501
TITEL III
BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN
DEEL III EERSTE PLANNINGMAN-VOORMAN EERSTE BEREIDER-TIJDOPNEMER EERSTE NAZIENER-SCHOUWER
A. SPECIALITEITEN De specialiteiten verbonden aan de graden van eerste planningman-voorman, eerste bereider-tijdopnemer en eerste naziener-schouwer zijn die respectievelijk voorzien in de rubrieken van planningman-voorman, bereider-tijdopnemer en nazienerschouwer. B.
WERKZAAMHEDEN De werkzaamheden verbonden aan elk der specialiteiten zijn deze voorzien in de rubrieken waarvan sprake onder letter A hiervoor.
C. TOEWIJZING VAN DE BETREKKINGEN De graden van eerste planningman-voorman, eerste bereider-tijdopnemer en eerste naziener-schouwer worden per specialiteit respectievelijk toegekend aan de planningmanvoormannen, bereiders-tijdopnemers en nazieners-schouwers op grond van een proef overeenkomstig de bepalingen van onderhavige bundel (Titel II) (1) en rekening houdende met de hierna vermelde bijzondere voorwaarden. I.
Toegang tot de proef
De proef is toegankelijk voor planningman-voormannen, bereiders-tijdopnemers en nazieners-schouwers die voldoen aan de volgende voorwaarden: •
Geregulariseerd zijn in één van de drie graden die toegang geven tot de betrekkingen waarvan sprake;
•
gunstig beoordeeld zijn;
(1)
(1)
In afwachting van de publicatie van Titel II blijven de bepalingen van het AB nr 62 van 1932 van toepassing
1
•
een graadanciënniteit van minstens 2 jaar tellen (eventueel samengevoegd in de voormelde graden).
II. Proef 1
Vakken en aard van de proef
De proef wordt om de twee jaar georganiseerd; zij is schriftelijk en handelt over de volgende vakken.
Graden en specialiteiten
1. alle graden, alle specialiteiten , behalve die genoemd onder 2 en 3 hierna.
2. bereider-tijdopnemer, specialiteit “drukkerij”
3. planningman-voorman en naziener-schouwer, specialiteit “afwerking”
Vakken
a) Bevattingsproef betreffende een onderwerp van technische aard. b) Elektriciteit c) Mechanica en toegepaste mechanica a) Bevattingsproef betreffende een onderwerp van technische aard b) Tekenen: ontwerp van een drukwerk c) Techniek van het vak a) Bevattingsproef betreffende een onderwep van technische aard b) Beginselen van mechanica en elektriciteit c) Materialenkennis en begrippen van scheikunde.
Betrekkelijke waarde 2 1 1
2 1 2 2 1 2
Het uitvoerige programma van de vakken komt voor in de bijlage. 2.
Duur van de proef
De maximumduur van de proef is vastgesteld op 7 uur. 3.
Vereist aantal punten
Om laureaat verklaard te worden, moeten de kandidaten ten minste de 10/20 van de punten op elk vak behalen en de 12/20 van de punten voor het geheel van de proef III. Graadbevordering De bepalingen betreffende de datum van ranginneming zijn dezelfde als deze voorzien in onderhavige bundel voor de aanvangsbetrekkingen (Titel I - Deel III). De benoeming in de graad van eerste planningman-voorman, eerste bereider-tijdopnemer en eerste naziener-schouwer geschiedt ter plaatse en zonder proef met uitwerking op de eerste dag van het semester die volgt op dat waarin het proces-verbaal van de proefwerk
2
afgesloten De bedienden die op die datum op proef zijn in een andere van de graden die toegang geven tot de hier besproken graden of in een andere specialiteit, worden “eerste” op proef in die graad of specialiteit, In het geval dat de proef als onvoldoende wordt beoordeeld, worden ze in hun vroegere graad of specialiteit als “eerste” wederopgenomen. IV. Verandering van graad of van specialiteit De bedienden die de graad van eerste planningman-voorman, eerste bereider-tijdopnemer of eerste naziener-schouwer hebben, mogen van specialiteit veranderen of naar één van de andere graden overgaan onder de voorwaarden voorzien in de rubrieken “planningman-voorman”, “bereider-tijdopnemer” en “naziener-schouwer”.
