Toelichting kaart Zeer Kwetsbare Gebieden Wet Ammoniak en Veehouderij Uitwerking Noord Holland
1
Inhoud 1.
Inleiding ............................................................................................................................ 3 Waarom deze nota? .................................................................................................................. 3 Begrippen en Afkortingen .......................................................................................................... 3 Opbouw nota .......................................................................................................................... 5
2.
Wet ammoniak en veehouderij ................................................................................................ 6
3.
Proces ............................................................................................................................... 8 Van IAV naar concept WAV ......................................................................................................... 8 Conceptkaart........................................................................................................................... 8 Overleg met belanghebbenden.................................................................................................... 8 Eindconceptkaart ..................................................................................................................... 9 Zienswijze .............................................................................................................................. 9 Implementatie ......................................................................................................................... 9
4.
Werkwijze aanwijzing gebieden ............................................................................................ 10 Hoofdlijnen stappenplan .......................................................................................................... 10 Voor verzuring gevoelige gebieden ............................................................................................ 11 Imperatief zkg (artikel 2.3) ....................................................................................................... 12 Facultatief zkg (>= 50 ha of < 50 ha) .......................................................................................... 17
5
Resultaat.......................................................................................................................... 19 Overzicht.............................................................................................................................. 19 Toelichting specifieke gebieden en gebieden met ‘maatwerk’ .......................................................... 20
Bijlage I Definitie gebieden voor vvgg kaart .................................................................................... 25 Bijlage II Kwetsbaarheid Natuurdoeltypen en Beheertypen ................................................................. 27 Bijlage III. Voor ammoniak gevoelige soorten .................................................................................. 29
2
1.
Inleiding
Waarom deze nota? Deze nota geeft een toelichting op het besluit van Provinciale Staten van NoordHolland om in het kader van de Wet Ammoniak en Veehouderij zeer kwetsbare gebieden (zkg) aan te wijzen. De toelichting gaat in op de aanwijzing van natuurgebieden die zeer kwetsbaar zijn voor uitstoot van ammoniak, volgens criteria die in de wet staan. De toelichting is volgens de wet verplicht en geeft een overzicht van de verschillende stappen die genomen zijn om de zkg te identificeren en geografisch te duiden. De toelichting maakt daarnaast inzichtelijk hoe het proces van besluitvorming en communicatie om de kaart vast te stellen in de provincie verlopen is. Samen met de kaart maakt deze toelichting integraal onderdeel uit van het besluit van Provinciale Staten bij de aanwijzing van de zkg.
Begrippen en Afkortingen Voor het begrip van deze nota wordt een aantal veel gebruikte termen en afkortingen gedefinieerd: EHS:
Ecologische Hoofdstructuur; netwerk van natuurgebieden in Nederland. De begrenzing EHS wordt door provincies vastgesteld.
IAV:
Interimwet ammoniak en veehouderij; Wet bevat regels die een gemeente moet hanteren bij de beslissing inzake een vergunning krachtens de Wet milieubeheer voor een veehouderij. In het kader van deze wet werden voor verzuring gevoelige gebieden (vvgg) aangewezen.
KDW: Kritische DepositieWaarde; een getal dat aangeeft hoe gevoelig een plant- of diersoort, of een bepaald type natuur, is voor stikstof (N) in de lucht. De waarde is uitgedrukt in mol N/ha/jr, soorten of natuurtypen met een KDW lager dan 1400 mol/ha/jaar zijn zeer kwetsbaar. Natura2000: Europees netwerk van beschermde natuurgebieden, bestaande uit vogel- en habitatrichtlijngebieden (VHR). In Natura2000 gebieden komen soorten of natuurtypen voor die van internationaal belang zijn en vanwege Europese wetten worden beschermd. De gebieden vallen onder de Natuurbeschermingswet 1998. De Natura2000 gebieden in Nederland liggen voor het grootste deel binnen de EHS. Natuurbeschermingswet 1998: Wet die o.a. de bescherming van natuurgebieden (Natura 2000 gebieden en beschermde Natuurmonumenten) regelt. Op basis van die wet geldt, voor activiteiten of projecten die schadelijk zijn voor de beschermde natuur, een vergunningplicht. Aanvragen worden door gedeputeerde staten getoetst.
3
Natuurdoeltypen: Typologie voor indeling van natuur ten behoeve van doelformulering natuurbeleid. Een natuurdoeltype wordt gekenmerkt door een aantal kenmerkende soorten planten en dieren en een bepaalde vegetatiestructuur. Ieder natuurdoeltype kent een aantal randvoorwaarden, waaronder bijvoorbeeld vocht en voedselrijkdom. Natuurdoeltypen worden in detail beschreven in Bal et al (2001). Tegenwoordig worden doelen vaak in beheertypen en natuurtypen (clusters van beheertypen) uitgedrukt. PAS:
Programmatische aanpak stikstof; een onderdeel van Natura2000 beleid in Nederland; de PAS is begin 2009 van start gegaan met als doel om de vanwege de te hoge stikstofbelasting van veel Natura 2000 gebieden vastgelopen vergunningverlening in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbwet) weer vlot te trekken.Door het treffen van herstelmaatregelen ontstaat weer ontwikkelruimte voor nieuwe economische activiteiten. De PAS/Nbwet geldt expliciet voor Natura2000 gebieden en vormt een apart traject naast de WAV. Een landbouwbedrijf in de nabijheid van een Natura2000 gebied kan in het kader van vergunningverlening dus te maken hebben met zowel de PAS/Nbwet als de WAV.
Uav:
Uitvoeringsregeling ammoniak en veehouderij. Gekoppeld aan IAV. In deze regeling wordt onder andere beschreven aan welke criteria gebieden moeten voldoen om als voor verzuring gevoelige gebieden te worden aangewezen.
VHR: Vogel- en Habitatrichtlijn. Beide richtlijnen zijn vastgesteld door de EU en richten zich zowel op de (directe) bescherming van soorten als op de instandhouding van hun leefgebieden en andere natuurlijke habitats in de individuele lidstaten. Samen vormen ze de Natura2000 gebieden. vvgg: Voor verzuring gevoelige gebieden. Deze gebieden bestaan uit bodemtypes of natuurtypes die voor verzuring gevoelig zijn. Deze gebieden worden in het kader van de IAV aangewezen. WAV: Wet ammoniak en veehouderij. Op basis van deze wet moeten provincies zkg aanwijzen: natuurgebieden die kwetsbaar zijn voor teveel ammoniak. De wet regelt de mate waarin veehouderijbedrijven in de nabijheid van zkg nog kunnen uitbreiden. Zkg:
Zeer kwetsbare gebieden. Natuurgebieden met natuurtypen die zeer gevoelig en kwetsbaar zijn voor een te hoge concentratie ammoniak. Geldt alleen voor gebieden binnen de EHS. Daarnaast moeten gebieden moeten daarnaast beleidsmatig aan bepaalde criteria voldoen om aangewezen te worden, zoals in de WAV is vastgesteld.
4
Opbouw nota De toelichting is als volgt opgebouwd: • • • • •
Achtergrond: toelichting op de WAV; Proces: beschrijving van het proces van besluitvorming en communicatie rondom de aanwijzing van de zkg; Stappenplan: beschrijft hoe verschillende bronnen van informatie gebruikt worden om tot een kaart te komen; Resultaat: een beschrijving van de gebieden die op de kaart als zeer kwetsbaar zijn aangewezen; Bijlagen: diverse achtergrond informatie bij het stappenplan.
5
2.
Wet ammoniak en veehouderij
De WAV heeft tot doel de emissie van ammoniak te verminderen ter bescherming van kwetsbare natuur. De WAV bevat regels met betrekking tot de ammoniakemissie uit dierverblijven. Het bevoegd gezag moet die regels toepassen bij beslissingen betreffende de verlening van milieuvergunningen voor veehouderijen. De wet regelt de mate waarin veehouderij bedrijven mogen uitbreiden of zich vestigen in de buurt van zkg. Dit zijn natuurgebieden die erg gevoelig zijn voor hoge concentraties ammoniak. Ammoniak werkt vermestend en verzurend voor bodem en water. Een aantal planten- en diersoorten zijn daar erg gevoelig voor. Veehouderijbedrijven zijn een belangrijke bron van ammoniak. Om die reden gelden er beperkingen voor uitbreiding van de veehouderijbedrijven die binnen 250 m van de zkg liggen. Nieuwe bedrijven kunnen zich er niet vestigen en uitbreiding van bestaande bedrijven is aan strenge regels gebonden. De WAV is niet de enige wet waarmee veehouderijbedrijven te maken krijgen inzake uitstoot van ammoniak. De Natuurbeschermingswet 1998 (Nbwet) en met name de PAS is hierbij met name relevant, omdat het voor een deel om de bescherming van dezelfde gebieden gaat. De Nbwet/PAS en de Wet Ammoniak en Veehouderij (WAV) zijn formeel gezien echter gescheiden trajecten, met een eigen juridisch kader. Ook andere wetten zoals de Wet geurhinder en veehouderij en de Wet milieuhinder kunnen vaak een rol spelen bij vergunningverlening richting veehouderij. De WAV is in 2002 in werking getreden. Een motie van de Tweede Kamer heeft er toe geleid dat de reikwijdte van de wet door een wetswijziging verminderd werd, waardoor het aantal te beschermen natuurgebieden verkleind werd. Op 1 mei 2007 is de gewijzigde wet van kracht geworden. Een belangrijke wijziging die in 2007 van kracht is geworden, is dat alleen nog zkg (in plaats van kwetsbare gebieden) aangewezen kunnen worden en dat deze moeten worden voorgelegd aan belangenorganisaties en gemeenten. In artikel 2 van de WAV is bepaald dat Provinciale Staten de zkg aanwijzen. In dat artikel staan ook de criteria waaraan de gebieden moeten voldoen en de procedure die bij de aanwijzing gevolgd dient te worden. In het kort komt het erop neer dat alleen voor verzuring gevoelige gebieden, gelegen binnen de EHS aangewezen worden als zeer kwetsbaar gebied. Gebieden die aan die criteria voldoen en die tevens aangewezen zijn als Natura2000 gebied of als beschermd natuurmonument worden als zeer kwetsbaar gebied aangewezen. Daarnaast kunnen andere voor verzuring gevoelige gebieden binnen de EHS worden aangewezen als zeer kwetsbaar gebied, maar alleen als ze aan bepaalde criteria voldoen. Voor gebieden kleiner dan 50 ha gelden extra criteria. In de wet wordt een aantal voorgeschreven stappen gegeven voor de aanwijzing van de zkg. De WAV 6
schrijft niet voor welke database ten grondslag ligt aan de natuurtypen, welke nodig is om de zkg vast te stellen. Aan de provincie is gevraagd om de wet te vertalen in een kaartbeeld conform de voorgeschreven stappen. De aanpak en keuzes die ten grondslag lagen aan de gebruikte datasets zijn getoetst door het Rijk. Ammoniak is een onderdeel van de vergunningverlening van veehouderij bedrijven. Hiervoor geldt meerdere wet- en regelgeving. Vergunningen kunnen dan ook alleen afgegeven worden als aan alle wetten en regels voldaan wordt. De toepassing van de in de WAV voorgeschreven stappen in Noord-Holland wordt in de volgende hoofdstukken uitgewerkt.
