Aanvullende informatie bij Strategiedocument IVAK de Cultuurfabriek (T. Dijk en P. Hulshoff-van der Veen 5 maart 2015) Bestemd voor bestuur IVAK en gemeenten GR IVAK Vertrouwelijk
Transitiekosten IVAK nieuwe stijl en voorstel verdeling kosten tussen gemeenten Berekend is wat de kosten zijn van alle uitkeringslasten, met als (op dit moment fictieve) ontslagdatum 1-1-2016, van de 28 medewerkers samen, op basis van het rekenprogramma Pardon Salaris. De berekeningen zijn handmatig nagerekend en gecontroleerd. Het bedrag is een optelsom van de kosten van WW, de aanvullende uitkeringen en de na-wettelijke uitkeringen waar de docenten en stafmedewerkers recht op hebben volgens de cao. Bovenop dit bedrag komen nog diverse werkgeverslasten, waaronder naar verwachting de ZVW premie, 37,5 % pensioenafdracht aan het ABP en de premies die over de WW uitkering betaald moeten worden aan het UWV. De maximale wachtgeldlasten, inclusief de overige kosten, van de 28 medewerkers zijn berekend op € 3.225.346,--. Een toelichting op de bedrag staat verderop in dit document. Om een indicatie te krijgen van de werkelijke kosten is het bedrag vermenigvuldigd met een factor 0,5. Hierbij wordt ervan uit gegaan dat alle medewerkers gebruik maken van de mogelijkheid om een afkoopsom aan te nemen in de vorm van vergoeding ineens van de opgebouwde uitkeringsrechten. In onderhandeling met de vakbonden zal ingezet kunnen worden op een factor 0,3, maar de verwachting is dat de vakbonden geen sociaal plan willen sluiten met een factor lager dan 0,5. Dit zou betekenen dat met ca. € 1.612.673,-- iedereen afgekocht zou zijn. Niet zeker is of alle medewerkers zullen kiezen voor de afkoop. Wellicht zullen ook een aantal het uitkeringstraject in gaan. Er is niet bekend of en hoeveel en hoe lang medewerkers van wachtgeld gebruik zullen maken. Daarnaast ook nog niet bekend is wat er precies uit de onderhandelingen met de vakbonden zal komen over het sociaal plan. Er is daarom een marge van 10% bovenop het berekende bedrag ingebouwd. Gerekend is met verwachtte kosten voor de medewerkers (wachtgeld/afkoopsommen) van € 1.773.940,--. De overige te verwachtten transitiekosten zijn globaal ingeschat op € 270.000,-- , (opgebouwd volgens toelichting verderop in dit document). Totaal te verdelen kosten = € 2.043.940,--, ca. 2 miljoen euro. In het rapport staat over de verdeling van de kosten over de gemeenten in paragraaf 10.4 de volgende tekst opgenomen: “De transitiekosten die nodig zijn voor realisatie van IVAK nieuwe stijl kosten komen ten laste van de drie gemeenten. Dit volgens een bepaalde verdeelsleutel. De Gemeenschappelijke Regeling is leidend voor de keuze van de sleutel. In de GR is namelijk vastgelegd dat bij liquidatie de kosten worden verdeeld op basis van de werkelijke prestaties per gemeente over de afgelopen vijf jaar. Voorgesteld wordt dit vastgelegde uitgangspunt toe te passen bij de verdeling van de kosten, hoewel er ook andere verdeelsleutels denkbaar zijn. Voor verdeling van de transitiekosten zou het inwonertal als criterium ook kunnen. Maar aangenomen mag worden dat er indertijd bewust voor gekozen is de geleverde prestaties als basis te nemen voor verdeling van de kosten ingeval van liquidatie. Er zijn dus al afspraken over gemaakt. Acceptatie en toepassing hiervan voorkomt ook dat er nu moeilijke discussies over gaan ontstaan. Een probleem is wel dat het moeilijk is de werkelijke prestaties over de afgelopen vijf jaar te achterhalen. Dit kan worden ondervangen door de bijdragen van de gemeenten aan IVAK over de 1
