juridisch en bestuurskundig onderzoek advies onderwijs
Het verzet van de gemeente Urk tegen de totstandkoming van het Windpark Noordoostpolder
Tegen windmolens gevochten!
Groningen, februari 2015 Niko Struiksma Wouter Steur
VERZELFSTANDIGING OPENBAAR PRIMAIR ONDERWIJS GEMEENTE MIDDEN DRENTHE
Inhoud
1. INLEIDING ..................................................................................................................................... 1 1.1 1.2 1.3
AANLEIDING ONDERZOEK .............................................................................................................. 1 ONDERZOEKSVRAGEN ................................................................................................................... 1 ONDERZOEKSMETHODEN .............................................................................................................. 3
2. UITGANGSPUNT: TWEESPORENBELEID ......................................................................................... 4 3. SPOOR 1: JURIDISCHE ACTIES ........................................................................................................ 6 3.1 INLEIDING .................................................................................................................................. 6 3.2 DE FORMELE ROL VAN DE GEMEENTE ............................................................................................... 6 3.3 DE JURIDISCHE MOGELIJKHEDEN ..................................................................................................... 7 3.3.1. Urk als bevoegd gezag ................................................................................................... 7 3.3.2. Urk als belanghebbende ................................................................................................ 8 3.3.3. Privaatrecht ................................................................................................................... 8 3.4 FEITELIJKE JURIDISCHE ACTIES ......................................................................................................... 8 3.4.1. Door de gemeente Urk ................................................................................................... 8 3.4.2. Door andere belanghebbenden ................................................................................... 10 3.5 RESULTAAT............................................................................................................................... 11 4. SPOOR 2: FINANCIËLE/ECONOMISCHE COMPENSATIE ................................................................ 12 4.1 4.2 4.3
INLEIDING ................................................................................................................................ 12 ACTIVITEITEN ............................................................................................................................ 13 GEBIEDSGEBONDEN BIJDRAGE ...................................................................................................... 14
5. CONCLUSIE EN ANALYSE.............................................................................................................. 16 BIJLAGE 1: GLOBAAL OVERZICHT VAN DE GANG VAN ZAKEN .......................................................... 18
REKENKAMERCOMMISSIE URK - TEGEN WINDMOLENS GEVOCHTEN
1
Inleiding
1.1
Aanleiding onderzoek In lijn met het beleid van de rijksoverheid om zoveel mogelijk over te schakelen op duurzame energie is op het grondgebied van de naburige gemeente Noordoostpolder in 1987 een windmolenpark gerealiseerd met 25 windturbines langs de dijk ten noorden van Urk. Al snel daarna heeft de gemeente Noordoostpolder met steun van de provincie en de rijksoverheid meegewerkt aan onderzoek naar de mogelijkheid van realisatie van een soortgelijk tweede windmolenpark, nabij de Westermeerdijk. Dat plan is later uitgegroeid tot het Windpark Noordoostpolder (het Windpark), een park met 86 windmolens met een gezamenlijk vermogen van circa 450 MW, genoeg om jaarlijks ruim 400.000 huishoudens van elektriciteit te voorzien. Tegen het windmolenpark bestond, en bestaat nog steeds, veel weerstand bij het college en de raad van de gemeente en de inwoners van Urk. De rekenkamercommissie van de gemeente Urk heeft onderzoek laten uitvoeren naar de rolinvulling van de gemeente in de planvorming.
1.2
Onderzoeksvragen Centraal in het onderzoek staat de vraag welke rol de gemeente Urk heeft gespeeld in het planvormingsproces, van de eerste ideeën erover tot het moment waarop de verleende vergunning voor de realisatie van het Windpark onherroepelijk is geworden en de periode daarna. De onderzoeksvraag luidt daarbij als volgt: Welke rol heeft de gemeente Urk gespeeld in de aanloop naar het moment waarop de vergunningen voor het Windpark onherroepelijk zijn geworden en de periode daarna, kan die rolinvulling worden aangemerkt als adequaat en heeft de gemeente Urk haar invloed en juridische mogelijkheden optimaal benut? De Rekenkamercommissie vindt het daarnaast belangrijk dat duidelijk wordt of al dan niet het onderste uit de kan is gehaald en of de gebiedsgebonden bijdrage waartoe is besloten voor Urk in genoegzame compensatie voorziet.
1
REKENKAMERCOMMISSIE URK - TEGEN WINDMOLENS GEVOCHTEN
Op grond van deze centrale onderzoeksvraag is onderscheid gemaakt tussen de volgende onderzoeksthema’s: Juridisch kader Standpunten Feitelijk handelen Analyse Daarbij kunnen de volgende deelvragen worden onderscheiden. Deelonderzoek 1: juridisch kader Het juridisch kader is met name gericht op de formele rol van de gemeente. Daaronder wordt de rol verstaan, voor zover die berust op (formele) publiekrechtelijke bevoegdheden, zoals de rol van bevoegd gezag, toezichthouder of belanghebbende. In het kader van het onderzoek zijn de formele rollen beschreven op basis van de volgende onderzoeksvragen. 1. 2. 3. 4.
Wat is de formele rol van de gemeente Urk met betrekking tot de vergunningverlening voor de realisatie van het Windpark? Wat is de formele rol van de andere partijen die betrokken waren bij het proces in aanloop naar de (onherroepelijke) vergunningverlening? Welke juridische mogelijkheden had de gemeente Urk om de planvorming te beïnvloeden resp. het Windpark tegen te houden? Wat is het juridische raamwerk van de gebiedsgebonden bijdrage?
Deelonderzoek 2: standpunten Het tweede deelonderzoek bestaat uit een reconstructie van de (formele) standpunten van het college van B&W en van de raad met betrekking tot het windmolenpark en een duiding van de momenten en de wijze waarop deze naar buiten zijn gebracht. Daartoe zijn de volgende onderzoeksvragen gesteld: 5. 6. 7.
Wat waren de formele standpunten van het college van B&W en de gemeenteraad over de wenselijkheid van het Windpark? Wanneer en op welke wijze(n) zijn deze voor het voetlicht gebracht? Zijn deze standpunten in de loop van de tijd veranderd?
Deelonderzoek 3: feitelijk handelen Op grond van de uitkomsten van deelonderzoek 2 is in deelonderzoek 3 onderzocht hoe het college van B&W heeft gehandeld om het beoogde doel te realiseren. Dit deelonderzoek bevat de volgende onderzoeksvragen: 8.
Welke juridische acties heeft de gemeente ondernomen om invloed uit te oefenen op de planvorming en het proces van vergunningverlening? 9. Welke niet-juridische acties heeft de gemeente ondernomen om invloed uit te oefenen op de planvorming en het proces van vergunningverlening? 10. Is samengewerkt met organisaties met hetzelfde oogmerk? Het laatste deelonderzoek bestaat uit een analyse op basis van de voorgaande deelonderzoeken.
2
REKENKAMERCOMMISSIE URK - TEGEN WINDMOLENS GEVOCHTEN
Deelonderzoek 4: analyse 11. Zijn de juridische mogelijkheden om de planvorming en het proces van vergunningverlening te beïnvloeden, optimaal benut? a. Zo nee, waarom niet? b. Had de gemeente voldoende inzicht in het haar ter beschikking staande instrumentarium om invloed uit te oefenen op het proces in aanloop naar de vergunningverlening? 12. Zijn de niet-juridische mogelijkheden optimaal benut? a. Zo nee, waarom niet? b. Had de gemeente voldoende inzicht in het planproces om daar invloed op uit te oefenen? c. Had de gemeente Urk voldoende inzicht in haar rol, de rollen van de andere betrokken partijen en de wijze waarop deze zich tot elkaar verhielden? 13. Zijn de activiteiten van de gemeente Urk om de planvorming en het proces van vergunningverlening te beïnvloeden, aan te merken als tijdig?
