Themapreek zondag 28 april 2013 Thema: ‘Kan ik in vrede met God leven?’ Lezingen: Job 27: 1 - 16; Job 42: 1 - 6; Romeinen 5: 1 - 5 Door: Ds. Jolanda Paans
Gemeente van onze Heer Jezus Christus, ‘Kan ik in vrede met God leven?’, die vraag bespraken we enkele weken geleden op een avond over de Doornse Catechismus. De schrijvers van dat boekje zijn van mening, dat deze vraag thuishoort in hun herijkte catechismus, een prikkelend nieuw geloofskompas. Het is inderdaad een vraag die prikkelt: Er komt van alles boven als je na gaat denken over wat vrede is, en of je in vrede met jezelf en met de wereld kunt leven. En daaruit voortvloeiend: Of je als mens in vrede kunt leven met God. Maar hoe meer ik zelf over die vraag na ging denken, hoe meer die vraag mij tégen ging staan. Dat komt aan de ene kant door het woordgebruik. Als wij een medemens vertellen dat wij ergens vrede mee hebben, dan bedoelen we eigenlijk dat we het liever anders hadden gezien, maar dat het maar moet zoals het gaat. Daarmee wordt het dus een soort van tweede keus. We nemen er maar genoegen mee. Vertaald naar de vraag of ik in vrede kan leven met God: ‘Ik heb eigenlijk liever dat Hij anders is en doet, maar ik neem maar genoegen met Hem.’ Aan de andere kant wekt die vraag irritatie bij mij op doordat ik het ergens ook een arrogante, een hoogmoedige vraag vind. Alsof wij God op het matje roepen en eisen dat Hij verantwoording aflegt. En dan zullen wij nog wel eens even zien of wij met Hem verder willen, in vrede. Maar wie zijn wij, mensen, dat wij God, de Vader, Schepper van hemel en aarde, ter verantwoording durven te roepen? Wij wanen ons misschien wel zo groot en machtig als God, maar uiteindelijk zijn wij toch niet meer dan een stofje in de eeuwigheid die God omringt? Uit onderzoek is gebleken dat meer dan 80% van de Nederlanders van mening is dat God - als er een god bestaat - mensen gelukkig moet maken. Dat levert wel een heel bijzonder Godsbeeld op: Een God die alleen maar ‘ja en amen’ mag knikken, die nooit ‘nee’ mag zeggen, want zeg nu zelf, dan maakt Hij ons niet gelukkig. Een God die als een soort geest uit de lamp, elke wens van Zijn meester moet vervullen. Een God als een slaaf, een marionet. Een God die in de verste verte niet lijkt op de God van de Bijbel, de Vader van onze Heer Jezus Christus! Nee, begrijp me niet verkeerd; voor God is het natuurlijk van grote waarde dat Zijn mensen gelukkig zijn. Wat zou Hij voor een Schepper, een Vader, zijn als Hij zijn kinderen nìet gelukkig zou willen zien? Maar dat betekent nog niet dat Hij aan al onze wensen voldoet om ons maar gelukkig te maken. Om ons maar zover te krijgen dat wij in vrede met Hem verder willen leven.
Pagina 1
‘Geluk’ is dan ook niet dé definitie van ‘vrede’ waarmee wij aan de haal moeten gaan als we het hebben over ‘in vrede leven met God’. Zeker, geluk en welzijn als inhoud van wat vrede is, dat is van groot belang in het leven van een mens. En ook in de Bijbel gaat het absoluut óók over die vorm van vrede. Bijv. in de brief aan de Filippenzen. Paulus spreekt daar over de vrede die alle verstand te boven gaat en die ons denken en voelen tot rust brengt. Dan gaat het over vrede in een situatie van grote zorg en spanning, of als het verdriet je dreigt te overspoelen, of wanneer je vreselijk bang bent om wat je te wachten staat. Ook in de brief aan de Galaten noemt Paulus de vrede, en wel als een vrucht van de Geest. Maar daar gaat het met name over de vrede tussen mensen onderling. Deze vrede zou je heel goed de vrede ván God kunnen noemen. De vrede die God geeft en waarvan Hij de bron is. We zien denk ik allemaal wel om ons heen, dat aan deze vrede van God een grote behoefte is in de wereld. Want talloze mensen zijn ongelukkig en ellendig, en zoeken en verlangen naar vrede, naar zielenrust. De één zoekt dat misschien in de drank, de ander in allerlei vormen van amusement, en een derde misschien wel in religie en spiritualiteit. Daarbij gaat het dus om de vrede ván God; de vrede die God geeft, waarvan Hij de bron is. Maar ik denk dat vrede mèt God toch net weer op iets anders doelt. De woorden van Paulus die we zojuist lazen uit zijn brief aan de gemeente te Rome helpt ons daarbij op weg. Paulus zegt daar: ‘Wij zijn dus als rechtvaardigen aangenomen op grond van ons geloof en leven in vrede met God, door onze Heer Jezus Christus.’ Dit soort ingewikkelde zinnen maakt ons begrip er vaak niet beter op, maar misschien dat we het met beelden meer helder kunnen krijgen. Op internet ging ik daarom op zoek naar illustraties hierbij. Opvallend is dat als je ‘vrede met God’ intikt, dat er dan niet zoveel boven komt. Maar tik het maar eens in het Engels in, dan komt er van alles bovendrijven. Zoals het beeld van de kloof.1 (plaatje 1) We zien twee mensen die op zoek zijn naar het doel van hun bestaan. Gods doel voor hen is vrede en leven. God wil dat aan hen geven, door hun Vader te zijn. Maar het probleem is de kloof (plaatje 2): De kloof tussen mens en God. We zien de twee mensen aan de ene kant staan, kijkend naar de overkant waar zij ergens God vermoeden. Wat de kloof veroorzaakt? Volgens Paulus is de zonde het grote probleem. Daardoor heerst er onvrede tussen God en mens. De relatie tussen God en mens is verstoord en staat onder grote spanning. De puur menselijke reactie is dan om zélf te proberen over die kloof heen te komen (plaatje 3). Bijv. door goede daden te doen, naar de kerk te gaan en vrijwilligerswerk te doen, door geld te geven aan goede doelen, en som maar op. Maar al onze pogingen zijn gedoemd te mislukken. De kloof tussen mens en God valt niet te overbruggen vanaf de kant van de mens. Daar is de mens te klein, te nietig, of in de termen van Paulus: te zondig voor.
1
De plaatjes staan aan het einde van deze verkondiging.. Pagina 2
Hoe kan het dan wèl? Want Gods doel voor het mensenleven is toch een leven in vrede? De enige manier is dat het initiatief van Gód komt! (plaatje 4) Zijn oplossing is Jezus Christus. Jezus is de brug tussen ons mensen en onze hemelse Vader. Zijn kruis overbrugt de kloof tussen mens en God. Alleen via die weg kan er vrede zijn tussen God en mens, en kan een mens in vrede leven met God. (plaatje 5) Het initiatief tot vrede tussen God en mens ligt dus bij Gód! Wat dat betreft klopt het dus dat Gód iets moet ondernemen voordat wij in vrede met Hem kunnen leven. Maar Hij moet dat niet, omdat wíj dat nu zo graag willen, maar omdat het niet anders kán! En Hij doet dat niet op de manier zoals wij ons die wensen, maar op Zijn onverwachte eigen wijze! En wij? Het enige dat wij hoeven te doen is ons leven open te stellen voor Jezus en de boodschap die Hij in Gods Naam mag verkondigen en belichamen. Dat is wat Paulus bedoelt als hij zegt, dat God ons op grond van ons geloof heeft aangenomen. God onderneemt dus actie dáár waar wij ons voor Hem openstellen. In de termen van Paulus: God rechtvaardigt ons, verzoent ons, in wat Jezus voor ons heeft gedaan. Slechts enkel en alleen daardoor kunnen en mogen wij in vrede met God leven. Of zoals ik het ergens anders verwoord zag: ‘Van Gods kant is de vrede getekend met allen die vertrouwen op Christus.’ Als wij inderdaad vertrouwen op Christus, en met Hem onze weg willen gaan, dan is de vrede ook van onze kant getekend. Dan is de verstoorde relatie met God hersteld. Dan hebben wij vrede met God. Want God is niet meer tegen ons, maar vóór ons. Dat brengt mij weer terug bij die vraag uit de Doornse Catechismus: ‘Kan ik in vrede met God leven?’ Vanuit het gezichtspunt van Paulus mag het nu duidelijk zijn, dat hij die vraag niet zal stellen. Integendeel, hij gaat juist uit van het feit dat wij in vrede met God leven. Die vrede ís er, dankzij Jezus. En op basis van die vrede mogen en kunnen wij ons leven léven. Vrede hebben met God is niet afhankelijk van hoe wij ons voelen. Begrijp me ook hier niet verkeerd: Vrede met God hebben gééft wel een bepaald gevoel. Als het goed is, raakt die vrede ons ook in onze emotie. We worden er blij van. Het geeft ons een gevoel van opluchting. We zijn intens dankbaar. Het geeft ons diepe rust. Ons gevoel blijft er dus bepaald niet buiten. Maar wat duidelijk wil zijn, is dat de vrede met God niet met al die gevoelens staat of valt. Je kunt niet zeggen dat die vrede met God er is, omdat we een goed gevoel hebben. En je kunt ook niet zeggen dat die vrede met God er niet is, omdat we een slecht gevoel hebben, bijv. omdat we bang zijn of teleurgesteld. Nee, die vrede met God staat of valt met het feit dat God Zelf besloten en verklaard heeft, dat het vrede is. Daar draait het om! En God nodigt ons, u, jou en mij uit, om dat te geloven, om dat te accepteren, én er naar te leven! Wat blijft staan is, dat er veel ellende in de wereld is. Natuurrampen, die ontelbare levens eisen. Aanslagen, die talloze mensenlevens vernietigen. Oorlogen, die massa’s mensen op de vlucht doen slaan. Ziekte, verdriet, werkloosheid, crisis. Dat is absoluut een feit. Er is zoveel dat ons bestaan op z’n grondvesten doet schudden. Er is zoveel, dat ons doet vragen: ‘Waarom dan, God?’
