Toolkit Werken aan toegankelijkheid Praktische instrumenten voor zorgorganisaties en woningcorporaties om te werken aan een toegankelijke leefomgeving
Auteurs Nienke Blijham Judith van Lier Redactie Maureen Prins
Colofon © 2011 Vilans Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enige andere wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. Als kenniscentrum langdurende zorg implementeert en verspreidt Vilans actief kennis en neemt daarom verzoeken om teksten over te mogen nemen welwillend in overweging. Deze publicatie werd mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Vilans Postbus 8228, 3503 RE Utrecht Telefoon: (030) 789 2525, e-mail:
[email protected] Website: www.vilans.nl
Inhoudsopgave
Inleiding 4 Voor wie? 4 Waarom gebruiken? 4 Waaruit bestaat de toolkit en hoe is deze te gebruiken? 4 Opzet toolkit 5 Meer informatie over toegankelijkheid of ondersteuning nodig? 6 Een overzicht van de tools 7 Bewustwording 7 Meten van de huidige situatie 8 Verbeteren van toegankelijkheid 9 De Tools 11 Ervaringsparcours 12 Opzet startbijeenkomst toegankelijkheid bouw- of verbouwtraject 23 Stappenplan toegankelijkheidsschouw 33 Werken met persona’s 35 Visuele prikkelmethode 41 Geeltjesmethode 46 Collage ideeën leefomgeving 49 Plattegrond ideale leefomgeving 52 Stappenplan en schema voor opstellen programma van eisen 55 Toegankelijkheid per bouwfase 59
Inleiding
Deze toolkit bevat praktische instrumenten (tools) die u ondersteunen bij het werken aan toegankelijkheid. Het is een bundeling van instrumenten die Vilans de afgelopen jaren heeft ontwikkeld en ingezet om organisaties en bedrijven te stimuleren en te helpen bijdragen aan een toegankelijke samenleving. De tools richten zich op verschillende aspecten die bij het werken van toegankelijkheid een rol spelen: bewustwording, een visie vormen, de huidige situatie inventariseren, in kaart brengen van eisen en wensen en het beoordelen van plannen.
Voor wie? De tools zijn voor leidinggevenden van zorginstellingen en woningcorporaties, architecten en ontwerpers die betrokken zijn bij de bouw of verbouw van de (woon)gebouwen, de inrichting van de gebouwen en de buitenruimte die erbij hoort.
Waarom gebruiken? De toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid van de gebouwde omgeving wordt steeds belangrijker. Er is een groter wordende groep ouderen en mensen met beperkingen die zo lang mogelijk mee willen doen in de samenleving, waar nodig in combinatie met goede zorg en ondersteuning. Toegankelijkheid krijgt steeds meer een belangrijke plaats in het bouwproces. Ook nieuwe ontwikkelingen in (Europese) wet- en regelgeving vragen nu inspanning om voorbereid te zijn op de toekomst.
Waaruit bestaat de toolkit en hoe is deze te gebruiken? Met de tools in deze toolkit kunt u zelf aan de slag gaan met toegankelijkheid. Sommige tools zijn geschikt om wensen van ervaringsdeskundigen (afgevaardigden van de bewoners- of cliëntenraad bijvoorbeeld) in kaart te brengen. Andere tools helpen om bewustwording te realiseren, bijvoorbeeld het zelf ervaren van belemmeringen die de omgeving kan vormen als je een beperking hebt. In dit document worden de tools op twee manieren beschreven: 1. Introductie van de tool. Op basis van deze beschrijving bepaalt u of de tool voor u nu of wellicht in de toekomst interessant is. 2. Uitgebreide uitleg van de tool. Deze uitleg is aangevuld met werkmethoden en -bladen.
4
Opzet toolkit Onderstaande tabel geeft een overzicht van de tools in deze toolkit. De tools zijn verdeeld in drie categorieën: • Bewustwording van toegankelijkheid • Meten van de huidige situatie • Verbeteren van toegankelijkheid Tabel: Overzicht tools in deze toolkit Tool
Korte toelichting
Categorie
Voor wie
Motivatiefilm toegankelijk-
Geeft goed beeld van toegan- Bewustwording
Ondernemers, leidingge-
heid
kelijkheid en stimuleert tot
van toegankelijk-
vende bij zorgorganisaties
actie
heid
en woningcorporaties
Ervaringsparcours
Ervaren hoe het aanvoelt
Bewustwording
Leidinggevende bij zorg-
om een hulpmiddel zoals
van toegankelijk-
organisaties en woning-
een rollator of rolstoel te
heid
corporaties
gebruiken Opzet startbijeenkomst
Gezamenlijk startpunt betreft Bewustwording
Projectleider bouw of
toegankelijkheid bij bouw- of toegankelijkheid, definitie
van toegankelijk-
verbouwtraject
en plan
heid
Stappenplan toegankelijk-
Organisatie van uitvoering
Meten van de
Projectleider bouw of
heidsschouw
van een goede schouw van
huidige situatie
inrichting
Werken met persona’s
Plannen maken en beoor-
Verbeteren van
Projectleider bouw of
delen, rekening houdend met
toegankelijkheid
inrichting
een gebouw of de omgeving
inrichting
Bestuurder
kwetsbare doelgroepen
Ontwerper Architect
Visuele prikkelmethode
In kaart brengen van de
Verbeteren van
Projectleider bouw of
ervaringen en wensen van
toegankelijkheid
inrichting
Verbeteren van
Projectleider bouw of
mensen in hun leefomgeving Geeltjesmethode
Op eenvoudige manier
verschillende ideeën of waar- toegankelijkheid
inrichting
nemingen inzichtelijk maken
Projectleider facilitaire zaken Voorzitter van vergaderingen
Collage ideale leefomgeving
De wensen en ideeën van
Verbeteren van
Projectleider bouw of
burgers van hun leefomgeving toegankelijkheid
inrichting
inventariseren
Architect Ontwerper
Plattegrond ideale leef
De wensen en ideeën van
Verbeteren van
Projectleider bouw of
omgeving
burgers van het beoogd
toegankelijkheid
inrichting
gebruik van hun leefomgeving
Architect
inventariseren
Ontwerper
Stappenplan en schema voor Op overzichtelijke manier
Verbeteren van
Projectleider bouw of
opstellen programma van
toegankelijkheid
inrichting
de eisen voor een gebouw
eisen
opstellen
Toegankelijkheid per bouw-
Aandacht voor toegankelijk-
Verbeteren van
Projectleider bouw of
fase
heid op juiste momenten in
toegankelijkheid
inrichting
het bouwproces 5
Meer informatie over toegankelijkheid of ondersteuning nodig? Deze toolkit bevat praktische instrumenten (tools) van Vilans. Heeft u behoefte aan informatie over wet- en regelgeving en beleid op toegankelijkheid? Wij verwijzen u naar andere producten en websites van onder andere Vilans. Kijk bijvoorbeeld verder op/in: • www.AllesToegankelijk.nl • Handreiking ‘Werken aan Toegankelijkheid’ van Vilans (gratis te downloaden via www.vilans.nl) • Publicaties met toegankelijkheidseisen (NEN Norm 1814, Handboek voor Toegankelijkheid, ITS-normen) • Almanak ‘De wereld van toegankelijkheid’ van Vilans (te bestellen via www.vilans.nl) • www.vilans.nl, bij het onderwerp ‘toegankelijkheidsbeleid vormgeven’
Heeft u zelf niet de tijd of menskracht om de tools te gebruiken of wilt u daarbij advies of ondersteuning, dan kunnen deskundige medewerkers van Vilans u helpen. Kijk hiervoor op de website www.vilans.nl, bij het onderwerp ‘toegankelijkheidsbeleid vormgeven’.
6
Een overzicht van de tools
Om u op weg te helpen volgen hier korte omschrijvingen van de tools. U kunt zo beslissen welke tools interessant zijn voor u, op dit moment of wellicht in de toekomst. De categorieën uit de inleiding ziet u terug: • Bewustwording van toegankelijkheid • Meten van de huidige situatie • Verbeteren van toegankelijkheid De tools zijn los van elkaar te gebruiken en niet opvolgend. Bedenk waar u aan wilt werken en bepaal welke tools u daarbij kunnen helpen!
Bewustwording De tools voor bewustwording zijn gericht op het onderschrijven van de noodzaak van werken aan toegankelijkheid. Wat is toegankelijkheid? Waar hebben we het dan over? Waar werken we naartoe en waarom? Allemaal onderdelen van een bewustwordingsproces. Motivatiefilm toegankelijkheid AllesToegankelijk heeft een filmpje ontwikkeld waarin de voorzitter Otwin van Dijk, wethouder gemeente Doetinchem, vertelt waarom 25 landelijke partijen samen de toegankelijkheid in Nederland willen verbeteren. Het filmpje is een pleidooi voor de winst (maatschappelijke voordelen en meer omzet) die je met eenvoudige maatregelen al bereikt. Een toegankelijke samenleving is een verantwoordelijkheid van ons allemaal. In het filmpje ligt de focus op de ondernemers, maar ook op de kracht van goed burgerschap van gemeenten en burgerparticipatie (dienstverlenende sector) komt aan de orde. De meerwaarde en het commercieel belang van werken aan toegankelijkheid staat centraal. Hoewel niet direct gericht op zorginstellingen, geeft het filmpje ook voor deze sector aanknopingspunten. Doel is dat de kijker zich bewust is van het feit dat hij iets aan toegankelijkheid kan doen en liefst natuurlijk dat hij het ook gaat doen. Niet alleen om het gemakkelijker te maken voor ouderen en mensen met een beperking, maar ook omdat dit voordelen oplevert voor de ondernemingen en organisaties zelf. Dat kan vaak al met kleine en praktische oplossingen. Het filmpje toont veel verschillende voorbeelden van toegankelijkheid. Het filmpje is in te zetten tijdens een bijeenkomst, bijvoorbeeld bij de start van een bouwtraject. Het geeft de kijker in korte tijd (ongeveer 2,5 minuut) een goed beeld van toegankelijkheid en stimuleert tot actie. Ook voor mensen met beperkingen is het filmpje geschikt om te bekijken, want het voldoet aan de eisen van toegankelijkheid. Het filmpje is te zien op www.AllesToegankelijk.nl en youtube.