3
UITVOERIG PROGRAMMA VAN DE VAKKEN VAN DE PROEF DIE TOEGANG GEEFT TOT DE GRADEN VAN EERSTE PLANNINGMAN-VOORMAN, EERSTE BEREIDER-TIJDOPNEMER EN EERSTE NAZIENER-SCHOUWER Bevattingsproef betreffende een onderwerp van technisch aard Antwoorden op vragen, door het zoeken van ideeën of van begrippen in een gegeven technische tekst van algemene aard of van een technische tekst in verband met de spoorweg. Elektriciteit Elektrostatica. Voornaamste verschijnselen. Elektrische stroom. Bestanddelen van een elektrische stroomkring, e.m.k., spanning, weerstand, stroomsterkte : grondregels, eenheden. Gelijkstroom, eenfasige wisselstroom, draaistroom. Geinduceerde elektromotorische kracht, Wet van Lenz, toepassingen. Werkingsbeginselen van een dynamo, dynamo’s met afzonderlijke bekrachtiging, shunt, serie- en compounddynamo. Werkingsbeginselen van een wisselstroomgenerator, karakteristieke krommen. Werkingsbeginsel van een transformator. Het magnetisch veld en zijn invloed op een elektrische stroom. Wetten, toepassingen. Werkingsbeginselen van elektrische gelijkstroommotoren shunt-, serie- en compoundmotor; wisselstroommotoren: synchrone, asynchrone, eenfasige en draaistroommotor. Karakteristieke krommen. Draaistroomschakelingen. Steren driehoeksschakeling van de wikkelingen. Spanningsverdeling, eigenschappen van elk van die schakelingen. Toegepaste elektriciteit. Beginselen van de gelijkrichting van wisselstroom. Aansluiting, aanzetting en snelheidsregeling van asynchrone motoren. Mechanica en toegepaste mechanica Algemene mechanica. Wettelijke meeteenheden SI en andere. Kinematica. Algemeen. Eenparige rechtlijnige beweging: wetten, grafleken. Eenparig veranderlijke rechtlijnige beweging versnelling, wetten, grafieken. Eenparige cirkelbeweging omtreksnelheid en hoeksnelheid, wetten. Eenparig veranderlijke cirkelbeweging: omwentelingsversnelling en hoekversnelling (eenheden), wetten. Toepassingen. Statica. Algemeen. Traagheid en kracht, vectorvoorstelling van krachten. Evenwicht der lichamen, Wet van actie en reactie. Samenstelling en ontbinding van krachten. Samenlopende en evenwijdige krachten. Resultante. Moment van krachten. Koppel. Moment van een kracht ten opzichte van een punt. Momentenstelling voor krachten in een zelfde vlak ten opzichte van een punt in dat vlak Zwaartepunt van lijnen en oppervlakken. Evenwicht van vaste, onvervormbare lichamen. Eenvoudige toestellen hefbomen, katrollen, lieren, hellend vlak, evenwichtsvoorwaarden. Toepassingen. Dynamica. Eenheden en eenhedenstelsels. Grondbeginsel. Begrip van massa. Middelpuntvliedende en middelpuntzoekende kracht Arbeid : begrippen, wetten. Vermogen : begrippen, bij cirkelbeweging en rechtlijnige beweging, wetten. Arbeidsvermogen van beweging. Betrekking tussen de arbeid van uitwendige krachten en de verandering in kinetische energie. Toepassingen. Tekenen: ontwerp van een drukwerk Maken van een model van drukwerk dat een formulier, een brochure, een affiche, enz. ... kan zijn. Techniek van het vak Theorie van het zetten. Lettersoorten, corpussen, maateenheden cicero’s en pica’s. Omrekenen naar metrische maten en omgekeerd. Gebruik van groot- en kleinkapitalen en van cursiefsletters. Afkortingen. Zetten en splitsen van getallen. Randnota’s. Verdelen van de woorden in lettergrepen (splitsingen). Opmaken van een blad. Witverdeling hetzij rechtstreeks met de zetmachine hetzij door montage. Foto of elektronische zetmachines. Werkingsprincipes. Gebruiksmogelijkheden van het geheugen. Voor- en nadelen van de foto of elektronische zetmachines.
