ThermoTube & TubeTrace ®
®
verwarmde en geïsoleerde instrumentatieleidingen
Installatie Richtlijnen
Metrische Eenheden
ThermoTube® & TubeTrace®
INSTALLATIE RICHTLIJNEN
Verwarmde en geïsoleerde instrumentatieleidingen De volgende installatie richtlijnen zijn aanbevolen voor het installeren en ondersteunen van Thermon verwarmde en geïsoleerde instrumentatie leidingen. Zij zijn niet bedoeld om het gebruik uit te sluiten van andere methoden die met succes op de bouwplaats worden toegepast.
5. Thermon bundels worden verscheept met het eind van de bundel vastgemaakt aan de zijkant van de houten haspel. Wees voorzichtig met het losmaken van het eind van de bundel van de haspel omdat de bundel onder spanning staat en met kracht los kan slaan.
Ontvangst, opslaan en verwerken . . .
Verlegging van de bundels . . .
1. Inspecteer de materialen op transportschade. Rapporteer schade direct aan de transporteur.
1. Bepaal, voor het afwikkelen van de Thermon bundel, de lengten en het aantal afwerkingen omdat herhaald afwikkelen en opwikkelen de leiding in de bundel kan doen uitharden.
2. Controleer de opdruk op de buitenmantel om zeker te stellen dat de juiste bundel en bundellengte is ontvangen. Dozen en haspels zijn aan de buitenzijde gemarkeerd met artikelnummer, lengte, productomschrijving, gewicht en het inkoopordernummer van de klant. Vergelijk de informatie op de doos of haspel met de pakbon en inkoopordernummer om ontvangst van de juiste levering te verifieren.
2. 2. Plaats de haspel dusdanig dat de Thermon bundle van de haspel kan worden getrokken in de richting van het minst toegankelijke eindpunt van installatie zodat de installatie daar kan beginnen en teruggewerkt wordt in de richting van de haspel.
• Lengten korter dan 25m worden over het algemeen vezonden in zware kartonnen dozen.
3. Om de Thermon bundels af te wikkelen en recht te maken kunt het beste het losse uiteinde van de leiding in de bundel verankeren op een vlak oppervlak en rol of haspel verder met de hand afwikkelen. Indien de bundle nog meer recht gemaakt zou moeten worden mag enige trekkracht op de bundel worden uitgeoefend.
• Lengten groter dan 25 m worden verscheept op nietretourneerbare houten haspels. 3. De uiteinden van de Thermon bundels worden op de fabriek afgedicht om binnendringen van vuil, vocht en insekten te voorkomen. Houd de uiteinden om preventieve redenen afgedicht totdat de uiteindelijke afwerkingen zijn gemonteerd. Afgekorte uiteinden moeten tijdelijk worden verzegeld door omwikkeling van plastic en tape.
4. Grote houten haspels met een lange lengte bundel kunnen worden geplaatst op een afrolmechanisme zoals getoond in afbeelding A. Plaats de haspel op het afrolmechanisme en spoel af aan de onderkant van de haspel.
4. Kartonnen dozen en houten haspels moeten binnen worden opgeslagen beschermd tegen water en regen. Indien goed afgedekt mogen houten haspels ook buiten worden opgeslagen.
5. Maak de Thermon bundel recht met behulp van een contra haspel of rol die voor de haspel met de bundle wordt geplaatst (zie afberelding A). De contra rol of haspel moet op een afstand van de haspel met de bundel worden geplaatst van 2- 1/2 maal de diameter van de haspel met de bundel. Zorg voor een hoogteverschil van 200 tot 250 mm tussen het hart van de haspels.
Voorbeeld TubeTrace voor-geïsoleerde en verwarmde leidingen Elektrisch vewarmd
Proces leiding(en) volgens specificatie
Verwarmd met stoom
Verwarmingsleiding volgens specificatie Elektrische verwarmingskabel Zelf regelend of vermogensbegrenzend Warmte reflecterende tape
Afbeelding A: afrollen van de bundels
niet-hygroscopische glasvezel isolatie
2-1/2 X Diameter A Diameter A
Polymeren buitenmantel ATP of TPU
200-250mm
A-Frame haspel met bundel
1
contra haspel
ThermoTube® & TubeTrace®
INSTALLATIE RICHTLIJNEN
Verwarmde en geïsoleerde instrumentatieleidingen
Buig procedure . . .