1.3
Onderzoeksmethoden Om de onderzoeksvragen te beantwoorden, zijn de volgende onderzoeksmethoden gehanteerd: juridische analyse documentstudie o relevante collegebesluiten, verslagen van collegevergaderingen, raadsbesluiten en raads- en raadscommissieverslagen; o relevante interne en externe correspondentie en verslagen van relevant intern en extern ambtelijk en/of bestuurlijk overleg, bijvoorbeeld met het comité Urk Briest, provincie Flevoland, ministerie EZ en VROM, gemeente Noordoostpolder en het waterschap Zuiderzeeland o processtukken en ingebrachte zienswijzen van de gemeente in gevoerde processen en procedures; o secundair bronmateriaal, zoals berichten in lokale media en eerder uitgevoerde onderzoeken rond hetzelfde onderwerp. interviews met: o oud-wethouder Koffeman o vier ambtenaren gemeente Urk o voorzitter Urk Briest Oud-burgemeester J. Kroon wilde niet in de vorm van een interview aan het onderzoek meewerken.
3
REKENKAMERCOMMISSIE URK - TEGEN WINDMOLENS GEVOCHTEN
2
Uitgangspunt: tweesporenbeleid
Om het Windpark uiteindelijk te kunnen bouwen en in gebruik te kunnen nemen, moet in ieder geval sprake zijn van een initiatiefnemer, een onderbouwd plan, voldoende financiële middelen en toestemming van de eigenaren van de gronden waarop de windmolens en bijbehorende voorzieningen worden geplaatst. Daarnaast is de toestemming nodig van verschillende overheden in de vorm van tal van vergunningen en andere besluiten. Het totale Windpark bestaat uit vier van elkaar te onderscheiden projecten.1 De initiatiefnemers – ruim 100 agrariërs en ondernemers uit de Noordoostpolder – hebben zich verenigd in de Vereniging Koepel Windenergie Noordoostpolder die hun gemeenschappelijke belangen behartigt. De initiatiefnemers zijn per project: Project Initiatiefnemers Noordermeerdijk binnendijks Windpark Creil BV (partner in NOP Agrowind) Noordermeerdijk buitendijks en Consortium WestermeerWind, bestaande uit: WesWestermeerdijk buitendijks termeerwind BV en Siemens Nederland NV Westermeerdijk binnendijks Acousticon Windpark BV en VWW Windpark BV (beiden partner in NOP Agrowind) Zuidermeerdijk RWE/Essent Niemand op Urk wilde het windmolenpark. Daarvoor bestond bij het college, raad, noch bij de bevolking enig draagvlak. Uit de gevoerde gesprekken is gebleken dat de gemeente in strategisch opzicht een zgn. tweesporenbeleid voorstond. Dit bestond eruit dat alle juridische mogelijkheden aangewend zouden worden om het windmolenpark tegen te houden of te beperken en dat dit ook de voornaamste boodschap naar buiten zou zijn: Urk wil geen windmolens en is ook niet bereid om over alternatieven (mee) te denken. Het tweede spoor zou zijn om via informele wegen te proberen de plannen aan te passen en om financiële of economische compensatie te realiseren. 1
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State(ECLI:NL:RVS:2013:CA3666) onderscheidt vier projecten: “Het Windpark Noordoostpolder bestaat uit vier inrichtingen als bedoeld in de Wet milieubeheer, te weten het windpark gelegen binnendijks nabij de Westermeerdijk, "Windpark Westermeerwind" gelegen voor de kust van de Westermeerdijk en de Noordermeerdijk, "Windpark Creil" gelegen binnendijks nabij de Noordermeerdijk en het windpark gelegen binnendijks nabij de Zuidermeerdijk”.
4
REKENKAMERCOMMISSIE URK - TEGEN WINDMOLENS GEVOCHTEN
In een memo (ongedateerd, waarschijnlijk daterend van voor de zomer van 2009) komt dit tweesporenbeleid ook tot uitdrukking. Hierin wordt bijvoorbeeld gesteld dat de ‘of-vraag’ de belangrijkste is, oftewel, of het windmolenpark er komt. Het streven is er dan dus nog primair op gericht het windmolenpark tegen te houden. Het tweede spoor komt ook in de memo aan de orde, mocht het eerste spoor mislukken. De inzet van Urk op dit punt wordt als volgt verwoord: Ruimtelijke randvoorwaarden geen windmolens aan de Zuidermeerdijk eerste molen niet dichterbij dan ter hoogte van het Schapenpad lagere windmolens Economische randvoorwaarden aanleg van de voor de bouw van het park benodigde haven nabij Urk en overdracht van de haven na realisering van het windpark aan Urk door middel van een grenswijziging aansluiting van de haven op de infrastructuur compensatie voor de verminderde aantrekkelijkheid van Urk op cultuur-historisch gebied nieuwe toeristische impulsen met bijbehorende faciliteiten ondersteuning bij de omslag naar duurzame visserij een substantiële financiële bijdrage Een plan van aanpak om het bovenstaande te realiseren, maakt geen deel uit van de memo.
5
REKENKAMERCOMMISSIE URK - TEGEN WINDMOLENS GEVOCHTEN
3
Spoor 1: juridische acties
3.1
Inleiding Het eerste spoor van de gemeente bestond eruit om juridische actie te ondernemen tegen de realisatie van het windmolenpark. In dit hoofdstuk wordt achtereenvolgens ingegaan op de formele rol van de gemeente (paragraaf 3.2), op de formele mogelijkheden van de gemeente (paragraaf 3.3) en op de feitelijke juridische acties die ondernomen zijn (paragraaf 3.4). In paragraaf 3.5 worden over de juridische acties van de gemeente conclusies getrokken.
3.2
De formele rol van de gemeente In de juridische wereld is het van belang het verschil voor ogen te houden tussen de gemeente en haar bestuursorganen. ‘De gemeente’ is een (publiekrechtelijke) rechtspersoon. Als rechtspersoon kan de gemeente deelnemen aan het rechtsverkeer, dat wil zeggen: bezittingen en schulden hebben, contracten sluiten, rechtszaken aanspannen of aangeklaagd worden. Een bestuursorgaan is, zo bepaalt artikel 1:1, lid 1, van de Awb een: orgaan van een rechtspersoon krachtens publiekrecht ingesteld, of een persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed. De gemeentelijke bestuursorganen zijn in ieder geval de gemeenteraad, het college en de burgemeester. Zij zijn bevoegd gezag als hen op grond van wet- of regelgeving, of door overdracht, bevoegdheden zijn toebedeeld tot het verrichten van publiekrechtelijke rechtshandelingen, zoals vergunningverlening of het uitoefenen van toezicht. Een andere juridische term is het begrip ‘belanghebbende’. Artikel 1:2 van de Awb definieert een ´belanghebbende´ als degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Van belang is dat daarmee ook tot uitdrukking is gebracht dat ook sprake kan zijn van een belanghebbende tijdens de voorbereiding van een besluit. Ten aanzien van bestuursorganen stelt voornoemd artikel dat de hun toevertrouwde belangen als hun belangen worden beschouwd. In de Memorie van Toelichting is verduidelijkt dat of sprake is van dergelijke belangen moet worden beoordeeld aan de hand van de taken die aan het bestuursorgaan zijn opgedragen, op basis van wetgeving of door overdracht van bevoegdheden door andere bestuursorganen. Naast de gemeentelijke bestuursorganen kan ook de gemeente als rechtspersoon belanghebbende zijn.
6
REKENKAMERCOMMISSIE URK - TEGEN WINDMOLENS GEVOCHTEN
3.3 3.3.1.
