Fultura/Time-Out, Sneek m.m.v. Nico Krop en Marjan van Maasakker
Korte typering Fultura/Time-Out Sneek De Reboundvoorziening (Time-Out) Zuidwest Friesland valt onder het SWV Fultura en is gehuisvest in Sneek. Het is een bovenschoolse voorziening waar zes schoolgemeenschappen met vmbo-lwoo en praktijkonderwijs tot en met vwo in totaal maximaal twintig leerlingen per jaar kunnen plaatsen in twee groepen. In 2008/2009 is een pilot (Time-Out+) gestart, waarbij enkele thuiszitters zijn opgenomen. Bij hen wordt nagegaan met welke problematiek en waarom zij thuis zitten en hoe dit op te lossen is. De doelstellingen zijn af te leiden uit de visie. De visie is uitgewerkt in de missie van Time-Out: ‘Het aanleren van algemene competenties, gericht op het zelfstandig functioneren in de maatschappij en van specifieke competenties, gericht op een succesvolle terugkeer in het onderwijsleerproces. Daartoe creëert Time-Out een rijke leefomgeving, waarin de jongere zichzelf terug kan vinden. Deze leefomgeving is afgestemd op de jonge mens, met ruimte voor persoonlijke ontwikkeling’. Daaruit is een aantal doelstellingen afgeleid. De doelgroep bestaat uit leerlingen met een zodanige problematiek dat het primaire leerproces niet meer gewaarborgd kan worden. Een leerling moet (minimaal) gemotiveerd zijn voor plaatsing, in staat zijn sociaal en cognitief te leren en eigen verantwoordelijkheid aankunnen. Verder moet de leerling bereid zijn mee te werken met een psychologisch en/of didactisch onderzoek en begeleiding kunnen accepteren. Het verblijf in de voorziening duurt minimaal acht weken en maximaal veertien weken, exclusief de gefaseerde terugplaatsing en nazorg. Binnen een veilige sfeer met veel aandacht voor het individuele welbevinden van een leerling wordt naast onderwijs een breed, op maat samengesteld programma aangeboden, waartoe dagelijks sporten, koken, techniek, stage, een excursie en indien nodig trainingen als Equip en Rots en Water behoren. Binnenkort komt drama ook in het programma. Er wordt intensief samengewerkt met de school van herkomst en de mentor is zeer betrokken bij de plaatsing. Ex-leerlingen blijven welkom en komen graag terug, waaruit blijkt dat een goede vertrouwensrelatie tussen leerlingen en medewerkers tot stand is gekomen. Van de ouders wordt verwacht dat ook zij gemotiveerd zijn voor plaatsing van hun kind en dat zij bereid zijn aan de eigen problematiek te werken (indien nodig). Over de laatste drie jaar bezien, keert 82% van de leerlingen terug naar de eigen school, of een andere VO-school binnen het samenwerkingsverband. Rebound werkt met een multidisciplinair team met daarin coaches/leerkrachten, een onderwijsassistent, een conciërge, twee orthopedagogen, SMW (via Timpaan) en een coördinator. De belangrijkste samenwerkingspartners zijn snel aanspreekbaar via het eigen ZAT dat aan Time Out is verbonden. Partners hierin zijn bureau jeugdzorg, de GGZ, het AMK, Verslavingszorg Noord Nederland, Timpaan Welzijn, de GGD, MEE en de politie. Daarnaast nemen de zorgcoördinatoren van de zes schoolgemeenschappen deel aan het ZAT, evenals de leerplichtambtenaar en/of RMCcoördinator en een vertegenwoordiger van REC Cluster 4. Time Out werkt standaard samen met een creatief therapeute, een kapster, de verslavingszorg en een welzijnsstichting. De Time Out is gefinancierd uit de bijdrage van de overheid en een forse eigen investering van het samenwerkingsverband Fultura, aangevuld met een bijdrage van de gemeente Sneek.
1.
INTRODUCTIE
1.1
Partijen bij de totstandkoming
De rebound in Sneek bestaat ongeveer vijf jaar en is als Time Out begonnen. Ook nu nog wordt zij aangeduid als ‘Time -Out’.
1
Fultura is een interzuilair samenwerkingsverband voor Zuidwest Friesland, opgericht in het schooljaar 2003 – 2004. Het is een samenwerking van het christelijke samenwerkingsverband Fricolore en het openbare samenwerkingsverband Pompeblêd. Er nemen zes grote VO schoolgemeenschappen uit Sneek, Balk en Bolsward aan deel (inclusief Praktijkonderwijs). Daarnaast maakt Cluster 4 deel uit van Fultura (een locatie van RENN4, De Witakker in Rijs) en het ROC Friese Poort, locatie Sneek. De Time-Out kwam voort uit een behoefte op de VO-scholen aan een voorziening voor gedragsmoeilijke leerlingen die zij slechts met grote moeite op school konden houden en daarbij de behoefte de zorgstructuur af te stemmen. Dat resulteerde in de uitwerking en beschrijving van 1e, 2e en 3e lijnszorg in het VO. De Time-Out werd in de 3e lijnszorg geplaatst: scholen moesten eerst een aantal onderdelen uit de 1e en 2e lijnszorg ingezet hebben, voordat aanmelding en plaatsing in Time-Out mogelijk werden. Deze gang van zaken wil men vanaf het schooljaar 2008 - 2009 veranderen.
1.2
Capaciteit
Time-Out heeft ruimte voor twee groepen met ieder maximaal tien leerlingen. Bij het begin van het schooljaar zijn beide groepen nog niet vol, vandaar dat wordt gestart met één groep. In de loop van het schooljaar, zodra de eerste groep vol zit, wordt een tweede groep gestart. Voor twee groepen zijn twee coaches en één onderwijsassistent beschikbaar. De reguliere reboundleerling blijft acht weken (veertig getelde dagen), maximaal zeventig getelde dagen. Deze verblijfsduur is exclusief nazorg.