7
3.
Proces
Van IAV naar concept WAV Reeds in 2008 heeft er een besluitvormingsproces plaatsgevonden rond een conceptkaart. De herziening van de EHS, het ontbreken van noodzakelijke datasets en overleg met het toenmalige ministerie van LNV, was mede de aanleiding voor een koerswijziging en het afbreken van dat traject. In 2009 is de provincie gestart met een nieuw proces. In opdracht van de provincie Noord-Holland heeft Alterra, een kennisinstituut voor groene ruimte dat deel uit maakt van Wageningen Universiteit en Researchcentrum, bijgedragen aan de totstandkoming van de conceptkaart van de begrenzing van de zeer kwetsbare gebieden en de toelichting opgesteld. Bij aanvang van het proces is eerst teruggegrepen op de IAV als noodzakelijke basis en zijn de daarvoor benodigde datasets verzameld en opgebouwd, in deze wet worden voor verzuring gevoelige gebieden aangewezen. Hierop is de WAV geprojecteerd. Het wel of niet opnemen van bepaalde typen natuur is puur op basis van de WAV en kan leiden tot het wel of niet opnemen van een gebied. De wet schrijft in deze de provincie voor welke bouwstenen als basis moeten dienen voor de kaart en welke keuzes hierbij gemaakt dienen te worden. Natura 2000 gebieden vallen alleen onder de WAV indien de gebieden overlappen met de EHS en voor verzuring gevoelige gebieden. Het is dus onjuist om aan te nemen dat alle Natura 2000 gebieden onder de werkingssfeer van de WAV vallen.
Conceptkaart De eerste stap in het vaststellen van een kaart met zkg is de ontwikkeling van een conceptkaart. Deze is gebaseerd op informatie en kaarten van verschillende partijen, zoals o.a. de provincie, Landschap Noord-Holland en Wageningen UR. De werkwijze hoe de informatie en de kaarten zijn gecombineerd en hoe ze hebben geleid tot de conceptkaart met zkg wordt beschreven in hoofdstuk 4.
Overleg met belanghebbenden De conceptkaart van zkg is voorgelegd aan belanghebbenden: gemeenten en vertegenwoordigers van natuur- en landschapsorganisaties en landbouworganisaties. In een bijeenkomst op 15 maart 2012 is de werkwijze en de conceptkaart besproken. Tevens is aan vertegenwoordigers van belangenorganisaties en gemeenten de gelegenheid geboden om direct met de provincie contact op te nemen met vragen of opmerkingen naar aanleiding van de conceptkaart. De vragen en opmerkingen uit het overleg zijn zoveel mogelijk in de conceptkaart verwerkt. Gebieden waarover bedenkingen zijn opgeworpen zijn apart toegelicht in hoofdstuk 5.
8
Eindconceptkaart Het overleg met belanghebbenden heeft geleid tot een conceptkaart die voor een marginale beoordeling aan het ministerie van EL&I is voorgelegd, tezamen met het concept van dit toelichtingsdocument. Deze zogeheten marginale toets is, waar nodig, in dit document verwerkt. Gedeputeerde Staten hebben een ontwerpbesluit genomen over de conceptkaart en het toelichtingsdocument.
Zienswijze en implementatie In het kader van de gewijzigde Wet ammoniak en veehouderij (WAV) hebben provinciale staten een wettelijke taak om kaarten van verzuringgevoelige gebieden vast te stellen. Door de wijziging in deze wet in 2007 is het noodzakelijk gebleken om nieuw kaartmateriaal te laten maken. In de WAV is bepaald dat gedeputeerde staten (GS) het besluit van provinciale staten voorbereiden met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dat kader leggen GS het kaartmateriaal ter inzage en zenden GS het kaartmateriaal naar gemeenten en lokale en regionale belangenorganisaties. Daarnaast schrijft art. 3:12 Awb een publicatie/kennisgeving van het voorgenomen besluit voor.Belanghebbenden, zoals de gemeenten en organisaties kunnen binnen zes weken vanf de eerste dag van de ter inzage legging hun zienswijzen indienen; deze worden in de besluitvorming verwerkt door GS. Vervolgens leggen GS het besluit met een definitieve kaart ter vaststelling voor aan PS, waarna het ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Minister van EZ.
9
4.
Werkwijze aanwijzing gebieden
Hoofdlijnen stappenplan De hoofdlijnen waarlangs de zkg zijn aangewezen zijn geïllustreerd in figuur 1. In de figuur zijn criteria zoals die in artikel 2 van de WAV zijn verwoord geïllustreerd. In artikel 2.3 van de wet is verwoord dat de voor verzuring gevoelige gebieden die samenvallen met de EHS en met Natura2000 gebieden of Beschermde Natuurmonumenten zonder meer aangewezen worden als zeer kwetsbaar gebied, de imperatief zkg. In artikel 2.4-2.6 van de wet is verwoord dat voor verzuring gevoelige gebieden die wel binnen de EHS liggen, maar niet zijn aangewezen als Natura2000 of Beschermd Natuurmonument, alleen aangewezen kunnen worden als zeer kwetsbaar gebied als ze aan aanvullende criteria voldoen. Voor deze gebieden is maatwerk mogelijk, vooral om nadelige gevolgen voor de veehouderij te beperken. Gebieden die aan deze aanvullende criteria worden onderworpen, worden facultatief zkg genoemd. Uiteindelijk vormen de imperatief zkg en de facultatief zkg, die aan de extra criteria voldoen, samen de zkg.
Figuur 1. Samenvatting aanwijzing zkg: alleen voor verzuring gevoelige gebieden (vvgg) die overlappen met de EHS kunnen worden aangewezen als zkg. Binnen deze verzameling worden Natura2000 gebieden en Beschermde Natuurmonumenten zonder meer aangewezen (imperatief zeer kwestbare gebieden), voor overige gebieden gelden aanvullende criteria (facultatief zkg).
10
Voor verzuring gevoelige gebieden Voor verzuring gevoelige gebieden (vvgg) vormen de basis van de selectie van zkg. De vvgg worden in artikel 1 van de WAV als volgt gedefinieerd: voor verzuring gevoelig gebied: gebied dat onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van het vervallen van de Interimwet ammoniak en veehouderij als voor verzuring gevoelig was aangemerkt krachtens artikel 1, tweede lid, van die wet, met dien verstande dat: a. een gebied dat op grond van artikel 2, eerste lid, onder b, van de Uitvoeringsregeling ammoniak en veehouderij als voor verzuring gevoelig gebied was aangewezen bij een verordening die tegelijk met voornoemde wet is vervallen, niet als voor verzuring gevoelig wordt aangemerkt, en b. een gebied waarop voor 1 januari 2002 een convenant als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b, van de Uitvoeringsregeling ammoniak en veehouderij van toepassing was, niet als voor verzuring gevoelig wordt aangemerkt.
De IAV verwijst op zijn beurt voor de vaststellingscriteria naar de bijbehorende Uav (regeling van 16 augustus 1994, Stcrt. 162, laatstelijk gewijzigd bij de Regelingen van 7 december 2000 – Stcrt. 244, rectificatie Stcrt. 251). Op basis van de kwaliteits- en oppervlaktecriteria die in artikel 1 en bijlagen 1 en 2 van de Uav genoemd worden, is een stappenplan opgesteld om de vvgg aan te wijzen en op een GIS kaart vast te leggen. Hieronder volgen de hoofdstappen in de ontwikkeling van de vvgg kaart. In bijlage I is meer in detail beschreven hoe de vvgg kaart tot stand is gekomen. Bouwstenen van de vvgg kaart zijn: • • • • • •
Voor verzuring gevoelige gronden (op basis van Artikel 1 van de UAV); Bossen; houtopstand in de zin van de Boswet, waarvoor (…) de verplichting tot herbeplanting geldt; Landschapselementen die op voor verzuring gevoelige grond moeten liggen om te kunnen worden aangewezen; Landschapselementen die niet per se op voor verzuring gevoelige grond hoeven te liggen om te kunnen worden aangewezen als vvgg; Natuurterreinen die op voor verzuring gevoelige grond moeten liggen om te kunnen worden aangewezen als vvgg; Natuurterreinen die niet per se op voor verzuring gevoelige grond hoeven te liggen om te kunnen worden aangewezen als vvgg.