Pagina 3
Die vraag mogen we ook zeker stellen. Dat zien we ook in het verhaal van Job. Groter leed dan waar hij allemaal mee wordt geconfronteerd kan een sterveling toch niet treffen? Vol overtuiging gooit hij er voor Gods aangezicht alles uit: ‘Zóveel leed, God, dat kan toch niet waar zijn? Ik heb toch altijd geprobeerd te leven zoals U het van Uw mensenkinderen vraagt? Ik ben onschuldig; waarom dan toch deze enorme crisis in mijn leven?’ Vorige week zondagavond zongen we hier in de kerk het lied ‘Verberg mij nu’, een lied uit het Nieuwe Liedboek. Aan het refrein van dit lied moest ik denken bij de Bijbelgedeelten van vandaag over Job. De tekst van het refrein is als volgt: ‘Als de oceaan haar kracht toont, zweef ik met U hoog boven de storm. Vader, U bent sterker dan de vloed. Dan word ik stil; – U bent mijn God.’ De inhoud van dit refrein kan zó verwijzen naar wat er tussen God en Job gebeurt. God neemt Job in Zijn antwoord als het ware bij de hand en laat hem zien, Wie Hij is: de Schepper van hemel en aarde. Van al die prachtige en bijzondere beesten. Van de bloemen en de bomen, de vogels in de lucht, de vissen in de zee. God is het Die in den beginne de bergen heeft geformeerd; Hij is het Die macht heeft over stormen en oceanen, en sterker is dan welke oerkracht ook. Hij is het Die orde schept in de chaos van deze wereld. Job kan dan uiteindelijk niet anders dan zeggen: ‘Dan word ik stil; U bent mijn God.’ Job zegt niet dat hij begrijpt waarom zijn leven ineens zo verscheurd is door al dat onheil; hij beweert niet dat hij erbij kan met zijn verstand. Maar hij laat wel zien, dat de vrede die er is tussen hem en God niet wordt ondermijnd door al dat kwaad. Hij komt tot de erkenning, dat God groter is dan alle ellende, dat God sterker is dan alle onmacht; hij belijdt dat God zijn God is en vertrouwt zijn leven toe aan Hem, Die vrede is. Net als Job mogen ook wij op die manier in vrede leven met God. Niet omdat het leven perfect is; niet omdat ons niets kan gebeuren; niet omdat wij blij zijn met alles wat er in deze wereld gebeurt; niet omdat God ons naar de mond praat. Maar wél omdat Hij het initiatief heeft genomen om ons met Hem in vrede te láten leven. Wél omdat Zijn vrede grond van ons bestaan wil zijn. Wél omdat Hij ons in Zijn Zoon Jezus Christus uitnodigt om hartgrondig Zijn liefde in ons leven aan te nemen. Nee, dat verandert niets aan de realiteit van elke dag. Maar het verandert wèl alles aan de manier waarop wij midden in die realiteit staan. Als mensen die in de grond van hun bestaan niet bang hoeven te zijn. Als mensen die met dankbaarheid in hun hart de ogen durven opslaan naar God en alles bij Hem brengen. Als mensen die rust én vrede uitstralen, temidden van de stormen in het leven. Amen.
Pagina 4
Plaatje 1
Plaatje 2
Plaatje 3
Pagina 5
Plaatje 4
Plaatje 5
Pagina 6