Installatie van bundel . . .
Thermon bundels moeten zo worden gebogen dat er geen kracht wordt uitgeoefend op afwerkingen nadat de bundel is geïnstalleerd. De dwarsdoorsnede van de bundel mag niet worden afgevlakt, geknikt of gerimpeld. Zie tabel 1 voor de minimum toegestane buigradius van elk type Thermon bundel. Gebruik een buigijzer met de juiste maat om waar mogelijk steeds dezelfde buigradius toe te passen.
1. Verleg voor gemak van installatie en onderhoud de meervoudige Thermon bundels symetrisch en volg het meest toegankelijke tracé. Het tracé dient ter ondersteuning gebruik te maken van bestaande kabelbanen, schoren, hoekijzers en profielen. Houdt een minimum afstand van 12 mm aan tussen de bundels. Maak bundels niet aan elkaar vast (Zie afbeelding C).
Technische gegevens
2. Thermon bundels met stoomverwarming moeten onder een helling liggen van 25 mm per meter in de richting van de stoomaanvoer of condensaat retour om ophoping van water te voorkomen gedurende perioden van stops (niet vereist voor Tubetrace SE/ME bundels).
Metrische Duimse leidingen leidingen Buitendiameter. Buitendiameter (mm) (inch)
Verwarmingsleiding Buitendiameter in (mm)
Nominaal Gewicht (kg/m)
Nominaal Minimale Bundel buig radius buitendiameter. (mm) (mm)
Elektrisch verwarmde bundels -2.3
1/8
3
33
152
1/4
6
--
3.6
36
178
3/8
10
--
4.3
38
178
1/2
12
--
5.0
43
203
5/8
16
--
5.8
46
228
3/4
20
--
6.5
48
254
1
25
--
7.2
56
305
(2) 1/4
3
--
4.3
48
203
(2) 3/8
10
--
5.0
48
228
(2) 1/2
12
--
5.8
53
279
1/4
6
38
178
3/8
10
1/4
4.3
41
178
1/2
12
3/8
5.0
46
203
5/8
16
3/8
5.8
48
228
3/4
20
1/2
6.5
51
279
(2) 1/4
3
1/4
4.3
43
178
(2) 3/8
10
3/8
5.0
48
228
(2) 1/2
12
3/8
5.8
53
279
ThermoTube --2.3
Stoom verwarmde bundels 1/4 3.6
1/8
3
25
152
1/4
6
---
2.4
29
178
3/8
10
---
2.5
32
178
1/2
12
---
2.7
34
178
5/8
16
---
3.5
41
3/4
20
---
4.4
46
1
25
---
5.4
51
279
3. Zorg er bij verlegging in de kabelgoot voor dat er iedere 30 m een expansiebocht in de bundel wordt gelegd ten behoeve van uitzetten en krimpen van de bundel. Houd bij iedere 30 m lengte bundel rekening met 300 mm extra voor de expansiebocht. 4. Maak de Thermon bundels vast aan de ondersteuningen op elke 1,5 tot 1,8 m bij horizontale rechte tracés en elke 3 tot 4,5 m bij verticale tracés (Zie afbeelding B). Zorg voor extra ondersteuning op 450 mm van iedere verbindingspunt of overgang en op niet meer dan 150 tot 250 mm van bochten. 5. Kabelbanen en schoren geven een optimale ondersteuning voor het meervoudig verleggen van Thermon bundels. Maak de bundel vast aan de kabelbaan met behulp van UV bestendige kabelbinders of gebruik rvs montagebeugels voor bevestiging aan schoren (Zie tabel 2 voor de maat montagebeugels). Wees voorzichtig bij het vastmaken van de bundel. Vervorm of druk de thermisch isolatie en buitenmantel niet in. Tabel 2: selectie van montagebeugels Nominale bundel buitendiameter
Maat montagebeugel
25mm
32mm
228
32mm
38mm
254
41mm
51mm
Bundels voor hoge temperaturen HT, HTX en HTX2 HT
---
12.6
76
406
HTX
---
15.1
89
508
---
7.9
58
305
---
13.3
79
406
HTX2 (1) Tube HTX2 (2) Tubes
67mm
64mm
86mm
76mm
92mm
89mm
6. Alternatief kan ook hoekijzer worden gebruikt voor het ondersteunen van lange horizontale en verticale tracés (Zie afbeelding C). Hoekijzer moet ongeveer 12 mm groter zijn dan de bundel buitendiameter. Plaats hoekijzer over de bundel om ophoping van vocht te voorkomen. Maak de bundel aan het hoekijzer vast met UV bestendige kabelbinders of rvs band zoals aangegeven in stap 3 hierboven.
