Column prof.dr. Henk J. Scholten voor GIS Magazine, september 2005
The Geographical Dimensions of Terrorism De titel van het boek dat al snel verscheen na de aanval op 11-9 in New York. Het boek (ISBN 0415946425) geeft een overzicht van de ideeën en gedachten die leefden bij de GIS-experts in de Verenigde Staten over de bijdrage die geografie en meer in het bijzonder GIS naar hun mening zou kunnen leveren bij het bestrijden van terroristische aanvallen. In de verschillende fasen van de rampenbestrijding zouden dat ook verschillende rollen kunnen zijn. Het boek is daarmee een onderzoeksagenda, waar vervolgens nadrukkelijk aan gewerkt wordt. En waar vanuit de nationale onderzoeksfondsen in de USA ook geld voor beschikbaar wordt gesteld. Een thema dat ook na de rampen in Spanje en onlangs in Londen weer hoogst actueel is. De vraag mag dan gesteld worden hoe we hier in Nederland mee omgaan en hoever wij gevorderd zijn. GIS bij de rampenbestrijding, want terrorisme is in Nederland toegevoegd aan het rijtje met rampentypen die we onderscheiden, en waar procedures en informatiesystemen voor worden opgesteld. Ik denk dat we redelijk trots kunnen zijn op de wijze waarop we GIS een rol willen laten spelen. Het woordje ‘trots’ is gevaarlijk en vergt nadere uitleg: wat gaat er goed, wat kan er beter. Allereerst wat gaat er goed. Een kort overzicht. In de diverse systemen die een rol spelen bij de rampenbestrijding is het belang van ruimtelijke informatie onderkend en zijn er stappen gezet. Ik zal er een paar noemen. In het risicoregister (RRGS) waar alle gevaarlijke bronnen worden verzameld en beheerd, is een volledig GIS-systeem tot stand gekomen dat voldoet aan de ‘state of the art’. Natuurlijk zijn we er nog niet. Slechts een deel van het systeem is nu echt gevuld. Nog vele provincies en gemeenten moeten met het systeem aan het werk. En het systeem zou nog beter gekoppeld kunnen worden aan systemen die in gebruik zijn bij gemeenten. Dan de risicokaarten, waar de mogelijke effecten van de risicobronnen ook in kaart gebracht worden. Ook daar scoren we hoog: de systemen zijn ontworpen, landelijk op elkaar afgestemd, en ook daar is het slechts de invoering en het beheren waar de bottleneck zit. Het operationeel gebruik van GIS bij de politie, brandweer en ambulances zit nadrukkelijk in de lift. Alle belangrijke beslissingen lijken te zijn genomen. SHERPA is hier het begrip waar heel veel achter schuil gaat: afstemming over de nationale geo-gegevens en de aanschaf ervan, de aangeschafte software voor de meldkamer en de andere operationele taken, standaarden voor de uitwisseling van de gegevens, standaarden en software voor de locatie van de operationele mobiele diensten. Over al deze componenten is overeenstemming. Ook hier lijkt nu het belangrijke punt de implementatie. Het opleiden van mensen, installeren van de programmatuur, en dan het gebruik en het beheer. Daaraan gekoppeld de activiteiten van de provincies, veiligheidsregio’s en gemeenten als het gaat om de uitwisseling van gegevens tijdens de rampenbestrijding middels geo-informatie. De kaart als communicatiemedium. We zien hier dat er nog geen sprake is van nationale initiatieven. Maar het kan ook geen kwaad dat in dit stadium meerdere systemen worden uitgetest en ontwikkeld, zoals Veiligheidsnet (Limburg en Gelderland), MultiTeam (Utrecht en Zuid-Holland) en andere systemen (defensie). Natuurlijk moeten ook deze systemen weer op elkaar worden aangesloten, en dat zal ook zeker gebeuren. De bereidheid en noodzaak om met elkaar samen te werken, is in ieder geval groot. Wat kan er beter? Allereerst de noodzaak om beter ‘bottom-up’ te werken. Ik bedoel daarmee de rol van de gemeenten. Zij vormen immers de organisatorische eenheid bij uitstek bij de rampenbestrijding. Organisatorisch is dit zo vastgelegd. Maar ook vanuit de informatievoorziening ligt dit voor de hand. Daarbij kunnen twee belangrijke stappen worden gezet. Allereerst het digitaal maken van de rampenplannen en de plannen laten aansluiten bij de informatiesystemen (zoals hiervoor beschreven). In de tweede plaats een belangrijke rol voor de discussie over de basisregistraties. Nu we zover gevorderd zijn met de invoering van deze registraties ligt het voor de hand de stap te zetten om te komen tot een blauwdruk hoe de basisregistraties kunnen en
