The Sufi Message of Hazrat Inayat Khan Volume IX – The Unity of Religious Ideals, 10. The Effect of Prayer De Soefi Boodschap van Hazrat Inayat Khan Deel IX – De eenheid van religieuze idealen, 10. Het effect van gebed
10. Het effect van gebed Soorten mensen die bidden Onder de mensen die de gewoonte hebben om te bidden zijn er drie soorten mensen. 1. Er is een persoon die door te bidden een bepaalde verplichting nakomt die hij als een van de vele verplichtingen van het leven beschouwt. Hij weet niet tot wie hij aan het bidden is; hij denkt tot de een of andere God. Als hij zich in de congregatie bevindt voelt hij zich uit noodzaak verplicht te doen zoals de anderen doen. Hij is als een van de schapen die voortgaat, hij weet niet waarheen en waarom. Gebed is voor hem iets wat hij moet doen omdat hij in een situatie geplaatst is waar hij niet anders kan. Om zich te voegen naar de gewoonte van de familie of de gemeenschap en om de anderen om hem heen te respecteren doet hij het net als iedereen. Zijn gebed is mechanisch en als het al enig effect sorteert dan is dat heel weinig. 2. De tweede soort persoon die bidt is degene die bidt omdat hem geleerd is dat te doen en die toch in de war is aangaande de vraag of er een God is, of zijn gebeden werkelijk worden verhoord. Hij kan aan het bidden zijn en tegelijkertijd kan er zich verwarring in zijn mind afspelen: ‘Ben ik het goed of fout aan het doen?’ Als hij een drukbezet iemand is kan hij denken: ‘Ben ik mijn tijd aan iets aan het besteden waar ik profijt uit trek of ben ik mijn tijd aan het verkwisten? Ik zie niemand voor me. Ik hoor geen antwoord op mijn gebed’. Hij doet het omdat hem door iemand werd geleerd om dat te doen of omdat het hem wellicht iets goeds zou brengen. Zijn gebed is een gebed in het donker. Het hart, dat voor God geopend dient te zijn, wordt bedekt door zijn eigen twijfel en als hij op deze manier duizend jaar lang zou bidden dan zou het nooit verhoord worden. Het is deze soort ziel die op het eind zijn geloof verliest, met name wanneer hij een teleurstelling oploopt. Hij bidt en als zijn gebed niet wordt verhoord maakt dat een einde aan zijn geloofsovertuiging. 3. Vervolgens is er een derde persoon die een voorstelling heeft die wordt versterkt door geloof. Hij bidt niet alleen tot God, maar hij bidt voor God, in de aanwezigheid van God. Zodra het voorstellingsvermogen de mens heeft geholpen om de aanwezigheid van God voor hem te brengen wordt God in zijn eigen hart gewekt. Dan wordt een woord, nog voordat het wordt uitgesproken, door God gehoord; wanneer hij in een kamer aan het bidden is is hij niet alleen, hij is daar met God; dan bevindt God zich voor hem niet in de hoogste hemel, maar bevindt Hij zich naast hem, voor hem, in hem; dan bevindt zich de hemel voor hem op aarde en is de aarde voor hem de hemel; niemand is voor hem dan zo levend als God, zo begrijpelijk als God, en de namen en de vormen voor hem worden allemaal onder Hem bedekt. Dan is elk woord van gebed dat hij uit een levend woord. Dat brengt niet alleen hem zegening, maar ook zegeningen voor al diegenen die zich om hem heen bevinden. Het is deze manier van bidden die de enige juiste manier van bidden is en door deze manier wordt het doel dat door gebed vervuld dient te worden volbracht. Er is niet alleen een geloofsovertuiging nodig maar ook geloof. Geloofsovertuiging is een ding, maar geloof is een levend wezen. Wij stijgen door het pad van geloof te betreden. Wij zullen ooit beseffen wat God is, maar dat komt enkel nadat de eerste les is geleerd. Geloof is het abc van de onthulling van God. Dit geloof wordt begonnen door gebed.