Mechanical Tube Bender
7. Raadpleeg Thermon voor de maximale lengten bij de gegeven stoomdruk voor ThermoTube SP/MP en SI/MI. Een door de tijd bewezen praktische methode die door Thermon wordt gebruikt is om een verticale leiding in barg te beperken tot 0,66 van de stoomdruk bij het inlaatpunt. Bijvoorbeeld, bij een stoomdruk van 10,35 bar x 0,66. zou de verticale leiding ongeveer 6,89 zijn.
Thermon bundel
2
ThermoTube® & TubeTrace®
INSTALLATIE RICHTLIJNEN
Verwarmde en geïsoleerde instrumentatieleidingen
Afbeelding B: Standaard bundel installatie
Plastic kabelbinder (Voorbeeld)
Standaard kabelbaan (Voorbeeld)
Schoor (Voorbeeld)
Thermon RVS montage beugels voor bundels Plastic kabelbinder of RVS band
Geperforeerd hoekijzer
Afbeelding C: Voorbeeld van installatie 13mm Minimum
Plastic kabelbinder
Inspectie van het systeem . . . 1. Controleer of de bundel op de juiste wijze is vastgemaakt aan de ondersteuningen, zonder vervorming van de isolatie of buitenmantel. 2. Inspecteer de bundle nauwkeurig om zeker te stellen dat geen enkele bocht geknakt, gerimpeld of afgevlakt is. Zie buigprocedure op blz 2 van deze installatierichtlijnen. 3. Zorg ervoor dat alle open einden van de bundels juist zijn afgewerkt en afgedicht met behulp van de juiste FAK afwerk kit.
Standaard kabelbaan
21mm Unistrut afstandhouder
Maximale afstand tussen ondersteuningen volgens stap 3 van de installatie richtlijnen.
4. Maak de leidingen schoon voordat ze verbonden worden. Nadat alle verbindingen gemaakt zijn moet het circuit getest worden op lekken door middel van druk gelijk aan, of groter dan, de druk die in het systeem voor gaat komen. Bij voorkeur hydrostatisch testen. Repareer eventueel voorkomende stoom en/of proces lekken en test het systeem opnieuw.
