• VOL.65, NO.2 (339), SEPT. 1998 •
TIJDSCHRIFT V O O R
parapsychologie
TIJDSCHRIFT V O O R
parapsychologie INHOUD
COLOFON Tijdschrift voor Parapsychologie Uitgave van de Stichting TvP in opdracht van het Parapsychologisch Instituut (PI) en de Studievereniging voor Psychical Research (SPR). Redactie prof.dr. Dick Bierman drs. Hein van Dongen dr. Hans Gerding drs. Rens Wezelman Abonnementenadministratie Tineke Bosman Vormgeving Rens Wezelman Kirsten Stekelenburg Druk Drukkerij Salland de Lange, Deventer Redactie en administratie Stichting TvP Springweg 7 3511 VH Utrecht tel: (030) 231 4282 fax: (030) 230 0566 email:
[email protected] Artikelen en reacties Bijdragen en reacties kunt u getypt of op schijf zenden aan de redactie. De verant woordelijkheid voor de inhoud van artike len berust bij de auteur. ©’98 Stichting TvP Niets uit deze uitgave mag worden overg enomen tenzij met schriftelijke toestem ming van de redactie. ISSN 0166-6940 _
VOL.65, NO.2 (340), DEC.1998
1
spontane gevallen
4
interview
Paranormaal therapeute Joke van Koningshoven op zoek naar zielsfragmenten.
Paranormale ervaringen in het leven van alledag.
door Hans Gerding en Rens Wezelman
8
gebedsgenezing en de beperkingen van de wetenschappelijke methode
door Douwe Bosga
kort nieuws 13 De Geest van Wetenschap 14 society for scientific exploration
door Dick Bierman
Een verslag van de conferentie te Valencia, 1998.
17 cursusprogramma voorjaar 1999
Parapsychologisch Instituut
kort nieuws 17 Leerstoel New Age aan de Universiteit van Amsterdam. 18 psi-experimenten met psilocybine
door Rens Wezelman
Paddestoelen in het Ganzfeld.
kort nieuws 23 Vacature parapsychologisch onderzoeksassistent. 24 boekbespreking
door Hein van Dongen
Ilja Maso: De zin van toeval.
spontane
gevallen
Spontane paranormale ervaringen treden op als je er niet op verdacht bent. Soms gaat het om kleine dingen, andere keren zijn het juist zeer ingrijpende ervaringen die je in je wezen raken of je visie op de werkelijkheid aan het wankelen brengen. Heeft u wel eens een paranormale ervaring gehad die u met anderen wilt delen, zet hem op papier en stuur hem ons toe, zodat wij hem misschien kunnen plaatsen in deze rubriek.
Zwarte Madonna
H
et was 29 augustus rond een uur of elf 's avonds. Ik lag in bed te dommelen. Ik weet in ieder geval nog dat ik wakker was. Zo, vanuit het niets zag ik een Maria-verschijning, dat leek het althans te zijn. Ze had een zwart gewaad aan. Het vreemde was dat, ondanks dat zij naar mij keek, ik haar gezicht niet zag. Ook haar voeten waren onzichtbaar voor mij. Haar armen waren naar voren gestrekt, tegen elkaar aan, haar handen vormden een kuiltje. Languit over haar armen heen lag een baby. Het hoofdje van de baby lag in het kuiltje van haar handen. Dit beeld bleef nog een tijdje voor mij, totdat het opeens weg was, heel abrupt. Zo was het er en zo was het weer weg. Ik dacht later nog: ‘Mens doe niet zo raar,’ en schud de het beeld van mij af om gewoon te gaan slapen. Ik heb het verhaal nog wel even aan mijn man verteld, voordat ik in slaap viel. Ik hoor hem nog zeggen: ‘Doe niet zo eng,’ want in die tijd griezelde hij van zulke verhalen. Nu weet hij wel beter. Toen ik de volgende ochtend opstond, was ik lekker fit en uitgeslapen. Het weer was goed, een gezellige dag eigen lijk. Rond een uur of half elf voelde ik een sterke drang om Rita, een heel goede vriendin, op te bellen. Vreemd
genoeg nam haar moeder de telefoon op. Ik had nog niets door en vroeg hoe het met Rita was. Rita's moeder zei met zachte stem dat Patrick, het zoontje van Rita, was overle den. Zo rond een uur of vijf in de ochtend van 30 augustus 1989 was Patrick overgegaan, nog pas acht maanden jong. Op dergelijke momenten zoek je niets uit. Je bent verbijs terd, vol ongeloof en verdriet. Het telefoongesprek met Rita's moeder was voor mij voldoende om te weten dat ik gelijk had, achteraf bekeken. Het waren geen fantasieën of hallucinaties. Er bleek waarheid in te zitten. Ik heb mij lang schuldig gevoeld. Ik dacht dat ik het had kunnen voorkomen. Diezelfde avond had ik nog aan dit mooie kind gedacht. Patrick was een paar dagen voor zijn overgaan nog gecon troleerd op het kleuterbureau. Er was niets geconstateerd waaruit had kunnen blijken dat hij ziek was. Hij was gewoon gezond verklaard. Een paar dagen voor zijn over lijden hebben mijn man en ik hem nog blakend van gezondheid gezien.
• TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
Christine Schambach-Haar
1
Vanzelf ‘gevonden’
Z
o'n jaar of vijf geleden vertelde mijn zus uit Brabant mij dat mijn eerste schoolvriendinnetje Trudy via-via naar mijn adres gevraagd had, en ook gekregen. Op de lagere school zijn wij echte hartsvriend innen geweest, maar zo'n dertig jaar geleden toen wij trouwden, hebben wij elkaar uit het oog verloren. Ik wist van haar alleen dat ze getrouwd was, zonder haar mans naam te weten, en dat ze naar Leeuwarden verhuisd was. De eerste tijd keek ik echt alle dagen uit naar de post en verwachtte een brief van haar, of misschien een telefoon tje. Maar er gebeurde niets. Zoals het meestal gaat in een druk bezet leven, raakte dit weer op de achtergrond en maandenlang heb ik er niet meer aan gedacht. Meer dan een jaar later schoot het mij weer in gedachten, terwijl ik in de auto zat. Ik vond het reuzejammer dat ik niets gehoord had en vroeg mij af hoe ik contact met haar
kon maken. De enige oplossing met een redelijke kans van slagen was toen volgens mij de omgekeerde weg. Dus via mijn zus en zo verder. Ik besloot toen direct als ik thuis kwam mijn zus te bellen, om het niet in het vergeetboek te laten verdwijnen. Tot mijn stomme verbazing en grote vreugde uiteraard lag er bij thuiskomst een brief van Trudy op de deurmat. Ze was het adres kwijtgeraakt, had het bij het opruimen van een kast teruggevonden en had direct geschreven. Ik heb toen inderdaad de telefoon gepakt, maar rechtstreeks Trudy gebeld en uren met haar bijgekletst. Het contact is nu vanzelfsprekend weer hersteld en erg fijn.
Tineke Loogman
Blind geboren
A
llereerst wil ik iets zeggen over het karakter van deze droom. Wat mij destijds opviel was dat deze droom ‘anders voelde’ dan andere dromen. In mijn beleving was hij gedetailleerder, indringender en qua tempo veel langzamer dan gewoonlijk. Het leek alsof ik er uren, de hele nacht over gedroomd had. Ik bevond me in deze periode (1983), als gevolg van een aantal emo tionele en traumatische gebeurtenissen, als puber in een toestand van psychische turbulentie. In de droom verschenen Klaas en Marleen, een oom en tante van me. Zij zagen mij niet, ik was een toeschouwer. In de droom was Marleen zwanger (in werkelijkheid nog niet, voor zover ik me herinner). Ik zag haar, nietsver moedend bezig met dagelijkse bezigheden. Ze kreeg weeën, veel te vroeg. Ik wist dat dit niet goed zou gaan.
2
Ze beviel te vroeg van een zoon en ik wist dat er nog meer mis was. Na medische onderzoeken werd duidelijk dat hij blind was. Ik zie de arts dit meedelen aan de ouders, ook vermoedde ik dat er nog meer zou komen. In werkelijkheid werd Marleen zwanger, beviel met 26 weken van een zoon die door zuurstofgebrek in de cou veuse blind werd. Later werd ook nog geconstateerd dat hij geestelijk gehandicapt was. Vooral mijn tante had het er erg moeilijk mee. Zij bleef zich afvragen wat ze toch gedaan had, of wat voor slecht mens ze moest zijn om deze ondraaglijke straf te verdienen.
Judith
• TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
Otto aan de lijn
I
k had een droom die zich afspeelde in mijn voor- en achterkamer. In de voorkamer hoorde ik het geroeze moes van een gezellig samenzijn, terwijl ik in de achterkamer bezig was stof onder het bed weg te vegen. Toen werd er uit de voorkamer geroepen: ‘Kom nou, er is iemand voor je’. En toen ik dan eindelijk kwam, stond Otto, mijn neef uit Seattle, in de deuropening van het balkon, met een bos bloemen en een ‘Hallo Ir’. Op datzelfde moment wekte het gerinkel van de tele foon me en aan de andere kant van de lijn klonk de stem van John, de zoon van mijn broer, uit Tehachapi:
‘Aunt Irry, are you awake, here is Otto for you’, en daarna de stem van Otto: ‘Hallo Ir’. Ik bleef een poos sprakeloos. Toeval?
Irry Rombouts
Twee keer telefoon
I
k lag in bed en sliep. Om ± 2.00 uur 's nachts werd ik (dacht ik) wakker van de telefoon. Ik zat meteen rechtop, want ik schrik dan altijd heel erg. We heb ben al vaker 's nachts telefoon gehad dat er iemand was overleden. Maar die avond was het (dacht ik) loos alarm, want de telefoon ging helemaal niet. Ik zal het wel gedroomd hebben, dacht ik. Ik ben toen met een wat gespannen gevoel gaan slapen. Om ± 3.15 uur zat ik weer rechtop omdat de telefoon ging. Nu ging hij werkelijk. Met een snel kloppend hart ben ik naar beneden gerend. Het was de zus van mijn schoonzusje (deze laatste woont naast mij). Ze was in
tranen. Ze wilde mijn schoonzusje en mijn broer bereiken, want hun vader was plotseling overleden. Dit lukte niet en ze vroeg of ik naar hen toe wilde lopen, om het hun te vertellen. Ik moet erbij vertellen dat hun vader absoluut niet ziek was. Het ging heel goed met hem. Ik heb later gevraagd of ze mij om 2.00 uur 's nachts ook al gebeld hadden. Dat was niet het geval, want toen was hun vader nog helemaal niet gestorven.
Trudy Lindeboom-Stel
Door de zijdeur
I
k droomde dat ik in een begrafenisstoet liep, huilend. Wie de overleden persoon was, wist ik niet. Wij gin gen door de zijdeur van de kerk. Altijd gaat de stoet door de hoofdingang. Drie dagen later overleed mijn vader plotseling door een ongeluk. Bij de begrafenis gingen wij door de zijdeur naar binnen. Toen herkende ik mijn droom. Een paar dagen daarvoor
waren ze met een verbouwing van de hoofdingang van de kerk begonnen.
• TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
Helena van Wanrooy
3
i n t e r
view paranormaal therapeute joke van koningshoven op zoek naar zielsfragmenten De wereld van de paranormale therapie is voor velen een moeras. Hoewel men daar verandering in probeert te brengen, is het nog steeds zo dat de scholing, het ontwikkelen en leren toepassen van specifieke paranormaal therapeutische vaardigheden, te wensen over laat. De Utrechtse Joke van Koningshoven is een paranormaal therapeute die in haar reguliere werk als lerares lichamelijke opvoeding heeft ondervonden wat scholing is. Als paranormaal therapeute is ze uit onvrede met bestaande opleidingen zelf op zoek gegaan naar mensen en visies die haar helpen haar werk te verdiepen.
door Je hebt een aardige ‘spirituele wereldreis’ achter de rug. Waar is die eigenlijk begonnen? Ik ben begonnen met Transcendente Meditatie en hoorde daar over siddhi's (paranormale vermogens). Ik wilde daar meer over weten en kwam tenslotte bij de spiritisten terecht. In de ‘ontwikkelingskring’ waarin ik belandde, ontdekte ik voor het eerst een soort diagnostische gevoe ligheid in mijn handen en bleek ik mediamieke kwalitei ten te hebben. Dat bracht me behoorlijk in de war. Mijn levensfilosofie was van huis uit ‘dood is dood’ en ik voelde me bij de spiritisten niet thuis. Mijn kritische vragen over het ouija-bord werden niet op prijs gesteld. Toen ben ik opgestapt. Eenmaal op gang zocht ik verder: veel lezen, een cursus intuïtieve ontwikkeling, dat soort zaken. Ben je dan via die intuïtieve ontwikkeling uiteindelijk paranormaal therapeut geworden? Nee, dat kwam pas later. Ik was destijds werkzaam als lerares lichamelijke opvoeding. Voor dat vak heb ik met hart en ziel gekozen, ondanks het feit dat mijn ouders en de rector van mijn school mijn keuze niet apprecieerden. Ik kwam van het gymnasium en moest gaan studeren. Ik heb gymnastiek altijd fijn gevonden, wilde met kinderen werken en ik vond dat je kinderen meer kon meegeven via gym. Om allerlei toestellen te leren beheersen moeten
4
Hans Gerding en Rens Wezelman ze heel concreet angsten overwinnen. Ik vond het boei end om dat te begeleiden. Tegelijkertijd werd ik in mezelf geconfronteerd met onze kerheid en vragen over de paranormale dingen die ik meemaakte. Gewend als ik was aan het idee dat onderwijs een manier is om onzekerheden te lijf te gaan, ben ik toen op zoek gegaan naar een opleiding op het terrein van het paranormale. Dat werd uiteindelijk de opleiding voor paranormale therapie van de NFPN (organisatie van paranormaal therapeuten, RW/HG). Algauw bleek dat in de NFPN-opleiding juist de kern van het verhaal ontbrak. Men probeerde een zekere kwali teitscontrole op poten te zetten en je kreeg er les in psy chologie, gesprekstechnieken en anatomie, maar over het leren gebruiken van paranormale vermogens zelf werd alleen gezegd dat je gewoon moest doen wat er in je opkwam. Het meeste leerden we nog van elkaar, als leer lingen onderling. Dat vond ik niet genoeg en hoewel ik nu praat over heel wat jaren geleden, heb ik begrepen dat er wat dat tekort betreft weinig veranderd is.
• TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
Eenmaal als paranormaal therapeute aan de slag, ben je dus blijven zoeken naar een theoretisch kader. Ik voerde m'n praktijk destijds naast m'n gezin en m'n werk op school. In de omgang met cliënten wordt je sowieso al een praktisch ervaren psycholoog. Daar wil ik het paranormale niet mee wegverklaren, maar in het ver lengde daarvan word je natuurlijk geconfronteerd met vragen over de betekenis van ziekte en gezondheid. Voor ik naar de NFPN stapte, volgde ik colleges bij prof. Van Praag. Van hem hoorde ik voor het eerst over de sjamani tische cultuur. Ik was gefascineerd, pas jaren later her kende ik in die wereld een antwoord op m'n vraag naar een betekenisgevend kader, sjamanitische begrippen ble ken een gereedschap waarmee ik uit de voeten kan. Hoe heeft het sjamanisme jou uiteindelijk gevonden? Dat ging gepaard met een opmerkelijke coïncidentie. Op een kritiek moment trok ik een Tarotkaart die ik interpre teerde als ‘inwijding’. Ik sloot m'n ogen, er ‘verscheen’ een indiaan die me een zilveren ketting met een turkoois gaf en me zei dat ik met oude kennis bezig was – je begrijpt dat ik dit aan niemand vertelde… Kort daarna was ik op vakantie in Ecuador en een mede toeriste verzwikte haar enkel. Regulier medische hulp was letterlijk ver te zoeken. Dan moet het maar dacht ik, en ik stelde haar een behandeling voor. De indianen om ons heen noemde me ‘la shamana’ en als wederdienst mocht ik een behandeling door een echte sjamaan bijwonen. Natuurlijk was ik nieuwsgierig: ‘Hoe word je een sja maan,’ vroeg ik hem. Hij vertelde me hoe je er als kind voor wordt uitgekozen en vertelde over inwijding, vasten en ayahuasca drinken. Maar de essentie was dat je een andere wereld van binnen en van buiten leert kennen, dat je leert omgaan met de krachtdieren die in die andere wereld een centrale rol spelen, dat je leermeester je sjama nitische kennis bijbrengt terwijl je ín die andere wereld verkeert, en je als afronding van z'n onderwijs een ketting omhangt. Toen hij dat vertelde, herinnerde ik me dat ik die ketting al had ‘gekregen’. Dat was voor mij een door braak, op dat moment besloot ik me meer in het sjama nisme te gaan verdiepen. Vanaf dat moment ben ik gericht gaan lezen en heb naar gedegen onderwijs gezocht. Goed sjamanenonderwijs vind je vast niet op elke straat hoek… Inderdaad. Ik ben kritisch ingesteld en heb veel rondge keken bij cursussen over sjamanisme, veel gelezen en natuurlijk heb ik mijn ervaring als paranormaal thera peute. Maar speciaal wil ik de ‘school’ van Michael Harner noemen. Harner is een antropoloog die, net als Carlos Castaneda, in de jaren ‘60 veldonderzoek deed bij de inheemse volken van Noord- en Zuid-Amerika. En net als Castaneda ging hij jarenlang als westers onderzoeker
bij sjamanen in de leer. Met die bodem onder z'n voeten bestudeerde hij het sjamanisme in al zijn facetten. Hij heeft een boek geschreven, The Way of the Shaman, waarin hij samenvat wat verschillende culturen aan sja manitische kennis hebben verzameld. Op basis van die kerngedachten ontwikkelde hij destijds de sjamanitische technieken die momenteel onderwezen worden binnen de door hem opgerichte Foundation for Shamanic Studies. De cursussen worden, zowel in Amerika als in Europa en andere delen van de wereld, gegeven door docenten die door hem zijn opgeleid. Ik heb de afgelopen drie jaar trainingen gevolgd in Engeland. Ik zie mezelf niet als sjamaan, maar heb wel een aantal sja manitische technieken geleerd. Als paranormaal thera peute ben je eigenlijk een soort onbegeleide sjamaan. Ik begrijp nu beter wat ik doe en heb het beter onder con trole. Wat sprak je vooral aan in het sjamanisme? Een begrip dat vooral bij mij aansloeg is ‘soul retrieval’, het terugvinden van de ziel. Door botsingen met anderen of door de structurele ellende die mensen elkaar in het alledaagse leven aandoen, heeft elk mens gaandeweg stukjes van zijn ziel verloren. De sjamaan spoort die op en geeft ze terug. Het mag vreemd klinken, maar in het sja manisme moet je dat letterlijk, zonder aanhalingstekens, zo zien. Het is de taak van de sjamaan om in de andere, niet-alledaagse werkelijkheid te reizen en daar op zoek te gaan naar fragmenten van iemands ziel. Zo'n ervaring klinkt de gemiddelde westerse mens inder daad als een mysterieus indianenverhaal in de oren. Hoe zit dat in elkaar? Er staan in het sjamanisme twee bewustzijnstoestanden centraal. Ten eerste ons gewone alledaagse bewustzijn, de toestand waarin we in de alledaagse realiteit bij de super markt voor de kassa staan, en ten tweede het sjamanitisch bewustzijn, waarmee je kunt verblijven en handelen in de niet-alledaagse werkelijkheid. Om in die sjamanitische bewustzijnstoestand te komen, kunnen diverse technieken worden gebruikt, zoals drum men, ratelen, dansen of zingen. De sjamaan weet bewust de shift te maken van het ene naar het andere bewustzijn en is zo middelaar tussen de twee werelden. De niet-alledaagse werkelijkheid bestaat uit drie gebie den: de benedenwereld, waar hij bijvoorbeeld zielen van overledenen kan vinden en zogeheten krachtdieren en andere wezens. In de bovenwereld die werkelijk ‘boven’ is, in die zin dat als je daar heen wilt, je bijvoorbeeld een berg op moet, bevinden zich wijsheidsleraren, gidsen, goden, of hoe je het maar wilt noemen. De middenwereld is onze eigen wereld in zijn geestelijk aspect; ik kan bij voorbeeld in een sjamanitisch bewuste toestand in een andere stad zijn op dit moment.
• TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
5
Joke van Koningshoven Alledrie de werelden worden door de sjamaan bezocht in het belang van de cliënt. Je moet verloren zielsdelen ergens vinden en terugbrengen. En wat let ons om die ‘niet-alledaagse werkelijkheid’ niet gewoon een cultureel geconditioneerde ‘fantasiewereld’ te noemen? Eenvoudig: die niet-alledaagse werkelijkheid is echt omdat je daar kan handelen! Het is anders dan bij dromen en ongefundeerde fantasie, je onderneemt iets en het heeft effect dat doorwerkt in de gewone realiteit. Je gaat met een bewuste intentie naar die wereld toe, je kunt je er bewegen, er actief in optreden en je kunt elk moment de beslissing nemen terug te keren naar wat wij de gewone werkelijkheid noemen.
