the life and death of marina abramoviÆ robert wilson, marina abramović, antony, willem dafoe
Info data / dates do 21 (generale repetitie) vr 22, za 23, zo 24* juni 2012 Thu 21 (dress rehearsal) Fri 22, Sat 23, Sun 24* June 2012 locatie / venue Koninklijk Theater Carré aanvang / starting time 20.00 u, *15.00 u 8 pm, *3 pm duur / running time 2 uur 30 minuten, inclusief een pauze 2 hour 30 minutes, including one interval taal / language Engels met Nederlandse boventiteling English with Dutch surtitles inleiding / introduction 19.15 u, zo 24.6 14.15 u 7.15 pm, Sun 24.6 2.15 pm Meet the artist za 23.6, na de voorstelling Sat 23.6 after the performance websites www.mif.co.uk www.robertwilson.com www.antonyandthejohnsons.com
Credits regie, toneelbeeld, lichtconcept / direction, set design, lighting concept Robert Wilson co-creatie / co-creation Marina Abramović muzikale leiding, componist, liedteksten / musical director, composer & lyricist Antony componist / composer William Basinski componist, liedteksten / composer & lyricist Svetlana Spajić kostuums / costumes Jacques Reynaud lichtontwerp / lighting design AJ Weissbard co-regie / associate director Ann-Christin Rommen dramaturgie / dramaturg Wolfgang Wiens geluidsontwerp / sound design Nick Sagar make-up / make up design Joey Cheng video-ontwerp / video design Tomasz Jeziorski supervisie muziek & muziekmix / music supervision & music mix Dan Bora assistent toneelbeeld / set design assistant Annick Lavallée-Benny assistent kostuums / costume design assistant Julia von Leliwa regieassistent / assistant director Thomas Hescott 2
productieteam / production team Sam Collins, productieleiding production manager, Gemma Tonge, zakelijke leiding company manager, Jane Rosenbaum, toneelmeester van het gezelschap company stage manager, Ros Chapelle adjunct toneelmeester deputy stage manager, Louise Martin adjunct toneelmeester deputy stage manager, Sarah Coates, assistent toneelmeester assistant stage manager, Lynsey Peisinger, souffleur prompt, Shanti Freed, supervisie kostuums costume supervisor, Jon Clarence, geluidstechnicus sound operator, Amy Spencer, geluid nr. 2 sound no 2, Wee Cheng Low, programmeur licht lighting programmer, Marcello Lumaca, hoofd LX chief LX, Danny Hones, hoofd toneel chief of stage, Richard Schnider, videotechnicus video technician, Shaun MacDonald, persoonlijke assistent van Antony administrator to Antony Fabien Zurmeyer, assistent Robert Wilson assistant to Robert Wilson Manchester International Festival Alex Poots, festivaldirecteur & uitvoerend producent festival director & executive producer, Christine Cort, adjunct directeur associate director, Jim Forrester, interim uitvoerend directeur interim executive director, Tracey Low, ‑senior producent senior producer, Jack Thompson, technisch directeur technical director, Katie Vine, tourmanager touring manager, Cathy Gallagher, marketingmanager marketing director, Nadja Coyne, pers en pr manager press and pr director
performers Marina Abramović, Ivan Civic, Amanda Coogan, Willem Dafoe, Andrew Gilchrist, Antony, Elke Luyten, Christopher Nell, Kira O’Reilly, Antony Rizzi, Carlos Soto, Svetlana Spajić. Svetlana Spajić Group (Minja Nikolić, Zorana Bantić, Dragana Tomić) musici / musicians Doug Wieselman, gitaar, klarinet, percussie guitar, clarinet, percussion Gael Rakotondrabe, piano, repetitor, percussie piano, repetiteur, percussion Matmos, elektronica, percussie electronics, percussion Oren Bloedow, gitaar, basgitaar guitar, bass in opdracht van / commissioned by Manchester International Festival and Teatro Real, Madrid met with Theater Basel, Art Basel, Holland Festival, Salford City Council en and deSingel met steun van / with support by The Metabolic Studio wereldpremière / world premiere The Lowry, Manchester, 9.7.2011
Love and dedication to Wolfgang Wiens for structuring and shaping The Life and Death of Marina Abramovic´. We will always be grateful. 1941 – 2012
3
– pauze–
proloog
Begrafenis P ozdrav Marini Abramović
Intermezzo IV
Een man ontmoeten (1975 – 1988)
Intermezzo I
Leuke frames (1946 – 1966) Your Story, My Way
B1
De Grote Muur Empathy
A1
Het Verhaal van de Wasmachine
B2
Leugens, Leugens, Leugens (1989 – 2010) C er planina i Hercegovina Cut the World Salt in my Wounds
Intermezzo II
De Asbak (1967 – 1974) Your Story, My Way (reprise) A2
B3
Het Verhaal van de Grote Neus
Het Kleine Huis Willem’s Song
Intermezzo III
Moeders Lijst
Intermezzo V
Dodende Ratten
A3
Het Verhaal van de Schoenpoets I am Seething / Dream Crusher
Epiloog
Begrafenis B jela golubica / Volcano of Snow
A4
Het Verhaal van het Ziekenhuis Snowy Angel A5
Het Verhaal over haar Moeder en Vader Saints Ascend A6
Spiritueel Koken A7
Het Verhaal van de Russische Roulette Watch Me A8
De Groene Appelboom Oj jabuko zeleniko / The Cut 4
5
Luister naar de beelden
melk inschonk voordat ze kalm haar twee kinderen doodstak. Het werd gevolgd door een 24 uur lange stille ouverture voor een voorstelling die gedurende zeven dagen onafgebroken werd opgevoerd tijdens het kunstfestival van Shiraz-Persepolis (Iran). Einstein on the Beach, een vijf uur durende opera in vrije vorm gemaakt met componist Philip Glass in 1976, was een spectaculaire collage van beelden, onder meer een levensgrote rook spuwende locomotief en een gigantisch ruimteschip dat esoterische symbolen flitste op de maat van de muzikale herhalingen van Glass. Meer recent is Wilson zich ook gaan bezighouden met wat conventionelere opera en theater, zoals zijn versie van Wagners Lohengrin, waarin tijdens de hele voorstellingen witte lichtstralen werden geprojecteerd op het achterdoek. Ik had destijds in 1991 als jonge journalist het genoegen de repetities te mogen bijwonen, en net als bij mijn vele latere ontmoetingen met de regisseur was ik toen al verbaasd over hoe de ideeën en toneelbeelden in de schetsboeken die nooit van zijn zijde weken spontaan leken te ontspringen aan zijn verbeelding – volledig gevormd en wel. Maar welk ruw materiaal hij ook onder handen heeft, Wilson blijft het publiek uitdagen om op een heel andere manier naar theater te kijken. ‘Ga zoals je naar een museum zou gaan, zoals je naar een schilderij zou kijken,’ adviseert Wilson zelf zijn toeschouwers. ‘Je geniet gewoon van de enscenering, van de architecturale ordening, de muziek, de emoties die dat allemaal oproept. Luister naar de beelden.’
Door John O’Mahony Robert Wilson is wereldwijd een van de meest vernieuwende en toonaangevende theaterregisseurs. Door zijn criticasters neergezet als een charlatan en door zijn fans bejubeld om zijn visionaire ideeën heeft Wilson niet alleen een theaterstijl gecreëerd, maar een geheel nieuwe beeldentaal voor het toneel. Zijn oeuvre, gemaakt tijdens meer dan veertig immens productieve en fantastische jaren, is het sterkste en dwingendste theatrale argument ooit tegen de tot sterven gedoemde, woordgebonden tirannie van het naturalisme. ‘Ik heb sinds ik geboren ben nooit iets mooiers gezien in de wereld,’ schreef Louis Aragon in een ‘open brief’ aan collega surrealistisch schrijver André Breton nadat hij in 1970 Wilsons Deafman Glance had gezien. ‘Het is wat wij, uit wie het surrealisme geboren werd, droomden dat er na ons zou gebeuren, dat ons zou overstijgen.’ Wilson is eigenlijk een schilder die in het theater werkt. Zijn eerste werk was het groot opgezette The King Of Spain in 1969, een stil en uiterst langzaam voortgaand stuk met opvallende beelden, zoals een stel reusachtige bontbenen die het toneel overstaken, alsof er een enorme kat door de toneelzolders liep. Deafman Glance was een zeven uur durend ‘droomlandschap’, kalm geobserveerd door een dove jongen hoog boven het toneel. De meest gedenkwaardige momenten daarvan waren de twintig minuten van de verschrikkelijke proloog, waarin een vrouw in een Victoriaanse japon heel langzaam een glas 6
John O’Mahony is criticus bij de Britse krant The Guardian en programmamaker.
7
Biografie als materiaal Door Marina Abramović Dit is een heel ander type voorstelling dan Marina Abramović Presents.... Dat was podiumkunst, maar The Life and Death of Marina Abramović is een stuk poëtisch biografisch theater. En ik doe die biografieën ontzettend graag – sinds 1989 heb ik er zes gemaakt. De eerste kwam tijdens een echt moeilijke periode in mijn leven, toen ik niet wist welke kant het op ging met mijn werk. Ik pakte de theatervorm op om mijzelf los te maken van de pijn, denk ik. Ik vond het proces zo interessant dat ik er elke vijf of zes jaar naar terugkeer en steeds een andere regisseur vraag mijn biografie onder handen te nemen. Charles Atlas maakte in 1989 de eerste biografie en Michael Laub in 1997 de laatste, The Biography Remix. Deze keer wilde ik werken met Bob Wilson, omdat ik al zo lang een grote fan van hem ben. Hij heeft echt een nieuwe theatertaal uitgevonden in relatie tot tijd en ruimte. Zijn beeldentaal is symbolisch, hij schildert met licht. Werken met Bob Wilson heeft wel wat weg van het verkennen van parallelle werelden. Ik ervaar dezelfde woonkamer, dezelfde ontbijttafel, terwijl ik tegelijkertijd mij onbekende parallelle werelden binnentreed. Ik heb altijd al met hem willen werken. Op een of andere manier voelde ik intuïtief dat wij een zelfde perceptie hebben van tijd en esthetiek. Ik begrijp de taal van de symbolen die hij gebruikt. Die is bekend voor mij. Met het werken aan The Life and Death of Marina Abramović had ik eindelijk de kans dit te ervaren.
Iedere keer dat ik een biografie maak, begin ik met hetzelfde principe: de controle helemaal opgeven. Door het materiaal dus uit handen te geven aan de regisseur kan hij in zekere zin een remix maken van mijn leven. Dat kan chronologisch of niet – dat doet er niet toe. Ik ben materiaal, verder niets. Ik heb geen input, maar wat er altijd gebeurt is dat mijn leven me nieuw voorkomt. Ik kan niet zeggen hoe bevrijdend dat is. Toen ik Bob voor het eerst ontmoette, zei hij dat hij wilde dat ik mijn moeder zou spelen, en ik heb een enorm probleem met mijn moeder, echt een haat-liefdeverhouding. Maar hij had daar iets gezien en hij wilde dat onderzoeken, ook al hield dat in dat ik sinds we in Manchester aankwamen heb gehuild. Deze biografie is anders omdat alle vorige regisseurs zich hebben geconcentreerd op aspecten van mijn werk, terwijl Bob graag mijn leven wilde verkennen. Hij nam alle tragische, pijnlijke en emotionele verhalen die samen ‘mij’ vormen en zette die op het toneel. Het wordt in feite zo tragisch dat je bijna moet lachen, en voor mij was dat een enorme bevrijding van negativiteit! Werken met acteur Willem Dafoe en zanger Antony is als een fascinerende chemische reactie. Ik kan me niet meer voorstellen dat ik met anderen zou werken; Antony heeft mijn leven op een zeer emotionele manier vertaald in muziek, en Willem is een fenomenaal acteur. Waarom blijft de biografie me intrigeren? Omdat kunstenaars altijd werken met het materiaal van hun eigen leven. Kunst maken gaat over het overzetten van die gevoelens en gedachten in een universele taal. En zo werkt de biografie ook. Hoe dieper je in jezelf afdaalt, hoe universeler je wordt. Deze biografie zou dus ieders biografie kunnen 8
zijn. Maar voor mij is het nog steeds heel persoonlijk, en dat is de reden dat ik The Life and Death of Marina Abramović wil opdragen aan de grootste liefde van mijn leven, Paolo Canevari.
