Steve De Coninck-De Boeck
TV-Brussel en Télé Bruxelles: twee kleine zenders op Brusselse bodem
Sinds vele jaren wijzen auteurs op twee schijnbaar tegengestelde tendensen in het internationale medialandschap: schaalvergroting en -verkleining. Lokale radio en televisie zijn fenomenen van de laatste trend. In onze buurlanden is de experimentele periode al lang voorbij. België ontdekte kleinschalige televisie in 1976. Het is Wallonië geweest dat zich ontfermde over de nieuwe omroepvoorziening. Vlaanderen reageerde waakzaam, sceptisch en angstig. De aanwezigheid van de Vlaamse Gemeenschap in de hoofdstad is de directe oorzaak voor de vertragingsmanoeuvers in het dossier van Brusselse lokale televisie. Anno 1994 is het Hoofdstedelijk Gewest twee Brusselse televisiezenders rijk: TV-Brussel van de Vlaamse en Télé Bruxelles van de Franse Gemeenschap. Het zijn twee kleinschalige tv-stations die elk behoren tot een andere taal- en cultuurgemeenschap. Ze brengen beide haast uitsluitend regionaal nieuws in hun dagelijks journaal en het Brussels Gewest vormt samen met de 19 gemeenten dé plaats bij uitstek waar het nieuws wordt geraapt. Dit neemt niet weg dat er opvallende verschillen bestaan tussen de twee omroepen. In dit artikel nemen we enkele fundamentele verschilpunten onder de loupe. We proberen aldus ons steentje bij te dragen tot het onderzoek naar de handelswijze van media in een multilinguïstische leefomgeving. Tegelijkertijd houdt het een verrijking in van de wetenschappelijke bevindingen die het Centrum voor de interdisciplinaire studie van Brussel aan de Vrije Universiteit Brussel sinds 1977 produceert. Na een korte voorstelling van TV-Brussel en Télé Bruxelles sporen we de inhoudelijke klemtonen in de nieuwsuitzendingen op. Hierna concentreren we ons op het politieke karakter van de zenders. We brengen de afhankelijkheidsrelatie t.o.v. de politieke overheden in kaart en gaan de impact na op de structuur en de organisatie van de tv-stations. De invloed op de recrutering komt ook aan bod, evenals de impact op het programmaschema, de inhoud van de journaals en de verhouding tussen TV-Brussel en Télé Bruxelles. Tenslotte brengen we de communautaire trekjes van de Brusselse tv-stations voor het voetlicht. We kijken hierbij naar het reilen en zeilen voor en achter de schermen.
219
Steve De Conick-De Boeck
Voor het empirisch onderzoek deden we in grote mate een beroep op een zelfgemaakte inhoudsanalyse. We registreerden het nieuws van TVBrussel en Bruxelles Info van Télé Bruxelles gedurende twee gescheiden periodes van veertien dagen (2 tot 15 januari en 30 januari tot 12 februari 1994). Naast de gewone journaals werden ook de weekoverzichten in de steekproef opgenomen. De sequentie geldt als analyse-eenheid; een nieuwe presentatievorm betekent een nieuwe sequentie. Presentatievormen zijn bijv. interviews, studiogesprekken, de nieuwslezer die een bericht voorleest, … Het categorieënsysteem bevat zeventien onderdelen en is gebaseerd op de inhoudsanalyse van een andere eindverhandeling.1 We voegden onder meer categorieën toe om het exploratief onderzoek te verwezenlijken (denken we aan de gebruikte taal). Het onderzoek werd doeltreffend aangevuld met de resultaten van 20 diepte-interviews. Alle details over de gebruikte methodes kunnen worden teruggevonden in De Coninck-De Boeck (1994).2
1.
Presentatie
TV-Brussel en Télé Bruxelles zijn twee kleine tv-stations. Dit betekent geenszins dat ze dezelfde levensloop achter de rug hebben en te situeren vallen in eenzelfde juridische en organisatorische structuur. Wel integendeel. Télé Bruxelles is een van de elf Franstalige TVC’s (télévisions locales et communautaires) van ons land. Deze lokale tv-stations zagen het licht na een KB van 4 mei 1976 dat experimenten met kleinschalige televisie uitdrukkelijk beperkte tot “het Franse taalgebied”. Vlaanderen was niet tuk op dergelijke proeven omdat de beleidsmakers het monopolie van de openbare omroep wilden vrijwaren en vreesden dat de kleinschalige tvzendertjes zich na verloop van tijd zouden ontpoppen tot winstgevende reclamekanalen met kwalitatief slechte programma’s. Op papier waren voor de hoofdstad niet minder dan twee zenders voorzien: ‘Vidéo SaintJosse’ (Sint-Joost-ten-Node) en ‘Woluvision’ (Sint-Lambrechts-Woluwe). Het Brusselse dossier bleef echter jarenlang geblokkeerd omdat de Vlaamse Cultuurminister, Rika De Backer, weigerde experimenten toe te staan op tweetalige Brusselse bodem. In een gesprek3 zegt ze dat de Vlaamse politieke partijen toendertijd niet bereid waren om de Franstaligen in de hoofdstad een eigen tv-zender te schenken. Het afgesprongen Egmont-akkoord liet in alle materies diepe wonden na. Ook inzake mediapolitiek. Communautaire twisten vertraagden dus de oprichting van Télé Bruxelles. De gelijknamige VZW zag pas het licht in 1982. Voor de allereerste uitzending van het station moesten we zelfs wachten tot eind 1985. De eerste levensjaren van de zender waren bijzonder hachelijk: het gebrek aan een eigen kanaal dreef Télé Bruxelles in de armen van de RTBF4 en belemmerde de programmatorische ontwikkeling van het Brus-
220
TV-Brussel en Télé Bruxelles: twee kleine zenders op Brusselse bodem
selse station aanzienlijk, de politieke wereld kwam haar afspraken niet stipt na (de toekenning van werknemers met BTK-statuut5 liet op zich wachten), maar bovenal waren er de zware financiële problemen. Het budget van het eerste jaar bedroeg niet meer dan 11 miljoen. Ondertussen is dat opgelopen tot 100 miljoen. TV-Brussel kende een veel vlottere start. Op 28 januari 1987 keurde de Vlaamse Raad het Kabeldecreet goed dat een mijlpaal kan worden genoemd in de mediageschiedenis. Commerciële televisie op private basis (VTM) en betaalomroep (Filmnet) werden mogelijk gemaakt. In de marge werd regionale televisie toegelaten. Twee decreten uit 1991 legden de werking van dit laatste fenomeen in detail vast.6 Op 22 september 1992 kwam de VZW TV-Brussel tot stand. Naast de gewone beslommeringen bij het opstarten van een nieuwe tv-zender (techniek, programma’s en mensen) vallen er geen noemenswaardige problemen te signaleren. Amper een jaar na de creatie van de VZW was TV-Brussel dagelijks op de buis. Tussen de eerste uitzending van TV-Brussel en die van Télé Bruxelles ligt welgeteld acht jaar. De ontstaansredenen van beide zenders zijn niet identiek. Télé Bruxelles lijkt haar oprichting vooral te danken te hebben aan het feit dat een belangrijk gebied als Brussel niet langer een blinde vlek kon blijven op de kaart van de Franse gemeenschapstelevisies. Bij TV-Brussel vinden we veeleer sporen terug van politieke motieven. De politici waren de mening toegedaan dat er een Nederlandstalige Télé Bruxelles diende te komen omdat de Vlaamse Brusselaars geen spreekbuis hadden, omdat de BRTN nooit veel interesse had getoond voor de gebeurtenissen in de hoofdstad en omdat Télé Bruxelles het had gewaagd om enkel Franstalige mandatarissen aan het woord te laten tijdens de verkiezingscampagne van 24 november 1991. De pleidooien voor TV-Brussel zijn dus in hoge mate geïnspireerd door de politieke frustraties over de geringe aandacht voor de Vlaamse Gemeenschap in Brussel. We benadrukken evenwel dat de oprichting van Télé Bruxelles ook gepaard is gegaan met de (in België gebruikelijke) politieke bemoeienissen. In haar statuten kreeg Télé Bruxelles geen bijzondere opdrachten mee. Aandacht besteden aan het politieke, sociale, economische en culturele leven in Brussel kan bezwaarlijk uitzonderlijk worden genoemd. TVBrussel kreeg wel twee belangrijke doelstellingen mee: het station moet de Vlaamse (media-) aanwezigheid in Brussel versterken en de internationale uitstraling van de hoofdstad vergroten. De eerste opdracht slaat minstens op de consolidatie van de Vlaamse positie in Brussel. Concreet komt het er op neer dat TV-Brussel aantoont dat de Vlaamse Gemeenschap in de hoofdstad dynamisch is. De tweede doelstelling wordt de internationale opdracht van TV-Brussel genoemd. Die vertaalt zich in de programmering van het internationale zondagsmagazine The Bridge. TV-Brussel bevindt zich in een geprivilegieerde uitzonderingspositie binnen het regionale tv-landschap in Vlaanderen: de zender mag meer uren ‘verse’ televisie uitzenden dan de elf anderen, is gemachtigd om
221
Steve De Conick-De Boeck
niet-Nederlandse talen te gebruiken en kan rekenen op uitgebreide financiële overheidssteun. Télé Bruxelles geniet, op het feit na dat ze het grootste potentiële publiek bezit, geen privileges in het lokale tv-landschap van de Franse Gemeenschap. Dan is er de belangrijke materie van de financiële leefbaarheid. Het budget van Télé Bruxelles is voor 1/4 privé en voor 3/4 openbaar. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de COCOF7 en de Franse Gemeenschap kennen de overheidssteun toe. De helft van de medewerkers wordt gesubsidieerd door de autoriteiten. De privé-inkomsten worden voor nog geen 40% geput uit publiciteit. We vertelden reeds dat Télé Bruxelles thans werkt met een budget van 100 miljoen per jaar. TV-Brussel ontvangt jaarlijks 70 miljoen. Het Brussels Gewest en de Vlaamse Gemeenschap zijn de weldoeners. Voor beide zenders geldt trouwens dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de grootste geldschieter is. Naast de overheidsdotatie vertrouwt TV-Brussel op ongeveer 10 miljoen reclame-inkomsten per jaar. De hoop leeft dat dit bedrag zal toenemen wanneer de reclameregie, de RAR, op volle toeren zal draaien. Hoe kunnen we de relatie tussen de twee tv-stations beschrijven? Vast staat dat er geen hechte vriendschapsbanden bestaan tussen TV-Brussel en Télé Bruxelles. Beide zenders onderhouden nauwelijks contacten met elkaar ook al zijn ze op hetzelfde (Brusselse) terrein werkzaam. Totnogtoe sloegen ze enkel de handen in elkaar toen Gewestminister van Economische Zaken, Rufin Grijp, een handelstrip maakte naar Polen en Zweden. Pogingen van de minister om de twee stations ook op andere momenten nauwer te laten samenwerken, faalden tot op heden. Op de oorzaken voor deze koele verhouding komen we straks nog terug. Vermelden we nu reeds dat Michel Jocquet, directeur van Télé Bruxelles, zijn concurrent niet eenduidig slecht of goed noemt. Op technisch vlak geeft de man TV-Brussel een pluim mee, op inhoudelijk vlak acht hij verbeteringen noodzakelijk. De directeur van TV-Brussel is resoluter in zijn oordeel. Terry Verbiest heeft nooit veel goede woorden veil gehad voor Télé Bruxelles. Zijn pleidooien voor een professionele aanpak en een betere kwaliteit, moeten de mensen aan de Louizalaan niet goedgestemd hebben. Télé Bruxelles is voor Verbiest een zeer zelfingenomen zender met meer politieke kantjes dan TV-Brussel lief is. De directeur betreurt de huidige situatie niet en kijkt veeleer uit naar een samenwerking met een regionale tv-zender als die van Halle-Vilvoorde.
2.
Inhoudelijke klemtonen
In onze inhoudsanalyse vormen ‘actoren’ en ‘thematiek’ de voornaamste categorieën. De uitkomst van de eerste geeft aan wie aan bod komt in de nieuwsuitzendingen en de tweede levert een gedetailleerd beeld op van de onderwerpen die worden aangesneden door de twee tv-stations. Laten we beginnen met de actorenlijst.
222
TV-Brussel en Télé Bruxelles: twee kleine zenders op Brusselse bodem
1.
Wie?