De juridische mogelijkheden Urk als bevoegd gezag Het juridische kader van het Windpark Nop wordt gevormd door privaatrecht en publiekofwel bestuursrecht. Het privaatrecht regelt de benodigde toestemmingen van eigenaren voor het gebruik van gronden en de afspraken die zijn gemaakt over financiering en samenwerking. Het bestuursrecht ziet op de benodigde vergunningen of andere besluiten van overheidswege. De belangrijkste bestuursrechtelijke besluiten die nodig zijn voor de realisatie van het Windpark zijn in de onderstaande tabel opgenomen.2 De betrokken bevoegde gezagen zijn vermeld in de tweede kolom. Besluit/procedure Voorbereidingsbesluit Beleidsregel plaatsing windmolens 2003-2005 Beleidsregel windmolens 2008 Bestemmingsplan ‘Tweede Windmolenpark’ Streekplan Streekplanuitwerking Omgevingsplan 2001-2005 Subsidiebesluit Subsidiebesluit Rijksinpassingsplan Parallelschakelingsbesluit Besluiten aanwijzing te coördineren uitvoeringsbesluiten Exploitatieovereenkomst Besluiten Milieueffectrapportage (M.e.r.) Vergunning op grond van de Wet Beheer Rijkswaterstaatwerken (Wbr) Ontheffingen Flora- en faunawet (Ffw) Vergunning Natuurbeschermingswet (Nbw) Vergunningen Wet milieubeheer (Wm) Maatwerkvoorschriften Ontgrondingswetvergunning Vergunning Wet bodembescherming Bouwvergunningen Aanlegvergunningen Lozingsvergunningen Vergunningen Wet verontreiniging oppervlaktewateren Vergunning Grondwaterwet Keurontheffingen In- en uitritvergunningen Sloopvergunning Waterwetvergunningen 2
Bevoegd(e) gezag(en) Gemeenteraad Noordoostpolder GS Flevoland GS Flevoland Gemeenteraad Noordoostpolder GS Flevoland GS Flevoland PS Flevoland Min EZ Min EL&I Min EL&I en Min I&M Min EZ Min EZ, Min EL&I GS Flevoland Cie M.e.r., B&W Noordoostpolder en B&W Lemsterland Min V&W Min LNV GS Flevoland en GS Fryslân GS Flevoland en B&W Noordoostpolder B&W Noordoostpolder GS Flevoland en Min V&W GS Flevoland B&W Noordoostpolder, B&W Lemsterland, Min EL&I en Min I&M B&W Noordoostpolder en B&W Lemsterland D&H Waterschap Zuiderzeeland D&H Waterschap Zuiderzeeland GS Flevoland DB Waterschap Zuiderzeeland GS Flevoland en B&W Noordoostpolder B&W Noordoostpolder D&H Waterschap Zuiderzeeland
Bron: http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/windpark-noordoostpolder-fase-1
7
REKENKAMERCOMMISSIE URK - TEGEN WINDMOLENS GEVOCHTEN
Omgevingsvergunningen
B&W Noordoostpolder
Wat opvalt in de tabel is dat de gemeente Urk bij geen enkel besluit bevoegd gezag is. Het Windpark is in zijn geheel gelegen buiten het grondgebied van de gemeente Urk. Daaruit vloeit voort dat de gemeente Urk als zodanig noch de bestuursorganen van de gemeente als bevoegd gezag, formeel enige zeggenschap hebben gehad in het proces. 3.3.2.
Urk als belanghebbende Dat de gemeente Urk bij geen enkel besluit bevoegd was, neemt niet weg dat zij wel in haar belangen is geraakt door de grote ruimtelijke uitstraling van het Windmolenpark en dat zij, in elk geval waar het de (voorbereiding van) ruimtelijke besluiten betreft, formeel kan worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van de Awb. Sinds de wijziging van de Elektriciteitswet in 2009 – windparken met een vermogen van meer dan 100 MW vallen automatisch onder de Rijkscoördinatieregeling – is de betekenis van die hoedanigheid evenwel sterk ingeperkt. In de toepasselijke Crisis- en herstelwet (Chw) is namelijk uitdrukkelijk bepaald dat overheden onderling niet tegen elkaars besluiten kunnen procederen.3 Daarom was het voor de gemeente Urk (en Lemsterland) niet mogelijk om via het bestuursprocesrecht beroep in te stellen tegen het rijksinpassingsplan en de daarop gebaseerde vergunningen. Daaruit volgt dat vanaf de inwerkingtreding van de daartoe strekkende coördinatiebesluit van de Minister EZ de gemeente Urk bestuursrechtelijk zo goed als buitenspel stond. Omdat procederen was verboden, waren de formele mogelijkheden voor Urk om invloed uit te oefenen op het besluitvormingsproces beperkt tot het indienen van zienswijzen. Daarvan heeft de gemeente bij de eerste en tweede fase van de terinzageleggingen gebruik gemaakt.4
3.3.3.
Privaatrecht De enige manier waarop de gemeente Urk haar tanden kon laten zien, was om als rechtspersoon te procederen op grond van het privaatrecht, bijvoorbeeld door bij de burgerlijke rechter een vordering op grond van artikel 6:162 BW in te stellen . Dat betekent dat de burgerlijke rechter wordt gevraagd te erkennen dat de Staat door een bepaald besluit te hebben genomen jegens Urk een onrechtmatige daad heeft gepleegd. Als de rechter van mening dat dat het geval is, wijst hij de vordering toegewezen. Die vordering kan bestaan uit het toekennen van schadevergoeding5, het opleggen van een verbod of bevel6 of een buitenwerkingstelling van het besluit7.
3.4 3.4.1.
Feitelijke juridische acties Door de gemeente Urk Zoals aangegeven, waren de juridische mogelijkheden voor de gemeente Urk om het windmolenpark tegen te houden, beperkt. De enige mogelijkheden waren om als belanghebben-
3
Artikel 1.4 van de Chw.
