Thema, Tijdschrift voor Hoger Onderwijs & management 2011 (Convoy Uitgevers B.V.) Concept artikel, niet gepubliceerd. Evaluatieonderzoek naar de effecten van studiekeuzebegeleiding bij studenten Van de 1522 begeleide studenten in de studiejaren 2008/2009 en 2009/2010, vulden 283 de online enquête in (19%). Deze enquête maakte deel uit van de afstudeerscriptie van Judith Gerdessen (opleiding Personeel en Arbeid). Met een respons van 19% mogen de resultaten van het onderzoek representatief verondersteld worden voor de ervaringen van alle door Centrum Studiekeuze bij hun studiekeuze begeleide studenten. Naast de online vragenlijst is met 9 studenten een interview gehouden om de resultaten uit de enquête tegen het licht te houden. In de verwerking van de gegevens is gekeken naar trends en patronen in de aantallen antwoorden, de gegevens zijn niet statistisch bewerkt. In dit artikel wordt afwisselend over respondenten en studenten gesproken, het gaat in beide gevallen om de groep die heeft deelgenomen aan het de enquête. Zelfinzicht en persoonlijke begeleiding zijn bepalend in het maken van een passende en succesvolle studiekeuze. Dit blijkt uit een evaluatieonderzoek naar de effecten van studiekeuzebegeleiding van studenten. Studenten van de Universiteit Utrecht en de Hogeschool Utrecht die niet op de goede plek zitten in hun opleiding, of al gestopt zijn met de studie, kunnen bij Centrum Studiekeuze terecht voor een kort begeleidingstraject naar een nieuwe studiekeuze. Zelfinzicht en persoonlijke begeleiding leiden tot passende studiekeuze Wat is het effect van studiekeuzebegeleiding op middellange termijn? Hoe tevreden zijn studenten achteraf over de begeleiding die zij bij hun studiekeuze hebben gehad? Deze twee vragen stonden centraal in het evaluatieonderzoek onder studenten die 1 tot 2 jaar geleden begeleid zijn door Centrum Studiekeuze bij het maken van een nieuwe bachelor studiekeuze voor een bacheloropleiding. Dit artikel geeft een reflectie op de resultaten van het onderzoek en mogelijke implicaties voor matchingstrajecten en vroegtijdige signalering van twijfelaars en mogelijke langstudeerders. Begeleidingstrajecten Centrum Studiekeuze begeleidt jaarlijks rond 800 studenten van de Universiteit en de Hogeschool Utrecht; studenten die een opleiding doen bij een van beide instellingen, en ervaren dat zij niet op de juiste plek zitten of er niet langer voor gemotiveerd zijn. De studenten worden via begeleiders binnen de opleiding doorverwezen naar Centrum Studiekeuze. De student komt zelf met een vraag voor begeleiding. Na een kort intake gesprek (20 minuten), wordt in overleg met de student besloten welke vorm van begeleiding het meest aansluit bij de vraag: een workshop of individuele begeleiding. De studenten worden in korte trajecten begeleid naar een nieuwe studie- of masterkeuze. Een individueel traject beslaat 1 tot 3 gesprekken van 1 uur met huiswerkopdrachten. In een workshop komen maximaal 10 studenten 2 dagdelen bij elkaar. In de begeleiding evalueren studenten hun aanvankelijk gemaakte (niet passende) keuze. Ze staan stil bij hun eigen kwaliteiten en drijfveren en denken na over welke stappen ze kunnen zetten om tot een nieuwe, passende keuze te komen. De begeleider stimuleert de studenten om zelf aan het werk te gaan, op onderzoek uit te gaan naar passende opleidingsmogelijkheden en de gevonden informatie steeds te koppelen aan hun verworven inzichten in eigen drijfveren
en kwaliteiten. Huiswerkopdrachten en een online beroepentest maken deel uit van het begeleidingstraject. Ook het afnemen van uitgebreidere tests (o.a. capaciteiten- en persoonlijkheidstest) behoort tot de mogelijkheden. Slechts een klein aantal studenten maakt van deze mogelijkheid gebruik. Na afloop van de begeleiding hebben de meeste studenten zicht op hoe zij tot hun keuze kunnen komen, een enkeling heeft de keuze dan ook gemaakt. Naast de studenten uit de beide instellingen begeleidt Centrum Studiekeuze jaarlijks ook circa 100 externe cliënten (middelbare scholieren, mbo’ers en studenten van andere instellingen). Tevredenheid en resultaat Direct na afloop van de begeleiding zijn studenten erg tevreden over de begeleiding die ze van Centrum Studiekeuze hebben ontvangen, blijkt uit de evaluatieformulieren die na afloop van de begeleiding worden ingeleverd (gemiddeld 40% retour): 95% van de studenten is tevreden tot zeer tevreden en 71% heeft de begeleiding als effectief ervaren. Twee jaar na dato kijken studenten nog steeds met tevredenheid terug: 86% van de respondenten op de enquête geeft nog steeds aan redelijk tevreden tot zeer tevreden te zijn. 76% van de studenten geeft aan een studie te hebben gevonden die aansluit bij de eigen interesse, capaciteiten en vaardigheden, 21% vindt dat de opleiding redelijk aansluit op de eigen interesses, capaciteiten en vaardigheden. 