Muziek voor Marina Door Antony Marina Abramović zag mij vier jaar geleden voor het eerst optreden, toen ik in Carnegie Hall Snowy Angel van Baby Dee zong. Na het concert kwam ze naar me toe en al snel werden we heel goede vrienden. Ik vond haar een fantastisch mens: groter dan het leven, scherpzinnig, geestig, grootmoedig en radicaal.
haar biografie uitgelegd op een ronde tafel. Daar verkenden we voor het eerst grondig Marina’s herinneringen aan haar kindertijd, een kroniek van verschrikkelijk misbruik. Elk huiveringwekkend verhaal werd omgebogen tot een Grimm-sprookje, maar dan zonder de les die aan het eind troost en houvast biedt. Ik wist al van de boeiende beelden die Marina de afgelopen veertig jaar als uitvoerend kunstenaar had geschapen. We onderzochten haar worstelingen en haar successen, haar liefdes en haar groei naar volwassenheid. De opdracht om liederen te schrijven die aspecten van het leven van Marina Abramović belichamen was voor mij aanvankelijk nogal een opgave. Dat voorjaar had Marina een retrospectief in het MoMA in New York City en zat ze drie maanden in het atrium van het museum, starend in de ogen van honderden toeschouwers. Toen ik Lou Reed vertelde dat ik niet wist waar ik moest beginnen, antwoordde hij: ‘Maak het gewoon persoonlijk. Toen ik tegenover haar zat, wilde ik die kleuren die over haar gezicht
Marina vroeg me om samen met Robert Wilson te werken aan een op haar biografie geïnspireerde voorstelling. Op de eerste repetitiedag bij de Watermill Foundation werden index-kaartjes met elementen van 9
rolden niet zien.’ Was het de publieke intimiteit van het werk, of haar schijnbare zelfopoffering die hem een ongemakkelijk gevoel gaf? Wat zou een minnaar tegen Marina zeggen? Dat gesprek met Lou was de aanzet voor het schrijven van Willem’s Song, en toen begon de bal te rollen. De getalenteerde Servische zangeres Svetlana Spajić zong een groet aan Marina tijdens het diner ter gelegenheid van het MoMA-retrospectief. Svetlana stelde me later voor aan haar kwartet, en we begonnen elementen van de hartverscheurende traditionele volksmuziek van Marina’s vaderland te verweven in de soundtrack voor The Life and Death of Marina Abramović. Componist William Basinski vroeg ik of we werk van hem konden verwerken in de partituur. De muziek van William onthult zichzelf langs hypnotiserende cirkels die onderbewust veranderen, en dat voelde in lijn met de manier waarop Marina in haar werk gebruikmaakt van duur. Ik nodigde drie ervaren musici uit van de kern van een live band: Doug Wieselman op hoorn en gitaar, Oren Bloedow op bas en gitaar en Gael Rakotondrabe op piano en keyboards. Bob introduceerde een getalenteerde jonge countertenor bij de cast, Christopher Nell, en zijn stem was mijn muze bij het schrijven van de songs voor The Life and Death of Marina Abramović. Ten slotte heb ik het electronic sound art-duo Matmos bij het ensemble betrokken. Hun muziekfragementen en -fragmentjes stonden in hoekcontrast met de grote lijnen van William Basinki’s werk. Met Matmos’ vaardigheden om klanken te ontleden en te transformeren konden we Robert Wilsons regie verder ondersteunen. Terwijl het project vorderde, realiseerde ik mij opnieuw dat dit inderdaad meer biogra10
11
fie dan autobiografie was. Hoewel Marina zelf mede-uitvoerende was van The Life and Death of Marina Abramović had zij het auteurschap van het stuk volledig uit handen gegeven. Marina had een mannelijke regisseur gevraagd, een mannelijke hoofdrolspeler en een gender-overstijgende zanger om het verhaal over haar leven te reconstrueren. En toch kon ik in mijn perceptie Marina’s leven en werk niet scheiden van haar verhaal als een vrouw. Dit alles speelde door mijn hoofd toen ik de teksten schreef voor de paar songs die mijn bijdrage aan de productie uitmaken. De centrale song van de soundtrack blijft echter Snowy Angel, dat enkele jaren geleden fungeerde als het licht dat Marina en mij voor het eerst samenbracht.
Een uniek persoonlijk werk
Door Willem Dafoe Het werk van Bob Wilson heeft me altijd geïnspireerd en ik heb er veel genoegen aan beleefd. Marina is een vriendin en Antony heb ik gretig gevolgd vanaf het allereerste moment dat ik hem hoorde zingen in de film Animal Factory, waar wij elkaar voor het eerst ontmoetten. Dus toen Bob mij uitnodigde om me bij het project te voegen, wist ik dat het om een uniek persoonlijk werk zou gaan. In creatief opzicht wil ik altijd graag ‘in één kamer’ zijn met mensen die ik bewonder – niet alleen vanwege hun werk maar ook om hoe zij hun leven leven en hoe zij die twee verenigen. Marina is daarvan het ultieme voorbeeld. Het is fantastisch deel te hebben aan de totstandkoming van Marina’s Leven en Dood... onze dood.
12
13
Lyrics by Antony
Saints Ascend God condemns Those who hurt others But what does He think Of a woman who afflicts pain Upon herself? Who weeps and moans Tears at her hair Rends her limbs? Punched and starved Does God Love or despise her?
Your Story, My Way I’ll tell you a story Through my man’s eye Your story My way Your black and blue story Through the white of my eye My loneliness My pain My drinking My eminence The horror of My manicured grave I’ll tell you a story Grind it through my eye Crush it through my white’s eye I’m gonna cry But I’m gonna use your eyes I’m gonna cry through your eyes
Cut the World For so long I’ve obeyed that feminine decree I’ve always contained your desire to hurt me But when will I turn and cut the world? My eyes are coral, absorbing your dreams My heart is a record of dangerous scenes My skin is a surface to push to extremes When will I turn and cut the world?
Dream Crusher I will make a necklace From the stones you throw I will take your hate And I’m gonna grow Towards the luminosity Of your mistake As any child would You don’t want the best for me You don’t want to see me free You seek to crush my dreams As someone crushed your dreams Before you met me
The Cut The cut upon her face The blood from under her skirt! A red fountain carries me Towards my destiny The cut in the sky! Out fall Father’s eyes Dive deep in the snow Cold seed for the spring Harvest of my Creativity The Cut of Her Face Portal of our race Spurned Majesty sighs For That Cut!
Watch Me Watch me Hurt myself It makes me Feel so alive 14
Salt In My Wounds Salt, salt in my wounds To dull more pedestrian pain To sting transcendentally 15
As if in a dream As if I had a choice As if I had control
Seems to call my name Can I walk away Without feeling the same?
Salt, salt in my wounds Hanging like a skin on a man Pain hangs onto me As if in a dream As if I had a choice As if I had control
Snake Song I am seething with love I am giving with rage I am bleeding with humour
Gold, gold in my womb Gold is the white of my eyes Gold will deliver me As if in a dream As if I had a choice As if I had control Volcano of Snow I want white breath I want everrest I want sun‘s eyes And rivers that Wind glittering to the sea That is my destiny I became a volcano of snow I want crystal light I want white night And gold gilds This dancing plane My form, The immaculate constellation of whiteness Empathy She calls to me She calls to me She calls to me Across the sea Can I have empathy? The movement Of energy Within her heart 16
Willem’s Song Why must you cut yourself? Do you know it hurts me to see you suffer? I never asked for you to risk your life On the altar I don’t want to see those colours As they roll across your face Why must you hurt yourself? Are you hungry for my guilt? Are you eating my guilt? Or does this pain nourish you? Every night I wait for you Why must you suffer Like Christ for his Father? Like a lamb under a Weeping Willow tree Like empty guts Like a cow, folding in creases of her own blood? Like a purse full of spite Like a horse‘s bite Like a bitter slice of metal in the stream?
– intermission –
Prologue
Funeral P ozdrav Marini Abramović
Kneeplay IV
Meeting a Man (1975 – 1988)
Kneeplay I
Nice Frames (1946 – 1966) Your Story, My Way
B1
The Great Wall Empathy
A1
The Story of the Washing Machine
B2
Lies, Lies, Lies (1989 – 2010) Cer planina i Hercegovina Cut the World Salt in my Wounds
Kneeplay II
The Ashtray (1967 – 1974) Your Story, My Way (reprise) A2
B3
The Story of the Big Nose
The Small House Willem’s Song
Kneeplay III
Mothers List
Kneeplay V
Killing Rats
A3
The Story of the Shoe Polish I am Seething/Dream Crusher
Epilogue
A4
The Story about the Hospital Snowy Angel A5
The Story about her Mother and Father Saints Ascend A6
Spirit Cooking A7
The Story of the Russian Roulette Watch Me A8
The Green Apple Tree Oj jabuko zeleniko/The Cut 18
19
Funeral Bjela golubica/Volcano of Snow
Listen to the pictures Robert Wilson is one of the world’s most innovative and influential theatre directors. Dismissed as a charlatan by his detractors and exalted as a visionary by his fans, Wilson has created not only a style of theatre, but an entirely new imagistic stage vocabulary. His body of work, created over more than 40 immensely prodigious years, is the most sustained and compelling argument ever seen in the theatre against the moribund, word-bound tyranny of naturalism: “I never saw anything more beautiful in the world since I was born,” wrote Louis Aragon in an “open letter” to fellow Surrealist writer Andre Breton, after seeing Wilson’s Deafman Glance in 1970. “It is what we, who fathered surrealism, dreamed might come after us, beyond us.” Primarily a painter who works in theatre, Wilson made his first impression with vast devised works such as The King Of Spain in 1969, a silent, glacially progressing piece that featured such striking images as a set of giant furry legs incrementally traversing the stage, as if an enormous cat were walking through the flies. Deafman Glance was a seven-hour dreamscape, quietly observed by a deaf boy perched high above the stage. Its most memorable moments come during devastating 20-minute prologue, in which a matron in Victorian dress very slowly pours a glass of milk before silently stabbing her two children. It was followed by a twentyfour hour silent overture for a seven day play in Persia. Einstein on the Beach, a five-hour, free-form opera created with composer Philip Glass in 1976, was a spectacular collage of images, including a huge smoke-belching, full-size locomotive and a giant spaceship flashing 20
21
esoteric symbols in time to Glass’s soaring musical repetitions. More recently, Wilson has branched out into marginally more conventional opera and theatre – such as his luminous interpretation of Wagner’s Lohengrin, the rehearsals of which, as a young journalist, I had the pleasure of witnessing back in 1991. At the time, as in my many subsequent encounters with the director, I was astonished at how the ideas and stage pictures seemed to spontaneously leap - fully formed - from his imagination onto the sketch-pads that never leave his side. But no matter what dramatic raw material he takes on, Wilson continues to challenge the audience to view theatre in an entirely different way. “Go as you would to a museum, as you would look at a painting,” Wilson says, “You just enjoy the scenery, the architectural arrangements, the music, the feelings they all evoke. Listen to the pictures.” John O’Mahony
Biography as Material
director he can make a remix of my life in a way. It can be chronological or not - it doesn’t matter. I’m material, nothing more. I have no input, but what always happens is that my life looks new to me.
This is a very different kind of show to Marina Abramović Presents... . That was performance art, but The Life and Death Of Marina Abramović is a poetic piece of biographical theatre. And I love to do these biographies – I’ve been involved in six of them since 1989. The first one came during a really difficult period of my life where I didn’t know where I was going with my work. I took on the theatrical form to detach myself from the pain, I think. I found the process so interesting that every five or six years I return to it, and ask a different director to take on my biography. Charles Atlas made the first biography in 1989 and Michael Laub made the last one, The Biography Remix in 1997. This time I wanted to work with Bob because I’ve been a great fan of his for such a long time. He really invented a new language of theatre in relation to time and space. His imagery is iconic, he paints with light. Working with Bob Wilson is a little bit like that exploring parallel universes. I experience the same living room, the same breakfast table, while at the same time entering parallel worlds unknown to me. I always wanted to work with him. Somehow intuitively, I felt that we share a similar perception of time and aesthetic. I can understand the language of symbols he uses. It is familiar to me. Working on the play The Life and Death of Marina Abramović, I finally had a chance to experience this.
This biography is different because all the other directors concentrated on aspects of my work, whereas Bob was keen to explore my life. He took all the tragic, painful and emotional stories that make up me and put them on the stage. In fact it becomes so tragic you almost have to laugh and for me that has been such a release of negativity. To work with Willem and Antony is like a fascinating chemical reaction. I cannot imagine working with anyone else; Antony has translated my life into music in a way that’s very emotional and Willem is an amazing actor.” Why does biography continue to intrigue me? Because artists always work with the materials from their own lives. Making art is about transferring those feelings and thoughts into a universal language. That’s how biography works, too. The deeper you go into yourself the more universal you become. This biography, then, could be anybody else’s biography. But for me, it is still very personal and that is why I would like to dedicate The Life and Death of Marina Abramović to the biggest love of my life, Paolo Canevari.
Every time I do a biography I start with the same principle: to completely give up control. So by handing over the material to a 22
I can’t tell you how liberating that is. When I first met Bob he said he wanted me to play my mother, and I have a huge problem in my life with my mother, a real love-hate relationship. But he’d seen something there and wanted to explore it, even though it’s meant that I’ve been crying ever since we arrived in Manchester.
Marina Abramović 23
Music for Marina
to write Willem’s Song, and the ball started rolling.