4
Bron: www.rvo.nl: ‘Antwoordnota zienswijzen op ontwerp-besluiten Windenergie langs de dijken van de Noordoostpolder’, ‘Inspraakbundel zienswijzen op de ontwerp-besluiten voor windpark Noordoostpolder’ en ‘Inspraakbundel zienswijzen op de ontwerp-besluiten voor windpark Noordoostpolder fase 3’ 5 artikel 6:96-6:110 BW 6 artikel 3:296 BW 7 artikel 6:2 BW
8
REKENKAMERCOMMISSIE URK - TEGEN WINDMOLENS GEVOCHTEN
den zienswijzen tegen plannen in te dienen en om privaatrechtelijk te procederen. Dat laatste heeft de gemeente niet gedaan en voor zover bekend ook niet overwogen. In onderstaande tabel zijn de juridische acties kort weergegeven. 28 mei
1990
21 juni
1996
8 dec
1998 1998
22 dec 25 feb
1998 1999
23 mrt
1999 1999
26 okt 20 feb
2000 2002 2004
2004
18 juni
2004
2006 3 mei
2006
2 nov
2006
okt/nov
2009 2009 2010
12 nov
20 dec
2010 2011
Reactie college op bestemmingsplan Tweede Windmolenpark Geen bezwaar, wel aandringen c.q. verzoeken tweede windmolenpark ten westen van Urk niet te realiseren I.v.m. het gezicht op Urk Geen zienswijzen windmolenlocaties streekplanuitwerking en bijbehorende M.e.r., omdat niet voorziet in nieuwe windmolenlocaties op of in onmiddellijke nabijheid Urk. Burgemeester is tegen Gemeente Nop stelt landschapsplan windturbines vast Reactie college voor kennisgeving aangenomen: Provincie Flevoland Gewijzigd ontwerp Streekplanuitwerking plaatsingsmogelijkheden voor windmolens Voorbereidingsbesluit windmolens gemeente Nop Vaststelling nieuw beleid windenergie gemeente Nop - Nota integraal beleid windenergie, gemeente Noordoostpolder, februari 1999 ‘van solitair naar solidair’. Prov. Flevoland Vaststelling Streekplanuitwerking plaatsingsmogelijkheden voor Windmolens – geen bezwaar gemaakt Aanwijzing door gemeenteraad Nop van de westzijde polder voor toepassing windenergie Vaststelling projectplan ‘implementatie van windenergie’ door gemeente Nop Vaststelling provinciaal Omgevingsplan 2002 (windpark) Inspraakreactie door gemeente Urk op Concept-voorontwerp partiële herziening Omgevingsplan Flevoland – geen lijnopstelling windmolens langs de Zuidermeerdijk Start M.e.r – in de periode van 11 maart 2004 tot en met 8 april 2004 heeft de startnotitie M.e.r. ter inzage gelegen Bij brief van 16 apr 2004 heeft het college van Urk zienswijzen ingediend Zienswijze college op ontwerppartiele herziening Omgevingsplan Flevoland Flevoland – geen lijnopstelling windmolens langs de Zuidermeerdijk Vaststelling bestemmingsplan Landelijk Gebied 2004, gemeente Nop, verwerking windenergiebeleid toegangsbesluit Rijksprojectenprocedure (thans: Rijkscoördinatieregeling) Kabinet Zienswijze college op Ontwerp Omgevingsplan Flevoland – bij windmolenopstellingen rekening houden met het karakteristieke beeld vanaf het Ijsselmeer op Urk Vaststelling Omgevingsplan Flevoland In 2006 zijn in de Nota Ruimte, kaart F, de Noordermeerdijk en Westermeerdijk aangeduid als ‘Buitendijkse zoeklocatie (uitbreiding) windmolens’. Bevestiging integraal beleid windenergie in provinciaal Omgevingsplan Indiening aanvragen fase 1 Terinzagelegging aanvragen Wm en het Mer Inpassingsplan en vergunningen fase 1 - Terinzagelegging ontwerpinpassingsplan en ontwerp-vergunningen van 18 juli 2010 tot en met 29 juli 2010 en van 20 augustus 2010 tot en met 30 september 2010. Zienswijzen ingediend door de gemeente Urk Fase 1 - Vaststelling Inpassingsplan Vergunningen fase 2 - Terinzagelegging ontwerpbesluiten van 26 augustus 2011 tot en met 6 oktober 2011.
9
REKENKAMERCOMMISSIE URK - TEGEN WINDMOLENS GEVOCHTEN
28 sep
2011
8 feb
2012
21 nov
2012
19 juni
2013
Zienswijzen gemeente Urk: verzoek tot het stellen van maatwerkvoorschriften Noordermeerdijk binnendijks; zienswijzen ontwerp-watervergunningen voor de Noordermeerdijk binnendijks, Westermeerdijk binnendijks en Zuidermeerdijk; Inpassingsplan en vergunningen fase 1 - Uitspraak RvS: inpassingsplan onherroepelijk Vergunningen fase 3 - terinzagelegging ontwerpbesluiten van 29 juni 2012 tot en met 9 augustus 2012. Vergunningen fase 2 - Uitspraak Raad van State: de beroepen zijn (voor zover ontvankelijk) ongegrond verklaard Vergunningen fase 3 - Uitspraak Raad van State: de beroepen zijn (voor zover ontvankelijk) ongegrond verklaard, uitspraak.
Vanaf 1993 is het bestuurlijk proces rond het windenergiebeleid in het algemeen en het windpark Nop in het bijzonder opgestart. Tegen concept-streek- en bestemmingsplannen werd door de gemeente Urk aanvankelijk niet of nauwelijks geageerd. Vanaf 2004 heeft de gemeente op verschillende momenten in de procedures gebruik gemaakt van de formele mogelijkheden zienswijzen tegen de plaatsing van windmolens in algemenere zin en tegen het Windpark naar voren te brengen; bij de betrokken ministeries (VROM en EZ), de provincie Flevoland en het waterschap Zuiderzeeland. Op verschillende momenten heeft de gemeente haar standpunten (zijnde tegen de plaatsing van windmolens) kenbaar gemaakt. Specifiek gaat het daarbij om: inspraakreactie op concept-voorontwerp partiële herziening Omgevingsplan Flevoland (20-2-2004) zienswijze op de startnotitie M.e.r. (16 apr 2004) zienswijze op ontwerp partiële herziening Omgevingsplan Flevoland (18-6-2004) zienswijze op ontwerp Omgevingsplan Flevoland (3-5-2006) zienswijzen fase 1 Inpassingsplan en vergunning (precieze datum onbekend, waarschijnlijk sept 2010) zienswijzen fase 2 Windpark (28 september 2011) Privaatrechtelijke acties heeft de gemeente niet ondernomen en niet is overwogen daartoe over te gaan. 3.4.2.
Door andere belanghebbenden Ook andere instellingen en organisaties hebben zich in rechtszaken gepresenteerd als belanghebbende. Datzelfde geldt ook voor de gemeenten Lemsterland en Noordoostpolder en voor burgers van die gemeenten en organisaties, zoals de actiegroep Urk Briest, de Stichting de Rotterdamse Hoek, het Nationaal Kritisch Platform Windenergie, de Stichting Waterrecreatie IJsselmeer en Randmeren, de Stichting Gaasterlân Natuerlân, de Stichting Verantwoord Beheer IJsselmeer, de Stichting Erfgoed Urk, de Bond Heemschut commissie Heemschut Flevoland en de Stichting Waterrecreatie IJsselmeer en Randmeren, hebben zich in de gevoerde rechtszaken gepresenteerd als belanghebbenden Als reactie op berichtgeving in de landelijke media dat het Windpark het grootste windmolenpark van Nederland zou worden, werd in mei 2008 het Comité Urk Briest opgericht, kort nadat de toenmalige minister Cramer van milieu het plan omarmde. Volgens het comité is bij de planning van het windmolenpark geen rekening gehouden met de belangen van buurgemeente Urk. Het comité heeft actief campagne gevoerd tegen de plannen. De Urker bevolking diende, daartoe opgeroepen door het comité, bijna 600 zienswijzen in tegen de milieueffectrapportage (M.e.r.) die de initiatiefnemers hadden ingediend. Er werd protest aangetekend tegen vrijwel alle aspecten van de M.e.r., variërend van horizonvervuiling tot
10
REKENKAMERCOMMISSIE URK - TEGEN WINDMOLENS GEVOCHTEN
veiligheidsaspecten. De gemeente Urk en de meeste genoemde organisaties hadden in feite dezelfde belangen en oogmerken, namelijk het tegenhouden, vertragen en/of beperken van het windmolenpark. Enkele gesprekspartners hebben aangegeven dat de gemeente Urk en Urk Briest gezamenlijk zijn opgetrokken, waarbij de gemeente bijvoorbeeld grotendeels de juridische stukken (zoals zienswijzen) schreef die door Urk Briest werden ingediend. Dit wordt echter niet door alle relevante betrokkenen bevestigd.
3.5
Resultaat Het mag duidelijk zijn dat het volledig tegenhouden van het Windpark niet is gelukt. Op 8 februari 2012 besloot de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State om het rijksinpassingsplan en de afgegeven vergunningen niet te vernietigen, zoals de tegenstanders hadden geëist. Ook de beroepen tegen milieumaatwerkvoorschriften en die tegen ontheffingen van de Flora- en faunawet (Ffw) werden op respectievelijk 21 november 2012 en 19 juni 2013 door de Raad van State verworpen. Overigens is het aantal te bouwen windmolens in 2010 gedaald van 93 naar 86. Onze analyse is echter dat dit niet te beschouwen is als een resultaat van de juridische (of strategische) acties van de gemeente Urk, maar als een keuze en voortschrijdend inzicht van de exploitant van de windmolens.