6
In die niet-alledaagse werkelijkheid is er ook letterlijk een opdeling in boven, midden en onder, dezelfde ruimtelijke dimensies als in de gewone werkelijkheid. In de bewust zijnsverschuiving wordt een andere wereld voor de sja maan reëel, je weet dan ook heel goed in welke van beide werelden je je bevindt. We maken ons er te gemakkelijk van af wanneer we aan de ene wereld alle realiteitswaarde en helderheid toekennen, en ondertussen de andere afdoen als niet meer dan een collectieve hersenschim. Dan rijst de vraag wat andere mensen eraan hebben als jij naar een andere wereld kan gaan. Ik zal je een voorbeeld geven: een auto-ongeluk. Je ziet vanachter de voorruit de botsing aankomen, je ziet dat er geen ontkomen aan is. Veel mensen kennen die ervaring: de tijd vertraagt, je bent er niet meer helemaal bij. Vóór
• TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
het opvangen van de schok neem je meer afstand en dat sen persoon als deelgenoot op haar wacht die haar nodig doe je letterlijk, je bent er niet langer bij betrokken, je heeft. Het is prachtig als ze dan schoorvoetend toch met verdwijnt gedeeltelijk uit je lichaam-in-de-auto. Die me meegaat. De hereniging is vaak een pijnlijk proces, afstand werkt derealiserend, in de vertraagde film vlak weliswaar is de bron van angst verdwenen maar akelige voor en tijdens de botsing denk je: ‘Dat wordt een flinke herinneringen keren terug. Je kunt dat proces nu echter klap… de linkervoorkant van de auto gaat er helemaal als een meer volledig mens aangaan, je bent meer jezelf aan, kijk daar hoor ik het begin geworden. Je speelt weer met al… de voorruit zal ook wel een compleet elftal, ook al niet heel blijven.’ Als het na moeten de spelers weer op een hele tijd stil is geworden en elkaar ingespeeld raken en is er In de bewustzijnsverschuiving wordt je nog een siervelg over de weg eentje bij die nog een beetje hoort rollen denk je: ‘Zo, nu opgelapt moet worden. een andere wereld voor de sjamaan hebben we het wel gehad.’ Ik zie dit niet als alleen maar Seconden hebben zich voor je iets symbolisch, je haalt écht reëel, je weet dan ook heel goed in uitgerekt tot minuten. energieën terug op een hele Voor je eigen veiligheid heb je maal niet ongevaarlijke reis. welke van beide werelden je je de botsing afstandelijk beleefd. De mensen die het zieledeel Problemen ontstaan omdat een terugkrijgen, merken vaak dat bevindt… deel van je ziel niet uit die het henzelf en de wereld om afstandelijke uitgetreden toe hen heen verandert, een helen stand terugkeert, een stuk van de ervaring die in elke zin van jezelf blijft geschrokken in die andere werkelijkheid ach het woord echt mag heten. ter. In de westerse psychiatrie heet het met een duur Je bedoelt dus dat voor iedereen constateerbare feiten in begrip dat een slachtoffer na een ongeluk in een postde gewone werkelijkheid rechtstreeks verbonden zijn met traumatische depressie belandt, je hebt het gevoel dat je gebeurtenissen in de niet-alledaagse werkelijkheid? de gewone realiteit vanachter een glaswand beleeft. Ja, jullie willen natuurlijk ‘bewijzen’, terwijl ik als para Of neem de incest-ervaring. Een incest-pleger steelt de normaal therapeute in eerste instantie helemaal niet op vitaliteit die hem in het vrolijke, levendige en onschul bewijzen gericht ben. Maar pas nog maakte ik het vol dige meisje aantrekt. Het slachtoffer heeft zich aan de gende mee. verschrikkelijke ‘gewone’ realiteit onttrokken en raakt Er was een vrouw bij me met problemen. Ik verplaatste getraumatiseerd. In sjamanitische termen heeft ze ‘soulmezelf in de niet-alledaagse werkelijkheid, waar ik na enig loss’ opgelopen. De dader heeft haar een ‘soul-part’ ont zoeken drie vrouwen zag. Ze zaten dicht op elkaar gekro stolen. De sjamaan moet het daar, in de niet-alledaagse pen en waren vreselijk bang. De ene was 38 jaar, de werkelijkheid, gaan halen. tweede 16 en de derde 12. Uiteindelijk waren ze bereid De toestand waarin iemand met ‘soul-loss’ verkeert, kan met me mee te gaan, zodat ik ze kon herenigen met de je vergelijken met het spelen met een gehavend voetbal vrouw die in de gewone werkelijkheid bij me was. elftal, je speelt nog maar met tien man. Ik ga nu niet in op de details, maar toen we er achteraf over praatten, bleek dat zij op haar achtendertigste, haar En jij kan dat zien, zo'n verloren ziel? zestiende en haar twaalfde jaar zeer traumatische ervarin Niet zomaar, ik moet op reis in de niet-alledaagse werke gen te verwerken had gekregen. Het aantal en de leeftij lijkheid. Een van de technieken in het repertoire van de den klopten precies. Dat vind ik wel bijzonder. sjamaan is die ‘soul retrieval’. Bij dat zoeken naar verloren Begrijp me goed, voor mij is het sjamanisme niet zaligma stukjes ziel in de andere werkelijkheid wordt ik bijgestaan kend en mij zul je ook niet horen verkondigen dat het een door mijn ‘power animal’. antwoord biedt op alle ziekteproblemen van de mens, In het sjamanitische denken heeft de sjamaan helpers in maar het verschaft wel een ander perspectief op die pro de andere wereld, soms in de gedaante van een dier, soms blemen waardoor het een zinvolle aanvulling kan zijn op in de gedaante van een menselijke figuur. Zij weten er de het bestaande arsenaal aan reguliere en minder reguliere weg en bieden hulp bij het zoeken naar het verloren zie behandelmethoden. ledeel. Zo kan ik bijvoorbeeld dat vrolijke en onschuldige meisje vinden, angstig weggekropen in een holletje en vreselijk bang. Ik heb dan veel overredingskracht nodig om haar duidelijk te maken dat ze gerust terug kan gaan, dat het gevaar geweken is en dat er een inmiddels volwas • TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
7
Gebedsgenezing
en de beperkingen van de wetenschappelijke methode
Sinds jaar en dag bidden mensen voor hun eigen heil en dat van anderen. Tot dusverre lieten wetenschappers deze praktijken ongemoeid, maar daaraan lijkt een einde te zijn gekomen. De toenemende belangstelling van onderzoekers voor de interactie tussen lichaam en geest en tussen bewustzijnen van mensen, heeft ook de vraag doen herleven of bidden voor andermans gezondheid wellicht een groter effect heeft dan een placebo. Tegelijkertijd confronteert deze vraag ons met de tekortkomingen van de wetenschappelijke methode.
door
Douwe Bosga
H
et CBS heeft geen gegevens over de Nederlandse situatie, maar uit opiniepeilingen door Gallup in de Verenigde Staten blijkt dat 90% van de Amerikaanse bevolking bidt.1 Eisenberg heeft gevonden dat 25% van alle Amerikanen voor hun gezondheid bid den en dat 30% jaarlijks zijn toevlucht zoekt tot een the rapievorm waarbij sprake is van de overdracht van ener gie, gebed of een andere spirituele handeling.2 Bearon en Koenig ontdekten dat van een ondervraagde groep bejaarde patiënten zelfs meer dan de helft beweerde te bidden voor zijn of haar gezondheid.3 Activiteiten die met bidden te maken hebben, zijn het hebben van een religieuze overtuiging, ondersteuning door de gemeenschap, het actief bezig zijn met positieve
8
verwachtingen, visualisaties en meditatie. Onderzoeken binnen de gezondheidszorg naar deze activiteiten laten herhaaldelijk een positief effect op de gezondheidstoe stand zien.4 De belangrijkste reden waarom mensen bidden is dat ze denken dat het helpt. Toch mogen we aannemen dat het merendeel van de gebeden niet verhoord wordt. Neem bijvoorbeeld de sportwereld. Er zijn heel wat sporters die voor het betreden van het strijdperk een kruisje slaan of op een andere manier een hogere macht aanspreken. En waarschijnlijk zullen ook veel supporters een schietge bedje doen voor hun favorieten. Toch kan er maar één kampioen worden en zullen de gebeden van de meesten dus niet verhoord worden.
• TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
Bidden en bidden
zijn van de op zich tactvolle gedachte dat je de werking van God niet wetenschappelijk kunt onderzoeken, of dat het als blasfemie uitgelegd zou kunnen worden als je dat Nu is de ene vorm van bidden de andere niet en enige zou doen. Er zijn nu eenmaal groepen mensen die op basis voorzichtigbeid bij het vellen van een oordeel is dan ook van bijbelpassages sterk gekant zijn tegen elke vorm van op z'n plaats. Een eerste belangrijk onderscheid betreft effectonderzoek naar de werking van het goddelijke, hoe het doel van het bidden. Voor veel mensen is bidden wel er anderzijds ook gelovige onderzoekers zijn die hun primair een religieuze beoefening waarin uiting gegeven wetenschappelijke arbeid beleven als een hommage aan wordt aan devotie jegens een hogere macht, die veelal God. Wetenschap en religie worden in het openbaar vrij aangeduid wordt als God. Daarbij wordt niet zozeer iets strikt gescheiden, maar wetenschappers zijn net mensen gevraagd als wel iets opgedragen aan die hogere macht. en wetenschap en religie kunnen in de persoon van de Uiteraard zijn er gebeden waarin wel degelijk gevraagd wetenschapper natuurlijk wel samen komen. wordt om een vorm van interventie. Je kunt natuurlijk Larry Dossey is van mening dat er wel degelijk veel studies bidden voor duizend-en-één dingen, maar in veel geval naar de effecten van bidden gedaan zijn, maar dat ze aan len komt het erop neer dat mensen bidden voor een god de aandacht ontsnappen omdat de onderzoekers het delijke tussenkomst die bijdraagt tot een vergroting van begrip ‘bidden’ hebben vervangen door wetenschappelijk hun eigen geluk of dat van hun dierbaren. minder controversiële termen als ‘concentreren’, ‘mentale De meeste definities van bidden zijn dan ook nogal ruim. beïnvloeding’, ‘paranormaal behandelen’, of ‘behandelen De Amerikaanse arts Larry Dossey, die een boek heeft op afstand’.7 Hij wijst erop dat zijn Britse collega Daniel geschreven over de rol van het bidden voor de gezond Benor een collectie van 150 studies verzameld heeft, heid,5 definieert bidden als communicatie met het waarin proefpersonen tot taak hadden op de een of Absolute, terwijl Van Dale's Groot Woordenboek der andere manier door middel van gerichte intentie een Nederlandse Taal bidden omschrijft als ‘luidop of voor effect te bewerkstelligen bij een ander levend organisme, zichzelf spreken tot God of wie men als goddelijk vereert, varierend van een mens tot een bacterie. Het aantal stu hetzij om te loven, te danken of om hulp en steun af te dies is zelfs nog veel en veel groter, wanneer we al het smeken (in het bijzonder het laatste)’. psychokinese-onderzoek meerekenen, waarbij proefperso De wetenschapsfilosoof Paul Feyerabend heeft erop gewe nen tot taak hebben met hun intentie toevallige proces zen dat in de antropologische literatuur diverse beschrij sen in een computer te beïnvloeden. De beschrijvingen, vingen voorkomen van regendansen, compleet met struc die proefpersonen achteraf tuuranalyses en beschouwingen geven van hoe zij tijdens het over de sociale context waar experiment hun intentie opera De beschrijvingen, die proefpersonen binnen deze dansen worden tionaliseren, laten zich moeite uitgevoerd, maar dat geen achteraf geven van hoe zij tijdens het loos vergelijken met beschrij enkele onderzoeker zich leek af experiment hun intentie operationavingen van gebeden waarin te vragen of regendansen ook God wordt aangeroepen om liseren, laten zich moeiteloos vergeleiden tot het effect dat ermee steun te geven. Zowel bij stu beoogd wordt, namelijk die lijken met beschrijvingen van gebedies naar het effect van para lang gewenste regenbui. 6 den… normale therapie op ziektes bij Feyerabend hekelt het feit dat mensen als bij psychokinesede regendans door onderzoekers onderzoek doen proefpersonen benaderd wordt als ware het veelvuldig een beroep op kosmische krachten buiten hen folklore en beschouwt dit als voorbeeld van de vooringe om te helpen het gewenste effect te bereiken. nomenheid van wetenschappelijk onderzoekers. Studies waarbij het expliciet gaat om het meten van het Ten aanzien van bidden voor iemands welzijn lijkt zich effect van bidden op de menselijke gezondheid zijn er iets soortgelijks voor te doen. In de wetenschapsliteratuur betrekkelijk weinig, maar als de tekenen niet bedriegen komen diverse beschrijvingen voor van mensen of groe kon dat de komende jaren wel eens drastisch veranderen. peringen die voor anderen bidden, maar naar effectstudies Het Amerikaanse tijdschrift Alternative Therapies wijdde moet je met een lantaarntje zoeken. Dat kan een gevolg
• TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
9
die de ziektetoestand of de sterfkans slechts minimaal verergerden respectievelijk vergrootten. Het traject werd beschouwd als matig, wanneer er sprake was van sterkere verslechtering van de gezondheidstoestand en een mid delmatige kans op overlijden. Het traject kreeg het predi kaat slecht wanneer de gezondheidstoestand tijdens de studie in sterke mate verslechterde of wanneer de patiënt overleed. De beoordeling was alleen gebaseerd op het traject tijdens de studie en hield geen rekening met de toestand van de patiënt bij toetreding tot de studie. Bij 85% van de E-groep bleek het traject goed te zijn, tegen 73% van de C-groep; bij 1% van de E-groep was sprake van een matig traject, vergeleken met 5% van de C-groep, terwijl van de E-groep slechts 14% een slecht De Byrd-studie traject volgde tegen 22% in de C-groep. De kans dat dit aan het toeval kan worden toegeschreven is kleiner dan De resultaten van de weinige studies naar expliciete 1/100 (p<.01). Daarnaast bleek dat bij 12 patiënten in de gebedsgenezing laten een gemengd beeld zien. De klas C-groep kunstmatige beademing noodzakelijk was en bij sieke studie is die van Randolph Byrd en dateert al uit niemand in de E-groep (p<.002), dat er in de C-groep 3 1983.9 Byrds onderzoekspopulatie bestond uit 393 patiën keer zoveel gebruik van vocht afdrijvende middelen voor ten op de hartbewakingsafdeling van het San Francisco kwam als in de E-groep (p<.05) en 5 keer zoveel antibio General Hospital. De patiënten kregen van tevoren te ticagebruik (p<.005). horen dat zij bij deelname ingedeeld zouden worden in de Deze statistisch significante uitkomsten brachten Byrd tot E(xperimentele)-groep of in de C(ontrole)-groep. Voor de conclusie dat bidden tot de Joods-Christelijke God een de patiënten in de E-groep (192 personen) werd gebeden positieve uitwerking lijkt te heb door vrijwilligers van buiten ben op patiënten op een het ziekenhuis, zogeheten …in onderzoek naar gebedsgenezing hartbewakingsafdeling. Daarbij ‘born-again’ christenen. Deze kun je niet uitsluiten dat er voor de moeten we aantekenen dat de mensen waren gewend dage deelnemers gebeden wordt door meeste andere studies naar lijks te bidden en behoorden expliciete gebedsgenezing min anderen dan de daartoe aangewezen tot diverse christelijke kerken. der fraaie resultaten te zien heb Elke patiënt kreeg 3-7 perso gebedsgenezers, zoals de patiënt zelf ben gegeven. Een eveneens zeer nen toegewezen die dagelijks of diens naaste familieleden en concrete maar in omvang veel voor hem/haar baden, tot aan vrienden… kleinere studie door Walker naar het moment dat de patiënt uit het effect van gebedsgenezing op het ziekenhuis ontslagen werd. overmatig alcoholgebruik en alcoholafhankelijkheid Gebeden werd voor snel herstel en voor voorkoming van leverde bijvoorbeeld geen positief effect op.10 complicaties en de dood, en verder voor wat de deelne mers dachten dat goed was voor de patiënt. De studie werd geheel dubbelblind uitgevoerd. Byrd en de Eenheid van gebed overige leden van de staf van het ziekenhuis wisten niet Op het eerste gezicht lijkt gebedsgenezing een ideale in welke groep een patiënt was ingedeeld en de patiënt behandelvorm om te onderzoeken. Zij leent zich goed was daarvan zelf uiteraard ook geheel onkundig. Toetssteen voor de in de geneeskunde zo geliefde dubbelblinde vormde een classificering van het traject binnen het zie onderzoeksopzet, want doordat de behandeling op afstand kenhuis dat de patiënt aflegde. Er was sprake van een goed plaatsvindt kunnen onderzoekers en deelnemers aan het traject, wanneer er na toelating tot de studie geen nieuwe onderzoek in het ongewisse gelaten worden over wie in klachten, problemen of behandelingen waren bijgeko welke groep zit. We hoeven in eerste instantie niet te men, of wanneer er alleen sprake was van gebeurtenissen vorig jaar een heel nummer aan gebedsgenezing, waaruit onder meer bleek dat allerlei onderzoekers nu openlijk de parallel trekken tussen gebedsgenezing en de DMILSstudies in de parapsychologie.8 DMILS staat voor ‘direct mental influence on living systems’ en bij deze studies heeft de proefpersoon tot taak met gerichte intenties de fysiologische toestand van een zich in een andere onder zoeksruimte bevindende doelpersoon te beïnvloeden. De acceptatie in brede kring van het DMILS-paradigma lijkt de weg vrij te maken voor onderzoek naar gebedsgene zing, aangezien de taak van de gebedsgenezer in het ver lengde ligt van die van de DMILS-beïnvloeder.
10
• TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
weten hoe gebedsgenezing werkt, als we maar kunnen vaststellen of het werkt. Maar daarmee zijn we er niet. Normaal gesproken krijgt een controlegroep geen behandeling of een pseudo-behandeling (placebo), maar in onderzoek naar gebeds genezing kun je niet uitsluiten dat er voor de deelnemers gebeden wordt door anderen dan de daartoe aangewezen gebedsgenezers, zoals de patiënt zelf of diens naaste familie leden en vrienden. Bovendien zijn er ver moedelijk heel wat mensen die hun gebe den opdragen aan het heil van alle zieke medemensen. Voor de experimentele groep waarvoor sowieso al gebeden wordt maakt dit mis schien niet uit, al kun je je voorstellen dat er zoiets bestaat als een plafond voor het effect van bidden, maar de controlegroep is waarschijnlijk niet geheel zuiver meer. Dat kan zich vertalen in een minder groot ver schil in effect tussen de experimentele- en de controleconditie. Zo bezien lijkt onder zoek naar gebedsgenezing meer op onder zoek waarin twee groepen patiënten een verschillende dosis van hetzelfde middel toegediend krijgen. Maar bij nadere beschouwing blijkt gebeds genezing nog vele malen complexer en ondoorzichtiger dan het toch al niet een duidige onderzoek naar geneesmiddelen. Zo kunnen we bij geneesmiddelen de grootte van de dosis precies bepalen, maar bij gebedsgenezing ligt dat heel anders. Het ene gebed is het andere niet, dus bestaat er wel zoiets als een eenheid van gebed? Hoeveel gebeden zijn er nodig om een effect te mogen verwachten en is er über haupt sprake van een cumulatief effect? En als het uit maakt hoeveel gebeden je krijgt, kun je dan bijvoorbeeld ook een overdosis krijgen? Wat te denken van het werk zame bestanddeel in het gebed? Van een geneesmiddel kunnen we dat vaak wel aangeven, ook al is de menselijke gezondheid wel zo complex dat een 100% zekere oorzaakgevolg relatie voor veel middelen niet echt te geven is. Is het werkzame bestanddeel van een gebed de opgeroepen werking van God of is het eerder een combinatie van de
moeder teresa: devotie en naastenliefde als dagelijks werk bewustzijnskwaliteit of bewustzijnstoestand van de behan delaar en diens patiënt? Hoe verhoudt het gebed van een ervaren, gemotiveerde en meedogende vrijwilliger in een wetenschappelijk experiment zich kwantitatief en kwali tatief tot het gebed van een misschien minder ervaren, maar zeker niet minder betrokken naaste familielid van de patiënt?
• TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
11
Reductionisme Als beoefenaar van experimenteel wetenschappelijk onderzoek kun je je deze en nog vele andere vragen stel
len, maar tegelijkertijd bekruipt je het onaangename gevoel dat je wel erg hard bezig bent om de essentie van bidden te reduceren tot een stel experimenteel juiste maar inhoudsloze begrippen. Misschien is het maar beter om je niet druk te maken over de zuiverheid van je controle groep en alleen te kijken naar de meerwaarde van de gebedsgenezers in de experimentele groep. Voor de gelo vige zijn al deze vragen betrekkelijk irrelevant en gaat het vooral om devotie, om het tonen van compassie en dank baarheid, om het meditatieve en zelfs comtemplatieve van het gebed, het zich wenden tot het Absolute. Eigenlijk worden we hier geconfronteerd met een tekortschieten van de wetenschappelijke methode en in plaats van dan te vluchten in reductionisme zouden we de gelegenheid juist moeten aangrijpen om eens kritisch na te gaan hoe die wetenschappelijke methode uitgebreid zou moeten worden om bidden wel te kunnen onderzoe ken. Temeer daar mensen bidden juist ook gebruiken in de existentiële momenten van het leven. Het in naam van de wetenschap uiteenrafelen van een fenomeen als gebedsgenezing wordt helemaal een zinloze onderneming in het licht van het experimentator-effect. In het vorige nummer van het TvP heeft Hans Gerding laten zien dat de uitkomsten van DMILS-studies zo sterk onderzoeker-afhankelijk kunnen zijn, dat je je kunt afvra gen wat de functie van de formele beïnvloeder feitelijk is.11 Interessant in dat verband is dat succesvolle onder zoekers binnen de parapsychologie als Marilyn Schlitz (DMILS-studies) en Kathy Dalton (Ganzfeld-studies) zeggen te bidden voor een goede afloop van hun experi menten. We kunnen er gerust van uitgaan dat onderzoekers in de meeste gevallen niet vrij zullen zijn van verwachtingen en wensen ten aanzien van de uitkomsten van hun onder zoek. Ook Byrd zal vooraf zo zijn ideeën gehad hebben over de mogelijke resultaten. Wie weet, heeft ook hij wel gebeden voor een positieve uitkomst…
Literatuur
Mahakashapa, leerling van Boeddha en stichter van de Kaa-sekte (Benares): mededogen als sleutelbegrip
12
1 G.D. Gallup, Fifty years of Gallup surveys on religion. The Gallup Report 1985. Report No. 236. 2 D.M. Eisenberg et al, Unconventional medicine in the United States. New England Journal of Medicine, 1993, 328 (4), pp.246-252. 3 L.B. Bearon & H.G. Koenig, Religious cognitions and use of prayer in health and illness. Gerontologist, 1990,
• TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
4
5
6 7 8 9
vol.30, no.2, pp.249-253. D.B. Larson et al, Are religion and spirituality rele vant in health care? Mind/Body Medicine, 1995, 1 (3), 147-157. L. Dossey, Healing Words, the power of prayer and the practice of medicine. San Francisco, HarperCollins, 1993. P.K. Feyerabend, In strijd met de methode. Meppel: Boom, 1977, pp.66-67. L. Dossey, The return of prayer. Alternative Therapies, vol.3, no.6, pp.11-14. Alternative Therapies, november 1997, vol.3, no.6. R.C. Byrd, Positive therapeutic effects of intercessory prayer in a coronary care unit population. Alternative
kort De Geest van Wetenschap Op donderdag 10 september kwamen 150 deelnemers aan de conferentie ‘De Geest van Wetenschap’ bij elkaar in De Reehorst te Driebergen. Een initiatief groep, ontstaan rond prof. dr. Ilja Maso van de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht had deze eerste van twee conferentiedagen georganiseerd. De initiatiefgroep constateert in de samenleving een brede en groeiende belangstelling voor spiritualiteit, alter natieve therapieën, paranormale en andere anomale verschijnselen, en een zoeken naar alternatieve vormen van wetenschap. Maar wie werkt binnen de muren van de academische wereld komt er dikwijls liever niet voor uit deze zaken serieus te nemen. Onder de titel ‘De Geest van Wetenschap’ wil de ini tiatiefgroep mensen en organisaties bin den die op een serieuze en kritische wijze voor deze zaken open staan. Ze streeft ernaar om binnen onderzoeksin stellingen het klimaat te verbeteren voor een wetenschap waarin naast de
Therapies, 1997, vol.3, no.6, pp.87-90. 10 S.R. Walker et al, Intercessory prayer in the treatment of alcohol abuse and dependence: a pilot investiga tion. Alternative Therapies, vol.3, no.6, pp.79-86. 11 J.L.F. Gerding, Het gevoel dat er naar je gekeken wordt. Tijdschrift voor Parapsychologie, vol.65, no.1 (339), pp.11-14.
