Vennootschapsrecht Begrippen Economisch recht: Behandelt alle rechtsregels, die in het economisch leven moeten worden nageleefd(zowel publiekrechterlijke = de ingrepen van de overheid, als de privaatrechterlijke = verhouding tussen de consumenten en die tussen consumentenbescherming) Groeperingsrecht: = verenigingsrecht (VZW’s) + vennootschapsrecht Ondernemingsrecht: = handelsrecht + vennootschapsrecht Handelsrecht:
Traditioneel vormt het handelsrvecht, zoals gecodificeerd in het ‘Wetboek van Koophandel’, nog steeds de kern van het Economisch recht.
DEEL I Handelsrecht A Begripsomschrijving = Omvat alle rechtsregels die van toepassing zijn op zowel commerciële verbintenissen (= Daden van Koophandel) en handelaren 1 Kenmerken • HR is bijzonder (niet van toepassing op gewone burger) en afwijkend (verschilt op bepaalde* domeinen) * Eigen rechtbank van Koophandel is anders dan Burgerrechtbank Bewijslast is anders bij Rechtbank van Koophandel <-> Burgerrecht is van toepassing op alle burgers OPM: Als er afwijkende regels zijn, hebben deze voorrang op de gewone algemene rechtsregels van burgerrecht
2 Bronnen • Wetgeving in Wetboek van Koophandel, gewijzigd in de jaren + aangevuld met tal van bijzondere wetten. • Handelsrechterlijke gewoonten = De rechtsregels liggen niet vast in wetboek, maar worden mondeling doorverteld => bijna overal vervangen door wetten. • Rechtspraak => rechters gaan wetten toepassen en vonnissen uitspreken. • Rechtsleer => in handboeken
1
3 Commerciële verbintennissen ( De ‘Daden van Koophandel’) = contracten die voortvloeien van handelaren <-> Burgerrechterlijke verbintenissen. Waarom moeten we weten dat het Daden van Koophandel zijn? Bij betwisting worden de problemen opgelost door een rechtbank van Koophandel. Deze gaan andere regels toepassen dan de Burgerrechterlijke rechtbank. Daden van Koophandel: 1. Verhandelen van roerende goederen en voedingsmiddelen 2. Industriële ondernemingen (grondstoffen verwerken tot afgewerkte producten) 3. Ondernemingen van openbare of particuliere werken ( aannemers) 4. Ondernemingen van vervoer (zowel weg,water,lucht) 5. Ondernemingen van leveringen (elk bedrijf dat diensten levert tegen betaling vb. distributie van water, gas , kabelmaatschappij) 6. Alle verbintenissen van handelsagenten ( handelstussenpersonen) 7. Alle bankverrichtingen 8. Ondernemingen van premieverzekeringen (Aanbieden van verzekeringspolis tegen betaling) 9. Ondernemingen van openbare schouwspelen en openbare verkopen (Organiseren van evenementen vb. Muziek, veilinghuizen) 10. Ondernemingen tot aankopen van onroerende goederen om ze verder te verkopen ( vastgoedsector, bouwfirma’s) OPM Als je een onroerend goed koopt om het verder te verhuren, dan is dit geen commerciële verbintenis, maar een burgerlijke. 11. Alle verrichtingen mbt tot de scheepvaart.
Geen Daden van koophandel 1. Landbouwactiviteiten (planten van gewassen,…) 2. Vrije/intellectuele beroepen (artsen, advocaten, boekhouders,…) 3. Artistieke beroepen (schilders, schrijvers,…)
4 Handelaren (of kooplieden) = personen die beroepshalve* 1 of meer daden van koophandel verrichten en dat zowel in hoofdberoep als bijberoep * = Met zekere Continuïteit en met de bedoeling om geld te verdienen
2
B Juridisch statuut van Handelaren 1 Bekwaamheid tot handeldrijven - Uitgangspunt: Het Revolutionair beginsel van de Vrijheid van Handel (1791 Franse Revolutie) en afschaffing van het Gildeleven = iedereen die wil mag handel drijven - Uitzonderingen: * Onverenigbaarheden = Het is bij wet bepaald dat sommige mensen een functie uitoefenen die niet te combineren is met het handeldrijven: 1) Betrokken bij het gerecht (rechters, advocaten,…) 2) Ambtenaren 3) Hogere officieren van de krijgsmacht Dit is in het belang van algemeen welzijn ! * Verbodsbepaling = beslissingen van rechtbank (niet in wet geschreven) door strafrechtbanken (gesjoemel) of rechtbank van Koophandel (slecht beleid en failliet gegaan) die u verbieden om nog Daden van Koophandel te stellen.
2 Verplichtingen bij het begin van een handelsbedrijvigheid 1. Inschrijven in KBO (Kruispuntbank van Ondernemingen) via aanvragen van een ondernemingsnummer bij een ondernemingsloket (vb. Bij dat van Unizo) Dit vervangt vroegere inschrijving in Handelsregister Ondernemingsloket wordt georganiseerd door maatschappelijke organisatie die een ondernemingsnummer mag toekennen van de overheid 2. Het activeren van de identificatie bij de BTW-administratie (Het aanvragen van nummer gebeurt eveneens door ondernemingsloket) 3. Openen van Financiële rekening zodat je giraal kan betalen 4. Aanvragen van Milieuvergunningen bij gemeentebestuur, indien je bedrijf vervuilend kan zijn. 5. Sociale zekerheid voor Zelfstandigen: aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds en een ziekenfonds. 6. Naleven van het Vestigingsrecht = wat je moet doen om je te mogen vestigen => tal van vergunningen aanvragen 7. Het voeren van een Boekhouding
3
DEEl II Vennootschapsrecht Hoofdstuk I – Algemene Inleiding Afdeling 1: Uitgangspunt: het groeperingrecht 1. Een groepering (of vereniging in de ruime zin) is een juridisch georganiseerd samenwerkingsverband tussen meerdere personen (natuurlijke of rechtspersonen) om vanuit een algemeen oogmerk een (in de statuten te omschrijven welbepaald doel te verwezenlijken. Algemeen oogmerk = concrete doelstelling, bv winst maken door uitbaten van garage. 2. Juridisch fundament van het groeperingsrecht is de grondwettelijke beschermde ‘vrijheid van vereniging’ NB tijdens de periode van het “Verenigd Koninkrijk der Nederlanden” gold voor vennootschappen het systeem van “koninklijke Bewilliging” Koninklijke Bewilliging = Koninklijke toestemming nodig om vennootschap op te richten. 3. Soorten. • Vereniging in de enge zin: Verenigingen zonder winstoogmerk, met ‘Ideël’ doel (zoals VZW’s) •
Vennootschappen met winst(verdelings)oogmerk, met ‘professioneel’ doel.
SCHEMA: Juridisch samenwerkingsverband Groepering Vereniging -> Oogmerk = ideëel Onbaatzuchtig (sport,cultuur)
Met rechtspersoonlijkheid
zonder RP
Vennootschap -> oogmerk = winst maken Baatzuchtig !
met RP
zonder RP
4
Afdeling 2 – De bronnen van het vennootschapsrecht 1. Wetgeving: uit het BW: Verbintenissenrecht met aansprakelijkheidsrect. Specifiek in Wetboek van vennootschappen van 7 mei 1999. 2. De Notariële praktijk (soort gewoonterecht) Bij oprichten moet je statuten opstellen (=spelregels) bij authentieke akte. De notaris doet dit en laat zich inspireren door statuten opgesteld door zijn collega’s. Hierdoor gaat men voor bepaalde vennootschappen die statuten gebruiken. Zodat het een soort recht wordt omdat het gebruikelijk is. 3. De rechtspraak van de Rechtbanken van Koophandel vooral. In geval van betwisting. 4. Europees recht met de Harmonisatierichtlijnen inzake vennootschappen. De overheid van de EU bestaat vooral uit: Europese Raad van ministers, Europese Commissie en Europees Parlement. Zij vaardigen Europese Richtlijnen uit. Dit zijn bevelen gericht aan de Nationale overheden van de lidstaten. Dit om de regels in de lidstaten gelijk te maken (= éénmaking van het recht.) 5. De rechtsleer Afdeling 3 – Het begrip ‘Vennootschap’ = Maatschap = kan worden gedefinieerd als een juridisch georganiseerd samenwerkingsverband tussen twee of meer personen (vennoten of aandeelhouders), die geld, goederen of hun arbeid inbrengen (investeren) met het oogmerk de eventuele winst, die uit hun gezamenlijke beroepsbedrijvigheid resulteert, onder mekaar te verdelen. Soorten Vennootschappen 1. Juridische indeling • Formeel: naar de VORM Je kan kiezen welke vorm je aanneemt De wet regelt: de NV, de BVBA, de Coöperatieve venn. nml.: de CVBA en de CVO(H)A; de Comm VA , gewone Comm V ,de VOF (vennootschap onder firma) en het ESV (economisch samenwerking verband) De landbouwvennootschap => met eigen rechtspraak.. Verder nog: de maatschap, de tijdelijke vennootschap en de stille vennootschap • Materiaal: naar de INHOUD (In de statuten staat de beroepsactiviteit, dat de soort bepaald) * Burgerlijke vennootschap: aangaan van burgerlijke verbintenissen. Meestal opgericht door mensen met vrije beroepen die gaan samenwerken (advocatenbureau, boekhoudkantoor,…) * Handelsvennootschap: aangaan van commerciële verbintenissen. Volgens de statuten oefenen deze 1 of meerdere daden van Koophandel uit. => handelsrecht. Deze kunnen wel eender welke VORM kiezen (vb BVBA, NV,… 5
2 Pedagogische indeling -> onderwijskundig =manier om makkelijker te kunnen werken, staat niet in wet 1. Kapitaalvennootschappen (kapitaal is belangrijk) zoals de NV en Comm VA 2. Personenvennootschappen (Persoonlijke kwaliteiten van vennoten hebben belang) -> vaak weinig vennoten, als 1 persoon overlijdt, komt er een einde aan de vennootschap. VB. VOF en Comm V 3. Mengvormen (Kenmerken van kapitaal en personenvennootschappen) VB. BVBA NB. Er zijn zelfs mengvormen tussen de vennootschap en de vereniging, zoals Coöperatieve vennootschappen. Afdeling 4 – Het vennootschapscontract Vooraf: Aan de basis van elke groepering, en dus ook van elke vennootschapssoort, ligt een overeenkomst tussen de oprichters of de stichtende vennoten of aandeelhouders. (later toe getreden vennoten aanvaarden het contract, het is ook voor hen geldig.) De meeste overeenkomsten worden afgesloten door partijen met tegengestelde belangen; vennootschapsovereenkomsten daarentegen worden aangegaan door vennoten met gelijklopende belangen, vandaar het belang van de uitvoering ter goeder trouw van de vooraf afgesproken taken.(Handelen in belang van vennootschap, enkel voor uitkering van dividenden mogen zij in eigen belang handelen.) Geldigheidsvereisten A Grondvereisten 1. Uit algemeen verbintenisrecht. 1) Vrije toestemming ( partij moet vrij kunnen kiezen om contract af te sluiten.), niet ondermijnd door wilsgebreken: Dwaling, geweld (ook moreel geweld), bedrog 2)
Juridisch bekwame partijen, dwz rechts- en handelingsbekwaam Rechtsbekwaamheid = Kunnen genieten van alle door het recht aangeboden subjectieve rechten Handelingsbekwaam = Bekwaam, de mogelijkheid hebben om zelf alle handelingen te kunnen uitvoeren om van uw subjectieve rechten te kunnen genieten.
3)
Een welbepaald voorwerp = de inhoud van de overeenkomst, rechten en verplichtingen van beide partijen (bij vennootschap -> koppel inbreng aandelen)
4)
Geoorloofde oorzaak = wat is de diepere bedoeling? Wat is het motief? Bij vennootschap -> winst maken ! Alle oorzaken zijn geoorloofd behalve indien ze in strijdt zijn met: * Goede zeden ( = fatsoensregels die door maatschappij algemeen worden aanvaard. 6
* Openbare orde ( =rechtsregels (brokken recht) die fundamenteel zijn voor de goede werking van de maatschappij * Regels van dwingend recht (= regels waarvan je niet mag afwijken) 2. Uit het vennootschapsrecht 1) Pluraliteitsvereisten = aantal vennoten normale regels is minstens 2 vennoten Bij Coöperatieve -> 3 BVBA kan opgericht worden door 1 persoon 2)
Het wezenlijk kenmerk : koppel inbreng / aandelen (*zie onder)
3)
Het winst(verdelings) oogmerk
4)
Verdeelsleutel van wist en verlies -> bij kapitaalvennootschappen volgens de verhouding van het aantal aandelen dat je bezit -> Bij personenvennootschappen kan er een andere verdeelsleutel zijn.
* Koppel inbreng / aandelen inbreng = vermogensbestanddeel reëel en definitief ter beschikking stellen van een vennootschap om vennootschapsdoel te realiseren
Welke inbreng is mogelijk: - geld - inbreng in natura (= goederen) - NPTA ( Nog te presteren arbeid, toekomstige) -> enkel in personenvennootschappen, niet in kapitaalvennootschappen
7
In ruil krijg je aandelen: Inhoud: Lidmaatschapsrechten: Vermogensrechten:
-
recht om deel te nemen aan Algemene vergadering voor aandeelhouders /vennoten Meestal stemrecht op algemene vergadering Recht op jaarlijks dividend Liquiditeitssaldo = bij opdoeken wordt alles verkocht. Eerst worden alle schulden hiermee betaald, het overblijvende wordt uitgekeerd aan de personen die op dat moment aandeelhouder zijn.
Vorm: Aandelen op naam : ingeschreven in register van ‘houders van aandelen op naam’. Aandelen aan toonder: anoniem + gemakkelijk verhandelbaar Elektronische aard: bewijzen dat je ze hebt doordat je een boeking moet doen op rekening bij bank OPM: Koppel inbreng / aandelen is kenmerkend bij vennootschapsovereenkomst. !
B Vormvereisten 1) een daartoe opgesteld bijzonder geschrift (authentieke of onderhandse akte) authentieke = opgesteld door notaris onderhandse = opgesteld door gewone burgers 2) Meestal openbaarmaking via neerlegging van een kopie van de akte (de uitgifte) en van een uittreksel (een samenvatting) bij de Griffie en bekendmaking in de Bijlagen van een Belgisch Staatsblad OPM: Indien geldigheidsvereisten niet werden nageleefd, is de vennootschap niet geldig
8
Hoofdstuk II – De techniek (werkinstrument) van de rechtspersoonlijkheid 1 Begripomschrijving en definitie: Uitgangspunt: In een modern rechtssysteem wordt de rechtspersoon als een volwaardig rechtssubject beschouwd, naast de natuurlijke persoon Rechtssubject = aan het recht onderworpen en beschermd door het recht Definitie !!!! - organisatie van natuurlijke personen en /of goederen - die door recht van een bepaald land of supra – nationale gemeenschap behandeld wordt als zelfstandig en autonome eenheid - een subject van rechten en plichten (recht om eigendommen te verwerven, recht om contracten af te sluiten, naar rechtbank gaan en processen voeren, en kan voor rechtbank worden gedaagd, net alsof het een natuurlijke persoon zou zijn. => vennootschap is juridisch gezien 1 geheel. 2 De juridische bekwaamheid van de rechtspersoon - onderscheid: rechtsbekwaamheid / handelingsbekwaamheid - Rechtsbekwaamheid: Normaal is de rechtspersoon volledig rechtsbekwaam. UITZ: 1 ) In familierecht: Kan vb geen huwelijkscontract afsluiten, want is niet bekwaam van natura. 2) Vereniging -> geen handel want geen winst Vennootschap -> geen giften, want winst - Handelingsbekwaamheid: Door het optreden van organen (burgers) 3 De organen van de rechtspersoon definitie: De organen waarover de rechtspersoon beschikt bestaan uit de natuurlijke persoon of uit het college van natuurlijke personen (dwz de collegiale organen), die in de juridische organisatie van de rechtspersoon een bij de wet geregelde functie vervullen en die voor de rechtspersoon beslissingen nemen en rechtshandelingen verrichten, die de rechtspersoon als zodanig rechtens binden, en niet de persoon die optreed. Organisatiestructuur van de rechtspersoon
9
4 De eigenschappen van een rechtspersoon A De eigen identiteit Waarom is identificatie van rechtspersoon nodig? -> Om te weten met wie je contracten afsluit, wie je schuldeiser/schuldenaar is. Waar overheid de belastingen moet innen,… 1. Naam rechtspersoon * Keuze van de vennootschapsnaam: - firmanaam : vb Janssens NV - fantasienaam: vb Lierse Vlaaikes NV OPM: Je moet altijd de vennootschapssoort erbij vermelden * De bescherming van de gekozen benaming: Je naam wordt beschermd, maar je mag ook geen naam kiezen die hetzelfde of bijna hetzelfde is als een naam van de concurrent. Dit ter bescherming van de consument en de concurrent. VB: Sunair bestaat al. Funair wordt opgericht met zelfde activiteit. Mensen denken dat het hetzelfde is. Sunair lijdt hieronder en stapt naar rechter. De rechter kan Funair opleggen om haar naam te wijzigen Vordering = Middel om burger te beschermen indien zijn belangen worden bedreigd. De vorderingen liggen bij wet vast en er kunnen er geen worden bijgemaakt. > De vordering tot naamswijziging: Je kan naar Rechtbank van Koophandel gaan en een naamsverandering van de andere partij vragen + eventuele schadevergoeding. > De vordering tot staken. 2. De zetel van rechtspersoon Zetel is de plaats/adres waar de rechtspersoon aanwezig is en bereikbaar moet zijn voor zijn schuldeisers. - Statutaire zetel = Het adres genoteerd in de statuten - Werkelijke/feitelijke zetel = Het adres vanwaar het bedrijf werkelijk wordt beleid. Vb: Kredietbank heeft hoofdzetel in Antwerpen. Maar Verhuist met kantoren en algemene vergadering naar Brussel. Op folders staat ook altijd adres in Brussel. Een klant die ontevreden is over iets, stuurt dagvaardingen op naar dat adres. KB doet of ze die niet heeft gehad omdat ze zegt, dat ze naar het hoofdadres in Antw. moeten worden gestuurd. Rechter gaf klant gelijk, omdat KB doet alsof de hoofdzetel in Brussel is.
10
3. Nationaliteit van rechtspersoon Moet men weten voor de fiscale zaken, vb in welk land belasting betalen,… Hoe wordt de nationaliteit bepaald? - Natuurlijk persoon: -> door geboorte, nationaliteit van ouders, waar je ook geboren bent. -> immigratielanden: plaats waar je geboren bent, vb Je wordt geboren in Amerika , dan krijg je Amerikaanse nationaliteit. - Voor vennootschap: Dit wordt bepaald door de plaats van de zetel. In 1e plaats statutaire zetel, in 2e plaats de werkelijke zetel. Indien werkelijke zetel in een ander land is, dan krijg je de nationaliteit van plaats waar de werkelijke zetel is en betaal je daar de belastingen. 4. De eigen bedrijvigheid van rechtspersoon Dient te worden omschreven in het statutair doel
B Het eigen vermogen van de rechtspersoon Definitie het is het geheel van goederen waarover een rechtssubject beschikt. Maatschappelijk vermogen: het is een economische werkelijkheid. Het is de uitsluitende eigendom van de vennootschap of vereniging, de vennoten zijn niet de mede-eigenaars van die goederen. Dat vermogen verandert voortdurend, naargelang de economische bedrijvigheid. Maatschappelijk kapitaal: het is een juridische en boekhoudkundige techniek, geen werkelijkheid. Het is de schatting in een geldbedrag van alle bij de oprichtende toegezegde inbrengen (moet er vroeg of laat komen, maar nog niet bij oprichting). Dit bedrag wordt in de statuten als statutair maatschappelijk kapitaal vastgesteld. Dit bedrag kan enkel worden gewijzigd via de procedures van statutenwijziging. 5. De gradaties in de rechtspersoonlijkheid Bij volkomen rechtspersonen is er een volledige scheiding tussen het eigen – maatschappelijke vermogen van de vennootschap en het eigen –privé- vermogen van de vennoten of aandeelhouders, die genieten van de beperking van hun aansprakelijkheid tot hun inbreng Bij on-volkomen rechtspersonen is er weliswaar een onderscheid tussen het maatschappelijk vermogen en het privé vermogen, maar geen radicale scheiding. De vennoten zijn immers onbeperkt en eventueel hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van hun vennootschap. Schematische voorstelling:
11
Hoofdstuk 3: De Naamloze Vennootschap Afdeling 1: de aard en de kenmerken van de vennootschap Definitie: De NV is de vennootschap waarvan het maatschappelijk kapitaal verdeeld is in aandelen, waarin de aansprakelijkheid van de aandeelhouders beperkt blijft tot hun inbreng, en waarvan de aandelen vrij overdraagbaar en verhandelbaar zijn. Verhandelbaar = je kan kopen en verkopen op de beurs Manieren van overdracht van aandelen. 1. Aandelen verkopen 2. schenken 3. ruilen tegen andere aandelen 4. Inbreng in andere vennootschap, zodat deze vennootschap aandelen bekomt van ander bedrijf en jij aandelen van deze firma. Kenmerken: -De NV is een volkomen rechtspersoon - De NV is een ware kapitaalvennootschap - De NV kan een publiek (aan het grote publiek) beroep doen op de kapitaalmarkt via de openbare emissie van effecten. Kapitaalmarkt = geheel van iedereen die wil beleggen in aandelen Afdeling 2: De oprichting van de vennootschap - Minstens 2 geldig verbonden oprichters (dwz de oorspronkelijke aandeelhouders) Indien 1 aandeelhouder niet voldoet aan geldigheidsvoorwaarden, wordt NV nietig verklaard. - Vereisten aangaande het Maatschappelijk Kapitaal 1 Begrip M.K. in het algemeen A. Maatschappelijk vermogen: = De totataliteit van het vermogen van de vennootschap en van de door haar gevoerde onderneming Kenmerk: economische werkelijkheid (+ of -) Functie: enige, maar werkelijke waarborg voor de schuldeisers B. Maatschappelijk Kapitaal = De schatting in een geldbedrag van alle bij de oprichting toegezegde inbrengen. Dit bedrag moet in de statuten worden vastgelegd als het statutair kapitaal. Kenmerk: Juridische en boekhoudkundige techniek (dwz werkinstrument) Functie: Maatstaf als minimumpeil, benedengrens waaraan NV gedurende bestaan van de vennootschap aan zou moeten voldoen en als zodanig minimumwaarborg voor de schuldeisers.