De top drie van de lijst met de meest voorkomende actoren is identiek voor beide zenders: achtereenvolgens gewone burgers, de Brusselse schepencolleges en de bedrijven. Wanneer we de ganse lijst in ogenschouw nemen, moeten we vaststellen dat de uitvoerende macht beter vertegenwoordigd is dan de wetgevende macht. Dit is weinig verwonderlijk omdat het politieke zwaartepunt door de jaren heen bij de regering is gaan liggen. In de praktijk is de uitvoerende macht het belangrijkste beslissingsniveau geworden. TV-Brussel en Télé Bruxelles hebben dezelfde indruk. Een regering is ook punctueler in het nemen van beslissingen en het parlementaire werk neemt teveel tijd in beslag om de geestdrift van de media te kunnen opwekken. Bij Télé Bruxelles wordt gezegd dat de onderwaardering van het parlement een jammerlijke zaak is en dat er bij de zender discussies worden gevoerd over maatregelen om dit ‘democratisch deficit’ te verhelpen. Welk beeld krijgen we precies als we de uitvoerende met de wetgevende macht vergelijken? Voor alle duidelijkheid: we tellen alle niveaus (federaal, gewest, gemeenschap, provincie en gemeente) samen voor de vergelijking tussen de twee machten.
Grafiek 1 – Wetgevende of uitvoerende macht
Bovenstaande grafiek laat aan duidelijkheid niets te wensen over: de uitvoerende macht komt ongeveer vijf keer meer aan bod dan de wetgevende macht. Bij TV-Brussel is dit nog meer uitgesproken. Télé Bruxelles reserveert 18.3% voor de executieven op de actorenlijst, TV-Brussel 19.7%. De wetgevende macht scoort bij beide even hoog: 3.8%. Wat kunnen we zeggen over de aandachtsverdeling van het Belgische beslissingsniveau?
223
Steve De Conick-De Boeck
Grafiek 2 – Federale macht
Het federale parlement en de federale regering komen tweemaal meer voor op TV-Brussel. Beide zenders zeggen dat de federale machten enkel aan bod komen als deze een beslissing nemen, die directe gevolgen heeft voor de Brusselse bevolking. Wij hebben echter de indruk dat TV-Brussel de gebeurtenissen vaker in een federaal kader plaatst. Als de Brusselse regering een besluit treft over een aangelegenheid, waar de federale overheid ook gedeeltelijk voor bevoegd is, zal de Vlaamse zender veeleer geneigd zijn om te herinneren aan het bestaan van een federale wet of koninklijk besluit. We hebben ‘de burger’ als actor opgesplitst in ‘de gewone burger’ (bijv. het geval waarin een inwoner uit Anderlecht zich verzet tegen het optrekken van een hoge muur in zijn straat) en ‘de burger als consument’ (bijv. wanneer consumenten in de Nieuwstraat hun mening geven over de solden). Wanneer we ‘de burger’ (de twee categorieën opgeteld) vergelijken met de categorie ‘verenigingen’ (milieu-organisaties, kaartclubs,… géén bedrijven) en ‘actiecomités’ krijgen we een opvallend resultaat. We nemen eveneens de categorieën ‘vakbonden’ en ‘arbeiders/werknemers’ op. Grafiek 3 – Enkele actoren
224
TV-Brussel en Télé Bruxelles: twee kleine zenders op Brusselse bodem
Burgers komen meer voor bij TV-Brussel (13.6%) dan bij Télé Bruxelles (12%). Dit resultaat vloeit voort uit het feit dat ‘de burger als consument’ het tweemaal beter doet op de Vlaamse zender (5 t.o.v. 2.6%). De categorie ‘gewone burger’ staat bij beide stations op de eerste plaats, maar haalt een hoger percentage …. op Télé Bruxelles ( 9.4 t.o.v. 8.6%). Wat nogmaals aangeeft dat de hogere score van burgers op TV-Brussel vooral te verklaren valt door het feit dat die burger vaker wordt opgevoerd als consument. In het verlengde hiervan constateren we dat gewone interviews als presentatievorm duidelijk talrijker voorkomen dan straatinterviews. Interviews komen wel meer voor bij Télé Bruxelles (24.6% en een 2de plaats t.o.v. 19% en een 3de plaats bij TV-Brussel). Bij straatinterviews is de situatie lichtjes omgekeerd: hier staat TV-Brussel met 4.3% precies 0.4% sterker dan Télé Bruxelles. Dit is een vrij bewuste keuze. “De gewone Brusselaar moet ook zijn zeg kunnen doen.”8 Als je niet de hele tijd ministers en dergelijke aan het woord wil laten, rest je niets anders dan het aanspreken van de gewone man of vrouw in de straat. Mensen herkennen zich bovendien makkelijker in andere (gewone) mensen. Dit kan verklaren waarom de burger bij TV-Brussel frequenter als actor mag figureren. Verenigingen doen het dan weer aanzienlijk beter op Télé Bruxelles (5.3 t.o.v. 2.4%). Actiecomités scoren ook hoger op de Brusselse TVC (1.5% en 1.1% bij TV-Brussel). Georganiseerde burgers lijken dus beter af te zijn met Télé Bruxelles. Voor TV-Brussel kan een vereniging enkel aan bod komen wanneer haar boodschap significant kan zijn voor mensen uit meer dan één enkele wijk of gemeente. Een andere verklaring is feitelijker: er zijn gewoonweg minder Vlaamse dan Franstalige verenigingen operationeel in Brussel. Bij Télé Bruxelles komen we nog een ander element op het spoor. In 1989 was de creatie van een, volledig op politieke leest geschoeide, raad van beheer voor de TVC de aanleiding om een (decretaal voorzien) programmeringscomité in het leven te roepen. Dit consultatieve orgaan bestaat uit leden van de Brusselse socio-culturele verenigingen. Deze laatste waren vanzelfsprekend niet enthousiast over het feit dat ze niet langer op directe wijze inspraak genoten in het beleid van Télé Bruxelles. Ze bedachten een nieuwe strategie. Sinds 1989 richten ze hun pijlen niet langer op de raad van beheer. Ze nemen — zonder omwegen — contact op met de redactie zelf. Als er iets gebeurt op milieuvlak, zal een organisatie als Inter-Environnement zich bijvoorbeeld onmiddellijk richten tot een journalist van Télé Bruxelles. Dit kan als een zeer valabele verklaring doorgaan voor het feit dat verenigingen langs Franstalige kant vaker optreden als actor. Télé Bruxelles zegt meestal te werken met ‘mensen op het terrein’. TV-Brussel vertrouwt meer op een informatiebron als het persagentschap Belga. De discrepantie tussen de twee zenders wordt groter wanneer we de aanwezigheid van de actor ‘vakbonden’ bekijken: 2.9% bij Télé Bruxelles en slechts 0.5% bij TV-Brussel. Voor ‘arbeiders/werknemers’, een aanverwante categorie, is het verschil geringer: 0.4% bij TV-Brussel en 1.5% bij
225
Steve De Conick-De Boeck
Télé Bruxelles. Het verschil moet o.i. niet zozeer in het nieuwsproduktieproces zelf worden gezocht. We kunnen regelmatig vaststellen dat de arbeidersbeweging diepere wortels heeft in de Franse Gemeenschap. De socialistische ideologie, met de cruciale rol van de vakbonden in het sociaal-economisch leven, is er wijder vertakt dan in de Vlaamse Gemeenschap. Dit neemt niet weg dat TV-Brussel bij elk arbeidsconflict de vakbonden aan het woord laat. We vestigen tenslotte de aandacht op de instellingen van de Europese Gemeenschap. De internationale opdracht van TV-Brussel vindt zijn weerspiegeling in de nieuwsuitzendingen: de actor is goed voor 0.5%. Maar bij Télé Bruxelles is dat 1.4%! Deze verrassende conclusie wordt veroorzaakt door een andere visie op de aanwezigheid van de Europese instellingen in Brussel. TV-Brussel vindt de EG niet typisch Brussels genoeg om aanspraak te kunnen maken op veel belangstelling in het nieuws.9 Télé Bruxelles wenst daarentegen het beeld op te hangen van een Europese Gemeenschap die een niet meer weg te denken onderdeel is geworden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het belang van de Europese instituties moet duidelijk worden gemaakt aan de bevolking.10 Welke actoren zijn goed vertegenwoordigd bij de ene zender en komen in het geheel niet voor bij de andere? In de volgende tabel zijn de voornaamste actoren opgenomen die aan deze voorwaarde voldoen.
TV-Brussel
Télé bruxelles
Ecolo (1.4% op Télé Bruxelles) Franse gemeenschapsregering (0.8%)
VGC11 (1.4% op TV-Brussel) Volksunie (0.7%)
Het gaat duidelijk om partijen of machten die vooral werkzaam zijn op het terrein van de andere Gemeenschap. Het lijkt er sterk op dat de belangstelling voor de actoren langs de andere kant van de taalgrens uiterst beperkt is. Ecolo zal niet vlug aan bod komen in het nieuws van TV-Brussel, terwijl de Volksunie nooit prominent aanwezig zal zijn in Bruxelles Info. Een blik op de rangorden van andere categorieën, die voorkomen op beide zenders, bevestigt ons vermoeden. De Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse gemeenschapscentra treden duidelijk vaker op als actor bij TV-Brussel, terwijl actoren als het FDF, de COCOF en de Franse Gemeenschap het op hun beurt veel beter doen bij Télé Bruxelles. Télé Bruxelles is in deze optiek een rasechte televisie van de Franse Gemeenschap en mutatis mutandis is TV-Brussel hetzelfde van de Vlaamse Gemeenschap. Als je als Brusselaar via het medium televisie weet wil krijgen van de belangrijkste gebeurtenissen en ontwikkelingen, ben je aangewezen op TV-Brussel én Télé Bruxelles. Het eerste station concentreert zich immers op het Nederlandstalige nieuws en het tweede station spitst zich toe op nieuws dat vooral voor Franstaligen belang kan
226
TV-Brussel en Télé Bruxelles: twee kleine zenders op Brusselse bodem
hebben. In dit verband vormen de beslissingen van de Vlaamse en de Franse Gemeenschapscommissie in Brussel een treffend voorbeeld. De besluiten van het eerste orgaan treffen enkel de Vlamingen terwijl de besluiten van de COCOF enkel gelden voor de Franstalige Brusselaars. Een afbakening van het doelpubliek, zoals neergeschreven in de vele documenten (TV-Brussel Vlaams en Télé Bruxelles Frans) resulteert hier automatisch in een zwakke interesse voor de activiteiten van de Gemeenschapscommissie van de andere Gemeenschap. Een ander voorbeeld: de inhuldiging van het vernieuwde (Vlaamse) gemeenschapscentrum van Sint-Lambrechts-Woluwe was enkel nieuws voor TV-Brussel. Je zou kunnen zeggen dat TV-Brussel en Télé Bruxelles elkaar aanvullen.