nieuws ratio ook de intuïtie als onderdeel van het menselijk kenvermogen wordt gezien, waar nieuwe methodologieën worden ontworpen en toegepast, en waar anomalieën openlijk kunnen wor den onderzocht. Inleidingen werden verzorgd door het Forum Milieu en Natuur, het Forum Gezondheidszorg, de Nederlandse tak van het Scientific en Medical Network, en een van de parapsychiaters van het Netwerk Psychiatrie. Het ging met name om hun activiteiten en hun soms moeizame verhouding tot de reguliere wetenschap. Daarna vergaderden de deelnemers in themagroepen. Ook was er een ‘markt’ waar allerlei groepen zich presenteerden en informatie over hun werk verstrekten. Een tweede bijeenkomst is gepland op 16 januari 1999. Dan zal, voortbouwend op de ervaringen van de eerste confe rentiedag, nader worden ingegaan op inhoudelijke activiteiten die door de initiatiefgroep zijn voorgesteld, zoals het oprichten van werkgroepen, het orga niseren van congressen, symposia en lezingen, het oprichten van een tijd
• TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
schrift en het inrichten van een website. Tevens zal die dag de vraag centraal staan welke organisatievorm het beste past bij de voorgestelde activiteiten. Het slagen van de hele onderneming hangt af van hoe kritisch men kan en durft te zijn ten opzichte van reguliere wetenschap én ten opzichte van alterna tieven daarvoor. Op de eerste congres dag waren er op de ‘markt’ bijvoorbeeld groepen en individuen die naar onze smaak absoluut onkritisch zijn en niet primair gericht op de doelstellingen van de organisatie in wording. Daar zal de initiatiefgroep iets aan moeten doen, want het zal wat meer kritisch inge stelde personen en organisaties die een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het verwezenlijken van de doelstellin gen zeker afschrikken. Wij volgen de ontwikkelingen en houden u op de hoogte. Wilt u zelf eens poolshoogte nemen, op 16 januari 1999 is de volgende bijeen komst. Inlichtingen, tel.: (030) 655 9359; e-mail:
[email protected]
13
Society for Scientific Exploration een verslag van de conferentie te Valencia, 1998
De SSE (Society for Scientific Exploration) is een van oorsprong Amerikaanse vereniging waarin wetenschappers van diverse pluimage elkaar ontmoeten. Wat hen bindt is niet zozeer het onderwerp van onderzoek maar vooral de reactie van de gevestigde wetenschap op hun onderzoeksresultaten. Deze resultaten vormen veelal een uitdaging voor binnen de wetenschap geaccepteerde modellen. Zo kent de vereniging onderzoekers uit de astrofysica die zich bezighouden met alternatieve kosmologische modellen, medici die complementaire geneeswijzen onderzoeken, biologen die onderzoek doen naar de biologische basis van bewustzijn, fysici die massa verklaren als electromagnetische wisselwerking met het quantum-vacuüm, paleontologen die dingen vinden waarmee Darwin zich geen raad zou weten, en natuurlijk de wetenschappers die paranormale verschijnselen als telepathie en precognitie onderzoeken.
door
Dick Bierman Wagner en het collectief (on)bewuste Prof. Dieter Vaitl is een main-stream psychofysioloog van de Universiteit van Giessen (Duitsland). Hij is ook een liefhebber van Richard Wagner en een bekende van de Amerikaanse onderzoeker dr. Roger Nelson, die ooit ont dekte dat zogeheten Random Getallen Generatoren (RNG’s) merkwaardig gedrag vertonen in een setting waarin veel mensen intensief hun aandacht ergens op richten. Zo vond Nelson, die aan Princeton University werkt, in eerder onderzoek dat zijn Random Getallen Generator tijdens de begrafenis van prinses Diana langere reeksen van dezelfde getallen ging produceren. Prof. Vaitl nam nu ook zo’n RNG mee naar het fameuze Bayreuth festival, waar Wagner-liefhebbers elk jaar hun hart komen ophalen aan opera's als ‘Tristan und Isolde’ of ‘Walküre’. Hij deed dat zowel in 1996, 1997 als 1998. De resultaten waren marginaal voor de opera’s in 1996 en 1997 en niet significant in 1998. Maar omdat alle resulta ten dezelfde kant opgingen (nl. langere reeksen van dezelfde getallen tijdens de voorstelling) is het totale resultaat toch behoorlijk significant. De kans dat zijn resultaat bij toeval zou worden gevonden is ongeveer 1 op 50. Een nadere analyse waarbij alleen gekeken werd naar het gedrag van de RNG tijdens de bekende ouvertures liet
14
zien dat daar de grootste effecten optraden. Een vergelij king met een serie Wagner-concerten in New York resul teerde in de conclusie dat Wagner daar kennelijk geen effecten op RNG’s weet op te roepen. Vailt meende dat het verschil wellicht niet in de uitvoeringen maar eerder in het publiek gezocht moet worden. Het publiek van het Bayreuth festival kent Wagner op haar duimpje en kan hele ouvertures meeneuriën. Dat is in New York in min dere mate het geval.
Fractals Dr. Fotini Pallikiri, bekend van haar artikel dat ze ooit met de Nobelprijswinnaar Josephson schreef over de inpassing van paranormale verschijnselen in de quantum theorie, presenteerde een nieuwe manier om RNG gege vens, o.a. zoals die verzameld door Vaitl, te analyseren. De nieuwe methode kijkt niet zozeer of de random getal len in de juiste verhoudingen voorkomen maar of er reeksen zijn die een speciale samenstelling hebben. De methode werd ongeveer 50 jaar geleden voorgesteld door E.H. Hurst maar kreeg pas bekendheid door de beschrij ving van toevallige bewegingen door Mandelbrot. De methode lijkt zeer gevoelig voor subtiele veranderingen in het gedrag van de RNG maar helaas kon dr. Pallikiri
• TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
een alarmfoto uit hessdalen, voorlopig nog een zoekplaatje… geen vergelijking presenteren met meer gebruikelijke ana lysemethoden.
Complementaire behandelwijzen Er was een levendige discussie over de explosieve groei in de aandacht voor complementaire behandelwijzen. Met name in de Verenigde Staten zijn er meer en meer univer siteiten die aanvullende cursussen in ‘complementary medicine’ in hun onderwijs opnemen. Opvallend is dat de traditionele beoefenaren van deze behandelwijzen niet blij zijn met deze ‘erkenning’. In sommige gevallen wor den de universitaire cursussen gezien als ‘concurrentie’.
Hypnose Prof. John Gruzelier, hoofdredacteur van het International Journal of Psychophysiology, presenteerde een overzicht van zijn fysiologisch onderzoek naar de effecten van hyp nose. Dit indrukwekkende werk laat zien dat hypnose een toestand is waarbij de analytische component in ons bewustzijn ontkoppeld raakt (dissocieert) zowel in psy chologisch als in fysiologisch opzicht. Zijn resultaten weerleggen effectief de main-stream inter pretatie als zou hypnose een sociaal verschijnsel zijn, waarbij de gehypnotiseerde persoon zich probeert te gedragen zoals hij vermoedt dat een gehypnotiseerde zich zou moeten gedragen.
UFO’s op Internet Sinds de oprichting van de SSE is er ook ruimte geweest voor serieus UFO-onderzoek. In de kleine vallei Hessdalen
te Noorwegen, worden al vanaf 1981 ongeveer 20 UFOwaarnemingen per jaar gedaan. Dr. Strand van het nabij gelegen Oestfeld College heeft nu een volautomatisch waarnemingsstation ingericht met een videocamera die de vallei in de gaten houdt. Bij ongebruikelijke lichtver schijnselen worden de beelden via internet doorgestuurd naar zijn universiteit alwaar ze dan voor iedereen ook weer via Internet te bekijken en te analyseren zijn. In de aanvangsperiode was er nogal wat last van boeren die met tractors op onverwachte plaatsen opdoken, waardoor er wat overdreven vaak een video opgestuurd werd. Overleg is gaande met het projectteam om een zogenaamde veldRNG in het waarnemingsstation op te nemen, maar de grootste prioriteit heeft het toevoegen van een tweede camera omdat dan afstand en snelheid van de verschijn selen bepaald kunnen worden. Het adres van de web-site is: http://www.hiof.no/crulp/prosjekter/hessdalen/index.html
Hierboven een zogeheten alarmfoto genomen op de dag dat dit verslag werd geschreven. Zo te zien is het systeem geactiveerd door de ondergaande zon.
Gevoelige bloeiende planten Marcel Odier, een Zwitserse ex-bankier die na zijn pensi onering al zijn geld en energie stopt in de experimentele parapsychologie, presenteerde een overzicht van zijn werk. Het meest opvallende en nog niet eerder gepu bliceerde resultaat was zijn conceptuele replikatie van de kakkerlak-experimenten die Helmut Schmidt in de jaren 70 uitvoerde. Kakkerlakken werden door Schmidt in een ruimte geplaatst waarin het licht op random momenten aan- en uitging. Het schakelen van de lampen werd
• TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
15
bepaald door een RNG. Schmidt vond dat de kakkerlak ken het gedrag van de RNG leken te beïnvloeden. Later interpreteerde hij de resultaten echter als zijn eigen para normale effect op de RNG. Odier gebruikte geen kakkerlakken maar planten. Net als in Schmidts experimenten regelde de RNG de hoeveel heid licht. Gedurende de bloei van bijvoorbeeld de hibis cus bleek dat de hoeveelheid licht significant afnam. Deze resultaten werden een aantal malen gerepliceerd.