12
2. De wettelijke bepalingen aangaande het M.K. in de NV * Wettelijk minimumkapitaal van 61 500 EUR. Moet volledig geplaatst zijn en volgestort Volledig geplaatst = alle aandelen moeten zijn geplaatst bij aandeelhouders. * Inbrengen en de controleprocedures: - Bankarrest: Vereiste sommen moeten op voorhand worden gestort op een geblokkeerde rekening. Geopend op naam van ongeboren vennootschap. Als geld er is, krijg je van bankdirecteur bankarrest waarmee je naar notaris kan gaan. -> oprichting lukt => geld naar vennootschap -> opr. Mislukt => geld terug naar investeerders. - Inbreng in natura: controleverslagen van Bedrijfsrevisor en oprichters: externe experts moet controleverslag schrijven van hoeveel alles waard is. OPM: Inbreng in natura is niet mogelijk, omdat het niet openbaar kan worden verkocht * De eis van een (bedrijfseconomisch) toerekenend startkapitaal, te verantwoorden in een financieel plan en gesanctioneerd via de oprichtersaansprakelijkheid in geval van kennelijk ontoereikend startkapitaal als oorzaak van vroegtijdig faillissement. Financieel plan = raming van kosten en opbrengsten die gedurende 2 volgende jaren plaats zullen vinden Wanneer onderneming binnen 3 jaar failliet gaat en rechtbank oordeelt dat startkapitaal niet goed was, worden oprichters met hun privé kapitaal aansprakelijk gesteld.
B De vormvereisten 1. De oprichtingsakte moet opgesteld worden bij de notaris door een authentieke akte. Als dit niet gebeurt kan de vennootschap nietig worden verklaard. 2. Openbaarmakingformaliteiten. De expeditie van de notariële akte en een uittreksel hieruit moeten worden neergelegd bij de griffie van de Rechtbank van koophandel. De griffie zorgt voor de publicatie in bijlagen van Belgisch Staatsblad Want buitenwereld moet weten dat er een nieuwe rechtspersoon is. Expeditie = Kopie (uitgifte van kopie, want origineel blijft bij de notaris.) Uittreksel = Samenvatting. Afdeling 3: De door de NV uitgegeven effecten ( financiële instrumenten met bedoeling geld in kas te krijgen. A Aandelen = Aandelen zijn titels (= bewijsinstrument) door de vennootschap uitgegeven als tegenprestatie voor de inbreng.
13
Indeling in soorten volgens de vorm van de titel. Aandelen: • Op naam (= registeraandelen) Elke aandeelhouder heeft een blad in een register dat wordt bijgehouden door de NV. In dat register staat informatie over de aandeelhouder. Alle aandelen moeten op naam blijven tot ze volgestort zijn. • Aan toonder (= waardepapieren) Zijn makkelijk verhandelbaar en overdraagbaar. Waardepapieren= gedrukte documenten, waarmee rechten van de houder worden overgedragen. Mantel: Gegevens van de vennootschap, volgnummer, handtekening van twee bestuurders, MAAR geen naam van de houder ! Op de rugzijde: statutaire gegevens over de algemene vergadering. Couponblad: Rechthoekjes, worden jaarlijks uitgeknipt om de dividenden te innen. => Geliefd bij de bevolking omwille van de anonimiteit, wie coupons heeft, wordt geacht rechtmatige eigenaar te zijn. • Gedematerialiseerd ( = elektronische aandelen) De aandeelhouder bewijst zijn aandeelhoudersschap met een boeking op een financiële rekening bij een bank. Voordeel: Transport van waardepapieren verminderd, waardoor er minder overvallen zijn. + Overdragen van aandelen wordt gemakkelijk. Indeling in soorten volgens de inhoud • Gewone kapitaalaandelen. = bewijsinstrumenten waarmee men rechten van aandeelhouder bewijst. • Preferente of bevoorrechte aandelen. = aandelen die voorkeursbehandeling geven aan houder ervan. Houder heeft recht op hoger dividend dan bij gewone kapitaalaandelen. Worden uitgegeven bij kapitaalsverhoging. • Aandelen zonder stemrecht Aandelen waarbij je geen stemrecht geniet op Algemene Vergadering. Er mag slechts 1/3 van alle aandelen zijn zonder stemrecht. Waarom willen mensen dit? => Het stemrecht interesseert hen niet, omdat ze toch geen macht kunnen uitoefenen, ze willen enkel een bellegging doen. En het geeft een groter dividend dan bij gewone kapitaalaandelen. • Genotsaandelen bij kapitaalaflossing (= de bewijzen van deelgerechtigheid) => Bij sommige aandelen worden de totaliteit van de inbreng terug betaald. Aandeelhouder zal zijn aandelen moeten inleveren. Hierdoor krijgt aandeelhouder een 14
genotsaandeel. Dit geeft houder wel minder rechten (dividend) Wie zijn aandelen worden terugbetaald, wordt gekozen door loting. • De aandelen zijn met of zonder vermelding van waarde. Meestal heeft elk aandeel een waarde, maar men kan aandeel uitgeven met vermelding van waarde of zonder. Elk aandeel is dan een fractie waard van het geheel. Je moet zelf de berekening doen. Worden uitgegeven opdat men bij een kapitaalsverhoging niet telkens nieuwe papieren zou moeten uitgeven. • Bonusaandelen Worden eventueel uitgereikt bij een kapitaalsverhoging.
Het statuut van de aandeelhouder (dwz zijn rechten en plichten in de NV) zie reeds eerder, het vennootschapscontract. Rechten: - lidmaatschapsrechten = Recht om deel te nemen aan Algemene Vergadering + meestal ook stemrecht. - Vermogensrechten: - Recht op winstuitkering - Zowel jaarlijkse dividenden als eventuele tussentijdse dividenden. tussentijdse dividenden = voorschotten op dividenden worden uitgekeerd tussen 2 jaarvergaderingen. Enkel mogelijk als dit omschreven is in de statuten. Als er teveel voorschotten worden uitgekeerd zijn de bestuurders aansprakelijk. - Recht op vereffeningsssaldo Plichten - Vermogensplichten: volstortingsplicht aangaande de toegezegde inbrengen. OPM: Volstorting stopt niet bij faillissement. - Lidmaatschapsplichten:
Uitvoering van de vennootschapsovereenkomst “ter goeder trouw” dwz. beslissingen nemen in het belang van de vennootschap en de door haar gevoerde onderneming.
Overdracht van aandelen 1. De procedure van overdracht => dit hangt af van de vorm van de titel. op naam: door verklaring van overdracht in het register aan toonder: louter overhandiging elektronische: overschrijving van de effecten van ene naar andere rekening. => allemaal vrij overdraagbaar, je hebt geen toestemming van iemand nodig.
15
2 Mogelijkheden van overdracht. -> vrije overdracht, geen toestemming nodig. -> BEPERKINGEN A overdracht wordt onvrij door statuten - Statutaire goedkeuringsclausules: Aandelen zijn slechts overdraagbaar na goedkeuring van de nieuwe aandeelhouder door de bestuursleden. Clausules van voorkoop: Men moet eerst de aandelen aanbieden aan de bestaande aandeelhouders, daarna kan men pas verkopen aan anderen. -
dit is omdat men niet aan concurrenten zou verkopen zonder dat de bestuurders dit weten.
B Aandeelhoudersovereenkomsten = cyndicataire overeenkomsten = overeenkomst tussen de 2 of 3 sterke aandeelhouders om hun macht te behouden. => - Conventionele (afgesproken) beperkingen op de vrije overdraagbaarheid (zelfde als in A) - Stemafspraken: spreken af dat ze dezelfde stem zullen uitspreken op de algemene vergadering. VB: NV x geeft 100 aandelen uit. Je hebt drie grote groepen A B en C die ieders 13 aandelen bezitten (39), de rest is in handen van kleine beleggers (61) Op de Algemene vergadering zijn ABC aanwezig en 21 kleine beleggers = 60 40 Kleine beleggers komen niet. => De 3 grote groepen hebben dus sowieso de meerderheid, want het zijn de aanwezigen die hun stem mogen uitbrengen. 39> 60/2 (meerderheid)
16
winstbewijzen = winstbewijzen zijn titels door de vennootschap uitgegeven als tegenprestatie voor ‘iets anders’ dan inbreng Iets anders = diensten, prestaties die je doet voor de firma ( meestal zijn deze het vervullen van formaliteiten bij oprichting) Vorm: Op naam, aan toonder en elektronische voorbeelden: • Oprichtersaandelen= winstbewijzen aan oprichters als vergoeding voor hun prestatie bij oprichting. • Personeelsaandelen= winstbewijzen voor vb overwerk. Ondernemingen verkiezen dit boven de werknemer een hoger loon te geven. Dit is voor het bedrijf goedkoper omdat ze geen sociale lasten moeten betalen. Bij loonsverhoging moet je sowieso meer betalen, bij winstbewijzen enkel indien er winst is.
17
Afdeling 4 – de leiding van de nv en van de door haar gevoerde onderneming Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid zijn volledig handelingsbekwaam via hun organen. Als orgaan van de vennootschap is de Raad van Bestuur verantwoordelijk voor de leiding van NV. Die opdracht houdt een dubbele taak in: het intern bestuur en de vertegenwoordiging naar buiten. A Persoonlijk statuut van de bestuurders ( rechten en verplichtingen binnen onderneming) Benoeming - Bestuurders worden benoemd door de Algemene Vergadering. Minstens 3 bestuurders. - Voor een periode van 6 jaar - Iedere persoon die handelingsbekwaam is kan benoemd worden. UITZ: (zoals bij handelingsbekwaam) - Onverenigbaarheden - verbodsbepalingen => Algemene vergadering kan vrij bestuurders kiezen, soms wel beperkingen in de statuten (vb leeftijdsbeperkingen) Ambtsbeëindiging - In principe na 6 jaar, maar zijn hernoembaar - Kunnen op gelijk welk moment worden afgezet door Algemene Vergadering zonder schadevergoeding en opzegtermijn - Bestuurder kan ook op elk moment ontslag indienen, zonder vergoeding of motief. Openbaarmaking Buitenwereld moet weten door wie er bestuurd wordt. Notulen met lijst van bestuurders van Algemene Vergadering worden neergelegd bij de griffie. Griffie publiceert lijst van bestuurders + hun bevoegdheden in bijlagen van Belgisch Staatsblad Bezoldiging 1) Vaste vergoeding maandelijks of jaarlijks 2) Presentiegelden = geld dat ze krijgen voor elke bestuursvergadering 3) Tantièmes= deel van winst, om bestuurders aan te zetten om goed te werken. Sociaal statuut Ze moeten zich zelf aansluiten bij de kassen (ziekteverzekering,…)
18
B De werking van de Raad van Bestuur 1 Het basisprincipe van de Collegialiteit = Orgaan dat bestaat uit meerdere personen, minstens twee. De regels die gelden voor ELK college. Hoe worden besluiten genomen in College?: => Het zijn altijd meerderheidsbesluiten die ter vergadering worden genomen na beraadslaging en stemming GEEN: - Individuele besluiten - Unanieme besluiten = iedereen akkoord OPM: je kan in de statuten de unanimiteit bedingen, maar dit is niet aan te raden, want er is altijd wel 1 iemand die niet akkoord is. Bij collegialiteit is er wel taakverdeling. => Bestuurders gaan de taken onderling verdelen (verantwoordelijk voor personeel, boekhouding, productie,…) De verantwoordelijke bereidt de beslissing voor en voert de genomen beslissingen van de Raad van Bestuur uit. Hij neemt de beslissing niet alleen. 2 Vergaderingsregels 1) Voorzitter: - zorgt voor oproeping van de leden - Heeft politierecht, moet voor ordelijkheid en tuchtvol verloop van de vergadering zorgen. De Raad van Bestuur kiest de voorzitter (er kan in de statuten staan dat de Algemene Vergadering voorzitter kiest.) 2) Elke vergadering via schriftelijke oproeping meegedeeld en daarbij moet de agenda zitten. => Geen besluiten nemen die niet op de agenda staan vermeld, anders kan het nietig worden verklaard. De agendapunten moeten worden vermeld zodat de bestuurders zich kunnen voorbereiden. 3) Aanwezigheidsquorum => op vergadering moet minstens de helft + 1 aanwezig zijn. 4) Beraadslaging + stemming => Beraadslaging is verplicht alvorens te stemmen Stemming: de meerderheid beslist. 5) Notule is verplicht = schriftelijk verslag van de vergadering.
19
Hoe wordt stemuitslag geïnterpreteerd? vb. Raad van Bestuur van NV x -> 9 leden Op de vergadering van 10/10/05 Agendapunt 4: Grond kopen, Ja of Nee? 3-> Ja
2 -> Neen
3 -> onthouding
-Regels van de ‘gewone meerderheid’ => Meerderheid berekent op de uitgebrachte Ja en Neen stemmen. Met de onthoudingen wordt geen rekening gehouden. - Regels van de ‘Bijzondere meerderheid’ => Stemuitslag berekent op het aantal aanwezigen. Onthoudingen worden als het ware bij de Neen stemmen geteld. (in dit geval zouden er dus 5 Ja stemmen moeten zijn) -
Welke regel men gebruikt kan men vastleggen in de statuten, doet men dit niet dan is het de gewone meerderheid.
Stel: 4 -> Ja 4 -> Neen Standaard is het voorstel dan verworpen. MAAR: Statuten kunnen in zo een geval de voorzitter een tweede stem geven. C Bevoegdheden van de Raad van Bestuur 1 Interne bestuursbevoegdheid via collegiale besluiten Taak = Alle beslissingen, voorzieningen nemen om het doel van de onderneming te verwezenlijken. A Omvang principieel allesomvattend en zelfstandig = niets valt buiten hun bevoegdheid. Raad van Bestuur werkt los van de AVA MAAR: Wettelijk beperkt via de wettelijke bevoegdheden van de AVA en statutair verder beperkbaar via kwantitatieve of kwalitatieve beperkingen. Bevoegdheden van de AVA:
- Winstverdeling - Benoeming leden van andere organen - Wijzigen van de statuten
Kwantitatieve: Voor zaken (vb aankopen) waarvan het bedrag hoger is dan … € is de AVA bevoegd. Kwalitatieve: Voor bepaalde zaken (bij naam genoemd) is de AVA bevoegd. BV alles wat met onroerende goederen te maken heeft. B Uitoefening Uitoefening gebeurd altijd via collegiale besluiten.
20
EXTRA De techniek van de vertegenwoordiging bij het aangaan van verbintenissen voor anderen. 1 Begripsomschrijving = Gewoonlijk gaat een rechtssubject (= persoon) verbintenissen aan voor zichzelf: overeenkomsten worden alsdan afgesloten en verbintenissen aangegaan voor eigen rekening en in eigen naam. Bij vertegenwoordiging zal een vertegenwoordiger overeenkomsten afsluiten en verbintenissen aangaan voor iemand anders, dwz voor rekening van iemand anders, de vertegenwoordigde. Bij vertegenwoordiging worden maw. de rechtsgevolgen van het optreden van de vertegenwoordiger toegerekend aan de vertegenwoordigde en diens vermogen. Definitie: Vertegenwoordiging betekent altijd dat een persoon, de vertegenwoordiger (= tussenpersoon), de rechtshandelingen verricht en verbintenissen aangaat voor rekening van een ander persoon, de vertegenwoordigde (=opdrachtgever) 2 Gradaties in de vertegenwoordiging A Eigenlijke of de volkomen vertegenwoordiging dwz de rechtstreekse
vertegenwoordiging. = de vertegenwoordiger gaat verbintenissen aan voor rekening en in naam van de vertegenwoordigde, zodanig dat de vertegenwoordigde rechtstreeks verbonden wordt ten overstaan van de derde, de wederpartij. Schematische voorstelling: Principaal = vertegenwoordigde Interne relatie
Agent = vertegenwoordiger
Soorten:
Koop-verkoopovereenkomst
Derde
- De wettelijke vertegenwoordiging - De conventionele vertegenwoordiging (op grond van lastgeving) - De organieke vertegenwoordiging. (dwz van rechtspersonen door hun organen)
21
Wettelijke vertegenwoordiging = bij wet geregeld (vb ouders en voogd zijn vertegenwoordigers van het minderjarig kind) VB. Jef is minderjarig en krijgt van grootouders een huis => er moet een schenkingscontract worden opgesteld bij de notaris. Met handtekening van de beide partijen. De ouders van Jef zullen moeten tekenen in naam van Jef. Ouders staan ook in voor het onderhoud van de goederen van JEF en dus ook huis. Als Jef overlijdt, gaat het naar zijn erfgenamen. Conventionele vertegenwoordiging. Op grond van lastgeving Lastgeving: = is een overeenkomst waarbij een persoon, de lastgever (vertegenwoordigde) aan een ander persoon, de lasthebber (vertegenwoordiger), de bevoegdheid (of de macht) verleent om zijn vermogen te besturen en om hem te vertegenwoordigen, dwz om in zijn naam en voor zijn rekening overeenkomsten af te sluiten met derden, de wederpartijen van de lastgever. bewijs: tot bewijs van deze overeenkomst en van de eventuele (omvang van) vertegenwoordigingsbevoegdheid van de lasthebber wordt er een volmacht opgesteld. Volmacht = schriftelijk en zal aantal beperkingen inhouden (vb verkopen van huis niet toegestaan) Lastgeving wordt gebruikt als je bv lang op reis of ziek bent… Als lasthebber de opdracht niet goed uitvoert, zal hij aansprakelijk zijn.