11
REKENKAMERCOMMISSIE URK - TEGEN WINDMOLENS GEVOCHTEN
4
Spoor 2: financiële en/of economische compensatie
4.1
Inleiding In het vorige hoofdstuk zijn de juridische acties van de gemeente beschreven die erop gericht waren om het windmolenpark tegen te houden of te beperken. Dit was het eerste spoor van het in hoofdstuk 2 beschreven tweesporenbeleid. Er zijn ook acties (denkbaar) die een niet juridisch karakter hebben. Daarbij kan gedacht worden aan een (informele) lobby om het genoemde doel te realiseren of om (economische of financiële) compensatie te realiseren. Over dit tweede spoor handelt dit hoofdstuk. Uit gesprekken en documentstudie is gebleken dat de gemeente zich tot medio 2008 beperkte tot formele (juridische) acties. Het precieze ‘kantelpunt’ is moeilijk te reconstrueren. Sommige gesprekspartners wijzen in dit verband op de oprichting van Urk Briest, als gevolg van een column van Jan Mulder in mei 2008 in de Volkskrant over de komst van windmolens bij Urk (“Dag Urk, dag beschermd dorpsgezicht, dag zeemansgraven doorboord door stalen spiesen van 200 meter hoog, dag veiligheid van dijken.”) Anderen geven aan dat medio 2008 pas duidelijk werd hoe hoog de windmolens zouden worden. Op basis van de ons ter beschikking staande documenten is niet precies te achterhalen wanneer duidelijk werd cq kon zijn dat het windmolenpark en de windmolens de uiteindelijke omvang kreeg. Wel was het zo dat de provincie in het Omgevingsplan Flevoland 2006 over de hoogte als enige eis had gesteld dat de ashoogte minimaal 100 meter moet zijn en dus geen maximumhoogte had vastgesteld. Oftewel, in dat jaar was wel een minimumhoogte en geen maximumhoogte vastgesteld. In paragraaf 4.2 worden enkele sleutelmomenten beschreven die de strategie en activiteiten goed illustreren en die overeenkomen met hetgeen in interviews is geschetst. We pretenderen niet dat alle acties en activiteiten beschreven zijn, maar wel dat ze de kern ervan weergeven.
12
REKENKAMERCOMMISSIE URK - TEGEN WINDMOLENS GEVOCHTEN
4.2
Activiteiten Op 2 september 2008 werd in het college van B&W besloten een aantal lobby-activiteiten te verrichten. Het betrof brieven die in de weken erna aan de ministers Plasterk en Cramer en aan GS van Flevoland zijn verstuurd. De inhoud was erop gericht om het windmolenpark tegen te houden door de belangen van Urk (sterker) mee te laten wegen in de besluitvorming. Plasterk is een alternatieve locatie in Flevoland geschetst (in de nabijheid van de dijk tussen Lelystad en Enkhuizen). Dit leverde geen resultaat op; reacties kwamen niet of hadden als strekking dat de belangen van Urk zorgvuldig meegewogen zullen worden. Ook Kamerleden, Statenleden en raadsleden van Noordoostpolder werden benaderd. Urk bleef vooral de weerstand tegen de windmolens uitdragen. Dit komt bijvoorbeeld tot uitdrukking in overleggen die de gemeente op ambtelijk en bestuurlijk niveau heeft gevoerd met het ministerie van EZ (op ambtelijk niveau). Weliswaar wordt daarin gewezen op een alternatief voor windenergie, namelijk duurzame energie vanuit zon, biomassa en warmtekracht, maar wordt vooral ook de boodschap uitgestraald dat met Urk niet valt te praten over compensatie. Illustratief hiervoor is een overleg op 6 juli 2009 van de gemeente met het ministerie. Uit het verslag: "Van de zijde van de vertegenwoordigers van EZ en de projectdirecteur wordt vervolgens gevraagd naar de mogelijke voordelen/kansen voor Urk door de bouw van het windpark. Die zullen er toch ook zijn. (…) De burgemeester geeft aan dat hij en de lokale politiek die voordelen/kansen niet zien (…). Bovendien vindt hij het onjuist om mogelijke afspraken te maken over dergelijke zaken rond de ontwikkeling van een windpark waar de gemeente principieel tegen is." Ook in gesprekken met de Stuurgroep Windenergie Noordoostpolder is een dergelijke lijn gehanteerd. In een brief van 3 september 2009 constateert de Stuurgroep dat de gemeente Urk geen ruimte ziet voor het voeren van overleg over aspecten als de ruimtelijke voorwaarden voor het windpark, de mogelijkheid van participatie van de Urker bevolking en de mogelijkheid van economische voordelen van het windpark voor Urk. In een overleg op bestuurlijk niveau met de gemeente Noordoostpolder op 9 oktober 2009 geeft het college van die gemeente aan dat Urk “veel te laat” is om te praten over eventuele compensatie, wijzigingen, etc. De bestuurders van Urk geven op hun beurt aan dat ze geen steun van Noordoostpolder hebben ervaren bij het handhaven van de bijzondere positie van Urk. In het overleg wordt van de zijde van Noordoostpolder opgemerkt dat het schrappen van de windmolens aan de zuidzijde van Urk het maximaal haalbare is, waarbij Urk wel afstand zou moeten doen van het recht bezwaar te maken tegen de bouw van windmolens ten noorden van Urk. Burgemeester Kroon achtte dit te mager. In bovenstaande illustraties was de insteek van Urk er blijkbaar nog op gericht om het windpark helemaal tegen te houden. Op dat moment was echter al duidelijk dat het ‘point of no return’ gepasseerd was. Reeds op 18 augustus 2009 was door het ministerie van EZ in een overleg aangegeven dat het niet de vraag is óf het windpark doorgang vindt, maar hóe. Uit het verslag blijkt dat het ministerie open staat voor ideeën die de pijn voor Urk kunnen verzachten. Urk blijft in de daarop volgende periode desondanks inzetten op de ‘of-vraag’. Een reden hiervan komt in hetzelfde overleg naar voren in een citaat van de toenmalige wethouder Koffeman:
13
REKENKAMERCOMMISSIE URK - TEGEN WINDMOLENS GEVOCHTEN
"De politieke werkelijkheid op Urk is dat de gemeenteraad en daarmee ook het college van B&W het standpunt inneemt van: geen windpark op de dijken nabij Urk. Aan een compromis willen ze absoluut niet denken."
