Toeristisch-recreatief marketingactieplan Nieuwe Hollandse Waterlinie
November 2002
1
Toeristisch-recreatief Marketingplan en Ontwikkelingsvisie NHW Inhoudsopgave 1. Inleiding …………………………………………………………………… 1.1 Aanleiding ……………………………………………………….. 1.2 Ontwikkelingsperspectief ………………………………………... 1.3 Doelstelling en uitgangspunten …………………………………... 1.4 Werkwijze ………………………………………………………… 1.5 Leeswijzer …………………………………………………………
3 3 3 5 6 8
2. Resultaten onderzoeksfase ……………………………………………… 2.1 Huidige betekenis NHW …………………………………………. 2.2 Beleidskaders (nationaal, provinciaal en regionaal) ……………… 2.3 Voorontwerp Linieperspectief en Burgeradvies ………………….. 2.4 Samengevatte SWOT-analyse ……………………………………. 2.5 Doelgroepenanalyse ………………………………………………. 2.6 Conclusies …………………………………………………………
9 9 9 12 15 17 21
3. Toeristisch-recreatieve ontwikkelingsvisie …………………………… 3.1 Uitgangspunten ……………………………………………………. 3.2 Visie en streefbeelden …………………………………………….. 3.3 Toeristisch-recreatieve ontwikkeling forten ……………………….
23 23 23 26
4. Marketingplan (korte termijn 0-4 jaar) ………..………………………… 4.1 Uitgangspunten en doelstellingen ………………………………….. 4.2 De zes doelgroepen uitgewerkt en afgebakend ……………….……. 4.3 Marketingstrategie ………………………………………………….. 4.4 Marketingactieplan ………………………………………………….
33 33 35 43 44
5. Projectenplan (lange termijn 5-10 jaar) …………………………………. 61 5.1 Uitgangspunten ……………………………………………………… 61 5.2 Selectie projecten ……………………………………………………. 61 6. Organisatie …………………………………………………………………… 6.1 Overzicht actieve organisaties ………………………………………. 6.2 Toeristisch-recreatief projectbureau ………………………………… 6.3 Samenwerking met overige organisaties ……………………………. 6.4 Communicatie ………………………………………………………..
64 64 65 68 69
7. Financiën …………………………………………………………………….. 70 7.1 Uitvoeringskosten marketingactieplan ….…………………………. 70 7.2 Financiering ………………………………………………………… 71 Bijlagen: A. Overzicht geïnterviewden B . Volledige SWOT-analyse C. Actieplan verder uitgewerkt en uitgelegd D. Literatuurlijst
2
1. Inleiding 1.1 Aanleiding De Nieuwe Hollandse Waterlinie (afgekort NHW) is de afgelopen jaren sterk in de belangstelling komen te staan. Particuliere en overheidsinitiatieven om onderdelen van deze Linie te beschermen of een nieuwe functie te geven hebben dit gestimuleerd, maar zeker ook het rapport Belvedère. In deze beleidsnota van vier ministeries over de relatie tussen cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting wordt de NHW aangeduid als Nationaal Project. Dit Nationale Project moet er toe leiden dat de NHW een cultuurhistorisch object van internationale allure wordt. De NHW, die aangelegd is in de 19e eeuw, is een 85 km lange verdedigingslijn die loopt van Muiden tot Werkendam en bestaat ook een groot aantal forten, sluizen, dijken en inundatiegebieden. Omdat de oude militaire functie na de tweede wereldoorlog is weggevallen, is het integraal beheer vervallen. De verschillende onderdelen zijn thans in handen van diverse overheden en particulieren. Elke organisatie is op eigen wijze bezig met beheer, onderhoud, herstel, gebruik en ontwikkeling. Van samenhang en samenwerking bij beheer, herstel en ontwikkeling is nog geen sprake. Toch zal er enige vorm van samenwerking gerealiseerd moeten worden, om de NHW de gewenste internationale allure te laten krijgen. Om deze samenwerking tot stand te brengen en de financiële middelen beschikbaar te krijgen moet er eerst een breed draagvlak gecreëerd worden. Een manier om dit te bevorderen is het meer zichtbaar en beleefbaar maken van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, gekoppeld aan een goede voorlichting en promotie. Drie provinciale bureaus voor toerisme (het Utrechts, Zuid-Hollands en Gelders-Overijssels Bureau voor Toerisme) hebben hiertoe het initiatief genomen door een projectvoorstel te schrijve n tot het opstellen en vervolgens uitvoeren van een toeristisch-recreatief marketingactieplan met daarbinnen een globale toeristisch-recreatieve ontwikkelingsvisie. Onderling hebben deze drie bureaus afgesproken dat het Utrechts Bureau voor Toerisme (UBT) in deze de voortrekkersrol zal vervullen. Dit projectvoorstel, dat in mei 2001 ingediend is bij het projectbureau Nieuwe Hollandse Waterlinie, is in het najaar van 2001 gehonoreerd. Met het projectbureau is afgesproken dat het toeristisch-recreatieve werkveld en alle betrokken beheerders en eigenaren van forten nauw bij de planontwikkeling betrokken zou worden en dat er afstemming zou plaatsvinden met het op te stellen (en reeds opgestelde) Voorontwerp Linieperspectief. Aanvullende bijdragen voor dit project 'marketingactieplan NHW' zijn verkregen van de Provincies Utrecht, Noord-Brabant, Noord-Holland, Zuid-Holland en Gelderland.
1.2 Ontwikkelingsperspectief Het potentiële ontwikkelingsperspectief voor de NHW is in principe enorm. De Linie kan immers nog over een heel groot deel in oorspronkelijke staat hersteld worden. Dit betekent dat forten, sluizen, waterkeringen en –bergingen gerestaureerd moeten worden. Voorts moet de natuurlijke omgeving enerzijds hersteld worden naar de historische inrichting en anderzijds behouden of aangepast worden aan de huidige inzichten op het gebied van ecologie. De
3
inundatiegebieden zouden voorts een functie kunnen krijgen als retentiebekkens tijdens hoogwaterstanden, waardoor mede invulling gegeven wordt aan de Wet Ruimte voor de Rivier. Op deze wijze krijgt de hele Linie een meervoudige functie als: ecologische verbindingszone, waterbergingsgebied en cultuurhistorisch verdedigingsobject. Al deze functies bij elkaar maken de Linie tot een toeristisch-recreatief fenomeen bij uitstek. Om dit te realiseren is een integrale ontwikkelingsvisie nodig. In het voorjaar van 2002 is hiertoe het Voorontwerp Linieperspectief, onder de naam 'Panorama Krayenhoff' opgesteld. In deze globale ruimtelijke visie zijn keuzes gemaakt, immers alle functies zijn niet op elke plaats maximaal mogelijk en bovendien vaak ook niet zinvol (b.v. elk fort hoeft geen museum te worden; op het ene fort kan de toeristische functie intensief worden of het andere beter extensief of geheel afwezig; op ene plaats krijgt natuurontwikkeling voorrang op de andere plaats waterberging). In het najaar van 2002 vinden de inspraakprocedures over dit Voorontwerp Linieperspectief plaats, waarna het definitief vastgesteld wordt. In 2003 start de gedetailleerde uitwerking op regionaal en lokaal niveau en zullen de ruimtelijke kaders vastgelegd worden in streek- en bestemmingsplannen. Deze uitwerking en vastlegging zullen nog de nodige tijd vergen en waarschijnlijk pas in 2006 gereed zijn. Voor dit hele planproces is het echter primair van belang om snel het nodige (bestuurlijke) draagvlak te creëren. Het opstellen en uitvoeren van een korte termijn marketingactieplan op toeristisch-recreatief gebied kan daaraan een belangrijke bijdrage leveren. Wanneer de NHW gaat leven bij een breed publiek, wordt mede daar de basis gelegd voor een sterk draagvlak. Zoals al aangegeven, is de toeristisch-recreatieve potentie van de NHW aanzienlijk. Immers, water, cultuurhistorie, natuur en landschap zijn momenteel de belangrijkste primaire (keuze)criteria op grond waarvan recreanten en toeristen hun bestemming bepalen. Daarnaast is het belangrijk om dergelijke gebieden te (gaan) gebruiken als recreatiebestemming omdat er voor de toekomst een groot tekort aan recreatieterreinen voorzien wordt. Belangrijke randvoorwaarden daarbij zijn goede secundaire voorzieningen, zoals verblijfsmogelijkheden en horeca, infrastructuur en bereikbaarheid, beleefbaarheid en gebruiksmogelijkheden. Alle primaire voorwaarden zijn op en langs de NHW ruimschoots aanwezig. Ten aanzien van de secundaire toeristisch-recreatieve voorzieningen is dat in veel mindere mate het geval, zeker als de Linie als geheel beschouwd wordt (uiteraard zijn er onderdelen en trajecten in de Linie aanwezig waar deze al wel redelijk ontwikkeld zijn, zoals deels rondom Utrecht en bij Fort Vuren en Slot Loevestein). Om de toeristisch-recreatieve mogelijkheden echt goed tot ontwikkeling te brengen moet er dus nog heel veel gebeuren. Om deze ontwikkeling te stimuleren en in goede banen te leiden is het opstellen en globaal uitwerken van een toeristisch-recreatieve ontwikkelingsvisie voor de linie als geheel en voor de deelgebieden en de afzonderlijke forten in het bijzonder een eerste vereiste. Wanneer deze gaat leven bij eigenaren, beheerders en bij een breed publiek wordt de basis gelegd voor een sterk draagvlak en voor de uitvoering van de gewenste ontwikkeling. Duidelijk is dat deze toeristisch-recreatieve ontwikkelingsvisie voor de lange termijn moet passen binnen het integrale verhaal en daarbinnen gedetailleerd uitgewerkt moet worden.
4
1.3 Doelstellingen en uitgangspunten De doelstellingen voor het opstellen van dit marketingactieplan en de toeristisch-recreatieve ontwikkelingsvisie zijn als volgt geformuleerd:
-
-
-
Het in nauwe samenwerking met alle betrokken partijen ontwikkelen van een op korte termijn uitvoerbaar marketingactieplan dat invulling geeft aan de toeristisch-recreatieve marketingmix van de Nieuwe Hollandse Waterlinie voor de komende vier jaar Het creëren van draagvlak voor een dergelijk integraal marketingactieplan met het bijbehorende uitvoeringsprogramma voor de komende vier jaar Het binnen het marketingactieplan opstellen van een globale toeristisch-recreatieve ontwikkelingsvisie en daarmee het aandragen van bouwstenen voor het uit te werken integrale ontwikkelingsplan (Voorontwerp Linieperspectief) Aanvullend wordt er een voorstel gedaan voor de organisatie en financiering van de uitvoering van het actieplan en voor het opzetten van een overlegstructuur ten behoeve van toeristisch-recreatieve marketing van de NHW.
Om de doelstellingen te bereiken dient vanuit een aantal uitgangspunten te worden gewerkt en aan een aantal randvoorwaarden te worden voldaan: -
-
-
-
-
-
-
het onderzoek en het op te stellen marketingplan borduurt voort op de verzamelde gegevens, bekende marktontwikkelingen etc.; het toeristisch-recreatieve marketingactieplan dient aan te sluiten bij het Voorontwerp Linieperspectief, bouwstenen aan te dragen voor de nadere uitwerking ervan en het actieplan dient gericht te zijn op het creëren van draagvlak voor het Linieperspectief; de planvorming is gelijkwaardig gericht op het concrete eindproduct en op het proces dat leidt tot dat eindproduct. Met andere woorden, het zorgvuldig doorlopen van de marsroute is van wezenlijk belang; planvorming heeft een dynamisch karakter. Dit houdt in dat gaandeweg het ontwikkelingsproces ruimte aanwezig moet zijn om gewijzigde omstandigheden toe te laten. Ook in de toekomst zal het marketingplan een kader moeten bieden voor het toetsen en eventueel uitvoeren van nieuwe ideeën; een optimaal functionerend toeristisch-recreatief natuur- en cultuurproduct NHW is alleen dan mogelijk indien er een breed draagvlak wordt gecreëerd, zowel bij gemeenten, ondernemers, brancheorganisaties, verenigingen, burgers en overige belanghebbenden; niet alleen cultuurhistorie zal aandacht krijgen, maar ook het watersporttoerisme, plattelandstoerisme en de recreatiemogelijkheden voor de lokale bevolking. Immers het totale product maakt de gewenste profilering van de NHW mogelijk en sterk; het marketingactiviteitenplan zal uitmonden in een aantal concrete en vooral ook praktisch haalbare vervolgstappen en -projecten; de planvorming is gericht op een duurzame ontwikkeling van recreatie en toerisme en het niet overschrijden van de fysieke, sociale en economische draagkracht van de omliggende regio’s. Duurzaamheid kan aldus vertaald worden in termen van leefbaarheid, natuur- en milieukwaliteiten en economische mogelijkheden; bestaande relevante gemeentelijke, regionale en provinciale beleidsplannen worden in het onderzoek betrokken, evenals door ondernemers en maatschappelijke organisaties gewenste ontwikkelingen, voor zover van invloed op de toeristisch-recreatieve ontwikkeling van de NHW.
5
1.4 Werkwijze De volgende fasen zijn in de uitwerking van het marketingplan te onderscheiden: 1. Onderzoeksfase: probleemdefiniëring, deskresearch, SWOT en doelgroepen analyse 2. Strategiefase: visie-ontwikkeling, bepaling marketingstrategie en doelstellingen 3. Uitwerkingsfase: vervaardiging van het marketingactie- en projectenplan, voorstellen voor organisatiekader en financiering.
Fase1. Onderzoeksfase Probleembeschrijving Op basis van een gesprek met de leden van het projectbureau Nieuwe Hollandse Waterlinie is de probleemstelling nader omschreven en aangescherpt. Via terugkoppeling naar de verschillende betrokkenen is zeker gesteld dat een ieder de probleemstelling onderschrijft. Deskresearch Er heeft een uitgebreide literatuurstudie plaatsgevonden van alle rapporten over de NHW die de afgelopen 10 jaar geschreven zijn. Sterkten en zwakten van de NHW zelf Bepaald is wat de sterke en zwakke kanten zijn van het gevoerde marketingbeleid rond de NHW. Hierbij zijn de vier elementen van de marketingmix afzonderlijk geïnventariseerd en besproken: product, prijs, plaats en promotie. Naar de 'prijs' is maar zeer beperkt gekeken, alleen daar waar dit daadwerkelijk relevant is. Inventarisatie van en gesprekken met de betrokkenen bij de NHW Om de benodigde informatie voor de interne analyse te verzamelen is met ca. 30 betrokken organisaties (en personen) gesproken over de toeristische marketing en ontwikkeling van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Vervolgens is van deze partijen het huidige toeristischrecreatieve marketingbeleid ten aanzien van de NHW geïnventariseerd. Tevens is nagegaan op welke toeristische doelgroepen de betrokkenen zich richten en de wijze waarop zij de marketingmix hiervoor inzetten en willen gaan inzetten in de nabije toekomst. Identificatie van de doelgroepen Bij de bespreking van de sterke en zwakke kanten van de marketingmix is de mix getoetst aan de wensen en behoeften van de (duurzame!) toeristisch-recreatieve gebruikers: de verschillende te onderscheiden toeristisch-recreatieve doelgroepen. Hiervoor zijn eerst de verschillende toeristisch-recreatieve doelgroepen geïdentificeerd. Kansen en bedreigingen voor de NHW in de markt Na de interne analyse is uitgebreid ingegaan op de omgeving van de NHW, de vraagzijde van de toeristisch-recreatieve markt en de kansen en bedreigingen die er in deze markt zijn voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Zo is er gekeken naar trends en ontwikkelingen in de consumentenmarkt en is er ook stilgestaan bij het imago van de NHW. Confrontatie van sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen De confrontatie van de kansen en bedreigingen met betrekking tot het toeristisch-recreatieve product NHW enerzijds met de sterktes en zwaktes van de marketingmix anderzijds heeft de
6
ruimte aangeven waarbinnen de marketingdoelstellingen, de strategie en de operationele uitvoering van het toeristisch-recreatief marketingbeleid voor de NHW kan plaatsvinden. Tussentijdse evaluatie Aan het einde van deze fase is de uitgangssituatie voor het opstellen van het marketingactieplan tijdens een werkconferentie bediscussieerd met de diverse betrokkenen. Op deze bijeenkomst is ingegaan op de kansen en bedreigingen in de markt van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, de sterktes en zwaktes in de huidige toeristisch-recreatieve marketingmixelementen en op de onderscheidende aspecten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Tevens zijn, vooruitlopend op de te bepalen doelstellingen en strategie, de huidige en beoogde doelgroepen, het gewenste imago en de gewenste productontwikkelingen besproken.
Fase 2. Strategiefase Globale ontwikkelingsvisie Binnen dit deel van het marketingplan is ook een globale toeristisch-recreatieve ontwikkelingsvisie opgesteld en daarmee een bouwsteen aangedragen voor het later op te stellen integrale ontwikkelingsplan. Doelgroependefinitie De doelgroepen waarop het marketingactieplan voor de NHW zich in het bijzonder wil gaan richten worden aangegeven. Deze dienen als uitgangspunt voor de te bereiken doelstellingen en te volgen marketingstrategie. Deze doelgroepen zijn nader gedefinieerd: wat de grootte is van deze doelgroepen en wat kenmerken zijn in termen van woonplaats, leeftijd, opleiding, bezoekmotief, cultuurgedrag, mediagedrag etc. Marketingdoelstellingen Bij de vaststelling van de doelstellingen achten wij het noodzakelijk dat deze zo nauwkeurig mogelijk zijn. De marketingdoelstellingen dienen in deze fase gekwantificeerd te zijn, zodat de te ontwikkelen acties op de doelstellingen kunnen worden afgestemd. De doelstellingen zijn daarbij dan afgeleid van de gezamenlijke visie en ambitie en hebben betrekking op zaken als bezoekersaantallen, naamsbekendheid, imago, perceptie en bezoekintentie. Het probleem hierbij is echter dat marktgegevens op dit moment nog geheel ontbreken. Deze kwantitatieve doelstellingen dienen daarom alsnog te worden ingevuld na het uitvoeren van de nulmeting. Marketingstrategie Met de vastgestelde doelgroepen en de gestelde marketingdoelstellingen als uitgangspunt is vervolgens de marketingstrategie omschreven. Hierbij gaat het om de omschrijving van product-, plaats- en promotiestrategie. De gewenste huidige en de op korte termijn mogelijk en wenselijk te realiseren producten en aanpassingen in toegankelijkheid en bereikbaarheid voor de specifieke doelgroepmarkten zijn omschreven. In het kader van de promotiestrategie wordt ook omschreven wat het gewenste toeristische imago is, oftewel, hoe Nieuwe Hollandse Waterlinie zich toeristisch wenst te positioneren. Fase 3. Uitwerkingsfase Marketingactieplan De marketingstrategie voor de NHW zal worden vertaald in een same nhangend geheel van concrete, toetsbare acties voor de daarop volgende drie jaar. Duidelijk dient te zijn wie de
7
actie op welk moment onderneemt en wat het beoogde effect hiervan is. De ontwikkeling van die acties in de tijd en de financiële consequenties ervan, vormen een wezenlijk onderdeel van het Marketingactieplan. Actieplan op basis van de doelgroepen Het actieplan wordt aan de hand van de beoogde doelgroepen en hun wensen, behoeften en verdere kenmerken ingevuld, hierdoor ontstaan deelacties per beoogde doelgroep. Het is vanuit kostentechnische en efficiëntie overwegingen zaak vooral te komen tot acties die in de behoeften van meerdere doelgroepen tegelijkertijd voorzien. Productontwikkelingsplan Met betrekking tot productontwikkeling beperken wij ons tot acties haalbaar op de kortere termijn (binnen vier jaar) en liniebreed en ook fortoverstijgend. Overigens worden daarnaast, waar wij dit van belang achten, ook suggesties gegeven voor de langere termijn. Er worden aanbevelingen gedaan voor zowel tastbare producten als toeristisch-recreatieve diensten. Promotieactieplan Het promotieplan volgt op het productontwikkelingsplan en is hier uiteraard in grote mate afhankelijk van. Daar waar productontwikkelingen zijn weergegeven wordt nu vermeld welke promotionele middelen daarbij worden ingezet. De ontwikkeling van basismateriaal ten behoeve van de collectieve promotie wordt als apart onderdeel besproken. Projectenplan lange termijn Als uitvloeisel van de algemene toeristisch-recreatieve ontwikkelingsvisie is een aantal lange termijn projecten geselecteerd die invulling moeten geven aan de ontwikkeling van forten, waterrecreatie en andere aspecten van toerisme welke niet op korte termijn gerealiseerd kunnen worden. Deze projecten worden alleen kort benoemd, maar zijn niet in detail uitgewerkt. Organisatie en financiën De uitwerkingsfase is afgerond met een analyse van en aanbevelingen voor de meest gewenste organisatievorm voor het uitvoeren van dit toeristisch-recreatieve marketing- en productontwikkelingsplan. Tenslotte wordt aangegeven welke financiële middelen er voor de uitvoering van deze plannen nodig zijn en op welke wijze die bijeen gebracht kunnen worden.
1.5 Leeswijzer Dit marketing- en productontwikkelingsplan bestaat uit een zevental onderdelen. Als eerste wordt in het volgende hoofdstuk ingegaan op de resultaten uit de onderzoeksfase. Daarna wordt in hoofdstuk 3 de toeristisch-recreatieve ontwikkelingsvisie beschreven. In de hoofdstukken 4 en 5 worden het (korte termijn) marketingactieplan en het (lange termijn) productontwikkelingsplan beschreven inclusief doelstellingen en strategie. In de hoofdstukken 6 en 7 komen de organisatie en financiën ten behoeve van de uitvoering van dit plan aan de orde. De laatste hoofdstukken betreffen de conclusies, aanbevelingen en samenvatting.
8
2. Resultaten onderzoeksfase 2.1 Huidige betekenis Nieuwe Hollandse Waterlinie De Nieuwe Hollandse Waterlinie is na het verliezen van haar militaire functie, lange tijd een vergeten linie geweest. Dit heeft er enerzijds voor gezorgd dat er op en rond forten de meest prachtige natuurlijke omgevingen konden ontstaan. Anderzijds is hierdoor veel achterstallig groot onderhoud ontstaan en veelal particulier gebruik van de forten waardoor de toegankelijk meestal zeer beperkt is. Ook zijn delen van de inundatievelden onherstelbaar beschadigd, volgebouwd met huizen en bedrijventerreinen en zijn zij vaak onherkenbaar geworden. De kleinere linieelementen, zoals groepsschuilplaatsen en sluisjes, zijn hier en daar gesloopt en daardoor is de linie incompleet geraakt. Al die jaren (eigenlijk sinds de 2e wereldoorlog) lagen daar maar weinig mensen van wakker en zo konden zowel positieve, maar nog meer negatieve ontwikkelingen bijna ongestoord plaatsvinden. Door al deze ontwikkelingen heeft de Linie als geheel tot begin jaren negentig nauwelijks enige betekenis meer gehad. Wel hadden de vele forten een zelfstandige betekenis, bijvoorbeeld in gebruik bij defensie, als natuurfort of voor culturele manifestaties. In de loop van de jaren negentig begint de Linie als geheel langzaam uit haar (zich tegelijkertijd mooier als onaantrekkelijker makende) slaap aan het ontwaken. Had de linie en vooral haar inundatievelden na opheffing van haar militaire functie alleen nog maar betekenis voor landbouw, veeteelt, verdere bedrijvigheid en woningbouw, de laatste jaren is daar in alle prilheid de functie van cultuurhistorisch waardevol erfgoed en een toeristisch-recreatief aantrekkelijk product bijgekomen. Het wordt gezien als een dusdanig waardevol product, dat het niet alleen uniek is voor alle Nederlanders, maar even zo goed voor buitenlanders.
2.2 Beleidskaders (nationaal, provinciaal, regionaal) Hoewel de NHW vooral de laatste jaren in toenemende mate in de belangstelling is komen te staan, moet opgemerkt worden dat het denken en schrijven over de linie niet alleen iets van de laatste jaren is. Al aan het eind jaren tachtig en in het begin jaren negentig zijn er diverse landelijke en provinciale nota's over de waterlinie geschreven. Het eerste goede startschot daartoe was het "Ontwikkelingsplan voor het deel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie in de provincie Utrecht" van juni 1989. Dit plan dat in opdracht van de Provincie Utrecht, het Ministerie van LNV en diverse Utrechtse gemeenten is geschreven legde een eerste basis voor het toekomstig beleid van de Waterlinie. Volgens dit ontwikkelingsplan zou de hoofddoelstelling voor de NHW "het optimaliseren van het maatschappelijk rendement" moeten zijn. Dit zou bereikt moeten worden door het ve rsterken van de cultuurhistorische betekenis, het behouden en ontwikkelen van natuur- en landschapswaarden en het ontwikkelen van de linie als aantrekkelijk toeristisch-recreatief element. In dit plan worden talrijke goede, concrete voorstellen gedaan voor het ontwikkelen van natuur en recreatievoorzieningen (fiets-, wandel- en vaarroutes) en voor nieuwe functies voor forten. Helaas zijn er weinig actiepunten uit dit plan gerealiseerd. Blijkbaar was de tijd er nog onvoldoende rijp voor. Dit heeft ervoor gezorgd dat een integrale aanpak op dat moment nog niet plaatsvond, daar waar dit de versnippering van beleid en beheer in de jaren negentig had kunnen voorkomen.
9
Een 2e belangrijke nota uit die periode is het rapport "Waterlijn" van de Rijksplanologische Dienst (1993). Ook hierin wordt gepleit voor het zichtbaar maken en versterken van de ruimtelijke eenheid van de Waterlinie. Transformatie wordt daarbij als beste oplossingsrichting gezien. Daarnaast wordt vastgesteld dat deze uitgangspunten goed aansluiten bij de toeristisch-recreatieve behoeften. In de ideeënschets worden voorstellen gedaan op het gebied van routestructuren, de inrichting van forten als recreatieve knooppunten en het transformeren van inundatievelden tot 'wetlands'. Ook de aanbevelingen uit dit rapport hebben niet direct geleid tot een gecoördineerde aanpak voor herstel, behoud en ontwikkeling van de Waterlinie als geheel. Nationale beleidskaders De nieuwste en belangrijkste beleidskaders voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie op nationaal niveau op dit moment zijn de Architectuurnota 2001-2004 "Ontwerpen aan Nederland", de nota Belvedère, de 2e Structuurschema Groene Ruimte (deel 1) en de 5e Nota Ruimtelijke Ordening. Duidelijk wordt uit deze nota's dat een gecoördineerde aanpak van de Waterlinie als geheel op landelijk niveau nu zeer serieus wordt genomen. Het meest duidelijk komt dit naar voren in de nota Belvedère. In deze nota, dat een gezamenlijk product is van 4 ministeries, staat centraal dat er een samenhangend rijksbeleid tot stand wordt gebracht dat voldoende ruimte biedt om de cultuurhistorische identiteit(en) sterker richtinggevend te laten zijn voor de ruimtelijke inrichting van Nederland. Onder het motto "behoud door ontwikkeling" wil men bestaande cultuurhistorische structuren meer en beter tot hun recht laten komen bij de inrichting. In deze nota worden de cultuurhistorisch meest waardevolle gebieden van Nederland benoemd en beschreven (de zgn. Belvedèregebieden) en de uitgangspunten voor toekomstig cultuurhistorisch ruimtelijk beleid geformuleerd. In die zin vormt deze nota een belangrijke onderlegger voor de nieuwe, 5e nota Ruimtelijke Ordening. De nota Belvedère heeft als rijksnota uiteraard betrekking op heel Nederland, maar in deze nota krijgt de Nieuwe Hollandse Waterlinie toch bijzondere aandacht. De Linie wordt niet alleen uitgebreid als voorbeeldproject behandeld, maar wordt ook voorgedragen als 'nationaal project' dat een nationale impuls moet krijgen. De reden hiervoor is een dubbele: enerzijds is het een van de grootste en belangrijkste cultuurhistorische structuren van Nederland, anderzijds is de bestuurlijke en ruimtelijke opgave het meest complex. De Architectuurnota 2001-2004 "Ontwerpen aan Nederland" beoogt een concrete bijdrage te leveren aan de ruimtelijke en architectonische kwaliteit in ons land door in een negental Grote Projecten het ontwerpen een grotere rol te geven. Voorts beoogt deze nota onder meer de relatie cultuurhistorie en moderne (landschaps)architectuur te versterken door het cultureel erfgoed te zien als inspiratiebron bij ruimtelijke planvorming en door te streven naar behoud door ontwikkeling. Eén van die Grote Projecten is de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Ook in deze nota wordt het belang onderstreept om tot een integrale visie op het geheel van de linie te komen zodat lokale en regionale initiatieven meer samenhang gaan vertonen. Het opstellen van een samenbindende en stimulerende ontwerpvisie waarbij het verborgen karakter op passende wijze wordt ongevormd tot meer publieke bestemmingen, is hierbij van groot belang. Ook in het Ontwerp van de 5e Nota Ruimtelijke Ordening wordt aan de Nieuwe Hollandse Waterlinie belangrijke betekenis toegekend. Het beleid van de 5e Nota RO is erop gericht de bestaande ruimtelijke kwaliteiten, zoals bijv. va n de waterlinie, te behouden en te versterken. Door het aanwijzen van de gehele waterlinie als te beschermen cultuurhistorisch waardevol
10
gebied ligt het referentiekader voor het ruimtelijke beleid op en rond de linie in grote lijnen vast. De linie wordt, ondanks lokale en regionale verschillen met betrekking tot de rode en groene contouren en het feit dat nog niet alle groene contouren elk deelgebied is vastgelegd, in de nieuwe nota goed beschermt. Deze bescherming wordt nog versterkt doordat de waterlinie voor het grootste deel ligt in twee Nationale Landschappen, nl. in het Groene Hart en in het Rivierengebied. In de ontwikkelingsvisie van de 5e nota liggen voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie de perspectieven vooral in de combinatie van water, natuur en recreatie. Tenslotte neemt de Nieuwe Hollandse Waterlinie een belangrijke plaats in, in de nationale nota "Natuur voor mensen, mensen voor natuur". In deze nota maakt de Waterlinie deel uit van een van de zes zogenaamde 'robuuste ecologische verbindingen'. In het kader daarvan zijn middelen gereserveerd voor verwerving en inrichting van ca 7500 ha natuurontwikkeling.
Provinciaal- regionale beleidskaders Bij de beschrijving van deze beleidskaders delen we het NHW-gebied in twee subregio's in, namelijk het noordelijk deel liggend in de provincies Noord-Holland en Utrecht en het zuidelijk deel liggend in de provincies Gelderland, Zuid-Holland en Noord-Brabant. Beginnend bij het zuidelijk deel blijkt dat de provincies hier in het verleden de cultuurhistorische en landschappelijke waarde van de Waterlinie wel (h)erkend hebben, maar dat het beleid beperkt is gebleven. De Provincie Gelderland beschrijft het Gelderse deel van de Waterlinie in het streekplan. Daaruit blijkt dat een groot deel van de waterlinie in deze provincie beschermd wordt omdat het deel uitmaakt van de provinciale ecologische hoofdstructuur. In de Gelderse cultuurnota Belvoir wordt eveneens gewezen op het belang van een duurzame instandhouding van de waterlinie, maar worden nieuwe functies en cultuurtoerisme ook als kansrijke ontwikkelingsmogelijkheden aangemerkt. Het Zuidhollandse streek- en cultuurplan sluiten nauw aan bij de Gelderse. Het streekplan beschermt en wijst het NHW-gebied aan als 'bebouwingsstrook met grote cultuurhistorische en landschappelijke waarde' met als hoofdfunctie natuur. In het cultuurplan staat behoud en ontwikkeling van het cultureel erfgoed voorop en vindt dat er binnen deze opzet gezocht moet worden naar kansrijke beleidscombinaties. In het streekplan van de Provincie Noord-Brabant wordt het Brabantse deel van de NHW aangemerkt en beschermt als Groene Hoofdstructuur en wordt versterking van de samenhang tussen cultuurhistorische en landschapswaarden nagestreefd. Op cultuurgebied heeft NoordBrabant een cultuurhistorische waardenkaart opgesteld. Voor de regio waar de NHW in ligt zijn een negental aanbevelingen voor integraal beleid gedaan. Uit deze aanbevelingen blijkt duidelijk het gehele gebied sterk beschermd wordt, maar dat er ook kansen liggen voor toeristisch-recreatieve ontwikkelingen, extensieve landbouw en natuurbouw. Naast het afzonderlijke provinciale beleid hebben deze drie zuidelijke provincies ook gezamenlijk een Gebiedsvisie Nieuwe Hollandse Waterlinie-Zuid opgesteld. Deze visie vormt een belangrijke bouwsteen voor het voorontwerp Linieperspectief. Vooruitlopend op de bestuurlijke vaststelling van deze Gebiedsvisie-Zuid (september 2002) hebben de betrokken partijen een intentieverklaring ondertekend. Het doel van de Gebiedsvisie-Zuid is het zuidelijk deel van de Linie nadrukkelijk te betrekken bij ruimtelijke ontwikkelingen, een herkenbare ruimtelijke eenheid te maken en deze duurzaam in stand te houden. Om dit doel te bereiken staan drie strategieën centraal, namelijk: behouden, herstellen en ontwikkelen. Bij
11
ontwikkelen is het uitgangspunt dat nieuwe elementen of functies een bijdrage moeten leveren aan het vergroten of versterken van de identiteit van de linie of een structurele bijdrage leveren aan de economische basis voor de instandhouding van de linie. De visie onderscheidt in het zuidelijk deel drie zones: de groene, de rode en de blauwe zone. De groene zone betreft het noordelijk deel tussen de Lek en de Waal. Dit deel biedt vooral mogelijkheden voor natuurontwikkeling. De blauwe zone betreft het zuidelijk deel en heeft potenties voor de berging van water. De rode zone ligt rondom Gorinchem en Leerdam en biedt potenties voor uitbreiding van recreatieve waarden. De genoemde potenties sluiten aan bij kansrijke en gewenste landschappelijk ontwikkelingen, maar zullen uiteraard verweven moeten worden met aanwezige andere functies en waarden. Vanuit deze gebiedsvisie worden een drietal voorbeeldprojecten uitgewerkt: 1. water langs de linie, zichtbaar maken van een inundatieveld (aan weerszijden van de A2); 2. fort Altena, hergebruiksmogelijkheden en nieuwe functies voor dit fort; 3. uitbreiding Gorinchem-Oost, grootschalige woningbouw in het NHW-gebied. In het noordelijke deel houdt de provincie Noord-Holland zich op toeristisch-recreatief liniegebied momenteel voornamelijk bezig met de Stelling van Amsterdam, die recentelijk op de Werelderfgoedlijst van Unesco is geplaatst. Bestuurlijke aandacht voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie is nog beperkt en spitst zich toe op samenwerking tussen de Stelling van Amsterdam en de Nieuwe Hollandse Waterlinie ter verkrijging van een gezamenlijk sterker toeristisch-recreatief product. De Provincie Utrecht, binnen wiens grenzen zich het grootste gedeelte van de Nieuwe Hollandse Waterlinie bevindt, houdt zich op bestuurlijk gebied het langste en tot voor kort ook veruit het meest intensief bezig met de Nieuwe Hollandse Waterlinie en haar toekomst. In het beleidsplan Recreatie en Toerisme van de provincie Utrecht (1994) is een profilering van het historische belang van de Nieuwe Hollandse Waterlinie aangekondigd. De provinciale Cultuurnota 1999-2002, deelnota cultureel erfgoed, besteedt uitvoerig aandacht aan het bijzondere belang van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en gaat verder in op het beleid gericht op herstel en ontwikkeling van het (Utrechtse) gebied van de waterlinie. De stad Utrecht heeft in haar meerjarenprogramma Toerisme 2000-2004 (Zet ‘m op toerisme) het herstel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie in de vorm van een viertal cultuurhistorische projecten opgenomen. Het betreft de herbestemming en herontwikkeling van zeven van haar tien forten. Hierbij wordt aan alle forten een (deels) publieke toeristisch-recreatieve functie toegekend. In het meerjarenprogramma wordt aangegeven dat in de komende beleidsperiode de Nieuwe Hollandse Waterlinie en met name de forten veel aandacht zullen krijgen. De forten zijn van grote waarde voor het cultuurtoerisme in de directe omgeving van Utrecht. Gekeken gaat worden naar mogelijkheden om forten voor toeristen aantrekkelijk(er) te maken. Gedacht wordt onder meer aan educatieve functies, campings bij forten en horecagelegenheden bij forten. Daarnaast worden er fiets-, wandel- skeeler-, en kanoroutes ontwikkeld in het fortengebied.