Organieke vertegenwoordiging = vertegenwoordiging van rechtspersoon door zijn organen B De eigenlijke of onvolkomen vertegenwoordiging, dwz Rechtstreekse
vertegenwoordiging = De tussenpersoon sluit overeenkomst af en gaat verbintenissen aan weliswaar voor rekening van de opdrachtgever, maar in eigen naam. Zodat de opdrachtgever in de regel slecht onrechtstreeks verbonden wordt ten overstaan van de wederpartij
Schematische voorstelling Principaal
Agent
koop-verkoopovereenkomst
Derde
22
2 De externe vertegenwoordiging jegens derden en in rechte als eiser of verweerder Vooraf: De techniek van de rechtspersoonlijkheid impliceert de techniek van vertegenwoordiging. Vertegenwoordigers zijn personen die optreden en rechtshandelingen verrichten voor rekening en in naam van hun opdrachtgevers, zowel natuurlijke personen als rechtspersonen. Vertegenwoordigers zijn meestal lasthebbers. Zo ook bestuurders van vennootschappen. A De omvang van de vertegenwoordigheidsbevoegdheid principieel allesomvattend, dwz alle mogelijke verrichtingen en rechtshandelingen en wettelijk onbeperkt, en statutair onbeperkbaar => onbeperkte bevoegdheidsmacht vertegenwoordigde = NV vertegenwoordiger = bestuurders derden: leveranciers, klanten, personeel, overheid, finan instellingen…. B De uitoefening De leden van de raad van bestuur vertegenwoordigen de NV: - ofwel Collegiaal = alle bestuurders samen - ofwel op grond van meerhandtekeningsclausules = clausule in de statuten waardoor grote bedrijven kunnen vertegenwoordigd worden door een beperkt aantal bestuurders ipv allemaal tezamen. Voorwaarden van meerderhandt.: - moet in de statuten staan vermeld - openbaarmaking in Belgisch Staatsblad van benoemingsbesluit AVA = notulen waarin de lijst van aandeelhouders staat VB van clausule in een statuut van NV. Onverminderd de algemene vertegenwoordigings bevoegdheid van Raad van Bestuur als college, wordt de vennootschap ten aanzien van derde en in recht rechtsgeldig vertegenwoordigd en verbonden door 2 bestuurders die gezamenlijk optreden. VB NV X A = voorzitter -> vertegenwoordigd alleen (dit moet dan ook in statuten staan) B-> vertegenwoordigd met C => kunnen samen de vennootschap binden zoals in het C-> vertegenwoordigd met B VB D-> enkel als college (= alleen samen met de andere) E -> samen met Y (met iemand van directiecomité) OPM: Clausule moet in de statuten staan, anders altijd in college
23
D Het directiecomité vooraf: directiecomité is een facultatief orgaan in de NV Samenstelling Directiecomité bestaat uit meerdere personen, al dan niet bestuurders; hun persoonlijk statuut wordt statutair vastgelegd. Het zijn de belangrijkste kaderleden van de afdelingen die erin komen. Bevoegdheden A Bestuursbevoegdheid De raad van bestuur kan zijn bestuursbevoegdheden geheel of gedeeltelijk overdragen aan het directiecomité. UITZ. -
bepalen van het algemeen beleid van de vennootschap besluiten die de Raad van Bestuur volgens de wet zelf moet nemen. -
Raad van bestuur houdt toezicht + directiecomité moet rapporteren aan RVB
B Vertegenwoordigingsbevoegdheid De leden van het directiecomité vertegenwoordigen de NV evenals de leden van de Raad van Bestuur, dwz als college of op grond van een statutaire meerhandtekeningsclausule. A = voorzitter van RVB of DC Y samen met E (met bestuurder van RVB) X-> vertegenwoordigd met Z Meerhandtekeningsclausule Z-> vertegenwoordigd met X
Meestal deze clausule: Bestuurder uit RVB samen met Directiecomité lid. Bestuurder dient om te besturen en de directeur heeft de nodige kennis. Wie bepaalt of eer een directiecomité komt? -> Algemene vergadering -> Raad van bestuur. Nota 1 De statutaire meerhandtekeningsclausule De techniek van de meerhandtekeningsclausules heeft tot praktisch doel ervoor te zorgen dat de volledige macht om de vennootschap rechtsgeldig te vertegenwoordigen en verbinden, niet alleen toekomt aan de RVB en aan het Directiecomité als colleges, maar bovendien – op grond van een daartoe strekkende statutaire bepaling – aan een beperkt aantal leden van de RVB en/of beperkt aantal leden van directiecomité, die alleen of gezamenlijk optreden. Hun identiteit en bevoegdheid moeten uiteraard worden openbaargemaakt. In de praktijk gaat het meestal om tweehandtekeningsclausules. (zie vb’en) Nota 2 De verhouding tussen intern bestuurslid en extern vertegenwoordigingsoptreden. Bestuurbesluiten worden altijd collegiaal genomen (en niet door afzonderlijke leden van het college). Om de hierboven aangeduide praktische reden, kunnen die besluiten ten overstaan van derden en in rechte uitgevoerd worden door een beperkt aantal personen die als vertegenwoordigingsorgaan optreden.
24
E Het orgaan van dagelijks bestuur. In kleine organen vind je dit ipv het Directiecomité. Het moet niet, maar mag. 1) Benoeming van een of meerdere personen: statutair te regelen. 2) Bevoegdheden: beperkte bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging van de NV, maar binnen de grenzen van het dagelijks bestuur. De praktische afbakening gebeurt in functie van de grootte en van de statutaire economische bedrijvigheid van de door de vennootschap gevoerde onderneming. Soms is de grens vaag en dan zal de rechtbank moeten beslissen of het dagelijks bestuur al dan niet bevoegd was voor die zaak. -
uitvoering van beslissingen van de RVB Lopende zaken afhandelen (facturen, post,…) Personeelsbeleid in grote ondernemingen.
-
Voeren van processen, tenzij dit dagelijkse kost is (bv bij verzekeringsmaatschappijen.) Aangaan van belangrijke leningen.
NIET:
-
F Vertegenwoordiging van de vennootschap krachtens lastgeving en volmacht De vennootschap kan ook vertegenwoordigd worden anders dan door haar organen. De raad van bestuur en/of directiecomité kunnen namelijk aan andere personen de taak toevertrouwen de vennootschap als lasthebber en gevolmachtigden te vertegenwoordigen. Zo: eigen personeelsleden-bedienden en externe handelstussenpersonen.
25
Afdeling 5 De algemene vergadering van aandeelhouders. Vooraf: De RVB is feitelijk het belangrijkste (beleids)orgaan van de NV AVA is juridisch het belangrijkste orgaan met de hoogste zeggenschap in de NV. A de ‘Gewone algemene vergadering’ Vergaderingsregels - Oproeping en agenda: op naam: Zij krijgen een brief aan toonder: Door een publicatie in het Belgisch staatsblad + kranten Toelatingsformaliteiten en depotclausule = Voor de vergadering zullen zij hun aandelen in bewaring moeten geven bij een financiële instelling. Zij krijgen een bewijs die ze kunnen opsturen naar het bedrijf zodat het bedrijf weet wie er komt en hoeveel stemmen je hebt. Elektronische: worden ook uitgenodigd, men weet wie er heeft doordat je geld moest storten op een rekening bij financiële instelling. - Aanwezigheidslijst: een lijst opmaken in het begin van de vergadering van de aanwezige aandeelhouders en hoeveel stemmen ze mag gebruiken. - Verloop: * Jaarverslag over werking, finan situatie van de onderneming => altijd rooskleurig voorstellen * Controleverslag (= wordt finan situatie enzo goed voorgesteld?) * Vragenuurtje voor de aanwezige * Agenda wordt behandeld * stemming: = volgens de “gewone meerderheid” - elke aandeelhouder kan persoonlijk stemmen - Bij volmacht: lasthebber aanduiden die voor u stemt => vaak staat in statuten dat je enkel volmacht kan geven aan andere aandeelhouder of iemand uit Raad van Bestuur - als statuten het toelaten kan je in uitzonderlijke omstandigheden ook stemmen per brief. * notulen Jaarlijkse bevoegdheden -winstbestemming -goedkeuring van de jaarrekening en kwijting bij afzonderlijke stemming. => kwijting of decharge = bestuurders worden bevrijdt van aansprakelijkheid - benoeming van nieuwe leden OPM : Tussentijdse gewone algemene vergaderingen kunnen zo nodig worden georganiseerd.
26
B ‘ Buitengewone algemene vergadering’ Bijzondere vergaderingregels: - wet eist dat agenda nauwkeurig wordt meegedeeld => teksten die in statuten zouden moeten komen moeten worden meegedeeld - Minstens de helft van de aandelen moet aanwezig zijn. => anders een tweede vergadering waarbij het aanwezigheidsquorum niet geldt. - Beslissingen genomen bij ‘bijzondere meerderheid’ en ¾ moet voorstel goedkeuren. Bevoegdheid Wijzigen van de statuten C De nietigheid van besluiten van de algemene vergadering. Uitgangspunt: De regels van de collegiale besluitvorming = >Alle collegiale besluiten kunnen vernietigd worden door de rechtbank als er iets niet klopt in de besluiten. Gronden van nietigheid Formele nietigheid: = Schending van de vergaderingregels. vb: beslissingen nemen die niet op de agenda staat. Materiële nietigheid = Overschrijding of misbruik van bevoegdheid Overschrijding = beslissingen genomen over een zaak waarvoor men niet bevoegd was. Misbruik = Misbruik maken van stemrecht VB: - Stemmen in eigen belang ipv belang bedrijf. - Onbekwame directeurs benoemen , familie ofzo. Procedureregels Wanneer iemand nietigheid van een besluit vraagt moet je een dagvaarding richten aan de vennootschap. Je kan nooit bv de Algemene Vergadering dagvaarden, want het is geen rechtssubject.
27
Afdeling 6: Kapitaalverhoging A Kapitaalverhoging 1) Kapitaalverhoging bij wijze van nieuwe inbreng => doel is nieuwe geldmiddelen in te brengen om te investeren a) Kapitaalverhoging via nieuwe inbreng in geld VB MK = 1000 € in 10 aandelen van 100 € kapitaalverhoging MK = 2000 € in 10 aandelen van 100 € en 10 nieuwe aandelen van 100 € => totaal is twintig aandelen. (mag ook 100 aandelen van tien euro nemen) Verwezenlijking twee fasen : - besluit van de buitengewone AVA - Vaststellingsvergadering door de RVB Beslissing op de AVA: - Bedrag van de verhoging - aantal, waarde en het soort aandeel - uitgifteprijs = prijs waartegen het aandeel wordt verkocht (= waarde aandeel + uitgiftepremie) -
Raad van Bestuur probeert de aandelen te verkopen
Vaststellingsvergadering RVB RVB stelt vast dat het gelukt is om de aandelen te verkopen. Notaris wijzigt de statuten vanaf het geld op een financiële rekening staat en legt neer bij griffie. Deze zorgt op zijn beurt voor publicatie in Bijlagen van Belgisch Staatsblad. Voorkeurrecht van de bestaande aandeelhouders Zij hebben een voorrecht om de aandelen als eerste te kopen met de bedoeling dat zij hun macht in het bedrijf kunnen behouden. Gaan ze erniet opin, dan kunnen nieuwe aandeelhouders ze kopen. OPM AVA kan wel beslissen dat ze afstand doen van dit voorkeurrecht. b) Kapitaalverhoging via nieuwe inbreng in natura. Ofwel kan de eigenaar bv een stuk grond verkopen -> en krijgt hij een éénmalig bedrag. Ofwel kan hij het inbrengen tegen aandelen. Zo kan hij genieten van de intresten. => Dit alles na besluit van de AVA
28
2 Kapitaalverhoging via de incorporatie van reserves Het is een louter boekhoudkundige ingreep (formeel). Het kapitaal wordt groter doordat deel van de uitgekeerde winsten opgeslorpt worden. vb. A
P MK = 4000 reserves = 5000 schuld = 6000
balanstotaal = 15000
A
P MK = 8000 reserves = 1000 schuld = 6000
balanstotaal = 15000
Waarom? MK is een signaal naar de schuldeisers. Als onderneming het goed doet, doet men dit om vertrouwen te winnen + kredietwaardigheid te verkrijgen. OPM Aandeelhouders doen afstand van winst die normaal voor hen was bedoeld. Dus AVA moet akkoord gaan. Lot van bestaande aandelen. Geen nieuwe aandelen: - zonder vermelding van waarde: er moeten geen nieuwe aandelen drukken. Ze stijgen automatisch in waarde. Met vermelding waarde: - techniek van overstempeling - Bonusaandelen = aandelen die aan bestaande aandeelhouders gratis worden uitgereikt om nieuwe kapitaalschijf volledig te dekken OPM= gratis is niet echt gratis, want het is een vergoeding omdat ze afzien van hun winst. 3. Kapitaalverhoging via de techniek van het toegestane kapitaal. Toegestane kapitaal = Het bij de statuten van de NV bepaald bedrag waarmee RVB krachtens deze statutaire machtiging het reeds geplaatste MK in 1 of meerdere malen mag verhogen en dit gedurende een beperkte periode (maximum 5 jaar door wetsbepaling) Bedoeling? Om snel een verhoging door te voeren indien dit nodig is. Anders moet je nog publiceren in kranten, brieven schrijven,… om AVA bijeen te roepen. Bv bij een gunstig moment, als de mensen massaal aandelen kopen door een besluit van de overheid ofzo…
29
B kapitaalvermindering Beginselen Altijd besluit van AVA nodig ! Gelijke behandeling van alle aandeelhouders. 1 Kapitaalvermindering via terugbetaling van de inbreng. => de aandeelhouders zullen een deel van hun aandelen moeten inleveren. op naam: aandelen worden geschrapt in register aan toonder: de aandelen worden vernietigd Maatschappelijk vermogen 1000 Na 1 jaar 800 na 2 jaar 900 Kapitaalvermindering 900
Maatschappelijk kapitaal 1000 1000 1000 800
Zo kan je weer winst uitkeren van 100, want je kan enkel winst uitkeren als vermogen groter is dan kapitaal. b) Bescherming van schuldeisers Na bepaalde tijd zal je over moeten gaan naar vermindering van kapitaal om schuldeisers geen zand in ogen te strooien. Want anders denken ze dat je kapitaal (wat voor hen een dekmantel is) groot genoeg is, maar in werkelijkheid niet is. Welke schuldeisers? De schuldeisers die op moment van vermindering schuldeiser zijn, kunnen bijkomende zekerheiden eisen. (want hun waarborg vermindert). Bijkomende zekerheden: - zakelijke (panden, hypotheek) - Persoonlijke (= borgstelling) - Bankgaranties 2 Kapitaalvermindering via het wegwerken van de verliezen. = Louter een boekhoudkundige ingreep. Kapitaal wordt verlaagd, maar er gaat geen geld weg, want geld was al weg. VB A
P MK = 9000 verlies = (-) 2000 schuld = 8000
balanstotaal = 15000
A
P MK = 7000 reserves = ---schuld = 6000
balanstotaal = 15000
30
Hoe komen verliezen tot stand? - waardeverminderingen van onroerende goederen - schuldeisers die hun schulden niet betalen Gevolgen De balans is in orde en ze kunnen terug genieten van vertrouwen van klanten, leveranciers, beleggers,… Het Accordeonsysteem Als je verlies groter is dan het Kapitaal, mag je verliezen aftrekken van kapitaal. MAAR meteen daarna moet je tot een kapitaalsverhoging overgaan. 3 De aflossing van het kapitaal Dit zijn gelden uit winst -> Bepaalde aandeelhouders krijgen alles terugbetaald (welke dit zijn wordt bepaald door het lot.) In plaats van aandelen krijgen ze genotaandelen.
31
Afdeling 7. De obligatielening -> obligatie dient om gelden binnen te krijgen. A Begripsomschrijving Het is een gezamenlijke geldlening afgesloten door Vennootschap enerzijds en een groep geldschieters anderzijds, obligatiehouders genoemd, die geld willen voorschieten. VB NV X gezamenlijke lening 1 000 000 In obligaties van 10 000 Voorwaarden van uitgifte meedelen van: - omvang van gezamenlijke lening - aantal + waarde obligatie - looptijd - bedrag van de intrest - private uitgifte in beperkte kring of publieke uitgifte. Vorm van de titel - op naam - elektronische - aan toonder B Verschil tussen aandelen en obligaties Titel - Aandelen zijn titels door onderneming uitgekeerd als tegenprestatie voor inbreng - Obligaties zijn titels door onderneming uitgegeven als tegenprestatie voor gedeelte van de gezamenlijke lening door obligatiehouder aan onderneming toegestaan. Rechtspositie van de houder in de vennootschap. - aandeelhouder maakt deel uit van de onderneming, zeggenschap in de AVA en recht op winst. - obligatiehouder maakt geen deel uit van de onderneming, hij is een schuldeiser, heeft onvoorwaardelijk recht op terugbetaling en op uitkering intresten ook als onderneming verlies maakt. AVA versus AVO AVO = Algemene vergadering van Obligatiehouders => ze kunnen de oorspronkelijke voorwaarden wijzigen Houder van obligatie kan instemmen met wijziging of niet. VB latere terugbetalingstermijn. C Beslissingsbevoegdheid tot uitgifte Alle rechtspersonen, zowel privaatrechtelijke als publiekrechterlijke, kunnen van deze techniek gebruik maken. Normaal valt de beslissingsbevoegdheid hieromtrent onder de bevoegdheid van het bestuursorgaan. 32
D. Soorten obligaties • De gewone obligatie • Hypothecaire obligatie: De terugbetaling wordt veilig gesteld door een hypotheek op een onroerend goed van de vennootschap. Aandeelhouders worden hypothecaire schuldeisers. • Obligatie met premie: Terugbetaling wordt bepaald door loting. Bedrag dat de aandeelhouders terug betaald krijgen is iets hoger dan uitgifteprijs (waarde aandeel + premie) Dit is om de obligatie aantrekkelijk te maken. Kan enkel worden uitgegeven na beslissing van de RVB. • Converteerbare obligatie De obligatie kan worden omgezet in aandelen. Zo wordt het kapitaal van de onderneming groter. Er is een besluit van AVA nodig • Obligatie met inschrijvingsrecht of warrant. Aan de obligatie hangt een recht vast dat u toestaat om je in te schrijven op nieuwe aandelen wanneer deze worden uitgegeven. Het is een voorkeursrecht. Hij kan die rechten ook verkopen. Beslissing van AVA nodig • Naakte warranten: = inschrijvingsrecht dat niet vasthangt aan obligatie. De onderneming verkoopt het voorkeursrecht waarmee mensen als eerste de nieuwe aandelen kunnen kopen.
33
Hoofdstuk 3 – De Besloten Vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Afdeling 1 – De aard en kenmerken van de vennootschap Definitie De BVBA is de vennootschap waarvan het maatschappelijk kapitaal verdeeld is in aandelen, waarin de aansprakelijkheid van de vennoten beperkt blijft tot hun inbreng en waarvan de aandelen alleen onder bepaalde voorwaarden kunnen worden overgedragen. => verschil met NV: de aandelen kunnen enkel onder bepaalde voorwaarden worden overgedragen. Kenmerken 1. De BVBA is een volkomen rechtspersoon met beperkte aansprakelijkheid van de vennoten 2. Deze vennootschap is een mengvorm van Kapitaalvennootschap en Personenvennootschap. Kapitaalvennootschap: Er is ook kapitaalbescherming Personenbescherming: Aandelen enkel overdraagbaar onder bepaalde voorwaarden. 3. Het gaat om een Besloten vennootschap: Niet iedereen die wil kan aandelen kopen, enkel deze die worden aanvaard door de vennoten. 4. Kan geen publiek beroep doen op het spaarwezen (geen openbare uitgifte van effecten). 5. Bedoeld voor familiale ondernemingen. Geen vrije overdracht van aandelen, deze blijven in besloten kring Statutaire zaakvoerder= oprichter kan zaakvoerder blijven zolang hij dit wil. Afdeling 2 – De oprichting van de BVBA A Grondvereisten 1. Aantal oprichters: de BVBA kan door één persoon worden opgericht => Van éénmanszaak naar éénpersoonsvennootschap: de E-BVBA 2. Vereisten aangaande het Maatschappelijk Kapitaal a. Het wettelijk minimumkapitaal van 18 550 euro, moet volledig geplaatst zijn en volgestort ten belopen van 6 200 euro. b. De regels aangaande de inbrengen en de controleprocedures zijn dezelfde als in de NV . P13 c. Zulks geldt eveneens voor het financieel plan. P13 B Vormvereisten Deze zijn hetzelfde als bij de NV. P13
34
De E – BVBA alleen de BVBA kan bestaan uit 1 oprichter.
eenmanszaak => als hij failliet gaat, verliest hij zijn totale vermogen. E – BVBA => Als hij failliet gaat verliest hij de handelszaak, niet zijn privé vermogen. De E- BVBA kan meerhoofdig worden als hij dit wil, of als oprichter overlijdt en vennootschap naar de erfgenamen gaat. Waarom kiest iemand voor E – BVBA? - ze willen de vennootschap, maar ze willen de winst niet delen met andere personen. + Ze willen geen bemoeienissen. Ze willen alleen baas zijn.
Afdeling 3 – De effecten van de BVBA 1. Soorten: Aandelen en obligaties, deze effecten zijn op naam; Winstbewijzen, warrants of converteerbare obligaties mogen niet worden uitgegeven 2.
De aandelen: Alle aandelen met stemrecht zijn gelijk en verlenen dezelfde lidmaatschap- en financiële rechten. Ze hebben dezelfde waarde en de rechten van vennoten zijn gelijk. Maar er zijn aandelen zonder stemrecht, maar in praktijk niet gebruikt.
3.
De niet-vrije overdracht en overgang van de aandelen • De regel Op straffe van nietigheid van de overdracht mogen de aandelen niet worden overgedragen tenzij met toestemming van de helft van de vennoten die tenminste ¾ van de aandelen bezitten na aftrek van de aandelen waarvan de overdracht wordt voorgesteld.
VB. ‘BVBA A’ => 1 000 aandelen: A – 800 , B – 100 , C – 100 1. A wil alle aandelen verkopen aan X => Algemene vergadering van Vennoten: 1 000 – 800 = 200 ¾ van 200 = 150 moeten het goedkeuren Wie mag stemmen? B en C. Zij zullen het beide moeten goedkeuren. 2. A wil 400 aandelen verkopen aan X => AVV: 1 000 – 400 = 600 ¾ van 600 = 450 moeten het goedkeuren. Wie mag stemmen? A -400, B – 100 , C -100 35
A zal tenminste nog de steun moeten krijgen van B of C 3. A wil 100 aandelen verkopen aan X => AVV: = 900 ¾ van 900 = 675 moeten goedkeuren A heeft nog 700 stemmen, dus je zou denken dat hij alleen kan beslissen. MAAR: Er moet ook de helft van de vennoten akkoord gaan => Steun van B of C nodig. • Uitzonderingen De overdracht is vrij als hij aandelen wil overdragen aan: o Mede vennoten o echtgenoot/ echtgenote o bloedverwanten in rechte lijn o in de statuten genoemde personen ( moet geen naam zijn, dit kan ook bepaald diploma zijn.)