Wat? De resultaten van de thematiek sluiten volledig aan bij de vorige categorie. Een hogere belangstelling voor medische thema’s weerspiegelt zich bijvoorbeeld in een verhoogd optreden van dokters als actor. We stellen vast dat TV-Brussel meer aandacht schenkt aan misdaad en justitie, faits divers, veiligheid, rampen, personalia, maatschappij en religie. Télé Bruxelles heeft dan weer meer oog voor politiek, economie, openbare financiën, kunst en cultuur, sociale en medische thema’s en milieu. Het verschil inzake ‘misdaad en justitie’ wordt onder meer veroorzaakt door de hogere aandacht van TV-Brussel voor het proces Haemers (met vooral beelden van randverschijnselen) en evenementen als het ontwapenen van wapenopslagplaatsen. Zo’n gebeurtenissen komen zelden aan bod bij Télé Bruxelles. Misschien heeft een en ander wel te maken met de nieuwsbronnen. Het is mogelijk dat TV-Brussel over betere tipgevers beschikt als het bijv. gaat om een inbeslagname van een lading cocaïne. Als er dan toevallig een cameraploeg in de buurt is, krijgt die de opdracht om een paar beeldjes te schieten. Dit resulteert evenwel in korte reportages van een dertigtal seconden. Télé Bruxelles benadrukt op alle mogelijke manieren dat het een bewuste politiek is van de zender om thema’s als ‘misdaad en justitie’ of ‘rampen’ uit de weg te gaan. Bij TV-Brussel is aandacht voor de politie een bewuste optie. Kranten als Het Laatste Nieuws creëren volgens hen een vals gevoel van onveiligheid bij de burger. Als de overheid terzake beleidsinitiatieven ontplooit, schenkt de Vlaamse zender daar de nodige aandacht aan. We denken aan het inzetten van meer hulpagenten en de opgedreven bewaking van metrostations. Zo wil TV-Brussel meehelpen aan het counteren van ongenuanceerde maatschappijbeelden.12 ‘Kunst en cultuur’ is beter vertegenwoordigd op Télé Bruxelles. Dit is misschien een karaktertrek van het hele audiovisuele landschap van de Franse Gemeenschap. “Typisch voor de Waalse openbare omroep (sic) is de interesse voor culturele trends.”13 Opvallend is dat het thema
227
Steve De Conick-De Boeck
in Franse zin aanzienlijk hoger scoort dan hetzelfde thema in Angelsaksische zin. Kunstwerken en dergelijke (meestal tentoonstellingen) genieten de voorkeur boven folklore en levenswijzen (een reportage over de Armeense Gemeenschap in Brussel bijv.). Dit laatste doet het wel beter bij TV-Brussel. De zender is van oordeel dat je niet voorbij mag gaan aan het volksleven. De mensen van Télé Bruxelles houden niet erg van folklore en hanteren de meer elitaire definitie van ‘kunst en cultuur’.14 Getransponeerd naar de Vlaamse situatie kunnen we zeggen dat TV-Brussel kenmerken vertoont van het VTM-journaal, terwijl Télé Bruxelles veeleer aanleunt bij het BRTN-journaal. We baseren ons in de eerste plaats op conclusies, op hun beurt gesteund op een uitgebreide inhoudsanalyse, over de thematische verschillen tussen het BRTN- en VTM-journaal.15 TV-Brussel brengt, net zoals VTM, meer soft news zoals ‘misdaad en justitie’ en ‘faits divers’. Bij Télé Bruxelles scoren categorieën als ‘politiek’ en ‘economie’ hoger. Sommigen zullen stellen dat de meer serieuze onderwerpen vooral door Télé Bruxelles worden aangesneden. We zien ook dat TV-Brussel meer bad news brengt dan Télé Bruxelles. In de reportages van deze laatste zender zitten minder conflictgeladen interacties. Ook een globale vergelijking met de Vlaamse nationale omroepen leert ons dat TV-Brussel veeleer gelijkenissen vertoont met de commerciële VTM en dat Télé Bruxelles er trekken van de openbare BRTN op nahoudt.16 TV-Brussel kiest voor een meer horizontale programmering dan Télé Bruxelles door geen weekendprogramma voor te stellen dat volledig afwijkt van de weekuitzendingen. De continuïteit wordt beter bewaakt bij TV-Brussel. Bij VTM wordt die behoefte ook meer aangevoeld dan bij de BRTN. TV-Brussel schenkt tevens bijzonder veel aandacht aan de vorm van de programma’s. Herkenbaarheid is het sleutelwoord. Dit vindt zijn weerslag in talrijke aspecten: de kleuren van het logo (zelf geïnspireerd door de Brusselse Irisvlag) zijn terug te vinden in het decor, de generieken en zelfs de nieuwsdesk. De muziek drijft voort op één basismotief met arrangementen. Terry Verbiest is niet over één nacht ijs gegaan om de vormelijke keuzes te maken. Alles is zeer doordacht gebeurd. Herkenbaarheid impliceert immers de felbegeerde klantenbinding. Dit is een les die hij leerde … bij VTM.17
3.
Politieke analyse
We zijn aanbeland bij een centraal onderdeel in dit artikel. Een studie van Belgische televisiezenders mag nooit nalaten actief op zoek te gaan naar tekenen van politisering. Hierna zal duidelijk worden dat politieke actoren bij de Brusselse televisie geen geringe rol speelden en nog steeds spelen. De inkomstenstructuur van TV-Brussel en Télé Bruxelles vormen het uitgangspunt van onze politieke analyse.
228
TV-Brussel en Télé Bruxelles: twee kleine zenders op Brusselse bodem
3.1.De afhankelijkheidsrelatie t.o.v. de politieke wereld Een summiere analyse van de leefbaarheidsproblematiek leert ons in welke mate TV-Brussel en Télé Bruxelles uit de hand van de politieke wereld eten. Reclame is bij beide zenders goed voor ongeveer 10% van het totale budget. Tot hier de overeenkomst. Want TV-Brussel is meer afhankelijk van overheidssteun dan Télé Bruxelles. De laatste zender genereert namelijk 25% eigen inkomsten (verkoop van programma’s, het maken van videogrammen voor derden, …), terwijl de eerste voor ongeveer 90% leeft van de overheid. Wellicht neemt dit af naarmate de reclameregie, RAR, echt operationeel wordt. De overheidssteun wordt bij TVBrussel toegekend door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Vlaamse Gemeenschap, terwijl het bij Télé Bruxelles gaat om het Brussels Gewest, de Franse Gemeenschap en de Franse Gemeenschapscommissie. Daar de inkomstenstructuur van TV-Brussel in veel grotere mate berust op dotaties is de afhankelijkheidsrelatie t.o.v. het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in principe sterker bij het Vlaamse tv-station. Impliceert dit een grotere druk van (partij)politieke belangen? De vraag is pertinent omdat we weten dat politici en partijen steeds hun uiterste best zullen doen om de media in te palmen. Dit is deel gaan uitmaken van hun overlevingsstrategie in de politieke arena. De mandatarissen moeten de nodige bekendheid en populariteit weten te verwerven bij het electoraat. En die kiezers zijn in de praktijk meestal kijkers. Onderzoeken stellen onomwonden dat televisie voor de meeste mensen de belangrijkste, zo niet de enige, informatiebron is over het kiesgebeuren. De politici trekken hier in grote getale de conclusie uit dat hun deelname aan de politieke machtsstrijd zo ongeveer staat of valt met hun optreden op het tv-scherm. De vraag die ze zich meestal niet stellen is of televisie wel zo’n grote invloed uitoefent op de kiesintenties van de kiezer. Ze worden door de media trouwens allesbehalve aangemoedigd om hierover te reflecteren. Is de situatie dezelfde op lagere echelons van het politieke bedrijf? Dit is een vraag die ons geweldig interesseert aangezien we twee kleinschalige tv-stations bestuderen. De huidige directeur van Télé Bruxelles gaf, weliswaar een decennium geleden, toe dat de plaatselijke politici even gevoelig zijn voor de macht van de audiovisuele media als de nationale politici. “Ze oefenen wel degelijk invloed uit, al gebeurt dat dan wel subtiel.”18
3.2. Politieke druk? We stellen een paar prangende vragen. Hieronder ondernemen we een poging om adequate en wetenschappelijk onderbouwde antwoorden te formuleren. Bij de studie van Télé Bruxelles stootten we op heel wat politieke perikelen. Stippen we de afremming van de oprichting van de
229
Steve De Conick-De Boeck
zender door een weerspannige Cultuurminister aan en de blokkering door de PSC van de werknemers met BTK-statuut. Op dit laatste incident volgde zelfs een uitbreiding van het partijpolitiek samengestelde bureau. Na afloop van de regionale verkiezingen wordt de raad van beheer, emanatie van de algemene vergadering, herschikt zodat de samenstelling een reflectie vormt van de meest recente verkiezingsresultaten. Het decreet van 17 juli 1987 schrijft dit uitdrukkelijk voor. Wordt er partijpolitieke druk uitgeoefend op de dagelijkse werking van Télé Bruxelles? Er wordt gezegd dat Michel Jocquet, zelf een overtuigd PS’er, veel politieke druk weet tegen te houden.19 De directeur kan toch niet verijdelen dat de zeven politieke journalisten allen in meer of mindere mate een politiek etiket opgekleefd krijgen. De verdeling is als volgt: twee PS, twee PRL, twee PSC en een FDF.20 De produktiechef wijst erop dat het belang hiervan te verwaarlozen is. Van een echte politisering van de politieke journalisten, naar het voorbeeld van de RTBF, zou geen sprake zijn. Er rijzen dan ook geen problemen wanneer de politieke kaarten geschud zijn na de verkiezingen. Het is echter wel zo dat de journalisten sinds enige tijd worden aangeworven door het bureau van Télé Bruxelles. En dat orgaan is samengesteld op basis van de politieke machtsverhoudingen. Iedere partij heeft zijn mannetje in het bureau. Langs deze weg kunnen wellicht afspraken worden gemaakt over de politieke representativiteit van de politieke redactie. Jacques Raket geeft toe dat de politieke wereld er vooral op uit is een evenwicht te creëren als het gaat om de politieke berichtgeving. De druk is daar ongetwijfeld het grootst. De rest van de redactie wordt minder geviseerd, maar ook daar kunnen we een zeker politiek evenwicht ontwaren. Dat evenwicht is echter natuurlijker dan dat op de politieke redactie. Het is evident dat in een mediabedrijf met 43 werknemers een ideologische verdeling bestaat spontaan neigt naar die in de maatschappij. Een situatie, waarin de helft van de redactie lid zou zijn van pakweg Ecolo, is quasi onmogelijk. Welke invloed heeft de ideologische etikettering van de politieke journalisten op de dagelijkse werking van Télé Bruxelles? Bestaat er bijvoorbeeld een regel die zegt dat enkel een PS’er naar een meeting van de socialistische partij mag worden gestuurd? Of wordt er gewerkt met een ‘bij voorkeur’-regel? We namen de proef op de som en zetten de reportagemakers van Bruxelles Info op papier. De onderzochte uitzendingen zijn identiek aan die van de inhoudsanalyse. We selecteerden de items waarin de mening of het beleid van één partij primeerde. Vervolgens vergeleken we de resultaten met de lijst van politieke etiketten. De lijsten vertonen nauwelijks overeenkomsten. Bij sommige journalisten noteerden we, op grond van het behandelde onderwerp, drie partijen waartoe hij of zij volgens de itemkeuze zou moeten behoren. M.a.w.: een politieke mandataris is absoluut niet zeker dat hij een Télé-Bruxelles-journalist over de vloer zal krijgen met sympathieën voor hetzelfde gedachtengoed. De kans zal ongeveer een op vier zijn. Deze vaststelling wordt bevestigd door Jacques Raket. Er is allereerst een specialisatie per terrein (poli-
230
TV-Brussel en Télé Bruxelles: twee kleine zenders op Brusselse bodem
tiek, sociaal en economisch) en een verdeling volgens thema (bedrijfseconomie, socio-economie,…). Op de tweede plaats komt pas de politieke kleur van de redacteur. Tussen beide bestaat geen direct verband. Soms vallen de interessesfeer en de ideologische oriëntatie van een journalist natuurlijk samen. Filomeno Mascia (PSC) verzorgt bijvoorbeeld de berichtgeving i.v.m. openbaar vervoer en dat terrein valt op dit moment onder de ministeriële bevoegdheid van een christendemocraat. Buiten Télé Bruxelles leeft de idee van een politisering van het journalistenbestand nog verder. Terry Verbiest zegt bijv. dat de redactie van Télé Bruxelles in die mate gepolitiseerd is dat de journalisten moeite hebben om hun (politieke) denkbeelden te onderdrukken in hun bijdragen.21 In het programmaschema van Télé Bruxelles valt Bruxelles Utile op. Dit dagelijks programma bestaat bijna drie jaar en kan een servitude genoemd worden van Télé Bruxelles aan de gewestelijke autoriteiten. De Brusselse overheid financiert de uitzending daadwerkelijk. En wie betaalt, die bepaalt (al was het maar gedeeltelijk). Via een beurtsysteem maakt een kabinet van de Brusselse regering de keuze om een bepaald onderwerp aan te snijden. Zelfs met weinig verbeelding kan je Bruxelles Utile van tijd tot tijd beschrijven als een politieke reclamespot, ingesproken door een mooie vrouwelijke verschijning. Kortom: een saaie politieke boodschap wordt aantrekkelijk verpakt. Télé Bruxelles tekent protest aan tegen deze negatieve voorstelling, maar het is zeer de vraag of Télé Bruxelles ten gepaste tijde kritiek uitoefent op gouvernementele beslissingen over de inhoud van het programma. Het is tevens de vraag of Télé Bruxelles in dat geval niet vaak het onderspit moet delven. De zender drukt ons op het hart dat de vormelijke opties worden genomen door Télé Bruxelles zelf. Indien de rol van het Brusselse tv-station inderdaad beperkt zou zijn tot deze laatste keuzes, dan kan er amper sprake zijn van redactionele onafhankelijkheid. En sinds eind april 1994 wordt Itinéraires tijdelijk gesponsord door het kabinet van Didier Van Eyll, Brussels minister van onder meer architectonisch, archeologisch en natuurlijk erfgoed. De inhoud van het programma wordt vastgelegd in onderling overleg tussen Télé Bruxelles en het kabinet. De Franstalige politieke wereld beperkt de steun aan Télé Bruxelles niet tot het toekennen van subsidies. Zo wordt de toekomstige verhuis van Télé Bruxelles naar een oude tabaksfabriek in Sint-Jans-Molenbeek mogelijk gemaakt door de steun van de Franse Gemeenschap en de COCOF. De Franse Gemeenschapscommissie staat borg voor de kostprijs van de studio’s: 34 miljoen BF. Daarnaast betrekt Télé Bruxelles het huis naast de oude atelier. In die vertrekken worden de bureaus en de administratie ondergebracht. Het huis moet echter bemeubeld worden. Télé Bruxelles sloot een lening van 50 miljoen af om deze operatie mogelijk te maken. De Franse Gemeenschap betaalt de lening elk jaar af. Dit laatste positieve gegeven klinkt al wat negatiever als we de actualiteit volgen. De Franse Gemeenschap wordt steeds meer uitgehold ten voordele van het Waals Gewest. Het is zeer de vraag of de Gemeenschap nog