moeten aansluiten bij de informatiehuishouding van de rampenbestrijding. Voorwaar een mooie taak voor het ICTU en de gemeenten. Dan vervolgens de samenwerking tussen de grote organisaties (lees ministeries) bij de rampenbestrijding. De oefening bij de kernramp Borssele op 25 mei heeft duidelijk gemaakt dat de ministeries er volledig klaar voor zijn om al hun ruimtelijke informatie te delen ten tijde van een ramp. Technisch zijn de verschillende systemen goed te koppelen, de werkwijze van de meeste ministeries is reeds in grote mate gestandaardiseerd, en zij vullen elkaar goed aan als het op de informatie aankomt. Maar Borssele heeft ook duidelijk gemaakt dat het gebruik nog volledig afhankelijk is van de initiatieven van een aantal besluitvormers. Nog niets is formeel vastgelegd als het om deze vormen van samenwerking gaat. Daarbij is het volstrekt helder dat rampenbestrijding niet bij de grens ophoudt, en de informatievoorziening dus ook niet. En dan tot slot een heel belangrijk punt: het gebruik van geo-informatie is minder eenvoudig dan we wel eens denken. Ook hierbij geldt: we zullen moeten oefenen. Het werken met de ruimtelijke gegevens moet een onderdeel worden van de dagelijkse praktijk, want anders is de toegevoegde waarde nog steeds gering. Ik gaf het in de inleiding al aan, er gaan heel veel zaken goed. Het internationale congres in Delft eerder dit jaar, het congres in oktober, en de vele andere congressen zorgen voor de kennisuitwisseling en de bewustzijnsverhoging. Het is nu zaak om vanuit het nationale en lokale beleid de volgende stappen te zetten, dan de verdere implementatie en het delen van de systemen en vooral ... oefenen!
Prof.dr. Henk J. Scholten Directeur Geodan Hoogleraar Ruimtelijke Informatica Vrije Universiteit Amsterdam Directeur UNIGIS opleiding Nederland
Naar aanleiding van deze kolom stuurde Han Slotman een mailtje naar Henk Scholten. Henk, het is inmiddels alweer een jaartje geleden dat we met elkaar in GUFO verband hebben gesproken over de rol van geo informatie bij veiligheid. Wordt het niet hoog tijd voor een nieuwe bijeenkomst? Ja, graag, laten we met de UNIGIS studenten en alumni, en met de coördinatoren geo informatie en veiligheid van de gemeentes in Overijssel en Flevoland bij elkaar komen om elkaar te informeren, en mogelijk een stapje verder gaan als we praten over samenwerking, of afstudeer scripties op dit thema. We hebben een programma samengesteld, waar we elkaar kunnen informeren middels afgeronde afstudeeropdrachten, Herman Jan Frieling en Eric van Borkulo, afgeronde onderzoeken (GIS bij de brandweer), Jaap Smit en coördinatie van crossborder projecten, Frans van der Storm. Maar waar we ook met elkaar discussiëren om tot concrete aanbevelingen te komen. Graag nodigen we jullie namens GUFO, de gemeente Apeldoorn en de Vrije Universiteit, UNIGIS uit voor deze dag. Mathilde Molendijk, Han Slotman, Henk Scholten
Programma GUFO / UNIGIS Seminar Rampenbestrijding Datum: Plaats: Tijd:
26 januari 2006 Stadhuisplein 1, 7607 EK Almelo 9.30 – 16.30 uur
9.30 – 10.00
Inloop, koffie
10.00 – 10.45
Welkom Opening, Inleiding
Han Slotman Henk Scholten
10.45 – 11.15
Rampenplannen bij de gemeenten: de rol van de burgemeester en het belang van digitale plannen.
