Factsheet transitie jeugdzorg en Communicatiestrategie Samen DOEN in de buurt
Transitie Jeugdhulp 2015 Wat erbij komt kijken! RVE OJZ - Afdeling Jeugd
1
colofon Verantwoordelijk wethouder Simone Kukenheim, wethouder Jeugd Directeur DMO Michel Kanters Verantwoordelijke manager Hetty Vlug Programmamanagers Om Het Kind Marc van Gemert Rutger Hageraats Projectleider Communicatieteam Om Het Kind Aimée de Lannoy Voorlichter Wethouder Adam Cetindag Auteurs Endre Timár Aimée de Lannoy
December 2014 2
COMMUNICATIESTRATEGIE 2015
INHOUD PROLOOG
4
Doel van de communicatiestrategie
4
Gewenst eindresultaat
4
1. INLEIDING 6
1.1 Kern van het nieuwe jeugdstelsel
6
1.2 Uitgangspunten
6
1.3 Vier zorgvormen
1. Online Innovatie Sociaal Domein (0e lijnszorg)
6 6
2.Ouder-‐en kindteams (0e en 1e lijnszorg)
6
3. Samen DOEN (1e en 2e lijnszorg)
7
4. Speciale functies (2e lijnszorg)
7
1.4 Passend onderwijs
7
1.5 Financieel kader jeugdhulp
8
1.6 Waar staan we nu?
8
2. STRATEGISCHE COMMUNICATIE 9
2.1 Opgave
9
2.2 Strategische communicatie
9
2.3 Interne en externe communicatie
10
3. INTERNE COMMUNICATIE 11
3.1 Doelgroepen
11
3.2 Communicatieboodscap
11
3.3 Communicatieopgave
11
1. Kennisbank en jeugdhulptelefoon
11
2.Persoonsgebonden budget – Pgb
11
3. Speciale Functies
11
4. Passend Onderwijs
12
5. Q&A en een begrippenlijst voor zorgprofessionals en de kennisbank 12
6. Mediamonitoring en beheer Pleio
12 12
7. Online innovatie sociaal domein (Digitaal Platform)
8. Relatiemanagement gecontracteerde zorginstellingen,
9. Deelname in communicatie Ouder-‐en kind teams
13
specialistische jeugdhulp en vrijgevestigden
13
10. Matchpoint
13
4. EXTERNE COMMUNICATIE
14
4.1 Doelgroepen
14
4.2 Communicatieboodschap
14
5. PUBLIEKSCOMMUNICATIE
15
5.1 Doelgroepen
15
5.2 Communicatieboodschap
15
5.3.Communicatieopgave
15
6. MIDDELEN 17 EPILOOG 19
Bijlage 1: voorbeeld planning communicatie
20
Bijlage 2: intakeformulier communicatie
21
Bijlage 3: voorbeeld communicatiekalender
22
Bijlage 4: screenshots web portal Zorg voor de Jeugd Amsterdam
23
Bijlage 5: communicatiematrix als voorbeeld
24
COMMUNICATIESTRATEGIE TRANSITIE JEUGDHULP 2015
3
PROLOOG Geluk, vertrouwen en doorzettingsvermogen hebben ons gebracht waar we nu zijn. Het begin van een professionele, efficiënte en goedkopere jeugdhulp. Het programma Om Het Kind levert een communicatiestrategie en communicatieplanning aan voor 2015 voor het gehele jeugdstelsel. Het zijn adviezen om strategisch de juiste keuzes te maken voor de communicatie-uitingen, voor de pers- en woordvoering. In 2015 is het van belang om een goede beeldvorming te creëren bij de Amsterdammer en zorggebruiker, door vertrouwen te wekken dat we samen niet ouders kind + jeugd zoeken naar de beste oplossingen en alternatieven. Dat betekent niet dat het vanaf 1 januari allemaal heel goed geregeld is. Het betekent wel dat de gemeente in afstemming met de zorgaanbieders goede afspraken heeft gemaakt voor het hele jeugdstelsel, en de nodige nuttige wet en regelgeving geregeld is. De mijlpaal is 1 januari 2015, de datum van invoering van de jeugdhulp als verantwoordelijkheid van de gemeente, met een operationele start in 2014. Dit vraagt om een dynamische aanpak, met ruimte voor voortschrijdend inzicht, ook in de communicatie. Deze moet voldoende flexibel zijn om in te kunnen spelen op actuele ontwikkelingen en behoeften. De omvang van de veranderopgave en de complexiteit van het krachtenveld vraagt om communicatie die inspeelt op een dynamische omgeving. In die omgeving heeft de gemeente te maken met het perspectief van uiteenlopende actoren en uiteenlopende belangen. De communicatiedoelen, kernboodschappen, kanalen en middelen zullen daar makkelijk op in moeten spelen.
Doel van de communicatiestrategie Het gezin en de jeugd staan centraal en hebben een rol in de veranderingen. Zij zijn eindgebruiker en in die zin de ‘rode draad’ voor alle communicatie. Tegelijkertijd wordt van hen ook een verandering
4
verwacht, die wordt beschreven als een ‘mind shift’ in het denken over zorg en de rol van de overheid. Hier gaat het over thema’s als eigen kracht, sociale veerkracht, ontzorgen en normaliseren. De communicatie met, naar en tussen burgers is op zich onderdeel van alle communicatievormen, maar vraagt ook om een aparte lijn in publiekscommunicatie, die in 2015 en 2016 groeit qua bereik en intensiteit.
Gewenst eindresultaat Alle ouders en jeugdigen zijn in het jaar 2015 geïnformeerd over wat wel of niet in de jeugdhulp is veranderd. In die informatievoorziening spelen niet alleen de nieuwe ouder- en kindteams een belangrijke rol, maar ook de scholen en de gemeente zelf. De ouder- en kindadviseurs (OKA) van de ouder- en kindteams zijn de professionals die kunnen zorgen dat de geboden jeugdhulp voldoende is voor de oplossingen die nodig zijn om ouders en kinderen te ondersteunen. Daarvoor kiest de gemeente Amsterdam voor een nieuwe organisatie in de vorm van een samenwerkingsverband tussen GGD en zorginstellingen. Het kiest ook voor nauwe samenwerking op regionaal niveau. Het is van groot belang om die relaties goed te onderhouden zodat Amsterdam als voorbeeld kan dienen voor heel Nederland. Mijn wens is om ouders, kinderen en jeugdigen te verlossen van moeilijke situaties en een handreiking te bieden voor constructieve oplossingen door gerichte communicatie over het onderwerp.
Successen ter inspiratie De jeugdkrant is in 2014 drie keer uitgegeven. Het is een aanloop naar 1 januari 2015 om Amsterdammers gerust te stellen dat we heel wat hebben geregeld dat goed gewerkt heeft. Op de VNG fora staat de jeugdkrant vermeld, maar ook onze website Zorg voor de Jeugd en dat we een jeugdhulptelefoonnummer hebben ingezet, wordt overal meegenomen als voorbeeld. We kunnen daar trots op zijn. Vanuit de Tweede Kamer ontving de gemeente ook pluimpjes over de jeugdkrant van Amsterdam en daar ben ik enorm trots op.