Manieren om te bidden Er zijn twee manieren om te bidden en op de eerste manier zijn er drie soorten gebed. 1. Het ene gebed is dankzeggen aan God voor Zijn grote goedheid, voor alles wat wij in ons leven ontvangen; God vragen om Zijn genade, gunst en vergeving; God vragen om de verlangens en wensen die we hebben in te willigen. Dat is het eerste gebed. Dit is de eerste les die de mens moet leren. De andere soorten van gebed kunnen alleen gebruikt worden als de mens zich ontwikkelt. In het danken van God voor alles wat Hij ons heeft gegeven, ontwikkelen wij juist die dankbaarheid die de mens gewoonlijk vergeet. Als wij enkel zouden kunnen reflecteren op de vele dingen die er in ons leven zijn waarvoor wij dankbaar en erkentelijk zouden moeten zijn! Maar daar denken we nauwelijks over na. Wij denken vaak aan wat we niet hebben en zorgen er daarom voor dat wij ongelukkig blijven, wanneer we dankbaar zouden kunnen zijn dat we een paar eurocenten in onze beurs hebben. In plaats daarvan denken we dat we een paar euro’s zouden moeten hebben! Het gevolg is dat de mens vergeet om de dankbare natuur te ontwikkelen; hij is naar iedereen ondankbaar en daarom blijft hij ondankbaar wat er ook voor hem wordt gedaan. Het is hetzelfde met alle problemen en worstelingen die er op de wereld zijn. Zijn verwaarlozing van alles wat er voor hem wordt gedaan is er de oorzaak van dat ondankbaarheid zich verspreidt. Hoe kan hij de mens danken wanneer hij het gebed om God te danken is vergeten? Hoe is niet die prachtige gewoonte om dank te zeggen voor aanvang van een maaltijd aan het verdwijnen! Deze gewoonte wordt niet langer aangetroffen aan modieuze tafels; slechts in huizen waar geen mode is; want, wanneer de mode komt, worden de zaken die behulpzaam, moreel en spiritueel zijn, vergeten. Maar wat een mooie gedachte is het om dank te zeggen zelfs voor een nederig diner! Wanneer er dank is gezegd aan God dan wordt een diner, hoe eenvoudig dat ook mag zijn, verrukkelijk vanwege het gevoel van dankbaarheid, het gevoel dat dit een geschenk is dat ons is verleend. Toen Sa’di naar Perzië aan het reizen was en pijn aan zijn voeten had omdat hij op blote voeten in de hete zon moest lopen, was het zo pijnlijk om te lopen dat hij aan het denken was: ‘Er kan niemand op de wereld zijn die zo beklagenswaardig en ellendig is als ik’. Maar er verstreken nog geen twee minuten of hij ontmoette iemand van wie de voeten beide geen nut hadden, zodat hij over de grond aan het kruipen was en maar met moeite vooruit kwam. Dit veroorzaakte dat er een gebed in het hart van Sa´di opkwam en hij werd dankbaar dat hij niet op die manier werd gekweld. Hij dacht: ‘Ook al heb ik geen schoenen, mijn voeten zijn tenminste gezond en goed in orde’. Wanneer we blind zijn voor de goedheid, vriendelijkheid, sympathie, dienstbaarheid en hulp die onze naasten ons geven dan raken we ontevreden. Er is in ons leven zo veel te zien dat ons gevoel van dankbaarheid zou kunnen opwekken. Vervolgens is er de mystiek betekenis van dankbaarheid. Degene die altijd aan het klagen is heeft juist zo veel meer behoefte aan gebed. Als hij bidt zal hij invloeden voorbereiden die de ellende en misère in zijn mind zullen verwijderen, want al deze ellende wordt door zijn mind gecreëerd tijdens de handeling van het klagen en het hebben van een klacht. Degene die dankbaar en tevreden is en die alles waardeert wat hem in het leven toevalt, ontwikkelt het gevoel voor goedheid in zijn leven. Hoe meer hij kan waarderen, hoe dankbaarder hij wordt en hoe meer hij ontvangt. Dankbaarheid en waardering trekken onvermijdelijk meer van hun soort naar zich toe. Alles wat we geven wordt ook aan ons gegeven. Klagen en mopperen trekken echter ook hun soort aan. Zullen we iemand, die klagend en mopperend een beloning of geschenk dat wij hem geven in ontvangst neemt, nog meer geven? En vervolgens zal het feit dat we hem niet meer geven hem nog meer geven om over te mopperen! Maar wanneer iemand blij, dankbaar en waarderend is over wat er voor hem wordt gedaan dan vind je dat hij zo goed is. Het schenkt je zo´n gevoel en zo’n geluk hem gelukkig, waarderend en tevreden te zien dat hij je aanmoedigt om meer te doen en het moedigt anderen aan om ook goed te doen.