2.3 Voorontwerp Linieperspectief en Burgeradvies In het kader van de aanwijzing van de Nieuwe Hollandse Waterlinie als Nationaal Project in de nota Belvedere en Grand Project in de Cultuurnota, is het projectbureau Nieuwe Hollandse Waterlinie ingericht. Op initiatief van dit bureau is in het najaar van 2001 een Burgeradvies
12
geschreven en in het voorjaar van 2002 een Voorontwerp Linieperspectief opgesteld. Met deze beide producten wil het projectbureau de integrale beleidsontwikkeling voor en aanpak van de Waterlinie als geheel verder vorm en inhoud geven. Burgeradvies Het Burgeradvies is tot stand gekomen op basis van een Opiniewijzer (waarop ruim 700 deelnemers gereageerd hebben) en een zestal regionale bijeenkomsten (die in totaal door ca. 250 bezocht zijn). De resultaten van dit maatschappelijke debat zijn samengevat in een aantal uitgangspunten en aanbevelingen voor de verdere ontwikkeling van het ruimtelijk perspectief. De meest opvallende aanbevelingen zijn: a. het behoud en versterken van cultuurhistorische waarden, waardevolle landschappen en natuurwaarden in het waterliniegebied dient vooropgesteld te worden; b. de variatie en kleinschaligheid van diverse landschappen dienen het uitgangspunt voor verdere ontwikkeling te zijn; c. de NHW moet herkenbaar zijn of worden voor verschillende groepen gebruikers en bewoners en de zichtbaarheid moet verbeterd worden; d. de samenhang van de verschillende onderdelen van de linie moet behouden en hersteld worden; e. de Waterlinie is primair geschikt voor kleinschalige recreatie en op enkele plaatsen ook voor massa-recreatie; f. de ontsluiting van de linie moet vooral gericht worden op fietsen, wandelen en varen; g. het concept van een groene megasingel wordt afgewezen, want dat doet te weinig recht aan de variatie van landschappen en natuurwaarden; h. inundatie is slechts op een beperkt aantal plaatsen mogelijk, namelijk daar waar aansluiting mogelijk is bij de beleidsvoornemens van de ecologische hoofdstructuuur; i. een beperkt aantal forten kunnen een nieuwe functie krijgen; hierbij dient het accent te liggen op versterking van natuurwaarden en kleinschalige recreatie; j. de openstelling van een aantal forten moet verbeterd worden en de forten moeten in de huidige staat behouden en/of in de oorspronkelijke staat hersteld worden; k. de aanwezige schootsvelden rondom de forten moeten zoveel mogelijke behouden worden; Voorontwerp Linieperspectief: Panorama Krayenhoff Het Linieperspectief heeft als doel een ruimtelijk perspectief voor de NHW te bieden dat tegelijkertijd Leitbild en planologisch instrument is. Met andere woorden naast spelregels, aanbevelingen en verankering in het ruimtelijke ordeningsbeleid, moet het Linieperspectief ook een wervende en stimulerende werking hebben. Drie ambities hebben daarbij als uitgangspunt gediend, namelijk: - behoud door ontwikkeling: behoud van historische gebouwen en structuren moet gekoppeld worden aan een toekomstgerichte strategie; - versterking herkenbaarheid: dit biedt de beste garanties tegen voortgaande fragmentatie en ontmanteling; - waterbeheer: oude inundatiesystemen worden ingezet voor de waterhuishouding van de toekomst. Bij de visievorming van het Linieperspectief is behoud en versterking van de bestaande gradiënten op drie schaalniveaus een belangrijk uitgangspunt geweest. Het eerste schaalniveau loopt van nood naar zuid over de gehele linie en wordt gemarkeerd door de hoofdweerstandstrook: ten westen werd het gebied verdedigd, ten oosten moest het uitzicht
13
vrij blijven. Op het middenniveau zijn de historische complexen van de hoofdweerstandstrook, forten, inundatievlakte, accessen, batterijen en groepsschuilplaatsen op veel plaatsen nog goed zichtbaar. Op microniveau gaat het om de afzonderlijke objecten en waterstaatswerken. Globaal gesteld richt het Linieperspectief zich op een herkenbare hoofdweerstandstrook, geflankeerd door open velden in het oosten en landelijke of stedelijke verdichting in het oosten. Omdat het landschap rondom Utrecht daarvoor te gefragmenteerd is, gaat het Linieperspectief daar meer uit van objectgerichte bescherming. Het linieperspectief is in drie kaartbeelden, blauw, rood en groen tot uitdrukking gebracht op basis van deze drie niveau's, de maatschappelijk wens om het linielandschap actief tot expressen te brengen en de maatschappelijke belangen op het gebied van waterbeheer, bescherming van natuur en landschap en de ontwikkelingen op het gebied van wonen, recreatie en toerisme. De Blauwe Kaart Deze kaart geeft de mogelijkheden aan voor regionaal waterbeheer in het gebied van de Vechtplassen (aan het eind van het afwateringssysteem in het noordelijk deel aan weerszijden van de Vecht), rondom Utrecht (in vijvers gekoppeld aan de krans van forten) en in het rivierengebied (in eerste instantie buitendijkse gebieden en noodberging in natuurlijke overloopgebieden als de Biesbosch). De Groene Kaart Deze kaart geeft aan dat de openheid ten oosten van de hoofdweerstandstrook in de Vechtstreek en het Rivierengebied gehandhaafd moet blijven en dat in deze gebieden ten westen van de strook landschappelijke verdichting mogelijk is in de vorm van bosaanleg, recreatievoorzieningen en landschapsbouw. Een grote robuuste ecologische verbindingszone van noord naar zuid wordt niet aanbevolen. Er is meer ecologisch rendement te bereiken door in een zevental deelgebieden (de clusters Vecht, de Plassen, de Utrechtse stadsrand, de Lek, de Linge, de Waal en de Biesbosch) de lokale kwaliteiten te versterken. Ook wordt niet gepleit voor een groene singel op en over de gehele hoofdweerstandstrook. De markering van deze lijn kan ook bereikt worden door relatief eenvoudige inrichtingselementen (zoals bijvoorbeeld paaltjes of sculptuurtjes) en het benadrukken van het Liniepad. De Rode Kaart Deze kaart zet vooral in op de mogelijkheid om de hoofdweerstandstrook verder te benadrukken door verdichting aan de westzijde als contract ten opzichte van het open oostelijke gebied. Deze verdichtingzones aan de westelijke zijde moeten op zichzelf wel een lage dichtheid hebben (bv. in de vorm van nieuwe landgoederen en toeristisch-recreatieve voorzieningen) en alleen daar toegelaten worden waar de dynamiek van stad en infrastructuur niet ver weg is of al aanwezig is. Voor het gehele NHW- gebied kunnen volgens het Linieperspectief zes toeristisch-recreatieve arrangementen tot ontwikkeling worden gebracht: intensieve, direct aan de Linie gerelateerde recreatie is mogelijk in het museale Linieland (rond Fort Honswijk) en het Liniecentrum (dat in Fort Vechten voorzien is), rondom Vesting Naarden en in de Vestingdriehoek GorinchemLoevestein-Woudrichem. Natuur- en landschapsgerichte recreatie is mogelijk rond de Vechtplassen, de kraag van Utrecht en het culturele cluster rondom Asperen. Voor de forten worden vier ideaaltypen onderscheiden: het museale, het recreatieve, het bewoonde en het ecologische fort. Een netwerk van fiets- en wandelpaden en van vaarroutes moet de forten ontsluiten en ze in verband brengen met de overige artefacten.
14
Naast de ruimtelijke bepalingen in de vorm van rode, groene en blauwe kaart geeft het Linieperspectief ook aan hoe de verwezenlijking zou moeten plaatsvinden. Het zet daarbij in op twee strategieën: planologische verankering en actieve ontwikkeling. De planologische verankering moet vooral plaatsvinden binnen de 5e Nota Ruimtelijke Ordening door het instrument van de 'groene contouren' rondom de vrije velden, inundatiegebieden en de hoofdweerstandstrook in te zetten. Daarnaast biedt de Monumentenwet voldoende aanknopingspunten voor de bescherming van forten en andere objecten. De ontwikkeling kan plaatsvinden op drie projectniveaus, namelijk op het niveau van de materiele onderdelen (bijv. forten en andere objecten), van de virtuele onderdelen (bv. versterking landschappelijk contract tussen oost en west en inundatievelden) en ondersteunende aspecten (zoals landschapsbouw, toeristische voorzieningen en gespreide woonvormen). De organisatie van de uitvoering wordt voor een belangrijk deel weggelegd bij de vijf provincies, terwijl de overkoepelende en coördinerende taken door de rijksoverheid gedaan moeten worden.
2.5 Samengevatte SWOT-analyse Wat zijn de sterke en zwakke kanten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de kansen en bedreigingen in de markt? Bij marketing gaat het immers om het benutten van de sterke kanten en het inspelen op de kansen. Ook gaat het om het versterken/ verbeteren van de zwakke kanten waar nodig en het vermijden of ombuigen van bedreigingen. Een volledige SWOT-analyse is weergegeven in bijlage A. Hier wordt volstaan met de belangrijkste conclusies van deze analyse.
15
SWOT-analyse Sterktes 1. De Nieuwe Hollandse Waterlinie is internationaal gezien een uniek erfgoed. 2. De NHW is voor een groot deel een uiterst aantrekkelijk cultuur-natuur- landschap. 3. De unieke sfeer, informaliteit, ruigheid, het toeristisch-recreatief nog niet uitgekauwde zijn uniek. De linie is spannend en mysterieus. 4. Er zit een enorme denkkracht achter de linie en daarmee ook een bijzonder verhaal. Alle water in Nederland is bovendien strategisch water. 5. Er zijn nu al een aantal grote en uiterst aantrekkelijk publiekstrekkers onder de linieforten en vestingstadjes. 6. Er is een fysieke aansluiting op en doorkruising van de linie met andere cultuurhistorisch interessante verdedigingslinies.
Kansen 1. Water is ‘in’, een hype in Nederland 2. Het linieproduct heeft, zeker gezien de trends in de toeristisch-recreatieve markt, alle mogelijkheden om uit te groeien tot een bijzonder en succesvol toeristischrecreatief product: o.a. verdere opkomst van de beleveniseconomie, groei van de groepen cultuurhistorisch geïnteresseerden (en groeiende aandacht voor educatie in informatie hieromtrent) en recreatieve fietsers en wandelaars, touroperators zijn op zoek naar nieuwe unieke
Zwaktes 1. De Nieuwe Hollandse Waterlinie is nagenoeg onbekend onder het Nederlandse en buitenlandse publiek 2. Het imago van de Nieuwe Hollandse Waterlinie is uitermate zwak of zelfs niet bestaand en onderscheidend. 3. De Nieuwe Hollandse Waterlinie is niet als een afzonderlijk gebied en als specifiek toeristisch product herkenbaar. 4. De linie wordt pas echt boeiend als je er echt veel over weet. Bovendien zien de forten er voor het gros van de mensen allemaal hetzelfde uit. 5. Er is geen samenhangend doelgericht geheel aan marketinginspanningen rond het toeristisch-recreatieve linieproduct. Er is te weinig sprake van producten die individuele linie-elementen overstijgen. Ook zijn er nauwelijks collectieve promotionele inspanningen. 6. Door de meeste individuele partijen wordt nog nauwelijks wat gedaan om bezoekers te trekken. Het niveau van de aangeboden producten zijn uiterst wisselend en veelal nog onder de maat. 7. Er valt momenteel nog te weinig te beleven in de vorm van evenementen en andersoortige activiteiten. Ook arrangementen voor specifieke doelgroepen zijn nauwelijks te vinden. 8. De linie is nog uitermate slecht bereikbaar o.a. door onvoldoende informatie over bereikbaarheid. Ook de toegankelijkheid van vooral de forten is slecht. Bedreigingen 1. De toenemende bevolkingsgroei en economische activiteit leidt tot toenemende claims op de ruimte, anders dan voor toeristisch-recreatief gebruik. 2. Er begint een overberouting met fiets- en wandelroutes in Nederland te ontstaan. Dit geldt zeker nog niet voor ruitenpaden en recreatieve vaarmogelijkheden in het randstedelijk gebied. 3. Er zijn nauwelijks economische dragers voor de totale linie, terwijl de kosten voor onderhoud en behoud van de linie hoog
16
3.
4.
5.
6.
bestemmingen in Nederland. Er is een groeiende behoefte aan activiteiten die natuur en cultuur beogen en rust en stilte bieden. Er is een groei in het aantal toeristisch-recreatieve dagtochten en deelname aan korte en lange vakanties, vooral in de hogere sociale klassen. Bovendien is er een toename van bestedingen tijdens dagtochten en vakanties. Er is een toename in de recreatievaart en deelname aan ruitersport. Er is een grote groep vrijwilligers die zich wil inzetten voor rond leidingen, openstellingen e.d. De toekomstige plaatsing van de linie op de Unesco- lijst is uiterst goed voor de naamsbekendheid en het imago, nationaal en internationaal. Steeds meer overheden, verenigingen, stichtingen en individuen zetten zich in voor behoud van de linie. De linie krijgt steeds meer aandacht, ook vanuit de kant van de media. Bredere openstelling van forten in de toekomst onder begeleiding vindt veel gehoor onder eigenaren.
4.
5.
6.
7.
zijn. Er is nog nauwelijks of geen draagvlak onder de bevolking voor behoud van de linie. De linie kent kwetsbare plekken, in het bijzonder wat betreft de natuur. Forten, mits in goede conditie kunnen juist veel hebben. Nieuwe bestemmingsmogelijkheden zijn vaak beperkt, o.a. door ingestelde natuurbestemmingen en niet of nauwelijks te verwijderen private bewoners. Er zijn zoveel belanghebbenden bij de linie betrokken, dat het een moeizaam proces zal zijn om te komen tot een consistent, samenhangend en op elkaar aansluitend geheel van deelproducten tot één groot en uniek toeristisch-recreatief product.
2.6 Doelgroepenanalyse Op weg naar marktsegmentatie Van belang voor de komende vier jaar is het op de eerste plaats om een selectie te maken van die doelgroepen waarop het actieplan zich in de eerste plaats gaat richten. Hierbij zijn de volgende twee selectiecriteria gehanteerd: 1. Het dienen doelgroepen te zijn waarvoor de linie nu reeds een voldoende aantrekkelijk product vormt en waar met overzienbare aanpassingen een uiterst aantrekkelijk product voor te realiseren is. 2. Daarnaast betreft het groepen die voor de linie en haar toeristisch-recreatieve ontwikkeling in het bijzonder aantrekkelijk zijn omdat zij in grote mate kunnen bijdragen aan het binnenbrengen van financiële middelen. Financiële middelen die noodzakelijk zijn voor het voortbestaan (onderhouden) van de linie. Het opdelen van de markt in kleinere deelmarkten, bestaande uit één specifieke doelgroep en het daarop afstemmen van een of meerdere producten en/of diensten met bijbehorende promotie wordt marktsegmentatie genoemd. Segmentering maakt de markt overzichtelijker en makkelijker betreedbaar. Bovendien kan door het maken van duidelijke keuzen de effectiviteit van de marketinginspanningen toenemen en kunnen de resultaten van de inspanningen zelfs tot op doelgroepniveau worden gemeten.
17
De mogelijk te be dienen doelgroepen Hieronder is in een schema een opsomming gemaakt van de mogelijk te bedienen doelgroepen met het linie(deel-)product. Vaak zijn er ook combinaties van deze potentiële doelgroepen mogelijk en/of overlappen ze elkaar deels (bijv. de cultuurhistorisch geïnteresseerde dagrecreant uit de regio). Groepen Scholen: basisonderwijs Scholen: middelbaar onderwijs Scholen: overig onderwijs Bedrijven: bedrijfsuitjes Verenigingen: uitjes Groepsreizen: via intermediair Groepsreizen: directe boeking Bijzondere doelgroepen Buitenlandse toeristen individueel Buitenlandse toeristen groepen Gehandicapten Toevallige passanten Allochtonen
Individuele dagrecreant vanuit woning of vakantieverblijf Lokale dag(deel)recreant (< dan 5 km) Regionale dagrecreant (5 tot 25 km) Landelijke dagrecreant (> dan 25km)
Actieve recreanten & toeristen
Individuele meerdaagse toerist Korte vakantie (2 tot 5 dagen) Lange vakantie (1 tot 3 weken)
Wandelaars Fietsers Ruiters Skeeleraars Kleine watersporters (kanoen ed.) Recreatietoervaarders Overige sportieve activiteiten
Leeftijdsgroepen recreanten & toeristen Jong volwassenen (18 tot 25-30 jaar)
Thematische dagrecreant & toerist Rustzoekende recreanten
Gezinnen 55 +
Natuurtoeristen Cultuurhistorische toerist (high interest) Cultuurhistorische toerist (medium interest) Cultuurtoeristen Waterbouwkundig toerisme Militair toerisme
Andere leeftijdsgroepen
De belangrijkste potentiële doelgroepen Voor de korte termijn (vier jaar) is het van belang om te kiezen voor een beperkt aantal doelgroepen. Enerzijds omdat het linieproduct (of deelproducten) nog niet geschikt is voor alle doelgroepen, anderzijds omdat de marketinginspanningen het meest effectief ingezet kunnen worden bij de keuze voor een beperkt aantal doelgroepen. Op basis van de gehouden gesprekken (zie bijlage A), de werkconferentie, de SWOT-analyse (zie bijlage B), de actuele marktgegevens (trends en ontwikkelingen) en op basis van de twee selectiecriteria zoals weergegeven op pagina 18, is gekozen voor de zes hieronder beschreven doelgroepen. Doelgroepen waarvoor de linie nu al in het bijzonder aantrekkelijk is: Cultuurhistorisch geïnteresseerden en buitenlandse specialisten De linie is op de eerste plaats een product dat in cultuurhistorisch opzicht uniek is in de wereld. Doelgroepen met grotere interesse in cultuurhistorie vormen logischerwijze dan ook de belangrijkste doelgroep voor de Waterlinie. Hiermee wordt niet de groep van Nederlandse specialisten bedoeld, die sowieso de weg naar de Waterlinie wel weet te vinden, maar de veel bredere groep met zeer behoorlijke interesse in en een grote informatiebehoefte rond cultureel erfgoed. Het product zoals dit er nu is, is vooral interessant voor de Nederlandse High interest cultuurhistorisch geïnteresseerde en voor de echte specialisten uit het buitenland (vakgroepen
18
van universiteiten, verbanden gelijk aan de st. Menno van Coehoorn, St. Militair Erfgoed, e.d.). Zij vormen dan ook de eerste belangrijkste doelgroep voor de linie op de korte termijn. Fietsers en wandelaars De linie is op de tweede plaats een lijn door een prachtig natuur- en cultuurlandschap. Het gebied is nu al behoorlijk aantrekkelijk voor wandelaars en fietsers. Bovendien zijn er mogelijkheden dit fiets-/ wandelproduct voor de nabije toekomst tot een ronduit aantrekkelijk product uit te bouwen. Wandelaars en fietsers, in grote, gemiddelde of slechts enige mate geïnteresseerd in cultuur en natuur(landschappen), lange of kortere afstanden afleggend, vormen de tweede belangrijkste doelgroep voor de linie. Kinderen in school- en gezinsverband Jong geleerd is oud teruggekeerd…. Kinderen zijn de doelgroep voor de toekomst. Waar zij nu al komen, keren ze op later leeftijd veel gemakkelijker terug. Bovendien: de forten van de Waterlinie oefenen een grote aantrekkingskracht uit op de jongere jeugd. Forten zijn spannend met hun eindeloze gangen, ze zijn verlaten en donker. Kinderen, als onderdeel van een schoolgroep of als onderdeel van het gezin, zijn een derde belangrijkste doelgroep. De kunst- en cultuurminnenden Het prachtige gecombineerde natuur- en cultuurlandschap vormt een aantrekkelijk podium voor kunst- en cultuuruitingen. Niet voor niets is er een tendens ontstaan dat steeds meer culturele organisaties de weg vinden naar de forten om er kunstzinnige activiteiten te kunnen organiseren. Het klimaat van nauwelijks vercommercialisering van de forten heeft hier zeker aan bijgedragen. Kunstenaars worden juist vaak met open armen onthaald en kunnen er vrijwel kostenloos hun activiteiten organiseren. Op deze wijze kan de eigenaar/ beheerder zijn fort immers weer eens op bijzondere wijze onder de aandacht van een breed publiek brengen. Zij, die gemiddeld of in hoge mate geïnteresseerd zijn in kunst en cultuur vormen een belangrijkste vierde doelgroep. Doelgroepen die voor de linie financieel in het bijzonder aantrekkelijk zijn: De hieronder staande twee doelgroepen zijn in het bijzonder aantrekkelijk voor de linie omdat vanuit het bedienen van deze doelgroepen in hoge mate de financiën gegenereerd kunnen worden, die het onderhoud en herstel van onderdelen van de linie mogelijk maken. De georganiseerde groepsdagmarkt De groepsmarkt is sterk groeiende en de uitgaven tijdens groepsuitjes neemt steeds verder toe. De groepsmarkt is op zoek naar nieuwe unieke locaties en activiteiten, die de linie zeker kan bieden. De georganiseerde groepsmarkt vormt daarmee een vijfde belangrijkste doelgroep voor de linie op de korte termijn. De zakelijke toeristische markt De forten van de linie met haar grote hoeveelheid gebouwen kunnen in de toekomst een van hun grootste financieringsbronnen gaan verkrijgen vanuit de zakelijke toeristische markt. Ook binnen de zakelijke markt is er een toenemende vraag naar unieke locaties en de waterlinie kan dat unieke juist in ruime mate aanbieden. Zeker voor het lagere en middensegment in de zakelijke markt voldoen de meeste gebouwen, mits verwarmd, al in voldoende mate. Maar plaatsing van tijdelijke tenten e.d. in de prachtige decors van de forten kunnen ook een optie
19
zijn. De zakelijke markt vormt een zesde belangrijkste doelgroep voor de linie op de korte termijn, maar in nog grotere mate op de langere termijn. Afsluitend Op deze zes doelgroepen richt het 4-jarige actieplan zich in het bijzonder. Daarbij aantekenend dat ook de andere in het bovenstaande overzicht genoemde doelgroepen voor de langere termijnontwikkeling wel degelijk van belang zijn. In een volgend actieplan (20072011), volgend op dit eerste actieplan, dient opnieuw beschouwd te worden op welke aanvullende doelgroepen de aandacht gericht dient te worden. In de ontwikkelingsvisie en het projectenplan voor de komende 10 jaar (in de hoofdstukken 3 en 5) wordt hierop al globaal ingegaan.
20
2.6 Conclusies Uit de diverse beleidskaders, het burgeradvies, het voorontwerp Linieperspectief, de specifieke lokale ontwikkelingen en de SWOT-analyse kunnen vanuit toeristisch-recreatief perspectief de volgende conclusies getrokken worden: 1. De landelijke beleidskaders bieden veel perspectief voor bescherming en herstel van de Waterlinie en voor verdere (toeristisch-recreatieve) ontwikkeling. 2. De beleidskaders van de drie zuidelijke provincies zijn overwegend conserverend van karakter, maar bieden wel enige ruimte voor toeristisch-recreatieve ontwikkeling. 3. Het burgeradvies kan gezien de beperkte reacties op de Opiniewijzer en de dominantie van belanghebbende partijen op de regionale bijeenkomsten nauwelijks als advies van de burgers gezien worden. Voorts is opvallend dat ook dit advies sterk de nadruk legt op behoud en versterking van de huidige cultuurhistorische en landschappelijke waarden. Voor recreatie en toerisme ziet men vooral mogelijkheden voor kleinschalige ontwikkelingen en routegebonden recreatievormen. Slechts op enkele plaatsen zijn grootschalige attractiepunten mogelijk. 4. Het voorontwerp Linieperspectief biedt een goed ruimtelijk kader voor behoud, herstel en (toeristisch-recreatieve)ontwikkeling. Door de ecologische versterking vooral lokaal-regionaal vorm te geven en door de toeristisch-recreatieve ontwikkeling zes speerpuntgebieden aan te wijzen biedt dit Linieperspectief goede aanknopingspunten voor een toeristisch-recreatieve ontwikkelingsvisie. Erg concreet wordt het Linieperspectief op dit gebied niet, hetgeen nog de nodige ruimte biedt voor nadere invulling. Binnen deze ruimte kunnen ook de twee 'vergeten' clusters, namelijk het rivierengebied tussen Lek en Waal en het gebied ten zuiden van de Waal nader ingevuld worden. Jammer is wel dat het Linieperspectief de organisatie en de uitvoering sterk decentraliseert (bv. nadere gebiedsuitwerkingen, nieuwe functies van forten ed.) en alleen overkoepelende activiteiten (zoals het Unesco-dossier en publiek-private samenwerking) centraliseert. Integrale toeristisch-recreatieve ontwikkeling, marketing en promotie is juist gebaat bij een meer centrale aansturing. Enkele voorbeelden hiervan zijn: de plaatskeuze voor bezoekerscentra en verblijfscentra, het creëren van routenetwerken, het bewerken van binnenlandse en buitenlandse markt van dag- en verblijfsarrangementen. 5. De specifieke lokale situaties en ontwikkelingen laten zien dat de mogelijkheden op toeristisch-recreatief vlak, zeker op de korte termijn, niet overschat mogen worden. Kijkend naar nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden op forten dan zijn er op korte termijn maar een beperkt aantal mogelijkheden, namelijk op de forten Uitermeer, 't Hemeltje, Honswijk, Everdingen, Uppelse dijk (Fort Altena) en Bakkerskil. Op de iets langere termijn bieden ook andere forten die nu in beheer zijn bij natuur- en scoutingorganisaties nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden.
21
6. De meest opvallende aspecten die uit de SWOT-analyse naar voren zijn gekomen zijn: Zwak: - de gebrekkige toeristisch-recreatieve infrastructuur op en rondom de Linie als geheel en de afzonderlijke forten; - de naamsonbekendheid en het ontbreken van een imago; - de gebrekkige samenwerking om de linie verder te ontwikkelen en te promoten; Kansen: - de grote bestuurlijke belangstelling en de planontwikkelingen op nationaal, provinciaal en regionaal niveau; - de toene mende belangstelling bij recreanten en toeristen voor cultuur, cultuurhistorie, natuur, fietsen, wandelen, ruitersport, waterrecreatie, beleven, rust en evenementen;
sterk: - enkele individuele beheerders zijn daarentegen wel actief bezig om hun product te promoten en te ontwikkelen; - het voor een zeer groot deel nog volledig in tact zijn van de linie; - de natuurontwikkeling op en rondom de forten; bedreigingen: - de afwezigheid van economische dragers voor de totale linie; - de afwezigheid van draagvlak onder de bevolking voor behoud van de linie; - nieuwe bestemmingsmogelijkheden zijn vaak beperkt
7. De doelgroepenanalyse heeft duidelijk gemaakt dat de meeste kansen voor de korte termijn liggen bij de volgende zes doelgroepen: • cultuurhistorisch geïnteresseerden (high interest) en buitenlandse specialisten • fietsers en wandelaars • kinderen in school- en gezinsverband • kunst- en cultuurgeïnteresseerden (high en medium interest) • georganiseerde groepsdagtochtenmarkt • zakelijke toeristische markt 8. In feite heeft de hele linie potentieel een enorm ontwikkelingsperspectief op toeristischrecreatief gebied mits de marketing en ontwikkeling centraal aangepakt wordt en er voldoende financiële middelen beschikbaar komen.
22
3. Toeristische -recreatieve ontwikkelingsvisie 3.1 Uitgangspunten Op basis van de recente beleidskaders en ontwikkelingen en de conclusies uit de onderzoeksfase zijn de volgende aspecten voor de toeristisch-recreatieve ontwikkelingsvisie als uitgangspunten vastgesteld: 1. beho ud door ontwikkeling; 2. de blauwe, groene en rode kaarten uit het Linieperspectief 3. de zes toeristisch-recreatieve clusters uit het Linieperspectief plus de twee overige gebieden 4. de prioritaire doelgroepen en 5. een effectieve aansturing De in de volgende paragrafen beschreven visie, streefbeelden en mogelijke bestemmingen voor forten en andere linie-onderdelen voor de periode na 2010 moeten niet al te letterlijk opgevat worden. De visie en streefbeelden geven een impressie van hoe het NHW-gebied er over ruim 10 jaar uit zou kunnen zien vanuit een toeristisch-recreatief ideaaltypisch beeld. Bij het schetsen van deze visie is derhalve niet in de eerste plaats stilgestaan bij de haalbaarheid. De visie en streefbeelden zijn bedoeld om een mogelijke aantrekkelijke ontwikkelingsrichting weer te geven die kunnen inspireren en een wervende kracht hebben. 3.2 Visie en streefbeelden Door bekendheid, bemind, behouden en recreatief ontwikkeld Over tien jaar is de Nieuwe Hollandse Waterlinie een toeristisch-recreatieve bestemming met allure in Midden Nederland voor de dagrecreant uit de directe omgeving, de cultuur(historische) toeristen uit binnen- en buitenland en de natuurgerichte kortverblijfs- en routerecreanten uit geheel Nederland. Deze allure is bereikt door het natuur- en cultuurhistorisch landschap te beschermen en te versterken en de vrijkomende forten een nieuwe functie te geven op gebied van recreatie en toerisme, natuur en cultuur(historie). Daarnaast zijn de marketing en promotie actief en centraal aangepakt en de ontwikkeling van routestructuren en de verbetering van de ontsluiting (bereikbaarheid en openstelling) versneld en in nauwe samenwerking opgepakt. De allure wordt in het bijzonder uitgedragen en tentoongesteld op Fort Vechten dat in een periode van tien jaar is uitgegroeid tot nationaal Liniecentrum waar voor allerlei doelgroepen iets te beleven, te zien en te ontdekken is over de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Twee toeristisch-recreatieve clusters, namelijk Naarden-Muiden en omgeving en de Vestingdriehoek Gorinchem- Loevestein-Woudrichem zijn zich expliciet gaan richten op cultuurhistorisch toerisme voor verschillende doelgroepen. In deze twee clusters bevinden zich ook de belangrijkste informatiesteunpunten voor de NHW, het zijn als het ware de noordelijke en zuidelijke toegangspoorten tot de Linie. De cluster Linieland ten zuidoosten van Utrecht richt zich op specifiek op de cultuurhistorie in een prachtig natuurdecor. De clusters Vechtplassen, de kraag van Utrecht, het Rivierengebied tussen Waal en Lek en het Rivierengebied ten zuiden van de Waal richten zich op extensieve vormen van recreatie, w.o. natuurrecreatie, routegebonden recreatie en waterrecreatie. De cluster rondom Asperen heeft zich in samenwerking met Leerdam Glasstad gericht op specifieke vormen van cultuurtoerisme dat niet direct een verbinding hoeft te hebben met de Waterlinie.
23
Cultuurhistorische bestemming met natuurlijke allure De Nieuwe Hollandse Waterlinie is een toeristisch-recreatieve attractie met internationale allure. De linie wordt niet alleen door een ingenieus netwerk van fiets-, wandel-, ruiter- en skeelerroutes door veel lokale recreanten gebruikt, maar door een fraai, centraal gelegen bezoekerscentrum (Fort Vechten) met vele interactieve elementen ook door veel buitenlandse bezoekers ontdekt. Door de bijzonder centrale ligging nabij de stad Utrecht is het nationale liniecentrum zowel per auto, fiets als openbaar vervoer uitstekend bereikbaar waardoor het tevens als natuur- en recreatietransferium voor dit deel van de linie kan dienen. Het is bijzonder te noemen dat even ten zuiden van dit Liniecentrum, in dit dichtbevolkte deel van Nederland het oorspronkelijke linielandschap nog zo bewaard is gebleven, schootsvelden open zijn, een beperkt gebied af en toe onder water gezet kan worden en waar langs oorspronkelijke routes nog van het ene fort naar het andere gelopen kan worden. Met recht heeft dit gebied de naam Linieland gekregen. De cultuurhistorisch geïnteresseerde toerist komt overigens niet alleen in dit deel van het waterliniegebied aan zijn trekken. In het noordelijk deel van de linie heeft de Vesting Naarden, samen met Pampus en andere nabijgelegen van forten van de Linie en de Stelling van Amsterdam, een zeer interessante themaroute ontwikkeld waarbij toeristen zelfstandig kiezend fietsend, wandelend, varend en autorijdend met behulp van een WAP-telefoon een ontdekkingstocht kunnen maken langs en door allerlei forten en andere objecten van het historisch- militaire complex in deze regio. De verschillende forten in deze regio zijn dagelijks geopend en bieden ieder met een eigen thematiek veel informatie over het leven op en rondom de forten in de 19e eeuw. In het zuidelijk deel van linie heeft de vestingdriehoek Gorinchem- Loevestein-Woudrichem zich aant rekkelijk gemaakt voor de 'middle- interest' groep, voor scholen en andere groepsbezoeken. Middels educatieve routes, begeleide rondleidingen en diskmens krijgen de bezoekers een overzichtelijk verhaal te horen over de verschillende periodes van de vaderlandse geschiedenis en de consequenties daarvan op verdedigingswerken, stedenbouw en agrarisch gebruik van het land. De driehoek krijgt door een aantrekkelijk arrangementenpakket ook veel actieve 55-plussers op bezoek. Het boeken van arrangementen en dagtochten en bezoeken van forten en musea is in het gehele liniegebied aanmerkelijk verbeterd. Door de oprichting van een centraal boekings- en gidsenbureau krijgt de geïnteresseerde toerist een (kant en klaar) product op maat aangeboden. Het goed opgeleide gidsenbestand is uiteraard met name bestemd voor de groepsbezoeken, maar ook de individuele bezoeker kan anno 2010 goed terecht op vele forten. Gecoördineerd door het centrale bureau is een groot aantal fortwachters actief op de afzonderlijke forten. Zij zorge n voor regelmatige openingstijden, voor toezicht en dagelijks onderhoud en kunnen de onverwachtse bezoekers van goed informatiemateriaal voorzien. Natuurlijke bestemming van historische waarde De 'stepping greens' uit het Linieperspectief hebben zich anno 2010 ontwikkeld tot ware natuurgebieden en robuuste ecologische verbindingszones. De discussie over de precieze ligging van de groene contouren is allang verleden tijd. In het Vechtplassengebied is de Nieuwe Hollandse Waterlinie een integraal onderdeel worden van het natuurgebied "de Vechtwetlands". Door een vernatting van dit gebied is de rijkdom aan planten- en diersoorten enorm toegenomen. Tevens is door het voor het autoverkeer afsluiten van de vele doorgaande wegen en weggetjes, het gebied veel meer een groot geheel geworden waar het heerlijk rustig fietsen, wandelen en paardrijden is. Voor de kleine recreatievaart zijn de
24
doorgangsmogelijkheden aanzienlijk verruimd. Voor natuurliefhebbers is het gehele gebied een waar eldorado geworden, waarbij zij op diverse forten aan het nodige natuureducatieve materiaal kunnen komen. Voor verblijf vinden deze toeristen onderdak op het knusse Fort Spion dat diverse comfortabele kamers heeft ingericht en waar men zelf een goede maaltijd kan bereiden. In de kraag rondom Utrecht is een afwisselend recreatief landschap ontstaan met een uitgebreid recreatief routenetwerk, doorgaande fiets-, wandel- en ruiterroutes en goede horecafaciliteiten. Dit intensieve liniegebied wordt veelvuldig gebruikt door de inwoners van Utrecht en omliggende plaatsen als Maarssen, Bilthoven, Zeist en Bunnik. Het natuurontwikkelings- gebied Noorderpark heeft nog geen hoge natuurwaarden, maar is wel een aantrekkelijk gebied geworden voor jong en oud. Zeker voor de fietsers die een tochtje door dit gebied combineren met een bezoek aan de Utrechtse Heuvelrug, Amelisweerd, het natuurfort Rhijnauwen en het linie- infocentrum op Vechten. De overige forten in dit gebied hebben een beperkte recreatieve bestemming gekregen, d.w.z. de eigenaren stellen de forten veelal in de weekends open voor bezoek en de fortwachters houden toezicht op het gebruik. Ook in het Rivierengebied tussen Lek en Waal en ten zuiden van de Waal heeft de natuur zich verder kunnen ontwikkelen door vernattingszones langs de Diefdijk en de Zuiderlingedijk en door uitbreiding van het Nationaal Park De Biesbosch ten zuidwesten van Werkendam. Het open landschap aan de oostzijde van de hoofdweerstandstrook is hier nog geheel in tact gebleven en gelukkig is ook aan de westzijde van deze strook de verdichting beperkt gebleven tot kleine uitbreidingen rondom Leerdam, Gorinchem, Sleeuwijk en Werkendam. Daarnaast heeft de biologisch landbouw zich in deze gebieden sterk ontwikkeld waardoor het landschap afwisselender en aantrekkelijker is geworden voor natuurgerichte en routegebonden recreatie en kort-verblijfstoerisme. Diverse agrarische bedrijven doen aan verkoop van streekproducten, hebben bezoekmogelijkheden of bieden overnachtingsmogelijkheden. De vrijkomende forten in dit gebied hebben veelal een laagdrempelige, educatieve (neven-) functie gekregen op het gebied van natuur- en cultuurhistorie en Fort Vuren is een zeer geliefd verblijfsfort geworden voor de vele doortrekkende fietsers, wandelaars en ruiters. Voor deze recreanten zijn de routestructuren en voorzieningen aanmerkelijk verbeterd. Zo is de Diefdijk, Zuiderlingedijk en andere rivierdijken voorzien van vrijliggende fietspaden is kan de wandelaar in grote delen van het gebied vrij door het agrarische land lopen. Centrale regie en decentrale uitvoering: samen de taart groter en lekkerder gemaakt De beschreven toeristisch-recreatieve ontwikkeling is mogelijk geworden doordat vanaf medio 2002 de samenwerking tussen alle partijen steeds sterker geworden is en de ontwikkelings- en promotieregie gecentraliseerd is. Binnen het Utrechts Bureau voor Toerisme is een apart en zelfstandig marketingbureau aan de slag gegaan met het uitwerken van de vele toeristisch-recreatieve ontwikkelingsprojecten en promotieplannen. Dit marketingbureau werkt nauw samen met het projectbureau NHW, de verschillende provinciale clusters en bureau’s voor toerisme, de regionale VVV's en alle lokale forteigenaren en fortbeheerders. Binnen dit marketingbureau is ook het centrale boekings- en gidsenbureau ondergebracht, waardoor er sprake is van een optimale uitwisseling tussen productontwikkeling, promotie en verkoop. Zo heeft bijvoorbeeld het marketingbureau er voor gezorgd dat er nieuwe liniebrede routestructuren voor fietsen, wandelen, skeeleren en ruitersport ont wikkeld zijn. Op basis van deze routestructuren zijn er aantrekkelijke meerdaagse wandel-, fiets-, skeeler- en paardrij- arrangementen opgezet, waarbij de toeristen in forten kunnen overnachten danwel op forten of bij groepsschuilplaatsen kunnen kamperen.
