NIPO het morktonderzoetónstJUiut Postbus 247 1000 AE Amsterdam Grote Bickersstraat 74 Telefoon (020) 522 54 44 Fax(020)522 53 33 E-mail
[email protected] Internet http://www.nipo.nl
Rapport
Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens onderzoeksrapport Matthijs de Gier
A1222 augustus 1997
Alle in dit document vermelde gegevens zijn strikt vertrouwelijk. Publicatie en inzage aan derden, geheel of gedeeltelijk, is zonder toestemming van het NIPO beslis: niet toegestaan. © NIPO Amsterdam
Inhoud Samenvatting Inleiding
l 3
Korte beschrijving van het voorafgaande
5
2 2.1 2.2 2.3
Beïnvloedingsmogelijkheden op de particuliere markt Inleiding Bestelwagen als gezinsauto Beïnvloeding door verhoging aanschafdrempel
8 8 8 9
3
Beïnvloedingsmogelijkheden op de zakelijke markt Inleiding Nauwelijks beïnvloedingsmogelijkheden voor de hele markt
3.1 3.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.4.5 4 4.1 4.2 4.2.1
4.2.2 4.2.3 4.2.4
10
10 10 13 14
Omvang wagenpark belangrijk kenmerk bij indeling markt De kleinste fleetowners De grootste fleetowners Ook op brancheniveau beperkte speelruimte De bouwnijverheid De groothandel De detailhandel De zakelijke dienstverlening Het wegtransport
19 20 21
Oplossingsrichtingen Inleiding Oplossingsrichtingen uit de markt nog niet concreet Technische voorzieningen Logistieke oplossingen Regelgeving Voorlichting
24 24 24 24 25 27 28
15 17 17 18
Deelrapporten
Marktsegmentatie Kwalitatief onderzoek Kwantitatief onderzoek Belangrijkste profielen in het bestelwagensegment
1 2
Inhoud figuren en tabellen Aantal bestelwagens per branche (schatting) De belangrijkste branches in cijfers - aantallen fleetowners (absoluut)
A1222 ; Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens j © NIPO Amsterdam \ augustus 1997
5 29
3
4 5
6 7
De belangrijkste branches in cijfers - aantallen jleetowners fin percentage van het totaal
aantal fleetowners) De belangrijkste branches in cijfers - aantallen bestelwagens (absoluut) De belangrijkste branches in cijfers - aantallen bestelwagens (in percentages van het totale wagenpark) De belangrijkste branches in djfers - totaal kilometrage De belangrijkste branches in cijfers - kilometrage (in percentage van het totale
30 31
kilometrage)
34
A1222 ! Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens | © NIPO Amsterdam i augustus 1997
32 33
Samenvatting In de afgelopen jaren is zowel het bezit als het gebruik van lichte bestelwagens sterk toegenomen. Met de toename van het aantal bestelwagens is ook de verkeersprestatie toegenomen. Zo stijgt de verkeersprestatie in de bestelwagenmarkt aanzienlijk sneller dan die in de markt van het zware vrachtverkeer. Deze sterke groei heeft geleid tot een navenante stijging van het energieverbruik en de emissies. Transactie en de Hoofdafdeling Wegvervoer van DGV hebben zich tot doel gesteld om een reductie van het energieverbruik en de emissies te bereiken. Gezien de omvang van het bestelwagensegment en de sterke groei van dit segment is NIPO gevraagd een onderzoek te verrichten naar de oorzaken van deze sterke groei en aan te geven welke beïnvloedingsmogelijkheden er zijn om de snelle groei terug te dringen.
De onderzoeksresultaten laten zich als volgt op hoofdlijnen beschrijven. • Met een aandeel van 78% en een omvang van ruim 500.000, vormen de bestelwagens duidelijk het belangrijkste segment op de bedrijfsvoertuigenmarkt. Opvallend is dat ongeveer 20% van het aantal bestelwagens in handen is van particulieren of gebruikt wordt voor privé doeleinden. Van de ongeveer 400.000 bestelwagens die gebruikt worden voor zakelijke doeleinden is ruim een kwart in het bezit van de bouwnijverheid. Naast de bouwnijverheid rijden er veel bestelwagens rond in de groothandel, detailhandel en zakelijke dienstverlening. Kijken we naar het aantal bedrijven of instellingen die beschikken over bestelwagens (fleetowners) dan komen we uit op een totaal van bijna 170.000. • Uit het onderzoek is gebleken dat de inzet van de bestelwagens niet alleen wordt bepaald door de bedrijfsactiviteit of de branche. Ook binnen de branches bestaan er verschillen in de wijze waarop de bestelwagens worden ingezet. In feite is elk bedrijf een case op zich. De wijze waarop het wagenpark is samengesteld en wordt ingezet blijkt veel sterker te worden bepaald door factoren als de omvang van het wagenpark, de aard en de duur van de werkzaamheden, het soort ritten, etcetera. • Op individueel niveau zijn er interessante trends in het bestelwagengebruik waargenomen. Omdat elk bedrijf een case op zich is, is van deze trends echter geen eenduidig beeld te verkrijgen. Het onderzoek laat dan ook zien dat de bestelwagenmarkt slechts op enkele punten helderheid verschaft. Zo is voor de meeste fleetowners de aanschaf en het gebruik van bestelwagens van ondergeschikt belang. Doordat de kosten voor aanschaf en gebruik relatief laag zijn, kan men het zich veroorloven om snel en adequaat op marktontwikkelingen in te spelen. Deze marktontwikkelingen vragen om een grote mate van flexibiliteit, zo ook in het gebruik van bestelwagens. Dat dit leidt tot een inefficiënt gebruik neemt menigeen op de koop toe. Wat betreft de oorzaken achter de groei geeft de bestelwagenmarkt wel een duidelijk antwoord. De toename van het aantal bestelwagens is veroorzaakt door een toename van de werkzaamheden of het aantal opdrachten.
A1222 | Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens | © NIPO Amsterdam | augustus 1997 j l
Omdat er op de bestelwagenmarkt eerder sprake is van 170.000 deelmarktjes dan van één homogene markt, zijn de mogelijkheden om deze markt te beïnvloeden niet ruim voorhanden. Zo zijn er eigenlijk alleen argumenten te vinden waarom een algemene beïnvloeding niet mogelijk is. De belangrijkste zijn dat bestelwagens worden ingezet voor meerdere doeleinden en dat er geen duidelijk profiel is van bedrijven waar sprake is van een toename van het aantal bestelwagens. Daarnaast laat het onderzoek zien dat oplossingen niet door de markt zelf worden aangedragen. In feite kan men zeggen dat bij de meeste fleetowners het onderwerp bestelwagen niet 'leeft'. Zijn er weinig mogelijkheden om de bestelwagenmarkt als geheel te beïnvloeden, ook op het niveau van de onderliggende segmenten zijn de mogelijkheden niet ruim voorhanden. Naast de eerder genoemde branches worden de belangrijkste segmenten ook bepaald door de omvang van het wagenpark. Bij de kleinste fleetowners is er voor beïnvloeding weinig speelruimte omdat het om zeer veel bedrijven gaat en daarnaast omdat zij eenvoudig weg niet de macht en middelen hebben om die ene bestelwagen efficiënter in te zetten. Bij de grootste fleetowners zijn daarentegen wel mogelijkheden aanwezig. In dit segment kunnen efficiencyverbeteringen leiden tot omvangrijke besparingen op de transportkosten. Vanwege het a-typische gebruik van de bestelwagens, zijn er voor de bouwnijverheid nauwelijks specifieke mogelijkheden om te komen tot een efficiënter gebruik. De groothandel is na de transportsector de branche met de hoogste transportkosten. Bij hoge transportkosten zullen bedrijven sneller overgaan tot een efficiënt gebruik van de bestelwagens. De groothandel zal daarom een gewillig oor hebben als het gaat om logistieke verbeteringen. De speelruimte wordt in dit opzicht vergroot door het feit dat men gewend is aan veranderingen van logistieke concepten. In de detailhandel bevinden zich relatief veel kleine fleetowners. De beïnvloedingsmogelijkheden zijn in deze branche daarom beperkt. De zakelijke dienstverlening is een branche waarin we veel verschillende soorten bedrijven tegen komen en waar de bestelwagens op verschillende wijzen worden gebruikt en ingezet. Er komen dan ook zowel typische kenmerken van de groothandel als van de bouwnijverheid naar voren. Eigen beïnvloedingsmogelijkheden voor de zakelijke dienstverlening zijn dan ook niet aan te geven. Gezocht zal moeten worden in de richting van de (on)mogelijkheden die er zijn voor de eerder genoemde branches. Net als bij de grote fleetowners is er bij de wegtransportbedrijven speelruimte aanwezig als het gaat om de beïnvloeding van de
efficiency en het energiegebruik. Zo is ook hier sprake van een vrijwillige basis voor het installeren van energie besparende voorzieningen. Daar komt bij dat de transportkosten dermate belangrijk zijn dat men zelf zoekt naar mogelijkheden om de efficiency te verbeteren. Een belangrijk aandachtspunt bij de beïnvloedingsmogelijkheden is het hoge percentage bestelwagens dat niet volledig wordt benut.
A1222 l Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens © NIPO Amsterdam augustus 1997 | 2
Inleiding Volgens opgave van het CBS is het bezit en gebruik van bestelwagens in de afgelopen jaren sterk toegenomen. Zo is het aantal bestelwagens zowel absoluut als relatief aanzienlijk sneller gegroeid dan het aantal vrachtwagens. Deze groei is gepaard gegaan met een forse toename van de verkeers- en Vervoerprestaties op Nederlands grondgebied en heeft geleid tot een navenante stijging van het energieverbruik en de emissies. De projectgroep Transactie heeft zich tot doel gesteld om een reductie van het energieverbruik en de emissies te bereiken. Gezien de omvang van het bestelwagensegment en de sterke groei van dat segment wil zij gericht onderzoek doen naar de oorzaken van deze sterke groei. Transactie, en de ministeries van Verkeer en Waterstaat en VROM hebben het NIPO gevraagd een onderzoek naar deze groei uit te voeren. De probleemstelling van het onderzoek luidt: 'Wat zijn de achterliggende factoren van de snelle groei van het bestelwagenverkeer en welke beïnvloedingsmogelijkheden zijn er om deze groei en de daarmee gepaard gaande stijging van energiegebruik en emissies terug te dringen?" De probleemstelling bestaat hiermee uit twee verschillende onderzoeksvragen. Om adequaat op deze vragen te kunnen antwoorden is het onderzoek uitgevoerd in meerdere fasen: • Een kwantitatieve analyse naar de diverse deelmarkten en marktsegmenten in het bestelwagenvervoer (deskresearch). • Een kwalitatieve en kwantitatieve analyse van drie tot vier belangrijke marktsegmenten in de bestelwagenvervoer. • Een evaluatie van beïnvloedingsmogelijkheden om de snelle groei terug te dringen.
De eerste twee fasen geven een antwoord op de vraag wat de achterliggende oorzaken achter de groei zijn. In de derde fase wordt antwoord gegeven op de tweede onderzoeksvraag.
Leeswijzer In de afgelopen periode zijn verschillende rapporten, memo's en notities van het onderzoek verschenen. Het onderhavige rapport beschrijft de uitkomsten van de derde fase. Dit rapport dient tevens als eindrapport van het onderzoek. Voor de volledigheid worden de resultaten van de derde fase voorafgegaan door een overzicht van de belangrijkste uitkomsten uit fase l en 2. Achter dit rapport zijn de rapportages uit de eerste twee fasen van het onderzoek opgenomen. Voor een juiste interpretatie van de onderzoeksresultaten verdient het wellicht de aanbeveling om met deze rapportages te beginnen. Voor een snel inzicht in de belangrijkste conclusies kan worden volstaan met het lezen van het eindrapport.
Al222 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens j © NIPO Amsterdam augustus 1997 j 3
In het onderhavige eindrapport wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan: • de belangrijkste uitkomsten uit fase l en 2 • de beïnvloedingsmogelijkheden op de particuliere markt • de beïnvloedingsmogelijkheden op de zakelijke markt • de oplossingsrichtingen vanuit de markt
A1222 Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ! © NIPO Amsterdam ; augustus 1997 i 4
Korte beschrijving van het voorafgaande In de eerste fase zijn voor een periode van 10 jaar de belangrijkste ontwikkelingen in het bestelwagenvervoer geanalyseerd. De analyse heeft geleid tot een overzicht van de diverse deelmarkten en marktsegmenten op de bestelwagenmarkt. Het één en ander heeft plaats gevonden op basis van bestaande onderzoeken en statistieken. Uit deze analyse is naar voren gekomen dat de groei van het aantal bestelwagens aanzienlijk sneller is geweest dan die van de overige bedrijfsvoertuigen. Met een aandeel van 78% en een omvang van ruim 500.000, vormen de bestelwagens duidelijk het belangrijkste segment op de bedrijfsvoertuigenmarkt. Opvallend is dat ongeveer 20% van het aantal bestelwagens in handen is van particulieren of gebruikt wordt voor privé doeleinden. Ondanks verschillende pogingen van de wetgever om het particulier gebruik een halt toe te roepen, wijzen de cijfers uit dat de bestelwagen nog steeds volop in de belangstelling staat van particulieren. Van de ongeveer 400.000 bestelwagens die gebruikt worden voor zakelijke doeleinden is ruim een kwart in het bezit van de bouwnijverheid. Naast de bouwnijverheid rijden er veel bestelwagens rond in de groothandel, detailhandel en zakelijke dienstverlening.
l
Aantal bestelwagens per branche (schatting)
SBI
branche
0
index 19851996
1985
1989
1993
1995
1996
Landbouw Delfstofwinning
11.360
19.300
24.790
26.600
23.500
207
100
590
220
240
170
163
20.290
37.620
39.910
33.590
34.940
172
5
Industrie Bouw
48.850
65.940
114.990
107.370
108.780
223
6
Groothandel
20.570
28.750
43.660
51.720
52.020
253
6
Detailh.food
8.850
12.370
18.790
24.420
28.390
321
6
Detailh. n.food
19.670
27.480
41.740
46.370
48.990
249
6
Auto/reparatie
6.550
9.160
13.910
12.610
14.330
219
6
Horeca
7
8
(1985=100)
1 2/3
9
4
4.770
6.670
10.130
5.150
7.620
160
Transport
11.550
7.990
17.950
18.850
18.810
163
Zakelijke dienst. Overige dienst.
15.150
21.920
30.890
32.250
32.820
217
26.880
16.910
18.270
22.170
24.470
91
Nutsbedrijven Totaal
5.340
5.270
11.650
12.500
8.690
163
199930
259.970
386.900
393.840
403.530
202
Bron: CBS. NIPO, bewerkte cijfers
A1222 | Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens | © NIPO Amsterdam | augustus 1997 5
Deze branches zijn niet alleen naar omvang van het bestelwagenpark belangrijk; zoals tabel l laat zien zijn dit tevens de branches waar de toename van het aantal bestelwagens relatief fors is geweest. Een vijfde belangrijke deelbranche die uit de eerste fase van het onderzoek naar voren is gekomen betreft de wegtransportsector met als belangrijkste segment de koeriers- en expresvervoerders. Deze sector is niet. zozeer belangrijk vanwege het aantal bestelwagens, maar meer vanwege de specifieke logistieke concepten die worden gehanteerd. Zoals later zal blijken zijn deze specifieke concepten echter niet direct zichtbaar te maken. Wel spelen deze bedrijven een voortrekkersrol als het gaat om het gebruik van logistieke attributen als routeplanning- en plaatsbepalingssystemen. De aangestipte branches1 zijn in de tweede fase van het onderzoek nader geanalyseerd. Allereerst is middels een kwalitatief onderzoek meer inzicht verkregen in de achterliggende factoren van de snelle groei van het bestelwagenverkeer. Uit dit onderzoek is gebleken dat er geen eenduidig beeld is te verkrijgen van de trends en verschuivingen binnen het bestelwagensegment. Niet alleen verschillen de branches van elkaar of vertonen juist overeenkomsten, ook binnen de branches blijken er grote verschillen te bestaan. Wat bijvoorbeeld bij de één tot een afname heeft geleid kan bij de ander juist tot een toename hebben geleid. Ieder bedrijfis een case op zich. Zoals we later zullen zien heeft dit belangrijke implicaties voor de beïnvloedingsmogelijkheden. De manier waarop het wagenpark is samengesteld en wordt ingezet lijkt niet te worden verklaard door de branche waarin men werkzaam is, maar blijkt veel sterker te worden bepaald door aspecten als: • de aard van de werkzaamheden • de duur van de werkzaamheden • mate van automatisering (gebruik van ritplanningssystemen) • het soort ritten • het werkgebied De volgende trends zijn in het kwalitatieve onderzoek aangetroffen: • toename van het particulier gebruik • de bestelwagen als statussymbool • van groot naar klein • van klein naar groot • hogere eisen aan technische specificaties - toename van het motorvermogen - behoefte aan meer volume bij gelijkblijvend laadvermogen - meer aandacht voor ergonomie en veiligheid
Bij het samenstellen van branches voor de tweede onderzoeksfase zijn de koeriers- en expresvervoerders niet afgesplitst van de transportbranche. Gebleken is namelijk dat de meeste expresvervoerders ingeschreven staan als (weg)transportbedrijf. Expresvervoer behoort dan tot één van de
transportactiviteiten. In het onderliggende eind-rapport beschrijven we daarom het bezit en gebruik van bestelwagens binnen de wegtransportsector. Alleen daar waar de analysemogelijkheden het toelaten worden uitspraken gedaan over de expresvervoerders.
A1222 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens [ © NIPO Amsterdam j augustus 1997 l 6
Aansluitend aan het kwalitatieve onderzoek heeft er een telefonische enquête onder zakelijke gebruikers plaatsgevonden. Het doel van deze enquête was om na te gaan in
welke mate de trends, die in het kwalitatieve onderzoek zijn geïdentificeerd, marktbepalend zijn. Of anders gezegd, of de antwoorden die zijn gegeven in het groepsgesprek en de interviews ook terugkomen bij de overige
bestelwagengebruikers. In algemene zin is hieruit naar voren gekomen dat de aanschaf en gebruik van bestelwagens voor elk bedrijf anders is. Dit betekent dat op geaggregeerd niveau (het niveau van de markt) geen duidelijke trends zijn waar te nemen. Het marktbeeld wordt bepaald door het grote aantal bedrijven en instellingen
waarvoor de aanschaf en het gebruik van bestelwagens van ondergeschikt belang is. Doordat de kosten voor aanschaf en gebruik relatief laag zijn, kan men het zich veroorloven om snel en adequaat op marktontwikkelingen in te spelen. Deze marktontwikkelingen vragen om een grote mate van flexibiliteit, zo ook in het
gebruik van bestelwagens. Dat dit dan leidt tot een inefficiënt gebruik neemt menigeen op de koop toe. In de meeste gevallen kan men zich zelfs afvragen of de bedrijven zich hier überhaupt van bewust zijn. Wat betreft de oorzaken achter de groei geeft de markt een duidelijk antwoord. De toename van het aantal bestelwagens
is veroorzaakt door een toename van de werkzaamheden of het aantal opdrachten. Uiteraard zijn er, zoals we later zullen zien, uitzonderingen op de regel. In bepaalde (sub)segmenten heeft een inefficiënt gebruik wel degelijk consequenties. Daar zien we dan ook dat men actief bezig is met het bevorderen van een (kosten)efficiënte inzet
van de bestelwagens. In het bovenstaande zijn de resultaten van de eerste twee fasen samengevat. In de volgende hoofdstukken gaan we in op de tweede onderzoeksvraag. Deze luidt: Welke
beïnvloedingsmogelijkheden zijn er om de groei en de daarmee gepaard gaande stijging van energiegebruik en emissies terug te dringen?
A1222 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens © NIPO Amsterdam j augustus 1997 j 7
Beïnvloedingsmogelijkheden op de particuliere markt
2.1
Inleiding
In de eerste fase van het onderzoek is naar voren gekomen dat in de afgelopen jaren de sterkste groei in het bestelwagensegment heeft plaatsgevonden in de categorie particulier gebruik. De volgende fasen van het onderzoek hebben zich echter vooral gericht op de zakelijke gebruikers van bestelwagens. Dit vanwege het feit dat de onderzoekssvragen geformuleerd zijn vanuit de achtergrond van het vracht- en semivrachtvervoer. Desondanks zijn er, vooral bij het kwalitatieve onderzoek, interessante feiten aan het licht gekomen over het privé gebruik. In het belang van het onderzoek wordt daarom in dit (korte) hoofdstuk opnieuw stilgestaan bij de particuliere markt. In het onderstaande geven we aan welke speelruimte er in dit segment is als het gaat om het bezit en gebruik af te remmen.
2.2
Bestelwagen als gezinsauto
In de categorie particulier gebruik is in de periode 1985-1993 het aantal bestelwagens jaarlijks toegenomen met circa 8%. In 1993 had dit segment een omvang van meer dan 100.000 bestelwagens. Volgens opgave van het CBS heeft het particulier gebruik zowel betrekking op zakelijke als op de particuliere markt. In het eerste geval gaat het om bestelwagens die aangeschaft zijn op naam van een bedrijf of instelling, maar (gedeeltelijk) gebruikt worden voor particuliere doeleinden. Op basis van bestaande statistieken is het helaas niet mogelijk onderscheid te maken tussen de zakelijke en particuliere markt. Gezien de omvang van het segment zal nader onderzoek naar het particulier gebruik een goede aanvulling zijn op het huidige onderzoek. Dat het particulier gebruik zo'n vlucht heeft genomen is vooral te wijten aan de gunstige fiscale maatregelen. Door een laag tarief in de motorrijtuigenbelasting (MRB) en het ontbreken van de Belasting Personenauto's en Motorrijwielen (BPM) is het
financieel zeer aantrekkelijk om een bestelwagen aan te schaffen en deze te
registreren als bedrijfsvoertuig (grijs kenteken). Daarnaast hebben ook de veranderende eisen aan auto's en de kleinere gezinnen er aan bij gedragen dat bestelwagens in trek zijn bij particulieren. Ondanks diverse aanscherpingen in de wetgeving om het oneigenlijk gebruik van het grijs kenteken een halt toe te roepen, wijzen de cijfers uit dat het particulier gebruik tot nu toe niet afdoende is afgeremd. Een bijkomend probleem is dat de fabrikanten vanuit de marketing bewust inspelen op deze ontwikkelingen. Zo zijn er in de laatste drie jaar bestelwagens op de markt gekomen met een vormgeving die eerder is afgestemd op emotionele dan op rationele aankoopmotieven. Ook qua comfort en rijeigenschappen gaan bestelwagens steeds meer op personenauto's lijken. Goede voorbeelden hiervan zijn de Citroen Jumpy/Peugeol Expert, de Mercedes Vito en recentelijk de Citroen Berlingo/Peugeot
A1222 | Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens | © NIPO Amsterdam j augustus 1997 j 8
Partner. Een belangrijk verschijnsel in deze context is de opkomst van bestelwagens met een dubbele cabine. Deze bestelwagens worden door particulieren gebruikt als gezinsauto en worden gezien als een goedkope variant van de zogenaamde MPV's (Multi Purpose Vehicle). Alhoewel de importeurs huiverig zijn om de boeken open de doen over de verkopen aan particulieren, bestaat het vermoeden dat tussen de 15% en 20% van de omzet afkomstig is uit de particuliere markt.
2.3
Beïnvloeding door verhoging aanschafdrempel
Als we kijken naar de beïnvloedingsmaatregelen, dan biedt een verdere aanscherping van wet- en regelgeving de meeste mogelijkheden. Zo zou de particuliere markt kunnen worden afgeremd door de drempel te verhogen als het gaat om het registeren van een bestelwagen als bedrijfsvoertuig (grijs kenteken). De gedachten gaan hierbij niet zo zeer uit naar een aanscherping van allerhande afmetingen van bijvoorbeeld de laadruimte. Zoals gebleken weet de markt hier goed op in te spelen. Veeleer kan gedacht worden aan een verplichting tot het hebben van een inschrijving bij de Kamer van Koophandel en het aanvragen van een vervoervergunning. Bij de bedrijven kan men denken aan een bewijs dat de bedrijfsactiviteiten die men uitvoert een bestelwagen vereist. De weerstand voor particulieren om een bestelwagen aan te schaffen wordt hiermee vergroot. In mindere mate werkt dit ook drempelverhogend als het gaat om de zakelijke koper die de bestelwagen gebruikt voor particuliere doeleinden. Hij of zij moet immers kunnen aantonen waarvoor de bestelwagen wordt gebruikt. Wat betreft de inschrijvingsplicht bij de Kamer van Koophandel zij opgemerkt dat hier in het verleden ook naar is gekeken. Gebleken is dat deze optie vanuit de Kamer van Koophandel gezien niet wenselijk is. Men is bang voor het zogenaamde 'Macro-pasjes' effect: alleen door inschrijving kan men al veel financieel voordeel behalen. Het gevolg is dat het aantal 'lege' BV's sterk zal toenemen. Bij de beïnvloedingsmogelijkheden dient een kanttekening geplaatst te worden als het gaat om het uiteindelijke effect. Zeker op de particuliere markt zal er immers een substitutie gaan plaatsvinden van bestelwagens naar personenauto's. Het effect op het aantal verkeersbewegingen zal hierdoor niet afnemen. Winst is wel te halen als we kijken naar de effecten op het energiegebruik en emissies. Alhoewel het verschil steeds geringer wordt gaan personenauto's zuiniger met de energie om dan bestelwagens. Ook de uitstoot van schadelijke stoffen is bij personenauto's lager. Dit verschil wordt voorlopig nog ingegeven door de C02 normen vanuit Brussel die wel van toepassing zijn op personenauto's en niet op bestelwagens.
A1222 j Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ! © NIPO Amsterdam j augustus 1997 : 9
Beïnvloedingsmogelijkheden op de zakelijke markt
3.1
Inleiding
In het vorige hoofdstuk is kort ingegaan op de mogelijkheden die er zijn om op de particuliere markt het bezit van bestelwagens een halt toe te roepen. In dit hoofdstuk bekijken we de situatie op de zakelijke markt. Dit doen we door eerst te kijken naar de algemene mogelijkheden en vervolgens naar de mogelijkheden die er zijn voor de afzonderlijke branches. Per branche worden de beïnvloedingsmogelijkheden voorafgegaan door een beschrijving van de belangrijkste branchekenmerken. In het onderstaande zullen we het vaak hebben over de markt. Voor alle duidelijkheid: hiermee hebben we de zakelijke markt voor ogen. Daarnaast zij opgemerkt dat de aantallen die in dit hoofdstuk worden vermeld gebaseerd zijn op de uitkomsten van de telefonische enquête. Deze enquête is speciaal voor dit onderzoek gehouden. De aantallen die vermeld staan in tabel l zijn daarentegen gebaseerd op de statistieken die geraadpleegd zijn in de eerste fase van het onderzoek2.
3.2
Nauwelijks beïnvloedingsmogelijkheden voor de hele markt
Bij het zoeken naar de beïnvloedingsmogelijkheden hebben we ons laten leiden dooi-
de uitkomsten van de eerste twee fasen van het onderzoek. Zoals eerder aangegeven is er op de bestelwagenmarkt eerder sprake van 170.000 deelmarktjes dan van één homogene markt. Mogelijkheden om de zakelijke markt te beïnvloeden zijn dan ook niet ruim voorhanden. Zo zijn er eigenlijk alleen argumenten te vinden waarom een algemene beïnvloeding niet mogelijk is. In het onderstaande gaan we nader in op deze argumenten. Al deze argumenten laten zien dat de markt niet homogeen is en daardoor geen duidelijk beeld geeft. Bestelwagens worden ingezet voor meerdere doeleinden In tegenstelling tot vrachtwagens worden bestelwagens gebruikt voor meerdere
doeleinden. De belangrijkste vormen zijn het vervoer van goederen en produkten, het vervoer van gereedschappen, onderdelen en materialen en het vervoer van documenten en pakketten. Later zal duidelijk worden dat elke vervoersvorm vraagt
om specifieke beïnvloeding. Op het eerste gezicht is het soort vervoer afhankelijk van de bedrijfsactiviteit. Zo gaat het in de bouwnijverheid vooral om het vervoer van gereedschappen, onderdelen en materialen en in de groot- en detailhandel om het vervoer van goederen en produkten. Opvallend is echter dat de relatie tussen de branche en het soort vervoer niet eenduidig is. Bijna 30% van de fleetowners gebruikt de bestelwagens namelijk voor meerdere soorten vervoer. In het kwalitatieve De aantallen in tabel l hebben betrekking op de periode 1985-1996. De telefonische enquête is verricht in 3997.
A1222 j Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens | © NIPO Amsterdam | augustus 1997 10
onderzoek is gewezen op de ontwikkeling naar meer nevenactiviteiten. Bedrijven verrichten meerdere activiteiten en kunnen dan ook meerdere vormen van vervoer genereren.
Naar meerdere gebieden Bedrijven en instellingen hebben over het algemeen meerdere afzetgebieden. Dit betekent dat men met de bestelwagens veel verschillende ritten maakt. Zo rijdt men zowel naar het centrum, de buitenwijken of periferie van een stad en naar landelijke gebieden.
Niet duidelijk waar de groei zit Uit het kwantitatieve onderzoek is gebleken dat we geen duidelijk profiel kunnen opstellen van bedrijven waar sprake is van een toename van het aantal bestelwagens. Uit het kwalitatieve onderzoek zijn kenmerken overgenomen zoals soort vervoer, soort rit, ritafstand, spoedeisende werkzaamheden. Aan de hand van deze kenmerken zou het mogelijk moeten zijn een profiel op te kunnen stellen van de 'groeiers'. Gebleken is dat al deze factoren niet van invloed zijn. Dat wil zeggen dat zich onder bijvoorbeeld de vervoerders van goederen en produkten naar verhouding niet meer of minder 'groeiers' bevinden dan onder de andere soort vervoerders. Hetzelfde beeld tekent zich af als we de 'groeiers' relateren aan de overige achtergrondkenmerken.
Groei veroorzaakt door meer opdrachten Volgens de markt is de toename van het aantal bestelwagens vooral te verklaren uit de toename van het aantal opdrachten, of met andere woorden: de economische groei. Andere oorzaken zoals meer flexibiliteit, eisen van de klant, grotere werkgebieden3 worden niet of nauwelijks genoemd. Als de economische groei inderdaad de belangrijkste factor is, wil dit zeggen dat de toename van het aantal bestelwagens niet of nauwelijks kan worden geremd. Afremmen van de groei van het wagenpark in tijde van economische groei is tot op heden nog niet gelukt. Het wil echter niet direct zeggen dat de markt niet is te beïnvloeden als het gaat om terugdringen van energiegebruik en de emissies.
Oplossingen worden niet door de markt zelf aangedragen In de telefonische enquête is aan de respondenten gevraagd aan te geven hoe het gebruik van bestelwagens zou kunnen worden beperkt. De meeste fleetowners geven aan dat ze dit niet weten of zeggen dat dit niet mogelijk is. Ook weet een meerderheid van de respondenten niet wat de overheid eventueel zou kunnen doen om een efficiënt gebruik van bestelwagens te stimuleren. Ervaring leert dat dit soort antwoorden worden gegeven als het onderwerp bij de respondenten niet leeft. Het levert niet genoeg geld op om je druk over te maken. Hiermee zijn we terug bij het eerste argument dat pleit tégen een algemene marktbenadering.
Werkgebieden bevatten de lokaties waar men (het vaakst) met de bestelwagens naar toe moet. Dit
kunnen de volgende gebieden zijn: het centrum van een stad, de buitenwijken van een stad, de periferie van een stad of landelijke gebieden.
A1222 j Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens | © NIPO Amsterdam i augustus 1997 | 11
Bestelwagens zijn van ondergeschikt belang Voor veel bedrijven en instellingen is het gebruik van bestelwagens van ondergeschikt belang. Dit vloeit voort uit het gegeven dat de kosten voor zowel aanschaf als gebruik relatief laag zijn. Men richt de aandacht eerder op zaken die een hogere (financiële) prioriteit hebben. Uit het onderzoek komt dan ook duidelijk naar voren dat het onderwerp bestelwagen niet voldoende leeft. Een algemene marktbenadering om het gebruik een halt toe te roepen schiet dan te kort om door deze groep opgemerkt te worden, laat staan effect te hebben. Een grote taak is hier dan ook weggelegd om fleetowners duidelijk te maken wat een efficiënt gebruik van bestelwagens aan voordelen oplevert.
A1222 | Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens [ © NIPO Amsterdam i augustus 1997 | 12
Grotere bestelwagens en een lage benutting Uit het kwalitatieve onderzoek is naar voren gekomen dat er zowel een trend gaande
is van grote naar kleine voertuigen als van kleine naar grote voertuigen. Uit het marktonderzoek is vervolgens naar voren gekomen dat de trend naar grotere bestelwagens sterker is dan de trend naar kleinere bestelwagens. Zo geeft 34% van de fleetowners aan dat het laadvermogen van de bestelwagens in de laatste drie jaar is toegenomen terwijl 10% aangeeft dat het laadvermogen is afgenomen. Deze trend is opmerkelijk in de wetenschap dat 40 % van de bestelwagens niet volledig worden benut als het gaat om het laadvermogen of het volume. Kijken we vervolgens ook naar het aankoopgedrag, dan zien we dat men bij een gelijke prijs eerder kiest voor een grotere dan voor een kleinere bestelwagen. Dit wijst erop dat men niet bewust met het laadvermogen omgaat.
3.3
Omvang wagenpark belangrijk kenmerk bij indeling markt
Zoals eerder aangegeven is de zakelijke markt goed voor in totaal ongeveer 400.000 bestelwagens. Dit aantal wordt gegenereerd door bijna 170.000 bedrijfsvestigingen. Om nu te komen tot een reductie van het energieverbruik en de emissies biedt dit aantal onvoldoende houvast. Immers, zoals uit het kwalitatieve onderzoek naar voren is gekomen, is elk bedrijf een eigen case. Voor het voeren van een gericht beleid is het aantal van 170.000 dan te groot. Nu ook gebleken is dat de markt als geheel te ondoorzichtig is om geschikte beïnvloedingsmogelijkheden te vinden, bekijken we de situatie op een niveau lager. Dat is het niveau van de afzonderlijke segmenten. We kijken of er interessante profielen zijn die het mogelijk maken om gericht beleid te voeren. In het navolgende worden daarom een aantal profielen beschreven. Bij de marktsegmentatie is naar voren gekomen dat er twee ingangen zijn om de markt op hoofdlijnen te segmenteren. Dat zijn de branches en de omvang van het wagenpark. In de volgende paragraaf worden de profielen van enkele belangrijke branches weergegeven. Hieronder beschrijven we de kleine en grote fleetowners. Getracht is het een en ander zoveel mogelijk uit te drukken in aantallen bestelwagens en kilometrages. Nadrukkelijk zij opgemerkt dat het hierbij om ruwe schattingen gaat met mogelijk navenante afwijkingsmarges. Belangrijk om te weten is dat bij de berekeningen gebruik is gemaakt van de resultaten uit de telefonische enquête. In deze enquête is informatie verzameld op vestigingsniveau en niet op bestelwagenniveau. Dit betekent dat de uitkomsten exact zijn voor zover ze betrekking hebben op aantallen bedrijfsvestigingen en niet voor zover ze betrekking hebben op aantallen bestelwagens of kilometrages. Bij elk segment worden de belangrijkste kengetallen weergegeven. Tussen haakjes zijn de relatieve aantallen vermeld (percentage van de totale markt). Een compleet overzicht van verhoudingen op de bestelwagenmarkt is opgenomen in de tabellen 2 tot en met 7.
A1222 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens j © NIPO Amsterdam | augustus 1997 i 13
3.3.1 De kleinste fleetowners aantal bestelwagens: 96.000 (24%) aantal fleetowners: 96.000 (57%) totaal kilometrage: 2,4 miljard (18%) gem kilometrage: 25.000 De kleinste fleetowners zijn de bedrijven en instellingen die over slechts één bestelwagen beschikken. In totaal gaat het hierbij om circa 96.000 bedrijven en instellingen. Gezamenlijk nemen zij 24% van de totale markt voor hun rekening. De kleine fleetowners vormen gezamenlijk dus een belangrijk segment op de bestelwagenmarkt. Zoals we later zullen zien wordt het profiel van de kleine fleetowners in grote mate bepaald door de bedrijven in de detailhandel.
Door de kleinste fleetowners zijn in de laatste drie jaar ruim 47.000 bestelwagens aangeschaft. Circa 83% daarvan is te beschouwen als vervangingsaanschaf en 17% als initiële aanschaf. In vergelijking met de andere segmenten4 geeft dit laatste percentage aan dat zich onder de kleinste fleetowners relatief veel 'startende fleetowners' bevinden5. Uit de telefonische enquête is naar voren gekomen dat in Nederland ongeveer 10.000 bedrijven en instellingen zijn die drie jaar terug nog geen bestelwagen hadden. Daarvan bevinden zich er circa 8.000 onder de kleinste fleetowners. Een belangrijk kenmerk van de kleinste fleetowners is dat ze een relatief oud wagenpark bezitten. Meer dan 50% heeft de bestelwagen al meer dan drie jaar in bezit. Van degenen die in de laatste drie jaar een bestelwagen hebben aangeschaft heeft 33% gekozen voor een bestelwagen met meer laadvermogen. Als we dit percentage vergelijken met wat we vinden in andere segmenten, dan lijkt de trend naar meer laadvermogen zich vooral voor te doen bij de kleine fleetowners. Opvallend is daarom dat bijna de helft van de bestelwagens niet volledig wordt benut als het gaat om volume of laadvermogen. Dit wijst erop dat voor de meeste bedrijven en instellingen het bezit en gebruik van bestelwagens geen onderwerp is dat elke dag de aandacht heeft. Het behoort zeker niet tot de kernactiviteiten en men kan zich afvragen of het zelfs de status van een bedrijfsactiviteit heeft. Op de werkvloer gebruikt men de bestelwagens vaak zonder na te denken over een betere benutting. Veelal zijn de bedrijven, gezien de omvang van de lading en de vervoerfrequentie, gewoon niet in staat om het anders aan te pakken. De detailhandel is sterk vertegenwoordigd in het kleinbedrijf (minder dan 10 werkzame personen). Het is daarom niet vreemd dat de meeste bestelwagens ( 62%) 4
Voor aüe fleetowners samen ligt dit percentage op 10%. ' Doordat de kleinste fleetowners over slechts één bestelwagen beschikken is in dit segment het aantal fleetowners gelijk aan het aantal bestelwagens en visa versa. Vandaar de overgang van aantal bestelwagens naar aantal fleetowners.
A1222 [ Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens | © NIPO Amsterdam | augustus 1997 i 14
worden gebruikt voor het vervoer van goederen en produkten. Daarnaast wordt circa 27% ingezet voor spoedeisende werkzaamheden. Kijken we naar het soort ritten, dan zien we dat een meerderheid (61%) van de bestelwagens wordt ingezet voor punt-punt ritten die hier in de meeste gevallen korter zijn dan 50 kilometer. De meeste bestelwagens worden gebruikt voor ritten naar landelijke gebieden (39%). Omdat de fleetowners over slechts één bestelwagen beschikken, is het wel opmerkelijk dat toch nog 21% gebruik maakt van een ritplanningssysteem. Dit duidt erop dat dit segment niet zo homogeen is als het lijkt. Ook betekent dit dat er binnen bepaalde bedrijven en instellingen toch wel sprake is van een doelmatig gebruik. Een nadere analyse laat zien dat we hier vooral te maken hebben met bedrijven uit de groothandel.
Kijken we naar de speelruimte binnen dit segment dan is het belangrijk te weten dat het om zeer veel bedrijven gaat. Al deze bedrijven aanspreken op het ondoelmatig gebruik zal op praktische problemen stuiten. Daarnaast wordt de speelruimte beperkt door de mogelijkheden die kleine bedrijven hebben om veranderingen door te voeren. Veelal is hun (logistiek) handelen afgestemd op de wensen en eisen van klanten of opdrachtgevers. Zij hebben eenvoudigweg niet de macht en middelen om die ene bestelwagen efficiënter te gebruiken. Dit betekent op voorhand dat voor deze groep de beïnvloedingsmogelijkheden beperkt en wellicht eenzijdig zijn. Zo zal bijvoorbeeld de beïnvloeding van de logistiek op praktische problemen stuiten en zijn veel technische voorzieningen te duur. Alleen beperkende maatregelen en fiscale aanpassingen hebben dan een kans van slagen. Omdat deze bedrijven geen alternatieven hebben is de kans aanwezig dat dit leidt tot een toename van het aantal faillissementen. 3.3.2 De grootste fleetowners aantal bestelwagens: 100.000 (25%) aantal fleetowners: 4.000 (2%) totaal kilometrage: 3,7 miljard (27%) gem kilometrage: 36.000
De grote tegenhangers van de kleinste fleetowners zijn de grootste fleetowners. Dit zijn bedrijven en instellingen die over meer dan 10 bestelwagens beschikken. Kijken we naar de omvang van het wagenpark, dan vormen de grootste fleetowners een interessant segment. Zeker als we de omvang relateren aan het geringe aantal bedrijven en instellingen. Zo bezit 2% van alle fleetowners ongeveer een kwart het totale wagenpark. Met het hoge gemiddelde kilometrage nemen ze ook nog eens 27% van het totale kilometrage voor hun rekening. De belangrijkste branche binnen dit specifieke segment is de bouwnijverheid: 45% van alle grote fleetowners is actiefin deze branche. Bijna 90% van de grote fleetowners heeft in de afgelopen drie jaar één of meerdere bestelwagens aangeschaft. Dit wijst erop dat we hier te maken hebben met een relatief jong wagenpark. Naast het jonge wagenpark kenmerkt dit segment zich ook
A1222 j Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens | © NIPO Amsterdam j augustus 1997 i 15
door de bovengemiddelde toename van het aantal bestelwagens. Zo beschikt 67% van de fleetowners over meer bestelwagens dan drie jaar terug.