Marina Abramović first saw me perform four years ago at Carnegie Hall, singing a song by Baby Dee called Snowy Angel. She approached me after he concert and soon became the best of friends. I found her to be a wonderful person: larger than life, soulful, funny, generous, nurturing and radical. Marina asked me to collaborate with Robert Wilson on a piece inspired by her biography. On the first day of rehearsal at the Watermill Foundation, index cards containing elements of her biography were laid out on a round table. There for the first time we perused Marina’s recollections of childhood, a chronicle of terrible abuse. Each chilling story was tailored like a Grimm’s fairy tale, but without any lesson learned to cling to as consolation at the end. I was already aware of the riveting images that Marina had created as a performance artist over the last four decades. We examined her struggles and successes, her romantic relationships, and her movement into maturity. I found the task of writing songs that might embody aspects of Marina Abramović’s life to be a daunting one. That spring, Marina had a retrospective at MoMA in NYC, and she sat for three months in the museum’s atrium, staring into the eyes of hundreds of onlookers. When I told Lou Reed that I didn’t know where to begin, he replied, “Just make it personal. When I sat across from her, I didn’t want to see those colours rolling across her face.” Was it the public intimacy of the work, or her apparent self-sacrifice that made him uncomfortable? What would a lover say to Marina? That conversation with Lou prompted me 24
25
The talented Serbian singer Svetlana Spajić sang a salute to Marina at a dinner celebrating the MoMA retrospective. Svetlana later introduced me to her quartet, and we began to weave elements of the heart-rending traditional music of Marina’s homeland into the soundtrack for The Life and Death Of Marina Abramović. I asked the composer William Basinski to lend his work to the score. William’s music revealed itself over the course of hypnotic, subliminally evolving cycles, and that felt aligned with the way Marina utilized duration in her work. I invited three accomplished musicians to form the nucleus of a live band: Doug Wieselman on horns and guitar, Oren Bloedow on bass and guitar, and Gael Rakotondrabe on piano and keyboards. Bob introduced a gifted young counter tenor to the cast named Christopher Nell whose voice served as a muse to my songwriting for The Life and Death Of Marina Abramović. Finally, I recruited the electronic sound art duo Matmos to be a part of our ensemble. Their musical fragments and shards stood in angular contrast to the pastoral overview of William Basinki’s work, and Matmos’ ability to dissect and transform sound provided further ways to support Robert Wilson’s staging. As the project progressed, I realised again that this was indeed biography, rather than autobiography; although Marina herself was performing in The Life and Death Of Marina Abramović, she had utterly surrendered authorship of the piece. Marina had asked a male director, a male leading actor and a transgendered singer to re-construct a narrative about her life. And yet I could
26
27
BIOGRAfieën
not separate my understanding of Marina’s life and work from my sense of her story as a woman. All of this was in my mind as I wrote lyrics for the handful of songs that I contributed to the production. The centerpiece of the soundtrack, though, remained Snowy Angel, which a few years ago had served as the light that first drew Marina and I together.
artistiek team Robert Wilson (1941, VS) is een van de grootste en belangrijkste avant-garde theaterregisseurs van zijn generatie. Behalve met regisseren houdt hij zich ook bezig met beeldende kunst en videowerk, en wordt hij door velen gezien als de grootste lichtontwerper van het moderne toneel. Na zijn studie bedrijfskunde aan de University of Texas trok Wilson in 1963 naar New York, waar hij architectuur en schilderkunst studeerde. In 1968 richtte hij zijn eerste experimentele theatergezelschap op, de Byrd Hoffman School of Byrds. In de jaren zeventig ging hij zich ook toeleggen op opera. In 1975 maakte hij samen met componist Philip Glass Einstein on the Beach, een radicaal vernieuwende opera waarmee beiden hun faam als kunstenaar vestigden. Wilson heeft in zijn theaterwerk telkens de grenzen van het medium willen verleggen. Hij experimenteert met het gebruik van taal en beweging, waarbij beweging niet traditioneel de taal illustreert, maar op zichzelf staat en een eigen ritme heeft. Als deze twee lagen van beweging en taal in een later stadium van het repetitieproces worden samengevoegd ontstaat er een nieuwe vorm. Zijn theaterwerken kenmerken zich door een sobere stijl, sublieme belichting, vaak traag voortschrijdende scènes en hun gigantische schaal in tijd en ruimte. The Life and Times of Joseph Stalin (1973) duurde bijvoorbeeld twaalf uur; KA MOUNTain and GUARDenia Terrace (1972) werd boven op een berg in Iran uitgevoerd en duurde zeven dagen. Enkele andere van Wilsons vele invloedrijke stukken zijn Death, Destruction & Detroit (1979), de baanbrekende musical
Antony
a unique personal work The work of Bob Wilson has always inspired and given me great pleasure. Marina is a friend and Antony I have followed avidly ever since I first heard him sing in the film, Animal Factory, where we first met. So when Bob invited me to join the making of the project I knew it would be a unique personal work. Creatively, I always want to be ‘in the room‘ with people that I admire – not only in their work but also in how they live their lives and how they marry the two. Marina is the ultimate example. It is a pleasure to be part of making Marina’s Life and Death ... ours. Willem Dafoe
28
29
The Black Rider (1991), Alice (1992), en de opera’s Einstein on the Beach, Parsifal, The Magic Flute en Lohengrin. In 2005 bracht Wilson een productie van I La Galigo, een mythisch epos uit Zuid-Sulawesi, op de planken. Sinds 2004 is Wilson ook actief in video, met een serie portretten, variërend van Hollywood-acteurs tot daklozen, voor het Amerikaanse videokunst-kanaal LAB HD. Wilson is vele malen bekroond. Voor zijn werk als theatermaker ontving hij onder meer een Obie, de Premio Europa en de derde Dorothy and Lillian Gish Prize for Lifetime Achievement. Voor zijn sculpturen ontving hij de Gouden Leeuw bij de Biënnale in Venetië. Wilson is geridderd in de Franse orde van ‘Commandeur des arts et lettres’. Robert Wilson is ook de oprichter van The Watermill Center, een interdisciplinair laboratorium voor de kunsten en de humanoria dat in 2006 zijn deuren opende op Long Island, New York. Het centrum geeft jonge, opkomende kunstenaars de ruimte en de middelen om nieuwe ideeën te ontwikkelen op het gebied van de experimentele podiumkunsten. Of, zoals Wilson het zelf omschrijft, ‘to do what no one else is doing’. Marina Abramović (1946, Belgrado) is een performancekunstenaar die sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw actief is. In haar werk verkent ze de relatie tussen kunstenaar en publiek, de grenzen van het lichaam en de mogelijkheden van de geest. In haar ritualistische performances spelen lichamelijke beschadiging, uithoudingsvermogen en catharsis een centrale rol. Abramović groeit op als dochter van voormalige Partisanen in de Tweede Wereldoorlog en later prominente leden van de Communistische Partij onder Tito.
Haar vader was een oorlogsheld, haar moeder werd in de jaren zestig directeur van het Museum van de Revolutie en Kunst in Belgrado. De hardhandige, liefdeloze opvoeding door haar moeder is een veelbesproken onderwerp in relatie tot haar performances. Na de afronding van haar studie aan de kunstacademies van Belgrado en Zagreb raakte Abramović steeds meer geïnteresseerd in performance als visuele kunstvorm. In Belgrado bracht ze een aantal voorstellingen uit waarin rituelen en fysieke pijn centraal stonden. Tijdens een van die voorstellingen, Rhythm5 getiteld, raakte ze bewusteloos toen ze midden in een brandende communistische ster stond, en kon ze net op tijd worden gered door het publiek. In 1976 verliet Abramović Belgrado en ging ze in Amsterdam wonen, waar ze meer dan tien jaar intensief samenleefde en werkte met de Duitse performancekunstenaar Uwe Laysiepen, beter bekend als Ulay. Zij presenteerden zich als een twee-eenheid en onderzochten als zodanig thema’s en noties als het ego en artistieke identiteit en tegenstellingen als lichaam en geest, natuur en cultuur, actief en passief. Ook in de performances met Ulay vormden fysieke en mentale pijn en uitputting centrale elementen. Hun laatste performance, een afscheid van hun professionele en liefdesrelatie, was Lovers, waarin ze van beide kanten van de Chinese Muur naar elkaar toe liepen om elkaar 2.500 kilometer later te ontmoeten. In 1997 won Abramović de Gouden Leeuw op de Biënnale van Venetië voor haar gecombineerde video- en performancewerk Balkan Baroque, waarin ze honderden koeienbotten waste. In 2005 bracht ze haar werk Seven Easy Pieces uit in het Guggenheim Museum in New York. Hierin voerde ze zeven performances uit, vijf van andere kunstenaars (onder wie Bruce Naumann en Vito
Acconci), een oude performance van haarzelf en een nieuw werk. Elke performance duurde zeven uur. In 2010 kreeg Abramović een groot retrospectief in het MoMA in New York, waarbij ze zelf het nieuwe werk The Artist is Present uitvoerde. Daarin zat ze 736,5 uur stil op een stoel, terwijl het publiek één voor één tegenover haar mocht plaatsnemen. Het retrospectief was het grootste dat ooit in het MoMA werd gewijd aan een performancekunstenaar. Zo’n vijftig werken werden getoond, waaronder geluids- en videowerken, maar ook vele van haar performancewerken (solo en met Ulay) die door andere performancekunstenaars werden uitgevoerd. Sinds 2007 is Abramović bezig met het opzetten van een organisatie voor het behoud van performancekunst. Ze is van mening dat door de kunsthandel en de strenge voorschriften in musea, onder andere wegens brandgevaar, de performancekunst steeds verder in de marge is gedrongen. Antony (1971, Groot Brittannië) woonde als kind een tijd in Amsterdam en in het stedelijk gebied rond San Francisco. Op negentienjarige leeftijd verhuisde hij naar New York City, waar hij in 1992 in de Pyramid Club het performancecollectief Blacklips oprichtte. De jaren daarna ontwikkelde hij zijn stem en ideeën op de nachtpodia van New York. In 1998 begon hij op te treden met zijn muziekensemble Antony and the Johnsons. In 2005 won hij hiermee de prestigieuze Britse Mercury Prize voor het album I am a Bird Now. Datzelfde jaar kwamen Antony and the Johnsons voor het eerst naar Nederland voor een concert in een uitverkocht Koninklijk Theater Carré. In 2009 kwam het derde album The Crying Light 30
uit. Ann Powers van de LA Times noemde het ‘het meest persoonlijke milieustatement mogelijk, waarin een onvermoede parallel wordt getrokken tussen de identiteitspolitiek van de homocultuur en de milieubeweging. Als muziek is het simpelweg van een volmaakte schoonheid.’ In 2009 stond Antony voor het eerst ook op het Holland Festival in een concert met het Metropole Orkest in Koninklijk Theater Carré. In 2010 gaf The Sun Swanlights vijf sterren en noemde Antony ‘een van de grootste levende zangers’. In 2006 werkte Antony samen met filmmaker Charles Atlas aan TURNING, een concert en live video-installatie. Sinds 2008 treedt Antony overal ter wereld op met symfonieorkesten, waaronder The London Symphony Orchestra in de Barbican, The Chamber Orchestra of Sydney in Sydney Opera House, The Orchestra of St. Luke’s in het Lincoln Center en de Brooklyn Philharmonic in BAM. Antony’s nieuwe voorstelling Swanlights, dat hij in opdracht schreef voor het Museum of Modern Art (MoMA), ontwikkelde hij speciaal voor het in januari van dit jaar uitverkochte concert in Radio City Music Hall in New York. Antony heeft samengewerkt met een reeks van verschillende artiesten en muzikanten, onder wie Björk, Boy George, Yoko Ono, Laurie Anderson, CocoRosie en Lou Reed. Reed zei: ‘Toen ik hem voor het eerst hoorde, wist ik dat ik me in de aanwezigheid van een engel bevond.’ Anderson voegde daaraan toe: ‘Een paar woorden en hij heeft je hart gebroken. Zijn zang is het prachtigste wat je in je leven kunt horen.’ Antony is ook een voortreffelijk beeldend kunstenaar. Zijn tekeningen hingen in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel, de Isis-galerie in Londen, de Accademia 31
Albertina in Turijn en op de Triennale in Milaan. In 2009 was hij curator van een groepsexpositie onder de titel Six Eyes in de Agnès B. Galerie Du Jour in Parijs, met werk van Peter Hujar, Kiki Smith en William Basinski. In 2010 bracht Antony een boek uit met collages en tekeningen, onder de titel Swanlights, gepubliceerd door Abrams Image. Willem Dafoe (1955, VS) werkte in 2010 voor het eerst samen met Robert Wilson in Voom, een serie videoportretten die Wilson maakte voor het Amerikaanse videokunstkanaal LAB HD. Willem was een van de oprichters van The Wooster Group, het theatercollectief uit New York dat ook regelmatig in het Holland Festival staat. Hieraan was hij tussen 1977 en 2004 actief verbonden. In 1998 stond hij met de groep op het Holland Festival met The Hairy Ape. Ook stond hij op het toneel met het OntologicalHysteric Theatre van Richard Foreman in Miss Universal Happiness (1985) en The Idiot Savant (2009). Dafoe heeft in meer dan zeventig films gespeeld, in Hollywoodproducties (Spider-Man, Mississippi Burning, Last Temptation Of Christ, The English Patient), onafhankelijke films (Auto Focus, Wild At Heart, Boondock Saints) en wereldcinema (Dust of Time, Antichrist). Hij werd twee keer genomineerd voor een Oscar voor beste acteur in een bijrol, voor Platoon en Shadow of the Vampire. In 2009 was Dafoe te zien in My Son, My Son, What Have Ye Done van Werner Herzog (Nederlandse release 2011). In 2010 speelde hij in A Woman, geregisseerd door zijn vrouw Giada Colagrande, en dit jaar stond hj in John Carter van Andrew Stanton.