6% van de studenten is gestopt met de nieuwe opleiding die ze gekozen hadden. De gestopte studenten geven als voornaamste redenen aan dat de studie niet aansloot bij de eigen interesses en talenten en dat de beroepsperspectieven niet aantrekkelijk genoeg waren. Relatief gezien hebben de meeste gestopte studenten een afgeronde mbo opleiding (een kwart van alle respondenten met dit diploma). Zij geven als extra reden om te stoppen aan dat de manier van lesgeven niet geschikt bleek. 77% van de respondenten had geen verdere behoefte aan studiekeuzebegeleiding. De 23% van de respondenten geeft aan nog behoefte te hebben gehad aan: meer (persoonlijke) begeleiding inhoudelijke informatie over studies en verschillen daartussen. Aandacht werkt De studenten die individueel begeleid zijn, zijn tevredener dan de studenten die hebben deelgenomen aan een workshop. Persoonlijke aandacht draagt duidelijk bij aan de tevredenheid van de student. Hoewel persoonlijke begeleiding als belangrijk wordt gezien, draagt dit -zo blijkt uit dit onderzoek- niet perse bij aan een actieve houding en meer tevredenheid over de keuze. Studenten die individueel begeleid zijn, zijn direct na afloop net iets meer tevreden (97%) dan studenten die de workshop volgden (94%). Dit verschil wordt bevestigd in de tevredenheid 1 tot 2 jaar na de begeleiding: 90% van de studenten die individuele begeleiding genoten zijn nog steeds redelijk tot zeer tevreden, dit geldt voor 80% van degenen die een workshop volgden. Ook voelden individueel begeleide studenten zich beter geholpen. De studenten die de workshop deden geven aan dat zich vooral aangespoord voelden om werk te maken van het kiezen van een opleiding. In vergelijking met de individueel begeleide studenten geven ze vaker aan liever nog meer/anders begeleid te zijn. De studenten die individueel zijn begeleid geven bij alle opgedane inzichten vaker aan deze te hebben opgedaan dan de studenten die de workshop hebben gevolgd. Bij 3 inzichten zijn de verschillen het meest opvallend:
de stappen die ik kan ondernemen bij het maken van een studiekeuze (14% meer) belemmeringen en/of valkuilen bij mijn studiekeuze (13% meer) waar/hoe ik informatie kan verkrijgen over beroepen/arbeidsmarkt (11%) Hoewel de studenten die individueel begeleid zijn, zeggen meer inzicht te hebben in de stappen die ze kunnen ondernemen om tot een passende studiekeuze te komen, blijken de studenten die de workshop hebben gevolgd veel meer deel te nemen aan activiteiten als open dagen en proefstuderen. De individueel begeleide studenten hebben meer gesprekken gevoerd met mentoren/decanen. Opvallend is dat hoewel de individueel begeleide studenten op alle terreinen meer tevreden zijn, de studenten die een workshop hebben gevolgd uiteindelijk vaker (78%) vinden dat ze een studie hebben gevonden die aansluit bij de eigen interesses, vaardigheden en capaciteiten. 70% van de individueel begeleide studenten geeft dit aan. Vertrouwen op studiesucces De meeste studenten schatten in dat ze hun opleiding gaan afronden: 98% is dit van plan. Voor sommigen is deze inschatting wellicht wat rooskleurig: 25% van de studenten heeft op het moment van enquêteren (maart 2011) 40% of minder van de te behalen EC’s gehaald. Op dat moment in het jaar zou ten minste 60% of meer een reële verwachting zijn, 75% van de respondenten heeft dit behaald. 