Trommelvliesbuisjes plaatsen bij kinderen Info voor ouders of verzorgers
Uw KNO-arts heeft geconstateerd dat er vocht achter de trommelvliezen van uw kind zit. Deze aandoening kan door middel van een operatieve ingreep verholpen worden. Binnenkort zal uw kind opgenomen worden om trommelvliesbuisjes te laten plaatsen. Het is daarom voor u en uw kind belangrijk om te weten hoe de gang van zaken is, zodat u uw kind goed kunt voorbereiden. In deze folder hebben we voor u alle informatie op een rijtje gezet. Trommelvliesbuisjes Een veel voorkomende oorzaak van slechthorendheid bij kinderen is vocht achter de trommelvliezen. Dit vocht ontstaat door een slecht functionerende buis van Eustachius. Deze buis vormt de verbinding tussen het middenoor (de ruimte achter het trommelvlies) en de neus-keelholte. Een normaal functionerende buis van Eustachius zorgt voor een normale luchtdruk in het middenoor en voert het vocht af dat voortdurend in het middenoor wordt geproduceerd. Een vergrote neusamandel of chronische neusverkoudheden kunnen de functie in de buis van Eustachius belemmeren zodat vocht zich in het middenoor ophoopt. Doordat het trommelvlies niet meer vrij kan trillen, hoort het kind minder. Er kunnen trommelvliesbuisjes geplaatst worden zodat op kunstmatige wijze vocht wordt gedraineerd waardoor de beluchting van het middenoor wordt hersteld. Het belangrijkste nadelige effect van een slecht gehoor bij kinderen is het achterblijven in de ontwikkeling van spraak en taal. Om een indruk te geven hoe groot het trommelvliesbuisje is, is in onderstaande tekening de verhouding ten opzichte van een lucifer en een speld weergegeven.
De voorbereiding thuis • De opnameplanner van afdeling KNO spreekt met u de datum en het tijdstip van
de opname van uw kind af ( indien uw kind jonger dan 1 jaar is wordt deze automatisch gezien door een kinderarts in verband met de voeding/nuchter zijn).
| patiënteninformatie
2
• Indien de operatie ‘s morgens plaatsvindt, is het van belang dat uw kind nuchter
•
• •
•
is. Dit houdt in dat uw kind vanaf 24.00 uur in de nacht voorafgaande aan de operatie niet meer mag eten of drinken. Wel mag uw kind om 5.00 uur nog een glas heldere drank (1 glas thee of water) drinken. Koolzuurhoudende dranken, koffie of melkproducten zijn níet toegestaan. Een klein slokje water om medicijnen in te nemen of tanden te poetsen is altijd toegestaan. Het is wel verstandig voor ú zelf, als ouder of begeleider, om te eten voordat u naar het ziekenhuis komt. Al wil uw kind zich nog zo graag ‘mooi maken’, het is niet toegestaan om met gelakte nageltjes naar het ziekenhuis te komen voor een ingreep onder narcose. Wij verzoeken u tevens om sieraden van uw kind thuis te laten. Indien uw kind lange haren heeft, deze samenbinden tot een staart of vlecht. Is uw kind op de dag van de ingreep verkouden, dan is dit geen bezwaar. Uw kind mag echter geen koorts hebben die hoger is dan 38°C. Wanneer dit het geval is, verzoeken wij u om op de ochtend van de ingreep af te bellen. Eén uur voordat u naar het ziekenhuis komt dient u uw kind een pijnstillende zetpil te geven. Deze zetpillen kunt u krijgen bij de apotheek of drogist. De dosering van de zetpil hangt af van het gewicht van uw kind. Gewicht kind 0 - 10kg 10 - 15 kg 15 - 25 kg 25 kg en meer
Zetpil paracetamol 120 mg 240 mg 360 mg (1 van 120 mg en 1 van 240 mg) 500 mg
Wat moet u meebrengen? • • • • • • •
een pyjama/nachthemd; pantoffels; eventueel een ochtendjasje; reserve hemdje en broekje; geliefd stuk speelgoed (vertrouwde pop of knuffelbeest); eventueel een leesboekje voor uw kind en uzelf; voor de kleine kinderen (1 à 2 jaar) is het handig om een eigen drinkbeker mee te brengen.