creatief team William Basinski (componist) is een klassiek geschoold musicus en componist. Hij werkt meer dan 25 jaar in experimentele media in New York en recent in Californië. Door het gebruik van in onbruik geraakte technologie en analoge tapeloops creëert hij krachtige en melancholische klanklandschappen die peilen naar de vergankelijkheid van het leven, en die de herinnering en het mysterie van de tijd laten weerklinken. Zijn epische 4-disc-meesterwerk de Disintegration Loops genoot internationaal succes. Art Forum verkoos The River, zijn 2-disc-kortegolf-muziekexperiment, tot een van de top-tienalbums van 2003. Installaties en films, gemaakt in samenwerking met kunstenaar en cineast James Elaine, werden internationaal gepresenteerd op festivals en in musea. Zijn concerten worden wereldwijd uitgevoerd. Jacques Reynaud (kostuumontwerper) is een Frans-Italiaanse kostuumontwerper. Na zijn studies aan de New York University werkte hij in Europa en de Verenigde Staten, onder andere voor de Scala van Milaan, de Salzburger Festspiele, het Berliner Ensemble, de Lyric Opera van Chicago, het Lincoln Center in New York, het Thalia Theater in Hamburg en de Muntschouwburg in Brussel. Zijn debuut als kostuumontwerper was in 1993 met Peer Gynt in regie van Luca Ronconi, met wie hij net als met Robert Wilson talrijke malen samenwerkte. De Amerikaan A. J. Weissbard (lichtontwerper) woont in Rome en is wereldwijd werkzaam als lichtontwerper voor theater, video, tentoonstellingen, permanente architectuurinstallaties en speciale manifestaties. Hij werkte samen met onder anderen Robert Wilson, Peter Stein, Luca Ronconi, Daniele Abbado, Bernard Sobel, Peter Greeneway, William Kentridge, Fabrizzio Plessi, Giorgio Armani, Shirin Neshat en David
Cronenberg. Zijn werk was te zien in de belangrijkste operahuizen en theaters, op festivals en op multimediatentoonstellingen in musea, zoals het Guggenheim in New York en Bilbao, de Triennale van Milaan en de Biënnale van Venetië. Onlangs ontving hij als eerste de IFS-prijs voor lichtontwerp. Ann-Christin Rommen (assistent-regisseur) studeerde theater-, film- en televisiewetenschappen aan de universiteit van Keulen in haar geboorteland. Tijdens haar werk aan het Schauspiel Köln begon in 1984 met The CIVIL WarS haar jarenlange samenwerking met Robert Wilson. Sindsdien was ze zijn coregisseur voor meer dan veertig producties, waaronder Orlando van Händel (Berlijn, Lausanne, Edinburgh), Woyzeck van Berg (Kopenhagen) en Dreigroschenoper van Weill, Sonnetten van Shakespeare en Lulu van Wedekind (bij het Berliner Ensemble). In het Manchester International Festival van 2007 was ze co-regisseur van de kunstenaarsopera Il Tempo Del Postino. In 2008 regisseerde ze in het Londense Barbican Theatre Drifting And Tilting, een liederenavond gewijd aan Scott Walker. De Poolse Wolfgang Wiens (dramaturg ) (19412012) studeerde literatuur en theater aan de universiteiten van Frankfurt, Berlijn en Wenen. Hij richtte een studententheater op in Frankfurt en maakte daar regies. In 1965 werd hij dramaturg en in 1971 artistiek leider van het TAT in Frankfurt. Tussendoor werkte hij voor het Verlag der Autoren. Vanaf 1974 werkte Wiens als dramaturg (en vaak ook als regisseur) voor theaters in Hamburg, Frankfurt, Bremen, Keulen, Berlijn (Schaubuhne) en voor het Wiener Burgtheater. Hij werkte samen met Luc Bondy, Andrea Breth, Jurgen Flimm, Klaus Michael Gruber, Claus Peymann en Peter Stein. Begonnen in 1984 met The CIVIL WarS zette hij zijn wereldwijde samenwerking met Robert Wilson voort in meer
32
dan twaalf projecten. Wiens heeft daarnaast klassiek en hedendaags toneelwerk vertaald en kinderverhalen bewerkt. Hij overleed in mei 2012 te Hamburg. Tijdens zijn twintigjarige loopbaan was Nick Sagar (klankontwerper) actief in theater, muziek en klankontwerp. Hij bracht meer dan tien jaar door in het Londense West End waar hij de klankafdeling leidde voor producties als de wereldcreatie van Whistle Down the Wind, The Beautiful Game en Bombay Dreams. Zijn jongste werk was het klankontwerp van Caledonia (Edinburgh International Festival), Men Should Weep, Appointment with the Wicker Man (National Theatre of Scotland) en End of the Road (Young@ Heart Chorus/No Theatre). Nick Sagar is ook gastdocent muziektechnologie aan Edge Hill University. Na de opening van zijn studio in 1989 heeft Joey Cheng (make-upontwerper) met zijn allroundstyling-services een uitmuntende naam verworven in de modewereld. Hij werkte samen met talloze nationale en internationale ontwerpers. Hij gaf gastcolleges aan onder andere de Shih Chienuniversiteit en aan de National Taiwan Culture University. Cheng en zijn studio zijn gespecialiseerd in verfijnd werk van de hoogste kwaliteit. Ze zijn voortdurend op zoek naar vernieuwing en verandering en creëren elk seizoen nieuwe stijlen. Ze combineren natuur, schoonheid en stijl in uitmuntend werk. Cheng werkte reeds samen met Robert Wilson voor 433 - The Grand Voyage, dat in 2010 gecreëerd werd door het National Theater van Taipei.
het International Summer Program van het Watermill Center (Long Island, New York). In het theater werkt hij als videast samen met Robert Wilson en Laurent Chetouane. Zijn eigen filmografie omvat documentaires als Joan (2009), Free Flight (2010), Camp (2011) en korte films als Brothers (2005), Cross-Country (2010), Mora (2011) en Reflection (2011), die voor tal van filmfestivals werden geselecteerd. De jongste jaren heeft Dan Bora (supervisie muziek & muziekmix) zich ontwikkeld tot een drijvende kracht in de nieuwemuziekscene van New York. Als producer en klankingenieur werkte hij vaak samen met gerenommeerde componisten en kunstenaars als Antony, Philip Glass en groepen als de Dirty Projectors en Magnetic Fields. Dan Bora werkte mee aan tal van albums en films, waaronder de Oscarwinnaar Fog of War, het voor een Oscar genomineerde The Hours en Woody Allens Cassandra’s Dream. Zijn mixage en klankontwerp werd in de New York Times geprezen als ‘knap, provocerend en aangrijpend’. De Canadese Annick Lavallee-Benny (assistente decorontwerp) studeerde decor en kostuum in Canada, waarna ze afstudeerde als scenografe in Noorwegen. Ze werkte mee aan verscheidene producties met Robert Wilson, onder andere de Monteverdi-cyclus, waarvan het tweede deel afgelopen september werd gecreëerd werd in de Scala van Milaan. In 2011 werd Lavallée-Benny op de Quadriennale van Praag bekroond met de gouden medaille voor het meest belovende talent. Julia von Leliwa (assistente kostuumontwerp) studeerde geïntegreerd ontwerp met focus op mens en mode. Daarna werkte ze onder de leiding van verscheidene kunstenaars en in de modenijverheid (Robert Wilson, Viktor&Rolf, Balenciaga). Voor haar eigen werk haalt ze inspiratie uit het vervaardigingsproces en materialen
Nadat hij afstudeerde in culturele studies aan de universiteit van Warschau volgde Tomasz Jeziorski (video-ontwerper) een opleiding filmregie aan de nationale filmschool in het Poolse Lodz. In de voorbije jaren werd hij als videokunstenaar meermaals uitgenodigd op
33
die vreemd zijn aan de modebranche. In 2011 studeerde ze met een speciale beurs aan de gerenommeerde Akademie Schloss Solitude in Stuttgart en werd ze uitgenodigd als gastkunstenaar in Museuminsel Hombroich. Julia von Leliwa werkt als freelance ontwerpster voor mode en theater. Thomas Hescott (assistent regisseur) volgde zijn opleiding aan de Central School of Speech and Drama, aan de English National Opera in het kader van het National Theatre Studio Directors’ Programme. Zijn regies omvatten Wolves At The Window (Arcola en Off-Broadway), The British Ambassador’s Belly Dancer (Arcola en Arts Theatre, West End), Anatol (Arcola), Romeo And Juliet, Macbeth en Twelfth Night (Southwark Playhouse), Reunion (Bridewell) en Our Thing (Gate). Hescott is regisseur aan het National Youth Theatre en was eerder als regisseur verbonden aan het Y Touring Theatre.
acteurs De in Sarajewo geboren Ivan Civic leeft en werkt in Berlijn. Hij studeerde aan de Kunstakademie Braunschweig performance bij Marina Abramović en film en nieuwe media bij Birgit Hein. Sinds jaren is hij actief in de internationale kunstscene. Ivan Civic ontving talrijke internationale prijzen en beurzen, zoals de prijs voor de beste nationale performance op het International Performance Festival in Trento, Italië, de gerenommeerde Schloss Solitudebeurs in Stuttgart en de Duitse DAAD-prijs. Hij is actief in beeldende kunst, performance en acteren. Amanda Coogan werkt als beeldend kunstenaar in Dublin. Ze is een van de belangrijkste uitvoerders van durational performances. Deze live events breiden zich uit tot video en fotografisch werk. Haar bijzondere kwaliteit ligt in
haar mogelijkheid om een idee te condenseren tot zijn zuiverste essentie, en die dan met haar lichaam uit te drukken. Amanda toont en voert haar werk wereldwijd op. Haar stukken waren te zien op tal van festivals, zoals in 2003 op de Biënnale van Venetië en in 2004 op de Biënnale van Liverpool. Voor het MIF 2009 presenteerde ze The Fall in het kader van Marina Abramović presents… in de Whitworth Art Gallery. Ze ontving de Allied Irish Bank’s Art Prize in 2004. Haar werk wordt vertegenwoordigd door de Kevin Kavanagh Gallery in Dublin.
Nadat Christopher Nell in 2006 afstudeerde in Berlijn werd hij als acteur aangenomen door het Berliner Ensemble, waar hij werkte met regisseurs als Peter Stein, Claus Peymann en Manfred Karge. In 2007 speelde hij in Robert Wilsons Berlijnse enscenering van de Dreigroschenoper. In 2010 werkten ze weer samen (Shakespeare-Sonette met muziek van Rufus Wainwright). Momenteel is Nell te zien als Romeo in Romeo en Julia in het Berliner Ensemble en in Kuba Beach in de Volksbühne Berlin. Daarnaast toert hij met zijn band Muttis Kinder door Europa en Azië.
De Amerikaanse Andrew Gilchrist is schrijver, regisseur en performer. Hij is artistiek codirecteur en medeoprichter van de United Broadcasting Theater Company. In maart 2010 trad hij op in een voorstelling van Carlos Soto in het Guggenheimmuseum, als onderdeel van een reeks performances onder curatorschap van Robert Wilson. Gilchrist was ook te zien in de jongste video-installatie The Gray Rabbit van Laurie Anderson. Momenteel bereidt hij het tweede deel voor van zijn trilogie van maritiem geïnspireerde korte films.
Kira O’Reilly is beeldend kunstenares en woont in Londen. In haar werk, dat interdisciplinair is (en tegelijk helemaal ongedisciplineerd) gebruikt ze performances, biotechnologische procedés, fotografie en literatuur om de veranderlijkheid en de vormbaarheid van het menselijke en niet-menselijke lichaam te verkennen. Nadat ze in 1998 afstudeerde aan het University of Wales Institute Cardiff werd haar werk in Groot-Brittannië en internationaal tentoongesteld. Als onderzoeker aan het dramadepartement van de Queen Mary University of London houdt ze zich bezig met conflicten van biotechnische facta met ficties, door speculatieve lichamen en scenario’s te creëren die raken aan het metamorfe.
De Vlaamse Elke Luyten, woon- en werkzaam in New York City, werkte als performanceartieste samen met Thomas Leabhart, Marina Abramović, Robert Wilson en Elaine Summers. Daarnaast heeft ze een uitgebreid repertoire aan solowerk. Ze leidde workshops aan onder andere het Pomona College in Californië, het Theatre of Yugen in San Francisco, Robert Wilsons Watermill Center, het Hippocampe Centre d’Etude du Mouvement in Parijs en aan de University of Art and Design in Kyoto. Momenteel werkt Luyten aan een nieuw solostuk getiteld Studies of Inertia, waarvoor ze een aanbeveling kreeg voor het LMCC-ResidencyProgram in New York.
34
De Amerikaanse Antony Rizzi werkt in Frankfurt als danser, performer en beeldend kunstenaar. Zijn stukken, zoals Snowman Sinking met zijn gezelschap Moving Productions, worden internationaal opgevoerd. In de afgelopen twintig jaar werkte Rizzi bovendien als performer, medewerker en assistent van William Forsythe. Rizzi trad op in acht producties van Jan Fabre, het meest recent in Drugs kept me alive. Hij werkte met de legendarische performanceartieste Penny Arcade, met wie hij optrad in zijn eigen werken en in haar Denial of Death: Part 2. Met zijn korte films en polaroidcollages presenteert Rizzi zich ook als visueel en beeldend kunstenaar.