25
Het boekingsbureau verzorgt in samenwerking met de VVV's de promotie en verkoop van deze arrangementen. Ook heeft dit marketingbureau de gidsen en fortwachters opgeleid en educatief materiaal voor scholen ontwikkeld. Het bureau coördineert en stimuleert het evenementen- en tentoonstellingsbeleid op de forten en heeft een groot aantal NHW- gadgets, zoals spelletjes, souvenirs en boeken op de markt gebracht. Vastgesteld kan worden dat zonder toeristisch marketingbureau de Nieuwe Hollandse Waterlinie in tien jaar tijd niet die toeristischrecreatieve allure heeft kunnen krijgen, die het nu anno 2012 heeft. 3.3 Toeristisch-recreatieve ontwikkeling forten binnen de zes clusters Hoewel de NHW niet alleen uit forten bestaat, zijn de forten als trekkers wel van wezenlijk belang voor de toeristisch-recreatieve ontwikkeling. Daarom wordt er in deze visie apart aandacht geschonken aan de wenselijke ontwikkeling van de forten binnen een zestal onderscheidende toeristisch-recreatieve zones of clusters. Hierbij wordt zo veel mogelijk aangesloten bij de koersbepaling van het Voorontwerp Linieperspectief, maar wordt het toeristisch-recreatieve (marketing)belang (om die bestemming met allure te realiseren) en de thematische positionering van de zes toeristisch-recreatieve zo nes (tegen de zeven clusters van het Liniepectief: twee clusters worden samengevoegd) nadrukkelijk meegewogen. In het Voorontwerp Linieperspectief worden vier verschillende koersen voor de forten voorgesteld, namelijk: het museale fort, het bewoonde fort, het recreatieve fort en het ecologische fort. Met deze indeling is vanuit de toeristisch-recreatieve invalshoek goed te werken, maar de naamgeving zou iets aangepast moeten worden. Het 'bewoonde' fort kan beter 'woon-werk' fort genoemd worden en het 'recreatieve' fort, het 'toeristisch-recreatieve' fort. Op basis van de ontwikkelingsvisie en streefbeelden uit de vorige paragraaf en de zeven toeristisch-recreatieve clusters (die grotendeels aansluiten bij de clusters van het Linieperspectief) stellen we de volgende fortbestemmingen voor. Deze fortbestemmingen zijn schematisch nogmaals weergegeven op pagina 30. De toeristisch-recreatieve clusters, met globaal de recreatieve verbindingsroutes, zijn in grote lijnen weergegeven op de Waterliniekaart op pagina 32. De linie-onmoetingszone/ cluster Muiden-Naarden en omgeving : in deze cultuurhistorische zone liggen de prachtige vestingstadjes Naarden en Muiden en in mindere mate Weesp en daarnaast de forten Muiderslot, Ronduit, Werken aan de Karnemelksesloot, Hinderdam en Uitermeer. Thans is geen van deze forten, behalve het Muiderslot toegankelijk, de vestingsteden zijn uiteraard wel goed toegankelijk en hebben tal van aantrekkelijke cultuurhistorische bezoekelementen. Belangrijk is dat in deze zone een NHW informatiesteunpunt komt en de bezoekmogelijkheden verbeterd worden. Gezien de bereikbaarheid, het grote aantal bezoekers en de combinatie met de Stelling van Amsterdam (en naar alle waarschijnlijkheid de toekomstige plaatsing van het Stelling- informatiecentrum op forteiland Pampus), is het Muiderslot het meest geschikt als informatiesteunpunt. Bij dit centrum of bij fort Ronduit zijn mogelijkheden tot het inrichten van een natuur- en recreatietransferium. Fort Hinderdam is een echt natuurfort dat op aanvraag bezoekbaar is. Dit kan zo blijven. Fort Uitermeer is thans in gebruik door de Provincie Noord-Holland als steunpunt voor wegonderhoud en muskusrattenbestrijding. Dit fort zou een toeristisch-recreatieve verblijfsbestemming moeten krijgen ten behoeve van overnachtings- en bezoekmogelijkheden. Fort Werken aan de Karnemelksesloot is thans in gebruik door
26
scoutinggroepen. Deels kan dat zo blijven, maar het moet daarnaast een bezoekfunctie krijgen en bij voorkeur in combinatie met een theehuis en de mogelijkheden tot huur van kano's en fluisterbootjes. De natuur- en waterzone/ cluster Vechtplassen: dit ecologische cluster loopt van Fort Kijkuit bij Vreeland tot en met Fort Maarsseveen bij Maarssen. Daartussen liggen de forten Spion, Nieuwersluis en Tienhoven als vooruitgeschoven posten aan de westrand van de Vinkeveense Plassen. De recreatieve druk is nu al erg hoog vanwege het aantrekkelijke, waterrijke natuurlandschap. Fort Spion is thans al in gebruik als verblijfsfort, dat kan dus zo blijven. De forten Kijkuit, Nieuwersluis en Tienhoven zijn natuurforten, die zeer beperkt toegankelijk zijn. Het is wenselijk om één van deze forten (bij voorkeur Fort Kijkuit) in te richten als natuurbezoekerscentrum en daarnaast de bezoekfunctie van een van de andere forten (bij voorkeur Fort Nieuwersluis) te verbeteren. Fort Maarsseveen is thans in gebruik bij scouting en de buitenzijde is ingericht voor openluchtrecreatie. Dit kan zo blijven en als extra zou er op dit fort een paalkampeerterrein ingericht moeten worden. De intensieve zone/ cluster Kraag van Utrecht : deze intensieve dagrecreatiecluster loopt van Fort aan de Klop in Utrecht tot en met Fort bij het Hemeltje en is bedoeld voor alle doelgroepen en voor het grote publiek. Door het concentreren van de grootste bezoekersaantallen binnen deze zone, wordt de druk op de andere zones beperkt gehouden. Deze fortrijke kraag omvat naast de Klop en het Hemeltje de forten De Gagel, Ruigenhoek, Blauwkapel, Voordorp, Biltstraat, Hoofddijk, Rhijnauwen, Vechten en de vier Lunetten in Utrecht. Voor de ontwikkelingsvisie en het Linieperspectief is dit gebied het meest problematische deel omdat hier vele ruimteclaims samenkomen. Vanuit toeristisch-recreatief perspectief en in combinatie met het landinrichtingsproject Noorderpark is het gewenst dat Fort aan het Klop, dat thans gebruik wordt als opleidingscentrum voor politiehonden, wordt omgevormd tot een rugzakcamping en herbergfort. Fort de Gagel kan zijn huidige bestemming als werkfort, dat redelijk vrij toegankelijk is, behouden. Wellicht dat hier publieksactiviteiten wel gestimuleerd kunnen worden. Hetzelfde geldt in feite voor het natuurfort Ruigenhoek, met dien verstande dat de openingstijden aanzienlijk verruimd zouden moeten worden, zodat de fietsers en wandelaars in het Noorderpark meer bezoekmogelijkheden krijgen. Fort Blauwkapel is in feite een apart verhaal, het is een klein dorp binnen een fort. Allereerst zou dit fort aanzienlijk en in stijl opgeknapt moeten worden. Daarnaast zou het een uitgebreidere woon- en werkfunctie kunnen krijgen en zouden er goed culturele manifestaties (w.o. exposities, openlucht theatervoorstellingen) gehouden kunnen worden. Fort Voordorp is in gebruik als conferentiecentrum; dit kan uiteraard zo blijven. Fort aan de Biltstraat heeft aan beide zijden va n straat een verschillende functie: aan de noordzijde is het een herinnerings- en vredeseducatiecentrum en aan de zuidzijde nog in gebruik door defensie. Het noordelijk fortdeel heeft in principe een goede bestemming, maar zou wel een kwalitatieve impuls moeten krijgen. Het zuidelijk deel kan zo blijven. Hetzelfde geldt voor Fort Hoofddijk dat in gebruik is door de afdeling Botanische Tuinen van de Universiteit van Utrecht. De vier Lunetten in de stad Utrecht zijn thans helaas nauwelijks toegankelijk. Lunet I, een ongebruikt fort dat prachtig gelegen is langs de Kromme Rijn, kan goed een recreatiebestemming krijgen met verhuur van fluisterbootjes (en kano’s), een theehuis en voor kleinschalige evenementen. Lunet II was tot voor kort in gebruik door de Sticht ing Hof van Eden voor de opslag van genmateriaal van planten en dieren. Deze bestemming staat opnieuw ter discussie, waardoor ook hier in combinatie met Lunet I nieuwe mogelijkheden (bijv.
27
theater) ontstaan. Lunet III wordt deels gebruikt door de Stichting Vleermuisbescherming, heeft een natuurfunctie en is vrij toegankelijk. Dit fort kan zijn bestemming behouden. Lunet IV, dat nu in gebruik is bij scoutinggroepen, zou een echt speel- en ontdekkings- en educatiefort voor de jeugd moeten worden. Een dergelijke nieuwe bestemming ligt voor de hand omdat het midden in een woonwijk ligt en al tegen een (verder te verbeteren) speeltuin aanligt. Fort Rhijnauwen is het grootste en meest indrukwekkende fort van de hele linie. Het is een prachtig natuurfort dat in feite zo moet blijven, maar wel versterkt kan worden met een klein natuurbezoekerscentrum en ruimere openingstijden. In het Linieperspectief wordt Fort Vechten aangemerkt als toekomstig nationaal informatiecentrum over de Linie. Vanwege deze wens en de goede bereikbaarheid en een grote potentiële markt op korte afstand van dit fort sluiten we daarbij aan (hoewel vanuit toeristisch-recreatief oogpunt, landschappelijke aantrekkelijkheid en bereikbaarheid over water er ook wat te zeggen zou zijn om dit nationaal liniecentrum in Linieland, i.c. in Fort Honswijk, te realiseren). Het linie- informatiecentrum moet een centrum van formaat en met grote aantrekkingskracht voor een brede doelgroep worden: interactief/ gericht op beleving, met de nadruk op cultuurhistorie, maar ook voor de linietoekomst, natuur, architectuur, etc. Een prachtig voorbeeld van hoe het kan, is bijvoorbeeld te vinden in het Belgische Ieper: het ‘In Flanders Fields museum’. Omdat Fort Vechten het toekomstig liniecentrum wordt, zou het goed zijn om het huidige werk- en activiteitencentrum (inclusief de overnachtingsmogelijkheden) op dat fort te verplaatsen naar Fort 't Hemeltje. De cultuurhistorische zone/ cluster Linieland loopt van Fort Jutphaas in Nieuwegein tot Fort Honswijk aan de Lek. Zoals in het Linieperspectief wordt voorgesteld zou dit gehele gebied een soort openluchtmuseum kunnen worden van de Nieuwe Hollandse Waterlinie met Fort Honswijk (eventueel in combinatie met Fort Everdingen als de zuidzijde van de Lek) als cultureel centrum en uitvalsbasis. Hier kan ook het verhaal van de inundatie verteld en getoond worden; er zijn aantrekkelijke fiets-, wandel- en vaarroutes uit te zetten en een fietsen voetveer legt de verbinding met de linie aan de zuidkant van de Lek. Fort Werk aan de Korte Uitweg is al een kleinschalige natuurcamping, misschien zijn daar enige pensionkamers aan toe te voegen. Fort Werk aan de Waalse Wetering is vrij toegankelijk voor wandelaars, dit kan zo blijven. Fort Jutphaas en Fort Vreeswijk kunnende huidige functies als wijnhandel en Oudheidskamer behouden. De laatstgenoemde is echter wel toe aan een kwaliteitsimpuls en verruimde bezoektijden. Fort Vreeswijk is zelf al bezig met deze kwaliteitsverbetering en is voornemens een klein Linie- informatiepunt te realiseren. De korte groene verblijfs- en linie-ontmoetingszone en de kunst/cultuurzone De korte groene verblijfs en linie-ontmoetingszone beslaat de cluster Rivierengebied, de cluster Kop van Brabant en de cluster Vestingdriehoek in zijn totaliteit. Het geheel vormt een aantrekkelijk, afwisselend natuur- en cultuurrijk linieproduct voor een meerdaags verblijf. Binnen de cluster Rivierengebied bevindt zich de kunst/cultuurzone met fort Asperen en Glasstad Leerdam als zwaartepunt. Het linie-onmoetingsdeel/ De cluster Vestingdriehoek omvat de vestingsteden Gorinchem en Woudrichem en Slot Loevestein. Hieraan toegevoegd worden de batterijen onder Brakel en bij Poederoijen. Deze interessante cluster is thans al goed in ontwikkeling als cultuurhistorisch gebied en trekt een groot aantal bezoekers. Slot Loevestein heeft zelf al diverse plannen in voorbereiding, zoals logiesfaciliteiten, een ondergrondse vluchtweg uit het
28
kasteel, een restaurant in het arsenaal en verbetering van de bereikbaarheid over water. Deze ontwikkelingen verdienen ondersteuning en kunnen aangevuld worden met een kleinschalig bezoekerssteunpunt over de NHW (ontmoeting met de linie) in Slot Loevestein en door product- en arrangementenontwikkeling voor de doelgroepen 'middle interest', schoolgroepen en 55-plussers. De beide batterijen moeten meer bij het (vestingdriehoek)product betrokken worden, toegankelijk worden gemaakt en op een van de batterijen kan een paalkampeerplaats met trekkershutten worden ingericht. De groene verblijfsdelen en de cultuurzone hierbinnen De cluster Rivierengebied loopt vanaf Fort Everdingen tot aan Fort Vuren. Dit natuur- en landschapscluster wordt, samen met het cluster Kop van Brabant vooral gezien als gebied voor extensieve, routegebonden en natuurgerichte korte verblijfsrecreatiezone. Met de forten in dit gebied hoeft niet veel te gebeuren: meer en betere toegankelijkheid voor het publiek zijn wel gewenst. Onderzocht moet worden of het zinvol is om Fort Everdingen te betrekken bij het Linielandschap rondom Honswijk. Middels een fiets-voetveer kan een aantrekkelijke verbinding gelegd worden met deze cultuurhistorische zone. Fort Werk aan de Diefdijk heeft al een woonfunctie die niet te veranderen is. Fort Vuren kan de huidige functie als overnachtings- en evenementenfort handhaven, verder uitbreiden en kwalitatief verbeteren. Een combinatie met een bescheiden natuurbezoekers- of natuureducatiecentrum ligt hier voor de hand. De cultuurzone van de linie dient bij uitstek gevormd te worden door Fort Asperen samen met Glasstad Leerdam. Fort Asperen heeft onder de hoede van Stichting Fort Asperen een uitstekende naam opgebouwd met diverse culturele manifestaties. Dit moet uiteraard zo blijven, maar wel moet deze stichting extra financiële ondersteuning krijgen bij de onderhoudswerken en bij het continueren en op niveau houden van de tentoonstellingen. Fort Asperen is ook het vertrekpunt van kunstroutes in de omgeving. Zo loopt vanuit fort Asperen en Culemborg de kunstruiterroute door dit liniegebied, gecombineerd met een kunstwandel-, fiets- en eventueel skateroute. Fort Nieuwesteeg heeft helaas sinds kort een langdurige bestemming gekregen als geweermakerij. Bekeken moet worden of deze erfpachtconstructie terug te draaien is. Indien dit mogelijk is, zou dit fort een aantrekkelijke publieksfunctie, bijvoorbeeld in de vorm van een historisch waterbouwcentrum kunnen krijgen, op regelmatige basis gecombineerd met culturele evenementen en activiteiten, zodat dit fort ook in voldoende mate onderdeel van de culturele zone wordt. De Stic hting Civilion heeft voor het historisch waterbouwcentrum uitgebreide plannen en financiële middelen klaar liggen. De cluster Kop van Brabant omvat de forten Giessen, Uppelsedijk, Bakkerkil en Steurgat. Ook deze cluster richt zich in combinatie met de Bie sbosch op extensieve, natuurgerichte korte verblijfsrecreatie. Fort bij het Steurgat is geheel ingericht als appartementencomplex en is dus niet meer bruikbaar voor recreatieve doeleinden. Fort Giessen is daarentegen al in gebruik bij de Stichting Brabants Landschap en Vereniging Altenanatuur. Dit natuurfort kan zijn functie behouden met dien verstande dat de bezoekmogelijkheden verruimd dienen te worden en de bezoekaantrekkelijkheid verbeterd wordt. Fort aan de Uppelsedijk (of ookwel Fort Altena genoemd) is sinds kort functieloos en er wordt nagedacht en gewerkt aan een nieuwe bestemming, onder meer door het Brabants Landschap. Opnieuw een natuurbestemming voor dit fort zou zonde zijn. Nagegaan moet worden of dit fort een hotel-, vergader- en congresfunctie zou kunnen krijgen. Daarnaast kan dit fort de functie van natuur-
29
en recreatietransferium krijgen en zou dan ook de functie van zuidelijk NHWinformatiecentrum van Slot Loevestein kunnen overnemen. Fort aan de Bakkerskil is in gebruik als opslagplaats voor de Koninklijke Marechausse. Hier zou goed een kleinschalige overnachtingsmogelijkheid kunnen komen, wellicht gecombineerd met een soort kleinschalig legermuseum of een soortgelijke attractie. In de onderstaande tabel zijn alle mogelijke functieveranderingen van en/of toevoegingen aan de 55 verdedigingswerken van de NHW samengevat weergegeven. Tevens is bij de forten aangegeven welke van de vier koersen ze zouden moeten of kunnen krijgen (Mu: museaal; Ww: woon-werk; Tr: toeristisch-recreatief of Ec: ecologisch). Forten waarvan de huidige functie gehandhaafd kan blijven zijn in deze tabel niet weergegeven. De nummering van de forten loopt synchroon met de nummering van de 55 verdedigingswerken in het rapportje "De Nieuwe Hollandse Waterlinie op een rijtje". De voorgestelde fortbestemmingen in schema Fort 2. Muiderslot
Huidige functie Museum
Koers Mu-Tr
4. Fort Ronduit 5. Werken aan de Karnemelksesloot 7. Fort Uitermeer 9. Fort Kijkuit 11. Fort Nieuwersluis 12. Fort Maarsseveen 15. Fort de Klop
Divers gebruik Scouting
Tr Tr
16. Fort Ruigenhoek 17. Fort Blauwkapel
Steunp. wegonderhoud Tr Natuurfort Ec-Tr Natuurfort Ec-Tr Scouting en openluchtrecreatie Opleidingscentrum speurhonden YMCA Woon-werk
Ww-Tr
Toevoegen paalkampeerterrein
Tr
Camping, trekkershutten
Tr
Verbetering bezoekmogelijkheden en informatievoorziening WwUitbreiding woon-werkfunctie; Mu –Tr voorzieningen voor culturele manifestaties Mu Kwaliteitsverbetering huidige functies Tr Horeca, verhuur kano's en fluisterbootjes, manifestaties Tr i.c.m. Lunet I, theater Ec Verbetering bezoekmogelijkheden
19. Fort Biltstraat – noord 23. Lunet I
Herrinnerings- en educatiecentrum Natuur
24. Lunet II 25. Lunetten III
Hof van Eden ? Natuur: Vleermuisbescherming Natuur Tr
26. Lunet IV 28. Fort Rhijnauwen 29. Fort Vechten
Natuur
Ec-Tr
Werk- en activiteitencentrum
Tr-Mu
30. Fort ’t Hemeltje Vuurwerkopslagplaats
Nieuwe functie/toevoeging Toevoegen informatiesteunpunt NHW Natuur- en recreatietransferium Bezoekfunctie, horeca en kanoverhuur Overnachtingsmogelijkheden Natuurbezoekerscentrum Verbetering bezoekmogelijkheden
Ww-Tr
Kinderspeel-, ontdekkings- en educatiefort Natuurbezoekerscentrum, ruimere openingstijden Nationaal NHW-centrum: informatie, museum, interactief; Natuur- en recreatietransferium Werk- en activiteitencentrum + 30
33. Fort Vreeswijk
Museaal, buurthuis en peuterspeelplaats 38. Fort Honswijk Defensie 40. Fort Everdingen Defensie 43. Fort Asperen
44. Fort Nieuwe Steeg 45. Fort Vuren
Tr Tr
Culturele manifestaties Mu-Tr Vertrekpunt kunstroutes Geweermakerij Tr - Mu Hist. waterbouwkundigcentrum, aangevuld met culturele activiteiten Overnachtingsfort en Tr Toevoegen evenementen natuuractiviteitencentrum Natuurforten Ec-Tr Toevoegen paalkampeerterrein
46./47. Batterijen Brakel en Poederoijen 48. Slot Loevestein Museum 51. Fort Giessen 52. Fort Uppelse Dijk 53. Fort aan de Bakkerskil
Ww-Tr
kamperen Kwaliteitsverbetering museale functie, incl. klein NHW-infopunt Horeca, exposities, winkeltjes i.c.m. Fort Honswijk: horeca en exposities, overnachtingscentrum Ondersteuning huidige functie
Mu-Tr
Natuurfort Opslag defensie
Ec-Tr Tr
Opslag defensie
Mu-Tr
Toevoege n informatiesteunpunt NHW Verbetering bezoekmogelijkheden Hotelfort, vergaderlocatie; Natuur- en recreatietransferium Kleinschalig legermuseum of een dergelijke publieksfunctie en kleinschalige overnachtingsmogelijkheid
31
De toeristisch-recreatieve linieclusters
32
4. Marketingactieplan In dit hoofdstuk wordt het toeristisch-recreatief marketingactieplan voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie voor de komende vier jaar beschreven. In paragraaf 4.1 komen de uitgangspunten en algemene doelstellingen aan bod. In paragraaf 4.2. worden de kenmerken van de belangrijkste doelgroepen voor de komende vier jaar verder uitgewerkt. In paragraaf 4.3 wordt de algemene marketingstrategie voor de korte termijn beschreven en in paragraaf 4.4 volgt dan het uiteindelijke marketingactieplan voor de komende vier jaar, opgesplitst naar een productontwikkelingsplan en een promotieplan De acties zijn hierbij in actieschema’s weergegeven.
4.1. Uitgangspunten en doelstellingen Randvoorwaarden voor de marketing van de toeristisch-recreatieve waterlinie Visie De Nieuwe Hollandse Waterlinie op dusdanige wijze in de markt plaatsen, dat een onderscheidend, attractief imago ontstaat. De stroom bezoekers uit binnen- en buitenland wordt daarbij zo beheerst, dat de unieke sfeer en leefbaarheid van het liniegebied behouden blijft. Ambitie Algemene bekendheid van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en al haar kenmerkende productelementen (forten, maar zeker ook de overige waterbouwkundige werken) onder inwoners van Nederland en het buitenland. Een aanmerkelijke toename van het aantal bezoekers en daarmee hun bestedingen bij bedrijven en publieksorganisaties in het liniegebied op korte termijn (vier jaar) en verder uitgewerkt voor de langere termijn (10 jaar). Met de toename van de bezoekersaantallen samenhangende ambitie: een hoge waardering van de bezoekers voor de bijzondere kwaliteiten van het liniegebied. Hoofddoelstellingen Er zijn drie belangrijkste te realiseren doelstellingen voor de toeristische linie: 1. vergroting van de naamsbekenheid van de linie en ontwikkeling van een duidelijk en positief imago ten aanzien van de kenmerkende productelementen (forten, maar ook zeker de overige waterbouwkundige werken). 2. verbetering van het toeristisch-recreatief product en de daaraan gekoppelde promotie 3. verhoging van het aantal bezoeken aan de waterlinie en de daaraan gekoppelde directe bestedingen, noodzakelijk voor behoud van de linie. Kwantificering van de ambitie en hoofddoelstellingen In de bespreking van het marketingactieplan kunnen de ambitie en drie hoofddoelstellingen nog nauwelijks verder worden uitgewerkt in de kwantitatieve zin. Dit omdat er nog geen nulmeting heeft plaatsgevonden. De ambitie en doelstellingen dienen na een eerste nulmeting alsnog exact kwantitatief te worden ingevuld. Deze nulmeting dient een eerste stap te zijn in de uitvoering van het actieplan. In paragraaf 4.5 gaan we nog dieper in op de gewenste nulmeting voor het opstellen en meten van de exacte doelstellingen.
33
Kwantificering ambitie rond bezoekersaantallen Aan de hand van bezoekerscijfers die bekend zijn bij het UBT (o.a. via de Fortenmaandevaluatie 2001 en Bezoekersonderzoek Fortenmaand 2000), kan in grove lijnen de volgende schatting gemaakt worden voor het ambitieniveau met betrekking tot de bezoekersaantallen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie op korte termijn (4 jaar): Momenteel bezoeken jaarlijks tussen de 275.000 en 300.000 bezoekers de forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Dit is inclusief het Muiderslot en Slot Loevestein (samen goed voor zo’n 225.000 bezoekers op jaarbasis) en inclusief de bezoekers aan de Nationale Fortenmaand (zo’n 15.000 à 20.000 bezoekers). Dit is echter exclusief bezoek aan de vestingsteden die onderdeel zijn van de linie en exclusief bezoek aan de overige waterbouwkundige elementen van de linie (die ook altijd erg moeilijk meetbaar zullen blijven). Ook zijn geen gegevens bekend over de aantallen wandelaars en fietsers langs de waterlinieroute op dit moment. Met de voorgestelde acties gaan wij er vanuit dat over 4 jaar tenminste een verdubbeling van de bezoekersaantallen heeft plaatsgevonden op alle fronten (forten, fiets- en wandelroutes en overige linie-elementen). Dat betekent dat de forten (nu bezocht door 50 a 75.000 bezoekers) jaarlijks tenminste bezocht worden door 100 a 150.000 bezoekers (+50 a 75.000). De meeste bezoekers daarvan komen extra naar de forten in de september Fortenmaand (dit is ook gewenst in het kader van duurzaamheid van het liniebezoek). We verwachten dat de bezoekersaantallen in 4 jaar stijgen tot tenminste 45.000 bezoekers (een verdrievoudiging: +30.000). Van het Muiderslot en slot Loevestein verwachten wij ook dat deze meeliften op de algemene promotie rond de Waterlinie, zij het in mindere mate (zij hebben reeds een grote bekendheid en gedegen eigen marketing, er is daar geen sprake van een inhaaleffect): over 4 jaar zo’n 275.000 bezoekers tezamen (+ 50.000). Bovengenoemde aantallen zijn vrij bescheiden. Wanneer we uitgaan van een meer optimistisch scenario valt te denken aan een verdrievoudiging van de bezoekersaantallen over de gehele linie (exclusief de vestingsteden en Muiderslot en Loevestein waar deze vermeerdering minder groot zal zijn). Dat betekent dat men over 4 jaar voor het fortenbezoek (excl. Muiderslot en Loevestein) moet denken aan 150.000 a 225.000 bezoekers (+100 a 150.000). Het Muiderslot en Loevestein zouden gezamenlijk in het optimistische scenario uitkomen op zo’n 300.000 bezoekers maximaal (+ 75.000). Voor de langere termijn is ontwikkeling van Fort Vechten tot Linie- informatiecentrum een van de belangrijkste speerpunten. Fort Vechten ontvangt nu jaarlijks zo’n 12 a 15.000 bezoekers. Bij ontwikkeling van de een informatiecentrum als wordt omschreven in dit marketingplan moet een bezoekersaantal van 75.000 a 100.000 bezoekers op jaarbasis minimaal haalbaar zijn. Kwantitatieve (meest optimistische) doelstellingen t.a.v. naamsbekendheid en imago - Er vanuit gaande dat de geholpen naamsbekendheid van de naam Nieuwe Hollandse Waterlinie in Nederland momenteel 1% bedraagt: aan het einde van jaar 1: 5%, aan het einde van jaar 2: 10%, aan het einde van jaar 3: 15% en aan het einde van jaar 4: 20% onder de gehele Nederlandse bevolking. - De spontane naamsbekendheid van de linie als belangrijk in ontwikkeling zijnd toeristisch-recreatieve product dient, in soortgelijke stappen toe te nemen (dit percentage zal echter uiteraard beduidend lager liggen: dit afhankelijk maken van de nulmeting, zie ook paragraaf 4.4.2.9.
34
-
Zij die bekend zijn met de naam Nieuwe Hollandse Waterlinie dienen na jaar 1 gemiddeld tenminste één van de toeristisch-recreatieve imago-elementen te kunnen noemen, en daarna per jaar toenemend met gemiddeld steeds 1 element. Aan het einde van het vierjarig marketingactieplan dient de inmiddels groter geworden groep die bekend is met de naam NHW gemiddeld vier imago-elementen te kunnen noemen (voor de imagoelementen: zie paragraaf 4.4.1).
4.2. De zes doelgroepen verder uitgewerkt en afgebakend In deze paragraaf worden de belangrijkste gedefinieerde doelgroep afgebakend en hun kenmerken kort uitgewerkt. De zes belangrijkste doelgroepen zijn (zie ook paragraaf 2.6): 1. 2. 3. 4. 5. 6.
cultuurhistorisch geïnteresseerden (high interest) en buitenlandse specialisten wandelaars en fietsers kinderen in school- en gezinsverband kunst/ cultuurliefhebbers (high en medium interest) groepen (senioren, verenigingen en bedrijven) zakelijke toeristen (congressen, cursussen e.d.)
1a. Cultuurhistorisch geïnteresseerden (high interest) Socio-economische kenmerken Grotendeels hoger opgeleid, oververtegenwoordiging van de leeftijdscategorie 50+, hogere inkomensklasse. Toeristisch-recreatieve behoeften In hoge mate geïnteresseerd in het Nederlandse en buitenlandse culturele erfgoed Belangrijke wensen ten aanzien van het cultuurhistorische product: - een toegankelijk en vanuit cultuurhistorisch oogpunt interessant product - voldoende en diepgaande achtergrondinformatie - weg van het grote massapubliek, waar enige rust heerst, niet te commercieel - hoge prijsklasse acceptabel - fysiek goed bereikbaar - goede leesbaarheid en overzichtelijkheid van informatiemateriaal Toeristisch-recreatief gedrag Regelmatig bezoek aan cultureel erfgoed. Omdat hun werkzame leven er veelal op zit hebben zij veel tijd en mogelijkheden om cultureel erfgoed ook buiten de weekenden om te bezoeken. Zij gaan overwegend zorgvuldig met erfgoed en natuur om en zijn traditioneel ingesteld. Afbakening doelgroep Met de high interest doelgroep wordt niet de groep van Nederlandse specialisten bedoeld, die sowieso de weg naar de Waterlinie wel weet te vinden, maar de veel bredere groep met zeer behoorlijke interesse in en een grote informatiebehoefte rond cultureel erfgoed. We gaan in het actieplan alleen in op de individuele cultuurhistorisch geïnteresseerde. De georganiseerde cultuurhistorisch geïnteresseerde, dus reizend in groepsverband wordt besproken bij de doelgroep ‘Groepen’.
35
1b. Buitenlandse specialisten Socio-economische kenmerken Hoger opgeleid, leeftijd grotendeels 40 – 65 jaar, bovengemiddeld inkomen Toeristisch-recreatieve behoeften Een product interessant in het kader van hun specialisme, dat niet in het eigen land te vinden is, maar een welkome aanvulling kan vormen op hun kennis over hun specialisme. Een product waar het massapubliek niet komt, maar waar in alle rust het zo mogelijk onaangetaste product kan worden bekeken en onderzocht. Behoefte aan specialistische informatie op hoog niveau schriftelijk en mondeling (specialistische gidsen). Toeristisch-recreatief gedrag Komen in kleiner groepsverband, zijn begaan met het erfgoed en laten dit intact. Een bezoek duurt maximaal 2 tot 3 dagen en wordt zo mogelijk gecombineerd met een congres of lezing over het object van interesse. Afbakening doelgroep We richten ons op specialisten op het gebied van: 1. algemene cultuurhistorie en militaire historie in het bijzonder 2. bouwkunde/ architectuur en waterbouwkunde In het kader van de huidige ontwikkelingen binnen de linie zijn hieraan nog toe te voegen: 3. specialisten op het gebied van landschapsarchitectuur 4. beleidsmakers op het gebied ruimtelijke ordening, economische zaken en toerisme/ recreatie Hierbij richten we ons alleen op de georganiseerde specialisten, in het bijzonder georganiseerd in de westerse wereld (west-Europa en noord Amerika). Dit kunnen landelijke en grotere regionale verbanden. We richten ons niet op de kleinere lokale verbanden.
36
2. Fietsers en wandelaars Socio-economische kenmerken De groep van fietsers en wandelaars in Nederland is uitermate groot en daarmee ook uiterst divers. De groep overlapt bovendien voor een groot gedeelte andere belangrijkste doelgroepen binnen dit marketingplan. Deels overlapt de doelgroep fietsers en wandelaars de eerste cultuurhistorisch geïnteresseerde doelgroep. Deels ook overlapt de groep fietsers en wandelaars de groep medium interest in cultuurhistorie plus grotendeels de medium interest natuur geïnteresseerden als ook de gezinnen. Door voor deze uiterst brede doelgroep een goed linieproduct neer te zetten, maak je de linie eigenlijk al in bescheiden vorm voor vrijwel iedereen. Binnen de grote groep van fietsers en wandelaars is een duidelijke oververtegenwoordiging te zien van 50+ers en een ondervertegenwoordiging van de groep 15 tot 30 jarigen. De groep van fietsers en wandelaars is grofweg onder te verdelen naar diegenen die kortere tochten ondernemen, veelal vanuit huis of vakantieadres en zij die lange afstanden afleggen. Toeristisch-recreatieve behoeften De motivatie voor wandelen en fietsen liggen in het bijzonder op het gebied van het zoeken van rust en ruimte, het ontspannen en zich vrij voelen, het actief bezig zijn en het beleven van cultuur en landschap. Fietsers en wandelaars hebben behoefte aan zichtbare historie en lichte cultuurhistorie. In samenhang met deze overwegende behoefte aan lichte cultuurhistorie is dat men overwegend voldoende heeft aan een highlightroute, niet alle onderdelen van het cultuurhistorisch erfgoed hoeven aangedaan te worden. De eisen die fietsers en wandelaars aan het gebied stellen komt nagenoeg overeen: een rustig, bosrijk, mooi, schoon, aantrekkelijk en afwisselend landschap met een goede padenstructuur zo ver mogelijk van autowegen en treinsporen. Ook wordt de aanwezigheid van bankjes, picknickplaatsen en horecafaciliteiten door een meerderheid op prijs gesteld. Markering van de route, een routebeschrijving en een wandelkaart met routelijn en symbolen staat bij meer dan de helft van fietsers en wandelaars het hoogst op het wensenlijstje. Ten aanzien van de bewegwijzering zijn continuïteit, uniformiteit, herkenbaarheid en zichtbaarheid van groot belang. Kaartmateriaal dient vooral actueel en goed leesbaar te zijn en voorzien van goede omgevingsinformatie. Wandelaars en fietsers willen bovendien steeds meer keuzevrijheid in de vorm van flexibele routes. Veel belang wordt door deze groep ook gehecht aan de faciliteiten om van de bijzonderheden en bezienswaardigheden in de omgeving kennis te nemen. Denk hierbij aan faciliteiten als informatieborden, uitkijktorens en observatiehutten. Toeristisch-recreatief gedrag 85% van de fiets- en wandeltochten vindt plaats in het weekend. Verdere uitwerking van het toeristisch-recreatieve gedrag is in de onderstaande schema’s voor korte en lange afstand fietsers en –wandelaars weergegeven. Afbakening doelgroep Zowel de korte als lange Nederlandse afstandwandelaars en –fietsers behoren tot de doelgroep, mits minimaal geïnteresseerd in cultureel erfgoed, al was het maar als decor.
37
Zoals hiervoor reeds is vermeld, is de groep van fietsers en wandelaars grofweg onder te verdelen naar diegenen die kortere tochten ondernemen en zij die lange afstanden afleggen. Hieronder worden deze twee groepen apart van elkaar nog verder besproken. 2a. De doelgroep die dagtochten onderneemt, fietsend of wandelend Socio-economische kenmerken Zie schema hierboven. Toeristisch-recreatieve behoeften De grootste potentiële subdoelgroep voor dagtochten fietsend of wandelend vanuit huis naar de Waterlinie is te vinden in de stad Utrecht. Deze subdoelgroep uit de stad Utrecht bestaat overwegend uit licht tot gemiddeld cultuurhistorisch en natuur geïnteresseerden: zij voor wie cultuurhistorie en natuur alleen als landschapsdecor fungeert tot hen die hier in beperkte mate ook informatie over willen krijgen. Naast de eerder genoemde basisvoorzieningen voor fietsers en wandelaars, kan nog benadrukt worden dat dagrecreanten hun wandel- of fietstochtje willen bekronen met een hapje of drankje onderweg. De teleurstelling is groot indien uitspanningen ontbreken of gesloten zijn. Ook dienen er voldoende afstappunten voor de rustzoekers te zijn en voldoende uitstappunten (o.a. het bezoek aan een fort) voor de vertierzoekers. Toeristisch-recreatief gedrag Nederlanders maken gemiddeld bijna 63 dagtochten per jaar. De helft van de dagtochten vindt plaats buiten de eigen woonplaats, terwijl 60% van de dagtochten plaatsvindt binnen een afstand van 10 kilometer van de vertrekplaats. Slechts 14% reist meer dan 30 km voor het beginpunt. Uiteraard geldt voor de gehele linie dat de potentiële doelgroep voor de dagtochten per fiets of te voet voornamelijk in een straal van 10 km rond dat deel van de linie te vinden is. Dit kunnen zowel bewoners zijn als verblijfstoeristen, bijvoorbeeld verblijvend op de Utrechtse Heuvelrug. Afbakening van de doelgroep Zie schema hierboven.
38
2b. Lange afstand wandelaars en fietsers Socio-economische kenmerken Zie het algemene schema over fietsers en wandelaars hierboven. Toeristisch-recreatieve behoeften Een eerste extra behoefte voor de lange afstand fietsers en wandelaars is de mogelijkheid tot overnachting. Voor wandelaars dienen deze overnachtingspunten op zo’n 15 a 20 km afstand van elkaar te liggen en voor fietsers zo’n 30 a 40 km van elkaar. Zoals reeds is gezegd, is er een oververtegenwoordiging van 50+ers. Dit geldt ook onder de langs afstand afleggers. Deze 50+groep stelt minimale basiseisen ten aanzien van het comfort van de overnachtingsaccommodatie. Zo dienen er voldoende goede wasgelegenheden te zijn, verwarmde kamers en behoorlijke bedden. De groep van lange afstandafleggers heeft nog meer dan de groep die kortere afstanden aflegt behoefte aan afwisseling in hun route. Qua landschapstypen en qua bezienswaardigheden en activiteiten onderweg. Bovendien dienen er aantrekkelijke retourroutes aangeboden te worden. Van groot belang voor deze groep is ook de aanwezigheid van openbaar vervoer op korte afstand van hun tussenliggende start- en stoppunten en goede informatie hierover. Toeristisch-recreatief gedrag Slechts een klein deel van de lange afstand fietsers en wandelaars legt een lange afstand af in een aaneengesloten periode af (bijv. een 7-daagse fietsvakantie waarin 200 a 300 km wordt afgelegd). Veelal wordt een dag of een weekend achter elkaar ge lopen of gefietst. Tenminste een derde van de fietsers en wandelaars overweegt het openbaar vervoer voor starten stoppunten. Afbakening van de doelgroep Zie het algemene schema over fietsers en wandelaars hierboven.
3. kinderen in school- en gezinsverband Socio-economische kenmerken en toeristisch-recreatieve behoeften en gedrag worden in de twee onderstaande schema’s per subdoelgroep behandeld. Deze twee subdoelgroepen zijn: 3a. Kinderen in schoolverband en 3b. Kinderen in gezinsverband. Afbakening van de doelgroep We beperken ons binnen het marketingactieplan tot kinderen van 6 tot 12 jaar in schoolverband of in gezinsverband waarbij de belangrijkste behoefte educatief vermaak is. Bij deze educatieve vermaaksactiviteiten is het zelf doen en bele ven/ ervaren door de kinderen van groot belang. Er ontstaat daardoor een combinatie van educatief-recreatief vermaak. Denk hierbij aan zaken als kinderspeurtochten en levende historie.