Reich en afnemend radioactief verval Zes fysici van de Polytechnische Universiteit van Valencia presenteerden uiterst merkwaardige resultaten. Zij had den volgens een voorschrift van Wilhelm Reich een spe ciale doos gebouwd bestaande uit afwisselende laagjes metaal en hout. Nu bleek dat de snelheid waarmee de radioactieve elementen Radium en Cesium vervallen bin nen in de doos afnam met 1.2%. Allerlei mogelijke storin gen in de apparatuur werden uitgesloten. Op zich lijkt dit experiment gemakkelijk te herhalen, maar de kans dat het gedachtegoed van Reich een drijvende kracht wordt bij fysisch onderzoek acht ik uiterst gering.
Swedenborg nog zo gek niet Aan de briljante carrière van Emanuel Swedenborg, die in de 18de eeuw in Zweden o.a. medische processen bestu deerde, kwam plotseling een einde na een merkwaardige crisis die hem van de ene op de andere dag van een weten schapper veranderde in een profeet. Die plotselinge ommezwaai wordt heden ten dage wel geduid als een geval van paranoia of epilepsie. Dr. Christen A. Blohm-Dahl, de Zweedse consul in Valencia en gastheer van de confe rentie, was ook deze mening toegedaan totdat hij via stu die van de medische modellen die Swedenborg na zijn crisis voorstelde, tot de conclusie kwam dat het merendeel hiervan correct was en zijn tijd ver vooruit. In ieder geval waren de tijdens zijn ‘gekke’ periode geproduceerde modellen van een aanzienlijk betere kwaliteit dan zijn alom gerespecteerde eerdere werk. Vele voorbeelden pas seerden de revue.
Massa een illusie De laatste grote Nederlandse fysicus, prof. Casimir, was directeur van het Philips Natuurkundig Laboratorium. Maar ondanks die baan, waar toch vooral toegepast onderzoek prioriteit zou moeten hebben, is zijn belang rijkste bijdrage het theoretisch onderzoek van het vacuüm, het absolute niets, geweest. Volgens de quantumfysica is ook het absolute niets gevuld met activiteit. Casimir kwam met het vermetele idee dat deze activiteit, die
16
overal aanwezig is en daardoor erg moeilijk meetbaar, onder bepaalde omstandigheden toch aantoonbaar zou zijn. Daartoe zouden in een vacuüm twee metalen plaatjes heel dicht bij elkaar moeten worden gebracht. Omdat bepaalde straling dan niet meer tussen de plaatjes zou ‘pas sen’ zou hiermee een netto stralingsdruk aan de buiten kant van de plaatjes optreden en deze met grote kracht tegen elkaar aan doen klappen. Dit experiment klinkt simpel maar is zeer moeilijk uit te voeren. Niettemin is men in de fysica nu, na een aantal Casimir-experimenten, ervan overtuigd dat de realiteit van het quantum vacuüm is aangetoond. Bernard Haisch van het Lockheed Martin Solar & Astrophysics laboratorium beweert nu dat het quantum vacuüm nog een effect heeft dat wij altijd verkeerd geïn terpreteerd hebben. Dit effect zou het verzet zijn dat geladen deeltjes in een veld ondervinden als je ze probeert te versnellen, een effect dat we altijd hebben geïnterpre teerd als massa. Maar er is helemaal geen massa. Massa is een illusie die voortkomt uit de interactie van de geladen deeltjes in atoomkernen met het quantum vacuüm. Het enige wat er is volgens Haisch, is straling. Een uitspraak waar mystici wel tevreden mee zouden kunnen zijn. Het onderzoek van Haisch is voorlopig volledig theore tisch van aard maar toch werd hij recentelijk uitgenodigd om voor de NASA zijn ideeën uiteen te leggen. Immers het is duidelijk dat er wellicht praktische toepassingen mogelijk zijn voor eventuele nieuwe raketvoortstuwings mechanismen.
New Age ellende Helaas werd de Valencia-bijeenkomst ontsierd door enke le zeer twijfelachtige bijdragen. Zo kwam een Japanse dame ons vertellen hoe we voorspellend konden dromen, maar ze was absoluut niet op de hoogte van de literatuur over voorspellende dromen. Het bontst maakte dr. Fenwick het. Hij voerde gesprek ken met mensen die een bijna-dood ervaring hadden gehad op als ‘bewijs’ van het hogere. Hij beweerde dat de oorzaak van al onze oorlogen lag in het verlies van idealen en dat was dan weer de schuld van die koude wetenschap. Dat de meeste doden vallen voor en door het een of andere ‘isme’ was hem kennelijk ontgaan. Zijn voor dracht, die hij liet beginnen met een minuut stilte, had een zeer hoog New-Age gehalte en was eigenlijk een bele diging van het gezonde verstand. Oudjes met een huisdier leefden langer volgens Fenwick. Dat zoiets niet noodzake lijkerwijs ligt aan het surplus aan liefde die deze oudjes ervaren maar wellicht door de extra lichaamsbeweging die het uitlaten van honden met zich meebrengt, was hem ook al even ontgaan.
• TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
π
PARAPSYCHOLOGISCH INSTITUUT cursusprogramma voorjaar 1999
In de eerste helft van 1999 biedt het Parapsychologisch Instituut twee cursussen. Deze worden gegeven door medewerkers van het Parapsychologisch Instituut en het Van Praag Instituut.
Cursus Parapsychologie Deze cursus geeft een overzicht van paranor male verschijnselen vanuit het perspectief van de parapsychologisch onderzoeker. Er wordt gebruik gemaakt van uitzonderlijk videomateriaal en er wordt uitgebreid inge gaan op de meest recente bevindingen van het parapsychologisch onderzoek. • 10 woensdagavonden, 1x per week: 24 februari-28 april 1999
De Paranormale Dimensie in je Leven Aan de hand van persoonlijke belevenissen, van voorspellende ervaringen via geestver schijningen en uittredingen tot genezende ervaringen, wordt in deze cursus nagegaan hoe je het paranormale kunt inpassen in het dagelijks leven, wat het toevoegt aan het ‘normale’ bestaan en welke betekenis het kan hebben voor de ontplooiing van ons bewustzijn. • 5 donderdagavonden, 1x per week: 11 februari-11 maart 1999
• De lessen vinden voornamelijk plaats in de vorm van hoorcolleges, maar de cursisten voeren ook in groepsvorm activiteiten uit en nemen soms deel aan een experiment. • Tijdens alle cursussen is veel ruimte voor discussie. • De cursussen vinden plaats in het gebouw van het Parapsychologisch Instituut, Springweg 7 te Utrecht.
Aanvang: 19.30 uur. Er wordt stipt om 22.00 uur gestopt.
• Vrienden van het Parapsychologisch Instituut en trouwe cursisten krijgen korting op de toegangsprijs.
Wilt u meer informatie, dan kunt u bij het PI een cursusfolder aanvragen.
kort Leerstoel New Age De Universiteit van Amsterdam is na Parijs de tweede universiteit in Europa waar een leerstoel gevestigd wordt om New Age wetenschappelijk te bestude ren. Een sponsor die onbekend wenst te blijven, financiert het project met een
nieuws miljoen gulden per jaar. Naast een hoogleraar kunnen twee docenten wor den aangetrokken en twee promovendi aan het werk gezet. Een stichting bewaakt de wetenschappelijkheid. Dr. R. van den Broek, bestuurslid en emeri tus hoogleraar theologie, stelt dat er geen enkele binding is met een religie,
• TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
maar dat New Age als fenomeen onaf hankelijk en wetenschappelijk bestu deerd zal worden. Laten we hopen dat deze leerstoel een bijdrage zal leveren aan het scheiden van het new age kaf van het new age koren.
17
Psi experimenten Psi locybine met
Toen de gerenommeerde bewustzijnspsycholoog Charles Tart in het kielzog van de jaren '60 een poging ondernam om middels vragenlijsten greep te krijgen op de veranderde bewustzijnstoe stand waarin men marijuanagebruikers kan aantreffen, ontdekte hij dat door veel respondenten helderziende en telepathische ervaringen werden gemeld (Tart, 1971). Parapsychologie is de kunst om dit soort vage claims middels gecontroleerd onderzoek te laten stollen tot meer intersubjectieve, voor de wetenschap verhapbare ‘feiten’ – het lag dus in de lijn der verwach ting dat de bevindingen van Tart een aanzet zouden vormen om een stel proefpersonen flink stoned een laboratorium binnen te lokken en er een reeks experimenten op los te laten. Plannen in die richting werden echter in de kiem gesmoord, een nieuw drugsbeleid maakte dat geen parapsycholoog in de Verenigde Staten aan een joint zijn handen wenste te branden. Uit die tijd stamt slechts één diepgravend onderzoek naar paranormale effecten van drugs, de hoofdrol was daarin niet weggelegd voor cannabisprodukten maar voor een ander alkaloïde: psilocybine.
door
Rens Wezelman psilocybe cubensis Na een doorsnee dag hard terminaal bekeren in naam van een slechts middels formele geloofsartikelen gekende god, moet het in het Mexico anno 1600 voor de puriteins beschaafde conquistadores een zedelijke schok zijn geweest om te worden geconfronteerd met nachtelijke helingsrituelen en divinatieceremonieën waarvan de
18
uiterlijke vorm bestond uit dansen op verontrustende trommelritmes, onbegrijpelijk gezang rond kampvuren, en vooral het innemen van verdachte, waanzin en hallu cinaties opwekkende paddestoelen. De paddestoel is de bloeiwijze van een ondergrondse schimmel – gedurende 400 jaar Spaanse overheersing speelde het ritueel gebruik van psilocybinehoudende pad destoelen door Mexicaanse sjamanen, de curanderos en
• TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
curanderas, zich ook figuurlijk gesproken ondergronds af. Pas in de jaren ‘50 van onze eeuw heeft de Amerikaan Gordon Wasson (atypisch genoeg vice-president van een Amerikaanse handelsbank) de eer voor zover bekend de eerste blanke te zijn die de psilocybe cubensis zal eten tijdens een Velada, een nachtelijk paddestoelenritueel onder leiding van curandera Maria Sabina. Wassons leven is daarna nooit meer meer van hetzelfde geweest – een reportage van zijn expedities verschijnt in Life onder de titel ‘Seeking the magic mushroom’. Na deze publiciteit gaat het snel – Albert Hofmann, als chemicus werkzaam bij het Zwitserse concern Sandoz, isoleert uit een prutje paddestoel de werkzame stoffen psilocybine en psilocine. Hofmann heeft de reputatie degene te zijn die ‘per ongeluk’ als eerste de werking van het door hem als farmaceutisch bijproduct gesyntheti seerde LSD heeft ondergaan. Uit die psychedelische serendipiteitsproef trekt Hofmann een methodologische les: omdat de psychedelische ervaring zich niet meer in dode wetenschappelijke termen laat verpakken, beseft hij dat hij het effect van z'n puur chemisch gekopieerde psi locybine maar op één manier kan controleren, namelijk door het zelf in te nemen.