35
Als performer, ontwerper en assistent werkt Carlos Soto sinds 1997 samen met Robert Wilson voor talrijke producties en installaties in Europa en de Verenigde Staten. Daarnaast werkte hij met Richard Foreman, Dan Graham, Terence Koh en Andrey Bartenev. Zijn werk toonde hij onder andere op de Biënnales van Istanboel, het Walker Art Center en de Biënnale van Whitney. Soto’s Girlmachine werd voorgesteld op Performa 09. Pig Pig Pig (2010) werd opgevoerd in het museum voor moderne kunst van Moskou. In 2011 creëerde hij een kort werk op de performanceavond in het Guggenheimmuseum onder curatorschap van Robert Wilson. In 2012 tekent Carlos Soto de kostuums voor de nieuwe enscenering van Einstein on the Beach van Wilson en Philip Glass.
muzikanten Matmos (elektronica & percussie) is een elektroduo bestaande uit MC Schmidt en Drew Daniel. Ze creëren en samplen met een uitgebreid arsenaal aan vintagesynthesizers en akoestische instrumenten, ritmische instrumentele pop en grillige concrete muziek. In de afgelopen vijftien jaar brachten ze acht albums uit. Ze traden wereldwijd op en werkten samen met Terry Riley, het Kronos Quartet, Björk, Zeena Parkins, Marshall Allan (Sun Ra Arkestra), So Percussion, Rachel’s, Jay Lesser, de cineaste Daria Martin en met toneelauteur en regisseuse YoungJean Lee. Het duo woont in Baltimore (VS), waar MC Schmidt elektronische instrumenten bouwt en Drew Daniel doceert aan de John Hopkins University. Gael Rakotondrabe (piano, repetitor & percussie) is afkomstig van het Afrikaanse eiland Réunion, is pianist, toetsenist, componist en arrangeur. Hij speelt jazz, klassiek en pop. Van 2004 tot 2005 was hij klavierleraar aan de Bill Evans Academy in Parijs. In
Frankrijk werkte hij samen met tal van kunstenaars. Sinds 2006 maakt hij deel uit van de band CocoRosie. In 2008 trad CocoRosie op met het Concertgebouworkest in Amsterdam, met een arrangement van Rakotondrabe. Hij speelde met Gaspard Yurkievich en Nadia Lauro en won in 2008 de Bosendorfer World Solo Piano Competition op het Jazzfestival van Montreux. Momenteel werkt hij aan een eigen soloalbum. Doug Wieselman (gitaar, klarinet & percussie) is als componist, arrangeur en muzikant voor vele artiesten een veelgevraagde partner. Hij werkte samen met Robert Woodruff en de Flying Karamazov Brothers in tal van theaterproducties, verder voor dansvoorstellingen met Jerome Robbins, Paul Taylor en Victoria Marks. Als muzikant werkte hij onder anderen met Laurie Anderson, Lou Reed, Steven Bernstein, Martha Wainwright en Antony and the Johnsons. In 2005 werkte hij voor Robert Wilsons In The Evening At Koi Pond samen met Eyvind Kang, Bill Frisell en Hal Willner. Hij is co-bandleader van de Kamikaze Ground Crew en leidt zijn eigen ensemble Trio S. Dit jaar zal zijn soloklarinetalbum uitkomen met melodieën waarvoor hij zich liet inspireren door waterbronnen. Oren Bloedow (gitaar & bas) maakt deel uit van de New Yorkse band Elysian Fields. Deze band bracht zeven albums uit, in 2011 nog Last Night on Earth. Bloedow trad op in de bekende New Yorkse club Knitting Factory and Tonic met onder anderen The Lounge Lizards en Meshell Ndegeocello. Hoogtepunten in zijn carrière waren de bekroning als artiest van het jaar door Greil Marcus in 2004, de muzikale leiding op het Randy Newman Tribute in UCLA’s Royce Hall voor Hal Willner, optredens met Lou Reed, Emmylou Harris, Steve Earle en met Bruce Springsteen in Carnegie Hall. De laatste twee jaar werkte hij hoofdzakelijk samen
met de afrobeatgroep Antibalas en speelde hij de muziek van Fela Kuti in de Broadwaymusical Fela!. Svetlana Spajic is een traditionele kunstenaar uit Servië, die de oude Servische orale traditie en haar unieke vorm koestert. Sinds 1992 legt ze zich toe op de traditionele zangwijze en oude vocale technieken. Haar solo-uitvoeringen brengen een eerbetoon aan de grote artiesten, traditionele zangers en verhalenvertellers die haar hebben geïnspireerd. Het album Žegar Živi, dat ze opnam samen met de laatste authentieke Servische zangers in Dalmatië, werd geprezen als een van de belangrijkste projecten voor het behoud van de muzikale erfenis in het voormalige Joegoslavië. Ze zong samen met enkele van de beste zangers ter wereld, zoals Yanka Rupkina en Sainkho Namtchylak. Ze treedt op met componist en instrumentalist Boris Kovac in zijn New Ritual Group. In 2005 was ze te zien in Marina Abramović’ Balkan Erotic Epic. De Svetlana Spajic Groep werd in 2009 opgericht en bestaat uit drie getalenteerde zangeressen uit Belgrado: Minja Nikolic, Zorana Bantic en Dragana Tomic, die bovendien een schitterende kavalspeelster is. De groep beschikt over een uitgebreid en aanstekelijk repertoire van oude twee- en meerstemmige liederen, de meeste uit Dinarisch Servië. Deze liederen worden met sterk emotionele en zelfs fysieke werking gezongen in intense en pregnante niet-getempereerde intervallen van de natuurlijke toonladder. De groep heeft ook oude ballades en liederen uit Oost-Servië op het repertoire, begeleid op de kavalfluit uit de regio Kosovo en Metochië.
36
partners Het Manchester International Festival is een groots opgezet, internationaal festival voor oorspronkelijk nieuw werk en speciale evenementen. Het vindt elke twee jaar plaats in Manchester, Groot-Brittannië. Het festival, dat in in 2007 zijn eerste editie beleefde en van meet af aan gestalte kreeg door de kunstenaars zelf, verstrekt opdrachten en presenteert nieuw werk in het spectrum van podiumkunsten, beeldende kunst en populaire cultuur. Enkele hoogtepunten uit de eerste drie festivals waren de Chinese opera Monkey: Journey to the West, het groepskunst-event Il Tempo del Postino, It Felt Like a Kiss van Punchdrunk en Adam Curtis, de nieuwe ruimte voor de muziek van Bach ontworpen door Zaha Hadid Architects, de live show Biophilia van Björk en Robert Wilsons The Life and Death of Marina Abramović. De heropening van het Teatro Real in Madrid in 1997, heringericht met achttienhonderd zitplaatsen en de nieuwste podiumtechnologie, is een enorme stimulans geweest voor de Spaanse opera, en dat was het afgelopen decennium goed te merken. Met de benoeming van Gerard Mortier als artistiek leider in 2010 wilde de Spaanse regering het Teatro Real op het hoogste Europese niveau brengen. Om het orkest te stimuleren heeft Mortier eersteklas dirigenten uitgenodigd, zoals Semyon Bychkov, Sylvain Cambreling, Thomas Hengelbrock, Teodor Currentzis, Hartmut Haenchen en Alejo Pérez, en vooraanstaande regisseurs als Bob Wilson, Christoph Marthaler, Dmitri Tcherniakov, Peter Sellars, Krzysztof Warlikowki, Lluís Pasqual en de theatergroep La Fura dels Baus. Mortier nodigde 37
ook grote beeldend kunstenaars uit om in het theater te komen werken, onder anderen Anselm Kiefer, Jaume Plensa, Emilia en Ilya Kabakov en Marina Abramović. Theater Basel Het Theater Basel is het grootste multifunctionele theater van Zwitserland. Gesitueerd in de drielandenregio Duitsland-FrankrijkZwitserland biedt het een breed en uitdagend programma van opera, theater en ballet, evenals producties voor kinderen en jongeren. In de theater- en muziektheatersectie wil Theater Basel naast klassieke en traditionele werken ook eigentijds toneel en moderne opera en muziektheater stimuleren, met name wereldpremières en Duitse en Zwitserse debuutvoorstellingen. Daarmee biedt het theater een zeer gevarieerd en spannend repertoire. Theater Basel biedt een platform voor experimentele projecten en wil bovendien expliciet jong talent aanmoedigen. Het staat voor een theater met een lokale basis en verreikende verbanden; het is levendig en boeiend, en zowel traditioneel als vernieuwend. Salford City Council De gemeenteraad van Salford is er trots op medeopdrachtgever te zijn van The Life and Death of Marina Abramović. De raad stelt zich ten doel de kunsten te ondersteunen, onder meer door intensief samen te werken met The Lowry Theatre, vanuit de gedeelde overtuiging dat blootstelling aan cultuur mensen kan inspireren en stimuleren en het hun leven kan verrijken. De komst van de BBC en MediaCityUK naar Salford Quays brengt geheel nieuwe mogelijkheden met zich mee en markeert daarmee een opwindende nieuwe fase. Net als de nieuwe ontwikkelingen in de stad heeft ook Salford van oudsher een sterke cultuurtraditie.
Het Holland Festival is sinds 1947 het toonaangevende internationale podiumkunstenfestival in Nederland. Jaarlijks presenteert het festival uitzonderlijke voorstellingen van internationaal niveau. Het festival kent een roemruchte geschiedenis waarbij iedere artistieke directeur een eigen wending gaf aan het festival. Al meer dan zestig jaar is het festival telkens weer spraakmakend. Sinds 2005 is het Holland Festival met artistiek directeur Pierre Audi terug bij zijn wortels: een mix van alle podiumkunsten, een mix van grote namen en gedurfde experimenten. deSingel presenteert, produceert en ontsluit theater, dans, muziek en architectuur voor een breed kunstminnend publiek. Als hedendaags en internationaal georiënteerde kunstcampus is er aandacht voor permanente kunsteducatie. De grootschalige infrastructuur bestaat uit een middelgrote concertzaal (966 pl.), een grote zaal voor theater en dans (803 pl.), een tentoonstellingsruimte, een muziekstudio (150 pl.) en een theaterstudio (270 pl.). The Watermill Center is een laboratorium voor performance, opgericht door Robert Wilson met de bedoeling een unieke omgeving te scheppen waar jonge en opkomende kunstenaars uit de hele wereld nieuwe ideeën kunnen verkennen. Watermill haalt zijn inspiratie uit alle kunsten en culturen, evenals uit de sociale wetenschappen en de mens- en natuurwetenschappen. De kern van Watermill is dat een wereldwijde gemeenschap van kunstenaars daar het samenleven en samenwerken te midden van de uitgebreide kunstcollectie en -objecten kan ervaren. Watermill wil een toevluchtsoord zijn voor een volgende generatie kunstenaars door hun werk te ondersteunen via
een netwerk van internationale organisaties die ruimte bieden aan nieuwe interdisciplinaire benaderingen. Er zijn dagelijkse workshops met Robert Wilson en zijn medewerkers, gebaseerd op nieuwe projecten die zij in alle kunstdisciplines ontwikkelen. Deelnemers ontwikkelen onder leiding van Wilson ook hun eigen werk. Een reeks lezingen maakt het ambitieuze programma compleet. De missie van het centrum is om jonge opkomende kunstenaars tijd en ruimte te geven om nieuw oorspronkelijk werk te maken in alle artistieke en aanverwante disciplines en hun een netwerk te bieden van geassocieerde instellingen, kunstenaars en alumni. Daarmee wil het hen ondersteunen in hun artistieke en professionele ontwikkeling. Veel vooraanstaande kunstenaars vanuit de hele wereld hebben meegewerkt aan de programma’s van Watermill, onder wie Trisha Brown, David Byrne, Lucinda Childs, Philip Glass, Isabelle Huppert, Jeanne Moreau, Lou Reed, Miranda Richardson, Dominique Sanda, Susan Sontag en Robert Wilson zelf. Wereldwijd hebben theaters en musea tientallen projecten geprogrammeerd die oorspronkelijk in het Watermill Center werden ontwikkeld. In de woorden van Jessye Norman: ‘Voor wie zijn plek wil vinden in de kunstwereld, is Watermill het beste idee sinds Pierre Boulez in Parijs het IRCAM opzette. Robert Wilsons unieke talent en enthousiasme vormen het sterke fundament voor een nieuwe visie op het maken en uitvoeren van alles wat we theater noemen, en wel door alle kunstvormen in een fris perspectief te combineren.’ De Byrd Hoffman Water Mill Foundation bestuurt het centrum en coördineert het artistieke programma. Daarnaast heeft het centrum een samenwerkingsnetwerk opgebouwd met verwante instellingen in 38
de omgeving en internationale culturele en educatieve instellingen. De artistieke programma’s worden gefinancierd door de steun van individuen, stichtingen, corporaties en staatsinstellingen. De nieuwe faciliteiten van The Watermill Centre werden in juli 2006 in gebruik genomen. Sinds de feestelijke opening daarvan biedt The Watermill Center het hele jaar door een breed scala aan programma’s en activiteiten. Voor het welbekende International Summer Arts Program nodigt Wilson jaarlijks zestig tot tachtig kunstenaars uit, afkomstig uit zo’n 25 landen, voor een intensieve creatieve verkenning van vier à vijf weken. Voor de programma’s in het voorjaar en het najaar, die plaatsvinden van september tot juni, selecteert een comité van vooraanstaande beoefenaars van kunst en menswetenschappen – onder wie Wilson, Marina Abramović, Alanna Heiss, Albert Maysles, Gerard Mortier, John Rockwell, Jonathan Safran Foer, Richard Sennett, Nike Wagner en anderen – zo’n vijftien groepen, individuele kunstenaars en wetenschappers voor workshops waarin zij eigen werk maken. Daarnaast organiseert het centrum educatieve programma’s voor scholen en andere instellingen en publieke evenementen als open repetities, lezingen, seminars en symposia, alsmede rondleidingen door het gebouw en over het terrein. De in Londen woonachtige performance- en videokunstenaar Daria Martin schrijft over haar ervaringen in Watermill: ‘We werden aangemoedigd om wanneer we maar wilden naar eigen goeddunken de ruimte te gebruiken… We konden ook vrijelijk ronddwalen door Wilsons ongelooflijke collectie objecten, ongehinderd door afschermend glas en dergelijke. Deze beelden voegen een uitdagend weefsel toe aan gedachten en werk… 39
De vredige rust hier is puur goud. Je kunt je eigen gedachten voorbij zien drijven als in een meditatie…’ Aanmelden voor de workshops van Robert Wilson in het zomerprogramma of voor de voor- of najaarscursussen is mogelijk via de website www.watermillcenter.org. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met The Watermill Center (631.726.4628 of
[email protected]) of TJ Witham, communicatiemanager in New York (212.253.7484 ext. 22 of
[email protected])
BIOGRAPHies artistic team Robert Wilson (1941, Waco, Texas) is one of the greatest and most important avantgarde stage directors of his generation. As well as directing he also works in the visual arts and in video. Many consider him to be the greatest lighting artist of our modern times. Wilson studied business administration at the University of Texas, then moved to New York in 1963 to study architecture and painting. In 1968 he founded his first experimental theatre company, the Byrd Hoffman School of Byrds. In the early 1970’s he stretched out into opera. In 1975 he and composer Philip Glass created Einstein on the Beach, a radically new approach to opera, bringing both men instant fame as serious artists. In his theatrical work Wilson has always tried to move the boundaries of the medium. He experiments with the use of language and movement. For Wilson, movement does not illustrate language, as it traditionally does, but is autonomous and has its own rhythm. When the two layers of language and movement are combined at a later stage in the rehearsal process, a new form evolves. His theatrical works are noted for their austere style, sublime lighting, slow moving scenes and often extreme scale in space and time. The Life and Times of Joseph Stalin (1973) was a 12-hour performance; KA MOUNTain and GUARDenia Terrace (1972) was staged on a mountaintop in Iran and lasted seven days. The surrealist artist Louis Aragon praised Wilson’s work as: “What we, from whom Surrealism was born, dreamed would come after us and go beyond us”. Other influential works by