7
Ervaringsparcours Een ervaringsparcours laat deelnemers ervaren hoe het aanvoelt om een hulpmiddel als een rollator of rolstoel te moeten gebruiken. Lopend achter een rollator of zittend in een rolstoel doorlopen zij een route met allerlei obstakels. Deze actieve methode versterkt het bewustzijn en begrip voor ouderen, chronisch zieken en mensen met een beperking. Deelnemers ervaren hoe de omgeving invloed heeft op de toegankelijkheid voor mensen die minder goed ter been zijn. Het ervaringsparcours kunt u inzetten als middel om bestuurders, leidinggevenden en andere medewerkers bij een zorgorganisatie of woningcorporatie bewust te maken van de wereld van mensen met een beperking. De uitvoering van een ervaringsparcours kan op allerlei manieren. Een voorbeeld hiervan vindt u in de bijlage. Opzet startbijeenkomst toegankelijkheid bij bouw- of verbouwtraject Werken aan toegankelijkheid doet u in uw zorgorganisatie niet alleen. Het is juist een onderwerp om met meerdere mensen, disciplines en organisaties samen op te pakken. Hierbij is het belangrijk ervaringsdeskundigen, de gebruikers en (uiteindelijke) bewoners van het gebouw voor wie toegankelijkheid van extra groot belang is, in te schakelen. Een bouw- of verbouwtraject begint dikwijls met een startbijeenkomst. Daar vindt een toelichting plaats op het traject en de activiteiten. Bij een dergelijk overleg is het van belang dat helder is wat onder toegankelijkheid wordt verstaan. De tool uit deze toolkit helpt bij het organiseren van een startbijeenkomst. Een handig hulpmiddel daarbij is de bijgevoegde presentatie met definities en voorbeelden van toegankelijkheid.
Meten van de huidige situatie In deze toolkit is één tool opgenomen voor het in kaart brengen van toegankelijkheid. Door te meten kunnen verbeterpunten worden geformuleerd. Stappenplan toegankelijkheidsschouw Een toegankelijkheidsschouw van gebouwen en ruimten brengt knelpunten in kaart op het gebied van toegankelijkheid. Dit kan op verschillende manieren: van heel uitgebreid met een complete checklijst inclusief maatgeving tot het in kaart brengen van de belangrijkste knelpunten met fotomateriaal. Met de tool ‘Stappenplan toegankelijkheidsschouw’ brengt u de belangrijkste knelpunten in kaart. Bestuurders van zorginstellingen die verantwoordelijk zijn voor de gebouwen en ruimten en die willen weten hoe toegankelijk de situatie is, doen er goed aan een schouw te laten uitvoeren. Ook bij nieuwbouw is een schouw zeer goed toepasbaar. Is het gebouw of de ruimte zo toegankelijk als van tevoren bedacht? Om dit op een goede manier te organiseren heeft Vilans een stappenplan ontwikkeld. Het volgen van de stappen maakt het u gemakkelijk om een goede schouw uit te voeren.
8
Verbeteren van toegankelijkheid De tools ter verbetering van toegankelijkheid zijn vooral gericht op het verzamelen van informatie over eisen en wensen voor goede toegankelijkheid. Dit kan gebruikt worden bij het maken van een Programma van Eisen (pve), plannen en tekeningen. De tools helpen om op het juiste moment en een goede manier hier invulling aan te geven, waardoor de toegankelijkheid wordt geborgd. Werken met persona’s Het definiëren van persona’s is een effectieve methode om de verscheidenheid aan mensen, de gebruikers van een ruimte meer tastbaar te maken. Een persona is een archetype van een gebruiker, ofwel een karakterisering van een bepaald type van gebruiker. Met persona’s voor ogen kunnen leidinggevenden, ontwerpers, maar ook de bewoners die betrokken zijn bij een (ver)bouwtraject (cliëntenraad bijvoorbeeld) zich beter inleven in de verscheidenheid aan doelgroepen, hun verschillende beperkingen en wensen en behoeften. Persona’s komen van pas in het ontwerpproces, bij het beoordelen van de plannen en tekeningen op toegankelijkheid voor verschillende type gebruikers. Eventuele problemen komen daarmee tijdig aan de oppervlakte. In deze toolkit zijn vier algemene persona’s opgenomen. Een algemene persona beschrijft de persoon; leeftijd, achtergrond, leefsituatie, interesses en beperkingen. Deze zijn eenvoudig uit te breiden, zodat ze passen bij een specifieke situatie. Een voorbeeld hiervan is gegeven van bewoners en bezoekers van een cluster van kleinschalige woonvormen naast elkaar. De uitbreiding geeft informatie over hoe de persoon het gebouw (in het voorbeeld de kleinschalige woonvorm) gebruikt. Visuele prikkelmethode De Visuele prikkelmethode brengt de ervaringen en wensen van mensen in hun leefomgeving in kaart. Dit gebeurt door het maken van foto’s. Een opdracht ‘maak foto’s van plekken waar u zich veilig of onveilig voelt’ boort meer emotionele en intuïtieve dimensies aan dan alleen het voeren van een gesprek hierover. Door een gesprek te voeren over de gemaakte foto’s worden deze emotionele en intuïtieve dimensies duidelijk. U kunt als projectleider van een bouw/ verbouwtraject van een wooncomplex of leefomgeving deze tool gebruiken in een bijeenkomst met (toekomstige) bewoners. Geeltjesmethode Met de geeltjesmethode maakt u op eenvoudige manier verschillende ideeën of waarnemingen inzichtelijk. Handig voor een projectleider die verantwoordelijk is voor het verwerken van klachten over toegankelijkheid. Of voor de voorzitter van bijeenkomsten waarbij toegankelijkheid van gebouwen of gebouwde omgeving aan de orde komt. Het kan gaan om de inventarisatie van knelpunten in een bepaalde tijd: bijvoorbeeld het aantal keren dat er een klacht binnen komt over toegankelijkheid. Elke klacht komt op een memovelletje te staan. De methode volstaat ook om de ideeën van bewoners te inventariseren voor een toegankelijker en prettiger ontwerp van een ruimte. Het plakken van de geeltjes op een poster maakt het voor iedereen inzichtelijk.
9
Collage ideale leefomgeving Hoe zien bewoners hun ideale woonomgeving? Wat vinden zij belangrijk? Een groep bewoners beeldt hun wensen en ideeën uit met collages van een verzameling plaatjes. Met hun uitleg erbij krijgt u goed inzicht in wat mensen willen. Dit geeft u als projectleider, architect of ontwerper handvatten voor het ontwerp van gebouwen en de leefomgeving. De tool geeft uitleg over deze methode en de te volgen werkwijze om tot een goed resultaat te komen. Plattegrond ideale leefomgeving Een methode om wensen en eisen aan gebouwen en leefomgevingen in kaart te brengen, is bewoners zelf een ideaal gebouw of ideale omgeving laten tekenen. Een schets van een plattegrond kan het ideale beoogde gebruik van de ruimte inzichtelijk maken. Met de uitleg die mensen erbij geven, ontstaat een goed inzicht in wat mensen willen. Dit geeft handvatten voor het ontwerp van gebouwen en de leefomgeving. In de bijlage vindt u een uitleg van deze methode en de te volgen werkwijze. Stappenplan en schema voor opstellen programma van eisen Met deze tool kunt u zelf een programma van eisen opstellen voor een toegankelijk gebouw (nieuwbouw en verbouw). Als vertegenwoordiger vanuit de zorgorganisatie doet u dit bij voorkeur samen met gebruikersgroepen en deskundigen op het terrein van toegankelijkheid. Een programma van eisen stelt u op aan het begin van een bouwtraject, met als uiteindelijk resultaat een toegankelijk gebouw voor iedereen: mensen met én zonder beperking! Toegankelijkheid per bouwfase De tool ‘Toegankelijkheid per bouwfase’ geeft per bouwfase aandachtspunten voor toegankelijkheid en is een houvast tijdens het bouwproject. Wanneer moet u wat doen? Hoe ziet het proces van een bouwtraject er uit en op welke wijze past toegankelijkheid hierin? Ontwerpeisen staan er niet in. Deze tool is vooral bedoeld voor bestuurders en leidinggevenden facilitaire dienst van zorgorganisaties, die betrokken zijn bij de bouw of verbouw van een gebouw of leefruimte. Hiermee houdt u het proces goed in de gaten en het geeft inzicht in het proces voor alle betrokkenen.
10
De Tools
11
Ervaringsparcours
Inleiding Wat is het? Een ervaringsparcours laat deelnemers ervaren hoe het aanvoelt om een hulpmiddel als een rollator of rolstoel te gebruiken. Ze leggen een route af waarbij ze allerlei obstakels tegenkomen. Op een actieve wijze versterkt het ervaringsparcours het bewustzijn en het begrip voor ouderen, chronisch zieken en mensen met een beperking. Voor wie? Bestuurders en leidinggevenden van werknemers of vrijwilligers die in hun werk met ouderen en mensen met een beperking te maken hebben. Locatie Een ervaringsparcours is op iedere locatie uit te voeren, mits er een (buiten)ruimte is, bijvoorbeeld een lange gang, centrale entree, aula, of buitenruimte waar een parcours uitgezet kan worden. Een locatie buiten heeft als nadeel dat het weergevoelig is. Duur De duur hangt af van het aantal deelnemers en de ruimte die beschikbaar is. Het afleggen van het parcours duurt snel een minuut of drie per persoon. Reken voor teams van vier personen daarom op een kwartier. Hoe werkt het? Het parcours bestaat uit twee delen: een deel dat de deelnemers lopen met een rollator en een deel waarin deelnemers zich voortbewegen door middel van een rolstoel. Met beide hulpmiddelen brengen zij attributen naar de overkant. Ook het nemen van drempels (letterlijk en figuurlijk) vormt een onderdeel van het parcours. Het parcours wordt afgelegd in estafettevorm door verschillende teams die om de snelste tijd strijden. Het team dat de snelste tijd klokt, wint een prijs. Om extra spanning in te bouwen, kunnen twee teams tegelijkertijd strijden, naast elkaar.
Opzet parcours Maak gebruik van een ruimte van ongeveer 20 meter lang. 10 Meter voor deel 1 (met de rol stoel) en 10 meter voor deel 2 (met de rollator). Breng verschillende hindernissen aan in het parcours, zoals een slalom en een drempel en maak het extra realistisch door een bal mee te moeten nemen op schoot of boeken in het mandje van de rollator.