1.3
Doelgroep
Time -Out is bedoeld voor leerlingen van één van de scholen die deel uitmaken van het samenwerkingsverband. Leerlingen van scholen die niet tot Fultura behoren, kunnen alleen worden opgevangen als zij ook binnen de doelgroep passen. In dat laatste geval dient een vergoeding betaald te worden. Plaatsbaar zijn leerlingen van vmbo-lwoo tot en met havo/vwo met een zodanige problematiek dat het primaire leerproces niet meer gewaarborgd kan worden. Vaak blijkt dat uit zeer frequent spijbelen, lastig gedrag in de klas, ongemotiveerd zijn, brutaal zijn, problematische contacten in de klas, etc. Het merendeel van de leerlingen is tussen de 13 en 16 jaar en afkomstig van het vmbo-bb of vmbo-kb. Uitgangspunt is de terugkeer van de leerling naar de school van herkomst. Deze blijft dan ook eindverantwoordelijk voor de leerling. In principe zijn met uitzondering van de leerlingen die voldoen aan één of meerdere contra-indicaties alle leerlingen welkom. Toch worden aan plaatsing wel voorwaarden vooraf gesteld: - De leerling en zijn ouders/verzorgers zijn gemotiveerd voor plaatsing. - De leerling is in staat tot cognitief en sociaal leren. - De leerling is, indien nodig, bereid om aan een onderzoek en/of begeleiding van een orthopedagoog en/of psycholoog en/of schoolmaatschappelijk werker mee te werken. - De leerling en diens ouders/verzorgers ondertekenen een contract waarin duidelijk de eigen verantwoording wordt benadrukt. Dit contract is bindend. Contra-indicaties - Problematiek die in aanmerking komt voor een Cluster 4 indicatie - Een dusdanig (psychisch) ziektebeeld, of fysieke stoornis, dat (sociaal) leren niet mogelijk is. - Problematisch alcohol/drugsgebruik. - Structureel oppositioneel en crimineel gedrag.
1.4
Doelstelling
Time-Out is een voorziening die is bedoeld voor leerlingen die buiten het schoolsysteem dreigen te raken, of zelfs helemaal niet meer naar school gaan. De voorziening maakt deel uit van de zorgstructuur van de scholen. De doelstellingen zijn af te leiden uit de visie. De visie is als volgt geformuleerd: - Elke jongere kan en mag schitteren, waarbij er vanuit wordt gegaan dat de ontwikkeling in de jongere zelf zit. - De jongere en zijn ontwikkeling staan centraal, in relatie tot zijn omgeving.
2
-
De medewerkers gaan uit van de ontwikkelingsvraag van de jongere en stellen samen met hem/haar het ontwikkelingstraject vast. Instanties rondom Time-Out worden hierbij betrokken. Het Time-Out team begeleidt jongeren in het maken van keuzes die voor hen de juiste zijn, daarbij specifiek gericht op een succesvolle terugkeer naar de school van herkomst.
De visie is verder uitgewerkt in de missie van Time-Out: ‘Het aanleren van algemene competenties, gericht op het zelfstandig functioneren in de maatschappij en van specifieke competenties, gericht op een succesvolle terugkeer in het onderwijsleerproces. Daartoe creëert Time-Out een rijke leefomgeving, waarin de jongere zichzelf terug kan vinden. Deze leefomgeving is afgestemd op de jonge mens, met ruimte voor persoonlijke ontwikkeling’. De daaruit afgeleide doelstellingen zijn de volgende: - Tijdelijke opvang en begeleiding voor leerlingen uit het reguliere voortgezet onderwijs. - De leerlingen terug laten keren naar het reguliere voortgezet onderwijs. - Onderzoek, observatie en diagnosestelling. - Opstellen van een persoonlijk begeleidingsplan voor de verblijfsduur binnen Time-Out. - Contact onderhouden met de school van herkomst, ouders/verzorgers en hulpverlenende instellingen. - Opstellen van een handelingsplan bij uitstroom. - Nazorg bieden voor de betreffende school.
2.
HET PROGRAMMA
2.1
Aanmeldingsroute
De zorgcoördinator vult op basis van informatie van de mentor het aanmeldingsformulier in. Het PCLlid van de school ondertekent dit ook. Om een leerling bij de toelatingscommissie te kunnen aanmelden, moet de school aan de volgende inspanningsverplichting hebben voldaan: - De problematiek is helder en er is een duidelijke hulpvraag geformuleerd. - De leerling is besproken in leerling-besprekingen en in het zorgteam van de school. - Er zijn gesprekken gevoerd met de ouders/verzorgers. - Verslagen van besprekingen en gesprekken zijn bij het aanmeldingsformulier gevoegd. - Bij de aanmelding is het leerlingdossier ter inzage beschikbaar. Er kan advies worden ingewonnen bij een externe instantie, bijvoorbeeld de leerplichtambtenaar, de schoolarts, of een hulpverlener. Daarnaast kunnen de PCL en/of het ZAT om advies worden gevraagd. De toelatingscommissie bestaat uit de coördinator van Time-Out, de orthopedagoog en de leden van de PCL. Zij komen wekelijks bij elkaar. Eventueel kunnen zij de aanmeldende school om toelichting vragen. Besluit de toelatingscommissie toestemming voor plaatsing in Time- Out te geven, dan kan binnen vijf werkdagen een afspraak worden gemaakt voor een intakegesprek. Tot voor kort eindigde daarna voor veel scholen de eigen betrokkenheid. Met als gevolg dat de Time- Out medewerkers veel energie moesten besteden aan het langs de scholen leuren om voldoende werk, toetsen en correctiewerk voor de leerlingen te krijgen. Op basis van deze ervaring heeft men nu besloten dit om te draaien: de zorgcoördinator krijgt het besluit van de toelatingscommissie te horen dat de leerling plaatsbaar is in Time- Out. De zorgcoördinator geeft dit door aan de mentor van de leerling. Vervolgens neemt de mentor contact op met de coördinator van Time-Out. Die mailt de mentor een afvinklijst, met daarop alle voorwaarden waaraan de mentor, de leerling en diens ouders dienen te voldoen, waaronder het door de school samenstellen van een pakket met lesmateriaal, schema’s en werkplanners dat de leerling bij aankomst bij zich moet hebben. Pas als het hele pakket door de school in orde is gemaakt, wordt een afspraak voor een intake gemaakt. Bij het intakegesprek zijn de leerling, diens ouders/verzorgers, de mentor en/of de zorgcoördinator van de school en eventueel de leerplichtambtenaar of medewerker(s) van hulpverlenende instellingen aanwezig. Vanuit de Time- Out is de coördinator aanwezig. In het intakegesprek worden de aanmelding en de hulpvraag nader toegelicht. De mogelijkheden van Time-Out worden besproken, evenals het contract dat de leerling, diens ouders/verzorgers en de coördinator van Time-Out ondertekenen. In dit contract worden afspraken gemaakt over het gedrag en stemmen de betrokkenen in met medewerking aan een persoonlijkheids/didactisch onderzoek, indien nodig.