Wilson are Death, Destruction & Detroit (1979); the groundbreaking musical The Black Rider (1991); Alice (1992); and the operas Einstein on the Beach, Parsifal, The Magic Flute and Lohengrin. In 2005 Wilson staged a production of I La Galigo, an epic creation myth from South Sulawesi. From 2004 Wilson has also been working with video. For the American video art channel LAB HD he made a series of video portraits, ranging from Hollywood actors to homeless people. Wilson is a recipient of many awards. For his work as a stage director he has won an Obie, the Premio Europa and the third Dorothy and Lillian Gish Prize for Lifetime Achievement. For his sculptures he received the Golden Lion at the Venice Biennale. Wilson has been knighted in the French order of ‘Commandeur des arts et lettres’. Robert Wilson is the founder of The Watermill Center, an interdisciplinary laboratory for the arts and humanities which opened its doors in 2006 on Long Island, New York. The centre provides up-andcoming artists with an environment and the resources to develop new ideas in the field of experimental performing arts. Or, in the words of Wilson, ‘to do what no one else is doing’. Marina Abramović (1946) has been active as a performance artist from the 1970’s. In her work she explores the relation between performer and audience, the limits of the body and the possibilities of the mind in ritualistic performances centring on physical self-harm, endurance and emotional and spiritual transformation. Abramović was born the daughter of former Partisans of the Second World War. Both her parents were prominent members of the communist party headed by Marshall Tito. 40
Her father was recognised as a war hero; in the 1960’s her mother became the director of the museum of Revolution and Art in Belgrade. The harsh, military style upbringing by her mother has been a much-discussed subject in relation to her performances. After finishing her studies at the art academies of Belgrade and Zagreb, Abramović became increasingly more interested in performance as a visual art form. In Belgrade she staged a number of performances centred on rituals and physical pain. During one of the performances, Rhythm5, she lost consciousness standing in the middle of a burning communist star and had to be saved by a member of the audience. In 1976, Abramović moved from Belgrade to Amsterdam, where she started an intense personal and working relationship with German performance artist Uwe Laysliepen aka Ulay. They presented themselves as a ‘two-headed body”, exploring themes such as the ego, the other and artistic identity; and pairs of opposites such as body and mind, nature and culture, active and passive. Just as before, her performances with Uwe centred on physcial and emotional pain and exhaustion. Their last performance, Lovers (1988), was a spiritual journey which would end their relationship. They walked the Great Wall of China, starting from opposite ends and meeting in the middle, each covering a distance of more than 1500 miles. In 1997 Abramović was awarded the Golden Lion at the Venice Biennale for her combined video and performance work Balkan Baroque, in which she scrubbed clean hundreds of cow bones. In 2005, she staged Seven Easy Pieces at the Guggenheim Museum in New York, performing seven performance pieces, five of other artists, one of her old pieces and one new piece. Each performance lasted seven hours. 41
In 2010 the Museum of Modern Art in New York held a major retrospective and performance recreation of Abramović’s work, the biggest exhibition of performance art in MoMA’s history. Some fifty pieces were exhibited, including audio and video pieces and many of her performance pieces (solo and with Ulay), which were performed by other artists. In 2007 Abramović set up a foundation for the preservation of performance art, believing the art trade and strict safety measures in museums (fire hazards etc.) are jeopardising the form. Born in Sussex, England, Antony also spent his childhood in Amsterdam and the San Francisco Bay Area before moving to NYC at the age of 19. In 1992, he founded the performance collective Blacklips at the Pyramid Club, and spent the next several years developing his voice and ideas on late night stages around NYC. Antony emerged with his musical ensemble Antony and the Johnsons in 1998. In 2005 Antony and the Johnsons won the UK’s Mercury Prize for the album I am a Bird Now. That same year Antony and The Johnsons, selling out their first concert in Holland at the Royal Theatre Carré. Ann Powers of the LA Times wrote upon the release of 2009’s The Crying Light, ‘it’s the most personal environmentalist statement possible, making an unforeseen connection between queer culture’s identity politics and the green movement. As music, it’s simply exquisite.’ 2009 was also the year that Antony was invited to the Holland Festival for a concert with the Metropole Orchestra in Carré. In 2010, The Sun gave Swanlights 5 out of 5 stars and called Antony ’one of the greatest living vocalists.’
In 2006 Antony collaborated with filmmaker Charles Atlas on TURNING, a concert and live video installation. Since 2008, Antony has performed with symphonies throughout the world, including The London Symphony Orchestra at the Barbican, The Chamber Orchestra of Sydney at Sydney Opera House, The Orchestra of St. Luke’s at Lincoln Center, and the Brooklyn Philharmonic at BAM. Last summer, Antony was the musical director and a performer in the critically lauded The Life and Death of Marina Abramović, directed by Robert Wilson. This piece will tour Madrid, Holland Festival Amsterdam, Basel and Antwerp in Spring 2012. His new performance piece Swanlights, especially developed for the sold out Radio City Music Hall concert on January 26, 2012, has been commissioned by the Museum of Modern Art. Antony has collaborated with a wide-ranging group of artists and musicians including Björk, Boy George, Yoko Ono, Laurie Anderson, CocoRosie, and Lou Reed. Reed has said, “When I first heard him I knew I was in the presence of an angel.” Anderson adds, “Two words and he has broken your heart. When he sings it is the most exquisite thing you will hear in your life.” Antony is also an accomplished visual artist and has exhibited his drawings at Palais Des Beaux Arts in Belgium, Isis Gallery in London, Accademia Albertina in Turin and the Triennale in Milan. In 2009 he curated a group show entitled Six Eyes at Agnès B. Galerie Du Jour in Paris, which included work by Peter Hujar, Kiki Smith, and William Basinski. In October of 2010, Antony released a book of collages and drawings, also called Swanlights, published by Abrams Image.
Willem Dafoe first worked with Robert Wilson in his Voom video portrait series. Willem is one of the original members of The Wooster Group, the NYC based theatre collective, which regularly performs at the Holland Festival. He created and performed with the group from 1977 to 2004, both in the US and internationally (The Hairy Ape, Holland Festival 1998) . He also performed on stage with Richard Foreman’s OntologicalHysteric Theatre in Miss Universal Happiness (1985) and The Idiot Savant (2009). Dafoe has worked in over 70 films in Hollywood (Spider-Man, Mississippi Burning, Last Temptation Of Christ, English Patient), independent (Auto Focus, Wild At Heart, Boondock Saints) and world cinema (Dust of Time, Antichrist). He was twice nominated for the Academy Award, for Platoon and Shadow Of the Vampire. In 2009 Dafoe starred in Werner Herzog’s My Son, My Son, What Have Ye Done (Dutch release 2011), in 2010 he played in A Woman, a film directed by his wife Giada Colagrande and earlier this year in Andrew Stanton’s John Carter. creative team William Basinski is a classically trained musician and composer who has been working in experimental media for over 25 years in New York and most recently, California. Employing obsolete technology and analogue tape loops, his haunting and melancholy soundscapes explore the temporal nature of life and resound with the reverberations of memory and the mystery of time. His epic 4-disc masterwork, The «Disintegration Loops» received international critical acclaim. Art Forum selected «The River», his two-disc shortwave music experiment, as one of the top ten albums of 2003. Installations and films made in collabo-
42
2008 shedirected Drifting And Tilting, an evening of Scott Walker songs at the Barbican Theatre in London.
ration with artist / filmmaker James Elaine have been presented in festivals and museums internationally, and his concerts are presented around the world. Based in Rome, American light designer A.J. Weissbard has worked worldwide designing for theatre, video, exhibition, permanent architectural installation and special events. His collaborations include projects with Robert Wilson, Peter Stein, Luca Ronconi, Daniele Abbado, Bernard Sobel, Peter Greenaway, William Kentridge, Fabrizio Plessi, Giorgio Armani, Pierluigi Cerri, Richard Gluckman, Matteo Thun, Fabio Novembre, Shirin Neshat and David Cronenberg and more. His work has been seen presented in major opera houses, festivals and theatres including Lincoln Center NY and Theatre du Chatelet Paris, Brussels Opera La Monnaie, Teatro Real Madrid, Teatro alla Scala, Piccolo Teatro Milano, Opera San Carlo Naples, the Schaubuhne Berlin, Esplanade Singapore and Bunka Kaikan Tokyo; and for multimedia and exhibits in museums include the Guggenheim New York and Bilbao, the Milano Triennale, the Venice Biennale. He was recently awarded the first IFSArts award for Lighting Design. Ann-Christin Rommen studied theatre,film and television at theUniversity of Cologne in hernative Germany. In 1984, whileworking at the Schauspiel Köln, she began her long collaboration with RobertWilson for The Civil Wars and has since then worked on morethan 40 productions as his co-director. Among these worksare: Orlando (Berlin, Lausanne, Edinburgh), Dreamplay(Stadsteatern Stockholm); Peer Gynt (Bergen, Oslo),Woyzeck (Betty Nansen TeatretCopenhagen); Threepenny Opera, Shakespeare’s Sonnets, Wedekind’s Lulu (Berliner Ensemble). For the Manchester International Festival in 2007 Ann-Christin was Associate Director for artist opera Il Tempo Del Postino. In
Born in 1941 in Stettin, Poland, Wolfgang Wiens studied literature and drama at Frankfurt, Berlin and Vienna Universities. He founded and directed a students’ theatre in Frankfurt, becoming dramaturg at the TAT Frankfurt in 1965. He was made artistic director for TAT Frankfurt in 1971, in between working for drama agency Verlag der Autoren. Since 1974 Wolfgang has been dramaturg (and sometimes director) at the municipal theatres in Hamburg, Frankfurt, Bremen, Cologne, Berlin (Schaubühne), and the Burgtheater in Vienna. He has collaborated with Luc Bondy, Andrea Breth, Jürgen Flimm, Klaus Michael Grüber, Claus Peymann and Peter Stein. His work with Robert Wilson begun with The Civil WarS in 1984 and continued with more than a dozen works all over the world. He has also translated classical and contemporary plays and adapted children’s stories; he died in May 2012 in Hamburg. Since the establishment of his studio in 1989, Joey Cheng’s all round styling services have earned him an excellent reputation in the world of fashion. He has worked with a wide range of local and international designers. He has also lectured at Shih Chien University and the National Taiwan Culture University amongst others. Joey and his studio are committed to creating sophisticated, high quality works. Always looking to innovate and promote change, they make use of new styles each and every season. They expertly combine nature, beauty and style to create outstanding works. Joey’s previously worked with Robert Wilson on 1433 – The Grand Voyage at the National Theater in Taipei in 2010. Jacques Renaud is a French-Italian costume designer. Since graduating from New York
43
University he has worked in Europe and in the United States, at the Teatro alla Scala in Milano, the Salzburg Festival, the Berliner Ensamble, the Lyric Opera of Chicago, Lincoln Center in NY, Thalia Theatre in Hamburg, La Monnaie Opera in Brussels and many other venues. His debut as a costume designer was in 1993 in «Peer Gynt» directed by Luca Ronconi with whom he also collaborated with Robert Wilson on numerous productions. With a career spanning more than 20 years, Nick Sagar’s work has included theatre, music and recording. He spent over a decade in London’s West End as Head of Sound on productions including the world premiers of Whistle Down the Wind, The Beautiful Game and Bombay Dreams. Recent sound design credits include Caledonia (Edinburgh International Festival), Men Should Weep, Appointment with the Wicker Man (National Theatre of Scotland) and End of the Road (Young@Heart Chorus/No Theatre). Nick is also a visiting lecturer in Music Technology at Edge Hill University. Thomas Jeziorski graduated in Culture Studies at University of Warsaw. Subsequently he started studying film directing in National Film School in Lodz. In a last few years he was invited several times to International Summer Program at Watermill Center (Long Island, NY) as a video artist. He works in theatre as a video designer with Robert Wilson and Laurent Chetouane. His own filmography includes documentaries: Joan (2009), Free Flight (2010), Camp (2011), as well as short features: Brothers (2005), Crosscountry (2010), Mora (2011), Reflection (2011) that were selected to many film festivals. Over the last years, Dan Bora has proven to be a major force behind New York City’s new music scene. As a producer and engineer he has worked extensively with renowned composers and art-
ists including Antony, Philip Glass and groups such as The Dirty Projectors and The Magnetic Fields. Dan is credited on many albums and films, among which, the Academy Award-winning Fog of War, the Academy Award-nominated The Hours and Woody Allen’s Cassandra’s Dream. His mixing and sound design have been praised as deft, provocative and even poignant… (NYTimes). In the future, he is looking forward to working on theatrical works including Philip Glass’s Einstein on the Beach. Julia von Leliwa studied integrated design with a focus on humans and fashion. She than worked under the supervision of various artists and people in the fashion industry (Robert Wilson, Viktor&Rolf, Balenciaga). Julia’s personal work draws inspiration from the making process and material sources of fashion unrelated industries. In 2011, she was a fellow at the renowned artist residency Academy Schloss Solitude in Stuttgart, Germany and has been invited as a guest artist at the racket-station at the Museum Insel Hombroich. Julia works as a freelance designer in fashion and theater. www.juliavonleliwa.de Annick Lavallée-Bennywas born in Québec. She studied set and costume design in Canada before completing a degree in scenography in Norway. She has worked on several productions with director Robert Wilson. Amongst them, the Monteverdi Cycle the second part of which premiered last September at La Scala, Milano. She was recently awarded the Gold Medal for Most Promising Talent at the Prague Quadrennial 2011. Thomas Hescott trained at the Central School Of Speech And Drama, with English National Opera and The National Theatre Studio Directors’ Programme. Credits as director include: Wolves At The Window (Arcola, and off-Broadway), The British Ambassador’s Belly
44
Dancer (Arcola and Arts Theatre, West End), Anatol (Arcola), Romeo And Juliet, Macbeth and Twelfth Night (Southwark Playhouse), Reunion (Bridewell) and Our Thing (Gate). Thomas is an Associate Artist for the National Youth Theatre, and was previously an Associate Director for Y Touring Theatre.