231
Steve De Conick-De Boeck
veel om het lijf zal hebben binnen een tiental jaar. De afbetaling van de lening is voor Télé Bruxelles dus niet zo’n grote zekerheid. De politiseringsproblematiek is ook het bestuderen waard langs de kant van TV-Brussel. In de fase waarin de erkenningsaanvragen door de Vlaamse regering werden bestudeerd, werd het immers duidelijk dat verschillende politieke partijen in het fenomeen regionale televisie een middel zagen om hun invloedssfeer te verruimen. Ze deden hard hun best om zich zo goed mogelijk te positioneren bij de nog te honoreren erkenningen. Op een CVP-mediastudiedag was deze stelling hoorbaar.22 We vertelden reeds dat TV-Brussel destijds werd geconcipieerd als een Vlaamse strijdzender in Brussel-hoofdstad en dat het station zijn ontstaan vooral te danken heeft aan de weigering van Télé Bruxelles om Nederlandstalige politici voor de camera te brengen tijdens de verkiezingen van 24 november 1991. De beheersorganen van de zender zijn politiek representatief samengesteld. Deze verdeling wordt door de Vlaamse overheid opgelegd. Aanvankelijk leek het de politici voor de wind te gaan: de CVP was in haar nopjes met Guido Cassiman als directeur-hoofdredacteur, SP’er Kris De Vroede werd zakelijk manager, de VLD kon Freddy Neyts aanstellen als voorzitter van de VZW, Agalev kreeg Luckas Vander Taelen als voorzitter van de adviesraad en de VU kon rekenen op Sven Gatz als penningmeester. Daarnaast namen alle partijen nog eens zitjes in de verschillende beheersorganen van de VZW in. Vooral de aanstelling van Cassiman veroorzaakte nogal wat deining. Op 23 december 1992 reageerde Dolf Cauwelier van Agalev bijzonder boos: ‘Uit ingewonnen inlichtingen blijkt dat de raad van bestuur van de kersverse Brusselse regionale tv-zender zich zeer partijpolitiek heeft gedragen. Een aantal bestuurders dat zichzelf ‘CVP-fraktie’ noemt, heeft herhaaldelijk een schorsing van de bespreking geëist om zich intern te kunnen beraden. Die fraktie wou absoluut de benoeming van Cassiman. Er werd door de CVP-fraktieleider zelfs openlijk gezegd dat de raad van bestuur de ‘politieke afspraken’ moest respekteren23’. Luckas Vander Taelen was nog woedender en sprak ronduit van ‘een schande24’. De politieke constructie kraakte in haar voegen toen radiofiguur Guido Cassiman niet kon/wou overkomen van de BRTN. Dit doorkruiste meteen ook de plannen van CVP’er Jos Chabert. Die schreef een vurige brief naar de BRTN-top25 waarin hij refereert aan contacten tussen hem en de leiding van de openbare omroep. De afspraak was volgens hem dat Guido Cassiman statutair verlof zonder wedde zou krijgen van zijn werkgever. In zijn schrijven pleit de politicus nadrukkelijk voor een positieve relatie tussen de BRTN en TV-Brussel. Hij aarzelt niet om de “unieke hoofdstedelijke opdracht” van TV-Brussel (uitstraling van de Vlaamse Gemeenschap naar de Europese en internationale gemeenschappen in de hoofdstad toe) flink in de verf te zetten. ‘Daarom lijkt het me noodzakelijk dat BRTN en vzw TV-Brussel een “protocol” afsluiten precies om deze hoofdstedelijke functie gestalte te geven en een positieve oplossing te vinden voor het bovengenoemde personeelsprobleem’. Chabert houdt
232
TV-Brussel en Télé Bruxelles: twee kleine zenders op Brusselse bodem
de openbare omroep dus voor dat ze een inspanning moet leveren om van TV-Brussel de zender te maken zoals hij — en anderen — die voor ogen hebben. Meer dan pleiten kon de politieke mandataris echter niet. De BRTN ging niet in op zijn wens om de radioman zomaar te laten gaan. Het Cassiman-debâcle ging niet onopgemerkt voorbij. Het voorval werd door enkele mensen binnen de raad van beheer aangegrepen om een einde te stellen aan de politieke benoemingen binnen de zender. Er werd een deskundige headhunter ingeschakeld om een geschikte directeur-hoofdredacteur op te sporen. Hetzelfde gebeurde toen de functie van zakelijk manager eind 1993 vrijkwam. De persoon in kwestie, Else Van Soest, zegt dat de benoeming van directeur Terry Verbiest niet politiek van aard is.26 Wanneer we aan Verbiest voorzichtig suggereren dat hij een CVP-profiel heeft, zegt hij luchtig dat die uitspraak voor onze rekening is.27 Het verhaal dat de nieuwe directeur-hoofdredacteur geen politieke (CVP-)benoeming is lijkt veeleer bevestigd dan ontkend te kunnen worden. Zo reageerde Luckas Vander Taelen, die bij de aanstelling van Cassiman nog dreigde met ontslag, drie maand later zeer opgetogen toen Terry Verbiest de functie kreeg toegewezen: ‘In het verleden was de partijpolitiek niet van de lucht. Als dat deze keer ook zo was geweest, dan was ik opgestapt. Maar men heeft nu professioneel gehandeld en iemand gekozen die iets kent van televisie maken28’. Een week voor de eerste uitzending zei Verbiest nog op te zullen stappen wanneer de politieke druk te groot zou worden.29 Ongeveer een jaar later zegt hij dat de politieke wereld haar beloftes over een onafhankelijke werking heeft gehouden. De directeur geeft wel toe dat de politieke druk in theorie groter is dan de commerciële druk omdat het budget vooral wordt gespijsd door de overheid. Als de politici morgen de geldkraan dichtdraaien, is TV-Brussel waarschijnlijk ten dode opgeschreven. ‘Maar dit betekent nog niet dat we de hele tijd lippendienst bewijzen aan politici30’. Het sterke redactiestatuut en het feit dat de raad van beheer hem unaniem verkoos tot directeur-hoofdredacteur maken dat de politieke druk bij TV-Brussel te verwaarlozen is. ‘Ik heb mij van in het begin onafhankelijk opgesteld en duidelijk laten blijken — ook in interviews — dat men eigenlijk niet eens moet proberen. Ik heb de indruk dat ze die boodschap goed begrepen hebben. (…) Ze weten dat ik niet receptief ben. Ik krijg geen uitnodigingen voor etentjes om te praten over een voorstel van een minister of een gemeenteraadslid. Men probeert het niet eens31’.
Als de politici al opmerkingen over de inhoud van de programma’s formuleren — iets wat ongetwijfeld toch gebeurt — gebeurt dit binnenskamers en op zo’n manier dat de kritiek Verbiest niet bereikt. Zijn uitgesproken houding kan de hoofdreden zijn voor deze situatie. De politieke wereld zal instemmen met deze houding omdat Verbiest een aantrekkelijke zender van TV-Brussel heeft weten te maken.
233
Steve De Conick-De Boeck
3.3. Samenwerking als politiek heet hangijzer Over de moeilijke verhouding tussen TV-Brussel en Télé Bruxelles hadden we het reeds. Ingewijden geven zonder dralen toe dat samenwerking tussen de twee zenders vooral een politiek probleem is. Michel Jocquet zegt dat zijn raad van beheer meent dat beide zenders apart moeten leven en de handen beter niet in elkaar slaan. De directeur hangt het beeld van een weerspannige raad van beheer op, die een samenwerkingsakkoord met TV-Brussel liever kwijt dan rijk is. Wanneer we de samenwerking met TV-Brussel in het kader van Grijps buitenlandse reizen aankaarten, komt Jocquet hierop terug: ‘Monsieur Grijp souhaiterait qu’il y ait plus de collaboration, mais il ne peut que le souhaiter. Il appartient encore à TV-Brussel et Télé Bruxelles de décider de ce qu’ils font et de ce qu’ils ne font pas ensemble. Et cela fait qu’on est dans un paysage politique qui implique que certains choix, même s’ils sont intéressants, ne sont pas toujours réalisables32’. Wij interpreteren deze uitspraak als volgt: de huidige politieke constellatie in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, en bijgevolg ook in de schoot van de raad van beheer van Télé Bruxelles, is van die aard dat de oppositie tegen toenadering tot TVBrussel zeer groot is. Voorzitter Henri Carpentier liet zich als volgt uit over een mogelijke samenwerking met TV-Brussel: ‘Le conseil qui comporte des répresentants de tous les partis francophones était extrêmement circonspect face à cette demande de collaboration. (…) L’aspect culturel de Télé-Bruxelles est important. Nous avons une identité de Bruxellois francophones bien définie. Et cette identité, nous y avons travaillé depuis 5 ans… Politiquement une telle collaboration est impensable33’. Nieuwe politieke verhoudingen en een grotere communautaire rust kunnen, alvast aan de kant van Télé Bruxelles, het dossier uit het slop halen. De negatieve ingesteldheid t.o.v. TV-Brussel heerst niet overal. Alle ondervraagde medewerkers geven grif toe dat de journalisten van Télé Bruxelles veel positiever staan tegenover het Nederlandstalige station, en hun collega’s aldaar, dan de hiërarchische top. Dit is een zeer belangrijke kanttekening.
3.4. Een globaal perspectief Télé Bruxelles heeft zonder enige twijfel een meer uitgesproken politiek karakter dan TV-Brussel. Zowel qua inhoud als qua werking. We illusteren onze stelling met voorbeelden. Uit de historiek van beide zenders maken we op dat er bij Télé Bruxelles vaker expliciete politieke bemoeienissen geweest zijn. Een sprekend voorbeeld is de uitbreiding van het bureau om de PSC over de streep te krijgen inzake de levering van de BTKwerknemers. Het is natuurlijk niet uitgesloten dat onze impressie vooral het gevolg is van het feit dat Télé Bruxelles al een flink stuk ouder is dan TV-Brussel. Dit verhoogt de kans op het vinden van politiek geïnspireer-
234
TV-Brussel en Télé Bruxelles: twee kleine zenders op Brusselse bodem
de beslissingen bij de TVC. Zo heeft Télé Bruxelles al verscheidene verkiezingsperiodes meegemaakt en TV-Brussel slechts één enkele. Het is meestal op zulke momenten dat politici oneerbare voorstellen formuleren om hun (her)verkiezing veilig te stellen. Onze redenering moet hier terdege rekening mee houden. We mogen ook de uiterst politieke start van TV-Brussel niet vergeten. Zo is er de basisnota over regionale televisie in Brussel van de hand van de ministers Chabert en Grijp, waarvan de inhoud als een rode draad doorheen het redactiestatuut en het programmaschema van TV-Brussel loopt. Er is ook de uitzonderingspositie van de Vlaams-Brusselse zender, die via een MB en via een dotatie van 70 miljoen is geformaliseerd. We herinneren ook aan het concept van “TV-Brussel als Vlaamse strijdzender in Brussel”. Een ander element is dat Jos Chabert persoonlijk pogingen heeft ondernomen om een BRTN-beslissing te herzien. Bovenal zijn er de veel besproken politieke benoemingen van Guido Cassiman en Kris De Vroede. Kortom: de politieke partijen hebben hun best gedaan om TVBrussel in de door hen gewenste richting te laten evolueren. Onze indruk van een meer politieke Télé Bruxelles is gebaseerd op de periode na het Cassiman-debâcle bij TV-Brussel. Toen duidelijk werd dat de openbare omroep voet bij stuk zou houden en de man geen onbetaald verlof zou toestaan, gingen er stemmen op om een einde te maken aan de partijpolitieke topbenoemingen. De partijkaart mocht niet langer primeren en de bekwaamheid van de kandidaat moest het doorslaggevende recruteringscriterium worden. Uiteindelijk werd Terry Verbiest, een figuur die voor alle partijen aanvaardbaar is, directeur-hoofdredacteur van TV-Brussel. We durven gewag maken van een depolitiserende trend inzake benoemingen bij de Vlaamse zender. De omgekeerde beweging bespeuren we bij Télé Bruxelles. Daar heeft het politieke bureau zijn greep op de recrutering van de politieke journalisten verstevigd ten nadele van hoofdredacteur Michel Jocquet. Bij TV-Brussel voert de directeur nog steeds het hoge woord. We zien er tevens de tussenkomst van een headhunter, die de vaste medewerkers vooraf psychologisch screent. De uiteindelijke beslissing wordt natuurlijk wel genomen door de gepolitiseerde raad van beheer. We kunnen enkel gissen naar wat er achter gesloten deuren gebeurd. We hebben wel enig idee: Luckas Vander Taelen, voorzitter van de adviesraad, zegt dat er van partijpolitiek geen sprake is geweest bij de benoeming van Verbiest. Bij de aanstelling van Cassiman zei hij, in zeer felle bewoordingen, net het omgekeerde. We kunnen goeddeels aannemen dat er een grote kern van waarheid schuilt in het verhaal van een (naar de buitenwereld toe) politiek kleurloze Terry Verbiest. Bij Télé Bruxelles is dat wel anders. Michel Jocquet is nu tien jaar onafgebroken directeur en behoort tot de socialistische familie. Hij staat tevens aan het hoofd van de redactie. Bij de zeven politieke journalisten zien we het fenomeen van de politieke etikettering opduiken. We nemen, op vraag van onze contactpersonen, het woord politisering niet in de mond. We weten dat er een evenwicht bestaat tussen de ideologische
235
Steve De Conick-De Boeck
overtuiging van de zeven personen. Hun aanwerving door het bureau kan dit verklaren. De vraag is natuurlijk of de politieke etikettering doorsijpelt naar de berichtgeving. Naar een globaal partijpolitiek ‘evenwicht’ in de berichtgeving wordt in ieder geval gestreefd. De socialistische fractie moet het vaakst aan bod komen, vervolgens de PRL, enz.