Afdeling 4 – De leiding van de BVBA : De organen van bestuur en vertegenwoordiging 1. De benoeming van één of meer personen tot zaakvoerder Benoeming gebeurd altijd door de AVV Gewone zaakvoerder: benoemd door meerderheid en kan ook worden afgezet door meerderheid. Statutaire zaakvoerder: Zaakvoerder is enkel afzetbaar met goedkeuring van alle vennoten (inclusief hijzelf). of om gewichtige redenen (vb gezondheidredenen en daardoor niet meer in staat de zaak te leiden) =als je denkt dat het goede reden is, moet je naar de rechtbank gaan en die zal uitspraak doen. OPM: Aftreden is altijd mogelijk. -
uitkering: Maandelijks/jaarlijks, delen in de winst, tantièmes
2. De interne bestuursbevoegdheid. A omvang Allesomvattend, maar wettelijk beperkt en statutair beperkbaar. Wetbeperking: beslissingen zoals goedkeuren jaarrekening kunnen enkel worden gedaan door AVV. Statutair: kwantitatief (bedrag), kwalitatief (bepaalde rechtssoorten worden aangeduid) B uitoefening Ofwel door de enige zaakvoerder alleen, ofwel door meerdere: in de regel door iedere zaakvoerder afzonderlijk, tenzij statutair de collegialiteit wordt bedongen. Collegialiteit: men wordt verplicht samen te werken, beslissing van 1 iemand is niet geldig. => Wat bevoegdheid betreft, is de statutaire zaakvoerder gelijk aan de gewone zaakvoerder.
36
3. De externe vertegenwoordiging jegens derden en in rechte A omvang Ook hier geldt de allesomvattende vertegenwoordigingsmacht van de organen Er is geen wettelijke beperking en statutaire beperking is niet mogelijk ! B uitoefening ofwel door de enige zaakvoerder alleen, ofwel door meerdere: in de regel door iedere zaakvoerder afzonderlijk, tenzij er een statutaire meerhandtekeningsclausule geldt. - handtekening van 2 of meerdere bestuurders nodig Dit moet wel in de statuten staan en worden gepubliceerd! In NV is de doel van de MHTK dingen te vereenvoudigen, in de BVBA is het doel dingen te vermoeilijken, zodat er bv geen overbodige dingen worden aangekocht terwijl andere bestuurder dit bijvoorbeeld al heeft gedaan. Afdeling 5 – De algemene Vergadering van Vennoten 1. De jaarvergadering Met dezelfde bevoegdheid als de AVA in de NV. P 26 onderaan - Jaarlijkse goedkeuring van de jaarrekening + winstverdeling - Kwijting verlenen aan de zaakvoerders => geen bekendmaking in kranten nodig. Ook in E – BVBA een jaarvergadering -> van die vergadering moeten verslagboek worden bijgehouden (agendapunten/notulen) 2. De buitengewone AVV tot Statutenwijziging AVV kan statuten wijzigen enkel na buitengewone meerderheid.
37
Hoofdstuk 4 – De coöperatieve Vennootschap -
bedoeld voor de kleine man, je kan vennoot worden door zeer geringe inbreng.
Afdeling 1 – De aard en de kenmerken van de vennootschap Definitie De CV is een vennootschap die is samengesteld uit een veranderlijk aantal vennoten met veranderlijke inbrengen. Kenmerken 1. Dienstverlening aan de eigen vennoten; zo zijn er de aankoop- of verkoopcoöperatieve Aankoopcoöperatieve: Alles word in grote schaal aangekocht en de vennoten kunnen tegen voordelige prijs bij hun kopen. Verkoopcoöperatieve: Ze verzamelen de goederen van hun leden en de coöperatieve verkoopt ze. Zo kunnen zij een hogere prijs bekomen. Door de afnemer onder druk te zetten. vb. Bij een lage prijs verkopen ze niet en zit bedrijf zonder grondstoffen. 2. Mengvorm tussen de vennootschap en de vereniging zonder winstoogmerk. 3. Het is een vennootschapssoort met Wisselend Kapitaal. Als je uit de coöperatie stapt krijg je je geld terug. Er is geen toestemming van de andere leden nodig. Dit is een verschil met de vennootschap. 4. Statutaire vrijheid (= een vergiftigd geschenk van de wetgever) => Als je iets vergeet in de statuten te schrijven, kunnen er later problemen ontstaan. Want de wet zegt niet wat je moet doen. 5. Twee subsoorten: CVBA(V) = Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid van de Vennoten => aansprakelijkheid is beperkt tot hun inbreng, niet hun privé gedeelte. CVO(H)A(V) = Coöperatieve Vennootschap met Onbeperkte Hoofdelijke Aansprakelijkheid van de Vennoten. => Ook privé bezit kan worden aangeslagen. => Voor vrije beroepen. Afdeling 2 – De oprichting van de CV A Grondvereisten 1. Er moeten minstens drie oprichters zijn 2. Bepalingen aangaande het Kapitaal van de CV Het kapitaal van de CV bestaat uit vast gedeelte en wisselend gedeelte. a. Het maatschappelijk kapitaal van de CVBA • Het vast gedeelte van het maatschappelijk kapitaal moet statutair worden bepaald en mag niet lager zijn dan 18 550 euro. Het moet volledig zijn geplaatst en volgestort ten belope van 6 200 euro. • Bovendien gelden de regels van kapitaalbescherming. De controleprocedure bij inbreng in geld en natura. De noodzaak van een financieel plan.
38
• Daarboven kan het kapitaal variëren, zonder statutenwijziging. Wijzigen van Vast Kapitaal wel AVA nodig, want is statutenwijziging. 1. Kapitaal van de CVOHA Het vast gedeelte van het kapitaal wordt in de statuten vrij bepaald, dit kan dus in principe 1 euro zijn. Indien er binnen de drie jaar een faillissement is en dit te wijten is aan bv te weinig startkapitaal, dan kunnen de oprichters aansprakelijk worden gesteld. B Vormvereisten 1. Een oprichtingsakte. Verplichte inhoud: * Bepalingen aangaande de identiteit van de vennootschap. - Naam kiezen, met daarachter het soort van CV - Zetel + adres bepalen - Eigen doelstellingen bepalen * Regeling van het lidmaatschap * Winstverdeling * keuze van subsoort * organisatie en werking van de organen. 2.
De vorm en de openbaarmakingformaliteiten. De CVBA wordt opgericht bij authentieke akte. De CVOHA kan bij onderhandse akte, als een lid een onroerend goed inbrengt moet dit wel bij notariële akte. De formaliteiten inzake openbaarmaking zijn dezelfde als bij de NV en BVBA
Afdeling 3 – De effecten 1. Aandelen a. Alle aandelen zijn op naam en enkel de gewone kapitaalaandelen. Identiteit van de aandeelhouder wordt bijgehouden in een register. b. De overdracht en overgang: aan medevennoten: principieel vrij. aan derden: enkel aan personen die voldoen aan de (statutaire) vereisten van lidmaatschap. Leden krijgen een soort lidkaart = bewijs dat je ingeschreven bent in het register. Lidkaart wordt ingetrokken bij overdracht van je aandelen. 2. Obligaties De eventuele uitgifte van obligaties wordt statutair geregeld.
39
Afdeling 4 – Het lidmaatschap 1. Toetreding en ledenorgaan Om toe te treden moet je voldoen aan de statutaire voorwaarden. Het ledenorgaan zorgt voor oplossen van toetredingsproblemen. => dit is een instantie die los van het bestuur werkt. Kan AVA, bestuur zijn. Maar in grote bedrijven is dit een apart orgaan. 2. Uittreding De leden kunnen weg als ze willen, maar moeten wel aan de voorwaarden doen. VB eerst een brief schrijven,… 3. Uitsluiting * Het lid dat met uitsluiting wordt bedreigd, moet hiervan schriftelijk en per brief van op de hoogte worden gesteld. * Persoon die met uitsluiten wordt bedreigd, heeft het recht op verdediging. Kan zich laten bijstaan door andere personen. (advocaten,…) * Schriftelijk meedelen van de uitsluiting aan het lid. En een schrapping uit het register. 4. Scheidingsaandeel: Iedereen die in de CV verkoopt of wordt uitgesloten heeft recht op terugbetaling. Er zijn regels van indexering, zodat waarde groter wordt.
Afdeling 5 – De organen van de CV 1. Het leidinggevende orgaan is verantwoordelijk voor het interne bestuur en de externe vertegenwoordiging. Bij stilzwijgen van de statuten wordt op grond van de wet de CV bestuurd door 1 persoon gekozen door de AVA. Zijn bevoegdheid is niet duidelijk, dus kans op conflicten met AVA Aanbevolen: de oprichters keizen statutair voor het model van de NV (bestuurt door Raad van Bestuur) , dan wel voor dat van de BVBA 2. Algemene Vergadering van Vennoten Tenzij anders bepaald door de statuten, gelden de vergaderingregels van de NV. - gewone jaarvergadering (goedkeuring jaarrekening, bepalen winstverdeling,…) - buitengewone AVA -> statutenwijziging In de CV zijn er verschillende categorieën van vennoten of leden mogelijk. - echte leden - aangesloten leden : zij hebben geen beslissingsmacht, nemen niet deel aan de AVA. Vb aangesloten bij een ziekenfonds.
40
Hoofdstuk 5 – Gemeenschappelijke regelgeving Afdeling 1 – Het commissariaat: Het orgaan van controle. Revisor = Beëdigde deskundige die door de wet worden belast met een aantal controle opdrachten op de boekhouding van ondernemingen. 1. Monopolie van de Bedrijfsrevisoren De controle kan enkel nog worden uitgeoefend door bedrijfsrevisoren. Wanneer een bedrijfsrevisor wordt benoemd in een onderneming voor controle, noemen we hem Commissaris. Vroeger kon dit zelfs door ongeschoolde en werd hier vaak misbruik van gemaakt. 2. Enkel in grote vennootschappen Of een onderneming groot is, hangt af van de gevoerde boekhouding. Een kleine onderneming mag jaarrekening volgens een verkort schema opstellen. 3. Persoonlijk statuut - Benoeming door AVA voor periode van 3 jaar. Ze moeten iemand kiezen van de lijst van Revisoren. - Onafhankelijkheid: Commissaris mag geen enkele andere functie aanvaarden in de vennootschap of in verbonden ondernemingen. - Bezoldiging: Loon wordt vastgesteld bij aanstelling. Dit is een vast jaarlijks bedrag. Bezoldiging mag niet afhangen van het al dan niet goed verslag van de revisor, daardoor in het begin vastleggen. - Ambtsduur: In principe 3 jaar, maar verlengbaar. - Ontslag : *Commissaris kan niet worden ontslaan, tenzij om gewichtige reden (oordeel van de rechter nodig). * Vrijwillig ontslag is mogelijk, maar niet op eender welk moment. Hij moet dit melden op de jaarvergadering en kan pas vertrekken op de jaarvergadering. 4. Taken en bevoegdheden - Controle op financiële toestand, op de jaarrekening en op de regelmatigheid van de in de jaarrekening weergegeven verrichtingen. Bedoeld wordt: een legaliteitscontrole en geen opportuniteitscontrole. Legaliteitscontrole = Wettelijk, is alles volgens boekje? Opportuniteitscontrole = hebben de beslissingen hun doel/nut gehad. + Rapporteren of alles is opgesteld volgens het boekhoudrecht. - Een schriftelijk controleverslag ten behoeve van de algemene vergadering.
41
Revisor heef recht om: - Personeel te ondervragen - notulen op te vragen - alle boekhoudkundige stukken na te kijken. 5 Controle in vennootschappen waar een ondernemingsraad werd opgericht. OR = college samengesteld uit vertegenwoordigers van WG enerzijds en WN’s anderzijds. Sociaal rechterlijk orgaan dat moet worden georganiseerd in grote ondernemingen. WG => Raad van Bestuur & directiecomité + hogere kaderleden WN => WN die worden aangeduid door WN door verkiezingen OPM: Regels van collegialiteit Bevoegdheden: - Adviserende bevoegdheid - Soms beslissingsrecht: vb opstellen vakantieregeling - Voorlichten financiële situatie => commissaris legt aan WN de jaarrekening uit. Afdeling 2 – Het einde van de vennootschappen met volkomen rechtspersoonlijkheid Onderafdeling 1 – De ontbinding van de vennootschap 1. Ontbinding van rechtswege = op basis van de wil van de wetgever Alle vennootschappen worden ontbonden door het verstrijken van de duur waarvoor ze werden opgericht. Vroeger kon je geen vennootschap oprichten voor onbepaalde duur. Nu is dit wel mogelijk 2. Vrijwillige ontbinding Tot vrijwillige ontbinding kan worden besloten door een buitengewone Algemene vergadering van aandeelhouders of vennoten. Vrijwillig is niet gelijk aan faillissement. Vaak geval in bloeiende onderneming die willen stoppen omdat ze genoeg hebben verdiend. 3. Gerechtelijke ontbinding De algemene regel is: ontbinding om ‘wettige redenen’ (wat wettig is staat niet opgesomd, de rechter oordeelt hierover.) - Wegens contractbreuk van een vennoot - Wegens zware en blijvende onenigheid binnen een vennootschapsorgaan of tussen vennootschapsorganen onderling. De regel aangaande de ‘Slapende vennootschap’: = Sommige vennootschappen bestaan nog wel op papier, maar er is geen echte onderneming meer. => procureur kan bij vroegere zaakvoerders vragen voor een vrijwillige ontbinding, is dit niet meer mogelijk, dan kan hij de vennootschap gerechtelijk ontbinden.
42
OPM: Gerechtelijke ontbinding niet verwarren met gerechtelijke nietigverklaring dat ontstaat door niet naleven van vorm of grondvereisten. Onderafdeling 2 – De Vereffening 1. Begripsomschrijving = Het verzilveren van ALLE activa van de vennootschap om het passiva (schulden, leveranciers, personeel,…) aan te zuiveren. 2. Uitgangspunt De vennootschap die ontbonden is blijft voortbestaan tot de vereffening. * VN behoudt haar eigen identiteit, maar met vermelding ‘in vereffening’ * VN behoudt haar eigen vermogen (dat na een tijd allemaal wordt verkocht) * VN behoudt eigen organen. Bij de ontbinding van grote bedrijven, kan het soms een lange tijd duren vooraleer alles is verkocht. Gedurende die hele periode blijft de VN bestaan. 3. De organen van vereffening * Benoeming van 1 of meerdere vereffenaars. Zaakvoerder, bestuurders,.. (is er betwisting dan stelt de rechter vereffenaar aan). * Bevoegdheden. - De normale vereffeningbevoegdheden: - ze kunnen alle rechtsgedingen (processen) verder zetten - Alle betalingen ontvangen - alle normale schulden ontvangen - onroerende goederen verkopen. Enkel OPENBAAR - De Buitengewone bevoegdheden - De activiteiten nog verder zetten, tot alles verkocht is. Goedkeuring AVA nodig - Aangaan van belangrijke leningen om schulden te betalen Goedkeuring van AVA nodig, want bank zal hypotheek vestigen. - Inbrengen van vermogen van de vennootschap in vereffening in een andere vennootschap. NV X : 2 Aandeelhouders => vennootschap ontbonden NV Y: 2 Aandeelhouders Het vermogen van NV X wordt ingebracht in vermogen van vennootschap NV Y Vereffenaar ontvangt van NV Y aandelen die worden gegeven aan de aandeelhouders van NV X. => Goedkeuring van aandeelhouders van NV X nodig, want zij krijgen geen geld, maar aandelen in andere vennootschap. => Goedkeuring van AVA van NV Y nodig, want er gebeurt een kapitaalsverhoging.
43
4. De afsluiting van de vereffening a. Na afloop van de vereffening, en ter voorbereiding van de slotvergadering, dienen de rekeningen te worden neergelegd op de zetel van de vennootschap. Er is controle door een commissaris. b. Slotvergadering en bekendmaking van de afsluiting. Er dient een verslag opgemaakt te worden en dat moet openbaar worden gemaakt. Afdeling 3 – Het aansprakelijkheidsrecht Onderafdeling 1 – De diverse soorten van aansprakelijkheid. 1. De burgerlijke aansprakelijkheid. = Relatie tussen de burgers onderling. Degene die de fout maakt is aansprakelijk, de andere partij is de schuldeiser. OPM: Moet niet altijd kwaad opzet zijn, kan onoplettendheid, slordigheid, … zijn Basisvereisten: Fout – Oorzakelijk verband – Schade • Contractuele aansprakelijkheid wegens contractbreuk. = Er is een contract tussen twee partijen en 1 partij pleegt contractbreuk waardoor andere partij schade heeft. • De aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad = Aansprakelijkheid die iedereen kan oplopen omdat iemand onrechtmatige daad heeft verricht. (daad die in strijd is met wet.) Vb. Verkeersongeval te wijten aan overdreven snelheid. Wordt beoordeeld door de Burgerlijke rechtbank van 1e Aanleg of door Rechtbank van Koophandel op Vordering van slachtoffer. Eventueel gevolg: veroordeling tot schadevergoeding. => De vraag tot schadeloosstelling moet altijd van het slachtoffer zelf komen. 2. De strafrechterlijke aansprakelijkheid = tussen overheid en burger. Basisvereiste = een misdrijf (drie soorten: Overtreding, wanbedrijf en misdaad) Wordt beoordeeld door de strafrechtbanken (Politierechtbank, Correctionele RB, Hof van Assisen) Welke rechtbank men gebruikt hangt af van het soort overtreding. Straf kan zijn vrijheidsberoving (= gevangenisstraf) en/of geldboetes op vordering van Openbaar Ministerie. Openbaar Ministerie eist in naam van de bevolking een straf. OPM: Tov de strafrechtbanken treden de slachtoffers eventueel op als Burgerlijke Partij. Dit is omdat het slachtoffer niet nog eens naar de Burgerlijke rechtbank zou moeten stappen. Nu gaat het sneller. OPM2 De meeste fouten hebben zowel burgerrechterlijke als strafrechterlijke gevolgen = En – en – regel. 44
Onderafdeling 2 – De aansprakelijkheid van de rechtspersoon als autonoom rechtssubject. 1. De burgerlijke aansprakelijkheid van de rechtspersoon voor zijn organen Regel: Als autonoom rechtssubject met eigen identiteit en eigen vermogen, is de rechtspersoon zelf en rechtstreeks aansprakelijk jegens derden voor de onrechtmatige daad van zijn organen, als voor eigen daad. (zaakvoerders, bestuurders,…) Bedoeling: Persoon die schade lijdt, moet deze kunnen halen bij de meest bevoegde (zodat een maximale schadevergoeding kan bekomen worden.) Want de directeur die de fout maakte heeft wss niet zoveel geld. Voorwaarden: a. Een orgaan (functionaris) heeft onrechtmatige daad verricht waardoor een derde wordt geschaad. b. Onrechtmatige daad moet worden begaan in uitoefening van zijn functie. c. Slachtoffer zal moeten bewijzen dat vorige twee voorwaarden werden voldaan + omvang van schade en oorzakelijk verband moeten bewijzen. OPM: deze regel geldt ook voor Belgische overheid 2. De burgerlijke aansprakelijkheid van de rechtspersoon voor zijn aangestelde. aangestelde = werknemers Regel: Zoals elk rechtssubject is de rechtspersoon onrechtstreeks aansprakelijk voor de onrechtmatige daad vaan zijn aangestelden, als voor de daad van personen waarvoor hij moet instaan. Voorwaarden: a. Tussen aansprakelijke rechtspersonen en werknemers bestaat een ondergeschikt verband (WG heeft gezag over WN) b. De aangestelde moet onrechtmatige daad verrichten c. De fout moet worden begaan tijdens de uitoefening van zijn functie.
