Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema’s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen we naar het thema en de blz. in het leerplan.
Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij? Kern De kinderen: - kunnen zich bezinnen en stil worden bij een beeld, een foto, muziek. (uit het thema ‘Stilte en gebed. Ontvankelijkheid’, p. 148) - ontdekken dat symbolen de werkelijkheid waarnaar ze verwijzen ook dichterbij brengen. (uit het thema ‘Symbolen’, p. 177) - ontdekken de betekenis van symbolen en beelden in kunstwerken over God, de wereld, geloven … (uit het thema ‘Symbolen’, p. 178) Leermiddelen Op de website: - werken met kunst: een korte verheldering - handleiding voor de lessen - werkbladen voor de kinderen - de link naar de kunstwerken • Maria Hafner “Verrijzen” (1998) • Tobias Kammerer “Pasen en opstanding” (2003) - achtergrondinformatie bij de kunstwerken • Maria Hafner “Verrijzen” (1998) • Tobias Kammerer “Pasen en opstanding” (2003) - gebruikerservaringen Door de leerkracht te voorzien: - een cd-speler - rustige achtergrondmuziek; ook te vinden op de cd’s bij Tuin van Heden voor het 5 e en 6e leerjaar - per kind een kopie van het werkblad ‘Kunstenaar, wat vertel je mij?’ - de kunstwerken • Maria Hafner “Verrijzen” (1998) • Tobias Kammerer “Pasen en opstanding” (2003)
Vooraf Lees de verheldering over werken met kunst en de achtergrondinformatie bij de kunstwerken.
Download de kunstwerken voor deze les van de website, vergroot ze en plastificeer ze zodat je ze vaker kunt gebruiken. Maak voor elk kind een kopie van het werkblad op de website ‘Kunstenaar, wat vertel je mij?’. TIP Als je de kunstwerken niet vergroot, is het handig om per kunstwerk meerdere kleurenkopieën te voorzien zodat alle kinderen goed kunnen kijken. Kijken naar de kunstwerken Hang de twee kunstwerken aan het bord en vraag de kinderen om er aandachtig naar te kijken. Neem er ruim de tijd voor. Vraag hen nog even geen commentaar te geven. Als de kinderen rustig gekeken hebben, vraag je hen: “Stel dat je één van deze kunstwerken zou mogen meenemen: welk kunstwerk zou je dan kiezen? Waarom kies je dat kunstwerk?” Laat de kinderen één voor één vertellen welk kunstwerk ze kiezen en schrijf hun namen errond. Vraag de kinderen op hun plaats te gaan zitten. De werkbladen ‘Kunstenaar, wat vertel je mij?’ Deel de werkbladen uit en bespreek de opdrachten met de kinderen. Bespreek de opdrachten stap voor stap zodat de kinderen goed het verschil begrijpen tussen voelen, zien en denken. Vertel dat het de bedoeling is dat ze de opdrachten maken bij het kunstwerk dat zij hebben gekozen. Zet wat rustige instrumentale muziek op terwijl de kinderen aan het werk zijn. Loop rond en begeleid waar nodig. Afsluiting Vraag de kinderen die hetzelfde kunstwerk kozen om groepjes te vormen. Zorg dat de groepjes niet te groot zijn, anders maak je per kunstwerk meerdere groepjes. Vraag de kinderen om aan elkaar te vertellen wat ze hebben opgeschreven bij de verschillende opdrachten. Laat ze hun antwoorden met elkaar vergelijken. TIP Als je te weinig tijd hebt voor deze afsluiting, kun je overgaan tot een klassikale bespreking. Je kunt dan bv. alle titels op het bord noteren die de kinderen hebben gekozen.