12
Deel 1: Met de rolstoel. Plastic bal op schoot. Slalom door een pylonenrij. Markeer met dozen een vak waarbinnen deelnemers net met de rolstoel kunnen rijden. Deel 2: Met de rollator. Boeken ophalen en in mandje van rollator leggen. Drempel nemen. Boeken weer wegleggen. Teams van 4 personen leggen het parcours af (achter elkaar als een estafette). Onderscheid de teams door kleuren. Alle teamleden krijgen een stoffen lint in een kleur uitgereikt om de arm te strikken. Het parcours • De eerste teamdeelnemer neemt plaats in de rolstoel en ontvangt een plastic bal voor op schoot. • Deelnemer gaat klaar staan aan de startlijn. • Op startsignaal hoepelt (zelf met de handen voortbewegen van de rolstoel) hij of zij naar de pylonen, zigzagt er doorheen en parkeert de rolstoel aan het einde van de rit achteruit in, in de daarvoor bestemde vakken. • Hierna pakt de deelnemer de gereedstaande rollator en loopt hiermee naar de eerste tafel om de stapelboeken op te halen. • Hij of zij legt de boeken op de zitting van de rollator en vervolgt zijn weg over het parcours, waarbij de drempel genomen moet worden. • Daarna levert de deelnemer de boeken af bij de tweede tafel en loopt door naar de finish, parkeert de rollator in het daarvoor bestemde vak en tikt de volgende teamgenoot af. • De volgende teamgenoot loopt en hoepelt daarna hetzelfde traject heen en terug, tikt weer de volgende teamgenoot af en dit herhaalt zich totdat alle teamleden aan de beurt zijn geweest. • De laatste deelnemer uit een team wordt geklokt zodra hij/zij over de eindstreep komt. • De gezamenlijke teamtijd telt. Winnaar is het team dat de snelste gezamenlijke teamtijd neerzet. Extra: werkblad materialenoverzicht ervaringsparcours
Voor het ervaringsparcours zijn verschillende materialen nodig. Gebruik de materialenlijst om te weten of u alles heeft geregeld. Extra: werkbladen met verkeersborden voor in het parcours
Bij het opzetten van het parcours kunt u gebruik maken van de verkeersborden uit deze toolkit. Print ze en hang ze op in het parcours!
Een rolstoel achteruit in een lift rijden is niet eenvoudig!
13
Spelregels Opnieuw beginnen als: • een deelnemer de route van het parcours fout aflegt; • als een deelnemer de bal of de telefoonboeken vergeet; • als de bal of boeken vallen. Vijf strafseconden voor: • botsen (tegen elkaar of tegen muren, tafels, plantenpotten of andere objecten); • oneigenlijk gebruik van materialen; • niet correct inparkeren van rolstoel of rollator; • bij onsportief gedrag.
Een rollator over een drempel krijgen is niet zo eenvoudig!
Uitvoer parcours Aftrap Begin het ervaringsparcours met een korte inleiding, zodat de deelnemers weten wat er gaat gebeuren en wat het doel ervan is. Zorg ook voor een duidelijke uitleg van de praktische zaken, zoals: • estafette; wie de snelste teamtijd klokt, is de winnaar; • teamsamenstelling; • spelregels. Het is natuurlijk belangrijk dat iedereen weet wat de deelnemers moeten doen. Dit kan door middel van een uitleg. Een proefrondje om het te laten zien werkt ook erg goed.
Extra: werkblad instructietekst ervaringsparcours
Gebruik de instructietekst voor een duidelijke uitleg van het ervaringsparcours.
Extra: werkblad spelregels ervaringsparcours
Hang dit vel met de spelregels op een goed zichtbare plek. Iedereen kan tijdens het ervaringsparcours de spelregels goed zien. Print het bijgevoegde vel met spelregels op A3 formaat. Daadwerkelijke uitvoering ervaringsparcours De deelnemers voeren het ervaringsparcours uit. Tijdens het parcours houdt u in de gaten of alles goed verloopt, legt u eventueel extra uit en klokt u de teamtijden. Extra: werkblad formulier teamtijden ervaringsparcours Gebruik het invulformulier voor de teamtijden om tijdens het spel de teamtijden op te schrijven.
Afronding Als iedereen het ervaringsparcours heeft afgelegd, maakt u bekend welk team de snelste tijd heeft geklokt en dus de winnaar is.
14
WERKblad
Materialenoverzicht ervaringsparcours Parcourspapieren ❏ Instructietekst ❏ Formulier teamtijden ❏ Spelregels
Parcoursbegeleiding ❏ Megafoon ❏ 3 stopwatches ❏ Scheidsrechtersfluit (startsein) ❏ Gekleurde textielbanden als herkenning teams ❏ Stiften/pennen ❏ Scharen (tape) ❏ Prijzen (taart)
Parcoursmaterialen ❏ 2 rolstoelen (1 nodig voor het parcours, de ander als reserve, oefenrolstoel of bij simultane uitvoering van het parcours) ❏ 2 rollator (1 nodig voor het parcours, de ander als reserve, om te oefenen of bij simultane uitvoering van het parcours) ❏ Schilderstape (opstelplaatsen + parcourspijlen) ❏ Rood/wit afzetlint ❏ Kartonnen dozen als beschermingsmateriaal wanden etc. ❏ Ducktape (vastzetten kartonnen beschermingsmateriaal) ❏ Bolletje touw (reserve) ❏ Oranje pylonen ❏ Stenen drempels of stoeptegels ❏ (telefoon)boeken (rollatorlading) ❏ 2 plastic ballen (1 nodig voor het parcours, de ander als reserve) ❏ Aantal benodigde stoelen ❏ Aantal benodigde tafels ❏ EHBO-materialen
© 2011 Vilans
WERKblad
Verkeersbord ‘slalom’
%
© 2011 Vilans
WERKblad
Verkeersbord ‘let op drempels’
LET OP: DREMPELS %
© 2011 Vilans
WERKblad
Verkeersbord ‘parkeerplek’
P %
© 2011 Vilans
WERKblad
Instructietekst ervaringsparcours Inleiding Welkom bij het ervaringsparcours. Jullie zijn uitgenodigd deel te nemen aan deze activiteit. Jullie gaan ervaren hoe het is om hulpmiddelen te moeten gebruiken bij alledaagse handelingen. Je zit in een rolstoel, beweegt jezelf voort en gebruikt een rollator. Doel van deze activiteit is bewustwording creëren voor een grote groep mensen, bewoners en bezoekers, die in meer of mindere mate beperkingen hebben. En dat we meer rekening houden met deze mensen bij de inrichting van gebouwen en ruimten. Belangrijk om te vermelden is dat bij deze activiteit niet alle beperkingen aan de orde komen die mensen kunnen hebben. Wat gaan we doen? We maken teams van 4 personen. Elk team zal in estafettevorm het parcours afleggen. Eerst nummer 1 van de groep, dan 2, 3 en 4. De tijd wordt gestart als deelnemer 1 begint en stopgezet als nummer 4 over de finish komt. Het team dat het parcours als snelste aflegt, heeft gewonnen. Een deel van het parcours leggen jullie af met de rolstoel, het tweede deel van het parcours met de rollator. Er is een aantal hindernissen in het parcours aangelegd; hindernissen uit het dagelijks leven. En als je op pad gaat, heb je vaak een tas bij je. Dit bootsen we na. Jullie nemen zittend in de rolstoel een bal mee en met de rollator neem je boeken mee. Als deze vallen begin je opnieuw.
Een uitgezet parcours Rolstoel parkeert achteruit
© 2011 Vilans
WERKblad
Uitleg parcours We zullen nu demonstreren hoe het parcours wordt afgelegd. Uitleg bij de demonstratie: • De eerste teamdeelnemer neemt plaats in de rolstoel en ontvangt een plastic bal voor op schoot. • Deelnemer gaat klaar staan aan de startlijn. • Op startsignaal hoepelt (zelf met de handen voortbewegen van de rolstoel) hij of zij naar de pylonen, zigzagt er doorheen en parkeert de rolstoel aan het einde van de rit achteruit in, in de daarvoor bestemde vakken. • Hierna pakt de deelnemer de gereedstaande rollator en loopt hiermee naar de eerste tafel om de stapel boeken op te halen. • Hij of zij legt de boeken op de zitting van de rollator en vervolgt zijn weg over het parcours, waarbij de drempel genomen moet worden. • Daarna levert de deelnemer de boeken af bij de tweede tafel en loopt door naar de finish, parkeert de rollator in het daarvoor bestemde vak en tikt de volgende teamgenoot af. • De volgende teamgenoot loopt en hoepelt daarna hetzelfde traject heen en terug, tikt weer de volgende teamgenoot af en dit herhaalt zich totdat alle teamleden aan de beurt zijn geweest. • De laatste deelnemer uit een team wordt geklokt zodra hij/zij over de eindstreep komt. • De gezamenlijke teamtijd telt. Winnaar is het team dat de snelste gezamenlijke teamtijd neerzet.
De spelregels hebben we op papier gezet, zodat jullie deze allemaal kunnen zien.
© 2011 Vilans
© 2011 Vilans
• botsen (tegen elkaar of tegen muren, tafels, plantenpotten of andere objecten) • oneigenlijk gebruik van materialen • niet correct inparkeren van rolstoel of rollator • onsportief gedrag
5 Strafseconden voor:
• de route van het parcours fout wordt afgelegd • de bal of de boeken vergeten worden • de bal of boeken vallen
Opnieuw beginnen als:
Spelregels ervaringsparcours
WERKblad
WERKblad
Formulier teamtijden ervaringsparcours Teamnummer
Teamkleur
Tijd
1
Rood
Min.
Sec.
2
Wit
Min.
Sec.
3
Bruin
Min.
Sec.
4
Roze
Min.
Sec.
5
Lichtblauw
Min.
Sec.
6
Donkerblauw
Min.
Sec.
7
Paars
Min.
Sec.
8
Zwart
Min.
Sec.
9
Groen
Min.
Sec.
10
Oranje
Min.
Sec.
© 2011 Vilans
Opzet startbijeenkomst toegankelijkheid bouw- of verbouwtraject
Inleiding Wat is het? Een startbijeenkomst toegankelijkheid is bedoeld om samen met collega’s, samenwerkings partners en vooral ook ervaringsdeskundigen een start te maken met het werken aan toegankelijkheid. Het is specifiek geschikt bij de start van een nieuw- of verbouwtraject. Wat zijn de doelen voor toegankelijkheid en aan welke eisen moet het gebouw of gebouwde omgeving voldoen? Voor wie? Dit instrument is bedoeld voor de voorzitter van een startbijeenkomst, vaak is dit degene die vanuit de zorgorganisatie of woningcorporatie leiding geeft aan een bouw- of verbouwproject.
Opzet bijeenkomst De bijeenkomst heeft de volgende doelen: • kennis maken met elkaar; • alle belanghebbende partijen over toegankelijkheid informeren, bij elkaar brengen en een stem geven; • gezamenlijk doel bepalen en stappen van het proces vastleggen (op welke momenten bij elkaar komen en inbreng over toegankelijkheid). Genodigden Het is van belang om bij de start alle belanghebbende partijen uit te nodigen. Denk hierbij aan de architect, projectontwikkelaar, kwaliteitsmanager, facilitair manager en de uiteindelijke doelgroep (in de vorm van een cliëntenraad of bewonersraad). Vraag een expert op het gebied van toegankelijkheid. Voorbeeld opzet bijeenkomst Totale tijdsduur: 105 minuten, 1 uur en 45 minuten. 10 minuten Welkom en voorstellen; 20 minuten Inleiding opdrachtgever over bouwproject; 20 minuten Inleiding over toegankelijkheid, wat is het? 10 minuten Pauze; 30 minuten Gezamenlijk doel bepalen en uitwisselen van de belangrijkste discussiepunten; 15 minuten Afspraken maken.