3.5. Revelerende bevindingen Uit het inhoudsanalytisch onderzoek blijkt onomwonden dat politieke thema’s vaker aan bod komen op het scherm van Télé Bruxelles. We nemen het bezoek van de Amerikaanse president Clinton aan ons land als voorbeeld. TV-Brussel besteedde ruim aandacht aan de reacties van het publiek, de veiligheidsaspecten en het doen en laten van het staatshoofd op Belgisch-Brusselse bodem. Télé Bruxelles ging hiernaast ook in op de politieke aspecten van het bezoek zoals de NAVO-top, Joegoslavië en het Oostblok. TV-Brussel vindt van zichzelf dat ze genoeg politieke thema’s brengen. ‘Politiek gaan we nooit uit de weg, maar wel de politique politicienne. Daar neem ik uitdrukkelijk afstand van. Het is verkeerd om een politicus aan het woord te laten omdat hij een persconferentie heeft gehouden. Dat vind ik geen goed idee. Hij moet iets te vertellen hebben34’.
Verder stelden we vast dat Bruxelles Info meer politieke o-toon heeft. Dit wil zeggen dat er vaker mensen aan het woord worden gelaten over politieke onderwerpen. Die personen zijn ook, vaker dan bij TV-Brussel, politieke mandatarissen. Om geen verwarring te zaaien, voegen we eraan toe dat we het begrip ‘politieke mandataris’ zeer strikt hebben geïnterpreteerd. Een vakbondsleider mag dan wel aan politiek doen, maar we brachten dat niet in rekening. Enkel mensen, die zich daadwerkelijk ten dienste stellen van een politieke partij (geen drukkingsgroep) komen in aanmerking. In concreto gaat het meestal om schepenen en leden van parlementen (= nationaal parlement en de verschillende raden). Het resultaat is:
236
TV-Brussel en Télé Bruxelles: twee kleine zenders op Brusselse bodem
Grafiek 4 – Politieke mandatarissen bij politieke o-toon
Onder de (politieke) geïnterviewden bevinden er zich duidelijk meer politieke mandatarissen bij de Franstalige zender (33.6 t.o.v. 22.2%). Meer mensen dragen er een duidelijke partijpolitieke kleur. Tot welke partij behoren ze dan?
Grafiek 5 – De ‘kleur’ van de geïntervieuwde politieke mandatarissen
Een verdere analyse35 levert een verrassend resultaat op. Als we de politieke familie van de geïnterviewden checken, stellen we vast dat de bekomen lijst een copie is van de zetelverdeling in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad! Er zit dus veel waarheid in de soms geponeerde stelling dat Télé Bruxelles rijker is aan politieke ‘talking heads’ en gezagstrouwer is dan TV-Brussel. In een filosofische bui vertaalt de redactiesecretaris van de TVC dit als volgt:
237
Steve De Conick-De Boeck ‘C’est peut-être une question de culture. On est peut-être moins proche des gens et beaucoup plus institutionnel, beaucoup plus politique. La rédaction préférerait avoir le temps et l’occasion de rencontrer beaucoup plus les gens. Mais la politique est tellement importante dans cette Région …36’.
We lieten vanzelfsprekend niet na om de zenderverantwoordelijken te laten reageren op onze bevindingen. Bij TV-Brussel wordt het volgende gezegd: ‘Waarschijnlijk hou je bij de politieke mandatarissen onbewust rekening met een zeker evenwicht. Maar het is voor mij geen doorslaggevend argument37’. Dat evenwicht is er wellicht een op lange termijn. Bij Télé Bruxelles krijgen we te horen dat de grote partijen de actualiteit maken en dat dit hun groter aandeel in de o-toon afdoende verklaart en rechtvaardigt. De produktiechef was zelfs verrukt toen hij de lijst onder ogen kreeg. Hij is blij met de voorliggende verdeling omdat het Télé Bruxelles de broodnodige autonomie zou verschaffen! Wanneer we vervolgens het bestaan van een band tussen de onderzoeksresultaten en de politieke etikettering van de politieke journalisten suggereren, krijgen we tegenwind. De twee zouden los van elkaar staan. Wel wordt toegegeven dat de politieke partijen het nieuws van Télé Bruxelles met argusogen volgen. Als de PS bijvoorbeeld vindt dat ze te weinig aan bod komt in een dossier, is dat gegarandeerd een van de gespreksonderwerpen op de volgende vergadering van de raad van beheer. Michel Jocquet kent de politieke gevoeligheden en waakt over het evenwicht. Dit wil zeggen: meer aandacht voor de grote dan voor de kleine partijen.38 TV-Brussel is ook niet vrij van politieke druk op de programmatie. De suggesties uit de basisnota zijn, zoals Chabert op de openingsavond trots zei, terug te vinden in het zendschema. De uitzendingen zelf zijn echter weinig politiek getint. Enkel in de talkshow Brusselse Bravoure zitten politici soms op de praatstoel. Maar hier komt elke partij aan bod. De politieke wereld deed wel veel inspanningen om van TV-Brussel een zender te maken die dagelijks zou uitpakken met niet minder dan 60 minuten verse televisie. TV-Brussel is een prestigeproject, een audiovisueel paradepaardje van de Brusselse Vlamingen. Een reductie tot drie kwartier was echter nodig om budgettaire redenen. Politieke wensen alleen brengen geen geld in het laadje. Een overeenkomst tussen TV-Brussel en Télé Bruxelles is dat de beheersorganen voldoen aan de voorgeschreven representativiteitsvereiste. De verhoudingen in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad fungeren als uitgangspunt. Dit maakt de CVP tot de meest prominente partij bij TV-Brussel. Bij Télé Bruxelles wordt diezelfde rol vervuld door de PS. Een belangrijk gegeven is dat de Franse Gemeenschap en de COCOF de verhuis van Télé Bruxelles naar Sint-Jans-Molenbeek financieel aanzienlijk steunen. Dit kan de afhankelijkheid van de broodheren alleen vergroten. Voor wat, hoort wat. Tenslotte vonden we dat de aandacht van TV-Brussel evenredig verdeeld is over de Franstalige en de Nederlandstalige partijen. Het is op de kop af een 50/50-verdeling. De toestand is danig anders langs de kant
238
TV-Brussel en Télé Bruxelles: twee kleine zenders op Brusselse bodem
van Télé Bruxelles. Daar zien we een scheeftrekking van 13.3% Vlaamse en maar liefst 86.7% Waalse partijen. Aan deze constatatie kleeft een communautair tintje. In de volgende passage concentreren we ons volledig op de boeiende materie van de spanningen tussen de Vlaamse en de Franse Gemeenschap.
4.
Het communautaire vraagstuk
In dit laatste onderdeel behandelen we allereerst een opeenvolging van gebeurtenissen die voor een verhoogde spanning heeft gezorgd tussen de twee Gemeenschappen en tussen TV-Brussel en Télé Bruxelles. De impact van het communautaire dossier op het televisiescherm is het volgende gespreksonderwerp.
4.1. De faciliteitenkwestie We mogen niet voorbijgaan aan een (politiek) incident dat de relaties tussen TV-Brussel en Télé Bruxelles veeleer slecht dan goed heeft gedaan: de reeds lang aanslepende faciliteitenkwestie. Télé Bruxelles gedraagt zich veeleer naar de geest van de Franstalige decreten op kleinschalige televisie (met een vrij grote vrijheid inzake de afbakening van de zendgebieden) dan naar de strikte Nederlandstalige bepalingen (elf zendgebieden die op zeer rigide wijze vastgelegd zijn). Concreet resulteerde dit jarenlang in de diffusie van de uitzendingen van de Brusselse TVC in de vier faciliteitengemeenten Wemmel, Drogenbos, Kraainem en Wezembeek-Oppem.39 Dit was al lang een doorn in het oog van de Vlaamse Cultuurminister Hugo Weckx. Die zorgde voor een communautaire rel door het Vlaamse Kabeldecreet strikt te willen toepassen en het verzorgingsgebied van Télé Bruxelles zo te willen beperken tot het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.40 De juridische bezwaren werden overgemaakt aan de betrokken kabelmaatschappijen, Coditel (in Wemmel en Drogenbos) en Iverlec (in Kraainem en Wezembeek-Oppem). Als er een aanvraag zou komen, dan wilde de minister het wederkerigheidsprincipe toepassen: Canal+ zou in Vlaanderen op de kabel mogen als Filmnet werd toegelaten op Waalse bodem. Verder zou de toelating van Télé Bruxelles afhankelijk gemaakt worden van het opstarten van TV-Brussel. Vooral de aanmaning van Weckx t.o.v. Coditel deed in februari-maart 1993 veel stof opwaaien langs Franstalige kant.41 De Brusselse PS sprak van een ‘profond mépris de l’Exécutif flamand’ t.o.v. de francofonen in de periferie, de persvrijheid en de federale loyauteit. Serge Moureaux noemde de beslissing ronduit een schande. Georges Clerfayt, voorzitter van het FDF, ontwaarde een echte trend: Vlaanderen evolueerde volgens hem naar een staat die ‘intolérant, non démocratique, nationaliste et anti-européen’ zou zijn. De Brusselse PRL maakte, bij monde van Jacques
239
Steve De Conick-De Boeck
Simonet, gewag van een ‘intolérance culturelle et linguistique’. De PSC, en meer precies Magdeleine Willame, reageerde in dezelfde zin. Intolerantie was ook het sleutelwoord in de kritiek van Ecolo. De Franstalige partijen én de pers42 pakten Weckx zwaar aan. Het grof geschut werd bovengehaald om Télé Bruxelles in de faciliteitengemeenten te kunnen behouden. Het FDF riep de benadeelde kijkers op om naar de Europese Commissie te stappen. Het Kabeldecreet, en de aanwending ervan om Télé Bruxelles (en Canal+43) van de kabel te verwijderen op Vlaamse bodem, werd door het FDF voorgesteld als een aantasting van het vrij verkeer van goederen en diensten enerzijds en de richtlijn “Televisie zonder grenzen” anderzijds. Weckx verdedigde zijn beslissing door te zeggen dat hij enkel de naleving van een bestaand decreet wou afdwingen, na vele jaren van illegale transmissie. Zijn criticasters wees hij op het feit dat RTL-TVi op de Vlaamse kabel zit, terwijl Wallonië weigerde VTM binnen te laten. Hierna luwde de storm … om in september 1993 opnieuw in alle hevigheid los te barsten. Op 15 september 1993 staakte Coditel de uitzendingen van Télé Bruxelles in Wemmel en Drogenbos. De kabelmaatschappij zei in te gaan op de vraag van de Vlaamse Gemeenschap (gedateerd op 4 februari 1993) om zich te schikken naar de regelgeving en Télé Bruxelles enkel door te stralen in de 19 gemeenten van het Brussels Gewest. Télé Bruxelles kreeg in 1990 al verbod beelden door te stralen in de Vlaamse randgemeenten rond Brussel. Die beslissing werd toen door de RTT aan de betrokken kabelmaatschappij meegedeeld. Blijkbaar zonder enig resultaat. Weckx nam de beslissing om kordaat in te grijpen op een moment dat tot nadenken stemt. Geeft de verhoging van de druk op Coditel rond 15 september 1993 geen blijk van een slechte timing van de minister? Op die dag kwam TV-Brussel immers uit de startblokken. Kon Weckx niet vermoeden dat bepaalde francofonen deze politieke beslissing zouden aangrijpen om te spreken van een ongehoorde discriminatie t.a.v. Franstalige tv-stations? Télé Bruxelles bleef niet lang bij de pakken neerzitten en pakte Weckx flink aan in enkele nieuwsbijdragen. De zender liet ook een enquête uitvoeren door Dimarso in de zes faciliteitengemeenten.44 75% van de inwoners, dat Télé Bruxelles kent, zei niet opgetogen te zijn over de beslissing van de Vlaamse regering. 52% van de Franstaligen zei het kanaal van Télé Bruxelles geprogrammeerd te hebben. Bij Nederlandstaligen was dat 17%. Hiernaast werd berekend dat 40% van de inwoners van de periferie Télé Bruxelles soms bekeek (56% Franstaligen en 17% Nederlandstaligen). 30% van de Franstaligen zei Télé Bruxelles minstens vijf keer per week te bekijken en 33% zou dit een tot twee keer per week doen. De cijfers voor het Nederlandstalige publiek waren respectievelijk 7 en 43%. Alles samengeteld zou Télé Bruxelles in de zes gemeenten van de periferie kunnen buigen op een vast kijkerspotentieel van 25%. Weckx maakte het die mensen nu onmogelijk om “hun” station te bekijken.