17% van de begeleide studenten heeft ervoor gekozen door te gaan met de al gestarte opleiding. Opvallend is dat de respondenten die werkten het jaar voorafgaand aan de begeleiding, gemiddeld beduidend minder studiepunten hebben behaald. Iets meer dan de helft van de werkenden heeft 60-100 % van de EC’s behaald. Van de studenten die nog scholier waren het jaar voor de begeleiding heeft bijna 80% dit behaald. Het zou interessant zijn het studieverloop van deze studenten de komende jaren te volgen. Verworven inzichten, ondernomen activiteiten De studenten die (zeer) tevreden zijn over de begeleiding geven aan dat de persoonlijke aandacht die ze hebben gekregen en het zelfinzicht dat ze hebben opgedaan tot een passende studiekeuze heeft geleid. De belangrijkste inzichten die de studenten hebben opgedaan zijn: inzicht in waar mijn interesses liggen op studie- en loopbaangebied; inzicht in de stappen die ik kan nemen in de oriëntatie; inzicht in mijn werkelijke prioriteit bij het maken van een studiekeuze; inzicht in mijn capaciteiten/eigenschappen en hoe ik deze kan ontdekken. Een van de studenten illustreert dit in een interview: “Voor de keuze van mijn laatste studie heb ik veel meer naar mezelf gekeken, mijn interesses, vaardigheden etc. Dit heb ik veel minder bij mijn vorige studiekeuze gedaan. Toen ging ik in een richting zoeken die mensen aangeven waar ik in moest zoeken. En nu ben ik ook meer volwassen en weet ik beter waar ik op moet letten bij het kiezen van een opleiding. Ik had al een jaar van een opleiding gedaan. Op de middelbare school weet je echt niet wat je te wachten staat op de hogeschool.”
Mannelijke en vrouwelijke studenten geven duidelijk andere accenten aan in de verkregen inzichten. De mannen geven aan meer inzicht te hebben verworven in: de werkelijke vraag/prioriteit bij studiekeuze (bijna de helft van de mannen geeft dit aan, 39% van de vrouwen) het nut van netwerken en hoe dit helpt bij het maken van studie-/loopbaankeuzes De vrouwen waren meer gericht op: de belemmeringen en/of valkuilen die bij de keuze een rol spelen (26% van de mannen vindt dit belangrijk, de vrouwen hechten hier meer belang aan: 42%) de stappen die ik bij het maken van een studiekeuze kan ondernemen het verkennen van de eigen interesses de eigen capaciteiten (43% van de vrouwen geeft dit aan, 28% van de mannen) De stappen die de studenten ondernomen hebben naar aan leiding van de begeleiding zijn niet opzienbarend. Het zoeken van informatie op internet en het voeren van gesprekken met familie en vrienden worden veruit als belangrijkste ondernomen stappen gezien. Minder dan de helft van de studenten heeft meegedaan met proefstuderen of heeft gesprekken gevoerd met professionals. Een gesprek voeren met mentor/tutor of studentendecaan werd door de helft van de studenten als belangrijk gezien, de meeste anderen hebben dit niet gedaan. (potentiële) Langstudeerders Een groep die eruit springt in deze enquête zijn de studenten die voor afgaand aan de begeleiding al een andere opleiding in het Hoger Onderwijs deden. Deze studenten zijn na de begeleiding voor de derde keer aan een HO opleiding begonnen. Deze studenten zijn het meest tevreden over de begeleiding (90%). Ze ondernemen echter minder activiteiten om zich te oriënteren op een nieuwe opleiding. Ook namen ze minder tijd voor hun oriëntatie, 70% had de keuze binnen 2 maanden bepaald. Persoonlijke aandacht is voor deze studenten kennelijk een belangrijke factor om opnieuw tot een keuze te kunnen komen. Punt van zorg: 30% van deze studenten die voor de 3e keer een HO opleiding kiest, heeft minder dan 60 % van de EC’s behaald, 10% van hen verwacht het eerste jaar niet te halen of heeft het niet gehaald. De studenten die al 2x een niet-passende opleiding deden in het Hoger Onderwijs, blijken dus bij de derde opleiding ook meer moeite mee te hebben de vereiste resultaten te halen. Ook de studenten die een tussenjaar namen in het jaar voorafgaand aan de begeleiding, door te werken of te reizen zijn minder succesvol in het behalen van voldoende studiepunten dan de studenten die rechtstreeks uit het voortgezet onderwijs gaan studeren. Mogelijke implicaties Matchingstrajecten In Thema 2 wordt in het artikel ‘Studiekeuzegesprekken in het Hoger Onderwijs; werkt het en wat werkt dan?’ verslag gedaan van het onderzoek naar studiekeuzegesprekken. Zeven hogescholen en vier universiteiten voeren een pilot met een studiekeuzearrangment uit waarvan studiekeuzegesprekken natuurlijk deel uitmaken. Deze studiekeuzearrangementen zijn voorbeelden van een zogenaamd matchingstraject.