Een belangrijke voorwaarde voor aanwijzing als vvgg is dat gebieden reeds voor 1988 aangelegd en begrensd zijn als EHS. Om dat criterium te toetsen is uitgegaan van gebieden die als ‘bestaande natuur’ op de EHS kaart staan; gebieden die als ‘nieuwe natuur’ op de EHS kaart staan worden geacht van na 1988 te zijn. De PEHS (provinciale EHS) kaart die voor het vaststellen van de vvgg kaart is gebruikt, is 11
vastgesteld in het streekplan Noord-Holland Zuid in 2004 en in het streekplan Noord-Holland Noord van 2005. Er geldt een ondergrens voor de grootte van gebieden om als vvgg te worden aangewezen. Alleen gebieden groter dan 5 ha kunnen worden aangewezen als vvgg. Voor het vaststellen van de vvgg is informatie nodig over de actuele kwaliteit van natuurterreinen. De informatie die daarvoor is gebruikt, is afkomstig van het Landschap Noord-Holland.
Imperatief zkg (artikel 2.3) De voor verzuring gevoelige gebieden die samenvallen met de EHS en met Natura2000 gebieden of Beschermde Natuurmonumenten worden zonder meer aangewezen als zeer kwetsbaar gebied. Vanwege de regels in de WAV is het onmogelijk om alle gebieden van een bepaald natuurtype (bijvoorbeeld brakke graslanden) uit voorzorg aan te wijzen als zkg. Een gebied valt wel of niet onder de werkingssfeer van de WAV op basis van de voorgeschreven stappen en zorgvuldig samengestelde databases met gebiedsinformatie, zoals juridisch verankerd in de wettekst. Bij de genoemde typen gebieden (Vogelrichtlijngebieden, Habitatrichtlijngebieden en Beschermde Natuurmonumenten) is een Memorie van Toelichting opgesteld. Via deze toelichting wordt de afbakening vastgesteld. “Als de aanwijzing betrekking heeft op delen van beschermde natuurmonumenten of Vogel- of Habitatrichtlijngebieden, die zijn aangewezen door de toemalige Minister van LNV, of nog niet zijn aangewezen, maar al wel zijn aangemeld en door de Europese Commissie van communautair belang zijn verklaard, zijn provinciale staten verplicht alle voor verzuring gevoelige gebieden als zeer kwetsbaar gebied aan te wijzen.” Ad. Vogelrichtlijngebieden en Habitatrichtlijngebieden (samen Natura2000): Zie tabel 1 voor de gebieden in Noord-Holland. Voor nadere informatie, inclusief pdfkaarten met (ontwerp-) begrenzingen over de Natura2000 gebieden wordt verwezen naar de website van EL&I.
12
Tabel 1. Vogel- en Habitatrichtlijngebieden (samen Natura2000) in Noord-Holland en aanwijzingsstatus. Alle gebieden zijn aangemeld en door de Europese Commissie van communautair belang verklaard, acht gebieden zijn intussen definitief aangewezen gecheckt op 17 april 2012: http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/gebiedendatabase.aspx?subj=n2k&groep=8 Gebiedsnaam
VR
HR
definitief aangewezen aanals zkg? gewezen als Natura2000 gebied?
Waddenzee Duinen en Lage Land Texel Noordzeekustzone v.a. grens met Duitsland t.a. Petten IJsselmeer Markermeer & IJmeer Eemmeer & Gooimeer Zuidoever Duinen Den Helder-Callantsoog Zwanenwater & Pettemerduinen Schoorlse Duinen Noordhollands Duinreservaat Kennemerland-Zuid Eilandspolder Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder Polder Westzaan Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske Polder Zeevang Naardermeer Oostelijke Vechtplassen Abtskolk& De Putten
1 1 1
1 1 1
Ja Ja Ja
Nee Gedeeltelijk Nee
1 1 1 0 1 0 0 0 1 1 0 1 1 1 1 1
1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 1 1 0
Ja Ja Ja
Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Gedeeltelijk Gedeeltelijk Nee
Ja
Ja
Polder Westzaan: 1 kleingebied, < 50ha
Ad. Beschermde Natuurmonumenten: al onder de Natuurbeschermingswet 1967 werden natuurgebieden beschermd door het aanwijzen van Staats- en Beschermde Natuurmonumenten. Met de inwerkingtreding van de Natuurbeschermingswet 1998 vervalt het onderscheid tussen Staats- en Beschermde Natuurmonumenten, beide worden nu Beschermde Natuurmonumenten genoemd. Daarnaast komen die (delen van) Natuurmonumenten die overlappen met Natura 2000 gebieden te vervallen. De instandhoudingsdoelstellingen van het betreffende Natura2000 gebied zullen wel mede betrekking hebben op de waarden die beschermd werden door het Natuurmonument. Bron:http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/gebiedendatabase.aspx?subj=geb nbwet
13
Tabel 2. Beschermde Natuurmonumenten in Noord-Holland en aanwijzing als zkg Naam gebied
Aangewezen als ?
BUSSUMER-/WESTERHEIDE POLDER CERES FRANSE KAMPHEIDE GOOISE NOORDFLANK GROEVE OOSTERMEENT HAM EN CROMMENIJE HEIDE ACHTER SPORTPARK HEIDEBLOEM HILVERSUMS WASMEER HOORNEBOEGSE HEIDE KORVERSKOOI LIMITSCHE HEIDE MOERASTERREINEN LOOSDRECHT NIEUW BUSSUMERHEIDE/VLIEGHEIDE OOSTEINDERPOEL OUDE DIJK VAN WAAL EN BURG POSTILJONHEIDE TAFELBERG-/BLARICUMMERHEIDE TAFELBERG-/BLARICUMMERHEIDE II WATERLAND AEEN EN DRIEEN WATERLAND VARKENSLAND
Ja Nee (geen vvgg) Ja Ja Ja Nee (geen vvgg) Ja Gedeeltelijk Ja Ja Gedeeltelijk Ja Nee (geen vvgg) Ja Nee (geen vvgg) Nee (geen vvgg) Ja Ja Ja Nee (geen vvgg) Nee (geen vvgg)
De kaart met de begrenzing van de EHS die voor de vaststelling van de zkg is gebruikt is vastgesteld op 15 november 2011. Deze is bij de vaststelling van de nieuwe gebiedsplannen voor het programma Beheer bekrachtigd Het Natuurbeheerplan is van 20 september 2011. Beheergebieden zijn onderdeel van deze EHS kaart (dit blijven landbouwgebieden, ook al dragen ze bij aan realiseren natuurdoelstellingen), maar tellen niet mee bij het vaststellen van zkg’s. Als er iets wijzigt in de begrenzing van de EHS, Natura2000 of de beschermde natuurmonumenten, dan moet de zkg kaart ook aangepast worden.
14
Figuur 2. Stappenplan facultatief zkg groter dan 50 ha. 15
Figuur 3. Stappenplan facultatief zkg kleiner dan 50 ha.
16
Facultatief zkg (>= 50 ha of < 50 ha) EHS gebieden die wel overlappen met vvgg, maar die geen Natura2000 gebied of Beschermd Natuurmonument zijn, kunnen worden aangewezen als zkg, als aan een aantal extra randvoorwaarden wordt voldaan. Voor vvgg’s groter dan 50 ha worden de stappen doorlopen die in figuur 2 staan. Voor vvgg’s kleiner dan 50 ha gelden iets strengere criteria, zie figuur 3. In de volgende paragrafen worden de criteria uit het stappenplan facultatief zkg toegelicht:
Aanwezigheid natuur die zeer gevoelig is voor ammoniak De aanwezigheid van natuurtypen die zeer gevoelig zijn voor ammoniak is een voorwaarde voor de facultatief zkg om aangewezen te worden als zkg. Een overzicht van de gevoeligheid van natuurtypen voor ammoniak is weergegeven in bijlage 2. Als grens voor zeer gevoelige natuur wordt voor de KDW een bovenwaarde van 1400 mol N/ha/jaar aangehouden. Voor het bepalen van de actuele kwaliteit en het voorkomen van zeer gevoelige natuur, is gebruik gemaakt van inventarisaties van Landschap Noord-Holland (inventarisaties tot 2003, en deels tot 2009) en van de Natuurbeheerkaart (Natuurbeheerplan 2012, vastgesteld 20 september 2011). De gegevens van LNH geven de kwaliteit weer in natuurdoeltypen. Voor een aantal gebieden ontbrak de informatie, daar is gekeken welk beheertype er lag volgens de Natuurbeheerkaart.