Ten slotte zoeken communicatieafdeling en staatssecretaris van Ministerie VWS steeds naar goede voorbeelden die zij kunnen gebruiken in hun ronde langs de velden en in mediaoptredens. Ik zou mij goed kunnen voorstellen dat er een concreet voorbeeld wordt gemaakt van de ouder- en kindteams Amsterdam. Dit kan dan worden benut in de media-optredens van de staatssecretaris. Om af te ronden wil ik aangeven dat ik dit niet in mijn eentje heb gedaan. Je hebt een team gemotiveerde mensen voor nodig, die de opgave begrijpen en willen aangaan. Als projectleider heb ik de functionele aansturing ervaren alsof ik de matroos op een boot was met heel veel andere kapiteins. Hoe hou je dat bootje dan nog varende en naar de stip op de horizon? Door mee te bewegen, te inspireren, in discussie te gaan, te brainstormen en 1000 keer uit te leggen waarom we dit doen en voor wie we dit doen. Het is allemaal voor de Amsterdammer, die onze stad gedreven houdt, leuk en vol van diversiteit. Ik ben dan ook mijn eigen communicatieteam van het programma Om het kind en DMO Communicatieafdeling zeer erkentelijk hiervoor: Miriam Hulsmann, Eva Gijsbers, Ruud Sjoerdsma, Widad Habbani, Pékula Starke, Irene Kuipers, Endre Timár, Carine Versteeg, Rachida Bouhjira, Herman Nieuwenhuis, Monique de Vries, Annette van de Merwe, Linda Briganti, Emmeke van der Laan, Martin Benninck en Bella Schopenhouer. Een zeer goede samenwerking met de voorlichter van de wethouder, Adam Cetindag, zal een toegevoegde waarde hebben voor de voortgang en uitvoering van de communicatiestrategie 2015. Zijn vertrouwen in ons team heeft het mogelijk gemaakt, om ook in deze communicatiestrategie, de wensen en bestuurlijke mijlpalen van de wethouder Simone Kukenheim, goed te belichten. Gaat u daarvoor naar de epiloog.
Aimée de Lannoy Projectleider Communicatieteam Om Het Kind
COMMUNICATIESTRATEGIE TRANSITIE JEUGDHULP 2015
5
1. INLEIDING 1.1 Kern van het nieuwe jeugdstelsel De gemeente is vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de jeugdzorg, jeugd-GGZ, jeugd-VB, jeugdbescherming, jeugdreclassering, en wat voorheen de AWBZ-begeleiding en verzorging voor jeugdigen was. Vóór 1 januari 2015 beperkte het gemeentelijk jeugdbeleid zich tot de jeugdgezondheidszorg, op preventie gerichte opvoed- en opgroeiondersteuning, jongerenwerk en specifieke doelgroep aanpak rond zwerfjongeren, jeugdcriminaliteit, verzuim en voortijdig schoolverlaten. Door de verantwoordelijkheid in één bestuurslaag te leggen wordt beter aangesloten bij de burger en ontstaat meer samenhang in hulptrajecten voor een gezin. De gemeente streeft ernaar om met dit stelsel de jeugdhulp efficiënter en effectiever te organiseren en de problemen van gezinnen klein te houden. Ook wil de gemeente ouders helpen om (met hulp van hun eigen netwerk) problemen beter zelf op te lossen. Maar daarnaast blijft er gewoon een aanbod van specialistische hulp en is een vangnet voor de meest kwetsbare kinderen gecreëerd.
1.2 Uitgangspunten Volgens veel betrokkenen was de ‘oude zorg’ te versnipperd georganiseerd, met te veel partijen die langs elkaar heen werken, te duur en te bureaucratisch. Zorg bevond zich over het algemeen ver weg achter loketten, formulieren en instellingen. Daardoor werd vaak te weinig, te laat of juist te veel zorg verleend. In plaats van kleine problemen snel en dichtbij huis of school op te lossen, gebeurde er aanvankelijk een hele tijd niets totdat de problemen escaleerden. In dat stadium werd het probleem overgenomen door gespecialiseerde hulpverleners en instellingen met intensieve zorgtrajecten. Het moest anders, maar lange tijd deden zich te weinig kansen voor om het zorgstelsel fundamenteel te hervormen. De overheveling van zorg van het Rijk naar de gemeente gaat weliswaar gepaard met een bezuinigingsopgave, maar bood wel de kans om de hervorming door te voeren en de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Die hervorming is gestoeld op de volgende kernbegrippen: Eigen kracht Mobiliseren van de eigen kracht en verantwoordelijkheid van mensen en hun sociale netwerk om samen oplossingen te bedenken voor hulpvragen. Generalistisch Meer integraal en generalistisch opererende zorgverleners, die overweg kunnen met uiteenlopende zorgvragen. Zo nodig schuift tijdelijk een specialist aan om één van de problemen diepgaander aan te pakken;
6
Eenvoudiger Minder bureaucratie en regels, met meer handelingsvrijheid voor zorgprofessionals. Preventie Houd kleine problemen klein; meer preventie, minder curatief werken. Dichtbij Zorg voor snelle, laagdrempelige, flexibele en onmiddellijke zorg die middenin de dagelijkse leefomgeving wordt geboden. Cliëntgericht Niet zozeer het vooraf ingekochte aanbod van zorginstellingen is maatgevend voor te verlenen zorg, maar de vraag van de cliënt. Duurzaam Niet meer langs elkaar heen werken, maar volgens het principe van één huishouden, één plan, één regisseur. Daarbij moet worden gezocht naar domein overstijgende (schulden, werk, zorg, taal enzovoort) en aldus duurzame oplossingen.
1.3 Vier zorgvormen Op basis van deze uitgangspunten heeft de gemeente in de afgelopen 3 jaar aan een nieuw jeugdhulpstelsel gewerkt. Het stelsel is gebouwd op vier vormen van zorg, die we hieronder kort bespreken. 1. Online Innovatie Sociaal Domein (0e lijnszorg) Een van de resultaten van deze innovatie is een online vraagbaak voor Amsterdammers, die antwoorden geeft op alledaagse vragen. Daardoor wordt de professionele zorg minder belast met eenvoudige hulpvragen die mensen veelal ook zelf (of samen) kunnen oplossen. De online vraagbaak wijst uiteraard ook de weg naar professionele hulp. De burger vindt zo beter zijn weg in de hulpverlening en vindt meer middelen om de eigen kracht en dat van zijn netwerk te benutten. Aan de vraagbaak wordt samen met cliëntenorganisaties en softwareontwikkelaars gewerkt. De vorm staat nog niet vast, maar er wordt gedacht aan een soort ‘App Store’ voor de zorg. Daarbij kunnen we denken aan een webpagina met apps voor veelvoorkomende hulpvragen, zoals opvoedproblemen, schulden, mishandeling en huiselijk geweld, dagbesteding bij arbeidsongeschiktheid, huishoudelijke hulp of verpleegartikelen. 2. Ouder- en kindteams (0e en 1e lijnszorg) Amsterdam is verdeeld in 22 gebieden. In wijk of buurt van een bepaald gebied kunnen kinderen en ouders bij een ouder- en kindteam (OKT) terecht met vragen over opgroeien en opvoeden. Een ouder- en kindteam is gericht op preventie en licht ambulante jeugdhulp. In het ouder- en kindteam speelt de ouder- en kindadviseur (OKA) een centrale rol. De OKA
COMMUNICATIESTRATEGIE 2015