2. Naast dankbaarheid is er een verzoek om vergeving en genade. De effecten hiervan kun je ook in ons dagelijks leven zien. Een bediende, een kind of een jonge man die ruw is, zal tegen ons aan lopen en zal nooit sorry zeggen. Iemand anders echter zegt: ´Sorry´, en onmiddellijk ben je het leed vergeten dat hij je onopzettelijk heeft aangedaan. Dat is het effect dat zijn verzoek om vergeving heeft voortgebracht. In sommige landen en bij sommige volkeren (zoals bijvoorbeeld in Frankrijk) bestaat er een gewoonte dat wanneer iemand jou bij de deur of op de trap ontmoet dat hij dan zijn hoed zal afnemen en ´Pardon´ zegt. Er is geen reden waarom hij dat zou doen behalve dat hij jou toevallig is tegengekomen en denkt dat hij misschien vergeven zou moeten worden. We ontdekken dat de gevoeligheid van iemands hart zo delicaat is dat zelfs de aanwezigheid van een vreemdeling met hem in disharmonie is. Door echter ´Pardon´ te zeggen wordt dat onaangename gevoel meteen verwijderd en wordt er in plaats daarvan een gevoel van vriendschap geïntroduceerd. Hoe groot een fout ook mag zijn, als degene die de fout heeft gemaakt komt en zegt: ´Ik heb er veel spijt van. Ik zal het nooit meer doen. Vergeef me alstublieft´, dan zal de vriendschap onmiddellijk worden hersteld. Aan de andere kant, hoe triviaal en onbeduidend de fout ook is geweest, als trots de mens ervan weerhoudt om vergeving en verontschuldiging te vragen dan zal hij wellicht die vriendschap voor de rest van zijn leven kwijtraken. Zijn trots weerhoudt hem ervan om vergiffenis te vragen. De fout kan erg klein geweest klein en hij kan zeggen “Ik maal er niet om’ en toch wordt de vriendschap verbroken. Hoe veel mensen zijn er niet die bereid zouden zijn te vergeven als iemand maar zou komen en zou zeggen: ´Ik heb spijt´. Maar niet iedereen zal dit doen; zij zullen niet toegeven dat ze fout zijn geweest. Iemand anders om vergiffenis vragen brengt een passend gevoel voor rechtvaardigheid in je mind. Hij neemt de behoefte waar om God te vragen hem zijn fouten te vergeven. Wanneer hij om vergeving vraagt dan ontwikkelt zich die vergeving zich ook in zijn eigen natuur en raakt hij bereid om anderen te vergeven. Christus zegt in Zijn gebed: ´Vergeef ons zoals wij anderen vergeven´. De deugd, het geheim, zit ´m daarin. Door God om vergiffenis te vragen, geef je het verlangen op om van onze naaste vergiffenis te eisen en wil je hem vergeven. We zien dit bij de Arabieren en bij de Bedoeïenen in Mekka en in de woestijn. Zij zijn altijd bereid om met elkaar te vechten en elkaar te vermoorden. Ze kunnen aan het vechten zijn en daadwerkelijk hun messen getrokken hebben om elkaar te vermoorden en toch als er een derde komt en zegt: ´Vergeef, omwille van God en de Profeet!´ dan gooien ze zodra ze deze woorden horen beiden hun messen weg en geven ze elkaar de hand en die handdruk is het zegel van vriendschap. Hoewel de Bedoeïen geen opleiding heeft bezit hij toch een zodanige devotie voor God en Zijn Profeet dat hij zodra hij deze woorden hoort zijn hand uitsteekt en vanaf die dag is er geen wrok of slechte gedachte in zijn hart. Hadden wij dat maar! Met al onze opleiding en al ons leren, met al onze aanspraak op beschaving die we maken, zijn we niet zo goed als deze. Wij bewaren de verbittering in ons hart. We denken er nooit over na wat een vergif dat is. Laat nou net degene die zou huiveren bij het idee dat hij iets in zijn lichaam heeft dat verrot en agressief is - iets dat er niet zou moeten zijn maar weggesneden of verwijderd zou moeten worden - laat hem nou net dat vergif van verbittering in zijn mind tolereren: hij zal het niet verwijderen; hij zal het koesteren. Als hij het gevoel voor vergiffenis niet zou ontberen en als hij het niet had nagelaten om de gewoonte om vergiffenis te vragen te ontwikkelen dan zou hij bereid zijn geworden om te vergeven en te vergeten. Heb je ooit de vreugde ervaren wanneer twee vrienden die ruzie hebben gemaakt elkaar om vergiffenis hebben gevraagd? Dat is alsof er geen mogelijkheid meer bestaat om haatdragend te zijn. Het is een uiterst verrukkelijk gevoel. Het voelt alsof de deuren van de hemel voor beiden open staan. Wanneer de verbittering is verdwenen is het alsof er een berg is verdwenen en het hart weer vrij is. 3. Het derde deel van de eerste soort gebed is onze behoefte. Dit is een delicate zaak en toch is het een grote deugd. Wat is het toch een prachtige natuur die zal afzien van het vragen om verlichting van problemen, moeilijkheden en lijden, behalve van de ene Vriend. Dit is een deugd en geen trots. De deur van geloof wordt opengehouden voor die Vriend tot Wie we ons kunnen wenden en van wie we verlichting kunnen vragen en verwerven. ´Er is er Een naar Wie ik in mijn ellende, wanhoop en tegenspoed kan gaan. Gij zijt de Ene, de Enige. Gij zijt Degene voor Wie niets wordt verborgen. Als ik verlang mezelf te ontlasten van deze ellende dan zijt Gij, o Heer, degene naar Wie ik zal gaan´.
Wat is dit niet iets groots! Wat een gevoel voor respect is het niet dat iemand ertoe aanzet zijn leed aan niemand anders dan God te vertellen, ervan overtuigd dat Hij meer dan wie dan ook kan helpen. Een ander kan wellicht helpen, maar dat zal niet de bevrediging schenken die komt wanneer het God is die de hulp heeft gegeven. Wat een groot plezier, wat een grote eer heeft God niet gedaan door hem te helpen! Dit is wat er gebeurt wanneer het een of ander probleem is opgelost dat in het leven komt van elke nobele persoon, van een ieder met tedere gevoelens, met geërfde goede en religieuze gevoelens, door te beslissen ‘Er is niemand behalve God aan wie ik in mijn armoede, zorg en nood iets zou vragen’. Dit zijn drie zaken die de eerste soort gebed samenstellen. Er is een verhaal over een koning die in de bossen aan het reizen en aan het jagen was en de koning was hongerig en stopte bij het huis van een boer die hem erg vriendelijk behandelde. Toen de koning deze boer verliet was hij zo geraakt door zijn vriendelijkheid dat hij, zonder hem te vertellen dat hij een koning was, tegen hem zei: ´Neem deze ring en als jij je ooit in moeilijkheden bevindt kom dan naar me toe in de stad en dan zal ik zien wat ik voor je kan doen´. Na een tijd heerste er hongersnood en de boer bevond zich in grote moeilijkheden en zijn vrouw en kinderen waren aan het sterven; en hij ging op weg om deze man op te zoeken. Toen hij de ring liet zien werd hij voor de koning geleid. En toen hij de kamer binnenging zag hij de koning verzonken in gebed; en toen hij de koning naderde, vroeg hij: ´Wat was u aan het doen?´. ´Aan het bidden voor liefde en geluk onder mijn onderdanen´, antwoordde de koning. ´Dan is er dus iemand die groter is dan u´, vroeg de boer, ´naar wie u dient te gaan voor wat u zoekt? Dan zal ik naar hem gaan die groter is en van wie zelfs uw lotsbestemming afhangt´ Hij wilde geen hulp aanvaarden; en uiteindelijk moest de koning wat er nodig was in stilte naar zijn huis sturen, eerst zeggend dat niemand hem moest vertellen dat het van de koning kwam. Wat een respect en wat een spirit brengt het wanneer iemand zijn vertrouwen stelt in Hem Die ‘Almachtig’ wordt genoemd, Die Almachtig is. Roemi zegt: ´Hoewel vuur, lucht, aarde en water voor ons allemaal doodse dingen, de elementen, lijken, zijn ze toch de bedienden van God, zij zijn werkzaam voor Hem en zij gehoorzamen Hem altijd!