Van de nieuw aangeschafte bestelwagens heeft circa 20% meer laadvermogen dan de oude bestelwagens. In vergelijking met andere segmenten is dit een laag percentage. Uit dit cijfer is echter niet duidelijk op te maken of men de bestelwagens efficiënt inzet. Zo blijkt namelijk ook dat de helft van de bestelwagens niet volledig wordt benut.
Als we kijken naar het soort vervoer, dan gaat het bij de grote fleetowners vooral om het vervoer van gereedschappen, onderdelen en materialen. Bijna de helft van het aantal bestelwagens wordt specifiek voor dit doel ingezet. Slechts 9% wordt gebruikt voor het vervoer van goederen en produkten. Achter deze cijfers komt duidelijk de sterke positie van de bouwnijverheid naar voren. Overigens wordt bijna 40% van de bestelwagens ingezet voor meerdere vormen van vervoer. Andere belangrijkste ritkenmerken zijn: • 45% van de bestelwagens wordt ingezet voor spoedeisende werkzaamheden • 42% van de bestelwagens wordt ingezet voor rondritten, 56% voor punt-punt ritten en 19% voor beide soorten ritten • met 68% van de bestelwagens worden ritten gemaakt met een afstand korter dan 50 • er is geen duidelijk werkgebied: de bestelwagens worden gebruikt voor ritten van,naar -en binnen steden. Ook rijdt men naar landelijke gebieden. De grote fleetowners vervullen duidelijk een voortrekkers rol als het gaat om logistieke trends. Zo maakt 41% van de fleetowners gebruik van een ritplanningssysteem, waarvan 35% van een geautomatiseerd systeem. Daarnaast laten relatief veel fleetowners allerlei voorzieningen in de bestelwagens inbouwen zoals een boordcomputer (24%), een snelheidsbegrenzer (16%) en een cruise-control (6%).
Uit het bovenstaande kunnen we opmaken dat de grote fleetowners speelruimte bieden als het gaat om beïnvloeding van de efficiency en het energiegebruik. Zo is er sprake van een vrijwillige basis voor het installeren van energiebesparende
voorzieningen. Ook stapt men niet zomaar over op grotere bestelwagens. Belangrijk is ook de omvang van het wagenpark. Efficiencyverbeteringen kunnen leiden tot omvangrijke besparingen op de transportkosten. Ook vanuit praktisch oogpunt hebben we hier te maken met een interessant segment. Het gaat immers maar om slechts 4.000 bedrijven en instellingen. Hiermee is deze groep relatief eenvoudig te
beïnvloeden.
A1222 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens © NIPO Amsterdam | augustus 1997 ; 16
3.4
Ook op brancheniveau beperkte speelruimte
De branches die in dit onderzoek zijn geïdentificeerd zijn goed voor in totaal 340.000 bestelwagens6, hetgeen neerkomt op 85% van de totale markt. Ook wat betreft het kilometrage nemen deze branches een belangrijke positie in. In het onderstaande beschrijven we achtereenvolgens de volgende branches: bouwnijverheid, groothandel, detailhandel, zakelijke dienstverlening en het wegtransport.
3.4.1
De bouwnijverheid
aantal bestelwagens: aantal fleetowners: totaal kilometrage: gem kilometrage: aantal grote fleetowners:
130.000 (32%) 38.000 (23%) 4,1 miljard (30%) 25.600 1.800 (45%)
De bouwnijverheid is dé branche als het gaat om het bezit van bestelwagens. In deze branche rijden de meeste voertuigen rond en bevinden zich veel grote fleetowners. Ook de toename van het aantal bestelwagens is voor een groot deel voor rekening van deze branche gekomen.
De bouwnijverheid bestaat uit meerdere sectoren die hun specifieke inzet en gebruik van bestelwagens kennen7. Kenmerkend voor de gehele branche is de bijzondere wijze waarop de bestelwagens worden inzet. In grote lijnen gaat dit volgens het volgende patroon, 's Ochtends rijdt men, dikwijls met meerdere personen, naar de 'bouwplaats' en 's avonds rijdt men weer terug. Gedurende de rest van de dag wordt de bestelwagen niet gebruikt. De verkeersbewegingen zijn hiermee min of meer vergelijkbaar met die van het reguliere woonwerk verkeer. De lading die men meeneemt bestaat voornamelijk uit onderdelen, materialen en gereedschappen. Dit patroon loopt als een rode draad door het profiel van de branche. Zo is in tegenstelling tot de andere branches bij de bouwnijverheid geen sprake van het vervoer in eigenlijke zin. Men bezorgt immers geen produkten of goederen. Het feit dat de bestelwagens overdag niet worden gebruikt betekent dat er relatief weinig mee wordt gereden. Daarnaast zijn de afstanden vergelijkbaar met het woonwerk verkeer: vaak minder dan 50 kilometer. Met gemiddeld 26.000 kilometer per jaar ligt het kilometrage dan ook ver beneden het gemiddelde. Ook in de bouwnijverheid kent geen specifiek werkgebied. Ondanks dat dit de gemiddelde ritafstand niet significant beïnvloedt, zien we wel dat er relatief veel ritten gemaakt worden van een landelijk gebied naar een stad. 6
Deze aantallen zijn gebaseerd op de resultaten van de telefonische enquête en zijn niet verwerkt in
tabel 1. De belangrijkste sectoren zijn de burgerlijke- en utiliteitsbouw, de grond-, water en wegenbouw en de installatiebedrijven.
Al222 | Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens | © NIPO Amsterdam | augustus 1997 | 17
De bouwnijverheid kenmerkt zich verder door een efficiënt gebruik van de bestelwagens. Door zo'n 70% van de fleetowners worden de voertuigen immers volledig benut als het gaat om het laadvermogen. Daarnaast is er in tegenstelling tot de andere branches geen sprake van een trend naar grotere bestelwagens. Kijken we naar waar de bestelwagens voor worden gebruikt dan zal het geen verbazing wekken dat het laadvermogen niet belangrijk is. Zolang de mensen en de gereedschappen meegenomen kunnen worden ondervindt men geen problemen. Kijken we naar bovenstaande kenmerken dan komt daaruit naar voren dat er voor de bouwnijverheid nauwelijks specifieke mogelijkheden zijn om het gebruik van de bestelwagens te beperken. Zo zal bijvoorbeeld beïnvloeding van het logistieke proces geen uitkomst bieden. Bij het soort ritten dat we hier besproken hebben speelt de logistiek geen rol. Typerend is in dit opzicht dan ook het gebruik van ritplanningssystemen. In vergelijking met de andere branches wordt in de bouwnijverheid niet of nauwelijks van dergelijke voorzieningen gebruik gemaakt.
3.4.2 De groothandel aantal bestelwagens: aantal fleetowners: totaal kilometrage: gem kilometrage: aantal grote fleetowners:
42.900(11%) 20.800 (12%) 1,6 miljard (12%) 37.600 220 (5%)
Met een aantal van 43.000 rijdt ruim 10% van het aantal bestelwagens rond in de groothandel. Kenmerkend voor de groothandel is het hoge gemiddelde kilometrage. Dit ligt met bijna 38.000 kilometer ver boven het gemiddelde. Omdat de ritafstand niet wezenlijk verschilt met de andere branches duidt dit op relatief veel ritten.
De bestelwagens worden in belangrijke mate gebruikt voor het vervoer van goederen en produkten. In tegenstelling tot de bouwnijverheid hebben we hier dus wel te maken met een 'vervoerende' branche. Dit zien we dan ook direct aan het soort ritten waarvoor de bestelwagens worden gebruikt. De meeste kilometers gaan op aan rondritten (meerdere bezorgadressen in één rit). Kenmerkend is dan ook dat in hoge mate gebruik wordt gemaakt van ritplanningsystemen. In de groothandel wordt 56% van het aantal bestelwagens ingezet voor spoedeisende werkzaamheden. Kijken we naar het werkgebied, dan zien we wederom dat alle werkgebieden voorkomen. De meeste bestelwagens worden echter ingezet voor ritten naar landelijke gebieden (33%). Overeenkomstig met de andere branches wordt ook hier de toename van het aantal bestelwagens bepaald door de toename van het aantal opdrachten. Als de groothandel zich op dit punt kan onderscheiden dan is dat voornamelijk vanwege het feit dat de groei ook verklaard wordt uit de verandering van de distributie en het feit dat men flexibel wil optreden waardoor altijd een bestelwagen achter de hand wordt
A1222 j Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens i © NIPO Amsterdam | augustus 1997 ] 18
gehouden. Kijken we naar de technische voorzieningen dan blijkt dat relatief veel fleetowners (14%) nu al een snelheidsbegrenzer hebben ingebouwd. Voor de beïnvloedingsmogelijkheden is het belangrijk te kijken waar de gevoeligheden van de branche liggen. Voor de groothandel wijzen deze in de richting van de transportkosten. Zoals uit meerdere onderzoeken naar voren komt is de groothandel na de transportsector de branche met de hoogste transportkosten. Bij hoge transportkosten zullen bedrijven sneller overgaan tot een efficiënt gebruik van de bestelwagens. Prijsmaatregelen zullen in deze branche wel degelijk effect hebben. Daarnaast zal de groothandel een gewillig oor hebben als het gaat om logistieke verbeteringen die leiden tot verbetering van de efficiency. De speelruimte wordt in dit opzicht vergroot door het feit dat men gewend is aan veranderingen van logistieke concepten. Het feit dat relatief veel fleetowners nu al een snelheidsbegrenzer heeft ingebouwd, laat zien dat men hier op vrijwillige basis maatregelen neemt om het energieverbruik te beperken.
3.4.3
De detailhandel
aantal bestelwagens: aantal fleetowners: totaal kilometrage: gem kilometrage: aantal grote fleetowners:
75.500 (19%) 48.800 (29%) 2,1 miljard (15%) 22.600 290 (7%)
In de detailhandel rijden circa 75.500 bestelwagens rond, hetgeen neerkomt op ongeveer 19% van het totale wagenpark. Kenmerkend voor de branche is het lage gemiddelde kilometrage. Dit ligt met nog geen 23.000 kilometer ver beneden het gemiddelde. De bestelwagens worden dan ook minder frequent gebruikt dan in de andere branches. Inherent aan de vele kleine bedrijven in deze branche is het relatief hoge aantal bedrijven dat over slechts één bestelwagen beschikt (74%). Dit betekent dat we hier te maken hebben met een relatief groot aantal fleetowners. Zoals de bouwnijverheid typisch een branche is waar de bestelwagens worden ingezet
voor het vervoer van gereedschappen, onderdelen en materialen, zo is de detailhandel typisch een branche waar de bestelwagens gebruikt worden voor het vervoer van goederen en produkten. Zo wordt 60% van het wagenpark ingezet voor deze vorm van vervoer, hetgeen neerkomt op ruim 53.000 bestelwagens. Gemeten in aantallen voertuigen neemt de detailhandel éénderde van het totale vervoer van goederen en produkten in het bestelwagensegment voor haar rekening. Rijdt men in de bouwnijverheid en dan met name bij installatiebedrijven in een relatief nieuw wagenpark, in de detailhandel is het wagenpark relatief oud. Bijna de helft van het aantal fleetowners heeft de laatste drie jaar geen bestelwagen aangeschaft. Opmerkelijk of wellicht typerend is dat ondanks het hoge aantal rondritten nog weinig gebruik wordt gemaakt van ritplanningssytemen. Dit kan er op
Al 222 | Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens i © NIPO Amsterdam ! augustus 1997 ', 19
duiden dat in deze branche de bestelwagens veelal op ad-hoc basis worden ingezet, hetgeen niet altijd even efficiënt gebeurt. Dit wordt vooral in de hand gewerkt door de relatief lage kosten (veel fleetowners beschikken over slechts één bestelwagen). Kenmerkend voor de detailhandel is verder dat er relatief weinig bestelwagens worden ingezet voor spoedeisende werkzaamheden (33%) en dat er net zo als in de groothandel relatief veel bestelwagens bemand worden door alleen de chauffeur (64%). De meeste ritten hebben zowel de herkomst als bestemming in een landelijk gebied (13%).
Wat betreft de benutting van de bestelwagens zijn er parallellen te trekken met de groothandel. Zo ligt ook hier het percentage bestelwagens dat niet volledig wordt benut boven het gemiddelde. Het zal geen verbazing wekken dat ook in de detailhandel de toename van het aantal bestelwagens bepaald wordt door de toename van het aantal opdrachten. Typerend voor de branche wordt hier ook nog als oorzaak aangedragen dat de klanten een snellere of frequentere belevering eisen. Dit is tekenend voor de beperkte speelruimte die er is als het gaat om het beïnvloeden van het bestelwagengebruik. Doordat het kleine bedrijven zijn, zijn ze afhankelijk van de wensen en eisen van de klanten en afnemers. Ze hebben eenvoudigweg niet de macht
en middelen om de bestelwagens efficiënter in te zetten. 3.4.4 De zakelijke dienstverlening aantal bestelwagens: 78.400 (19%) aantal fleetowners: totaal kilometrage: gem kilometrage: aantal grote fleetowners:
28.500(17%) 3,0 miljard (22%) 32.000 550 (14%)
De zakelijke dienstverlening is de tweede branche als het gaat om het aantal bestelwagens. Het gemiddelde kilometrage ligt met 32.000 kilometer boven het
gemiddelde. Afgaande op de cijfers duidt dit eerder op lange dan op veel ritten. Analoog aan de bouwnijverheid bestaat de zakelijke dienstverlening ook uit meerdere sectoren die hun specifiek inzet en gebruik kennen. De belangrijkste sectoren zijn het
bank- en verzekeringswezen en allerhande bureaus zoals architectenbureaus, ingenieursbureaus, reclamebureaus en advokatenkantoren. Ook de schoonmaakbedrijven, wasserijen en sommige installatiebedrijven horen tot deze branche.
Eigen aan de zakelijke dienstverlening is het relatief hoge aantal nieuwe fleetowners en het relatief jonge wagenpark: circa 77% van de fleetowners heeft namelijk in de afgelopen drie jaar één of meerdere bestelwagens aangeschaft. Daarnaast is de gemiddelde vlootomvang sneller toegenomen dan in de andere branches. De toename van het aantal bestelwagens wordt overigens alleen veroorzaakt door de toename van
het aantal opdrachten.
A1222 j Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ] © NIPO Amsterdam ! augustus 1997 j 20
In de zakelijke dienstverlening worden de meeste bestelwagens gebruikt voor het vervoer van gereedschappen, onderdelen en materialen. Omdat er in de zakelijke dienstverlening veel verschillende activiteiten plaatsvinden, treffen we ook meerdere vormen van vervoer aan: het vervoer van goederen en produkten én het vervoer van documenten en pakketten. In de zakelijke dienstverlening vinden dus zowel
transport- als service activiteiten plaats. Qua vervoerpatronen zijn er dan ook parallellen te trekken met zowel de groothandel als de installatiebedrijven (bouwnijverheid). Wat dit laatste betreft zien we ook de spoedeisende werkzaamheden terugkomen. Zo wordt 58% van de bestelwagens ingezet voor dit type werkzaamheden. Het percentage fleetowners dat gebruik maakt van een ritplanningssysteem ligt met 23% tussen dat van de groothandel en installatiebedrijven in. De meeste bestelwagens in de zakelijke dienstverlening worden gebruikt voor punt-
punt ritten en voor het vervoer over korte afstanden. Kijken we naar de verschillende werkgebieden, dan is van de helft van het aantal bestelwagens niet bekend waar ze het vaakst naar toe rijden. Dit wijst erop dat men in de zakelijke dienstverlening meerdere afzetgebieden bedient.
Als er sprake is van een trend naar meer laadvermogen dan is deze wellicht terug te vinden in de zakelijke dienstverlening. Relatief meer bedrijven dan in de eerder
besproken branches geven aan dat de nieuwe bestelwagens meer laadvermogen hebben dan de oude bestelwagens. Wat betreft de benutting van de bestelwagens ligt de zakelijke dienstverlening op het gemiddelde niveau.
Uit het bovenstaande komt naar voren dat er geen duidelijk profiel is van de zakelijke dienstverlening. Inherent aan de branche worden de bestelwagens op verschillende wijzen gebruikt en ingezet. Er komen dan ook zowel typische kenmerken van de vervoerende bedrijven (groothandel) als van de servicebedrijven (bouwnijverheid) naar
voren. Eigen beïnvloedingsmogelijkheden voor de zakelijke dienstverlening zijn dan ook niet aan te geven. Gezocht zal moeten worden in de richting van de (on)mogelijkheden die aangegeven zijn bij de bouwnijverheid en de groothandel. 3.4.5 Het wegtransport aantal bestelwagens:
9.100(2%)
aantal fleetowners: totaal kilometrage:
4.000 (2%) 470 miljoen (3%)
gem kilometrage: aantal grote fleetowners:
44.800 120 (3%)
De wegtransportbedrijven zijn voor dit onderzoek niet geselecteerd vanwege hun
aandeel in de totale vlootomvang, maar vanwege de vermeende specifieke logistieke concepten. Uit het onderzoek blijkt dan ook dat deze sector qua omvang een zeer bescheiden rol speelt. Het aantal bestelwagens in de gehele sector ligt rond de 9.000.
Specifiek voor expresvervoer worden ongeveer 4.000 bestelwagens ingezet. Hierbij gaat het dan om circa 900 fleetowners. Typerend is uiteraard het hoge gemiddelde
A1222 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens | © NIPO Amsterdam j augustus 1997 | 21
kilometrage. Door de wegtransportbedrijven wordt met de bestelwagens gemiddeld bijna 45.000 kilometer per jaar afgelegd waarmee ze met kop en schouders boven de andere sectoren uitsteken. Afgaande op de resultaten van de enquête, blijkt dat de transportbedrijven met relatief nieuwe bestelwagens rijden. Zo'n 72% van fleetowners heeft in de laatste drie jaar één of meerdere bestelwagens aangeschaft. Daarnaast is de gemiddelde vlootomvang sneller toegenomen dan in de andere branches. Daarnaast is de gemiddelde vlootomvang sneller toegenomen dan in de andere branches. Ongeveer 39% van het aantal fleetowners in de transportsector heeft immers meer bestelwagens dan drie jaar terug. De toename van het aantal bestelwagens wordt nu eens niet alleen veroorzaakt door de toename van het aantal opdrachten, maar ook door de volgende aspecten: • strengere eisen grijs kenteken: voorheen reden de koerierdiensten veelal met grijze kentekens in omgebouwde personenauto's of zogenaamde VANS. Vanwege de nieuwe eisen aan het grijze kenteken zijn zij genoodzaakt over te stappen naar een bestelwagen. • meer flexibiliteit in het optreden: door extra bestelwagens achter de hand te houden is men makkelijk in staat pieken in de dienstverlening op te vangen. • overstap van vrachtwagens: als enige sector noemt een substantieel deel van de fleetowners dat de toename veroorzaakt is door de vervanging van vrachtwagens voor bestelwagens.
Ongeveer de helft van het aantal nieuwe bestelwagens heeft meer laadvermogen dan de oude. In tegenstelling tot de meeste andere branches is hier dus wel sprake van een trend naar meer laadvermogen. Door de wegtransportbedrijven worden verschillende vormen van vervoer aangeboden. Dit betekent dat de bestelwagens voor verschillende doeleinden worden ingezet. Ook hebben we te maken met verschillende ritsoorten. De meeste bestelwagens worden echter ingezet voor punt-punt ritten (68%). Wat betreft de ritafstand is de verdeling ongeveer fifty-fifty: er worden net zoveel bestelwagens ingezet voor het korte-afstand vervoer als voor het lange afstandsvervoer. Ook wordt ongeveer de helft van het aantal bestelwagens ingezet voor spoedeisende werkzaamheden. Wat betreft de werkgebieden valt op dat men overal naar toe rijdt. Voor 55% van bestelwagens is daarom ook niet aan te geven waar ze het vaakst naar toe rijden. Als we kijken naar logistieke aspecten, dan neemt de transportsector het voortouw. Zo maakt ongeveer 41% van de fleetowners gebruik van planningssystemen, waarvan nog eens de helft dit ook heeft geautomatiseerd. Daarnaast zijn relatief veel bestelwagens uitgerust met boordcomputers, snelheidsbegrenzers en plaatsbepalingssystemen. Dat de sector voorop loopt als het gaat om logistieke aspecten wil niet zeggen dat de bestelwagens efficiënt worden ingezet. Zo blijkt dat 58% van de voertuigen niet volledig wordt benut. Omdat de sector in omvang niet zo belangrijk is gaat hier in absolute aantallen 'slechts' om 5.300 bestelwagens.
A1222 j Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens | © NIPO Amsterdam j augustus 1997 j 22
Uit het bovenstaande kunnen we opmaken dat net als bij de grote fleetowners de wegtransportbedrijven speelruimte hebben als het gaat om beïnvloeding van de efficiency en het energiegebruik. Zo is ook hier sprake van een vrijwillige basis voor het installeren van energie besparende voorzieningen. Daar komt bij dat de transportkosten dermate belangrijk zijn dat men zelf zoekt naar mogelijkheden om de efficiency te verbeteren. Een belangrijk aandachtspunt bij de beïnvloedingsmogelijkheden is uiteraard het hoge percentage bestelwagens dat niet volledig wordt benut.
Al222 | Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens : © NIPO Amsterdam ] augustus 1997 , 23
Oplossingsrichtingen
4.1
Inleiding
De laatste fase van het onderzoek heeft zich primair gericht op het zoeken naar beïnvloedingsmogelijkheden voor de rijksoverheid. Daarbij is vooral gelet op de speelruimte in de gehele markt en in die van de afzonderlijke branches. Vooralsnog was het niet de bedoeling om te zoeken naar concrete oplossingen of concrete maatregelen. Ondanks dat we hier niet naar gezocht hebben zijn er tijdens het onderzoek toch diverse oplossingsrichtingen naar voren gekomen. Omdat deze dooide markt zelf zijn aangedragen zijn ze te belangrijk om niet in dit rapport op te nemen. In dit hoofdstuk bespreken we daarom enkele ideeën die door de markt zijn aangedragen.
4.2
Oplossingsrichtingen uit de markt nog niet concreet
Door de markt zijn oplossingen aangedragen die mogelijk kunnen bijdragen aan een beperking van de groei van het bestelwagenverkeer of de daarmee gepaard gaande schadelijke neveneffecten een halt toe te roepen. De oplossingen die worden aangedragen laten zich als volgt onderverdelen:
• • • •
technische voorzieningen logistieke mogelijkheden regelgeving overige oplossingen
4.2.1
Technische voorzieningen
De oplossingen in de technische sfeer hebben in eerste instantie betrekking op het verbeteren van de efficiency en/of het reduceren van het energieverbruik. Kijken we
technische voorzieningen dan doen zich de volgende mogelij kheden voor: • snelheidsbegrenzer • econometer • cruise control • black box • boordcomputer Ondanks dat de verschillende systemen hun weg al hebben gevonden naar de bestelwagens zijn de meeste fleetowners nog niet zo ver. In het algemeen volgen technische vernieuwingen een vaste weg naar de markt. Uit onderzoek blijkt dat de eerste bedrijven die kunnen profiteren van technische vernieuwingen uit het groot bedrijf komen. Zij kunnen het zich veroorloven om te investeren in kostbare en
A1222 j Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens j © NIPO Amsterdam ; augustus 1997 ; 24
risicovolle technologie. Na een periode waarin de technologie voor de markt 'volwassen' is geworden, worden de producten goedkoper en zijn ze ook gestandaardiseerd. Dan pas zal de technologie ook haar intrede kunnen doen bij het kleinbedrijf. Deze weg naar de markt zien we ook terug bij de bestelwagens. Zo vervullen de grote bedrijven en instellingen duidelijk een voortrekkersrol. Relatief veel bedrijven in dit segment hebben de bestelwagens al voorzien van een boordcomputer (24%) en snelheidsbegrenzer (16%). Voor een verdere verspreiding van de technische hulpmiddelen zal men -zich eerst dienen te richten op de grote fleetowners die hiervan nog geen gebruik maken. Voor de kleine fleetowners zijn deze voorzieningen nog niet weggelegd. Zij zullen niet of nauwelijks overtuigd kunnen worden van de voordelen.
4.2.2 Logistieke oplossingen Naast technische oplossingen zijn door de respondenten ook enkele oplossingen aangedragen in de logistieke sfeer. Hierbij gaat het om de volgende aspecten • efficiëntere belading • ritplanningssystemen • meer uitbesteden • een landelijk coördinatiecentrum • veranderen van routeschema's • rechtstreeks van de fabriek naar de eindbestemming Uit de tweede fase van het onderzoek is naar voren gekomen dat 40% van de bestelwagens niet volledig wordt benut als het gaat om het volume of laadvermogen. Duidelijk is dat het probleem zich voordoet in het gehele segment. Bij het aangeven van oplossingen kan men echter niet de karakteristieken van de verschillende branches heen. Zo speelt de logistiek in de bouwnijverheid een ondergeschikte rol. Voor een verbetering van logistieke oplossingen zal veeleer gekeken dienen te worden naar sectoren die veel rondrittten genereren: de groothandel, detailhandel en expresvervoerders.
Een efficiëntere vorm van belading zou kunnen worden bereikt door gebruik te maken van betere beladingsystemen. Zo wordt door enkele bedrijven aangegeven dat
gekeken zou moeten worden naar de inrichting van de bestelwagens. Door deze aan te passen kan enerzijds meer lading worden meegenomen en kan anderzijds de chauffeur makkelijker bij zijn lading komen. Hierdoor kan meer lading worden meegenomen en is de chauffeur minder tijd kwijt met lossen. Kijken we naar de ritplanningssystemen, dan kan het meeste effect verwacht worden bij die doelgroepen waar relatief veel bestelwagens worden ingezet voor het vervoer van goederen en producten of voor het vervoer van documenten en pakketten. Bij deze vormen van vervoer kan ritplanning bijdragen aan een reductie van het leeglijden. In eerste instantie komen hiervoor de groothandel en de koerierdiensten in aanmerking. In tweede instantie kan ook de detailhandel hierbij worden betrokken.
A1222 Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens © NIPO Amsterdam | augustus 1997 ' 25
Een veel gehoorde manier om het gebruik van bestelwagens af te remmen is het uitbesteden van het vervoer aan logistieke dienstverleners. Vanuit het streven naar kostenreductie zal een transportbedrijf eerder zorgen voor efficiënter vervoer dan de gemiddelde eigen vervoerder. Uitbesteden zal daarom leiden tot een professionelere en efficiëntere vorm van vervoer. Ook deze beïnvloedingsmaatregel zal niet gelden voor de gehele bestelwagenmarkt en alleen van toepassing zijn op de vervoerende sectoren. Daarnaast kan men zich afvragen of een dergelijke beïnvloeding in de praktijk zal werken. Het al dan niet inschakelen van logistieke dienstverlening is een vrije keuze van elk individueel bedrijf of instelling. Beïnvloeding van deze keuze zal om vergaande maatregelen vragen. Met een (landelijk) coördinatie-centrum heeft men een centrum voor ogen waar kleine ladingen kunnen worden aangemeld als retourvracht voor bestelwagens. Een doorn in het oog van veel eigen vervoerders is dat ze geen vracht van derden mogen meenemen en noodgedwongen veel kilometers leeg rijden. In eerste instantie lijken de mogelijkheden voor een dergelijk centrum beperkt. Vanuit concurrentieoverwegingen is het vooralsnog niet denkbaar dat eigen vervoerders lading voor derden mogen vervoeren. Zonder te kijken naar deze 'juridische' haken en ogen biedt een dergelijk centrum uiteraard wel mogelijkheden om te komen tot een betere efficiency in het vervoer. Een groot voordeel is dat een dergelijk systeem toegankelijk kan zijn voor de bestelwagenmarkt in zijn geheel. Onafhankelijk van de doelgroep kan iedere bestelwagen op een anders lege retoumt een lading voor derden meenemen. Een uitzondering is wellicht de transportsector zelf. Een aantal grote transportondernemingen hebben dergelijke voorzieningen reeds in eigen beheer opgezet. Het leeglijden kan voor een deel worden opgelost door het veranderen van routeschema's. Bij grote fleetowners is men zich bewust van deze mogelijkheid en worden routeschema's regelmatig aangepast. Uit de marktstudie komt echter naar voren dat de meeste fleetowners niet werken met ritplanningen en de bestelwagens veelal inzetten op ad-hoc basis. Het aanpassen van routeschema's is voor deze fleetowners op dit moment nog te ambitieus. De grote fleetowner bieden in dit opzicht wel mogelijkheden. Men zou kunnen overwegen om ook scans uit te gaan voeren in het bestelwagensegment. Naast de routeschema's kan men deze fleetowners dan ook 'doorlichten' en adviseren op andere logistieke aspecten. Het laatste punt betreft hier het rechtstreekse vervoer naar de eindbestemming. In de bouwnijverheid heeft dit verschijnsel hier en daar reeds zijn intrede gedaan. Bouwmaterialen worden rechtstreeks van de fabriek naar de bouwplaats gebracht zonder tussenkomst van het bouwbedrijf. Deskundigen zijn van mening dat met de
opkomst van het elektronische tijdperk dit principe ook toegepast zal gaan worden in andere sectoren. Afnemers kunnen hun orders rechtstreeks plaatsen bij de fabrikanten. De handel als tussenschakel zal zijn rol in dit proces gaan verliezen. Voor het vervoer kan dit betekenen dat veel producten rechtstreeks van producent naar consument wordt vervoerd. Men kan zich echter afvragen of dit zal leiden tot een
A1222 | Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens l © NIPO Amsterdam : augustus 1997 j 26
efficiënter vervoer. Met het verdwijnen van tussenschakels komen de veelal efficiënte distributieactiviteiten in gevaar.
Ondanks dat bovenstaande oplossingen door de markt zelf worden aangedragen kan men er toch enkele kanttekeningen bij plaatsten. Belangrijk is te realiseren dat bestelwagens op een andere wijze worden ingezet dan vrachtwagens. De logistieke oplossingen die van toepassing zijn op het vervoer met vrachtwagens kunnen niet rechtstreeks worden toegepast op het bestelwagensegment. 4.2.3 Regelgeving De derde cluster van oplossingen die zijn aangedragen heeft betrekking op de regelgeving die in de afgelopen jaren is ingevoerd. Zoals uit de onderzoeksresultaten blijkt heeft deze regelgeving bewust of onbewust invloed op het bezit en gebruik van bestelwagens. Uit het onderzoek ontlenen we de volgende oplossingen: • • • •
aanpassing gemeentelijk beleid fiscale beïnvloedingsmogelijkheden beperking van het motorvermogen flexibilisering eigen vervoer bepalingen
Uit het groepsgesprek en de interviews is naar voren gekomen dat veel fleetowners niet te spreken zijn over maatregelen die gemeenten treffen om het vrachtverkeer te beperken. Met name gaat het hierbij om de laad- en lostijden, het parkeerbeleid en het afsluiten van straten voor vrachtverkeer. Deze maatregelen hebben er toe geleid dat fleetowners vrachtwagens hebben vervangen voor bestelwagens. Ondanks dat slechts 5% tot vervanging is overgegaan, dient dit wel gezien te worden als een signaal naar de (lokale) overheden. Een veel grotere groep, verspreid over alle branches, ondervindt immers permanent hinder als ze voor werkzaamheden in de stad moeten zijn.
De meest directe wijze om de aanschaf en het gebruik van bestelwagens te beïnvloeden is via fiscale maatregelen. Het voordeel van deze maatregelen is dat ze toepasbaar zijn op de gehele bestelwagenmarkt. Er hoeft derhalve geen onderscheid gemaakt te worden naar de specifieke doelgroepen. In het kwalitatieve onderzoek zijn trends gesignaleerd naar zowel meer laadvermogen als meer motorvermogen. Beide trends hebben een negatief effect op energieverbruik. Wellicht kan men met fiscale maatregelen deze trends beïnvloeden. Bij de logistieke beïnvloedingsmogelijkheden is ingegaan op de wens van een landelijk coördinatiecentrum. Vanuit efficiency-oogpunt is dit een goede suggestie. Een eerste voorwaarde voor het slagen van een dergelijk centrum is het versoepelen van de eigen vervoer bepalingen. Gekeken zou kunnen worden of liet mogelijk is de wetgeving op dit terrein aan te passen.
A l 2 2 2 ! Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens | © NIPO Amsterdam | augustus 1997 ; 27
4.2.4
Voorlichting
Eén van de belangrijkste conclusies die uit het onderzoek naar voren is gekomen is dat voor de meeste fleetowners het gebruik van bestelwagens van ondergeschikt belang is. De aandacht gaat vaak uit naar andere zaken en het lijkt dat men ten aanzien van het vervoer geen bewuste keuzen maakt. Men wil, gevoed door de eisen van de klant, zo flexibel mogelijk kunnen handelen. Bestelwagens bieden in dit opzicht goede mogelijkheden: ze zijn makkelijk inzetbaar en relatief goedkoop. De drempel om bij capaciteitsproblemen een extra bestelwagen aan te schaffen is voor veel fleetowner relatief laag. Het lijkt erop dat ze zich niet volledig bewust zijn van de besparingen die efficiency-verbeteringen kunnen opleveren. Kortom voorlichting is hier op zijn plaats. Door middel van voorlichting via bijvoorbeeld intermediairs kan men de fleetowners bewust maken van besparingen die mogelijk zijn door een efficiëntere inzet van de bestelwagens. In aansluiting op wat eerder is beschreven kan de voorlichting het beste op individueel niveau plaatsvinden. Zoals uit het onderzoek naar voren komt is ieder bedrijf namelijk een case op zich. De voorlichters dienen zich daarom goed op de hoogte te stellen van de logistieke situatie. Wat betreft de advisering en voorlichting kan gedacht worden aan het gebruik van ritplanningssystemen, het beter inrichten en efficiënter beladen van de bestelwagens, het opzetten van routeschema's en het inzichtelijk maken van de transportkosten.
A1222 • Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens : © NIPO .Amsterdam i augustus 1997 2S
2 \ De belangrijkste branches in cijfers - aantallenJlcclowners (absoluut)
burg + ut. bouw
instnllnlicbedr
bouw totaal
groothandel
detailhandel
znk.clienstv.
wegtransport
totaal
15.400
11.000
38.300
20.800
48.800
28.500
4000
167.900
770
770
220
290
550
270
4.000
heeft laatste drie jnar een bstw nangcscllnft
5800
9.400
22200
14.100
24.500
21.900
2.800
102.400
genereert rondrillcn
1200
2500
7.300
9.100
25.000
4.300
999
53.700
aantal fleetowncrs n;inlnl grote fleetowners
genereert punt-punt ritten
1.780
13.700
8.200
29.100
9.500
20.600
23.700
2.800
105.800
gebruikt een planningssysteem
6.300
8.400
5.000
9.100
12.500
6.000
1.600
38.600
heeft meer bestelwagens t.o.v. drie jnar terug
4.900
5100
13000
4.600
7.200
9.400
1.600
42.000
640
2.700
3.600
2.500
6.400
9.300
1.200
30.700
hoeft mm' laadvermogen t.o.v. drie janr terug
A1222 | Trends Bc/.it en G e b r u i k vnn liostolwagens | © Niro Amsterdam | augustus 1997 29
.'J l De belangrijkste branches in cijfers - aantallen Jleetowncrs (in percentage van het totaal aantal/leetowners)
bnrg.+ ut bouw
jnst; illatiebcdi.
%
%
bouw totaal %
9
7
23
12
19
19
44
5
heeft laatste drie janr een bstw aangeschaft
6
9
22
genereert rondritten
2
5
14
a a n t a l fleetowners aantal grote fleetowners
groothandel
detailhandel
zak.dicnstv.
wegtransport
%
%
%
%
%
29
17
2
100
7
14
3
100
14
24
21
3
100
17
47
8
2
100
totaal
genereert punt-punt ritten
13
8
28
9
19
22
3
100
gebruikt een planningssysteem
16
22
13
24
32
16
4
100
heeft meer bestelwagens I.o.v. driejaar terug
12
22
13
11
17
22
4
100
12
8
21
30
4
100
heeft meer laadvermogen t.o.v. driejaar terug
2
9
A1222 | Trends Bc/.it en Gebruik van Bestelwagens | © Niro Amsterdam | augustus 1997 30
4 \ De belangrijkste branches in cijfers - aantallen bestelwagens (absoluut)
burg.+ ut.bouw
installntiebedr.
bouw totaal
groothandel
detailhandel
zak.clienstv.
44.900
46900
130.300
42.900
75.500
78.400
9.100
404.700
- j;ereedschappcn e.d
25.000
28.100
85.000
6.400
9.800
32.900
1.900
129.500
- goedcrcn/proclukten
3000
300
3.900
22.700
52.800
14.100
3.100
157.800
0
0
0
0
0
6.300
640
8.000
- meerdere vormen
15.000
17.400
41.700
12.400
12000
25.000
3.000
109.300
- spoedeisend
10.300
30500
46.900
24000
24.900
45.500
4.600
174.000
3.600
15.900
26 100
19.300
37.800
20.400
2.100
129.500
a.mial bestelwagens
wegtransport
totaal
W'drtM'dti voor:
- documenten/pakketten
- rondritten
- pimi-pnni ritten
39 100
29500
97.800
18.400
34.000
57.200
6.200
259.000
- korte afstand
31.500
34.500
86000
22.000
64.000
53.200
4.000
81.000
- lange afstand
8900
4.100
19.900
10.700
3.600
23.900
3.800
81.000
11 400
9800
40.400
19.300
32.500
59.800
5.300
162.000
• niet volledig benul
A 1222 | Trends lie/.il en Gebruik van Bestelwagens | © Niro Amsterdam | augustus 1997 | 31
5 De belangrijkste brunches in cijfers - aantallen bestelwagens (in percentages van het totale wagenpark)
burg.+ ut bouw
installnticbcdi
bouw ( n l . i a l
f.mritliaiiflcl
detailhandel
znk.ilienstv.
wegtransport
totaal
%
'Z
"/.