is een breed georiënteerde jeugdprofessional, die gevoel en kennis heeft voor de verschillende problemen waarmee opgroeiende kinderen, jongeren en hun ouders of verzorgers te maken hebben. Elk team beschikt daarnaast over verschillende zorgdisciplines, zoals jeugdverpleegkundigen, school- en jeugdmaatschappelijk werkers, jeugdartsen, jeugdpsychologen, opvoedadviseurs voor de ouders en jeugdconsulenten. Door dergelijke hulpverleners gemakkelijk bereikbaar te maken in de eigen wijk, verwacht Amsterdam al in een vroeg stadium mogelijke problemen op te sporen en te voorkomen. 3. Samen DOEN (1e en 2e lijnszorg) De jeugdpsychiaters, MaDi, budgetcoaches en woningcorporaties en de Samen DOEN teams bestaan vooral uit medewerkers van buurtteams en welzijnsorganisaties die generalisten genoemd worden. De leden van de lokale teams zijn overigens veelal afkomstig uit die schil van jeugdhulpaanbieders en door hun moederorganisatie ‘gedetacheerd’. Al die deskundigheid, in de lokale teams en in de flexibele schil, is vooraf door de gemeente ingekocht, in samenwerking met 15 omliggende regiogemeenten. Het gaat in totaal om honderden inkoopcontracten die in het najaar van 2014 werden getekend. Samen DOEN richt zich op niet-zelfredzame huishoudens die kampen met een opeenstapeling van problemen (zoals armoede, woonsituatie, werkloosheid, opvoedproblemen, huiselijk geweld en kindermishandeling) waar zij zelf niet meer uitkomen. De problemen en verslaving van deze mensen zijn vaak sterk met elkaar zijn verknoopt. De ervaring leert dat problemen bij huishoudens zo kunnen escaleren dat alleen nog intensieve zorg en/of strafmaatregelen uitkomst bieden, waardoor de maatschappelijke kosten en ellende exponentieel toenemen. Zover hoeft het echter niet te komen. Door de problemen van een huishouden in één keer multidisciplinair aan te pakken (bijvoorbeeld passende zorg, onderwijs, schuldsanering, werk) ligt een duurzame oplossing binnen handbereik. Samen DOEN staat derhalve voor een domein overstijgende aanpak en werkt samen met de ouder- en kindteams wanneer nodig. 4. Speciale functies (2e lijnszorg) Sommige jeugdhulp kan niet door lokale teams worden geleverd, zoals Veilig Thuis (advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling) en haar interventieteam dat dag en nacht beschikbaar is, de rol van Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA) met de daaraan gelieerde William Schrikker Groep, noodopvang van kinderen, pleegzorg en expertiseen behandelcentra. Over Veilig Thuis en Jeugdbescherming is de volgende informatie van belang:
COMMUNICATIESTRATEGIE TRANSITIE JEUGDHULP 2015
• Veilig Thuis: de bestaande meld- en adviespunten voor huiselijk geweld (SHG) en kindermishandeling (AMK) gaan per 1 januari 2015 op in één organisatie (Veilig Thuis). Ook de bestaande losse crisis- en interventieteams worden samengevoegd tot één interventieteam, dat bij Veilig Thuis wordt ondergebracht. Veilig Thuis wordt opgericht door de GGD Amsterdam, in opdracht van de 6 gemeenten van de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland. Na de oprichting krijgt Veilig Thuis een onafhankelijke status, onder politiek-bestuurlijke verantwoordelijkheid van de veiligheidsregiogemeenten. • Jeugdbescherming: bij onveilige en slechte thuissituaties wordt een beroep gedaan op Bureau Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA) en de daaraan gelieerde William Schrikker Groep (WSG). Deze instellingen hebben verregaande bevoegdheden voor het uitvoeren van jeugdreclassering en acute interventies zoals een voorlopige uithuisplaatsing of ondertoezichtstelling. Daarnaast fungeert JBRA als adviseur voor de lokale teams. De inzet van JBRA/ WSG is per 1 januari 2015 gedurende 3 jaar ingekocht voor ongeveer 3.000 gezinnen per jaar.
1.4 Passend onderwijs Voor kinderen met een handicap of gedragsproblemen is er sinds 2014 een nieuw stelsel van passend onderwijs. Deze kinderen kunnen terecht in het Speciaal Onderwijs of zij krijgen extra hulp en begeleiding binnen de muren van gewone scholen. Passend onderwijs is primair de verantwoordelijkheid van de scholen zelf, maar: • De gemeente heeft een directe betrokkenheid met de eerder genoemde ouder- en kindteams. Diens ouder- en kindadviseurs (OKA) lopen vaak op de scholen rond en zijn aanspreekbaar voor kinderen. De OKA’s adviseren niet alleen de kinderen, maar ook ouders en schooldirecties;
7
1.6 Waar staan we nu? De beleidsmatige fundamenten voor de overheveling van de zorg van Rijk naar gemeente zijn in de jaren 2012-2014 reeds gelegd. De gemeenteraad heeft in 2013 de Visie Sociaal Domein vastgesteld, gevolgd door Koersbesluiten voor respectievelijk Om Het Kind, Zorg en Participatie. Er komt dit jaar een integraal meerjarenbeleidsplan 2015-2018 dat de afzonderlijke beleidsplannen in het sociaal domein zal vervangen. Het plan wordt samen met professionals, burgers, marktpartijen en belangengroepen gemaakt.
• De gemeente heeft een taak om naar burgers te communiceren over het stelsel van passend onderwijs; Het spreekt vanzelf dat deze taken van scholen en gemeente ‘in elkaar haken’ en moeten worden afgestemd. Daartoe wordt regelmatig met de schoolbesturen overlegd.
1.5 Financieel kader jeugdhulp De hervorming van het jeugdstelsel gaat van rijkswege gepaard met een forse bezuiniging, die in de loop van drie jaar wordt doorgevoerd. Met andere woorden, we zullen meer zorg en betere zorg moeten leveren voor minder geld. Dat lijkt een onmogelijke opgave, maar door de lokale zorg anders in te richten verwachten we de effecten van de bezuinigingen te kunnen verzachten. Die andere inrichting van de zorg volgt financieel gezien drie sporen: 1. Grotere efficiency door een scherpe inkoop en organisatie van zorg 2. Beroep op de eigen kracht van de burger, diens omgeving en mantelzorg 3. Minder vaak inzet van (dure) specialistische en curatieve zorg, omdat (dreigende) problemen bij gezinnen al in een eerder stadium zijn onderkend en behandeld.
8
De datum van 1 januari 2015 is voor iedereen cruciaal. Dan moet de overheveling van de belangrijkste zorgtaken geregeld zijn, zodat er nergens een gat valt in de levering van hulp en zorg. Alle tekenen wijzen erop dat de overheveling van die zorgtaken op tijd zal zijn voltooid: • De hervorming van werkprocessen, verwijsroutes en organisaties verloopt naar wens. Op 1 januari 2015 zijn alle essentiële zorgtaken beschikbaar, inclusief baliefuncties, zorgloketten in stadsdelen, hulp via internet en lokale zorgteams in 22 Amsterdamse buurten. Daarnaast zijn ook de complexe en acute zorgfuncties volledig operationeel; • In de loop van 2015 zal het nog wel noodzakelijk zijn om taken aan te vullen, de dienstverlening en informatievoorziening te verbeteren, organisatievormen bij te stellen en het administratief beheer te vervolmaken; • Op 1 januari 2015 voldoet de Gemeente Amsterdam aan alle noodzakelijke wettelijke verplichtingen die het Rijk rondom zorg voor de jeugd heeft opgelegd. Er mag geen misverstand over bestaan dat er ook na 1 januari 2015 nog veel moet gebeuren. Vooral de jaren 2015-2017 zullen we moeten gebruiken om de andere manier van denken over jeugdhulp in al zijn facetten tussen de oren te krijgen. Daarbij is het niet uitgesloten dat de opgelegde bezuinigingen voor soms problematische situaties gaan zorgen, op plekken die we niet altijd van tevoren kunnen voorspellen. Daar zullen we dan gezamenlijk nieuwe oplossingen voor moeten zoeken. Voor de jeugdhulp is een Team Backoffice ingericht waar vragen en klachten terecht komen. Die worden zorgvuldig afgehandeld in afstemming met de partners van de gemeente, waaronder vooral de ouder- en kindteams. Waar nodig zal er beroep gedaan worden voor een specialistische kijk op een situatie. De klant of zorggebruiker zal in elk geval voldoende informatie kunnen krijgen over het vervolg en eventueel in contact gebracht worden met een ouder- en kindadviseur die het kind, gezin en jeugdigen verder zal helpen om de nodige oplossingen te kunnen vinden. Een speciaal jeugdhulptelefoonnummer is geopend voor alle vragen en hulp: 020 2552 911.
