IaaS (Infrastructure as a Service), PaaS (Platform as a Service) en SaaS (Software as a Service), en sluit daarmee naadloos aan op het architectuurprincipe “Service Oriented Architecture”. De onderstaande tekening geeft een schematisch overzicht van de elementen uit de dienstencatalogus en hun onderlinge relatie.
3.2.
Dienstencatalogus De volgende secties beschrijven de dienstencatalogus in meer detail. Een concrete en gedetailleerde lijst van de aangeboden diensten kan in een afzonderlijk spreadsheet gevonden worden. Zie het antwoordsjabloon “AS26b ReTiBo ICT Infrastructuurdiensten”. In de onderstaande tekst wordt de term “infrastructuurklant” gebruikt. Deze term verwijst naar een afnemer van diensten aangeboden door ICT Infrastructuur. Dit kunnen interne diensten of afdelingen van De Lijn zijn (bijvoorbeeld ICT Ontwikkeling en zelfs ICT Infrastructuur zelf) of externe aanbieders van software in het kader van een levering aan De Lijn.
3.2.1.
Beheerde Server of Desktop Omgevingen De diensten in de categorie “Beheerde Server of Desktop Omgevingen” bestaan uit beheerde combinaties van hardware (virtueel of fysisch) en een besturingssysteem. De dienst bestaat uit het opzetten van dergelijke omgevingen, ze onderhouden en ter beschikking stellen van de infrastructuurklant voor het beschreven gebruik. Dit met aandacht voor de daarbij horende SLA’s. Dit is in principe de meest eenvoudige dienst die aangeboden kan worden. Ruimte in het datacenter (kooi,
TWB Deel II HS 08 – ICT Standaarden
Pagina 19 van 24
Besteknummer
datum
PG1044-00213-J1
16/03/2011
rack en dergelijke) of hardware zonder een beheerd besturingssysteem, zijn standaard niet mogelijk en kunnen enkel in uitzonderlijke en goed gemotiveerde omstandigheden.
3.2.2.
Beheerde Applicatie Hosting Omgevingen De diensten in de categorie “Beheerde Applicatie Hosting Omgevingen” bestaan uit beheerde omgevingen om toepassingen of functionaliteit in te huizen. Typische voorbeelden zijn J2EE of .NET/IIS omgevingen maar eveneens omgevingen voor BPEL processen of Citrix voor desktoptoepassingen. De dienst bestaat uit het opzetten van dergelijke omgevingen, ze onderhouden en ter beschikking stellen van de infrastructuurklant voor het hosten van applicaties. Dit met aandacht voor de daarbij horende SLA’s.
3.2.3.
Beheerde Data Hosting Omgevingen De diensten in de categorie “Beheerde Data Hosting Omgevingen” bestaan uit beheerde omgevingen om data of gegevens in te huizen. Momenteel zijn enerzijds relationele databanken en opslag op een bestandensysteem mogelijk. Deze laatste, opslag op een bestandensysteem, maakt daarbij gebruik van een gedeelde en gevirtualiseerde SAN voor de fysische opslag. De dienst bestaat uit het opzetten van dergelijke omgevingen, ze onderhouden en ter beschikking stellen van de infrastructuurklant voor het hosten van data. Dit met aandacht voor de daarbij horende SLA’s.
3.2.4.
Bijkomende Diensten voor Beheerde Omgevingen Voor de bovenstaande beheerde omgevingen (“Server of Desktop Hosting”, “Applicatie Hosting” en “Data Hosting”) worden er bijkomende diensten aangeboden om de kwaliteit van de dienstverlening te verhogen. Voorbeelden zijn restore, monitoring of het periodiek toepassen van updates voor toepassingen. Deze diensten kunnen enkel samen met één van de bovenstaande beheerde omgevingen afgenomen worden.
3.2.5.
Beheerde Applicatie Diensten ICT Infrastructuur host zelf enkele toepassingen en stelt hun functionaliteit ter beschikking aan de infrastructuurklanten. De functionaliteit die door deze toepassingen wordt gerealiseerd, kan dan worden gebruikt door de infrastructuurklanten zonder zich te bekommeren over het beheer van deze toepassingen. De dienst bestaat uit het opzetten van deze toepassingen, ze onderhouden en ter beschikking stellen van de infrastructuurklant voor het gebruik van de aangeboden functionaliteit. Dit met aandacht voor de daarbij horende SLA’s.