Kernles 2: Ik vertel mijn verhaal. Kern De kinderen: - kunnen tot expressie brengen wat diep in hen leeft. (uit het thema ‘Symbolen’, p. 177) Leermiddelen Op de website: - werken met kunst: een korte verheldering - handleiding voor de lessen - werkbladen voor de kinderen - de link naar de kunstwerken • Maria Hafner “Verrijzen” (1998) • Tobias Kammerer “Pasen en opstanding” (2003) - achtergrondinformatie bij de kunstwerken • Maria Hafner “Verrijzen” (1998) • Tobias Kammerer “Pasen en opstanding” (2003) - gebruikerservaringen Door de leerkracht te voorzien: - een cd-speler - rustige achtergrondmuziek; ook te vinden op de cd’s bij Tuin van Heden voor het 5 e en 6e leerjaar - per kind een kopie van het werkblad ‘Ik vertel mijn verhaal.’ - de kunstwerken uit vorige les
Vooraf Maak voor elk kind een kopie van het werkblad op de website ‘Ik vertel mijn verhaal.’. Hang de kunstwerken van vorige les opnieuw aan het bord. Opnieuw kijken naar de kunstwerken Vraag de kinderen om weer even rustig te kijken naar de kunstwerken van vorige les. Laat hen de werkbladen van vorige keer opnieuw erbij nemen en voor zich leggen. Nodig de kinderen uit om te kijken naar wat ze vorige keer opschreven. Vraag om daar iets over te vertellen. Laat enkel die kinderen vertellen die dat willen. Mogelijke vragen: - Vertel eens wat je vorige keer voelde toen je het kunstwerk zag? - Zijn er kinderen waarbij dit gevoel veranderde? Zo ja, vertel eens. - Wat zag je allemaal in je kunstwerk? - Wie kan dit aanvullen? - Doet dit kunstwerk je aan iets of iemand denken? - Welke titel gaf je aan het kunstwerk?
-
Waarom gaf je deze titel? Vergelijk dit eens met andere titels?
Tot slot kun je vertellen welke titel de kunstenaar aan het werk gaf en waarom. De informatie hierover vind je op de website. Laat de kinderen hier nog even op reageren. Het werkblad ‘Ik vertel mijn verhaal.’ Deel de werkbladen uit en bespreek de opdracht met de kinderen. Bedoeling is dat de kinderen de titel van vorige keer noteren en dat ze naar aanleiding hiervan een verhaal of een tekening maken bij het kunstwerk. Laat de kinderen vrij associëren. Kinderen die een combinatie willen maken van tekening en tekst, kunnen dat ook. Geef de kinderen ruim de tijd en zet weer wat rustige achtergrondmuziek op. Loop rond en begeleid waar nodig. Afsluiting Ga in een kring zitten en leg de werkbladen in het midden. Vraag de kinderen om hun verhaal voor te lezen of hun tekening te laten zien. Sluit af met volgende bezinnende tekst: “Kijken en voelen Wat zegt dit kunstwerk ons? Wat wil de kunstenaar ons zeggen? Weten we dat? Vandaag hebben wij laten zien in woord en beeld wat we zagen en voelden. ...... zag ...... ...... tekende ...... ...... beschreef het zo ...... (de zinnen aanvullen met hetgeen de kinderen vertelden) Wat een rijke verscheidenheid, die klas van ons!”
Kernles 3: Verhaal uit de bijbel: wat vertel je mij? Kern De kinderen: - ontdekken de paastijd als een vieren van het leven van Jezus Christus. (uit het thema ‘Liturgisch en pastoraal Jaar’, p. 182) - leren Jezus kennen als ‘Licht voor de wereld’ via verhalen, afbeeldingen, kunstwerken. (uit het thema ‘Liturgisch en pastoraal Jaar’, p. 180) Leermiddelen Op de website: - werken met kunst: een korte verheldering - handleiding voor de lessen - werkbladen voor de kinderen - de link naar de kunstwerken • Maria Hafner “Verrijzen” (1998) • Tobias Kammerer “Pasen en opstanding” (2003) - achtergrondinformatie bij de kunstwerken • Maria Hafner “Verrijzen” (1998) • Tobias Kammerer “Pasen en opstanding” (2003) - gebruikerservaringen Door de leerkracht te voorzien: - per kind een kopie van het werkblad ‘Verhaal uit de bijbel, wat vertel je mij?’ - de klasbijbel: Kolet Janssen, Het grote avontuur van God en mens. Bijbelverhalen uit Tuin van Heden, Van In, 2004, p. 243-245 (Op weg naar Emmaus) - de kunstwerken van vorige les
Vooraf Hang de kunstwerken van vorige les opnieuw aan het bord. Maak voor elk kind een kopie van het werkblad op de website ‘Verhaal uit de bijbel, wat vertel je mij?’. Het verhaal van de herders Doe het bijbelritueel en lees het verhaal ‘Op weg naar Emmaus’ uit de klasbijbel duidelijk en expressief voor. Je vindt dit verhaal in de klasbijbel van Kolet Janssen, Het grote avontuur van God en mens. Bijbelverhalen uit Tuin van Heden, Van In, 2004, p. 243-245. TIP Je kunt ook een verhaal uit een andere klasbijbel nemen of uit je handleiding bij Tuin van Heden.