Veehouderijbedrijven (bedrijfsgebouwen) binnen 250 m van de rand van het natuurgebied Vanaf de rand van het gebied wordt gemeten of er binnen 250 m veehouderijbedrijven liggen. Als locatie wordt hiervoor de postcode (uit gegevens van gemeenten) gebruikt, meestal valt dit samen met het bedrijfsgebouw. Bron voor de ligging van de bedrijven is het PROSU bestand (Prosu databased marketing, augustus 2009)
De rand van het zeer gevoelige natuurgebied is topografisch gezien hetzelfde als de rest van het gebied Als de rand van het gevoelige natuurgebied topografisch afwijkt (bv uitstulping, hoekje, strook), of als er een heel ander natuurtype ligt, kan daar rekening mee gehouden worden bij de aanwijzing als zkg. Dit is vooral relevant als die rand er de oorzaak van is dat een veehouderijbedrijf binnen 250 m van het natuurgebied ligt. Als de rand inderdaad afwijkt, kan een deel van het gebied als zkg worden aangewezen, en het afwijkende niet. Dit criterium is visueel beoordeeld. 17
Aanwezigheid van zeer grote en gevoelige natuurwaarden De aanwezigheid van HR of rode lijst soorten (planten en dieren) die zeer gevoelig zijn voor ammoniak kan ervoor zorgen dat een gebied (of een deel van het gebied in het geval van vvgg >= 50 ha) wordt aangewezen als zkg. Dit criterium geldt voor het maatwerk bij gebieden >= 50 ha waar binnen 250 m een veehouderijbedrijf ligt. De aanwezigheid van één of meer van deze kwetsbare soorten in de rand kan een reden zijn het hele gebied als zkg aan te wijzen. Het criterium geldt ook voor alle facultatief zkg < 50 ha. Als er meer dan één van de zeer gevoelige soorten aanwezig zijn, kan het gebied aangewezen worden als zkg. In bijlage 3 staat een opsomming van de voor verzuring gevoelige soorten waarvoor de gebieden in Noord-Holland getoetst zijn. De volgende soortgroepen zijn meegenomen in de toets: Amfibieën, Reptielen, Libellen, Dagvlinders, Kevers, Paddenstoelen, Mossen, Korstmossen en Vaatplanten. De informatie over de verspreiding van de soorten is afkomstig van inventarisaties van het Landschap Noord-Holland. Het betreft inventarisaties die gedaan zijn in de periode tot 2003, en deels tot 2009. De gevoeligheid van de soorten voor ammoniak wordt gebaseerd op literatuur en expert kennis (zie bijlage 3). Voor ongeveer de helft van de korstmossen en voor alle paddenstoelen was het niet bekend of ze al dan niet zeer gevoelig zijn voor ammoniak. Hoewel er reden is om aan te nemen dat alle paddenstoelen en korstmossen gevoelig zijn voor stikstofdepositie (zie bijlage III), zijn die soorten niet meegenomen in de definitieve aanwijzing van de zkg. Slechts die soorten waar de gevoeligheid van bekend is, zijn gebruikt bij de toepassing van dit criterium. Wel heeft er nog een nadere toets plaatsgevonden op de in het proces aangewezen facultatieve gebieden waaruit bleek dat dit niet van invloed was op de concept kaart.
18
5
Resultaat
Overzicht De toepassing van de stappenplannen voor imperatief en facultatief zkg leidt tot de aanwijzing van een aantal grote en enkele kleinere gebieden, in totaal gaat het om 21.470 ha, zie onderstaande tabel.
EHS & Natura 2000 (‘imperatief’) EHS (>= 50 ha) èn voldoet aan aanvullende criteria (facultatief) EHS (< 50 ha) èn voldoet aan aanvullende criteria (facultatief)
hectare 17.498 3.240 735
Ruim 80% van de zkg is aangewezen als imperatief zkg, vanwege de overlap van vvgg, EHS en Natura2000. Een groot deel daarvan ligt in het duingebied. Het grootste gedeelte van het duingebied is dan ook imperatief zeer kwetsbaar gebied. Het duingebied bestaat uit een aantal belangrijke grote Natura2000 gebieden met voor ammoniak gevoelige natuurtypen, zoals embryonaal duin of open duin. Daarnaast vinden we in Het Gooi vrij veel zkg’s, bestaande uit stikstofgevoelige bostypen. Gebieden in Laag-Holland vallen grotendeels af, omdat het geen vvgg zijn. Belangrijkste reden is het feit dat grote delen van Laag-Holland op de EHS kaart die voor het vaststellen van de vvgg kaart is gebruikt zijn aangeduid als ‘nieuwe natuur’ (zie ook bijlage 1).
Overleg met belanghebbenden over zkg conceptkaart Een conceptversie van de zkg kaart is conform de wet in een workshop op 15 maart 2012 aan belanghebbenden voorgelegd en besproken. Bij deze workshop waren naast vertegenwoordigers van de provincie Noord-Holland en Alterra verschillende organisaties en gemeenten aanwezig: Agrarische. Natuurvereniging “Ons Spaarnwoude”, Milieudienst IJmond, Milieudienst Alkmaar, LTO-Noord, Landschap Noord-Holland, Gemeente Zijpe, Milieudienst Kop van NoordHolland, Gemeente Wijdemeren. Na een algemene presentatie over het stappenplan (zoals ook in deze toelichting verwoord) is de conceptkaart, de opbouw en de procedure aan de aanwezigen toegelicht. De reacties op zowel het stappenplan en de resulterende conceptkaart zijn hierbij besproken en nader toegelicht. Op een aantal gebieden is verder ingezoomd. Naar aanleiding van de bijeenkomst is de aanwezigen en ook organisaties die afwezig waren de mogelijkheid geboden om details van de kaart op te vragen. Daar is door een aantal van de partijen gebruik van gemaakt. Ook is nog de gelegenheid geboden schriftelijk vragen te stellen. 19
Door Natuurmonumenten is voorafgaand aan de bijeenkomst gevraagd waarom een aantal natuurdoeltypen of Natura2000 gebieden niet standaard worden aangewezen als zkg. De provincie Noord-Holland geeft in deze toelichting op de WAV en de aanwijzing van zkg helderheid over waarom gebieden wel of niet worden aangewezen.
Omschakelende bedrijven naar andere diersoort Naar aanleiding van de bijeenkomst is gevraagd naar de gevolgen van de WAV bij omschakeling van bedrijven naar een andere diersoort. Als een bedrijf omschakelt naar een ander diersoort, bijvoorbeeld van veehouderij naar een paardenhouderij dan geldt: “Aan paarden, schapen en biologische bedrijfsvoering worden geen emissieplafonds binnen de 250 meter zone opgelegd in de WAV. Dit is ook niet het geval bij omschakelende bedrijven. Zie ook http://www.infomil.nl/onderwerpen/landbouwtuinbouw/@98733/landbouw-ammoniak/ Dit neemt niet weg dat deze dieren een ammoniakemissie hebben en dus ook bijdragen aan de depositie op de kwetsbare gebieden. Maar in de WAV (nationaal beleid) wordt dit geaccepteerd omdat deze diercategorieën ‘passen’ in het extensieve karakter van de omgeving. Voor geiten is geen uitzondering gemaakt. Als het WAV gebied ook een N2000 gebied is, geldt in deze gevallen wél de Nbwet/PAS. Deze andere wetgeving kan dan wél extra beperkingen opleggen, waardoor een uitbreiding van emissie niet onbeperkt mogelijk is Die ammoniakemissie is terug te vinden op de site http://www.infomil.nl/onderwerpen/landbouw-tuinbouw/ammoniak-en/regelingammoniak/stalbeschrijvingen/
Toelichting specifieke gebieden en gebieden met ‘maatwerk’ Hieronder volgt de beargumentering van de gebieden waar vanuit betrokken organisaties vragen over zijn gesteld en voor gebieden die volgens de wet al dan niet in aanmerking komen als facultatief gebied. Daarbij is een van de criteria de situatie waar een bedrijf binnen een straal van 250 m binnen een facultatief zkg gebied ligt. Bij de voor verzuring gevoelige gebieden die wel binnen de EHS liggen, maar niet zijn aangewezen als Natura2000 gebied, komen binnen een straal van 250 meter een aantal keren melkveebedrijven voor. Na toepassing van de criteria uit het stappenplan blijven er 8 bestaande bedrijven over die te maken krijgen met de WAV
20
De Hoge Berg (Texel) Dit gebied wordt aangewezen als zkg. Het gebied is als vvgg aangewezen vanwege de aanwezigheid van Tuunwallen. Deze landschapselementen worden volgens de Uav aangewezen als vvgg als ze op voor verzuring gevoelige grond liggen. Bovendien valt het binnen de EHS en is aangewezen als Natura2000 gebied.
Eilandspolder Dit gebied in de regio Laag-Holland wordt niet als zkg aangewezen. Er zijn vragen over dit gebied gesteld, omdat er wel voor verzuring gevoelige natuur ligt, het is een Natura2000 gebied en het is aangewezen als EHS. Het staat echter niet op de vvgg kaart, zodat het ook niet als zkg volgens de WAV kan worden aangewezen. Volgens de Uav die de criteria voor de vvgg stelt, mogen alleen gebieden worden opgenomen, die voor 1988 zijn aangelegd of begrensd en dat is hier niet het geval.
Landgoed Waterland, Velzen Dit gebied wordt wel als zkg aangewezen, want er zijn zeer gevoelige natuurtypen aanwezig: Park en Stinzenbos, Dennen-, eiken- en beukenbos. Deze typen hebben een KDW < 1400 mol/jaar/ha. Het gebied is > 50 ha en de rand dicht bij het bedrijf wijkt topografisch niet af van de rest van het gebied (figuur 4). Via het stappenplan (pag. 15) voor facultatief zeer kwestbaar gebied (>= 50 ha), wordt het gebied definitief aangewezen als zkg.
Figuur 4: Landgoed Waterland
21
Gebied bij Heiloo Dit gebied wordt wel als zkg aangewezen, want er zijn zeer gevoelige natuurtypen aanwezig: Park en Stinzenbos, Dennen-, eiken- en beukenbos. Deze typen hebben een KDW< 1400 mol/jaar/ha. Het gebied is > 50 ha en de randen dicht bij de twee bedrijven wijken geen van beide topografisch af van de rest van het gebied (Figuur 5). Via het stappenplan voor facultatief zeer kwetsbaar gebied (>= 50 ha), wordt het gebied definitief aangewezen als zkg.