23
Presentatie Als inleiding op toegankelijkheid heeft Vilans een presentatie ontwikkeld die goed bruikbaar is voor een bijeenkomst over toegankelijkheid. Hierin staan definities en voorbeelden van goede en slechte toegankelijkheid.
Extra: werkblad presentatie toegankelijkheid
Deze kan gebruikt worden voor een inleiding op toegankelijkheid.
Aandachtspunten toegankelijke bijeenkomst Aandacht voor toegankelijkheid bij bouwprojecten is belangrijk. Zorgen dat de bijeenkomsten waarbij toegankelijkheid van de bouw op de agenda staat ook toegankelijk zijn, is net zo belangrijk. De volgende aandachtspunten voor toegankelijk werken zijn in het bijzonder te gebruiken in de voorbereiding en uitvoering van bijeenkomsten en vergaderingen. Ook bij werkzaamheden die niet te maken hebben met een bouwtraject, is het handig om deze aandachtspunten bij de hand te hebben. Hang dit lijstje op een zichtbare plek, zodat u er altijd aan denkt. Toegankelijk werken: • Organiseer bijeenkomsten op een toegankelijk locatie. Door vooraf contact op te nemen en te vragen naar de toegankelijkheid van de locatie en de ruimte waarin de bijeenkomst plaatsvindt, voorkomt u problemen. • Vraag deelnemers in de uitnodiging naar specifieke wensen. Als u op de hoogte bent van specifieke wensen, kunt u daaraan ook tegemoet komen. Een voorbeeld hiervan is het regelen van de aanwezigheid van een doventolk of het plaatsen van een rolstoeloprijplaat bij de ingang. • Zorg dat uitnodigingen of andere documenten toegankelijk zijn geschreven. Lettertype en lettergrootte zijn hierbij van belang, maar ook het taalgebruik. Kijk voor tips over toegankelijk communiceren op www.AllesToegankelijk.nl. • Stuur uitnodigingen en andere documenten ook per mail op. Mensen die slechtziend of blind zijn, krijgen zo makkelijker toegang tot de informatie. Zij kunnen met speciale leesapparatuur de gewenste vorm kiezen. • Laat bij presentaties de slides een ondersteuning zijn en niet het centrale punt. Om toegankelijkheid duidelijk te maken, zijn plaatjes en foto’s voor een grote groep mensen erg verduidelijkend. Maar zorg ervoor dat het verhaal van de foto goed mondeling wordt toegelicht, zodat blinden en slechtzienden het ook begrijpen.
24
WERKblad
Presentatie toegankelijkheid
© 2011 Vilans
WERKblad
© 2011 Vilans
WERKblad
© 2011 Vilans
WERKblad
© 2011 Vilans
WERKblad
© 2011 Vilans
WERKblad
© 2011 Vilans
WERKblad
© 2011 Vilans
WERKblad
© 2011 Vilans
Stappenplan toegankelijkheidsschouw
Inleiding Wat is het? Een toegankelijkheidsschouw van gebouwen en ruimten brengt knelpunten op het gebied van toegankelijkheid in kaart. Dit is toepasbaar bij bestaande- en nieuwbouw. Dit stappenplan helpt u een goede schouw te organiseren. Voor wie? Bestuurders en vertegenwoordigers van zorgorganisaties en woningcorporaties die verantwoordelijk zijn voor (woon)gebouwen en ruimten. Projectleider bouw of inrichting. Hoe werkt het? Laat een schouw bij voorkeur uitvoeren door ervaringsdeskundigen uit verschillende doelgroepen (mensen met verschillende beperkingen) in samenwerking met deskundigen op het terrein van toegankelijkheid. Aan de hand van een vooraf opgestelde (check)lijst beoordelen zij de verschillende aspecten van toegankelijkheid. Hieruit volgt een verslag met aanbevelingen en oplossingsrichtingen voor het toegankelijker en gebruiksvriendelijker maken van het gebouw of de ruimte voor iedereen: mensen met én zonder beperking! Als u het stappenplan volgt, weet u zeker dat u niets vergeet om tot goede aanbevelingen en oplossingsrichtingen te komen.
Stappenplan 1. Samenstelling werkgroep Stel een werkgroep samen met een vertegenwoordiger van de zorgorganisatie en/of woningcorporatie en ervaringsdeskundigen uit verschillende doelgroepen. Nodig bij voorkeur ook een deskundige uit op het terrein van toegankelijkheid. 2. Soort gebouwen en/of openbare ruimte Beschrijf zo exact mogelijk welke gebouwen en/of openbare ruimten, inclusief hun functie, u gaat schouwen en stel dat in de werkgroep vast. 3. Doelgroepen Bepaal met de werkgroep de doelgroepen die gebruik maken van de bij punt 2 beschreven gebouwen en/of ruimten. Ga bij voorkeur uit van het principe ‘toegankelijkheid voor iedereen’, maar stel zonodig prioriteiten.
33
4. Route Leg vooraf zoveel mogelijk de routes vast in de gebouwen en/of ruimten die worden geschouwd. Dat maakt het in de uitvoering makkelijker. Gebruik daarbij een tekening van het gebouw en/of een kaart van de openbare ruimte. 5. (Check)lijst Bespreek in de werkgroep welke onderdelen of inrichtingselementen van de gebouwen en/of ruimten de groep gaat schouwen en bepaal op welk detailniveau. Er zijn diverse checklijsten via internet beschikbaar. Bij een globale schouw maakt u alleen foto’s van de belangrijkste knelpunten en zet u daarbij een korte beschrijving. 6. Schouwen De werkgroep gaat daadwerkelijk schouwen aan de hand van de route en de checklijst. Zorg dat u een fotocamera bij u heeft om foto’s te maken van de knelpunten. Een foto zegt soms meer dan een uitleg. 7. Bespreking knelpunten en prioriteiten stellen Bespreek de gevonden knelpunten met de werkgroep. Bepaal welke knelpunten de meeste prioriteit moeten krijgen en waar de zorgorganisatie en/of woningcorporatie uitvoering aan moet geven. 8. Verslaglegging De werkgroep maakt een verslag met aanbevelingen en oplossingsrichtingen en legt dit voor aan het bestuur van de zorgorganisatie en/of woningcorporatie.
34
Werken met persona’s
Inleiding Wat is het? Het definiëren van persona’s is een effectieve methode om doelgroepen meer tastbaar te maken. Een persona is een archetype van een gebruiker, ofwel een karakterisering van een bepaald type van gebruiker. Op deze manier is het inleven in de doelgroep, hun wensen en behoeften makkelijker. Het in kaart brengen van persona’s helpt om verder te kijken dan de eigen wensen en behoeften. U kunt de persona’s goed gebruiken bij de beoordeling van een voorlopig ontwerp. Voor wie? Projectleider bouw of inrichting, ontwerpers, architecten en gebruikers die betrokken zijn bij de toegankelijkheid van (woon)gebouwen en bijbehorende buitenruimten. Hoe werkt het? Persona’s zijn in te zetten in het ontwerpproces, bij het beoordelen van de plannen. Bijvoorbeeld bij het checken van de tekeningen op toegankelijkheid voor verschillende typen gebruikers. Eventuele problemen komen daarmee tijdig aan de oppervlakte en worden zo voorkomen. De ontwerper van het plan kan ze zelf gebruiken om de plannen direct aan te toetsen. U kunt persona’s ook gebruiken tijdens bijeenkomsten met collega’s of met een klankbordgroep met ervaringsdeskundigen.
Stappenplan Hieronder volgt een korte uitleg over hoe u de persona’s inzet tijdens een bijeenkomst met een klankbordgroep van bijvoorbeeld bewoners of specifieke ervaringsdeskundigen.
Voorbereiding: 1. Ontwikkelen persona’s Zorg voor passende persona’s die de verscheidenheid in toekomstige gebruikers weergeven. Ken de persona’s beperkingen toe die van invloed zijn op de toegankelijkheid.
Extra: werkblad vier algemene persona’s
Vilans heeft vier persona’s ontwikkeld. Een algemene persona beschrijft de persoon;
leeftijd, achtergrond, leefsituatie, interesses en beperkingen.
35
Extra: werkblad voorbeeld van uitbreidingen van de algemene persona’s
De algemene persona’s zijn eenvoudig uit te breiden, zodat ze passen bij een specifieke situatie. Een voorbeeld hiervan is gegeven van bewoners en bezoekers van een cluster van kleinschalige woonvormen naast elkaar. De uitbreiding geeft informatie over hoe de persoon het gebouw (in het voorbeeld de kleinschalige woonvorm) gebruikt. 2. Voorlopig ontwerp als basis Print de tekeningen van het voorlopig ontwerp op groot vel. Zorg voor voldoende exemplaren.
Tijdens bijeenkomst: 3. Maak groepjes van ongeveer drie à vier personen 4. Instructie deelnemers Geef uitleg aan de deelnemers: a. Lezen van de persona. b. Beoordelen van de tekening op basis van de persona. Welke mogelijke knelpunten komen ze tegen? Hoe kan het wellicht beter? c. Kort opschrijven van de knelpunten en mogelijke oplossingen. 5. Deel de persona’s en tekeningen uit aan de groepjes 6. Aan de slag De deelnemers krijgen ongeveer 30 minuten de tijd voor het beoordelen van de tekeningen. 7. Plenaire terugkoppeling Elke groep vertelt kort wat ze is tegengekomen; in welk opzicht heeft het voorstel verbetering nodig? 8. Discussie Discussieer met de hele groep. Wat zijn de belangrijkste knelpunten van het voorstel? Maak een lijstje van prioriteiten. De geeltjesmethode (ook in deze toolkit omschreven) helpt hier vaak bij. Het prioriteren kan ook in een volgende bijeenkomst plaatsvinden. 9. Verzamel de opmerkingen van de groepen
36
© 2011 Vilans
Dimar is een man van 40 jaar met een lichamelijke en licht verstandelijke beperking. Hij zit in een rolstoel. Hij woont sinds 6 jaar zelfstandig, in een aangepaste woonvorm. Kleinschalig, wat hij heel plezierig vindt omdat hij niet houdt van veel drukte om zich heen. Hij krijgt daar de hulp en ondersteuning die hij nodig heeft. Hij gaat elke dag naar zijn werk op de sociale werkplaats. Hij wordt opgehaald met een busje. In zijn vrije tijd speelt hij vaak computerspelletjes. Daarnaast gaat hij in de zomer graag vissen bij de rivier een klein eindje verderop. Dan heeft hij rust om zich heen.