"/,
%
%
%
%
11
12
:n
11
19
19
2
100
- gereedschappen e.d
19
22
66
5
8
25
1
100
- goedci cn/pi'odukten
2
0
2
14
33
9
2
100
aantal bestelwagens mim vuil voor:
- documenlcn/pakkctten - meerdere vormen - spoedeisend - rondritten
0
0
0
0
0
79
8
100
14
16
38
11
11
23
3
100
6
IK
27
14
14
26
3
100
3
12
20
15
29
16
2
100
15
11
38
7
13
22
2
100
- korte afstand
12
13
31
8
23
19
1
100
- lange afstand
11
5
25
13
4
30
5
100
7
6
25
12
20
18
3
100
- p u n t - p i m t ritten
- niet volledig benut
A1222 | 'l'rcnds Bezit en Gebruik van licstclwagens | © NIPO Amsterdam | augustus 1997 | 32
6 | De belangrijkste branches in cijfers - totaal kilometrage
gein kilometrage (km) lot kilometragc (min km)
burg + ut bouw
instnllnticbedr.
bouw lotaal
groothandel
detailhandel
/ak.dienstv.
wegtransport
totaal
20.700
28.000
25.600
37.600
22.600
32.000
44.800
28.600
1.080
1.550
4.100
1.600
2.100
2.900
470
13.500
1.000
2.700
250
80
4.300
waarvan voor: - gereedschappen e.d
600
- goederen/produktcn
20
10
120
870
530
140
5.200
0
0
0
0
0
240
40
270
- meerdere vormen
270
500
1.300
480
330
950
200
3.600
- spoedeisend
250
980
1.400
850
750
340
6.500
1.100
100
4 800
1.800
340
8.000
300
4.800
- documenten/pakketten
270 1.500
- rondritten
160
530
820
890
- p u n t - p u n t ritten
920
1 000
3.200
620
900
- niet volledig benut
190
280
980
660
750
A1222 | Trends lie/.it en Gebruik van ücstclwagens | © Niro Amsterdam | augustus 1997
33
1.040
1.250
2.100
980
7 | De belangrijkste bra?iclu-s in cijfers - kilomelragc (in percentage van hel totale kilometrage)
burg.+ ut. bouw
instnllntiebeclr.
bouw totaal
groothandel
detailhandel
zak.dienslv.
wegtransport
totaal
%
%
%
%
%
%
%
%
gein kilometrage
72
98
90
131
79
112
157
100
(otaal kilometrage
8
12
30
12
15
22
3
100
- gereedschappen e.d
14
23
62
6
6
29
2
100
• gocderen/produkten
0
0
2
17
29
10
3
100
U'dfirvfMi voor:
- clocumentcn/pakkettcn
0
0
0
0
0
89
15
100
- meerdere vormen
8
14
36
13
9
26
6
100
- spoedeisend
4
15
22
13
12
32
5
100
- rondritten
- punt-punt ritten - niet volledig benul
3
1l
17
19
22
23
2
100
11
12
40
8
11
22
4
100
4
6
20
14
16
20
6
100
A1222 | 'l'rends Bezit en Gebruik van Bestelwagens | © NIPO Amsterdam | augustus 1997 | 34
Marktsegmentatie
NIPO het marktonderzoekinstitimr Postbus 247 1000 AE Amsterdam Grote Bickersstraat 74 Telefoon (020) 522 54 44 Fax (020) 522 53 33 E-mail
[email protected]
Internet http://www.nipo.nl
Rapport
Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens Deelmarkten en marktsegmenten
Matthijs de Gier
Al222 | januari 1997
Alle in dit document vermelde gegevens zijn strikt vertrouwelijk. Publicatie en inzage aan derden, geheel of gedeeltelijk, is zonder toestemming van het NIPO beslist niet toegestaan © NIPO Amsterdam
Inhoud Inleiding
1 1.1 1.2 1.3 1.4
2 2.1 2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.4 2.5 2.5.1 2.5.2 3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.4
1
Uitgangspunten bij het onderzoek Inleiding Definitie van bestelwagen volgens de indeling van de RDW Bestelwagensegment is sterk onderbelicht in bestaande statistieken Bestaande onderzoeksresultaten als vertrekpunt
2
Positie van het bestelwagenvervoer Inleiding 78% van het bedrijfsvoertuigenpark bestaat uit bestelwagens Toename in het particulier gebruik van bestelwagens Verkopen nieuwe bestelwagens Soort gebruik Ook in het kilometrage is het belang van de bestelwagensegment toegenomen Energieverbruik en emissies in korte tijd verdubbeld Energieverbruik CC>2 Emissie
5 5 5 6 6 7
De zakelijke gebruikers van bestelwagens Inleiding Resultaten uit eerder onderzoek wijzen in dezelfde richting Berenschot CBS NIPO Sterke positie van het Bestelwagensegment in de bouwnijverheid. handel en dienstverlening Omvang wagenpark naar branches Kilometrage naar branches Bestelwagenpark naar laadvermogenklasse
2 2 3 4
8 9 9 10 12 12 12 12 12 13
Voor nadere detaillering ontbreken de gegevens
15 15 17 19 19
Conclusies en aanbevelingen
22
Bijlagen deelmarkten en marktsegmenten NIPO branches en sectoren
A1222 ; Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens | Deelmarkten j © NIPO Amsterdam: januari 1997
1 2 3
4 5 6
7 8 9
10 11 12 13 14 15
Inhoud jiguren en tabellen Omvang bedrijfvoertuigenpark naar voertuigcategorieën per l augustus 2 996 Aantal bestelwagens in de periode 1985-1995 Aantal verkochte bestelwagens Aantal bestelauto's naar hoofdgebruik in de periode 1985-1993 Gemiddeld jaarkilometrage per voertuigtype Totale voertuigkilometrage van bestelwagens naar hoo/dgebruik (x min km) Gemiddeld energieverbruik per voertuigtype in MJ/km CO2 emissie per voertuigtype (min kg) Park-emissie/actoren bestelwagens 1985-1995 (g/km) Aantal bestelwagens naar SBI bedrijfstak Aantal bedrijfsvestigingen dat gebruik maakt van bestelwagens Aanta! bestelwagens naar branche (schatting) Gemiddelde jaarkilometrage van bestelwagens naar SBI bedrijfstak Totaal kilometrage van bestelwagens naar SBI bedrijfstak (in min. k?n) Bestelwagenpark naar laadvermogenklasse
A1222 ; Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens i Deelmarkten ! © N I P O Amsterdam januari 1997
3 5 7
8 8 9
lO lO 11
13 14 16 18 18 19
Inleiding Volgens opgave van het CBS is het bezit en gebruik van bestelwagens in de afgelopen jaren sterk toegenomen. Zo is de bestelwagenmarkt aanzienlijk sneller gegroeid dan de markt voor vrachtauto's. Deze groei is gepaard gegaan met een forse toename van de verkeers- en Vervoerprestaties op Nederlands grondgebied en heeft geleid tot een navenante stijging van het energieverbruik en de emissies.
Transactie heeft zich tot doel gesteld om een reductie van het energieverbruik en de emissies te bereiken. Gezien de omvang van het bestelwagensegment en de sterke
groei van dat segment wil zij gericht onderzoek doen naar de oorzaken van deze sterke groei. Transactie en de Hoofdafdeling Wegvervoer van DGV hebben het NIPO gevraagd een onderzoek naar deze groei uit te voeren. De probleemstelling van het onderzoek luidt:
"Wat zijn de achterliggende factoren van de snelle groei van het bestelwagenverteer en welke bemvloedmgsmogehjkheden zijn er om deze groei en de daarmee gepaard gaande stijging van energiegebruik en emissies terug te dringen?" Het onderzoek wordt uitgevoerd in drie stappen: • Een kwantitatieve analyse naar de diverse deelmarkten en marktsegmenten in het bestelwagenvervoer (deskresearch). • Een kwalitatieve analyse van drie tot vier belangrijke marktsegmenten in de bestelwagenvervoer. • Een evaluatie van beïnvloedingsmogelijkheden om de snelle groei terug te dringen.
Het onderhavige rapport doet verslag van de eerste fase. Met deze eerste fase wordt getracht een globaal maar relevant overzicht te geven van de diverse deelmarkten en marktsegmenten in het bestelwagenvervoer. Dit met het oog op het identificeren van de belangrijkste marktsegmenten welke nodig zijn voor de tweede fase van het onderzoek. In dit rapport wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan: • de uitgangspunten bij het onderzoek • de positie van het bestelwagenvervoer • de zakelijke gebruikers van bestelwagens
Al 2 22 ; Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens | Deelmarkten ! © NIPO Amsterdam i januari 1997 i
Uitgangspunten bij het onderzoek
1.1
Inleiding
Alvorens de bestelwagenmarkt in kaart te brengen, wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de uitgangspunten bij het onderzoek. Achtereenvolgens komen aan de orde: de definitie van de bestelwagen, het probleem omtrent de beschikbaarheid van gegevens en de bestaande onderzoeken die als vertrekpunt hebben gediend.
1.2
Definitie van bestelwagen volgens de indeling van de RDW
Het begrip bestelwagen wordt omschreven als een wagen dienend om er goederen mee te bezorgen bij afnemers en af te halen bij leveranciers. Formeel gezien wordt de bestelwagen dan ook gerekend tot de categorie bedrijfsvoertuigen. Bij het definiëren van een bestelwagen wordt in de literatuur uitgegaan van de indeling die gemaakt wordt door de Rijksdienst van het Wegverkeer (RDW). Elk voertuig dat gebruikt wordt op de openbare weg is kentekenplichtig, d.w.z. het voertuig dient ingeschreven te staan in het kentekenregister van de RDW. Door de RDW worden drie hoofdcategorieën voertuigen onderscheiden, te weten: de personenauto's, de bedrijfsvoertuigen en de motortweewielers. Deze hoofdcategorieën worden administratief onderscheiden door middel van verschillende kentekentypes.
Binnen de categorie bedrijfsvoertuigen maakt de RDW de volgende onderverdeling naar type voertuig: • Bestelwagens: 3- en 4-wielige vrachtvoertuigen, waarvan het ledig gewicht vermeerderd met het laadvermogen ten hoogste 3.500 kg bedraagt. • Vrachtwagens: 4- en meerwielige ongelede vrachtvoertuigen, waarvan het ledig gewicht vermeerderd met het laadvermogen meer dan 3.500 kg bedraagt. • Trekkers: motorvoertuigen ingericht voor het trekken van opleggers. • Speciale voertuigen: bedrijfsvoertuigen voor bijzondere doeleinden zoals brandweerauto's, reinigingsauto's, takelwagens, enz. • Autobussen: motorvoertuigen ingericht voor het vervoer van 9 of meer passagiers (excl. bestuurder). Voor de vaststelling van de totale omvang van het (bedrijfs)voeituigenpark wordt in dit onderzoek uitgegaan van diverse CBS-statistieken1 over het bezit en gebruik van bedrijfsvoertuigen. Het CBS maakt bij het opstellen van deze statistieken gebruik van de gegevens van de RDW. Zo laten de meest recente cijfers zien dat het totale bedrijfsvoertuigenpark op l augustus 1996 een omvang had van circa 680.000 voertuigen. Statistiek van de motorvoertuigen 1995.1996 Het bezit en gebruik van bedrijfsvoertuigen 1985.1989,1993
A1222 : Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens l Deelmarkten ! © NIPO .Amsterdam l januari 1997 \ 2
Ook andere instanties, zoals de NIWO, de SIEV en de RAI, beschikken over (deels van de RDW afgeleide) informatie over de omvang van het bedrijfsvoertuigenpark. Voor het specifieke bestelwagensegment bieden de CBS-statistieken echter de meeste mogelijkheden om uitspraken te kunnen doen op diverse sub-niveaus. Figuur l laat zien hoe het bedrijfsvoertuigenpark is opgebouwd uit de verschillende categorieën voertuigen. Uit de figuur komt naar voren dat de bestelwagen qua aantallen veruit het belangrijkste segment is binnen het bedrijfsvoertuigenpark.
l \ Omvang bedrijfvoertuigenpark naar voertuigcategorieën per l augustus 1996
7%
™I
0**d«g« a vrachtwagen D trekker G speciaal voertuig S autobus 75%
Bron: CBS
1.3
Bestelwagensegment is sterk onderbelicht in bestaande statistieken
Het begrip bestelwagen en de omvang van het wagenpark worden in hoofdlijnen bepaald zoals hierboven beschreven. Dit geeft echter nog lang geen antwoord op vragen als: 'Wie de bestelwagens bezitten?', 'Hoeveel kilometers wordt er mee gereden?', 'Wat wordt ermee vervoerd?' en 'Hoe efficiënt worden ze ingezet?'. Weliswaar is het mogelijk een aantal vragen direct te beantwoorden, echter in de meeste statistieken is tot voorheen het bestelwagensegment sterk onderbelicht gebleven. Een eerste aanzet tot meer inzicht in het gebruik van (lichte) bestelauto's is recentelijk gedaan door het CBS2. Daarbij is voor het eerst het eigen vervoer met deze voertuigen in kaart gebracht (volgens opgave van het CBS worden lichte bestelwagens
Verkeer- en vervoerprestaries van lichte bestelauto's . maandstaustiek verkeer en vervoer. 96/7
A1222 , Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens i Deelmarkten ! © NIPO Amsterdam : januari 1997
voornamelijk ingezet voor het transport van eigen producten van ondernemingen en particulieren). Een probleem in deze blijft echter het gebrek aan relevante historische gegevens om de ontwikkelingen op adequate wijze te kunnen beschrijven. Schipperend met het gebrek aan adequaat onderzoeksmateriaal wordt in deze rapportage het bezit en gebruik van bestelauto's verder uitgewerkt. Zoals in de doelstelling is omschreven staat het identificeren van de belangrijkste segmenten in het bestelwagenvervoer bij deze uitwerking voorop.
1.4
Bestaande onderzoeksresultaten als vertrekpunt
Recentelijk is in een tweetal onderzoeken aandacht besteed aan het gebruik van bestelwagens. 'Energiebesparingsmogelijkheden van boordcomputers in bestelwagens'3 geeft een kwalitatieve en kwantitatieve beschrijving van het Nederlandse bestelwagenpark in 1993. Ook in het rapport 'Definitie, omvang en economische betekenis van het korte afstandsvervoer in Nederland'4 wordt een analyse gegeven van het bestelwagenvervoer. Daarbij is ook een aantal belangrijke gebruikers van bestelwagens geïdentificeerd. De analyses die in beide onderzoeken zijn gemaakt zullen in het onderhavige onderzoek verder uitgewerkt worden. Dit houdt in dat we uitgaan van de aantallen die in de rapportages genoemd worden (omvang van het wagenpark, verkeer- en Vervoerprestaties, emissies e.d.). We maken een eerste stap door de bestaande gegevens te verrijken met historisch cijfermateriaal. Vervolgens wordt het bezit en gebruik van bestelwagens verder uitgewerkt. Hierbij gaat het met name om het identificeren van de belangrijkste segmenten in het bestelwagenvervoer. Bij deze analyse wordt gebruik gemaakt van beschikbaar cijfermateriaal uit een aantal NIPOonderzoeken5. Uiteraard wordt ook gebruik gemaakt van de basisstatistieken van het CBS en van de eerder genoemde CBS-publicaties. De periode die in dit onderzoek wordt beschreven beslaat in hoofdlijnen de jaren 1985-1996. Indien er echter uitspraken gedaan worden over marktsegmenten, dan beperkt deze periode zich in een aantal gevallen tot 1985-1993. Op detailniveau zijn er voor de laatste jaren niet voldoende gegevens beschikbaar. Als referentiepunten is gekozen voor de jaren 1985, 1989 en 1993. In deze jaren is door het CBS een enquête uitgevoerd in het kader van de Statistiek van het bezit en gebruik van bedrijfsvoertuigen.
NEA. 1996
Berenschot. 1996 Autoleasing en wagenparkbeheer 1993 Autoleasing en wagenparkbeheer 1995 Koop zuinig, Rij zuinig. Een onderzoek onder fleetowners, 1996 (In opdracht van Noveml
A1222 [ Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens | Deelmarkten j © NIPO Amsterdam ! januari 1997 4
Positie van het bestelwagenvervoer
2.1
Inleiding
In dit hoofdstuk staan we stil bij de positie van het bestelwagenvervoer. Uit eerder onderzoek is namelijk naar voren gekomen dat het bestelwagensegment terrein heeft gewonnen ten opzichte van de andere voertuigcategorieën. We laten hier vooral zien in welke opzichten het belang van het bestelwagensegment is toegenomen. Aan de orde komen: de ontwikkelingen in het aantal bestelwagens, het grijsrijden, de kilometrages, het energieverbruik en de emissies.
2.2
78% van het bedrijfsvoertuigenpark bestaat uit bestelwagens
Het totale bedrijfsvoertuigenpark in Nederland bestond op l augustus 1995 uit bijna 660.000 voertuigen. Daarin neemt het segment van de bestelwagens - met een absoluut aantal van bijna 500.000 en een marktaandeel van 78% - een belangrijke plaats in. De omvang van het totale bedrijfsvoertuigenpark is in de periode 1985-1995 jaarlijks toegenomen met gemiddeld circa 4,9%. Deze toename kan vooral worden toegeschreven aan de groei in het bestelwagensegment. De groei van het aantal bestelwagens is met gemiddeld 6,5% aanzienlijk groter geweest dan die in de overige segmenten. Zoals tabel 2 aangeeft heeft deze groei zich dan ook vertaald in een sterk toegenomen marktaandeel van de bestelwagens.
2 Aantal bestelwagens in de periode 1985-1995
jaar
aantal bedrijfsvoertuigen
w.v. bestelwagens
aandeel bestelwagens
1985
403.990
263.660
65%
1989
530.620
377.960
71%
1993
650.800
490.500
75%
1995
657.970
495.960
78%
Bron: CBS
Al 222 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ' Deelmarkten j © NIPO Amsterdam : januari 1997 : 3
2.3
Toename in het particulier gebruik van bestelwagens
2.3.1 Verkopen nieuwe bestelwagens Zoals eerder opgemerkt worden de bestelwagens administratief gezien ondergebracht bij de bedrijfsvoertuigen. In werkelijkheid worden bestelwagens echter ook gebruikt door particulieren. Het betreft hier dan het zogenaamde 'grijsrijden'. Dit verschijnsel is sinds een aantal jaren sterk toegenomen. Bij grijsrijden gaat het om bepaalde soorten bedrijfsauto's die door particulieren in het niet-zakelijke verkeer worden gebruikt. Het meest voorkomende type is de personenauto in de 'bestelautouitvoering', ofwel de VAN. Andere typen bedrijfsvoertuigen (zoals de lichte bestelauto's) worden ook, zij het in mindere mate, door particulieren gebruikt. Per l januari 1988 is de wetgeving aangescherpt om het 'oneigenlijk gebruik' een halt toe te roepen. Kleine bestelwagens moesten per ingang van die datum aan een aantal voorwaarden voldoen om onder het grijze kenteken te blijven vallen. Nadat er in 1987 nog sprake was van een piek in de verkopen, daalden de verkoopcijfers van bestelwagens in 1988 en 1989 aanzienlijk. De inventieve particuliere grijsrijder kon echter goed met deze maatregelen overweg, want vanaf 1990 trokken de verkopen weer aan. Voor de wetgever was één en ander reden om in 1992 andermaal te besluiten tot een aanscherping van de regels. Ook deze strengere regels hebben duidelijk effect gehad op de verkopen. In 1993 en 1994 was er sprake van een aanzienlijke daling. Vooral de categorie grijsrijdende particulieren haakten af. Toch is ook in de categorie bedrijfsmatig aangeschafte bestelwagens het aantal verkopen in 1993 en 1994 fors gedaald (zie figuur 3).
A1222 Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens , Deelmarkten ; © NIPO Amsterdam januari 1997
f>
3 Aantal verkochte bestelwagens
x i.ooo 80 T 75 -••
70 --•
60 -•
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
Bron: CBS
2.3.2 Soort gebruik Op grond van het soort vergunning en de hoofdbestemming6 van het vrachtvoertuig kan het bestelwagenpark worden onderverdeeld naar soort gebruik. We hanteren hierbij de volgende, van het CBS afgeleide, indeling: • vervoer van goederen • semi-goederenvervoer • personenvervoer • particulier gebruik • gebruik onbekend Het vervoer van goederen wordt omschreven als de activiteiten die tot doel hebben goederen van de ene plaats naar de andere te brengen. Bij het semi-goederenvervoer wordt de bestelauto gezien als 'rijdende werkplaats' en gebruikt voor het meenemen van gereedschap en materialen (bijv. de installatiebranche en nutssector). Hierbij gaat het slechts ten dele om het 'vervoer' van goederen. Onder het particulier gebruik vallen alle bestelwagens die voor privé-doeleinden worden gebruikt.
Tabel 4 laat zien dat ruim de helft van de bestelwagens gebruikt wordt voor het vervoer van goederen. Opvallend is echter dat een aanzienlijk deel voor andere doeleinden wordt ingezet. Zo worden de bestelwagens in toenemende mate gebruikt voor het semi-goederenvervoer of ingezet voor het particulier gebruik.
Goederenvervoer, personenvervoer, overig zakelijk gebruik of privé gebruik
A1222 ; Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens j Deelmarkten '> © NIPO .Amsterdam januari 1997
7
4 | Aantal bestelauto's naar hoo/dgebruik in de periode 1985-1993
hoofdgebruik vervoer van goederen semi-goederenvervoer
1985
1993
%
abs
%
abs
156.470
59
218.090
57
262.100
53
45.290
17
85.030
22
113.580
23
personenvervoer
particulier gebruik onbekend
totaal
1989
abs
%
5.170
2
6.490
2
9.420
2
48.070
18
68.340
18
103.600
21
1.800
0
100
490.500
100
8.640
3
-
263.640
100
377.950
Bron: CBS, bewerking NIPO
2.4
Ook in het kilometrage is het belang van de bestelwagensegment toegenomen
Het totale voeltuigkilometrage van Nederlandse bedrijfsvoertuigen is toegenomen van bijna 12 miljard in 1985 tot ruim 20 miljard in 1993. In vergelijking met de omvang van het wagenpark speelt de bestelauto in het totale kilometrage een minder voorname rol. Dit neemt niet weg dat het aandeel van de bestelwagens in het totale kilometrage toch aanzienlijk is en bovendien duidelijk is toegenomen, namelijk van 42% in 1985 tot 51% in 1993. Het gemiddelde jaarkilometrage van de bestelwagen lag in de periode 1985-1993 tussen de 18.000 en 22.000 kilometer. Tabel 5 laat zien dat het gemiddelde jaarkilometrage7 bij de bestelwagens aanzienlijk lager is dan bij de overige bedrijfsvoertuigen. Een belangrijke oorzaak hiervoor is dat bestelwagens voornamelijk worden ingezet bij het korte afstandsvervoer8.
5 | Gemiddeld jaarkilometrage per voertuigtype soort voertuig
1985
3989
1993
bestelwagens
18.610
19.910
21.600
vrachtwagens
43.630
50.080
54.800
trekkers
91.900
95.500
102.880
speciale voertuigen autobussen
19.730
16.590
15.500
61.480
62.220
62.830
Bron: CBS
De in dit rapport opgenomen kilometrages betreffen het totale vervoer, d.w.z. zowel het binnenlands als het internationaal vervoer. Korte-afstandvervoer wordt door Berenschot omschreven als binnenlands vervoer waarvoor geldt dal de 'rit' korter is dan 50 km.
A1222 ! Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens j Deelmarkten © NIPO Amsterdam : januari 1997
Bedroeg het totale kilometrage van de bestelwagens in 1985 nog een kleine 5 miljard kilometer, in 1993 is dit aantal meer dan verdubbeld en uitgekomen op ruim 10 miljard kilometer. Tabel 6 laat zien hoe het kilometrage van het bestelwagensegment verdeeld is naar hoofdgebruik. In overeenstemming met wat eerder is geconstateerd heeft binnen dit segment het vervoer van goederen, relatief gezien, terrein verloren aan het particulier gebruik en in mindere mate aan het semi-goederenvervoer.
6 [ Totale voertuigkilometrage van bestelwagens naar hoo/dgebruik fx min km)
hoofdgebruik
1985
abs vervoer van goederen semi-goederenvervoer personenvervoer particulier gebruik onbekend totaal
3.122 856
1989
1993
%
abs
%
abs
%
64
4.597
61
5.960
57
17
1.768
24
2.332
22
122
2
109
1
190
2
645
13
1.046
14
1.865
18
152
3
-
-
31
0
4.898
100
7.521
100
10.378
100
Bron: CBS
Relateren we het vervoer van goederen met bestelwagens aan het totale vervoer van goederen, dan blijkt dat het bestelwagensegment ook hier terrein heeft gewonnen. Van alle voertuigkilometers die in 1985 noodzakelijk waren voor het vervoer van goederen9 werd 35% gegenereerd door het bestelwagensegment. In 1993 is dit percentage opgelopen naar 40%.
2.5
Energieverbruik en emissies in korte tijd verdubbeld
2.5.1 Energieverbruik Tabel 7 laat zien dat het energieverbruik per gereden kilometer zich voor het bestelwagensegment gunstig heeft ontwikkeld, zeker in vergelijking met de overige voertuigcategorieën. In de beschouwde periode is het specifiek verbruik (energieverbruik per gereden kilometer) met 12% afgenomen. Dit is voornamelijk toe te schrijven aan de sterke toename van het aantal bestelwagens met dieselmotoren. Deze motoren gaan efficiënter om met de brandstof dan benzinemotoren. Bovendien is de energie-doelmatigheid van dieselmotoren sinds 1991 aanmerkelijk verbeterd.
y
Exclusief semi-goederenvervoer
A1222 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens l Deelmarkten j O NIPO Amsterdam ! j a n u a r i 1997 : 9
7 Gemiddeld energieverbruik per voertuigtype in MJ/km
index
voertuigtype
1985=100
bestelwagens vrachtwagens trekkers speciale voertuigen autobussen
4,0
3,7
3.5
11,8
12,0
11,6
12,0
102
88 97
3.5
13,7
13,3
12.8
13,3
11,8
10.6
10,7
10.9
92
11,9
12,0
11.9
11.9
100
Bron: CBS
Ondanks de gunstige ontwikkeling in het specifiek verbruik heeft de toename van het totale voeltuigkilometrage zich vertaald in een toename van het totale energieverbruik. Het totale energieverbruik van de bedrijfsvoertuigen is in de periode 1985-1995 met circa 48% toegenomen en uitgekomen op 136 PJ. Per voertuigcategorie is de ontwikkeling in het gebruik verschillend. Het verbruik van bestelwagens is in de beschouwde periode verdubbeld (van 19 PJ naar 38 PJ) en daarmee aanmerkelijk sneller toegenomen dan het verbruik van de andere voertuigen. 2.5.2 CO2 Emissie Wat voor het totale energieverbruik geldt, geldt ook voor de uitstoot van schadelijke stoffen. De uitstoot veroorzaakt door bestelwagens is aanmerkelijk sneller toegenomen dan de uitstoot van de overige voertuigen. Illustratief daarvoor is de uitstoot van C02: ondanks dat de uitstoot van bestelwagens sinds 1993 weinig is toegenomen en ondanks een dalende emissiefactor (kg per km), is de uitstoot in de periode 1985-1995 bijna verdubbeld'(zie tabel 8).
8 C02 emissie per voertuigtype (min kg)
voertuigtype
1989
1985
abs
%
abs
1993
index
1995
%
abs
/D
abs
%
1985=100
bestelwagens
1.388
21
1.918
23
2.565
28
2.743
28
205
vrachtwagens trekkers speciale voertuigen
2.794
42
3.329
41
3.346
36
3.416
35
122
1.660
25
2.115
26
2.574
28
2.938
30
177
5
277
4
230
3
228
2
65
autobussen rotaaJ
351 518
8
537
7
549
6
566
6
109
6.711
100
8.176
100
9.264
100
9.893
100
147
Bron: CBS
A1222 [ Trends Bezir en Gebruik van Bestelwagens ! Deelmarkten ! © N I P O Amsterdam : januari 1997
:
10
In tabel 9 is de ontwikkeling weergegeven van de belangrijkste park-emissiefactoren voor het bestelwagensegment. Tabel 9 laat duidelijk zien dat de ontwikkeling van schonere motoren en de vernieuwing van het wagenpark hebben bijgedragen tot een aanzienlijke reductie van de park-emissiefactoren. Een uitzondering hierop vormt de uitstoot van S02 en N2O.
9 | Park-emissiefactoren bestelwagens 1985-1995 (g/km) emissie
1985
1989
1993
1995 index
1985=100 CO VOS, verbranding
NOx
9,4
5.8
3.2
1,87 1.25 0.70
2.0
1,7
1,5
Aérosolen
0,31
S0
0,22 0,21
2
Lood
28 0.58
1.4
0,23
31
70
0,19
0,20
0 , 2 3 0.22
0,0118
0,0017
0,0005
0,0003
3
2
292
269
253
256
88
2°
0,026
0,028
0,029
0,031
119
C0
N
2,6
65
100
Bron: CBS
A1222 ; Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ; Deelmarkten | © NIPO Amsterdam : januari 1997 11
De zakelijke gebruikers van bestelwagens
3.1
Inleiding
In het vorige hoofdstuk is naar voren gekomen dat circa 80% van het aantal bestelwagens wordt gebruikt voor zakelijke doeleinden, hetzij voor het vervoer van goederen hetzij voor het semi-goedereenvervoer. In dit hoofdstuk vervolgen we de analyse met het in kaart brengen van de zakelijke gebruikers. Voorop staat daarbij het identificeren van de belangrijkste gebruikers. De analyse richt zich daarom vooral op het segmenteren van de zakelijke markt voor bestelwagens. In eerdere onderzoeken is al 'zijdelings' aandacht besteed aan de belangrijkste spelers op de bestelwagenmarkt. Dit 'zijdelings' betekent dat de informatie uit deze onderzoeken zeker waardevol is, maar dat er hier en daar gegevens ontbreken. Door nu de bruikbare gegevens uit de afzonderlijke onderzoeken te combineren is het mogelijk een globaal beeld te schetsen van de belangrijkste ontwikkelingen. We beginnen dit hoofdstuk met het in kaart brengen van de beschikbare bronnen. Vervolgens laten we zien welk totaalbeeld ontstaat als de verschillende gegevens met elkaar in relatie worden gebracht.
3.2
Resultaten uit eerder onderzoek wijzen in dezelfde richting
3.2.1 Berenschot Eerder in dit rapport is melding gemaakt van het onderzoek naar de betekenis van het korte afstands vervoer dat uitgevoerd is door Berenschot. In dit onderzoek is een analyse gemaakt van het bestelwagenvervoer. Daarbij is een aantal belangrijke gebruikers geïdentificeerd. Door Berenschot worden de volgende branches genoemd: • installatiebranche • transportsector • detailhandel • groothandel Binnen de installatiebranche vindt veel goederenvervoer plaats door middel van (kleine) bestelwagens en personenauto's met grijs kenteken (VAN). De gemiddelde afgelegde afstand op jaarbasis bedraagt ongeveer 32.000 kilometer. Binnen de transportsector worden naast vrachtwagens ook grotere bestelwagens ingezet voor het goederenvervoer. 3.2.2
CBS
In het voorgaande hoofdstuk zijn gegevens gepresenteerd uit de CBS statistiek van het bezit en gebruik van bedrijfsvoertuigen. Uit dezelfde statistiek ontlenen wij hier gegevens over liet aantal bestelwagens naar bedrijfstak. Tabel 10 laat zien in welke bedrijfstakken de bestelwagens staan opgesteld.
A1222 ! Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens l Deelmarkten ' © NIPO Amsterdam i januari 1997 ; 12
10 l Aantal bestelwagens naar SBI bedrijfstak
Bedrijfstak SBI
1985
1989
%
abs
%
5,7
19.300
7.4
0
Landbouw en visserij
abs 11.360
1
Delfstofwinning Industrie
100
0,1
590
0,2
20.290
10,2
37.620
14,5
Openbare nutsbedrijven Bouwnijverheid en installatie
5.340
2,7
5.270
2.0
48.850
24,4
65.940
25,4
60.410
30,2
84.430
32,5
7
Handel, hotel, restauratie reparatiebedrijven voor gebruiksgoederen Transport, opslag- en communicatie
11.550
5,8
7.990
3.0
8
Zakelijke dienstverlening, bank/verz.
15.150
7,6
21.920
8,4
26.880
13,4
16.910
6,5
199.930
100
259.970
100
2/3 4
5 6
9
Overige dienstverlening Totaal
Kanttekeningen Van een aanzienlijk aantal bestelwagens is de bedrijfstak echter onbekend of, wat belangrijker is, niet van toepassing. In grote lijnen zijn dit dezelfde bestelwagens die bij de indeling naar hoofdgebruik (zie paragraaf 2.3) vallen onder de categorieën 'particulier gebruik' en 'gebruik onbekend'. Voor de goede orde zij opgemerkt dat deze bestelwagens niet in de tabel staan vermeld. De totale omvang van het bestelwagenpark wijkt hierdoor af van dat in de tabellen 2 en 4. Voor het jaar 1993 zijn helaas geen gegevens bekend (uit navraag bij het CBS blijkt dat slechts 50% van het aantal bestelauto's gekoppeld kon worden aan het Algemene Bedrijven Register). Uit tabel 10 komt het belang van de bouwnijverheid/installatie en handel/horeca/ reparatiebedrijven naar voren. Samen gebruiken deze twee bedrijfstakken bijna 60% van alle bestelwagens. 3.2.3
NIPO
Het NIPO heeft in de afgelopen jaren (1993, 1995 en 1996) verschillende onderzoeken verricht waarin aandacht is besteed aan de markt voor bestelwagens. Deze onderzoeken zijn gebaseerd op de totale populatie van het Nederlandse bedrijfsleven. Deze populatie is door het NIPO opgesteld in het kader van de Business Monitor (BM). In de BM worden jaarlijks 20.000 bedrijfsvestigingen uit het bestand van de Kamers van Koophandel ondervraagd. In het kort kan de BM worden omschreven als een grootschalig screeningsonderzoek voor meerdere onderzoeken tegelijk. Tijdens de vraaggesprekken van de BM komt een groot aantal onderwerpen aan bod, zoals: personeelsgrootte, orderpositie, winstontwikkeling, investeringen, etcetera. Met de
Al222 ! Trends Bezir en Gebruik van Bestelwagens ' Deelmarkten l © NIPO Amsterdam | januari 1997 i 13
Financiering In 10% van de bedrijven en instellingen die over bestelwagens beschikken, wordt geleast en door 91% worden de bestelwagens uit eigen middelen aangeschaft. De leasepenetratie is afhankelijk van de omvang van het wagenpark. Bij bedrijven met een groot wagenpark worden relatief meer bestelwagens geleast dan bij bedrijven met een klein wagenpark.
3.3
Sterke positie van het bestelwagensegment in de bouwnijverheid, handel en dienstverlening
3.3.1 Omvang wagenpark naar branches Om voor elke branche een marktschatting te kunnen geven van het aantal bestelwagens in de periode 1985-1996 zijn de statistieken van het CBS en de databases van het NIPO met elkaar in relatie gebracht. In deze paragraaf laten we zien wat het één en ander heeft opgeleverd. Bij de berekeningen zijn we uitgegaan van de totalen zoals vermeld in tabel 10. Omdat deze cijferreeks ophoudt na 199310 zijn de totalen voor 1995 en 1996 berekend door het aantal bestelwagens van 1993 te laten toenemen met de jaarlijkse groei van het zakelijk gebruik van bedrijfsvoertuigen. De aldus berekende randtotalen voor 1995 en 1996 zijn verdeeld over de verschillende branches op basis van NIPO-cijfers. Nadrukkelijk zij opgemerkt dat het hier om een schatting gaat. Vanwege de verschillen in absolute aantallen, branche-indelingen en definities ontstaan soms onwerkelijke afwijkingen in de trend. Daarom zijn in enkele gevallen uitschieters bijgesteld.
Tabel 12 schetst de ontwikkeling van het aantal bestelwagens in het bezit van het Nederlandse bedrijfsleven. In de periode 1985-1996 is het bestelwagenpark dat gebruikt wordt voor zakelijke doeleinden meer dan verdubbeld en in 1996 uitgekomen op ruim 400.000. Circa één op de vier bestelwagens is in het bezit van de bedrijven in de bouwnijverheid. Zoals eerder door Berenschot geconstateerd zijn het vooral de installatiebedrijven die intensief gebruik maken van bestelwagens en de zogenaamde VANS.
Naast de bouwnijverheid staan er relatief veel bestelwagens opgesteld bij de groothandel en detailhandel. In 1996 hebben deze branches samen een marktaandeel van circa 33%, hetgeen ze op gelijke hoogte brengt met de bouwnijverheid. In dit verband kan ook gewezen worden op een onderzoek van het EIM, waarin het vervoer naar de achterdeur van de detailhandel in kaart is gebracht11. Dit vervoer vindt voornamelijk plaats van de groothandel naar de detailhandel. De omvang en samenstelling van het Voor 1993 is wel het totaal aantal bestelwagens bekend, maar ontbreekt de onderverdeling naar branches Mag het een kilometertje minder zijn?, EIM. 1995
A1222 : Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ': Deelmarkten i © NIPO Amsterdam i januari 1997 ; 15
vervoer wordt in sterke mate beïnvloed door allerhande omgevingsfactoren, zoals: veranderde commerciële belangen, meer just-in-time leveringen, de venstertijden en veranderingen in de samenwerking tussen de verschillende schakels in de distributiekolom. In verhouding tot het totale binnenlandse goederenvervoer over de weg worden relatief veel kilometers gereden voor het goederenvervoer naar de achterdeur van de detailhandel. Wanneer de goederen door de detaillisten zelf worden opgehaald, maken zij relatief veel gebruik van bestelwagens of personenauto's. Als de leveranciers (groothandel) het vervoer naar de detailhandel zelf (laten) verzorgen, wordt vaker gebruik gemaakt van een vrachtwagen.
Een derde cluster van branches, die qua omvang een belangrijke rol speelt (14%), is die van de zakelijke- en overige dienstverlening. De belangrijke sectoren in dit cluster zijn de bedrijven in het bank- en verzekeringswezen en allerhande bureaus, zoals: architectenbureaus, ingenieursbureaus, reclamebureaus en advokatenkantoren. Ook de schoonmaakbedrijven en wasserijen behoren tot dit cluster. (In bijlage l is een overzicht opgenomen waarin voor elke branche de onderliggende sectoren zijn weergegeven).
12 \ Aantal bestelwagens naar branche (schatting) SBI
branche
1985
1989
1993
1995
1996
0
Landbouw
11.360
19.300
24.790
26.600
23.500
207
index 19851996 (198S=]00)
1
Delfstcfwimmg
100
590
220
240
170
163
2/3
Industrie
20.290
37.620
39.910
33.590
34.940
172
5
Bouw
48.850
65.940
114.990
107.370
108.780
223
6
Groothandel
20.570
28.750
43.660
51.720
52.020
253
6
Detailh.food
6 6
Detailh. n. food Auto/reparatie
6
Horeca
7
Transport
11.550
7.990
17.950
8
Zakelijke dienst.
15.150
21.920
30.890
9
Overige dienst.
26.880
16.910
18.270
22.170
4
Nutsbedrijven Totaal
8.850
12.370
18.790
24.420
28.390
321
19.670
27.480
41.740
46.370
48.990
249
6.550
9.160
13.910
12.610
14.330
219
4.770
6.670
10.130
5.150
7.620
160
18.850
18.810
163
32.250
32.820
217
24.470
91
5.340
5.270
11.650
12.500
8.690
163
199.930
259.970
386.900
393.840
403.530
202
Bron: CBS, NIPO. bewerkte cijfers
De aangestipte branches zijn niet alleen naar omvang van het wagenpark belangrijk; zoals tabel 12 laat zien zijn dit tevens de branches waar de toename van het aantal bestelwagens relatief fors is geweest.
A1222 ! Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens • Deelmarkten i © NIPO Amsterdam : lanuari 1997 16
Een belangrijke branche binnen de transportsector is uiteraard die van de koeriers- en expresvervoerders. In de afgelopen periode heeft deze branche zich sterk ontwikkeld. Deze deelmarkt is gelet op het aantal transportbedrijven zeer omvangrijk. Vastgesteld is dat ruim 15% van alle bedrijven in het beroepsgoederenvervoer over de weg koeriers- en expresdiensten als hoofdactiviteit heeft. Daarnaast heeft een groot aantal vervoerbedrijven dit soort snelvervoer als nevenactiviteit. Het vervoer vindt meestal direct van verlader naar ontvanger plaats; de pakketten worden dezelfde dag afgeleverd. De voertuigen die voor dit vervoer ingezet worden zijn hoofdzakelijk (lichte) bestelwagens. De meeste koerier- en expresvervoerders worden dan ook gekarakteriseerd door een hoge specialisatiegraad (het aantal bestelwagens uitgedrukt in het totale wagenpark bij een bedrijf). Alhoewel de Nederlandse expresmarkt tot op heden nooit in kaart is gebracht en niet exact bekend is welk beslag zij legt op het totale bestelwagenvervoer kan zij voor het onderhavige onderzoek zeker als één van de belangrijke segmenten worden betiteld.
3.3.2 Kilometrage naar branches In de tabellen 13 en 14 is de ontwikkeling weergegeven van de verkeersprestaties door bestelwagens. De opgenomen gemiddelde jaarkilometrages zijn afkomstig uit de statistieken van het CBS. Een verdere uitsplitsing naar branches zoals in tabel 12 is hier niet mogelijk. Het gemiddelde jaarkilometrage van een bestelwagen is toegenomen van circa 18.600 in 1985 tot 21.600 in 1993. In tabel 13 zijn de gemiddelde kilometrages opgenomen voor de verschillende branches. Het laatste jaar waarvoor de gemiddelde kilometrages bekend zijn is 1993. De CBS statistieken laten zien dat het gemiddelde jaarkilometrage het hoogst is in de transportsector. De handel en de bouwnijverheid zijn, zoals we eerder zagen, de branches die relatief veel bestelwagens gebruiken. Wat betreft de verkeersprestaties nemen ze een verschillende positie in: de bouwnijverheid net onder en de handel ruim boven het gemiddelde.
A1222 ' Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens i Deelmarkten • © NIPO Amsterdam : j a n u a r i 1997
l'
13 | Gemiddelde jaarkilometrage van bestelwagens naar SBI bedrijfstak Bedrijfstak S6I
1985
1989
1993
0
Landbouw en visserij
16.530
18.610
16.900
1
23.000
28.000
28.000
21.800
22.480
24.800
17.350
18.370
19.200
5
Delfstofwinning Industrie Bouwnijverheid en installatie
6
Handel, hotel, restauratie
reparatiebedrijven voor gebruiksgoederen........
21.370
22.970
22.700
7
24.380
32.590
36.230
8
Transport, opslag- en communicatie Zakelijke dienstverlening, bank/verz.