Aanvullende informatie bij Strategiedocument IVAK de Cultuurfabriek (T. Dijk en P. Hulshoff-van der Veen 5 maart 2015) Bestemd voor bestuur IVAK en gemeenten GR IVAK Vertrouwelijk
laatste vijf jaar als uitgangspunt te nemen. De hoogte van de bijdragen per gemeente representeert redelijk de aan iedere gemeente geleverde prestatie”. Toepassing van de regeling in de GR zou discussie kunnen geven, omdat de effecten anders zijn dan bij toepassing van inwonertal als criterium. Maar hantering van de GR-regeling is in iedere gemeente goed uit te leggen: - Alleen al het feit op zich dat het in de regeling staat. Dat er dus al afspraken over zijn gemaakt. Daar hoort iedere gemeente zich aan te houden en kunnen elkaar daar op aanspreken; - Delfzijl betaalt meer transitiekosten dan wanneer het inwonertal het criterium zou zijn. Dat is omgekeerd gunstiger voor Appingedam en Loppersum. - Daar staat tegenover dat Delfzijl “spekkoper” is na de transitie. De gemeentelijk subsidie van Delfzijl in de exploitatie halveert bij scenario 2 dan bijna t.o.v. de huidige situatie. , terwijl de subsidie in de exploitatie bij Appingedam iets toeneemt en Loppersum iets kan besparen. Dit komt mede omdat het inwonertal dan wel de basis is voor de vaste kosten. - Wanneer Delfzijl het IVAK-gebouw weet te verkopen betekent dit ook een belangrijk financieel voordeel, wat weer tegemoetkomt aan de hoge transitiekosten van die gemeente. Omgekeerd blijven er wel flinke lasten voor Delfzijl, wanneer men het IVAK-gebouw niet kwijt kan. In dat geval kan een eenmalige bijdrage van beide andere gemeenten aan Delfzijl ter compensatie redelijk zijn. Voorstel hierin is dat Appingedam en Loppersum gedurende maximaal 2 jaar na de transitie een bijdrage leveren aan de kosten van de exploitatie van het gebouw, volgens dezelfde verdeelsleutel als de transitiekosten. Beperking bijdragen gemeenten - De totale kosten van de transitie en daarmee ook de bijdragen van gemeenten kunnen mogelijk worden verminderd wanneer externe bijdragen kunnen worden binnengehaald, bijvoorbeeld uit het Waddenfonds. Daarvoor zou het bijvoorbeeld als project gepresenteerd kunnen worden dat bijdraagt aan de leefbaarheid. - Wanneer voor bepaalde personeelsleden tijdig passende oplossingen kunnen worden gevonden kan dit ook leiden tot minder kosten voor uitkering of afkoopsom.
2
Aanvullende informatie bij Strategiedocument IVAK de Cultuurfabriek (T. Dijk en P. Hulshoff-van der Veen 5 maart 2015) Bestemd voor bestuur IVAK en gemeenten GR IVAK Vertrouwelijk
Omdat de werkelijke prestaties lastig te achterhalen zijn, zijn de bijdragen vanuit de laatste 5 jaarrekeningen als uitgangspunt genomen. Zodra de cijfers van 2014 er zijn kan dit geactualiseerd worden. De cijfers worden dan op basis van 2010 t/m 2014. Hieronder de cijfers van 2009 t/m 2013 van het IVAK. Delfzijl