´ En hij gaat in een ander deel van zijn Masnavi verder met te zeggen: ´De mens begint, wanneer hij intelligent wordt, oorzaken te zien. Maar het is de supermens die de Oorzaak der oorzaken ziet, de Bron van de oorzaken´. God is de Oorzaak der oorzaken, de Oeroorzaak. Degene die naar de Oeroorzaak kijkt ziet na verloop van tijd de oorzaak van alles. Iemand kan zijn hele leven lang oorzaken bestuderen en toch nooit komen tot het begrip van de Oorzaak der oorzaken. Alle oorzaken voor die Oorzaak worden effecten! Die Oorzaak blijft de Oorzaak die ‘het Woord’ wordt genoemd; vervolgens werd het Licht. ´Toen het Woord werd gesproken´, zegt de Koran, ´kwamen alle dingen tot leven´. ´Zonder Hem’ (het Woord), zegt de heilige Johannes, ´werd er niets gemaakt wat werd gemaakt´. Wat is deze Oorzaak? Het is die goddelijke impuls die zichzelf in elke richting actief heeft gemaakt en alles heeft voltooid wat maar haar bedoeling was. Het is dat wat alles heeft volbracht. De ene Oorzaak achter alle dingen is de oorzaak die we de Macht van God noemen. 4. Er zijn nog twee manieren van gebed. Wanneer mensen zich verder hebben ontwikkeld gaan ze een nog hogere vorm van gebed bezigen. Dat gebed is de aanbidding van de immanentie van God in de sublimiteit van de Natuur. Als we over de levens van alle Profeten en Leraren lezen, van Krishna tot Boeddha, van Mozes tot Mohammed, van Abraham tot Christus, dan zien we hoe ze in de jungles hebben verbleven en de bossen zijn ingegaan, onder bomen hebben gezeten en daar de goddelijke immanentie in alles om hen heen hebben herkend. Het is een gebed - niet tot een God in de hemel, maar tot een God die zowel in de hemel als op aarde leeft. Wat zal hulde aan God, hulde aan Zijn schepping en hulde aan Zijn natuur in de mens ontwikkelen? Die ontwikkelt in de mens een zodanige kunstvorm dat er niets mee vergeleken kan worden, een gevoel voor muziek waarmee geen enkele muziek vergeleken kan worden. Hij begint te zien hoe naturen tot elkaar worden aangetrokken en hoe ze harmoniseren; hij ziet hoe disharmonieën tot stand komen. De oorzaken van al dergelijke zaken worden hem duidelijk wanneer hij eenmaal de Natuur in begint te kijken, wanneer hij eenmaal de schoonheid van haar constructie, haar leven en haar groei begint te aanbidden, zodra hij de Natuur en haar oorzaken begint te bestuderen. Degenen die via hun kunst de natuur hulde hebben gebracht spreken direct het hart van de mens aan. Degenen die in hun muziek de natuur hulde brengen worden kunstenaar in muziek en degenen die hun hulde in poëzie en dichtregels
tot expressie hebben gebracht worden gezien als grote dichters. Zij allemaal spreken tot het hart van de mens omdat ze God hebben gezien. Zij hebben Hem in de Natuur gezien en niet alleen in de Natuur, maar ook op de aarde. Zij hebben de aarde veranderd in de hemel. Dat is de volgende stap, de hogere stap. Zarathoestra heeft gezegd: ´Kijk naar de zon wanneer je bidt, kijk naar de maan wanneer je bidt, kijk naar het vuur wanneer je bidt´. Mensen noemen hierom zijn volgelingen zonaanbidders, vuuraanbidders, terwijl deze hulde de hele tijd alleen maar een manier was om de aandacht van de mens te richten op alle getuigen van God die Zijn natuur tot expressie brengen. Degene die nergens een spoor van God kan zien kan Hem zien door naar al deze prachtige zaken te kijken en door de harmonieuze werking van al deze zaken te observeren. De Koran wijst van begin tot einde naar de Natuur, tonend hoe er