COMMUNICATIESTRATEGIE 2015
2. COMMUNICATIESTRATEGIE 2.1 Opgave
Deze communicatiestrategie werkt door in de drie komende hoofdstukken. Daarin worden achtereenvolgens de opgaven voor interne communicatie, externe communicatie en publiekscommunicatie benoemd
Het jaar 2015 is een overgangsjaar van werken in het oude jeugdstelsel naar werken in het nieuwe stelsel. Alles is veranderd: financieringsstromen, werkprocessen, verwijzingen, voorwaarden, gemeentelijke diensten, de samenwerking tussen gemeente en jeugdhulpaanbieders, benamingen en locaties, toegang tot hulp en zorg. Dat brengt aanvankelijk een hoop gewenning en zoeken met zich mee, niet alleen voor Amsterdammers en cliënten, maar ook voor ambtenaren en zorgprofessionals. Sterker nog, in het begin zullen er helaas ook dingen misgaan: kleine irritante zaken, maar wellicht ook vervelender problemen. We kunnen die gewenningsproblemen als volgt karakteriseren:
Interne Communicatie Binnen een organisatie is er meestal sprake van het gemis van een goede interne communicatie. Mensen maken of kraken een organisatie waar zij voor werken. Ze zijn het gezicht van de organisatie, het hart en de ziel. De verantwoordelijkheid voor interne communicatie ligt primair in de lijn; van leiding naar medewerker en andersom en tussen collega’s. Nu met de transitie van de jeugdhulp, behoren ook de partners van de gemeente, zoals die aanwezig zijn in de organisatie van ouder- en kindteams, hard te werken aan ook hun eigen interne communicatie. Externe Communicatie Maak overheidsinformatie actief openbaar. Voorlichting over niet-aanvaard beleid mag, zolang de informatie feitelijk en zakelijk is, het beleid centraal staat (en niet de bestuurder) en duidelijk wordt in welke fase het beleid zich bevindt en hoe het verder gaat. Benut traditionele én moderne communicatiemiddelen. Stel alle informatie ook digitaal ter beschikking.
• Informatie leemten • Kennisachterstanden • Procedurele inwerkproblemen • Praktische zorgverleningsproblemen
2.2 Strategische communicatie
De communicatiestrategie voor 2015 moet zich daarom opuvier Comm n i choofdzaken a t i e s t r arichten: t e g i e A f d e l i n g J e u g d ( c o n c e p t ) 2 0 1 5 Publiekscommunicatie 1. Informatievoorziening nieuwe werkprocessen (beVoer een pro-actief mediabeleid: speel nadrukkelijk schikbaarheid en verspreiding) in op de informatiebehoefte van de pers en corrigeer 2. Dienstverlening (met name afhandeling van vragen feitelijk onjuiste informatie direct. De communicatie is en klachten en toegang tot informatie) Interne en e(adequaat xterne communicatie een taak op managementniveau. 3. 2.3 Crisiscommunicatie reageren op incidenten en negatieve media-aandacht) wordt aan gewerkt >in regioverband In onderstaande figuur staan de drie communica4. < Relatiemanagement tievormen in beeld gebracht, met de bijbehorende doelgroepen.
Interne communicatie
Externe communicatie
Backoffice • Backoffice Jeugd • Backoffice Dienstverlening • Kennisbank Jeugd
Zorgvragers • Cliënten • Cliëntenraden/platforms
Publiek • Amsterdammer • Pers en media
Afdeling Jeugd RVE OJZ
Gemeente en partners • B&W en gemeenteraad • Regiogemeenten (inkoop) • Regiogemeenten (Matchpoint) • Ouder-‐ en kindteams • Samen DOEN • Veilig Thuis
Zorgprofessionals • Jeugdhulpaanbieders • Scholen • Jeugd gerelateerde beroepen
Overheden • Jeugdbescherming • Inspectie Jeugdzorg • Andere overheden
Figuur: doelgroepen voor en externe communicatie Figuur: doelgroepen voor interne eninterne externe communicatie
COMMUNICATIESTRATEGIE TRANSITIE JEUGDHULP 2015
9
2.3 Aansluiten bij landelijke campagne Bij het Rijk is het thema Jeugd slechts een klein onderdeel van een brede campagne over veranderingen in de langdurige zorg en de WMO. Het Nederlandse publiek wordt geïnformeerd via de campagne ‘Nederland verandert, de zorg verandert mee’ en de Jeugdwet-spot over 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur. Daarnaast communiceert het Rijk over hardnekkige misverstanden bij het publiek, zoals ‘De gemeente bepaalt welke zorg nodig is.’ Gemeenten moeten zelf communiceren De investering van het Rijk in communicatie over de nieuwe jeugdhulp is beperkt. Haar eigen algemene campagne eindigt reeds in januari 2015. Het Rijk maakt zelf niet of nauwelijks middelen zoals flyers, brochures of posters, en stelt evenmin financiële middelen beschikbaar voor gemeenten om over de veranderingen te communiceren. Er zijn wel een paar landelijke websites met toolkits en praktijkvoorbeelden (zie hoofdstuk 5.3.1) maar ook die vergen altijd een lokale vertaalslag. Met andere woorden, de gemeente moet het zelf doen, in nauwe samenspraak met de lokale of regionale jeugdhulppartners.
10
COMMUNICATIESTRATEGIE 2015
3. INTERNE COMMUNICATIE Interne communicatie heeft op de uitwisseling van informatie tussen personen binnen dezelfde organisatorische eenheid.
3.1 Doelgroepen • Backoffice Jeugd • Kennisbank Jeugd (achter het jeugdhulp telefoonnummer) • Ouder- en kindteams • Samen DOEN • Overige RVE’s gemeente
3.2 Communicatieboodschap • Cliënten kunnen rekenen op zorgcontinuïteit • Eén gezin, één plan, één zorgregisseur • Wij gaan uit van eigen kracht en eigen plan • We helpen op de manier die bij mensen past • Zorgvragers hebben recht op een second opinion • Teamleiders van het ouder- en kindteam staan open voor klachten
3.3 Communicatieopgave 1. Kennisbank en jeugdhulptelefoon De Kennisbank wordt tot de transitie (1 januari 2015) en daarna doorlopend bijgewerkt. Bijeenkomsten organiseren voor ouder- en kindteams, zodat ze weten hoe de callcenter van de gemeente Amsterdam werkt, wat van hen verwacht wordt en waar ze rekening mee moeten houden. De kennisbank informeert Amsterdammers over jeugdhulp. Via Amsterdam.nl/veelgevraagd, via het jeugdhulptelefoonnummer 020 255 2911 en via de stadsloketten.
Burgers krijgen online, telefonisch en aan de balie van stadsloket correcte informatie over de veranderingen die het gevolg zijn van de transitie jeugdzorg. Dienstverlening handelt vragen over de veranderingen. Het project is in eerste instantie gericht op informatieverstrekking en het beantwoorden van eenvoudige en gespecialiseerde vragen.