39
3a. Kinderen in gezinsverband Socio-economische kenmerken Het is de grootste groep volwassenen (30 – 45 jaar) binnen de leeftijdsopbouw in Nederland. De ouders van de gezinnen op zoek naar educatief vermaak zijn overwegend hoger opgeleid. Toeristisch-recreatieve behoeften De kinderen zijn belangrijke factoren voor hoe het gezin zijn tijd indeelt. Interessante producten voor gezinnen zijn een interessante omgeving en daarbinnen die producten met speciale activiteiten gericht op kinderen. De activiteiten dienen georganiseerd te zijn in de weekenden en de schoolvakanties (zomervakantie minder dan andere vakanties) en in mindere mate de woensdagmiddagen. Toeristisch-recreatief gedrag De ouders nemen voornamelijk in de weekenden hun kinderen mee naar attracties en bezienswaardigheden die geschikt zijn voor kinderen. De cultuurparticipatie is relatief laag vanwege hun gezinssituatie. De ouders zijn familie- en werk- georiënteerd. Afbakening doelgroep Als onderdeel van kinderen in gezinsverband wordt hier ook de organisatie van kinderfeestjes gezien. Zie verder schema hierboven.
De kinderen uit gezinnen met hoger opgeleide ouders maken al snel kennis met cultuurhistorie en natuur in gezinsverband. Om in de toekomst echter een bredere groep in de maatschappij te krijgen met belangstelling voor cultuurhistorie en natuur en daarmee samenhangend herhalingsbezoek naar dergelijke attracties, dient ook de doelgroep Kinderen in schoolverband bereikt te worden: 3b. Kinderen in schoolverband Socio-economische kenmerken Uiterst divers: het gaat om alle kinderen van 6 – 12 jaar in Nederland, schoolgaand naar reguliere lagere scholen. Scholen hebben overwegend een beperkt budget voor schooluitjes. Toeristisch-recreatieve behoeften Voor scholen is het belang van educatie uiteraard van groot belang. Educatief en tegelijkertijd vermakelijk is voor hen het ideale schoolreisje. Toeristisch-recreatief gedrag Komen in groepsverband, overwegend in bussen. Groepen van 20 a 40 kinderen. Afbakening van de doelgroep De doelgroep bestaat binnen dit marketingplan uit alle reguliere lagere scholen in Nederland.
40
4. Kunst/ cultuurliefhebbers (high en medium interest) Socio-economische kenmerken Deze doelgroep is divers. Toch is er een grootste groep binnen te vinden waarop in het bijzonder gericht kan worden: de geïnteresseerden in (moderne) kunst zijn overwegend hoger opgeleid (HBO en WO), boven de 20, alleen wonend of met partner, zonder (inwonende) kinderen en in het bijzonder woonachtig in de Randstad. Toeristisch-recreatieve behoeften Een bijzondere cultuurhistorische omgeving als decor voor kunst- en cultuuruitingen wordt door deze groep in hoge mate gewaardeerd. Toeristisch-recreatief gedrag Hun cultuurgedrag kent een hoge deelname aan bezoek van musea voor moderne kunst, muziek, theater, festivals en evenementen. Deze groep is relatief klein, maar wel een belangrijke trendsetter voor het bredere kunst- en cultuurpubliek. Deze groep is relatief vooruitstrevend, wil nieuwe dingen meemaken, ervaringen opdoen en cultureel gedrag vertonen. Afbakening van de doelgroep De doelgroep zoals aangegeven als grootste te onderscheiden groep van kunst- en cultuurliefhebbers onder socio-economische kenmerken.
5. Groepen (senioren, verenigingen en bedrijven) Socio-economische variabelen Uiterst divers, maar met een minimale interesse in cultuurhistorie, al is het maar als decor. Toeristisch-recreatieve behoeften en gedrag m.b.t. deelnemers aan partnerprogramma’s, senioren- en verenigingsuitjes: Bij groepen als senioren en verenigingen is er vooral vraag een indeling van de dag met rustige activiteiten en is er vraag naar licht cultuurhistorisch aanbod en ambachtelijke bedrijven. Zij maken graag een wandeling o.l.v. een gids en een vaartochtje. Ze zijn veelal op zoek naar een authentieke beleving, bijvoorbeeld levende historie of een als vanouds ingericht fort. Voor deze groepen is het sociale contact en de gezelligheid veelal belangrijker dan de activiteit zelf: rustmomenten. Rolstoeltoegankelijkheid is voor seniorengroepen van groot belang. Het budget van deze groepen is overwegend beperkter dan bij bedrijfsuitjes. Eten moet overwegend goed zijn, maar hoeft geen culinair hoogstandje te zijn. De groepen hebben een gemiddelde grootte van zo’n 40 personen. Toeristisch-recreatieve behoeften en gedrag m.b.t. deelnemers aan bedrijfsuitjes: Bedrijfs- en personeelsuitjes worden veelal de hele dag actief doorgebracht. Er is vooral vraag naar actieve, unieke, verrassende, competatieve en spectaculaire en maar minimaal cultuurhistorisch of natuur getinte activiteiten. ’s Avonds wordt er aan entertainment gedaan. Bedrijven hebben beduidend meer te besteden dan de overige groepen. Bedrijfsuitjes bestaan ook meestal uit veel grotere groepen (100 of meer personen zijn geen uitzondering). Bedrijfsuitjes zijn nog lucratiever dan uitjes van de andere groepen. Toeristisch-recreatieve behoeften en gedrag m.b.t. de doelgroep met vraag naar feesten en partijen: De vraag naar feesten en partijen kan enerzijds een aansluitende vraag zijn op een bedrijfs- of
41
ander groepsuitje. Anderzijds kan het een op zichzelf staande vraag zijn, bijvoorbeeld een afsluitende bruidsfeest of een verenigings- of bedrijfsfeest. Overwegend worden deze feesten zo mogelijk niet al te ver van de eigen woon- of verblijfsplaats gevierd. Het bestedingsbudget voor dergelijke feesten is overwegend hoog. Het voordeel is bovendien dat deze feesten overwegend vallen buiten de gewenste bezoektijden van overige doelgroepen. Afbakening van de doelgroep Het deel van de groepsmarkt die binnen dit plan in het bijzonder centraal staat is grofweg te verdele n in: - Bedrijfsuitjes - Partnerprogramma’s, senioren- en verenigingsuitjes - De markt voor feesten en partijen voor groepen, veelal in de avonduren. Dit kan (een afsluitend) onderdeel zijn van een uitje of een activiteit op zich. Degenen die vraag hebben voor ruimtes voor feesten en partijen zijn op te delen naar de mate van verzorgdheid van de feestruimte en de verdere voorzieningen. Dit kan zijn van eenvoudig tot van top tot teen aangekleed. Wij richten ons in dit marketingplan voornamelijk op degenen op zoek naar een prachtige en unieke locatie, waarbij eenvoud van de voorzieningen binnen de locatie daarbij voor lief worden genomen.
6. De zakelijke toerist Socio-economische kenmerken Overwegend bovengemiddeld opgeleid, leeftijd 30+ en relatief vaker man dan vrouw. Toeristisch-recreatieve behoeften De zakelijke toerist is een bezoeker met een hoog bestedingsbudget en kan gerekend worden tot de kwaliteitstoerist. Het is bovendien een potentiële herhalingsbezoeker van de waterlinie. Bij een positieve ervaring kan hij besluiten nogmaals terug te komen met het gezin of vrienden. Er is een steeds grotere vraag naar unieke locaties voor congressen en cursussen/ lezingen in de zakelijke markt. Toeristisch-recreatief gedrag Een groot voordeel is dat de vraag van de zakelijke toerist voor ruimten voor congressen en cursussen overwegend valt buiten de gewenste bezoektijden van overige recreatieve doelgroepen: overdag, door de weeks. De zakelijk toerist heeft nauwelijks verstorende invloed op het cultureel erfgoed, de natuur en haar overige toeristisch-recreatieve gebruikers. De zakelijke toerist heeft een zeer behoorlijk budget te besteden. Afbakening van de doelgroep Binnen de komende vier jaar staat in het marketingplan vooral de binnenlandse ééndaagse congres-, vergader- en cursusmarkt centraal. Het zakelijke segment is grofweg te verdelen in drie niveaus wat betreft de kwaliteitswensen van de te gebruiken locatie: het hogere niveau, het midden niveau en het lagere niveau. Voor de komende vier jaar zal in het marketingplan, fort Voordorp, uitgezonderd, alleen nog maar gericht gaan worden op het lagere en deels ook het middenniveau en verdere voorbereiding voor het midden niveau.
42
4.3. Marketingstrategie Strategie 3 taken Om de gestelde visie, ambitie en hoofddoelstellingen te realiseren, moeten er gelijktijdig de volgende 3 taken worden opgepakt: 1. promotie met als doel verhoging van naambekendheid en positief en duidelijk imago, in het bijzonder onder de belangrijkste doelgroepen 2. productontwikkeling en –verbetering van het toeristisch-recreatief linieproduct 3. promotie met als doelstelling toename van de bezoekersaantallen aan de linie en daarmee toename van hun bestedingen Planning van de 3 taken Bezien over de vier jaar waarvoor het actieplan wordt geschreven, dient in de eerste fase (jaar 1 en 2) de nadruk voornamelijk te liggen op productontwikkeling en vergroting van de naamsbekendheid. In fase 2 blijft komt daarnaast de nadruk ook te liggen op het bewerkstelligen van een positief en duidelijk (sterk) imago. Promotie dient steeds hand in hand te gaan met productontwikkeling en –verbetering. De 3 taken gericht op de zes doelgroepen De strategie voor de marketing van de Nieuwe Hollandse Waterlinie op de lange termijn dient zich te richten op in principe alle Nederlanders en op de cultuurhistorisch geïnteresseerde buitenlanders. Voor de komende vier jaar is het van belang om in het bijzonder op de zes vastgestelde belangrijkste doelgroepen te focussen. De 3 taken in het verdere verloop van dit actieplan Taak 1: promotie met als doel verhoging van naambekendheid en positief en duidelijk imago, in het bijzonder onder de belangrijkste doelgroepen Het beeld wat het publiek en daarbinnen de belangrijkste doelgroepen van de linie heeft is nog uiterst vaag en veelal ze lfs geheel afwezig. Dit creëert echter wel de kans om het imago van de linie vanaf de basis op te bouwen. Vastgesteld moet worden welk imago en daarmee ook welke identiteit (het daadwerkelijk geleverde product) exact wordt nagestreefd voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie. In paragraaf 4.4.1., naamsbekendheid en imago van de linie wordt hier verder uitgebreid op ingegaan. Taak 2: productontwikkeling en –verbetering van het toeristisch-recreatief linieproduct In paragraaf 4.4.2., ‘Productontwikkeling en promotie rond de linie’ worden de te ontwikkelen en in te zetten producten voor de toeristisch-recreatieve linie voor de komende vier jaar vastgesteld. Daarbij is de productontwikkeling als volgt onder te verdelen: 1. Afbakenen, accentueren, beleefbaar en bereikbaar maken van het liniegebied 2. Stimulering van ontwikkeling en verbetering van het productaanbod per individueel linieelement of fort 3. Ontwikkeling en verbetering van een productaanbod dat de individuele linie-elementen en forten overstijgt (overkoepelend linieniveau)
43
Taak 3: promotie met als doelstelling toename van de bezoekersaantallen aan de linie en daarmee toename van hun bestedingen In paragraaf 4.4.2. ‘Productontwikkeling en promotie rond de linie’ worden de te ontwikkelen promotiemiddelen voor de komende vier jaar besproken, aansluitend op en behorend bij de te ontwikkelen producten. Daarbij is zijn de promotiemiddelen te verdelen in: 1. Ontwikkeling van basismateriaal ten behoeve van de collectieve promotie 2. Ontwikkeling en inzetten van promotiemateriaal
4.4. Marketingactieplan In deze paragraaf worden de verschillende marketingacties voor de Waterlinie besproken. De optimale situatie is die, waarbij het financieel mogelijk wordt om alle genoemde acties uit te voeren. Het is echter, gezien de hoge bedragen niet reëel om hier met zekerheid van uit te gaan. In het actieplan dienen daarom prioriteiten te worden aangebracht (een eerste aanzet hiervoor is binnen dit actieplan gemaakt). Acties die zeker uitvoerbaar zijn in een periode van 4 jaar en die nadrukkelijk een gezamenlijk belang hebben verdienen daarbij de eerste prioriteit. Zie voor de financieringsmogelijkheden van het actieplan verder paragraaf 7.2 ‘Financiering’. Met nadruk dient gezegd te worden dat dit actieplan geen statisch plan is. Afhankelijk van ontwikkeling door de tijd rond de waterlinie en in de markt, dienen de acties zonodig aangepast en bijgesteld te worden. Dit gebeurt door het jaarlijks ontwikkelen van jaarwerkplannen, waarbij de nu genoemde acties tegen het licht worden gehouden en er de mogelijkheid van tussentijdse bijstelling bestaat. 4.4.1. Ontwikkeling van naamsbekendheid en imago De onbekende waterlinie Hoewel er geen exacte onderzoeksgegevens over bestaan, kan wel met redelijke zekerheid vastgesteld worden dat de Nieuwe Hollandse Waterlinie an sich nog nauwelijks bekend is onder het grote publiek. Voor het toeristisch-recreatief product Waterlinie geldt dit in veel grotere mate. De enige publieksgroepen waaronder de waterlinie goed bekend is, zijn: A. de zeer geïnteresseerden in Nederlandse Militaire geschiedenis (denk aan leden van stichtingen als Menno van Coehoorn en Militair Erfgoed en degenen die zich hebben geabonneerd op de nieuwsbrief van forten.info) B. de zeer goed ingevoerden op het gebied van Nederlandse geschiedenis in het algemeen (denk aan historici) en op het gebied van waterbouwkunde C. de direct betrokkenen en omwonenden van de forten en overige onderdelen van de linie Waar het gaat om de belangrijkste gestelde toeristisch-recreatieve doelgroepen, kan ervan uit gegaan worden dat de groep cultuurhistorisch, high interest groep in de grootste mate bekend is met de linie. Het zijn vooral de jongere generaties die de Waterlinie niet of nauwelijks meer behandeld zagen tijdens hun schoollessen. Daar is de bekend heid met de linie dan ook het geringst.
44
Het belang van naamsbekendheid en imago Onbekend maakt onbemind en dat geldt zeker ook voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Bij de grootste ontwikkelingen die gepland staan voor de linie, is onder een brede laag van de bevolking draagkracht nodig. Ook voor het succesvol worden van de toeristisch-recreatieve linie is bekendheid met de linie in het algemeen en met de linie als toeristisch-recreatief aantrekkelijk product van groot belang. De waterlinie moet bekend en bekoord worden: behoud door het inzien van de waarde, de bijzonderheid. Grote naamsbekendheid en een positief en duidelijk ingevuld imago dienen een belangrijke eerste doelstelling te zijn voor de komende vier jaar. Vooruitlopend op de uiteenzetting van het gewenste toeristisch-recreatieve imago van de linie, dient te worden benadrukt dat het imago (het beeld) van de linie niet meer mag beloven dan wat het linieproduct daadwerkelijk inhoudt (de identiteit). Wie gebakken lucht verkoopt, valt uiteindelijk toch door de mand. Afbakening binnen het marketingactieplan Binnen het toeristisch-recreatief marketingactieplan beperken we ons op het gebied van naamsbekendheid en imago tot: A. de toeristisch-recreatieve linie, haar bekendheid en imago en de belangrijkste doelgroepen voor de korte termijn waarbij dit imago tot stand gebracht dient te worden (zie paragraaf 2.6 voor deze doelgroepen). B. (in minder uitgebreide mate) die publieksgroepen waarvan het van belang is ze positief te beïnvloeden voor het tot uitvoer kunnen brengen van het toeristisch-recreatieve marketingactieplan zoals dat in dit rapport is weergegeven. Denk hierbij aan omwonenden, de pers, eigenaren en beheerders van delen van de linie, bestuurders en politici op de verschillende niveau’s, private partijen/ mogelijke financiers en de betrokken toeristisch/ recreatieve organisaties. Doelstellingen t.a.v. naamsbekendheid en imago Het uiteindelijk gewenste en na te streven overkoepelende imago in kwalitatieve zin dient gebaseerd te zijn op haar onderscheidende kenmerken ten opzichte van andere toeristischrecreatieve producten. Dit gewenste imago dient in de vorm van imago-elementen worden omschreven. Wij geven in dit plan alvast een eerste aanzet hiervoor. Het exact na te streven imago dient in overleg met betrokken partijen nog exact ingevuld te worden. Een eerste aanzet van het gewenste imago in de vorm van imago-elementen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
De linie, cultuurhistorisch erfgoed uniek in de wereld en Neerlands trots De linie, samensmelting van cultuur en natuur De linie, Nederlands grootste nog onontdekte geheim De linie, een geheim dat er ligt om door iedereen ontdekt te worden De linie, waar rust te vinden is, ook door actief te zijn De linie, plaats van kunst en cultuur in een cultuurhistorisch decor De linie, toegankelijk en bereikbaar
Voor de zakelijk markt kan hieraan nog worden toegevoegd: 8. De linie, uniek, stijlvol en een gegarandeerd succes voor zakelijke bijeenkomsten
45
De exacte doelstellingen: kwalitatief en kwantitatief In paragraaf 4.1. zijn de exacte doelstellingen omschreven die binnen het marketingactieplan voor de komende vier jaar op het gebied van naamsbekendheid en imago nagestreefd dienen te worden. Afhankelijk van de uitkomsten van de nul- meting worden de kwantitatieve doelstellling wellicht nog bijgesteld. De doorwerking van de planontwikkeling vanuit het Linieperspectief Het is van groot belang dat niet alleen gewerkt wordt richting het toeristisch-recreatieve imago, als beschreven wordt in deze paragraaf. Het belang van het imago van het gehele Linieperspectief en ontwikkelingen daaruit voortkomend zullen van grote invloed zijn op het toeristisch-recreatief (aantrekkelijk) imago van de linie. Het landelijke projectbureau Nieuwe Hollandse Waterlinie dient hierin de belangrijkste sturende factor te zijn. De strategie voor de komende 4 jaar De strategie in brede lijnen De strategie is er in de eerste plaats op gericht een grote naamsbekendheid en duidelijk en positief imago te bewerkstelligen onder de belangrijkste doelgroepen (zie ook doelstellingen hierboven). Basisuitgangspunt van de strategie is dat de ontwikkeling van een duidelijk en positief toeristisch-recreatief imago van de linie continu hand in hand dient te gaan met de toeristischrecreatieve productontwikkeling van de linie. Binnen de strategie voor de komende vier jaar zijn twee fasen te onderscheiden, waarbinnen de te volgen strategie wezenlijk van elkaar verschilt. Beiden fasen omvatten een periode van twee jaar. Fase I (jaar 1 en 2) - In het eerste jaar dient de nadruk voornamelijk te liggen op de vergroting van de naamsbekendheid van ‘de Nieuwe Hollandse Waterlinie’ in het algemeen. -
Het imago van de linie als grootschalig voorbeeldgevend ontwikkelingsproject dient in deze fase verder sterk uitgewerkt te worden. Hier ligt een duidelijke taak voor het Nationaal projectbureau Nieuwe Hollandse Waterlinie. Dit punt zal hier verder niet worden uitgewerkt.
-
De toeristisch-recreatieve imago-elementen dienen in deze fase nog nauwelijks gecommuniceerd te worden.
Fase II (jaar 3 en 4) Pas nadat er na twee jaar een voldoende stevig toeristisch-recreatief basisproduct staat, dient er hard gewerkt te worden aan het vestigen van de positief en duidelijk ingevuld toeristischrecreatief imago van de linie onder de bredere doelgroep. Dit door op alle imago-elementen de nadruk te gaan leggen. Een taak die uiteraard ook na deze eerste vier jaar van het actieplan belangrijk blijft.
Actieplan rond naamsbekendheid en imago *:
46
Marketingactie
Acties t.b.v. naamsbekendheid en imago Vaststellen van de exacte gewenste (toeristisch-recreatieve) imagoelementen van de linie Aanstellen beschermheer Bebording belangrijke contactplaatsen NHW (o.a. A2) Plaatsing van informatieborden bij alle forten en linieelementen van belang Ontwikkeling van educatieve pakketten voor scholen, gecombineerd met recreatieve arrangementen voor scholen Free publicity activiteiten, o.a. persberichten en persreizen Uitschrijven wedstrijd en uitreiking linieprijs met nationale Allure Ontwikkeling linie -gadgets, aantal: Er dienen verhalen bij de linie komen: emotie creëren en uitdragen via o.a. evenementen en routes/ arrangmenten Intensieve naamsbekendheids- en imagocampagne Totaal
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Prioriteit (1, 2 of 3)
X
X
1 1
X
X
1
X
6 X
35.000**
Schatting totaal uren marketingbureau
1
X X
X
Schatting out of pocket kosten
10
5.000
40 20
1
40.000
200
X
X
X
1
7.500
100
X
X
X
3
30.000
160
12 X
X
X
1 2
60.000 -
80 100
X
X
2
600.000
100
305.000
310.000
740.000
810 uur
90.000
* de ma rketingacties zijn verder uitgewerkt en uitgelegd terug te vinden in Bijlage C ** totale kosten: out-of-pocketkosten, excl. arbeidsuren marketingbureau
47
4.4.2. Productontwikkeling en promotie rond de linie In paragraaf 4.4.2.1. worden eerst een aantal algemene marketingacties besproken die voor alle gestelde belangrijkste doelgroepen voor de komende vier jaar van belang zijn. Het gaat hierbij in het bijzonder om het afbakenen, accentueren, beleefbaar en bereikbaar maken van het liniegebied. Ook wordt hier ingegaan op de ontwikkeling van basismateriaal ten behoeve van de collectieve promotie. In de daarop volgende deelparagrafen wordt het deelplan van marketingactiviteiten (productontwikkeling en –verbetering, alsmede de bijbehorende promotie) per belangrijkste gedefinieerde doelgroep verder uitgewerkt in actieschema’s. Het actieplan per doelgroep is in bijlage C verder uitgewerkt en uitgelegd terug te vinden. 4.4.2.2. cultuurhistorisch geïnteresseerden (high interest) en buitenlandse specialisten 4.4.2.3. wandelaars en fietsers 4.4.2.4. kinderen in school- en gezinsverband 4.4.2.5. kunst/ cultuurliefhebbers (high en medium interest) 4.4.2.6. groepen (senioren, verenigingen en bedrijven) 4.4.2.7. zakelijke toeristen (congressen, cursussen e.d.) In sub-paragraaf 4.4.2.8. komen ook nog de voorbereidende acties voor na de eerste vier jaar kort aan bod. In paragraaf 4.2.2.9. wordt afsluitend nog stilgestaan bij het belang van een nulmeting om de gestelde kwantitatieve doelstellingen aan te kunnen toetsen.
48
4.4.2.1. Algemene marketingacties In de hierna volgende paragrafen worden productontwikkeling en promotie per belangrijkste doelgroep voor de komende vier jaar besproken. In deze paragraaf gaan we echter eerst in op de marketingacties die voor alle doelgroepen voor de komende vier jaar van belang zijn. Voor de komende vier jaar is het zaak om vooral te zorgen voor een sterk verbeterde toegankelijkheid en beleefbaarheid van het linieproduct voor de gestelde doelgroepen. Ook het afbakenen en accentueren en daardoor beter zichtbaar maken van het liniegebied vormt een belangrijk doel. De acties t.b.v. de zichtbaarheid: Marketingactie
Verbetering zichtbaarheid Uitbreiden en vernieuwen/ verbeteren lange afstand fiets- en wandelroute Bewegwijzering LA -routes met borden in liniehuisstijl Per zone of cluster kleinere fiets- en wandellussen rond zonethema ontwikkelen Straatmeubilair langs alle linie -fiets en –wandelroutes uitrusten in liniestijl Plaatsing informatieborden langs de routes op belangrijke recreatieve kruispunten Linievlaggen op hoogste fortpunten, bij belangrijke linie-elementen en in alle vestingsteden Plaatsing markeringsteken op de meest noordelijke en zuidelijke punt van de linie (Fortenmaand)evenement om gehele linie met vuurwerk/ laserlicht zichtbaar te maken Totaal
Jaar 1
Jaar 2
X
X
Jaar 3
Jaar 4
Schatting totale out of pocket kosten
Schatting totaal uren marketing -bureau
1
300.000
40
X
X
1
200.000
20
X
X
1
-
500
X
X
1
1.000.000
80
X
X
1
100.000
60
1
8.000
40
1
40.000
40
2
80.000
100
1.730.000
880 uur
X
X
X
230.000
Prioriteit (1, 2 of 3)
300.000
660.000
550.000
De acties t.b.v. bereikbaarheid en beleefbaarheid: Marketingactie
Verbetering bereikbaarheid Ontwikkeling verantwoorde linie auto- en busaanrijdroutes naar recreatietransferpunten Verzorgen en communiceren van voldoende parkeergelegenheid voor
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Prioriteit (1, 2 of 3)
Schatting totale out of pocket kosten
Schatting totaal uren marketing -bureau
X
1
-
40
X
1
-
20
49
liniebezoekers Zorgen voor verdere openstelling meer forten op geregelde tijden (organiseren fortwachters) Plaatsing doorverwijsborden bij gesloten forten richting dichtstbijzijnde open fort Verbetering beleefbaarheid Geschiedenis per fort en van de totale linie opnemen in algemene linie-promotiematerialen Ontwikkelen wandel/uitstappaden naar andere linie-elementen dan forten Ontwikkeling virtuele presentatie van inundatie op CD-Rom Plaatsing palen (liniestijl) in kommen waarop de hoogte v.d. inundatie-waterstand is weergegeven Totaal:
X
X
X
X
X
-
240
1
10.000
40
X
X
X
1
-
20
X
X
X
2
90.000
240
1
150.000
100
2
10.000
80
260.000
780 uur
X X
160.000
1
50.000
30.000
20.000
Verder is er nog een aantal overige algemene marketingacties te noemen, die voor de gehele linie en voor alle doelgroepen gelden. De overige algemene marketingacties: Marketingactie
Overige algemene acties Aanbieden individuele arrangementen binnen zones en zone-overschrijdend -tenminste tijdens Fortenmaand, aantal: Zorgen voor opname liniebezoek als onderdeel in bestaande of nieuwe cultuurhistorische arrangementen van derden, aantal: Verspreiding korte versie informatieve waterliniefilm onder alle (geopende) forten en alle instellingen die deze geregeld willen tonen Liniefilm per zone ontwikkelen Extra aandacht ook voor kringenwetwoningen: o.a. gadget en opname in routes Aparte vermelding vestingstadjes in het algemene promotiemateriaal rond de linie Binnen het Nederlandse Vestingstedenverband dienen de stadjes zich gezamenlijk te presenteren als liniestadjes Cross-selling tussen Vestingsteden en NHW
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Prioriteit (1, 2 of 3)
4
6
10
10
1
30.000
200
4
8
14
20
1
4.000
100
1
11.500
10
2 2
35.000 -
50 20
X
Schatting totale out of pocket kosten
Schatting totaal uren marketing -bureau
X X
X
X
X
X
X
X
2
-
10
X
X
X
X
2
-
10
X
X
X
X
1
-
20
50
Vestingstadjes dienen zich duidelijk te profileren als onderdeel NHW Contacten leggen met andere linies in binnen- en buitenland Ontwikkelen Nederlandse toeristische liniekaart Linken NHW aan battlefieldtoerisme in België en Frankrijk Voorbereiding gezamenlijke acties met Limes en Stelling A’dam Stimulering betere verspreiding bestaande toeristisch-recreatieve NHW-producten Stimulering meer forten open tijdens Fortenmaand. In jaar vier alle (veilige) forten open in september Toename overkoepelende linieactiviteiten Fortenmaand Fortenmaandvlaggen en -spandoeken voor de deelnemende forten Verhoging oplage en realiseren van Fortenmaandbrochures, oplage: Persreis vooraf aan Fortenmaand Professionalisering Fortenmaandwebsite Aanvullende promotionele acties rond de Fortenmaand Totaal:
X
X
X
X
1
-
20
X
X
2
2.500
60
3
10.000
60
X
3
2.000
80
X
X
2
-
60
X
X
X
X
X
1
-
120
X
X
X
X
1
-
100
4
6
8
10
1
60.000
80
1
20.000
30
X 50.000
75.000
100.000
100.000
1
80.000
100
X
X X
X X
X
1 2
8.000 10.000
80 80
X
X
X
1
30.000
60
70.000
100.000
65.000
305.000
1350 uur
70.000
Een ander belangrijk onderdeel van de overkoepelende marketing van de linie, is de ontwikkeling van basismateriaal ten behoeve van de collectieve promotie. Geheel in het verlengde van dit basismateriaal dient vervolgens een aantal overkoepelende promotiemiddelen voor de toeristisch-recreatieve linie ontwikkeld te worden. De acties t.b.v. de ontwikkeling van basismateriaal: Marketingactie
Ontwikkeling basismateriaal Ontwikkeling toeristisch-recreatieve linie-huisstijl Sterke stimulering gebruik linie huisstijl liniebetrokkenen Ontwikkeling basisdrukwerk linie Ontwikkeling promotiemateriaal Algemene Nederlandstalige en Engelstalige liniebrochure Serie waterlinieposters met websiteadres Alle forten aan de poort voorzien van liniebrochurebakken Alle VVV-informatiepunten binnen het liniegebied voorzien van linieinformatiedisplays Slot Loevestein en Muiderslot alvast
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
X
Prioriteit (1, 2 of 3)
Schatting totale out of pocket kosten
Schatting totaal uren projectbur o
1
20.000
40
1
2.000
200
X
1
30.000
20
X
1
40.000
80
1
15.000
20
1
12.000
30
1
10.000
30
1
600
10
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
51
voorzien van linie informatiedisplays plus extra promotiemiddelen Ontwikkeling toeristisch-recreatieve linie-internetsite Nieuwehollandsewaterlinie.nl, eenvoudige versie Ontwikkeling website uiteindelijke versie Promotionele acties voor internetsite-adres Ontwikkeling Linie-nieuwsbrief voor potentiële bezoekers Ontwikkeling activiteitenagenda’s Opbouw linie-databestand Opbouw van een uitgebreid foto- en illustratiearchief Dit archief via internet toegankelijk maken voor derden Opbouw verhalen- en biografiënarchief Organisatie linie-informatiedag voor VVV-medewerkers Actief persbeleid rond nieuwe productontwikkelingen Uitbrengen digitale toeristische linienieuwsbrief, gekoppeld aan een standvanzaken-website richting betrokkenen bij de linie Totaal:
X
X X
X
X
1
4.000
100
1
30.000
200
X
X
1
-
-
X
X
2
2.000
200
X X
X X
2 1 1
6.000 8.000
40 140 40
2
4.000
20
X X X
X
2
-
100
X
X
3
4.000
40
X
X
X
X
1
-
-
X
X
X
X
1
8.000
200
90.000
10.000
70.000
25.000
195.000
1510 uur
Bij de bespreking van de verschillende doelgroepen, die in de volgende subparagrafen volgt, wordt de schriftelijke informatieverstrekking per doelgroep daar waar nodig nog verder besproken.
4.4.2.2.
Product en promotie voor de cultuurhistorisch geïnteresseerden en buitenlandse specialisten
In de volgende paragrafen wordt ingegaan op de te ontwikkelen producten en promotiemiddelen voor de verschillende belangrijkste doelgroepen. Daarbij zijn de doelgroepen overwegend toebedeeld aan een bepaalde zone of cluster (zie ook hoofdstuk 3). Het zijn voornamelijk de lange afstand wandelaars en fietsers die tijdens hun tocht in principe al deze zones aandoen. Ook groepen en zakelijke toeristen zullen en dienen (vanwege de financiële voordelen) in alle zones te vinden zijn, zij het met minder nadruk in vooral in de kwetsbare natuurdelen van de natuur- en waterzone (cluster Vechtplassen). We starten in deze paragraaf met de eerste belangrijkste doelgroep voor de komende vier jaar: de high interest cultuurhistorisch geïnteresseerden en de buitenlandse specialisten. Voor deze eerste doelgroep van cultuurhistorische high interests en buitenlandse specialisten dient de cultuurhistorische zone, ten zuiden van de stad Utrecht, in het bijzonder een passend product te gaan bieden.
52
De acties t.b.v. de doelgroep cultuurhistorisch geïnteresseerden en buitenlandse specialisten: Marketingactie
Acties voor cultuurhistorische high interest groep Ontwikkeling van een cultuurhistorische informatieroutegids Ontwikkeling cultuurhistorische audiotour Ontwikkeling van een bescheiden, informatief cultuurhistorisch informatiepunt Organisatie lezingenprogramma over de cultuurhistorische linie Zorgen voor opname van linieonderdelen in cultuurhistorische tochten die het liniegebied doorkruisen Opname cultuurhistorische producten in de algemene liniepromotiemiddelen Acties voor buitenlandse specialisten Ontwikkeling specialistische arrangementen en uitwisselingsprogramma’s Benaderen buitenlandse specialisten i.s.m. soortgelijke organisaties in Nederland Nederlandse zusterorganisaties informeren over linieaanbod voor buitenlandse specialisten Totaal:
Jaar 1
Jaar 2
X
X
1
10.000
80
X
2
30.000
20
X
1
12.000
90
X
3
2.000
20
X
Jaar 3
X
Jaar 4
Prioriteit (1, 2 of 3)
Schatting totale out of pocket kosten
Schatting totaal uren marketing -bureau
X
X
X
X
1
-
80
X
X
X
X
1
-
20
1
2.000
40
1
4.000
80
1
-
20
60.000
450 uur
3
X
X
X
5.000
45.000
5.000
5.000
53
4.4.2.3.
Fietsers en wandelaars
De acties t.b.v. de doelgroep fietsers en wandelaars: Marketingactie
Acties voor fietsers en wandelaars Intensieve liniezone (kraag van stad Utrecht) intensiever dan overige zones voorzien van basisfaciliteiten, waaronder bewaakte fietsenstallingsmogelijkheden. Overige zones in lichtere mate van deze basisfaciliteiten voorzien Ontwikkeling 2 fietsrondes en 2 tot 3 wandelrondes in het intensieve liniegebied Ontwikkeling van een thematische fiets- en wandelronde per overige zone Per zone een routeboekje/ blad laten verschijnen. Ontwikkeling NS-wandel- en fietsroute langs de linie Organisatie fiets- en wandelevenement tijdens Fortenmaand Aansluiting vinden bij bestaande fiets- en wandelevenementen Fiets- en wandelproducten opnemen in de algemene promotiemiddelen (routes kort) Thematische routes downloadable/ printable maken via website Plaatsing linie-infoborden op stations rond en in het liniegebied Ontwikkeling alternatieve retourroutes Stimulering ontwikkeling extra overnachtingsmogelijkheden Ontwikkeling van meerdaagse fietsen wandelarrangementen met individuele inschrijving tijdens de Fortenmaand Totaal:
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Prioriteit (1, 2 of 3)
Schatting totale out of pocket kosten
Schatting totaal uren marketing -bureau
X
X
1
(eerder gecalculeerd)
-
-
100
X
X
1
X
X
1
X
1
(eerder gecalculeerd) (eerder gecalculeerd) 25.000
2
5.000
40
X
-
X
X
1
50.000
100
X
X
X
X
1
10.000
80
X
X
X
X
1
-
20
X
X
2
8.000
40
X
2
8.000
40
X
1
-
60
X
X
5.000
X
X
X
1
-
80
4
4
4
1
9.000
180
30.000
40.000
40.000
115.000
740 uur
54
4.4.2.4. kinderen in school- en gezinsverband Voor de doelgroep kinderen in school- en gezinsverband dienen met nadruk binnen de intensieve zone, maar ook in de groene verblijfszone aantrekkelijk producten en diensten ontwikkeld te worden. Zelf doen en beleven/ ervaren, met een educatief tintje staan hierbij voorop. Alle voor publiek geopende forten binnen de intensieve zone in en rond de stad Utrecht en in de groene verblijfszone dienen tenminste enkele kinderactiviteiten in hun pakket te hebben. In de verdere toekomst (10 jaar) zullen de kinderactiviteiten in de intensieve zone verder voornamelijk geconcentreerd worden op één kinderfort (zie hoofdstuk 3).
Samenvattend de acties t.b.v. de doelgroep kinderen: Marketingactie
Acties voor kinderen in school- en gezinsverband Ontwikkeling kinderversie waterliniefilm Forten stimuleren kinderactiviteiten in hun programma’s op te nemen Extra kinderactiviteiten tijdens de Fortenmaand ontwikkelen Ontwikkeling kinderfiets- en wandelroute in de intensieve zone Stimuleren kinderfeestlocatie op forten Aanbieden kant-en-klare schoolreisarrangementen, aansluitend op de lespakketten Activiteiten als speciaal onderdeel opnemen in algemene linie promotiemiddelen, activiteiten in schoolverband maar kort hierin noemen. Mailing naar basisscholen tot 50 km van de linie over lespakket en arrangementen en leerkrachteninformatiedag organiseren Bestaande kinderproducten beter communiceren Totaal:
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
X
Prioriteit (1, 2 of 3)
Schatting totale out of pocket kosten
Schatting totaal uren marketing -bureau
1
20.000
120
X
X
X
X
1
-
80
X
X
X
X
1
10.000
100
X
X
2
20.000
80
X
X
3
-
20
1
2.000
40
X
X 2
X
X
X
X
1
-
20
X
X
1
2.000
20
1
-
20
55.000
500 uur
X
X
X
X
5.000
5.000
35.000
10.000
55
4.4.2.5. kunst/ cultuurliefhebbers (high en medium interest) ‘Cultuur op historische grond’ Voor deze groep dient productontwikkeling plaats te vinden in de Kunst en cultuurzone (zie hoofdstuk 3). In deze zone is als hoofdtrekker Fort Asperen gelegen, dat reeds jaarlijks een evenement/ expositie op dit gebied ten uitvoer brengt. De acties t.b.v. de doelgroep in kunst geïnteresseerden: Marketingactie
Acties voor kunst/ cultuurliefhebbers Fort Asperen ondersteunen als belangrijkste cultuurfort Breder trekken jaarlijkse programma Fort Asperen naar overige forten en liniegebied in de cultuurzone Stimulering podiumkunst activiteiten in de cultuurzone Tijdens Fortenmaand podiumkunstuitvoeringen in cultuurzone, aantal: Vooronderzoek ontwikkeling Kunstruiterroute t/m bestek Ontwikkeling Kunstruiterroute met wandel- en fietsroute en een zichtheuvel erlangs Ontwikkeling bijbehorende linie Kunstruiterroutegids Aantrekken bestaande festivals Uitschrijven wedstrijd liniemetamorfose Expositie of uitvoering winnende ideeën van de wedstrijd Stimulering uitbouw culturele activiteiten/functies in cultuurzone Alle cultuuractiviteiten opnemen in de algemene promotiemiddelen Losse grotere evenementen ook eigen promotie Totaal:
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Prioriteit (1, 2 of 3)
X
X
X
X
1
-
60
X
X
X
2
30.000
60
X
X
X
1
-
80
2
2
2
2
60.000
60
X
X
1
60.000
60
X
1
p.m.
p.m.