4.3
Gebiedsgebonden bijdrage Door de provincie Flevoland is een gebiedsgebonden bijdrage opgelegd aan de initiatiefnemers op grond van de Beleidsregel Windmolens 2008 Flevoland. Daarmee heeft de provincie zichzelf verplicht van initiatiefnemers uit en gedurende de exploitatie van nieuwe windmolenopstellingen een financiële bijdrage te eisen voor de realisering van gebiedsgebonden projecten op het gebied van natuur-, recreatie- en/of landschapsontwikkeling, dan wel aan projecten die de leefbaarheid van het landelijk gebied versterken. Op grond van de beleidsregel worden onder gebiedsgebonden projecten verstaan: projecten op het gebied van: landschapsbehoud en -ontwikkeling; natuurbehoud en -ontwikkeling; recreatieontwikkeling; versterking en verbetering van de leefbaarheid van het landelijk gebied; duurzame landbouw; in overleg tussen de exploitant en de betreffende gemeente nader te bepalen aan het gebied gelieerde projecten, die een bijdrage leveren aan de doelstellingen van het windmolenbeleid en het Omgevingsplan Flevoland 2006. De desbetreffende beleidsregel bepaalt dat de omvang van het windmolenproject mag worden vergroot met het opbrengend vermogen dat nodig is om de gebiedsgebonden bijdrage te kunnen verwerven. De initiatiefnemers van de windmolenopstelling dienen in overleg met de betrokken gemeente de omvang van de bijdrage te bepalen. Daarbij wordt uitgegaan van een minimale bijdrage van 10% en een maximale bijdrage van 30% van de opbrengst uit de exploitatie van de windmolenopstelling voor belastingen. De afspraken over de omvang, aanwijzing, verdeling van middelen en wijze van uitvoering en organisatie van de vereiste gebiedsgebonden bijdrage gedurende de exploitatie van de windmolens, dienen te worden vastgelegd in een rechtsgeldige, bindende overeenkomst met de gemeente die het aangaat. Voor het Windpark Noordoostpolder is dat de gemeente Noordoostpolder. In reactie op een tweetal brieven van het college van Urk hebben gedeputeerde staten van Flevoland bij brief van 25 september 2013 uitgelegd dat de bijdrage alleen betrekking heeft op het deelproject windpark Zuidermeerdijk. Voor de deelprojecten Westermeerdijk en Noordermeerdijk is de gemeente Noordoostpolder met de initiatiefnemers overeengekomen dat zij voor een periode van 20 jaar met ingang van een jaar na de ingebruikname van de deelprojecten jaarlijks een bijdrage van € 10.000,- per dorp aan de dorpen Nagele, Tollebeek, Espel, Creil en Rutten beschikbaar stellen voor maatschappelijke activiteiten en projecten. Onder de noemer van de gebiedsgebonden bijdrage is door de exploitant (RWE) een bijdrage van maximaal € 60.000 per jaar ingezet voor een informatie- en bezoekerscentrum in de gemeente Noordoostpolder waarin Urk gepromoot wordt als cultuurhistorisch waardevolle gemeente. De stelling van de CDA- en SGP-fracties in de gemeenteraad dat Urk jaarlijks recht zou hebben op € 500.000 tot € 700.000, vindt naar ons oordeel geen steun in de feiten van de regeling. Zoals eerder is geconcludeerd, is de gemeente Urk geen bevoegd gezag en
14
REKENKAMERCOMMISSIE URK - TEGEN WINDMOLENS GEVOCHTEN
ook niet in ander opzicht aan te merken als partij. Zij kan daarom niet op grond van voornoemde beleidsregel recht doen gelden op een gebiedsgebonden bijdrage.
15
REKENKAMERCOMMISSIE URK - TEGEN WINDMOLENS GEVOCHTEN
5
Conclusie en aanbevelingen
5.1
Conclusies en analyse In hoofdstuk 2 is beschreven dat de gemeente Urk een tweesporenbeleid voerde met betrekking tot het windmolenpark: enerzijds werd getracht met juridische acties het park tegen te houden of te beperken en anderzijds was de inzet erop gericht economisch of financieel gecompenseerd te worden. De juridische acties hebben weliswaar geen succes gehad, maar de gemeente heeft naar ons oordeel alle mogelijke juridische wegen bewandeld en daarin geen steken laten vallen. Het tweede spoor, gericht op ruimtelijke en economische randvoorwaarden, is volledig mislukt. In de vorige paragraaf worden enkele sleutelmomenten beschreven die gericht waren op het tweede spoor van de in hoofdstuk 2 geformuleerde strategie. Daarbij valt op dat het gemeentebestuur bleef volharden in het uitdragen van een harde nullijn: wij willen geen windmolens en zijn niet bereid over alternatieven of compensatie te praten. Op zich is het uiteraard mogelijk dat naar buiten toe een ‘harde lijn’ wordt gevolgd en dat informeel en intern een andere boodschap wordt uitgedragen (gericht op alternatieven en compensatie). Daarvan lijkt gezien de (deels vertrouwelijke) verslagen waarover we de beschikking hebben gekregen, geen sprake. Wel blijkt uit interne stukken dat vanuit het ambtelijk apparaat en door de wethouder is aangegeven dat Urk de kans loopt met lege handen te blijven staan. In de overleggen met bijvoorbeeld EZ, de Windkoepel en/of de gemeente Noordoostpolder hebben we echter geen toeschietelijker houding in verslagen aangetroffen. Ook in interviews komt het beeld naar voren dat de gekozen harde lijn het tweede (financieeleconomische) spoor in de wielen heeft gereden. Door de weinig constructieve houding en vooral het te lang vasthouden daarvan, zijn kansen op ‘wisselgeld’ van het ministerie van EZ of de gemeente Noordoostpolder verspeeld. Op het moment dat duidelijk werd dat er geen sprake was óf, maar hóe het windmolenpark er zou komen, had Urk het steven moeten wenden en meer moeten inzetten op financieel-economische compensatie. De verklaring dat dat niet is gebeurd, ligt volgens onze analyse in vier zaken: 1. De gemeenteraad was mordicus tegen het windmolenpark en was volgens de perceptie van het college niet bereid tot een compromis. Hierdoor was er bij het college weinig speelruimte, in elk geval als het gaat om de zichtbare acties. Het merk-
16
REKENKAMERCOMMISSIE URK - TEGEN WINDMOLENS GEVOCHTEN
waardige doet zich overigens voor dat in de raad zelf nauwelijks is gedebatteerd over windmolens. Inhoudelijke raadsverslagen hierover zijn niet aangetroffen. 2. Er lijkt sprake van weinig regie op het evenwicht tussen de twee (deels tegenstrijdige) sporen, die elk primair uitgedragen werden door twee verschillende leden van het college. 3. Op 3 maart 2010 waren er gemeenteraadsverkiezingen. Omdat de hele bevolking van Urk tegen de windmolens was, waren de windmolens ook een belangrijke factor in de verkiezingen. Geen van de politieke partijen kon het zich vanuit electorale overweging (vanaf 2009) permitteren in de aanloop daarnaar een genuanceerde positie over bijvoorbeeld de juridische (on)mogelijkheden in te nemen. Door een in dit dossier bijna activistische gemeenteraad was het ook voor het college bijna onvermijdelijk, zeker naar buiten toe, een onwelwillende houding over alternatieven en compensatie aannemen. 4. Voor zover te achterhalen is, heeft het college de raad niet (al dan niet vertrouwelijk) geïnformeerd over de juridische onmogelijkheid om het windmolenpark tegen te houden. Als het college de raad hierin had meegenomen, zou ze mogelijk meer handelingsruimte hebben gecreëerd om in te zetten op financieel-economische compensatie en waren de punten 1 en 3 van deze opsomming van verklaringen mogelijk omzeild. Overigens was de positie van Urk in het hele proces geen gemakkelijke. Het windmolenpark heeft grote impact op de Urker gemeenschap, maar Urk had over de planvorming formeel geen zeggenschap of formele rol. De Crisis- en herstelwet heeft de gemeente in juridisch opzicht grotendeels buitenspel gezet. Daarbij verwachte Urk wellicht dat de gemeente Noordoostpolder (meer) oog zou hebben voor de belangen van Urk. Pogingen om zitting te krijgen in bijvoorbeeld de Stuurgroep Windenergie Noordoostpolder zijn ook gestrand. Het valt overigens niet uit te sluiten dat de weinig constructieve rol van Urk hier deels debet aan was, maar feit is dat Urk met de handen op de rug moest vechten tegen de windmolens.
5.2
Aanbevelingen Op grond van de conclusies komt de rekenkamercommissie tot de volgende aanbevelingen voor het college: 1. Bepaal een duidelijke (interne en externe) strategie en werk dit uit in een (vertrouwelijk) plan van aanpak. Indien sprake is van een twee- of meer sporenbeleid, zorg dan dat de verschillende sporen op elkaar aansluiten en dat het ene spoor niet dominant aan het andere wordt, zodat per saldo sprake is van één spoor. 2. Geef naar de raad en de samenleving toe duidelijk aan wat in politiek-bestuurlijk complexe besluitvormingsprocessen de juridische mogelijkheden én onmogelijkheden zijn voor de gemeente. Schep geen verwachtingen die niet waar te maken zijn.