De werkbladen ‘Verhaal uit de bijbel, wat vertel je mij? Deel de werkbladen uit en vertel de kinderen dat ze nu op dezelfde manier gaan werken als in de 1e les over het kunstwerk. Eerst gaan de kinderen op zoek naar hetgeen ze voelen bij het bijbelverhaal. Vraag hen om op het werkblad woorden of zinnen te schrijven die hun gevoel bij het bijbelverhaal verduidelijken. Mogelijke vragen: - Wie vond dit verhaal leuk? - Wat staat er in de tekst dat je leuk vind? - Wie vond het verhaal spannend? - Welk is het meest spannende gedeelte? - Wat vond je nog van het verhaal? - Waar lees je dat in het verhaal? - ... Laat de kinderen eerst individueel zoeken en vraag dan klassikaal naar een aantal antwoorden. Dit verhaal maakt mij ... omdat ... Dit woord in het verhaal vond ik leuk omdat ... Ik heb dit stukje zin aangeduid omdat ... Mijn verhaal en het bijbelverhaal: een vergelijking Vraag de kinderen om het werkblad van vorige les ‘Ik vertel mijn verhaal.’ opnieuw erbij te nemen. Laat de kinderen zoeken naar dingen die gelijkend zijn in het bijbelverhaal en in hun eigen verhaal of tekening. Ik vind volgende dingen hetzelfde omdat ... Ik vind helemaal niets in mijn tekening/verhaal wat overeenkomt met het bijbelverhaal ... Het kan zijn dat er gelijkenissen gevonden worden in je klas maar het kan ook zijn dat dat helemaal niet het geval is. Probeer de zaken dan open te laten. Afsluiting Laat de kinderen nog eens naar de kunstwerken kijken. Vraag hen om nog eens terug te denken aan de woorden of zinnen uit het bijbelverhaal die aangeduid werden of die het sterkst naar voor kwamen. TIP Je kunt tot slot het bijbelverhaal nog eens helemaal voorlezen.
Kernles 4: Ik word zelf kunstenaar! Kern De kinderen: - ontdekken dat symbolen de werkelijkheid waarnaar ze verwijzen ook dichterbij brengen. (uit het thema ‘Symbolen’, p. 177) - kunnen in een symbool tot expressie brengen wat diep in hen leeft; (uit het thema ‘Symbolen’, p. 177) - op een creatieve manier met symbolen van Pasen omgaan. (uit het thema ‘Liturgisch en pastoraal Jaar’, p. 182) Leermiddelen Op de website: - werken met kunst: een korte verheldering - handleiding voor de lessen - werkbladen voor de kinderen - de link naar de kunstwerken • Maria Hafner “Verrijzen” (1998) • Tobias Kammerer “Pasen en opstanding” (2003) - achtergrondinformatie bij de kunstwerken • Maria Hafner “Verrijzen” (1998) • Tobias Kammerer “Pasen en opstanding” (2003) - gebruikerservaringen Door de leerkracht te voorzien: - per kind een kopie van het werkblad ‘Ik word kunstenaar!’ - de klasbijbel: Kolet Janssen, Het grote avontuur van God en mens. Bijbelverhalen uit Tuin van Heden, Van In, 2004, p. 243-245 (Op weg naar Emmaus) - voldoende materiaal om te tekenen, te schilderen, te knutselen ...: verf, lijm, papier, tijdschriften ... - de kunstwerken van vorige les
Vooraf Hang de kunstwerken van vorige les opnieuw aan het bord. Maak voor elk kind een kopie van het werkblad op de website ‘Ik word kunstenaar!’. Leg allerlei materialen klaar om te tekenen, te schilderen, te knutselen ... Denk hierbij aan verf, lijm, papier, tijdschriften, wasco’s ... Je bepaalt zelf hoe uitgebreid en/of gevarieerd je dit wilt doen. TIP Misschien gebruik je wel meer tijd en laat je deze les aansluiten bij een knutselactiviteit. Maak dan eventueel gebruik van klei en kosteloos materiaal.