3
Een leerling bij wie dit, op grond van observaties in de eerste vier weken, wenselijk wordt gevonden, verplicht zich daarnaast deel te nemen aan een training sociale vaardigheden (hetzij Equip, hetzij Rots en Water) en deze training ook af te maken. Dat kan tot gevolg hebben dat de leerling ook na vertrek uit Time-Out nog één of meerdere keren terugkeert om de laatste bijeenkomsten van een training bij te wonen. Ook andere voorwaarden kunnen deel uitmaken van het contract: bijvoorbeeld de verplichting een programma van de verslavingszorg te volgen. Na ondertekening van het contract is de leerling toegelaten tot Time-Out. Deze herziening in de procedure werkt prima, al heeft zij wel als nadeel dat het soms een tijd kan duren voor een school het hele onderwijspakket klaar heeft en de leerling kan beginnen. Het probleem ligt nu echter op de plek waar het thuishoort.
2.2
Inhoud en/of fasering van het programma
In de praktijk valt op dat leerlingen dikwijls met zware persoonlijke of gezinsproblemen kampen als zij worden aangemeld, waarbij het in feite opmerkelijk is dat zij nog zo goed functioneren. Vandaar dat de medewerkers dikwijls beginnen met het bieden van rust, orde, regelmaat en geborgenheid. Het wordt van groot belang gevonden dat, waar nodig, leerlingen eerst tot rust komen. Dat bereikt men door iedere leerling een warm welkom te bereiden, inclusief aandacht voor fysieke behoeften (‘Kom binnen, heb je al gegeten? Heb je kunnen douchen? Hoe is het nu thuis?). Zodra een gevoel van rust en veiligheid tot stand is gekomen, wordt het werken aan schoolse zaken effectiever. Men streeft nu wel sterker dan voorheen naar het gelijk op laten gaan van beide zaken: ondanks hun problemen moeten ook deze leerlingen direct aan de slag met lesmateriaal en planners. Mede naar aanleiding van pilotbezoeken van de Inspectie Onderwijs aan andere rebounds wordt ook in Sneek een zwaarder accent op het cognitieve leren gelegd. Vandaar ook dat de scholen nu in de aanmeldingsprocedure al worden verplicht de leerling een pakket mee te geven (zie onder aanmeldingsroute). Gefaseerd verblijf In de eerste fase wordt de leerling geobserveerd door de coach en waar mogelijk en nodig door de orthopedagoog (psycholoog) en/of de schoolmaatschappelijk werker. Eventueel vindt een persoonlijkheids en/of didactisch onderzoek plaats onder schooltijd. De leerling heeft gesprekken met de schoolmaatschappelijk werker. Er worden drie gedragsvragenlijsten ingevuld: één door de mentor van de leerling op de school van herkomst, één door de ouders en één door de leerling zelf. De resultaten worden uitgewerkt en vastgelegd door één van de orthopedagogen. De resultaten van observaties door de coaches worden digitaal vastgelegd en staan eveneens ter beschikking van de orthopedagoog. In de wekelijkse leerling-besprekingen bundelen de medewerkers de resultaten uit de observaties, de eerste gesprekken en de eventuele onderzoek(en). Tezamen leidt dit tot een eerste beeld van de leerling. De eerste te beantwoorden vraag is of deze leerling in staat zal zijn na acht weken terug te keren naar de school van herkomst of een langer traject nodig zal hebben. Het antwoord bepaalt de verdere structurering van het traject. Een eerste versie van het begeleidingsplan wordt in de eerste weken opgesteld. Hierin wordt bijvoorbeeld vastgelegd of deze leerling in aanmerking komt voor Rots en Water, voor Leefstijl, etc. Daarna volgt zo snel mogelijk (gewoonlijk na vier weken), het tussenevaluatiegesprek. Hierbij zijn de leerling, ouders/verzorgers van de leerling, de mentor en/of de zorgcoördinator, de Time-Out coördinator, de coach en de orthopedagoog aanwezig. Op dat moment is duidelijk binnen welke termijn de leerling zijn verblijf zal kunnen beëindigen. Het begeleidingsplan wordt doorgenomen, bijgesteld en definitief gemaakt. Dit begeleidingsplan is bepalend voor de aanpak van de jongere gedurende zijn verdere verblijf in Time-Out. Na acht weken volgt een eindevaluatie. Indien gedurende de voorbije weken duidelijk is geworden dat een leerling na acht weken verblijf er nog niet aan toe zal zijn om te vertrekken en dus langer in TimeOut zal blijven, wordt bij acht weken een extra tussenevaluatie ingevoegd. Vlak voor vertrek wordt dan de eindevaluatie gehouden. Bij het eindevaluatiegesprek zijn opnieuw de leerling, de ouders/verzorgers van de leerling, de mentor en/of de zorgcoördinator, coördinator van Time-Out, de coach en de orthopedagoog aanwezig. In dit gesprek wordt de voorbije periode geëvalueerd en wordt het handelingsplan besproken dat de leerling bij vertrek meekrijgt. Eén van de orthopedagogen verzorgt de verslaglegging van de tussen- en eindevaluaties.