23.800
21.870
27.940
9
Overige dienstverlening
14.810
16.850
23.130
4
Openbare nutsbedrijven Totaal
13.900
16.400
16.400
18.610
19.910
21.600
2/3
Bron: CBS, bewerking NIPO
Omgerekend naar totale kilometrages werd er in 1985 met bestelwagens bijna 4 miljard kilometer afgelegd in het segment voor het goederen- of semigoederenvervoer. Naar schatting is dit aantal in 1995 ruim verdubbeld en uitgekomen op circa 8,5 miljard. Ook omgerekend naar totale jaarkilometrages zijn het de eerder genoemde branches en brancheclusters die het beeld bepalen (zie tabel 14).
14 \ Totaal kilomctrage van bestelwagens naar SBI bedrijfstak (in min. kmj
Bedrijfstak SBI
1985
1989
1993
192
417
395
2
19
6
2/3
Landbouw en visserij Delfstofwinning Industrie
453
982
946
5
Bouwnijverheid en installatie
868
1.402
2 120
6
Handel, hotel, restauratie 2.251
2.793
0
1
reparatiebedrijven voor gebruiksgoederen
1.322
-
Transport, opslag- en communicatie
288
302
621
8
Zakelijke dienstverlening, bank/verz.
369
556
825
9
Overige dienstverlening
408
331
404
4
Openbare nutsbedrijven Totaaï
76
100
183
3978
6.365
8.292
Bron: CBS, bewerking NIPO
A1222 ; Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens : Deelmarkten \ © NIPO .Amsterdam januari 1997 : IS
3.3.3
Bestelwagenpark naar laadvermogenklasse
Een ander aspect waarnaar de bestelwagenmarkt kan worden ingedeeld is de laadvermogenklasse. Een hoger laadvermogen gaat in het algemeen gepaard met een hoger brandstofgebruik. Circa één op de vijf bestelwagens heeft een laadvermogen van minder dan 500 kg. Voor dit type bestelwagen stelt de wetgever geen eigen vervoerverplichtingen, zoals het bijhouden van een werkboekje en een register van chauffeurs. Verreweg de meeste bestelwagens hebben een laadvermogen tussen de 500 en 1.500 kg. Figuur 15 laat zien dat er in de periode 1985-1995 een verschuiving is opgetreden van het gebruik van zwaardere naar de lichtere bestelwagens.
15 Bestelwagenpark naar laadvermogenklasse
100 -r '^
m.:
.6::,;:
29-
::28
:3Ö
9080 70 -
r ss.
D > 1.500 kg
60 --
D 1.000-1.499 kg
50 40 --
36
44
46
1989
1993
D 500 - 999 kg E] <500 kg
30 20 -• 10 O --
1985
1995
Bron: CBS
3.4
Voor nadere detaillering ontbreken de gegevens
In voorgaande paragrafen is een beeld geschetst van de ontwikkelingen in het bestelwagenpark. Daarbij zijn de belangrijkste branches en brancheclusters geïdentificeerd als het gaat om het bezit en gebruik. De grootheden waarin het één en ander is uitgedrukt is het aantal bestelwagens en het gemiddelde en totale kilometrage. Zoals in de inleiding aangegeven zullen de uitkomsten van het onderzoek worden gebruikt om de groei in het energieverbruik en de daarmee gepaard gaande emissies terug te dringen. Op deze plaats zou het daarom ook wenselijk zijn de belangrijkste gebruikers uit te drukken in grootheden als energieverbruik, emissies en Vervoerprestaties. Een probleem hierbij is het gebrek aan voldoende gegevens om betrouwbare uitspraken te kunnen doen. In hoofdstuk 2 is aangetoond dat de toename van het
A1222 | Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens \ Deelmarkten | © NIPO Amsterdam : januari 1997 i 19
energieverbruik en de uitstoot van schadelijke stoffen van bedrijfsvoertuigen vooral veroorzaakt wordt door het bestelwagensegment. Voor een verdere detaillering van deze groei naar branches zijn voor elke afzonderlijke branche gegevens nodig over bijvoorbeeld het gebruik van verschillende soorten brandstof. Daar deze gegevens ontbreken kan alleen een zeer globale inschatting van het energieverbruik en emissies worden gegeven. Bij zo'n globale inschatting zal de verdeling van het totale kilometrage over de afzonderlijke branches centraal staan. Dit betekent dat het beeld dat in dit hoofdstuk is geschetst niet zal veranderen. De geïdentificeerde branches zijn ook 'koplopers' indien we het energieverbruik en de emissies in ogenschouw nemen.
Ook wat betreft de vervoersprestaties zij opgemerkt dat er op het voor dit onderzoek gewenste detailniveau niet voldoende gegevens beschikbaar zijn. In de vervoersstatistieken van het CBS worden namelijk alleen de prestaties gemeten van voertuigen met een laadvermogen van 1.000 kg of meer, waarvoor een vergunningsplicht of inschrijfplicht geldt. Dit betekent dat de dekkingsgraad voor bestelwagens gering is. Zoals eerder aangetoond bestaat het merendeel van het bestelwagenpark namelijk uit voertuigen met een laadvermogen tot 1.000 kg. Toch kan uit de vervoersstatistieken wel een globaal beeld geschetst worden van de positie van het bestelwagenvervoer. Zo komt naar voren dat de bestelwagens en de lichte vrachtwagens een ondergeschikte rol spelen als het gaat om het aantal beladen ritten. Het aandeel van de bestelwagens hierin komt niet boven de 2% uit. Wat betreft het vervoerd gewicht heeft het CBS recentelijk onderzoek12 gedaan naar het vervoer met lichte bestelauto's. Het CBS hanteert daarbij de grens van 1,5 ton laadvermogen en dekt daarmee ruim 90% van alle bestelwagens (zie figuur 15). Uit dit onderzoek komt naar voren dat de bestelwagens qua vervoerd gewicht een ondergeschikte rol spelen. In het binnenlands wegvervoer bedraagt het tonnageaandeel van deze voertuigen 4,8%. Het daarbij behorend aandeel in de ladingtonkilometers komt uit op 3,6%. Met bestelwagens wordt vier maal zo veel beladen ritten gemaakt op Nederlands grondgebied als met andere voertuigen in het beroeps- en eigen vervoer. In 1995 heeft het CBS voor het eerst het vervoer met bestelwagens in kaait gebracht. Van de 20 miljoen ton, die met bestelwagens over de weg wordt vervoerd, bestaat
circa 13,5 miljoen ton uit overige goederen en fabrikaten waarvan service materiaal, gereedschap en metaalfabrikaten (8 miljoen) de belangrijkste zijn. Andere ladingsoorten zijn: levensmiddelen (2,6 miljoen ton), bewerkte bouwmaterialen (2,1 miljoen ton), (halffabrikaten (1,6 miljoen ton) en apparaten en motoren (0,9 miljoen ton). Brengen we deze belangrijke ladingsooiten in relatie met de branches of brancheclusters, dan ontstaat een beeld dat we eerder zagen: relatief veel vervoer wordt gegenereerd door de bouwnijverheid en de groot- en detailhandel. Servicemateriaal, gereedschap en bouwmaterialen zijn namelijk typisch goederen waarvan we veronderstellen dat die thuishoren bij de bouwnijverheid (en installatiebedrijven).
Verkeer- en vervoerprestaties van lichte bescelauto's 1995. Maandstatistiek Verkeer en Vervoer 96,'"
A1222 Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ' Deelmarkten ; © NIPO Amsterdam januari 1997 20
Het vervoer van levensmiddelen en overige goederen en fabrikaten wordt verricht door het cluster groot- en detailhandel.
Al222 Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ! Deelmarkten j © NIPO Amsterdam | januari 1997
;
21
Conclusies en aanbevelingen In dit vooronderzoek zijn de belangrijkste ontwikkelingen in het bestelwagenvervoer in kaart gebracht. Daarbij is voor het eerst het bezit en gebruik van bestelwagens per branche beschreven voor een periode van 10 jaar. Het een en ander heeft plaatsgevonden op basis van eerdere onderzoeken en bestaande statistieken. Ondanks dat het niet mogelijk is om voor elke afzonderlijke branche alle ontwikkelingen in kaart te brengen is dit vooronderzoek erin geslaagd een duidelijk beeld te geven van de belangrijkste gebruikers. De belangrijkste conclusies uit dit vooronderzoek laten zich in hoofdlijnen als volgt beschrijven: • In de meeste statistieken is tot voorheen het bestelwagensegment sterk onderbelicht gebleven. Een eerste aanzet tot meer inzicht in het gebruik van (lichte) bestelauto's is recentelijk gedaan door het CBS. Daarbij is voor het eerst het vervoer met deze voertuigen in kaait gebracht. Een probleem in deze blijft echter het gebrek aan relevante historische gegevens om ontwikkelingen op adequate wijze te kunnen beschrijven. • De meest recente cijfers laten zien dat op l augustus 1996 het totale bedrijfsvoertuigenpark een omvang had van circa 680.000 voertuigen. De bestelwagen is met een aandeel van circa 78% daarin veruit het belangrijkste segment. De groei van het aantal bestelwagens is in de periode 1985-1995 met gemiddeld 6,5% aanzienlijk sneller geweest dan die van de overige segmenten. Deze ontwikkeling heeft zich dan ook vertaald in een sterk toegenomen marktaandeel van de bestelwagens. • Een meerderheid van de bestelwagens wordt gebruikt voor het vervoer van goederen. Opvallend is echter dat een aanzienlijk deel voor andere doeleinden wordt ingezet. Zo worden de bestelwagens in toenemende mate gebruikt voor het semi-goederenvervoer of ingezet voor het particulier gebruik. Het particulier gebruik is in de periode 1985-1995 jaarlijks toegenomen met gemiddeld circa 8% en uitgekomen op meer dan 100.000 voertuigen. • Het totale voeltuigkilometrage van Nederlandse bedrijfsvoertuigen is toegenomen van bijna 12 miljard in 1985 tot ruim 20 miljard in 1993. In vergelijking met de omvang van het wagenpark speelt de bestelwagen in het totale kilometrage een minder voorname rol. Dit neemt niet weg dat het aandeel van de bestelwagens in het totale kilometrage toch aanzienlijk is en bovendien duidelijk is toegenomen, namelijk van 42% in 1985 tot 51% in 1993. • De toename van het totale kilometrage heeft zich duidelijk vertaald in een toename van het energieverbruik (van 19 PJ in 1995 naar 36 PJ in 1995) en de uitstoot van CO2 (van 1.388 min. kg in 1985 naar 2.745 min. kg in 1995). • In ongeveer één op de drie bedrijfsvestigingen in Nederland zijn bestelwagens aanwezig. Het aantal bedrijfsvestigingen met bestelwagens is in de laatste drie jaar met ongeveer 5% toegenomen. De penetratie van het gebruik van bestelwagens is bij de grootste bedrijven beduidend hoger dan bij de kleinste bedrijven.
A1222 : Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens l Deelmarkten i © NIPO Amsterdam ' januari 1997 22
•
Ruim één op de vier bestelwagens is in het bezit van de bedrijven in de bouwnijverheid. Zoals eerder door Berenschot geconstateerd, zijn het vooral de installatiebedrijven die intensief gebruik maken van bestelwagens en de zogenaamde VAN. Naast de bouwnijverheid staan er relatief veel bestelwagens opgesteld bij de groothandel en detailhandel. In 1996 hebben deze branches samen een marktaandeel van circa 33%, hetgeen ze op gelijke hoogte brengt met de bouwnijverheid. Een derde cluster van branches, die qua omvang een belangrijke rol speelt (10%), is die van de zakelijke dienstverlening en het bank-en verzekeringswezen • De aangestipte branches zijn niet alleen qua omvang van het wagenpark belangrijk, het zijn tevens de branches waar de toename van het aantal bestelwagens relatief fors is geweest. • Een vierde belangrijke branche is de transportsector en dan met name het segment van de koeriers- en expresvervoerders. Ondanks dat het tot op heden nog niet in kaart is gebracht, is het duidelijk dat deze deelbranche zich de afgelopen periode sterk heeft ontwikkeld. Deze deelbranche is gelet op het aantal transportbedrijven zeer omvangrijk. Vastgesteld is dat ruim 15% van alle bedrijven in het beroepsgoederenvervoer over de weg koeriers- en expresdiensten als hoofdactiviteit heeft. • Het gemiddelde jaarkilometrage van een bestelwagen is toegenomen van circa 18.600 in 1985 tot 21.600 in 1993. Het laatste jaar waarvoor de gemiddelde kilometrages bekend zijn is 1993. De CBS-statistieken laten zien dat het gemiddelde jaarkilometrage het hoogst is in de transportsector. De handel en de bouwnijverheid nemen een verschillende positie in. De bouwnijverheid ligt net onder het gemiddelde en de handel ligt er ruim boven. • Ook omgerekend naar totale jaarkilometrages zijn het de eerder genoemde branches en brancheclusters die het beeld bepalen. • Verreweg de meeste bestelwagens hebben een laadvermogen tussen de 500 en 1.500 kg. In de periode 1985-1995 is er een verschuiving opgetreden in het gebruik van de zwaardere naar de lichtere bestelwagens. In 1995 heeft het CBS voor het eerst het vervoer met bestelwagens in kaart gebracht. Van de 20 miljoen ton die met bestelwagens over de weg wordt vervoerd bestaat circa 13,5 miljoen ton uit overige goederen en fabrikaten waarvan service materiaal, gereedschap en metaalfabrikaten (8 miljoen) de belangrijkste zijn. Andere ladingsoorten zijn: levensmiddelen (2,6 miljoen ton), bewerkte bouwmaterialen (2,1 miljoen ton), (halffabrikaten (1,6 miljoen ton) en apparaten en motoren (0,9 miljoen ton). Brengen we deze belangrijke ladingsoorten in relatie met de branches of brancheclusters, dan ontstaat een beeld dat we eerder zagen: relatief veel vervoer wordt gegenereerd door de bouwnijverheid en de groot- en detailhandel. Servicemateriaal, gereedschap en bouwmaterialen zijn namelijk typisch goederen die thuishoren bij de bouwnijverheid (en installatiebedrijven). Het vervoer van levensmiddelen en overige goederen en fabrikaten wordt verricht door het cluster groot- en detailhandel.
A1222 | Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ' Deelmarkten j © NIPO Amsterdam ; januari 1997
23
Op grond van bovenstaande onderzoeksresultaten stellen wij voor om in de tweede fase van het onderzoek de volgende clusters van branches nader te analyseren: • de bouwnijverheid • de groothandel en detailhandel • de zakelijke dienstverlening • de koeriers- en expresdiensten De bouwnijverheid is als branche veruit de grootste fleetowner van bestelwagens. Tot de bouwnijverheid behoren ook de installatiebedrijven. Deze bedrijven maken veel gebruik van bestelwagens voor het vervoer van materialen, onderdelen en gereedschap. Het tweede cluster is relevant vanwege het belang van het vervoer tussen de groothandel en de detailhandel. Dit vervoer, dat relatief vaak plaatsvindt met bestelwagens, wordt sterk beïnvloed door allerhande omgevingsfactoren. Het derde cluster is van belang vanwege een parkaandeel van circa 14%. Dit cluster is samengesteld uit een groot scala van sectoren: van accountantskantoren tot schoonmaakbedrijven. De koeriers- en expresdiensten tenslotte zijn van belang vanwege de hoge specialisatiegraad (hoog aandeel bestelwagens in het totale wagenpark) en de specifieke logistieke concepten die worden gehanteerd.
A1222 : Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens j Deelmarkten ! © NIPO Amsterdam ; januari 1997 ! 24
Bijlagen deelmarkten en marktsegmenten
A1222 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens j Deelmarkten i © NIPO Amsterdam januari 1997
Bijlage l
NIPO branches en sectoren
A1222 : Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens Deelmarkten ; © NIPO Amsterdam i lanuari 1997
NIPO branches en sectoren NIPOsector
SBI-code
n
20-21
12 13 14
22-24 11-19, 28-31 25 26-27 33-34 35-37 32. 38-39
15
16 17
18
Branche INDUSTRIE voedings en genotmiddelen textiel, kleding. Ieder delfstofwinning, procesindustrie hout en meubel papier en grafisch basismetaal, metaalprodukten machine, elektrotechnisch, transportmiddelen
overige BOUW burgerlijke en utiliteitsbouw grond-, water- en wegenbouw afwerking (schilders, stukadoors, enz.) installatie
21 22 23
511
24
52
31 32
613-616.633-636 617-618.637-638
33
624-625
grondstoffen, halffabrikaten machines en transportmiddelen voedings en genotmiddelen
34
611-612, 631-632
landbouwprodukten en dieren
35
621-622, 641-642
meubelen en huishoudelijk artikelen
36
619,623,626-629. 639.643.646-649
kleding, textiel, papierwaren, overig
41
6621-6623
auto (accessoire- (detail
42
682
autoreparatie
51
631
52 53
6521-6527 6523
61
654
62
655
6:;.
661
64
666
512 513-519
GROOTHANDEL
AUTO/REPARATIE
DETAILHANDEL FOOD voedings en genotmiddelen (dierlijk] voedings en genotmiddelen (plantaardig! alg. assortiment (supermarkt, kruidenier) DETAILHANDEL NON-FOOD drogistenj. parfumerie artikelen kleding (mode. confectie) ijzerwaren, doe liet zelf. bouwmaterialen bloemen en planten woningtcxtiel. meubelen, huishoudelijke apparatuur reparatie, excl. garages
65
658-659
66
681. 683-689
6"
9.j'.S7. 984-985
pedicures, kappers, foto-ateliers
«S8
656-65". 6624-662?. 66-5-665, 667-669
overige artikelen
69
f,--3 663
apothekers, b e n z i n e s t a t i o n s
NIPOsector
SBI-code
Branche HORECA restaurants cafés hotels, pensions overige
71
671
72
672
73
673
74
674
81 82
723 721-722,724.762
83
73-75
84 85
763 77
91
823
assurantiebemiddeling
92
831-832
exploitatie en handel onroerend goed
93 94
842 844
accountants en administratiekantoren architecten, ingenieurs, enz.
95
845-846
reclame en economische adviesbureaus
96
761,841.847-849
reisbureaus, advocaten, div
97
9533-9535. 954-957. 961. 969
98 99
981-983. 989 85. 87
OVERIGE DIENSTVERLENING cultuur, media, recreatie, sportaccomodaties schoonmaken, wassenjen. overig verhuur, veilingen
05 06
SI 821-822
BANK/ VERZEKERING bankwezen verzekeringswezen
TRANSPORT goederenwegvervoer tram-en taxibedrijven zeevaart vemen en pakhuizen communicatiebedrijven ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
Kwalitatief onderzoek
NIPOTHESE
Postbus 247 1000 AE Amsterdam
Grote Bickersstraat 74 Telefoon (020) 522 54 44 Fax (020) 522 53 33 E-mail
[email protected]
Internet http://www.nipo.nl
Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens
samenvatting kwalitatief onderzoek A-1250 j maart 1997
Julie Visser
NIPOTHESE is een divisie van NIPO. Alle in dit document vermelde gegevens zijn strikt vertrouwelijk. Publicatie en inzage aan derden, geheel of gedeeltelijk, is zonder toestemming van het NIPO beslist niet toegestaan.
© NIPOTHESE Amsterdam
Inhoud Inleiding
1 1.1
1.1.1 1.1.2 1.2 1.3 1.4
Vier factoren van invloed op trends bezit en gebruik van bestelwagens Regelgeving overheid/gemeenten stimuleert bezit en gebruik van bestelwagens Bepaalde regelgeving is direct van invloed Bepaalde regelgeving is indirect van invloed Algemene marktontwikkelingen van invloed op toename bestelwagens De logistieke trends vergen andere inzet en samenstelling wagenpark (Andere) omgevingsfactoren ook bepalend voor toename gebruik en bezit bestelwagens
6 6 7 8 9 10 11
2 2.1 2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.4 2.4.1 2.4.2 2.5 2.6 2.7 2.7.1 2.7.2 2.7.3 2.7.4 2.7.5
Geen eenduidig beeld van verschuivingen/trends Toename bestelwagens door particulier gebruik De bestelwagen als statussymbool Van groot naar klein Van vrachtwagens naar bestelwagens Van grote naar kleine bestelwagens Van klein naar groot Van bestelwagen naar vrachtwagen Van kleine bestelwagen naar grotere bestelwagens Pieken in verkoop door RAI-beurs Afname leasecontracten bestelwagens; lease versus koop Hogere eisen technische specificaties; de ideale bestelwagen Toename van het motorvermogen Langere periode tussen de onderhoudsbeurten Toename van specifieke aanpassingen Behoefte aan meer volume bij gelijkblijvend laadvermogen Meer aandacht voor ergonomie en veiligheid
12 13 14 14 14 15 15 15 16 16 16 18 18 19 19 19 20
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Suggesties voor verbeteringen van efficiency Technische mogelijkheden Logistieke mogelijkheden Nieuwe regelgeving Overig
21 21 22 22 23
Bijlagen kwalitatief onderzoek Casestudies: kenmerken en trends Checklist
A-1250 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ; Kwalitatief onderzoek ! © NIPOTHESE maan 1997
Inleiding In opdracht van Transactie en Hoofdafdeling wegverkeer DGV, heeft Nipothese de afdeling kwalitatief onderzoek van NIPO BV, een kwalitatief onderzoek verricht naar het bezit en gebruik van bestelwagens. Het onderzoek heeft in week 5, 7, 8 en 9 van 1997 plaatsgevonden. De groepsdiscussie en vier interviews zijn door belangstellenden van opdrachtgever via een gesloten TV-circuit bijgewoond. De overige zestien
gesprekken hebben op de werkplek van de respondenten plaatsgevonden. Achtergrond In de afgelopen jaren is zowel het bezit als het gebruik van lichte bestelwagens sterk toegenomen. Met de toename van het aantal bestelwagens is ook het aantal gereden kilometers toegenomen. Zo stijgt de verkeersprestatie in de bestelwagenmarkt aanzienlijk sneller dan die in de markt van het zware vrachtverkeer. Deze sterke groei leidt tot een navenante stijging van het energieverbruik en de emissies. Transactie hoofdafdeling wegverkeer DGV hebben zich tot doel gesteld om een reductie van het energiegebruik en de emissies te bereiken door stimulering van de efficiency in het wegtransport. Gezien de omvang van het bestelwagensegment en de sterke groei van dat segment wil zij gericht onderzoek doen naar de oorzaken van deze sterke groei. Om een overzicht te hebben van de diverse deelmarkten en marktsegmenten in het bestelwagenvervoer heeft het NIPO heeft allereerst een desk research verricht (ref. no. A-1222, december 1996, trends bezit en gebruik van bestelwagens). Uit dit desk research bleek dat de stijging met name is waar te nemen in vier clusters van branches, te weten: bouwnijverheid, groothandel en detailhandel, zakelijke dienstverlening en koeriers- en expresdiensten. Om nu nader inzicht te krijgen in de oorzaken van de waargenomen trends in deze branches hebben Transactie en Hoofdafdeling wegverkeer DGV Nipothese gevraagd een kwalitatief onderzoek te verrichten. Dit achterliggende rapport geeft een samenvatting van de belangrijkste conclusies.
Doelstelling Het doel van dit kwalitatieve onderzoek is meer inzicht te krijgen in de
achterliggende factoren van de snelle groei van het bestelwagenverkeer. Daarnaast zal
ook enigszins moeten worden nagegaan welke beïnvloedingsmogelijkheden er zijn om de groei en de daarmee gepaard gaande stijging van het energieverbruik en emissies terug te dringen. Het uiteindelijke doel is aanknopingspunten te genereren voor het toekomstig te voeren beleid van de overheid. Daarnaast dienen de onderzoeksresultaten als input
voor de vragenlijst van het kwantitatieve vervolgonderzoek. Methode Als methode van onderzoek is gekozen voor een combinatie van het groepsgesprek en het vrije, individuele interview. Allereerst is door middel van een groepsgesprek met
A-1250 ' Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ] Kwalitatief onderzoek : © NIPOTHESE maart 1997 l
deskundigen uit de diverse branches, in relatief korte tijd de verscheidenheid aan oorzaken van de groei en ideeën voor gerichte oplossingen die onder de doelgroep leven, in kaart gebracht. Vervolgens is door middel van de vrije, individuele interviews
getracht meer diepgang in de informatie te verkrijgen door individueel in te gaan op de verschillende logistieke problematieken en oorzaken. Het groepsgesprek Het groepsgesprek duurde 2.,5 uur. De groep was als volgt samengesteld:
categorie functie
aantal aantal bestelwagens wp
totaal concern aantal wp
leeftijd
Al
hoofd materieel
30
120
900
28 jaar
A2
direkteur/eigenaar
35
100
-
40 jaar
A2
direkteur/eigenaar
22
45
-
49 jaar
Bl
manager produktsupp.
25
200
1800
54 jaar
Bl
direkteur/eigenaar
17
85
-
47 jaar
C
hoofd expeditie
13
100
-
50 jaar
C
wagenparkbeheerder
200
-
900
33 jaar
D
wagenparkbeheerder
350
-
800
D2
direkteur/eigenaar
45
70
A3
deskundige branche organisatie MKB
Al
33 jaar
40 jaar
'voorzitt' organisatie VKE
A2
bouwnijverheid: hooggeplaatste functionaris op concernniveau bij de afdeling materiaalvoorziening van een groot bouwbedrijf bouwnijverheid: een financieel directeur van een groot installatiebedrijf
A3
bouwnijverheid: een deskundige uit de branche-organisatie
Bl
groothandel: een grote fleetowner
C
zakelijke dienstverlening: een grote fleetowner
D D2
koeriersdienst: een grote expres- of pakketvervoerder koeriersdienst: een deskundige uit de branche-organisatie
De discussie heeft ten kantore van Nipothese te Amsterdam plaats gevonden.
A-1250 '. Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens j Kwalitatief onderzoek , © NIPOTHESE , maar; 1997 2
De vrije, individuele interviews In totaal hebben 16 vrije, individuele interviews van elk ca. l uur plaatsgevonden, waarvan vier gesprekken voor de camera ten kantore van Nipothese te Amsterdam en 12 gesprekken op de werkplek van de respondent. De gesprekken zijn met de volgende respondenten gevoerd: code
soort bedrijf
erkz. pers
Al
Bouwbedrijf/ partners middelgroot
60 deze vest.
bouwbedrijf groot
800 deze vest. 1200 totaal
Al
200 totaal
functie
loc/ datum
administrateur, verant w. materiaalvoorzien .
Bezoek woensdag 12
wagenpark beheerder
Bezoek woensdag 19 feb.
20 bestelbussen
hoofd administrateur concern
Bezoek woensdag 12 feb
27 bestelbussen
administrateur (boekhouder)
Bezoek woensdag 12 feb.
aantal auto's 12 bestel bussen lease op jr.contract
verhuur aan werkmaatsch. grote klant wegenbouw
feb
175 geleast Al
bouwaannemingsbed rijf klein
A2
advies en installatie bouw
60 in deze zelfst. vest.
70
deze vest.
verantw. voor
materiaalvoor. Bl
B1/B2
groothandel farmaceutische, industrie
85 deze vest.
groothande] textiel
400 totaal
22 bestelbussen
rayonmanager
2800 totaal
Bezoek donderdag 13 feb
6 bestelbussen
hoofd tech. dienst
Bezoek
verantw.
maandag 24 feb
wagenpark B2/C
stomerij
geen info
9 bestelbussen
algemeen
Bezoek
verantwoordelijke
maandag 24 feb
B2
detailhandel, kleine zelfst. wcminginnch.
15
6 bestelbussen
direkteur/ eigenaar
Bezoek maandag 17 feb
B2
detailhandel
8 vest/ ?
3 bestelbussen
direkteur/ eigenaar
Bezoek
A-1250 : Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens j Kwalitatief onderzoek : © NIPOTKESE l maart 1997 3
1
(bakkerijen)
maandag 17 feb.
bevoorrading filialen B2
detailhandel
+/-5
4 bestelbussen
direkteur /eigenaar
Bezoek maandag 17 feb
+/-80
15 bestelbussen
hoofd algemene
NIPO dinsdag 11 feb.
lederwaren
c
verhuisbedrijf
zaken
C
C
C
C/D
Dl
verhuurbedrijf gereedschap
500 totaal
wasserij / stomerij verhuur linnen
100 totaal
wasserij / stomerij verhuur linnen
30 totaal
autoverhuur
nvt
koeriersdienst^
40 bestelbussen
wagenpark
Bezoek
beheerder trans, mat. naar filiaal
vrijdag 14 feb
hoofd expeditie
NIPO
3 b.v.'s
dinsdag 11 feb
15 bestelbussen = 10 % totaal
fleetmanager alle vest.
dinsdag 11 feb
50 bestelbussen
hoofdverantw.
Bezoek
verhuur +andere auto's
dinsdag 18 feb.
50 filialen
250 totaal
13 bestelbussen
20 bestelbussen
direkteur/ eigenaar
NIPO
Bezoek vrijdag 14 feb
wegtransport klein
wagenpark
NIPO dinsdag 11 feb
koerierdienst groot
1200 totaal
IX
autodealer
nvt
nvt
productmanager bedrijfswagens
Bezoek vrijdag 14 feb
IX
leasebedrijf
nvt
nvt
verantw. bedrijfswagens
Bezoek donderdag
D!
150 bestelbussen
beheerder alle ned. vest.
13 feb. IX
RA]
nvt
nvt
secretaris
NIPO
dinsdag 18 feb.
Selectie respondenten De selectie van de respondenten is op basis van Nipo-databestanden uitgevoerd. De respondenten kregen voorafgaand aan het onderzoek een aankondigingsbrief, waarin onder andere het doel van het onderzoek stond vermeld. Deze brief is in de bijlagen achterin deze samenvatting opgenomen. A-1250 ' Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens i Kwalitatief onderzoek l © NIPOTHESE ! maart 1997 ! 4
Interpretatie onderzoeksgegevens Wellicht ten overvloede dient te worden opgemerkt dat het in kwalitatief onderzoek gaat om het vóórkomen van bepaalde uitspraken en niet om de frequentie waarmee de uitspraken worden gedaan. In kwalitatief onderzoek gaat het erom achterliggende motivaties van de doelgroep in kaart te brengen. De methode wordt vooral toegepast wanneer een bepaalde diepgang in de informatie gewenst is. Kwalitatief onderzoek stelt ons in staat inzicht te verkrijgen in de (emotionele) drempels, knelpunten, attitudes, percepties, wensen en behoeften van de doelgroep. Deze samenvatting geeft de belangrijkste conclusies van het onderzoek weer. Conclusies worden geïllustreerd aan de hand van letterlijke citaten die zijn te herkennen aan de dubbele aanhalingstekens (i.e. "....").
De checklist, die tijdens de gesprekken is gehanteerd, is in de bijlagen achterin deze samenvatting opgenomen.
A-1250 Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens , Kwalitatief onderzoek . © NIPOTHESE maart 1997 • 5
l
Vier factoren van invloed op trends bezit en gebruik van bestelwagens
Uit dit onderzoek kunnen we concluderen dat vier factoren van invloed zijn op de verschillende trends die zich voor doen op het gebied van het bezit en het gebruik van bestelwagens, te weten:
•
• •
•
de regelgeving van centrale overheid en gemeenten, die het bezit en gebruik van bestelwagens blijkt te stimuleren; de marktontwikkelingen in de verschillende branches die een toename teweeg kunnen brengen; de distributie/logistieke problematiek, die een andere inzet en samenstelling van het wagenpark vergt; een aantal omgevingsfactoren, die ook bepalend zijn.
De navolgende paragrafen gaan hier nader op in.
1.1
Regelgeving overheid/gemeenten stimuleert bezit en gebruik van bestelwagens
"Met een klein wagentje kom je overal, het parkeerbeleid dwingt je daar ook toe. Wat we vroeger met één vrachtwagen deden doen we nu met vier busjes"
"Ik denk dat de toename vanuit de overheid aangestuurd wordt. Men zegt bijvoorbeeld je mag niet met grote wagens de steden in"
De ondervraagden zijn van mening dat de overheid zelf de toename van het aantal bestelwagens en het gebruik ervan in de hand heeft gewerkt. De huidige regelgeving van de overheid en/of de gemeenten stimuleert volgens hen het bezit en het gebruik van bestelwagens. Hierbij wordt regelgeving genoemd, die direct van invloed is en regelgeving, die indirect van invloed is. De volgende subparagrafen gaan hier verder op in.
A-1250 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ; Kwalitatief onderzoek • © NIPOTHES;: maar; 1997 6
1.1.1
Bepaalde regelgeving is direct van invloed "We moeten en willen steeds meer aan ad hoc
vragen voldoen, dus moet het met busjes anders moeten we eerst ontheffing aanvragen en dat neemt te veel tijd in beslag"
Maatregelen die direct van invloed zijn betreffen enerzijds de gemeentelijke maatregelen en anderzijds de fiscale maatregelen, namelijk:
Gemeentelijke maatregelen Eén van de grote problemen waar bijna ieder ondervraagd bedrijf mee te kampen hebben, is dat de binnensteden steeds moeilijker bereikbaar zijn. De volgende gemeentelijke maatregelen, die hierop van invloed zijn, worden hierbij genoemd: • de beperking van laad- en lostijden; hierdoor worden de bestelwagens intensiever gebruikt. Men moet immers vaak onverrichter zaken terugkeren. Bovendien nemen de bestelwagens in aantal toe. De bedrijven moeten dezelfde hoeveelheid werk in veel kortere tijd verrichten, waardoor uitbreiding van het aantal bestelwagens noodzakelijk is;
• • •
•
de venstertijden, die toegang tot gemeenten van vrachtwagens op bepaalde tijden verbiedt maken dat meer gebruik wordt gemaakt van bestelwagens; het verbod op doorgang bij bruggen van wagens meer dan l ton aslast zorgt dat meer gebruik wordt gemaakt van (lichtere) bestelwagens het parkeerbeleid van gemeenten wat het voor vrachtwagens vrijwel onmogelijk maakt ergens te parkeren. Overigens speelt ditzelfde probleem ook bij het gebruik
van bestelwagens; de bedrijven klagen over een drastische toename van het aantal bekeuringen binnen het bedrijf; de invoering van het eenrichtingsverkeer en de vele obstakels in winkelcentra als bloemenbakken, paaltjes etc. maken de steden en winkelcentra ook minder toegankelijk voor met name het zwaardere vrachtverkeer.
De bedrijven merken op dat de gemeentelijke maatregelen om het vervoer in de binnensteden te beperken ook op onnodige problemen stuit. Een probleem is dat de samenhang tussen de gemeenten ontbreekt en dat de procedure voor aanvraag van ontheffingen vaak te lang duurt. Dit alles veroorzaakt nog meer onnodige "teruggang in efficiency". De aanvraagprocedure wordt als "te ambtelijk" betiteld, waardoor onnodig tijdverlies wordt veroorzaakt. De arbeidskosten stijgen er alleen maar door.
Ook wordt gesteld dat de handhaving van de maatregelen te wensen overlaat. Men is van mening er (te) veel ontheffingen zijn, waardoor de ontheffingsregeling wordt beschouwd als een "wassen neus". Het lijkt de geloofwaardigheid van de hele regeling aan te tasten.
A-1250 Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens Kwalitatief onderzoek j © NIPOTHESE , maart 1997 ; '
Fiscale maatregelen Ook speelt een rol dat fiscaal ook maatregelen zijn getroffen, die volgens de ondervraagden, direct van invloed zijn op de toename van het aantal en gebruik van bestelwagens, te weten: • De nieuwe eisen voor grijs kenteken in combinatie met de bijtelling voor particulier gebruik hebben ervoor gezorgd dat bedrijven zijn overgestapt van personenauto's, stationwagons en/of pick-ups op bestelwagens. Dit is een ontwikkeling die met name bij bouw- en installatiebedrijven heeft plaatsgevonden. • Daarbij komt dat de lagere wegenbelasting en de relatief veel lagere aanschafprijs (men betaalt ook geen BPM ) bestelwagens aantrekkelijker maken dan personenauto's. Ook het feit dat de wat grotere bestelwagens c.q.bedrijfswagens met een klein rijbewijs kunnen worden bereden maken dat de voorkeur wordt gegeven aan een bestelwagen boven een vrachtwagen.
1.1.2 Bepaalde regelgeving is indirect van invloed Als voorbeelden van overheidsmaatregelen, die indirect van invloed zijn op de trends en verschuivingen binnen het bestelwagensegment, worden de volgende genoemd: • de strengere arbowetgeving; de steeds hogere eisen die worden gesteld aan de arbeidsomstandigheden van de werknemer zorgen eivoor dat kleinere ladingen worden vervoerd; de chauffeur mag immers niet te veel sjouwen. Als voorbeeld noemt men de horecabranche (tillen van bierkratten). Bovendien zorgt de arbowetgeving ervoor dat bestelwagens comfortabeler en ergonomischer worden ingericht. Dit maakt dat bestelwagens aantrekkelijker worden om in te rijden, ook voor particuliere doelgroepen!! (zie paragraaf 2.1) • de verandering in wetgeving voor arbeidstijden maakt dat sommige bedrijven meer met ploegendiensten gaan werken; voor het vervoer van deze ploegen worden meer bestelwagens ingezet; de ploegen moeten immers worden afgewisseld • de invoering van de WIR-premie; volgens de automerkfabrikant kan een verklaring voor de stijging van het aantal bestelwagens ook worden gezocht in de WIR-premie die eenmalig is uitgekeerd aan bedrijven. Uit de verkoopcijfers van vrachtwagens is duidelijk gebleken dat veel bedrijven het geld, verkregen uit deze WIR-premie, in transport hebben geïnvesteerd. Men gaat er vanuit dat dit ook geldt voor liet bestelwagensegment, alhoewel dit niet cijfermatig onderbouwd kan
•
worden; de invoering van de prijzenwet; deze wet heeft onder andere automatisch tot gevolg dat groothandelaren in de farmaceutische industrie efficiënter moeten gaan werken om zich te kunnen onderscheiden van de concurrentie. Hierdoor wordt meer aandacht besteed aan logistiek en vervoer. De inzet van bestelwagens kan hierdoor toenemen of juist afnemen (afhankelijk van de situatie)
A-1250 Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens | Kwalitatief onderzoek i © NIPOTHESE • maart 1997 s
•
de wijziging van de warenwetgeving; de verplichting een kwaliteitssysteem, (i.e. HACCP), nu ook bij het vervoer en opslag van verse en gekoelde levensmiddelen te hanteren stelt andere eisen aan het vervoer. De producten moeten sneller geleverd worden. Een dag overslag is niet meer acceptabel. In combinatie met de verstedelijking en de gemeentelijke maatregelen ontkomen leveranciers er niet aan meer gebruik te maken van bestelwagens in plaats van vrachtwagens. Ook vergt het een andere inrichting van de bestelwagens met aangepaste koelsystemen. Natuurlijk speelt deze regelgeving voornamelijk in de foodsector.