Figuur 5 Gebied bij Heiloo
Gebied bij Heemstede Dit gebied wordt wel als zkg aangewezen, vanwege de aanwezigheid van het zeer gevoelige natuurtypen Park en Stinzenbos. Dit bostype heeft een KDW < 1400 mol/jaar/ha. Het gebied is >= 50 ha en de rand dicht bij het bedrijf wijkt topografisch niet af van de rest van het gebied (Figuur 6). Via het stappenplan voor facultatief zeer kwetsbaar gebied (>= 50 ha), wordt het gebied definitief aangewezen als zkg.
22
Figuur 6 Gebied bij Heemstede
Gebied bij Blaricum Dit gebied wordt wel aangewezen als zkg. Er ligt een zeer gevoelig natuurdoeltype: Dennen-, eiken- en beukenbos. Het is < 50 ha (Figuur 7), daarom is er ook gekeken of er voor verzuring gevoelige soorten aanwezig zijn. Er zijn meerdere voor verzuring gevoelige soorten aanwezig in dit gebied: Dwergviltkruid, Stijve ogentroost, Stekelbrem, Kruipbrem, Hondsviooltje, Bruine waterjuffer en Kaal leermos en Grote viltmuts.
Figuur 7 Gebied bij Blaricum
23
Het Gooi / ‘s Graveland In het Gooi bij ’s Graveland liggen in een complex van gebiedjes in totaal 3 melkveebedrijven binnen een afstand van 250 m van facultatief aan te wijzen zkg gebieden. De gebieden zijn >= 50 ha. In de gebieden komen voor verzuring gevoelige bostypen voor: Dennen-, eiken- en beukenbos en Park- en Stinzenbos. De rand waar de bedrijven dicht bij liggen wijken qua topografie niet af van de rest van de gebieden (Figuur 8).Het hele complex wordt dus aangewezen als zkg.
Figuur 8 Gebieden in Het Gooi, met 3 bedrijven binnen een straal van 250 m.
24
Bijlage I Definitie gebieden voor vvgg kaart Toelichting op de werkwijze om tot de vvgg kaart te komen: kaart van ‘Voor verzuring gevoelige gebieden’ De volgende gebiedscategorieën worden onderscheiden • • •
•
•
•
‘Z’ Voor verzuring gevoelige gronden (op basis van Artikel 1 van de Uav) (verzuring gevoelige bodemtypen) ‘B’ Bos; houtopstand in de zin van de Boswet, waarvoor de verplichting tot herbeplanting geldt ‘LZ’ Landschapselementen die op voor verzuring gevoelige grond moeten liggen om te kunnen worden aangewezen Houtwal van ≥ 25 m lengte Houtsingel van ≥ 25 m lengte Steilrandbeplanting van ≥ 25 m lengte Beek van ≥ 25 m lengte Duinrel van ≥ 25 m lengte Tuinwal van ≥ 25 m lengte Schurveling van ≥ 25 m lengte Ven met oppervlakte van ≥ 10 m2 Pingo met oppervlakte van ≥ 10 m2 Dobbe met oppervlakte van ≥ 10 m2 ‘L’ Landschapselement dat niet per se op voor verzuring gevoelige grond hoeft te liggen om te kunnen worden aangewezen als vvgg Bloemdijk van ≥ 25 m lengte ‘NZ’ Natuurterreinen die op voor verzuring gevoelige grond moeten liggen om te kunnen worden aangewezen als vvgg Heideveld van ≥ 0,1 hectare Zandverstuiving van ≥ 0,1 hectare Kwelder van ≥ 0,1 hectare Schor van ≥ 0,1 hectare Gors van ≥ 0,1 hectare Slik van ≥ 0,1 hectare Riet, of ruigtland van ≥ 0,1 hectare Griend van ≥ 0,1 hectare Laagveenmoeras van ≥ 0,1 hectare ‘N’ Natuurterreinen die niet per se op voor verzuring gevoelige grond hoeven te liggen om te kunnen worden aangewezen als vvgg. Hoogveenterrein van ≥ 0,1 hectare Duinterrein van ≥ 0,1 hectare Schraalland van ≥ 0,1 hectare
25
[conform artikel 3 Uav] Bossen, natuurterreinen en landschapselementen waarvan aanleg of begrenzing heeft plaatsgevonden na 1 mei 1988 kunnen niet worden aangewezen als voor verzuring gevoelig gebied =>deze worden uitgesloten van de vvgg. [conform artikel 3 Uav] Gebiedenwaarop een convenant van toepassing is. (Zie Uav art. 3, lid 1 sub b en lid 2 voor de volledige omschrijving). Deze gebieden kunnen niet worden aangewezen als voor verzuring gevoelig gebied =>deze worden uitgesloten van de vvgg. Stefan Breukel (Ministerie EZ) schrijft over deze inperking: een goedgekeurd beheersconvenant lijkt me in Noord-Holland niet aan de orde”. Dit moet in ieder geval bij de provincie bekend zijn. [artikel 2, lid 1sub b Uav]: gemeenten kunnen gebieden kleiner dan 5 ha aanwijzen. Volgens Stefan Breukel (Ministerie EZ) en omgevingsjurist Fred Kistenkas (Alterra) is het zeer onwaarschijnlijk dat gemeenten in Noord-Holland van deze mogelijkheid gebruik hebben gemaakt. Gebieden moeten groter dan 5 hectare zijn om aangewezen te worden. Gebieden die op een afstand van maximaal 25 meter van elkaar liggen worden samengenomen bij het bepalen van de oppervlakte Gebruikt kaartmateriaal voor vaststellen vvgg • • • • • •
•
Bodemkaart (1:50.000, 2006) Geomorfologische kaart (1:50.000, 2003) CBS grondgebruik (2006) LGN (landgebruik Nederland) (2004) Luchtfoto’s Begrenzing EHS, met onderscheid ‘bestaande natuur’ en ‘nieuwe natuur’ (Streekplan Noord-Holland Zuid, 2004 en Streekplan Noord-Holland Noord 2005) Bestanden met actuele situatie natuurtypen en landschapselementen, via Landschap Noord-Holland, het zijn bestanden die gebaseerd zijn op inventarisaties uit de periode t/m 2003, een deel van latere datum. o Habitattypekaart (2006) o Monitor kleine landschapselementen (2003-2008) o Natuurdoeltypekaart (2005)
26
Bijlage II Kwetsbaarheid Natuurdoeltypen en Beheertypen Kwetsbaarheid van natuurdoeltypen en beheertypen wordt uitgedrukt in critical loads of kritische depositiewaarden (KD) in mol N/ha/jaar. De KD waarden worden gebruikt in de stappenplannen voor de facultatief zkg gebieden; dus de vvgg gebieden die wel EHS, maar geen Natura2000 gebied zijn. Zeer kwetsbare natuurdoeltypen (KD < 1400 mol N/ha/jaar) Bron: Handboek Natuurdoeltypen 2001 (Bal et al) Nagenoeg- en begeleid-natuurlijke typen (alleen de gedeelten die verwant zijn met de onderaan genoemde half-natuurlijke typen) 1.1 1.2 1.3 2.1 2.2
Hoogveenlandschap Nagenoeg-natuurlijk zand- en beekdallandschap Nagenoeg-natuurlijk duinlandschap Heuvellandschap Begeleid-natuurlijk zandlandschap
2.3 2.7 2.12 2.13
Begeleid-natuurlijk beekdallandschap Laagveenlandschap Begeleid-natuurlijk duinlandschap Oeverlandschap van afgesloten zeearmen
Half-natuurlijke typen 3.22 3.23 3.26 3.33 3.34 3.35 3.36
3.42 3.43 3.44 3.45 3.46 3.47 3.64
Zwakgebufferd van Zuur ven Natte duinvallei Droog schraalgrasland van de hogere gronden Droog kalkarm duingrasland Droog kalkrijk duingrasland Kalkgrasland
27
Natte heide Natte duinvallei Levend hoogveen Droge heide Droge duinheide Zandverstuiving Bos van arme zandgronden
KD’s van Beheertypen Kritische depositiewaarden voor goede condities voor beheertypen (bron: Werkversie ‘Kwaliteitsklassen en monitoring van de beheertypen’ IPO, 2012) Nr N01.01 N01.02 N01.03 N01.04 N04.02 N04.03 N04.04 N05.01 N05.02 N06.01 N06.02 N06.03 N06.04 N06.05 N06.06 N07.01 N07.02 N08.01 N08.02 N08.03 N08.04 N09.01 N10.01 N10.02 N11.01 N12.01 N12.02 N12.03 N12.04 N12.05 N12.06 N13.01 N13.02 N14.01 N14.02 N14.03 N15.01 N15.02 N16.01 N16.02 N17.01 N17.02 N17.03 N17.04
Naam Zee en wad Duin- en kwelderlandschap Rivier- en moeraslandschap Zand en Kalklandschap Zoeteplas Brak water Afgeslotenzeearm Moeras Gemaaidrietland Veenmosrietland en moerasheide Trilveen Hoogveen Vochtigeheide Zwakgebufferdven Zuurven of hoogveenven Drogeheide Zandverstuiving Strand en embryonaalduin Open duin Vochtigeduinvallei Duinheide Schor of kwelder Nat schraalland Vochtighooiland Droogschraalgrasland Bloemdijk Kruiden- en faunarijkgrasland Glanshaverhooiland Zilt- en overstromingsgrasland Kruiden- en faunarijkeakker Ruigteveld Vochtigweidevogelgrasland Wintergastenweide Rivier- en beekbegeleidendbos Hoog- en laagveenbos Haagbeuken- en essenbos Duinbos Dennen-, eiken- en beukenbos Droogbos met productie Vochtigbos met productie Vochtighakhout en middenbos Drooghakhout Park- en stinzenbos Eendenkooi