Wat vertelt u uw kind? Het is belangrijk uw kind goed voor te bereiden op de opname in het ziekenhuis. Doe dit niet te lang van te voren, anders is uw kind het vergeten. Twee of drie dagen voor de ingreep is een goed moment.
| patiënteninformatie
3
De belangrijkste regel hierbij is: wees eerlijk. Vertel uw kind zo eerlijk mogelijk dat het opgenomen zal worden en waarom. Stel de opname niet mooier voor, maar maak het ook niet erger dan het is. Dreig een kind niet met de verpleegkundige of de dokter. Een bang kind werkt het genezingsproces alleen maar tegen. Het is aan te raden niet alle informatie in een keer te geven en steeds genoeg tijd te geven om het te verwerken. Kies een moment waarop u de tijd heeft om rustig te praten en vertel uw kind wat het kan verwachten. Praat hierover dan ook niet met uw kind vlak voor het slapen gaan. Uw kind kan erover gaan fantaseren en heeft geen gelegenheid vragen te stellen. Een goede methode om na te gaan of uw kind de informatie begrepen heeft, is te laten navertellen wat er gaat gebeuren. Wat dan nog niet duidelijk is kunt u opnieuw uitleggen. Wij hebben als hulpmiddel bij deze voorbereiding een stripboekje gemaakt waarin de gang van zaken aan de hand van tekeningen wordt uitgebeeld. Dit boekje kunt u samen met uw kind bekijken en uw kind kan de tekeningen kleuren. Voorlichtingsafspraak Om uw kind goed voor te bereiden, raden wij u met klem aan om gebruik te maken van de mogelijkheid om samen met uw kind een bezoek te brengen aan een pedagogisch medewerker in het ziekenhuis. Aan de hand van foto’s en ziekenhuismaterialen (zoals het narcosekapje, operatiekleding en een schort) wordt verteld wat er gaat gebeuren op de dag van de ingreep. Van de ingreep zelf worden geen foto’s vertoond, omdat uw kind deze niet bewust meemaakt en niet onnodig bang gemaakt hoeft te worden. Naast de informatie ( mede aan de hand van de hulpmiddelen) wordt ook een bezoek gebracht aan de afdeling. U heeft volop de gelegenheid om vragen te stellen. Wanneer u deze voorlichtingsbijeenkomst wilt bijwonen kunt u een afspraak maken met de afdeling Pedagogische Zorg. Het telefoonnummer vindt u op de achterkant van deze folder. Spreekuur Anesthesie Voor specifieke vragen over de verdoving kunt u terecht bij het spreekuur Anesthesie. Dit gaat op afspraak. Deze afspraak wordt gemaakt door de zorgplanner van uw behandelend KNO- arts. Duur van de operatie De operatie duurt ongeveer 15 minuten.
| patiënteninformatie
4
De gang van zaken op de dag van de operatie • U wordt met uw kind om 07.30 uur verwacht op de afdeling Kindergeneeskunde. • • •
•
•
• • • • •
•
De verpleegkundige zal u een plekje toewijzen, waarna u uw kind kunt omkleden. Samen met de pedagogisch medewerker of de vrijwilligster gaat u met uw kind naar het wachtgebied. Eén ouder gaat dan samen met het kind de behandelkamer binnen. U blijft bij uw kind tot het onder narcose is. De anesthesist zet een neuskapje op de neus en mond van uw kind en vraagt het kind hierin te blazen. Dit duurt normaal gesproken 1 à 2 minuten. Normale verschijnselen die kunnen optreden bij het steeds dieper in slaap vallen zijn: - starende ogen - raar bewegende ogen - scheel kijken - knipperen van de oogleden - plotselinge bewegingen van armen en benen Hierover hoeft u zich dus niet ongerust te maken. Op het moment dat de anesthesist weet dat uw kind slaapt (daarbij kunnen de ogen soms nog open zijn) zult u een teken krijgen dat u terug kunt gaan naar het wachtgebied. Na de operatie wordt u door de verpleegkundige opgehaald. Dit zal ongeveer 5 à 10 minuten duren nadat u de behandelkamer heeft verlaten. Samen met de verpleegkundige gaat u naar de kinderafdeling terug. Uw kind is nog slaperig en suf als u bij hem komt. Als uw kind goed wakker is mag het weer wat drinken en eventueel iets eten. Direct na de behandeling is er soms wat bloed of slijm zichtbaar in de gehoorgang. Uw kind kan last hebben van oorpijn na de ingreep ( zie voorgeschreven pijnmedicatie). Ook kan uw kind last hebben van het ineens veel beter waarnemen van het geluid. Na verloop van tijd verdwijnt dit gevoel. Soms heeft uw kind in de eerste uren na het inbrengen van de buisjes last van misselijkheid of duizeligheid. Dit wordt veroorzaakt door een lichte prikkeling van het evenwichtsorgaan, dat dicht bij de trommelholte ligt. Als er geen bijzonderheden zijn, mag uw kind in de loop van de ochtend weer naar huis.