X
2
10.000
40
1 3
15.000
60 40
X
3
20.000
40
X
X
X
X
X
X X
Schatting totale out of pocket kosten
Schatting totaal uren marketing -bureau
X
X
X
X
1
-
80
X
X
X
X
1
-
20
X
X
X
1
60.000
60
70.000
85.000
85.000
255.000
660 uur
15.000
56
4.4.2.6.
groepen (senioren, verenigingen en bedrijven)
Binnen het marketingplan voor de komende vier jaar richten we ons in de eerste plaats op groepen vanaf 20 personen en op de bedrijfsuitjes, partnerprogramma’s (partners van congresgangers), senioren- en verenigingsuitjes. De acties t.b.v. van de doelgroep groepen: Marketingactie
Acties voor groepen Ontwikkeling kant-en-klare groepsarrangementen voor de intensieve zone (let op toegankelijkheid voor minder validen en senioren) Ontwikkeling kant-en-klare groepsarrangementen voor de overige zones Ontwikkeling unieke deelproducten arrangementen Aansluiting zoeken bij bestaande arrangementen in en rond de linie Communiceren bereikbaarheid naar bustouroperators Ontwikkeling groepsarrangementeninsteekbrochure Promotiecampagne rond de groepsarrangementen Opname groepsproducten kort in algemene promotiemiddelen met bestelmogelijkheid groepsbrochure Stimuleren tot het aanbieden van accommodatie voor feesten op forten Mogelijkheden feesten opnemen in groepsbrochure en algemene promotiemiddelen Totaal:
Jaar 1
Jaar 2
4
8
2
4
Jaar 3
8
Jaar 4
Schatting totale out of pocket kosten
Schatting totaal uren marketing -bureau
1
12.000
120
1
40.000
280
2
5.000
80
10
1
-
80
16
8 5
Prioriteit (1, 2 of 3)
X
X
X
X
1
1.000
40
X
X
X
X
1
10
X
X
1
(eerder gecalculeerd) 20.000
35
X
X
X
X
1
-
10
X
X
X
X
1
4.000
80
X
X
X
X
1
-
10
15.000
30.000
15.000
20.000
80.000
745 uur
57
4.4.2.7.
Zakelijke toeristen (congressen, cursussen e.d.)
Fort Voordorp nabij de stad Utrecht is het enige fort dat nu daadwerkelijk een hoogwaardig product voor deze markt aanbiedt, zij het in de hoge prijsklasse. Het omturnen van een fort tot een dergelijk hoogwaardig product brengt enorme investeringen met zich mee. Eenvoudiger is het voor forten om zich te richten op het midden prijsklasse-segment die vrij eenvoudig, maar in een unieke omgeving wil vergaderen. Er liggen vooral in de intensieve zone rond Utrecht goede mogelijkheden voor het aanpassen van fortruimtes voor gebruik voor dit deel van de zakelijke markt. Maar zeker ook forten gelegen op landschappelijk bijzonder aantrekkelijke locaties liggen hier goede mogelijkheden voor de nabije toekomst. Deze vergader- en zelfs congreslocaties kunnen overigens al op zeer eenvoudige wijze worden aangeboden door het aanbieden van het fort (of zelfs overige linie-)terrein om daarop een tijdelijke feesttent c.q. congresruimte neer te zetten. Alleen nutsvoorzieningen zijn dan een basisnoodzaak. De acties t.b.v. de zakelijke markt: Marketingactie
Jaar 1
Zakelijke markt Stimulering om op forten te komen tot aanbod van ruimtes voor zakelijke bijeenkomsten in het midden- en lagere segment. Combinatiemogelijkheden ontwikkelen voor vergaderen en een actief linie- ontmoetingsprogramma Ontwikkelen informatiemap zakelijk toerisme binnen de linie Distributie informatiemap intensief tot 30 km van de linie Zakelijke producten kort opnemen in algemene promotiemiddelen met aanvraagmogelijkheid zakelijke informatiemap Totaal:
4.4.2.8.
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Prioriteit (1, 2 of 3)
X
X
X
1
14.000
80
1
-
40
X
-
Schatting totale out of pocket kosten
Schatting totaal uren marketing -bureau
X
X
X
1
-
30
X
X
X
1
6.000
30
X
X
X
1
-
15
10.000
5.000
5.000
20.000
195 uur
Voorbereidende acties
In de voorgaande paragrafen hebben we de belangrijkste gestelde doelgroepen besproken en de producten en promotiemiddelen die we voor hen de komende vier jaar dienen te ontwikkelen. Hiernaast moeten de komende vier jaar de ontwikkelingen die gepland staan voor de verdere toekomst al deels worden voorbereid. In deze paragraaf worden een aantal belangrijke voorbereidende acties voor de komende vier jaar besproken voor andere dan de 6 belangrijkste gestelde doelgroepen. Daarbij is vooral de voorbereiding van het linie-
58
informatiecentrum op Fort bij Vechten een actie met hoge prioriteit (zie ook het projectenplan in hoofdstuk 5). De voorbereidende acties: Marketingactie
Voorbereidende acties Voorbereidende acties voor het linie informatiecentrum fort Vechten Voor buitenlandse toeristen: Engelstalige korte versie Waterliniefilm kopiëren en verspreiden onder forten en overige informatiepunten van de linie Opname linie in eerste algemeen cultuurhistorische groepsarrangementen voor buitenlanders. Aantal groepen: Globaal productontwikkelingsplan ruiter- en skeelerroutestructuur linie opstellen (i.v.m. ontwikkeling wandel- en fietsroutes en recreatietransferia die hiermee rekening dienen te houden) Globaal ontwikkelingsplan opstellen voor waterrecreatie, met mogelijkheden voor watertransferia langs de linie (i.v.m. ontwikkeling wandel- en fietsroutes die hiermee rekening dienen te houden) Ontwikkeling liniestraatmeubilair ook in gang zetten voor na de eerste vier jaar Opname alle reeds ontwikkelde toeristische producten langs de linie voor alle mogelijke doelgroepen in alg. promotiemiddelen Monitoring productontwikkeling voor andere doelgroepen door derden Totaal:
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Prioriteit (1, 2 of 3)
10
X
X
1
-
100
2
2.500
10
3
-
60
X
10
20
30
Schatting totale out of pocket kosten
Schatting totaal uren marketing -bureau
X
X
1
3.500
120
X
X
1
4.000
120
X
1
-
20
X
X
X
X
1
(reeds gecalculeerd)
64
X
X
X
X
1
-
80
5.000
5.000
-
-
10.000
574 uur
De overige projecten die na jaar 4 dienen te starten, maar waarvan de eerste aanzet veelal al wel in de eerste vier jaar dient plaats te vinden, zijn terug te vinden in het projectenplan Nieuwe Hollandse Waterlinie in hoofdstuk 5.
59
4.4.2.9. Het belang van de nulmeting Om voor de doelgroepen en de daarop gerichte acties in de komende vier jaar exacte kwantitatieve doelstellingen op te kunnen stellen en te kunnen meten, dient in 2002 als eerste actie een nulmeting plaats te vinden op het gebied van naamsbekendheid, imago en bezoekersaantallen per belangrijkste gestelde doelgroep. Dan kunnen de kwantitatieve doelstellingen alsnog exact worden ingevuld (nu is er alleen sprake van een grove schatting) en getoetst in de vier actiejaren. De onderzoeksacties: Marketingactie
Onderzoek Nulmeting naamsbekendheid, imago en bezoekersaantallen per belangrijkste doelgroep Invullen exacte kwantitatieve doelstellingen per belangrijkste doelgroep 1, 2 en 3-meting ter toetsing van de na de nul-meting opgestelde kwantitatieve doelstellingen. Zo nodig kan aan de hand van de resultaten het actieplan worden bijgesteld. Totaal:
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Prioriteit (1, 2 of 3)
Schatting totale out of pocket kosten
Schatting totaal uren marketing -bureau
X
1
10.000
20
X
1
-
10
1
30.000
30
40.000
60
10.000
X
X
X
10.000
10.000
10.000
60
5. Projectenplan (lange termijn 5-10 jaar) 5.1 Uitgangspunten Op basis van de doelen van dit Marketingplan, de conclusies uit de onderzoeksfase, de geschetste ontwikkelingsvisie en de uitwerking daarvan per toeristisch-recreatief cluster, zijn hieronder de uitgangspunten en randvoorwaarden voor het lange termijn projectenplan als geheel samengevat: 1. aan het versterken van het netwerk van eigenaren, beheerders, overheden en alle andere belangrijke betrokkenen en belanghebbenden bij de NHW moet expliciet en blijvend aandacht besteed worden; 2. het projectplan dient bij te dragen aan de doelstellingen van de nota Belverdere (m.n. het credo "behoud door ontwikkeling") en van het Voorontwerp Linieperspectief; 3. het projectenplan dient bij te dragen aan de economische ontwikkeling van de verschillende regio's in de NHW; 4. het projectenplan dient bij te dragen aan het aantrekkelijker maken van de woon- en verblijfsomgeving in de NHW- gebieden; 5. de afzonderlijke projecten dienen zoveel mogelijk aan te sluiten bij landelijke, provinciale en regionale beleidskaders en uitvoeringsplannen; 6. de afzonderlijke projecten moeten reëel uitvoerbaar zijn in planologisch, organisatorisch en financieel opzicht; 7. projecten, plannen en campagnes worden in overleg met betrokken partijen en bij voorkeur zoveel mogelijk onder hun eigen verantwoordelijkheid en leiding uitgevoerd; 8. het projectplan heeft betrekking op projecten met een uitvoeringstermijn van 5 tot 10 jaar; dit wil niet zeggen dat pas over 5 jaar met deze projecten begonnen moet of kan worden; integendeel met de meeste van deze projecten moet ook zo snel mogelijk begonnen worden, maar het wordt niet reëel geacht dat deze (in tegenstelling tot de projecten uit het marketingactieplan) op korte termijn gerealiseerd kunnen worden (zie voor de voorbereidende acties in hoofdstuk 4). 5.2 Selectie projecten De lange termijn projecten op toeristisch-recreatief gebied zijn in 3 hoofdgroepen ingedeeld, namelijk: 1. herbestemming en/of functieverbetering forten 2. verbetering waterrecreatiemogelijkheden 3. overige projecten
5.2.1. Projecten herbestemming en/of functieverbetering forten In paragraaf 3.3 zijn alle wenselijke herbestemmingen van forten besproken en beschreven. In totaal betreft dit 26 van de in totaal 55 verdedigingswerken in de NHW. Uiteraard is dit (vanuit het toeristisch-recreatieve perspectief), het meest wenselijke plaatje. In deze paragraaf maken we op basis van de visie en het marketingplan een selectie van de meest wenselijke projecten en groeperen we de projecten thematisch.
61
Groep 1. herbestemmingsprojecten in de museale en informatieve sfeer: Project 1.1.a. ontwikkeling nationaal informatiecentrum NHW op Fort Vechten (project met verhoogde prioriteit) Project 1.1.b. realisatie secundair informatiecentrum NHW op het Muiderslot Project 1.1.c. realisatie secundair informatiecentrum NHW op Slot Loevestein Groep 2. herbestemmingsprojecten in de sfeer van natuureducatie: Project 1.2.a. realisatie natuurbezoekerscentrum op Fort Kijkuit Project 1.2.b. realisatie natuurbezoekerscentrum op Fort Rhijnauwen Groep 3. herbestemmingsprojecten in de sfeer van verblijfsrecreatie Project 1.3.a. Project 1.3.b. Project 1.3.c. Project 1.3.d. Project 1.3.e.
realisatie kampeer- en pensionvoorzieningen op Fort Uitermeer realisatie paalkampeerterrein op Fort Maarsseveen realisatie rugzak- en trekkershuttencamping op Fort de Klop realisatie paalkampeerterrein op Batterij Poederoijen (of Brakel) ontwikkeling hotelaccommodatie op Fort Uppelse Dijk
Groep 4. herbestemmingsprojecten in de sfeer van horeca en verhuur Project 1.4.a. realisatie horeca en kanoverhuurcentrum op Werken aan de Karnemelksesloot Project 1.4.b. realisatie horeca en fluisterbootverhuurcentrum op Lunet I Groep 5. algemene verbeteringsprojecten op het gebied van bezoek en manifestaties Project 1.5.a. Project 1.5.b. Project 1.5.c. Project 1.5.d. Project 1.5.e. Project 1.5.f. Project 1.5.h. Project 1.5.i.
verbetering bezoekmogelijkheden Fort Nieuwersluis verbetering bezoekmogelijkheden Fort Ruigenhoek verbetering bezoekmogelijkheden en informatievoorziening Fort Ruigenhoek verbetering voorzieningen voor culturele manifestaties op Fort Blauwkapel kwaliteitsverbetering museale functie Fort Biltstraat Noord verbetering bezoekmogelijkheden Lunet II en III verbetering (financiële) mogelijkheden culturele manifestaties Fort Asperen verbetering bezoek- en informatiemogelijkheden Fort Giessen
5.2.2 Projecten ter verbetering van de waterrecreatiemogelijkheden De waterrecreatieprojecten richten zich op een drietal aspecten, namelijk: het creëren van kanoroutes (inclusief aanleg- en overstapplaatsen), het creëren van nieuwe verbindingen voor de recreatietoervaart en op het aanleggen van watertransferia. Ten behoeve van de kanoroutes worden er een vijftal projecten voorgesteld: Project 2.1.a. realiseren van een kanoroute tussen Fort Asperen en Fort Vuren Project 2.1.b. onderzoek naar het realiseren van een kanoroute in Linieland Project 2.1.c. realiseren van een kanoroute tussen Fort aan de Klop via het centrum van Utrecht en Lunet I naar Fort Rhijnauwen
62
Project 2.1.d. onderzoek naar het realiseren van een kanoroute tussen Fort Spion en Fort Ruigenhoek Project 2.1.e. realisatie kanoroute tussen Vesting Muiden, Vesting Naarden en Fort Uitermeer Voor de verbetering van de mogelijkheden voor de recreatietoervaart (in de vorm van verbindingen, aanlegsteigers, informatievoorzieningen en toegangspaden) worden de volgende projecten voorgesteld: Project 2.2.a. verbetering recreatietoervaart-verbinding Muiden-Hinderdam Project 2.2.b. verbeteringen van de voorzieningen in het gebied van de Vechtsplassen (m.n. rondom de fort Uitermeer, Hinderdam, Kijkuit, Nieuwersluis en Spion) Project 2.2.c. idem in de cluster Linieland (m.n. bij de forten Honswijk en Everdingen) Project 2.2.d. idem in de cluster tussen Lek en Waal (m.n. bij de forten Asperen en Vuren) Voor de mogelijkheden van het creëren van diverse watertransferia zou een algemeen locatieonderzoek plaats moeten vinden in het hele waterliniegebied (zie ook hoofdstuk 4, Voorbereidende acties). Onder een watertransferium wordt verstaan: een locatie waar een aantal (minimaal 15) recreatievaartuigen kunnen aanleggen en voor minstens een nacht kunnen overnachten, waar faciliteiten zijn voor de recreatievaarders (milieua fvalpunt, douches, water, electra ed.), waar informatie aanwezig is over de bezoekmogelijkheden aan NHW-objecten, recreatieve routes ed., en waar faciliteiten zijn om over te stappen op een ander transportmiddel (bv. fiets, kano, taxi ed.). Project 2.3
onderzoek naar geschikte locaties voor watertransferia langs de NHW (globaal plan reeds opgesteld in jaar 1 en 2, zie hoofdstuk 4, Voorbereidende acties)
5.2.3. Overige projecten Project 3.1. Project 3.2. Project 3.3. Project 3.4. Project 3.5. Project 3.6.
inrichting van natuur- en recreatietransferia bij de forten Ro nduit, Vechten en Uppelse Dijk realiseren van een pontverbinding tussen Honswijk en Everdingen realiseren van een vrijliggend fietspad langs de Diefdijk opstellen en uitvoeren ontwikkelingsplan agrotoerisme voor de clusters tussen Lek en Waal en Kop van Brabant opstellen en uitvoeren uitgewerkt ontwikkelingsplan routestructuren voor de ruitersport (in jaar 1: globaal plan, zie hoofdstuk 4, Voorbereidende acties) opstellen en uitvoeren uitgewerkt ontwikkelingsplan routestructuren voor de skeelersport (in jaar 1: globaal plan, zie hoofdstuk 4, Voorbereidende acties)
63
6. Organisatie 6.1 Overzicht actieve organisatie In de huidige situatie zijn veel organisaties actief bezig met (delen van) de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Op landelijk niveau is dat het projectbureau Nieuwe Hollandse Waterlinie. Dit bureau houdt zich vooralsnog vooral bezig met het organiseren van het Linieperspectief en het creëren van een breed draagvlak daarvoor. Daarnaast houdt dit bureau zich bezig met een aantal specifieke overkoepelende dossiers zoals publiek-private samenwerking, voorbereiding voor plaatsing van de NHW op de Werelderfgoedlijst, bescherming van NHW-objecten, renovatie van objecten, monitoring en algemene voorlichting. Dit projectbureau wordt ondersteund door een stuurgroep waarin alle provincies, relevante ministeries en belangrijkste eigenaren en beheerders van NHW-objecten zitting hebben. Naast dit landelijke bureau zijn er in de 5 provincies ambtelijke afdelingen met specifieke NHW-gebieden bezig. Zij zijn veelal belast met enige coördinerende werkzaamheden en het vertalen van rijksbeleid of provinciale of regionale initiatieven naar provinciaal, gebiedsgericht, toeristisch-recreatief of cultuurhistorisch beleid. Het meest actief in deze is de provincie Utrecht, waarin het grootste deel van de linie gelegen is en waar de NHW een echt speerpunt is van recreatief-toeristisch en cultuurhistorisch beleid. De meeste gemeenten voeren maar een beperkt beleid voor de onderdelen van de NHW die in de betreffende gemeente gelegen zijn. Deels heeft dit te maken met de beperkte mogelijkheden die ze hebben (bv. omdat een fort in eigendom is van een private organisatie), maar vaak ook met een gebrek aan kennis en inzicht in de mogelijkheden die NHW-objecten hebben op bijvoorbeeld toeristisch-recreatief gebied. Een duidelijke uitzondering hierop vormt de gemeente Utrecht. In deze gemeente is een apart bureau (Bureau Bijzonder Beheer) actief met de bescherming, herstel en herbestemming van de diverse forten binnen deze gemeente. De gemeente heeft ook acht NHW-objecten in eigendom. Naast de rijks, provinciale en gemeentelijke overheden zijn diverse andere organisaties actief met delen of objecten van de nieuwe Hollandse Waterlinie. De belangrijkste eigenaren zijn Staatsbosbeheer (eigenaar van 12 objecten) en Natuurmonumenten (eigenaar van 4 objecten). De actiefste eigenaren/beheerders zijn: de Utrechtse Fortenstichting, de Stichting Fiets- en Wandelforten, Stichting Werk aan de Linie, Stichting Fort Asperen, Stichting Brabants Landschap, het Muiderslot en Slot Loevestein. Al deze eigenaren en/of beheerders zijn actief bezig met het beheer, onderhoud, exploitatie en promotie van de eigen objecten, echter zij richten zich vanuit hun taak of situatie maar op een beperkt aspect of onderdeel van de NHW. Er is nauwelijks sprake van enige structurele samenwerking op het gebied van promotie en ontwikkeling. Behalve overheden, eigenaren en beheerders houden ook nog enige andere orga nisaties zich bezig met de NHW, zoals cultuur- historische en toeristische organisaties. De belangrijkste in dit opzicht zijn: de Stichting Menno van Coehoorn en het Utrechts Bureau voor Toerisme (de andere provinciale bureau's voor toerisme, de regionale VVV's en TRN houden zich niet of nauwelijks bezig met de NHW). De Stichting Menno van Coehoorn richt zich vooral op het beheer, herstel en de museale functie van de forten, het Utrechts Bureau voor Toerisme op de toeristisch-recreatieve activiteiten en de promotie van de forten (zoals bijvoorbeeld de jaarlijkse Nationale Fortenmaand in september).
64
6.2 Toeristisch-recreatief Marketingbureau Uit de opsomming in de vorige paragraaf blijkt dat een groot aantal organisaties zich op enigerlei wijze bezighoudt met de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Om de organisatie wat beter te reguleren en te stroomlijnen wordt in het Voorontwerp Linieperspectief het voorstel gedaan om het Projectbureau Nieuwe Hollandse Waterlinie de overkoepelende en ondersteunende acties (zoals het Unesco-dossier, bescherming en handhaving, renovatie en ontwikkeling) te laten uitvoeren en de provincies de ontwikkeling van de regionale clusters te laten regisseren. Over de overkoepelende, planologische aspecten en lange termijn projecten is dit een logische en werkbare taakverdeling en organisatiestructuur. Echter voor een groot aantal korte termijn projecten, voor de algemene promotie, het bekender en toegankelijker maken van de NHW voor de burger en voor het laten samenwerken van allerlei forteigenaren en beheerders is dit een te ambtelijke organisatiestructuur. Daarom wordt voorgesteld om voor de uitvoering van dit marketingactieplan een apart NHWmarketingbureau in te richten dat in facilitaire zin wordt ondergebracht bij een bestaande toeristisch-recreatieve organisatie, bij voorkeur bij het Utrechts Bureau voor Toerisme, en dat in formele zin verantwoording aflegt aan een bestuurlijke commissie, die het marketingbureau 'financiert'. Hiermee wordt deze bestuurlijke commissie (en het marketingbureau) verantwoordelijk voor de marketing en voor de stimulering van de toeristisch-recreatieve ontwikkeling van de NHW. Echter deze bestuurlijke commissie en het marketingbureau zijn volgend ten aanzien van de algemene ontwikkeling van de NHW. De motieven voor een apart toeristisch-recreatief marketingbureau zijn: - het kan vrij en onafhankelijk allerlei marketingacties en projecten opzetten; - het richt zich specifiek op het promoten en toegankelijk maken van de NHW als geheel, de afzonderlijke objecten en activiteiten rondom de linie richting burgers; - het voorkomt dat activiteiten rond de NHW zich alleen afspelen in ambtelijke circuits. De redenen om dit marketingbureau onder te brengen bij het UBT zijn: - deze organisatie heeft kennis en ervaring met toeristis ch-recreatieve marketing van cultuurhistorische objecten; - dit bureau is al actief met activiteiten en promotie van de Utrechtse forten; - het grootste deel van de NHW ligt in de provincie Utrecht; - het UBT is al een bekende speler in het veld en vele organisaties zien voor hen ook een centrale rol op dit gebied weggelegd; - ook de andere provinciale bureaus voor toerisme ondersteunen deze keuze. Om de onafhankelijkheid van het marketingbureau (bijv. ten opzichte van Utrecht en het UBT) te waarborgen, is dit marketingbureau formeel verantwoording verschuldigd aan de bestuurlijke commissie marketing NHW, waarvan de financierende partijen en het projectbureau NHW deel van uitmaken. Hiermee is ook de kennisuitwisseling en samenwerking met het rijk, de provincies, het projectbureau NHW en de belangrijkste belanghebbende organisaties gegarandeerd. Het enige doel van dit nieuwe (tijdelijke) marketingbureau is de uitvoering van dit marketingactieplan in de komende 4 jaar.
65
Organisatorische uitwerking: 1. alle betrokken partijen sluiten een convenant inzake de uitvoering van het Marketingactieplan (beleidsmatige uitgangspunten, projectenplan, financiering); 2. alle convenantspartijen alsmede/ waaronder een of meerdere leden van de Stuurgroep Nationaal Project Nieuwe Hollandse Waterlinie nemen zitting in een bestuurlijke commissie (BC marketing); 3. de BC mandateert –op basis van jaarwerkplannen- de uitvoering van het marketingactieplan aan het Marketingbureau NHW; 4. de BC benoemt, uit haar midden, een ‘dagelijkse commissie’, bestaande uit 5 leden en tenminst uit 1 of enkele leden van de Stuurgroep Nationaal Project Nieuwe Hollandse Waterlinie en draagt de programmamanager voor (gekozen op basis van kwaliteit, vertrouwen en continuïteit); 5. het marketingbureau heeft maar één opdracht: uitvoering van het marketingactieplan en legt hiervoor verantwoording af aan de BC; 6. het marketingbureau wordt gehuisvest bij en gefaciliteerd door het UBT; 7. het marketingbureau neemt geen personeel in (vaste) dienst, maar huurt en leent –via de facilitaire organisatie- de voorgedragen programmamanager in (bv. van het UBT, van een adviesbureau of andere organisatie); ook kan het marketingbureau op dezelfde wijze voor de uitvoering van specifieke projecten uitvoeringscapaciteit inhuren; 8. het marketingbureau organiseert rondom de uitvoering van de verschillende projecten steeds werk- of projectgroepen met een samenstelling die afgestemd is op het specifieke karakter van het project 9. er vindt nauwe afstemming plaats met het Projectbureau NHW, met de andere provinciale bureaus voor toerisme en met de provinciale afdelingen die belast zijn met de regie en uitwerking van projectenveloppen van het Linieperspectief. 6.2.1 de bestuurlijke commissie (de zgn. BC) De bestuurlijke commissie, waaraan het Marketingbureau NHW verantwoording aflegt, bestaat uit een of meerdere leden van de Stuurgroep Nationaal Project Nieuwe Hollandse Waterlinie alsmede uit bestuurders van alle financierende betrokken organisaties, t.w.: - vertegenwoordiger(s) van de 4 betrokken ministeries; - gedeputeerden van de 5 betrokken provincies; - vertegenwoordiger van het projectbureau NHW. Daarnaast kan de BC voor het marketingactieplan uitgebreid worden met nieuwe organisaties, mits zij het marketingplan onderschrijven en financiële of materiele ondersteuning geven aan de uitvoering daarvan. In de eerste plaats wordt daarbij gedacht aan: - vertegenwoordigers van NM en SBB; - een vertegenwoordiger van de Stichting Menno van Coehoorn en/of van de Utrechtse Fortenstichting/ Stichting Militair Erfgoed; - vertegenwoordiger van de gemeente Utrecht (Bureau Bijzonder Beheer); - vertegenwoordiger namens de Kamers van Koophandel;
66
De BC opereert onder verantwoordelijkheid van de Stuurgroep Nationaal Project Nieuwe Hollandse Waterlinie. De BC marketingplan bespreekt 2 (of 3) maal per jaar de voortgang van de uitvoering van het marketingactieprogramma en heeft de bevoegdheid de begroting, het jaarplan, de jaarrekening en het jaarverslag van het marketingbureau te fiatteren of te verwerpen. Voorts hebben de individuele BC-leden tot taak de uitvoering van projecten uit het marketingplan die onder de verantwoordelijkheid van de eigen organisatie vallen te bevorderen. De BC kiest uit haar midden de drie of vijf leden van de ‘dagelijkse commissie’ of ‘dagelijks bestuur’ voor het marketingbureau, bij voorkeur op basis van directe betrokkenheid bij de uitvoering van het marketingplan. In deze dagelijkse commissie hebben in ieder geval een of meerdere leden van de Stuurgroep Nationaal Project Nieuwe Hollandse Waterlinie zitting. Dit ‘dagelijks bestuur’ zorgt voor de ‘twee- maandelijkse’ aansturing van het marketingbureau. Het is niet de bedoeling het zelfstandig opererende marketingbureau voortdurend bij te staan. Naar verwachting blijft dit beperkt tot ongeveer zes bijeenkomsten op jaarbasis. 6.2.2 NHW-Marketingbureau De BC legt de uitvoering van het marketingplan in handen van het NHW-marketingbureau, het ‘dagelijks bestuur’ en de programma- manager. Deze kan ondersteund worden door 1 of meerdere projectmedewerkers. Tezamen vormen zij het marketingbureau Marketingplan NHW. Dit marketingbureau wordt ondergebracht bij een bestaande toeristisch-recreatieve organisatie, bij voorkeur het Utrechts Bureau voor Toerisme. Van deze organisatie kan zij faciliteiten en diensten inkopen, zoals kantoorruimte, apparatuur, secretariële en boekhoudkundige ondersteuning etc. De laatste aanduiding geeft aan dat het (Marketingbureau) Marketingactieplan waarschijnlijk wordt ondergebracht bij het UBT, maar dat deze zeker niet verantwoordelijk is voor de uitvoering van het marketingplan. Onder het marketingbureau komt een werkgroep bestaande uit ambtelijke vertegenwoordigers van de betrokken overheden en medewerkers van betrokken organisaties. De leden van de werkgroep hebben een coördinerende verantwoordelijkheid voor de uitvoering van projecten die hun eigen organisatie betreffen. De uitgangspunten voor dit marketingbureau zijn: - optimaal mandaat van de financiers in verband met daadkracht en ‘zelfstandigheid’; - een zo licht mogelijke werkvorm in verband met handelingssnelheid, aansturing en flexibiliteit; - optimaal gebruik maken van (te ontwikkelen) expertise van bestaande uitvoeringsorganisaties (zoals de provinciale bureau's voor toerisme en TRN); - synchronisatie met het lopende proces van het Linieperspectief en de activiteiten van het Projectbureau NHW; - synchronisatie met andere beleids- en uitvoeringstrajecten, zoals het Pact van Loevestein, het beleidsplan van Bureau Bijzonder Beheer van de gemeente Utrecht, ed..
67
De taken van het marketingbureau zijn: - het opstellen van jaarwerkplannen door het selecteren van marketingprojecten; - het uitvoeren of doen uitvoeren van de gezamenlijke marketingprojecten; - het stimuleren, activeren, overzicht houden en doen uitvoeren van de in het marketingplan opgenomen projecten waarvan de uitvoeringsverantwoordelijkheid ligt bij de betrokken partijen; - het bijeenbrengen van partijen ter uitvoering van de marketingprojecten; - het binnenhalen van gelden, subsidies ed. ter uitvoering van de projecten; - het creëren van draagvlak, betrokkenheid en daadkracht; - bevorderen van dynamiek, kennisontwikkeling en –uitwisseling in de toeristischrecreatieve sector op en rondom de NHW; - regelmatige verslaglegging van de vorderingen m.b.t. de uitvoering van marketingprojecten t.b.v. de BC en derden. Omdat de nog aan te stellen marketingmanager NHW een sleutelrol zal vervullen bij de uitvoering van het marketingplan worden voor deze persoon alvast enige kwalificaties aangegeven: - een stimulerende en enthousiasmerende persoonlijkheid; - aantoonbare ervaring op het gebied van programmamanagement en projectleiderschap; - ruime ervaring op en kennis van het gehele toeristisch-recreatieve werkveld; - ervaring met ambtelijke, bestuurlijke en ondernemersorganisaties; - goede communicatieve vaardigheden; - een goed netwerk in het toeristisch-recreatieve werkveld; - kennis en ervaring met het verwerven van subsidies en fondsen In deze sub-paragraaf is in de vorm van een voorstel een eerste aanzet gegeven voor invulling van de organisatie rond de uitvoering van het toeristisch-recreatief actieplan voor de linie. Bij de daadwerkelijke opzet van deze organisatie is het verstandig om ook naar elders reeds operationeel zijnde vergelijkbare structuren zoals de ‘Verein Deutsche Limesstrasse’. 6.2.3 Convenant De betrokken partijen sluiten een (sub)convenant ter onderschrijving en uitvoering van het Marketingplan. Het zal een subconvenant betreffen, als afgeleide van het voorziene totaalconventant voor de Waterlinie.Ondertekening van het convenant betekent dat zij: - instemmen met de tekst van dit marketingplan; - verantwoordelijkheid nemen voor de uitvoering van het marketingplan als geheel en in het bijzonder ook voor de projecten waarvoor zij als ‘projectleiding’ genoemd staan; - financieel bijdragen in de in de kosten van het marketingbureau en in de uitvoering van de gezamenlijke projecten conform de in het marketingplan opgenomen verdeelsleutel en bedragen; - financieel verantwoordelijk zijn voor de projecten waarvoor zij als ‘projectleiding’ verantwoordelijk zijn; - zitting nemen in de BC en ambtelijke werkgroep en daarbinnen de inzet leveren die noodzakelijk is om het marketingplan uit te voeren;
68
-
de resultaten van de eerste periode grondig evalueren met als intentie om de gezamenlijke marketing van de NHW ook in een tweede periode voort te zetten.
6.3 Samenwerking met overige organisaties Niet alle organisaties die bij de uitvoering van het marketingplan een rol zullen of kunnen vervullen, zullen als convenantspartij deelnemen in het marketingplan. Deze organisaties of ondernemingen zullen uitgenodigd worden om op projectniveau (in een tijdelijke projectgroep) bij de uitvoering betrokken worden. Duidelijk is wel dat er vanaf de start van de uitvoering van het marketingplan nauw samengewerkt moet worden met het Projectbureau Nieuwe Hollandse Waterlinie.
6.4 Communicatie Een goede communicatie is van groot belang om de uitvoering van het marketingplan tot een succes te maken. De marketingmanager is de eerst verantwoordelijke hiervoor. Hij/zij zal middels een jaarlijks op te stellen en uit te voeren communicatieplan hieraan invulling geven. In dit communicatieplan staan de volgende aspecten beschreven: - interne communicatie met convenantspartijen; - externe communicatie met relevante organisaties, partijen, ondernemingen etc. in de regio's van de NHW; - externe communicatie met relevante partijen, organisaties ed. buiten de regio's. De interne communicatie krijgt o.m. vorm door: - bestuurlijke commissievergaderingen; - werkgroepvergaderingen; - bijeenkomsten met raadscommissies, ondernemersverenigingen ed.; - via de websites en nieuwsbrieven van het projectbureau NHW en van het UBT; - het aanleveren van redactionele stukken voor nieuwsbrieven van convenantspartijen. De externe communicatie met andere partijen in de regio krijgt o.m. vorm door: - website (persdeel) en nieuwsbrief (i.s.m. projectbureau en UBT); - regelmatige voorlichtingsbijeenkomsten; - regelmatig contact met de regionale pers - bijwonen van bijeenkomsten en vergaderingen van andere partijen; - jaarlijkse dag van het toerisme. De externe communicatie met partijen en organisaties buiten de regio wordt vormgegeven door: - nieuwsbrief (i.s.m. projectbureau en UBT); - actief andere organisaties op te zoeken en bij te praten; - deelname aan relevante congressen, studiedagen ed.; - het aanleveren van redactionele stukken voor nieuwsbrieven en andere uitgaven.
69
70
7. Financiën 7.1 Uitvoeringskosten marketingactieplan De uitvoeringskosten van het marketingactieplan vallen uiteen in directe kosten (de zgn. 'out of pocket'-kosten) en de indirecte kosten (arbeidskosten en overhead). In de onderstaande tabel zijn per actiecategorie de afgeronde directe kosten per jaar weergegeven, alsmede de totale directe kosten en het aantal arbeidsuren per categorie over 4 jaar (deze gegevens zijn afgeleid van de actietabellen in paragraaf 4.4). Actiecategorie Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Totale kosten Totaal uren Naamsbekendheid en 35.000 90.000 305.000 310.000 740.000 810 imago (zie p. 46) Zichtbaarheid ( p. 48) 230.000 300.000 660.000 540.000 1.730.000 880 Bereikbaarheid en 160.000 50.000 30.000 20.000 260.000 780 beleefbaarheid (p.49) Overige algemene acties 70.000 70.000 100.000 65.000 305.000 1.350 (zie p. 49) Ontwikkeling 90.000 10.000 70.000 25.000 195.000 1.510 basismateriaal (p. 51) Doelgroep cult-hist 5.000 45.000 5.000 5.000 60.000 450 geinteresseerden (p. 52) Doelgroep fietsers en 5.000 30.000 40.000 40.000 115.000 740 wandelaars (p. 53) Doelgroep kinderen (p. 5.000 5.000 35.000 10.000 55.000 500 54) Doelgroep kunst 15.000 70.000 85.000 85.000 255.000 660 geinteresseerden (p. 55) Doelgroep 'groepen' (p. 15.000 30.000 15.000 20.000 80.000 745 56) Doelgroep zakelijke 10.000 5.000 5.000 20.000 195 markt (zie p. 57) Voorbereidende acties 5.000 5.000 10.000 575 volg. Jaren (zie p. 58) Onderzoek (zie p. 59) 10.000 10.000 10.000 10.000 40.000 60 Totaal 645.000 725.000 1.360.000 1.135.000 3.865.000 9.255
De totale directe uitvoeringskosten van het marketingactieplan over 4 jaar bedragen een kleine 4 miljoen euro, oftewel ca. 1 miljoen euro per jaar. Daarnaast zal er door het marketingbureau ruim 2300 uur per jaar besteedt moeten worden aan het voorbereiden en uitvoeren van alle marketingacties. 2300 uur komen ongeveer overeen met 1,5 arbeidsplaats. Uitgaande van een kostenpost van circa 80.000 euro per arbeidsplaats per jaar inclusief alle bijkomende overheadkosten (kantoor, administratie, reiskosten etc.), betekent dat de totale uitvoeringskosten van het marketingactieplan op ongeveer 1,10 miljoen euro per jaar komen. Uitvoeringskosten projectplan De directe uitvoeringskosten van alle projectvoorstellen in het projectenplan zijn niet gecalculeerd, omdat dit in de meeste gevallen haast onmogelijk is en in feite ook buiten het bereik van dit marketingactieplan valt. Daar komt bij dat de financiering van dit soort projecten per project met direct belanghebbenden besproken en geregeld moet worden en veel projecten meer bij het nationale projectbureau NHW thuishoren dan bij een marketingbureau. Niettemin zijn veel projectvoorstellen ook voor de marketing en imagovorming van de NHW van groot belang. Het is daarom zinvol dat het marketingbureau een initiërende, activerende en inhoudelijke rol op zich neemt bij het opstarten van deze projecten. Omdat ook dit veel tijd
71
kost wordt voorgesteld een ha lve arbeidsplaats aan deze activiteiten te besteden. De omvang van het marketingbureau komt daarmee in totaal op 2 full-time arbeidsplaatsen. 7.2 Financiering In het convenant, dat beschreven is in hoofdstuk 6, wordt afgesproken en vastgelegd dat alle betrokken partners zich sterk zullen maken voor de uitvoering van alle, in hoofdstuk 4 voorgestelde marketingacties. Het moge duidelijk zijn dat niet alle 135 voorgestelde acties op korte termijn en door het marketingbureau alleen uitgevoerd kunnen worden. Daarnaast is het niet mogelijk en zinvol om alle acties volledig door gezamenlijke financiering te regelen (daarvoor zijn de aard, de reikwijdte, de implicaties en de kosten van alle acties en projecten te verschillend) en is ook de totale omvang van het marketingplan in financiële zin te groot. Voorgesteld wordt daarom om voorlopig voor de helft van de acties de financiering vooraf te regelen en alleen met die acties en projecten van start te gaan die zeker uitvoerbaar zijn in een periode van 4 jaar en die nadrukkelijk een gezamenlijk belang hebben. De keuze van de uit te voeren acties wordt vastgesteld door de BC op voorstel van het marketingbureau. Dit voorstel betekent overigens niet dat alle andere acties niet uitgevoerd zullen worden. Het is de taak van het marketingbureau om met belanghebbenden en betrokken partijen na te gaan of en hoe overige acties gefinancierd en uitgevoerd kunnen worden. Het marketingbureau moet dus een actieve rol vervullen in het verwerven van aanvullende middelen (subsidies, fondsen, sponsoring, particuliere bijdragen van direct belanghebbenden ed.) om die andere acties en projecten ook uitgevoerd te krijgen. Door deze keuze blijft er directe en vooraf toegezegde financiering nodig van 0,48 miljoen euro per jaar voor uitvoering van de helft van de marketingacties en 0,16 miljoen euro per jaar voor het marketingbureau (loonkosten en overhead). De totale kosten komen daarmee op 0,64 miljoen euro per jaar en 2,56 miljoen euro voor de gehele periode van 4 jaar.