Er is in het onderzoek onder andere gekeken naar de effecten van het studiekeuzearrangement op de uitvalpercentages in de opleiding. Voorzichtig ontwaren de onderzoekers een patroon in de relatie tussen studiesucces en vorm van het keuze arrangement. De instellingen die in het studiekeuzearrangement meer de nadruk leggen op het beoordelen van de kandidaat-studenten ten aanzien van de formele eisen van de opleiding, zien een negatief of neutraal verband met de studieprestaties van de studenten. Het studiekeuzegesprek is een vrij formeel gesprek. De instellingen die in hun studiekeuzearrangement meer in gaat op de capaciteiten van de kandidaten in relatie tot de opleiding en die de kandidaat-student uitnodigt zelf conclusies te trekken over hun geschiktheid voor de opleiding, oordelen positief over de invloed van het studiekeuzearrangement op de studieprestaties. De tweede groep lijkt beter te presteren bij het terugdringen van studieuitval. De resultaten uit het evaluatieonderzoek naar de effecten van studiekeuzebegeleiding bij Centrum Studiekeuze lijken de uitkomsten van het onderzoek naar studiekeuzearrangementen te bevestigen. De studenten die aangeven dat ze een studie hebben gevonden die aansluit bij de eigen interesse (76%) zeggen - dank zij de begeleiding van Centrum Studiekeuze meer kennis over de eigen studie- en beroepswensen en mogelijkheden te hebben meer zelfkennis te hebben te weten welke acties ze bij een volgende (studie) keuze kunnen ondernemen De aanpak van Centrum Studiekeuze, gericht op zelfinzicht en zelfsturing levert keuzes op waarbij - zoals hiervoor beschreven – ook tevredenheid over de (verwachte) studieprestaties bestaat bij de studenten. Een student merkt in een interview op over hetgeen in de begeleiding aan de orde is gekomen: “Ja ik weet dat er veel kritische vragen zijn gesteld over bijvoorbeeld wat mij echt interesseert, waar ik warm van loop, wat mij motiveert en ook demotiveert en hoe ik mezelf zie over 5 jaar. Ook hoe mijn leven eruit zou zien als alles goed was gegaan. Dat soort vragen vond ik zeer prettig en heeft mij echt gemotiveerd. Toen ik besloten had dat ik door wilde gaan met de studie gingen we het hebben over hoe ik mijn interesses kan aanbrengen in mijn studie, om het toch uitdagend te maken voor mij om de studie af te maken.” Binden en boeien Waar matching ‘voor de poort’ als middel ingezet kan worden om de kans op studiesucces te vergroten, is het in de eerste studiefase van belang de startende studenten te binden en te boeien. In het artikel ‘Studenten Boeien, Binden en Begeleiden’ (Van Herpen, Van de Ven en Van Hout, thema 4) halen de auteurs Tinto aan die beschrijft dat zowel academische als sociale integratie van belang is in de binding met de opleiding. Als studenten die hun weg als lerende en als lid van de universitaire gemeenschap hebben gevonden, zullen ze betere studieresultaten halen. De studenten die in hoge mate tevreden zijn over de begeleiding van Centrum Studiekeuze geven aan dat vooral het persoonlijk karakter van de begeleiding en het luisterend oor van de begeleider hebben bijgedragen aan een passende keuze. De ervaring in het werken met studenten leert dat een studenten dit doorgaans in de eigen opleiding gemist hebben. “Ik voelde me zeer thuis bij Centrum Studiekeuze met mijn probleem. Ik vond het prettig dat er naar mijn probleem geluisterd werd en dat er op basis van mijn verhaal voor de workshop gekozen werd. Het gaf mij rust dat de adviseur aangaf dat er samen aan mijn studiekeuzeprobleem gewerkt ging worden.”