2. Persoonsgebonden budget – Pgb De gemeente heeft al een Pgb voor volwassenen binnen de huidige Wmo, maar er komt een nieuwe Amsterdamse Pgb regeling vanaf 2015 die ook voor jongeren gaat gelden. Vanaf 1 januari verandert ook de werkwijze rond Pgb’s. Het communicatie doel zal bestaan uit: • Tijdig informeren (en geruststellen) van bestaande PGB klanten; • Helder communiceren nieuwe toegang procedure, voorwaarden, regels, mogelijkheden; • Proberen om communicatie over jeugd-PBG en
COMMUNICATIESTRATEGIE TRANSITIE JEUGDHULP 2015
volwassenen-PGB zoveel mogelijk te integreren, ondanks het feit dat de regels/wetgeving erachter niet identiek zijn; • Goede communicatiemix kiezen van drukwerk, digitaal, brieven, bijeenkomsten; • Twee sporen communicatie: voor professionals en voor burgers. 3. Speciale Functies Communiceren van de diverse werkprocessen m.b.t. op- en afschalen tussen lokale teams, Samen DOEN, gecertificeerde instellingen en strafpartners. De 27 ouder- en kindteams (OKT) en de Samen DOEN buurtteams zijn straks in staat om het gros van alle jeugdhulp te leveren, al of niet met aanvullende inzet van de flexibele schil van zorgprofessionals en de incidentele inzet van een Pgb. Maar sommige hulpvragen zijn zo gespecialiseerd, zeldzaam, of duur, dat deze alleen goed regionaal kunnen worden georganiseerd. In het transitieprogramma worden die regionale voorzieningen de Speciale Functies genoemd. Het gaat om Veilig Thuis (Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling), noodopvang, en de twee gecertificeerde instellingen Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA) en de William Schrikkergroep (WSG). Zorgingrepen zoals Uithuisplaatsingen en Ondertoezichtstelling zijn het exclusieve domein van de Speciale Functies. De Speciale Functies hebben dan ook een link met de strafketen van bijvoorbeeld politie, Raad voor de Kinderbescherming, OM, Bureau Halt en OOV. Tot slot valt ook de afhandeling van een calamiteit in de jeugdhulp onder het domein van de speciale functies, vooral omdat ook in dit geval wordt samengewerkt met regionale partners en met de landelijke Inspectie Jeugdzorg. De communicatieopgave van het transitiejaar 2015 heeft drie hoofddoelstellingen: 1. D e betrokken zorgprofessionals zijn goed geïnformeerd over plek van de speciale functies in het nieuwe stelsel. Er is straks immers sprake van nieuwe verhoudingen, verwijsroutes en werkprocessen tussen de lokale teams, zorginstellingen, strafpartners en bijvoorbeeld Jeugdbescherming. 2. D e gemeenten van de veiligheidsregio AmsterdamAmstelland weten hoe de speciale functies straks zijn georganiseerd en hoe zij te benaderen zijn. Dat geldt met name voor de functies van Veilig Thuis en Jeugdbescherming, maar ook hoe op te treden als zich een calamiteit voordoet binnen een gezin dat in een jeugdhulptraject zit. 3. B urgers en beroepsgroepen die veel met kinderen werken dienen per 1 januari 2015 de weg te vinden naar Veilig Thuis, en te weten zij daarvan kunnen verwachten. Regionale oefendag met het nieuwe Calamiteitendraaiboek Kinderen in Jeugdhulp. Ondersteunen GGD bij opzet eerste versie publiekswebsite Veilig Thuis (met sectie voor professionals). Ondersteunen GGD bij productie eerste
11
lichting van publiekcommunicatiemiddelen voor Veilig Thuis. 4. Passend onderwijs Informatie delen en kennis uitwisselen (tussen scholen, OKT, jeugdhulpaanbieders en gemeente) via bijvoorbeeld het online platform Pleio. De communicatie is vooral gericht op de professionals in het onderwijs omdat zij de intermediairs zijn naar ouders en kinderen/jongeren. De professionals zijn interne begeleiders, zorgcoördinatoren en ouder- en kindadviseurs. Ook zijn er bepaalde acties die nodig zijn voor de samenwerking en afstemming met de scholen: primair (PO) en voortgezet (VO) onderwijs en MBO. Communicatie-acties: • Kernverhaal/boodschap voor directie, intern begeleiders en zorg coördinatoren van PO en VO. • Voorlichting en informatie aan directeuren en zorgprofessionals in het onderwijs. • Aansluiten bij overleggen van het onderwijs. • Afspraken over Woordvoering PO. Met de voorlichter van de wethouder worden de persstrategieën besproken, zodat er duidelijkheid is, wanneer de woordvoering . Communicatie-uitingen: 1. Informatie geven over ouder- en kindadviseurs via de communicatiemiddelen van de scholen, van de ouder- en kindteams en in nieuwsbrieven Zorg voor de Jeugd. 2. Mogelijkheid bieden om Informatie te delen en kennis uitwisselen op het online platform Pleio 3.Informatiebijeenkomsten met directie/intern begeleiders verantwoordelijkheid is van de scholen of van de wethouder. 4. Communicatiebehoefte ophalen en verder vormgeven o.a. t.b.v. bijeenkomst en ondertekening convenant op bestuurlijk niveau 22 januari. 5. Q&A en een begrippenlijst voor zorgprofessionals en de kennisbank De diverse Q&A’s en online begrippenlijsten bijwerken, omdat er vanaf december/januari veel meer informatie beschikbaar zal zijn, ook vanuit de ouder- en kindteams. Ouders en jeugd moeten geïnformeerd worden over wat hun te wachten staat per 1 januari 2015. Jeugdprofessionals, hun management, directies, beleid en bestuur van de gemeente moeten weten wat dit van hen vraagt. Er is sprake van een noodzakelijke cultuuromslag. Daarom moeten vragen duidelijk beantwoord zijn en gebaseerd op feitelijkheden. Tevens zullen online Q&A’s met een goed georganiseerde backoffice voor vragen en antwoorden over de jeugdtransitie, het koersbesluit, de inzet van de Ouder- en Kindadviseurs. Vragen worden ook beantwoord wanneer de media erom vraagt. De begrippenlijst is uitleg van het beleidsjargon wat gebruikt wordt en de verschillende afkortingen.
12
6. Mediamonitoring en beheer Pleio Deze lijnwerkzaamheden vergen blijvende aandacht voor beheer en verbetering. Iedere week verschijnt een online en offline nieuwsoverzicht met nieuwsberichten die betrekking hebben op het beleidsterrein jeugd. Via het online platform Pleio delen beleidmakers en professionals kennis en documenten over Zorg voor de Jeugd (ook deels toegankelijk voor burgers). 7. Online innovatie sociaal domein (Digitaal Platform) Het project Digitaal Platform richt zich op het stimuleren van het gebruik van online voorzieningen in het sociaal domein teneinde Amsterdammer te helpen zelf hun hulp te organiseren. Amsterdammers (waaronder ambtenaren en professionals) maken meer en beter gebruik van het bestaande digitale hulpaanbod (zowel de professionele hulp, als informele hulp, als zelfhulptools) in de 3D • Uitwerken van communicatieplan met focus om actielijn 1 en actielijn 3 van het stimuleringsprogramma. • Actielijn 1: Campagne voorbereiden en uitvoeren om gebruik van online voorzieningen te stimuleren bij Amsterdammers, ambtenaren en zorgverleners. • Actielijn 3: de projectvoortgang communiceren met de direct betrokkenen om draagvlak te creëren, hier valt ook onder; het communiceren over de coalitie beleidsgebieden jeugd- en ouderenzorg, werk en inkomen, zodat eigen kracht en zelfredzaamheid van de beter benut en gestimuleerd wordt en de hulpverlening verbetert 8. R elatiemanagement gecontracteerde zorginstellingen, specialistische jeugdhulp en vrijgevestigden. De communicatiestrategie voor de inkoop is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: • Afstemming op regionaal niveau en eenduidig afzenderschap naar alle doelgroepen en stakeholders. • Redelijke vrijheid om per gemeente extern te communiceren/profileren. • Samenwerkingsgericht in plaats van scoringsgericht, zowel binnen de regio als extern. • Eerste kritische succesfactor is de persoonlijke eenop-een-communicatie met instellingen, professionals en branchevertegenwoordigers tweede kritische succesfactor is de integratie van de communicatiefunctie met het inkoopproces voortgang communiceren en successen met terughoudendheid verzilveren delen van deliverables met andere regio’s. Er dient rekening gehouden te worden met de communicatiestrategie rond de inkoop voor 2015 dient uitgegaan te worden van een perfecte uitvoering van het relatiemanagement van de gecontracteerden vanuit de regiogemeenten in 2015 voor een goede basis van niet alleen de zorg continuïteit, maar ook voor de relatiemanagement van de regiogemeenten en de gecontracteerden.