Na de ingreep • Het is van groot belang om de voorgeschreven en meegekregen pijnmedicatie te
geven. Aanbevolen wordt om deze pijnmedicatie thuis voort te zetten in de eerste 48 uur na de operatie. • De eerste twee weken na de operatie mag er geen water in de oren komen. Na deze periode van 2 weken mag er weer gezwommen en gedoucht worden zonder
| patiënteninformatie
5
bijzondere voorzorgen tenzij de arts anders adviseert. Alleen zeep en shampoo mogen niet in de oren komen zolang de buisjes in het trommelvlies zitten. Om dit te voorkomen, kunt u de oren tijdens het baden en douchen beschermen met vette watjes. • Uw kind hoort na het inbrengen van de trommelvliesbuisjes direct goed. Als zich de rest van de dag en de daarop volgende nacht geen bijzonderheden voordoen, mag uw kind weer naar school. Trommelvliesbuisjes blijven, afhankelijk van het type, een half jaar tot een jaar in het trommelvlies zitten. Ze groeien spontaan uit het trommelvlies, dat zich in het merendeel van de gevallen dan weer sluit. De buisjes komen op een gegeven moment met wat oorsmeer mee naar buiten of worden tijdens een controle door de KNO-arts verwijderd. In het merendeel van de gevallen neemt de buis van Eustachius daarna de functie van het trommelvliesbuisje weer over. Soms is het nodig een tweede keer een buisje te plaatsen. Naarmate het kind ouder wordt, neemt de kans hierop af. Complicaties • In de periode dat uw kind trommelvliesbuisjes heeft, kan een ´loopoor´ optreden.
Als dit enkele dagen duurt, kan dit geen kwaad. Uw kind mag dan niet zwemmen. Als dit 5 tot 7 dagen duurt, kunt u contact opnemen met afdeling KNO. Ook wanneer uw kind slecht blijft horen of klaagt over pijn, is het aan te raden contact op te nemen met afdeling KNO. • In zeldzame gevallen sluit het trommelvlies niet vanzelf na het uitstoten van het buisje waardoor er op de langere termijn een blijvende trommelvliesperforatie kan blijven bestaan. Tenslotte Bij vragen of problemen kunt u zich wenden tot de afdeling KNO. Informatie over de bereikbaarheid vindt u op de achterzijde van deze folder. Wij wensen uw kind een spoedig herstel toe. Rechten en plichten Sinds april 1995 is de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) van kracht. In deze wet zijn de wederzijdse rechten en plichten van de hulpverlener en de patiënt beschreven. Deze wet heeft ook betrekking op kinderen. De WGBO schrijft voor dat een medisch onderzoek en/of behandeling pas mag plaatsvinden als de patiënt (ouder en/of kind) daar toestemming voor heeft gegeven. De hulpverlener is verplicht de patiënt uit te leggen wat dit onderzoek of deze
| patiënteninformatie
6
behandeling inhoudt zodat de patiënt aan de hand van deze informatie kan beslissen of hij/zij daar toestemming voor geeft. De patiënt moet in ieder geval op een begrijpelijke manier worden geïnformeerd over: doel en aard van het onderzoek of behandeling, de te verwachten gevolgen en risico's van het onderzoek of behandeling, andere mogelijke onderzoeken of behandeling en die in aanmerking komen, de staat en de vooruitzichten met betrekking tot de gezondheid voor, tijdens en na het onderzoek of behandeling. In acute situaties waarin niet handelen gevaarlijk is voor het kind, mag een hulpverlener handelen zonder toestemming. In de WGBO wordt onderscheid gemaakt tussen drie leeftijdscategorieën minderjarigen: Kinderen tot 12 jaar Een kind dat jonger is dan 12 jaar mag niet zelf beslissen over een onderzoek of behandeling. De toestemming van de ouders is vereist. Het is wel van belang dat de ouders en hulpverleners het kind zoveel mogelijk betrekken bij de besluitvorming. Zowel ouders als kind hebben recht op informatie. De hulpverlener dient de inhoud van de informatie en de wijze waarop hij deze geeft, af te stemmen op het bevattingsvermogen van het kind. De ouders hebben het recht het medisch dossier in te zien, het kind niet. Als de ouders het willen, kunnen zij het dossier of delen daarvan met hun kind bespreken. Kinderen van 12 tot 16 jaar Bij onderzoek of behandeling van een kind van 12 tot 16 jaar hebben kind en ouders beiden recht op informatie. Zowel toestemming van kind als ouder is vereist. Er zijn echter twee situaties waarin onderzoek of behandeling kan worden uitgevoerd met slechts toestemming van het kind: medische behandelingen die noodzakelijk zijn om ernstig nadeel voor het kind te voorkomen, behandeling waarvoor de ouders toestemming hebben geweigerd, maar die het kind weloverwogen blijft wensen. Zowel ouders als kind hebben recht op inzage van het medisch dossier. Is de behandeling of het onderzoek zonder de toestemming van ouders uitgevoerd, dan hebben de ouders alleen recht op inzage van het medisch dossier als het kind hiermee instemt. Kinderen van 16 jaar en ouder Kinderen van 16 jaar en ouder worden door de WGBO op één lijn gesteld met volwassenen, ook al hebben zij nog niet de leeftijd van 18 jaar bereikt.