Bordassociatie bij het verhaal van Emmaus Schrijf in het midden van het bord het woord ‘Emmaus’ op. Laat de kinderen associëren bij het bijbelverhaal dat ze vorige keer hoorden: “Wat herinner je je nog van het verhaal dat we vorige keer bespraken?” Laat hen de woorden en zinnen op het bord schrijven. Het werkblad ‘Ik word kunstenaar!’ Deel de werkbladen ‘Ik word kunstenaar!’ uit en vraag de kinderen om de vragen te beantwoorden. De bedoeling is dat de kinderen eerst nadenken over wat ze gaan maken/tekenen/knutselen vooraleer ze aan de slag gaan. Vraag hen om na te denken wat ze precies willen uitdrukken, welke gevoelens ze daarbij hebben en in welke kleuren ze willen werken. Van woord naar beeld: aan de slag Als je merkt dat de kinderen weten wat ze willen uitdrukken, vertel je welke materialen beschikbaar zijn en welke mogelijkheden er zijn: schilderen, tekenen met stift/kleurpotloden/wasco’s, een collage maken ... Spreek af hoeveel tijd ze krijgen en wat de afspraken zijn. Loop rond en begeleid waar nodig. Maak goede afspraken over het opruimen van het materiaal. TIP Je kunt de kinderen individueel laten werken maar het kan ook zijn dat sommige kinderen liever in een groepje werken. Spreek duidelijk af wat mogelijk is. Afsluiting: toonmoment Als het materiaal is opgeruimd, ga je met alle kinderen de kunstwerken van iedereen bekijken. Laat de kinderen spontaan vertellen over hetgeen ze gemaakt hebben en wat ze wilden uitdrukken. Laat de andere kinderen vragen stellen of reageren. Ter voorbereiding van kernles 5 Vraag de kinderen om thuis, in de bibliotheek of bij familie op zoek te gaan naar een kunstwerk dat hen aanspreekt en waar ze iets in herkennen van hetgeen de afgelopen lessen ter sprake gekomen is. Het mag een lied, een gedicht, een beeld(je), een tekening of een schilderij zijn. Zeg erbij dat ze vooraf moeten nadenken over wat ze over dit kunstwerk willen vertellen.
Kernles 5: Er zit muziek in! Kern De kinderen: - ontdekken dat symbolen de werkelijkheid waarnaar ze verwijzen ook dichterbij brengen. (uit het thema ‘Symbolen’, p. 177) - ontdekken dat symbolen een grote rol spelen bij gelovige en niet gelovige mensen. (uit het thema ‘Symbolen’, p. 178) - kunnen stil worden bij een tekst, een beeld, een foto, muziek. (uit het thema ‘Stilte en gebed. Ontvankelijkheid.’, p. 148) Leermiddelen Op de website: - werken met kunst: een korte verheldering - handleiding voor de lessen - werkbladen voor de kinderen - de link naar de kunstwerken • Maria Hafner “Verrijzen” (1998) • Tobias Kammerer “Pasen en opstanding” (2003) - achtergrondinformatie bij de kunstwerken • Maria Hafner “Verrijzen” (1998) • Tobias Kammerer “Pasen en opstanding” (2003 - gebruikerservaringen Door de leerkracht te voorzien: - een cd-speler - rustige instrumentale muziek (eventueel van de cd’s bij Tuin van Heden voor het 5e en 6e leerjaar) - enkele kunstwerken van verschillende aard: muziek, gedichten, beelden, afbeeldingen ... - een groot wit blad papier - enkele viltstiften
Vooraf Plaats de stoelen in een kring en leg de kunstvoorwerpen die je zelf hebt meegebracht in het midden. Zet rustige muziek op. Kringgesprek: onze kunstwerken Vraag alle kinderen om in een kring te komen zitten en laat de kinderen die iets meebrachten hun voorwerp in het midden leggen. Laat de kinderen alle voorwerpen even rustig bekijken en vraag dan wie iets wil vertellen over hetgeen hij/zij meebracht. De kinderen die muziek meebrachten, kunnen hun muziekfragment laten horen.
Mogelijke vragen: - Wat bracht je mee? - Waarom bracht je dit voorwerp mee? - Wat heeft het voorwerp te maken met de kunstwerken/verhalen of bijbelverhalen die we hoorden? - Welke titel zou je aan het voorwerp willen geven? - ... Kinderen die niets meebrachten, mogen een voorwerp uit de kring kiezen als ze dat wensen. Ze kunnen toelichten wat het voorwerp volgens hun te maken heeft met de (bijbel)verhalen of kunstwerken. Afsluiting: terugblik Leg het groot wit blad papier in de kring en leg er de viltstiften bij. TIP Als je weinig plaats hebt in je kring, kun je misschien beter gebruik maken van het bord. Vraag de kinderen om even terug te blikken op de afgelopen lessen. Stel hierbij enkele hulpvragen zoals: - Wat vond ik leuk aan de lessen ‘werken met kunst’? - Wat vond ik vreemd? - Wat was verrassend of nieuw? - Wat vond ik mooi/niet mooi? - Wat zal ik zeker niet vergeten? - ... Vraag de kinderen om hun reacties op het blad papier te schrijven. Laat de kinderen vertellen wat ze opschreven en blik samen met hen terug op het geheel.