Eric Borkulo Herman-Jan Frieling
11.15 – 11.45
Koffie en thee
11.45 – 12.15
GI4OOV: Geo-Informatie voor openbare orde Jaap Smit en veiligheid
12.15 – 12.45
Grensoverschrijdend risicomanagement: samenwerken is noodzaak
12.45 – 13.45
Lunch
13.45 – 14.00
Instructie groepssessie
14.00 – 15.00
Groepssessie - kritische succesfactoren Informatievoorziening (grensoverschrijdende aanpak) - wensen voor de toekomst (korte termijn)
15.00 – 15.30
Terugkoppeling groepssessie
Rapporteurs
15.30 – 16.00
Conclusies en afsluiting
Henk Scholten
16.00 - ……
Borrel
Frans van der Storm
Henk Scholten
GUFO Deze afkorting staat voor Geo-informatie Uitwisselingsplatform Flevoland Overijssel. Deze organisatie heeft tot doel “het uitwisselen van kennis en kennissen op het gebied van Geoinformatie tussen alle overheden die actief zijn op het gebied van Geo-informatie in Overijssel en Flevoland.” De doelgroep bestaat uit: waterschappen, rijkswaterstaat, provincie, kadaster, gemeenten, Regio’s, ROC’s, en NLR Han Slotman Han Slotman de gastheer van dit seminar. Hij is een UNIGIS MSc. alumnus van de VU en in 2004 afgestudeerd op het onderwerp “Gebouwen registratie: de geometrische component.” Hij is secretaris van het GUFO en beleidsmedewerker Geo – informatie / informatiemanager bij de gemeente Oldenzaal. Als informatiemanager is hij betrokken bij de ontwikkeling en stroomlijning van de informatievoorziening die aan de basis ligt voor toepassing bij OOV taken. Henk Scholten Prof. Dr. H.J. Scholten is dagvoorzitter van het seminar. Henk Scholten is hoogleraar Ruimtelijke Informatica aan de Vrije Universiteit en is verantwoordelijk voor het UNIGIS Master of Science programma in GIS aan de VU. Hij is wetenschappelijk directeur van het SPINlab (Spatial Information Laboratory) en voorzitter van UNIGIS International. Henk Scholten is tevens medeoprichter en directeur van het bedrijf Geodan. Eric Borkulo Eric Borkulo heeft Integrale Veiligheidskunde gestudeerd aan de Hogeschool Utrecht. Tijdens zijn studie heeft hij onderzoek gedaan naar de informatievoorziening tijdens rampen in opdracht van het bureau conflict en crisisbeheersing regio Utrecht. Het afstudeeronderzoek ging over het digitaal operationaliseren van rampenplannen voor het gemeentelijk coördinatie centrum. Momenteel is Erik werkzaam bij Geodan in het “openbare orde en veiligheidsteam” en probeer ik de rol van geo-informatie in te passen in de veiligheidssector. Herman-Jan Frieling Herman-Jan Frieling is een UNIGIS MSc. alumnus van de VU en in 2005 afgestudeerd op het onderwerp “GIS en de burgemeester: ondersteuning bij calamiteiten en rampen”. Hij werkt bij de gemeente Beverwijk als geo-informaticus en projectleider “Invoering InformatieHuis (GIS)”. Hij is lid geweest van projectgroep Dataland “Van Kolom denken naar keten handelen”, gericht op samenwerking bij de openbare orde en veiligheid. Jaap Smit Jaap Smit is als brandweerofficier in dienst bij de Brandweer Regio IJssel-Vecht als GIScoördinator. Ook werkt hij voor de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR), een vereniging van alle gemeentelijke en regionale brandweerorganisaties. Recente activiteiten: 1) Programma van Eisen en Wensen voor GIS voor de Brandweer (vastgesteld door de Raad van Regionale Commandanten); 2) Bijdrage "Geoinformatie georganiseerd bij de brandweer” tijdens GIS-conferentie; 3) initiatief tot en voorbereiding van het project "Geo-informatie voor de Openbare Orde en Veiligheid" (het door middel van webservices ontsluiten van relevante geo-informatie voor OOV en het standaardiseren van de kaartopmaak en van de kaarttekens); 4) NVBR GIS-dag: het uitdragen van en afstemmen over de mogelijkheden van GIS voor de brandweer. Frans van der Storm Frans van der Storm is als programmamanager X-border-GDI verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de grensoverschrijdende infrastructuur voor ruimtelijke informatie tussen Nederland en Noordrijn Westfalen. Hij begon zijn loopbaan bij het ministerie van VROM, waar hij 16 jaar werkte in verschillende functies. In die tijd was hij onder meer hoofd Bewaring, Juridische zaken en Vastgoedinformatie bij Kadaster en programmamanager Structuurschets
Vastgoedinformatie bij Ravi. Vanaf 1997 werkte hij bij IBAS Consultancy bv te Houten en vervulde opdrachten voor onder meer de Vereniging Natuurmonumenten (o.m. implementatie NIS) en diverse ministeries. Sinds 1 januari 2006 is Frans van der Storm gevestigd als zelfstandig adviseur / projectmanager, met name gespecialiseerd op het gebied van ruimtelijke informatie en bestuurlijke samenwerking.
Routebeschrijving Stadhuis Almelo Stadhuisplein 1 7607 EK Almelo tel: (0546) 54 1111 fax: (0546) 54 1342
Met de trein: Het stadhuis in Almelo ligt op ongeveer 5 minuten lopen van het NS station. De looproute is met wegwijzers aangegeven. Met de auto: In Almelo is de weg naar de binnenstad makkelijk te vinden. Vanaf de invalswegen staan er routeborden, die verwijzen naar de centrumdelen. Om het stadhuis te bereiken volgt u: - de borden ‘centrum' - vervolgens ‘centrum-west' - en tot slot, 'P-stadhuis' Parkeren Via de parkeerring kunt u de parkeerterreinen en parkeergarages bereiken. Deze parkeerring herkent u aan de groene banden om de lichtmasten en de groene Pring borden. Ook staan op het wegdek groene tekens, die aangeven dat u zich op de parkeerring bevindt. Tegenover de ingang van het stadhuis vindt u een parkeergarage. Parkeren op het voorplein van het stadhuis is verboden.