| patiënteninformatie
7
Toestemming voor onderzoek of behandeling dient alleen door de jongere gegeven te worden. De ouders krijgen alleen informatie als hun kind daar toestemming voor heeft verleend. Kinderen vanaf 16 jaar hebben het recht om hun medisch dossier in te zien. Er is geen toestemming van ouders nodig. Ouders mogen het dossier alleen inzien als hun kind daarmee akkoord gaat. Second opinion Als u en/of uw kind een ingrijpende beslissing moet nemen over de behandeling of als u twijfels hebt over de diagnose die uw specialist heeft gesteld, kunt u behoefte hebben aan een second opinion (tweede mening). Dit houdt in dat een andere deskundige dan uw eigen hulpverlener het probleem onderzoekt en er een uitspraak over doet. De andere deskundige neemt de behandeling echter niet over! Een second opinion kan u ondersteunen bij uw keuze voor een bepaalde behandeling. U hebt altijd recht op een second opinion, maar de kosten ervan worden niet altijd vergoed. Neem vooraf contact op met uw zorgverzekeraar. Voor meer informatie kunt u terecht bij Patiëntenservice. Zie voor het telefoonnummer de achterkant van deze folder. Geheimhouding Als hulpverleners zijn wij verplicht alles wat wij van uw kind weten geheim te houden. Maar er zijn uitzonderingen. Zo mogen wij informatie over uw kind doorgeven aan bepaalde artsen die ook betrokken zijn bij de behandeling en begeleiding van uw kind. Dit geldt alleen voor informatie die zij nodig hebben om hun werk goed te doen. Wij vinden dat ook hulpverleners, werkzaam in de jeugdgezondheidszorg, (arts van het consultatiebureau en GGD-schoolarts) alle medische informatie over uw kind moeten hebben. Dit in het belang van uw kind. Om zo volledig mogelijk te zijn, sturen wij standaard alle medische informatie waarover wij beschikken, door aan de arts van het consultatiebureau en GGD-schoolarts. Wij gaan er vanuit dat u daar geen bezwaar tegen heeft. LET OP! Als u er wel bezwaar tegen heeft dat wij medische informatie over uw kind doorsturen aan andere hulpverleners, wilt u dit dan zo spoedig mogelijk mondeling en schriftelijk doorgeven aan de behandelend arts van uw kind. Voor meer informatie kunt u terecht bij Patiëntenservice. Op de achterkant van de folder staan het adres en het telefoonnummer.
| patiënteninformatie
8
Illustraties Huub Boumans Keel-, neus- en oorheelkunde Meldpunt Oost 03 Afsprakennummer 088 - 459 5391 Op werkdagen: 9.00-12.00 en 14.00 -16.00 uur Informatienummer 088 - 459 5394 Op werkdagen: 8.30 -12.00 en 13.30-16.30 uur
Kinderdagverpleging Meldpunt Oost 41 Telefoon: 088 - 459 7345 Pedagogische Zorg Meldpunt Oost 41 Telefoon 088 - 459 7883 Patiëntenservice Via Meldpunt West 05 Telefoon 088 - 459 7603
© 10-2015
Internet www.zuyderland.nl
245
Spoedpost / Spoedeisende hulp (SEH) Telefoon: 088 – 459 7876