45
Onderafdeling 3 – De persoonlijke aansprakelijkheid van de vennootschapsfunctionarissen Vooraf: het begrip vennootschapsfunctionaris = natuurlijke personen die ervoor zorgen dat rechtpersoon (vennootschap) handelingsbekwaam wordt => bestuurder, zaakvoerders, (commissaris, vereffenaars) Als zij bij uitoefening een fout begaan zijn zij verantwoording verschuldigd ten aanzien van het slachtoffer en openbaar ministerie A. De interne aansprakelijkheid ten aanzien van de eigen vennootschap 1. De contractuele aansprakelijkheid voor de tekortkomingen in de uitoefening van hun opdracht (als lasthebber) wegens contractbreuk ten overstaan van de vennootschap Er moet dus een contract zijn tussen de vennootschap en bestuurder. Dit contract ontstaat bij het aannemen van de job van bestuurder. Inhoud: Hij moet zich inzetten om vennootschap goed te besturen. Maak je een fout als bestuurder, zal je persoonlijk aansprakelijk worden gesteld. En moeten betalen uit je eigen vermogen. Contractuele aansprakelijkheid is niet dat de bestuurder aansprakelijk is omdat de vennootschap zijn afspraken niet nakomt ! 2. De aansprakelijkheid wegens onrechtmatige daad gepleegd tov de eigen vennootschap. Vb. bestuurder die de vennootschap heeft bestolen. 3. De bijzondere en verzwaarde – bij de wet vermoede en hoofdelijke – aansprakelijkheid wegens schade die het gevolg is van overtreding van het Wetboek van Vennootschappen of van de statuten. Bij wet vermoed: Vennootschap moet niet bewijzen, de wet vermoed het. Hoofdelijk: alle bestuurders zijn aansprakelijk, ook als is het maar éne zijn fout. Vb. in statuten van de NV staat beperking van de bestuurders: Aankopen van gronden en terreinen dient goedkeuring te hebben van AVA. Bestuurders beslissen om het goed te kopen, maar het moet snel gaan (ze willen niet dat iemand anders het voor hun neus wegkaapt.). Ze roepen daarom geen AVA bijeen. => 2 mogelijkheden: 1) Aankoop is nuttig, ze kunne het goed gebruiken => geen aansprakelijkheid. 2) Aankoop is onnuttig => Aankoop blijft geldig en de koopsom kan niet worden teruggevorderd. Ze hebben wel het gebouw, maar kunnen er niets mee aanvangen. Alle bestuurders kunnen aansprakelijk worden gesteld, ook al was je tegen de aankoop. De aansprakelijkheid is collegiaal en daardoor kunnen sommige bestuurders onterecht worden aansprakelijk gesteld. Je kan aansprakelijkheid ontlopen als je kan bewijzen dat: 46
- Je niet aanwezig was op vergadering, waar beslissing werd genomen - Je tegen hebt gestemd en dat in de notulen staat. B. De externe aansprakelijkheid ten aanzien van derden. Geen contractuele aansprakelijkheid ten aanzien van derden, want bestuurder sluit geen af met derden, het is de vennootschap die dit doet. 1. De aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, wegens schade berokkend aan derden. Vb. Bankdirecteur besteelt zijn klanten. 2. De bijzondere en verzwaarde aansprakelijkheid wegens schade die het gevolg is van overtreding van het Wetboek van Vennootschappen of van de statuten. Vb. Raad van Bestuur slaagt erin met medewerking van de commissaris een foute jaarrekening goed te keuren. Hierdoor misleiden ze beleggers en kunnen ze schadevergoeding eisen. => Alle bestuurders aansprakelijk. 3. Aansprakelijkheid wegens kennelijk grove fout als medeoorzaak van het faillissement van de vennootschap Kennelijk grove fout = Zelfs iemand die er niets van afweet zou ze niet maken.
NB: In de twee gevallen zullen derden-schuldeisers schadevergoeding eisen van de vennootschap en zal de vennootschap de uitbetaalde bedragen eventueel terugvorderen via de regresvordering. => En – En regel: je kan zowel vennootschap aanspreken en de dader => rechtbank zal dan kiezen voor 50 / 50. vennootschap en dader ieders de helft betalen. Voor grote sommen kan je de vennootschap aanspreken. Deze zal betalen en daarna via de regresvordering het geld trachten te recupereren bij de dader.
47
C. De strafrechterlijke aansprakelijkheid Tal van strafbepalingen zijn van toepassing op de vennootschapsfunctionarissen, zowel uit het algemeen strafwetboek als uit de bijzondere strafbepalingen uit het Wetboek van Vennootschappen. Vb. Te laat neerleggen van de vennootschap. D. De vennootschapsvordering en minderheidsvordering Vennootschapsvordering = de vordering namens de vennootschap ingesteld bij de rechtbank om schadevergoeding te bekomen voor de vennoten. Ingesteld door de AVA, die bij meerderheid beslist. Ze zal bijzondere lasthebbers aanwijzen, die als taak hebben de vennootschap te vertegenwoordigen in de rechtbank. Minderheidsvordering = Een vennootschapsvordering die kan worden ingesteld bij minderheid van aandeelhouders. => Bescherming van de kleine aandeelhouder. Eisen schadevergoeding voor de VENNOOTSCHAP en niet voor zichzelf. E. Het einde van de aansprakelijkheid. Door kwijting (decharge) tov de vennootschap of door verjaring tov derden. -
Als bestuurders een fout hebben gemaakt, kunnen aandeelhouders beslissen om ze niet aansprakelijk te stellen. (bij fouten van geringe waarde en niet met opzet.)
-
Externe aansprakelijkheid ten aanzien van derden verjaart na 5 jaar.
OPM: Bestuurders kunnen zich verzekeren tegen hun fouten bij verzekeringsmaatschappijen. ( = enkel voor niet-opzettelijke fouten)
48
Hoofdstuk 7: De personenvennootschappen. Algemene beginselen en kenmerken. 1. In tegenstelling tot de kapitaalvennootschappen, gaat het hier vooral om de samenwerking tussen de vennoten, met hun specifieke vaardigheden: de persoon van de vennoot staat centraal. => Kapitaal is minder belangrijk. 2. Alle vennoten hebben een gelijk beslissingsrecht: er wordt gestemd per hoofd en niet per aandeel. => is niet gelijk aan iedereen evenveel winst ! 3. De samenwerking tussen de vennoten wordt beheerst door het vennootschapscontract, dat enkel met unaniem goedvinden van alle vennoten kan worden gewijzigd. (in principe geldt de regel van het meerderheidsbesluit hier niet.) Meerderheidscontract = enkel met akkoord van meerderheid van de vennoten kan contract worden gewijzigd. Hier moeten alle vennoten akkoord gaan. 4. Een vennoot kan zijn aandeel niet overdragen, tenzij met unaniem goedvinden van zijn medevennoten. A. De P- Venn. met eigen – onvolkomen – rechtspersoonlijkheid NB. vooraf: Rechtspersoonlijkheid impliceert een duurzaam en openlijk samenwerkingsverband. => onvolkomen rechtspersoonlijkheid = bij faillissement kan curator privé vermogen van de vennoten aanspreken. 1. De vennootschap onder firma 1.
Begripsomschrijving De VOF is een vennootschap die wordt aangegaan tussen twee of meer vennoten, die onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de verbintenissen van de vennootschap en die bepaalde beroepsbedrijvigheden tot doel heeft. Zowel commerciële als burgerlijke (samen vrije beroepen uitoefenen.) Eigen identiteit: Vroeger moest naam de familienaam zijn van de vennoten, nu mag ook fantasienaam Eigen vermogen: Geen maatschappelijk kapitaal Eigen organen.
2.
De oprichting Grondvereisten en vormvereisten . ZIE P. 7-8 OPM: Inbreng in geld is mogelijk, maar ook toekomstige arbeid. Je krijgt dan geen geld voor je werk, maar aandelen. Er moet ook een verdeelsleutel zijn voor winst/verlies verdeling. 49
3.
De organisatie en werking van de VOF A vennoten Voor de zaken die het vennootschapscontract aangaan, zijn enkel de gezamenlijke vennoten bevoegd. Het zijn zelfstandige die samen vrije beroepen uitoefenen. Een formele jaarvergadering is in principe niet nodig. Normaal is de VOF klein => geen commissaris/ revisor nodig en dus geen jaarvergadering nodig. Zijn ze groot, dan wel, want commissaris moet jaarrekening goedkeuren. B. Bestuur en vertegenwoordiging van de vennootschap * Benoeming van zaakvoerders De gezamenlijke vennoten kunnen zowel “gewone “ als statutaire zaakvoerders benoemen. Gewone = benoemd met unanimiteit en afgezet. (moet geen vennoot zijn voor gewone zaakvoerder) Statutaire = afzetbaar door unanimiteit (dwz hijzelf moet ook akkoord gaan). Anders via de rechtbank om gewichtige redenen. Een statutaire zaakvoerder moet een vennoot zijn. Deze zaakvoerders zijn de lasthebbers van de samenwerkende vennoten en geen wettelijke organen( = geen wettelijke bevoegdheden) van bestuur en vertegenwoordiging, zoals in de vennootschappen met volkomen rechtspersoonlijkheid. Contract van lastgeving = ZV bestuurt vermogen en zorgt voor vertegenwoordiging van vennoten naar buiten, in opdracht van gezamenlijke vennoten. * Bevoegdheden In de VOF worden de bevoegdheden van intern bestuur en externe vertegenwoordiging door de zaakvoerders uitgeoefend volgens de regels van lastgeving Zij besturen en vertegenwoordigen de vennootschap als lasthebbers van de samenwerkende vennoten en niet als wettelijke organen, zoals in de vennootschappen met volkomen rechtspersoonlijkheid. De grenzen van hun bestuursbevoegdheid en van hun vertegenwoordigingsbevoegdheid worden in de statuten aangeduid. Dat betekent dat de gezamenlijke vennoten bij de uitoefening van deze bevoegdheden kunnen worden betrokken. Statutair kan men de bevoegdheidsregels van ZV vastleggen. Vb. Aldus kunnen de statuten bepalen dat ‘Voor verrichtingen van meer dan 20 000 EUR, kunnen de zaakvoerders de vennootschap slechts geldig verbinden met de machtiging van alle vennoten’. Derden medecontracten moeten met die beperkingen rekening houden. Derden medecontractanten = vb. Als Zaakvoerder bij een bankier geld wil lenen zal de ZV naar de statuten vragen om te zien of ZV op zijn eentje zoveel geld mag lenen. Is dit niet zo, moet hij document van lastgeving meebrengen waarin andere vennoten hun toestemming geven. 50
4.
Het einde van de VOF De personenvennootschappen worden ontbonden door de gewone regels. (ZIE p. 42) Evenzeer ontbonden van rechtswege: - door de dood van een van de vennoten - Na duur van de vennootschap. Tenzij statutaire verblijvingsbedingen of voortzettingsbedingen. Verblijvingsbeding = bepaling in statuten waarin gezegd wordt dat de vennootschap blijft bestaan na overlijden van een vennoot. Voortzettingsbeding = Na overlijden van een vennoot zal de vennootschap blijven bestaan tussen de nog levende vennoten en erfgenamen van overledene. Indien enkel verblijvingsbeding => de erfgenamen krijgen de waarde van het aandeel.
2. De gewone commanditaire vennootschap 1. Begripsomschrijving In wezen is de gewone commanditaire vennootschap een variante van de VOF. Het belangrijkste verschil is dat er hier twee soorten van vennoten zijn. De Comm. V. is een vennootschap die wordt aangegaan tussen één of meer onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijke vennoten, beherende vennoten genoemd (de gecommanditeerden) en één of meer geldschieters, stille vennoten genoemd (de commanditairen) waarvan de aansprakelijkheid beperkt blijft tot hun inbreng. Term geldschieters is misleidend: Zijn volwaardige vennoten en hun ingebrachte geld loopt risico. Bij faillissement zijn ze dat geld kwijt. Ontstaan: Rijken, adel,… wilden hun handen niet vuil maken, maar wel van de winst profiteren. Rijken brachten geld in, zonder de weet van de buitenwereld en kregen aandelen. Risico => hun inbreng verliezen. NU: Mensen die geen handel mogen drijven, zoals advocaten,… 2.
De organisatie en de werking van de Comm V. Hier gelden dezelfde regels als voor de VOF. met dien verstaande dat de stille vennoten op geen enkele manier bij het bestuur of de vertegenwoordiging mogen worden betrokken. Als zij zich toch naar buiten voordoen als bestuurder of vertegenwoordiger, worden zij onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk.
51
1.
B. De P. VENN zonder eigen rechtspersoonlijkheid. De stille vennootschap Deze vennootschap is niet openlijk meer occult. niet openlijk = buitenwereld weet het bestaan er niet van => geen rechtspersoonlijkheid. Het is een vennootschapscontract waarbij één of meer personen een belang nemen in de verrichtingen van één of meer andere personen, die in eigen naam optreden. Er is een stille vennoot die geld inbrengt. Andere persoon drijft handel voor zichzelf. Buitenwereld denkt dat je een éénmnan vennootschap bent. Maar dit is niet zo. Stille vennoot heeft recht op winst. => Naar buiten toe is er geen vennootschap.
2.
De tijdelijke vennootschap Deze vennootschap is niet duurzaam maar enkel tijdelijk. Wel openlijk. => geen rechtspersoonlijkheid. Het is een vennootschapscontract dat wordt afgesloten door twee of meer vennoten met een of meer bepaalde handelsverrichtingen tot doel. Is de handelsverrichting voldaan, dan stopt de vennootschap. Zij mogen geen gemeenschappelijke naam voeren. Schoolvoorbeeld: de tijdelijke vennootschappen tussen aannemersbedrijven, tot het uitvoeren van bepaalde grootschalige openbare werken (zoals verbouwen van het Antwerpse Centraal station). Iedere vennoot verbindt in principe enkel zichzelf. Vennootschap enkel aangegaan om gezamenlijk in winst te delen.
C. De commanditaire vennootschap op aandelen. DEF: De vennootschap die wordt aangegaan door één of meer onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijke vennoten. Samen met aantal aandeelhouders die slechts een bepaalde inbreng verbinden. Het is eigenlijk Comm V. waarbij de aandelen van geldschieter hetzelfde statuut hebben. (Vrij overdraagbaar, kapitaalbescherming,…)
52
DEEL III ONDERNEMINGEN IN MOEILIJKHEDEN
Hoofdstuk 1 – De rechtbank van Koophandel Afdeling 1 – Beschrijving • Rechtsgebied: Per Gerechtelijk arrondissement is er 1 Rechtbank van Koophandel. = Deel van een provincie. • Samenstelling: Zo nodig telt de Rechtbank meerdere kamers. Elke kamer bestaat uit 1 Beroepsmagistraat (VZ) en twee lekenrechters, bijgestaan door een griffier. Soms vereist de wet het advies van het Openbaar Ministerie. Lekenrechters: Rechter in handelszaken, benoemd door minister van justitie voor 6 maanden. Kom uit het bedrijfsleven en heeft er ervaring in. => Bedoeling: rechter bijstaan in het nemen van beslissingen door aan te geven hoe het er in werkelijkheid aan toe gaat. Griffier:
Schrijft op wat rechter zegt + maakt verslag van de procedure.
Openbaar Min.: Moet instaan voor de strafvervolging. Ze vertegenwoordigen het algemeen belang van de maatschappij. • Bevoegdheden: Als men twijfelt is burgerlijke rechtbank van 1e aanleg bevoegd. Nu heeft Burgerlijke rechtbank verschillende kamers, die elk verschillende zaken oplossen. RvKH o Bevoegd voor alle geschillen tussen handelaren onderling voor zover deze betrekking hebben op hun daden van Koophandel o Bevoegd voor alle geschillen van niet-handelaren tegen handelaren. Indien de consument dit wilt o Bevoegd voor alle geschillen waarvan het recht zegt dat ze voor de RvKH moeten komen. (vb. bedrijven in moeilijkheden altijd bij RvKH) Afdeling 2 – Procedures 1. Eerste Aanleg • Dagvaarding: wordt overhandigd door een deurwaarder • Inleidende zitting: Rechtbank wordt door advocaten van beide partijen op de hoogte gesteld van geschil. • Conclusies en Besluiten tot vaststelling Rechtsdag: Advocaten verwisselen hun argumenten uit. Dit moet, want je mag geen bewijsstukken gebruiken als verdediging er niet van op de hoogte is gebracht. Aanvraag tot rechtsdag = dag waarop zaak zal worden behandeld. Dit wordt door beide partijen aangevraagd. • Openbare zitting met pleidooien. Advocaten hebben pleidooi recht. In principe kunnen enkel zij pleiten. => nadien legt rechter datum van het vonnis vast. • Vonnis: meestal twee weken na de pleidooien. 53
2. Rechtsmiddelen • Begrip: Een rechtsmiddel is een procedure die kan worden ingesteld tegen een rechterlijke beslissing (vb. een vonnis of arrest) ten einde deze te doen wijzigen in het voordeel van de partij die het rechtsmiddel gebruikt. • Soorten Hoger beroep (= procedure in 2e aanleg) bij de onmiddellijk hogere rechter. Ze gaan zaak volledig terug onderzoeken. Uitspraak noemt men arrest. => nog niet tevreden Cassatieberoep bij Hof van Cassatie. Kijkt enkel of lagere rechter het recht juist heeft toegepast en of er geen procedurefouten zijn gemaakt. -> Afwijzing of verwerping: Geeft eiser ongelijk, de zaak is gesloten. -> Cassatie met doorverwijzing: Men vernietigd oorspronkelijke zaak en komt nieuwe zaak voor andere RvKH waarom duurt zaak soms heel lang (tot 10 jaar en meer…)? - Systeem is verouderd - Rechters wachten tot partijen zeggen dat ze klaar zijn. 3. Bijzondere procedures => zijn verkorte procedures • Het ‘Kort Geding’ ten overstaan van de Voorzitter van de bevoegde rechtbank. Ingespannen bij VZ en die VZ moet snelle uitspraak doen over het geschil. o Dagvaardingstermijn: 2 dagen o Uitspraak max. 14 Dagen. Men noemt dat een beschikking. Het bodemgeschil wordt niet opgelost, hij beveelt enkel de maatregelen in spoedeisende gevallen om schade aan bepaalde burgers te voorkomen. Kan dwangsom opleggen om zijn bevel te doen uitvoeren => Betaalt aan partij die gelijk heeft gekregen door andere partij. Vb. Geschil over bouwgrond / natuurgrond VZ zegt dat ze niet mogen kappen, anders dan dwangsom betalen. VZ doet geen uitspraak over wie gelijk heeft, maar anders zou natuurgebied verloren gaan voor niets als het toch natuurgrond bleek te zijn. • Procedures “zoals” in Kortgeding. => De procedure is hetzelfde, MAAR rechter doet WEL uitspraak over bodemgeschil. VB. De vordering tot staking (= doen ophouden met daad die in strijd is met de wet op Handelspraktijken.) en mogelijks te gebruiken tegen een verwarring stichtende vennootschapsbenaming Nadeel: VZ hebben niet de mogelijkheid om schadevergoeding toe te kennen.
54
Afdeling 3 – Bewijsregels 1. Basisbeginselen • Algemeen: Noodzaak van het bewijs, mondeling kan je niets bewijzen. • In het Burgerlijk Recht De bewijsregels uit het Verbintenissenrecht; met als belangrijke vuistregel: verbintenissen uit overeenkomsten kunnen enkel bewezen worden met geschriften (onderhands en authentiek). • In het Handels Recht => Principe van de zogenaamde “vrije bewijsvoering”. (= de handelsrechter heeft grotere vrijheid om bewijzen te aanvaarden andere dan geschriften.) -> onvolledig geschreven bewijzen aanvullen met andere om tot totaal bewijs te komen. (vb. Bestelbon is begin van bewijs.) Andere bewijsmiddelen: - getuigenissen - Vermoedens. 2. Speciale bewijsmiddelen in het Handelsrecht. Factuur = geschreven document waarin het bestaan van een schuldvordering in geld wordt voorgesteld. Ze worden door leverancier van goed of dienst opgesteld en overhandigd aan de schuldenaar. • De ‘aangenomen’ Factuur = factuur die niet geweigerd is binnen de 14 dagen na ontvangst of betaald is. => Koop en verkoop kan bewezen worden door middel van een aanvaarde factuur, onverminderd de andere bewijsmiddelen die door de wetten op de koophandel zijn toegelaten. • De regelmatig gevoerde boekhouding. - Door overlegging: Handelaar legt hele boekhouding neer bij rechtbank (uitzonderlijk) - Door openlegging: Enkel die bladzijden die betrekking hebben op dat geschil.
55
Hoofdstuk 2 – Ondernemingen in moeilijkheden. Vooraf: De opsporing van ondernemingen in moeilijkheden door de Kamers voor Handelsonderzoek. ONDERDEEL A – FAILLISSEMENTSRECHT Afdeling 1 – Begripsomschrijving • Definitie: Het faillissement kan worden omgeschreven als de collectieve (=gezamenlijke) inbeslagname en de gedwongen verkoop van het ganse vermogen van de insolvabele schuldenaar (dwz de failliete koopman of de handelsvennootschap), ten bate van de gezamenlijke schuldeisers, die moet leiden tot een zo volledig mogelijke betaling van de schulden via de curator. • De oorzaken van het faillissement. o Wanbeleid: - Grof wanbeleid (fraude, bedrog,…) - door onzorgvuldigheid. o Economische tegenslagen: vb. je winkel is niet meer bereikbaar door wegenwerken. (ketenfaillissement = als grote bedrijven failliet gaan, kan het zijn dat kleine bedrijven ook failliet gaan omdat ze afhankelijk zijn van groot bedrijf.) • Beginselen waarop de techniek van het faillissement stoelt. -> zieke ondernemingen moeten van de markt verdwijnen. * Noodzaak van kredietwaardigheid en betrouwbaarheid in het economisch leven. * Het ganse vermogen van de schuldenaar vormt het gezamenlijk pand en de waarborg voor de schuldeisers. - bij eenmanszaak : ook privé vermogen - bij vennootschap: enkel de inbreng in de vennootschap. Afdeling 2 – De voorwaarden tot het faillissement. A Grondvereisten 1. Handelaar zijn. = eenmanszaken + vennootschappen. 2. Betalingen zijn definitief gestaakt. = Niet meer instaat om eisbare schulden te betalen. Rechter oordeelt of deze voorwaarde is voldaan. Vaak schuld tov de overheid (Sociale zekerheid,…) OPM: Oppassen met uitstel van betaling vragen aan de overheid. Je krijgt vaak wel uitstel, maar hoge intresten. = vergiftigd geschenk. 3. Handelaar moet zijn kredietvaardigheid hebben verloren. Het gevolg dat je niet kan betalen, is dat mensen het vertrouwen in je verliezen. => Banken gaan geen lening meer toestaan om je schulden te betalen.