1.2
Algemene marktontwikkelingen van invloed op toename bestelwagens "Het is heel simpel, we groeien dus hebben we meer bestelwagens nodig"
Naast de factor regelgeving speelt ook een rol dat bepaalde algemene ontwikkelingen in de markt/branches van invloed zijn op het logistieke beleid en de inzet van bestelwagens. Wat voor vrijwel elk bedrijf, dat de afgelopen jaren meer gebruik maakt van bestelwagens, geldt is dat sprake is van een economische groei. De omzet stijgt en/of het aantal werken neemt toe en/of het aantal filialen/werkmaatschappijen neemt toe. Met name bij de bouw- en installatiebedrijven, maar ook bij de koeriersdiensten en een enkele groot- en detailhandelsbedrijven, is sprake van economische groei. Naast deze groei noemt men ook een aantal andere markttrends, die van invloed zijn, te weten: •
•
de toename van 'core business' gedachte; bedrijven gaan zich nu meer richten op hun eigen kernactiviteiten; hierdoor wordt meer werk aan derden uitbesteed en/of meer gebruik gemaakt van beroepsvervoerders. Als voorbeelden noemt men het uitbesteden van: installatie- en onderhoudswerkzaamheden door bedrijven, industrie en woningbouwverenigingen intern postvervoer van bijvoorbeeld financiële instellingen die dit onder brengen bij koeriersdiensten als EMS interne bedrijfsverhuizingen, dat nu meer wordt onder gebracht bij externe verhuisbedrijven het vervoer van confectie; dat wordt onder gebracht bij een beroepsvervoerder, die de logistieke mogelijkheden hiervoor in huis heeft Kortom: koeriersdiensten, beroepsvervoerders, verhuisbedrijven en onderhoudsen installatiebedrijven varen er wel bij; de toenemende veeleisendheid van de klant; de afnemer c.q.consument heeft de behoefte aan meer keus en 'high value for low money'. Bedrijven houden er minder voorraad op na, maar kiezen voor een breed assortiment en/of grote winkeloppervlakte. Ook aspecten als snelheid en convenience worden steeds belangrijker; de toename van het aantal besteldiensten in de stedelijke gebieden wordt hierbij als een voorbeeld genoemd;
A-1230 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ; Kwalitatief onderzoek j © NIPOTHESE maart 1997 j 9
•
•
•
1.3
de toename van nevenactiviteiten (hetgeen haaks staat op de core business gedachte; bijvoorbeeld een slager die nu ook een cateringservice aanbiedt) de snellere dienstverlening; ook wel door sommigen de "hektiek op de logistiek" genoemd; snelheid blijkt tegenwoordig een van de belangrijkste onderscheidende service aspecten te zijn om de concurrentieslag aan te kunnen gaan meer aandacht voor efficiency; de concurrentie neemt toe en de winstmarges staan onder druk, waardoor binnen de bedrijven meer aandacht wordt besteed aan kostenbesparing: dit alles ingegeven door de toenemende concurrentie van binnenlandse maar ook buitenlandse aanbieders
De logistieke trends vergen andere inzet en samenstelling wagenpark "We hebben wel eens gezegd, verhuren van linnen enzo is onze core business, maar eigenlijk is het onze distributie"
"De logistiek slaat op hol, de klant is koning" De hiervoor genoemde markttrends hebben onder andere een belangrijk effect op de logistieke organisatie van bedrijven en het gebruik van bestelwagens. Belangrijke ontwikkelingen die zich voordoen voor wat betreft het logistieke beleid van bedrijven zijn: • het streven naar een zo hoog mogelijke servicegraad tegen zo laag mogelijke kosten; • de toename van 'just in time' leveranties, waardoor er ook een toename is van kleinere en frequentere leveranties; een ontwikkeling die niet alleen in de groothandel en detailhandel is waar te nemen, maar voor alle branches geldt • reorganisatie van de distributiestructuur; centraliseren van de distributie door middel van distributiecentra; de distributiecentra worden budgetverantwoordelijk om de efficiency te verhogen en de kosten te verlagen; • met minder toeleveranciers werken, waardoor goederenstromen meer gebundeld kunnen worden • grotere werkgebieden bestrijken (onder andere toe gedwongen door de toenemende concurrentie); grotere wijken en dus grotere ritten met een wagen maken • meer werken met vaste routeschema's • meer rondritten van A naar B naar C en weer terug naar A of juist meer point-topoint ritten maken • toename van het nachttransport door middel van vrachtwagens voor het buiktransport • meer rechtstreekse leveranties (af fabriek), dit is een ontwikkeling die met name in de groothandels- en bouwbranche is waar te nemen. • meer werken met lokale onderaannemers/aanbieders • toename personenvervoer versus goederenvervoer (meer bouwvakkers vervoeren dan materieel)
A-1230 : Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens '• Kwalitatief onderzoek l © NIPOTHCSE i maart 1997 ' 10
•
1.4
meer volume vervoeren versus juist minder volume moeten vervoeren
(Andere) omgevingsfactoren ook bepalend voor toename gebruik en bezit bestelwagens "Wil je nog enigszins op acceptabele tijden komen dan moet je met meer auto's rijden"
Niet alleen de regelgeving, bepaalde markt- en de daaraan verbonden logistieke trends zijn van invloed op het bestelwagenssegment. Ook andere omgevingsfactoren als het fileprobleem en de toename van het aantal verkeerscamera's blijken van invloed te zijn op het gebruik en het aantal bestelwagens in Nederland. Door de files doen de bestelwagens langer over een rit, waardoor meer bestelwagens moeten worden ingezet om hetzelfde werk te kunnen verrichten. Ook de vele verkeerscamera's langs de weg zorgen ervoor dat de bestelwagens minder hard rijden en dus de tijdsduur van de rit langer wordt. Een aspect dat in dit onderzoek niet naar voren is gekomen is de invloed van de invoering van de snelheidsbegrenzers. Niemand brengt dit als argument naar voren om eerder voor een bestelwagen te kiezen dan voor een vrachtwagen.
A-1250 ; Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ' Kwalitatief onderzoek | © NIPOTHES-: maart 1997
Geen eenduidig beeld van verschuivingen/trends Uit dit onderzoek is gebleken dat er geen eenduidig beeld is te verkrijgen van de trends en verschuivingen binnen het bestelwagensegment. Niet alleen de branches verschillen van elkaar of vertonen juist overeenkomsten met elkaar, ook binnen de branches blijken er grote verschillen te bestaan. Wat bij de een tot een afname heeft geleid kan bij het andere bedrijf juist tot een toename hebben geleid. Ieder bedrijfis een case op zich. Deze tegenstrijdigheid is niet alleen waar te nemen tussen de bedrijven, maar ook binnen één bedrijf. Het blijkt dat sommige bedrijven van middelgrote bestelwagen overgaan op kleinere en grotere bestelwagens. Deze trend wordt bevestigd door de verkoopcijfers van de merkfabrikant, die aanwijzen dat het middelgrote bestwagensegment stabiel is gebleven en de kleinere en grotere bestelwagens in aantallen zijn gestegen.
De manier waarop het wagenpark is samengesteld en wordt ingezet lijkt dus niet te worden verklaard door de branche waarin men werkzaam is, maar blijkt veel sterker te worden bepaald door aspecten als: • de aard van de werkzaamheden/orders van het bedrijf waar het soort vervoer en het soort personeel een afgeleide van zijn; betreffen de werkzaamheden storingen, installatiewerk, buiktransport, 24 uurservices of 2 uursservices etc. en daaraan gekoppeld is er sprake van: puur goederenvervoer, voornamelijk personenvervoer met klem materieel (waarbij de bestelwagen fungeert als een werkplaats), personenveivoer in combinatie met goederenvervoer (bijvoorbeeld het vervoer van tapijt in combinatie met een twee tapijtenleggers), etc. Een duidelijk onderscheid tussen monteurs, chauffeurs, loodgieters, schilders, timmerman, etc. Op het eerste oog lijkt het alsof het soort personeel dat men in dienst heeft wordt ingegeven door de branche waarin men werkzaam is. Maar zo bleek bijvoorbeeld dat in de zakelijke dienstverlening bij het linnenverhuurbedrijf ook monteurs in dienst te zijn, ditzelfde geldt ook voor de woninginrichter die naast het meubelvervoer ook de bestelwagens inzet voor een timmerman, loodgieter, schilder etc. die hij in dienst heeft. De woninginrichter is daarmee qua manier van inzet van het wagenpark sterk te vergelijken met een aannemersbedrijf en/of installatiebedrijf; • de duur van de werkzaamheden; een duidelijk onderscheid wordt aangebracht tussen uurprojecten, dagprojecten, maandprojecten en jaarprojecten; een onderscheid dat voornamelijk voor de bouwbranche geldt, maar dat we ook zijn tegengekomen bij koeriersdiensten, detailhandel (de woninginrichter), zakelijke dienstverlening (linnenverhuurbedrijf); • de mate van automatisering binnen het bedrijf; hoe meer de automatisering in het bedrijfis doorgevoerd hoe planmatiger en efficiënter het wagenpark wordt ingezet; • het soort arhemers; de eisen van de klanten bepalen ook sterk hoe het wagenpark wordt ingezet: deze eisen kunnen van klant tot klant sterk verschillen. Bijvoorbeeld een linnenverhuurbedrijf die linnen verhuurt aan een
A-1250 Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ! Kwalitatief onderzoek © NIPOTHESE maart 1997 12
•
bedrijfskantines en cateringbedrijven zal haar distributie anders organiseren dan een linnenverhuurbedrijf die aan andere horecagelegenheden verhuurt; het werkgebied; stedelijk of niet stedelijk gebied, de grote van de wijken en dus de grote van de ritten, etc.
Het blijkt een zeer complexe materie te zijn, die zeer moeilijk uiteen te rafelen is. De verschuivingen en trends die we in dit onderzoek zijn tegengekomen zijn dan ook divers. Het kwantitatieve onderzoek zal na moeten gaan in welke mate de verschillende verschuivingen zich voor doen en wat daar de belangrijkste oorzaken van zijn. Ook zal moeten worden nagegaan of de samenstellingen niet zo zeer van de branche, maar eerder van andere aspecten afhangt en hoe deze aspecten zich in de totale markt verhouden. In de navolgende paragrafen zal nader worden ingegaan op de verschillende verschuivingen en trends die we in dit onderzoek hebben aangetroffen. Daarbij zal per trend c.q verschuiving meer inzicht worden gegeven in de oorzaken ervan. De oorzaken worden niet te ver in detail beschreven, aangezien de verklaringen die bedrijven geven voor de verschuiving/trend telkens op een en dezelfde oorzaak is terug te voeren.
2.1
Toename bestelwagens door particulier gebruik "Als je iets wil doen dan moet je de particulieren aanpakken"
Als een van de belangrijkste oorzaken van de toename van de bestelwagens in Nederland wordt de toename van het particuliere bezit en gebruik gezien. Alhoewel de automerkfabrikant dit stellig ontkent blijkt uit de verkoopcijfers die aan ons beschikbaar (zie bijlage) zijn gesteld dat er duidelijk een toename is te constateren van het aantal bestelwagens in privebezit. Bovendien blijken veel bedrijven met name bouw- en installatiebedrijven de bestelwagens ook voor privedoeleinden beschikbaar te stellen. Het grotere aanbod van kleinere bestelwagens speelt duidelijk in op de toenemende vraag van particulieren. Zoals eerder vermeld maken de volgende aspecten een bestelwagen aantrekkelijker voor particulieren: • de relatief lagere aanschafprijs; • de lagere wegenbelasting ; • de in vergelijking tot vroeger comfortabelere inrichting; • het aanbod van meerdere kleine typen bestelwagens.
A-1250 ; Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens Kwalitatief onderzoek i © NIPOTHESE ; maart 1997 j 13
2.2
De bestelwagen als statussymbool "Het wordt ook gezien als een secundaire arbeidsvoorwaarde; ik zeg altijd geen emolument geen emotioment"
Een andere trend is dat een bestelwagen meer en meer als een statussymbool wordt gezien. Met name in de bouw blijkt dit aspect een rol te spelen. Vaak wordt het gezien als een secundaire arbeidsvoorwaarde.
Dit wordt ook bevestigd door de automerkfabrikant die aangeeft dat in vergelijking met een aantal jaren geleden het keuzeproces van bestelwagens veel emotioneler is geworden. Comfort, uitstraling en vormgeving blijken steeds belangrijkere aspecten in het keuzeproces van een bestelwagen te zijn. Ook wordt een bestelwagen nu meer als reclame-object gezien. Alle ondervraagde bedrijven hechten hier veel waarde aan. Schade aan de wagen wordt dan ook tegenwoordig veel sneller hersteld. Bij koeriersdiensten geldt bijvoorbeeld als regel dat alle schades binnen 10 dagen hersteld moeten zijn.
2.3
Van groot naar klein
De derde trend die is waar te nemen is dat de bedrijven van grotere voertuigen overgaan op kleinere voertuigen. Zo wordt de vrachtwagen ingewisseld voor de bestelwagen, of de grote bestelwagens worden vervangen voor een lichtere klasse bestelwagen. De oorzaken hiervan worden in de navolgende subparagrafen nader beschreven.
2.3.1 Van vrachtwagens naar bestelwagens Bij de trend dat wordt overgestapt van vrachtwagen op bestelwagen worden de volgende argumenten genoemd:
• •
•
• •
de slechtere bereikbaarheid van de steden (zie paragraaf 1.1 bepaalde regelgeving is direct van invloed); het vaker, sneller vervoeren van minder volume door onder andere toename van 'just in time leveranties (zie paragraaf 1.3 logistieke trends) en de hogere kwaliteitseisen vers producten (zie regelgeving IKW/hygienecode/HACCP); het laadvermogen wordt dus niet maximaal benut; de rechtstreekse leveringen van de fabrikant; denk aan bijvoorbeeld prefabricages in de bouw, rechtstreeks leveren van installaties; waardoor geen materiaal meer vervoerd hoeft te worden maar alleen een kleine werkplaats voor het installeren en verhelpen van storingen; reorganisatie van de distributiestructuur; nu vanaf een regionaal distributiecentrum met meerdere bestelwagens rondrijden; met meer locale onderaannemers werken;
A-1250 ! Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens | Kwalitatief onderzoek i © NIPOTHESE ; maart 1997
14
•
vanuit kostenoverwegingen; een vrachtwagen rijdt 1:5 en een bestelwagen 1:10 bovendien is een voor een grote bestelwagen onder de 7,5 ton geen groot rijbewijs nodig en geen chauffeursdiploma waardoor een grotere bestelwagen goedkopere is dan een vrachtwagen.
2.3.2 Van grote naar kleine bestelwagens De andere verschuiving die plaats vindt is dat overgegaan wordt van een grote naar een kleinere bestelwagen. De volgende redenen worden hierbij genoemd:
• • •
•
•
2.4
het verkrijgen van kleinere werken (geldt voor de bouw) (eventueel bij gelijk blijvende omzet); hierdoor hoeft minder personeel vervoerd te worden de slechtere bereikbaarheid van de steden (zie paragraaf 1.1 bepaalde regelgeving is direct van invloed); het vaker, sneller vervoeren van minder volume door onder andere toename van 'just in time leveranties (zie paragraaf 1.3 logistieke trends) en de hogere kwaliteitseisen vers producten (zie regelgeving IKW/hygienecode/HACCP); het laadvermogen wordt dus niet maximaal benut; de rechtstreekse leveringen van de fabrikant; denk aan bijvoorbeeld prefabricages in de bouw, rechtstreeks leveren van installaties ; waardoor geen materiaal meer vervoerd hoeft te worden maar alleen een kleine werkplaats voor het installeren en verhelpen van storingen; minder willen investeren in de bevoorrading die in de auto zit. De bestelwagen wordt in dit geval naast het vervoer van goederen ook gebruikt als een soort rijdende winkel en/of magazijn.
Van klein naar groot
Daarnaast is er ook sprake van een verschuiving van klein naar groot. Een aantal bedrijven is meer gebruik gaan maken van vrachtwagens in plaats van bestelwagens. Ook is er duidelijk een verschuiving waar te nemen van kleine bestelwagen naar grotere bestelwagen. 2.4.1 Van bestelwagen naar vrachtwagen De keuze om van een bestelwagen over te gaan op een vrachtwagen is voornamelijk ingegeven door het feit dat nu meer gebruik wordt gemaakt van distributiecentra. Voor het buiktransport naar de distributiecentra/overslagplaatsen toe wordt een vrachtwagen ingezet. Het transport vindt dan 's nachts plaats. De overslagplaatsen worden dus centraal aangeleverd waarna de bestelwagens de goederen weer verder over de regio verdelen.
A-1250 ; Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens i Kwalitatief onderzoek ; © NIPOTHESE maart 1997 15
2.4.2 Van kleine bestelwagen naar grotere bestelwagens Argumenten om van een kleinere naar een grotere bestelwagen over te stappen zijn:
•
•
• •
meer zendingen in een wagen vervoeren: grotere wijken/grotere rondritten (denk aan bijvoorbeeld netwerkorganisaties, dat een groei neemt bij de koeriersdiensten sector) grotere zendingen naar een centraal punt moeten brengen; meer ladingen tussen 8.00-17.00 uur moeten verplaatsen meer groepage vervoer (in de dunnere gebieden) (goederenstromen combineren) meer grotere werken hebben (i.p.v. van 2 personen vervoeren een hele groep mensen moeten vervoeren; toename van de dubbele cabines)
Opvallend is dat veel bedrijven bij de keuze tussen een vrachtwagen en een bestelwagen eerder de voorkeur geven aan een bestelwagens. Het feit dat een bestelwagen met een klein rijbewijs te berijden is levert een besparing op qua arbeidsloon.
2.5
Pieken in verkoop door RAI-beurs
Ook blijkt de RAI -beurs voor bedrijfswagens van grote invloed te zijn op de verkoop van bestelwagens. Dit verklaart dan ook de in het desk research geconstateerde fluctuaties in de verkopen van bestelwagens. Volgens de ondervraagde automerkfabrikant en leasemaatschappij blijkt er van de RAI beurs een enorme impuls uit te gaan. De verkoopcijfers in de jaren waarin de beurs wordt gehouden wijzen duidelijk in deze richting. De RAI zelf is echter van mening dat dit niet zonder meer kan worden vastgesteld. Verkoopregistratie vindt immers plaats op basis van kentekenregistratie en een kenteken wordt meestal een halfjaar na de beurs aangevraagd.
2.6
Afname leasecontracten bestelwagens; lease versus koop
Het onderwerp lease versus koop staat volgens de ondervraagden volkomen los van de problematiek van de toename van het aantal bestelwagens in Nederland. Het verband tussen beide onderwerpen neemt men niet waar. Een enkeling stelt wel dat bij het leasen van bestelwagens de mate van flexibiliteit toeneemt. Bovendien worden leasewagens eerder ingeruild dan wagens die zijn gekocht. Deze inruilwagens worden op hun beurt weer doorverkocht, waardoor het aantal bestelwagens in Nederland toeneemt.
De volgende argumenten zijn naar voren gekomen om te kiezen voor lease/ koop of huur:
A-1250 ' Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens : Kwalitatief onderzoek © NIPOTHESE maart 1997 lf>
Leasen Het merendeel van de bedrijven least de bestelwagens op basis van contracten variërend van 2 tot 5 jaar.
De voornaamste reden om te kiezen voor lease is dat op deze manier kapitaal kan worden vrij gemaakt dat voor andere doeleinden kan worden aangewend. Het wordt dus voornamelijk vanuit financieringsoogpunt bekeken. Toch blijken ook andere aspecten een rol te spelen, te weten: •
• •
het gemaks-aspect; men heeft er geen omkijken naar; alles wordt uit handen genomen; hierachter schuilt ook de core business gedachte. Bovendien "weet je aan het begin van het jaar wat je kwijt bent"; het service-onderhoudsaspect: de hogere kwaliteitseisen , het feit dat men "full operational moet zijn" en niet afhankelijk van de auto meer wil/kan zijn; het kostenaspect; doordat men minder voorzieningen hoeft te treffen heeft men het idee goedkoper uit te zijn.
NB. Een opvallend gegeven is dat in het laatste kwartaal van 1996 bij de leasemaatschappijen juist een afname is geconstateerd van het aantal leasecontracten van bestelwagens. Dit blijkt uit cijfers van de VNA (Vereniging van Nederlandse Autoleasemaatschap-pijen) (zie bijlage). Wat de oorzaak hiervan is, is niet duidelijk. Verondersteld wordt dat bedrijven nu meer voor andere financieringsvormen kiezen en/of de leasecontracten bij bankinstellingen afsluiten in plaats van bij leasemaatschappijen. Er wordt niet vanuit gegaan dat nu meer de voorkeur uitgaat naar kopen boven leasen. Het door bedrijven leasen van auto's is juist steeds meer in trek. Het zou niet logisch zijn als specifiek voor bestelwagens de keuze niet valt op leasen. Kopen Toch is er een aantal bedrijven, vaak bedrijven met een kleiner wagenpark, dat de bestelwagens heeft gekocht. Als voornaamste reden hiervoor wordt aangevoerd dat deze vorm het meest goedkoop is. Ook het krijgen van weinig service van een
leasemaatschappij door een laag inlevingsvermogen van de maatschappij in de werkzaamheden en behoefte van de ondernemer wordt als argument naar voren gebracht om niet voor lease te kiezen. Bovendien blijken de kleinere bedrijven een algemene emotionele weerstand tegen leasen en/of lenen te hebben. Zij stellen: "Wat betaald is, is betaald".
Als afschrijvingsperiode hanteert men meestal 5 tot 6 jaar, de wagens gaan echter bij sommigen in werkelijkheid 10 jaar mee.
A-1250 Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens : Kwalitatief onderzoek ' © NIPOTHESE maan 1997
Zowel lease als koop
Een enkel bedrijf heeft ook voor een combinatie van lease en koop gekozen. De voornaamste reden hiervoor is dat enige mate van onafhankelijkheid van het bedrijf gewaarborgd blijft. Een andere reden waarom zowel leasen als kopen in een bedrijf voorkomt is het feit dat de voorziening voor het beheren van een wagenpark nog
steeds in de organisatie aanwezig is en langzaam wordt afgebouwd. Huur Daarnaast huurt een beperkt aantal bedrijven ook bestelwagens om een bepaalde ondercapaciteit op te vangen. Verhuisbedrijven willen hier nogal eens gebruik van maken. De automerkfabrikant geeft aan dat verhuurmarkt duidelijk stijgende is. NB Veel verdere gegevens over het verhuur van de bestelwagens is niet aanwezig. Het verhuurbedrijf, dat is ondervraagd, bleek geen inzicht te hebben in het onderscheid
tussen privé en zakelijk gebruik van de bestelwagens. Vaak wordt op ad hoc basis gehuurd, hetzij op persoonlijke naam en/of bedrijfsnaam. De doeleinden waar ze voor gebruikt worden blijken ook niet bekend te zijn. Wel worden meer de kleinere
vrachtwagens ingehuurd, die nog met een klein rijbewijs bereden kunnen worden. Meestal worden deze ingezet bij verhuizingen.
2.7
Hogere eisen technische specificaties; de ideale bestelwagen
Een andere trend die is waar te nemen, is het feit dat hogere eisen worden gesteld aan de technische specificaties van de bestelwagens. Dit blijkt ook uit de nieuwe typen bestelwagens die op de markt worden aangeboden. De volgende ontwikkelingen worden waargenomen: • toename van het motorvermogen • langere onderhoudsintervallen • toename van specifieke aanpassingen • behoefte aan meer volume bij een gelijkblijvend laadvermogen • meer aandacht voor ergonomie en veiligheid
2.7.1 Toename van het motorvermogen Het blijkt dat bestelwagens met steeds modernere motoren worden uitgevoerd. Moderner in de zin van schonere verbranding en een toename van het motervermogen bij gelijkblijvende cilinderinhoud. De vraag naar Turbo diesel neemt duidelijk toe. Of dit laatste een positieve ontwikkeling is voor het energieverbruik is echter de vraag. Hoe hoger de vermogensklassen, hoe sneller/harder ermee wordt gereden, hoe meer energieverbruik.
A-1250 : Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens i Kwalitatief onderzoek : © NIPOTHESK : maart 1997 IS
2.7.2 Langere periode tussen de onderhoudsbeurten Een andere ontwikkeling is dat door de verminderde "servicegevoeligheid van de motoren" de intervallen tussen de onderhoudsbeurten langer duren. De automerkfabrikant geeft aan dat door deze langere intervallen niet goed is vast te stellen of de gebruiksintensiteit van de bestelwagens is toegenomen. 2.7.3 Toename van specifieke aanpassingen Volgens de automerkfabrikant is er duidelijk een groei te constateren bij de carosseriebedrijven. De bedrijven blijken steeds meer specifieke wensen en behoeften te hebben. Dit komt ook in de gesprekken met de bedrijven naar voren. Het merendeel van de bedrijven bouwt de bestelwagen om. 2.7.4
Behoefte aan meer volume bij gelijkblijvend laadvermogen
Aspecten die belangrijk zijn bij aankoop van een bestelwagen zijn: • prijs (afschrijving, aanschafkosten, zuinigheid/goedkoop in verbruik) • betrouwbaarheid/weinig servicegevoelig • comfort (stuurbekrachtiging, zitcomfort etc.) • duurzaamheid • presenteerbaarheid van de wagen • veiligheid (zeker bij koeriersdiensten en installatiebedrijven een issue) • wendbaarheid/handelbaarheid/makkelijk te parkeren • uniformiteit; een gezicht naar buiten hebben (vandaar dat bedrijven vaak voor een merk kiezen) • overige specificaties als: schuifdeur aan de zijkant, met of zonder lift, platte laadvloer, recht van boven etc.
De ideale bestelwagen zou moeten voldoen aan: • meer flexibiliteit (multifunctioneel; voor personenvervoer en/of goederenvervoer (10 man/2 man met laadruimte) • meer volume met gelijkblijvend laadvermogen; In het onderzoek is bij meerdere bedrijven uit verschillende branches naar voren gekomen dat er duidelijk behoefte bestaat aan meer laadruimte (i.e. meer volume) met een gelijkblijvend laadvermogen. Het komt zelden voor dat gebruik wordt gemaakt van het maximale laadvermogen. De automerkfabrikant heeft echter grote twijfels over de haalbaarheid van zo'n bestelwagen: "dan beperk je je tot te specifieke markten". Iedereen geeft de voorkeur aan dieselmotoren. Met name de betrouwbaarheid (i.e. minder servicegevoeligheid). Ondanks het feit dat LPG als meer milieuvriendelijk wordt beschouwd, vindt men deze brandstofsoort niet in aanmerking komen. Niet alleen de servicegevoeligheid, maar ook het feit dat het ten koste gaat van de laadruimte speelt hierbij een rol.
A-1250 ! Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens l Kwalitatief onderzoek • © NIPOTHESE maart 1997 19
2.7.5 Meer aandacht voor ergonomie en veiligheid Aspecten die zeker in de toekomst van belang worden zijn volgens de ondervraagden: • de ergonomie van de wagen; het comfort • de verbranding; goedkopere brandstof • de geluidsoverlast van de wagen • de veiligheid (bestelwagens zijn vaak betrokken bij verkeersongelukken, waardoor veiligheid een steeds belangrijker aspect wordt volgens de ondervraagden)
Vrijwel niemand heeft geloof in de elektrische wagen; op dit moment is de investering nog te hoog en liggen de wegprestaties op een te laag niveau.
A-1250 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens • Kwalitatief onderzoek ; © NIPOTHESE maan 1997
Suggesties voor verbeteringen van efficiency "Het lost zichzelf wel op, de markt dwingt ons efficiënter te gaan werken"
Er bestaat grote angst dat de overheid maatregelen gaat treffen om het bezit en gebruik van bestelwagens in de toekomst terug te dringen. Over het algemeen is men van mening dat het probleem van de toename zich in de toekomst zelf zal oplossen. Zeker bij bedrijven waar transport een grote kostenpost is zal steeds meer aandacht worden besteed aan een efficiëntere organisatie. Op de vraag welke suggesties men heeft om de efficiency te verbeteren komen vele ideeën naar voren. Deze ideeën zijn in de volgende categorieën in te delen: • technische mogelijkheden • logistieke mogelijkheden • nieuwe regelgeving • overige mogelijkheden
De navolgende paragrafen gaan hier verder op in.
3.1
Technische mogelijkheden
Op het gebied van de technische mogelijkheden worden de volgende suggesties gedaan:
Invoeren van de black box Als voordeel hiervan wordt gezien dat: • het een goed middel is om het personeel kosten bewust te maken en inzicht te geven in hun eigen rijgedrag ten opzichte van de anderen • bovendien wordt hiermee het particuliere gebruik van de bestelwagens teruggedrongen
Het voornaamste argument om voor de black box te kiezen is dan ook 'kostenefficiëncy'. De invoering van de black box stuit bij de sommige werkgevers op emotionele weerstanden. De sociale verbondenheid met het personeel weerhouden deze werkgevers tot invoering ervan. Het idee van "Big brother is watching you" spreekt hen niet aan. Ook wordt gesteld: "ik heb niet het idee dat er misbruik wordt gemaakt". Dat de wagen ook voor privedoeleinden worden gebruikt vindt niet elke werkgever erg: "ze hebben de lusten maar ook de lasten, een 24 uursservice voor het bedrijf' Bestelwagens voorzien van snelheidsbegrenzer
A-1250 : Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens l Kwalitatief onderzoek i © NIPOTHESE : maart 1997 21
Een van de ondervraagde bedrijven, een beroepsvervoerder, heeft al haar bestelwagens reeds voorzien van snelheidsbegrenzers. Dit vanuit het oogpunt van
veiligheid en kostenbesparing. Gebruik maken van een Traxyssysteem In sommige bedrijven wordt reeds gebruik gemaakt van automatische planningssysteem (waarin ook rekening wordt gehouden met de (venstertijden) Alle ritten worden gepland op basis van postcode systeem door middel van barcodes. Invoeren van Tracking & Tracing systeem Wat steeds belangrijker wordt bij de beroepsvervoerders is de klant te informeren gedurende het transport waar de zending zich bevindt. Ook zijn de koeriersdiensten bezig met een proefproject, genaamd Tensorproject. Dit is een plaats bepalingsysteem,
dat via de satelliet werkt. Het systeem blijkt echter te traag te werken. Een weergave kan slechts l keer per minuut worden afgegeven. Men gaat nu over op bakens langs de weg onder tunnels en viaducten). Dit systeem maakt een weergave van l keer per
seconde mogelijk.
3.2
Logistieke mogelijkheden
De volgende logistieke mogelijkheden worden genoemd om het gebruik en bezit terug te dringen: • ontwikkelen van betere/snellere beladingssystemen, waaronder werken met rolcontainers (chauffeurs kunnen hierdoor meer werk aan en dus meer lading
verwerken) • •
in-night leveringen rechtstreeks vanuit een centraalpunt externe bedrijven inschakelen (meer uitbesteden zorgt voor efficiënter vervoer) samenwerkingsverbanden aangaan; dit wordt vaak niet als niet als een goede
oplossing voor de lange termijn gezien; de haalbaarheid ervan wordt betwijfeld.
• •
Het vergt te veel coördinatie. Bovendien heeft men het idee dat de kwaliteit niet blijft gewaarborgd en de vraag is of het uiteindelijk voldoende geld oplevert. een economisch center maken (centrale inschrijving)(lid worden van een landelijk coördinatiecentrum (terugtransport mogelijk maken) onderlinge afspraken over gebiedsbeperking concurrentiegebied (woninginrichteil
(bezuinigen op reistijden en arbeidsloon) • •
3.3
veranderen van routeschema's daardoor minder leeg rijden rechtstreeks van de fabriek naar de eindbestemming brengen
Nieuwe regelgeving
Voor wat betreft de regelgeving doet men de volgende suggesties: • harmonisering van gemeentelijk beleid • terugdringen van eigen vervoer (niet te veel ontheffingen geven) genoemd door transport bedrijf
A-1250 Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens i Kwalitatief onderzoek i © NIPOTHESE maart 199"
• • •
betere systeem ontwikkelen voor ontheffingen in samenwerking met bedrijfsleven, genoemd door bedrijven meer vrachtwagens zonder groot rijbewijs toestaan meer retourvracht mogelijk maken-> vervoersrechten bijstellen
3.4
Overig
Andere suggesties zijn: • vestigingen/business units/distributiecentra budget verantwoordelijk maken • container op bouwplaatsen neerzetten waardoor geen vervoer van werkplaats meer nodig is • personeelsbeleid: hoger kennisniveau van de planners nastreven (o.a. ingegeven door de automatisering) en/of de functie magazijnmedewerker en chauffeurs combineren in de functie van orderverantwoordelijke om de efficiency/flexibiliteit te verhogen • chauffeurs een cursus rijvaardigheid geven om het rijgedrag te kunnen beïnvloeden
.V1250 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ; Kwalitatief onderzoek ; © NIPOTHESE maart 1997 2:!
Bijlagen Icwalitatief onderzoek
A-1250 ! Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens : Kwalitatief onderzoek i © NIFOTHESE maart 1997
Casestudies: kenmerken en trends
A-1250 ! Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens : Kwalitatief onderzoek , © NIPOTHESE maart 1997
Aannemersbedrijf (groot) Kenmerken: • een aannemersbedrijf in bijzetkabels, leidingen, boringen, kortom (alles buiten in de grond) • 1500 werknemers op de betreffende vestiging (ca. 8000 in heel Nederland) • 5 vestigingen • 200 personenwagens, en l vrachtwagen • in totaal 170 bestelwagens: lx <499 kg./31x 500-999 kg./133x 1000-1499 kg./ 4x 1500-3500 kg. • alle bestelwagens hebben dieselmotoren • gemiddelde jaarkilometrage: 40.000 km per jaar per bestelwagen • beladingsgraad: 50% leeg rijden • allen lease; gemiddeld gaan de bestewagens 4 jaar mee • daarnaast worden l O 'a 20 bestelwagens gehuurd om de ondercapaciteit op te kunnen vangen
organisatie/soort vervoer • de bestelwagens zgn. pick-ups (met dubbel cabines) worden gebruikt voor het vervoer van eigen materiaal c.q. gereedschap en personen (meestal 5 personen per bestelwagen) • voor elke wagen c.q. berijder worden brandstofverbruik/ kilometrage/schades bijgehouden • de busjes worden zowel gebruikt voor de grote als voor de kleine werken door heel Nederland (werken van een jaar/werken van een week) • het groot materieel wordt door een aparte afedeling van het concern (materiele dienst) rechtstreeks aangeleverd met een vrachtwagen • chauffeur neemt de wagen mee naar huis, begint 's morgens 4 mensen op te halen op verschillende punten, soms gaat hij langs de vestiging om materiaal op te halen; bij de grotere werken wordt gewerkt met een vaste route • privegebruik van de bestelwagen is toegestaan; ook voor vakanties veranderingen/trend; • meer bestelwagens gaan rijden in plaats van personenwagens in verband met de bijtelling voor particulier gebruik en de nieuwe eisen voor het grijze kenteken; • meer dubbel cabine wagens gaan rijden voor het vervoer van 5 a 6 personen (voorheen was het voor vervoer van 3 personen met alleen een voorbank voorin); dit om kosten te besparen • enerzijds sneller leveren, meerdere keren per dag leveren, meer kilometers maken voor speciale producten
A-1250 ; Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens j Kwalitatief onderzoek ! © NIPOTHESE maart 1997
Groothandel in de farmaceutische industrie Kenmerken: • een centrale vestiging met 8 nevenvestigingen • 7 groot formaat opleggers, die worden ingezet voor beleveren van de nevenvestigingen • 23 bestelwagens van een totaal wagenpark van 180 variërend van 9 tot 12 kub • gemiddelde jaarkilometrage: 50.000 km per jaar per bestelwagen organisatie • gewerkt wordt met een pakjesfabriek en 8 vestigingen in het land die als overslagpunten worden gebruikt • werken met twee pieken; 's morgens voor de ovemight leveringen en 's middags voor de 2-uurservice; apothekers worden meestal 2 keer per dag bezocht • 10% van de producten maakt 90% van de omzet en het volume uit soort vervoer • 24 uurs ovemight orders die tussen 6 en 9.30 uur 's ochtends worden afgeleverd (met 90% beladingsgraad) met kleine vrachtwagen onder 3500 kg • 2-uursleveringen met kleinere bestelwagens (middagorders (40% beladingsgraad)) veranderingen; • twee vestigingen worden samengevoegd tot een vestiging uit oogpunt van efficiency • voor dagvervoer kleiner gaan rijden en voor nachtvervoer groter gaan rijden • enerzijds sneller leveren, meerdere keren per dag leveren, meer kilometers maken voor speciale producten Trend 1: van klein naar groot (alles van 9 kub vervangen door 12 kub) met minder auto's gaan rijden maar met meer volume per auto (maar net onder 3500kg) oorzaak: vanwege over-night leveringen Trend 2: van groot naar klein
oorzaak: toename van 2-uursleveringen trend 3: • extra kilometers maken door hoge kwaliteitseisen vervoer product Bèta Feron (verwarmd vervoer tussen 15-18 graden); het moet sneller geleverd worden dan andere producten en kan niet op voorraad worden gehouden bij de apothekers
A-1250 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens i Kwalitatief onderzoek i © NIPOTHESE ; maart 1997
Toekomst: • in-night leveringen rechtstreeks vanuit pakjesfabriek; de vestigingen blijven alleen maar servicecentrum en een midsized vrachtwagen rijdt vanaf de pakjesfabriek rond om 40 tot 50 klanten in een rondrit te beleveren • in de toekomst zal ook de afhaalfunctie eraan toegevoegd worden i.p.v. dat verschillende leveranciers de producten bij de groothandel komen afleveren zal rechtstreeks bij de industrie vandaan met een grote oplegger alles naar een centraal punt worden gebracht en van daaruit met de wat kleinere vrachtwagens de apothekers worden bevoorraad
A-1250 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens i Kwalitatief onderzoek ' © NIPOTHESE i maart 1997
Linnenverhuur bedrijf I (klein) kenmerken • verhuur van slopen jassen, tafellinnengoed etc., ook wasserij • een holding met 7 BV's, l van de BV's houdt zich bezig met verhuur linnen • 12 bestelwagens en 2 reserves (800-1200 kg) en 2 kleine vrachtwagens <3500kg. • alle wagens zijn eigendom • 50.000 tot 70.000 km per jaar per bestelwagen Organisatie • In de grote stad rijdt 5 dagen per week een bestelwagen rond/ de stad wordt in 5 delen opgesplitst en iedere dag wordt een deel beslagen (de wagen bedient 60-65 klanten) • vuile was wordt omgeruild met schone was/ 50% is schoon en 50% is vuil/ de wagen is ook in tweeën gedeeld • de wagen fungeert ook als een soort winkeltje • klanten worden per chauffeur ingedeeld op postcode (gewerkt wordt met vaste routes) • tankstation houdt dieselgebruik bij/de kilometerstand wordt handmatig bijgehouden Veranderingen Trend 1: • veel klanten die op bepaalde tijden geleverd willen krijgen (bijvoorbeeld cateringbedrijven of bedrijfskantines die alleen tussen 12.00 -14.00 uur open zijn) Hierdoor worden er meer kilometers gereden en stijgen de personeelskosten Trend 2 • de beperking van laad en lostijden/de slechte toegankelijkheid van de steden/winkelcentra zijn de oorzaak dat men van grotere bestelwagens naar kleinere bestelwagens zijn overgestapt
A-1250 i Trends Bezn en Gebruik van Bestelwagens Kwalitatief onderzoek j © NIPOTHESE maart 1997
Linnenverhuur bedrijf n (groot) kenmerken • verhuur van slopen, tafellinnengoed, beddengoed, stofjassen, ook wasserij en verhuur van apparatuur • 650 werkzame personen., 11 vestigingen, l centraal hoofdkantoor over heel Nederland verspreid • 89 bedrijfswagens (boven 3500 kg.) en 23 bestelwagens (onder 3500kg.), waarvan 9 bestelwagens (500-999kg) en 14 bestelwagens (1000-1499 kg) • naast chauffeurs ook servicemonteurs in dienst voor reparaties en installeren van handdoekapparaten etc. • alle wagens zijn eigendom • 37.000 km per jaar per bestelwagen voor de distributie Organisatie • er wordt gewerkt met 6 distributiepunten die worden beleverd van een centrale wasserij (18 uur per dag); deze distributiepunten zijn zo gesitueerd dat ze in het hart van het klantengebied zitten • gebruik wordt gemaakt van rolcontainers (3 links in de wagen en 3 rechts in de wagen op volgorde van klant) • vuile was wordt omgeruüd met schone was/ 50% is schoon en 50% is vuil/ de wagen is ook in tweeën gedeeld • klanten worden per chauffeur ingedeeld op postcode (gewerkt wordt met vaste routes) • per bestelwagen worden gemiddeld 60 klanten bediend (afhankelijk van werkgebieden binnenstad soms 100 klanten per bestelwagen • chauffeur maakt dagrapporten met kilometrages waarvan vervolgens weer weekrapporten worden samengesteld • momenteel loopt er een test met black box • de servicemonteur vervoert ook apparatuur en een werkplaats met zich mee Veranderingen Trend 1: • omzet is afgelopen 3 jaren gestegen met 18% bij gelijkblijvend wagenpark, doordat grotere wagens zijn ingezet, omdat met grotere eenheden wordt gewerkt (dit bedrijf is van 8 distributiepunten naar 6 distributiepunten teruggegaan) Trend 2 • van grotere naar kleinere bestelwagens vanwege de slechte toegankelijkheid van de steden (bruggen waar alleen wagens met minder dan l ton aslast overheen mogen); ook worden meer wagens ingezet omdat er meer loze kilometers worden gereden
A-1250 j Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens Kwalitatief onderzoek , © NIPOTHESE maart 1997
Bakkerij Kenmerken: • een centraal filaal waar de produktie plaatsvindt en 7 andere filialen • gemengd bedrijf (brood en banketbakker) • 40 fulltimers en 20 parttimers • 2 personenwagens en 3 bestelwagens (bestelwagens alle diesel) • gemiddelde jaarkilometrage: 18.000 km per jaar per bestelwagen (2x 18.000 km en lx 9000 km) • alle wagens zijn gekocht en zijn na 9 jaar afgeschreven organisatie/ soort vervoer • uitsluitend vervoer van boord en banket; 96% gaat naar de vestigingen en 4% naar een bejaardentehuis/school of instelling • 2 bussen worden gebruikt om een filiaal te beleveren en l bus voor de overige filialen • sprake is van zeer korte ritten; de filialen zich ongeveer 5 ~a 10 kilometer van het hoofdfiliaal af • om 7.30 uur rijden 3 bussen volgeladen weg (75% vol de diepte wordt volledig gebruikt, maar de hoogte niet); de tweede rit rijden alle drie de wagens uit 50% vol en de derde rit minder dan 50%) • zaak is dat zo vroeg mogelijk het hoofdassortiment (brood) in de winkel ligt • geen privegebruik van de bestelwagens; chauffeur krijgt de wagen niet mee naar huis; wel wordt de wagen altijd wel door dezelfde chauffeur bereden • omdat de winkels zich in een straal van 10 kilometer van het hoofdfiliaal bevinden heeft deze bakkerij niet te maken met HACCP veranderingen; • er is qua gebruik en bezit van de bestelwagens de afgelopen jaren geen verandering geweest alleen de ritvolgorde is veranderd (l winkel gaat vroeger open dus gaat men nu hier eerst langs) • de expeditie is ondergeschikt aan de commercie (het assortiment, de klant en de versheid gaan voor)
•
• •
in principe kunnen de wagens efficiënter ingezet worden door eerder te beginnen met produceren en de tweede rit met een bus te rijden (hierdoor worden minder kilometers gereden met een vollere belading), maar dat is qua personeel niet te bemannen (dan moet men in plaats van 4 uur 's nachts om l uur 's nacht beginnen met produceren) een van de (is een stationwagen) wordt gebruikt om de bestellingen te bezorgen of de winkels te bezoeken qua type wagen kiest men voor een verhoogd en verlengd type (van binnen betimmerd); in de loop der jaren is hier geen verandering in gekomen
A-1250 ; Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens j Kwalitatief onderzoek i © NIPOTHESE , maan 1997
Toekomst: • in de toekomst zal men een bestelwagen met een laadklep gan aanschaffen (dit voor het vele tilwerk) • men denkt meer kleinere bestelwagens aan te gaan schaffen, omdat de klant steeds meer snelheid wil en meer keuze wil hebben: men moet daardoor flexibeler opereren, sneller aanleveren • men wacht op de invoering van de electrische wagen; de indruk bestaat dat dit voertuig met name voor de korte afstand zeer efficiënt zal gaan werken.