COMMUNICATIESTRATEGIE 2015
9. Deelname in communicatie Ouder- en kind teams Belangrijke spil in het nieuwe jeugdstelsel vormen de ouder- en kindteams. Deze teams bestaan uit generalisten (de ouder- en kindadviseurs), specialisten (de jeugdartsen en de jeugdpsychologen) en assistenten. De ouder- en kindadviseurs zijn het vertrouwde gezicht voor ouders en jeugdigen. Zij helpen ouders en jeugdigen zelf oplossingen te vinden binnen hun sociale netwerk. Als het nodig is, verwijzen zij door naar gespecialiseerde zorg. Zij krijgen hiervoor het mandaat van de gemeente. De ouder- en kindteams zijn er voor alle jeugdigen en hun ouders en andere opvoeders, zoals andere familieleden of leerkrachten. De doelgroep bestaat uit 143.000 jeugdigen van 0 tot 18 jaar en circa 100.000 gezinnen. De ouder- en kindteams bieden ‘nulde- en eerstelijnszorg’ voor alle jeugdigen en gezinnen. Ze doen dit op het brede terrein van jeugdgezondheidszorg, opvoed- en opgroeiondersteuning, jeugdzorg, jeugd-GGZ en jeugd-VB. Oude (sectorale) schotten worden doorbroken. Verschillende expertise wordt bij elkaar gezet in één team.
Communicatie acties bestaan uit het bieden van praktische informatie over de diensten van het ouder- en kindteam (OKT): -V ia de toolkit voor flyers en posters te maken. De Toolkit bevat formats en teksten die OKT’s aan hun wensen kunnen aanpassen. -D e Toolkit wordt ingezet en bepaald door het communicatieteam van de ouder- en kindteams. - OKT Toolkit wordt door verschillende OKT’s gebruikt, door zeven stadsdelen. 10. Matchpoint In de Stadsregio Amsterdam zijn verschillende professionals betrokken bij een kind of jeugdige. Zij hebben het recht om zorgen en/of risico’s te noteren in de verwijsindex Matchpoint. Dit is een digitaal systeem waarin professionals noteren dat er zorgen zijn over een jongere. In het systeem wordt niet vast gelegd om welke zorgen het gaat. Het systeem maakt het mogelijk. Van belang is om de negatieve beeldvorming weg te halen, door meer te informeren over hoe Matchpoint werkt en waarvoor het is bedoeld. Door bestaande communicatiemiddelen in te zetten en in de uitingen van de ouder- en kindteams aandacht aan te besteden, zal dit een goede werking kunnen hebben en meer vertrouwen wekken.
Kaart met de 22 buurtcombinaties in Amsterdam. In elke buurtcombinatie is vanaf 2015 een OKT actief.
COMMUNICATIESTRATEGIE TRANSITIE JEUGDHULP 2015
13
4. EXTERNE COMMUNICATIE Externe communicatie is het geheel van communicatievormen en -processen van een organisatie naar de buitenwereld. Strikt genomen valt daaronder ook publiekscommunicatie, maar om goede redenen is ervoor gekozen om die vorm apart te behandelen.
4.1 Doelgroepen De doelgroepen voor externe communicatie omvatten zorgvragers, zorgprofessionals, overheden en publiek: • Cliënten en cliëntenvertegenwoordigers • Amsterdammers • Pers en media • Jeugdhulpaanbieders • Scholen • Jeugd gerelateerde beroepen • Inspectie Jeugdzorg • Jeugdbescherming (JBRA) • Veilig Thuis • Andere overheden Aan publiekscommunicatie wordt een apart hoofdstuk gewijd (hoofdstuk 5).
4.2 Communicatieboodschap
Passend onderwijs • Ontwikkelen boodschappen voor directies scholen, intern begeleiders en zorgcoördinatoren van PO en VO; • Via meerdere kanalen informeren van onderwijsinstellingen over het passend onderwijs; • Met de voorlichter van de wethouder wordt besproken wanneer woordvoering de verantwoordelijkheid is van scholen of van de wethouder; • Voorlichting over passend onderwijs op de lokale TV (AT5) en in de Krant Amsterdam. Q&A’s • Online en offline beschikbaar maken (en up to date houden) van veelgestelde vragen en begrippenlijsten.
• Preventie: voorkomen is beter dan genezen. • Makkelijker, sneller en beter. • Cliënten kunnen rekenen op zorgcontinuïteit • Eén gezin, één plan, één zorgregisseur • Wij gaan uit van eigen kracht en samen maken we een eigen plan • We helpen op de manier die bij mensen past
Kennisdelen platform Pleio • Externe zorgprofessionals actief betrekken bij Pleio.
4.3 Communicatieopgave
Relatiemanagement • Actief inhoud geven aan relatiemanagement met contractpartners (zorginstellingen en regiogemeenten) via overleg, bijeenkomsten (formeel en informeel) en afspraken.
Zie hoofdstuk 3.3 voor een uitgebreide toelichting op de communicatieopgave (intern, extern en publiek). Voor het onderdeel externe communicatie gelden de volgende specifieke punten: Persoonsgebonden budget • Informeren (en geruststellen) van bestaande Pgb klanten; • Helder communiceren toegang tot Pgb voor nieuwe cliënten; • Goede communicatiemix kiezen van drukwerk, digitaal, brieven, bijeenkomsten; • Inwinnen communicatieadvies over pers- en woordvoering en communicatiemiddelen.
14
Speciale functies • Burgers en cliënten moeten de weg weten te vinden naar Veilig Thuis; • Ondersteunen GGD bij het organiseren van de communicatie rondom Veilig Thuis; • Ook zorgprofessionals en beroepsgroepen die met kinderen werken moeten de weg weten te vinden naar Veilig Thuis;
Online Innovatie (digitaal platform) • Stimuleringscampagne voor het gebruik van online voorzieningen bij Amsterdammers, ambtenaren en zorgverleners;
Communicatie ouder- en kindteams • Produceren posters, flyers en andere (ook digitale) communicatieproducten gericht op Amsterdammers, ouders en kinderen. Matchpoint • Koudwatervrees over het gebruik van Matchpoint wegnemen bij zorgprofessionals, Amsterdammers en cliënten, door mensen te informeren over de werking van het systeem en waar men niet bang voor hoeft te zijn. In de communicatieuitingen is het van belang de 3 doelgroepen goed te informeren: 1. D e zorgverlener, zorgprofessional of ouder- en kindadviseur. 2. D e zorggebruiker met hun ouders of zonder als het jeugdigen zijn. 3. De Amsterdammer.
COMMUNICATIESTRATEGIE 2015
5. PUBLIEKS- EN PERSCOMMUNICATIE Publiekscommunicatie is een vorm van externe communicatie, en heeft dus heeft betrekking op de communicatie van een organisatie naar de buitenwereld. Er wordt echter een apart hoofdstuk aan gewijd omdat publiekscommunicatie een paar specifieke opgaven kent.