72
Bijlagen bij het Toeristisch-recreatief marketingplan Nieuwe Hollandse Waterlinie
Bijlagen: A. Overzicht geïnterviewden B . Volledige SWOT-analyse C. Actieplan verder uitgewerkt en uitgelegd D. Literatuurlijst
73
Bijlage A. Uitgebreide SWOT-ana lyse
Sterkten Primair totaalproduct: de linie - Aantrekkelijk/ mooi landschap - Grote variatie in het landschap en deels grote waterrijkheid - Stilte en rust op minder toegankelijke plaatsen - Linie is grotendeels intact - Bijzondere natuurwaarden - Grote politieke en bestuurlijke aandacht voor de linie: beschouwd als een van de belangrijkste cultuurhistorische monumenten in ons land die behouden moeten blijven - De linie is internationaal uniek: lange gebiedsafsluitende linie gebaseerd op waterverdediging - Aantrekkelijke en bekende vestingstadjes en goed bezochte, bekende, grote publiekstrekkende kastelen vormen onderdeel van de linie - Fysieke aansluiting op de Stelling van Amsterdam en doorkruising van andere toeristisch-recreatieve gebieden (met andersoortige interessante cultuurhistorie) alsmede doorkruising van de Limes (Noordgrens van het Romeinse Rijk). - Er is volop en divers origineel materiaal over de waterlinie en haar geschiedenis bewaard gebleven, o.a. logboeken, foto’s en kaarten - Er zit een enorme denkkracht achter de linie, alle water in Nederland is strategisch water - Het is het laatste echte militaire prestigeobject van Nederland
Zwakten Primair totaalproduct: de linie - Grotendeels weinig zichtbaar en onderscheidend van het landschap eromheen - Geen duidelijk geheel: versnipperd, geen zichtbare samenhang tussen de onderdelen - Deels verrommeld door bebouwing schootsvelden - Nauwelijks economische dragers voor de totale linie, terwijl hoge kosten voor onderhoud en behoud linie (paar 100 miljoen) - Onbereikbaarheid van een groot deel van de linie (vooral ook de elementen) - Zeer matige toegankelijkheid en beleefbaarheid (onvoorstelbaarheid: een groot herinnerings- en abstractievermogen is nodig) - Het is zeker niet de enige linie gebruik makend van water voor verdediging - De linie wordt pas echt boeiend als je er veel over weet. Er is heel veel uitleg nodig - De linie is een lijn en geen ronde zoals de Stelling van Amsterdam (rondes zijn populairder in gebruik) - Nauwelijks iemand in Nederland ligt er echt wakker van als er geen toeristischrecreatief product Waterlinie komt. Er moet nog een groep hiervoor gevonden/ gecreëerd worden - Nog te weinig draagvlak onder de bevolking - Linie kent kwetsbare plekken, in het bijzonder wat betreft de natuur
74
Primair product: de forten Algemeen: - Allen zijn nog aanwezig - Deels functieloos, waardoor er veel ontwikkelingsmogelijkheden liggen en er weinig storende elementen zijn - Deels bijna ruïnes (bijzonder/ sfeervol) - Grote variatie in bouwstijl van de forten, architectonisch bijzonder - Forten zijn robuust, ze kunnen veel hebben - De hoogste punten van forten zijn veelal prachtige, hoger gelegen uitkijkpunten, die het landschap enig relief geven
Primair product: de forten Algemeen: - Deels in slechte staat of zelfs vervallen. Dit geeft o.a.veiligheidsproblemen en extra hoge kosten voor behoud - Voor het grote publiek zijn de forten erg hetzelfde: één gezien is allemaal gezien. Ook zijn de forten van de waterlinie in hun ogen weinig anders dan die van andere linies - (Groten)deels functieloos - Herstel vaak onbetaalbaar - Gebruik en exploitatie kostbaar, economisch zeer moeilijk - Nieuwe bestemmingsmogelijkheden zijn beperkt, o.a. door ingestelde natuurbestemmingen - Forten tonen vanaf de poort veelal uiterst onaangenaam en niet uitnodigend met grote verboden toegangsborden, prikkeldraad en een vervuild/ verrommeld terrein - Forten niet gemakkelijk voor alle functies bruikbaar, alleen door grote investeringen en aantasting erfgoed (bijv. publieke ruimten moeten twee uit-/ ingangen hebben, hieraan voldoen forten veelal niet, forten hebben hoge luchtvochtigheidsgraad, etc) - Niet of nauwelijks te verwijderen private bewoners e.a. op de forten
Primair product: de overige elementen - Zijn voor een groot deel nog aanwezig - Zijn veelal aantrekkelijk gelegen in het landschap
Primair product: de overige elementen - Vormt het meest bedreigde onderdeel van de linie - Schootsvelden (verboden kringen) veelal geschonden - Inundatiegebieden: zijn eigenlijk niet meer als zodanig 'bruikbaar' - Zijn vaak nauwelijks in het veld herkenbaar - Er is weinig interesse voor de elementen van de linie bij het grote publiek. Het linielandschap is niet te verkopen, het is niet spectaculair. Bovendien geldt voor hen: wanneer een paar elementen gezien, alles gezien
75
Secundair product: toeristisch product rond de totale linie - Kleinschaligheid van huidige toeristisch/ recreatieve voorzieningen en lage bezoekersaantallen - Fortenmaand met groot aantal deelnemende forten groeit verder uit, is nationaal geworden (was provinciaal tot 2001) en krijgt steeds meer bekendheid - Er is een waterliniefietsroute door het Utrechtse liniedeel, door het Brabantse deel een Maas- en Stellingroute die voor een groot deel de Waterlinie volgt - Er zijn 8 kortere fietsrondes uitgezet langs de Waterlinie, die zich bovendien lenen voor skeelerroutes - Er is een complete wandelroute langs de linie uitgezet die ook in etappes te wandelen is - Trekt een publiek bestaande uit een bredere groep dan de in hoge mate in cultuurhistorie geïnteresseerden, mede door laagdrempelige activiteiten: goede plek voor eerste kennismaking met cultuurhistorie - Steeds meer overheden, verenigingen, stichtingen en individuen zetten zich in voor behoud van de linie en ontwikkelen ideeën en zelfs nieuwe toeristischrecreatieve linieproducten. - Er zijn mogelijkheden om de ecologische samenhang en het recreatieve linielandschap samen te laten vallen - Afwisselend landschap, deels ook stedelijk ideaal voor lange fietsroutes - Voor de arrangementen die in 2001 werden ontwikkeld blijkt een zeer grote vraag vanuit de markt te zijn - De unieke sfeer, informaliteit, ruigheid (ongepolijstheid), toeristisch-recreatief nog niet uitgekauwd: de linie is spannend/ mysterieus - Vestingdriehoek (Gorinchem, Slot Loevestein en Woudrichem en in hun kielzog ook fort Vuren) hebben een actief samenwerkingsverband op gebied van productontwikkeling en promotie - De forten van de provincie Utrecht zijn voorzien van informatiepanelen
Secundair product: toeristisch product rond de totale linie - Kleinschaligheid van huidige toeristisch/ recreatieve voorzieningen en lage bezoekersaantallen - Met uitzondering van enkele producten (zie bij sterkten) is er eigenlijk geen sprake van een toeristisch-recreatief product rond de gehele linie, arrangementen ontbreken vrijwel en evenementen zijn er nog te weinig, overwege nd kleinschalig en ad hoc - Contacten met touroperators/ NS/ VVV’s e.d. zijn nog niet of nauwelijks gelegd. Er is nog niet ingeplugd op bestaande product- marktcombinaties en gelinkt aan ander linietoerisme, ook internationaal (o.a. cross-selling) - Er is veel wildgroei in de productontwikkeling, zonder afstemming en samenwerking tussen partijen - Fortenmaand heeft beperkt budget en er kunnen daardoor geen grootste liniebrede publieksevenementen worden opgezet - Er zijn te weinig uitspanningen langs de linie voor fietsers en wandelaars, bovendien wat er is, is veelal in de ochtend gesloten - De waterliniefietsroute loopt alleen door het Utrechtse deel, loopt niet overal door de mooiste gebieden en klopt hier en daar niet meer - De wandelroute gaat nog te weinig over zandpaden, er zitten nog kinken in de kabel - De overnachtingsforten liggen nog niet op juiste afstand van elkaar om meerdaagse fietsen en wandelaars langs de linie te kunnen opvangen - Ook de verdeling van andere toeristischrecreatieve functies van forten over de linie is nog niet optimaal - De overnachtingsforten zijn slechts op een zeer beperkte doelgroep ingesteld, zij die vrijwel zonder enig comfort kunnen. De grote groep van fietsers en wandelaars bestaat uit 55+ die wel enig comfort wensen c.q. nodig hebben - Er zijn nauwelijks faciliteiten gerealiseerd voor de recreatietoervaart en kleine
76
-
-
-
-
-
-
-
-
watersport rondom de linie Linie en haar activiteiten zijn nog te weinig gekoppeld aan andere culturele en cultuurhistorische evenementen en producten, nationaal en internationaal Er mist een centraal informatiepunt voor de linie of enige centrale informatiepunten De informatievoorziening door middel van informatieborden langs de linie is beperkt tot alleen de Utrechtse forten en bovendien verouderd, met onaantrekkelijk lange teksten en niet altijd logisch geplaatst De huidige fiets- en wandelroutes beginnen te weinig vanuit helder communiceerbare punten zoals stations Fiets- wandelroutes en overige linieinformatie zijn niet verkrijgbaar op een of enkele duidelijke punten Er zijn nog geen thematische routes/ op specifieke doelgroepen gerichte routes De route heen- en terug langs de gehele linie voor wandelaars en fietsers leidt nu tot saaiheid Er zijn geen hebbedingetjes betreffende de forten of de linie voor consumenten te koop, daar waar daar wel duidelijk vraag naar is Er zijn nog te weinig toeristischrecreatieve producten van hoog kwaliteitsniveau. Terwijl dit, zeker ook voor buitenlanders, van groot belang is De linie is nog niet spannend genoeg
77
Secundair product: het toeristisch product van/rond de forten - Een aantal forten is al actief met activiteiten, openstellingen, overnachtingen e.d. (m.n. Fort Spion, Fort Vechten, Fort Asperen en Fort Vuren): bezoekers kunnen al op meerdere forten terecht - Lokaal rondom forten zijn er wandelroutes uitgezet, soms bewegwijzerd, soms niet - Er zijn veel vrijwilligers die zich willen inzetten voor rondleidingen, openstellingen e.d. - Er is een aantal grote partijen betrokken bij de ontwikkeling van de linie - Er zijn vele diverse en toeristischrecreatief aantrekkelijke functies mogelijk voor de forten - Daar waar kan worden overnacht en de promotie goed is, leidt tot een bovengemiddelde (zeer hoge) bezettingsgraad - Forten prachtig verweven in de natuur, met hoge natuurwaarden - Er is reeds een aant al actieve forten met landelijke bekendheid binnen de linie, fort Asperen in het bijzonder - Openstelling onder begeleiding voor de toekomst vindt veel gehoor onder eigenaren, algehele openstelling veel minder
Secundair product: het toeristisch product van/rond de forten - Nog een te beperkt aantal forten dat publieksactiviteiten organiseert en onvoldoende spreiding ervan over de linie en ad hoc - Te beperkte doelgroepenmarketing: voor veel doelgroepen is nog niets te vinden langs de linie. O.a. het middensegment dat wel enige comfort wil, wordt slecht bediend - Afwezigheid van een echt hotelfort in de rustige groene natuur - Op de grotere forten gebeurt te veel hetzelfde: o.a. overal wat feestenorganisatie, koffie en thee te krijgen, allemaal af en toe open met rondleidingen - Grote afhankelijkheid van vrijwilligers bij organisatie activiteiten en openstelling - Aantal forten in handen kleinere, minder professionele instellingen en/of met weinig financiële middelen - Slechte, deels verouderde of geen informatievoorziening aan de poorten van de forten over openingstijden, functie e.d. - Bij de forten waar men niet op kan, kan de recreant veelal ook niet echt dichtbij komen en/of een ander zicht op de contouren van het fort krijgen (denk hiervoor bijv. aan uitkijkpunten) - De forten zijn veelal niet toeristischrecreatief bestemd - Openstelling onder begeleiding voor de toekomst vindt veel gehoor onder eigenaren, algehele openstelling veel minder
Secundair product: het toeristisch product rond de overige elementen - Er worden door enkele partijen rondleidingen georganiseerd die ook langs de linie-elementen gaan, dit geldt ook voor huidige fiets- en wandelroutes
Secundair product: het toeristisch product rond de overige elementen - Met de elementen wordt toeristischrecreatief vrijwel niks gedaan - De losse elementen worden nog te weinig inzichtelijk gemaakt op fiets- en wandelroutes
Plaats - Ligging op korte afstand van de randstad en haar steden - Zeer dicht tegen Utrecht stad aangelegen
Plaats - Grotendeels weinig toegankelijk, slecht bereikbaar en veelal net te ver weg voor dagrecreatie (> 10 km)
78
-
Daarnaast ook in een aantrekkelijk groen buitengebied gelegen Doorkruising en aansluiting bij andere natuur- en cultuurgebieden waaronder twee nationale parken en de Stelling van Amsterdam
-
Parkeersituatie bij manifestaties vaak een groot probleem
79
Prijs - Prijzen zijn zeer concurrerend: rondleidingen en andere toeristische producten zijn overwegend laag
Prijs - Door lage, niet marktconforme, veelal alleen kostendekkende prijsstelling worden geen financiën gegenereerd voor verder uitbouwen product en diensten Promotie Promotie - Meerdere forten hebben eigen - Er is nauwelijks overkoepelend foldermateriaal, vaak ook gecombineerd informatiemateriaal voor de gehele linie met een route over het fort - Uiteenlopend foldermateriaal qua lay-out - Goede forten.nl website en kwaliteit van de verschillende partijen - Groep zeer in forten geinteresseerden (een betrokken bij de linie: geen eenheid en belangrijke groep opinion leaders) zijn al herkenbaarheid en niet onder 1 vlag verenigd bereikbaar via o.a. (huisstijl) nieuwsbriefnetwerk en stichtingen - Het huidige informatiemateriaal over de - Namen www.waterlinie.nl en linie of delen daarvan zijn onvoldoende www.nieuwehollandewaterlinie.nl zijn verspreid in Nederland en in het geheel gereserveerd en te gebruiken niet verspreid in het buitenland - Steeds meer aandacht voor de waterlinie - Nauwelijks actief pr-beleid rond de linie in de media en haar onderdelen - Mede in het kader van de Fortenmaand, - Weinig bekend over de fortbezoekers, de maar ook rond andere evenementen wordt mogelijk geïnteresseerden e.d. Ook is er extra informatie over de linie geen database van geïnteresseerden geproduceerd en actiever met de media opgebouwd (alleen nieuwsbriefnetwerk, gecommuniceerd zie kansen) - Er is een recente documentaire over de - Er is geen centraal informatiepunt voor de waterlinie van hoge kwaliteit, ook een linie verkorte versie hiervan - Informatie over openingstijden, activiteiten e.d. bij de forten ter plekke is veelal afwezig, niet up-to-date of onduidelijk - Ontbreken van een goede gezamenlijke website Naamsbekenheid en imago - Geen of nauwelijks een imago betekent in ieder geval geen negatief imago - Er is een kleinere liniegeinteresseerde groep die zeer goed bekend is met de linie - Bij hen die de Waterlinie wel kennen, een positief imago: de linie is geheimzinnig, spannend, prachtig en een oase van rust - Er kleeft geen echte emotie aan de linie, zoals bijvoorbeeld rond Ieper (WO I): er is vrijwel niets gebeurd op oorlogsbebied. Dit geeft vrijheid in ontwikkeling van de linie.
Naamsbekenheid en imago NHW is onbekend bij het grote publiek, dus nauwelijks naamsbekendheid en geen duidelijk imago. O.a. ook door een hiaat in het onderwijs. En onbekend maakt onbemind. Er is geen ‘vaderlandse trots’ voor Nog geen onderzoek gedaan naar exacte huidige naamsbekendheid en imago: nog geen nul- meting die als uitgangspunt voor te realiseren toekomstplannen kan dienen Er kleeft geen echte emotie aan de linie, zoals bijvoorbeeld rond Ieper (WO I): er is vrijwel niets gebeurd op oorlogsgebied
80
Publieksvriendelijkheid - Daar waar forten open zijn is er een ongedwongen, ongepolijste en nog persoonlijke benadering/ service
Publieksvriendelijkheid - Forten en terreinen veelal ontoegankelijk - Onregelmatige openingstijden en in winterperioden vrijwel allen geheel gesloten - Er zijn te weinig en onregelmatig mogelijkheden voor rondleidingen door gidsen - Er zijn nauwelijks faciliteiten en activiteiten voor kinderen - De forten zijn nauwelijks of niet toegankelijk voor minder validen - De forten(activiteiten) en informatie hierover zijn niet aangepast aan buitenlandse bezoekers
Organisatie Organisatie - Verschillende forteigenaren hebben deels - Het ontbreekt aan een centrale organisatie al onderling overleg, een overlegstructuur voor toeristisch recreatief voor fortbeheerders is in wording productontwikkeling en promotie - Er wordt steeds meer onderling - Zo’n organisatie is ook moeilijk op te gecommuniceerd door de verschillende zetten vanwege de vele partijen betrokken partijen, mede door de huidige (eigenaren, beheerders, provincies, ontwikkeling van het linieperspectief gemeenten, natuurorganisaties, promotieorganisaties) die daarin zouden moeten gaan samenwerken - Vanwege de grote aandacht voor de linie is er een kans dat individuele partijen met de eer willen strijken en het persoonlijk gewin voor het gezamenlijk doel stellen. Bovendien hangen veel forten aan hun eigen identiteit waardoor zij bijvoorbeeld exposities niet gemakkelijk laten rouleren richting andere forten - Onzekerheid over financiering van ontwikkeling van de linie - Voornamelijk top-down benadering van planning voor de linie, bottom- up te weinig: er wordt te weinig collectiviteit gehaald uit plannen die er lokaal zijn
81
Kansen en bedreigingen Kansen - De reeds op de werelderfgoedlijst geplaatste Stelling van Amsterdam waarmee kan worden samengewerkt door de waterlinie. Samen met de Stelling kan de linie een enorme eenheid vormen. - Er zijn toeristische samenwerkingsverbanden waarbij met product en promotie kan worden aangesloten, o.a. de vestingsteden en de Gouden Cirkel (in het noorden van de linie) - Er zijn toeristisch-recreatief aantrekkelijke ontwikkelingen van de elementen mogelijk. Denk aan overnachting in groepsschuilplaatsen en thematochten langs elementen. Ditzelfde geldt in nog veel grotere mate voor de forten van de linie - Toekomstige plaatsing op de Unesco-lijst goed voor naamsbekendheid en imago, nationaal en interna tionaal - De cultuurhistorische uniciteit van de linie lijkt ook steeds meer voorop te komen staan bij de grote forteigenaren, daar waar eerder natuur beduidend meer van belang was - De linie is ouder dan de Stelling van Amsterdam en de forten romantischer en aantrekkelijker - De Waterlinie is nationaal en internationaal uniek. Echt gelijksoortige linies zijn niet te vinden. - Water is een hype - Verdere opkomst beleveniseconomie: mensen willen daadwerkelijk iets ervaren/ beleven. - Vergrijzing, met een actievere oudere consument met veel vrijetijd en bestedingsmogelijkheden en meer behoefte aan actieve bezigheden buitenshuis zoals fietsen en wandelen. Vergroting back to the future-idee: vanuit het heden refereert men aan de goede oude tijd. Grotere behoefte aan goede toegankelijkheid recreatieve objecten en vergroting groep geïnteresseerd in
Bedreigingen - Bescherming linie moeilijk vanwege hoge kosten en ruimtelijke druk - Actieve (verdere) ontwikkeling andere (nationale) cultuurhistorische en natuurparken en –gebieden in Nederland. Denk aan de reeds op de werelderfgoedlijst geplaatste Stelling van Amsterdam, het Nationaal park Utrechtse Heuvelrug i.o., Nationaal park de Veluwe, het Groene Hart en diverse kleinere toeristisch-recreatief in ontwikkeling zijnde gebieden en parken. Ook andere goed vermarkte verdedigingslinies en –werken in het nabije buitenland vormen een soortgelijke bedreiging in de markt van de toeristischrecreatieve waterlinie. - NIBMY-effect: mensen direct in de omgeving wonend van stille gebieden zijn snel geneigd toeristisch-recreatieve ontwikkelingsplannen te dwarsbomen. - Snelle jongens die op de loer liggen om de forten te gaan uitmelken. Wanneer er geld te verdienen is gaan er bovendien autonome ontwikkelingen plaatsvinden, zonder samenwerking/ afstemming. - Toenemende bevolkingsgroei en economische activiteit. Dit leidt tot toenemende claims op ruimte, anders dan voor toeristisch-recreatief gebruik. - Er komen steeds meer fiets- en wandelroutes. De kans bestaat op ‘overberouting’. - Afname/ stagnatie aantal vrijetijdsuren, in het bijzonder bij werkenden
82
-
-
-
-
-
-
-
-
-
cultuurhistorie en natuur Toenemende bevolkingsgroei leidt ook tot grotere vraag naar toeristisch-recreatieve producten en diensten. Er is voor de toekomst een groot tekort aan recreatiegebieden voorspeld. Dit laatste ook mede door de afname van het totale areaal bos- en natuurgebied. Dit leidt tot nog grotere afname areaal per persoon door tegelijkertijd bevolkingsgroei. Vooral in west- nederland beschikt met over zeer weinig natuurgebied om te recreëren per persoon (66 m2 t.o.v. 83 m2 gemiddeld in Nl) Groep recreatieve fietsers en wandelaars is groot en groeiend, ook voor de lange afstanden. Deze groep van lange afstandfietsers- en wandelaars is relatief wel erg klein. Touroperators zijn op zoek naar nieuwe unieke bestemmingen in Nederland, ook natuurreizen, fietsvakanties e.d. naast verblijfsrecreatie Groeiende behoefte consumenten aan activiteiten die participatie in de natuur en cultuur beogen en rust en stilte bieden Groeiende behoefte consumenten aan activiteiten die aandacht schenken aan educatie en informatie over de cultuurhistorie Toenemende interesse voor cultuur en historie van de groene ruimte Groeiende behoefte consumenten om een andere omgeving op te zoeken om er fysieke of emotionele prikkels op te doen Opkomst van de beleveniseconomie: men wil in zijn vrije tijd veel beleven, zich kunnen identificeren, wat bijzonders meemaken, etc. Toename aantal recreatieve dagtochten Toename deelname aan zowel korte als lange vakanties, vooral de hogere sociale klassen Toename deelname aan de recreatievaart Toename deelname aan ruitersport Toename bestedingen tijdens dagtochten en vakanties
83
Kans of Bedreiging - Steeds minder vrijetijd en daarmee samenhangend de toenemende vraag naar hoge kwaliteit van invulling hiervan: kant-en-klaar vermaak, verwend worden, persoonlijke aandacht en service, maatwerk, individueel comfort en op elk gewenst moment bediend worden. - Groei aantal allochtonen en daarmee samenhangend hun andersoortige vrijetijdsbestedingspatroon. - Techno logische ontwikkelingen: Kans: mogelijkheid ontwikkeling digitale wereld en gemakkelijke communicatie over de gehele wereld. Bedreiging: minder noodzaak om de deur uit te gaan, dit betekent dat buitenshuis steeds meer iets bijzonders geboden moet worden, een bijzondere belevenis. - De consument wil steeds meer keuzevrijheid voor haar vrijetijdsinvulling - Groeiende behoeften consumenten aan activiteiten die de mogelijkheid bieden om samen met bekenden of gelijk denkenden te recreeren. - Toenemend ‘Carpe diem’ in de recreatie - Verbetering van de koopkracht. Dit leidt tot: ontstaan van meer vraag om de organisatie van recreatie uit te besteden i.p.v. deze zelf op zich te nemen.
84
Bijlage B. Overzicht geïnterviewden t.b.v. het toeristisch-recreatief marketing- en ontwikkelingsplan NHW Naam 1. Henk Rampen 2. Annemiek Tromp 3. Eisse Kalk 4. Ben Spee 5. Paul Vesters Fred Vogelzang Annelies Jordens 5. J. Beekmans 6. Doede Kok 7. Ien Stijns 8. Anne Visser 9. Henk Staal 10. Martin Vastenhout 11. Saskia Kemperman 12. Thijs Offermans Titia Marissen 13. Ph. De Koning 14. Marjolein v. Egmond/ Peter van Tweel 15. Erik van Dijk 16a. Henk Nijland 16b. Rob Wolfs 17. Piet Smits 18. Nico van Lamsweerden 19. Ko Droogers Gemma Warmerdam 20. Paul van Aurich 21. Joost Michels 22. Frank v.d. Einden 23. Henk de Jong 24. Clemens Kramer 25. Pim Dopheide 26. Han Nijssen 27. Nico de Kruijff 28. Cees van Lent 29. Chris ter Laak 30. Arjen Eijgenraam
Organisatie Natuurmonumenten Projectbureau NHW Inst. Voor Publiek en Politiek Stg. Wandel- en Fietsforten/ Fort Vuren Fed. Stichts cultureel erfgoed
Menno v. Coehoornstichting Utrechtse Fortenstichting Slot Loevestein Stg. Militair Erfgoed Fort Asperen Fort bij Vechten Provincie Utrecht Projectbureau Forten (Bureau Bijzonder Beheer) gemeente Utrecht + evt. afd. EZ Stichting Civilion Staatsbosbeheer TRN Stg LA Fietsroutes Stg. LAW Natuur- en Recreatieschap Rivierengebied SRN ANWB, regiokantoor west Provincie Zuid-Holland Provincie Noord-Brabant BBT Provincie Gelderland Bestuur regio Utrecht Regio VVV Rivierenland Provincie Noord-Holland GOBT ZHBT KNHS Provincie Gelderland, afd. EZ
85
Bijlage C Het marketingactieplan van hoofdstuk 4 verder uitgewerkt en uitgelegd 4.4.1 Het marketingactieplan-deel rond naamsbekendheid en imago Fase I, de in te zetten middelen Hoofddoel: vergroting van de naamsbekendheid van de linie Nevendoel: het imago van de linie als grootschalig ontwikkelingsproject communiceren. 1. Campagne direct gericht op vergroting naamsbekendheid Er dient een campagne ontwikkeld te worden direct gericht op de naamsbekendheid van de linie. De geschiedenis en huidige ontwikkelingen van de linie kunnen daarin centraal staan. Zaak is het voornamelijk om de naam van de linie meer bekendheid te geven. De campagne loopt gedurende alle vier jaren van het actieplan en dient te bestaan uit de volgende onderdelen: -
-
-
-
-
Het aanstellen van een (bekend, bemind, bekwaam, betrokken en onvertogen) beschermheer van de linie. Bebording met de naam ‘Nieuwe Hollandse Waterlinie’ van belangrijke contactplaatsen met een groot publiek. Denk onder andere aan de Valdijk in de Diefdijk over de A2 en Fort Vechten aan de A12. Maar ook daar waar belangrijkste recreatie ve fiets- en wandelroutes de linie kruisen dienen voorzien te worden van informatie over de linie. Daar waar dit niet lukt op grond van het rijk, dienen particuliere grondbezitters hiervoor te worden benaderd. Plaatsing van informatieborden bij alle forten en bij opvallende andere linie-elementen met duidelijke vermelding van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Ontwikkeling van educatieve pakketten voor scholen of zelfs de geschiedenis van de waterlinie zien terug te krijgen in de standaard lesstof op lagere en/ of middelbare scholen. Free publicity activiteiten: op regelmatige basis zorgen voor aandacht in de media over de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Dit mede door stimulering van wetenschappelijk onderzoek naar de geschiedenis en andere facetten van de linie, wat kan leiden tot allerhande publicaties. Het jaarlijks uitschrijven van een of meerdere wedstrijden en het uitreiken van een linieprijs met nationale allure. Gezien het gewenste imago van de linie kun je hier denken aan het uitschrijven van een jaarlijkse cultuurwedstrijd rond de linie, met een cultuurprijs: Kunstenaars aan de slag met de linie. Het ene jaar zijn dit schrijvers, het andere jaar fotografen en dan weer schilders of musici. Ontwikkeling van gadgets rond de linie: stripboeken, ansichtkaarten, foto’s, films, CDRoms, spelletjes, kalenders, posters, bouwplaten, soldatenlegertjes en miniatuurforten, mokken, lepeltjes, glazen, etc. Deze dienen op zoveel mogelijk publieke plekken rond de linie aangeboden te worden. Denk daarbij aan de forten zelf, de VVV’s in het liniegebied en verdere winkels, hotels e.d. in de vestingsteden van de linie en het verdere liniegebied. Er dient een verhaal of een aantal verhalen bij de linie komen: er moeten emoties rond de linie gecreëerd worden. Dit kan door terug te grijpen op de linie-archieven. Dit verhaal of deze verhalen rond de linie dienen actief verteld te gaan worden en op voortgeborduurd worden tijdens linieevenementen, fiets- en wandeltochten, in het linieinformatiecentrum etc.
86
2. Actieve promotie rond toeristisch-recreatieve productontwikkeling en –vernieuwing Naast de directe campagne voor vergroting van de naamsbekendheid dient vooral een actieve persbenadering en uitgebreide promotie rond nieuwe of vernieuwde deelproducten van de linie tot vergroting van de naamsbekendheid leiden. Ook dient er een actievere persbenadering en promotie rond reeds bestaande deelproducten te worden opgezet. Denk bijvoorbeeld aan een verdere ontwikkeling van de Nationale Fortenmaand tot evenement met nationale en wellicht in de verdere toekomst ook internationale allure. De algehele verbetering van de informatievoorziening rond de toeristisch-recreatieve linie leidt eveneens tot vergroting van de naamsbekendheid van de linie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de opzet van een toeristische waterlinie website en een algemene informatiebrochure. Actiepunten ten aanzien van verbeterde informatievoorziening worden verder besproken in paragraaf 4.2.2., algemene marketingacties.
Fase II Hoofddoel: vergroting van de naamsbekendheid va n de linie Hoofddoel: communiceren van de toeristisch-recreatieve imago-elementen van de linie Nevendoel: het imago van de linie als grootschalig ontwikkelingsproject communiceren. Naamsbekendheid en imago direct gekoppeld aan de toeristisch-recreatieve linie In deze tweede fase dient de naamsbekendheidcampagne gecombineerd te worden met een imagocampagne. De naam Nieuwe Hollandse Waterlinie dient hierbij continu gekoppeld te worden aan de opgestelde toeristisch-recreatieve linieimago-elementen. De campagne dient bovendien verder te worden geïntensiveerd, dit kan onder andere door de volgende toevoeging aan de in te zetten middelen: - Inzet van de betaalde media: adverteren, tv (cultuur)- en radio commercials, abri’s (posterreeks) - Intensivering van de ontwikkeling van linie- informatie: dit door de ontwikkeling van linie maand-agenda’s gedurende het seizoen, een linienieuwsbrief en liniewebsite (zie verder paragraaf 4.2.2., algemene marketingactiviteiten) - Zorgen voor een tv-serie waarbij de Nieuwe Hollandse Waterlinie als decor fungeert (dus geen documentaire over de linie, maar bijvoorbeeld een serie over een jeugdclub die avonturen beleeft op en rond een waterliniefort). - Reeds belangrijke evenementen naar de linie halen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de start van een grote wielerronde vanaf een liniefort of een internationaal muziekconcours binnen de fortgrachten halen. Ook de verdergaande communicatie rond nieuwe en vernieuwde toeristisch-recreatieve deelproducten dient door te gaan en kan daarmee bijdragen aan zowel naamsbekendheid als het toeristisch-recreatief imago van de linie. In de toeristische markt is mond-tot- mond reclame het meest effectieve middel om een product of bestemming te verkopen. Door het aanbieden van een kwalitatief hoogwaardige linie aan de verschillende doelgroepen wordt positieve mond-op-mond reclame en daarmee
87
een bredere verspreiding van een positief imago breder verspreid. Een optimale productontwikkeling en –vernieuwing is dus zeker ook continu van wezenlijk belang. Plaatsing op de Unesco lijst Voor de langere termijn is het van groot belang om toe te werken naar daadwerkelijke plaatsing van de linie op de Werelderfgoedlijst van de Unesco. Pas dan is het imagoonderdeel dat de linie uniek cultureel erfgoed in de wereld is, voor het publiek ook een daadwerkelijk feit. Vanaf dan moment wordt de linie internationaal ook daadwerkelijk serieus genomen en ontstaat internationale aandacht voor de linie. Het is als het ware het internationale kwaliteitskeurmerk voor erfgoed. Verbeterde zichtbaarheid door: - De loop van de linie dient op de eerste plaats zichtbaar gemaakt te worden door het aanbrengen van een duidelijke recreatieve routestructuur door het gebied, bewegwijzerd met borden in liniehuisstijl. Deze routestructuur dient in de eerste plaats te bestaan uit een lange afstand fiets- en wandelroute. Hierop wordt verder ingegaan in paragraaf 4.4.2.3. waarin de doelgroep van wandelaars en fietsers centraal staat. - Per afzonderlijk cluster ofwel per toeristisch-recreatieve zone dienen deze routes voorzien te worden van kleinere lussen door dat deel van het liniegebied. Deze lussen zijn als afzonderlijke routerondes af te leggen en hebben ieder een eigen thema, passend bij de zone waarin ze liggen. Bij de bespreking van de verschillende doelgroepen in de volgende paragrafen wordt hier nog verder op ingegaan. - Ook de rustpunten, bankjes en ander straatmeubilair langs de linie- fiets en –wandelroutes dienen zo mogelijk in liniestijl te worden uitgerust. - Dit geldt ook voor de informatieborden, geplaatst langs de route op belangrijke recreatieve kruispunten (kruising met andere fiets- en wandelroutes) en de belangrijkste liniepunten (de forten en andere belangrijkste linie-elementen). - Er dienen algemene Nieuwe Hollandse Waterlinievlaggen in liniestijl op de hoogste (van buitenaf zichtbare) punten van alle forten (dicht of open) en in alle vestingsteden geplaatst te worden. - Ook dienen het noordelijke en zuidelijke eind/beginpunt van de Nieuwe Hollandse Waterlinie duidelijk gemarkeerd te worden. Dit in ieder geval in de verdere toekomst door plaatsing van de linie- informatiesteunpunten in deze noordelijke en zuidelijke gebieden (zie verder hieronder en de toekomstvisie in hoofstuk 3), maar daarnaast op korte termijn ook door een daadwerkelijk markeringspunt op de meest noordelijke en zuidelijke punt van de linie in de vorm van een poort, paal, bord, spandoek of iets soortgelijks. - Er moeten (onderdelen van) evenementen ontwikkeld worden die de linie voor kortere tijd extra zichtbaar maken. Een eerste aanrader op dit gebied is om tijdens de start of afsluiting van het 10-jarig bestaan van de Fortenmaand (in september 2003), de gehele linie bij nacht in of Bengaals vuur te zetten, of op alle forten en vestingsteden van de linie op één tijdstip vuurwerk af te steken of er laserlicht te laten schijnen. Op deze wijze wordt de linie voor kortere tijd spectaculair (naamsbekendheid!) over haar volledige lengte zichtbaar. Verder zal vooral vanuit landschapsarchitectonisch oogpunt naar de inrichting van de linie gekeken moeten worden om de zichtbaarheid ervan verder te optimaliseren. Verbeterde bereikbaarheid door: - Naast de fiets- en wandelroutes die het liniegebied gaan ontsluiten, dient ook nagedacht te worden over linie-auto- en busaanrijdroutes naar recreatietransferia en eventueel een aantal van de forten (voor groepsarrangementen). Uiteraard dienen deze aanrijdroutes
88
-
-
-
voldoende ver verwijderd te zijn van de fiets- en wandelroutes. Deze auto/busroutes dienen er niet zozeer voor om autoverplaatsing langs de linie te stimuleren, maar wel om deze langs de juiste wegen te leiden. Ook moet ze de mogelijkheid geboden worden om gemakkelijk over te stappen op andere duurzamere vervoersmiddelen (denk aan fiets- en stepverhuur, stap aan boord van paard en wagen, etc.) Het verzorgen van voldoende parkeergelegenheid voor bezoekers (de auto is het vervoermiddel bij 52% van de dagtochten en 91% van de vakanties naar landelijke bestemmingen). Dit hoeft niet op de locatie zelf, aangezien dit zeker op in de toekomst beduidend drukker bezochte plaatsen vaak tot overlast ter plaatse zal leiden. Maar dit kan gebeuren door het lokaliseren van overstapplaatsen (recreatietransferia) bij reeds bestaande voorzieningen met veel bezoekers (stadion Galgenwaard in de stad Utrecht bijvoorbeeld, of tuincentra in de buurt). Deze parkeer- en overstapplaatsen dienen duidelijk gecommuniceerd te worden in o.a. de algemene liniebrochure. Actie: traceren waar parkeerproblemen zijn of kunnen gaan ontstaan door toekomstige ontwikkelingen en hiervoor een parkeerplan opstellen en zo ver mogelijk uitvoeren (dit betekent voornamelijk: communiceren). Het verder openstellen van steeds meer forten langs de linie op geregelde tijden, beginnend bij de weekenden van mei t/m september en met de nadruk op de intensieve zone en de cultuurhistorische zone: hier dienen de forten als eerste meer open te gaan (zie de toekomstvisie voor welke forten in het bijzonder). De forteigenaren dienen hiertoe te worden gestimuleerd. Dit kan mede gebeuren door het formeren en aanbieden van een groep (vrijwillige) fortwachters richting de forteigenaren. Actie: inventariseren welke forten op de korte termijn (komende vier jaar) meer open kunnen en mogen indien er voldoende fortwachters geleverd kunnen worden. Starten met het werven en inzetten van deze fortwachters (dit is mogelijk in samenwerking met de ANWB). Actie: bij die forten die niet kunnen worden opengesteld, dient op een bord of aanplakbiljet aangegeven te zijn welk dichtstbijzijnd fort van de linie wel toegankelijk is op welke tijden. Actie: opname van deze informatie in de algemene liniebrochure (zie hieronder) en aangeven op een informatiebordje bij het fort.