56
B. Vormvereisten. Uitspraak van het vonnis door de rechter is noodzakelijk voor het failliet verklaren. -> uittreksel wordt gepubliceerd in Belgisch Staatsblad + Kranten. Hoe Komt vonnis tot stand? 1. Faillissement op bekentenis/aangifte Handelaar geeft zelf faillissement aan op griffie van RVKH. Men brengt de boekhouding mee en legt de boeken neer. Handelaar is verplicht zelf initiatief te nemen, als hij dit nalaat kan hij worden gestraft. Dit is wanneer het slecht gaat, zo weinig mogelijk schuldenaars te hebben. 2. Faillissement door dagvaarding Iemand dagvaard de handelaar bij de RVKH Dat kan een schuldeiser zijn, maar ook Openbaar Ministerie, in het algemeen belang van de maatschappij. De RVKH zal onderzoeken of onderneming failliet is. 3. Faillissement ambtshalve Het faillissement wordt door uitgesproken op initiatief van de rechter zelf. Inhoud vonnis 1. Eigenlijke failliet verklaring van handelaar/vennootschap 2. Aanstelling curator(en) => zijn verantwoordelijk voor afhandeling faillissement. 3. Aanstelling van rechter-commissaris => volgt als afgevaardigde van de RVKH het faillissement op. 4. Vaststellen stakingsdatum = datum wanneer men gestopt is met betalen. Nu is dat meestal de datum van het vonnis. 5. Termijn waarbij schuldeisers hun schuldvordering moeten aangeven. 6. Tijdstip van zitting tot afsluiten van proces-verbaal van het nazicht van de schuldvorderingen. 7. In welke kranten het uittreksel wordt gepubliceerd. Afdeling 3 – De gevolgen van het faillissement. A Voor de persoon van de gefailleerde = persoon die failliet gaat. 1. Zijn bewegingsvrijheid wordt beperkt, hij krijgt een reisverbod. => Hij mag het land niet uit zonder toestemming van de Rechter-commissaris. 2. Verliest het recht op briefgeheim. => Curator mag zijn post openen. Dit opdat men geen afspraken zou maken met bepaalde schuldeisers waardoor andere schuldeisers geen geld meer zien. 3. Verliest aantal professionele rechten. -> Geen zelfstandige in financiële sector -> Geen bestuurder in een vennootschap zijn. B. Voor het failliete vermogen. => Buitenbezitstelling = Bestuurders verliezen recht om vermogen te besturen. Het vermogen wordt toevertrouwd aan de curator. OPM: Beperking handelingsbekwaam. - Behoudt wel de mogelijkheid om contracten af te sluiten die niet met dat faillissement te maken hebben. 57
Afdeling 4- De organen van het faillissement. A De curator als spilfiguur. Curator = advocaat die gespecialiseerd is in afhandelen van faillissementen. => het is een gerechtelijke vertegenwoordiger. Taak: - Vertegenwoordigen failliete handelaar tegenover schuldeisers - De groep schuldeisers vertegenwoordigen tegenover de gefailleerde. => zijn taak begint bij vonnis en stopt bij afsluiten faillissement. Hij moet zijn taak uitoefen als goede vader. vb. Hij vergeet per ongeluk schuldeiser te betalen => hij is aansprakelijk. B. De Rechter-commissaris. Toezicht houden op werk van curator: 1. Manier waarop curator faillissement afwerkt. => curator moet aan hem rapporteren. 2. Bepaalde zaken van curator goedkeuren. vb. Openbare verkoop van dringende zaken (vb verkoop van fruit.) 3. Verbindingsman tussen curator en voltallige rechtbank. vb. Probleem tussen curator en schuldeiser. => Rechter-commissaris gaat met probleem naar de rechter en die neemt direct een beslissing. 4. Hij zit vergadering van schuldeisers voor. C. Openbaar Ministerie. Mogen afwikkeling van eender welk faillissement opvolgen. => om in te grijpen wanneer strafrechterlijke misdrijven zijn gepleegd. D. De vergadering van schuldeisers Aantal keren tijdens het faillissement zijn er vergaderingen van schuldeisers. Is een vergadering waarop schuldeisers mee kunne beslissen over bepaalde aspecten. E. Rechtbank van Koophandel Zal een vonnis uitspreken.
58
Afdeling 5 – Het bestuur van het failliete vermogen. 1 Het behoud van het actief. Curator moet ervoor zorgen dat alle goederen in zo goed mogelijke staat worden bewaard. Zodat ze later zo voordelig mogelijk kunnen worden verkocht. => Soms hiervoor onderhoudspersoneel aanwerven. -> Meestal ontslagen werknemers die terug in dienst worden genomen. 2. De vaststelling van het Passief. A Aangifte van schuldvordering Schuldeisers moeten initiatief nemen en hun schuldvordering aangeven binnen de termijn. Inhoud: - Volledige identiteit schuldeiser - Bedrag schuldvordering - Juridische oorzaak (vb. Levering van, schadevergoeding voor contractbreuk,…) - Bestaan van zakelijke zekerheden - Eetformule = verklaring waarbij schuldeiser zegt dat het bij eer en eed is afgelegd. - Bewijsstukken B. Verificatie of nazicht van de schuldvordering = stille fase => Nakijken van alle schuldvorderingen door curator met boekhouding gefailleerde Curator maakt twee stapels: - Aanvaarde schuldvorderingen - Verworpen schuldvorderingen => Curator beslist hier niet alleen over, er is een vergadering. C. Zitting tot het afsluiten van het Proces-verbaal van het nazicht van de schuldvordering. Curator brengt verslag uit welke er zijn aanvaard en welke zijn afgewezen. De rechtbank zal oordelen of de aanvraag terecht is afgewezen door curator of dat de schuldeiser gelijk heeft.
59
Afdeling 6 – De gerechtelijke vereffening na faillissement. 1 Begrip = verzilveren van alle activa met bedoeling schulden zoveel mogelijk af te betalen. Men zal nooit alle schulden kunnen betalen. OPM: Bij faillissement na vrijwillige ontbinding, meestal nog wat geld over. 2. Het verzilveren van de Activa. Zowel de roerende als onroerende goederen worden verkocht door openbare verkoop door een notaris aangewezen door Rechter-commissaris. De opbrengst moet worden gestort in een Deposito- en Consignatie Kas. = Soort minibank van overheid waarop alle opbrengsten komen. Kritiek: - Moeilijk geld af te halen - Lagere rente dan de marktrente 3. Het aanzuiveren van de Passiva De rangorde van de schuldeisers. - uitgangspunt: art.9 :de Hypotheekwet uitgangspunt = Gelijke behandeling voor alle schuldeisers. 1 De schuldeisers met ‘bijzondere’ zakelijke zekerheden. = sterke schuldeisers. Zakelijke zekerheden = een zekerheid die je als schuldeiser hebt, om je geld te krijgen. Hypothecaire schuldeisers: Bij verkoop van het onroerend goed waar jij een hypotheek op hebt, gaat de opbrengst niet naar de gezamenlijke pot, maar naar de schuldeisers. Pandhoudende schuldeisers: Zelfde als hypothecaire, maar dan op roerende goederen. Schuldeisers met bijzondere voorrechten Zekerheid gegeven door de wet zelf. De wet zegt dat bepaalde schuldeisers voorrecht hebben op andere. Vb. Bijzonder voorrecht van de verhuurder op de goederen in de woning van de huurder. De goederen worden verkocht en geld gaat naar verhuurder. 2. De schuldeisers VAN de massa massa = het failliete vermogen. => Het zijn personen die schuldeisers geworden zijn na het vonnis, door kosten die ze hebben gemaakt voor de afwikkeling van het faillissement: - Curator, advocaten,deurwaarder - Kranten - Werknemers die terug worden aangenomen voor het onderhoud. 3. De eventuele uitkering tot levensonderhoud. Voor de gefailleerde en zijn gezin. Is dit niet mogelijk, dan moet hij naar het OCMW stappen.
60
4. De schuldeisers IN de massa massa = De grijze massa van schuldeisers die geen voorrechten hebben. A. De schuldeisers met (slechts) “algemene” zakelijke zekerheden en meer bepaald – bij de wet toegekende – algemene voorrechten op restgoederen. Restgoederen
= Goederen die nog overblijven waarop geen zakelijke zekerheden worden gevestigd.
1) Werknemers die nog recht hebben op loon 2) Kassen van de Sociale Zekerheid 3) Fiscale overheid (belastingen) B. De gewone chirographaire schuldeisers. = kleine schuldeisers van het bedrijf Vb. Leveranciers van dranken, onderhoud kopieermachines,.. Chirographaire = met handgeschreven contract. Binnen deze groepen worden de nog beschikbare gelden ‘pondspondsgewijze’ verdeeld FORMULE:
100% X het bedrag van het overschot van de verzilvering = ....% het totaal van de nog uit te betalen schuldvordering
5. De sluiting van het faillissement. 1 De slotvergadering van de schuldeisers (met advies aangaande de zgn. verschoonbaarheid). Curator brengt verslag uit: Wat is de opbrengst en legt uit naar wie de opbrengst moet gaan. + Advies over verschoonbaarheid = Gefailleerde heeft geen zelf geen fout aan het faillissement => geen professionele beperkingen EN restschulden zijn definiteif weg Restschulden = Schulden na de afsluiting van het faillissement. 2. Zitting van de Rechtbank van Koophandel Goedkeuren verdeling + vonnis Schuldeisers krijgen kopie vonnis en kunnen daarmee gelden gaan innen bij Deposito-en Consignatie Kas
61
Afdeling 7- Bijzondere gevolgen van het faillissement in de vennootschap 1. De gevolgen voor de aandeelhouders/vennoten Er is een onderscheid naar de graad van rechtspersoonlijkheid Volledige rechtspersoonlijkheid: Aandeelhouders zijn nooit aansprakelijk voor schulden van de vennootschap. Ze zijn wel hun inbreng kwijt. Onvolledige rechtspersoonlijkheid: De vennoten zijn volledig en hoofdelijk aansprakelijk met hun privé vermogen. Faillissement van de vennootschap heeft tot gevolg het faillissement van de vennoten. => Daarom wordt dit weinig gebruikt, vooral bij vrije beroepen. 2. De gevolgen voor de bestuurders/zaakvoerders Alleen bij volledige aansprakelijkheid bespreken we dit, want bij onvolledige aansprakelijkheid zijn ze sowieso aansprakelijk. Ze kunnen persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor betalen van de schulden van de vennootschap als het faillissement mede het gevolg is van een kennelijk grove fout van de bestuurder.
OPM: Op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders kan er kwijting worden gegeven aan de bestuurders, maar hij behoudt wel zijn aansprakelijkheid tov derden. 3. De gevolgen voor de oprichters van de vennootschap De oprichters zijn de oorspronkelijke vennoten. Ze kunnen aansprakelijk worden gesteld als zij een ontoereikend startkapitaal hadden met tot gevolg een faillissement binnen de 3 jaar na oprichting. Ook als de oprichters intussen geen aandelen meer bezitten, blijven zij aansprakelijk.
4. De gevolgen voor de obligatiehouder van de vennootschap Obligatiehouders zijn zelf schuldeiser tov de vennootschap, ze maken geen deel uit van de onderneming. Ze zitten in de laagste klasse van schuldeiser, het zijn onbeschermde schuldeisers. Alleen de hypothecaire obligaties hebben zekerheid (Maar alleen kleine ondernemingen kunnen dat uitgeven, omdat grote niet genoeg onroerende goederen hebben om aan iedereen een hypothecaire obligatie te geven.)
62
ONDERDEEL B: HET GERECHTELIJK AKKOORD (wet betreffende het gerechtelijk akkoord van 17 juli 1997, hierna afgekord tot WGA)
Vooraf: Sedert de wet van 17 juli 1997, worden er in iedere Rechtbank van Koophandel een of meerdere Kamers voor Handelsonderzoek ingesteld. KvH: Een voorzitter, 2 lekenrechters en een griffier Deze kamers kunnen geen recht spreken, ze werken ambtshalve = onderzoek instellen naar een onderneming in moeilijkheden. Als Kamer oordeelt dat onderneming in moeilijkheden zit, moet de onderneming eigenlijk een aanvraag indienen tot bemiddeling van het faillissement. Kamer kan echter niet dwingen. Als onderneming dit niet doet, zal de Kamer de zaak doorspelen naar het Parket. Hoe onderzoekt de Kamer van Handelsonderzoek of onderneming in moeilijkheden zit? Bepaalde overheidsinstanties moeten informatie doorspelen aan de griffie als een onderneming niet in orde is met betalen van :- RSZ, Financiële administratie (BTW) + Onderneming kan informatie krijgen van concurrenten. -
als er een waardevol dossier is, wordt het dossier doorgespeeld aan de Kamer.
Afdeling 1- Begripsomschrijving Definitie Het gerechtelijk akkoord kan worden omschreven als een overeenkomst tussen een handelaar in betaalmoeilijkheden en de groep van de schuldeisers, afgesloten en uitgevoerd onder toezicht van de Rechtbank van Koophandel, ter voorkoming van het faillissement. Bedoeling wetgever Een akkoord sluiten tussen de partijen om faillissement te voorkomen. Want een faillissement is voor vele partijen nadelig: schuldeisers, onderneming, werknemers en de economische welvaart van de hele regio. Afdeling 2 – De akkoordaanvraag A. Grondvereisten 1. Handelaar zijn 2. Tijdelijke betaalstaking of voortzetting van onderneming bedreigt. 3. Financiële sanering en economische herstel lijken mogelijk 4. Geen sprake van kennelijk kwade trouw. B. Vormvereisten Er moet een vonnis van de Rechtbank van Koophandel zijn. Dit wordt uitgesproken na aanvraag tot Gerechtelijk akkoord door: - De schuldenaar zelf op verzoekschrift - Procureur des Konings op dagvaarding. Als je zelf iets vraagt voor jezelf doe je dat met een verzoekschrift. Vraag je voor iemand anders iets, dan doe je met dagvaarding. 63
Op de vastgestelde rechtsdag, houdt de rechtbank een openbare zitting, waar alle belanghebbende worden gehoord. Na beraad doet de rechtbank uitspraak bij vonnis.
Inhoud vonnis: - Ofwel kent de Rechtbank een voorlopige opschorting van betaling toe voor een observatieperiode van in principe 6 maanden (1x verlengbaar met 3maanden). Er wordt een commissaris inzake opschorting aangesteld om de schuldenaar bij het bestuur van de onderneming, onder toezicht van de Rechtbank Voorlopige opschorting van betaling = Gedurende die periode moeten de schuldeisers de schuldenaar met rust laten. Schuldeisers mogen niets ondernemen. De schuldenaar moet gedurende die periode niet betalen. Commissaris inzake opschorting: kan advocaat, boekhouder, revisor zijn. Ze moet bedrijfsleiding helpen bij het overleven van de onderneming en bij het opstellen van herstel – en betalingsplan. -
Ofwel wordt de akkoordaanvraag verworpen en alsdan kan het faillissement worden uitgesproken.
OPM: De schuldeiser kan geen initiatief nemen. Afdeling 3 – De observatieperiode 1. Gevolgen voor de schuldeisers nadat de voorlopige opschorting van betaling werd toegestaan. De schuldeiser moet stilzitten. 2. Aangifte en nazicht van de schuldvorderingen door de commissaris inzake opschorting. Zelfde als bij faillissement. zie P. 59 puntje2 3. Het opstellen van een Herstel – en betalingsplan, bestaande uit een beschrijvend en bepalend gedeelte. Beschrijvend: De toestand van de zieke onderneming wordt beschreven. (de oorzaken,..) Bepalend: Deel van plan waarin maatregelen staan die de onderneming moet redden.
Er zijn 3 Soorten maatregelen: a. Bedrijf – economische - Op zoek gaan naar nieuwe, betere bestuurders, zaakvoerders,… - Bepaalde niet – rendabele afdelingen sluiten - Delocatie = bepaalde productieafdelingen verplaatsen naar lage loonlanden - Bepaalde afdelingen verkopen aan de concurrentie - Samenwerken met andere bedrijven. b. Financieel – Juridische: schuldenlast verminderen - Kwijtschelding van bepaalde schulden proberen te bekomen - Proberen de rentevoeten te verlagen - Kapitaalvermindering - Aan schuldenaars vragen om schulden om te zetten in aandelen 64
- Subsidies, staartsteun MAAR: is niet toegestaan door EU, want binnen EU geldt de vrije markteconomie. c. Sociaal herstructureringsplan Bij afvloeiingen van werknemers, is zo een plan verplicht Plan moet WN helpen bij het vinden van een nieuwe job. 4. Verdere bevoegdheden van de schuldenaar en van de commissaris inzake opschorting. In principe blijft de bedrijfsleiding aan het hoofd staan van de onderneming, maar Vonnis kan zeggen dat voor bepaalde beslissingen de goedkeuring nodig is van de rechter-commissaris.
Afdeling 4- Het gerechtelijk akkoord. 1. Vergadering met de schuldeisers waarop het Herstel – en betalingsplan wordt besproken en bij stemming wordt goedgekeurd of verworpen. Eventueel nog wijziging. 2. Bij goedkeuring door de (Dubbele) meerderheid van de stemgerechtigde schuldeisers, kan de Rechtbank van Koophandel bij Homologatievonnis de definitieve opschorting van betaling toestaan voor een periode van in principe 24 (eventueel +12) maanden.
Dubbele meerderheid = Meerderheid van de schuldenaars die over meerderheid van het te vorderen bedrag beschikken. 3. Wordt het Herstel – en betalingsplan niet uitgevoerd, dan volgt het faillissement.
OPM: De wet tot het Gerechtelijk akkoord is niet geslaagd, vele bedrijven gaan nadien nog failliet. Oorzaken: - De ondernemers wachten te lang - Laatste woord ligt toch bij de schuldeisers, zij beslissen.
65
DEEL III HANDELSTUSSENPERSOON Afdeling 1- De techniek van de vertegenwoordiging bij het aangaan van verbintenissen voor anderen. 1 Begripsomschrijving = Gewoonlijk gaat een rechtssubject (= persoon) verbintenissen aan voor zichzelf: overeenkomsten worden alsdan afgesloten en verbintenissen aangegaan voor eigen rekening en in eigen naam. Bij vertegenwoordiging zal een vertegenwoordiger overeenkomsten afsluiten en verbintenissen aangaan voor iemand anders, dwz voor rekening van iemand anders, de vertegenwoordigde. Bij vertegenwoordiging worden maw. de rechtsgevolgen van het optreden van de vertegenwoordiger toegerekend aan de vertegenwoordigde en diens vermogen. Definitie: Vertegenwoordiging betekent altijd dat een persoon, de vertegenwoordiger (= tussenpersoon), de rechtshandelingen verricht en verbintenissen aangaat voor rekening van een ander persoon, de vertegenwoordigde (=opdrachtgever)
2 Gradaties in de vertegenwoordiging A Eigenlijke of de volkomen vertegenwoordiging dwz de rechtstreekse
vertegenwoordiging. = de vertegenwoordiger gaat verbintenissen aan voor rekening en in naam van de vertegenwoordigde, zodanig dat de vertegenwoordigde rechtstreeks verbonden wordt ten overstaan van de derde, de wederpartij. Schematische voorstelling: Principaal = vertegenwoordigde Interne relatie
Agent = vertegenwoordiger
Soorten:
Koop-verkoopovereenkomst
Derde
- De wettelijke vertegenwoordiging - De conventionele vertegenwoordiging (op grond van lastgeving) - De organieke vertegenwoordiging. (dwz van rechtspersonen door hun organen)
66
Wettelijke vertegenwoordiging = bij wet geregeld (vb ouders en voogd zijn vertegenwoordigers van het minderjarig kind) VB. Jef is minderjarig en krijgt van grootouders een huis => er moet een schenkingscontract worden opgesteld bij de notaris. Met handtekening van de beide partijen. De ouders van Jef zullen moeten tekenen in naam van Jef. Ouders staan ook in voor het onderhoud van de goederen van JEF en dus ook huis. Als Jef overlijdt, gaat het naar zijn erfgenamen.
Conventionele vertegenwoordiging. Op grond van lastgeving Lastgeving: = is een overeenkomst waarbij een persoon, de lastgever (vertegenwoordigde) aan een ander persoon, de lasthebber (vertegenwoordiger), de bevoegdheid (of de macht) verleent om zijn vermogen te besturen en om hem te vertegenwoordigen, dwz om in zijn naam en voor zijn rekening overeenkomsten af te sluiten met derden, de wederpartijen van de lastgever. bewijs: tot bewijs van deze overeenkomst en van de eventuele (omvang van) vertegenwoordigingsbevoegdheid van de lasthebber wordt er een volmacht opgesteld. Volmacht = schriftelijk en zal aantal beperkingen inhouden (vb verkopen van huis niet toegestaan) Lastgeving wordt gebruikt als je bv lang op reis of ziek bent… Als lasthebber de opdracht niet goed uitvoert, zal hij aansprakelijk zijn.