240
TV-Brussel en Télé Bruxelles: twee kleine zenders op Brusselse bodem
De druk steeg nog toen ook Iverlec door de knieën ging. Op 8 november 1993 werd Télé Bruxelles van het scherm gehaald in Kraainem en Wezembeek-Oppem. Een dag later verklaarde de Franstalige cultuurminister, Eric Thomas, op Télé Bruxelles dat hij zich niet zou verzetten indien de RTBF de programma’s van de Brusselse zender zou doorstralen via haar kanalen. De overname van het weekoverzicht van TV-Brussel op de BRTN werd aangehaald als precedent. De zaak zorgde nog voor een opgemerkte interpellatie van ministervoorzitter Charles Picqué door Serge Moureaux (PS), op 30 november 1993 in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad. In zijn toespraak schoof ook hij een slechte timing naar voren (vijf dagen voor de uitzending van het weekoverzicht van TV-Brussel op de BRTN). ‘De geprikkeldheid was des te groter naarmate twee gelijktijdige berichten tot verbazing leidden. Inderdaad, op het ogenblik dat men de kabel afsneed ontstond een mechanisme dat de inwoners van de rand in staat stelde TV-Brussel via de BRTN te ontvangen. TV-Brussel ziet zijn aantal kijkers dus toenemen op het ogenblik dat Télé-Bruxelles, daarentegen, vaststelt dat zijn publiek wordt beperkt45’. De timing van de minster werd ook gehekeld door Magdeleine Willame-Boonen (PSC): ‘Wettelijk gezien heeft minister Weckx alleen maar de wet toegepast. Maar waarom in 1993, terwijl het decreet al in 1991 werd goedgekeurd? Dit gaat niet op46’. Met veel overdrijving stelde Jean-Pierre Cornélissen (FDF) vast: ‘TV-Brussel wordt in heel Vlaanderen uitgezonden op het ogenblik dat Kraainem en Wemmel Télé-Bruxelles niet langer kunnen ontvangen47’. In werkelijkheid werd enkel het weekoverzicht overgenomen door de openbare omroep. Halen we tenslotte de woorden van een Vlaams raadslid aan. Walter Vandenbossche (CVP) kaatste de bal op juridische wijze terug wanneer hij zei: ‘In de Vlaamse Raad werd aan minister Weckx een parlementaire vraag gesteld over Télé-Bruxelles. Men vroeg hem of die zender een erkenning had gevraagd voor Brussel-Halle-Vilvoorde, of hij dat had gedaan op de wijze bepaald in het decreet op de regionale televisie en hoe het dossier werd afgehandeld. Het antwoord luidde dat er helemaal geen aanvraag werd ingediend. Wordt hier dan gepleit voor illegaliteit?48’. Samenwerking tussen RTBF en Télé Bruxelles kan voor hem wel door de beugel als de uitzendingen van Télé Bruxelles een onderdeel vormen van de globale programmatie. De beperking van het zendgebied van Télé Bruxelles tot dat van TV-Brussel wordt uitgesproken negatief ervaren door de Franstalige zender: ‘Je trouve qu’il est dommage que des gens, qui sont les Bruxellois d’à côté, ne puissent pas avoir d’informations sur Bruxelles. Parce que de toute manière c’est à Bruxelles qu’ils vont manger, c’est à Bruxelles qu’ils vont au théatre, c’est à Bruxelles qu’ils vont au cinéma, c’est à Bruxelles qu’ils vont travailler. Et je trouve que la position politique flamande est une position autoritaire, arbitraire et peu démocratique49’.
241
Steve De Conick-De Boeck
Michel Jocquet ontkent dat de hele kwestie invloed heeft gehad op de verhoudingen met de mensen van TV-Brussel. Magdeleine Willame, hoofd van de PSC-fractie in de COCOF én lid van de raad van beheer van Télé Bruxelles, vroeg na het incident van februari 1993 nochtans dat de raad van beheer dringend bij elkaar zou komen ‘pour envisager les mesures juridiques à prendre et revoir éventuellement le principe de la collaboration avec la future TV-Brussel50’. De raad van beheer geeft dus blijk van een politieke stellingname die de spanningen tussen de twee grote taalgemeenschappen als basis heeft. Een vraag die op ieders lippen moet branden is: onder welke vorm treffen we het communautaire vraagstuk aan in het programmaschema en de nieuwsinhoud van de twee Brusselse tv-zenders?
4.2. Op het scherm Sinds 7 mei 1994 zendt de RTBF op zaterdagmiddag een door Télé Bruxelles samengesteld programma uit van 30 minuten: Vivre à Bruxelles. De uitzending is expliciet gericht tot de inwoners van de periferie! De achterliggende bedoeling is de Franstaligen uit de Brusselse rand te bereiken via de nationale openbare omroep om zo het veto van de Vlaamse regering te ontwijken. Dit is volledig legaal. De BRTN begon trouwens al een half jaar veeleer met de (her)uitzending van het weekoverzicht van TV-Brussel. De nauwgezette analyse van de journaals van TV-Brussel en Télé Bruxelles brengt nog een aantal uiterst relevante supplementaire vaststellingen naar voor. We onderzochten onder meer ‘de plaats van herkomst’ van een nieuwsitem. Hierbij stellen we vast dat op TV-Brussel drie Belgische plaatsen niet voorkomen. De meest opvallende is de periferie. Bij Télé Bruxelles komen de faciliteitengemeenten wel voor.51 De aandacht van Télé Bruxelles voor de periferie wordt verklaard door het feit dat Brusselaars nu eenmaal spreken over belangrijke gebeurtenissen in gemeenten als Wezembeek-Oppem. Het is dan wel geen Brusselse gemeente, maar aangezien het de bevolking in de hoofdstad bezighoudt, maakt de TVC er ruimte voor. Bovendien is de aandacht voor de periferie een stokpaardje van de raad van beheer.52 TV-Brussel aanziet de faciliteitengemeenten als deel van het werkterrein van Vlaamse regionale tv’s. De taal die in de nieuwsuitzendingen gebruikt wordt, is zonder enige twijfel een belangrijk element in het communautaire luik van het onderzoek. Cijfers spreken niet vaak boekdelen, maar hier hebben we toch gegevens in handen die wél in die richting wijzen.
242
TV-Brussel en Télé Bruxelles: twee kleine zenders op Brusselse bodem
Grafiek 6 – Talen op TV-Brueel en Télé Bruxelles
Op TV-Brussel is in 88.2% van de gevallen Nederlands te horen. Frans is de aanvoerder onder de andere talen (10.1%). Télé Bruxelles is een haast exclusief Franstalige zender. De taal van Voltaire scoort er niet minder dan 99%. Andere talen rijven er een schamele 1% binnen. Nederlands zit er niet bij. Als we de resultaten van onze inhoudsanalyse veralgemenen, kunnen we zeggen dat de kans om Nederlands te horen op Bruxelles Info vrijwel nihil is. We merken nog op dat de twee niet-Franse talen op de zender Engels en Chinees zijn. De eerste taal was te horen tijdens filmfragmenten en het Chinese (grappige) stukje duurde slechts twee seconden en werd voorafgegaan door de Franse vertaling. De produktiechef zegt de indruk te hebben dat tot op heden niemand geweigerd heeft om Télé Bruxelles te woord te staan in het Frans.53 Als hoofdreden voor het totale gebrek aan taaldiversiteit wordt bij de Franstalige zender trouwens steevast gewezen op het feit dat ondertiteling enkel kan gebeuren op een tijdrovende en totaal achterhaalde wijze. Totnogtoe was ondertiteling niet primordiaal genoeg om investeringen te doen. In theorie moeten we onze vaststellingen herroepen wanneer het hoofdkwartier van Télé Bruxelles wordt overgeheveld naar Sint-Jans-Molenbeek. Daar zal alle professionele apparatuur voorradig zijn om reportages vlot te ondertitelen. Feit is dat de trends nog worden geaccentueerd wanneer we de weekoverzichten bekijken. Télé Bruxelles is dan voor de volle 100% Frans terwijl de niet-Nederlandse talen bij TV-Brussel stijgen naar 20.7% (Frans is hierbinnen goed voor 17.1%). De Franse taal is de kijker van het TVBrussel-nieuws dus niet vreemd. De zender heeft weinig moeite om Franstaligen aan het woord te laten. ‘We werken niet vanuit een taalfanatisme. We laten in onze uitzendingen veel Franstaligen aan het woord. Wat overigens een groot verschil is met
243
Steve De Conick-De Boeck de broeders van Télé Bruxelles. Bij ons bestaat er geen afkeer van Franstaligen. We werken perfect samen met hen. Iedereen moet aan bod kunnen komen 54’.
Overigens blijkt dat meer Franstalige politieke mandatarissen in Brussel de Nederlandse taal kunnen spreken dan velen vroeger dachten. Sinds de komst van TV-Brussel doen velen onder hen hun uiterste best om zich in de andere landstaal uit te drukken. Ze weten dat dit goed overkomt bij het publiek van een Nederlandstalig station. ‘Hieruit blijkt dat een zender als TV-Brussel echt nuttig is55’. Het is realistisch als we zeggen dat vele Franstalige politici TV-Brussel niet zullen negeren bij pogingen om hun electoraat te bestendigen of uit te breiden. Ook onder de kijkers van de regionale televisie bevinden zich potentiële kiezers. Scoren op Télé Bruxelles én TV-Brussel wordt het doel van de Brusselse politici. Een politicus die zich van het Nederlands is gaan bedienen, is Didier Gosuin van het FDF (!). Iemand die TV-Brussel altijd in het Nederlands te woord staat, is de Brusselse minister-president Charles Picqué. Van tijd tot tijd zal de journalist worden geconfronteerd met Franstaligen die zich uiterst slecht uitdrukken in onze taal. Op zo’n moment raadt Terry Verbiest de reporter aan om de vragen in het Nederlands te stellen. De geïnterviewde kan dan antwoorden in het Frans. Télé Bruxelles bezit geen programma waarin het station zich specifiek richt tot de EG-burgers in Brussel. Een variant op TV-Brussels The Bridge ontbreekt in het Franstalige zendschema. Waarom? ‘Toutes nos émissions concernent les citoyens européens. Et ne me dit pas qu’ils ne parlent pas le français. Parce que ce n’est pas vrai. C’est pas franchement nécessaire de le faire en espagnol ou en anglais. Puisqu’ils parlent le français! Donc s’ils ont envie de savoir ce qui se passe dans la ville où ils vivent, ils peuvent regarder Télé Bruxelles. C’est aussi l’intégration56’.