4
Het feit dat veel Time-Out leerlingen gedijen in een kleine groep, met rust, structuur en regelmaat heeft consequenties voor de uitstroom: enkele leerlingen is om die reden aangeraden niet terug te keren naar de grote scholengemeenschap waar zij vandaan komen, maar te kiezen voor een kleinere school. Vertrek: Iedere Time-Out leerling vertrekt met een handelingsplan dat is bestemd voor zijn mentor. Ter overbrugging legt de coördinator van Time-Out contact met de school van herkomst en bezoekt, indien nodig, de groep van de leerling. De mentor van de leerling kan een beroep doen op Time-Out om andere docenten die eveneens betrokken zijn bij de ex-Time-Out leerling te begeleiden. De terugkeer verloopt gefaseerd binnen een periode van maximaal zes weken in het geval de leerling na een langere verblijfsduur in Time-Out terugkeert naar de school van herkomst. Een enkele keer is terugkeer niet mogelijk. Dan zoekt de school van herkomst, samen met Time-Out, naar een geschikt alternatief. Als dat is gevonden, vindt overplaatsing in één keer plaats, zonder overgangsfase. Ook leerlingen die maximaal acht weken in Time-Out zijn gebleven, kunnen zonder overgangsfase terugkeren naar de eigen school. Na afloop van het eindevaluatiegesprek wordt een datum vastgelegd voor het afsluitingsgesprek. Hierbij zijn de leerling, de ouders/verzorgers, de mentor en/of de zorgcoördinator en een vertegenwoordiger van Time-Out aanwezig. Dit afsluitingsgesprek vindt plaats op de school van de leerling. Daarna gaat het opgebouwde leerlingdossier over naar de school van de leerling. Nazorg: Nadat een leerling uit Time-Out is vertrokken, wordt binnen een week na vertrek een eerste gesprek georganiseerd. Dan volgen na twee weken, vier weken en acht weken nogmaals gesprekken. Zowel de leerling als diens mentor worden naar hun ervaringen gevraagd: loopt het goed? Kan de school uit de voeten met het handelingsplan dat de Time-Out heeft gemaakt? Time-Out is zeer succesvol in het onderhouden van een band met eenmaal vertrokken leerlingen. Voor veel ex-leerlingen zijn de Time-Out medewerkers de meest nabije personen bij wie zij zich veilig voelen en op wie zij graag terugvallen bij persoonlijke tegenslag. Oud-leerlingen zijn altijd welkom, weten dit en maken intensief gebruik van dit aanbod. Ze komen langs om hun verhaal te doen, afleiding of steun te vinden in een zeer moeilijke privé-situatie. Deze functie wordt binnen Time-Out heel belangrijk gevonden. Nazorg kan daarom bijvoorbeeld ook inhouden dat men op bezoek gaat bij een ex-leerling die op een gesloten afdeling binnen de GGZ is geplaatst. Tot de nazorg behoort ook dat een Time-Out medewerker bij het begin van een nieuw schooljaar contact opneemt met een nieuwe mentor van een leerling die in het voorafgaande schooljaar in TimeOut heeft verbleven. Inhoud van het programma Een lesdag in Time-Out begint om half 9. Gewoonlijk zijn de leerlingen al ruim tevoren aanwezig, zij kunnen dan terecht in een eigen ‘chill-hoek’ in de gang, waar ze iets te drinken kunnen krijgen. De dag duurt voor de leerlingen tot 14.30 uur, met uitzondering van de vrijdag: dan stopt het programma om 12.00 uur. De leerlingen volgen een continurooster, waarbij zij voortdurend samenzijn met één of meerdere medewerkers van Time-Out. Tussendoor mogen zij niet naar buiten. Hierdoor voldoet TimeOut ruimschoots aan de 1040 –urennorm. De dag begint om half 9 met schoolwerk in kleine groepjes onder leiding van een coach. De leerlingen werken individueel met eigen materiaal, dat iedere leerling in een eigen bak bewaart. De leerlingen hoeven dan ook geen materiaal van en naar huis mee te nemen. Dit lesblok duurt tot 10.00 uur, gevolgd door een pauze tot 10.15 uur. Daarna volgt volgens een vastgelegd rooster een lesblok tot 12.00 uur. De inhoud van dit blok verschilt per dag. Dankzij de ruime huisvesting in een vroegere huishoudschool zijn de mogelijkheden inhoudelijk zeer gevarieerd. Aangeboden worden bijvoorbeeld koken, of ‘de garage’, waar leerlingen fietsen en scooters herstellen. Ook is er een blok algemene technieken. Sinds kort wordt ook een blok sociale vaardigheidstraining aangeboden. Hiervoor hebben de medewerkers de training Equip gevolgd. Een andere optie is Rots en Water. Om 12.00 uur begint de middagpauze, tot 12.30 uur. Leerlingen en medewerkers treffen elkaar in een ruimte waar zij gezamenlijk soep eten en in aanwezigheid van iedereen bespreken zij de dingen die op dat moment aan de orde zijn. Deze gezamenlijkheid benadrukt voor de leerlingen het uitgangspunt ‘jullie horen erbij en zijn voor ons belangrijk’. Openheid wordt zeer belangrijk gevonden, vandaar dat de deuren in Time-Out gewoonlijk openstaan en het gewoon is om bij elkaar in- en uit te lopen.