A-1250 | Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ; Kwalitatief onderzoek i © NIPOTHESE maart 1997
Checklist Checklist Onderzoeksnummer: A1250 Opdrachtgever: RWS/min. van VROM Veldwerkperiode: van 11 tot 26 februari 1997 Onderwerp: toename van aantal en gebruik van bestelwagens 1. Introductie en kennismaking Uitleg doel onderzoek: Gezien de omvang van het bestelwagensegment en de sterke groei van dat segment in de afgelopen jaren, verricht de overheid gericht onderzoek naar de oorzaken van deze sterke groei. In dit kader voert het NIPO in opdracht van de ministeries van Verkeer en Waterstaat en VROM op dit moment een onderzoek uit naar de trends in het bezit en gebruik van bestelwagens. We hebben eerst een vooronderzoek uitgevoerd. Hieruit blijkt dat er een toename is van het aantal en het gebruik van bestelwagens. Ook is vastgesteld dat deze toename in specifieke branches voorkomt. Nu zijn we bezig met de tweede fase van het onderzoek. Het is de bedoeling om er enerzijds achter te komen wat de oorzaken zijn van de toename van het aantal bestelwagens en anderzijds wat de oorzaken zijn van de toename in het gebruik van bestelwagens. Tevens worden problemen, betreffende het gebruik van bestelwagens, geïnventariseerd. Het doel van deze fase van het onderzoek is dus het in kaart brengen van de belangrijkste oorzaken in het toegenomen gebruik van bestelwagens. Hiermee wil de overheid uiteindelijk komen tot een reductie van het aantal gereden kilometers met bestelwagens. Individuele bedrijven denken echter eerder in termen van efficiencyverbetering. Het mes snijdt daarom aan twee kanten: voor de samenleving minder kilometers en dus minder uitstoot van C02 en Nox, voor het bedrijfsleven minder brandstofkosten, slijtage, afschrijving en lagere loonkosten.
A-1250 l Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ; Kwalitatief onderzoek ; © NIPOTHESE , maan 1997
functie: bedrijfsgrootte (aantal werkzame personen totaal en vestiging): branche soort bedrijf aantal vestigingen/filialen aantal personenwagens: aantal vrachtwagens: aantal bestelwagens:
laadvermogen van bestelwagens onderscheiden naar brandstofsoort/laadvermogen Brandstofsoort
laadvermogen <499 kg 500-999 kg
LPG
Benzine
Diesel
1000-1499 kg > 1500 kg
Over de bestelwagens: soort vervoer: check: eigen vervoer/beroepsvervoer soort goederen gemiddelde jaarkilometrage beladingsgraad : % leeg rijden lease/huur/koop:
A-1250 Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens j Kwalitatief onderzoek i © NIPOTHESI: . maan 1997
2. Gebruiksgedrag van bestelwagens Hoe worden de bestelwagens gebruikt; waarvoor check: soort ritten (rondritten/punt-puntritten)
(semi) goederenvervoer/werkplaats/vervoer materialen/personen etc. ritlengte ophaal en afhaalfunctie Welke trends neemt men waar in het gebruik en het aantal bestelwagens: check: voor de branche en bedrijf zelf In hoeverre is het aantal bestelwagens de afgelopen 5 jaar toegenomen; waarom (niet) Wat zijn de oorzaken hiervan; wat is hierop van invloed geweest In hoeverre is het aantal vrachtwagens de afgelopen 5 jaar toegenomen; waarom (niet) Wat zijn de oorzaken hiervan; wat is hierop van invloed geweest Wat is er de afgelopen 5 jaar veranderd qua gebruik/aantal bestelwagens check: toename aantal bestelwagens toename aantal kilometers toename gebruiksintensiteit per bestelwagen verschuiving van kleinere naar grotere bestelwagens
verschuiving van grotere naar kleinere bestelwagens verschuiving naar andere type bestelwagens verschuiving van personenauto's naar kleinere bestelwagens verschuiving van bestelwagens naar vrachtwagens verschuiving van vrachtwagens naar bestelwagens anders nl. Wat zijn de oorzaken hiervan; wat is hierop van invloed geweest (per verschuiving achterhalen) Met welke logistieke problemen wordt men geconfronteerd check: voor de branche en bedrijf zelf Hoe zou men de kostprijs kunnen verlagen Welke maatregelen heeft men nu genomen check: technische oplossingen logistieke oplossingen Wat zou nog meer mogelijk kunnen zijn (voor de toekomst) Hoe gaat men om met de beperkende overheids en/of gemeentelijke maatregelen check: welke maatregelen zijn van invloed
hoe gaat men er mee om; en waarom (niet) Welke factoren zullen leiden tot een ander gebruik; wat moet er gebeuren zodat de maatregelen acceptabel zijn
A-1250 j Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens . Kwalitatief onderzoek | © NIPOTHESE : maart 1997
2. Keuzegedrag van bestelwagens Wie beslist over de inzet van de bestelwagens Waarom bestelwagens in plaats van vrachtwagens Op basis waarvan bepaalt men de keuze voor een vrachtwagen of bestelwagen check: kostenaspect Welke financieringsvorm kiest men: huur/lease/koop In hoeverre ziet men verband tussen dit onderwerp met de toename van de bestelwagens; waarom (niet) Welke factoren bepalen type aanschaf: check: zuinigheid/emissie duurzaamheid wendbaarheid volume aantal personen plaatsen snelheid brandstofsoort aanschafkosten belasting afschrijving/restwaarde verzekering etc.
A-1250 ' Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ' Kwalitatief onderzoek i © NIPOTHESE maart 1997
Checkpunten RAI: Nagaan of deze trend wordt waargenomen en wat de verklaringen hiervoor zijn: verhouding aantal bestelwagens versus rest wagenpark verhouding groei in aantal bestelwagens versus aantal zwaar vrachtwagens check: verklaring hiervoor sterke groei in aantal gereden kilometers t.o.v. vrachtwagens ontwikkelingen in particulier en zakelijke gebruik ontwikkelingen in lease/huur/.koop ontwikkelingen in merktypen, brandstoftypen, laadvermogen overige technische specificaties trend naar lager laadvermogen? pieken in bepaalde jaren wat betreft verkoop nieuwe bestelwagens Welke trends doen zich voor op het gebied van bestelwagens Wat zijn de mogelijke oorzaken hiervan
check:
logistieke, technische, fiscale trends en regelgeving
In hoeverre neemt men een toename van het aantal bestelwagens waar Hoe wordt deze toename veroorzaakt
In hoeverre neemt men een toename van het gebruik van bestelwagens waar Hoe wordt deze toename veroorzaakt check: regelgeving/logistiek/techniek/fiscaal In welke branches is de toename het sterkst waarneembaar; en waarom verklaring verschillen aantal en inzet branches Welke trends doe zich voor ten aanzien van de particuliere aanschaf; en waarom
A-1250 ; Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ; Kwalitatief onderzoek ; © NIPOTHESE maart 1997
Kwantitatief onderzoek
NIPO hft marktonderzoekinstitirut Postbus 247
1000 AE Amsterdam Grote Bickersstraat 74 Telefoon (020) 522 54 44 Fax (020) 522 53 33
E-mail
[email protected] Internet hrtp://www.nipo.nl
Rapport
Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens Kwantztatie/ onderzoek
Matthijs de Gier
A1222 j mei 1997
Alle in dn document vermelde gegevens zijn strikt vertrouwelijk. Publicatie en inzage aan derden, geheel of gedeeltelijk, is zonder toestemming van het NIPO beslist niet toegestaan © NIPO .Amsterdam
Inhoud Inleiding
1
Bezit en gebruik Geen veranderingen in de penetratie en omvang van het bestelwagensegment Inzet bestelwagens vooral een praktische kwestie Trend naar grotere bestelwagens ondanks lage benutting
3
10
2.2 2.3
Oorzaken achter de groei Geen duidelijk profiel van bedrijven met meer bestelwagens Meer opdrachten als de belangrijkste oorzaak Oplossingen worden niet door de markt zelf aangedragen
13 13 15 17
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
De technische specificaties Vooral de prijs is belangrijk bij de keuze voor een bestelwagen Extra voorzieningen alleen bij specifieke gebruikers Voorkeur voor diesel Vervanging net zo snel als voorheen Geen ideale bestelwagen, wel meer volume
20 20 21 22 23 23
1
Bijlagen kwantitatief onderzoek Onderzoeksverantwoording
2
Vragenlijst
1 1.1 1.2 1.3
2 2.1
3 6
Inhoud figuren en tabellen
1
Aantal bestelwagens per branche
2
Percentage fleetowners dat in de a/gelopen drie jaar één of meerdere bestelwagens heeft
4
aangeschaft naar omvang van het wagenpark
5
3
Gebruik bestelwagens naar soort vervoer
7
4 5 6 7 8
Aantal meerijders naar omvang van het wagenpark Soort ritten die het meest worden gemaakt Percentage fleetowners met meer, evenveel of minder laadvermogen Percentage fleetowners met meer, minder en evenveel bestelwagens naar branche Percentage/leetowners met meer, minder en evenveel bestelwagens naar omvang wagenpark Factoren die van invloed zijn op de toename van het aa?ital bestelwagens. Spontaan genoemd
9 10
Factoren die van invloed zijn op de toename van het aantal bestehvagens. Geholpen
11
genoemd Genoemde oplossingen om het gebruik van bestelwagens terug te dringen
8 9 l1 13 ]4 16 11 IS
A1222 • Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens Kwantitatief onderzoek i © NIPO Amsterdam mei 1997
12 13 14
15
Maatregelen die de overheid zou kunnen nemen om een ejjïrienter gebruik van bestelwagens te stimuleren. Belangrijke aspecten bij de aanscha/van een bestelwagen Extra voorzieningen in de bestelwagens
19 21 22
Mogelijke verbeteringen aan de bestelwagens
24
1
16
Stet V [^roe/opbouw naar branches en groottekiasses
17
Respons en non-respons
18 19
Absolute popu/atieaantallen van bedrijven en instellingen in Nederland Relatieve populatieaantallen van bedrijven en instellingen in Nederland
A1222 Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens j Kwantitatief onderzoek © N I P O Amsterdam , mei 1997
Inleiding In opdracht van Transactie en de Hoofdafdeling Wegvervoer van DGV heeft het NIPO een telefonische enquête verricht onder zakelijke gebruikers van bestelwagens. Deze enquête heeft in het kader van het onderzoek: 'Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens' plaatsgevonden.
Achtergrond In de afgelopen jaren is zowel het bezit als het gebruik van lichte bestelwagens sterk toegenomen. Met de toename van het aantal bestelwagens is ook de verkeersprestatie toegenomen. Zo stijgt de verkeersprestatie in de bestelwagenmarkt aanzienlijk sneller dan die in de markt van het zware vrachtverkeer. Deze sterke groei leidt tot een navenante stijging van het energieverbruik en de emissies. Transactie en de Hoofdafdeling Wegvervoer van DGV hebben zich tot doel gesteld om een reductie van het energieverbruik en de emissies te bereiken. Gezien de omvang van het bestelwagensegment en de sterke groei van dit segment willen zij gericht onderzoek doen naar de oorzaken van deze sterke groei. Het onderzoek dat het NIPO in dit kader uitvoert, is opgebouwd in drie stappen: • Een kwantitatieve analyse naar de diverse deelmarkten en marktsegmenten in het bestelwagenvervoer (desk research) • Een kwalitatieve analyse van drie tot vier belangrijke marktsegmenten in het bestelwagenvervoer • Een evaluatie van beinvloedingsmogelijkheden om de snelle groei terug te dringen
Uit de eerste fase van het onderzoek1 is naar voren gekomen dat de stijging met name is waar te nemen in vier branches, te weten: bouwnijverheid, groot- en detailhandel en zakelijke dienstverlening. Om nu nader inzicht te krijgen in de waargenomen trends in deze branches is de tweede fase van het onderzoek begonnen met een kwalitatief onderzoek2. Voor dit onderzoek is een groepsgesprek met deskundigen en gebruikers gevoerd en zijn aansluitend 16 vrije interviews op de werkplek gehouden. Uit het kwalitatieve onderzoek is naar voren gekomen, dat er veel factoren zijn aan te wijzen die van invloed zijn op de verschillende trends, die zich voordoen op het gebied van het bezit en het gebruik van bestelwagens. Door de verscheidenheid aan factoren lijkt het erop dat er geen eenduidig beeld is te verkrijgen van de verschuivingen en trends. Niet alleen de branches verschillen van elkaar of vertonen juist overeenkomsten met elkaar, ook binnen de branches blijken er grote verschillen te bestaan. 1
A-1222, Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens, januari 1997
" A-1250. Oorzaken toename bezit en gebruik bestelwagens, maart 1997
A1222 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens i Kwantitatief onderzoek • © NIPO mei 1997 l
Aansluitend aan het kwalitatieve onderzoek heeft een kwalitatief onderzoek plaatsgevonden onder de zakelijke gebruikers van bestelwagens. Het doel hiervan is het nagaan in welke mate de factoren, die in het kwalitatieve onderzoek zijn geïdentificeerd, marktbepalend zijn. Of anders gezegd, nagaan of de factoren niet alleen gelden voor de deelnemers aan het groepsgesprek en de interviews, maar ook voor alle overige gebruikers.
Dit rapport bevat de belangrijkste resultaten van het marktbeschrijvend onderzoek. Een beschrijving van de onderzoeksopzet en de vragenlijst zijn als bijlage opgenomen. Achtereenvolgens komen in dit rapport de volgende items aan bod: • bezit en gebruik van bestelwagens • oorzaken achter de groei • de technische specificaties Behalve dit tekstrapport is er ook een tabellenrapport opgesteld waarin alle resultaten in tabelvorm worden gepresenteerd.
A1222 Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ! Kwantitatief onderzoek ! © NIPO mei 1997 2
Bezit en gebruik In dit eerste hoofdstuk wordt het bezit en gebruik van bestelwagens in kaart gebracht. We doen dit door allereerst te kijken naar de penetratie en het aantal bestelwagens in het Nederlandse bedrijfsleven. In deel I van het onderzoek naar de trends, bezit en gebruik van bestelwagens is hier al uitgebreid bij stilgestaan. Daarom worden hier alleen de belangrijkste kengetallen beschreven zoals die uit het huidige marktonderzoek naar voren komen. Vervolgens laten we zien waar de bestelwagens voor worden gebruikt en hoe ze worden ingezet. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met de trends die zich voordoen als het gaat om meer of minder volume.
1.1
Geen veranderingen in de penetratie en omvang van het bestelwagensegment
Een vergelijking van de enquêteresultaten met resultaten uit het eerste deel van het onderzoek laat zien dat de penetratie en de omvang van het bestelwagensegment ten opzichte van augustus 1996 niet of nauwelijks is veranderd. Net zoals bij de vorige onderzoeken beschikt circa 32% van de bedrijfsvestigingen in Nederland over één of meerdere bestelwagens. De penetratie van bestelwagens ligt bij grote bedrijven (meer dan 100 werknemers) op circa 57% en bij de kleine bedrijven (minder dan 10 werknemers) op circa 30%. Deze cijfers laten nog eens zien dat de totale penetratie sterk bepaald wordt door de structuur van het Nederlandse bedrijfsleven. Immers circa 86% van het Nederlandse bedrijfsleven bestaat uit bedrijfsvestigingen met minder dan 10 werkzame personen. Branches met een hoge penetratie zijn de bouwnijverheid (82%) en de nutssector (76%). Omgerekend naar absolute aantallen beschikt het Nederlandse bedrijfsleven anno 1997 over ruim 400.000 bestelwagens en komt hiermee uit op hetzelfde niveau als in augustus 1996. Het gemiddeld aantal bestelwagens per bedrijfsvestiging ligt ook nu tussen de twee en drie. Zoals figuur l laat zien, zijn de belangrijkste sectoren de bouwnijverheid, de detailhandel, groothandel en zakelijke dienstverlening. De omvang van het wagenpark in de bouwnijverheid is vooral het gevolg van de hoge penetratie. Dit in tegenstelling tot de andere drie branches waar de penetratie niet boven het gemiddelde uitkomt. De groothandel, detailhandel en zakelijke dienstverlening danken hun posities dan ook vooral aan het grote aantal bedrijven dat actiefis in deze branches. Zoals ook uit deel I naar voren is gekomen, is de structuur van het Nederlandse bedrijfsleven bepalend voor de segmentering van de bestelwagenmarkt. In bijlage l is daarom een beschrijving opgenomen van de omvang en samenstelling van het Nederlandse bedrijfsleven.
A1222 | Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens l Kwantitatief onderzoek ! © NIPO ' mei 1997
l [ Aantal bestelwagens per branche
bouw '////////////////////^^^^
130.000
zakelijke dienstv Y//JÏ^//W////////////////^^^^
78.000
deailhandel ?%%%%%%%m^%%^ 76.000 groothandel
'//////////////////////A
43.000
industrie W///////////////A^™ 15.000
13.000
horeca K^ 9.000 nutsbednjven ^ 4 800
In de afgelopen drie jaar heeft circa 61% van de fleetowners één of meerdere bestelwagens aangeschaft. In absolute aantallen gaat het hier om circa 170.000 bedrijven of instellingen. Naar verhouding zijn de meeste aanschaffers terug te vinden in de zakelijke dienstverlening (77%), de overheid (74%) en bij de nutsbedrijven (71%). Het laagste percentage komen we tegen in de detailhandel. Kijken we echter naar absolute aantallen, dan wordt de belangrijke positie van de detailhandel in het Nederlandse bedrijfsleven zichtbaar. In deze branche bevinden zich in absolute termen de meeste aanschaffers, circa 48.000 bedrijven. Significanter dan bij de branches zijn de verschillen bij de omvang van het wagenpark. Naar verhouding zijn het vooral de grote fleetowners die in de afgelopen drie jaar één of meerdere bestelwagens hebben aangeschaft (zie figuur 2).
Al 222 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens; Kwantitatief onderzoek i © NIPO ! mei 1997 4
2 | Percentage fleetowners dat in de afgelopen driejaar één of meerdere bestelwagens heejt aangeschajt naar omvang van het wagenpark
100 12
90
39
80 70
51
60 50 40
è6i%
30
ü in de afgelopen drie jaar geen bestelwagen aangeschaft 0 in de afgelopen drie jaar een bestelwagen aangeschaft
20 10 O
-+•
1 2-4 5-9 10+ bestelwgn bestelwgns bestelwgns bestelwgns
totaal
Ongeveer één op de tien aanschaffers is een zogenaamde initiële aanschaffer, dat wil zeggen dat hij of zij in de afgelopen drie jaar voor het eerst een bestelwagen heeft aangeschaft. Hiervan is het expresvervoer3 een typisch voorbeeld. Naar verhouding bevinden zich in deze sector veel initiële aanschaffers (58%). Veelal gaat het om kleine ondernemers die zich voor het eerst op de markt begeven.
Uiteraard zijn de meeste initiële aanschaffers (79%) terug te vinden bij de kleinste fleetowners. Dit zijn de bedrijven en instellingen die over één bestelwagen beschikken. Opmerkelijk is dat toch nog 12% van de initiële aanschaffers beschikt over vijf tot negen bestelwagens. Deze bedrijven of instellingen hebben in één keer een groot aantal bestelwagens aangeschaft of zijn in drie jaar tijd snel gegroeid.
' Bij het samenstellen van branches voorde tweede onderzoeksfase zijn de koeriers- en expresvervoerders
niet afgesplitst van de transportbranche. Gebleken is namelijk dat de meeste expresvervoerders ingeschreven staan als (weg)transportbedrijf Expresvervoer behoort dan tot één van de transportactiviteiten. In her onderliggende eind-rapport beschrijven we daarom het bezit en gebruik van
bestelwagens binnen de wegtransportsector. Alleen daar waar de analysemogelijkheden het toelaten worden uitspraken gedaan over de expresvervoerders
A1222 . Trends Bezit en Gebruik van Bestelwasens j Kwantitatief onderzoek ' © N I P O mei 1997
1.2
Inzet bestelwagens vooral een praktische kwestie
Uit de gesprekken die in het kwalitatieve onderzoek zijn gevoerd lijkt naar voren te komen dat de samenstelling en de inzet van het wagenpark niet zozeer afhankelijk is van de branche waarin men werkzaam is, maar veel sterker wordt bepaald door allerlei andere aspecten. In het volgende hoofdstuk wordt nagegaan of dit meer dan een vermoeden is. In deze paragraaf geven we eerst aan om welke aspecten het gaat. Bedrijven zetten bestelwagens in voor meerdere doeleinden Uit de enquête komt naar voren dat bestelwagens zowel worden gebruikt voor het vervoer van goederen en produkten, als voor het vervoer van gereedschappen, onderdelen en materialen. Het vervoer van documenten en pakketten vindt op kleine schaal plaats (9%) en vrijwel uitsluitend in de transportsector, de zakelijke dienstverlening en bij de overheid. Bij ongeveer 6% van de bedrijven worden de bestelwagens ook gebruikt voor privé-doeleinden. Dit privé-gebruik komt het meest voor bij de grote fleetowners (21%). Werknemers bij deze bedrijven mogen de auto van de zaak in veel gevallen mee naar huis nemen. Het gebruik van de bestelwagen naar soort vervoer is afhankelijk van de bedrijfsactiviteit (zie figuur 3). Zo wordt in de bouwnijverheid door 97% van de bedrijven de bestelwagen gebruikt voor het vervoer van gereedschappen, onderdelen en materialen. Ook in de nutssector en de zakelijke dienstverlening vindt bij veel bedrijven (93% resp. 73%) dit soort vervoer plaats. Het vervoer van goederen en produkten vindt vooral plaats in de horeca, detailhandel en groothandel. Overigens blijkt dat de relatie tussen de branche en het soort vervoer niet eenduidig is. Zo laat figuur 3 zien dat bedrijven de bestelwagens gebruiken voor meerdere soorten vervoer4. In het kwalitatieve onderzoek werd in dit kader reeds gewezen op de ontwikkeling naar meer nevenactiviteiten. Bedrijven verrichten meerdere activiteiten en kunnen dan ook meerdere vormen van vervoer genereren. Niet duidelijk is of men één bestelwagen gebruikt voor meerdere vormen van vervoer of dat elke bestelwagen zijn eigen specialisatie heeft. Door nu te kijken naar de fleetowners die over slechts één bestelwagen beschikken kan op dit punt enig inzicht worden gegeven. Een selectie van deze doelgroep laat zien dat 23% de bestelwagens multifunctioneel wordt ingezet, dat wil zeggen zowel wordt gebruikt voor het vervoer van gereedschappen e.d. als voor het vervoer van goederen. Deze multifunctionaliteit komt relatief vaak voor bij de zakelijke dienstverlening.
Figuur 3 geeft de resultaten weer van een vraag met zogenaamde meervoudige anrwoorden. Dit houdt in dat men uit meerdere anrwoorden kan kiezen. De anrwoorden kunnen daarom sommeren tor boven de 1005t.
A1222 ; Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens [ Kwantitatief onderzoek l © NIPO ' mei 1997 , 6
3 | Gebruik bestelwagens naar soort vervoer
97
100 -r
*A Y,
90 -
i'/
80 -
74
~
ï%
70 60 - 57
n-
\
^
V/,
67
JO
29
i \ 1f f t l 6
1
10
n
fl
industrie
_
O
2
r-n
boirw
grooth.
——
'
29 19 10
16
^
3\t k
deeflh.
horeca
[
Z5
~
5 1
transport
\
2 _ 3 __ _
zakelijke diens tv
57
55 \
37
35
66
71
7 0
43
40 -
10 -
W
y
50 -
20 -
73
ïï $ ? '/
81
y
70
30 -
93
91 r-
86
ft
nutsbedr.
1
* 3 i
oveiheid
k totaal
H gereedschappen.ondeidelen en materialen D produJcren/goederen D documenten D privé
Kijken we naar de omvang van het wagenpark dan blijkt dat de grote fleetowners de bestelwagens veelal gebruiken als servicewagen (gereedschappen, onderdelen en materialen), terwijl het bij de kleine fleetowners vooral gaat om het vervoer van goederen en produkten.
Bij ruim eenderde van de fleetowners gaat het om snelle service Ook het spoedeisende karakter van de werkzaamheden is een aspect die van invloed kan zijn op de toename van het aantal bestelwagens. Uit de enquête komt naar voren dat bij 35% van de bedrijven en instellingen de bestelwagens worden ingezet voor werkzaamheden met een spoedeisend karakter zoals een 24, 12 of 2 uurservice. Hierbij gaat het niet om alle vormen van vervoer en alle soorten bestelwagens. Kijken we naar de verschillende branches dan wijken alleen de nutsbedrijven van dit beeld af. In deze sector ligt dit percentage namelijk op 69%. Veel werkzaamheden bij dit sooit bedrijven bestaat dan ook uit het oplossen van calamiteiten of het verhelpen van storingen. Overigens gaat het in 50% van de 'spoedgevallen' om een service tussen de 12 en 24 uur. De spoedeisende werkzaamheden komen bij grote bedrijven, zowel naar aantal werknemers als naar aantal bestelwagens, vaker voor dan bij de kleine bedrijven. De meerderheid van de chauffeurs rijdt alleen Bij 52% van de bedrijven en instellingen rijdt er naast de chauffeur memand mee in de bestelwagen. Deze 'alleenrijders' komen we relatief veel tegen als het gaat om het vervoer van goederen en produkten en daarmee zien we ze vooral in de groothandel
A1222 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens , Kwantitatief onderzoek ; © NIPO mei 1997
(66%) en detailhandel (63%). Het meerijden van meer dan l persoon en wellicht de inzet van bestelwagens met dubbele cabine komt voor bij circa 14% van de bedrijven en instellingen. Het zal geen verbazing wekken dat we vanwege de aard van de werkzaamheden deze relatief vaak in de bouwnijverheid (19%) en in mindere mate in de industrie (17%) tegen komen. Frappant is dat de omvang van het wagenpark van invloed is op het aantal meerijders. Zoals figuur 4 laat zien, neemt het aantal alleenrijders af naarmate de omvang van het bestelwagenpark toeneemt. Een nadere analyse wijst uit dat de bouwnijverheid sterk vertegenwoordigd is onder de grote fleetowners. Het beeld dat dit segment oproept wordt daarmee relatief sterk bepaald door deze branche.
4 | Aantal meerijders naar omvang van het bestelwagenpark
n
'16 . 23
48 51
69 43
D 2 of meer meerijders D l meerijder
Q alleen chaufïeur
l
2-4
5-9
10+
bestelwagen
besteh\agens
bestelwagens
bestelwagens
tonal
Naar meerdere gebieden, maar over korte afstanden Om een idee te krijgen wat voor soort ritten met de bestelwagens worden gemaakt is in de enquête gevraagd waar men met de bestelwagens naar toe gaat. Dit kan zijn het centrum, de buitenwijken of periferie van een stad of naar landelijke gebieden. Uit de antwoorden op deze vraag blijkt dat elk afzonderlijk bedrijf of instelling meerdere afzetgebieden heeft en dat de bestelwagens daarom naar meerdere gebieden rijden. Lastig is het voor de respondenten dan ook om antwoord te geven op de vraag waar men het vaakst naar toe moet. Zo weet bijna 30% van fleetowners hierop geen antwoord te geven. Wat wel uit de cijfers naar voren komt is dat er relatief weinig lange ritten worden gemaakt. De bestelwagens worden immers voornamelijk ingezet voor het kone afstand vervoer, dat wil zeggen afstanden van minder dan 50 km. Zo
A1222 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens • Kwantitatief onderzoek '• © N I P O : mei 1997 -. S
geeft althans driekwart van de fleetowners aan. De meeste fleetowners die korte ritten maken komen we tegen in de detailhandel (93%) en de horeca (90%). Het 'lange' afstand vervoer vindt vooral plaats in de industrie (44%) en de zakelijke dienstverlening (40%). De nadruk op het korte-afstand vervoer komt ook naar voren als we herkomsten en bestemmingen aan elkaar relateren. Zo is van de bedrijven en instellingen die het vaakst naar het centrum van een stad moeten slechts 9% gevestigd in een landelijk gebied. Een opvallende uitzondering hierop is de bouwnijverheid, waar 26% gevestigd is in landelijke gebieden. De indruk die wel eens ontstaat dat bouwvakkers van 'heinde en verre' komen wordt met deze cijfers versterkt. Ook zien we dat van degene die het vaakst naar een landelijk gebied rijden een meerderheid (51%) zelf gevestigd in een landelijk gebied. Zoals gezegd, extreme ritten worden relatief weinig gemaakt. Wat wel vaak voorkomt is dat er ritten gemaakt worden van het centrum van een stad naar buitenwijken of de perefirie en vise versa. Kijken we naar het sooit ritten dat met de bestelwagens gemaakt wordt dan geeft 66% van de fleetowners aan dat het gaat om punt-punt ritten. Zoals figuur 5 laat zien worden punt-punt ritten vooral gemaakt door de horeca, zakelijke dienstverlening en de bouwnijverheid. Rondritten daarentegen komen relatief vaak voor in de detailhandel en groothandel.
5 | Soort ritten die het meest worden gemaakt
n 20
30
30
34
i
^ \
l \ 70'
80
D rondritten 0 punt-punt
663
% • "t deailh.
grooth.
overheid industrie transport nucbedr.
\ bouw
horeca
zakelijke diens tv
totaal
A1222 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens i Kwantitatief onderzoek i © NIPO | mei 1997
Minder dan een kwart van de fleetowners maakt gebruik van een ritplanningssysteem Het laatste aspect dat aan de orde komt betreft het planmatig inzetten van de bestelwagens. Uit de enquête komt naar voren dat relatief veel fleetowners de bestelwagens inzetten op basis van ervaring of in ieder geval zonder gebruik te maken van een bepaald systeem. Slechts 23% van de fleetowners doet dit wel en maakt gebruik van bijvoorbeeld een ritplanningssysteem. Koplopers wat dit betreft zijn de groothandel (44%), de overheid (38%) en de wég-transportsector (39%) en daarnaast de grootste fleetowners (41%). Een duidelijke hekkesluiter is de horeca, waar slechts 7% gebruik maakt van een planningssysteem. Ook de bouwnijverheid loopt met 13% nog achter op de rest. Kijken we naar het gebruik van de bestelwagens (het naar de bouwplaats brengen van materiaal en personeel) dan is het ontbreken van een planningssyteem in deze branche niet verwonderlijk. Interessant is hier de positie van de detailhandel. Zoals we eerder zagen worden door deze branche veel rondritten gemaakt waarbij men gebruik van ritplanningssystemen zou verwachten. Het gebruik van ritplanningssytemen is hier echter niet noemenswaardig hoog. Dit wijst erop dat men in de detailhandel de bestelwagens veelal op ad-hoc basis inzet. Ongeveer 17% van de fleetowners die met een planningssysteem werken, hebben dit
systeem geautomatiseerd.
1.3
Trend naar grotere bestelwagens ondanks lage benutting
Uit het kwalitatieve onderzoek is gebleken dat er zowel een trend gaande is van grote naar kleine voertuigen als van kleine naar grote voertuigen. Zo kunnen de vrachtwagens worden vervangen door bestelwagens of de grote bestelwagens kunnen worden vervangen door een lichtere klasse bestelwagens. Ook is een aantal bedrijven meer gebruik gaan maken van vrachtwagens in plaats van bestelwagens en is er een duidelijke verschuiving waar te nemen van kleine bestelwagens naar grotere bestelwagens. Zoals we in deze paragraaf zullen zien, zijn deze trends voor een gedeelte marktbepalend.
Van grote naar kleine bestelwagens en visa versa Ongeveer 61% van de fleetowners heeft in de laatste drie jaar één of meerdere bestelwagens aangeschaft. Bij circa eenderde van deze fleetowners is er sprake van een toename van het laadvermogen. 57% geeft aan dat het laadvermogen gelijk is gebleven en bij 10% is het laadvermogen afgenomen. Hieruit blijkt, dat als we de hele markt in ogenschouw nemen de trend naar grote bestelwagens sterker is dan de trend naar kleinere bestelwagens. Figuur 6 laat zien dat de trend naar grotere bestelwagens zich vooral voordoet in de industrie, horeca en zakelijke dienstverlening. De trend naar kleinere bestelwagens is relatief sterk in de nutssector en de groothandel. Relateren we de trend van groot naar klein en visa versa aan het sooit vervoer dan blijkt dat de trend naar grotere bestelwagens zich in sterke mate heeft voorgedaan bij vervoerders
A1222 j Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens i Kwantitatief onderzoek ! © NIPO mei 1997 10
van documenten en pakketten (de expresvervoerders). In deze sector heeft maar liefst 85% van de fleetowners nu grotere bestelwagens dan drie jaar terug.
6 | Percentage fleetowners met meer, evenveel of minder laadvermogen
iuu -
12
90 -
•16:
•7. 15
&'•
U
8'
~
.8
47
30
—
——-
80 -
10 ——
42
70 47
6050 -
70 71
66
56
63
65
40 -
62;
30 -
i
n -
50'
^
1. 34'
42'
20 10 -
l l 1
O minder laadv D evenveel laadv 0 meer laadv
^ 17J ^
bouw
^
'is' ^
%
ë 20:
nutsbedr. grooth.
23;
29;
i overheid demih.
1 transport zakelijke diens tv
l horeca
industrie
i
totaal
Kijken we naar andere factoren zoals bijvoorbeeld wel of geen snelservice, rittype en de aard van de bestemmingen dan geven de onderzoeksresultaten aan dat deze niet (significant) van invloed zijn op de trends van groot naar klein en visa versa.
Van vrachtwagens naar bestelwagens Een tweede trend van groot naar klein is die van vrachtwagens naar bestelwagens. Uit de enquête blijkt dat deze trend niet of nauwelijks marktbepalend is. Slechts 5% van de fieetowners geeft aan dat zij nu bestelwagens gebruiken waarvoor voorheen vrachtwagens werden ingezet. Hoewel het percentage gering is, gaat het in absolute aantallen om circa 8.000 bedrijven of instellingen. Nemen we als achtergrond de verschillende branches dan zien we dat de trend zich bij meer dan het gemiddelde aantal bedrijven voordoet bij de overheid en in de transportsector. In deze branches liggen de percentages op 13% resp. 10%. Net zoals bij de eerste trend zijn ook hier de andere
factoren niet van invloed. De meest genoemde reden om vrachtwagens te vervangen door bestelwagens zijn de kosten. Dit motief wordt door 44% van de fleetowners die zijn overgegaan op bestelwagens aangedragen. Andere redenen die genoemd worden, zijn 'je kunt met de vrachtwagen nergens meer komen' (23%), 'kleinere zendingen' (14%), 'met
A1222 Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens | Kwantitatief onderzoek • © NIPO '• mei 1997
bestelwagens heb je een grotere flexibiliteit' (9%) en 'bestelwagens kun je efficiënter inzetten' (6%).
Relatief weinig bestelwagens worden volledig benut Zojuist is geconstateerd dat als er sprake is van een trend, het die is van kleinere naar grotere bestelwagens. Deze trend is opmerkelijk in de wetenschap dat veel bestelwagens niet volledig worden benut. Zo komt uit de enquête naar voren, dat 43% van de fleetowners de bestelwagens niet volledig benutten als het gaat om het laadvermogen of het volume. Inzet van grotere bestelwagens kan onder deze omstandigheden leiden tot een nog lagere benutting. Kijken we naar de verschillende branches, dan komen we alleen in de bouwnijverheid relatief veel fleetowners tegen, die de bestelwagens wel volledig benutten (70%). Bij de overheid daarentegen zitten de minste instellingen die de bestelwagens volledig benutten (40%). Als we een profiel zouden opstellen van de bedrijven en instellingen die de bestelwagens niet volledig benutten dan ziet dat er als volgt uit: Een lage benutting komen we tegen bij de grootste bedrijven (meer dan 100 werknemers) en in iets mindere mate ook bij de grootste fleetowners. In relatief veel van de gevallen gaat het hier om de zogenaamde servicewagens (vervoer van gereedschappen, onderdelen en materialen) en bestelwagens waar óf één persoon in zit óf meer dan drie personen (dubbele cabines). De bedrijven en instellingen maken weinig tot geen gebruik van een ritplanningssysteem. Nemen we dit profiel in ogenschouw, dan is het opmerkelijk dat relatief veel bedrijven in de bouwnijverheid de bestelwagens volledig benutten. In deze branche wordt relatief veel gebruik gemaakt van bestelwagens met dubbele cabines. Zoals we zagen zijn het juist deze bestelwagens waarvoor men aangeeft dat ze niet volledig worden benut. Een mogelijke verklaring is dat 'slechts' 14% van de bestelwagens in de bouwnijverheid voorzien is van een dubbele cabine. De aantallen bestelwagens die wel volledig worden benut bepalen dus het beeld van de bouwnijverheid.
Al 222 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ! Kwantitatief onderzoek : © NIPO mei 199" 12
Oorzaken achter de groei Het belangrijkste doel van het hoofdonderzoek is om meer inzicht te krijgen in de achterliggende factoren van de snelle groei van het bestelwagenverkeer. In dit hoofdstuk proberen we de mogelijke oorzaken die in het kwalitatieve onderzoek zijn geïdentificeerd nader te kwantificeren. We doen dit door in eerste instantie na te gaan in welke mate de achtergrondkenmerken die in het vorige hoofdstuk zijn beschreven van invloed zijn. Vervolgens laten we zien welke oorzaken door de markt zelf worden aangegeven. We sluiten dit hoofdstuk af met mogelijke oplossingen die door de fleetowners worden aangedragen.
2.1
Geen duidelijk profiel van bedrijven met meer bestelwagens
In de enquête is de vraag gesteld of men momenteel over meer, minder of evenveel bestelwagens beschikt in vergelijking met drie jaar geleden. Uit de antwoorden komt naar voren dat 25% van de fleetowners over meer bestelwagens beschikt, 69% over evenveel en 6% over minder. Figuur 7 laat zien dat de groeicijfers per branche verschillen. Zo is bijvoorbeeld het percentage fleetowners dat over meer bestelwagens beschikt in de bouwnijverheid bijna drie keer zo groot als in de horeca. Opmerkelijk is de nutssector waar relatief zeer veel fleetowners nu over minder bestelwagens beschikken dan drie jaar terug. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat nutsbedrijven bepaalde werkzaamheden hebben uitbesteed particuliere installatiebedrijven.
7 | Percentage fleetowners met meer, minder en evenveel bestelwagens naar branche
100 - IE
=5= J.
90 -
lj Vi
80 -
~
=%=
2T
7
9 —
73
67
60
57
70 -
6_
n minder
61 77
60 -
85
68
30 -
7-
W2
20 -
,0- —
•'//'//.
-
1
*
horeca detail h
ZZ% 15 ••??> ——t——— nutsb
n!
^ 26
Ü '<¥"
^ ™', ^t
grooth. mdustr. ovcrh
W/ ü 33: P ^ zak. d
W'
W
'-/M W% '
D meer bestelw. —-
39
'-:•
25
W
^ '&•". 'fy ';/,-•
bou\v
wegtr.
totaal
3-i
m
bestelw.
u envenveel bestelw.
-
40 -
12 •••/,'/•
69
79
50 -
n
-e-.
A1222 j Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens i Kwantitatief onderzoek i
Naast de branches zijn er ook verschillen als we kijken naar de omvang van het wagenpark. Zo heeft 67% van de grootste fleetowners meer bestelwagens dan drie jaar geleden (zie figuur 8). Ter vergelijking: bij de kleinste fleetowners ligt dit percentage op 10%. In dit segment gaat het zoals we in hoofdstuk l al zagen om de initiële aanschaffers.