Mevrouw Soehadi is 83 jaar en zeer slechtziend. Ze woont samen met haar man in een vrijstaand huis. Het echtpaar heeft altijd in dit huis gewoond en ze kennen de omgeving goed. Mevrouw Soehadi ziet nog maar een paar meter voor zich. Dit betekent dat ze pas heel laat dingen ziet. Zo heeft ze laatst niet gezien dat er een fiets aan kwam. Ze stak over terwijl dat eigenlijk niet kon. Het is goed dat de fietser zulke goede remmen had! Sindsdien gaat ze niet meer alleen op pad. Dat vindt ze te gevaarlijk. Dagelijks maakt het echtpaar Soehadi een korte wandeling. Altijd samen dus. Ze genieten nog steeds van de mooie omgeving en nemen de kleuren, geuren en geluiden in zich op. Mevrouw Soehadi gaat daarnaast wekelijks met de taxi op bezoek bij een vriendin die in een kleinschalige woonvorm woont.
© 2011 Vilans
Persoon 2: Dimar, 40 jaar
WERKblad
Persoon 1: Mevrouw Soehadi, 83 jaar
WERKblad
%
© 2011 Vilans
Meneer de Boer is aardig op leeftijd. Hij is nog heel goed bij kennis, maar hoort slecht en loopt met een rollator. Vanaf zijn 50ste werd zijn gehoor steeds slechter. Op een gegeven moment heeft meneer de Boer gehoorapparaten gekregen. Dat hielp een tijd, maar nu wordt het ook met de apparaten lastig om alles te verstaan. Televisie kijken is een probleem en als er teveel mensen bij elkaar zitten, kan hij het gesprek moeilijk volgen. De bel hoort hij niet. Regelmatig komt het voor dat meneer de Boer alleen thuis is. De andere bewoners van de woonvorm zijn dan even wandelen. Dit vindt meneer geen leuke activiteit en hij leest dan liever de krant. Hij geniet van de rust.
Sanne is een spontane meid. Ze heeft een verstandelijke beperking, het Syndroom van Down. Ze krijgt begeleiding vanuit de woonvorm, waar ze samen met 5 andere kinderen in de leeftijd van 7 tot 15 jaar woont. Sinds kort zit Sanne ook in een rolstoel. Dat maakt het voor haar heel lastig en daar moet ze erg aan wennen. Ze kan nog niet goed omgaan met de rolstoel en botst regelmatig ergens tegenaan. Dat frustreert haar. Desondanks geniet ze van de gezelligheid om haar heen en blijft ze vrolijk.
© 2011 Vilans
Persoon 4: Meneer de Boer, 77 jaar
WERKblad
Persoon 3: Sanne, 7 jaar
WERKblad
%
© 2011 Vilans
i
i
oe beweegt mevrouw Soehadi door het gebouw? Welke mogelijke H obstakels komt ze tegen en hoe kunnen die worden weggenomen? Hoe ervaart zij de verschillende ruimten en kan het verblijf voor haar aangenamer worden gemaakt?
© 2011 Vilans
i
Welke mogelijke obstakels komen ze tegen en hoe kunnen die worden weggenomen? Wat is een goede plek voor het spelen van computerspelletjes?
i Hoe bewegen Dimar en zijn vriend door de verschillende ruimten?
In de rolstoel kan Dimar zich goed bewegen door de verschillende ruimten van het gebouw. En als hij zin heeft, nodigt hij een goede vriend uit die samen met hem computerspelletjes doet. Allebei zitten ze in een rolstoel, maar dat mag geen belemmering zijn. Ze hebben veel plezier samen.
Dimar woont al een tijdje niet meer bij zijn ouders. Hij is heel blij dat hij nu, met hulp en ondersteuning, zelfstandig kan wonen. Hij woont in een aangepaste woonvorm ‘Iep’ genaamd. Kleinschalig, wat hij heel plezierig vindt omdat hij niet houdt van veel drukte om zich heen. In de woning Iep wonen 6 volwassenen die niet zelfstandig kunnen wonen, met verstandelijke beperkingen en/of autistische kenmerken.
Mevrouw Verstraten woont in een kleinschalige woonvorm. Haar beste vriendin, mevrouw Soehadi, komt wekelijks op bezoek. Samen drinken ze dan koffie en maken gezellig een praatje. De kleinschalige woonvorm heet Linde en is onderdeel van een aantal kleinschalige woonvormen die naast elkaar liggen. Zo heb je ook nog Iep en Kastanje.
Mevrouw Soehadi is zeer slechtziend. Ze komt altijd met de taxi, die stopt bij de ingang van het gebouw. Daarna vindt ze zelf haar weg, hangt haar jas op en gaat naar de woonkamer, waar mevrouw Verstraten al op haar wacht. Mooi weer vandaag, niet waar? Ze praten over de dagelijkse dingen en voordat mevrouw Soehadi weer naar huis gaat, maakt ze altijd even gebruik van het toilet. Ze woont op een half uurtje rijden bij haar vriendin vandaan.
Persoon 2: Dimar, 40 jaar, bewoner woning Iep
WERKblad
Persoon 1: Mevrouw Soehadi, 83 jaar, bezoeker woning Linde
WERKblad
%
© 2011 Vilans
i
© 2011 Vilans
i
obstakels komt hij tegen en hoe kunnen die worden weggenomen? Hoe kan zijn verminderd gehoor, naast gehoorapparaten, ondersteund worden?
i Hoe beweegt meneer de Boer zich door de ruimte? Welke mogelijke
i Hoe beweegt Sanne zich door de verschillende ruimten en ervaart zij
dit? Welke mogelijke obstakels komt zij tegen en hoe kunnen die worden weggenomen? Welke obstakels zou zij tegen kunnen komen als ze naar de buren gaat?
Soms gaat ze langs bij de buren, de bewoners van woonvorm Linde. Daar wonen oudere mensen die heel aardig voor Sanne zijn. Ze doen dan wel eens samen een spelletje.
Meneer de Boer is aardig op leeftijd. Hij is nog heel goed bij kennis, maar hoort slecht. Televisie kijken is een probleem en als er teveel mensen bij elkaar zitten, kan hij het gesprek moeilijk volgen. De bel hoort hij niet.
Sanne woont in een woonvorm voor kinderen met beperkingen. Ze woont samen met 5 andere kinderen in de leeftijd van 7 tot 15 jaar. Sanne maakt sinds kort gebruik van een rolstoel. Ze wil graag zelf van haar slaapkamer naar de badkamer kunnen en ook zelf naar de woonkamer en keuken gaan. Bij het huis is een grote tuin. Sanne speelt graag buiten, lekker schommelen op de speciale rolstoelschommel. Dan voelt ze wind door haar haren en voelt ze zich zo vrij als een vogel.
Regelmatig komt het voor dat meneer de Boer alleen thuis is. De andere bewoners van de woonvorm zijn dan even wandelen. Dit vindt meneer geen leuke activiteit en hij leest dan liever de krant. Hij geniet van de rust. Het geeft hem ook de gelegenheid om op momenten dat hij daar zin in heeft, de radio of televisie aan te zetten. Het geluid kan hard, want niemand heeft er dan last van. Af en toe staat hij op om een kopje koffie te maken of naar het toilet te gaan.
Persoon 4: Meneer de Boer, 77 jaar, bewoner woning Linde
WERKblad
Persoon 3: Sanne, 7 jaar, bewoner woning Kastanje
WERKblad
%
Visuele prikkelmethode
Inleiding Wat is het? De visuele prikkelmethode is een methode voor het in kaart brengen van de ervaringen en wensen van doelgroepen voor hun leefomgeving. Dit gebeurt door het maken van foto’s. Hiermee brengen zij zowel belevingsaspecten in kaart, als ook ergonomische punten en praktische knelpunten. Bijvoorbeeld de obstakels die de doelgroepen tegenkomen in hun leefomgeving. Voor wie? De methode is bedoeld voor projectleiders bij de zorgorganisatie of woningcorporatie die verantwoordelijk zijn voor de inrichting van (woon)gebouwen en ruimten. Wanneer gebruiken? De methode brengt informatie in kaart over behoeften, gevoelens, verwachtingen, wensen en welbevinden van burgers. Hoe werkt het? Een aantal bewoners (denk hierbij aan leden van de cliëntenraad of bewonersraad) krijgt een camera om een aantal foto’s te maken. De deelnemers kunnen ook, in plaats van foto’s maken of aanvullend op de foto’s, bestaande foto’s of plaatjes uitzoeken. Geef vooraf duidelijk uitleg over het onderwerp van de foto’s. Bekijk de foto’s gezamenlijk. Daarbij geeft de fotograaf uitleg bij de door hem of haar gemaakte foto’s. Waarom is deze plek of deze situatie gefotografeerd? Zo ontstaat een beeld van de wensen van bewoners.
Stappenplan De methode bestaat uit zes stappen. 1. Opdracht bepalen Bepaal wat de foto’s en plaatjes inzichtelijk moeten maken. Met welk doel worden de foto’s gemaakt? Het is belangrijk om deelnemers met een duidelijke opdracht op pad te sturen. Bijvoorbeeld: ‘Wat vindt u een prettige ruimte in het wooncomplex?’ Of ‘Maak foto’s van ruimtes waar u zich onveilig voelt’. 2. Organisatie vooraf a. Selecteer deelnemers: hoeveel mensen doen er mee en wie? Het kan een groep mensen zijn die als klankbordgroep fungeert, een groep bewoners uit een bepaalde woonvorm of bijvoorbeeld de cliëntenraad.
41
b. Regel fotocamera’s: voor het maken van foto’s zijn camera’s nodig. Het is belangrijk dat de camera’s goed en gemakkelijk te gebruiken zijn. Deelnemers kunnen hun eigen camera’s gebruiken of er worden camera’s uitgeleend. c. Verzamel tijdschriften als u gebruik wilt maken van bestaande plaatjes of verzamel adressen van sites waarop deelnemers relevante plaatjes kunnen vinden. 3. Uitleg aan de deelnemers a. Opdracht op papier: Voor de deelnemers is het prettig om de opdracht op papier te ontvangen en te kunnen lezen. Stel ook een deadline, zodat duidelijk is wanneer de foto’s gemaakt moeten zijn. b. Schriftje of opschrijfformulier voor uitleg bij de foto’s/plaatjes: Onderdeel van de methode is dat de deelnemers uitleggen wat ze gefotografeerd hebben. Voor een uitleg op papier is een schriftje waar foto’s ingeplakt kunnen worden met ruimte voor opmerkingen een optie.
Extra: werkblad opschrijfformulier visuele prikkelmethode
Gebruik het opschrijfformulier voor het verzamelen van de foto’s en plaatjes. Elke deelnemer vult het in. 4. Verzamel de foto’s en interview de deelnemers Als de foto’s allemaal gemaakt zijn, kunt u ze bekijken en toelichting vragen aan de deelnemers over de gemaakte foto’s. De vragen zorgen voor extra toelichting. Voorbeeldvraag: ‘Waarom heeft u dit gefotografeerd?’, ‘Wat vindt u hier ontoegankelijk aan?’, ‘Hoe zou u dit graag anders zien?’.