5
Van 12.30 tot 13.30 uur wordt dagelijks tijd ingeruimd voor sport. Daarbij kan men gebruik maken van de aanwezige (grote) gymzaal, maar ook van externe mogelijkheden (wandklimmen, zwemmen), of van buitensporten als fietsen, skeeleren. Bij terugkomst om 13.30 uur volgt tot het einde van de lesdag (14.30 uur) opnieuw een lesblok zoals hiervoor beschreven. Algemeen uitgangspunt is dat een leerling zich eerst goed moet voelen. Dat maakt dat hij meer gemotiveerd raakt voor school. De ervaring heeft geleerd dat een leerling die gemotiveerd terugkeert naar school daar zonder veel moeite de draad weer oppakt, ook als zijn achterstand nog niet helemaal is weggewerkt. Dit blijkt ook uit een evaluatie van de resultaten over de laatste drie jaar (zie 2.6, prestaties). De verdeling van de leerlingen over de lesblokken wordt niet al te rigide gehandhaafd: hierbij wordt op maat rekening gehouden met interesses, omstandigheden en vaardigheden van de leerling. Zit een leerling bijvoorbeeld kort voor zijn eindexamen en heeft hij een forse achterstand, dan wordt hij op zijn eigen verantwoordelijkheid gewezen en wordt van hem verwacht dat hij meer tijd aan zijn schoolwerk besteed en minder aan andere lesinhouden. Ook kunnen er afspraken gemaakt komen met de school van herkomst over het volgen van lessen in de praktijkvakken. Gedurende de hele dag is het mogelijk dat een leerling persoonlijke zaken aan de orde stelt. Gesprekken worden (tot op zekere hoogte) in alle openheid gehouden. Het dagelijkse bewegen is bewust ingebouwd: enerzijds omdat dit cognitief leren bevordert, maar anderzijds ook omdat dit leerlingen in een heel andere setting brengt, waarin zij ander gedrag laten zien. Dit biedt mogelijkheden de leerling uit te dagen, te confronteren met zijn onzekerheden en te zien hoe de sociale interactie zich ontwikkeld. De coaches reageren ter plekke op wat zij waarnemen en als leermoment voor de leerling inschatten. In de intake is voor de leerlingen al duidelijk dat zij op dit punt uitgedaagd zullen worden. In het programma is ruimte gemaakt voor een stage. Leerlingen die al met een stage begonnen zijn, maken deze af in Time-Out. Andere leerlingen kunnen in Time-Out met een stage beginnen. De coördinator bezoekt de leerlingen op hun stageplek en filmt ze daar. Iedere leerling maakt gedurende zijn verblijf in Time-Out tenminste één keer een excursie mee. De groep is bijvoorbeeld een keer naar Westerbork geweest. Bij een excursie gaan zoveel mogelijk teamleden mee. Iedere coach heeft een eigen groepje leerlingen onder zijn hoede. Daarnaast is iedere leerling aan één van beide orthopedagogen gekoppeld. De orthopedagogen zijn aanwezig bij alle leerling-besprekingen en bij teambesprekingen. Zij houden gesprekken met Time-Out leerlingen en werken gedragsvragenlijsten uit. Zij komen in de groep om daar de onderlinge interacties tussen de leerlingen, of tussen de coach en leerling te observeren. Zo ontwikkelen niet alleen de leerlingen, maar ook de medewerkers zich. Als een leerling ’s morgens niet verschijnt, wordt direct actie ondernomen, tot duidelijk is waar de leerling is en waarom hij niet is gekomen. Overigens zijn te laat komen en spijbelen niet aan de orde.
2.3
Samenwerking met externe instellingen op uitvoeringsniveau
De welzijnsstichting Timpaan levert een nu nog gering aantal uren schoolmaatschappelijk werk aan Time-Out. Het schoolmaatschappelijk werk richt zich op het intensiveren van de ouderbetrokkenheid en het optimaliseren van opvoedingsondersteuning en ontwikkelingsstimulering. Op dit moment (najaar 2008) komt één middag per week een creatief therapeute naar Time-Out die heel gericht met leerlingen aan de slag gaat. Eén keer per twee maanden komt een kapster met een rijdende kapsalon naar Time-Out. Zij leert de meiden haarvlechten, nagelverzorging, gezichtsmaskers, etc. Indien nodig (blijkend uit de intake, of latere gesprekken) kan in nauwe samenwerking met VNN (Verslavingszorg Noord Nederland) een preventief programma worden aangeboden. De VNN medewerker werkt op individuele basis met Time-Out leerlingen. Het verplicht volgen van een
6
dergelijk programma kan als voorwaarde in het contract bij de intake opgenomen zijn. Een tweemaandelijks bezoek van VNN is standaard in het programma van Time-Out opgenomen. Aan Time-Out is een eigen ZAT verbonden. Dit ZAT komt één keer per vier weken op de voorziening bij elkaar. Indien nodig worden Time Out leerlingen besproken en de deskundigheid van de ZAT-leden draagt bij aan het kiezen van een zo optimaal mogelijk vervolgtraject. Alle in dit overleg gemaakte afspraken worden zorgvuldig vastgelegd. Dankzij het ZAT zijn er korte lijnen met de GGZ, bureau jeugdzorg, het AMK, de Verslavingszorg Noord Nederland, Timpaan Welzijn, de GGD, MEE, politie en een kinderarts. Al deze instanties, met uitzondering van de kinderarts, nemen deel aan het ZAT. Ook de zorgcoördinatoren van de zes betrokken scholen, de leerplichtambtenaar en/of de RMC-coördinator en een vertegenwoordiger van REC Cluster 4 zijn lid. Buiten het ZAT om zijn er contacten met ACCARE Leeuwarden/Groningen, een instelling voor jeugdpsychiatrie en met ‘Jong Friesland’. De korte lijnen maken dat de coördinator, samen met andere ZAT-leden, in korte tijd veel kan bereiken voor Time-outleerlingen. Een enkele keer wordt snel ingrijpen wel eens belemmerd door wachtlijsten bij partners. Binnenkort start samenwerking met een in hetzelfde pand gevestigd ‘Centrum voor de Kunsten’. Twee studenten zijn aangetrokken om de leerlingen toneel en drama aan te bieden. Zij kunnen gebruik maken van het professionele podium, de schminkruimte en theatertje van het ‘Centrum voor de Kunsten’.