5.1 Doelgroepen • Amsterdammer • Pers en media
5.2 Communicatieboodschap • U kunt rekenen op zorgcontinuïteit • Snel bij de beste zorg voor uw gezin. • Wij gaan uit van uw eigen kracht en eigen plan • We helpen op de manier die bij u past • U kunt terecht bij een vertrouwenspersoon • U kunt met een klacht terecht bij de teamleider van het ouder- en kindteam
5.3 Communicatieopgave 1. Landelijke campagne Bij de rijksoverheid is het thema Jeugd slechts een klein onderdeel van de brede campagne gericht op de veranderingen in de langdurige zorg en de WMO. Het Nederlandse publiek wordt door het Rijk geïnformeerd over de veranderingen in de zorg via de publiekscampagne ‘Nederland verandert, de zorg verandert mee’. De Jeugdwet-spot (over 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur) is inmiddels op radio en televisie te zien. Op de website van de campagne, www.dezorgverandert.nl, staat algemene informatie over de Jeugdwet. Meer specifieke informatie voor cliënten staat op www.hoeverandertmijnzorg.nl. Ook reist binnenkort een mobiele vraagbaak door Nederland (wordt bij gemeenten en aanbieders geplaatst) waar cliënten hun vraag kunnen stellen. Tot slot zal het Rijk gericht gaan communiceren over hardnekkige misverstanden bij het publiek, zoals ‘De gemeente bepaalt welke zorg nodig is.’ De campagne loopt tot eind januari 2015. Communicatiemiddelen Rijk De rijksoverheid is gestart met een informatiecam-
COMMUNICATIESTRATEGIE TRANSITIE JEUGDHULP 2015
pagne over de decentralisatie (en transformatie) van de jeugdhulp, maar die blijft vrij algemeen en beperkt van karakter. Het rijk gaat er dan ook vanuit dat gemeenten zelf communiceren over concrete lokale veranderingen, zoals het fenomeen van ouder- en kindteams, Veilig Thuis en dergelijke. Het Rijk stelt geen financiële middelen beschikbaar voor communicatie. Maar op landelijk niveau kunnen wel hulpmiddelen worden gevonden, zoals: • Op www.voordejeugd.nl staat een toolkit communicatie met onder meer kindportretten, een beeldbank, de kernboodschap, Q&A’s, handreikingen en factsheets; • De VNG site www.vng.nl/onderwerpenindex/decentralisaties-sociaal-domein biedt ook een aantal concrete toolkits, voorbeelden, tips en trucs; • Op het forum www.kennisnetjeugd.nl staan goede praktijkvoorbeelden van, en voor, de jeugdhulporganisaties in het land; • Het ministerie van VWS brengt factsheets over de Jeugdwet uit voor eerstelijns zorgaanbieders. Naast algemene informatie over de Jeugdwet bevat elke factsheet specifieke informatie over gevolgen en veranderingen per beroepsgroep. De eindverantwoordelijke campagneleider is Jan van Zomeren (plaatsvervangend directeur Communicatie bij VWS); • Ook de website www.gemeentenvandetoekomst.nl van het ministerie van BZK bevatten nuttige voorbeelden uit het veld. Aan de projectleider communicatie decentralisaties (Frank Reniers) van BZK kunnen ook voorbeelden worden aangeboden; • De communicatieafdeling en staatssecretaris van het ministerie van VWS is ook op zoek naar goede voorbeelden die zij kunnen gebruiken in hun ronde langs de velden; • Het Rijk moedigt aan om op de lokale gemeentesites ook links te plaatsen naar bijvoorbeeld bovengenoemde bronnen. 2. Pers en mediacontacten In 2015 wordt een persagenda opgesteld, in samenspraak met de persvoorlichter van de wethouder. De pers en media zullen zelf ongetwijfeld contact zoeken met de wethouder, de voorlichters, of zelfs ambtenaren, voor uitleg, interviews, meningsuiting en reacties op de publieke opinie. Men hoeft niet te wachten op de vragen van de pers, maar kan ook zelf proactief momenten benutten om te vertellen waar we staan, hoe we omgaan met de praktijk en wat de toekomstperspectieven zijn.
15
Wethouder in de media De wethouder is de woordvoerder van de Gemeente Amsterdam en wordt daarin ondersteund door diens voorlichter, en door de Afdeling Jeugd van de RVE Onderwijs, Jeugd, Zorg, Samen DOEN en Diversiteit. Indien nodig worden media uitingen ook afgestemd met de voorlichters van andere wethouders in het Sociaal Domein. De wethouder kan in radio- en televisieprogramma’s uitwijden over haar visie en missie als politica in dit sociaal domein. In de stadskrant van Amsterdam, die in alle stadsdelen verspreid wordt, kunnen per kwartaal interviews met de wethouder worden opgenomen. Dat geldt ook voor de lokale Amsterdamse Media (AT5, Het Parool, Oud Amsterdammer, Stadsblad Echo enzovoort). Bij belangrijke collegebesluiten worden persberichten of persverklaringen opgesteld door de Bestuursdienst die in een laagdrempelige taal aan de media, dus aan de burger, uitleg biedt over de betekenis van zo’n besluit en het gevolg ervan. Deze berichten zijn zichtbaar op Amsterdam.nl. Mocht de jeugdhulp op landelijk niveau negatief in het nieuws komen (zoals ‘de gemeenten zijn niet klaar om...’) dan is het raadzaam om in te gaan op relevante mediavragen en aanvragen, vooral om te laten zien in hoeverre het in Amsterdam er anders (en hopelijk beter) aan toe gaat.
16
Persstrategie De belangrijkste opdracht van de woordvoering is niet de organisatie in de pers te krijgen, maar de negatieve boodschappen eruit te houden. Door beter rekening te houden met de doelstellingen en drijfveren van de journalist wordt het makkelijker om de eigen doelstellingen te realiseren. De doelstellingen van de gemeente zijn vaak duidelijk. Het wilt aandacht door vaak op een positieve manier in de pers komen of aan de aandacht ontsnappen als er iets negatiefs gebeurt. De journalist heeft echter ook eigen doelstellingen. Hij wil een bericht dat zijn publiek graag leest, want dat doet kranten verkopen en TV kijkcijfers vergroten. Maar hij wil ook scoren met primeurs en dan is het van belang ‘om het kaf van het koren te scheiden’. Een relatie met een gedegen journalist kan op zijn tijd van goede invloed zijn. De journalist geeft dan ook de kans voor feitelijke verhalen. Een primeur kun je als woordvoerder strategisch inzetten om meer aandacht te krijgen. Je kunt een krant een primeur beloven, zodat men het de moeite waard vindt om een journalist te sturen die het onderwerp bestudeert en er een groot artikel over schrijft. Een stevige Q&A, met een goede basis, kan een voorschot bieden op de voorbereidingen voor persvragen, persinterviews, pers artikelen en persberichten, dit in goede afstemming met de inhoudelijke ambtenaren.