Of teonanacatl? Technisch gesproken worden paranormale ervaringen vanouds geassocieerd met een breed scala aan bewust zijnsveranderingen. Wat maakt psilocybine tot een veel belovend middel voor parapsychologische experimenta tie? Met het innemen van de paddestoelen wordt een macht in het lichaam uitgenodigd waarvan de werking het best kan worden benaderd door termen als psychedelisch (van het grieks psyche, ‘ziel’, en delein: ‘zich openbaren’) en entheogeen (‘het goddelijk innerlijk opwekkend’). Het Nahuatl, een taal die tot op heden door Mexicaanse Indianen wordt gesproken, kent een krachtige meta foor voor de paddestoel: teonanacatl, vrij vertaald ‘het vlees van de goden’. Bij lichte dosis blijft psilo cybine een prettig hedo nistisch middel om vrij blijvend een partynacht mee in te gaan. Dergelijk recreatief escapisme wordt bij zwaardere doses onmo gelijk. De realiteit rond Charles Tart het normale ik-bewustzijn
ontdooit, schijnbare zekerheden verdwijnen en de gebrui ker kan worden geconfronteerd met een golvend panora ma uit alle tijden met niet zelden een diepe jungleachtige ‘natuur’ als decor. Bij verzet tegen die stroom kan het karakter van de ervaring omslaan en kan een bedreigende sfeer ontstaan gepaard gaande met misselijkheid, angst aanvallen, en soms zelfs aan psychose grenzende reacties. Er is enige reflectie voor nodig om te beseffen dat ook de beangstigende aspecten van de psilocybinetoestand voort komen uit een verscherpte waarneming. Psilocybine maakt de wereld helder en intens, onderliggende en nor maal onzichtbare verbanden en weggestopte schaduwele menten komen soms met visionaire onstuimigheid aan de oppervlakte, een ongekende eerlijkheid naar zelf en ander maakt maskers transparant. Een trip van een paar uur kan meer losmaken dan in een paar weken kan worden geïn tegreerd. In een boeiend artikel in The International Journal of Para psychology beargumenteerde Walter Pahnke op basis van een strak uitgevoerd experiment hoe psilocybine een motor kan zijn in mystieke ervaring, een ervaring die – zo bleek in vervolgonderzoek – jaren later nog naresoneert. ‘Oneindigheid’ en ‘eeuwigheid’ behoorden tot de favo riete termen van de proefpersonen in Pahnkes experi ment, ‘het transcenderen van tijd-ruimtelijke begrenzin gen’ is een categorie waarin de fenomenologie van zowel de mystieke als de paranormale ervaring kan worden uit eengezet. Een andere Pahnke-categorie die wordt gedeeld door mystieke-, psilocybine-, en paranormale ervaringen, is de paradoxaliteit, de logische tegenstrijdigheden, zoals het opgaan in een vloeiende, ‘vol-ledige’ energetische eenheid waarin het individueel zelf zich uiteindelijk reali seert juist door zich op te lossen (het sjamanitisch ver scheurd worden). Op bescheiden schaal zien we die paradoxaliteit in bijvoorbeeld het scenario van een hel derziende droom, die zich meestal in een hoofd op een kussen afspeelt maar waarin bovendien de dromer een situatie buiten de slaapkamer meemaakt en in een zekere mate ‘in’ die situatie ‘is’ – de dromer is dus op twee plaat sen tegelijk aanwezig. Dergelijke meta-logische kwalitei ten kenmerken ook de psilocybine-ervaring: psilocybine deconditioneert de ‘normale’ intersubjectief geconstru eerde orde, de in ons bewustzijn verzonken mythes.
Paddestoelen in het Ganzfeld Met een portie psilocybine in hun kraag werden de proef personen in het experiment van Van Asperen de Boer et al (1965) zonder tussenpozen onderworpen aan een uit voerige testbatterij. Maar wie het onderste uit de kan wil, krijgt het lid op de neus – hoewel er in het officiële onder zoeksverslag niets over te vinden is, tekent Bierman
• TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
19
een paar ons in een badkamer gekweekte psilocybe cubensis het psilocybinemolecuul, teonanacatl in de gedaante van wetenschappelijke abstractie
(1997) uit de mond van een van de betrokkenen op hoe de motivatie van de proefpersonen soms ver te zoeken was. Tijdens een trip heb je meer relevante zaken aan je hoofd dat het raden van Zener-kaarten. Het was dan ook niet verwonderlijk dat er geen relatie werd aangetoond tussen de geleverde paranormale ‘prestatie’ en het inne men van psilocybine, en met die negatieve conclusie verdween teonanacatl voorlopig van het parapsycholo gisch menu. Tot vorig jaar. Parapsychologisch onderzoek behoort methodologisch tot het meest harde in z'n soort – aan de Universiteit van Amsterdam is het daarom toegestaan om in het kader van een leeronderzoek psychologie te kiezen voor het verrich ten van experimenten met een parapsychologisch randje. Wellicht gestimuleerd door de actuele hype rond ‘paddo's’ (de modieuze mediakreet voor psilocybinehoudende pad
20
destoelen), bracht een groep studenten in 1997 psilocy bine in als eigen ingrediënt in een Ganzfeld-experiment. De hoofdrolspeler in een Ganzfeld-sessie ligt in een zin tuiglijk egale omgeving: de halve pingpongballen over de geopende ogen maken het rode licht boven het bed tot een rode waas en middels een koptelefoon wordt zogehe ten witte ruis aangeboden. Er is door die manipulatie geen externe structuur of object waar de aandacht zich aan vast kan klampen, er komt voor de proefpersoon mentale ruimte vrij waarin mogelijk indrukken kunnen opduiken die paranormaal corresponderen met een videoclip waar op zich op hetzelfde moment (in een afgezonderde ruim te) een tweede proefpersoon, de zogenaamde zender, concentreert. Die indrukken worden hardop door de proefpersoon uitgesproken en door de experimentator genoteerd in een protocol. De afronding van een Ganzfeld-sessie bestaat uit een
• TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
gewogen keuze op basis van dat protocol uit 4 videoclips, waaronder uiteraard de doelclip. De zender mag ondertus sen in geen geval zijn kamer verlaten tot na de definitieve en in de computer ingevoerde keuze van een clip door de proefpersoon. Elk normaal bemiddeld contact wordt op die manier uitgesloten, het experiment is waterdicht. Zonder paranormale informatie vervalt dit kiezen tot een raden, de kans op een toevallige treffer schommelt in dat geval nooit ver rond de 1 op 4: een scoringspercentage van 25%. Het Ganzfeld-experiment omvat een internati onaal gestandaardiseerde procedure waarmee in verschil lende onderzoekscentra wordt gewerkt. In de slotsom van tientallen jaren volwaardig Ganzfeld-onderzoek blijkt het aantal treffers gemiddeld 1 op 3 (Bem & Honorton, 1994), een afwijking die statistisch ‘astronomisch signifi cant’ heet, een afwijking ook, die door een genuanceerd denkende wetenschapper niet langer nonchalant als ‘toe
val’ (als pseudo-intellectuele stoplap) onder de mat kan worden geschoven. De eerder gebruikte Zener-kaart-experimenten verlangen van de proefpersoon een abstracte, ingekaderde respons – het Ganzfeld staat vrije associatie toe en doet daarmee meer recht aan de mentale versoepeling die psilocybine teweegbrengt. Omgekeerd zijn cannabis en psilocybine in de Amsterdamse en Utrechtse Ganzfeld-programma's geïntroduceerd als denkspiraal-doorbrekende middelen: ze gaan de onwillekeurige neiging van Ganzfeldproefpersonen tegen om bij hun rapportage te blijven hangen in niet ter zake doende verhalen (zoals het uitwer ken van vakantieherinneringen). In het psilocybine-gedeelte in het leeronderzoek van 1997 werd aan 12 ervaren paddestoelgebruikers gevraagd om voorafgaande aan hun Ganzfeld-sessie een lichte dosis ‘Mexicaanse’ (psilocybe cubensis) in theevorm te consu meren. Ervaring voorkomt niet 100% gegarandeerd een bad trip, de sessies zelf waren daarom omgeven door vei ligheidsmaatregelen (er was gezorgd voor een direct con tact met de psychiatrische kliniek van een nabijgelegen ziekenhuis) – mede vanwege deze voorzorg werd de opzet in orde bevonden door de ethische commissie van de faculteit (waarvan sommige leden zichzelf aanboden als proefpersoon…). In die 12 sessies vielen 7 treffers, een ogenschijnlijk onmiskenbaar voordelig effect ten opzichte van het 33%-scoringspercentage over alle 156 (nuchtere) sessies in Amsterdam tussen 1982 en 1996. Twee proble men stonden een juichstemming in de weg: een kwantita tief, het geringe aantal sessies (zodat de p-waarde niet verder wilde dalen dan 0.11), en een kwalitatief, namelijk het bezwaar dat ervaren psilocybinegebruikers in een parapsychologisch experiment bepaald geen ongeselec teerde doorsnee proefpersonen zijn, zodat het moeilijk wordt om het effect van psilocybine als stof-op-zich te evalueren. Overigens werd er in 1997 geobserveerd hoe proefperso nen onder invloed van psilocybine de juiste clip niet zozeer leken te kiezen op basis van oppervlakkige visuele overeenkomsten met hun indrukken, maar eerder gestuurd door een gevoel van zekerheid in de buikstreek, een ‘gut feeling’. Die constatering roept herinneringen op aan een in het onderzoek van Pahnke gehanteerde categorie: psi locybine intensiveert en verdiept intuïtieve, niet langer rationeel beargumenteerbare kennis over zelf en realiteit, een ‘direct ervaren’ met een gevoelde, innerlijke (in tegenstelling tot door intellectuele autoriteit van buiten opgelegde) ‘objectieve waarheid’. Het psilocybinegedeelte bleef in 1997 exploratief, meer eenduidige uitspraken vereisten een herhaling van het Ganzfeld-experiment – in de zomer van 1998 vond dat plaats op het Parapsychologisch Instituut te Utrecht.
• TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
21
Enge clips en verruimd bewustzijn
Conclusie?
Het is uiteraard onmogelijk om een experiment als dit zogenaamd dubbel-blind uit te voeren en de proefpersoon in het ongewisse te laten over de conditie waarin hij mee draait: de werking van psilocybine laat zich in een contro legroep niet simuleren met een champignon-placebo van Albert Heijn. Om toch over vergelijkingsmateriaal te kunnen beschikken, werd elke Ganzfeld-proefpersoon 2 keer ingeschakeld: 1 maal zonder en 1 maal met een stan daardportie Mexicaanse (= ±3 gram gedroogde padde stoelen, voldoende voor een medium trip). De Ganzfeldopzet was, inclusief de nazorg, op een paar punten na analoog aan de situatie in 1997. Eén proefpersoon kampte met angst voor controleverlies – buiten het kader van het experiment om heeft deze sessie uiteindelijk een hele positieve persoonlijk-therapeutische nawerking gehad. Een doelclip van 30 seconden werd voor elke 20 minuten durende sessie random uit een verzameling van 8 gekozen, de clip werd vervolgens gedurende de sessie 4 maal beke ken (en soms nagetekend) door een zender (bij voorkeur een goede bekende van de proefpersoon). Er waren posi tieve clips (zoals het losbrekend paard uit een bekende reclamespot van een zekere verzekeringsmaatschappij, en een hilarisch fragment uit de film Ace Ventura, pet detective) en negatieve (zoals een aangrijpende scène uit een rampenfilm waarin een vliegtuig neerstort midden in het Andesgebergte, en de cruciale scène uit de film JFK). Over het geheel werd er in dit experiment licht beneden kans gescoord: 9 treffers uit 40 sessies (22,5%). Het ver schil tussen de 5 psilocybine-treffers en de 4 treffers in de controleconditie valt uiteraard niet buiten de marge die men voor toevallige effecten reserveert. De belangrijkste hypothese – psilocybine versterkt Ganzfeld-psi – moet daarmee voor dit experiment worden verworpen. Een meer nauwkeurige analyse laat toch een intrigerend interactie-effect zien: in de normale, nuchtere conditie werd er goed gescoord op de negatief geladen clips (43% tegen een toevalsverwachting van 25%), in de psilocybi ne-conditie goed op de positieve clips (44%). Omdat er na die opsplitsing sprake is van lage aantallen, mogen we niet verder gaan dan een voorzichtige suggestie – wel werd door de proefleiders expliciet opgemerkt dat psilocy bine de beoordeling (überhaupt het willen bekijken) van negatieve clips op z'n zachtst gezegd niet bevorderde. De emotionele invulling van een psychedelische trip wordt voor een groot deel gedragen door de omgeving waarin die trip plaatsheeft, de uitstraling van een horror-clip wordt door de tripper gemeden omdat het toelaten van enge beelden de angst voor het afglijden in een bad trip met zich meebrengt.