tic Director and a founding member of United Broadcasting Theater Company. In March 2010, he performed in a showing in Carlos Soto’s newest work at the Guggenheim Museum, as part of a series of performances curated by Robert Wilson. Andrew also performed in Laurie Anderson’s recent video installation The Gray Rabbit. He is currently in pre-production for the second part of his trilogy of maritime inspired short films.
performers Born in Sarajevo, Ivan Civic lives and works in Berlin, Germany. He studied at the Braunschweig Arts Academy under Marina Abramović in performance and Birgit Hein in film and new media, and has already been active for several years in the international art scene. Ivan has also been awarded several international prizes and grants, including Best National Performance at the International Performance Festival in Trento, Italy; the prestigious Schloss Solitude grant in Stuttgart, Germany and the German DAAD prize. He continues to be active in fin the visual arts, performance and acting.
Elke Luyten, originally from Hasselt, Belgium, currently lives and works in New York City. Luyten is a performing artist who has worked with Thomas Leabhart, Marina Abramović, Robert Wilson and Elaine Summers. She also maintains a diverse repertoire of solo work. She has taught workshops at Pomona College in California, Theatre of Yugen in San Francisco, Robert Wilson’s Watermill Center, Hippocampe Centre d’Etude du Mouvement in Paris, Kyoto University of Art and Design among others. Currently Luyten is working on a new solo called Studies of Inertia for which she is a recommended artist for the LMCC residency Program in New York.
Amanda Coogan practices as a visual artist in Dublin, Ireland. She is to the forefront of live durational performance. These live events in turn feed into a body of video and photographic works. Her expertise lies in her ability to condense an idea to its very essence and communicate it through her body. Amanda exhibits and performs her work widely. Her pieces have been seen at many festivals including the 2003 Venice Biennial and the 2004 Liverpool Biennial and for MIF 2009 she presented «The Fall» in «Marina Abramović presents ... at Whitworth Art Gallery. She was awarded the Allied Irish Bank’s Art prize in 2004. Her work is represented by the Kevin Kavanagh Gallery in Dublin.
Christopher Nell is a young actor from Berlin. After graduating in 2006 he became a member of the Berliner Ensemble. While working with German directors like Peter Stein, Claus Peymann and Manfred Karge he met Robert Wilson in 2007 doing Threepenny Opera at Berliner Ensemble. In 2010 they worked together again for Shakespeares’ Sonetts (music: Rufus Wainwright). Recently Christopher can be seen playing Romeo in Romeo and Juliet at Berliner Ensemble and in Cuba Beach at Volksbühne Berlin. He also tours with his band Muttis Kinder in Europe and Asia.
Andrew Gilchrist is a writer, director and performer originally hailing from Kansas City and currently based in Brooklyn. He is co-Artis-
Kira O’Reilly (born 1967) is a London based visual artist, her practice, both wilfully interdisplinary and entirely undisciplined, employs perfor-
45
mance, biotechnical practices, photography and writing with which to explore the mutability and malleability of bodies, human, non human, partial and fragmentary. Since graduating from the University of Wales Institute, Cardiff in 1998 her work has been exhibited widely throughout the UK and internationally. She is a research fellow in the Department of Drama, Queen Mary University of London continuing her preoccupations with collapses of biotechnical facts and fictions, setting up speculative bodies and scenarios that touch on the metamorphic. Originally from the United States, Antony Rizzi is a performing visual dance artist living and working in Frankfurt, Germany. His performances, such as Snowman Sinking - created with his group Moving Productions - are presented internationally. He has worked as a performer, collaborator and assistant to dancer and choreographer William Forsythe for over 20 years. Antony has performed in eight productions with Jan Fabre, most recently in DRUGS KEPT ME ALIVE. He has also worked and performed with legendary performance artist Penny Arcade in his own works and appeared in her piece, Denial Of Death: Part 2. Besides performing Antony is also a visual artist creating short films and polaroid collages. Carlos Soto has worked with Robert Wilson since 1997 as a performer, designer and assistant on numerous productions and installations in the US and Europe. Throughout the last decade, Soto has collaborated with Richard Foreman, Dan Graham, Terence Koh and Andrey Bartenev and presented work at the Istanbul Biennial, Walker Art Center, the Whitney Biennial and others. Soto’s «Girlmachine» was presented at Performa 09; «Pig Pig Pig» (2010) was performed at the Moscow Museum of Modern Art. In 2011, he created a short work featured in an evening
of performance curated by Robert Wilson at the Guggenheim Museum. In 2012 Carlos designs the costumes for the revival of Wilson’s and Philip Glass’ Einstein On The Beach. Svetlana Spajić is a traditional artist from Serbia and cherishes ancient Serbian oral tradition and its unique forms. Since 1993 she has been learning traditional singing and ancient vocal techniques. Her solo performances pay tribute to the great spirits, old singers and storytellers who inspired her. The international release of Žegar Živi, the album which Svetlana Spajic´ recorded with the last authentic Serbian singers in Dalmatia is praised as one of the most significant projects in the preservation of the musical heritage of former Yugoslavia. She has sung with some of the the world’s best singers such as Yanka Rupkina, Sainkho Namtchylak, and performs with composer and instrumentalist Boris Kovac in his New Ritual Group. In 2005 she performed in Marina Abramovićs Balkan Erotic Epic. Svetlana Spajić Group was founded in 2009 and includes three talented singers from Belgrade, Minja Nikolić, Zorana Bantić and Dragana Tomić, who is also an exquisite kaval player. The group has a broad and challenging repertoire of the oldest diphonic and polyphonic songs mostly of the Dinaric Serbs. These songs are often sung in intensive and striking non-tempered intervals of natural scale with great emotional and physical impact. The group also performs ancient tender ballads from Eastern Serbia and songs accompanied with the kaval from the region of Kosovo and Metohija.
musicians Matmos are an electronic duo comprising MC Schmidt and Drew Daniel. They construct rhythmic instrumental pop music and disorien-
46
and leads his own ensemble, Trio S. This year,he will be releasing a solo clarinet album based on melodies from water.
ting musique concrete from a palette that ranges from vintage synthesizers to acoustic instruments to sampled sources. Over the past 15 years they have released eight albums, performed across the globe, and have collaborated with Terry Riley, The Kronos Quartet, Bjork, Zeena Parkins, Marshall Allan (Sun Ra Arkestra), So Percussion, Rachel’s, Jay Lesser, the filmmaker Daria Martin, and the playwright Young-Jean Lee. They live in Baltimore, Maryland (USA) where MC builds electronic instruments and Drew teaches in the Department of English at Johns Hopkins University.
Oren Bloedow is half of the New York based group Elysian Fields. They have recorded seven albums, the most recent of which is 2011’s Last Night on Earth. Oren was also a key player on the Knitting Factory and Tonic scenes, having played with The Lounge Lizards, Meshell Ndegeocello and more. Career highlights for Oren include being named Artist of the Year by Greil Marcus in 2004, Musical Directing the Randy Newman tribute at UCLA’s Royce Hall for impresario Hal Willner, performing with Lou Reed, Emmylou Harris, Steve Earle, and once with Bruce Springsteen at Carnegie Hall, where he was also Musical Director. For much of the last two years, Oren played with the Afrobeat group Antibalas, performing Fela Kuti’s music on Broadway in the musical Fela!.
Gael Rakotondrabe is a 28 year old pianist, keyboardist, composer and arranger from Reunion Island. He performs jazz, classical, and pop music. A piano teacher at the Bill Evans Academy, Paris, in 2004-2005, he has worked with many artists in France. Since 2006 he’s been a member of the band CocoRosie. In 2008 he arranged for and performed with the Royal Dutch Orchestra for a CocoRosie performance in Amsterdam. Gael has also performed shows in collaboration with Gaspard Yurkievich and Nadia Lauro. He won the Bösendorfer World Solo Piano Competition at the Montreux Jazz Festival in 2008. Gael is currently preparing his solo album. Doug Wieselman has worked as composer, arranger and musician with a variety of artists. In theatre he has worked on many shows with director Robert Woodruff and the Flying Karamazov Brothers. In dance Doug has collaborated with Jerome Robbins, Paul Taylor, and Victoria Marks. As a musician, he has worked with Laurie Anderson, Lou Reed, Steven Bernstein, Martha Wainwright and Antony And The Johnsons amongst many others. In 2005 Dough collaborated with Eyvind Kang, Bill Frisell and Hal Willner on Robert Wilson’s In The Evening At Koi Pond. He co-leads Kamikaze Ground Crew,
47
co-commissioners Manchester International Festival is the world’s first festival of original, new work and special events and takes place biennially, in Manchester, UK. The Festival launched in 2007 as an artist-led, commissioning festival presenting new works from across the spectrum of performing arts, visual arts and popular culture. Some highlights of the first three festivals: Chinese opera Monkey: Journey to the West, group art event Il Tempo del Postino, It Felt Like a Kiss by Punchdrunk and Adam Curtis, Zaha Hadid Architects’ new space for the music of Bach, Björk’s Biophilia live show and Robert Wilson’s The Life and Death of Marina Abramović. The reopening of the Teatro Real in Madrid in 1997, refurbished with 1800 seats and cutting-edge technology for the stage area, lead Spain into an authentic «boom» in the world of opera that has had repercussions throughout the last decade. With the engagement of Gerard Mortier as artistic director in 2010, the Spanish government wanted to put the Teatro Real on the highest European level. He has invited first class conductors to boost the orchestra including Semyon Bychkov, Sylvain Cambreling, Thomas Hengelbrock, Teodor Currentzis, Hartmut Haenchen and Alejo Pérez and leading stage directors such as Bob Wilson, Christoph Marthaler, Dmitri Tcherniakov, Peter Sellars, Krzysztof Warlikowki, Lluís Pasqual and Fura dels Baus. He has also gathered great visual artists to work at the theatre including Anselm Kiefer, Jaume Plensa, Emilia and Ilya Kabakov and Marina Abramović.
The Theater Basel is Switzerland’s largest multipurpose theatre. Situated in the trinational metropolitan region it offers a broad and challenging programme of opera, drama, and ballet, as well as productions for children and young people. In the acting and musical theatre section, Theater Basel intends on promoting classical and traditional works as it is to present contemporary plays and modern opera and musical theatre including world premieres and German and Swiss debut performances to offer a wide variety and excitement in the repertoire. The Theater Basel offers a platform for experimental projects and is also keen to encourage young talents. It stands for a theatre with a local base and far reaching connections , lively, enthralling, traditional and innovative.
of the BBC and MediaCityUK bringing with it a whole new set of opportunities on Salford Quays. As well as the new developments in the city, Salford also has a strong cultural history.