2.4
Procesparticipatie school en ouders
Samenwerking met de school: Time-Out verwacht van de mentor dat hij/ zij intensief betrokken blijft bij een geplaatste leerling. Er is veel telefonisch verkeer tussen Time-Out en de scholen. Daarnaast komt een mentor één keer per week persoonlijk op bezoek bij zijn leerling in Time-Out. Dit regelt men door op de hiervoor genoemde afvinklijst (zie aanmeldingsprocedure) te vermelden dat de mentor zijn rooster mee moet geven, waarna men gezamenlijk bekijkt in welk tussenuur een bezoek aan de leerling het beste uitkomt. Bij zijn bezoek brengt de mentor werk en toetsen voor de komende week mee en neemt hij het te corrigeren werk van de leerling mee terug. Besproken wordt wat nog geregeld moet worden. Bijvoorbeeld: een leerling moet weer beginnen met lessen in praktijkvakken, kan hij daarvoor terug naar school komen? Gaat een leerling voor één of meerdere lesuren terug naar de eigen school, dan neemt de Time-Out coördinator daarna contact op met de school om te vragen hoe de lessen zijn verlopen. De regiocoördinator van het samenwerkingsverband en de coördinator Time-Out hebben zichzelf uitgenodigd op de toeleverende scholen om daar met de teamleiders, zorgcoördinatoren en soms een nog breder publiek te praten over Fultura/Time-Out. Waarvoor staat Time Out? Wat wordt daar gedaan? Wanneer moet een leerling worden aangemeld? Wat doet en kan Fultura? Dit is zeer effectief om te werken aan de gewenste cultuuromslag, waarbij leerlingen eerder voor Time-Out worden aangemeld en verkeerde beeldvorming, gebaseerd op ervaringen uit het verleden, te bestrijden. In overleg met de in Time-Out geplaatste leerling en soms de school kan de coördinator op bezoek gaan in de groep waaruit de leerling afkomstig is. In een kringgesprek en in aanwezigheid van de mentor praten de klasgenoten over Time-Out en vervolgens over de daar geplaatste leerling. Wat was dat voor leerling? Waarom denken jullie dat hij daar zit? En hoe zal het gaan als hij straks weer terugkomt? Wat heeft jullie klasgenoot dan nodig? Daarbij kan ook het gedrag van de klasgenoten worden besproken. Er wordt gevraagd wie de ‘buddy‘ van de terug te plaatsen leerling zou willen zijn. Indien dit nog niet voldoende is om een goede terugkeer te realiseren, kan de Time-Out coördinator of de coach de eerste dag meegaan met een leerling die terugkeert naar de eigen school. Ook voert de coördinator van Time-Out gesprekken met docententeams over een leerling die binnenkort terug zal keren. Het gaat dan om de hulpvraag die de school bij aanmelding heeft geformuleerd en hoe daaraan tegemoet is gekomen. Wat speelt er nog op dit moment en op welke manier kunnen de docenten goed met de leerling omgaan? Gewoonlijk reageren docenten zeer geïnteresseerd en bereidwillig. Soms blijkt dat het probleem breder is dan de problematiek van één aangemelde leerling. Als in TimeOut de indruk ontstaat dat niet alleen bij de aangemelde leerling, maar (vooral) ook op school, in het
7
docententeam, of bij individuele docenten een probleem ligt, gaat men het gesprek met school aan. De school krijgt het advies gebruik te maken van het scholingsaanbod van Fultura om te leren op een andere manier naar kinderen te kijken. Zo is bijvoorbeeld op advies van Time-Out een docententeam begonnen aan de cursus ‘Verzet het verzet’. In de communicatie met de school moet steeds helder zijn dat de school de probleemeigenaar is en daarmee verantwoordelijk voor de leerling. Soms kan de school het probleem echter niet oplossen en dan kan de coördinator van Time-Out soms net een stapje extra zetten en andere wegen bewandelen, in het belang van de leerling. Het komt voor dat leerlingen uit het reguliere VO nieuwsgierig worden naar Time-Out. Zij kunnen op uitnodiging een paar uur het dagprogramma volgen, samen met hun klasgenoot die nu in Time-Out verblijft. Samenwerking met de ouders: Binnen twee weken nadat de leerling in Time-Out is begonnen, gaat de coach al dan niet samen met de maatschappelijk werker op huisbezoek. Ouders moeten akkoord gaan met dit huisbezoek, verder gelden in principe voor hen geen verplichtingen. Wel tekenen zij bij de intake voor toestemming gegevens uit te wisselen met andere instellingen en eventueel onderzoek van hun kind. Ouders zijn aanwezig bij de intake, de tussenevaluatie(s), de eindevaluatie en het afsluitingsgesprek. Verslagen van deze gesprekken ontvangen zij aangetekend per post. Ouders zijn altijd welkom en voelen zich ook welkom. Met ‘lastige ouders’ heeft men binnen Time-Out dan ook zelden of nooit te maken, de ouders weten dat ze in alle openheid hun verhaal kunnen doen. Binnen Fultura bestaat de mogelijkheid voor ouders cursussen/ gespreksgroepen te volgen bijvoorbeeld ‘gespreksgroep voor ouders van pubers’/’van kinderen van deze tijd’. Momenteel is men zoekende naar de grens in bemoeienis met het gezin: is bijvoorbeeld bij de intake al duidelijk dat een ouder een alcoholprobleem heeft, dan wordt van deze ouder wel verwacht dat hij hierbij hulp zoekt. Het wordt niet zinvol gevonden geïsoleerd aan de jongere te werken, wanneer de thuissituatie zeer problematisch blijft. Voor Time-Out is het dan ook niet de vraag óf men bemoeienis met gezinsproblemen tot de eigen verantwoordelijkheid moet rekenen, maar veel meer de vraag hóe men deze verantwoordelijkheid vorm kan geven. Er zijn geen concrete mogelijkheden vanuit Time-Out om hulp en ondersteuning aan het gezin te bieden. Wel kan men hierop een maatschappelijk werker van Timpaan inzetten, of jeugdzorg inschakelen. Time-Out kan het pad effenen, waarna anderen het weer overnemen.