Extra: werkblad interviewvragen visuele prikkelmethode
Deze vragenlijst dient ter ondersteuning van de interviews met de deelnemers.
5. Abstraheren van wensen Uit de foto’s en motivatie erbij formuleert u wensen of juist kenmerken van hoe het niet moet. Bijvoorbeeld: kenmerken van onveilige ruimtes of ontoegankelijke gebouwen. 6. Toets eventueel de uitspraken in een panelsessie De uitspraken en de kenmerken die uit de foto’s naar voren komen, toetst u aan de ideeën van andere deelnemers. Zijn alle belangrijke onderdelen genoemd? Of zijn er nog aanvullingen? Meer informatie over de achtergrond van de visuele prikkelmethode, voorbeelden van hoe de methode is ingezet en gebruikt, zijn te vinden in de publicatie ‘Beleving in Beeld’ (te bestellen via www.vilans.nl). Om de visuele prikkelmethode gemakkelijk te gebruiken, vindt u in deze toolkit twee instrumenten. Dat zijn een voorbeeldformulier voor het verzamelen van de foto’s met aantekeningen en een vragenlijst met de vragen die u stelt om achterliggende gedachten bij de foto’s nog beter in kaart te brengen.
42
Extra uitleg methode Deze methode is in principe ontwikkeld voor renovatie of herbouw van verzorgingsinstellingen. Doel is in kaart te brengen wat bewoners vinden van hun woonplek en wat aan de hand van hun beleving ervan, moet blijven dan wel anders gebouwd of ingericht moet worden. De methode is een combinatie van enkele kwalitatieve methoden en technieken die in onderling verband met elkaar zijn gebracht. De methode bestaat uit individuele en groepsinterviews over de leefomgeving. Bij de interviews maakt u gebruik van visuele prikkels (foto´s en andere afbeeldingen) die door de ondervraagden zelf zijn vervaardigd of uitgezocht. Door het gebruik van fotomateriaal worden emotionele en intuïtieve dimensies aangeboord. De gebruikers wordt gevraagd van tevoren foto’s/beelden te maken en mee te nemen om in klein verband aan te geven wat ze als prettig ervaren en wat juist niet. Dit hoeft niet te gaan over een zelfde soort gebouw of ruimte, maar het gaat meer om het gevoel van rust, geborgenheid of juist openheid waar we naar zoeken. Deze methode is vooral geschikt als men ervaringen van respondenten over een langere periode wil registreren. De deelnemers krijgen de tijd om verschillende foto’s en andere afbeeldingen te verzamelen. Zo kunnen verschillende ervaringen worden meegenomen. Als bijvoorbeeld positieve en minder positieve elementen van een wooncomplex worden verzameld, kunnen gebeurtenissen in de tijd (hangjeugd bij de ingang, stoep vol fietsen als de naastgelegen school uit gaat, vuil in de gezamenlijke hal) worden vastgelegd. Dergelijke ervaringen worden niet verzameld als de deelnemers 1 dag krijgen om foto’s te maken. In plaats van foto’s kunt u de deelnemers ook videobeelden laten maken.
Verder lezen • D am van, Sandra, Ree de, Liesbeth, Royers Theo, Veen van der Roelf, Coevorden: inzicht in toekomstige vragen op het gebied van wonen, welzijn en zorg, NIZW 2003. • Royers, Theo en Ree de, Liesbeth: De visuele prikkelmethode, uit: Kwalon, p. 127-137. • Royers, Theo, Ree de, Liesbeth en Stephan, C.: Beleving in beeld. Bewoners van verzorgingshuizen fotograferen hun wereld, NIZW (2001) Utrecht. • Sannen, H., Ree de, L. en Royers, T.: Hoe wij senioren willen leven en wonen. Handleiding VPM: Een methode om met behulp van foto´s de visie van senioren op hun woonplaats in beeld te brengen, KBO-Brabant en NIZW (2002) Den Bosch/Utrecht.
43
WERKblad
Opschrijfformulier visuele prikkelmethode Foto/plaatje
Motivatie ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
© 2011 Vilans
WERKblad
Interviewvragen visuele prikkelmethode Vragen voor individueel interview met een deelnemer over de gemaakte foto’s. Vragen per foto 1. Wat is het belangrijkste onderdeel van de foto? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
2. Waarom heeft u deze foto gemaakt? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
3. Wat voor gevoel roept de foto bij u op? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
4. Wat vindt u hier (on)toegankelijk aan? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
5. Hoe kan het beter? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Eindvraag Te stellen nadat alle foto’s zijn besproken. 6. Wat heeft voor u de meeste prioriteit? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
© 2011 Vilans
Geeltjesmethode
Inleiding Wat is het? De geeltjesmethode is een methode voor het verzamelen van waarnemingen, wensen en ideeën van verschillende mensen tijdens bijeenkomsten. Hiervoor maken de deelnemers gebruik van zelfklevende memoblaadjes; ook wel geeltjes genoemd. Zij beschrijven geeltjes met hun ideeën en wensen en categoriseren de geeltjes. Voor wie? Een projectleider van een project over toegankelijkheid. Bijvoorbeeld projectleider bouw of inrichting of projectleider facilitaire zaken. Bij bijeenkomsten met cliënten en/of (toekomstige) bewoners kan de voorzitter deze methode hanteren. Hoe werkt het? Bepaal eerst het thema waarover u de waarnemingen of wensen wilt inventariseren. Voorbeelden zijn: • Klachten over toegankelijkheid in het (woon)gebouw of de ruimte. • Ideeën voor een toegankelijk nieuw gebouw. • Eisen aan de leefomgeving waar mensen elkaar ontmoeten. • Vragen over toegankelijkheid. Alle deelnemers krijgen geeltjes om te beschrijven en te plakken op een afgesproken plek. Gebruik daarvoor een grote poster of flap-over. Per geeltje schrijft elke deelnemer een nieuwe klacht, idee of eis op en plakt deze op gedurende een afgesproken tijdsperiode. Daarna verzamelt u de geeltjes in categorieën of per onderwerp. U analyseert ze en gebruikt ze voor discussie met de deelnemers.
Werkwijze Er zijn veel verschillende variaties op de geeltjesmethode. Hieronder zijn er twee uitgewerkt met een voorbeeld van de gebruikswijze. Geeltjes voor klachten of waarnemingen De geeltjesmethode is een manier om inzichtelijk te krijgen hoeveel klachten er binnenkomen en waarover ze gaan. Ook is de methode geschikt om te kijken naar vragen over toegankelijkheid. De geeltjes geven een overzicht van aantallen en inhoud. • M aak afspraken over wat er op de geeltjes komt. Anoniem of juist niet. Met datum en tijdstip of juist niet? • Spreek af wat de registratieperiode is. • Plak de geeltjes op een flap-over op een zichtbare plek, zodat iedereen de voortgang ziet. • Het aantal geeltjes laat zien hoeveel klachten of vragen er zijn en waarover ze gaan.
46
• C luster de geeltjes aan het einde van de registratieperiode naar onderwerp. U krijgt inzicht in de belangrijkste onderwerpen om mee aan de slag te gaan. Als u in een oogopslag wilt zien of er in een week veel of weinig klachten binnenkomen, kunt u de poster met de opgeplakte geeltjes indelen in vlakken die weken voorstellen (zie de foto van een voorbeeld).
Flap-over met opgeplakte geeltjes, ingedeeld per week
Geeltjes voor ideeën of eisen De geeltjesmethode kunt u ook gebruiken om ideeën van verschillende mensen in kaart te brengen en in een groep te bespreken, te ordenen en om te bepalen wat belangrijk is en wat niet. Hieronder gaan we in op het gebruik van geeltjes voor de verzameling van ideeën/eisen tijdens een bijeenkomst. • B epaal als voorzitter van de bijeenkomst wat u wilt weten. Stel een duidelijke vraag op waarmee de deelnemers geeltjes kunnen vullen. • Deel geeltjes (ongeveer 10 per persoon) en stiften uit aan de deelnemers. • De deelnemers schrijven individueel de geeltjes. Per geeltje één antwoord. • Neem de geeltjes in. Vraag eventueel toelichting bij de geeltjes om achterliggende gedachten te ontdekken. • Plak de geeltjes op de flap-over en structureer ze. Plak dubbelen bij elkaar en groepeer waar dat mogelijk is. Doe dit samen met de deelnemers van de bijeenkomst. Zie de foto voor een voorbeeld.
47
Flap-over met geeltjes, gegroepeerd waar dat mogelijk is
Opzet gebruik van de methode tijdens bijeenkomst Totale tijdsduur: 45 minuten 5 minuten 15 minuten 5 minuten 5 minuten 15 minuten
48
uitleg geeltjesmethode en thema; deelnemers vullen de geeltjes met ideeën of antwoorden; opplakken van de geeltjes; structureren/groeperen van de geeltjes; discussie over de antwoorden op de geeltjes + conclusie.
Collage ideeën leefomgeving
Inleiding Wat is het? Deze methode laat (toekomstige) bewoners belangrijke kenmerken van een ideale omgeving of gebouw (bijvoorbeeld een kleinschalige woonvorm) ontwerpen en geeft inzicht in de wensen en eisen die zij stellen aan de omgeving. Hierbij krijgt de creativiteit van mensen de vrije loop en geven zij los van voorbeelden een ideale situatie vorm. Deze methode is bruikbaar bij planvorming. Voor wie? Architecten, ontwerpers of projectleiders van bouw- of inrichtingsprojecten. Leidinggevenden kunnen dit inzetten voor het in kaart brengen van wensen van de gebruikers met betrekking tot de omgeving. Hoe werkt het? Met collages maken de deelnemers elementen van een ideale leefomgeving of ideaal gebouw inzichtelijk. De deelnemers zoeken plaatjes met: • producten die ze mooi of prettig vinden (stijl van meubels bijvoorbeeld); • kleuren die zij aansprekend vinden; • elementen waarvan ze houden (planten bijvoorbeeld); • et cetera. Mensen gaan zelf vrij nadenken over hoe zij het willen, en brengen zo belevingsaspecten naar voren. Als je zelf iets maakt komt daar meer gevoel bij kijken dan bij het voeren van een gesprek. Een gesprek is bij deze methode wel noodzakelijk voor achterliggende verhalen bij de collage.