3.3.
Omgevingen De Lijn hanteert verschillende omgevingen waarin deze diensten van toepassing zijn. De voornaamste groep van omgevingen daarbij is de OTAP straat: •
Ontwikkeling. Een omgeving waarin de ontwikkelaars, zowel intern als extern van De Lijn, de oplossing realiseren.
TWB Deel II HS 08 – ICT Standaarden
Pagina 20 van 24
Besteknummer
datum
PG1044-00213-J1
16/03/2011
•
Test. Een omgeving om te valideren dat de ontwikkelde software componenten functioneren en of deze geïntegreerd kunnen worden met andere ICT componenten.
•
Acceptatie. Een omgeving voor ICT klanten om testen uit te voeren die bepalen of de oplossing aan de gewenste eisen voldoet. Ook wel de UAT (User Acceptance Testen) omgeving genoemd.
•
Productie. De omgeving waarin de ICT componenten gehuisvest worden om de diensten aan de ICT klanten aan te bieden.
Daarnaast zijn er nog enkele andere mogelijke omgevingen die zinvol kunnen zijn gedurende de levensduur van het systeem. •
Service en Onderhoud. Een omgeving waarin een analyse van de bronoorzaak kan uitgevoerd worden om eerder gemelde problemen op te lossen.
•
Labo. Een omgeving om ideeën of proof-of-concepten in uit te voeren.
•
Opleiding. Een omgeving die gebruikt kan worden om eindgebruikers een opleiding te geven in het gebruik van het systeem.
Deze tweede groep van omgevingen zijn, naargelang de doelstelling, typisch te vergelijken met de Test of Acceptatie omgeving.
3.4.
Overige Standaarden Naast de bovenstaande beheerde diensten, kent De Lijn ICT ook nog andere standaarden. Deze worden momenteel echter nog niet formeel als dienst aangeboden. De aanbieder kan hier echter wel gebruik van maken. In het geval de aanbieder hier gebruik van wil maken, dient deze een uitgebreide motivatie ter goedkeuring aan De Lijn ICT voor te leggen. Op basis van deze motivatie en na goedkeuring van De Lijn ICT worden dan concrete diensten geformuleerd om de gevraagde software of diensten aan te bieden. In de onderstaande tabel beschrijven we deze overige standaarden.
Platform service
Logical Technology Component
FBS (File Based Solutions)
versturen grote bestanden
Axway FTDirect
1.6.0
Security & Availability Services
Secure connectivity
MessageLabs
Cloud
Productivity Software Services
Project Management
Clarity PPM
12.0.6
Analysis & Design
Analysis & Design
Enterprise Architect
7.5
Business Process Management
Process Design & Simulation
Enterprise Architect
7.5
Business Rules Management
Business Rule Modeling
Enterprise Architect
7.5
Business Service Management
Business Service Modeling
Enterprise Architect
7.5
eMail Security
Security : Anti-Spam
MessageLabs
Cloud
eMail Security
Security : Anti-Virus
MessageLabs
Cloud
ERP - Application Scenario
Enabling standard Enterprise
Hastus
8
TWB Deel II HS 08 – ICT Standaarden
Physical Technology Component
Version
Pagina 21 van 24
Platform service
Besteknummer
datum
PG1044-00213-J1
16/03/2011
Logical Technology Component
Physical Technology Component
Version
Services (ERP Processes) Network Management
Network Management
HP OpenView Network Node Manager
B.07.50
Incident, Change and Problem Management
Incident, Change and Problem Management
Microsoft System Center Operations Manager
2007 R2
Hosting Portal Based Web Application
Hosting Portal Based Web Application
IBM HTTP Server (IHS)
6.1.0.33
Hosting Static Web Content
Hosting Static Web Content
IBM HTTP Server (IHS)
6.1.0.33
Business Process Management
Human Workflow Development IBM WebSphere Integration Developer
7.5
Business Process Management
Process Design & Simulation
IBM WebSphere Integration Developer
7.5
Data Analysis
Data Analysis
InfoSphere Information Analyzer
Internet Access
Internet browser
Internet Explorer
7.0.5730.13
Productivity Software Services
Task and issue tracking
Jira
4.1.2
ERP - Application Scenario
Enabling standard Enterprise Services (ERP Processes)
LegalSuite
5.3.1
Identity management
Identity management
Microsoft Active Directory
2003
Software Configuration and Change Management
Software Configuration and Change Management
Microsoft System Center Configuration Manager
2007 R3
Mailbox hosting
Mailbox hosting for employees
Microsoft Exchange
2007
Distributed DB's
Database Design
Power Designer
1.5.1
Language-oriented Development Environments
Code Analysis
Rational Application Developer
7.5
Language-oriented Development Environments
Integrated Development Environment
Rational Application Developer
7.5
Business Service Management
Business Service Development
Rational Application Developer
7..5
eMail Gateways
FAX gateways
RightFax
9.30
Identity management
Identity management
Tivoli Directory Server
6.0
Identity management
Identity management
Tivoli Identity Manager
4.6
Incident, Change and Problem Management
Incident, Change and Problem Management
Tivoli Service Request Manager
6.2
Daarnaast is het ook mogelijk om software of hardware die vandaag nog niet gebruikt worden bij De Lijn voor te stellen als die van leveranciers komen die al gekend zijn. We denken dan onder andere aan bijkomende software of hardware van IBM, Oracle, Microsoft of andere leveranciers waar De Lijn vandaag
TWB Deel II HS 08 – ICT Standaarden
Pagina 22 van 24
Besteknummer
datum
PG1044-00213-J1
16/03/2011
al producten van afneemt. Dit dient met een uitgebreide motivatie ter goedkeuring aan De Lijn ICT voor gelegd te worden.
3.5.
Datacenter De Lijn heeft momenteel één centraal datacenter actief in Mechelen. Een tweede datacenter is voorzien in de loop van 2011/2012 om tegemoet te komen aan de continuiteitsvereisten.
3.5.1.
Schematisch Overzicht Hosting Omgevingen In het onderstaande schema worden de hosting omgevingen die hierboven beschreven werden, visueel voorgesteld.
3.6.
Change en Release Management Aanpassingen aan de acceptatie- of productieomgeving moeten steeds de beschreven change en release procedures volgen.
TWB Deel II HS 08 – ICT Standaarden
Pagina 23 van 24