17% van de respondenten op de enquête gaat door met de reeds gekozen studie, zij gebruikten de begeleiding om de motivatie voor hun opleiding terug te vinden. 49% van de studenten geeft aan een verhoogde leermotivatie te hebben in de (nieuw gekozen) opleiding. Onderkenning twijfelaars en potentiële langstudeerders Mogelijkerwijs is de aanpak die gevolgd wordt bij de studiekeuzearrangementen voor de poort, een instrument dat ook in te zetten is in de eerste fase van de studie. Opleidingen zouden kunnen overwegen aan studenten die zich niet thuis voelen in de opleiding en aan studenten die twijfelen een workshop te bieden om hun motivatie en binding te onderzoeken. Gezien de effecten die de begeleiding van Centrum Studiekeuze in relatief korte termijn teweeg brengt, zou een dergelijke inspanning met geringe investering tot stand gebracht kunnen worden. De zelfgekozen deelname en bereidheid de eigen vraag te kennen is daarbij vermoedelijk een voorwaarde om soortgelijke resultaten te bereiken met deze groep studenten. Begeleiding bij keuzes tijdens de opleiding De respondenten geven aan ook bij vervolgkeuzes (voor minor, master of beroep dat een aantal verworven inzichten en ondernomen activiteiten in grote mate hebben bijgedragen aan hun verdere ontwikkeling: meer kennis over eigen studie- en beroepswensen en mogelijkheden (66%) meer zelfkennis (61%) zicht op te ondernemen acties bij volgende (studie)keuzes (60%) de kwaliteit van (studie)keuzes is verhoogd (57%) verhoogde (leer)motivatie (49%) meer zelfsturing (44%) meer zelfvertrouwen (37%) Bij vervolgkeuzes voor minor, stages, master en beroep hebben de studenten gebruik gemaakt van hun inzicht in: waar interesses op studie- en loopbaangebied liggen (68%) de werkelijke vraag/prioriteit (48%) capaciteiten en eigenschappen (42%) “De brede oriëntatie heeft ervoor gezorgd dat ik een breder blikveld kreeg. Het deed me verder doen kijken dan dat ik daarvoor deed. Ook denk ik dat ik mijn vervolgkeuzes tijdens de studie beter kan maken door dit bredere blikveld.” Opleidingen zouden kunnen overwegen instrumenten te ontwikkelen ter ondersteuning van de vervolgkeuzes in de opleiding, met als doel de (snelle) doorstroming in de opleiding te stimuleren. Afsluitend Met deze reflectie op de resultaten van het onderzoek hoopt Centrum Studiekeuze een bijdrage te leveren aan de zoektocht naar mogelijkheden die het hoger onderwijs zoekt om zoveel mogelijk studenten snel op de juiste plek te krijgen en ‘langstuderen’ tot een minimum te beperken. In het volle besef dat het onderzoek niet gericht was op studenten voor de poort of op studenten binnen de studie, menen we toch parallelle ontwikkelingen te ontwaren. Annemiek Jonker
[email protected], heeft het afstudeeronderzoek begeleidt waarvan de resultaten in dit artikel beschreven worden. Zij was afgelopen jaar werkzaam als studiekeuzeadviseur bij Centrum Studiekeuze. Literatuur Gerdessen, Judith (2011) Evaluatieonderzoek naar de effecten van studiekeuzebegeleiding onder studenten. afstudeeronderzoek voor de opleiding Personeel en Arbeid, Hogeschool InHolland. Wet Verhoging Collegegeld Langstudeerders Ministerie Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Verbeek, van Eck, Glaudé,(2011) Studiekeuzegesprekken in het hoger onderwijs; werkt het en wat werkt dan?, Thema 2 Van Herpen, van den Ven, van Hout (2011) Studenten boeien, binden en begeleiden, Thema 2 Joseph (2011), Startnotitie Verbetering Matching, Selectie en Begeleiding, ten behoeve van Onderwijsconferentie BAMA 3.0 Eefting, De Bakker (2011), Verslag Verbetering Matching, Selectie en Begeleiding, ten behoeve van Onderwijsconferentie BAMA 3.0