Werkwijze Zelf ontwerpen van een ideale situatie kan ieder voor zich doen. Toch is een bijeenkomst handig om dat de uitwisseling van gedachten, het achterhalen van de achterliggende verhalen bij de collages, ook een belangrijk onderdeel is van deze methode. Tijdens de bijeenkomst krijgen de deelnemers de opdracht uitgelegd en gaan ze in het eerste deel zelf aan de slag met het maken van de collage. Ze gebruiken plaatjes, bijvoorbeeld uit tijdschriften, om sferen neer te zetten of voorbeelden te geven van ruimtes of gebouwen die ze prettig vinden of juist onprettig. In de uitleg kunt u randvoorwaarden geven. Deze methode is echter juist bedoeld om mensen vrij te laten denken. Dus zorg ervoor dat u niet teveel beperkende voorwaarden meegeeft. De meerwaarde zit in de nieuwe en vrije ideeën.
49
Voorbeeld van een collage met als opdracht ‘gebruiksvriendelijke kleinschalige woonvorm’
In het tweede deel van de bijeenkomst staat de toelichting op de collages centraal en een discussie waarin de deelnemers de verschillende collages met elkaar vergelijken en u belangrijke kenmerken voor een gebouw of de leefomgeving abstraheert. Noteer tijdens discussie belangrijke kenmerken op een flapover. Maak eventueel een tweedeling: wat het NIET moet zijn/hebben en wat het WEL moet zijn/hebben. Deelnemers Het is prettig om de bijeenkomst met zes tot maximaal tien personen te doen. Met dit aantal kunt u een discussie voeren zonder dat het onoverzichtelijk wordt. De deelnemers zijn mensen die in de toekomst te maken krijgen met de nieuw ontworpen leefomgeving of gebouw. Bijvoorbeeld bewoners die naar de nieuwe kleinschalige afdeling van de zorgorganisatie verhuizen. Om zoveel mogelijk verschillende wensen in kaart te brengen, vraagt u specifieke deelnemers. Als het over bruikbaarheid en toegankelijkheid gaat, nodigt u mensen met verschillende beperkingen uit om hiermee zoveel mogelijk problemen van tevoren te tackelen. Selectie deelnemers: • Zes tot tien personen. • Deelnemers hebben te maken met te (ver)bouwen gebouw of leefomgeving. • Deelnemers met verwachte verschillende inbreng; mensen met verschillende beperkingen. Benodigde materialen Voor de bijeenkomst heeft u de volgende materialen nodig: • Vellen groot papier A3 of zelfs A2 formaat • Potloden, kleurpotloden, pennen, stiften
50
• • • • • •
lakband om de vellen op te kunnen hangen en plaatjes te kunnen plakken op de vellen P Lijm Scharen Tijdschriften Flap-over Fototoestel
Voorbeeld opzet bijeenkomst Totale tijdsduur: 105 minuten, 1 uur en 45 minuten 15 minuten 30 minuten 10 minuten 20 minuten 20 minuten 10 minuten
welkom en inleiding met uitleg opdracht; maken van de collage; pauze; toelichting op de collages; discussie met abstraheren belangrijke kenmerken; afsluiting.
Tip: maak foto’s van de ontwerpen, zodat u ze kunt OPslaan en bewaren.
51
Plattegrond ideale leefomgeving
Inleiding Wat is het? Om ideeën van toekomstige bewoners van een nieuw wooncomplex te inventariseren, vraagt u hen een plattegrond te schetsen. Door het zelf laten schetsen van een plattegrond, maakt u wensen en eisen over het gebruik van een wooncomplex inzichtelijk. Dit is een manier om de creativiteit van mensen de vrije loop te geven en los van voorbeelden een ideale situatie vorm te geven. Deze methode is bruikbaar bij planvorming. Voor wie? Architect, ontwerpers of projectleiders van bouw- of inrichtingsprojecten. Leidinggevenden kunnen deze methode inzetten voor het in kaart brengen van wensen van bewoners/ gebruikers met betrekking tot de omgeving. Hoe werkt het? Met het ontwerpen van plattegronden maken de deelnemers de elementen van een voor hen ideale leefomgeving of ideaal gebouw inzichtelijk, vooral voor het gebruik van de ruimte. Zij geven de indeling van een ruimte vorm. Doordat mensen zelf vrij gaan nadenken over hoe zij het willen, komen belevingsaspecten naar voren. Als je zelf iets maakt, komt daar meer gevoel bij kijken dan bij het voeren van een gesprek. Een gesprek is bij deze methode wel noodzakelijk voor een toelichting op de plattegrond.
Werkwijze Zelf ontwerpen van een ideale situatie kan ieder voor zich doen. Toch is een bijeenkomst een handige vorm, omdat de uitwisseling van gedachten ook een belangrijk onderdeel is van deze methode. Tijdens de bijeenkomst krijgen de deelnemers de opdracht uitgelegd en gaan ze in het eerste deel zelf aan de slag met het ontwerpen. In de uitleg kunt u randvoorwaarden geven. Deze methode is echter juist bedoeld om mensen vrij te laten denken, dus zorg ervoor dat u niet teveel beperkende voorwaarden meegeeft. De meerwaarde zit het hem in de nieuwe en vrije ideeën. In het tweede deel van de bijeenkomst staat de toelichting op de ontwerpen centraal en een discussie waarbij deelnemers de verschillende ontwerpen met elkaar vergelijken en belangrijke kenmerken voor een gebouw of de leefomgeving abstraheren.
52
Voorbeeld van een plattegrond met als opdracht ‘gebruiksvriendelijke kleinschalige woonvorm’
Deelnemers Het is prettig om de bijeenkomst met zes tot maximaal tien personen te doen. Met dit aantal kunt u een discussie voeren zonder dat het onoverzichtelijk wordt. De deelnemers zijn mensen die in de toekomst te maken krijgen met de nieuw ontworpen leefomgeving of gebouw. Bijvoorbeeld bewoners die in het nieuwe wooncomplex komen wonen. Om zo veel mogelijk verschillende wensen in kaart te brengen, kunt u gericht deelnemers vragen. Als het over bruikbaarheid en toegankelijkheid gaat, nodigt u mensen met verschillende beperkingen uit om zo zoveel mogelijk problemen van tevoren te tackelen. Selectie deelnemers: • zes tot tien deelnemers; • deelnemers hebben te maken met te (ver)bouwen gebouw of leefomgeving; • deelnemers met verwachte verschillende inbreng; mensen met verschillende beperkingen. Benodigde materialen Voor de bijeenkomst heeft u de volgende materialen nodig: • Vellen groot papier A3 formaat • Potloden, kleurpotloden, pennen, stiften • Plakband om de vellen op te kunnen hangen • Flap-over • Fototoestel
53
Voorbeeld opzet bijeenkomst Totale tijdsduur: 105 minuten; 1 uur en 45 minuten. 15 minuten 30 minuten 10 minuten 20 minuten 20 minuten 10 minuten
welkom en inleiding met uitleg opdracht; plattegrond tekenen; pauze; toelichting op de plattegronden; discussie met abstraheren belangrijke kenmerken; afsluiting.
Tip: maak foto’s van de ontwerpen, zodat u ze kunt OPslaan en bewaren
54
Stappenplan en schema voor opstellen programma van eisen
Inleiding Wat is het? Met dit stappenplan en het schema kunt u zelf een programma van eisen opstellen voor een toegankelijk gebouw (nieuwbouw en verbouw). Deze activiteit is het begin van een bouwof verbouwtraject, met als uiteindelijk resultaat een toegankelijk gebouw voor iedereen: mensen met én zonder beperking! Voor wie? Projectleiders bouw of inrichting bij zorgorganisaties en woningcorporaties die betrokken zijn bij de bouw of verbouw van een (woon)gebouw. Hoe werkt het? Bij voorkeur stelt een vertegenwoordiger van de zorgorganisatie of woningcorporatie een programma van eisen op in samenwerking met ervaringsdeskundigen uit verschillende doelgroepen en deskundigen op het terrein van toegankelijkheid. Deze werkgroep maakt een overzicht van inrichtingselementen van het gebouw en zoekt daar de beschikbare toegankelijkheidseisen bij, aangevuld met eventuele eisen en wensen vanuit de gebruikers groepen. Volg het stappenplan en gebruik het voorbeeldschema om het programma van eisen op een overzichtelijke manier vorm te geven.
Stappenplan Hieronder vindt u de stappen om tot een goed programma van eisen te komen voor toegankelijkheid van een gebouw.
Extra: werkblad schema voor het opstellen van een programma van eisen
Hanteer het schema om het programma van eisen voor een toegankelijk gebouw (nieuwbouw of verbouw) op te stellen. 1. Samenstelling werkgroep Stel een werkgroep samen met een vertegenwoordiger van de zorgorganisatie en/of woningcorporatie en ervaringsdeskundigen uit verschillende doelgroepen. Nodig bij voorkeur ook een deskundige uit op het terrein van toegankelijkheid. 2. Inrichtingselementen van het gebouw Beschrijf zo exact mogelijk uit welke inrichtingselementen het nieuwe gebouw bestaat, inclusief de functies van de verschillende onderdelen en stel dat in de werkgroep vast.
55
3. Doelgroepen Bepaal met de werkgroep de doelgroepen die gebruik maken van het gebouw en de bij punt 2 beschreven inrichtingselementen. Ga bij voorkeur uit van het principe ‘toegankelijkheid voor iedereen’, maar stel zo nodig prioriteiten. 4. Bronnen Zoek via beschikbare bronnen de bijbehorende toegankelijkheidseisen van de verschillende inrichtingselementen en zet deze in een tabel. Voor een kleinschalige woonvorm zijn de inrichtingselementen benoemd en zijn de aanbevelingen voor de entree van de woning als voorbeeld uitgewerkt. Zorg dat de eisen zoveel mogelijk zijn voorzien van bron en argumentatie. Dat geeft verduidelijking voor bouwers en uitvoerders. 5. Aanvullende eisen en wensen Bespreek in de werkgroep de tabel met toegankelijkheidseisen en vul zo nodig aan met aanvullende (specifieke) eisen en wensen vanuit de gebruikersgroepen. 6. Prioriteiten stellen en keuzes maken Bepaal samen met de werkgroep welke toegankelijkheidseisen de meeste prioriteit krijgen en waarom. Bij het maken van eventuele keuzes (bijvoorbeeld bij beperkt budget) bestaat hier dan helderheid over. 7. Programma van eisen Maak het programma van eisen definitief en informeer alle betrokkenen hierover.
Voorbeeldschema Het schema geeft een voorbeeld van een programma van eisen met betrekking tot toegankelijkheid van een woonvorm. Het schema bevat de onderdelen die ook als stappen in het stappenplan naar voren komen: • inrichtingselement; • minimale eis; • aanbeveling; • aanvullende eisen en wensen vanuit gebruikersgroepen, eventuele extra eisen; • bronnen; • argumenten/opmerkingen. Van één van de inrichtingselementen is het schema ingevuld. Dit is een voorbeeld, zodat u ziet hoe het werkt. Pas deze informatie aan voor uw specifieke situatie.
56
© 2011 Vilans
Entree/ gang
Inrichtings element
Hoogte van deurknop tussen 900 en 1200 mm boven de vloer en minstens 500 mm uit een inwendige hoek.