Verbeterde beleefbaarheid door: We onderscheiden in dit plan twee soorten of niveau’s van beleefbaarheid. A. Uitgewerkte beleefbaarheid: door het weer letterlijk zoveel mogelijk zichtbaar en tastbaar te maken. Dit door mensen daadwerkelijk te laten zien hoe het op de forten is en vooral ook was door het bijvoorbeeld in die oude staat terug te brengen: een vrij uitgebreide en uiterst toegankelijke informatievoorziening, living history, virtual reality verrekijkers en dergelijke. Deze vorm van beleefbaarheid zal alleen uitgewerkt worden in de intensieve zone/ het cluster de kraag van Utrecht waar het grote publiek naartoe getrokken zal worden. B. Onuitgewerkte beleefbaarheid: hierbij wordt de voorstelling van hoe het er ooit geweest moet zijn overgelaten aan de fantasie van de mensen zelf. Zij moeten zich hier zelf een voorstelling van vormen aan de hand van slechts bescheiden informatievoorziening ter plekke en aan de hand van informatieve boekwerkjes, audioheadsets e.d. Het liniegebied zelf blijft vrijwel onaangetast en even spannend en verlaten als het dat nu is. Deze vorm van beleefbaarheid wordt in alle overige zones, buiten de intensieve zone nagestreefd. Hieronder staan de actiepunten genoemd waardoor deze onuitgewerkte beleefbaarheid gerealiseerd dient te worden.
89
Marketingacties ten behoeve van de (onuitgewerkte) beleefbaarheid: - Alle forten van de linie dienen voorzien te worden van een informatiepaneel in gelijke linie huisstijl, zoveel mogelijk horizontaal geplaatst zodat het zicht op het fort minimaal wordt aangetast. Hierop staat een plattegrond van het fort, kan men 3-dimensionaal op het fort kijken en staat verdere uitleg over de vroegere en huidige functies van de verschillende fortonderdelen. Daarnaast dient de nadruk op deze informatiepanelen ook te liggen op informatie in het bijzonder van belang van de doelgroepen van een bepaalde zone (dus extra natuuruitleg in de natuur- en waterzone, etc.). Deze informatiepanelen kunnen door het geheel horizontaal plaatsen en het plaatsen van bankjes eromheen ook gecombineerd worden met een rustplek langs de linie. Actie in jaar 4 - De geschiedenis per fort en van de linie in haar totaliteit dienen opgenomen te worden in de algemene liniebrochure en op de linie-website (zie hierna). Actie in jaar 1 - Naast de openstelling van zoveel mogelijk forten is ook het ontwikkelen van wandelpaden naar andere linie-elementen ook van groot belang voor de beleving. Dit kunnen uitvalspaadjes vanaf de wandel- en fietsroutes zijn. Actie in jaar 2 t/m 4 - Er dient een virtuele presentatie van de inundatie te worden ontwikkeld. Eventueel kan dit inundatieproces ook zichtbaar worden gemaakt door het gebruik van een maquette. Voordeel van de virtuele presentatie is dat een dergelijke presentatie op CD-Rom eenvoudig kan worden gedupliceerd en verspreid en op zoveel mogelijk plaatsen binnen de linie, maar ook buiten de linie kan worden vertoond. De kosten zijn daarentegen wel veel hoger. Actie in jaar 1. - Op een aantal plekken langs de linie, in ieder geval in de intensieve zone en de cultuurhistorische zone, dienen de inundaties in het linielandschap ook zichtbaar gemaakt te worden door het plaatsen van palen (in liniestijl) waarop de hoogte van de waterstand staat aangegeven, indien het gebied geïnundeerd zou zijn. Actie in jaar 2. - Ook de uitgezette fiets- en wandelroutes langs de gehele linie en de thematische rondes per zone, met bijbehorende routeinformatieboekjes vormen een onderdeel van de beleving. Hierop wordt per doelgroep en de bijbehorende zone(s) nog teruggekomen in de paragrafen hierna. Beleefbaarheid van de linie op afstand door foto-, illustratie- (tekeningen) en filmmateriaal op de belangr ijkste contactpunten met de doelgroepen (zie verder hieronder: de ontwikkeling van basispromotiemateriaal). Verdere overkoepelende marketingactiviteiten: - Arrangementsontwikkeling met individuele inschrijving en voor groepen, een- en meerdaagse arrangementen, binnen zones (de inhoud van de arrangementen wordt dan afgestemd op het thema van de zone), maar ook zone-overschrijdend. Deze arrangementen met individuele inschrijving dienen tenminste voldoende tijdens de Fortenmaand te worden aangeboden. Actie in jaar 1 t/m 4: Jaar 1: 4 arrangementen, jaar 2: 6 arrangementen, jaar 3 en 4: 10 arrangementen. - Een liniebezoek als onderdeel opnemen in bestaande of nieuwe cultuurhistorische productcombinaties/ arrangementen van derden (VVV’s, touroperators e.a.) die zich in en rond het liniegebied afspelen. Denk bijvoorbeeld aan opname in een algemeen cultuurhistorisch Utrecht-arrangement van de VVV, waarbij verschillende aspecten van de Utrechtse historie aan bod komen. Actie: jaar 1 t/m 4. Jaar 1: in 4 arrangementen, jaar 2: in 8 arrangementen, jaar 3: in 14 arrangementen en jaar 4: in 20 arrangementen. - De informatieve waterliniefilm zoals deze is uitgezonden op t.v. dient in verkorte versie (is reeds gemaakt) in jaar 1 verspreid te worden onder alle forten die op enig moment hun poorten openstellen en onder andere instellingen die deze film geregeld willen tonen.
90
-
Op wat langere termijn (jaar 2 of 3) dient er vanuit de uitgebreide versie van de liniefilm per zone een versie ontwikkeld te worden die in het bijzonder van toepassing is op het liniedeel van die zone. Lange afstand fietsers en wandelaars langs de linie en de overige bezoekers kunnen zo in iedere zone een deelfilm over de linie zien. - Ontwikkeling van gadgets. De ontwikkeling van waterlinieproducten/ hebbedingetjes is ook al genoemd bij de vergroting van naamsbekendheid en imago. Gadgets vormen echter ook een daadwerkelijk onderdeel van het gewenste Waterlinieproduct van mensen. Op deze wijze kunnen zij een tastbare herinnering mee naar huis nemen, die verwijst naar hun bezoek aan de Waterlinie. Vanuit de Fortenmaand is duidelijk gebleken dat de behoefte aan dergelijke tastbare herinneringen groot is. Bovendien kan de handel in deze gadgets extra inkomsten genereren die weer kunnen worden ingezet voor verdere marketinginspanningen. Per besproken doelgroep in de volgende paragrafen worden steeds enkele suggesties aangedragen voor te ontwikkelen gadgets. Per belangrijkste doelgroep dienen er in jaar 1 en 2 in totaal tenminste 3 gadgets ontwikkeld te worden (24 gadgets totaal). - Extra aandacht voor de veelal prachtige kringenwetwoningen. Dit door opname van deze bezienswaardigheden in de linie-fiets- en wandelroutes. Daarnaast ook door het uitbrengen van een apart themaboekje en/of gadgets als een kalender over dit fenomeen in jaar 1 en 2 (als een van de minimaal 24 gadgets). Vestingstadjes dienen als aparte linie-bijzonderheid nog eens extra gepresenteerd te worden (zie hiervoor ook het toekomstperspectief in hoofdstuk 3): - Aparte vermelding vestingstadjes in het algemene promotiemateriaal rond de linie - Binnen het Nederlandse Vestingstedenverband dienen zij zich gezamenlijk te presenteren als de vestingsteden van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. - Bovendien dienen de Vestingsteden en de Nieuwe Hollandse Waterlinie over en weer naar elkaar te verwijzen (cross-selling). - De vestingstadjes dienen zich o.a. in de vorm van evenementen en in hun promotionele materiaal ook zoveel mogelijk te profileren als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het toeristsch-recreatief projectbureau van de linie (zie paragraaf 6.2) dient de vestingsteden hierin in jaar 1 t/m 4 te stimuleren. - Daarnaast worden in ieder geval worden in de VVV’s van deze steden de linieinformatiedisplays geplaatst (zie hieronder bij de ontwikkeling van basismateriaal) en worden zij voorzien van linievlaggen (zie hiervoor). Ook dient de NHW zich in breder verdedigingslinieverband te gaan presenteren. Dit door het leggen van contacten met andere linies in binnen- en buitenland (bijv. thema de waterlinies van Europa) en het gezamenlijk zien te komen tot overkoepelende producten, evenementen en andersoortige activiteiten. Naast het leggen van deze contacten is een tweede concrete actie voor de komende vier jaar in dit kader: - Het ontwikkelen van een Nederlandse toeristische liniekaart met daarop alle verdedigingslinies van Nederland aangegeven en wat daar te doen is (momenteel wordt een dergelijke kaart voor de provincie Utrecht al ontwikkeld door het UBT). Actie in jaar 3. - Het zoveel mogelijk zien te linken van de waterlinie aan o.a. het battlefield-toerisme in België en Frankrijk en hierdoor een klein deel van deze bezoekers ook naar de NHW halen. Actie in jaar 4 - Meer halen uit het feit dat de NHW de Romeinse Limes doorkruist en bovendien aansluit op de Stelling van Amsterdam. Hiervoor moeten toekomstige gezamenlijke acties (productontwikkeling en promotie) door regelmatig overleg worden voorbereid. Actie in jaar 3 en 4
91
Naast al deze nieuwe productontwikkelingen dienen de bestaande toeristisch-recreatieve deelproducten van de verschillende beheerders/ eigenaren van linie-onderdelen breder en intensiever onder de belangrijkste doelgroepen gecommuniceerd en verspreid te worden. De stimulering hiervan dient gedurende jaar 1 t/m 4 uit te gaan van het toeristisch-recreatief projectbureau. We willen hier nog in het bijzonder de aandacht vestigen op product- en promotieverbetering van het enige linie-overkoepelende evenement dat er op dit moment bestaat: de Nationale Fortenmaand, jaarlijks in september: De Nationale Fortenmaand Zoals eerder reeds is vermeld is er naast spreiding van doelgroepen door ruimte, ook spreiding door de tijd mogelijk. Het gehele jaar door zijn bepaalde zones ingericht voor bepaalde doelgroepen in het bijzonder. Maar 1 maand per jaar, in september, wordt de gehele linie voor iedereen. En dat geldt niet alleen voor de forten, maar ook voor de linie-elementen op particulier terrein gelegen. Het is het moment dat mensen zich individueel kunnen inschrijven op bijzondere (meerdaagse) linieoverkoepelende arrangementen en op vele plaatsen zijn dan allerhande extra activiteiten, die buiten deze maand niet te zien of te bewonderen zijn. Bovendien blijft de Fortenmaand het jaarlijkse moment om de Waterlinie weer bij het grote publiek onder de aandacht te krijgen. De Nationale Fortenmaand dient dus een waar uniek evenement met landelijke bekendheid te worden. Dit dient over 4 jaar al in behoorlijke mate gerealiseerd te zijn en over 10 jaar compleet. Doelstelling voor de Nationale Fortenmaand is om over vier jaar alle (veilig toegankelijke) forten van de linie tenminste één dag, maar zo mogelijk alle weekenden in september voor iedereen open te hebben en om daarnaast de mogelijkheid te bieden om alle belangrijkste soorten linie-elementen in de septembermaand ook van dichtbij te kunnen bewonderen, o.a. door hierover afspraken te maken met de landeigenaren. Naast de verdere uitbreiding van het aantal opengestelde forten tijdens de Fortenmaand staan meer overkoepelende linieactiviteiten (jaar 1: 4 , jaar 2: 6, jaar 3: 8 en jaar 4: 10) en steviger promotie rond de Fortenmaand op het actieprogramma voor de komende 4 jaar. Dit laatste in ieder geval door: - het ontwikkelen en verspreiden van Fortenmaandvlaggen en -spandoeken voor de deelnemende forten (jaar 1) - forse uitbreiding van de oplage van Fortenmaandbrochures (nu 30.000, moet naar 100.000 ex.) en daarmee samenhangend een bredere verspreiding (ook koppelen aan het zich ontwikkelende databasebestand van linie-geïnteresseerden) (jaar 1 t/m 4) - jaarlijks een persreis vooraf aan de Fortenmaand (jaar 1 t/m 4) - verdere professionalisering van de Fortenmaandwebsite en koppeling aan de algemene liniewebsite (jaar 2) De Fortenmaand is niet alleen een bijzonder linieproduct, het vormt bovendien een belangrijk instrument ter vergroting van de naamsbekendheid van de linie en kan in grote mate gaan bijdragen aan het bewerkstellingen van het gewenste toeristisch-recreatieve imago van de linie. Ontwikkeling van basismateriaal ten behoeve van de collectieve promotie - Op de eerste plaats, voordat ook maar enig promotiemateriaal of linieproduct ontwikkeld wordt, dient er een toeristisch-recreatieve linie-huisstijl ontwikkeld te worden. Bestaande
92
-
-
uit o.a. een logo, slogan, te gebruiken kleurenpalet, richtlijnen voor lettertypes, gebruik van illustratiemateriaal, etc. (jaar 1) Alle partijen die producten of promotiematerialen op het gebied van de toeristischrecreatieve linie ontwikkelen, moeten van deze huisstijl gebruik kunnen maken en ook sterk gestimuleerd worden hiervan gebruik te maken. Alleen zodoende kan de linie in al haar uitingen een eenheid worden. Een eenheid die nodig is om de linie als een stevig toeristisch-recreatief product van internationale allure neer te kunnen zetten. Deze stimulering dient alle 4 jaren actief uit te gaan van het toeristisch-recreatief projectbureau In deze huisstijl verder algemeen basisdrukwerk voor de betrokken partijen bij de linie ontwikkelen: o.a. briefpapier, persberichtpapier en enveloppen, mappen om o.a. persmappen en arrangementsmappen te kunnen samenstellen (jaar 1)
Geheel in deze linie- huisstijl dienen vervolgens een aantal overkoepelende promotiemiddelen voor de toeristisch-recreatieve linie ontwikkeld te worden, die ter beschikking staan van alle organisaties betrokken bij de linie. Daarbij wordt naarmate men dichter bij de linie komt, de (tastbare) informatiedichtheid groter: -
-
-
-
-
Er dient in jaar 1 een breed verspreide algemene Nederlandstalige en Engelstalige liniebrochure ontwikkeld te worden. Hierin staat informatie over het toeristische en (in lichte mate ook) historische linieproduct: kort de geschiedenis van de forten en de linie, waar liggen welke forten en andere onderdelen, hoe kom je er, wanneer zijn ze te bezoeken en wat is er dan te doen. In de brochure staan zowel alle individuele mogelijkheden en groepsmogelijkheden kort aangegeven. Onder brede verspreiding van de brochure wordt daarbij verstaan: in geheel Nederland, vooral op die plekken waar de gestelde belangrijkste doelgroepen komen. Denk aan alle VVV’s, touroperators en bibliotheken, alle belangrijke cultuurhistorische en alle militairhistorische musea, kunst- en culturele instellingen, congresbureau’s, etc. De verspreiding dient tweejaarlijks opnieuw plaats te vinden. De brochure dient indien nodig (door opgeraakt of achterhaalde informatie) met de nodige aanpassingen herdrukt te worden. Ook dient een serie waterlinieposters breed verspreid te worden met daarop het internetadres vermeld. Deze posterserie is tevens onderdeel van de naamsbekendheidscampagne (zie hiervoor) Actie in jaar 3 en 4. De liniebrochure dient bovendien aan de poort van ieder fort verkrijgbaar te zijn. Hiervoor dienen bij de poorten van alle forten brochurebakken te worden aangebracht in gelijkvormige, weinig opvallende, bij de linie en het fort aansluitende stijl. De brochures dienen met regelmaat in deze bakken te worden aangevuld gedurende het seizoen. Actie in jaar 2. Bij alle VVV- informatiepunten (ook bij RonDom, bezoekerscentrum voor Cultuurhistorie provincie Utrecht en het vestingmuseum in Naarden) binnen het liniegebied dienen linieinformatiedisplays geplaatst te worden (door deze gratis aan de VVV’s aan te bieden). Met daarop een algemene uitleg over de Nieuwe Hollandse Waterlinie en haar geschiedenis, met mooi sfeermateriaal (de linie is hier immers niet aan den lijve te ondervinden) en geïntegreerde folderbakjes voor alle waterliniebrochures: zowel het overkoepelende materiaal als dat van individuele partijen (indien tenminste aan minimale linie- huisstijlregels is voldaan). Actie in jaar 3 en 4. Op twee van de grootste toeristentrekkende plekken van de linie, Slot Loevestein en het Muiderslot (resp. 110.000 en 115.000 bezoekers in 2001), dienen uiteindelijk grotere informatiesteunpunten te worden ingericht. In de eerste vier jaar dient hiervoor alvast een startpunt gemaakt te worden door hier tenminste ook de linie- informatiedisplays te
93
-
-
-
-
plaatsen plus wat extra aandacht trekkende promotiemiddelen. Ditzelfde geldt voorlopig ook voor het uiteindelijke linie- informatiecentrum dat op fort Vechten zal worden ingericht. Actie in jaar 3. Er dient een toeristisch-recreatieve linie- internetsite (www.nieuwehollandsewaterlinie.nl met een redirect-naam www.waterlinie.nl, in handen van het UBT) ontwikkeld te worden, in het Nederlands en Engels, als wereldwijd informatiepunt. Deze website en de promotie van het websiteadres dient ingericht te zijn om het gehele AIDA-traject (awareness, interest, desire, action) te doorlopen: via promotionele acties dient het bestaan van de linie en haar internetsite gecommuniceerd te worden. De site dient vervolgens een uitgebreide audiovisuele impressie van de linie te geven (de linie moet a.h.w. al op internet beleefd kunnen worden), een achtergrondverhaal over de liniegeschiedenis, ook per fort, een aantrekkelijk overzicht van alle toeristisch-recreatieve mogelijkheden op de forten en de overkoepelende evenementen, waarbij selectie mogelijk is op o.a. doelgroep, liniedeelgebied en soort activiteiten. Daarnaast moeten bezoekers van de site ook daadwerkelijk tot actie kunnen overgaan op de website: de fiets- en wandelroutes moeten gedownload en/of geprint kunnen worden, arrangementen online geboekt en gadgets en routegidsen besteld. Actie in jaar 3, een eenvoudige versie reeds in jaar 1 gereed maken. De promotionele acties om het internetsite-adres te communiceren dienen te bestaan uit o.a.: opname website-adres op alle waterlinie- uitingen, displays, folderbakken, etc., noemen van het website-adres als eerste informatiepunt tijdens de naamsbekendheids- en imagocampagne, een opvallende lancering van de website, opname website-adres op alle verkoopartikelen als gadgets en linieroutegidsen. Actie in jaar 1 t/m 4. Linie-nieuwsbrief: via de website moeten mensen zich ook kunnen abonneren op een digitale linie- nieuwsbrief of -krant, met daarin maandelijks de toeristisch-recreatieve activiteiten, redactionele stukjes over linie-onderdelen etc. Op de langere termijn dient deze digitale nieuwsbrief inhoudelijk geheel afgestemd kunnen worden op de wensen die abonnees hiervoor van tevoren opgeven. Actie in jaar 3. Opname van alle bestaande en nieuwe toeristisch-recreatieve activiteiten van de linie in aparte gedrukte activiteitenagenda’s, afhankelijk van het aantal activiteiten per jaar dient er voor een bepaalde frequentie van uitgave gekozen te worden. Er dient een brede landelijke verspreiding van de deze linieagenda’s plaats te vinden. Actie jaar 3 en 4.
Verdere basisactiviteiten - Opbouw databestand: vanuit de aanmeldingen van de linie-nieuwsbrief kan een databestand van linie-geïnteresseerden worden opgebouwd, dat ook voor andere marketingacties gebruikt kan worden. Ook via de linie-brochure dient men zich te kunnen inschrijven in dit databestand (zij die op de hoogte gehouden willen worden over toeristisch-recreatieve producten rond de linie). Via www.forten.info is reeds een groot databestand van geïnteresseerden opgebouwd. Wellicht kunnen deze geïnteresseerden (na hun toestemming) ook overgenomen worden in het algemene linie-databestand. Actie in jaar 3 en 4. - Opbouw van een uitgebreid foto- en illustratiearchief voor eigen uitingen en voor gebruik door derden (jaar 1 en 2). Dit archief via internet toegankelijk maken voor derden in jaar 3. - Opbouw van een verhalen- en biografiënarchief dat als basis kan dienen voor exposities, evenementen en publicaties over de linie. Tevens kan dit archief mede als basis gaan dienen voor het na de eerste vier jaar op te starten Linie- informatiecentrum. Actie in jaar 3 en 4 - De VVV’s informeren over de toeristisch-recreatieve waterlinie. In het bijzonder de VVV’s binnen het waterliniegebied, maar in bescheidener mate zeker ook daarbuiten. Dit
94
-
-
door de organisatie van een jaarlijkse linie- informatiedag voor VVV- medewerkers in het liniegebied en bijvoorbeeld door het verstrekken van schriftelijke informatie aan de overige VVV’s met daaraan verbonden een prijsvraag. Actie in jaar 3 en 4. Actief persbeleid bij ieder nieuw ontwikkeld (deel)product in de vorm van tenminste persberichten en eventueel ook persbijeenkomsten en –conferenties indien van dusdanig groot belang. Persberichten dienen ook digitaal te verkrijgen te zijn op internet, inclusief fotomateriaal. Te denken valt daarnaast aan een jaarlijkse toeristische liniepersdag aan het begin van de lente, waarin alle nieuwe activiteiten en producten voor komend jaar gepresenteerd worden. (actie in alle 4 jaren) Richting de betrokken partijen bij de linie dient er gedurende de vier jaren van uitvoering van het actieplan geregeld gecommuniceerd te worden over de stand van zaken, ontwikkelingen bij de verschillende linie-onderdelen e.d. Hiervoor dient een digitale toeristische linienieuwsbrief met regelmaat (eens per 2 tot 3 maanden) uitgebracht te worden, gekoppeld aan een standvanzaken-website waarop o.a. alle persberichten, oude nieuwsbrieven, logo’s, regels voor de huisstijl en het fotoarchief zijn terug te vinden. De nieuwsbrief dient vanaf het begin van jaar 1 te worden opgestart, de website dient eind jaar 1 actief te zijn in bescheiden omvang en in jaar 3 in uitgebreide omvang (o.a. fotoarchief gedigitaliseerd). Zie verder hiervoor ook hoofdstuk 6, Organisatie.
4.4.2.4.
Product en promotie voor de cultuurhistorisch geïnteresseerden en buitenlandse specialisten
In de volgende paragrafen wordt ingegaan op de te ontwikkelen producten en promotiemiddelen voor de verschillende belangrijkste doelgroepen. Daarbij zijn de doelgroepen overwegend toebedeeld aan een bepaalde zone of cluster (zie ook hoofdstuk 3). Het zijn voornamelijk de lange afstand wandelaars en fietsers die tijdens hun tocht in principe al deze zones aandoen. Ook groepen en zakelijke toeristen zullen en dienen (vanwege de financiële voordelen) in alle zones te vinden zijn, zij het met minder nadruk in vooral in de kwetsbare natuurdelen van de natuur- en waterzone (cluster Vechtplassen). We starten in deze paragraaf met de eerste belangrijkste doelgroep voor de komende vier jaar: de high interest cultuurhistorisch geïnteresseerden en de buitenlandse specialisten. Product- en promotieontwikkelingsacties Voor deze eerste doelgroep van cultuurhistorische high interests en buitenlandse specialisten dient de cultuurhistorische zone, ten zuiden van de stad Utrecht, in het bijzonder een passend product te gaan bieden. De producten voor de cultuurhistorische high interest groep: In dit gebied is openstelling van de forten van zeer groot belang, zo mogelijk met de mogelijkheid om er vrijelijk overheen te wandelen en er binnen te kijken. De forten hoeven nauwelijks te worden ingericht, in deze zone mogen de verlaten ruimtes tot de verbeelding blijven spreken. Esthetiek is hier ook van groot belang: forten en het verdere liniegebied dienen goed verzorgd te zijn. -
De ontwikkeling van een wandel- en fietsroute door de cultuurhistorische zone die zoveel mogelijk verschillende soorten linie-elementen omvat. Het gebied hoeft slechts in beperkte mate te worden voorzien van informatiepanelen, het moet zoveel mogelijk ongeschonden blijven. Actie in jaar 1 en 2 (zie bij algemene marketingacties)
95
-
-
-
-
-
-
Daaraan gekoppeld de ontwikkeling van een informatieroutegids met diepgaander informatie over de cultuurhistorische aspecten van de linie en opname van de wandel- en fietsroute hierin. Tegelijkertijd ook opname van andere interessante culturele erfgoederen in het liniegebied in de informatieroutegids voor de cultuurhistorische zone. Actie in jaar 1 en 2. De arrangementen die in deze zone voor individuele inschrijving ontwikkeld worden, dienen te bestaan uit gegidste fiets- en wandelrondleidingen die een intensieve cultuurhistorische inhoud te hebben. Hierbij dient afwisselend voor een bepaald onderwerp te worden gekozen, waarop in het bijzonder dieper wordt ingegaan. Zo kan herhalingsbezoek gegenereerd worden. Deze individuele arrangementen dienen tenminste tijdens de Fortenmaand te worden aangeboden en hoeven alleen doorgang te vinden bij voldoende deelname. Actie: zie algemene marketingacties hiervoor. Voor die momenten dat deze gegidste rondleidingen niet (kunnen) plaatsvinden dient er tevens een cultuurhistorische audiotour door het gebied te worden aangeboden. Actie in jaar 2. Daarnaast dienen gegidste themarondwandelingen en - fietstochten ook voor groepen als arrangementsonderdeel te worden aangeboden. Actie zie bij de doelgroep ‘Groepen’. De ontwikkeling van een bescheiden, maar uiterst informatief cultuurhistorisch informatiepunt op tenminste één van de forten in deze zone. Zo mogelijk op fort Honswijk, eventueel tot die tijd op een ander wel toegankelijk fort. In het eerste jaar (in de hoop dat fort Honswijk in jaar 4 toegankelijk wordt) kan dit punt voornamelijk volstaan met de inleidende basisinformatie zoals de linievideo, de linie- informatiedisplay, het tonen van de virtuele inundatie en een aanvullende fototentoonstelling over de vroegere situatie. Het informatiecentrum dient het startpunt te zijn voor zowel gegidste groepsrondleidingen als de individuele wandelingen en audiotours. Actie in jaar 2 t/m 4. Het jaarlijks ontwikkelen van een lezingenprogramma op het gebied van de cultuurhistorische waterlinie, eventueel in samenhang met andere linies, nationaal en internationaal op de forten in dit liniegebied. Actie in jaar 4. Zorgen voor opname van linieonderdelen in algemene cultuurhistorische wandelingen en fietstochten die het liniegebied doorkruisen (ook buiten de cultuurhistorische zone). Actie in jaar 1 t/m 4.
Alle activiteiten en producten binnen de cultuurhistorische zone dienen uiteraard weer te worden opgenomen in de algemene communicatie- en promotiemiddelen van de linie, zoals weergegeven in de vorige paragraaf: o.a. internet, algemene liniebrochure en linieagenda’s. Deze promotiemiddelen dienen op die punten verspreid te worden waar de cultuurhistorisch geïnteresseerden zich regelmatig begeven, o.a. in musea en bij andere cultuurhistorische erfgoederen in Nederland. Maar ook bibliotheken en VVV’s zijn hiervoor goede plaatsen evenals cultuurhistorische verenigingen en interesseclubs. Suggesties voor te ontwikkelen gadgets: - Boeken over de waterlinie, het achterliggende historische verhaal - Luxe liniekalenders met bijzonder foto- en illustratiemateriaal - Informatieve liniefilm op DVD/ videoband of een interactieve liniehistorie-CD-Rom - Bundel linie-autobiografiën en logboekverhalen
96
De producten voor de buitenlandse specialisten Voor de buitenlandse specialisten dienen op aanvraag arrangementen aangeschaft te kunnen worden, die gegidst worden door Nederlandse specialisten op het gebied van: 1. Cultuurhistorie/ militaire historie 2. Waterbouwkunde 3. Bouwkunde/ architectuur Denk wat betreft de arrangementen aan lezingen in combinatie specialistische rondleidingen. Deze arrangementen kunnen qua inhoud exact afgestemd worden op de vraag. Er dienen per vakgebied (3 in totaal) op aanvraag dergelijke groepsarrangementen aangeboden te kunnen worden vanaf jaar 2. Om deze buitenlandse specialisten te benaderen is een nauwe samenwerking met soortgelijke organisaties in Nederland van groot belang. Deze buitenlandse specialisten dienen direct te worden aangeschreven en de Nederlandse zusterorganisaties dienen eveneens goed geïnformeerd te worden over het linieaanbod voor de buitenlandse specialisten, zodat zij als een soort van linie-ambassadeurs richting deze groep kunnen optreden. Actie in jaar 2 en 3. Suggesties voor te ontwikkelen gadgets: - reproducties van oude bouwtekeningen/ bouwplaten e.d. van de linie - Engelstalig boekwerkje dat vakmatig zeer diep ingaat op de drie interessegebieden.
4.4.2.3. De korte afstand fietsers en wandelaars Fietsen en wandelen in de intensieve liniezone rond Utrecht stad Het intensieve liniegebied rond Utrecht dient in het bijzonder te worden ingericht voor korte afstandfietsers en wandelaars vanuit de stad Utrecht: - Dit gebied dient met een nog grotere intensiteit dan de andere zones te worden voorzien van de basis gemaksvoorzieningen als bankjes en horecafaciliteiten. Daar het grotendeels al recreatiegebied is, wordt hieraan al redelijk voldaan. Voor de herkenbaarheid van het liniegebied dienen deze basisvoorzieningen in het gebied wel zoveel mogelijk in liniehuisstijl ontwikkeld of aangepast te worden. Actie in jaar 3 en 4. - Voor deze doelgroep dient dit intensieve liniegebied voorzien te worden van twee thematische liniefietsrondes die op elkaar aansluiten en enkele wandelrondes die eveneens in elkaar vastgrijpen. Tijdens deze rondes die vanuit Utrecht gestart en geeindigd kunnen worden, wordt licht en op aantrekkelijke wijze ingegaan op de geschiedenis en werking van de linie en de bijzondere natuurwaarden: alles wat in de andere zones in diepgaande vorm aan bod komt, komt in deze route in lichte vorm en rijk geïllustreerd aan bod. Eén van de wandelroutes moet een vermakelijke speurroute worden. Actie in jaar 1 en 2. - Deze subgroep van dagrecreanten uit de stad Utrecht afkomstig bestaat deels zeker ook uit vertierzoekers: er moet onderweg wat te zien of te beleven zijn. Dat betekent dat er op enkele forten en eventueel andere linieelementen op deze route ook activiteiten voor deze groep ontwikkeld moeten worden. Dit in het bijzonder in de weekenden van de zomermaanden juni t/m september. Een minimale activiteit daarbij is toegang tot het fortterrein. Verder kan dit uitgebreid worden door een (lichte) rondleiding op een fort, het op eigen gelegenheid een fort kunnen bekijken (eventueel alleen vanuit een uitkijktoren) en zo mogelijk meer lichte vermaaksactiviteiten. Het toeristisch-recreatief projectbureau dient de forten in deze zone hiertoe vanaf jaar 1 te stimuleren. Daarbij gaat het in het
97
bijzonder om die forten waarvan een toekomstige (en evt. al huidige) publieke functie in de toekomstvisie (hoofdstuk 3) staat vermeld. De overige zones - In de overige zones dient steeds een thematische fiets- en wandelronde te worden uitgezet, aansluitend bij het thema van de zone: natuur, cultuurhistorie en kunst/cultuur. Alleen in de groene verblijfszone dient uiteindelijk wederom een uitgebreider netwerk van fiets- en wandelroutes te ontstaan, eventueel gecombineerd met reeds bestaande routes. Dit vindt echter pas plaats na de eerste vier jaar. Bij de ontwikkeling van de nieuwe routes kan wellicht voortgeborduurd worden op bestaande linie-fiets- en wandelrondes. Met de eerste fiets- en wandelronde die worden uitgezet dient dit echter wel in gedachte te worden gehouden. De routes dienen steeds te starten en eindigen vanaf goed bereikbare en communiceerbare punten (o.a. treinstations). De doelgroep voor deze route is namelijk niet in de eerste plaats de groep van direct omwonenden maar de groep van specifiek geïnteresseerden in dit onderwerp. Zij komen dus van verder weg met veelal als vervoersmiddel openbaar vervoer of de auto. - Eerst dienen de nieuwe routes alleen schriftelijk maar in een later stadium ook bewegwijzerd en bebord te worden. Hiervoor dient in jaar 2 per zone een eenvoudig, compact routeboekje of routeblad te verschijnen. - Ook dienen er langs deze routes basisvoorzieningen als rustbankjes in linie-huisstijl te worden geplaatst in jaar 3 en 4. Bij de verschillende doelgroepen die binnen dit hoofstuk worden behandeld, wordt nog op de fiets- en wandelroutes teruggekomen. NS-wandel- en fietsroutes Ook dient contact gezocht te worden met de NS om NS-wandel- en fietsroutes door het liniegebied te ontwikkelen. Hierbij dient gericht te worden op uiteindelijk een NS-wandeling en fietstocht naar thema in iedere zone. Minimaal dient er echter in jaar 3 één NSliniewandeling en één NS- liniefietstocht te bestaan. Nieuw fiets- en wandelevenement Tijdens de Fortenmaand in september dient er jaarlijks een linie fiets- en wandelevenement rond steeds een ander thema georganiseerd te worden, waaraan individueel kan worden deelgenomen. De fiets- en wandelroute kunnen de standaard thematische routes of delen van de lange-afstandsroute zijn, die op deze wijze nog eens extra worden gepromoot. Maar het kan ook een GPS-route worden die voor dit evenement speciaal wordt ontwikkeld en daarna ook als tijdloze route kan worden aangeboden. Langs de route en of de forten die men onderweg tegenkomt, dienen tijdens het evenement extra activiteiten en allerhande bijzonderheden plaats te vinden. Actie in jaar 3 en 4 Bestaande fiets- en wandelevenementen als de Landelijke fietsdag Er dient zoveel mogelijk aansluiting gezocht te worden bij reeds bestaande fiets- en wandelevenementen. Zo dienen forten o.a. onderdeel van fietstochten tijdens de Landelijke fietsdag te worden. Actie jaar 1 t/m 4. Inzet van promotiemiddelen - Opname van de thematische fiets- en wandelroutes en de nu reeds bestaande fiets- en wandelroutes kort in de algemene promotiemiddelen voor de linie, onder andere in de NHW-brochure en op de website. Actie jaar 1 t/m 4.
98
-
Alle thematische routebeschrijvingen dient men vanaf de website te kunnen downloaden/ printen. Actie in jaar 3 en 4 Per zonethema dient men die fiets- en wandelroute nog in het bijzonder te promoten onder de belangrijkste doelgroep(en) van die zone. Het Linie- fiets- en wandelevenement o.a. promoten via de Fortenmaandbrochure en – website en in de algemene promotiemiddelen zoals de linieagenda, website, etc.
Suggesties voor te ontwikkelen gadgets: - algemene aandenkens aan de linie van bescheiden formaat (het moet mee kunnen op de fiets of tijdens het wandelen) die vooral ook stimuleren om meer van de linie te gaan zien. Denk hierbij aan een set dubbele ansichtkaarten met liniewandelroutes, gecombineerd met een mooie ansichtkaart met liniefoto (nu al SBB een aantal) en kortingsbonnenboekjes voor de linie (horeca/ toegang forten/ deelname rondleidingen). Ook meer thematische zaken kunnen worden ontwikkeld zoals liniekijkers en natuurgidsjes/ informatiebladen voor in de natuurzone.
2. De lange afstand wandelaars en fietsers De lange afstand fiets- en wandelroute dienen het verbindende toeristisch-recreatieve element binnen de linie te zijn (zie ook hiervoor). Deze lange afstandroutes kunnen en moge n zeer zeker deels samenvallen met de thematische routes per zone. Door de aangebrachte zonering ontstaat een steeds wisselend activiteitenaanbod en door vergrote openstelling van forten in de verschillende zones onstaat een steeds attractievere fiets- en wandelroute. Productontwikkelingsacties: - Aan de LAW wordt reeds gewerkt om deze te completeren (in jaar 1 of 2 in eerste versie gereed). Van belang is het om hier te benadrukken dat de bebording geheel in liniehuisstijl dient te geschieden! Actie in jaar 1. - De lange afstand fietsroute dient uitgebreid naar de gehele linie (nu alleen het Utrechtse deel) en vernieuwd (aantrekkelijker routes), met bewegwijzering in liniestijl. Zowel wandel- als fietsroute dienen meer door het aantrekkelijke liniegebied te lopen. Actie in jaar 1 t/m 3 - De LA-routes moeten op meerdere plekken aansluiting vinden op treinstations. Daarvoor dient de route doorgetrokken te worden en te worden bewegwijzerd vanaf o.a. Amsterdam CS, Utrecht CS (tussenstation) en Breda CS (en wellicht nog enkele tussenstations extra). Zo wordt een begin- en eindpunt altijd helder communiceerbaar en wordt de mogelijkheid geboden met de trein aan te komen en ook de terugreis te aanvaarden, na een enkele of retourreis op de fiets of te voet langs de linie. Actie in jaar 1 t/m 3 - Op deze treinstations dienen eveneens algemene linie- informatieborden te worden geplaatst met daarop o.a. de LA-routes aangegeven. Actie in jaar 2 en 3 - Er dienen een tweetal aantrekkelijke alternatieve (cultuurhistorische/ natuur-) retourroutes aangeboden te worden die ervoor moeten zorgen dat de route een cirkel wordt. Deze hoeven qua inhoud weinig of niks met de waterlinie van doen te hebben, maar dienen wel eveneens door een cultuurhistorisch en natuurlijk aantrekkelijk landschap te gaan. Er dient een retourroute ten westen en een retourroute ten oosten van de linie ontwikkeld te worden, waarbij wellicht aansluiting kan worden gevonden bij andere lange afstandroutes. Actie in jaar 3 - Er dient voor de LA- fietsroute een nieuwe informatieve routegids komen. Actie in jaar 3.