COMMUNICATIESTRATEGIE 2015
6. Middelen Het jaar 2015 is een overgangsjaar van werken in het oude jeugdstelsel naar werken in het nieuwe stelsel. Het programma Om Het Kind en de drie decentralisaties (3D) hebben in 2014 al het mogelijke 6. MIDDELEN gedaan om op 1 januari 2015 ‘klaar’ te zijn. Dat is tot op zekere hoogte ook gelukt, in elk geval genoeg municeren. En tot slot het publiek, om zorgcontinuïteit voor de meest kwetsbare groepen kinderen en hun gezinnen te wzullen aarborgen. Maar de cliënten, scholen en andere doelgroepen nog niet meteen hun Het jaar 2015 is een overgangsjaar van werken in het er moet ook in 2015 en 2015 nog veel gebeuren. De eigenlijke transformatie het denken over zorg en weg kunnen vinden in het nieuwe stelsel. oude jeugdstelsel naar werken in het nieuwe stelsel. eigen kracht is nog maar net begonnen. ‘Onder de motorkap’ van het nieuwe jeugdstelsel moet intern Het programma Om Het Kind en de drie decentralisanog veel worden gecommuniceerd over nieuwe werkprocessen, protocollen en toegang tot zorg. Kortom, 2015 staat in het teken van losse eindjes ties (3D) hebben in 2014 al het mogelijke gedaan om Daarnaast vergt de nieuwe samenwerkingsvorm tussen gemeente en jeugdhulpaanbieders in de ouder-‐ afwerken, gewenning, zoeken, de weg wijzen, klachop 1 januari 2015 ‘klaar’ te zijn. Dat is tot op zekere en kindteams en samen DOEN teams ook een andere aanpak van communiceren. En tot slot zullen het ten behandelen en missers repareren. De vergt een hoogte ook gelukt, in elk geval genoeg om zorgconpubliek, de cliënten, scholen en andere doelgroepen nog niet meteen hun weg kunnen vinden in het inhoudelijke inspanning van het ambtelijk apparaat, tinuïteit voor de meest kwetsbare groepen kinderen nieuwe stelsel. maar zeker ook een communicatieve. Daarom is het en hun gezinnen te waarborgen. Maar er moet ook absoluut noodzakelijk om in 2015 over een behoorlijke in 2015 en 2015 nog veel gebeuren. De eigenlijke Kortom, 2015 staat in het teken van losse eindjes afwerken, gewenning, zoeken, de weg wijzen, hoeveelheid middelen te kunnen beschikken om de transformatie het denken over zorg en eigen kracht klachten behandelen en missers repareren. De vergt een inhoudelijke inspanning van het ambtelijk communicatie op een adequaat niveau voort te kunis nog maar net begonnen. ‘Onder de motorkap’ van apparaat, maar zeker ook een communicatieve. Daarom is het absoluut noodzakelijk om in 2015 over nen zetten. In paragraaf 6.1 is die hoeveelheid midhet nieuwe jeugdstelsel moet intern nog veel woreen behoorlijke hoeveelheid middelen te kunnen beschikken odelen m de cfinancieel ommunicatie op een adequaat begroot op € 638.838 euro, waarbij den gecommuniceerd over nieuwe werkprocessen, niveau v oort t e k unnen z etten. I n p aragraaf 6 .1 i s d ie h oeveelheid m iddelen f inancieel begroot op € een kleine 60% van die middelen bestemd zijn voor protocollen en toegang tot zorg. Daarnaast vergt de 638.838 e uro, w aarbij e en k leine 6 0% v an d ie m iddelen b estemd z ijn v oor p ersonele c apaciteit ( in e personele capaciteit (in de vorm vandambtelijke fte’s nieuwe samenwerkingsvorm tussen gemeente en vorm van ambtelijke fte’s of oudertijdelijke en ongeveer 40% het kunnen ekostigen van 40% voor het kunnen ofvoor tijdelijke inhuur)ben ongeveer jeugdhulpaanbieders in de eninhuur) kindteams en communicatiemiddelen (producten). bekostigen van communicatiemiddelen (producten). samen DOEN teams ook een andere aanpak van com-
6.1 Communicatiebegroting 6.1 Communicatiebegroting 22015 015 Communicatiethema Communicatiestrategie/planning Kennisbank en jeugdhulptelefoon Pgb Jeugd (zorg) en Online Innovatie Sociaal Domein Speciale Functies Passend Onderwijs Q&A/begrippenlijst Mediamonitoring en beheer Pleio Matchpoint Relatiemanagement contractpartners Ouder-‐ en kindteams
Capaciteit (advies) € 25.000 € 50.000 0 € 50.000
Uitvoering (communicatiemiddelen) € 15.000 0 € 50.000 € 10.000
Subtotaal
€ 65.000 € 50.000 € 12.000 € 10.000 € 10.000 € 35.000 € 65.000
€ 35.000 € 35.000 0 0 € 15.000 € 25.000 € 81.838
Totaal
€ 372.000
€ 266.838
€ 100.000 € 85.000 € 12.000 € 10.000 € 25.000 € 60.000 € 146.838 € 638.838
€ 40.000 € 50.000 € 50.000 € 60.000
7
COMMUNICATIESTRATEGIE TRANSITIE JEUGDHULP 2015
17
C o m m u n i c a t i e s t r a t e g i e A f d e l i n g J e u g d
2 0 1 5
Communicatiemiddelen 6.2
6.2 Communicatiemiddelen
Naast financiële middelen worden in 2015 de volgende communicatiemiddelen om deddoelgroeNaast financiële middelen wingezet orden in 2015 e volgende communicatiemiddelen ingezet om de pen voor interne, publiekscommunicatie doelgroepen voor externe interne, en externe en publiekscommunicatie mee te kunnen bedienen. mee te kunnen bedienen.
Voorbeelden bruikbare middelen Weekbrief Intranet RvE OJZ SD+D Intranet Amsterdam Nieuwsbrief/flits Zorg voor de Jeugd Pleio Twitter jeugd 020 LinkedIn groep jeugd 020 Krant Amsterdam jeugdkrant of pagina Zorg voor de Jeugd Themabijeenkomst/workshop Mediacontacten Vakbladen Zorg jeugdhulp
Intern Extern
Publiek
8
18
COMMUNICATIESTRATEGIE 2015
EPILOOG Tekst van de wethouder (PM door Adam)
Simone Kukenheim Wethouder Jeugdzaken
COMMUNICATIESTRATEGIE TRANSITIE JEUGDHULP 2015
19
Bijlage 2: intakeformulier communicatie
BIJLAGE 1: intakeformulier communicatie 1. Aanvrager Naam E-‐mailadres Telefoonnummer Datum
2. Project Onderwerp / werktitel Bedrijfsonderdeel Hoofdopdrachtgever / Budgethouder Indicatie budget Inputleveranciers/betrokkenen < wie zijn de trekkers van het project>
3. Communicatie Aanleiding communicatieproject Doelstelling
Verwachting t.a.v. Communicatie < beschrijf op welke wijze de afdeling communicatie kan bijdrage aan het project> Doelgroep < beschrijf wie de doelgroep is, wat moet de doelgroep weten, vinden en kunnen aan het einde van het project> Kernboodschap <welk kernboodschap wil je uitdragen naar de doelgroep> Gewenst resultaat < beschrijf wat er gerealiseerd moet worden, opleverproducten> Toelichting Startdatum/einddatum
28
20
COMMUNICATIESTRATEGIE 2015
Bijlage 1: voorbeeld planning communicatie BIJLAGE 2: voorbeeld planning communicatie
27
COMMUNICATIESTRATEGIE TRANSITIE JEUGDHULP 2015
21
22
BIJLAGE 3: voorbeeld communicatiekalender
COMMUNICATIESTRATEGIE 2015
BIJLAGE 4: screenshots web portal Zorg voor de Jeugd Amsterdam
COMMUNICATIESTRATEGIE TRANSITIE JEUGDHULP 2015
23
C o m m u n i c a t i e s t r a t e g i e A f d e l i n g J e u g d ( c o n c e p t )
2 0 1 5
BIJLAGE 5: communicatiematrix als voorbeeld
Bijlage 5: communicatiematrix als voorbeeld
Communicatiematrix 2015 Thema
Doel en Resultaat Specifiek en meetbaar
Boodschap Realistisch
Mijlpalen Tijdgebonden
Ouder-‐ en kindteams
Inkoop jeugdhulp
Registratiesystemen (afstemming ICT)
Kennisbank
Jeugdhulp telefoon
Online innovatie (digitaal platform)
Website (Zorg voor de Jeugd)
Huisartsen
Pgb (Persoonsgebonden budget)
Veilig Thuis
Cliëntervaringsmonitor
Pleio
Social media
Online nieuws
Aansluiting onderwijs (algemeen)
Passend onderwijs
Pers en woordvoering
Animatiefilm
Jodenbreestraat 25 1011 NH Amsterdam
24
31 E-MAIL: - [email protected]
- [email protected] - [email protected] COMMUNICATIESTRATEGIE 2015