17
REKENKAMERCOMMISSIE URK - TEGEN WINDMOLENS GEVOCHTEN
Bijlage 1: Globaal overzicht van de gang van zaken
28 mei
1990 1990
21 juni
1996
1996
8 dec
1998 1998
22 dec 25 feb
1998 1999
23 mrt
1999 1999
26 okt
24 okt
20 feb
2000 2000 2002 2002 2002 2002 2003 2004
2004
18 juni
2004
2006
Vanaf het begin van de jaren ’90 werd door verschillende groepen van boeren gestart met plannen voor gezamenlijke windmolenparken ergens langs de dijken van de Noordoostpolder (Nop). Vanaf 1993 is het bestuurlijk proces rond het windenergiebeleid in het algemeen en het windpark Nop in het bijzonder opgestart. Bestemmingsplan ‘Tweede Windmolenpark’ Reactie college op bestemmingsplan Tweede Windmolenpark Geen bezwaar, wel aandringen c.q. verzoeken tweede windmolenpark ten westen van Urk niet te realiseren I.v.m. het gezicht op Urk Geen zienswijzen windmolenlocaties streekplanuitwerking en bijbehorende M.e.r., omdat niet voorziet in nieuwe windmolenlocaties op of in onmiddellijke nabijheid Urk. Burgemeester is tegen Oprichting Westermeerwind BV. Doel: ontwikkeling en realisatie van een windpark in het IJsselmeer voornamelijk langs de Westermeerdijk Gemeente Nop stelt landschapsplan windturbines vast Reactie college voor kennisgeving aangenomen: Provincie Flevoland Gewijzigd ontwerp Streekplanuitwerking plaatsingsmogelijkheden voor windmolens Voorbereidingsbesluit windmolens gemeente Nop Vaststelling nieuw beleid windenergie gemeente Nop - Nota integraal beleid windenergie, gemeente Noordoostpolder, februari 1999 ‘van solitair naar solidair’. Prov. Flevoland Vaststelling Streekplanuitwerking plaatsingsmogelijkheden voor Windmolens – geen bezwaar gemaakt Aanwijzing door gemeenteraad Nop van de westzijde polder voor toepassing windenergie Integraal beleid windenergie als provinciaal beleid Vaststelling projectplan implementatie van windenergie door gemeente Nop Convenant tussen aantal partijen, waaronder de gemeente Nop, en de Koepel Windenergie Nop i.o. Planvorming overeenkomstig convenant met Koepel Raadsbesluit beleidsinzet m.b.t. Convenant Windenergie Nop Vaststelling provinciaal Omgevingsplan 2002 (windpark) Oprichting Koepel Windenergie Nop Inspraakreactie gemeente Urk op Concept-voorontwerp partiele herziening Omgevingsplan Flevoland – geen lijnopstelling windmolens langs de Zuidermeerdijk Start M.e.r – in de periode van 11 maart 2004 tot en met 8 april 2004 heeft de startnotitie M.e.r. ter inzage gelegen Bij brief van 16 apr 2004 heeft het college van Urk zienswijzen ingediend Zienswijze college op ontwerppartiele herziening Omgevingsplan Flevoland Flevoland – geen lijnopstelling windmolens langs de Zuidermeerdijk Vaststelling bestemmingsplan Landelijk Gebied 2004, gemeente Nop, verwerking windenergiebeleid toegangsbesluit Rijksprojectenprocedure (thans: Rijkscoördinatieregeling) Kabi-
18
REKENKAMERCOMMISSIE URK - TEGEN WINDMOLENS GEVOCHTEN
3 mei
2006
6 juli
2006
mrt
2008 2008 2008
mei
2008
jul 8 aug
2008 2008
19 aug 2 sept
2008 2008
17 sept
2008
17 sept
2008
24 sept
2008
nov 7 sept
2008 2009
2009 29 jan
2009
6 feb
2009
25 feb
2009
net Zienswijze college op Ontwerp Omgevingsplan Flevoland – bij windmolenopstellingen rekening houden met het karakteristieke beeld vanaf het IJsselmeer op Urk Overleg vtg. Gemeente Urk, vtg. Min. EZ en projectdirecteur - ruimte voor gesprek beperkt, aandringen op nieuw proces In 2006 zijn in de Nota Ruimte, kaart F, de Noordermeerdijk en Westermeerdijk aangeduid als ‘Buitendijkse zoeklocatie (uitbreiding) windmolens’. Bevestiging integraal beleid windenergie in provinciaal Omgevingsplan Oprichting Stuurgroep Nop Waarschuwing (ook per e-mail aan de gemeenteraad) het Nationaal Kritisch Platform Windenergie: “De skyline van Urk raakt zijn authentieke karakter kwijt door het nieuwe windmolenpark in de Noordoostpolder” Jan Mulder schrijft column en schrikt Urk op; ‘Urk achter een ijzeren gordijn’: “Dag Urk, dag beschermd dorpsgezicht, dag zeemansgraven doorboord door 8 stalen spiesen van 200 meter hoog, dag veiligheid van de dijken. “ Oprichting Comité Urk Briest (voorheen Het Lot van Don Quichot) Overleg wethouder en Urk Briest NB 19 windmolens binnendijks en 24 windmolens buitendijks, tip van de wieken 130 m hoog (obv M.e.r.) eerste publieksactie Actiecomité Urk Briest Collegebesluiten tot eigen bestuurlijk traject, overleg met minister, verzoek om deelname in stuurgroep, medewerken aan opstellen landschapsplan, richting prov reageren op gespeelde rol, bij minister alternatieven aandragen Brief college aan minister Plasterk OCW / wil u zich sterk maken voor ons dorpsgezicht? Brief college aan GS Flevoland – wij zijn tegen deze grootschalige windmolenopstelling e, hebben dat meermalen bij u onder de aandacht gebracht en u heeft daarop niet geregeerd NB Hoge winmolens 190 m Brief college aan minister Cramer VROM – wij hebben vanaf 2004 geen gehoor gekregen – verzoek om Urker belangen mee te wegen en Urk in ieder geval te horen Bedrijvenkring Urk (BKU) stapt naar de provincie ontvangst Brief Stuurgroep Windpark Noordoostpolder: wij zullen naar ons beste inzicht rekening houden met uw belangen; u heeft geen expliciete wensen of opvattingen aangedragen. Wijziging Elektriciteitswet – windparken met een vermogen van meer dan 100 MW vallen automatisch onder de Rijkscoördinatieregeling (RCR) Brief college aan stuurgroep – met klem ontraden wij de voorgestelde rijkscoordinatie. Brief burgemeester aan Min EZ – verzoek om volwaardige plaats in besluitvormingsproces De gemeente Urk laat de VNG weten dat zij zich distantieert van de afgesloten
8
Gevecht Urk Briest tegen 'Euromasten', De Stentor, 12 augustus 2009 http://extra.volkskrant.nl/opinie/artikel/show/id/648/Urk http://www.vk.tv/opinie/article1393245.ece/Jan_Mulder_verrommelen Deze gemeenschap van ruim 18.000 inwoners zou tot juni 2008 niet hebben geweten wat de plannen inhielden. Urk Briest zegt de details van het plan zelf bij elkaar te hebben moeten sprokkelen; het comité maakte zelf maquettes die de verhouding tussen de geplande turbines en de Urker vuurtoren illustreren. In augustus 2009 maakten de belanghebbenden een begin met het voorlichten van de 8 omwonenden middels een infokaravaan.