TubeTrace® test procedure voor de bouwplaats 1. Controleer of de bundels op de juiste manier zijn vastgezet, zonder dat de isolatie of buitenmantel worden vervormd. 2. Inspecteer de bundles grondig om er zeker van te zijn dat er geen knikken of rimpels in de bochten zitten en de bundel nergens is geplet. Zie buigprocedures. 3. Inspecteer de bundel visueel op transportschade. Bundels met een elektrische verwarmingskabel moeten worden getest op elektrische integriteit met ten minste een 500 Vdc megohmmeter (megger) tussen de geleiders en de metalen omvlechting. IEEE515 beveelt aan dat de testspanning voor verwarmingskabels met een polymeren isolatie 2500 Vdc is en 1000 Vdc voor MI kabel. De minimum weerstand moet 20 megohm zijn. (Controle 1 in het bouwplaats test rapport). A. Verbindt de positieve aansluiting van de megger met de geleiders. B. Verbindt de negatieve aansluiting van de megger met de metalen omvlechting. C. Zet de megger aan en noteer de waarde. Waarden tussen 20 megohm en oneindig zijn acceptabel. Waarden onder 20 megohm kunnen betekenen dat de elektrische isolatie van de verwarmingskabel met polymeren mantel beschadigd is. Controleer de verwarmingskabel nogmaals op physieke schade tussen omvlechting en het verwarmingselement; Kleine beschadigingen aan de buitenmantel hebben geen effect op de megger waarden tenzij er een werkelijke penetratie was door de omvlechting en de di-elektrische mantel. 4. Maak de leidingen schoon voordat ze verbonden worden. Nadat alle verbindingen zijn gemaakt moet het circuit op lekkek worden getest door middel van druk gelijk of groter dan de druk die in het systeem wordt gebruikt bij voorkeur door hydrostatisch testen. Repareer stoom of proces lekken en test het systeem opnieuw. 5. Werk de verwarmingskabels af met de juiste afwerkset. 6. Wanneer de installatie klaar is moet de verwarmingskabel opnieuw worden gecontroleerd met tenminste een 500 Vdc megohmmeter (megger) tussen de geleiders van de verwarmingskabel en de metalen omvlechting zoals eerder aangegeven. IEEE515 beveelt aan dat de testspanning voor verwarmingskabels met een polymeren isolatie 2500 Vdc is en 1000 Vdc voor MI kabel. De minimum weerstand moet 20 megohm zijn. (Controle 2 in het bouwplaats test rapport). 7. Werk alle open einden van iedere bundel af met behulp van de juiste FAK afwerk set. 8. Noteer, nadat de voedinsaansluiting is gemaakt, de paneellocatie en de afzekeringsinformatie. Zorg ervoor dat alle klemmenkasten, temperatuurregelaars, kabelwartels, etc. juist gemonteerd zijn. Zet de temperatuurregelaar (indien van toepassing) op handinstelling en zet gedurende 5 minuten spanning op de verwarmingskring. Noteer de omgevingstemperatuur, meet en noteer de spanning en stroom bij de de verbinding van de verwarmingskabel (Controle 3 in het bouwplaats test rapport).
Opmerking: Om de garantie op het systeem gedurende de levensduur van de installatie niet in gevaar te brengen moeten de testen, zoals aangegeven op dit blad, worden doorgevoerd en de resultaten genoteerd en worden opgestuurd naar
[email protected]
TubeTrace® bouwplaats test rapport (maak extra kopien voor iedere kring)
Klant:
Contractor:
Adres:
Adres:
Telefoonnummer:
Project referentie:
Telefoonnummer:
Controle 1: Voor installatie
Bundel model:
Haspel lengte (aangeven in m):
Haspel nummer:
Isolatie weerstand (m-Ohm):
Getest door:
Datum:
Test bijgewoond door:
Datum:
Controle 2: Nadat installatie gereed is
Isolatie weerstand (m-Ohm):
Verwarmde lengte* (geef aan in m):
Circuit nummer:
Getest door:
Datum:
Test bijgewoond door:
Datum:
*Opmerking, leidingen kunnen verder lopen dan de lengte van de bundel.
Controle 3: Inbedrijfstelling/test waarden onder spanning
Elektrisch regelpaneel nummer:
Afzekering kring nummer:
Aangelegde spanning (Vac):
Omgevingstemperatuur (gr. C):
Genoteerde amperage (na 5 minuten):
Getest door:
Datum:
Test bijgewoond door:
Datum:
THERMON . . . The Heat Tracing Specialists® www.thermon.com European Headquarters Boezemweg 25 • PO Box 205 2640 AE Pijnacker • The Netherlands Phone: +31 (0) 15-36 15 370
Corporate Headquarters 100 Thermon Dr. • PO Box 609 San Marcos, TX 78667-0609 • USA Phone: +1 512-396-5801
Voor de dichstbijzijnde Thermon vestiging zie . . . www.thermon.com
Form PN50053D-0911 Specificaties en informatie kunnen zonder voorafgaande waarschuwing veranderd worden..