2.5
Succesfactoren en verbeterpunten
Succesfactoren - Dankzij het maatwerk, de aandacht, de rust en de warmte die Time-Out weet te bieden, raken veel leerlingen gemotiveerd voor school. Het inzicht breekt door dat ze uiteindelijk voor zichzelf werken en dat maakt dat ze er voor gaan om hun diploma te halen, met steun van de Time-Out medewerkers en de eigen school. Daardoor is het zelfs leerlingen met een grote achterstand toch nog gelukt om hun diploma te halen. - De zeer persoonlijke benadering, gebaseerd op medemenselijkheid en ruimte voor ‘je mag zijn wie je bent’ maakt het mogelijk met jongeren in gesprek te komen waar ook de jeugdzorg geen contact heeft weten te krijgen en die op school ten onder gaan of dreigen af te haken. Het is in veel gevallen begrijpelijk en te respecteren dat mentoren van veel grote scholengemeenschappen een dergelijke intensieve omgang niet kunnen realiseren. Voor TimeOut is een dergelijke omgang de essentie en de basis waarop jongeren uiteindelijk hun onderwijsloopbaan weer vervolgen. - Het team is hecht, goed op elkaar ingespeeld en deelt eenzelfde visie op het omgaan met kinderen. - De verantwoordelijkheid van de scholen is aangescherpt en komt tot uiting in de ‘afvinklijst’. - Het nazorgtraject is strakker gemaakt en verbeterd. Verbeterpunten - Op de scholen moet nog een cultuuromslag plaatsvinden. Leerlingen moeten eerder worden aangemeld.
8
-
-
2.6
Samenwerking met de scholen. Op grond van het verleden is op scholen het beeld ontstaan dat zij een leerling in Time-Out kunnen achterlaten en daarna geen bemoeienis meer hoeven te hebben. De samenwerking met de scholen is mede om deze reden sterk geïntensiveerd: het moet de scholen duidelijk worden dat zij een eenmaal geplaatste leerling ook weer terugkrijgen. Een succesvolle terugplaatsing vraagt niet alleen van de leerling, maar ook van de school een verandering in attitude en/of gedrag. Hier is nog wel winst te boeken: niet alle docenten zijn even goed in staat naar zichzelf te kijken. Inhoudelijke onderwijsontwikkeling. Het onderwijsaanbod kan betekenisvoller worden gemaakt voor de leerlingen, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de expertise van docenten van de toeleverende scholen. Ook het buitenschoolse leren kan beter vorm worden gegeven (stages, bedrijfsbezoeken, excursies, etc.)
Prestaties
De uitstroomgegevens worden over langere tijd gevolgd. Er is een overzicht beschikbaar met de resultaten over de afgelopen drie jaar. Daaruit blijkt dat ongeveer driekwart terugkeert naar de eigen school. Ruim viervijfde keert terug naar de eigen school of een andere school binnen Fultura. In het schooljaar 2007 – 2008 hebben 33 leerlingen Time-Out bezocht. Van deze 33 zijn er 22 teruggekeerd naar de eigen school, 5 naar een andere school binnen het samenwerkingsverband, 3 naar een school buiten het SWV en 3 ‘anders’. De scholen laten de coördinator weten dat zij zeer tevreden zijn over de teruggekeerde leerlingen. Ze vinden de leerling vooral gemotiveerder dan voorheen (‘we kennen hem niet meer terug’). Schematisch overzicht uitstroom over drie schooljaren 2005 -2006 Terug naar eigen school Andere school Fultura ROC
25
26
22
Totaal over 3 jaar 73 (73%)
2
2
5
9 (9%)
1
1
3
5 (5%)
Speciaal onderwijs (REC/SBO) Jeugdzorg/GGZ
5
1
2
8 (8%)
-
3
Andere school buiten Fultura Totaal:
2.7
2006 – 2007
1 33
34
2007 – 2008.
3 (3%) 1 Wyldemerk Harich 33
2 (2%) 100
Methodische ambities
In het schooljaar 2008 – 2009 is Fultura een pilot gestart, waarin de Time-Out jongeren opneemt/ gaat opnemen, die ondanks alle inspanningen van de school toch thuis zijn komen te zitten. Najaar 2008 wordt in kaart gebracht om welke jongeren het gaat. Een aantal volgt inmiddels een programma dat hen binnen Fultura soms afzonderlijk van de andere Time-Out leerlingen wordt aangeboden. Er wordt uitgezocht waarom deze leerling thuiszitter is geworden en waarom hij niet op school zit. De problematiek wordt verhelderd en er wordt uitgezocht hoe deze leerling het beste geholpen kan worden. Deze trajecten duren langer dan de ‘reguliere’ Time-Out trajecten van enkele weken en zijn te vergelijken met wat elders als ‘Herstart’ wordt aangeboden. De Time-Out wil loskomen van de vroegere gang van zaken, waarbij op school zorgniveau 1 en 2 doorlopen moesten zijn, voordat de leerling in aanmerking kwam voor plaatsing in Time-Out. Dikwijls was de problematiek van de leerling dan al zo omvangrijk dat terugkeer naar school feitelijk geen optie meer was. De ambitie is nu de scholen ertoe te brengen leerlingen eerder aan te melden, zodat rebound
9
preventiever kan werken en dus in kortere tijd (‘liever een griepje genezen dan een heel abces wegsnijden’.) Hoe eerder Time-Out een leerling binnen heeft, hoe beter. Een kort verblijf brengt de jongere in rustiger vaarwater, waarna aan de hand van observaties en het stellen van een diagnose kan worden bepaald welke leerling een reguliere Time-Out leerling wordt, die na enkele weken terugkeert op de eigen school, en welke leerling meer tijd en meer expertise nodig heeft en uiteindelijk naar REC cluster 4 of een andere vorm van onderwijs of zorg zal vertrekken (vergelijk ook de Op de Railsleerlingen, die in andere rebounds aanwezig zijn). Een studente pedagogiek is in het kader van haar afstudeerscriptie bezig met het ontwikkelen van gedrags- en ontwikkelkaarten voor de Time-Out met het doel de ontwikkeling van de leerlingen gedurende het verblijf beter in kaart te brengen. Daarnaast heeft de coördinator Time-Out haar gevraagd een analyse te maken van de hulpvragen waarmee de leerlingen zijn binnengekomen. Vermoedelijk zal het daarbij in negen van de tien gevallen om gedragsproblematiek gaan, gewoonlijk in combinatie met veelal ernstige gezinsproblematiek. Dit maakt het lastig de oorspronkelijke rebounddoelstelling (pas op de plaats bieden, met een duwtje in de rug bij motivatieproblemen, of bepaalde vakken waar het niet goed gaat en dan de loopbaan op school vervolgen) te handhaven. Veel leerlingen zijn al bekend bij bureau jeugdzorg, of in de GGZ, of hebben jeugdzorg hard nodig. Kortom: in de praktijk is de problematiek van de leerling en diens gezin al zo groot, dat veel tijd nodig is voordat een leerling weer terug naar school kan. Dit wil men graag veranderen.