Dit geeft goed aan dat Télé Bruxelles bewust een exclusief Franstalige zender is. Frans fungeert als enige voertaal omdat het zo wijd verspreid is. Hierboven behandelen we de thematiek in de journaals in een kort bestek. We vertelden nog niet dat reportages over ‘communautaire knelpunten’ vaker te zien zijn bij TV-Brussel. De minderheidspositie van de Vlamingen in Brussel vormt waarschijnlijk de hoofdoorzaak voor deze vaststelling. ‘Vlamingen zijn er met recht en reden gevoelig aan57’. Bij Télé Bruxelles brengt men hier alle begrip voor op. TV-Brussel hanteert geen regel die zegt dat de communautaire vraagstukken, in naam van de gepredikte pacificatie tussen Vlamingen en Walen na het Sint-Michielsakkoord, geen televisiezendtijd meer mogen krijgen. Als er belangrijk nieuws te rapen valt op het communautaire front, wordt die kans gegrepen. De vrede tussen de twee grote taalgemeenschappen in Brussel mag
244
TV-Brussel en Télé Bruxelles: twee kleine zenders op Brusselse bodem
niet leiden tot het in de doofpot steken van bepaalde wantoestanden in de Vlaams-Waalse verhoudingen (Vlaamsonvriendelijke OCMW’s bijv.). Bij beide zenders komt ‘politiek van het beleid’ vaker voor dan ‘politiek van de politiek’.58 Vooral TV-Brussel schenkt heel wat meer aandacht aan het eerste thema. Bij de twee communautaire categorieën zien we echter een verschil tussen beide zenders. Bij TV-Brussel krijgt het beleid voorrang op de politiek, maar bij Télé Bruxelles wipt ‘politiek van de politiek’ nipt over ‘politiek van het beleid’. De Brusselse TVC stelt zich dus anders op wanneer ze communautaire vraagstukken behandelt. In dat geval heeft ze het veeleer over de politiek dan over het beleid. Zo merkten we op dat vele reportages in dit verband de faciliteitenkwestie aan bod laten komen. Télé Bruxelles wijdt vaak uit over de moeilijkheden die Franstalige partijen ondervinden bij het aanvaarden van de juridische realiteit dat francofonen zich in gemeenten als Kraainem of Wezembeek-Oppem bevinden op Vlaamse bodem en er alleen een beroep kunnen doen op faciliteiten. Bij TV-Brussel is dit zelden aan de orde. Alle conclusies uit dit artikel doen ons besluiten dat TV-Brussel een echt tv-station is van de Vlaamse Gemeenschap en mutatis mutandis dat Télé Bruxelles een tv-zender is van de Franse Gemeenschap. Dit is niet zo maar een citaat uit het Belgisch Staatsblad. De conclusie wijst op een verwantschap aan respectievelijk de Vlaams-Nederlandstalige en de Franstalige cultuur, tradities en gevoeligheden. Zo is Télé Bruxelles andere talen dan het Frans liever kwijt dan rijk. Bij TV-Brussel gaat het nieuws zelden voorbij zonder het horen van een andere taal dan het Nederlands. Vreemde talen worden gedubt bij Télé Bruxelles en ondertiteld bij TV-Brussel. Het gebruik van muziek als auditieve component is meer in zwang bij Télé Bruxelles. De openbare omroep van de Franse Gemeenschap maakt dezelfde keuze. Onderwerpen worden er vaker geaccentueerd door muziek dan bij de BRTN. Langs Vlaamse kant wordt dit procédé veeleer als storend en nodeloos afleidend beschouwd. Muziek hoort er thuis in magazines, niet in het journaal. Kunst en cultuur (voornamelijk in de meer traditionele, elitaire betekenis) is een geliefkoosd thema van Télé Bruxelles. Dit is een typisch trekje van de Franse Gemeenschap. In het zuiden van het land heeft het socialisme vaste voet aan de grond. Hetzelfde kan niet in dezelfde mate worden gezegd langs Vlaamse zijde, waar de christendemocratie nog steeds sterker staat. Socialisme en syndicale traditie gaan hand in hand. In de berichtgeving merken we een substantieel verschil inzake de aanwezigheid van vakbonden. Ze komen als actoren vaker aan bod bij Télé Bruxelles. Hetzelfde kan gezegd worden van werknemers. De analyse van het TV-Brussel-nieuws laat dan weer een verhoogde aandacht voor communautaire conflicten zien. Michel Jocquet noemt dit ‘flamand flamand’. De Vlaamse publieke opinie is blijkbaar gevoeliger voor het communautaire vraagstuk. In Brussel moeten we bovendien rekening houden met het feit dat de Vlamingen een minderheid vormen.
245
Steve De Conick-De Boeck
De taalregeling in de zes faciliteitengemeenten is vaker onderwerp van discussie bij Télé Bruxelles. Dit heeft zijn weerslag op de plaats waar het nieuws wordt geraapt: de TVC heeft oog voor gebeurtenissen in de periferie. De zender wil hiermee de sociaal-economische band tussen de Brusselse rand en de hoofdstad in de verf zetten. TV-Brussel houdt zich strikter aan het verzorgingsgebied van de 19 gemeenten. Inzake vorm en presentatie springt de overeenstemming tussen TV-Brussel en de Vlaamse omroepen BRTN en VTM enerzijds, en tussen Télé Bruxelles en de Franstalige omroepen RTBF en RTL-TVi anderzijds, in het oog. We zien duidelijk parallellen m.b.t. de voorstelling van de hoofdpunten, de display van het logo, de vermelding van de naam van de maker(s) van een reportage en de losse presentatiestijl van de Franstaligen t.o.v. de meer bezadigde Vlaamse manier van presenteren. De analyse van de ten tonele gevoerde actoren wijst op een onmiskenbare terugplooiing op de eigen Gemeenschap. De Franse Gemeenschap krijgt nauwelijks zendtijd op TV-Brussel en omgekeerd figureert de Vlaamse Gemeenschap haast nooit in het nieuws van Télé Bruxelles. De federalisering van België is (al jaren) een feit op audiovisueel vlak.
5.
Besluit
TV-Brussel en Télé Bruxelles zijn twee kleinschalige tv-stations die beide opereren op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ze hebben hetzelfde geboortejaar noch hetzelfde levensverhaal. Hun nieuwsuitzendingen zijn ook allesbehalve identiek. Actoren die opvallend meer voorkomen op Télé Bruxelles zijn vakbonden, arbeiders/werknemers en de instellingen van de Europese Gemeenschap. De gewone burgers staan dan weer vaker in het middelpunt van de belangstelling bij TV-Brussel. De Franstalige zender verkiest blijkbaar een meer collectieve en gemeenschapsgerichte aanpak, die makkelijk te rijmen valt met de socialistische ideologie. TV-Brussel kiest bewust voor een meer gepersonaliseerde aanpak die spontaan doet denken aan VTM. De link met dit laatste station wordt evident bij de analyse van de thematiek. In dit opzicht heeft Télé Bruxelles een zwakker commercieel profiel. Het thema ‘kunst en cultuur’ doet het op de TVC beter dan bij TV-Brussel. Een vaststelling die andere auteurs reeds formuleerden bij studies van het RTBFnieuws. In de marge herhalen we dat het thema door Télé Bruxelles traditioneel en elitair wordt gedefinieerd. Kunst en cultuur betekenen er theater, tentoonstellingen, enz. De meer recente visie op het fenomeen, waarbij kunst en cultuur ook staat voor folklore en levenswijzen, wordt vooral gedeeld door TV-Brussel. We stonden uitvoerig stil bij de partijpolitiek in en rond de twee zenders. De politieke belangen zijn voor 100% in het geding bij de samenstelling van de raad van beheer van beide omroepen. Die gebeurt op basis van de zetelverdeling in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad. Dit
246
TV-Brussel en Télé Bruxelles: twee kleine zenders op Brusselse bodem
maakt van de raad van beheer een volledig gepolitiseerd orgaan. Bij Télé Bruxelles is de PS de machtigste partij en langs de kant van TV-Brussel is dat logischerwijs de CVP. Het is zeer de vraag of het hier gaat om een uitdijend fenomeen naar de onderste hiërarchische niveaus toe of dat het beperkt blijft tot de directie. Bij Télé Bruxelles is de directeur een onbetwiste socialist. Bij TV-Brussel was die functie aanvankelijk toegewezen aan de christendemocraat Cassiman. Thans is Terry Verbiest, iemand met een wazig politiek profiel, directeur bij TV-Brussel. Het lijkt er dus op dat de politieke belangen al na enkele maanden aan macht hebben ingeboet bij de Vlaamse zender. De socialist Kris De Vroede, ex-zakelijk manager, gaf de fakkel na enkele maanden door aan Yolande Kaulen, die openlijk liberaal is. Het punt is dat de nieuwe manager duidelijk niet kost wat kost diende te behoren tot de ideologische familie waar De Vroede toe behoorde. Bij Télé Bruxelles zien we de laatste jaren een omgekeerde trend. Het gepolitiseerde bureau is er zich namelijk gaan ontfermen over de recrutering van de politieke journalisten. Dit wordt concreet vertaald in een politiek evenwicht op de niet-culturele redactie. Als men het bij Télé Bruxelles uitdrukkelijk geen politisering wil noemen, spreken wij maar van ‘politieke etikettering’. Langs de kant van TV-Brussel is van een dergelijke ideologische verdeling op redactioneel niveau geen sprake. En mocht dat ooit zo blijken te zijn, dan zal het een natuurlijk en geen gecreëerd evenwicht zijn. De politieke incidenten zijn trouwens nooit weg geweest bij de TVC. Bij TV-Brussel is het nog te vroeg om op dit punt victorie te kraaien. De zender heeft slechts één belangrijke verkiezingsperiode achter de rug. Onze aandacht werd verder getrokken door eventuele politieke druk op de programmatie van de zenders. Welke sporen laat die na op het scherm? Bij TV-Brussel springt Brusselse Bravoure in het oog. In deze talkshow zal na afloop van een jaar hoogstwaarschijnlijk elke politieke partij een aanhanger op de praatstoel hebben gehad. Hier wordt m.a.w. geen enkele politieke fractie (behalve het Vlaams Blok dan) uitgesloten. Bij Télé Bruxelles vallen Bruxelles Utile en Itinéraires op. Bij het eerste programma heeft een interkabinetten-werkgroep een aardige vinger in de pap en het tweede magazine wordt gesponsord door het kabinet van één bepaalde minister. In tegenstelling tot Brusselse Bravoure halen de mveeleerheidspartijen dus de overhand bij Télé Bruxelles als we het hebben over de twee bovengenoemde magazines. In theorie moet de politieke druk bij beide zenders groter zijn dan de commerciële druk omdat de financiële afhankelijkheid t.o.v. de bedrijfswereld kleiner is dan die tegenover de gulle overheidsinstanties. Op basis van de beschikbare informatie kunnen we dit beamen. We zien echter wel een verschil. Het hele verhaal laat ons achter met een sterk gevoel dat de politieke wereld zich langs Franstalige kant beter kan manifesteren. Dit lijkt lijnrecht te staan tegenover de veeleer geformuleerde vaststelling dat TV-Brussel meer afhankelijk is van overheidssteun dan Télé Bruxelles. Het laatste station heeft meer eigen inkomsten. Het beeld van een meer politieke Télé Bruxelles kan o.i.
247
Steve De Conick-De Boeck
aannemelijk worden gemaakt door cultuurverschillen, het grote verschil qua tijdsperiode waarin de zenders zijn opgericht, maar bovenal door de aanwezigheid van een redactiestatuut enerzijds en de afschuw van Terry Verbiest voor partijpolitieke inmenging anderzijds. Vooral dat laatste zorgt ervoor dat politisering bij TV-Brussel een virus is dat enkel heerst aan de top van de vereniging, zoals de decreten trouwens voorzien. Bij Télé Bruxelles lijkt de situatie geëvolueerd te zijn op een manier, die de vergelijking kan doorstaan met die van de BRTN en de RTBF: de top van de omroep is politiek samengesteld en die duidt op haar beurt personeelsleden van de eigen politieke familie aan59. Bij TV-Brussel staat de directeur nu nog borg voor de vrijwaring van de (op papier gegarandeerde) redactionele afhankelijkheid. Niemand kan zeggen of een mogelijk vertrek van Verbiest deze situatie zal veranderen. Bij TV-Brussel zal men echter steeds kunnen zwaaien met een document waarin afspraken over een onafhankelijk optreden van de journalisten in alle duidelijkheid zijn opgenomen. Bij Télé Bruxelles behoort dit, bij volledig gebrek aan een redactiestatuut of een gelijkaardig document, zelfs niet tot de mogelijkheden! Liefhebbers van communautaire geschillen kijken beter naar TV-Brussel. Een rel als die met Georges Désir in Sint-Lambrechts Woluwe (over de aanwerving van Franstalige politie-agenten) werd op de voet gevolgd door de Vlaamse zender. Télé Bruxelles zweeg het voorval dood. Vlamingen blijven gevoeliger voor het communautaire vraagstuk en weigeren wantoestanden in de doofpot te stoppen omwille van de pacificatie tussen de Vlaamse en de Franse Gemeenschap in Brussel. TV-Brussel en Télé Bruxelles verschillen in hun aanpak van communautaire knelpunten. De Franstalige zender schenkt meer aandacht aan politiek, terwijl de Nederlandstalige zender vooral uitpakt met reportages over het beleid. Bij TV-Brussel vinden we de ‘regel’ dat beleid vaker aan bod komt dan (de zuivere) politiek terug. Télé Bruxelles stapt hiervan af wanneer het zich op het communautaire terrein begeeft: ‘politiek’ springt dan over ‘beleid’. Het is niet toevallig dat de faciliteitengemeenten als thematische plaats van herkomst enkel voorkomen op de TVC. De journalisten van Télé Bruxelles spelen vaak in op de negatieve gevoelens van de Franstaligen over de taalregeling in de periferie. Faciliteiten worden meestal niet toereikend geacht voor de francofonen in die randgemeenten. Een laatste opgemerkt feit is dat Frans voorkomt op TV-Brussel, maar dat Nederlands blijkbaar taboe is op Télé Bruxelles. Of het grote argument van de TVC, het gebrek aan degelijke ondertitelingsfaciliteiten, hout snijdt weten we binnen afzienbare tijd, wanneer de zender zijn intrek neemt in Sint-Jans-Molenbeek. Daar is de nodige infrastructuur wél beschikbaar. Dit alles betekent echter geenszins dat TV-Brussel het spiegelbeeld is van Télé Bruxelles. Er bestaan immers ook raakpunten tussen beide zenders. Maar de verschillen zijn niettemin talrijker.