8 Percentage fleetowners met meer, minder en evenveel bestelwagens naar omvang wagenpark
100 10 90 25 27
80 70 52 60 50
69
86
C minde r
beste Iwagens D evenveel bestelwagens Q meer bestelwagens
40 30 20 10 -J-
fyio 0
^xxxx-l
l
2-4
5-9
10+
bestelwagen
bestelwagens
bestelwagens
bestelwagens
totaal
Naast de branche en de omvang van het wagenpark is ook het sooit vervoer (gereedschappen/onderdelen/materialen, produkten, goederen, documenten en pakketten) een achtergrondkenmerk voor de mogelijke toename van het aantal bestelwagens. Hierover geeft de enquête echter geen duidelijk beeld. Relateren we de bedrijven en instellingen die over meer bestelwagens beschikken aan het soon vervoer dan treden er geen significante verschillen op. Dat wil zeggen dat zich onder bijvoorbeeld de vervoerders van goederen en produkten naar verhouding niet meer of minder 'groeiers' bevinden dan onder de andere soort vervoerders. Hetzelfde beeld tekent zich af als we de 'groeiers' relateren aan de overige achtergrondkenmerken. Uit het bovenstaande komt naar voren dat er vooralsnog geen duidelijk profiel is op te stellen van de bedrijven waar sprake is van een toename van het aantal bestelwagens. De achtergrondkenmerken die zijn overgenomen uit het kwah'tat/eve onderzoek spelen op individueel niveau zeker een belangrijke rol. In de totale markt zijn zij echter niet doorslaggevend.
A1222 : Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens Kwantitatief onderzoek , © NIPO mei 1997 14
2.2
Meer opdrachten als de belangrijkste oorzaak
Zoals we in de vorige paragraaf zagen, is het niet mogelijk om de bedrijven te typeren. Uiteraard zijn er wel oorzaken aan te wijzen voor de toename van het aantal bestelwagens. In deze paragraaf laten we de fleetowners zelfde oorzaken aandragen. Op twee manieren is aan de fleetowners gevraagd factoren te noemen die in hun situatie van invloed zijn op de toename van het aantal bestelwagens. Als eerste zijn de spontane factoren aan de orde gekomen, dat wil zeggen dat de respondent de factoren noemt zonder dat daarbij gestuurd wordt. Daarnaast is naar de geholpen oorzaken gevraagd, waarbij de interviewer eerst de mogelijke oorzaken opnoemt en de respondent vervolgens aangeeft of die wel of niet van toepassing zijn. In de onderstaande figuren zijn de resultaten grafisch weergegeven. Kijken we eerst naar de spontaan genoemde factoren dan is er één factor doorslaggevend en dat is meer opdrachten/meer werk. Deze factor wordt door bijna tweederde van de fleetowners genoemd. Op ruime afstand wordt genoemd de behoefte aan meer flexibiliteit. Hiermee wordt bedoeld, dat men graag een extra bestelwagen achter de hand heeft om optimaal in te kunnen spelen op de wensen vanuit de markt. Ongeveer 8% van de fleetowners noemt als reden dat de toename veroorzaakt is, doordat ze zijn overgestapt van een personenauto of VAN. Min of meer hetzelfde wordt bedoeld met de factor 'veranderingen grijs kenteken'. Doordat er een wijziging is opgetreden in de wetgeving, heeft 4% van de fleetowners dezelfde overstap gemaakt. Logistieke aspecten zoals een wijziging in de distributie wordt met 6% relatief weinig genoemd.
Een interessant beeld ontstaat als we hier kijken naar de omvang van het wagenpark. Zo blijkt dat de kleinste fleetowners (l bestelwagen) a-typisch reageren. Slechts 29% noemt als factor meer opdrachten. Relatief veel kleine fleetowners daarentegen noemen 'overstap van personenauto/VAN' (26%) en 'eisen grijs kenteken' (18%). De wijziging in de wetgeving op het grijze kenteken heeft blijkbaar de meeste impact gehad op de kleinste fleetowners. De grootste fleetowners reageren wel in overeenstemming met de overige fleetowners: meer opdrachten is de oorzaak voor de toename.
A1222 i Trends Bezit en Gebruik vnn Bestelwagens ' Kwantitatief onderzoek ' © NIPO mei 1997 15
9 [ Factoren die van invloed zijn op de toename van het aantal bestelwagens. Spontaan genoemd
meer opdrachten
flexibliliteit i.p.v. personenauto wijziging distributie eisen grijs kenteken nieuw activiteiten
Wt3
i.p.v. vrachtwagen
il
anders 10
20
30
40
50
60
70%
Als we de fleetowners een aantal mogelijke factoren opnoemen dan ontstaat er in grote lijnen eenzelfde beeld. Ook dan wordt de economische groei veruit het meest genoemd (79/bl. Onder de grote fleetowners wordt deze factor zelfs door 95% van de bedrijven en instellingen genoemd. Een belangrijk verschil met de spontane antwoorden is, dat er vaker logistieke factoren worden genoemd. Zo noemt 40% als factor de eisen van de klant (meer frequente of snelle aflevering). Bijna één op de drie fleetowners noemt daarnaast nog 'grotere werkgebieden'. De logistieke factoren worden blijkbaar wel herkent als oorzaak maar zijn niet dusdanig zichtbaar of belangrijk dat ze ook spontaan worden genoemd. Vragen we tenslotte naar wat de belangrijkste factor is, dan is het antwoord zeer duidelijk: 65% noemt de economische groei. Ver daarachter komt met 9%, op de tweede plaats, de eerder genoemde wens tot meer flexilbiliteit.
A1222 Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens : Kwantitatief onderzoek i © NIPO ; mei 1997 16
10 Factoren die van invloed zijn op de toename van het aantal bestelwagens. Geholpen genoemd
meer opdrachten
7&///////////////////////^^^^
eisen Wanten ^£%^x%2^%^x%^x^ 40
grotere werkgebieden nieuwe activiteiten
W/////////////////////A™ y/////////ZZÏÏ.r]
toename aantal filialen eisen grijs kenteken wijziging warenwet
wijziging distributie ^ 3 meer ploegendiensten ^ I geen factoren
y/////////A^ 10
2.3
20
30
40
50
60
70
80
Oplossingen worden niet door de markt zelf aangedragen
Nadat de respondenten de factoren hebben genoemd die van invloed zijn op de toename van het aantal bestelwagens is ook gevraagd een reactie te geven op de mogelijke oplossingen. Alleerst is daartoe de volgende vraag gesteld: "Indien die bedrijf minder gebruik zou mogen maken van bestelwagens hoe zou u dat dan oplossen?" Uit de vele verschillende antwoorden die op deze vraag zijn gegeven komt het volgende beeld naar voren. De meeste fleetowners weten niet hoe ze dit zouden
oplossen en nog eens 13% zegt gelijk dat dit niet mogelijk is. Ervaring leert dat dit sooit antwoorden worden gegeven als het onderwerp bij de respondenten niet 'leeft'.
Zo kan dit ook hier het geval zijn. Ook uit andere grootschalige enquêtes op het gebied van het goederenvervoer5 blijkt dat het vervoer bij een aanzienlijk deel van het bedrijfsleven en dan vooral bij het kleinbedrijf veelal geen zaak van groot belang is. De aandacht gaat vaak uit naar andere zaken en ten aanzien van het vervoer maakt men geen bewuste keuzen.
zie bijvoorbeeld NIPO-Verladersmonitor, maart 1997
A1222 i Trends Bezit en Gebruik vnn Bestelwagens ! Kwantitatief onderzoek : © NIPO , mei 1997 17
Zoals figuur 11 laat zien, noemen de fleetowners die wel een oplossing aandragen het meest het gebruik van een personenauto of stationcar (18%). Ook wordt het uitbesteden van het transport genoemd (11%). Logistieke oplossingen worden relatief weinig genoemd (5%), evenals het efficiënter laden van de bestelwagen (1%). Uit de genoemde oplossingen blijkt dat men vooral praktisch is ingesteld en niet zo zeer aan ingewikkelde logistieke oplossingen denkt.
Kijken we naar de afzonderlijke branches dan komen er interessante verschillen naar voren. Zo wordt het uitbesteden van het vervoer relatief vaak genoemd in de groothandel (35%), de industrie (27%) en bij overheid (23%). Het gebruik van vrachtwagens scoort met 25% opvallend hoog in de transportsector. Het uitbesteden van het vervoer scoort met 19% ook hoog onder de bedrijven die voornamelijk goederen en produkten vervoeren. Ook wordt door deze groep relatief vaak het gebruik van een personenauto of stationcar genoemd (23%).
11 | Genoemde oplossingen om het gebruik van bestelwagens terug te dringen
gebruik personenauto's
^X^X^X^X^X^X%^X^X^X^18
uitbesteden y///////////////////A\\ gebruik aanhangwagens
/////////////AI
aanpassen logistiek '////////A
5
gebruik vrachtwagens '/////////\
5
huren beterladen ^ l anders
niet moge lijk
y//////////////7A^
V//////////////////////AK y//W//////////Z>7Z>5YY^ 10
15
20
25
30
De laatste vraag in de enquête luidde: "Wat zou de overheid eventueel kunnen doen om een ejjlctè'nte?- gebruik van bestelwagens te stimuleren?". Ook hier blijkt dat veel bedrijven en instellingen zich niet bewust zijn van de toename van het aantal bestelwagens en veel minder van de problematiek rond dit onderwerp. Meer dan de helft van de respondenten (55%) blijft immers liet antwoord op deze vraag schuldig. De antwoorden die gegeven worden hebben de strekking van lagere belasting (13%) en het oplossen van de files (5%) of het zorgen van aparte rijstroken voor zakelijk verkeer (3%). In de marge worden maatregelen
A1222 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens i Kwantitatief onderzoek i © N I P O mei 1997 is
genoemd, zoals het bevorderen van groupage en het opzetten van distributiecentra. Het beter bereikbaar maken van steden is een oplossing die veel gehoord is in het kwalitatieve onderzoek. Hier wordt deze mogelijkheid aangedragen door 2% van de bedrijven en instellingen en scoort daarmee net zo hoog als de meeste andere oplossingen. Interessant is de opmerking die gemaakt wordt wat betreft het klein rijbewijs. Volgens enkele respondenten zou de overheid ervoor moeten zorgen dat met het klein rijbewijs ook gereden kan worden met grotere wagens.
12 | Maatregelen die de overheid zou kunnen nemen om een efficiënter gebruik van bestelwagens te stimuleren.
belasting
files
W3 5
aparte rijstroken grijs kenteken 1Ü3 accijnsverh.
bereikbaarh. steden
12
part. gebruik P 2 stim. groupage E2 anders
weet niet 10
20
30
40
50
60'
A1222 '. Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens j Kwantitatief onderzoek : © NIPO mei 1997
19
De technische specificaties In het kwalitatieve onderzoek zijn naast de trends in het bezit en gebruik ook trends ter sprake gekomen die meer betrekking hebben op (technische) specificaties van de bestelwagens zelf. Ook op dit terrein zijn ontwikkelingen gaande. De volgende ontwikkeling zijn in het kwalitatieve onderzoek waargenomen: • de toename van het motorvermogen • langer onderhoudsintervallen • toename van specifieke aanpassingen • behoefte aan meer volume bij een gelijk blijvend laadvermogen • meer aandacht voor ergonomie en veiligheid In dit hoofdstuk gaan we nader in op de eisen die fleetowners stellen aan de bestelwagen. Aan de orde komen het aanschafgedrag, de speciale voorzieningen, het sooit brandstof, de vervanging en tenslotte de ideale bestelwagen.
3.1
Vooral de prijs is belangrijk bij de keuze voor een bestelwagen
Aan de fleetowners is gevraagd aan te geven waar men oplet bij het kopen of leasen van een bestelwagen. In figuur 13 zijn de meest genoemde aspecten grafisch weergegeven'. Uit de vele aspecten die genoemd worden kunnen we het volgende opmaken. Bij aanschaf van de bestelwagens wordt vooral gelet op financiële en praktische zaken zoals de aanschafprijs en het laadvermogen (het volume), de functionaliteit en de betrouwbaarheid. Naast de puur zakelijke aspecten wordt ook, zij het relatief minder vaak, gelet op de prestaties, het uiterlijk en het comfort. Deze laatste aspecten kwamen uit het kwalitatieve onderzoek naar voren. Dat ze hier niet duidelijk aan het ligt komen vindt zijn oorzaak vooral in het verschil tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Bij kwalitatief gaat het om het vóórkomen van bepaalde uitspraken en niet om de frequentie waarmee bepaalde uitspraken worden gedaan. Bij kwantitatief onderzoek ligt de nadruk daarentegen expliciet op dit laatste aspect.
6
Voor de overzichtelijkheid zijn alleen de aspecten opgenomen die door meer dan 5% van de fleetowners
zijn genoemd.
A1222 ' Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens' Kwantitatief onderzoek l © NIPO i mei 1997 20
13 | Belangrijke aspecten bij de aanschaf van een bestelwagen
aanscha fprijs
volume laadvermogen functionaliteit
'////////////////////////////////////////////////////////////////////////A^Q
y//////////////////////////////////////////////j\2$ '////////////////////////////////////////////AIS Y///////////////////////A\±
bra nds tofveibrvok '//////////////////////AK prijs /kvrahteit '////////////////A 10
prestntie '///////////////A1) uiteriijk
y/////////////A*
comfort
y////////////A*
betrouvitoaaiheid
'/////////Z7//y\*
afmetingen
y////////7/V<~!
explotatie kosten 10
15
20
25
30
35
40
Uit de enquête komt naar voren dat elke branche zo haar eigen aankoopgedrag vertoont: • in de industrie en bij de nutsbedrijven noemt men relatief vaak het comfort (25% resp. 27%) • in de zakelijke dienstverlening speelt het laadvermogen een relatief onbelangrijke rol (wordt door slechts 10% genoemd) • de overheid zorgt goed voor haar personeel; men let vooral op de veiligheid (13%), en het comfort (16%). Daarnaast noemt men vaak de specifieke gebruikseisen (16%) en de milieuvriendelijkheid (5%) Daarnaast speelt ook het soort goederen, dat met gebruik van de bestelwagens wordt vervoerd, een rol bij de aanschaf. Zo is bij aanschaf van de servicewagens (vervoer van gereedschappen, onderdelen en materialen) de prijs uitermate belangrijk en letten expresvervoerders relatief veel op het brandstofverbruik en de kwaliteit.
3.2
Extra voorzieningen alleen bij specifieke gebruikers
Naar analogie met de trends in het vrachtwagensegment is er ook bij de bestelwagens sprake van allerlei voorzieningen die in de wagens kunnen worden ingebouwd. In de praktijk is daar echter nog niet veel van te zien. Zo blijkt dat 58% van de fleetowners geen extra voorzieningen heeft ingebouwd. En als er iets wordt ingebouwd is het voornamelijk een mobiele telefoon. Zoals figuur 14 laat zien, zijn de andere voorzieningen veel minder in trek. Ook hier zijn er verschillen tussen de branches. Zo wordt in de groothandel relatief vaak de snelheidsbegrenzer ingebouwd (14%). De
A1222 l Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ! Kwantitatief onderzoek ] © NIPO mei 1997 ' 21
transportsector valt op omdat, zij op kleine schaal al gebruik maken van een plaatsbepalingssysteem (5%). Bij de nutsbedrijven is de autotelefoon al ver ingeburgerd (73%) en in de detailhandel tenslotte kan de chauffeur zich volledig op het autorijden concentreren; 81% van de bestelwagens is namelijk zonder extra voorzieningen uitgerust. De grote fleetowners vervullen duidelijk een voortrekkersrol als het gaat om de extra voorzieningen. Zo blijkt dat 24% van de grootste wagenparkenbeheerders (meer dan 10 bestelwagens) een boordcomputer heeft laten inbouwen en 16% een snelheidsbegrenzer.
14 j Extra voorzieningen in de bestelwagens
39
mobiele telefoon
snelheidsbegrenzer
cruis e-control
%•
route plannings s ys t \ l
econome te r
boordcomputer K
geen extra voorzieningen
2 38 10
3.3
20
30
40
50
60
Voorkeur voor diesel
Diesel is met een aandeel van 82% veruit de meest gebruikte brandstof in het bestelwagensegment. Benzine wordt nog door 24% van de fleetowners gebruikt. Relatief veel benzinerijders vinden we terug in de bouwnijverheid (37%) en de overheid (38%). Lpg wordt niet of nauwelijks gebruikt (1%). Een uitzondering hierop zijn de overheidsbedrijven. Daar ligt het 'marktaandeel' op circa 6%. Opvallend zijn de verschillen als we kijken naar het soort ritten. Bij rondritten wordt significant vaak gebruik gemaakt van benzine (34%) en bij punt-punt ritten juist van diesel (86%).
A1222 ! Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens , Kwantitatief onderzoek © NIPO ! mei 1997 22
De meeste fleetowners baseren hun keuze voor de brandstof op basis van de prijs. Het maakt geen verschil of het hier nu gaat om de keuze voor diesel of dat voor benzine. In beide gevallen is de prijs de meest genoemde factor (71% bij de keuze voor diesel en 76% bij de keuze voor benzine). Belangrijk hierbij is het aantal kilometers dat men rijdt. Op basis van dit gegeven kiest men voor de voordeligste brandstof. Bij de keuze voor benzine wordt ook nog genoemd dat de bestelwagen die men heeft alleen verkrijgbaar is met een benzinemeter (11%).
3.4
Vervanging net zo snel als voorheen
Nederlandse fleetowners vervangen de bestelwagen na vijf of meer jaren. In de bouwnijverheid doet men het langste met een bestelwagen. Daar gaat 60% pas na meer dan vijfjaar over op vervanging. In de zakelijke dienstverlening en bij de expresvervoerders daarentegen vervangt 26% resp. 11% pas na meer dan vijfjaar. Op de vraag of de bestelwagens nu sneller of minder snel worden vervangen dan vroeger antwoord 12% sneller, 16% minder snel en 49% even snel. In het kwalitatieve onderzoek is aangegeven dat door de komst van steeds meer luxere en personenauto achtige busjes men wellicht tot snellere vervanging zou kunnen overgaan. Uit bovenstaande cijfers blijkt echter dat de snelle en de minder snelle vervangers elkaar goed in evenwicht houden. De minder snelle vervanging is vooral een gevolg van de langere levensduur van de bestelwagens.
3.5
Geen ideale bestelwagen, wel meer volume
In het kwalitatieve onderzoek is een trend waargenomen naar hogere eisen die aan de bestelwagen worden gesteld. Dit blijkt ook uit de nieuwe typen die op de markt worden aangeboden. Om deze trend te kunnen kwantificeren is aan de fleetowners gevraagd aan op welke punten de bestelwagen nog zou kunnen worden verbeterd, of met andere woorden hoe de ideale bestelwagen eruit ziet. Net zo als bij enkele andere vragen valt op dat veel fleetowners moeite hebben om hierop een antwoord te geven (38%). Daarnaast zegt nog eens 28% dat er geen verbeteringen nodig zijn. De fleetowners die wel wensen hebben noemen veel verschillende verbeteringen. Dit maakt het lastig om het één en ander te kwantificeren (weinig aspecten die door een
voldoende aantal respondenten worden genoemd). Om toch een idee te geven van wat er is geantwoord zijn in figuur 15 de meest genoemde verbeteringen opgenomen.
In het kwalitatieve onderzoek is bij meerdere bedrijven uit verschillende branches naar voren gekomen dat er behoefte bestaat aan meer laadruimte (i.e. meer volume) bij een gelijk blijvend laadvermogen. Frappant is nu dat dit ook uit het kwantitatieve onderzoek naar voren komt (meest genoemde verbetering). Interessant is te zien dat deze verbetering relatief vaak genoemd wordt door de fleetowners die de bestelwagens inzetten voor rondritten. Wat hier meespeelt is dat men met meer laadruimte wellicht meerdere leveringen per rit zou kunnen verzorgen.
A1222 ' Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens i Kwantitatief onderzoek ; © NIPO : mei 1997 23
15 | Mogelijke verbeteringen aan de bestelwagens
W//////////A*
meei volume
E
beter comfort betere ergonomie bete r zicht minder verbruik • anders
^mm^m^x^lS
geen verbeteringen ^x^x<m^mm^mmmx?] 2* \%eetniet W//////////////////^^^^ 0
5
10
15
20
25
30
35
40 %
A1222 l Trends Bezit en Gebruik van Bestehvagens Kwantitatief onderzoek j © N I P O • mei 199/ • 24
Bijlagen kwantitatief onderzoek
A1222 ; Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens \ Kwantitatief onderzoek j © NIPO Amsterdam i mei 1997
Bijlage l
Onderzoeksverantwoording
A1222 ; Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens | Kwantitatief onderzoek i © NIPO .Amsterdam mei 1997
Doelgroep Het onderzoek heeft zich gericht op de bezitters en gebruikers van bestelwagens in de zakelijke markt. Dit zijn alle bedrijfsvestigingen in Nederland waar men over één of meerdere bestelwagens beschikt.
Methode van onderzoek De gesprekken voor dit onderzoek zijn gehouden door middel van telefonische ondervraging. Daarbij is gebruik gemaakt van het computergestuurde interviewsysteem van het NIPO. Dit systeem zorgt voor een juiste routing van de vragen en maakt het mogelijk de steekproef tijdens het veldwerk te sturen. Het veldwerk heeft plaatsgevonden in de periode van 3 t/m 18 april 1997. De gesprekken zijn gevoerd met degene die binnen de vestiging verantwoordelijk is voor de inzet en gebruik van auto's.
Steekproef De steekproef voor de profit-sector is getrokken uit de database van de het Handelsregister van de Kamers van Koophandel. De steekproef voor de non-profit is afkomstig uit diverse bronnen. In totaal hebben 1010 bedrijfsvestigingen en instellingen, die over bestelwagens beschikken, meegewerkt. Tabel 16 laat zien op welke wijze de bedrijfsvestigingen en instellingen zijn verdeeld over de verschillende branches en grootteklasses (aantal werkzame personen).
16 | Steékproefopbouw naar branches en grootteklasses
Branches
aantal werkzame personen 1-9
10-19
20-49
50-99
Industrie.....
17
12
14
26
32
Bouw......
27
26
17
21
34
125
Groothandel..... Detailhandel (food+non-food) + Auto/reparatie.....
28
23
24
20
32
127
140
64
47
15
13
279
30
8
10
2
1
51
Horeca....
100+
totaal 101
Transport.....
20
12
20
12
11
75
Dienstverlening, Bank/Verzekering.........
23
12
16
24
36
111
Overheid .......
3
4
16
25
53
101
Nutsbedrijven......
3
3
12
5
17
40
291
164
176
150
229
1010
Totaal
Al 222 ' Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ; Kwantitatief onderzoek '• © NIPO Amsterdam mei 1997
De resultaten van het onderzoek zijn gewogen naar de door het NIPO geschatte populatie-aantallen.
Respons Zoals eerder aangegeven zijn met 1010 vestigingen en instellingen gesprekken gevoerd. Hiervoor zijn in totaal 4530 bedrijven en instellingen benaderd. De onderstaande tabel geeft een overzicht van zowel de respons als de non-respons aan.
17 | Respons en non-respons
geslaagd
22%
niet geslaagd: geen gehoor/anrwoordapparaat/in gesprek/informatietoon
20%
weigering persoon ziek/afwezig weigering te druk/geen tijd
20% 12%
weigering principieel overige weigeringen
21% 5% 100%
Vergelijken we het aantal geslaagde gesprekken met het aantal geweigerde gesprekken, dan bedraagt het slagingspercentage 28%.
Steekproef en populatie Voor de enquête van dit onderzoek zijn bedrijven geselecteerd uit zowel de profit als de non-profit sector. Bij het trekken van de steekproef is ervoor gezorgd dat alle
branches voldoende in het onderzoek zijn vertegenwoordigd. De resultaten van het onderzoek zijn gewogen naar de totale populatie van bedrijven en instellingen in Nederland en geven daarmee een representatief beeld voor de gehele populatie. De tabellen 18 en 19 laten zien op welke wijze de bedrijfsvestigingen en instellingen over de verschillende branches en grootteklasses (aantal werkzame personen) zijn verdeeld.
A1222 , Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ; Kwantitatief onderzoek i © N I P O Amsterdam mei ".997
18 Absolute populatieaantallen van bedrijven en instellingen tn Nederland aantal werkzame personen branche Industrie Bouw Groothandel Detailhandel food Detailhandel non-food Autobranche Horeca Transport
10-19
20-49
50-99
100+
totaal
29.800
4.200
3.900
1.800
1.700
41.400
36.600
5.300
3.400
970
550
46.820
1-9
54.700
4.800
3.300
990
480
64.270
42.257
2.723
938
155
110
46.182
91.350
4.252
244
175
97.385
14.293
525
298
111
175
15.403
38.400
2.400
780
150
80
41.810
1.364
18.300
2.900
1.900
760
520
24.380
Dienstverlening Nutsbedrijven Overheid
125.200
7.800
3.920
1.540
1.000
139.460
80
51
510
506
1.364
966
1.298
4.644
Totaal
451.490
35.457
21.242
7.726
6.164
522.079
78
40
76
325
19 1 Relatieve populatieaantallen van bednjven en instellingen in Nederland aantal werkzame personen branche
1-9
10-19
20-49
50-99
100+
totaal
Industrie
5
4
6
17
17
8
Bouw
3
7
5
7
10
6
Groothandel Detailhandel food
9
13
11
12
17
11
13
13
11
4
1
9
Detailhandel non-food
28
20
15
6
2
18
4
2
3
3
2
3
Autobranche Horeca Transport
17
9
8
3
0
10
7
12
12
8
4
9 12
12
10
8
17
17
Nutsbedrijven
1
1
3
->
4
2
Overheid
-) £
8
17
22
26
n
100
100
100
100
100
100
Dienstverlening
Totaal
A1222 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens; Kwantitatief onderzoek ' © NIPO Amsterdam mei 1997
De dienstverlening bestaat zowel uit de zakelijke dienstverlening als de overige dienstverlening. Ook het bank- en verzekeringswezen is bij deze groep ondergebracht. Bij de overheid zijn de gemeentelijke instellingen en de instellingen van de decentrale landelijke overheid ondergebracht. In bijlage 2 van dit rapport is een overzicht opgenomen met de samenstelling van de branches naar onderliggende sectoren. Tabel 19 geeft aan dat een groot deel, namelijk 86%, van het Nederlandse bedrijfsleven uit kleine bedrijven bestaat. Dat wil zeggen bedrijven met minder dan 10 werkzame personen.
A1222 i Trends Bczr. en Gebruik van Bestelwagens ! Kwantitatief onderzoek ; © N I P O Amsterdam mei 1997
Bijlage 2
Vragenlijst Telefonische enquête
A1222 i Trends Bezit en Gebruik vnn Bestelwagens i Kwantitatief onderzoek i © NIPO Amsterdam mei 1997
Trends Bezit en Gebruik bestelwagens
Vragenlijst telefonische enquête
Goeden morgen/middag. U spreekt met.......... van het NIPO, het marktonderzoekinstituut. Het NIPO voert momenteel in opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat een onderzoek uit naar het gebruik van zakelijk gebruik van auto's. (Enq.: Vraag naar degene binnen dit bedrijf/deze vestiging die verantwoordelijk is voor de
inzet en gebruik van auto's) Goeden morgen/middag. U spreekt met.......... van het NIPO, het marktonderzoekinstituut. Het NIPO voert momenteel in opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat een onderzoek uit naar het zakelijk gebruik van auto's. Mogen wij u over dit onderwerp enkele vragen stellen. Het gesprek duurt niet langer dan 12 minuten. 1. Mag ik u eerst een aantal algemene vragen stellen. Wat is uw functie in dit bedrijf? l:
directeur/eigenaar
2:
financieel directeur
3: 4: 5: 6:
hoofd financiële afdeling/administratie bedrijfsleider logistiek manager manager fysieke distributie
7:
wagenparkbeheerder
8: 9:
nog anders, namelijk ..... weet niet/geen antwoord
2.
Hoeveel personen zijn er op dit moment gewoonlijk 15 uur of meer per week bij dit bedrijf/deze vestiging werkzaam? De eigenaars/directeuren en eventueel meewerkende gezinsleden, mits meer dan 15 uur per week werkzaam, dienen ook meegerekend te worden. 1: 2:
l 2-4
3:
5-9
4: 5: 6:
10-19 20-49 50-99
7: 8:
100 en meer weet niet/geen antwoord
A-1222 Trends Bezit en Gebruik Bestelwagens | vragenlijst telefonische enquête l l
3.
Waar is dit bedrijf/deze vestiging gevestigd. Is dit ? l: 2: 3: 4: 5:
het centrum van een stad de buitenwijken van een stad de periferie van een stad landelijke gebieden weet niet/geen antwoord
4.
Beschikt dit bedrijf/deze vestiging over ......? (Enq.: Lees op) 1:
2: 3: 4:
bestelwagens (maximaal toelaatbaar gewicht van 3,5 ton, geen personenbusje!) vrachtwagens (toelaatbaar gewicht van minimaal 3,5 ton) heeft geen beschikking over bestel-of vrachtwagens —> einde gesprek weet niet/geen antwoord —> einde gesprek
5.
Ik ga u nu een aantal vragen stellen over het bezit van bestelwagens Over hoeveel..... (Enq.: Noem soort auto's) beschikt dit bedrijf/deze vestiging? Als u het niet precies weet mag u het ook schatten. aantal: 6.
Hoe is de financiering van de bestelwagens geregeld? Is/zijn deze (Enq.: Lees op, meerdere antwoorden mogelijk) 1: 2: 3: 4: 5: 6:
eigendom van het bedrijf eigendom van het personeel geleast gehuurd anders, namelijk..... weet niet/geen antwoord
A-1222 ; Trends Bezit en Gebruik Bestelwagens j vragenlijst telefonische enquête 2
7. Indien meerdere vormen van .financiering
Hoeveel bestelwagens zijn er ..... (Enq.: Lees op) Aantal:
eigendom van het bedrijf eigendom van het personeel geleast gehuurd anders, namelijk..... 8.
Wat is het gemiddelde jaarkilometrage van de bestelwagens die door dit bedrijf/deze vestiging worden gebruikt? Als u het niet weet mag u het ook schatten ......................... kilometer weet niet/geen antwoord 9.
Heeft dit bedrijf/deze vestiging in de afgelopen drie jaar één of meerdere bestelwagens aangeschaft? l: 2: 3:
ja nee weet met.geen antwoord
10.
Als u het aantal bestelwagens vergelijkt met het aantal van drie jaar geleden beschikt dit bedrijf/deze vestiging nu over.... ? (Enq. lees op , een antwoord mogelijk)
1: 2: 3: 4:
meer bestelwagens evenveel bestelwagens minder bestelwagens weet niet/geen antwoord
11. Indien in de afgelopen drie jaar één of meerdere bestelwagens heeft aangeschaft (vraag 8)
Heeft/hebben de nieuwe bestelwagen(s) meer/minder of evenveel laadvermogen als oude bestelwagens?
l: 2: 3: 4: 5:
meer laadvermogen evenveel laadvermogen minder laadvermogen had drie jaar terug nog geen bestelwagens weet niet/geen antwoord
A-1222 Trends Bezit en Gebruik Bestelwagens | vragenlijst telefonische enquête • 3
I Gebruik bestelwagens 12.
Nu volgen een aantal vragen over het gebruik van de bestelwagens Waarvoor worden de bestelwagens gebruikt? Is dit voor het vervoer van? (Enq lees op; meerdere antwoorden mogelijk) l: 2: 3: 4: 5: 6: 7:
gereedschappen onderdelen en materialen goederen of produkten documenten en/of pakketten privé gebruik anders, namelijk weet niet/geen antwoord
13. Indien meerdere antwoorden bij vraag 12 En waarvoor worden de bestelwagens het vaakst gebruikt? Is dat voor het vervoer van?
l: 2: 3: 4: 5: 6: 7:
gereedschappen onderdelen en materialen goederen of produkten documenten en/of pakketten privé gebruik anders, namelijk weet niet/geen antwoord
14.
Hoeveel personen, naast de chauffeur, rijden er doorgaans mee in de bestelwagen? 1: 2:
........................ personen weet niet/geen antwoord
15.
De werkzaamheden waarvoor de bestelwagens worden ingezet hebben die een spoedeisend karakter zoals bijvoorbeeld een 24.-12- of 2 uurs service? 1: 2: 3:
ja nee weet niet
A-1222 Trends Bezit en Gebruik Bestelwagens : vragenlijst telefonische enquête 4
16. Indien werkzaamheden met een spoedeisend karaJcter (vraag 15)
Indien een spoedeisend karakter. Hoeveel uurs service verleent dit bedrijf/deze vestiging? (Enq.: meerdere antwoorden mogelijk) l: 2: 3: 4: 5: 6:
service in minder dan 2 uur service tussen de 2 en 5 uur service tussen de 5 en 12 uur service tussen 12 en 24 uur anders, namelijk weet niet/ geen antwoord
17.
Waar moet u met de bestelwagens naar toe, waar zitten uw klanten?. Is dat in? l: 2: 3: 4: 5:
het centrum van een stad de buitenwijken van een stad de periferie van een stad landelijke gebieden weet niet/geen antwoord
18. Indien meerdere antwoorden bij vraag 17
En waar moet u met de bestelwagens het vaakst naar toe? (Enq; lees op, meerdere antwoorden mogelijk) l: 2: 3: 4: 5:
het centrum van een stad de buitenwijken van een stad de periferie van een stad landelijke gebieden weet niet/geen antwoord
19.
Wat voor soort ritten worden er met de bestelwagens gemaakt? Zijn dit? (Enq: lees op, meerdere antwoorden mogelijk) l: 2: 3: 4:
rondritten (ritten met meerdere stops per rit) punt-punt ritten (van A naar B en weer terug naar A) anders, namelijk..... weet niet/geen antwoord
A-1222 Trends Bezit en Gebruik Bestelwagens vragenlijst telefonische enquête 5
20. Indien meerdere antwoorden bij vraag 19 En wat voor soort ritten worden er het vaakst gemaakt? Zijn dit? l: 2: 3: 4:
rondritten (ritten met meerdere stops per rit) punt-punt ritten (van A naar B en weer terug naar A) anders, namelijk..... weet niet/geen antwoord
21.
Wat is de gemiddelde afstand tussen twee stops findien rondritten). Wat is de gemiddelde ritafstand (indien punt-punt of anders). Is dat? (Enq: lees op, slechts één antwoord mogelijk) 1: 2: 3:
minder of gelijk aan 50 km meer dan 50 km weet niet/geen antwoord
22.
Worden de bestelwagens ingezet volgens een bepaald systeem zoals bijvoorbeeld een ritplanningssysteem? 1: 2: 3:
ja nee weet niet/geen antwoord
23. Indien gewerkt wordt met een planningssyteem (vraag 22)
Is dit systeem geautomatiseerd ? 1: 2: 3:
ja nee weet niet/geen antwoord
24. Gebruikt dit bedrijf/deze vestiging nu bestelwagens waarvoor vroeger vrachtauto's
werden ingezet? 1:
ja
2: 3:
nee weet niet/geen antwoord
A-1222 Trends Bezit en Gebruik Bestelwagens : vragenlijst telefonische enquête 6
25. Indien nu bestelwagens gebruikt waarvoor vroeger vrachtwagens
Waarom gebruikt dit bedrijf/deze vestiging nu bestelwagens i.p.v. vrachtauto's (Enq.; meerdere antwoorden mogelijk) l: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8:
uit kostenoverwegingen mag met de vrachtauto niet de stad in kan met de vrachtauto nergens komen (obstakels, geen parkeerruimte etc.) kleinere zendingen reorganisatie/verandering distributie arbo-wetgeving anders, namelijk weet niet/geen antwoord
26. Indien reorganisatie distributie (vraag 25) Wat is er veranderd in de organisatie van de distributie? (Enq.: meerdere antwoorden mogelijk) l: 2: 3: 4: 5: 6: 7:
uitbesteden van de distributie centraliseren van de distributie decentraliseren van de distributie meer rechtstreekse leveringen van de fabrikant meer werken met vaste routeschema's anders, namelijk weet niet/geen antwoord
27. Indien kleinere zendingen (vraag 25)
Waarom zijn de zendingen kleiner geworden? (Enq.; meerdere antwoorden mogelijk) l: 2: 3:
eisen afnemers rechtstreekse leveringen van de fabrikant anders, namelijk
4:
weet niet/geen antwoord
Nu weer even over de bestelwagens 28. Als u kijkt naar de capaciteit van de bestelwagen(s) worden deze dan volledig benut als het gaat om? (Enq: lees op, meerder antwoorden mogelijk)
l: 2: 3: 4:
het volume het laadvermogen worden niet volledig benut weet niet/geen antwoord
A-1222 Trends Bezit en Gebruik Bestelwagens ; vragenlijst telefonische enquête 7
29. Indien over meer bestelwagens beschikt dan 3 jaar terug (vraag 10) Dit bedrijf/deze vestiging beschikt dus over meer bestelwagens dan drie jaar terug. Wat zijn de drie belangrijkste factoren die van invloed zijn geweest op de toename van het aantal bestelwagens? 1: 2: 3: 4:
weet niet/geen antwoord
30.
Ik noem u nu een aantal factoren die van invloed kunnen zijn op de toename van het aantal bestelwagens. Welke factoren zijn van toepassing op dit bedrijf/deze vestiging? (Enq: lees op, meerdere antwoorden mogelijk) l: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8: 9: 10:
meer opdrachten/meer omzet/meer werk meer ploegendiensten toename nevenactiviteiten toename aantal filialen klanten eisen een frequentere of snellere belevering wijzigingen in de warenwetgeving strengere eisen grijs kenteken reorganisatie distributie grotere werkgebieden geen van deze factoren
31. Indien meerdere antwoorden bij vragen 29 en 30
Wat is de belangrijkste factor die van invloed is geweest op de toename van het aantal betelwagens? l: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8: 9: 10: 11: 12: 13:
meer opdrachten/meer omzet/meer werk meer ploegendiensten toename nevenactiviteiten toename aantal filialen klanten eisen een frequentere of snellere belevering wijzigingen in de warenwetgeving strengere eisen grijs kenteken reorganisatie distributie grotere werkgebieden anders l anders 2 anders 3 weet niet/geen antwoord
A-1222 Trends Bezit en Gebruik Besrelwagens | vragenlijst telefonische enquête 8
32.
Op welke aspecten let u bij de aanschaf van een bestelwagen? (Enq.: meerdere antwoorden mogelijk) l: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8: 9: 10: 11: 12: 13: 14: 15: 16: 17:
de prijs de prestaties prijs-kwaliteitverhouding de exploitatiekosten het brandstofverbruik milieuvriendelijkheid de inruilwaarde de veiligheid het laadvermogen het volume comfort de ergonomie uiterlijk specifieke gebruikseisen wensen berijders anders, namelijk..... weet niet/geen antwoord
33. Indien meerdere antwoorden bij vraag 32
En wat is het belangrijkste aspect waar u op let bij de aanschaf van een bestelwagen? l: 2: 3: 4: 5: 6:
de prijs de prestaties prijs-kwaliteitverhouding de exploitatiekosten het brandstofverbruik milieuvriendelijkheid
7:
de inruilwaarde
8: 9: 10: 11: 12: 13: 14: 15: 16: 17:
de veiligheid het laadvermogen het volume comfort de ergonomie uiterlijk specifieke gebruikseisen wensen berijders anders, namelijk ..... weet niet/geen antwoord
A-1222 '. Trends Bezit en Gebruik Bestelwagens ! vragenlijst telefonische enquête 9
34.
Is één of meerdere bestelwagens voorzien van een? (Enq. : lees op, meerder antwoorden mogelijk) l: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8:
boordcomputer econometer cruise-control snelheidsbegrenzer routeplanningssyteem plaatsbepalingssysteem mobile telefoon geen van deze voorzieningen
35.
Op wat voor soort brandstof rijden de bestelwagens? Is dat op? (Enq.: lees op, meerdere antwoorden mogelijk) 1: 2: 3: 4:
diesel lpg benzine weet niet/geen antwoord
36.
Waarom heeft u gekozen voor ..........? l: 2: 3: 4:
uit kostenoverwegingen minder storingsgevoelig anders, namelijk.............. weet niet/geen opgave
37.
Hoeveel jaar doet dit bedrijf/deze vestiging gemiddeld met een bestelwagen? 1:
minder dan l jaar
2: 3: 4:
l-2 jaar 2-3 jaar 3-4 jaar
5: 6: 7:
4-5 jaar meer dan 5 jaar weet niet/geen antwoord
A-1222 : Trends Bezit en Gebruik Bestelwagens vragenlijst telefonische enquête : 10
38.
Worden de bestelwagens nu sneller of minder snel vervangen dan vroeger? 1: 2: 3: 4:
sneller even snel minder snel weet niet/geen antwoord
39.
Hoe zou voor dit bedrijf/deze vestiging de ideale bestelwagen eruit zien of met andere woorden op welke punten kunnen bestelwagens verbeterd worden? 1:
......................
2: 3:
...................... ......................
4:
weet niet/geen antwoord
40.
Indien dit bedrijf/deze vestiging minder gebruik zou mogen maken van bestelwagens, hoe zou u dat dan oplossen?
weet niet/geen antwoord 41.
Wat zou de overheid eventueel kunnen doen om een efficiënter gebruik van bestelwagens te stimuleren? 1:
.......................