Organieke vertegenwoordiging = vertegenwoordiging van rechtspersoon door zijn organen B De eigenlijke of onvolkomen vertegenwoordiging, dwz Rechtstreekse
vertegenwoordiging = De tussenpersoon sluit overeenkomst af en gaat verbintenissen aan weliswaar voor rekening van de opdrachtgever, maar in eigen naam. Zodat de opdrachtgever in de regel slecht onrechtstreeks verbonden wordt ten overstaan van de wederpartij
Schematische voorstelling Principaal
Agent
koop-verkoopovereenkomst
Derde
67
Afdeling 2 – De commissieovereenkomst = Toepassing van onvolkomen vertegenwoordiging Er is geen rechtstreeks verband tussen opdrachtgever en derde.
Schematische voorstelling Principaal = committent
vert. = commissionair
-
koop-verkoopovereenkomst
Derde
Vaak gebruikt bij verkoop op grote afstanden
1. Begripsomschrijving Commissionair is tussenpersoon die weliswaar voor rekening van principaal, maar in eigen naam contracten afsluit met derde. Verkoopcommissionair Gaat goederen geproduceerd door opdrachtgever verkopen in eigen naam. Koper kent identiteit van de opdrachtgever niet. Er is geen rechtstreekse band tussen committent en derde. Derde betaalt aan commissionair, commissionair zal het bedrag doorstorten aan committent na afhouding van het commissieloon. Aankoopcommissionair Is eigenlijk hetzelfde als Verkoopcommissionair. De opdrachtgever heeft ook grondstoffen nodig voor zijn goederen te produceren. De commissionair zoekt iemand die dat heeft en verkoopt ze aan de opdrachtgever. Deze betaalt aan commissionair en die betaalt verkoper. => Dit is handig om goederen met een grote waarde anoniem te verkopen. Want klant kent de opdrachtgever niet.
2. Verplichtingen commissionair Verplichtingen vastgelegd in interne overeenkomst = commissieovereenkomst • •
•
•
•
Commissionair moet instructies van committent uitvoeren (prijs,…) Informatieplicht = Committent kent de situatie niet, commissionair moet marktsituatie melden aan committent. Zodat deze kan inspelen op de situatie. (vb. in tijden van oorlog niet meer leveren aan dat land…) Instaan voor volledige uitvoering van de overeenkomst door de wederpartij afgesloten. vb. Derde partij betaald niet, de commissionair zal een proces moeten voeren tegen de derde (Bij faillissement, ligt het risico wel bij committent) Vb. Bij foute levering zal commissionair probleem moeten oplossen. Geheimhoudingsplicht = Commissionair mag nam van committent nooit vernoemen aan derde. Derde kan de naam ook niet opeisen. + Commissionair kan niet verplicht worden door committent om naam van derde te zeggen. (bescherming van commissionair, anders zou committent rechtstreeks aan derde kunnen verkopen, buiten de commissionair om.) Rekeningen voorlegen aan committent. 68
Verplichting committent - Hij moet de voorafbepaalde beloning na te komen. Namelijk het commissieloon betalen. OPM: De goederen die bij commissionair zijn geen eigendom van hem, blijven eigendom van committent. Afdeling 3 – De handelsvertegenwoordiger en de Handelsagenten. = toepassing van volkomen vertegenwoordiging 1. Opdracht van deze tussenpersoon Het zoeken en bezoeken van zoveel mogelijk klanten met bedoeling zoveel mogelijk verkoopkoopcontracten af te sluiten in naam van opdrachtgever, de principaal. Hij verbindt niet zichzelf. Als contract is afgesloten, valt de vertegenwoordiger als het ware weg en er ontstaat een rechtstreeks verband tussen principaal en derde (koper). 2. Verschil tussen Handelsvertegenwoordiger en Handelsagent Handelsvertegenwoordiger Dit is een werknemer van de opdrachtgever. VOORDEEL: ze worden beschermd door het arbeidsrecht. Handelsvertegenwoordiger Het zijn zelfstandige handelaars die als tussenpersonen optreden in naam en opdracht van opdrachtgever. Ze werken volgens de bepalingen van de Handelsagentuurwet Contract noemt men een agentuurovereenkomst en dit is een vorm van lastgeving. Hij staat niet onder toezicht van principaal. Kan optreden voor meerdere ondernemingen. Als contract is afgesloten, valt de vertegenwoordiger als het ware weg en er ontstaat een rechtstreeks verband tussen principaal en derde (koper).
OPM: Meestal richten de handelsagenten een vennootschap op. Afdeling – 4 De concessiehouder 1 Begripsomschrijving De concessieovereenkomst is een raamovereenkomst tussen concessiegever (producent of importeur) en een concessiehouder (zelfstandige voortverkoper), waarbij partijen zich over en weer verplichten tot vormen van verkoop en aankoop. Raamovereenkomst = Omvangrijke onbenoemde contracten (= niet door de wet geregeld).
Bevat een: Verkoopconcessie = Aspect van overeenkomst waarbij producent verplicht goederen (meestal duurzaam) te verkopen aan concessiehouder tegen afgesproken voorwaarden. Prijs en levering 69
Aankoopconcessie = Concessiehouder verplicht zich ertoe goed aan te kopen bij producent, tegen welbepaalde voorwaarden van prijs en kwaliteit. OPM: Verschil met commissieovereenkomst is, bij de concessiehouder eigenaar wordt en de concessiegever valt dan weg. Bij de commissieovereenkomst, wordt de commissionair geen eigenaar. Bijkomende afspraken in contract •
Exclusiviteit: - Concessiehouder mag zich exclusief bevoorraden bij producent en mag enkel die producten verkopen. - Concessiegever mag enkel aan concessiehouder verkopen.
•
Territoriale gebiedsbescherming Concessiehouder opereert binnen een bepaald gebied aan hem toegekend. Binnen dat gebied heeft hij het monopolie voor een bepaald product.
•
Prijsafspraken ( = prijsbinding) Concessiehouder mag enkel verkopen aan een prijs opgelegd door de concessiegever = prijsbinding.
2. Contractuele verplichtingen van de concessiehouder. • • • • • • • • •
Concessiehouder moet verkoop van producten van concessiegever bevorderen. CH is verbonden aan bepaalde quota. (moet vb per jaar bepaalde hoeveelheid verkopen.) CH moet beschikken over bepaalde voorrad.(ook wisselstukken !) CH mag enkel voort verkopen aan prijs opgelegd door CG CH mag zich enkel bevoorraden bij CG CH mag geen producten verkopen geproduceerd door concurrent (Als je producent een bepaald onderdeel niet zou produceren, mag je het wel bij concurrent kopen.) CH zal reclame moeten maken volgens instructies en met materiaal van CG CH zal boekhoudkundige controle door CG moeten dulden CH moet grenzen van zijn gebied respecteren (vb. verkoper uit Antwerpen mag niet in Luik gaan verkopen, hij mag geen reclame voeren daar.)
Voordelen voor CH en CG - Concessiehouder wordt verwacht op de hoogte te zijn van voorkeuren van de klanten. Dit is een voordeel voor concessiegever. - Concessiehouder profiteert van de naambekendheid van bepaald merk dat goed verkoopt.
70
3. De tegenwerpelijkheid van de (exclusiviteit) concessies aan derden (dwz. concurrerende verkopers) Situatieschets en vraagstelling Brabant (Merckx Fietsenfabrikant)
Luik (Janssens Fietsenhandelaar)
concessieovereenkomst Limburg (Dupot Fietsenhandelaar)
Derde (Makro)
Parallelimport
In Makro worden Merckx fietsen verkocht aan lagere prijzen dan bij Janssens die CH is. Kan Janssens iets doen tegen Makro. Makro is goed gaan kopen in Limburg bij Dupot = parallelimport. Kan de concessiehouder Janssens die beschikt over exclusiviteit. kan hij dat exclusiviteitrecht doen gelden tov Makro. => Neen, zijn monopolie is relatief => Voor de rechter is het principe van de vrije markt belangrijker dan de exclusiviteit van de CH. Omwille van het basisbeginsel van de vrije mededinging in het economisch systeem van de vrije markteconomie, is een exclusieve concessie met het recht van alleenverkoop, in het huidige recht en in principe, niet tegenwerpelijk aan derden-concurrenten en moet de concessiehouder rechtmatige zuivere parallelimport dulden.
Onderscheid tussen rechtmatige(zuivere) en onrechtmatige (onzuivere) parallelimport Rechtmatige: Onrechtmatige
Vb:
Eerlijke handelspraktijken => parallelimport dulden Oneerlijke handelspraktijken => parallelimport niet dulden => Janssens kan zijn recht doen gelden
- Verkopen tegen te lage prijzen is verboden - Klanten lokken op basis van gestolen klanteninformatie - Valse, bedrieglijke reclame.
Voorwaarden opdat Janssens zich kan verzetten - Concessieovereenkomst tussen Janssens en Merckx moet geldig zijn - De derde moet weet hebben van een bestaan van de overeenkomst - Derde maakt zich schuldig aan onzuivere parallelimport Wat kan hij doen? 1. Janssens kan gerechtelijke stappen ondernemen 2. Vordering tot staken: Als hij weet heeft van 1 van de voorwaarden kan hij naar voorzitter van de rechtbank stappen. Deze zal dan Makro een dwangsom opleggen. 71
Wat als Makro bij Merckx koopt? => Merckx is in fout, hij pleegt contractbreuk tov Janssens Wat voor Dupot Dupot gaat vrijuit, hij mag verkopen aan eender wie. Dupot mag wel niet exporteren naar gebieden buiten het zijne. Dus Makro zal moeten komen halen.
4. Het einde van de concessieovereenkomst • Vroeger werd het einde van de overeenkomst vrij bepaald door de partijen. => veel misbruik Ter bescherming van de concessiehouder is er een wet gekomen. Contracten voor onbepaalde tijd kunnen niet éénzijdig worden beëindigd. Tenzij met redelijke opzegtermijn OF billijke opzegvergoeding. => De concessiehouder mag kiezen wat hij wil. Termijn en bedrag hangt af van hoelang je al houder was. (soms 2-3 jaar !)
UITZ Afdanking kan gebeuren zonder vergoeding/opzegtermijn indien grove tekortkomingen van 1 van de partijen. Vb:
- CH is er in geslaagd slechts 1 product op een heel jaar te verkopen - Niet houden aan prijsbinding, verkopen aan lagere prijzen. => Rechter zal oordelen of dit een grove fout is.
Afdeling 5 - De makelaars = Zelfstandige en onafhankelijke tussenpersoon die als opdracht heeft te bemiddelen bij het tot stand komen van overeenkomsten door andere afgesloten. De makelaar krijgt hiervoor een makelaarsloon
vb. Vastgoedmakelaar, verzekeringsmakelaar
Afdeling 6 – De handelszaak 1. Begripsomschrijving = Geheel van goederen (materiële en immateriële middelen) waarmee handelszaak wordt opgebouwd en waarmee het cliënteel wordt aangetrokken. Samenstellende bestanddelen: Het pand omvat het geheel der waarden die de handelszaak uitmaken, met name de klandizie, het uithangbord, de handelsinrichting, de merken, het recht op huurceel, het mobilair van het magazijn en het gereedschap, dat alles behoudens strijdig beding. Het mag den aanwezigen voorraad opgeslagen waren, tot een bedrag van 50% ter hunner waarde, omvatten.
huurceel = Het geschreven huurcontract waarin staat hoelang hij nog recht heeft om die zaak te huren.
72
2. Het in pand geven van de handelszaak => Normaal is in pand geven gelijk aan buitenbezitstelling, hier is dit niet het geval.
Grondvereisten - Alleen bankiers kunnen handelszaken in pand nemen Vormvereisten - Geschreven pandakte (Authentiek of geregistreerd onderhandse akte.) => men weet dan precies op welk tijdstip de akte ingaat. - Akte ook laten registreren bij de hypotheekbewaarder indien het een geregistreerd contract is Rechten van de panhoudende schuldeiser. - Indien er op tijd wordt terugbetaald, wordt de akte doorhaalt (= vernietigd) - Bij niet betaling, zal het pand worden verkocht, de opbrengst is voor de bankier => pandhouder is een sterke schuldeiser.
OPM: Gedurende de ‘in-pand-geving’ blijft de handelaar volledig zelfstandig werken
73
DEEL V – VERENIGINGSRECHT Algemene inleiding
Groepering (Juridisch georganiseerd)
Vereniging in ruime zin
- Vereniging => geen winstoogmerk => Ideëel doel
Vennootschap => winstoogmerk => Prof. doel
Zonder Rechtspers.
-> Feit. ver.
Met RP. -> VZW ( Als je Onroer. Goed hebt. Als je personeel hebt)
- Zonder RP - Met RP
- Volkomen - Onvolkomen - CVOHA
Oogmerk = Wat beogen mensen die zich groeperen: - Winst maken - Maatschappelijke doeleinden
Hoofdstuk 1 – De VZW 1. Definitie De VZW is een vereniging met rechtspersoonlijkheid die geen nijverheids- of handelszaken drijft en welke niet tracht een stoffelijk voordeel aan haar leden te verschaffen
= geen commerciële doeleinden + geen winstoogmerk Dit betekent dat de VZW beschikt over eigen volkomen rechtspersoonlijkheid, met eigen Identiteit en eigen vermogen, gescheiden van het privé-vermogen van de leden en van de bestuurders, en eigen organen (waardoor de VZW handelingsbekwaam wordt) en van velerlei subjectieve rechten kan genieten.
Subjectieve rechten: - mogelijkheid om eigendom te verwerven - mogelijkheid om naar rechtbank te stappen - mogelijkheid om contracten aan te gaan Subjectieve verplichtingen: - belasting betalen - kan gesanctioneerd worden 2. De identiteit Te bepalen in de statuten: - Eigen benaming, gevolgd door de afkorting VZW (keuze is vrij) - Eigen zetel (geen onderscheid stat/feit zetel, want geen com. doeleinden) - Eigen nationaliteit - Bepaalde duur of opgericht voor onbepaalde tijd. - Precieze omschrijving van het ideëel doel. OPM: De leden werken onbaatzuchtig, wat niet wil zeggen dat het personeel niet vergoed kan worden. 74
3. Het eigen vermogen Vooraf: Elke vereniging heeft een eigen verenigingsvermogen nodig. Maar – in tegenstelling tot de vennootschappen – ontstaat dat niet uit inbrengen vanwege de leden en geeft de vereniging geen aandelen uit; is er geen Maatschappelijk kapitaal en gelden er geen regels van kapitaalbescherming. Samenstelling van het verenigingsvermogen: - basisgelden: ter beschikking gesteld door 1 van de leden - lidgelden van de leden (maximum lidgeld vastgelegd in statuten) - overheidsubsidie - schenking en legaten - uit eigen activiteit Uit eigen activiteit: => vereniging mag wel commerciële activiteiten organiseren indien: - in beperkte mate - noodzakelijk voor voortbestaan vereniging - opbrengsten mogen nooit naar de leden gaan. Giften vanwege derden Voor giften van meer dan 100 000 EUR moet je de machtiging hebben van de koning (in weze minister van justitie) Statutaire bepalingen aangaande bestemming en ontbinding De overschot van de gelden na betaling van de schuldeisers, moet gaan naar een andere vereniging met de zelfde doelstellingen Eigendom van onroerend goed? Nu mag een vereniging over zoveel onroerende goederen beschikken als ze wil. Vroeger was dit niet het geval. 4. De Leden - Wettelijk minstens 3 werkelijke leden Daarnaast zijn tal van aangeslotenen mogelijk die geen deel uit maken van de AVL. - Statuten bepalen de voorwaarden van lidmaatschap: toetreden, uitstappen en uitsluiting (via besluit AVL.) - Ledenorgaan: Raad van Bestuur of AVL - Aanvaarde leden moeten in de regel lidgelden betalen. - Bewijs lidmaatschap: Register van de leden (ledenlijst ter Zetel en neerleggen in het Verenigingsdossier ter Griffie van Rechtbank van Koophandel.) Leden krijgen meestal een lidkaart. - In principe hebben alle werkelijke leden gelijk stemrecht ter AVL. - De leden zijn niet aansprakelijk voor de verbintenissen van de VZW. - Bij vertrek hebben zij geen recht op terugbetaling van lidgelden.
75
5. Eigen organen (= onvermijdelijk in een rechtspersoon) A – De AVL. - Samenstelling: alle wettelijke leden (Geen aangesloten leden) - De ‘gewone’ algemene vergadering o Minstens eens per jaar (wegens goedkeuring jaarrekeningen) o Respect voor vergaderingregels: Tijdige oproepingsbrief met agenda Geen aanwezigheidsquorum (tenzij statutair bepaald) Besluiten bij ‘gewone’ meerderheid van de ‘aanwezigen’ Notulen o Bevoegdheden -
Benoeming/ afzetting van bestuurders en eventueel van commissarissen indien deze nodig zijn. Kwijting aan bestuurders en commissarissen Goedkeuring van de rekeningen (verleden BJ) en de begrotingen (toekomst)
De ‘buitengewone’ algemene vergadering o Samenroepen indien wettelijk of statutair vereist
o Bijzondere vergaderingregels: quorum (2/3 aanwezig) en buitengewone meerderheid (2/3 van aanwezigen moet voor stemmen). Bij afkeuring wordt er een tweede stemming gehouden, waar er geen rekening wordt gehouden met aanwezigheidsquorum en buitengewone meerderheid. o Bevoegdheden Statutenwijziging, uitsluiten van leden, vrijwillige ontbinding. Jaarrekeningrecht • Kleine VZW: (max 5 Werknemers) - eenvoudige Boekhouding (verkorte jaarrekening) • Middelgrote VZW: => volledige boekhouding Goedgekeurde jaarrekening moet neergelegd worden bij balanscentrale Nationale Bank van België • Grote VZW (> 100 Werknemers) => Volledige boekhouding Boekhouding bekend maken bij balanscentrale van Nationale bank van België. + Commissaris aanstellen!
76
B. Raad van Bestuur • Samenstelling en Persoonlijk statuut: - Benoeming van minstens 3 door gewone AVL - Duur en mandaat en afzetting (statutair geregeld) • Bevoegdheden: Praktisch zoals in de NV Bijgevolg: de leiding van de VZW met intern bestuur en externe vertegenwoordiging. -
Intern Bestuur: = Omvang: alles omvattend, maar wettelijk beperkt en statutair beperkbaar. (vb. voor aankoop onroerend goed => goedkeuring AVL nodig) = uitoefening: altijd volgens de regels van de collegiale besluitvorming.
-
Externe vertegenwoordiging jegens derden en in recht. = omvang: allesomvattende wettelijke vertegenwoordigingsmacht! = Uitoefening: ofwel ‘collectief’ (allemaal samen) ofwel via Meerhandtekeningsclausule (= verbintenis kan afgesloten worden door handtekening van beperkte groep.)
6. Begin en einde Oprichting Een VZW oprichten bij grote bedragen en als je onroerende goederen hebt. Eerst de statuten ontwerpen, AVL keurt deze goed => neerlegging bij de Griffie van Rechtbank van Koophandel => Publicatie in Belgisch Staatsblad. (bevat identiteit van de leden) Opgericht bij onderhandse akte of authentieke akte indien enkele leden eigendommen inbrengt.
Einde Ontbinding is eerste stap naar vereffening Hoe ontbonden worden? - Van rechtswege, na verlopen van duurtijd - Vrijwillige ontbinding na beslissing AVL => Vereffenaars zijn meestal oorspronkelijke oprichters - Gerechtelijke ontbinding: Aangevraagd door elke belanghebbende partij inclusief OM. Bij overtreding van de statuten of indien VZW te commercieel wordt.
77
DEEL VI – EUROPEES ONDERNEMINGSRECHT Afdeling 1 – Historiek van de Europese Unie Vooraf De grondleggers: Robert Schuman, Franse minister van Buitenlandse zaken, lanceerde de idee van een Europese samenwerking in het – mede door Jean Monnet ontworpen – Schuman-Plan van 9 mei 1950. Verder de Duitse Kanselier K. Adenauer en de Italiaanse eerste Minister A. De Gasperi. Meer bepaald bij de voorbereiding van de oprichting van de EEG (1957), speelde de Belgische Minister van Buitenlandse Zaken, P.H. Spaak een belangrijke rol. DOEL: - Voorkomen van nieuwe oorlogen in Europa - Economisch sterkerker worden Wederopbouw van Europa is gesterkt door Amerika
Historiek • EGKS (Europese Gemeenschap van Kolen en Staal): Verdrag van Parijs van 1951, tussen Frankrijk, Bondsrepubliek Duitsland, Italië en de Benelux: de oorspronkelijke Zes. Belangrijkste unicum: installatie van een ‘Hoge Autoriteit’ Binnen de EGKS werd de Hoge Autoriteit opgericht. Bestaat uit 9 leden van de lidstaten met bedoeling besturen van gemeenschap (productie en verbruik van kolen en staal te controleren) => Om te ervoor te zorgen dat de oorlogscontrole onder toezicht kwam van Hoge Autoriteit. • Mislukte EDG (Europese Defensie Gemeenschap) : 1954 Bedoeling was een gemeenschappelijk Europees leger. Is niet doorgegaan omdat Franse publieke opinie er niet klaar voor was. Zij wilden tien jaar na WO niet onder Duitse leiders staan. • Euratom en de EEG : Verdragen van Rome 25 maart 1957 Doel EEG: - Instellen van een gemeenschappelijke markt, gebaseerd op de beginselen van de vrije markteconomie met vrije en eerlijke concurrentie. - De vier fundamentele vrijheden: * Vrij verkeer van goederen (afschaffing douanegrenzen, tolgrenzen) * Vrij verkeer van personen (Werknemers, beoefenaars van vrij beroepen) * Vrij verkeer van diensten (immat. goederen: elektriciteit, gas, internet) * Vrij verkeer van kapitaal (geld eender waar plaatsen,…) => OPM: Nog niet alle vrijheden zijn volledig, dit gebeurd gelijkdelijk aan - Voorbereiding van een economisch en monetaire unie.