248
TV-Brussel en Télé Bruxelles: twee kleine zenders op Brusselse bodem
Bijlagen Bijlage 1 – Gebruik van muziek
zonder muziek sfeermuziek met o-toon in beeld met o-toon op achtergrond
TV-Brussel
Télé Bruxelles
94.0% 4.3% 1.1% 0.5%
87.5% 9.6% 1.6% 1.3%
Bijlage 2 – resulaten inhoudsanalyse naar Actoren (rangorde)
TV-Brussel
Télé Bruxelles
1. de gewone burger 2. een Brussels schepencollege 3. bedrijven 4. de Brusselse regering 5. kunstenaar 6. de burger als consument 7. politie 8. de federale regering 9. vervoermaatschappijen (MIVB, …) 10.scholen
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
de gewone burger een Brussels schepencollege bedrijven kunstenaar Brusselse regering verenigingen administratie culturele organisaties 9. vakbonden 10. de burger als consument
Bijlage 3 – resultaten inhoudsanalyse naar thematiek (percentages)
politiek van de politiek (algemeen) politiek van het beleid (algemeen) politiek van de politiek (communautair) politiek van het beleid (communautair) bedrijfseconomie algemene economie financiële economie socio-economie openbare financiën defensie/militair sociaal
TV-Brussel
Télé Bruxelles
4.9 (7) 20.3 (1) 1.7 (17) 3.0 (11) 1.3 (20.5) 0.3 (29) 3.5 (8) 0.7 (26) 1.8 (16)
8.8 (3) 24.7 (1) 1.4 (17) 1.2 (18.5) 1.4 (17) 0.8 (22) 0.2 (26.5) 3.7 (8) 1.4 (17) 4.7 (6)
249
Steve De Conick-De Boeck herdenking van historische gebeurtenissen kunst en cultuur (Franse zin) kunst en cultuur (angelsaksische zin) religie/ethica verkeer ruimtelijke ordening milieu energie rampen medisch/gezondheid onderwijs wetenschap techniek media sport personalia weer en natuur faits divers openbare en privé-veiligheid misdaad en justitie maatschappij terrorisme migranten en politieke vluchtelingen oorlog, opstand en rebellie landbouw en veeteelt mode
0.7 (26) 9.9 (2) 3.2 (10) 1.0 (23.5) 8.1 (3) 6.0 (5) 1.3 (20.5) 0.2 (32) 2.7 (12.5) 1.5 (18) 2.5 (14) 0.2 (32) 2.2 (15) 1.3 (20.5) 2.7 (12.5) 0.3 (29) 5.4 (6) 3.4 (9) 6.4 (4) 1.3 (20.5) 0.2 (32) 1.0 (23.5) 0.3 (29) 0.7 (26) -
0.4 (25) 14.6 (2) 1.8 (13) 0.2 (26.5) 5.6 (4) 5.3 (5) 2.5 (10.5) 1.2 (18.5) 3.5 (9) 2.5 (10.5) 0.6 (23) 0.8 (22) 1.4 (17) 0.4 (25) 1.4 (17) 1.8 (13) 1.8 (13) 4.3 (7) 0.8 (22) 1.0 (20) 0.4 (25) -
Bijlage 4 – VTM-BRTN60
politiek van de politiek politiek van het beleid economie misdaad en justitie rampen faits divers
250
VTM
BRTN
10.0% 4.8% 13.9% 8.6% 7.7% 5.7%
22.2% 5.7% 17.1% 5.1% 7.0% 0.6%
TV-Brussel en Télé Bruxelles: twee kleine zenders op Brusselse bodem
Bijlage 5 – Politieke analyse 1°)
Vlaamse partijen
Brusselse Raad 1. 2.
CVP
4.
VU
SP VLD
Agalev Vlaams Blok 2°)
1. SP 2. CVP 3. VU 4. VLD 5. Agalev 6. Vlaams Blok
Télé Bruxelles 1.
CVP SP
3.
VLD VU
Agalev Vlaams Blok
Waalse partijen
Brusselse Raad 1. PS 2. PRL 3. FDF 4. PSC 5. Ecolo 6. Front National 3°)
TV-Brussel
TV-Brussel 1. 2. 3.
PSC PS
Télé Bruxelles 1. 2.
PRL
PRL FDF
FDF
5. Ecolo 6. Front National
PS
PSC
5. Ecolo 6. Front National
Globaal beeld
Brusselse Raad 1. PS 2. PRL 3. FDF 4. PSC 5. Ecolo 6. CVP 7. SP Front National VLD
10. VU Agalev Vlaams Blok
TV-Brussel 1. 2. 3.
SP PSC CVP PS
5.
PRL FDF
7.
VU
Ecolo 9.
Télé Bruxelles 1. 2.
PS PRL FDF PSC
5. Ecolo 6. CVP SP
8. Front National
VLD
VLD
Agalev Vlaams Blok Front National
Agalev Vlaams Blok
VU
Noten 11
VAN HOOF (T.). Televisieberichtgeving na de demonopolisering van het omroepbestel in Vlaanderen: een stand van zaken en een vergelijkende analyse van het
251
Steve De Conick-De Boeck
12
13 14
15
16 17 18 19 10 11 12 13
14 15
16
17
18
19 20 21
22
23 24 25 26 27
BRT-journaal en het VTM-nieuws. Brussel, licentieverhandeling VUB, 1990, pp. 149-157. DE CONINCK-DE BOECK (S.). TV-Brussel en Télé Bruxelles doorgelicht. Een profiel van de twee zenders en een inhoudsanalyse van de nieuwsuitzendingen van beide Brusselse tv-stations. Brussel, licentieverhandeling VUB, 1994, 424 p. + bijlagen. Op 14 maart 1994. Télé Bruxelles mocht enkel de lege uren van de Franse compilatiezender TV5 opvullen. BTK staat voor Bijzonder Tijdelijk Kader. Dit is een nationaal statuut voor werklozen die voor een periode van 12 maanden worden aangeworven en die worden vergoed door de RVA. 12 juni en 23 oktober 1991. Conseil de la Communauté Française. Eindredacteur Jan Monballiu op 26 juni 1994. Jan Monballiu op 26 juni 1994. Redactiesecretaris Philippe Jourdain op 29 juni 1994. Vlaamse Gemeenschapscommissie. Directeur-hoofdredacteur Terry Verbiest op 26 juni 1994. DE HAES (L.). Een stand van zaken van de openbare omroepen in België, Nederland en Groot-Brittannië. Met een vergelijkende analyse van de televisiejournaals op BRTN, RTBF, NOS en BBC. Brussel, licentieverhandeling VUB, 1992, p. 220. Dit laatste bracht produktiechef Jacques Raket zelf naar voor op 29 juni 1994. VAN HOOF (T.). Televisieberichtgeving na de demonopolisering van het omroepbestel in Vlaanderen: een stand van zaken en een vergelijkende analyse van het BRT-journaal en het VTM-nieuws. Brussel, licentieverhandeling VUB, 1990, pp. 149-157. Het gebruikte cijfermateriaal is opgenomen in bijlage. Na het doornemen van de literatuur zagen we ons genoodzaakt om onze resultaten enkel te vergelijken met de situatie langs Vlaamse kant. In de weinige inhoudsanalyses over RTBF en RTL-TVi is het gebruikte categorieënsysteem namelijk van die aard dat een wetenschappelijk verantwoorde vergelijking niet te maken valt. De gehanteerde categoriereeksen verschillen danig van de onze. Terry Verbiest startte in 1988-89 de nieuwsredactie van de commerciële zender op. Michel Jocquet in VAN LAEKEN (F.). Een medium van, voor en door de gemeenschap. Lokale televisie in Wallonië. Heibel, 1983, jg. 18, nr. 2, p. 54. Jacques Raket op 14 april 1994. Jacques Raket op 31 mei 1994. VUB-debat “De toekomst van de regionale radio en televisie in Vlaanderen”, 3 februari 1994. X. Regionale tv-stations in België moeilijk van de grond. Telecombrief, 1993, jg. 13, nr. 9, p. 127. ML. Benoeming Cassiman gekontesteerd. De Morgen, 24 december 1994, p. 5. Ibidem. Te vinden in het archief van de Vlaamse openbare omroep. Interview op 7 maart 1994. Terry Verbiest op 25 april 1994.
252
TV-Brussel en Télé Bruxelles: twee kleine zenders op Brusselse bodem 28
29 30 31 32 33
34 35 36 37 38 39 40
41
42 43 44
45
46 47 48 49 50
51 52 53 54 55 56 57 58
59
60
GVL. Terry Verbiest hoofdredakteur TV-Brussel. De Morgen, 3 april 1993, p. 10. Terry Verbiest in De 7de dag, 5 september 1993. Terry Verbiest op 25 april 1994. Terry Verbiest op 25 april 1994. Directeur-hoofdredacteur Michel Jocquet op 29 maart 1994, eigen nadruk. BOKHORST (H.). Télé-Bruxelles, une image d’Epinal flamande. Le Soir, 8 juni 1991, eigen nadruk. Terry Verbiest op 26 juni 1994. Zie bijlage 5. Philippe Jourdain op 29 juni 1994. Jan Monballiu op 28 juni 1994. Jacques Raket op 29 juni 1994. In Sint-Genesius-Rode en in Linkebeek was Télé Bruxelles nooit te bekijken. Ook Canal+ en TV5 werden door Weckx geviseerd. Deze laatste stations hadden geen erkenningsaanvraag ingediend bij de Vlaamse regering. X. Télé-Bruxelles et Canal+ au centre d’une tempête communautaire. Media Box. 1993, jg. 5, nr. 115, p. 3. Le Soir blokletterde op 22 februari 1993 bijv. “La Flandre censure les télés”. TV5 ligt de Franstaligen duidelijk minder aan het hart. X. Télé-Bruxelles était regardé par les Flamands. L’echo de la Bourse, 22 september 1993, p. 13. Moureaux in Beknopt verslag van de plenaire vergadering van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 30 november 1993, p. 130. Ibidem, p. 133. Ibidem, p. 133. Ibidem, p. 132. Michel Jocquet op 29 maart 1994. Ma. D. “Une intolérance contraire à l’esprit européen”. Le Soir, 23 februari 1993, p. 3, eigen nadruk. Weliswaar met slechts 0.3%. Jacques Raket op 29 juni 1994. Jacques Raket op 29 juni 1994. Terry Verbiest op 13 april 1994. Terry Verbiest op 13 april 1994. Michel Jocquet op 29 maart 1994. Jan Monballiu op 28 juni 1994. We geven een voorbeeld om het onderscheid tussen beide categorieën te verduidelijken. Wanneer de Vlaamse Gemeenschapscommissie een (beleids)beslissing neemt is dat ‘politiek van het beleid’. Maar als die beslissing resulteert in een communautaire confrontatie en bijv. discussies losweekt over het wezen van de Belgische federale staat, dan brengen wij dat onder bij ‘politiek van de politiek’. BURGELMAN (J.-C.). Omroep & politiek. Brussel, BRT, 1990, 539 p. en HARDEMAN (I.). De RTBF: een speciaal geval. Brussel, licentieverhandeling VUB, 1993, p. 10. Geput uit VAN HOOF (T.). Televisieberichtgeving na de demonopolisering van het omroepbestel in Vlaanderen: een stand van zaken en een vergelijkende analyse van het BRT-journaal en het VTM-nieuws. Brussel, licentieverhandeling VUB, 1990, p. 149-157.
253