99
-
Op geregelde afstand van elkaar dienen er langs de lange afstandroutes overnachtingsforten te komen met een basiscomfort als verwarming, opfrismogelijkheden en een goed bed (zie ook hoofdstuk 3). De overnachtingsmoge lijkheid zoals deze er nu bijvoorbeeld op fort Vuren te vinden heeft een te laag comfort voor het grootste deel van deze lange afstand afleggende doelgroep die veelal uit 50+ers bestaat die iets meer comfort willen met tenminste verwarming. Aan het ontwikkelen van deze extra overnachtingsmogelijkheden dient in de eerste vier jaar al een start gemaakt te worden. Het toeristisch-recreatief projectbureau dient hierin de forten te stimuleren.
Arrangementsontwikkeling - Ontwikkeling van meerdaagse fiets- en wandelarrangementen met individuele inschrijving langs de linie. Deze meerdaagse arrangementen langs de linie dienen in ieder geval tijdens de Fortenmaand te worden aangeboden. Dit naast het eendaagse fiets- en wandelevenement. Jaar 2 t/m 4 (4 arrangementen per jaar) - Actieve benadering touroperators om in zoveel mogelijk arrangementen de linie als onderdeel opgenomen te krijgen of dat zij zelfs complete linie-arrangementen/ -vakanties gaan ontwikkelen met individuele inschrijving. Actie in jaar 1 t/m 4 Inzet van promotiemiddelen Wederom: opname routes kort in de algemene promotiemiddelen voor de linie, onder andere in de NHW-brochure en op de website. De lange afstandsroutes kan men in routeboekvorm verkrijgen. Suggesties voor te ontwikkelen gadgets: - Een stempelkaart voor de linie, met een aantal stempelpunten langs de linie. Bij het voltooien van de tocht in noordelijke of zuidelijke richting kan dan een leuke herinnering aan de tocht worden opgehaald (stempelkaart in combinatie met de routeboekjes te koop aanbieden) - Kortingsbonnenboekje voor horecagelegenheden die men onderweg tegenkomt - Gadgets zoals genoemd bij de korte afstand fietsers en wandelaars
4.4.2.4. kinderen in school- en gezinsverband Algemeen te ontwikkelen kinderproducten binnen de linie: Voor de doelgroep kinderen in school- en gezinsverband dienen met nadruk binnen de intensieve zone, maar ook in de groene verblijfszone aantrekkelijk producten en diensten ontwikkeld te worden. Zelf doen en beleven/ ervaren, met een educatief tintje staan hierbij voorop. Alle voor publiek geopende forten binnen de intensieve zone in en rond de stad Utrecht en in de groene verblijfszone dienen tenminste enkele kinderactiviteiten in hun pakket te hebben. In de verdere toekomst (10 jaar) zullen de kinderactiviteiten in de intensieve zone verder voornamelijk geconcentreerd worden op één kinderfort (zie hoofdstuk 3). Basisproducten voor kinderen: - Er dient een kinderversie te komen van de film over de waterlinie, die op alle forten kan worden gebruikt. Actie in jaar 3 - Er dienen educatieve lespakketten/ leskisten ontwikkeld te worden die op ieder fort inzetbaar zijn. (Actie zie hierboven bij acties t.b.v. naamsbekendheid en imago)
100
-
-
De forten in de intensieve zone, maar ook in de andere zones dienen door het toeristischrecreatief projectbureau zoveel mogelijk gestimuleerd te worden om vooral tijdens schoolvakanties, maar ook in de overige weekenden buiten de winter om kinderactiviteiten in hun programma’s op te nemen. Denk hierbij aan kinderrondleidingen en kinderspeurtochten over het terrein, maar vooral ook in de donkere gangen. Actie in jaar 1 t/m 4 Extra kinderactiviteiten dienen ontwikkeld te worden tijdens de Fortenmaand. Streven is dat over 4 jaar op ieder opengesteld fort tijdens de Fortenmaand tenminste één kinderactiviteit wordt verzorgd. Denk hierbij aan kinder-natuurontdekkingsmiddagen, levend stratego, soldaten terug op het fort, enkele fortruimtes weer ingericht als vroeger (met kinderuitleg), fortschilder- en fotografiecursussen voor kinderen en een twee- of driedaags familie-arrangement voor ouders met kinderen waarbij o.a. wordt overnacht op een fort en rondleidingen op kinderuitlegniveau. Actie in jaar 1 t/m 4
Extra producten voor kinderen in gezinsverband: - Kinderfiets- en wandelroute door het liniegebied van de intensieve zone, liefst al vertrekkende vanuit en eindigend in het kinderfort, met kinderuitleg op informatiepanelen naast gewone lichte cultuurhistorische en natuuruitleg. Deze kinderuitleg zo mogelijk combineren met zelf doe-activiteiten: kinderen kunnen bijvoorbeeld op een bepaald punt door gaten in een informatiebord kijken. Naast die gaten staat welke onderdelen van de linie ze op dat moment zien of welke plant of boom. Actie in jaar 3 en 4 - Op een of twee forten (stimuleren om) de mogelijkheid aanbieden om er kinderfeestjes te kunnen houden. De activiteiten ontwikkeld voor kinderen in gezins- en schoolverband kunnen hierbij worden ingezet. De forten die hiervoor in aanmerking komen zijn in ieder geval fort Vechten en wellicht ook al Lunet IV (kinderfort voor de toekomst). Actie in jaar 1 t/m 4 Extra producten voor kinderen in schoolverband: - educatieve en tegelijkertijd vermakelijke lespakketten (eventueel op CD-Rom) als voorbereiding op/ inclusief een bezoek aan de linie, eventueel ook gekoppeld aan een linietekenwedstrijd met leuke prijzen. Actie in jaar 2 - speciaal ontwikkelende kant-en-klare schoolreisarrangementen, bestaande uit onder ander de hiervoor genoemde kinderactiviteiten en eenvoudige, interactieve schriftelijke informatie (raadsels oplossen e.d.). Deze arrangementen dienen aan te sluiten op de lespakketten. Actie: ontwikkeling 2 arrangementen in jaar 2 Promotie rond de productonwikkeling voor kinderen - De activiteiten voor kinderen in gezinsverband dienen steeds als apart onderdeel opgenomen te worden in de algemene liniepromotiemiddelen, bijvoorbeeld onder de naam ‘De kinderlinie’. In deze algemene promotiemiddelen hoeft het productaanbod voor kinderen in schoolverband alleen slechts kort te worden aangestipt. - Ten aanzien van kinderen in schoolverband dienen basisscholen in Nederland jaarlijks een aantrekkelijke mailing met voorbeeldlespakket en schoolreis-arrangementsaanbiedingen te krijgen. Hierbij kan eerst gestart worden met een verspreiding van deze mailingen in gebieden met een afstand tot 50 km van de linie (jaar 3 en 4). - Daarnaast is het van groot belang dat het (bij sommige forten als vrij uitgebreid, o.a. Blauwkapel, de Bilt, Vechten en Rijnauwen) bestaande kinderproduct breder gecommuniceerd gaat worden.
101
Suggesties voor te ontwikkelen gadgets: - PC-liniespel - Linie bordspel - Linie stripboek - Linie kleurplaten - Linie ontdekkingsdoos - Linie verzamelalbum met plaatjes of stickers - Linie soldaatjes en miniatuurforten
4.4.2.5. kunst/ cultuurliefhebbers (high en medium interest) ‘Cultuur op historische grond’ Voor deze groep dient productontwikkeling plaats te vinden in de Kunst en cultuurzone (zie hoofdstuk 3). In deze zone is als hoofdtrekker Fort Asperen gelegen, dat reeds jaarlijks een evenement/ expositie op dit gebied ten uitvoer brengt. Actie voor jaar 1 t/m 4: Fort Asperen moet de komende vier jaar ondersteund blijven als belangrijkste kunst/cultuurfort binnen de linie en deze zone. De jaarlijkse evenementen mogen nog steviger worden neergezet en uitgebouwd naar een breder pub liek. De andere forten, glasstad Leerdam maar zeker ook het daar omheen gelegen linielandschap in deze zone dienen vanaf jaar 2 t/m 4 zoveel waar mogelijk betrokken te worden in de kunst/ cultuuractiviteiten van fort Asperen. Het jaarlijkse culturele programma dient breder getrokken te worden zoals dit ook in 2001 werd gedaan (meer forten, meer plaatsen). Er dient een actief overleg te komen aan het begin van het opstarten van het nieuwe evenement, zodat de andere forten binnen de zone met aansluitende activiteiten kunnen aanhaken. Linie kunstruiterroute Ook in deze zone dient een routestructuur te worden uitgezet, zoals in de andere zones. De kunst- en cultuurzone van de Waterlinie dient echter iets bijzonders en daadwerkelijk cultureel vernieuwends in huis te krijgen. Hiervoor is reeds een idee ontwikkeld in opdracht van o.a. de provincie Gelderland en de KNHS: een kunstruiterroute. De kunst- en cultuurzone leent zich uitstekend voor een dergelijke kunstruiterroute. Daarbij dient deze ruiterroute wel te worden vergezeld van een wandel- en fietsroute, die langs deze ruiterroute gaat en naar een zichtheuvel met uitkijk op deze route. De kunstruiterroute dient bij de start van jaar 4 gereed te zijn en dient een toepassing te zijn van het kunstruiterrouteidee zoals dit door de provincie Gelderland is ontwikkeld: er wordt hierbij geen kunst langs de route geplaatst, maar de route is zelf kunst. Dit kan o.a. door een bijzondere ritmische beplanting en door met paden en beplanting een figuur (een tekening gerelateerd aan de Waterlinie) in een deel van het parcours aan te brengen: de paarden manoeuvreertuin. Deze landschappelijke tekening kan vanaf een zichtheuvel door toeschouwers worden bekeken, terwijl deze in gebruik en in beweging is door ruiters en koetsiers die over het parcours gaan. Linie-elementen dienen een belangrijk onderdeel van dit parcours te gaan vormen. Wat betreft de kunstruiterroute worden twee vliegen in één klap geslagen: er komt een aantrekkelijke ruiterroute voor (o.a. kunstminnende) ruiters en koetsiers in dit gebied (er is een groot tekort aan aantrekkelijke ruiterroutes in het randstedelijk gebied en tegelijkertijd een groeiende belangstelling voor de ruitersport) en voor de kunst geïnteresseerden komt er een unieke uiting van kunst, waarbij zij dus vanaf een zichtheuvel dit kunstvoorwerp in beweging kunnen aanschouwen en erlangs kunnen wandelen en fietsen.
102
De ruiterroute dient in ieder geval fort Asperen te doorkruisen en Culemborg aan te doen. Culemborg dient deel van de route uit te maken vanwege o.a. de treinverbinding en de verbinding met de daarboven gelegen cultuurhistorische zone. Ook is een aanrijdroute vanaf het inundatiekanaal in Tiel te overwegen. Iedere drie jaar dient de kunstruiterroute op creatieve wijze te worden vernieuwd, om herhalingsbezoek te genereren. Een eerste stap richting de Kunstruiterroute is een onderzoek naar de exacte plaats waar en hoe de ruiterroute exact uitgevoerd kan worden en of hiervoor gronden en gelden beschikbaar kunnen komen. In jaar 2 of 3 kan dan begonnen worden aan de daadwerkelijke uitvoering. - Deze kunstruiterroute dient uiteindelijk opgenomen te worden in een Linie Kunstroutegids (een boekwerkje met uitleg over de gedachte achter de kunst en eventuele kunstvoorwerpen en een routekaart). Actie in jaar 4 Meer aandacht voor de podiumkunsten - Om een diverser cultuuraanbod in de zone te creëren dient er meer aandacht besteed te worden aan de podiumkunsten als muziek, toneel, (cult)film en dans. Actie in jaar 1 t/m 4: het door het toeristisch-recreatief marketingbureau stimuleren van organisatie van uitvoering van podiumkunsten op de forten en rond overige linieelementen in de kunst- en cultuurzone. - Ten tijde van de jaarlijkse Fortenmaand in ieder geval zorgen voor een tweetal uitvoeringen op podiumkunstgebied op een van de forten of op/ rond overige linieelementen in dit gebied, liefst op een andere plek dan het toch al actieve Fort Asperen. Actie in jaar 2 t/m 4. Het aantrekken van bestaande festivals en evenementen Het is relatief eenvoudig en goedkoop om bestaande culturele festivals en evenementen of nieuwe evenementen die nog zoekende zijn naar een locatie, aan te trekken in deze zone. Hiervoor dient een actief wervingsbeleid te worden opgezet, wat al kan resulteren in een eerste festival of evenement in de komende drie jaar. Naar dit eerste van buitenaf aangetrokken festival of evenement wordt in ieder geval voor het einde van jaar 3 gestreefd. Actie jaar 1 t/m 3. Arrangementen - Ontwikkeling van een tweetal culturele arrangementen voor groepen waarbij bijvoorbeeld een kunstcursus gecombineerd kan worden met een bezoek aan het evenement/de expositie op fort Asperen en het wandelen van de kunstruiterroute met een kunstenaar/gids. Voor actie: zie doelgroep ‘Groepen’ hierna. - Tijdens de Fortenmaand dient een jaarlijks wisselend meerdaags arrangement met individuele inschrijving geboden te worden, waarbij een combinatie wordt gemaakt tussen de cultuurzone en de er omheen gelegen groene verblijfszone (voor verblijf). Hierbij dienen vooral kunstzinnige activiteiten als onderdeel te worden opgenomen. Voor actie: zie algemene marketingacties hiervoor. Kunstwedstrijd Groepsschuilplaatsen en andere elementen zou je in de cultuurzone tot kunst kunnen gaan verheffen, bijvoorbeeld door ze te steken in een nieuw jasje. In jaar 3 dient er een wedstrijd te worden uitgeschreven voor kunstenaars om ideeën voor deze metamorfose aan te dragen. Hierbij dienen de linie-elementen uiteraard niet onherstelbaar beschadigd te raken. De winnaars kunnen in jaar 4 dan wellicht hun idee ten uitvoer brengen. In ieder geval kan er een expositie van worden gemaakt.
103
Stimulering kunst- en cultuuractiviteiten op de forten In de komende 4 jaar dienen activiteiten en functieontwikkelingen die ertoe leiden dat deze zone verder uitgebouwd wordt tot kunst- en cultuurzone te worden ondersteund door het toeristisch-recreatief marketingbureau. Ook zijn dergelijke nieuwe functie-ontwikkelingen, zij het op bescheidener schaal, gewenst in de intensieve zone. Mogelijke activiteiten en functies die in deze zone mogelijk moeten worden en tevens gestimuleerd moeten worden zijn o.a.: - Ambachts- en kunstenaarsfort - sculpturenlandschap op het fortterrein - kunstcursussen op de forten - actieve samenwerking met Leerdam, glasstad aan de linierand gelegen Zo wordt het begin gemaakt met een kunst- en cultuurzone die uiteindelijk over 10 jaar dient te zijn uitgegroeid tot dé plek in Nederland voor kunst- en cultuurbeleving is een schitterend decor van natuur en cultuurhistorie. Promotie van de productonwikkeling - Alle kunst- en cultuuractiviteiten uit deze zone dienen jaarlijks te worden opgenomen in de algemene activiteitenagenda’s en in de algemene liniepromotiemiddelen, o.a. de liniewebsite. - Losse grotere evenementen dienen hun eigen promotieuitingen daarnaast te krijgen. - Met de doelgroepmedia (kunst/cultuur) dient intensief gecommuniceerd te worden over de productontwikkeling. Suggesties voor te ontwikkelen gadgets: - Bijzonder fotografieboek over de linie - Dichtbundel met liniegedichten of posters met liniegedicht of - gedachte - Bijzonder vormgegeven/ toegepaste kunstobjecten gerelateerd aan de linie (designglaswerk Leerdam met website-adres linie erop e.d.)
4.4.2.9.
groepen (senioren, verenigingen en bedrijven)
Binnen het marketingplan voor de komende vier jaar richten we ons in de eerste plaats op groepen vanaf 20 personen en op de bedrijfsuitjes, partnerprogramma’s (partners van congresgangers), senioren- en verenigingsuitjes. Actiepunten op het gebied van productontwikkeling: - het aanbieden van complete kant-en-klare groepsarrangementen. Deze arrangementen dienen voornamelijk ontwikkeld te worden in de actieve zone rond Utrecht. Voor de intensieve zone dienen aan het einde van jaar 2 een achttal arrangementen ontwikkeld te worden (4 voor bedrijfsuitjes en 4 voor de overige groepen). Daarnaast dient in jaar 4 per andere zone een tweetal thema-arrangementen ontwikkeld te zijn rond het zone-thema (zie ook bij andere hier behandelde doelgroepen). - Het aanbieden van losse deelproducten voor het zelf samenstellen van arrangementen. Deze kunnen al bestaan uit de onderdelen van de kant-en-klare groepsarrangement, daarnaast dienen aan het einde van jaar 2 nog acht unieke deelproducten te zijn ontwikkeld. - Aansluiting zoeken bij bestaande arrangementen in de omgeving van de linie en nieuwe arrangementcombinaties ontwikkelen met attracties en activiteiten in de omgeving van de
104
-
linie. Hiervoor dient uitgezocht te worden welke interessante combinaties mogelijk zijn en vervolgens contact gezocht te worden met de betreffende externe partijen. Uiteindelijk ontstaan hier dus arrangementen uit die breder gaan dan de NHW. Een cultuurhistorisch arrangement rond het thema water kan een bezoek aan watermolen, de werven van de stad Utrecht en een bezoek aan een waterliniefort combineren. Er dienen binnen in jaar 2 tenminste 5 combinatie-arrangementen gerealiseerd te zijn en jaar 4 in totaal 10.. Zorg voor goede bereikbaarheid voor bussen naar de startpunten van de arrangementen en communiceer duidelijk naar bustouroperators hoe zij bij deze startpunten kunnen komen en waar mogelijkheden zijn om voor langere te parkeren. Deze bereikbaarheidsinformatie dient vanaf jaar 1 in de groepsarrangementenbrochure te worden opgenomen.
Promotionele acties rond de groepsmarkt: - Alle reeds bestaande groepsactiviteiten op de verschillende forten en overige linieelementen en de nieuw ontwikkelde arrangementen en deelproducten dienen vanaf jaar 1 te worden samengebracht in een Nieuwe Hollandse Waterlinie groepsarrangementenbrochure. Deze brochure dient te verschijnen aan het begin van ieder jaar te verschijnen en dient breed verspreid te worden in Nederland (denk hierbij aan een informatiemapjes waarbij jaarlijks het nieuwe arrangementenprogramma op Liniebriefpapier kan worden ingevoegd). Actie in jaar 1 t/m 4. - Tot jaar 3 steeds op low-budget wijze melding maken van nieuwe arrangementen en deelproducten in de media via persberichten en plaatsing op de website en door het toesturen van de arrangementenbrochures richting de belangrijkste afnemers (touroperators en VVV’s). - In jaar 3 dient een promotiecampagne rond de groepsarrangementen opgestart te worden. De promotiecampagne dient onder andere te bestaan uit een bustouroperatordag, het persoonlijk benaderen van belangrijke bustouroperators, mailingen naar niet alleen bustouroperators en VVV-A kantoren, maar ook breed naar bedrijven en verenigingen, deelname aan beurzen gericht op de groepsmarkt en deelname in de VVV dagarrangementengids. - In jaar 1 t/m 4 dienen de groepsarrangementen bovendien kort te worden opgenomen in de algemene linie-promotiemiddelen met een verwijzing naar/ bestelmogelijkheid van de groepsarrangementenbrochure. De markt van feesten en partijen - Deze markt is uiterst lucratief voor de forten. Het kan flinke financiële middelen genereren die weer kunnen worden ingezet voor bijvoorbeeld restauratie en onderhoud van het fort. Het toeristisch-recreatief projectbureau dient de forten dan ook te stimuleren tot het aanbieden van accommodatie voor feesten op het fort. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door he t organiseren van een bijeenkomst/ cursus over hoe een fort in de nabije toekomst (verantwoord) geschikt gemaakt kan worden maken voor feesten en partijen (basisvoorzieningen) en wat de exacte voordelen ervan zijn. In het bijzonder de forten in de intensieve zone kunnen deze feestfunctie gaan aanbieden. Actie jaar 1 t/m 4 - Alle mogelijkheden langs de linie voor het houden van feesten en partijen dienen te worden ondergebracht in de groepsarrangementenbrochure en daarnaast gecommuniceerd te worden via de algemene liniepromotiemiddelen. Suggesties voor te ontwikkelen gadgets: - afhankelijk van de soort groep als genoemde gadgets bij voorgaande doelgroepen.
105
4.4.2.10.
Zakelijke toeristen (congressen, cursussen e.d.)
Fort Voordorp nabij de stad Utrecht is het enige fort dat nu daadwerkelijk een hoogwaardig product voor deze markt aanbiedt, zij het in de hoge prijsklasse. Het omturnen van een fort tot een dergelijk hoogwaardig product brengt enorme investeringen met zich mee. Eenvoudiger is het voor forten om zich te richten op het midden prijsklasse-segment die vrij eenvoudig, maar in een unieke omgeving wil vergaderen. Er liggen vooral in de intensieve zone rond Utrecht goede mogelijkheden voor het aanpassen van fortruimtes voor gebruik voor dit deel van de zakelijke markt. Maar zeker ook forten gelegen op landschappelijk bijzonder aantrekkelijke locaties liggen hier goede mogelijkheden voor de nabije toekomst. Deze vergader- en zelfs congreslocaties kunnen overigens al op zeer eenvoudige wijze worden aangeboden door het aanbieden van het fort (of zelfs overige linie-)terrein om daarop een tijdelijke feesttent c.q. congresruimte neer te zetten. Alleen nutsvoorzieningen zijn dan een basisnoodzaak. Acties t.a.v. productontwikkeling en promotie: - Stimulering om op forten te komen tot aanbod voor het midden- en lagere segment. Dit o.a. door het geven van een combinatiecursus voor forteigenaren om te komen tot een productaanbod voor de zakelijke markt en voor de markt van feesten en partijen. Maar bijvoorbeeld ook door op de linievoortgangs-website het verhaal van een fort te vertellen dat deze ontwikkeling nu doormaakt of al heeft doorgemaakt. Actie in jaar 1 t/m 4. - Voor de zakelijke markt combinatie-arrangementen ontwikkelen voor vergaderen en een actief linie- ontmoetingsprogramma. Actie in jaar 2 - Inventariseren van de huidige mogelijkheden voor de zakelijke markt langs de linie en samenbrengen in een aparte informatiemap voor zakelijke toeristen. Ook de combinatiemogelijkheden hierin weergeven en de mogelijkheden voor partnerprogramma’s. Actie in jaar 2, daarna jaarlijks aanvullen met nieuwe mogelijkheden - Distributie jaarlijks van de informatiemap op plekken waar zakelijk toeristen in het bijzonder bereikt worden. Denk daarbij o.a. aan het Nederlandse en de provinciale congresbureau’s, aan cursusorganisatiebureau’s en aan bedrijven en organisaties als overheidsinstellingen in een afstand tot 30 km van de linie. Actie in jaar 2 t/m 4 - Alle mogelijkheden voor de zakelijke markt ook kort opnemen in de algemene promotiemiddelen van de linie, met een verwijzing naar/ mogelijkheid tot het aanvragen van de infomap zakelijke markt. Suggesties voor te ontwikkelen gadgets: - Linieschrijfblokken en pennen - Eenvoudige en luxe linie-relatiegeschenken
4.4.2.11.
Voorbereidende acties
In de voorgaande paragrafen hebben we de belangrijkste gestelde doelgroepen besproken en de producten en promotiemiddelen die we voor hen de komende vier jaar dienen te ontwikkelen. Hiernaast moeten de komende vier jaar de ontwikkelingen die gepland staan voor de verdere toekomst al deels worden voorbereid. In deze paragraaf worden een aantal belangrijke
106
voorbereidende acties voor de komende vier jaar besproken voor andere dan de 6 belangrijkse gestelde doelgroepen. De buitenlandse groepsmarkt Een van de gestelde belangrijkste doelgroepen voor de komende drie jaar is de groep van buitenlandse specialisten. De linie biedt momenteel echter voor buitenlandse groepen, licht tot wat zwaarder cultuurhistorisch geïnteresseerd nog te weinig voor een uitgebreid bezoek aan de linie. Echter als klein onderdeel in het gehele bezoek aan Nederland, kan een bezoek aan een van de forten wel degelijk interessant zijn voor deze buitenlandse markt. - Het is van belang de eerste vier jaar al wel te zorgen voor opname van een linieonderdeel in zoveel mogelijk lichte tot zwaardere cultuurhistorische Holland groepsarrangementen voor de buitenlandse markt. Aan het einde van jaar 2 dienen tenminste 10 groepen een fort of ander linie-element in hun Holland-tour te hebben zitten. Aan het einde van jaar 4 tenminste 30 groepen. - Door de ontwikkeling van de algemene waterliniebrochure in zowel Nederlands als Engels, kan aan deze groep in ieder geval een minimale basisinformatie gegeven worden. - Er is reeds een Engelstalige versie van de korte versie van de Waterliniefilm. Deze dient in voldoende mate gekopieerd en verspreid te worden onder de forten die al buitenlandse toeristen ontvangen. Ook de informatiepunten in het waterliniegebied, die video’s kunnen draaien, dienen van deze film voorzien te worden. - Daarnaast dient de verwantschap van de geschiedenis van verschillende Europese landen met de NHW te worden onderzocht, zodat de linie extra aantrekkingskracht krijgt voor de buitenlanders. Het linie-informatiecentrum Op Fort Vechten wordt het linie- informatiecentrum gevestigd. In de komende vier jaar dient hier bij de verdere productontwikkeling rekening gehouden te worden. Zo dient fort Vechten aangedaan te worden bij nieuw te ontwikkelen wandel- en fietsroutes in de intensieve zone. Daarnaast dienen al voorbereidende acties te worden ondernomen voor de toekomstige inhoud van het informatiecentrum. Er dient een ideeën genererende bijeenkomst voor worden gehouden en er moet gespit worden of overleg gepleegd worden met zij die spitten in de archieven van de linie (o.a. bij de Stichting Menno van Coehoorn). De informatie uit de archieven moet in jaar 3 en 4 in een bestand worden samengebracht, samen met de mogelijke toepassing ervan in het toekomstige liniecentrum. Zo ligt er een stevige basis voor het te starten project rond het informatiecentrum zoals aangegeven in hoofdstuk 5. De doelgroepen skeeleraars en ruiters Voor deze doelgroepen geldt dat er tijdens de eerste vier jaar van de uitvoering van het marketingactieplan al de nodige voorbereidingen moeten worden getroffen. Dit mede omdat de te ontwikkelen producten voor deze groepen in grote mate invloed hebben op en samenhangen met de ontwikkeling van de routestructuur door het liniegebied in het algemeen. Over de lengte van de gehele linie dient over 10 jaar een langzame, meerbaanse recreatieroutestructuur te lopen waarlangs zowel fietsers, wandelaars, skeeleraars als ruiters een meerdaagse tocht kunnen afleggen, overnachtend in forten, van eenvoudig tot vrij luxueus, op het kampeerterrein van de forten of bijvoorbeeld in een groepsschuilplaats die is omgebouwd tot trekkershut. Daarbij dient iedere baan zo goed mogelijk aan te sluiten bij de wensen van die gebruiker. Zo kan het ruiterpad een struinpad worden, waar beekjes doorwaad moeten worden en woeste natuurgebieden doorkruist, verharde paden liever niet. Het fietspad dient zoveel mogelijk los te liggen van dit ruiterpad, maar af en toe zicht op de ruiters en koetsiers is wel een leuke bijkomstige attractie.
107
Daar waar de eerste vier jaar de aandacht op de eerste plaats uitgaat naar de ontwikkeling van de fiets- en wandelroutes, dient de toekomstige ontwikkeling van een lange afstandroute voor deze andere vervoersvormen uitdrukkelijk meegenomen te worden. Het is daarom zaak om al in jaar 1 en 2 te starten met de opzet van een globaal productontwikkelingsplan langs de linie voor de doelgroepen skeeleraars en ruiters, dat als leidraad kan fungeren bij de ontwikkeling van de fiets- en wandelroutes in latere combinatie met skeeler- en ruiterroutes. Ook is de ontwikkeling van de ruiterpaden van belang bij de aan te leggen recreatietransferia. Hier moeten dadelijk bijvoorbeeld ook wagens met paardentrailers terecht kunnen. Daarnaast dienen de huidige toeristische mogelijkheden voor ruiters en skeeleraars langs de linie apart vanaf jaar 1 vermeld te worden in de algemene promotionele liniemiddelen, zoals de website en liniebrochure. De doelgroep watersporters Hoewel watersporters pas op de langere termijn (na de eerste vier jaar) bediend kunnen gaan worden met een voldoende goed product, is het wel zaak om in jaar 1 en 2 van de uitvoering van het actieplan de opzet te maken van een globaal ontwikkelingsplan voor het waterrecreatieproduct binnen de linie. Dit mede ook omdat de wandel- en fietsroutestructuur dient aan te sluiten op watersporttransferia van de toekomst (aanlegplaatsen voor boten en van waaraf met andere vervoermiddelen de via het water ontoegankelijk liniedelen verder ontdekt kunnen worden). Een waterrecreatieplan dat vervolgens in jaar 5 en 6 daadwerkelijk uitgevoerd kan gaan worden (evt. langere doorlooptijd, afhankelijk van het plan), maar waarbij de uitvoering van andere plannen al rekening is gehouden. Daarnaast is het zaak om in jaar 1 als onderdeel van de inventarisatie van de huidige toeristische mo gelijkheden langs de linie ook de mogelijkheden voor watersporters apart te vermelden in de algemene promotionele liniemiddelen. Liniemeubilair voor fietsers en wandelaars Het is niet realistisch om ervan uit te gaan dat al het liniemeubilair er binnen 4 jaar zal zijn. Dit geldt ook niet voor de perfecte fiets- en wandelroute. Tocht dient er in de eerste vier jaar van het actieplan zoveel mogelijk aan gewerkt te worden om dit in zo groot mogelijke mate te realiseren en een aanzet te zijn om het ook na die 4 jaar te completeren. Bestaande activiteiten voor andere doelgroepen Momenteel zijn er al meerdere activiteiten ontwikkeld of in ontwikkeling voor doelgroepen anders dan de gestelde belangrijkste doelgroepen in dit plan. Deze toeristisch-recreatieve activiteiten krijgen wel degelijk ook hun plek in de algemene promotiemiddelen (zie ook hierboven onder skeeleraars, ruiters en watersporters. Het is daarnaast van belang om de nieuwe productontwikkelingen voor de andere doelgroepen goed in de gaten te houden en zo mogelijk bij te sturen op zo’n wijze dat ze aansluiten bij of zelfs een meerwaarde leveren voor de opgestelde toekomstvisie binnen dit plan.
4.4.2.9 Het belang van de nulmeting Om voor de doelgroepen en de daarop gerichte acties in de komende vier jaar kwantitatieve doelstellingen op te kunnen stellen en te kunnen meten, dient in 2002 als eerste actie een nulmeting plaats te vinden op het gebied van naamsbekendheid, imago en bezoekersaantallen per belangrijkste gestelde doelgroep.
108
Aan te raden is om de vragen voor naamsbekendheid en imago mee te laten lopen in het jaarlijks gehouden Continu Vakantie Onderzoek (CVO). Dit omdat dan per toeristische doelgroep een uitsplitsing kan worden gemaakt in de resultaten. Voor de meting van de bezoekersaantallen is de medewerking van de verschillende forteigenaren en –beheerders van groot belang. Zij dienen gevraagd te worden de gegevens per doelgroep jaarlijks zo goed mogelijk bij te houden. Een keer per jaar ontvangen zij dan een enquête waar zij deze bezoekersgegevens kunnen invullen. Een nulmeting op dit gebied hebben wij reeds in beperkte mate geprobeerd te houden door een aantal extra vragen op te nemen in de jaarlijkse Fortenmaand enquête. Helaas hebben wij te weinig enquêtes teruggekregen om de gegevens als nulmeting te kunnen gebruiken. Wanneer de uitkomsten van de nulmeting bekend zijn, kunnen aan de marketingacties per doelgroep kwantitatieve doelstellingen worden toegekend (actie in jaar 1). Deze metingen op het gebied van naamsbekendheid, imago en bezoekersaantallen per doelgroep dienen vervolgens jaarlijks (jaar 2 t/m 4) herhaald te worden om de marketinginspanningen te kunnen toetsen aan deze gestelde doelstellingen. Zo nodig kan aan de hand van de resultaten het actieplan worden bijgesteld.
109
Bijlage D Literatuurlijst -
-
-
Advies plattelandstoerisme. Raad voor de Openluchtrecreatie Architectuurnota 2001-2004 Ontwerpen aan Nederland. Rijksoverheid, 2000. Beleidskader Nieuwe Hollandse Waterlinie. Stuurgroep NHW Utrecht (2001). Beleidsnotitie van de Utrechtse Fortenstichting (1995). Beleven en doen. Consumenten en recreatie in de groene ruimte. LEI 2000 Burgeradvies NHW. Projectbureau NHW, IPP, 2001. En hoe nu verder. Verslag van het seminar gehouden op 29 oktober 1997 over de toekomst van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Projectbureau Forten, Fort de Bilt Fietsen door de Nieuwe Hollandse Waterlinie, Acht etappes. P. Vesters. Projectbureau Nieuwe Hollandse Waterlinie. Fort geopend! Draaiboek Nationale Fortenmaanden. Gemeente Utrecht, jan. 2002 Fortenmaandbrochures. UBT, 2000, 2001, 2002 - UBT Fortenmaand bezoekersnonderzoek 2000 – UBT, november 2000 Fortenmaand Fortenevaluaties 1999, 2000 en 2001 - UBT Gebiedsverkenning voor het Utrechtse deel van de NHW, Schakeling van de jade en smaragd. Bestuur Regio Utrecht / Provincie Utrecht / Grontmij (1999). Gebiedsvisie NHW-Zuid. Provincies Gelderland, Noord-Brabant en Zuid-Holland, 2002. Geheimen in het groen. Lezingen van het symposium over de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Nov. 1999 Gelderse Culuurnota Belvoir. Provincie Gelderland Groene recreatie in het landelijk gebied. Een strategisch perspectief. Toerisme en Recreatie AVN. Drs. L.J. Wijker, mei 2000. Hollandse Waterlinie, De Forten van Utrecht. Gemeente Utrecht, Dienst RO (1993) De Hollandse Waterlinie. H. Brand en J. Brand (1986) De hotelsector in de Provincie Utrecht; een aanzet tot hotelbeleid. Provincie Utrecht, februari 2000 Informatiebundel over de Agenda 2010. Provincie Utrecht, juli 2002 Jaarverslag 2000, stichting Wandelplatform-LAW. Kansen creëren voor toerisme & recreatie. Toerisme Recreatie Nederland 2001. Kiezen voor recreatie. Ministerie van Landbouw, natuurbeheer en visserij. www.minlnv.nl/thema/groen/recreat/korttgr.htm. Klimatisering van met grond bedekte gebouwen in de Nieuwe Hollandse Waterlinie. TNO, jan. 2002 Natuur voor mensen, mensen voor natuur. Rijksoverheid, 2000. De Nieuwe Hollandse Waterlinie op een rijtje. Een beknopt overzicht van 55 verdedigingswerken van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. P. Braaksma. Projectbureau Nieuwe Hollandse Waterlinie, sept. 2001 Nog even en het is hier niet meer kil, klam en vochtig! De klimatisering van reservebatterij H, op het Fort bij Vechten. St. Werk aan de Linie, Martin Vastenhoud, Christine Naaijen, januari 2002. Nota Belvedere. Rijksoverheid, 1999 Ontwerp 5e Nota Ruimtelijke Ordening. Rijksoverheid, 2001. Ontwikkelingsplan voor het deel van de NHW in de Provincie Utrecht. Prov. Utrecht/LNV, 1989 Over de linie genomen. Denklijn in beelden. Projectbureau Nieuwe Hollandse Waterlinie, juli 2001.
110
-
Panorama Krayenhoff. Voorontwerp – Ruimtelijk perspectief Nieuwe Hollandse Waterlinie. Projectstudie wandelroute Nieuwe Hollandse Waterlinie. Lopende zaken, mei 1998. Recreatie Atlas van het La ndelijk Gebied. Stichting Recreatie, juni 2002. Recreatiecijfers bij de hand. Stichting Recreatie, februari 1998. Recreatie dicht bij huis. Bundel van samenvattingen. Stichting Recreatie, mei 1997 Recreatief perspectief. Beleidsvisie recreatie gemeente Utrecht, 1997 Ruimte om te kiezen. Advies over de duurzame ontwikkeling van recreatie. Raad voor de Openluchtrecreatie. Rust & ruimte, basisbehoefte of cliché? Een zoektocht naar verschillen in voorkeuren van recreanten. Stichting Recreatie, augustus 2001 2e Structuurschema Groene Ruimte (deel1). Rijksoverheid Toerisme herontdekt erfgoed! Markt voor erfgoedtoerisme: een integrale visie. Trends – wat kun je ermee? MM Nieuws, voor cultuur en leisure, nr. 3 jaargang 2002 Vakanties van Nederlanders – 2000. Centraal Bureau voor de Statistiek, 2001. Van geheim naar publiek domein. Beleidsnotitie over de Utrechtse forten. Mei 1997. Verkenning Beheersorganisatie Nieuwe Hollandse Waterlinie. Provincie Utrecht, feb. 2001 Verslag werkconferentie feb 2002. Ruimtelijk perspectief Nieuwe Hollandse Waterlinie. Projectbureau Nieuwe Hollandse Waterlinie Voortgangsbericht Forten. Gemeente Utrecht, Bureau Bijzonder Beheer (1999). Voortgangsbericht. Utrecht centrum van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Utrecht, Bureau Bijzonder Beheer, voorjaar 2001. Vooruitlopen op de toekomst. Beleidsvisie 2000-2010. Stichting Wandelplatform- LAW. Najaar 2000. Waterlijn, ideeën voor de NHW en de Stelling van A'dam. Min. VROM, RPD (1993). Waterliniepad. Van Muiden tot Gorinchem in vijftien etappes. St. Wandel- en fietsforten. Dec. 2000 Zet ‘m op toerisme. Meerjarenprogramma Toerisme 2000-2004. Gemeente Utrecht, dienst stadsontwikkeling. December 2000.
111