door de zon die ´s morgens opkomt, en door de maan die ´s avonds verschijnt, door de Natuur die overal is – God er is!. Waarom brengt de Koran dat altijd op deze wijze tot expressie? Als je enig bewijs van God wilt hebben kijk dan naar de natuur en zie hoe wijs die wordt gevormd – of is die zonder wijsheid? ‘Mensheid, met al je wijsheid word je zo trots dat je denkt dat er niets anders de moeite waard is om aandacht voor te hebben. Je weet niet dat er een Volmaaktheid van Wijsheid is waarvoor de mens nog niet een druppel in de oceaan voorstelt’. De mens kijkt naar de oppervlakte van de oceaan. Toch is hij zo klein dat hij zelfs niet vergeleken kan worden met één van de druppels ervan, beperkt als hij is in intellect en kennis. Hij wil alles over de gehele schepping weten, terwijl degenen die die hebben aangeraakt voor God hebben gebogen, hun beperkte zelf vergetend. Daarna is God bij hen gebleven en heeft hij via hen gesproken. Dit zijn de enige wezens die in staat zijn geweest enige waarheid aan de wereld te schenken. Zoals Amir zegt: ´Degene die zijn beperkte zelf is verloren is degene die de Hogere Aanwezigheid heeft verworven´. Vergeten we niet onszelf wanneer we de Visie van Schoonheid ontwaren? Als we blind zijn voor schoonheid kunnen we die niet zien en kunnen we ons vervolgens niet in de schoonheid en de verhevenheid van de visie verliezen. Wanneer we echter de schoonheid van de Natuur waarnemen dan buigen we ons hoofd in liefde en aanbidding. ´Ik kan je niet bestuderen want jij bent te groots, jij bent te mooi. Het enige wat er voor mij overblijft is mijn hoofd te buigen terwijl ik voor je voeten kniel´. Als we toch alleen maar eens deze volmaakte schoonheid om ons heen konden zien, als we toch alleen maar eens onze ogen ervoor hadden geopend, dan zouden we onmiddellijk in alle ootmoed ons hoofd buigen voordat we het ooit zouden wagen om er een studie van te maken. Dan zou trots geen plek in ons hart vinden. Zonder enige twijfel zouden we ons hoofd buigen voor deze schoonheid en wijsheid van de Schepper, de kunst van de Schepper, en Zijn vaardigheid in de bloemen, planten en bladeren; in de constructie van de mens, zijn geboorte, en alle andere zaken in het leven. Het zou voldoende zijn als we ons toch eens een keertje zouden afvragen hoe al deze dingen zijn gekomen – dat, zoals de dichter zegt: ´Waar geen tanden zijn, wordt er melk gegeven. Wanneer de tanden komen, komt ook voedsel dat geschikt is voor tanden´. De ogen zijn zo teer en toch wordt er een teer een ooglid voor hen gevormd, om ze te bedekken en om ze te beschermen! Hoe goed zijn de organen van het lichaam van de mens niet toegerust voor het doel waarvoor ze worden gemaakt! Met dit alles is er ook de schoonheid van de kunst waarmee alles wordt gemaakt en de hoogte van schoonheid wordt verkregen in de vaardigheid getoond in de vorming van de mensheid. Een ieder die schoonheid heeft gezien, heeft ontdekt dat schoonheid niet zonder wijsheid kan bestaan. Achter creatie bevindt zich wijsheid. Het ene leven dat de rotsen, bomen, planten, vogels en alle dingen heeft gemaakt is zowel één leven als één wijsheid. De bloem, het blad, het fruit en de takken, ze komen allemaal uit dezelfde wortel, ofschoon ze andere namen hebben. Het is allemaal één. Het kan Hij of Zij genoemd worden; toch is het beide. Wanneer we zien dat Leven met Wijsheid zowel Hij als Zij is dan zien we die Wijsheid die zich achter alles bevindt wat we zien. En dan zeggen we dat datgene wat zich achter alle dingen bevindt een Persoon is Die we God noemen. 5. De derde manier van gebed is nog grootser. Het is de methode die door filosofen en mystici wordt gevolgd. Vordering op dit spirituele pad is gradueel. Je kunt deze methode niet gebruiken zonder eerst de andere twee soorten gebed te hebben gebruikt. De derde soort gebed is die van de Invocatie van de Natuur van God, van de Waarheid van Zijn Wezen. Dit zijn symbolische namen. In hun betekenis ligt een subtiliteit. De natuur van God wordt in deze vorm van gebed