3.
ORGANISATIE EN BESTUURLIJKE FACTOREN
3.1
Organisatorische inbedding
De rebound en het samenwerkingsverband Fultura zijn in hetzelfde pand gehuisvest. De regiocoördinator vormt de verbinding tussen Time-Out, PCL en dienstencentrum enerzijds en de stuurgroep van het samenwerkingsverband anderzijds. Zij overlegt wekelijks met de coördinator van de rebound en is betrokken bij de jaarlijkse evaluatiedag na afloop van het schooljaar. Op die dag wordt het voorbije schooljaar geëvalueerd en worden de plannen voor het komende jaar vastgesteld. Naast de Time-Out beheert Fultura een dienstencentrum. Vanuit het dienstencentrum wordt jaarlijks een scholingsaanbod gedaan, waarop individuele docenten, maar ook hele teams zich kunnen inschrijven. Voor ouders worden gespreksgroepen georganiseerd. Daarnaast kunnen de twee orthopedagogen die voor het dienstencentrum werken leerlingen in de klas observeren en in het dienstencentrum testen, onder meer op dyslexie, dyscalculie, intelligentie, etc. Beide orthopedagogen werken eveneens gedeeltelijk ook voor de Time-Out.
3.2
Medewerkers en uitvoeringspartners
Het reboundteam bestaat uit een coördinator en twee coaches, allen met een onderwijsbevoegdheid, een onderwijsassistent, een conciërge en twee orthopedagogen, die tevens verbonden zijn aan het dienstencentrum van Fultura. Er kan een beroep worden gedaan op een psycholoog en een psychologisch assistente en er zijn uren ingekocht bij de welzijnsstichting Timpaan, voor schoolmaatschappelijk werk.
3.3
Financiering
De Time-Out werd aanvankelijk gefinancierd door de gemeentes uit Zuidwest Friesland (met uitzondering van Lemmer) en nu grotendeels dankzij de reboundgelden van de overheid en een forse eigen investering vanuit het samenwerkingsverband Fultura. De gemeente Sneek draagt bij met een naar verhouding kleine subsidie, afkomstig uit ‘kansrijk jeugdbeleid’. Uit deze subsidie wordt de inzet van de schoolmaatschappelijk werker betaald en het trainingsaanbod van Rots en Water. In de toekomst hoopt men de middelen voor de inzet van schoolmaatschappelijk werk te kunnen uitbreiden en wel in het kader van het voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten. Fultura werkt niet met een kassierschool: zowel het geld voor rebound als van het SWV komt direct bij het samenwerkingsverband binnen. Hierdoor kan Fultura geld op de begroting zetten voor rebound en dat maakt het mogelijk een tweede groep te financieren. De scholen van Fultura betalen geen eigen bijdrage voor het verblijf van een leerling. Op dit moment is de exploitatie in evenwicht.
10
3.4 Bestuurlijke samenwerking De gemeente Sneek neemt deel in de stichting Fultura en levert sinds de oprichting van Fultura de voorzitter van de stichting. Daarnaast neemt een medewerker van de gemeente deel aan de vergaderingen van de stuurgroep. Het stichtingsbestuur stelt de kaders voor Fultura en de stuurgroep is daarbinnen beleidsbepalend en verantwoordelijk voor de resultaten. De provincie is bezig met een inventarisatie van alle voorzieningen voor drop-outs binnen de regio. Vanwege de onlangs gestarte pilot voor de opvang van thuiszitters zal Time-Out in de nabije toekomst intensiever met de leerplichtambtenaar contact onderhouden, met het doel te bereiken dat meldingen van schoolverzuim intensiever gevolgd zullen worden. Op dit moment is het voldoende haar te informeren over de gang van zaken in Time-Out en alle (tussentijds) evaluatiemomenten. Aangezien spijbelen en verzuim in Time-Out verwaarloosbaar zijn, heeft men op dit punt nauwelijks/geen contact met de leerplichtambtenaar. Slechts één keer is in overleg met leerplicht een leerling tijdelijk geschorst van Time-Out.
Referenties Schriftelijke stukken: - Regionaal Zorgplan Regio Zuidwest Friesland, cursusjaar 2008 – 2009 - Scholingsaanbod 2008/2009 - Uit Balans/In Balans. Beschrijving Time-outvoorziening Fultura (Sneek, okt. 2008) Internetbronnen: http://www.fultura.nl
11