kg N/ha/jr 10 15 10 10 5 11 5 5 15 10 10 10 15 15 30 11 11 12 20 20 20 26 12 20 18 10 20 20 20 20 15 -
28
mol N/ha/jr 714 1071 714 714 357 786 357 357 1071 714 714 714 1071 1071 2143 786 786 857 1429 1429 1429 1857 857 1429 1286 714 1429 1429 1429 1429 1071 -
Bijlage III. Voor ammoniak gevoelige soorten Selectie ammoniakgevoelige amfibieën en reptielen 1 = zeer ammoniakgevoelig en op Rode Lijst (Van Delft et al. , 2007) en/of Habitatrichtlijn bijlage II (Jansen & Schaminée, 2004); 3 = zeer ammoniakgevoelig en op Rode Lijst en/of Habitatrichtlijn bijlage II, maar soort niet inheems in Noord-Holland. Ammoniakgevoeligheid bepaald aan de hand van biotoopgegevens. Amfibieën en reptielen Alytes obstetricans Vroedmeesterpad 3 Bufo calamita Rugstreeppad 1 Hyla arborea Boomkikker 3 Triturus cristatus Kamsalamander 1 Lacerta agilis Zandhagedis 1
Selectie ammoniakgevoelige dagvlinders 1 = zeer ammoniakgevoelig en op Rode Lijst (Van Swaay, 2006) en/of Habitatrichtlijn bijlage II (Jansen & Schaminée, 2004), biotoop is zeer gevoelig voor ammoniak (vochtig duin, heide, stuifzanden, veenmosrietland) of waardplant is zeer gevoelig voor ammoniak; 2 = zeer ammoniakgevoelig en op Rode Lijst en/of Habitatrichtlijn bijlage II, indirecte negatieve effecten te verwachten door afname nectaraanbod, verruiging, etc. Dagvlinders Argynnis aglaja Grote parelmoervlinder 1 Argynnis niobe Duinparelmoervlinder 1 Argynnis paphia Keizersmantel 2 Boloria selene Zilveren maan 1 Erynnis tages Bruin dikkopje 1 Hesperia comma Kommavlinder 1 Hipparchia semele Heivlinder 1 Issoria lathonia Kleine parelmoervlinder 1 Lycaena dispar Grote vuurvlinder 1 Lycaena tityrus Bruine vuurvlinder 1 Nymphalis antiopa Rouwmantel 2 Nymphalis polychloros Grote vos 2 Plebeius argus Heideblauwtje 1 Pyrgus malvae Aardbeivlinder 1 Satyrium ilicis Bruine eikenpage 2 Thecla betulae Sleedoornpage 2
Selectie ammoniakgevoelige kevers 1 = zeer ammoniakgevoelig en op Habitatrichtlijn bijlage II (Jansen & Schaminée, 2004). Op advies van Alterra (memo M. Paulissen, 12-01-2010) is de Gestreepte waterroofkever toegevoegd als soort van de Habitatrichtlijn bijlage II. Kevers Graphoderus bilineatus Gestreepte waterkever
29
Selectie ammoniakgevoelige libellen 1 = zeer ammoniakgevoelig en op Rode Lijst (Libellenwerkgroep Brachytron; www.libellen.org/rodelijst.html) en/of Habitatrichtlijn bijlage II (Jansen & Schaminée, 2004), biotoop is zeer gevoelig voor ammoniak (vochtig duin, heide, stuifzanden, veenmosrietland) en/of indirecte negatieve effecten te verwachten door verruiging, etc. Libellen Aeshna isoceles Vroege glazenmaker 1 Aeshna viridis Groene glazenmaker 1 Brachytron pratense Glassnijder 1 Lestes virens Tengere pantserjuffer 1 Leucorrhinia dubia Venwitsnuitlibel 1 Leucorrhinia pectoralis Gevlekte witsnuitlibel 1 Libellula fulva Bruine korenbout 1 Sympecma fusca Bruine winterjuffer 1 Selectie ammoniakgevoelige vaatplanten (PNI) 1 = zeer ammoniakgevoelig en op Rode Lijst (BLWG) en/of Habitatrichtlijn bijlage II (Jansen & Schaminée, 2004). Bepaald aan de hand van Ellenberggetallen N kleiner gelijk 4 (TurboVeg; Ellenberg, 1974) en/of biotoop is voedselarm (ecotopensysteem) (TurboVeg; Van der Meijden, 1996). Vaatplanten Aceras anthropophorum Aconitum vulparia Agrimonia eupatoria Allium oleraceum Althaea officinalis Anacamptis pyramidalis Anagallis minima Anagallis tenella Andromeda polifolia Antennaria dioica Anthericum liliago Anthoxanthum aristatum Anthyllis vulneraria Apium inundatum Arabis glabra Armeria maritima Arnoseris minima Artemisia campestris subsp. campestris Blechnum spicant Blysmus compressus Blysmus rufus Botrychium lunaria Briza media Bunium bulbocastanum Campanula rapunculus Carex caryophyllea Carex diandra Carex lasiocarpa Carex pulicaris Carex punctata Carlina vulgaris Catapodium rigidum Centaurea scabiosa
Poppenorchis Gele monnikskap Gewone agrimonie Moeslook Echte heemst Hondskruid Dwergbloem Teer guichelheil Lavendelhei Rozenkransje Grote graslelie Slofhak Wondklaver Ondergedoken moerasscherm Torenkruid Engels gras Korensla Wilde averuit Dubbelloof Platte bies Rode bies Gelobde maanvaren Bevertjes Aardkastanje Rapunzelklokje Voorjaarszegge Ronde zegge Draadzegge Vlozegge Stippelzegge Driedistel Stijf hardgras Grote centaurie 30
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Cerastium brachypetalum Ceterach officinarum Cirsium dissectum Cladium mariscus Clinopodium acinos Clinopodium vulgare Cornus mas Crassula tillaea Cuscuta epithymum Cynosurus cristatus Dactylorhiza incarnata Dactylorhiza maculata Dactylorhiza majalis Dactylorhiza majalis subsp. majalis Daphne mezereum Dianthus armeria Dianthus deltoides Drosera intermedia Drosera rotundifolia Echinodorus ranunculoides Eleocharis quinqueflora Eleogiton fluitans Epilobium palustre Epipactis palustris Equisetum variegatum Eriophorum gracile Eriophorum vaginatum Erodium lebelii Euphorbia amygdaloides Euphrasia stricta Festuca ovina Filago minima Filago vulgaris Fragaria vesca Galeopsis segetum Galium sylvaticum Genista anglica Genista pilosa Genista tinctoria Gentiana cruciata Gentiana pneumonanthe Gentianella amarella Gentianella campestris Gnaphalium sylvaticum Goodyera repens Gratiola officinalis Gymnadenia conopsea Gypsophila muralis Hammarbya paludosa Helianthemum nummularium Hierochloe odorata Himantoglossum hircinum Holosteum umbellatum Huperzia selago
Kalkhoornbloem Schubvaren Spaanse ruiter Galigaan Kleine steentijm Borstelkrans Gele kornoelje Mosbloempje Klein warkruid Kamgras Vleeskleurige orchis Gevlekte orchis Brede orchis Brede orchis Rood peperboompje Ruige anjer Steenanjer Kleine zonnedauw Ronde zonnedauw Stijve moerasweegbree Armbloemige waterbies Vlottende waterbies Moerasbasterdwederik Moeraswespeorchis Bonte paardenstaart Slank wollegras Eenarig wollegras Kleverige reigersbek Amandel wolfsmelk Stijve ogentroost s.l. Genaald schapengras Dwergviltkruid Duits viltkruid Bosaardbei Bleekgele hennepnetel Boswalstro Stekelbrem Kruipbrem Verfbrem Kruisbladgentiaan Klokjesgentiaan Slanke gentiaan Veldgentiaan Bosdroogbloem Dennenorchis Genadekruid Grote muggenorchis Gipskruid Veenmosorchis Geel zonneroosje Veenreukgras Bokkeorchis Heelbeen Dennenwolfsklauw
31
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Hypericum elodes Hypericum pulchrum Hypochaeris glabra Illecebrum verticillatum Juncus alpinoarticulatus subsp. alpinoarticu Juncus filiformis Juncus pygmaeus Juniperus communis Knautia arvensis Lathyrus japonicus Legousia speculum-veneris Leontodon hispidus Lilium bulbiferum s. croceum Linaria arvensis Linum catharticum Liparis loeselii Listera ovata Littorella uniflora Lycopodiella inundata Lycopodium clavatum Medicago minima Menyanthes trifoliata Mibora minima Monotropa hypopitys Myrica gale Myriophyllum alterniflorum Narcissus pseudonarcissus s. pseudonarcissus Nardus stricta Neottia nidus-avis Oenanthe lachenalii Ononis repens subsp. spinosa Orchis militaris Orchis morio Orobanche hederae Orobanche purpurea Orobanche reticulata Parnassia palustris Pedicularis palustris Pedicularis sylvatica Phyteuma spicatum subsp. nigrum Platanthera bifolia Polygala serpyllifolia Polygala vulgaris Potamogeton coloratus Potamogeton compressus Potamogeton gramineus Potentilla palustris Potentilla sterilis Primula veris Pyrola minor Pyrola rotundifolia Radiola linoides Rhinanthus minor Rhynchospora alba 32