Besteknummer
datum
PG1044-00213-J1
16/03/2011
Inhoudsopgave 1.
INLEIDING.....................................................................................................................................................................2 1.1.
2.
Samenvatting ...............................................................................................................................................................................................................2
METHODE .....................................................................................................................................................................3 2.1. 2.2.
Inleiding .........................................................................................................................................................................................................................3 Projectmanagement .................................................................................................................................................................................................3
2.2.1. 2.3.
2.3.1. 2.3.2. 2.3.3. 2.4.
3.
Doelstellingen ................................................................................................................................................................................................7 TOGAF................................................................................................................................................................................................................9 Architectuurprincipes.............................................................................................................................................................................10
Analyse en design ...................................................................................................................................................................................................13
2.4.1. 2.4.2. 2.5. 2.6.
PRINCE2 ...........................................................................................................................................................................................................3
Architectuur .................................................................................................................................................................................................................7
Unified Process...........................................................................................................................................................................................13 Testen .............................................................................................................................................................................................................15
Ontwikkeling.............................................................................................................................................................................................................17 Detailoverzicht Deliverables.............................................................................................................................................................................17
DIENSTEN INFRASTRUCTUUR............................................................................................................................ 19 3.1. 3.2.
Inleiding ......................................................................................................................................................................................................................19 Dienstencatalogus ..................................................................................................................................................................................................19
3.2.1. 3.2.2. 3.2.3. 3.2.4. 3.2.5. 3.3. 3.4. 3.5.
Omgevingen...............................................................................................................................................................................................................20 Overige Standaarden.............................................................................................................................................................................................21 Datacenter..................................................................................................................................................................................................................23
3.5.1. 3.6.
Beheerde Server of Desktop Omgevingen ....................................................................................................................................19 Beheerde Applicatie Hosting Omgevingen ...................................................................................................................................20 Beheerde Data Hosting Omgevingen...............................................................................................................................................20 Bijkomende Diensten voor Beheerde Omgevingen..................................................................................................................20 Beheerde Applicatie Diensten.............................................................................................................................................................20
Schematisch Overzicht Hosting Omgevingen..............................................................................................................................23
Change en Release Management .....................................................................................................................................................................23
TWB Deel II HS 08 – ICT Standaarden
Pagina 24 van 24