uitgelegd; Hij wordt geanalyseerd. De weldaad van dit gebed wordt waargenomen wanneer iemand op deze leefsfeer is gearriveerd en de weldaad is dat hij van het zijn van een menselijk wezen – zoals in het eerste gebed - , via het zijn van een heilig wezen, zoals in het tweede gebed, is heengegaan om een Godbewust mens te worden. Waarom? Omdat dit derde gebed er is om de mens nog dichter bij God te brengen. Het gebed trekt hem niet alleen dichter tot God, maar het laat hem ook zijn beperkte zelf vergeten totdat het uiteindelijk helemaal wordt vergeten, slechts het Zelf van God overlatend - het enige ideaal en doel van alle Leraren. De mens heeft zijn ideale doel niet bereikt totdat hij gebed heeft gebruikt om hem naar deze fase te helpen. Wanneer we vanuit een mystiek oogpunt naar de dingen kijken dan zullen we ontdekken dat er een enkele rechte lijn is, die Streefdoel wordt genoemd. Die lijn verzinnebeeldt de lijn van het leven van elk wezen; het bovenste uiteinde is God, het onderste uiteinde is de mens. De lijn is één. Hoewel die lijn voor de mysticus en de filosoof in de verwerkelijking van de waarheid één is, is de lijn desondanks aan het boveneinde onbeperkt en aan het andere uiteinde beperkt. Het ene uiteinde is onsterfelijkheid, het andere sterfelijkheid. De aller-diepste hunkering van het leven om te zien dat beide uiteinden bij elkaar gebracht worden. Het is het derde gebed dat het uiteinde dat de mens is dichter naar het uiteinde dat God is trekt. Wanneer hij de Namen van God aanroept dan vergeet de mens zijn beperkingen en beïndrukt hij zijn ziel met de gedachte aan de Onbeperkte. Dit brengt hem naar het ideaal van Onbeperktheid. Dit is het geheim van de bereiking van het leven. De mens is de beeltenis of de reflectie van zijn verbeelding. Hij is net zo omvangrijk als hij zelf denkt dat hij is, net zo groot als hij zelf denkt dat hij is, net zo klein als hij zelf denkt dat hij is. Als hij denkt dat hij incapabel is dan blijft hij incapabel; als hij zichzelf dwaas vindt dan zal hij dwaas zijn en zal hij dwaas blijven; als hij zichzelf wijs vindt dan zal hij wijs zijn en steeds wijzer worden; als hij zichzelf machtig vindt dan is hij machtig. Waar kwam de macht vandaan van degenen die hebben bewezen dat ze de grootste strijders zijn? Die kwam uit hun gedachte, uit hun gevoel dat: ´Ik ben een machtig iemand´. Het idee van ‘machtig iemand’ werd op hun ziel ingeprent en de ziel raakte machtig. De dichter had poëzie op zijn ziel ingeprent en dus werd de ziel een dichter. De ziel raakt begiftigd met alles wat er maar op wordt ingeprent en dat zal de ziel worden. Als de duivel zichzelf op de ziel van de mens inprent dan zal hij een duivel worden; als God Zichzelf op de ziel van een mens inprent dan zal hij in God veranderen! Translation by Alima Mooijman,
[email protected] International Sufi Movement-USA-Midwest Region http://www.sufimovement.us/ International Sufi Movement-USA-Midwest Region Translation Team http://www.sufimovement.us/workers.htm http://sufimovementusdutchtranslations.blogspot.com/2011/08/de-eenheid-van-religieuze-idealen-10.html To read the original text please visit http://www.hazrat-inayat-khan.org/php/views.php?h1=31&h2=10&h3=0