Moerashertshooi Fraai hertshooi Glad biggenkruid Grondster Alpenrus Draadrus Dwergrus Jeneverbes Beemdkroon Zeelathyrus Groot spiegelklokje Ruige leeuwentand Roggelelie Blauwe leeuwenbek Geelhartje Groenknolorchis Grote keverorchis Oeverkruid Moeraswolfsklauw Grote wolfsklauw Kleine rupsklaver Waterdrieblad Dwerggras Stofzaad Wilde gagel Teer vederkruid
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Wilde narcis Borstelgras Vogelnestje Zilt torkruid Kattedoorn Soldaatje Harlekijn Klimopbremraap Blauwe bremraap Distelbremraap Parnassia Moeraskartelblad Heidekartelblad Zwartblauwe rapunzel Welriekende nachtorchis Liggende vleugeltjesbloem Gewone vleugeltjesbloem s.l. Weegbreefonteinkruid Plat fonteinkruid Ongelijkbladig fonteinkruid Wateraardbei Aardbeiganzerik Gulden sleutelbloem Klein wintergroen Rond wintergroen Dwergvlas Kleine ratelaar Witte snavelbies
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Rhynchospora fusca Rosa villosa Sagina nodosa Salvia pratensis Sanguisorba minor Sanguisorba minor subsp minor Sanicula europaea Schoenus nigricans Scutellaria minor Silene otites Sparganium natans Stachys officinalis Succisa pratensis Thalictrum minus Thymus pulegioides Trifolium medium Ulex europaeus Utricularia minor Valeriana dioica Valerianella carinata Veronica verna Vicia tenuifolia Vincetoxicum hirundinaria Viola canina
Bruine snavelbies Viltroos Sierlijk vetmuur Veldsalie Kleine pimpernel Heelkruid Knopbies Klein glidkruid Oorsilene Kleinste egelskop Betonie Blauwe knoop Kleine ruit Grote tijm Bochtige klaver Gaspeldoorn Klein blaasjeskruid Kleine valeriaan Gegroefde veldsla Kleine ereprijs Stijve wikke Witte engbloem Hondsviooltje
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Selectie ammoniakgevoelige paddenstoelen 5 = verondersteld zeer ammoniakgevoelig en op Rode Lijst (BLWG) en/of Habitatrichtlijn bijlage II (Jansen & Schaminée, 2004). Uit voorzorg zijn alle Rode Lijst soorten als ammoniakgevoelig aangemerkt. Paddenstoelen Agaricus campester Weidechampignon 5 Amanita porphyria Porfieramaniet 5 Amanita vaginata Grijze slanke amaniet 5 Amanita virosa Kleverige knolamaniet 5 Anthracobia macrocystis Oranjerood houtskoolbekertje 5 Anthracobia melaloma Gewoon houtskoolbekertje 5 Anthracobia uncinata Haarcelhoutskoolbekertje 5 Antrodia serialis Kurkstrookzwam 5 Astraeus hygrometricus Weerhuisje 5 Boletus luridus Netstelige heksenboleet 5 Boletus rhodoxanthus Roodnetboleet 5 Bovista aestivalis Melige bovist 5 Byssonectria aggregata Klein oranje zandschijfje 5 Calocera pallidospathulata Spatelhoorntje 5 Cantharellus cibarius Hanenkam 5 Cantharellus tubaeformis Trechtercantharel 5 Chroogomphus rutilus Koperrode spijkerzwam 5 Clavaria argillacea Heideknotszwam 5 Clavaria fragilis Wormvormige knotszwam 5 Clavaria fumosa Rookknotszwam 5 Clavulinopsis corniculata Sikkelkoraalzwam 5 Clavulinopsis helveola Gele knotszwam 5 Clavulinopsis laeticolor Fraaie knotszwam 5 Clavulinopsis luteoalba Verblekende knotszwam 5
33
Coltricia cinnamomea Coltricia perennis Coprinus angulatus Coprinus picaceus Cordyceps longisegmentis Cortinarius acutus Cortinarius alboviolaceus Cortinarius armillatus Cortinarius bibulus Cortinarius bolaris Cortinarius croceocoeruleus Cortinarius semisanguineus Cortinarius torvus Cortinarius vibratilis Creolophus cirrhatus Crucibulum crucibuliforme Daldinia vernicosa Discinella menziesii Disciotis venosa Elaphomyces granulatus Elaphomyces muricatus Entoloma cetratum Entoloma sericellum Ganoderma lucidum Geastrum corollinum Geastrum elegans Geastrum floriforme Geastrum minimum Geastrum rufescens Geastrum schmidelii Geoglossum arenarium Geoglossum cookeanum Geopora arenicola Gyrodon lividus Gyromitra esculenta Gyroporus cyanescens Hebeloma radicosum Helvella atra Helvella elastica Hericium coralloides Hericium erinaceus Hydnellum concrescens Hydnellum spongiosipes Hydnum repandum Hydnum rufescens Hygrocybe acutoconica Hygrocybe ceracea Hygrocybe insipida Hygrocybe marchii Hygrocybe pratensis var. pratensis Hygrocybe psittacina Hygrocybe virginea Hygrophorus hypothejus Hygrophorus persoonii
Zijige tolzwam Echte tolzwam Brandplekinktzwam Spechtinktzwam Grootsporige truffelknotszwam Spitse gordijnzwam Lila gordijnzwam Armbandgordijnzwam Kleine elzegordijnzwam Roodschubbige gordijnzwam Paarse galgordijnzwam Pagemantel Gelaarsde gordijnzwam Gele galgordijnzwam Gelobde pruikzwam Geel nestzwammetje Glanzende houtskoolzwam Roze grondschijfje Grote aderbekerzwam Korrelige hertentruffel Stekelige hertentruffel Dennesatijnzwam Sneeuwvloksatijnzwam Gesteelde lakzwam Tepelaardster Bruine aardster Bloemaardster Kleine aardster Roze aardster Heideaardster Zandaardtong Brede aardtong Zandputje Elzenboleet Voorjaarskluifzwam Indigoboleet Geringde vaalhoed Roetkluifzwam Holsteelkluifzwam Kammetjesstekelzwam Pruikzwam Gezoneerde stekelzwam Fluwelige stekelzwam Gele stekelzwam Rossige stekelzwam Puntmutswasplaat Elfenwasplaat Kabouterwasplaat Beemdwasplaat Weidewasplaat Papegaaizwammetje Gewoon sneeuwzwammetje Denneslijmkop Olijfkleurige slijmkop
34
5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
Inocybe serotina Inocybe vulpinella Inonotus hispidus Inonotus rheades Iodophanus carneus Lactarius mitissimus Lactarius torminosus Lactarius vellereus Lactarius vietus Lamprospora miniata Leccinum rufum Leucoagaricus meleagris Macrocystidia cucumis Macrolepiota excoriata Marasmius wynnei Melanoleuca albifolia Morchella esculenta Morchella semilibera Mycena chlorantha Mycena clavicularis Mycena pelianthina Mycena sanguinolenta Mycena seynii Myriostoma coliforme Neottiella rutilans Nidularia deformis Omphalina grossula Otidea onotica Oxyporus populinus Paxillus atrotomentosus Paxillus panuoides Peziza ammophila Peziza anthracina Peziza cerea Peziza echinospora Peziza endocarpoides Peziza fimeti Peziza limnaea Peziza subviolacea Peziza trachycarpa Phallus hadriani Phellodon confluens Phellodon melaleucus Pholiota astragalina Pholiota highlandensis Pholiota lenta Pholiota lubrica Phylloporia ribis f. evonymi Pleurotus dryinus Pluteus leoninus Pluteus petasatus Polyporus arcularius Poronia erici Poronia punctata
Grote duinvezelkop Kleine duinvezelkop Ruige weerschijnzwam Vosrode weerschijnzwam Roze mestschijfje Oranje melkzwam Baardige melkzwam Schaapje Roodgrijze melkzwam Netsporig mosschijfje Rosse populierboleet Compostchampignonparasol Levertraanzwam Rafelige parasolzwam Beukentaailing Witplaatveldridderzwam Gewone morielje Kapjesmorielje Groene mycena Palingsteelmycena Purpersnedemycena Kleine bloedsteelmycena Zeedenmycena Peperbus Oranje mosbekertje Eierzakje Groengeel trechtertje Gewoon varkensoor Witte populierzwam Zwartvoetkrulzoom Ongesteelde krulzoom Zandtulpje Zwarte brandplekbekerzwam Wasgele bekerzwam Zemelige brandplekbekerzwam Beroete brandbekerzwam Mestbekerzwam Bruine modderbekerzwam Violette brandplekbekerzwam Purperbruine brandplekbekerzwam Duininktzwam Wollige stekelzwam Tengere stekelzwam Goudvindzwam Brandplekbundelzwam Slijmerige blekerik Witvlokkige bundelzwam Kardinaalsmutsvuurzwam Schubbige oesterzwam Goudgele hertenzwam Zaagselhertenzwam Grootporiehoutzwam Kleine speldenprikzwam Grote speldenprikzwam
35
5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
Psathyrella ammophila Psathyrella pennata Psilocybe semiglobata Pulvinula convexella Pyronema omphalodes Ramaria fagetorum Ramaria fennica Ramaria formosa Ramariopsis kunzei Ramariopsis tenuiramosa Rhizina undulata Rhodocybe caelata Rigidoporus ulmarius Russula laurocerasi Sarcodon scabrosus Sphaerobolus stellatus Suillus granulatus Suillus laricinus Suillus luteus Suillus variegatus Tephrocybe ambusta Tephrocybe atrata Terana coerulea Thelephora caryophyllea Trichoglossum hirsutum Tricholoma albobrunneum Tricholoma cingulatum Tricholoma equestre Tricholoma portentosum Trichophaea abundans Trichophaea boudieri Tylopilus felleus Tyromyces fissilis Verpa conica Volvariella bombycina