Over het geheel genomen valt er in menig parapsycholo gisch experiment op het eerste gezicht nauwelijks een spoor van psi te bekennen – een grote, schokkende aan tasting van het ‘normale’ wereldbeeld is zeldzaam.
de Mazateekse curandera Maria Sabina
22
• TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
Geschrokken voorstanders van dat vastgeroeste wereld beeld kunnen weer rustig gaan slapen. Ontleden we ech ter de totaalresultaten, dan ontdekken we meestal dat bepaalde variabelen consistent en wezenlijk met psi samenhangen. Zo ook nu: verscholen in de data van het psilocybine-experiment vinden we een (achteraf logi sche) aanwijzing dat de trefkans in Ganzfeld een functie is van bewustzijnstoestand plus emotionele waarde van de doelclip. Paranormale waarneming kan worden gezien als een verlenging van normale waarneming; wie voor akeli ge beelden normaal liever de ogen sluit, doet dat mis schien ook paranormaal. Als we de omstandigheden in vervolgonderzoek willen optimaliseren, dan blijven de griezelige clips in de kast. Minder voor de hand liggend is een dieper snijdende kri tiek. Zoals een stroom hippies in de jaren '60 op zoek naar een naïeve psychedelische roes met busladingen tegelijk Huautla de Jimenez – een centrum van de Mexicaanse paddestoelcultus – binnenviel om daar als bezopen pel grimtoeristen zonder respect voor de geest van het middel overdag onder invloed van psilocybine door de stoffige straten te wankelen, zo ontberen dit soort experimenten de spirituele basis en rituele preparatie die de kracht en zuiverheid van de ervaring kan richten. Dit richten is onontbeerlijk. In sommige rituele drugstoestanden en meditatie (als objectloze aandacht) wordt door de haar scheuren in onze verkrampte, materieel gemeubileerde realiteit plots het ondenkbare mogelijk – de experimen tele vraag wordt dan hoe een proefpersoon vanuit die optimale ‘transcendente positie’ tot een reconstructie van het ‘normale bewustzijn’ kan komen waarin indrukken over een doelclip zijn opgenomen. Die vraag staat haaks op de gangbare parapsychologische benadering, een paradigma waarin de alledaagse bewust zijnstoestand als een grondgegeven wordt beschouwd en elke experimentele afwijking hopelijk een gram psi ople vert. In die benadering is psilocybine niet meer dan een
kort Vacature onderzoeksassistent Aan het Nene University College in Northampton is een plek gecreëerd voor een aankomend parapsychologisch
exotische neurotransmitter-manipulerende stof, een alka loïde welke in de synaptische uiteinden van bepaalde hersendelen de prikkeloverdracht door serotonine en dopamine, en de geest als schimmig bijprodukt daarvan, in de war schopt. Bezien we omgekeerd de geest als pri mair en de neuropsychologie als een van zijn producten, dan doen we meer recht aan nog nauwelijks begrepen mogelijkheden zoals ook psilocybine die creëert. Tjimme, Marloes, Yildith, en Tamara bedankt voor jullie inzet en enthousiasme, alle deelnemers bedankt voor het materiaal, Arno Adelaars bedankt voor literatuur en des kundig advies.
Literatuur Adelaars, Arno (1997). Alles over paddo's. Amsterdam: Prometheus. Asperen de Boer, S.R. , Barkema, P.R. & Kappers, J. (1966). Is it possible to induce ESP with psilocybine? An exploratory investigation. International Journal of Neuropsychiatry, 2-5, pp.447-473. Bem, D.J. & Honorton, Ch. (1994). Does Psi Exist? Replicable evidence for an anomalous process of informa tion transfer. Psychological Bulletin, 115-1, pp. 4-27. Bierman, D.J. (1997). Het effect van cannabis en paddo's in een parapsychologisch experiment. PAN-Forum, no.7. Pahnke, W.N. (1966) Drugs and mysticism. The International Journal of Parapsychology, Vol.VIII, No.2, lente, pp. 295-313. Tart, C. (1971). On being stoned: a psychological study of marijuana intoxication. Palo Alto: Science and Behaviour Books.
nieuws onderzoeker. Het gaat om een project van drie jaar dat zal moeten resulteren in een promotie aan die universiteit. Het onderzoek is gericht op de rol van de zender in het Ganzfeld-werk. Supervisor is dr. Chris Roe, die zelf is
• TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
opgeleid in Edinburgh bij prof. Robert Morris. Geïnteresseerden kunnen bellen met Hans Gerding op het Parapsychologisch Instituut voor nadere informatie.
23
BOEK
bespreking Ilja Maso
De zin van het toeval Baarn: Ambo, 1997 prijs: ƒ 39,90 door
Hein van Dongen
D
e laatste jaren zijn er gelukkig weer enkele filos ofen die durven na te denken over de interpreta tie van paranormale verschijnselen en over de consequenties van de parapsychologie voor ons wereld beeld. Buitenlandse voorbeelden zijn David Ray Griffin en Stephen Braude, aan de schaarse Nederlandse litera tuur is nu een kwalitatief hoogstaande studie toegevoegd van Ilja Maso, hoogleraar wetenschapsfilosofie aan de Universiteit voor Humanistiek. Het boek vormt een poging onbevangen na te gaan wat toeval in ons leven kan betekenen. Maso steunt op werk van o.a. Kammerer, Koestler en Jung (zonder te pas en te onpas in de Jungiaanse terminologie te vervallen). Hij laat zien dat toeval in de wetenschap vaak met behulp van ‘dubieuze praktijken oninteressant gemaakt’ wordt. Hoe ongrijpbaar het toeval ook vaak lijkt, het onderzoek van Maso geeft zicht op een, zoals hij het noemt, ‘met zin doorspekte wereld’. De grillen en karakteristieken van toeval volgend, brengt de auteur een groot aantal ‘klas sieke’ filosofische vragen ter sprake (zoals de relatie tussen lichaam en geest), waarover hij helder en op een zeer goed leesbare wijze weet te schrijven. De vraag naar de zin van het toeval voert ons langs een route door een onontgonnen gebied, een route die duide lijk verschilt van het traject dat de parapsychologie heeft gekozen. Daarmee behandelt dit boek parapsychologische gegevens niet alleen vanuit een frisse invalshoek, maar levert het bovendien een bijdrage aan een kritische hou
24
ding ten opzichte van de parapsychologische metho dologie. Maso stelt dat de ‘methodische regel dat weten schappelijk onderzoek zich uiteindelijk dient te baseren op verschijnselen die door verschillende van elkaar onaf hankelijke onderzoekers zijn of kunnen worden waarge nomen, onvoldoende recht doet aan alle aspecten van de menselijke ervaring’.
Dit boek is veel meer dan een verzameling wonderlijke verhalen. Het zet je aan het denken over de manier waarop mensen hun levensverhalen interpreteren. Het is geen ‘academisch’ boek, al hoop ik dat ook vakfilosofen het ontdekken. Op zoek naar vruchtbare verklaringskaders komt Maso in zijn boek uit op een ‘panpsychistische’ theorie, een filoso fische hypothese die stelt dat heel de wereld (pan = Grieks voor ‘geheel’) primair geestelijk is. Met die theorie blijkt Maso een geestverwant te zijn van nu min of meer ‘vergeten’ pioniers van de parapsychologie als Fechner en Heymans (en overigens ook van William James, die in een later werk – A pluralistic universe – terugkomt op de sceptische opvatting die Maso op p.221 citeert). Deze door Maso opnieuw uit het vergeetboek gehaalde hypo these verdient naar mijn idee zeer serieus genomen te worden, zeker ook door de parapsychologie.
• TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
er zijn 4 manieren waarop u het vernieuwde Tijdschrift voor Parapsychologie voortaan bij u thuisbezorgd kunt krijgen:
1 2 3 4
U neemt een abonnement en betaalt ƒ40,- per jaar. * Hiervoor ontvangt u 4 x per jaar het TvP.
U wordt lid van de Studievereniging voor Psychical Research (SPR) en betaalt minimaal ƒ 50,- per jaar. Voor dit tientje meer * ontvangt u ook 4 x per jaar het TvP * maar steunt u tevens de Bijzondere Leerstoel Parapsychologie die professor Dick Bierman namens de SPR bekleedt aan de Universiteit Utrecht en helpt u ervoor zorgen dat de stem van de parapsychologie gehoord wordt binnen de vaderlandse academische wereld * en heeft u tegen gereduceerd tarief toegang tot de jaarlijkse Dag van de Parapsychologie.
U wordt Vriend (donateur) van het Parapsychologisch Instituut en betaalt minimaal ƒ50,- per jaar. Voor dit tientje meer: * ontvangt u natuurlijk ook 4 x per jaar het TvP * steunt u bovendien het Parapsychologisch Instituut (PI) in Utrecht in haar activiteiten op het gebied van parapsychologisch onderzoek, hulpverlening en voorlichting * krijgt u korting op alle cursussen en studiedagen van het PI * krijgt u korting op eigen publicaties van het PI, zoals het Documentatiepakket Parapsychologie * en heeft u op afspraak toegang tot de bibliotheek van het PI, waar u gratis boeken kunt lenen.
U kiest voor een combinatie van 2 en 3; u wordt lid van de SPR én Vriend van het PI en betaalt minimaal ƒ60,- per jaar. Voor deze twee tientjes meer: * ontvangt u natuurlijk ook 4 x per jaar het TvP * steunt u zowel de Leerstoel Parapsychologie als het Parapsychologisch Instituut * heeft u alle rechten die de leden van de SPR en de Vrienden van het PI hebben, zoals korting op alle cursussen, studiedagen en eigen publicaties van het PI, de mogelijkheid om boeken te lenen uit de PI-bibliotheek en tegen gereduceerd tarief toegang tot de Dag van de Parapsychologie.
Ontvangt u het TvP nog niet of wilt u de status van uw abonnement wijzigen, stuur de bon (zie middenpagina) dan in. Kent u een ander die mogelijk geïnteresseerd is in een abonnement op het TvP, vul dan de gegevens van deze persoon in en stuur de bon op. Wij zorgen ervoor dat deze persoon een gratis kennismakingsnummer toegestuurd krijgt.
• TIJDSCHRIFT VOOR PARAPSYCHOLOGIE • Vol.65, No.2 (340), Dec. 1998 •
25