Vrije markt = elke burger van gelijk welke lidstaat kan met eigen onderneming beginnen in eender welke lidstaad. Doel Euratom: Productie van kernwapens controleren. 78
• Fusie verdrag: 8 april 1965 Sedert de jaren ’70: toetreding van het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Denemarken, Spanje, Portugal en Griekenland: de Twaalf. Door het Fusiebedrag brengt men de organen van de EGKS en EURATOM samen met de organen van de EEG. De gemeenschappen zelf blijven bestaan. Maar organen komen samen. • Europese akte: februari 1986 Om de werking en Instellingen Europese Unie te vergemakkelijken kwamen er regels. - Europese Ministerraad bestaat nu uit 12 en bepaalde beslissingen kunnen nu genomen bij een gewogen meerderheid. (aantal stemmen waarover de minister beschikt hangt af van grote bevolking van zijn eigen land.) Niet meer met unanimiteit. - Invoering gerecht van 1e Aanleg - Legalisering Europese top => top orgaan is Ministerraad => top = Vergadering van staats en regeringsleiders. • Europese Unie: ‘Verdrag betreffende de Europese Unie’ Maastricht 07/02/92 Zoals gewijzigd bij het Verdrag van Amsterdam van 2/10/97. Traden verder toe: Finland, Zweden en Oostenrijk: de Vijftien (Noorwegen weigerde). Verdrag van Maastricht - Het creëert geen nieuwe gemeenschap, maar EU wordt overkoepelende organisatie waarin bestaande gemeenschap worden overgebracht. - Oorspronkelijke naam van EEG wordt veranderd naar EG => DOEL: Europese overheden meer vrijheden te geven (sociaal, cultureel en gezond leven). Niet alleen economisch leven. - Bestaande samenwerking wordt aangevuld met: 1) Gemeenschap van buitenlands en veiligheidsbeleid 2) Samenwerking op gebied van justitie en binnenlands beleid. Er komt: 1) Gemeenschappelijk politiek standpunt om te voeren tegen de andere grootheden (vs,..) Samen militaire vijanden bestrijden 2) Samenwerken om bestrijden van internationale criminaliteit. - Voorbereiding voor oprichting van politieke samenwerking: Maar is moeilijk want er zijn verschillende meningen: - Federaal model zoals in de VS, met sterk centraal beleid - Statenverbond: Delen overdragen aan hogere instantie, maar niet alles. • Verdrag van Nice 26/02/01, ter voorbereiding van uitbreiding EU Er is gewerkt aan de gewogen meerderheid => hoeveel stemmen een minister krijgt, afhankelijk van bevolkingsaantal.
79
• Conventie over toekomst van Europa, olv V. Giscard d’ Estaing en JL Dehaene Ter voorbereiding van een ‘Grondwet voor Europa’ (geratificeerd door de staatshoofden en regeringsleiders en de ministers van Binnenlandse Zaken van de 25 lidstaten, op 29/10/04). Ondertussen traden in mei 2004 tien nieuwe lidstaten toe: Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Estland, Letland, Litouwen, Cyprus en Malta: De Vijfentwintig. Goedkeuring van grondwet moet gebeuren door elke lidstaat. Lidstaten konden kiezen hoe ze deze goedkeuring deden. Sommige lidstaten via referendum (= inwoners stemmen) In Nederland en Frankrijk is het voorstel verworpen… waardoor er wss nog geen grondwet zal komen.
Grondbeginselen van de EU. • De EU als garant voor de vrede • Streven naar grotere politieke eenheid: met eerbieding evenwel van de nationale soevereiniteit der lidstaten • Gelijkheid en verbod van discriminatie op grond van de nationaliteit van de EU-burgers. • Het solidariteitsbeginsel = Er moet solidariteit bestaan tussen rijke en arme landen. • Respect voor de grondrechten, zoals gewaarborgd door het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, van Rome van 4 november 1950 (afgesloten in het kader van de Raad van Europa). NB: Gehandhaafd door het Europees Hof voor de Rechten van de mens te Straatsburg. => Eerlijk proces : - Recht op leven - Verbod op foltering - Recht op vereniging.
Afdeling 2 – De organen van de Europese Unie => Hun bevoegdheid bestaat erin: het verwezenlijken van economische welvaart. De Europese Raad van Ministers. Samenstelling: Vroeger waren dit de Ministers van Buitenlandse Zaken. Nu stuurt men gespecialiseerde ministers die bevoegd zijn, voor dat bepaalde probleem. Voorzitter: Minister van het land dat op dat ogenblik het voorzitterschap heeft. Ze werken volgens de regels van collegialiteit. OPM: Gewogen meerderheid = elke minister heeft een aantal stemmen, afhankelijk van het aantal inwoners die hij/zij vertegenwoordigd. => In praktijk worden belangrijke beslissingen nog vaak met unanimiteit genomen. => Landen die niet akkoord gaan moeten niet mee doen. (vb. Engeland met de Euro) = 2 Snelheden Het is geen permanent orgaan, wordt enkel samengeroepen indien het nodig is. Het eigen land primeert en vaak laten de ministers zich hierdoor leiden bij het nemen van beslissingen binnen de Raad. 80
Bevoegdheden: - Alle beslissingen die nodig zijn om verdragen uit te voeren onder de vorm van: * Verordeningen * Richtlijnen * Beschikkingen - Raadkamer benoemen • De Europese Commissie Samenstelling: Bestaat uit 25 leden, 1 van elke lidstaat Om de 5 jaar zijn er verkiezingen, per lidstaat wordt er een kandidaat voorgedragen die door andere lidstaten moet worden goedgekeurd. Daarna een goedkeuring door het Parlement
Voorzitter: 1 van de commissarissen wordt de voorzitter. Ze werken onafhankelijk van de lidstaat waarvan ze komen. Het is een permanent orgaan, in Brussel.
Bevoegdheden: - Verzorgt algemene leiding en dagelijks bestuur van Europese Unie. Staat aan het hoofd van 30 000 personeelsleden die verdeeld zijn in Directoren (soort ministeries). Vb. Directoor voor Milieu, sport, landbouw,… - Recht van initiatief inzake wetgeving, regelgeving. Ze schrijven de ontwerpteksten van verordening, richtlijnen en beschikkingen. Tekst wordt voorgelegd aan RVM. RVM heeft dat initiatiefrecht niet, ze kan enkel de teksten goedkeuren of afkeuren. - Verantwoordelijk voor uitvoeren van besluiten - Beslissingsbevoegdheid in administratieve zaken (in vorm van beschikkingen.) • Europees Parlement Samenstelling: 732 Leden, vertegenwoordigers van de bevolking van de lidstaten. Ze worden gekozen via rechtstreekse algemene verkiezingen. Om de 5 jaar in alle lidstaten een stemming. Aantal parlementsleden per lidstaat hangt af van het aantal inwoners. Het zijn niet echt Europese verkiezingen, want per land is er een lijst waaruit je kan kiezen als je stemt. Je kan niet op de lijst van een ander land stemmen.
Bevoegdheden: - Geen wetgevende bevoegdheid => Geen Europese wetten. - Zorgen voor goedkeuring van Europese begroting opgesteld door commissie: * Wat zullen de inkomsten zijn volgend jaar * Hoe zullen we deze besteden? ( Lonen van ambtenaren, subsidies,…) - Controle op Commissie en Raad via stellen van parlementaire vragen 81
- Medewerking verlenen aan het tot stand komen van besluiten (richtlijnen, verordeningen, beschikkingen) van de Raad door : - geven van advies, of goedkeuring. Commissie stelt op, de Raad keurt het goed en legt het voor aan het Parlement. Die heeft de keuze om het goed te keuren (uitvoering door Raad van Ministers) of het te verwerpen (Er komt een nieuwe tekst). Parlement zetelt in Straatsburg en in Brussel. • Europees Hof van Justitie en Gerecht van Eerste Aanleg Bevind zich in Luxemburg Het H v J werd versterkt door Gerecht van Eerste Aanleg
Samenstelling: Ze hebben ieders 25 rechters en 8 advocaten-generaal (geven gerecht advies). Er zijn verschillende kamers, naargelang de belangrijkheid van een geschil zullen er meer of minder rechters zijn. Elk land zal op zijn beurt rechter of advocaat mogen leveren. • Rekenkamer Samenstelling: 25 leden, benoemd voor periode van 6 jaar door de Raad van Ministers.
Bevoegdheid: Controle van regelmatigheid en wettelijkheid van de uitgaven en ontvangsten door commissie beheerd. => Geen doelmatige controle. • De Europees Centrale Bank (ECB) Samenstelling: Raad Van Bestuur bestaat uit - Presidenten van de nationale banken ( houden zich niet echt bezig met bestuur) - Directie: 6 leden, benoemd voor 8 jaar.)
Bevoegdheid: - Zorgen voor een goede werking van de Euro. - Aanpassen van de rentevoeten indien dit nodig is. • De Europese Raad van Staatshoofden en Regeringsleiders en de voorzitter van de Commissie. ( de Europese Top). Vergaderen 2 x per jaar. Staatshoofden die geen politieke macht hebben (vb Koning van België), worden vervangen door de regeringsleiders. (1e Minister in België). Nemen belangrijke politieke beslissingen uitgevoerd door de RVM. Vb. Gaan we het Europees Parlement meer bevoegdheden geven?
82
Afdeling 3 – De Beleidsinstrumenten van de organen van de EU • Verordening = Algemeen besluit, verbinden in al haan onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. (Rechtsreeks = Nationale overheid moet niets doen) Te vergelijken met Koninklijk Besluit. Voor toepassing van alle burgers waarvoor verordening geldt. • Richtlijn = besluit dat verbindend is voor de lidstaten voor wat de te bereiken resultaten betreft, maat dat aan de nationale overheden van de lidstaten de bevoegdheid laat vorm en middelen te kiezen.
Inhoud is opgesteld door Europa, maar de vorm is vrij te bepalen door de nationale overheid. = Soort bevel gericht tot de nationale overheden. Die overheden moeten ervoor zorgen dat de rechtsregels in eigen wetboeken komen. Manier waarop zij dat doen speelt geen rol, als het maar gebeurd.
Harmonisatierichtlijnen = Richtlijnen die tot doel hebben wetgeving in verschillende lidstaten gelijk maken. • Beschikking = is een bijzonder besluit, verbindend in al haar onderdelen voor degenen tot wie zij uitdrukkelijk is gericht. = Enkel van toepassing voor een bepaalde groep, bedrijf, lidstaat. Vb. Verlenen van milieuvergunning, beboeten… Afdeling 4 – De eigen aard van het Europees recht. Het objectief recht of de regelgeving van de Europese Unie bestaat uit de wetgeving, zoals toegepast en uitgelegd door het Hof van Justitie en het Gerecht. De wetgeving bestaat uit de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen zoals samengebracht in de overkoepelende EU. (= (basis) primair gemeenschapsrecht) en de daarop gefundeerde besluiten of beleidsinstrumenten van de Europese instellingen (= (afgeleide) secundaire gemeenschapsrecht). De rechtssubjecten van de EU zijn : de lidstaten, de eigen instellingen en de ondernemingen (vooral de grote, de grensoverschrijdende) Het Europees recht is een supra – nationaal recht, dat integraal deel uitmaakt van het nationaal recht.(en dus geen normaal internationaal recht en evenmin normaal nationaal recht.) Nationaal recht = wetboeken uitgevaardigd door de overheid van een lidstaat Internationaal = volkerenrecht = afspraken tussen staten en door staten nageleefd. vb. internationaal maritiem recht, oorlogsrecht,.. 83
Afdeling 5 – De rechtsbescherming in de EU De rechtsbescherming in de EU wordt verzekerd door het Hof van Justitie, bijgestaan door het Gerecht van Eerste Aanleg. Zij verzekeren de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en de toepassing ervan. A. De bevoegdheden van het Hof van Justitie 1. Beroep wegens niet – nakoming. Eventuele veroordeling van een lidstaat wegens niet – nakoming van zijn gemeenschapsrechtelijke verplichtingen. Zulks op initiatief van de Commissie of van een andere Lidstaat. Bv. Bij het niet (tijdig) uitvoeren van een Richtlijn. 2. Beroep tot nietigverklaring Nietigverklaring van de onwettige handelingen van de Europese overheidsorganen (dwz. de beleidsinstrumenten). Gronden van nietigheid zijn: 1) onbevoegdheid 2) Schending van wezenlijke vormvoorschriften (op aanvraag van EP) 3) Schending van de verdragsteksten of van de uitvoeringsbesluiten 4) Misbruik van bevoegdheden (vb. om bepaalde lidstaat te benadelen) zulks op initiatief van een lidstaat of van een ander orgaan van de Unie.
3. Bij wijze van prejudiciële beslissing uitspraak te doen aangaande de prejudiciële vragen vanwege de nationale rechters. = een vraag voor het oordeel wordt uitgesproken. Hoe het recht hier toepassen Dossier gaat naar Hof van Justitie. Ze doet uitspraak en zegt hoe het recht moet worden toegepast. Vb. Philips in Nederland is de concessiegever. NV Janssens in België is concessiehouder. Hij wordt gebonden door prijsafspraken. Door concurrentie moet hij verkopen aan lagere prijzen dan afgesproken met concessiehouder. => Philips gaat naar rechtbank. Rechter moet zowel Belgisch als Nederlands recht toepassen. => hij stelt een Prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie of prijsbinding mag of niet. Het Hof zegt van niet: Rechtbank in Antwerpen doet uitspraak en laat Janssens vrijuit gaan. Hof d 4. De hogere voorziening Als Cassatierechter optreden tov de uitspraken van het Gerecht van eerste aanleg. Oordeelt niet over de grond van de zaak, enkel of er geen procedurefouten zijn gemaakt.
84
B. De bevoegdheden van het Gerecht van eerste aanleg 1. Nietigverklaring van onwettige tot hem gerichte beschikkingen, na beroep ingesteld door een natuurlijk persoon of rechtspersoon (dwz een onderneming). Zelfde graden van nietigheid als bij A2 Gronden van nietigheid zijn: 1) onbevoegdheid 2) Schending van wezenlijke vormvoorschriften (op aanvraag van EP) 3) Schending van de verdragsteksten of van de uitvoeringsbesluiten 4) Misbruik van bevoegdheden (vb. om bepaalde lidstaat te benadelen)
2. Het toekennen van schadevergoeding wegens onrechtmatige schade veroorzaakt door de organen of de aangestelde van de Unie. 3. Geschillen tussen de Gemeenschappen en haar personeelsleden aangaande hun statuut. Tussen Europese overheden en personeelsleden (vb gemiste promoties, bedrag voor de pensioenen) Slotbeschouwing Het Europees recht vereist een goede medewerking van de overheden van de Lidstaten ervan met de Europese overheden, zowel inzake de totstandkoming ervan (uitvoeren richtlijnen) als de toepassing (in eerste instantie door de nationale rechters).
85
Afdeling 6. De concurrentieplicht van de ondernemingen in de E.U. Vooraf: Het Europees Economisch recht is gebaseerd op de beginselen van de vrije markteconomie . Dit betekent dat de ondernemingen de concurrentiestrijd moeten aangaan ; maar dan wel volgens de spelregels van een eerlijke mededinging . In geen geval mogen zij die mededinging uitschakelen via onderlinge kartelafspraken, waarbij die concurrentie wordt vervalst . Deze spelregels vinden wij in de artikelen 81 en 82 E.G.-Verdrag, zoais toegepast door de Verordening (EG) Nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 aangaande de
uitvoering van de verdragsrechtelijke mededingingsregels . 1. Art. 81 E.G.-Verdrag aangaande de verboden kartelpraktijken. I) De algemene regel. Als onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt zijn verboden :
A. alle kartelovereenkomsten tussen ondernemingen , zowel de horizontale als de verticale ; Kartelovereenkomst = overeenkomst tussen ondernemingen (grensoverschrijdend) die afspraken maken met elkaar om niet met elkaar te concurreren. Mogelijke afspraken zijn: - Marktverdeling: ieders zijn deel van de markt, de ander verkoopt daar niet. - Prijsbinding: Spreken af om niet onder bepaalde prijs te verkopen. - Boycot overeenkomst: Producten van andere concurrenten gezamenlijk boycotten. vb. Goedkope Japanse wagen op de markt. Bepaalde auto in hun gamma tegen dumpingprijzen verkopen om zo Japanse auto uit de markt proberen te krijgen. Horizontale= overeenkomst afgesloten door concurrenten die zich op hetzelfde niveau van productie of verdeling bevinden. Verticale = Overeenkomst afgesloten door zelfstandige, maar opverschillend niveau van productie of verdeling.
B. alle besluiten van ondernemersverenigingen; = beroepsverenigingen: als ze afspreken dat ze elkaar niet gaan concurreren als gevolg van beslissingen van hun beroepsvereniging. C. alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen . Als men niets op papier zet, maar informeel wel afspraken maakt. Door elkaars marktgedrag te gaan kopiëren. Vb. De ene bank verhoogt zijn rente en de dag daarop doet de andere bank net hetzelfde, waardoor er geen concurrentie meer is. Dit alles voor zover en op voorwaarde dat zij voor gevolg zouden hebben dat de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt wordt beperkt , verhinderd of vervalst .
86
2) De mogeliike uitzonderingen . Onder bepaalde voorwaarden worden een aantal mededingingsbeperkende praktijken worden geduld en vervalt het kartelverbod . Zij moeten namelijk bijdragen tot de verbetering van de productie of van de verdeling van de producten, mede ten voordele van de gebruiker en mogen zij de vrije mededinging niet verder schaden dan nodig . VB. Farmaceutische bedrijven. Er is vb een middel tegen aids nodig. Maar 1 onderneming alleen, heeft nooit genoeg kapitaal om dat onderzoek te doen. Zij kunnen dan een gezamenlijk onderzoeksteam maken en gezamenlijk labo oprichten. Dit is toegestaan.
2. De handhaving van de regels aangaande de mededinging . Vooraf: ofwel via voorafgaande toetsing en controle (zoals onder het oude recht ); = preventief, bedrijven moeten het aanvragen. ofwel via bestraffing van de misbruiken achteraf ( zoals sedert de nieuwe Verordening.. ). = als ze je betrappen. De Sancties bij onterechte overtreding van de kartelverboden . 1. Bestraffing door de Commissie als Europese Karteloverheid. De controlerende ambtenaren beschikken over uitgebreide onderzoeksbevoegdheden . Bij ontdekking van inbreuken op de kartelverboden , kan de Commissie bestraffend optreden en aan de overtreders ( de schuldige ondernemingen ) ( zware ) geldboetes opleggen of nog een Verbodsbeschikking uitvaardigen, waarvan de naleving kan worden afgedwongen door dwangsommen . Zoais boven aangeduid, kunnen de getroffen ondernemingen dergelijke beschikkingen aanvechten bij het Gerecht van Eerste Aanleg . Vaak op advies van een concurrent die ‘niet mag meedoen’. Die commissie mogen alle personeelsleden ondervragen, alle gebouwen betreden, zelfs de privé-gebouwen van de eigenaars. (daar liggen immers vaak de papieren die niet door de beugel kunnen.)
2) Bestraffing door de Nationale rechtscolleges van de Lid-staten. Bij een rechtsstrijd ( dwz. een proces ) tussen ondernemingen aangaande de toepassing van een overeenkomst ( of een vordering tot schadevergoeding ) , moeten verboden kartelafspraken en mededingingsbeperkende clausules worden nietig verklaard ( art. 81 , 2° lid). Hierbij moeten die rechters nagaan of de bestreden clausules al dan niet onder de boven genoemde uitzonderingen resorteren . Als rechter niet weet wat te doen, kan hij prejudiciële vraag stellen aan het Hof.
OPM: Rechter moet rekening houden met de uitzonderingen die eventueel van toepassing kunnen zijn.
87
3. Toepassingsvoorbeelden. 1) Grensoverschrijdende concessieovereenkomsten: verticale prijsbinding is onverenigbaar met de vrije gemeenschappelijke markt en CH's moeten parallelimport duiden. Monopolierecht van de CH is relatief, niet absoluut, de CH moet parallelimport dulden. 2) Het" Boekenkartel ": opgelegde vaste boekenprijzen zijn verboden. Ze verplichtten de boekenhandelaren om voor Nederlandstalige boeken een afgesproken prijs te vragen. Dit is verboden. 3) Marktverdelingsafspraken zijn verboden .
88