19
REKENKAMERCOMMISSIE URK - TEGEN WINDMOLENS GEVOCHTEN
16 mrt
2009
23 apr
2009
6 juli
2009
18 aug
2009
22 sept
2009
9 okt
2009
13 okt
2009
okt/nov
2009 2009
Aug nov nov
2009
12 nov 22 dec
2009 2009
31 mrt
2010 2010
April
2010
15 juli
2010
12 aug
2010
nov
2010
20 dec 27 jan 10 feb 15 feb
2010 2011 2011 2011
overeenkomst windenergie op land Reactie minister EZ op brief 6 feb 2009: plan is van nationale betekenis - belangen zullen zorgvuldig worden afgewogen Artikel in Media Urk Briest De provincie Flevoland heeft in het Omgevingsplan Flevoland 2006 verzuimd een maximumhoogte voor nieuwe windmolens vast te stellen. De enige eis die de provincie aan de omvang van nieuwe windmolens stelt is dat de ashoogte minimaal 100 meter moet zijn. “De molens die nu gepland zijn, zijn veel groter dan waar wij enkele jaren geleden nog vanuit gingen”, lieten enkele statenleden zich in de wandelgangen ontvallen. Bestuurlijk overleg met ministerie EZ: “Urk zal zich op legale weg blijven verzetten” Aanduiding drie dijken als “Buitendijkse (zoek)locatie windmolens” in het in het door het kabinet vastgestelde Nationale Waterplan, kaart 20 Bestuurlijk overleg met ministerie EZ – het ministerie zet sowieso door. Urk: geen windpark op de dijken van Urk Besluit college met steun presidium om eventuele economische compensatie in beeld te brengen. Overleg met, Gemeente Noordoostpolder: Urk is te laat om te praten over eventuele compensatie, wijzigingen, etc. Urk heeft niet gereageerd op aanbod laatste ontmoeting. Ook is driemaal door EZ aanbod aanpassing gedaan. Noordoostpolder werkt nu mee aan de realisatie. Het schrappen van windmolens aan de zuidzijde is het hoogst haalbare. Teleurstelling: “Uit niets blijkt ook enige mede verantwoordelijkheid voor het handhaven van de bijzondere positie van Urk”. Het schrappen van de windmolens aan de zuidzijde van Urk is het maximaal haalbare. Collegebesluit: brief aan Noordoostpolder stuurgroep: schrappen windmolens zuidzijde en tussen Urk en Schapenpad, en gesprek met EZ en starten van lobbytraject. Indiening aanvragen fase 1 Voorlichting door middel van informatieavonden op Urk, in Emmeloord, Lemmer en Balk. Toekenning subsidie door minister Van der Hoeven van Economische Zaken ad max. € 880 miljoen op grond van de Subsidieregeling Duurzame Energie (SDE). De SDE heeft het karakter van een garantieregeling Terinzagelegging aanvragen Wm en het Mer Besluit college om tegen alle plannen, besluiten te ageren door zienswijzen, bezwaar of beroep Inwerkingtreding Crisis- en herstelwet (beperking beroepsrecht gemeente) Inpassingsplan en vergunningen fase 1 - Terinzagelegging ontwerpinpassingsplan en ontwerp-vergunningen van 18 juli 2010 tot en met 29 juli 2010 en van 20 augustus 2010 tot en met 30 september 2010. Windkoepel geeft de dorpen Nagele, Tollebeek, Espel, Creil en Rutte 20 jaar lang 10.000 euro per dorp Exploitatieovereenkomst Zuidermeerdijk tussen provincie Flevoland en initiatiefnemers Biref burgemeester aan Koepel in reactie op artikel Telegraaf mw Wijjnia / u houdt geen rekening met onze belangen Toekenning subsidie door minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van maximaal € 116 miljoen. Fase 1 - Vaststelling Inpassingsplan Gesprek tussen college en minister EZ, Landbouw en innovatie over varianten Gesprek tussen ambtenaren Min. EZ, L&I en afvaardiging college. Gesprek tussen Min.EZ, L&I, prov. Flevoland, Koepel Windenergie NOP, en de
20
REKENKAMERCOMMISSIE URK - TEGEN WINDMOLENS GEVOCHTEN
2011 8 feb
2012
21 nov
2012
15 jan
2013 2013
feb
2013
19 juni
2013
7 feb
2014 2014
gemeenten Urk en Nop – toezegging gebiedsgebonden bijdrage en bewonersparticipatie Vergunningen fase 2 - Terinzagelegging ontwerpbesluiten van 26 augustus 2011 tot en met 6 oktober 2011. Inpassingsplan en vergunningen fase 1 - Uitspraak RvS: inpassingsplan onherroepelijk Vergunningen fase 3 - terinzagelegging ontwerpbesluiten van 29 juni 2012 tot en met 9 augustus 2012. Start voorbereiding bouw Aanleg scheepvaartveiligheidsvoorziening Vergunningen fase 2 - Uitspraak Raad van State: de beroepen zijn (voor zover ontvankelijk) ongegrond verklaard College besluit om ter zake van de gebiedsgebonden bijdrage op te trekken met NOP Participatieonderzoek onder lokale bevolking Start voorbereidende werkzaamheden/bouwrijp maken Afspraak provincie met RWE-Essent inzet jaarlijkse gebiedsgebonden bijdrage (60.000 euro) in NOP en Urk voor informatie- annex bezoekerscentrum Vergunningen fase 3 - Uitspraak Raad van State: de beroepen zijn (voor zover ontvankelijk) ongegrond verklaard, uitspraak. Start bouw Bekendmaking participatiemogelijkheden in de vorm van aandelen of obligaties in windpark Westermeerwind voor inwoners van Noordoostpolder, Urk en Lemsterland.
21
REKENKAMERCOMMISSIE URK - TEGEN WINDMOLENS GEVOCHTEN
Procesverloop Windpark Noordoostpolder Startnotitie Terinzagelegging startnotitie van 11 maart 2004 tot en met 8 april 2004. Inpassingsplan en vergunningen fase 1 Terinzagelegging ontwerp-inpassingsplan en ontwerp-vergunningen van 18 juli 2010 tot en met 29 juli 2010 en van 20 augustus 2010 tot en met 30 september 2010. Terinzagelegging inpassingsplan en vergunningen van 7 januari 2011 tot en met 18 februari 2011. Een besluit is aangehouden en heeft later, van 5 augustus 2011 tot en met 16 september 2011 ter inzage gelegen. Officiele naam inpassingsplan: "Inpassingsplan Windenergie langs de dijken van de Noordoostpolder". Inpassingsplan vastgesteld: 20 december 2010. Uitspraak Raad van State 8 februari 2012, rechtsgevolgen van het inpassingsplan en uitvoeringsbesluiten in stand gelaten, uitspraak. Inpassingsplan inwerkingtreding: 19 februari 2011. Inpassingsplan onherroepelijk: 8 februari 2012. Vergunningen fase 2 Terinzagelegging ontwerp-besluiten fase 2 van 26 augustus 2011 tot en met 6 oktober 2011. Terinzagelegging besluiten fase 2 van 24 februari 2012 tot en met 6 april 2012, en verlengd tot 20 april 2012 vanwege een fout. Uitspraak Raad van State op fase 2: 21 november 2012, de beroepen zijn (voor zover ontvankelijk) ongegrond verklaard, uitspraak. Vergunningen fase 3 Terinzagelegging ontwerp-besluiten van 29 juni 2012 tot en met 9 augustus 2012. Terinzagelegging besluiten van 5 oktober 2012 tot en met 16 november 2012. Uitspraak Raad van State op fase 3: 19 juni 2013, de beroepen zijn (voor zover ontvankelijk) ongegrond verklaard, uitspraak.
22