4
Beginsel van boekdrukmachines. Beschrijving, werking. smering, regeling, onderhoud en opheffing van storingen van snelpersen. Inktgeving : verschillende stelsels van inktgeving -regeling en onderhoud van de inktbak - regeling van de inktrollen. Drukspanning - bekleding -banden - grijpers. Ter perse leggen: voorafgaande functies (grijpers, randen). Wassen van de vormen v66r en na het afdrukken. Toestellen - afdrukken - moeilijkheden tijdens het afdrukken (plooien, smetten, gerezen wit, enz.) Nummertoestellen. Papier pluizen, plukken, golven en plooien. Beginsel van offsetmachines. Beschrijving, werking, smering, regeling, onderhoud en opheffen van storingen van offsetpersen - persdoeken (samenstelling). Verzorging van persdoeken -Aanpassen van de persdoek. Platen: onderzoek, reinigen, gommen en vastzetten. Bevochtigen - inktrollen - inkt. Papier: pluizen, plukken, golven en plooien. Voor- en nadelen van typografische druk en offsetdruk Kopie: - Opmaken van clichés. Merktekens op montagevellen. Herkennen van deelfilms. - De offsetplaat: verschillende soorten dragers voor de gevoelige laag. Eigenschappen. Gebruik, voor- en nadeel. Invloed van de structuur van het drukoppervlak van de plaat. Voor- en nadeel. Positief en negatiefwerkende platen. Gebruik. Voor- en nadeel. - Het behandelen van de offsetplaat tot een bruikbare drukplaat: het plaatsen van de cliches op de niet belichte offsetplaat. Belichtingstijden. Controlemiddelen. Gebruik van strooifolie. Het bewerken na het belichten. Het verbeteren van de beeldkwaliteit. - Verschillende soorten lichtbronnen. Voor- en nadelen. Het pneumatisch raam. - Werkwijze en voorzorgen voor het bewaren van de offsetplaten. - Samenstelling van de gebruikelijke ontwikkelaars, fixeerders en beschermingsproducten. - Fouten en storingen bij het behandelen van offsetplaten. Oorzaken en middelen om eraan te verhelpen. - Invloed van de verschillende factoren op het gedrag van de offsetplaat op de drukpers. - Enkele begrippen over andere procédés om offsetplaten te vervaardigen: platen vervaardigd met XEROGRAFIE en platen vervaardigd met de reproductiecamera. Gebruik. Voor- en nadelen. - Vergelijk tussen de verschillende soorten offsetplaten op gebied van levensduur en kwaliteit. Reprografie: - Lichtgevoelige emulsies: orthochromatische en panchromatische emulsies. Stripping film Omkeerprocédés. - Het behandelen van het lichtgevoelig materiaal - Verlichting van de donkere kamer. Ontwikkelbaden, stopbaden, fixeerders, verzwakken en versterken. - Reproductiemateriaal: pneumatische ramen, reproductiecamera’s - objectieven - lensfouten prisma’s en spiegels - diafragma - afstandsregeling en scherpstelling -belichtingstij den lichtbronnen. - Densitometrie: bepaling van de densiteit - densitometer - densiteitsverschil - contrast -weergave karakteristieke kromme van een emulsie - gamma - invloed van de ontwikkeltijd en van de temperatuur van het ontwikkelbad op de gamma - belichtingsspeelruimte - gevoeligheid van een emulsie. - Het rasteren: optische rasters - contactrasters: grijs en magentarasters. Rasterlineatuur. Vorming van het rasterpunt. Veelvoudige belichting. Storingen. Het rasteren met de camera of in het pneumatisch raam. - Kleurenselectie: gebruik van de kleurenfilters. Filterfactoren. Maskers. Rasterhoeken. Controlesystemen op de kleurselectie.
5
Beginselen van mechanica en van elektriciteit Mechanica Wettelijke meeteenheden: SI en andere. Krachten, evenwijdige en samenlopende krachten, moment van krachten, krachtenkoppel. Hefbomen. Vermogen en arbeid. Elektriciteit Eenheden : weerstand, stroomsterkte, spanning, frequentie. Gelijkstroom en wisselstroom beschrijving en gebruik. Materialenkennis en begrippen van scheikunde Materialenkennis Hout : structuren; houtgebreken en -ziekten; Europese en uitheemse soorten; bescherming; opslaan en stapelen; bewaring van bewerkt en te bewerken hout; drenking; afmetingen van hout (keuze, kwaliteit); plakhout, blokplaat, spaanplaat. Rubber: natuurlijk en synthetisch; fabricatie; kenmerken. Glas : fabricatie; soorten; gebruik. Synthetische stoffen: fabricatieprincipes. Verf, vernis, oplosmiddelen, verdunningsmiddelen: samenstelling, kennierken, fabricatie, gebruik. Scheikunde Begrippen over natuurkunde en scheikunde. Elementen, symbolen van de elementen, eenvoudige scheikundige formules. Voorbeeld van een eenvoudige reactie: oxydatie (verbranding -ontvlambare stoffen) - metalloiden. Verschil tussen thermoplasten en thermoharders.
6