2:
weet niet/geen opgaven
Dan was dit mijn laatste vraag, hartelijk dank voor uw medewerking
A-1222 Trends Bezit en Gebruik Bestelwagens ! vragenlijst telefonische enquête 11
Belangrijkste profielen in het bestelwagensegment
De belangrijkste profielen in het bestelwagensegment Inleiding In deze memo wordt getracht een aantal profielen op te stellen van de belangrijkste segmenten in de bestelwagenmarkt. Uit de onderzoeksresultaten komt naar voren dat er drie clusters van branches die het marktbeeld bepalen als het gaat om aantallen bestelwagens. Dit zijn : • de bouwnijverheid (l30.000) • de groothandel en detailhandel (119.000) • de zakelijke dienstverlening (78.000) De aantallen zijn gebaseerd op de resultaten van de telefonische enquête. Naast deze drie clusters verdient ook de wegtransportsector speciale aandacht. Niet vanwege de omvang van het wagenpark (9.000 bestelwagens), maar veeleer vanwege de wijze waarop de bestelwagens worden ingezet. De overige branches worden in onderstaande profielen verder buiten beschouwing gelaten. Niet dat deze niet interessant zouden zijn maar omdat ze qua aantallen nauwelijks een rol van betekenis spelen. Zo wordt de nutssector gekenmerkt door een hoge penetratie en een zeer hoog gemiddeld aantal bestelwagens. Echter in totaal gaat het hier om 'slechts' 4.800 voertuigen. Een min of meer vergelijkbaar situatie doet zich voor bij de overheidssector. De vier branches zijn in goed voor totaal 340.000 bestelwagens, hetgeen neerkomt op 85% van de totale markt. Ook wat betreft het kilometrage nemen deze branches een belangrijke positie in (zie tabel l b). Om te komen tot een reductie van het energieverbruik en de emissies bieden deze cijfers in eerste instantie onvoldoende houvast. Het gaat hier immers om 167.000 bedrijfsvestigingen, die zoals uit het kwalitatieve onderzoek naar voren kwam ieder een eigen case zijn. Voor het voeren van een gericht beleid gaat het om te veel bedrijven en instellingen. Een eerste stap om te komen tot een reductie van het aantal bedrijven is te kijken of er interessante profielen zijn die het mogelijk maken om gericht beleid te voeren. In het navolgende worden daarom een aantal profielen opgesteld. Als eerste worden de profielen
weergegeven van de kleinste en de grootste fleetowners. Daarna volgen de profielen van de eerde beschreven branches. De groothandel en de detailhandel worden hierbij als afzonderlijke branches behandel. Getracht is het een en ander zoveel mogelijk uit te drukken in aantallen bestelwagens en kilometrages. Nadmkkelijk zij opgemerkt dat het hierbij om ruwe schattingen gaat met mogelijk navenante afwijkingsmarges. De aantallen hebben daarom vooral een indicatief karakter. Belangrijk om te weten is dat bij de berekeningen gebruik is gemaakt van de resultaten uit de telefonische enquête. In deze enquête is informatie verzameld op vestigingsniveau en niet op bestelwagenniveau. Voor de hier gemaakte berekeningen heeft dit belangrijke gevolgen. Zo weten we bijvoorbeeld voor ieder afzonderlijk bedrijf over hoeveel bestelwagens men beschikt en of men het vaakst rondritten maakt of juist punt-punt ritten. Wat we echter niet exact weten is hoeveel bestelwagens dan ingezet worden voov bijvoorbeeld rondritten. Het verzamelen van deze exacte gegevens ligt buiten de A-1222 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ; Belangrijkste profielen j © NIPO mei 1997 l
opzet van het kwalitatieve onderzoek. Uiteraard zouden in een vervolg onderzoek deze aantallen wel exact berekend kunnen worden. Wat we hier nu verondersteld hebben is dat als het bedrijf het vaakst rondritten maakt, dit dan geldt voor alle bestelwagens van dit bedrijf. Doen we dit voor alle bedrijven en instellingen dan kunnen we bij benadering uitrekenen hoeveel procent van het totale wagenpark worden gebruikt voor rondritten. Voor een aantal achtergrondkenmerken laat deze methode het niet toe om berekeningen te maken voor de kilomterages.
De kleinste fleetowners aantal bestelwagens:
96.000 (24%)
aantal fleetowners: totaal kilometrage: gem kilometrage:
96.000 (57%) 2,4 miljard (18%) 25.000
De kleinste fleetowners zijn de bedrijven en instellingen die over slechts één bestelwagen beschikken. In totaal gaat het hierbij om circa 96.000 bedrijven en instellingen en een gelijk aantal bestelwagens. Gezamenlijk nemen deze bedrijven en instellingen 24% van de totale markt voor hun rekening. De kleinste fleetowners zijn sterk vertegenwoordigd het kleinbedrijf. Dit zijn bedrijven met minder dan 10 werkzame personen die we in hoofdzaak terugvinden in de detailhandel Zo'n 50% van de kleine fleetowners heeft de bestelwagen al meer dan drie jaar in bezit. Zoals we later zullen zien duidt dit op een relatief oud wagenpark. Van degene die in de laatste drie jaar een bestelwagen hebben vervangen heeft 33% gekozen voor een bestelwagen met meer laadvermogen. Als we dit percentage vergelijken met wat we vinden in andere segmenten dan lijkt de trend naar meer laadvermogen zich vooral voor te doen bij de kleine fleetowners. Opvallend is daarom dat bijna de helft van de bestelwagens niet volledig wordt benut als het gaat om volume of laadvermogen. Dit wijst erop dat het transport met bestelwagens voor het kleinbedrijf min of meer een bijzaak is waar doelmatigheid, zowel in aanschaf als gebruik, vanuit zakelijke oogpunt niet het belangrijkste aandachtspunt is. Met de bestelwagen rijdt men ongeveer 25.000 kilometer per jaar. Omgerekend naar totalen betekent dit dat de kleine fleetowners jaarlijks 2,4 miljard kilometer afleggen en daarmee circa 18% van het totale kilometrage voor hun rekening nemen. De meeste bestelwagens ( 62%) worden gebruikt voor het vervoer van goederen en produkten. Daarnaast wordt circa 27% ingezet voor spoedeisende werkzaamheden.
Kijken we naar het soort ritten, dan zien we dat een meerderheid (61%) van de bestelwagens wordt ingezet voor punt-punt ritten die hier in de meeste gevallen korter zijn dan 50 kilometer. Omdat de fleetowners over slechts één bestelwagen beschikken, is het opmerkelijk dat toch nog 21% gebruik maakt van een ritplanningsysteem. Dit hoge percentage wordt vooral veroorzaakt door de groothandel. In deze branche beschikken relatief A-1222 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens [ Belangrijkste profielen ; © NIPO mei 1997 2
veel bedrijven naast de bestelwagen ook over vrachtwagens, hetgeen het intensieve gebruik van ritplanningssysteeem verklaart. Concluderend kunnen we stellen de kleine fleetowners gezamenlijk een belangrijk segment vormen op de bestelwagenmarkt. Juist daarom is het van belang in te zien dat in dit segment de bestelwagens niet doelmatig worden ingezet. Als men tot vervanging overgaat worden veelal grotere bestelwagens aangeschaft zonder dat deze volledig worden benut. Vanuit bedrijfsmatig oogpunt is het belang van efficiënt gebruik duidelijk ondergeschikt aan andere belangen.
De grootste fleetowners aantal bestelwagens: aantal fleetowners: totaal kilometrage: gem kilometrage:
100.000 (25%) 4.000 (2%) 3,7 miljard (27%) 36.000
Als tegenhanger van de kleinste fleetowners geven we hier een beeld van de grootste fleetowners. Dit zijn bedrijven en instellingen die over meer dan 10 bestelwagens beschikken. Kijken we naar de omvang van het wagenpark, dan vormen de grootste fleetowners een interessant segment. Zeker als we de omvang relateren aan het geringe aantal bedrijven en instellingen. Zo bezit 2% van alle fleetowners ongeveer een kwart het totale wagenpark. Met het hoge gemiddelde kilometrage nemen ze ook nog eens 27% van het totale kilometrage voor hun rekening. De belangrijkste branche binnen dit specifieke segment is de bouwnijverheid: 45% van alle grote fleetowners zijn actiefin deze branche.
Bijna 90% van de grote fleetowners heeft in de afgelopen drie jaar één of meerdere bestelwagens aangeschaft. Dit wijst erop dat we hier te maken hebben met een relatief jong wagenpark. Naast het jonge wagenpark kenmerkt dit segment zich ook door de bovengemiddelde toename van het aantal bestelwagens. Zo beschikt 67% van de fleetowners over meer bestelwagens dan drie jaar terug. Van de nieuw aangeschafte bestelwagens heeft circa 20% meer laadvermogen dan de oude bestelwagens. In vergelijking met andere segmenten is dit een laag percentage. Uit dit cijfer is echter niet duidelijk op te maken of men de bestelwagens efficiënt
inzet. Zo blijkt namelijk ook dat de helft van de bestelwagens niet volledig wordt
benut. In absolute aantallen gaat het hierbij om circa 47.000 bestelwagens die gezamenlijk 1,8 miljard kilometers afleggen.
Als we kijken naar het soort vervoer, dan gaat het bij de grote fleetowners vooral om het vervoer van gereedschappen, onderdelen en materialen. Bijna de helft van het aantal bestelwagens wordt specifiek voor dit doel ingezet. Slechts 9% wordt gebruikt voor het vervoer van goederen en produkten. Achter deze cijfers komt duidelijk de sterke positie van de bouwnijverheid naar voren. Overigens wordt bijna 40% van de bestelwagens ingezet voor meerdere vormen van vervoer. A-1222 l Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens i Belangrijkste profielen ; © NIPO ; mei 1997 , 3
Andere belangrijkste ritkenmerken zijn: • 45% van de bestelwagens wordt ingezet voor spoedeisende werkzaamheden • 42% van de bestelwagens wordt ingezet voor rondritten, 56% voor punt-punt ritten en 19% voor beide soorten ritten • met 68% van de bestelwagens worden ritten gemaakt met een afstand korter dan 50 kilometer De grote fleetowners vervullen duidelijk een voortrekkers rol als het gaat om logistieke trends. Zo maakt 41% van de fleetowners gebruik van een ritplanningssysteem, waarvan 35% van een geautomatiseerd systeem. Daarnaast laten relatief veel fleetowners allerlei voorzieningen in de bestelwagens inbouwen zoals een boordcomputer (24%), een snelheidsbegrenzer (16%) en een cruise-control (6%). Wat betreft de ooi-zaken achter groei is bij de grote fleetowners alleen sprake van meer opdrachten of meer werk. Andere oorzaken spelen hier geen rol van betekenis.
Uit het bovenstaande kunnen we opmaken dat de grote fleetowners vooral interessant zijn omdat het om relatief weinig bedrijven en instellingen gaat. Daarnaast gaat het om een relatief jong wagenpark dat snel in omvang toeneemt. Relatief veel bestelwagens worden gebruikt voor meerdere vormen van vervoer. Wat betreft de ritkenmerken komt er van dit segment geen duidelijk beeld naar voren. Wat wel naar voren komt is de voortrekkersrol op logistiek gebied. Dit komt vooral tot uiting in de voorzieningen die men in de bestelwagens laat inbouwen.
Bouwnijverheid aantal bestelwagens: aantal fleetowners: totaal kilometrage: gem kilometrage: aantal grote fleetowners:
130.000 (32%) 38.000 (23%) 4,1 miljard (30%) 25.600 1.800(45%)
De bouwnijverheid is dé branche als het gaat om het bezit van bestelwagens. Het gebruik ligt daarentegen met gemiddeld 26.000 kilometer per jaar beneden het
gemiddelde. Het hoge totale kilometrage wordt dus lauter veroorzaakt door de forse omvang van het wagenpark. Ook kan men hieruit opmaken dat er met de
bestelwagens relatief weinig of relatief veel koite ritten worden gemaakt. Opvallend is het aantal grote fleetowners: van de 4.000 grote fleetowners is 45% actiefin de bouwnijverheid. Binnen de bouwnijverheid gaat het om twee sectoren die het beeld bepalen, te weten de burgerlijke en utiliteitsbouw met 45.000 bestelwagens (1,1 miljard kilometer) en de installatiebedrijven met 47.000 bestelwagens (1,6 miljard kilometer). Overigens wijzen de cijfers erop dat ook in de grond-, water- en wegenbouw intensief gebruik wordt gemaakt van bestelwagens. Echter het geringe aantal waarnemingen laat ons niet toe A-1222 ; Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens i Belangrijkste profielen • © NIPO ! ir.ei 1997 4
deze sector nader te beschrijven. Een nadere segmentatie binnen de bouw verdient zeker de aanbeveling. Circa 58% van de fleetowners in de bouwnijverheid heeft in de afgelopen drie jaar één of meerdere bestelwagens aangeschaft. Opmerkelijk is het verschil tussen enerzijds de burgerlijke en utiliteitsbouw en anderzijds de installatiebedrijven. In de eerste sector ligt dit percentage op 'slechts' 38% terwijl dat bij de installatiebedrijven op 85% ligt. De installatiesector rijdt dus met een opvallend nieuw wagenpark. Ongeveer 34% van de fleetowners heeft nu meer bestelwagens dan drie jaar terug.
De bouwnijverheid is typisch een branche waar de bestelwagens worden ingezet voor het vervoer van gereedschappen, onderdelen en materialen. Het maakt niet uit of het nu gaat om de burgerlijke en utiliteitsbouw of de installatiebedrijven. Een voorzichtige schatting laat zien dat het hierbij gaat om circa 85.000 bestelwagens en 2,7 miljard kilometer. Hier tegenover staan 3.900 bestelwagens (120 miljoen kilometer) die gebruikt worden voor het vervoer van goederen en produkten. Ongeveer 42.000 bestelwagens worden gebruikt voor beide vormen van vervoer (1,3 miljard kilometers). In de gehele bouwnijverheid worden circa 47.000 bestelwagens ingezet voor werkzaamheden met een spoedeisend karakter. Voor deze werkzaamheden worden ongeveer 1,4 miljard kilometers afgelegd. De meeste spoedeisende kilometers komen voor rekening van de installatiebedrijven (980 miljoen). Bij de deze bedrijven worden net zoals bij de nutsbedrijven veel service werkzaamheden verricht waarbij men vaak voor calamiteiten of het verhelpen van storingen snel ter plekke moet zijn. Meer dan in andere branches worden in de bouwnijverheid de bestelwagens ook gebruikt voor het vervoer van personeel. Omdat de werkzaamheden vaak op locatie worden uitgeoefend rijdt men met meerdere werknemers en wat gereedschap naar de bouwplaats. De cijfers laten dan ook zien dat de bouwnijverheid de branche is waar naast de chauffeur relatief veel personen meerijden. Ten opzichte van de andere branches worden de bestelwagens in de bouwnijverheid door relatief veel bedrijven ingezet voor punt-punt ritten. Het belang van deze branche komt vooral tot uiting als we kijken naar het kilometrage. In totaal wordt er met bestelwagens circa 8 miljard kilometers afgelegd voor punt-punt ritten. Hiervan neemt de bouwnijverheid 3,2 miljard voor haar rekening, oftvel 40%. Net zo als in de
andere branches worden in de bouwnijverheid de meeste bestelwagens ingezet voor het kone afstand vervoer (minder dan 50km). In de bouwnijverheid wordt nog relatief weinig gebruik gemaakt van een planningssysteem als het gaat om de inzet van bestelwagens. Met name geldt dit voor de burgerlijke- en utiliteitsbouw. Zoals in het rapport reeds opgemerkt is gezien de aard van het gebruik (het naar de bouwplaats brengen van materiaal en personeel) het ontbreken van een dergelijk systeem hier niet verwonderlijk. In vergelijking met de andere branches kenmerkt de bouwnijverheid zich door het ontbreken van een trend naar bestelwagens met meer laadvermogen. Zo geven relatief A-1222 : Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens | Belangrijkste profielen ; © NIPO mei 1997 S
veel fleetowners (67%) aan dat het laadvermogen de laatste drie jaar niet is veranderd. Daarnaast worden de bestelwagens in de bouwnijverheid relatief efficiënt ingezet. Door zo'n 70% van de fleetowners worden de voertuigen volledig benut. Kijken we echter naar absolute aantallen dan wordt het beeld sterk bepaald door het grote aantal bestelwagens dat in de bouwnijverheid rondrijdt. Immers zoals tabel 3a laat zien worden de meeste inefficiënte kilometers verreden door toedoen van de bouwnijverheid. In de bouwnijverheid beschikt 34% van de fleetowners nu over meer bestelwagens dan drie jaar terug. In totaal gaat het hierbij om circa 13.000 fleetowners. Hiermee is deze branche koploper als het gaat om het aantal bedrijven met meer bestelwagens. In de sector van de installatiebedrijven ligt dit percentage zelfs op 47%.
Net zo als bij veel andere branches wordt in de bouwnijverheid de toename van het aantal bestelwagens lauter bepaald door de toename van de hoeveelheid opdrachten. Uit het bovenstaande volgt dat de bouwnijverheid het belangrijkste segment is op de bestelwagenmarkt. In deze branche rijden de meeste voertuigen rond en bevinden veel grote fleetowners. De bouwnijverheid bestaat uit meerdere sectoren die hun eigen inzet en gebruik kennen. Op hoofdlijnen komt een beeld naar voren waarbij meerdere bouwvakkers in één bestelwagen 's ochtends met wat onderdelen en gereedschappen naar de bouwplaat rijden en 's middags weer terug. Ten opzichte van de andere branches kenmerkt de bouwnijverheid zich door een efficiënt gebruik. Helaas vertaald dit zich niet in absolute cijfers.
A-1222 i Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens i Belangrijkste profielen ; © NIPO i mei 1997
Groothandel aantal bestelwagens: aantal fleetowners: totaal kilometrage: gem kilometrage: aantal grote fleetowners:
42.900 (11%) 20.800 (12%) 1,6 miljard (12%) 37.600 220 (5%)
Met een aantal van 43.000 rijdt ruim 10% van het aantal bestelwagens rond in de groothandel. Het beslag op het totale kilometrage ligt in dezelfde orde van grootte, namelijk op circa 12% (1,6 miljard kilometer). Kenmerkend voor de groothandel is het hoge gemiddelde kilometrage. Dit ligt met bijna 38.000 kilometer ver boven het gemiddelde. Dit duidt erop dat er in de groothandel relatief veel of lange ritten worden gemaakt.
In de groothandel worden ongeveer 22.700 bestelwagens gebruikt voor het vervoer van goederen en produkten. Opmerkelijk is dat nog 6.000 bestelwagens worden ingezet voor het vervoer van onderdelen, materialen en gereedschappen. Dit kan er op wijzen dat ook in de groothandel sprake is van het gebruik van servicewagens. Veel eerder moet hier echter gedacht worden aan groothandelaren die gespecialiseerd zijn in de handel in gereedschappen, materialen en onderdelen (Technische Unie). In de groothandel wordt 56% van het aantal bestelwagens ingezet voor spoedeisende werkzaamheden. Dit komt neer op een absoluut aantal van 24.000 voertuigen. Voor deze werkzaamheden wordt ongeveer 850 miljoen kilometer afgelegd. Kijken we naar het soort ritten, dan kunnen we in de groothandel geen bijzonderheden ontdekken. Er worden ongeveer net zoveel bestelwagens ingezet voor punt-punt ritten als voor rondritten. Gemeten in kilometrage slaat de balans duidelijk door naar de rondritten. Zo bestaat 54% van het totale kilometrage uit rondritten tegenover 38% uit punt-punt ritten. In het totale segment van de punt-punt ritten neemt de groothandel dan ook een bescheiden positie in (zie tabel 3b). Ook wat betreft het korte of lange afstandsvervoer neemt de groothandel geen bijzonderdere positie in. Ongeveer 59% van het aantal bestelwagens wordt ingezet voor het korte afstandsvervoer en 28% voor het lange afstandsvervoer. Zoals eerder opgemerkt worden in de groothandel relatief veel rondritten gemaakt. Deze branche is dan ook koploper als het gaat om het gebruik van een ritplanningsysteem. Net zo als in de bouwnijverheid is ook in groothandel niet echt sprake van een toename van het laadvermogen. Zo geven relatief veel fleetowners (57%) aan dat het laadvermogen de laatste drie jaar niet is veranderd. Naar absolute aantallen omgerekend hebben ongeveer 2.500 fleetowners meer laadvermogen dan drie jaar terug.
A-1222 Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens j Belangrijkste profielen ! © NIPO : mei 1997
Kijken we naar de benutting van de bestelwagens dan wordt de groothandel gekenmerkt door een bovengemiddeld percentage voertuigen dat niet volledig wordt benut (45%). Omgerekend naar aantallen gaat het hierbij om circa 19.000 bestelwagens die jaarlijks gezamenlijk ongeveer 660 miljoen kilometer afleggen.
In de groothandel beschikt 22% van het aantal fleetowners nu over meer bestelwagens dan drie jaar terug. Ten opzichte van de andere branches neemt de groothandel hiermee een gemiddelde tot bescheiden positie in. In absolute aantallen gaat het dan ook om 'slechts' 4.600 bedrijven. Ook hier wordt de toename van het aantal bestelwagens bepaald door de toename van het aantal opdrachten. Als de groothandel zich op dit punt kan onderscheiden dan is dat voornamelijk vanwege het relatief grote aantal fleetowners dat de toename ook verklaart uit de verandering van de distributie (26%) en het feit dat men flexibel wil optreden waardoor altijd een bestelwagen achter de hand wordt gehouden (19%).
Concluderend kunnen we stellen dat in vergelijking met de bouwnijverheid de bestelwagens in de groothandel vaker gericht worden ingezet. Zoals we zagen worden ze in belangrijke mate gebruikt voor het vervoer van produkten, er worden relatief veel rondritten gemaakt, men maakt in hoge mate gebruik van planningssystemen en men verklaart de toename niet volledig uit de toename van het aantal opdrachten. Een ander punt dat hier meespeelt is dat, zoals uit ander onderzoek naar voren komt, de groothandel na de industrie de branche is met de hoogste transportkosten. Bij hoge transportkosten zullen bedrijven sneller overgaan tot een gerichte inzet van bestelwagens.
Detailhandel aantal bestelwagens: aantal fleetowners: totaal kilometrage: gem kilometrage: aantal grote fleetowners:
75.500 (19%) 48.800 (29%) 2,1 miljard (15%) 22.600 290 (7%)
In de detailhandel rijden circa 75.500 bestelwagens rond, hetgeen neerkomt op ongeveer 19% van het totale wagenpark. Met deze bestelwagens wordt ongeveer 2,1 miljard kilometer afgelegd. Kenmerkend is het lage gemiddelde kilometrage. Dit ligt met nog geen 23.000 kilometer ver beneden het gemiddelde. Inherent aan het relatief hoge aantal kleine bedrijven is het relatief hoge aantal bedrijven dat over slechts één bestelwagen beschikt (74%).
Zoals de bouwnijverheid typisch een branche is waar de bestelwagens worden ingezet voor liet vervoer van gereedschappen, onderdelen en materialen, zo is de detailhandel typisch een branche waar de bestelwagens gebruikt worden voor het veivoer van goederen en produkten. Zo wordt 60% van het wagenpark ingezet voor deze vorm van veivoer, hetgeen neerkomt op ruim 53.000 bestelwagens. Gemeten in aantallen A-1222 ' Trends Bezi: en Gebruik van Bestelwagens ! Belangrijkste profielen ; © NIPO mei 1997 s
voertuigen neemt de detailhandel éénderde van het totale vervoer van goederen en produkten in het bestelwagensegment voor haar rekening. Uitgedrukt in kilometrage gaat het hierbij om 1,3 miljard kilometer. Als het gaat om de aanschaf van nieuwe bestelwagens dan loopt de detailhandel duidelijk achter bij de andere branches. Zo heeft bijna de helft (49%) van de fleetowners in deze branche in de laatste drie jaar geen bestelwagen aangeschaft.
Kenmerkend voor de detailhandel is verder dat er relatief weinig bestelwagens worden ingezet voor spoedeisende werkzaamheden (33%) en dat er net zo als in de groothandel relatief veel bestelwagens bemand worden door alleen de chauffeur (64%). Zoals tabel 2a laat zien worden meer nog dan in de groothandel de bestelwagens gebruikt voor rondritten en dan vooral voor ritten over een korte afstand. Zo wordt 89% van de bestelwagens ingezet voor het korte afstandsvervoer. Opmerkelijk of wellicht typerend is dat ondanks het hoge aantal rondritten in detailhandel nog weinig gebruik wordt gemaakt van ritplanningssytemen. Dit kan er op duiden dat in deze branche de bestelwagens veelal op ad-hoc basis worden ingezet.
Wat betreft de benutting van de bestelwagens zijn er parallellen te trekken met de groothandel. Zo ligt ook hier het percentage bestelwagens dat niet volledig wordt benut met 43% boven het gemiddelde. Omgerekend naar aantallen gaat het echter om een groter aantal, namelijk bijna 33.000 voertuigen die gezamenlijk ongeveer 750 miljoen kilometer afleggen. Het zal geen verbazing wekken dat ook in de detailhandel de toename van het aantal bestelwagens bepaald wordt door de toename van het aantal opdrachten. Typerend voor de branche wordt hier ook nog als oorzaak aangedragen dat de klanten een snellere of frequentere belevering eisen. Uit bovenstaand profiel kunnen we opmaken dat het gebruikt van bestelwagens voor de detailhandel een bijzaak is. Door de relatief lage kosten (veel fleetowners beschikken over slechts één bestelwagen) worden de bestelwagens op ad-hoc basis ingezet, hetgeen niet altijd even efficiënt gebeurt.
De zakelijke dienstverlening aantal bestelwagens: aantal fleetowners: totaal kilometrage: gem kilometrage: aantal grote fleetowners:
78.400(19%) 28.500 (17%) 3,0 miljard (22%) 32.000 550 (14%)
De zakelijke dienstverlening is de tweede branche als het gaat om het aantal bestelwagens. Met de 78.400 bestelwagens wordt in deze branche jaarlijks ongeveer 3,0 miljard kilometer afgelegd. Het gemiddelde kilometrage ligt met 32.000 kilometer A-1222 ; Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens i Belangrijkste profielen ! © NIPO : mei 1997 9
boven dat van het totale bestelwagensegment. Afgaande op cijfers duidt dit eerder op lange dan op veel ritten. Net als in de installatiesector is het wagenpark in de zakelijke dienstverlening relatief jong. Circa 77% van de fleetowners heeft namelijk in de afgelopen drie jaar één of meerdere bestelwagens aangeschaft. Daarnaast is de gemiddelde vlootomvang sneller toegenomen dan in de andere branches. Ongeveer 33% van het aantal fleetowners in de zakelijke dienstverlening heeft immers meer bestelwagens dan drie jaar terug, hetgeen een bovengemiddeld percentage is. De toename van het aantal bestelwagens wordt overigens alleen veroorzaakt door de toename van het aantal opdrachten.
In de zakelijke dienstverlening worden de meeste, namelijk 33.000, bestelwagens gebruikt voor het vervoer van gereedschappen, onderdelen en materialen. Met deze bestelwagens worden jaarlijks ongeveer 1,3 miljard kilometers gereden. Zoals eerder geconstateerd vinden er in de zakelijke dienstverlening veel verschillende activiteiten plaats. Hier zien we dan ook dat er ook relatief veel bestelwagens worden gebruikt voor het vervoer van goederen en ook voor het vervoer van documenten en pakketten (zie tabel 2a ). In de zakelijke dienstverlening vinden dus zowel transport- als service activiteiten plaats. Er zijn dan ook parallellen te trekken met zowel de groothandel als de installatiebedrijven. Wat dit laatste betreft zien we ook de spoedeisende werkzaamheden terugkomen. Zo wordt 58% van de bestelwagens ingezet voor dit type werkzaamheden. Naar absolute aantallen omgerekend gaat het hier om 45.000 bestelwagens die gezamenlijk 2,0 miljard kilometers afleggen. Zoals tabel 2a Iaat zien worden de meeste bestelwagens in de zakelijke dienstverlening gebruikt voor punt-punt ritten en voor het vervoer over korte afstanden. Als er sprake is van een trend naar meer laadvermogen dan is deze wellicht terug te vinden in de zakelijke dienstverlening. Relatief meer bedrijven dan in de eerder besproken branches geven aan dat de nieuwe bestelwagens meer laadvermogen hebben dan de oude bestelwagens (41%).
Wat betreft de benutting van de bestelwagens ligt de zakelijke dienstverlening op het gemiddelde niveau: het percentage bestelwagens dat niet volledig wordt benut bedraagt 38%. Omgerekend naar aantallen gaat echter om bijna 30.000 voertuigen die gezamenlijk ongeveer 980 miljoen kilometer afleggen. Uit het bovenstaande komt naar voren dat er geen duidelijk profiel is van de zakelijke dienstverlening. Inherent aan de branche worden de bestelwagens op verschillende wijzen gebruikt en ingezet. Er komen dan ook zowel typische kenmerken van de vervoerende bedrijven (groothandel) als van de servicebedrijven naar voren. Wat wel eigen is aan de zakelijke dienstverlening is het relatief jonge wagenpark en het relatief hoge aantal nieuwe fleetowners (16%).
A-1222 Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens Belangrijkste profielen ' © NIPO mei 1997 10
Wegtransport aantal bestelwagens: aantal fleetowners: totaal kilometrage: gem kilometrage: aantal grote fleetowners:
9.100 (2%) 4.000 (2%) 470 miljoen (3%) 44.800 120 (3%)
De transportbedrijven zijn niet voor dit onderzoek geselecteerd vanwege hun aandeel in de totale vlootomvang, maar vanwege de hoge specialistatiegraad en de specifieke logistieke concepten. Uit bovenstaande cijfers blijkt dan ook dat deze sector qua omvang een zeer bescheiden rol speelt. Typerend is uiteraard het hoge gemiddelde kilometrage. Door de wegtransportbedrijven wordt gemiddeld bijna 45.000 kilometer per jaar afgelegd waarmee ze met kop en schouders boven de andere sectoren uitsteken.
Afgaande op de resultaten van de enquête blijkt dat de transportbedrijven met relatief nieuwe bestelwagens rijden. Zo'n 72% van fleetowners heeft in de laatste drie jaar één of meerdere bestelwagens aangeschaft. Daarnaast is de gemiddelde vlootomvang sneller toegenomen dan in de andere branches. Ongeveer 39% van het aantal fleetowners in de transportsector heeft immers meer bestelwagens dan drie jaar terug. De toename van het aantal bestelwagens wordt nu eens niet alleen veroorzaakt dooide toename van het aantal opdrachten, maar ook door de volgende aspecten: • strengere eisen grijs kenteken: voorheen reden de koerierdiensten veelal met grijze kentekens in omgebouwde personenauto's of zogenaamde VANS. Vanwege de nieuwe eisen aan het grijze kenteken zijn zij genoodzaakt over te stappen naar een bestelwagen. • meer flexibiliteit in het optreden: door extra bestelwagens achter de hand te houden is men makkelijk in staat pieken in de dienstverlening op te vangen. • overstap van vrachtwagens: als enige sector noemt een substantieel deel van de fleetowners dat de toename veroorzaakt is door de vervanging van vrachtwagens voor bestelwagens. Ongeveer de helft van het aantal nieuwe bestelwagens heeft meer laadvermogen dan de oude. In tegenstelling tot de meeste andere branches is hier wel sprake van een trend naar meer laadvermogen. Door de transportbedrijven worden verschillende vormen van veivoer aangeboden. Uit de enquête blijkt dan ook dat de bestelwagens voor verschillende doeleinden worden ingezet. Verwan-end is wellicht dat relatief veel bestelwagens worden ingezet voor het vervoer van gereedschappen, onderdelen en materialen. Echter in tegenstelling tot bij de andere branches gaat het hier niet om eigen gereedschappen e.d. maar dient dit feitelijk gezien te worden als het vervoer van goederen en produkten. Zoals tabel 2a laat zien worden ongeveer 4.000 bestelwagens ingezet voor het vervoer van documenten en pakketten.
In het beroepsvervoer worden de meeste bestelwagens ingezet voor punt-punt ritten (68%). Wat betreft de ritafstand is de verdeling ongeveer fifty-fifty: er worden net A-1222 ! Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens l Belangrijkste profielen i © NIPO i mei 1997 • 11
zoveel bestelwagens ingezet voor het korte-afstand veivoer als voor het lange afstandsvervoer. Ook wordt ongeveer de helft van het aantal bestelwagens ingezet voor spoedeisende werkzaamheden.
Als we kijken naar logistieke aspecten, dan neemt de transportsector het voortouw. Zo maakt ongeveer 41% van de fleetowners gebruik van planningssystemen, waarvan nog eens de helft dit ook heeft geautomatiseerd. Daarnaast zijn relatief veel bestelwagens
uitgerust met boordcomputers, snelheidsbegrenzers en plaatsbepalingssystemen. Dat de sector voorop loopt als het gaat om logistieke aspecten wil niet zeggen dat de bestelwagens efficiënt worden ingezet. Zo blijkt dat 58% van de voertuigen niet volledig wordt benut. Omdat de sector in omvang niet zo belangrijk is gaat hier in absolute aantallen 'slechts' om 5.300 bestelwagens en 430 miljoen kilometers. Concluderend kunnen we stellen dat de transportsector qua aantal bestelwagens geen
rol van betekenis speelt. Wel interessant zijn de logistieke aspecten. Als enige sector wordt relatief veel gebruik gemaakt van ritplanningssystemen en zijn de bestelwagens voorzien van moderne apparatuur. Zoals uit de cijfers blijkt is dit geen garantie voor een efficiënt gebruik. Interessant zijn ook de oorzaken achter de groei. In deze sector worden naast de toename van het aantal opdrachten ook logistieke en fiscale
oorzaken genoemd.
A-1222 Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens ! Belangrijkste profielen ' © NIPO ' mei 1997
ld l lic Mmigiïjkslc liniiidii's tn cijfers - ciantallcnjlcetowners (absoluut)
burg.+ ut.bouw
aantal flciMowncrs a.intal g rol c llectownas
luvlï laatste drie j;uu oen bstw aangeschaft
install.iliebcdr
15.100
11.000
770
770
5 800
9.400
bouw totaal
groothandel
detailhandel
zak.dienstv.
wegtransport
totaal
38.300
20.800
48.800
28.500
4000
167.900
220
290
550
270
4.000
'22.200
14.100
24.500
21.900
2.800
102.400
1.780
l 200
2.500
7.300
9.100
25.000
4.300
999
53.700
13.700
8.200
29.100
9.500
20.600
23.700
2.800
105.800
gebruikt oen planningssysteem
6.300
8.400
5.000
9.100
12.500
6.000
1.600
38.600
heefl meer bestelwagens t.o.v. d r i e j a a r tiTiig
4900
5.100
13.000
4.600
7.200
9.400
1.600
42.000
M»
2.700
3.600
2.500
6.400
9.300
1.200
30.700
j'.oncTi'CTi rondritten genereert punl-piint ritten
heeft meer laadvermogen t.o.v. drie jaar terug
A-1222 | Trends Hc/it en Gebruik vnn Bestelwagens | Belangrijkste profielen l © NIPO | mei 1997 | 13
Ib | Pc- belangrijkste branches in cijfers - aantallen fleetowners (in percentage van het totaal aantal fleetowners)
tiebcdr. aanial (Icclowncrs a a n t a l grolc flcciowncrs
'Z
bouw lotaal %
groothandel
%
%
9
7
23
12
19
19
44
5
9
22
heefl laalslc tlne j.iarccn bsl w aangeschaft genereert rondritten
detailhandel
zak.dienstv.
wegtransport
%
%
%
totaal %
29
17
2
too
7
14
3
100
14
24
21
3
100
2
5
14
17
47
8
2
100
genereert punt-punt rillen
13
8
28
9
19
22
3
100
gebruikt een planningssyslccm
l f>
22
13
24
32
16
4
100
heef! meer bcslclwageus i o v. drie jaar terug
12
22
13
11
17
22
4
100
heeft iiicer laadvermogen t.o.v. d r i e j a a r lenig
2
g
12
8
21
30
4
100
A-1222 | Trends lie/.it en Gebruik van liestelwagens | Belangrijkste profielen | ©NIPO | mei 1997 | 14
2a \ De belangrijkste brnticlies in cijfers - aantcillen bestelwagens (absoluut)
buig + ut.bouw
installatiebedi
bouw loiaal
wegtransport
totaal
groolhandcl
detailhandel
zak.dienstv.
42900
75.500
78.400
9.100
404.700
44.900
4 f. <)()()
gereedschappen e.d
25000
28.100
85.000
6.400
9800
32.900
1.900
129.500
- goedei cn/produkien
3.000
300
3900
22.700
52.800
14.100
3.100
157.800
0
0
0
0
0
6.300
640
8.000
- meerdere vormen
15.000
17.400
41 700
12.400
12.000
25.000
3.000
109.300
- spoedeisend
10.300
30.500
46.900
24.000
24.900
45.500
4.600
174.000
3600
15900
26 1 00
19.300
37.800
20.400
2.100
129.500
aanlal bcslclwagcns u'cidM'iiii ('oor:
- documenten/pakketten
- rondritten
- punt-puiil rillen
39.100
'29.500
97.800
18.400
34.000
57.200
6.200
259.000
- korl e afstand
31.500
34.500
8f,.000
22.000
64 000
53.200
4.000
81.000
• lange afstand
8900
4.100
19 ')()()
10700
3.600
23.900
3800
81.000
1 1.400
9.800
40400
19300
32.500
59.800
5.300
162.000
- mei volledig benut
A-1222 l l'rends He/.it en Gebruik van Bestelwagens | Belangrijkste profielen | © NIPO | mei 1997 | 15
2b \ De belangiïjksle branches in cijfers - aantallen bestelwagens (in percentages van het totale wagenpark)
a.'inlal bestelwagens
bui;;; + inbouw
insta llaticbedr.
bouw totaal
groothandel
detailhandel
zak. dienste.
wegtransport
totaal
%
%
%
%
%
%
%
%
11
12
32
11
19
19
2
100
19
22
66
5
8
25
1
100
waarvan voor: •gereedschappen e.d • gocdercn/produkten
2
0
2
14
.33
9
2
100
- documenten/pakketten
0
0
0
0
0
79
8
100
14
16
38
11
11
23
3
100
- spoedeisend
6
18
27
14
14
26
3
100
- rondritten
3
12
20
15
29
16
2
100
15
11
38
7
13
22
2
100
- korte afstand
12
13
31
8
23
19
1
100
- lange afstand
11
5
25
13
4
30
5
100
7
6
25
12
20
18
3
100
• meerdere vormen
- pimt-punl ritten
- niet volledig benut
A-1222 | 'l'rcnds lie/it en Gebruik van licstelwagcns | Belangrijkste profielen | © NIPO | mei 1997 | 16
3a | De belangrijkste branches in cijfers - totaal kilometrage
gem kilonictrngc(kin) tot. kilometrage (min kin)
burg.+ ut. bouw
installatiebedr.
bouw loiaal
groothandel
detailhandel
zak.dienstv.
wegtransport
totaal
20.700
28.000
25.600
37.600
22.600
32.000
44.800
28.600
1.600
2.100
2.900
470
13.500
80
4.300
140
5.200
1.080
1.550 4.100
waarvan voor: - gereedschappen o. cl
600
- gocdcren/proditklcn
20
1.000 2.700 10
120
250 870
270 1.500
1.250 530
0
0
0
0
0
240
40
270
- meerdere vormen
270
500
1 300
480
330
950
200
3.600
- spoedeisend
250
980
1.400
850
2.100
340
6.500
- rondritten
160
530
1.100
100
4.800
- punt-punt ritten
920
1.800
340
8.000
- niet volledig benut
190
300
4.800
- doaimcnten/pakkcltcn
750 1.040
820
890
3.200 1.000
620
900
660
750
280
980
A-1222 | Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens | Belangrijkste profielen | © NIPO | mei 1997 | 17
980
3b \ De belangrijkste branches in cijfers- kilometrage (in percentage van het totale kilometragej
burg + ut. bouw
installatiebedr
bouw loiaal
groothandel
detailhandel
zak dienstv.
wegtransport
totaal
%
%
%
%
%
%
%
%
72
98
90
1.31
79
112
157
100
8
12
30
12
15
22
3
100
gereedschappen e.d
14
23
62
6
6
29
2
100
gocderen/prodnkten
0
0
2
17
29
10
3
100
documenten/pakketten
0
0
0
0
0
89
15
100
meerdere vormen
8
14
36
1.3
9
26
6
100
spoedeisend
4
15
22
1.3
12
32
5
100
rondritten
3
11
17
19
22
23
2
100
11
12
40
8
11
22
4
100
4
6
20
14
16
20
6
100
Sein. kilometragc lotaal kilomelrage A'iinrvan mar:
punt-punt ritten niet volledig benut
A - 1 2 2 2 | Trends Bezit en Gebruik van Bestelwagens | Belangrijkste profielen | © NIPO | mei 1997 | 18