Duinfranjehoed Brandplekfranjehoed Kleefsteelstropharia Groot moskussentje Spinragkuddeschijfje Beukenkoraalzwam Paarsbruine koraalzwam Fraaie koraalzwam Ivoorkoraaltje Bezemkoraaltje Oliebolzwam Grijsbruine zalmplaat Iepenbuisjeszwam Amandelrussula Blauwvoetstekelzwam Kogelwerper Melkboleet Grauwe ringboleet Bruine ringboleet Fijnschubbige boleet Knobbelsporig pekzwammetje Gladsporig pekzwammetje Blauwe korstzwam Prachtfranjezwam Ruige aardtong Witbruine ridderzwam Geringde ridderzwam Gele ridderzwam Glanzende ridderzwam Brandpelsbekertje Ruig pelsbekertje Bittere boleet Appelboomkaaszwam Vingerhoedje Zijdeachtige beurszwam
5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
Selectie ammoniakgevoelige Blad- en Levermossen 1 = zeer ammoniakgevoelig en op Rode Lijst (BLWG) en/of Habitatrichtlijn bijlage II (Jansen & Schaminée, 2004). Bepaald aan de hand van Ellenberggetallen N kleiner gelijk 4 (TurboVeg) en/of biotoopgegevens (Siebel & During, 2006). Blad- en levermossen Bartramia pomiformis Brachythecium mildeanum Brachythecium rivulare Bryum archangelicum Bryum intermedium Bryum knowltonii Bryum marratii Bryum warneum Calliergon giganteum Campyliadelphus chrysophyllus Campyliadelphus elodes Campylium stellatum
Gewoon appelmos Kwelmoeras-dikkopmos Beek-dikkopmos Ongewimperd knikmos Middelst knikmos Roodmond-knikmos Zilt knikmos Kwelder-knikmos Reuzenpuntmos Kalk-goudmos Tenger goudmos Sterrengoudmos 36
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Campylopus brevipilus Campylopus fragilis Cladopodiella fluitans Climacium dendroides Cololejeunea minutissima Ctenidium molluscum Dicranum bonjeanii Dicranum polysetum Ditrichum flexicaule Ditrichum heteromallum Drepanocladus sendtneri Encalypta vulgaris Fissidens adianthoides Frullania tamarisci Habrodon perpusillus Hylocomium splendens Isothecium alopecuroides Leucodon sciuroides Loeskeobryum brevirostre Lophozia bicrenata Lophozia incisa Metzgeria fruticulosa Nardia scalaris Nowellia curvifolia Odontoschisma sphagni Plagiochila porelloides Plagiomnium ellipticum Plasteurhynchium striatulum Pleurochaete squarrosa Pogonatum nanum Pogonatum urnigerum Porella platyphylla Preissia quadrata Pseudocalliergon lycopodioides Racomitrium canescens Racomitrium heterostichum Racomitrium lanuginosum Rhizomnium pseudopunctatum Rhodobryum roseum Rhytidium rugosum Riccardia multifida Scorpidium scorpioides Sphagnum angustifolium Sphagnum capillifolium Sphagnum contortum Sphagnum girgensohnii Sphagnum molle Sphagnum riparium Sphagnum subnitens Sphagnum teres Thuidium abietinum Tortella inclinata Tortula lanceola Tortula subulata
Kortharig kronkelsteeltje Bossig kronkelsteeltje IJl stompmos Boompjesmos Dwerg-tuitmos Kammos Moerasgaffeltandmos Gerimpeld gaffeltandmos Kalk-smaltandmos Gebogen smaltandmos Gekruld sikkelmos Klein klokhoedje Groot vedermos Flesjes roestmos Duizendpootmos Glanzend etagemos Recht palmpjesmos Eekhoorntjesmos Grof etagemos Cederhoutmos Getand trapmos Blauw boomvorkje Echt vleugelmos Krulbladmos Veendubbeltjesmos Klein varentjesmos Stomp boogsterrenmos Geplooid palmpjesmos Hakig kronkelbladmos Kleine viltmuts Grote viltmuts Gewoon pelsmos Vierkantsmos Wolfsklauwmos Grijze bisschopsmuts Heide-bisschopsmos Wollige bisschopsmuts Trilveen-viltsterrenmos Rozetmos Buizerdmos Gevind moerasvorkje Rood schorpioenmos Smalbladig veenmos Stijf veenmos Trilveenveenmos Gerafeld veenmos Week veenmos Uitgebeten veenmos Glanzend veenmos Sparrig veenmos Sparrenmos Viltig kronkelbladmos Kalk-kleimos Langkapselsterretje
37
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Trematodon ambiguus Warnstorfia exannulata Weissia controversa var. controversa
Langhalsmos Geveerd sikkelmos Gewoon parelmos
1 1 1
Selectie ammoniakgevoelige Korstmossen 1 = zeer ammoniakgevoelig en op Rode Lijst (BLWG) en/of Habitatrichtlijn bijlage II (Jansen & Schaminée, 2004), bepaald aan de hand van Ellenberggetallen voor stikstof kleiner gelijk 5 (Von Wirth, 2010) en/of biotoop is zeer gevoelig voor ammoniak (vochtig duin, heide, stuifzanden, veenmosrietland). 4 = mogelijk zeer ammoniakgevoelig en op Rode Lijst en/of Habitatrichtlijn bijlage II, uit voorzorg op de lijst gezet omdat over het algemeen korstmossen zeer gevoelig zijn voor luchtverontreiniging (o.a. ammoniak) (Van Herk & Aptroot, 2004). De soorten met Ellenberggetal voor stikstof groter dan 5 zijn verondersteld niet ammoniakgevoelig te zijn. Korstmossen Absconditella trivialis Aspicilia leprosescens Bacidia arceutina Bacidia bagliettoana Bacidia rubella Bacidia scopulicola Calicium viride Caloplaca crenularia Caloplaca luteoalba Caloplaca marina Caloplaca subpallida Caloplaca thallincola Caloplaca ulcerosa Chaenotheca brachypoda Chaenotheca furfuracea Chrysothrix candelaris Cladonia arbuscula Cladonia ciliata Cladonia crispata Cladonia digitata Cladonia polydactyla Cladonia pulvinata Cladonia squamosa Cladonia strepsilis Cladonia zopfii Diploschistes muscorum Enterographa crassa Graphis scripta Gyalidea psammoica Lecania atrynoides Lecanora aitema Lecanora argentata Lecanora helicopis Lecanora hybocarpa Lecanora soralifera Lecanora subcarpinea Lecanora varia Leptogium imbricatum Leptogium plicatile
Leemkroesje Zeedambordje Bleke knoopjeskorst Duinknoopjeskorst Iepenknoopjeskorst Waddenknoopjeskorst Groen boomspijkertje Rood dijkzonnetje Iepenzonnetje Gelobde zeecitroenkorst Bleek dijkzonnetje Fraaie citroenkorst Iepenkraterkorst Groen schorssteeltje Lichtend schorssteeltje Gele poederkorst Gebogen rendiermos Sierlijk rendiermos Open heidestaartje Vertakt bekermos Sterheidestaartje Slank stapelbekertje Doornig heidestaartje Hamerblaadje Ezelspootje Duindaalder Grauwe runenkorst Gewoon schriftmos Texels mos Dijkenglimschoteltje Dennenschotelkorst Bosschotelkorst Zeeschotelkorst Beukenschotelkorst Veldjesschotelkorst Berijpte schotelkorst Hardhout-schotelkorst Schubjeszwelmos Waterzwelmos 38
4 4 1 1 4 4 1 4 4 4 4 4 4 4 1 1 1 1 4 1 1 4 1 4 1 1 4 1 1 4 1 1 4 4 4 4 1 1 4
Normandina acroglypta Normandina pulchella Ochrolechia parella Opegrapha mougeotii Opegrapha varia Opegrapha vermicellifera Peltigera canina Peltigera hymenina Peltigera neckeri Peltigera rufescens Peridiothelia fuliguncta Pertusaria hymenea Pertusaria leioplaca Physcia aipolia Physconia perisidiosa Porpidia macrocarpa Psoroglaena abscondita Pyrenula chlorospila Pyrenula nitida Ramalina lacera Rinodina efflorescens Strangospora moriformis Toninia sedifolia Usnea fulvoreagens Usnea hirta Usnea subfloridana Verrucaria erichsenii Verrucaria maura Verrucula maritimaria Vezdaea aestivalis Xanthoparmelia mougeotii
Parasietkorst Hamsteroortje Steentandpastakorst Kalkschriftmos Kort schriftmos Gestippeld schriftmos Groot leermos Kaal leermos Zwart leermos Klein leermos Kleine lindestipjes Open speldenkussentje Glad speldenkussentje Gemarmerd vingermos Duinrijpmos Granietblauwkorst Vlierkorst Duinknikker Beukenknikker Waaiertakmos Bleke perperkorst Donker muggenstrontjesmos Kalkblaaskorst Pijpenragerbaardmos Bleek baardmos Gewoon baardmos Gewone zeestippelkorst Zwarte zeestippelkorst Fijne zeestippelkorst Duinzomerkorst Zonnetjesschildmos
39
4 1 1 4 1 1 1 1 1 4 4 1 1 4 1 1 4 4 1 4 4 4 1 1 1 1 4 4 4 1 1