Loppersum
Appingedam
Totaal
2009
€ 639.171
€ 144.700
€ 116.667
€ 902.547
2010
€ 667.461
€ 150.378
€ 121.666
€ 941.515
2011
€ 671.656
€ 150.652
€ 120.540
€ 944.859
2012
€ 620.644
€ 113.129
€ 97.974
€ 833.759
2013
€ 612.711
€ 102.141
€ 91.816
€ 808.681
Totaal € 3.211.643 Gemiddeld 73%
€ 661.000 15%
€ 548.663 € 4.421.306 12% 100%
De verdeling over de gemeenten ziet er dan als volgt uit (zie ook de tabel hieronder): Delfzijl (73%)
€ 1.484.721,--
Appingedam (12%)
€ 253.643,--
Loppersum (15%)
€ 305.576,--
Uren/week 2014
% inwoners Delfzijl
54% Vaste kosten Scholen Amateurkunst
Appingedam
37,26
Amateurkunst
Scenario 3
Subsidie
Subsidie
€ 137.716
€ 123.420
€ 88.493
€ 88.493
81,26
€ 73.134
118,52
€ 299.342
€ 211.913
25% Vaste kosten Scholen
Scenario 2
€ 64.646
€ 36.030
9
€ 21.375
€ 21.375
30,34
€ 27.306
39,34
€ 113.327
€ 57.405
Voorstel verdeling transitiekosten Subsidie 2013
€ 612.711
€ 1.484.721
€ 91.816
€ 253.643
ex. NSA inzet Loppersum
21% Vaste kosten Scholen Amateurkunst
€ 54.518
€ 30.265 € 17.860
7,52
€ 17.860
22,34
€ 20.106
29,86
€ 92.484
€ 48.125
€ 102.141
€ 305.576
€ 2.043.940
3
Aanvullende informatie bij Strategiedocument IVAK de Cultuurfabriek (T. Dijk en P. Hulshoff-van der Veen 5 maart 2015) Bestemd voor bestuur IVAK en gemeenten GR IVAK Vertrouwelijk
Toelichting bij de wachtgeldberekeningen: -
-
-
-
Als de ontslagdatum verschuift naar bijv. 1-7-2016 heeft dit effect op de duur van de WWuitkering. Het zal een kostenbesparing opleveren omdat vanaf 1-1-2016 de duur van de WW ingekort wordt , tenzij de Car-Uwo een compensatieregeling hiervoor gaat bevatten. Anders zal het duurder uitvallen, omdat medewerkers die nog niet in de hoogste schaal zitten per 1-1-2016 nog een trede loonsverhoging zullen krijgen. Dit zorgt voor hogere kosten van de WW- en BW uitkering. Als datum voor het boventallig verklaren is 1-7-2015 gebruikt. Het gemiddelde van de 12 maanden loon hieraan voorafgaand is de basis voor de BW uitkering. Het Van Werk Naar Werktraject (VWNW-traject) start op de datum van boventallig verklaren. Als de datum van boventallig verklaren verschuift heeft dit ook invloed op de hoogte van de BW-uitkeringen. Als het VWNW-traject (maximaal 24 maanden volgens cao) niet helemaal kan worden doorlopen zal er waarschijnlijk een vergoeding verstrekt moeten worden aan de werknemer die het uitkeringstraject in gaat. Dit op basis van de loonkosten per maand. De gezamenlijke loonkosten bedroegen in januari 2015 € 57.088,--. Er wordt vanuit gegaan dat het te werken aantal uren gelijk blijft aan dat van januari 2015. Als er daarna wijzigingen optreden in de arbeidsomvang, dan heeft dat consequenties voor de hoogte van de WW- en BW-uitkering. De na-wettelijke uitkering loopt sinds 15-7-2014 door tot aan de AOW-leeftijd in plaats van tot aan de maximale leeftijd van 62 jaar en 9 maanden. De AOW-leeftijd wordt versneld opgehoogd door de regering. Dit is momenteel nog in een wetsvoorstel, waarin de AOW-leeftijd vanaf 2022 gekoppeld wordt aan de levensverwachting. Er is gerekend met de in het wetsvoorstel opgenomen AOW-leeftijd en indien bekend met de levensverwachting (op site CBS en SVB te berekenen).