Vrije doorgangsbreedte deur: minimaal 850 mm Vrije doorgangshoogte deur: minimaal 2300 mm Openingshoek draaiende deuren: minstens 90˚ Deuren die gemakkelijk te openen zijn
Handboek voor Toegankelijkheid (2008) pag. 102 ITS Handboek Een deurbreedte van minimaal 850 mm voldoet ook voor mensen voor Toein een rolstoel. Voor grote scootmobielen en voor mensen met gankelijkheid obesitas in een extra brede rolstoel is een grotere breedte vereist. (2008) pag. 66 ITS Deuren met drangers zijn voor veel mensen (ouderen, rolstoelers, mensen met weinig kracht) lastig te openen. Handboek voor Toegankelijkheid (2008) pag. 102
Handboek: Bij deuren: met weinig kracht te bedienen; bedieningsweerstand ≤10 N. ITS rekent met bedieningsweerstand van ≤ 30 N
Minder mobiele mensen, zoals mensen die lopen met een stok of rollator, rolstoelgebruikers en scootmobielgebruikers hebben over het algemeen meer ruimte nodig voor en achter een deur om met hun hulpmiddel een deur door te kunnen.
Mens en Maat (2010) pag. 54
De bewoners van de kleinschalige woonvorm gebruiken in veel gevallen verschillende hulpmiddelen (zoals loophulpmiddelen) en hebben minder kracht. Dit betekent dat we hiermee goed rekening houden.
Argumenten/opmerkingen
De vrije opstelruimte naast de slotzijde van deuren is ≥ 0,5 m breed. Drempels ≤ 2 cm, eventueel in combinatie met een helling van 1:6 met een hoogte van max. 5 cm.
Aanvullende Bronnen eisen en wensen vanuit gebruikersgroepen Vóór en achter de entree ligt een vrij oppervlak Handboek ≥ 1,5 m x 1,5 m. (keerruimte die nodig is om met voor Toerolstoel te keren). gankelijkheid (2008) pag. 48
Minimale Aanbeveling eis
Programma van eisen (voorbeeld)
WERKblad
© 2011 Vilans
toegankelijkheid
gebouw Veiligheid/
plaats naar
Route parkeer-
Parkeren
Slaapkamers
Keuken
Woonkamer
Toiletten
Trap
overbruggen Lift
Hoogteverschil
WERKblad
Zorg buiten of binnen voor plekken om scootmobielen te stallen dicht bij de (achter) ingang, overdekt en goed verlicht.
Als de woning geschikt is voor mensen die op pad kunnen gaan, maar dit niet lopend kunnen doen, dan bestaat de mogelijkheid dat mensen een scootmobiel krijgen. Scootmobielen zijn voor buitengebruik. Een parkeerplek voor scootmobielen op korte afstand van de ingang (of achteringang) is dan nodig.
Toegankelijkheid per bouwfase
Inleiding Wat is het? De tool ‘Toegankelijkheid per bouwfase’ geeft aan de hand van bouwfasen aandachtspunten voor toegankelijkheid en is een houvast tijdens het bouwproject. Wanneer moet u wat doen? Hoe ziet het proces van een bouwtraject er uit en op welke wijze past toegankelijkheid hierin? Voor wie? Projectleiders bouw of inrichting van zorgorganisaties en woningcorporaties die betrokken zijn bij de bouw of verbouw van een (woon)gebouw. Hoe werkt het? De tool geeft per bouwfase aan wat in die fase van belang is, wie betrokken zijn, de kritische momenten in relatie tot toegankelijkheid en ondersteunende processen of diensten. De tool helpt om het proces goed in de gaten te houden, geeft duidelijk aan wanneer actie nodig is en biedt alle betrokkenen inzicht in het proces. Zo krijgt toegankelijkheid gedurende het gehele proces de aandacht die nodig is. Raadpleeg voor ontwerpeisen andere bronnen. Deze bronnen vindt u bij de genoemde producten in de laatste kolom van de tabel.
Extra: werkblad schema toegankelijkheid per bouwfase
Gebruik het schema om activiteiten die met toegankelijkheid van een gebouw te maken hebben te integreren in het bouwproces.
59
WERKblad
Schema Toegankelijkheid per bouwfase Bouwfasen
Uitleg bouwfase
Acties toegankelijkheid
Ondersteunende
Initiatief
Gezamenlijk: voorbereiding:
Organiseer een startbij-
• Advies op maat voor
Onderzoek
i omschrijving van doel
eenkomst.
trajectbegeleiding
In deze fase is het belang-
door toegankelijk-
producten/diensten Initiatie
Definitie
bouwproject;
i visie bij gebouw helder
rijk om te weten waar naar
heidsexperts
met speerpunten
toe gewerkt wordt en op
(duurzaam, toegankelijk);
welke wijze (proces) dit
ITS (Internationaal
wordt bereikt. Denk aan
Toegankelijkheids
i uitzetten opdracht bij architect.
een startbijeenkomst waarin dit aan de orde
Betrokken:
komt.
• Informatie over
Symbool) • Almanak Toegankelijkheid
• zorgorganisatie/woningcorporatie
Definieer de rol van de
• architect
bewoners/cliëntenraad en
• bewoners/cliëntenraad
maak afspraken. Daarnaast is dit het moment waarop de rol van de bewoners/cliëntenraad in het traject aan de orde moet komen; wat kan de bewoners/cliëntenraad en afspraken die daar bij horen (wanneer en hoe stukken ontvangen, verslaglegging et cetera).
Programma van Het programma van eisen
Stel het programma van
eisen
bestaat uit verschillende
eisen op.
onderdelen. Technische
Gebruik hierbij bronnen,
• NEN Norm 1814
eisen, aantal kamers, aantal
zoals Handboek voor
• ITS richtlijn
mensen dat het moet kunnen Toegankelijkheid. ‘huisvesten’, welke functies
Stel het programma
in het gebouw moeten zitten, van eisen op op ondermaar ook toegankelijk-
delen van het gebouw
heidseisen.
(entree, hoogteverschil overbruggen, informatie-
Betrokken:
voorziening, toiletten,
• zorgorganisatie/woning-
garderobe, parkeren en
corporatie • architect • bewoners/cliëntenraad
© 2011 Vilans
algemeen).
• Handboek voor Toegankelijkheid
WERKblad
Ontwerp
Voorlopig ontwerp
i Schetstekeningen waarbij
Uitleg architect over hoe
vorm en indeling centraal
het ontwerp is opgebouwd
staan.
en wat knelpunten voor toegankelijkheid zijn.
Betrokkenen: • zorgorganisatie/woningcorporatie
Check het ontwerp op het programma van eisen.
• architect
De zorgorganisatie/
• bewoners/cliëntenraad
woningcorporatie heeft als
• eventueel: externe
eindverantwoordelijke de
deskundigen
mogelijkheid het ontwerp goed te controleren op het programma van eisen. Inbreng van bewoners/ cliëntenraad op de eerste plannen. In een zo vroeg mogelijk stadium ontdekken van ontoegankelijke situaties.
Definitief ontwerp
i Schetstekeningen verder uitgewerkt.
i Nog geen materialisering. i Besluit over tekeningen;
Controleren van het
Om uitwerkingen
definitief ontwerp op
goed te checken op
toegankelijkheid. Betrek
toegankelijkheid:
bewoners/cliëntenraad
• Handboek voor
vorm en indeling staat vast. hierbij.
Toegankelijkheid • NEN Norm 1814
Betrokkenen:
De zorgorganisatie/
• zorgorganisatie/woning-
woningcorporatie heeft als
corporatie
• ITS richtlijn
eindverantwoordelijke de
• architect
mogelijkheid het ontwerp
• bewoners/cliëntenraad
goed te checken op het
• eventueel: externe
programma van eisen.
deskundigen Uitwerking/ bestek
i Tekeningen van alle deelstukken zijn gemaakt.
i Materialisering. Betrokkenen:
Controleer de bestekteke-
ningen op toegankelijkheid goed te checken op en bruikbaarheid. Gebruik
toegankelijkheid
hiervoor het programma
(bijvoorbeeld materiaal
van eisen.
voor vloer):
• zorgorganisatie/woningcorporatie
• Handboek voor De invulling van materiaal,
Toegankelijkheid
• architect
kleuren, kleurcontrast,
• NEN Norm 1814
• aannemers
hoogte van muren en
• ITS richtlijn
• bewoners/cliëntenraad
kasten zijn belangrijke elementen voor toegankelijkheid.
© 2011 Vilans
Om uitwerkingen
WERKblad
Realisatie Werkvoorbereiding
i Afspraken met onderaannemers voor de bouw.
Controleer of ook de onderaannemers goed op de hoogte zijn van de eisen
Betrokken:
voor toegankelijkheid.
• zorgorganisatie/woningcorporatie (meer op afstand) • architect • aannemers/projectontwikkelaar Uitvoering
i De bouw vindt daadwerkelijk plaats.
Let bij afwijkingen van de tekening op toegankelijkheid.
Betrokken:
Er kunnen situaties
• zorgorganisatie/woning-
ontstaan waarbij men
corporatie (meer op
moet afwijken van de teke-
afstand)
ningen. Het is belangrijk
• architect (meer op afstand) • aannemers/projectontwikkelaar
om deze situaties goed te bekijken aan de hand van de toegankelijkheidseisen. Als er aanpassingen uitgevoerd worden, welke gevolgen hebben die voor de toegankelijkheid?
Oplevering
i Het gebouw wordt opgeleverd.
i Controle van de bouw. i Eventuele fouten noteren en afspraken maken over hoe dit op te lossen.
Check of alles goed heeft
Om te schouwen:
uitgepakt door middel van
• Het eerdere
een zogenaamde ‘schouw’.
programma van eisen. • Eventueel ITS als keurmerk gewenst is. • Openbare schouw-
Betrokken:
lijsten gebruiken,
• zorgorganisatie/woning-
bijvoorbeeld van
corporatie • architect • aannemers/projectontwikkelaar • bewoners/cliëntenraad • eventueel: externe deskundigen
© 2011 Vilans
Programma VCP.
WERKblad
Gebruik
Het gebouw wordt in
Houd continu aandacht
gebruik genomen door
voor toegankelijkheid.
zijn gebruikers.
Tijdens gebruik kunnen
keurmerk • Schouwlijst die voor
kleine aanpassingen aan
specifieke gebouw
een gebouw worden uitge-
aan de hand van het
voerd. Daarnaast kunnen
programma van eisen
er obstakels ontstaan als het gebouw wordt
is opgesteld. • Openbare schouw-
ingericht. Continue
lijsten, zoals van
aandacht is nodig om
Programma VCP.
obstakels te registreren en te verhelpen.
© 2011 Vilans
• Eventueel ITS-