The Holland Festival has been the trendsetting performance arts festival in the Netherlands since 1947, annually presenting exceptional work at the international level. The Festival has had an illustrious history, with every artistic director taking it in new directions that have again and again made the Festival a bespoke event for over sixty years. Since 2005 artistic director Pierre Audi has taken the Holland Festival back to its roots: a mix of all the performance arts, a mix of big names and daring experiments. hollandfestival.nl
The Watermill Center is a laboratory for performance founded by Robert Wilson as a unique environment for young and emerging artists from around the world to explore new ideas. Watermill draws inspiration from all the arts and cultures as well as from social, human, and natural sciences. Watermill is a global community of artists where living and working together among the extensive collection of art and artifacts lies at the heart of the experience. Watermill strives to be a haven for a next generation of artists while supporting their work among a network of international institutions that embrace new interdisciplinary approaches. Many of the world’s most celebrated artists have participated in Watermill programs including Trisha Brown, David Byrne, Lucinda Childs, Philip Glass, Isabelle Huppert, Jeanne Moreau, Lou Reed, Miranda Richardson, Dominique Sanda, Susan Sontag and Robert Wilson himself. Theaters and museums around the
Salford City Council is proud to have co-commissionedThe Life and Death of Marina Abramović. The council is committed to supporting the arts, including having a strong relationship with The Lowry Theatre based on an understanding that exposure to culture can raise aspirations and enrich lives. Salford is now embarking on an exciting new journey with the arrival 48
At deSingel International Arts Campus we present and produce theatre, dance, music and architecture and make it available to a broad art-loving public. As a contemporary and internationally- oriented arts campus they are concerned with permanent education in the arts. The large-scale infrastructure comprises a medium-sized concert hall (966 seats), a large hall for theatre and dance (803 seats), an exhibition space, a music studio (150 seats) and a theatre studio (270 seats). desingel.be: full programme and all practical information in English.
49
world have mounted dozens of projects that were originally developed at the Watermill Center. In the words of Jessye Norman, “Watermill is the best idea to find a place in the world of arts since Pierre Boulez created IRCAM in Paris. Robert Wilson’s unique gifts and spirit provide the strong basis of a new vision of the creation and presentation of all that we think of as theatre in particular, combining all of the arts in a fresh perspective.” The Byrd Hoffman Water Mill Foundation operates the Center and coordinates its artistic programs. In addition, the Center has established collaborative networks with both neighboring and international cultural and educational institutions. Its artistic programs are financed through the generous support of individuals, foundations, corporations and state institutions. The Watermill Center’s new facilities were inaugurated in July 2006. Since the Grand Opening the Watermill Center offers a wide range of programs and activities throughout the year. For the well-known International Summer Arts Program, Wilson invites 60-80 artists who come from over 25 countries – 48 countries so far – for 4-5 weeks of intense creative exploration. There are daily workshops with Mr. Wilson and his collaborators, based on new projects they are developing in all areas of the arts. Residents also develop their own work under Wilson’s guidance. A lecture series completes the ambitious program. Its mission is to give young emerging artists time and space to create new original works in all artistic fields and related disciplines and to offer them a network of associated institutions, artists and alumni to support them in their artistic and professional development.
Production credits
For the Center’s Fall and Spring Residency programs, which take place from September to June, a high profile committee of practitioners in the arts and humanities – including Wilson, Marina Abramović, Alanna Heiss, Albert Maysles, Gerard Mortier, John Rockwell, Jonathan Safran Foer, Richard Sennett, Nike Wagner and others – selects over 15 groups, individual artists and scholars in residence to workshop their own creations. The residencies are complemented by educational programs with schools and other institutions; public events such as open rehearsals and lectures, seminars and symposia; and tours of the building and grounds.
A4 Snowy Angel - Baby Dee
The production features the work of Carlos Soto, Miss Every Evening (performance 2006) Ivan Civic, Fabulous Marina (video, performance, costume design) Metal chest-plate made by Kristina Estell Kira O’Reilly, Stair Falling (performance 2009-2001) Andrew Gilchrist, Cocksure (performance 2010) Amanda Coogan, Yellow 2008 (live performance); Medea 2001 (live performance) Elke Luyten, Heart in You (performance 1997)
The London-based performance and video artist Daria Martin writes about her Watermill experience: “We are encouraged to use the space as we see fit, whenever suits us.... We also enjoyed the freedom of wandering through Robert Wilson’s incredible collection of objects, unhindered by protective glass etc – these statues add a provocative texture to thoughts and to work.... The peace and tranquility here is gold dust. You can watch your own thoughts drift past like in a meditation....”
A5 The Trail of Tears - William Basinski Saints Ascend - Antony Kavalska Ezgija - Dragana Tomić A6 TV in Africa - William Basinski Pineapple Rag - Scott Joplin A7 Watch Me - Antony A8 Oj jabuko zeleniko - Svetlana Spajić (traditional arranged by Svetlana Spajić) The Cut – Antony
Music composition credits Prologue Overture - William Basinski Pozdrav Marini Abramović - Svetlana Spajić
Kneeplay 5 Piano for Radio - Gael Rakontondrabe
Kneeplay 1 Your Story, My Way - Antony
B1 The Lovers - William Basinski Empathy - Antony
A1 U sjeni palme - Beti Jurković Life is Beautiful - Olivera Marković I Diana - Paul Anka Melancholia - William Basinski
To apply for the summer workshop program with Robert Wilson or a fall or spring residency, please refer to the webpage www.watermillcenter.org
B2 Cer planina i Hercegovina - Svetlana Spajić Cut the World - Antony Kićeno nebo - traditional, arranged by Svetlana Spajić Salt in my Wounds - Antony, Nico Muhly
Kneeplay 2 Your Story, My Way (reprise) - Antony
B3 Disintegration Loop 1.3 - William Basinski Willem’s Song - Antony
A2 Theme from And God Created Woman - Paul Misraki
For more information please contact The Watermill Center (631.726.4628 or
[email protected]) or TJ Witham, Communications Manager in New York (212.253.7484 ext. 22 or
[email protected]
Epilogue Disintegration Loop 3 - William Basinski Bjela golubica - Svetlana Spajić Volcano of Snow - Antony, Oren Bloedow
A3 Trailer for 1000 Films - William Basinski I Am Seething - Antony Dream Crusher - Antony 50
51
Musical arrangement and development Antony, Oren Bloedow, Matmos, Gael Rakotondrabe, Doug Wieselman Additional Musical development by Nico Muhly
Cultuur verbindt. Al voor E 4 sluit u zich aan.
Antony’s compositions © Rebis Music Publishing / Kobalt 2011 Willam Basinksi’s compositions © Musex International
eur t a don u! d r Wo juist n
Het Prins Bernhard Cultuurfonds steunt het Holland Festival 2012. Beeldende kunst, geschiedenis & letteren, monumentenzorg, muziek & theater en natuurbehoud. Het Prins Bernhard Cultuurfonds zet zich in voor cultuur die u raakt. Al vanaf e 4 per maand sluit u zich aan. Ga naar www.cultuurfonds.nl.
52
53
Holland Festival 1-28 juni 2012 directie Pierre Audi, artistiek directeur Annet Lekkerkerker, zakelijk directeur bestuur Martijn Sanders, voorzitter Renze Hasper, penningmeester Marjet van Zuijlen, secretaris Mavis Carrilho Joachim Fleury Ben Noteboom Het programma van het Holland Festival kan alleen tot stand komen door subsidies, bijdragen van sponsors en fondsen en door de gewaardeerde steun van u, ons publiek. subsidiënten Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Gemeente Amsterdam, Europese Commissie Programma Cultuur (2007-2013) Het Holland Festival is lid van Réseau Varèse, Europees netwerk voor de creatie en promotie van nieuwe muziek, gesubsidieerd door het Culturele Programma van de Europese Commissie. hoofdbegunstiger SNS REAAL Fonds mediapartners NTR, VPRO sponsors Rabobank Amsterdam, DoubleTree Hotel, Westergasfabriek, MeyerBergman, Buma
Cultuur, Clifford Chance, Automobielbedrijf Van Vloten, Ngage media bedrijfsvrienden HF Business Beam Systems, De Nederlandsche Bank N.V., DLA Piper Nederland N.V., G&S Vastgoed, ING Groep, Ten Have Change Management, WPG Uitgevers B.V. fondsen en instellingen VSBfonds, Prins Bernhard Cultuurfonds en BankGiroLoterij, Stichting Dioraphte, Turing Foundation, Gieskes Strijbis Fonds, Amsterdams Fonds voor de Kunst, Prins Claus Fonds, The Brook Foundation, Institut Français France, Institut Français des Pays-Bas, Goethe-Institut donaties De genereuze, meerjarige, steun van de Governors is van groot belang voor de internationale programmering van het Holland Festival, met name de internationale coproducties. Ook de belangrijke bijdrage van de Cultuurminnaars komt rechtstreeks ten goede aan de internationale programmering. governors G.J. van den Bergh en C. van den Bergh-Raat, R.F. van den Bergh, W.L.J. Bröcker, J. van den Broek, J. Fleming, J. Fleury, V. Halberstadt, H.J. ten Have en G.C. de Rooij, J. Kat en B. Johnson, Irina en Marcel van Poecke, Ton en Maya Meijer-Bergmans, Sijbolt Noorda en Mieke van der Weij, Robert Jan en Mélanie van Ogtrop-Quintus, Françoise van Rappard-Wanninkhof, A. Ruys en M. Ruys-van Haaften, M. Sanders, Tom de Swaan, S. Tóth, Elise Wessels-van Houdt, H. Wolfert en M. Brinkman 54
beschermers S. Brada, J. Docter en E. van Luijk, H. Doek, L. Dommering-van Rongen, E. Granpré Moliere, J. Houwert, R. Katwijk, R. Kupers en H. van Eeghen, H. en I. Lindenbergh-Sluis, A. van der Linden-Taverne, F. Mulder, G. van Oenen, H. Sauerwein, K. Tschenett, P. Wakkie, R.R. Walstra, T. Winkelman, O.L.O. en Tineke de Witt Wijnen-Jansen Schoonhoven begunstigers I. Baljon-Hellingman, M. Beekman, Co Bleeker, A. Boelee, K. de Bok, E. Bracht, G. Bromberger, D. de Bruijn, M. Daamen, J. Damen, S. van Delft-Vroom, J. Drupsteen, Chr. van Eeghen, Ch. Engeler, E. Goossens-Post, D. Grobbe, J. Haalebos, J. Hennephof, M. Henriques de Castro, L.D.M.E. van Heteren, G. van Heteren, B. van Heugten, S. Hodes, R. Hoogendijk, J. Hopman, G. van der Hulst, Jan de Kater, J.Keukens, A. Ladan, W. Lee, A. Ligeon, T. Lodder, C. Meekel, D. van der Meer, E. van der Meer-Blok, A. Mees-Lubberman, R. Nieuwpoort, B. Oremus, H. Pinkster, F. Racké, Wessel Reinink, M. Robben, B. Robbers, A. Schneider, G. Scholten, C. Schoorl, C. Schunck, P. Smit, I. Snelleman, A. Sonnen, C. Teulings, H. Tjeenk Willink, H. van der Veen, R. Verhoeff, F. Voorsluis-Spanhoff, A. Vreugdenhil, W. Vroom, M. Willekens, M. van Wulfften Palthe anonieme schenkers Ook dankt het Holland Festival anonieme schenkers. liefhebbers Het Holland Festival dankt meer dan 600 Liefhebbers voor hun steun en bijdrage. 55
Holland Festival heeft ook uw steun nodig: word Cultuurminnaar Als Cultuurminaar draagt u actief bij aan de bloei van het Holland Festival. Liefhebber (vanaf € 45 per jaar) U ontvangt dit programmaboek gratis, u krijgt voorrang bij de kaartverkoop en korting op tickets. Begunstiger (vanaf € 250 per jaar of € 21 per maand) Uw bijdrage komt rechtstreeks ten goede aan de internationale programmering van het Holland Festival. U heeft recht op vrijkaarten en andere aantrekkelijke privileges. Beschermer (vanaf € 1.500 per jaar of € 125 per maand) . Als dank ontvangt u een uitnodiging voor de openingsvoorstelling en voor exclusieve bijeenkomsten, naast vrijkaarten en andere privileges. Hartsvriend (vanaf € 5.000 per jaar) U ontvangt alle privileges van de Beschermers en u wordt uitgenodigd voor bijzondere bijeenkomsten waarbij ontmoetingen met andere Hartsvrienden en artiesten uit het festival centraal staan. Periodiek schenken via een notariële akte Een periodieke schenking is een schenking van een vast bedrag per jaar, voor de loop van minimaal 5 jaar, die u vastlegt in een notariële akte. Bij een periodieke schenking vanaf € 250 neemt het Holland Festival de kosten van het opstellen van de akte voor zijn rekening. Zie voor de fiscale aftrekbaarheid van uw gift de brochure Uw gift, de fiscus en de nieuwe geefwet. Wij sturen u deze folder graag toe. Voor meer informatie of een voorstel op maat kunt u contact opnemen met de afdeling sponsor- en fondsenwerving, Esther van der Veldt, telefoonnummer 020 – 788 21 20 of per e-mail
[email protected].
Colofon / colophon redactie / editing Lonneke Kok, MoreTXT Amsterdam vertaling / translation Margriet Agricola, Jane Bemont, deSingel eindredactie en opmaak / editorial and lay-out Holland Festival foto’s / photos Lucie Jansch ontwerp omslag / design cover Maureen Mooren druk / printing Tuijtel, Hardinxveld-Giessendam © Holland Festival, 2012 Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Holland Festival. No part of this publication may be reproduced and/or published by any means whatsoever without the prior written permission of the Holland Festival
56