Toelichting bij de overige transitiekosten: -
-
Traject van voorbereiding/organisatieadvieskosten 50.000,-Het inhuren van externe deskundigheid (kwartiermaker) voor het implementeren van de coöperatie. De voorbereidingen voor het oprichten van de coöperatie moeten in overleg met het personeel plaatsvinden, bijvoorbeeld in de vorm van een of meerdere werkgroepen. Taken hiervan kunnen zijn: het uitwerken van een bedrijfsplan, het les- en cursusaanbod samenstellen, het opzetten en regelen van de administratie, het regelen van de huisvesting, etc. Tevens kan hieronder vallen het voorbereiden van de opheffing van de GR, zoals het inventariseren wat er allemaal moet gebeuren voordat dit kan plaatsvinden (bijv. opzeggen contracten, abonnementen, huurovereenkomsten, verkoop van inventaris, etc.). Beleidsmatige en Juridische advisering / Begeleiding medewerkers 90.000,-Ontslagaanzeggingen opmaken en aanvragen van ontslagvergunningen bij UWV (indien noodzakelijk, is van toepassing voor niet-onderwijzend personeel), allerhande vragen van directie/bestuur/kwartiermaker/personeel/OR aangaande juridische kwesties. Adviseren van bestuur en directie, waaronder het opstellen van de adviesaanvragen voor de PVT. Ook de gesprekken met het personeel zijn hieronder opgenomen om te komen tot een keuze voor afkoopsom/uitkering en de begeleiding hierin t.a.v. hun persoonlijke situatie. De hoogte van dit bedrag is moeilijk in te schatten op basis van wat wordt tegenkomen en hoeveel vragen er zich 4
Aanvullende informatie bij Strategiedocument IVAK de Cultuurfabriek (T. Dijk en P. Hulshoff-van der Veen 5 maart 2015) Bestemd voor bestuur IVAK en gemeenten GR IVAK Vertrouwelijk
-
-
-
-
gedurende het traject voor doen. Ook bij de opstart van de coöperatie doen zich juridische vragen voor, waaronder het toetsen van de algemene voorwaarden, het huishoudelijke reglement, de statuten, subsidie- en dienstverleningsovereenkomsten, etc. Van Werk Naar Werk budget H. 10d en ex 72a WW (3 mw) 60.000,-Voor medewerkers die kiezen voor een uitkeringstraject dient een Van Werk Naar Werk-plan opgesteld te worden en dient begeleiding plaats te vinden gedurende de Van Werk Naar Werk periode. Ook de werknemer heeft volgens cao budget beschikbaar om zijn reïngratie naar ander werk te bevorderen. De hoogte van de totale van Werk Naar Werk kosten is afhankelijk van het aantal medewerkers dat voor een uitkeringstraject kiest. Dit bedrag is een schatting voor 3 medewerkers. Kosten ondersteuning PVT 10.000,-Het is belangrijk dat de PVT ruggensteun krijgt in het proces, zodat zij een goed advies uit kunnen brengen op het moment dat de adviesaanvraag ingediend wordt voor het opheffen van de GR. Kosten tot stand komen sociaal plan 10.000,-Het opstellen van een concept-sociaal plan, afstemmen hiervan met directie en bestuur en het voorleggen aan en het onderhandelen hierover met de vakbonden. Mocht het met de vakbonden niet tot een sociaal plan komen, dan is het mogelijk een sociaal plan met de PVT te sluiten. Aanloopkosten nieuwe coöperatie 50.000,-De nieuwe coöperatie zou een goede start moeten kunnen maken, waarbij ze de mogelijkheid zouden moete hebben om o.a. de PR goed neer te zetten, een website te laten bouwen, instrumenten/inventaris aan te schaffen, etc. Ook zou het prettig zijn om bij de start te kunnen beginnen met een saldo op de bankrekening van de coöperatie, zodat rekeningen van kosten die voor de start gemaakt moeten worden betaald kunnen worden (bij. Inrichten administratie met behulp van het administratiekantoor, etc.). Een buffer ‘onvoorzien’ om bij onverwachtse uitgaven niet direct in de liquiditeitsproblemen te raken. Een coöperatie is namelijk geen winstgevende onderneming vanwege de aard van de werkzaamheden en zelf een buffer opbouwen zal niet eenvoudig zijn of erg lang duren bij een start vanaf 0,-- in het begin.
5