Reflex
R e l at i e m a g a z i n e v a n E x x o n M o b i l i n d e B e n e l u x J AA R GANG 1 3
NR 1 2013
Technologie voor energie INTERVIEW Dirk Fransaer, Vlaams kenniscentrum VITO over innovatie KENNISMAKING met raffinaderijdirecteuren Rotterdam en Antwerpen SIMULATIE van innovatieve technologie
2 Reflex NR 1 2013
JUBILEUMVIERING
ExxonMobil viert 25 jaar Breda met inspirerend HR-seminar
Op zoek naar goed opgeleid personeel Hoe kunnen bedrijfsleven en onderwijs zorgen voor voldoende, goed opgeleid personeel in tijden van vergrijzing? Met een seminar rond human resources zette ExxonMobil – samen met de Brabantse afdeling van de Amerikaanse Kamer van Koophandel (AmCham) – het 25-jarig jubileum van het Benelux-hoofdkantoor in Breda luister bij.
Joost Van Roost, president-directeur ExxonMobil Benelux.
HR-managers Liesanne de Rijke (ExxonMobil), Bram Rooijmans (GE Healthcare) en Wim Schuring (Cargill).
Peter van der Velden, burgemeester van Breda.
Reflex NR 1 2013 3
Breda en ExxonMobil: hechte band In de zomer van 1987 verruilde ExxonMobil zijn hoofdkantoren voor Nederland en België in Den Haag en Antwerpen, voor het Centraal Kantoor Benelux (CKB) in Breda. Inmiddels vormt het kantorencomplex alweer 25 jaar het kloppende hart van ExxonMobil in de Benelux. De burgemeester van Breda, Peter van der Velden, toonde zich tijdens de jubileumviering trots dat het Benelux-kantoor van ‘een van de grootste petrochemische bedrijven ter wereld’ zich in zijn stad bevindt: ‘Esso besefte dat het kon profiteren van een centraal gelegen positie tussen de mainports Rotterdam en Antwerpen en was de eerste ‘Benelux-vestiger’ in Breda.’ Ook president-directeur Joost Van Roost van ExxonMobil Benelux (zelf vanaf het begin bewoner van het Bredase hoofdkantoor) benadrukte de gunstige ligging van Breda: ‘Tussen Antwerpen en Den Haag, met een uitstekende infrastructuur en dicht bij de snelweg A16.’ Ook memoreerde Joost Van Roost de plezierige samenwerking met het stadsbestuur. ‘Dankzij de ondersteuning van de Gemeente Breda konden we een kantoor bouwen op deze prachtige locatie.’ Tot slot spraken ook Patrick Mikkelsen, Executive Director van AmCham, en Alan Ras van de Amerikaanse ambassade de gasten kort toe en feliciteerden zij ExxonMobil met het jubileum. Foto’s: René de Gilde
H
uman Capital is een speerpunt van AmCham. Onder de noemer ‘Sharing best practices of human resources’ nodigden AmCham, de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) en ExxonMobil diverse vertegenwoordigers van in Brabant gevestigde Amerikaanse multi nationals uit. Het doel: inspirerende inzichten op het gebied van human resources met elkaar delen.
TechXpert Namens ExxonMobil gaf HR-manager Liesanne de Rijke een toelichting op het succesvolle interne mentorprogramma TechXpert. Binnen dit programma leert jong technisch talent ‘in-house’ het vak van process operator. ‘TechXpert past binnen de people strategy van ExxonMobil’, vertelde Liesanne De Rijke. ‘We bekijken voortdurend wat we in de toekomst aan expertise nodig hebben. Momenteel is het lastig om voldoende, technisch geschoolde medewerkers te werven in de markt. Daarom gooien we het met TechXpert over een andere boeg: we richten ons specifiek op leerlingen in het middelbaar beroeps onderwijs (mbo) en de laatste fase van het hoger algemeen vormend onderwijs (havo).’ In een speciaal ontwikkeld leerwerktraject combineren de leerlingen zeven maanden onderwijs op het ROC Zadkine met acht maanden praktijker varing bij ExxonMobil. ‘Daarbij krijgen ze een ervaren mentor toegewezen. Het feit dat deelnemers samen optrekken en ervaringen kunnen delen, zorgt voor extra zelfvertrouwen. Ook spreekt het de leerlingen aan dat ze vanaf het begin op onze payroll komen te staan.’ De vernieuwende aanpak van ExxonMobil werpt zijn vruchten af: sinds de start van het programma, in augustus 2011, stroomden dertig studenten in. Daarvan waren er begin oktober nog 28 actief. Liesanne De Rijke: ‘Zij kunnen na succesvolle afronding van het afsluitende
examen en een positieve beoordeling eind dit jaar, rekenen op een passende baan als process operator.’
Vruchtbare samenwerking Ook de twee andere panelleden gingen kort in op succesvolle samenwerkingsprojecten uit hun eigen praktijk. Wim Schuring van de agro- industriële multinational Cargill (gevestigd in Bergen op Zoom) schetste hoe het bedrijf zijn personeelsbestand ‘vergroent’ door samen te werken met diverse scholen, andere werkgevers en overheden. Het doel: komen tot een kwalitatief hoogstaand onderwijsaanbod, dat optimaal aansluit bij de vraag vanuit de markt naar tech nisch personeel. Namens GE Healthcare vertelde Bram Rooijmans vervolgens over de vruchtbare samenwerking die de Amerikaanse elektronica fabrikant onderhoudt met de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Zo’n 250 studenten werken gedurende hun studie in het laboratorium van General Electric op de universiteitscampus. Na hun afstuderen vindt een deel elders werk, maar tot nu toe wist GE zo’n veertig talentvolle studenten voor het concern te behouden. ■
4 Reflex NR 1 2013
REDACTIONEEL
Technologie als speerpunt 2012 was een bijzonder jaar voor ExxonMobil Benelux. Een kwart eeuw geleden namen we onze intrek in het Benelux-hoofdkantoor in Breda: strategisch gelegen tussen Antwerpen en Rotterdam. Om dit jubileum luister bij te zetten, organiseerden we onder meer een seminar rond human resources. Daarbij kwam ook ons eigen interne mentorprogramma TechXpert uitgebreid aan bod. Dit project laat overtuigend zien hoe een bedrijf als ExxonMobil jong technisch talent kan werven én binden. Datzelfde technisch talent is de primaire doelgroep van het Provinciaal Havencentrum Lillo in Antwerpen. Via een nieuwe tentoonstellingsmodule laat Lillo jongeren kennismaken met de industrie. En ook het Kindermuseum Boordevol Energie in Assen en het Vlaamse technologiecentrum Technopolis richten zich nadrukkelijk op de jeugd. Al die initiatieven tonen één ding overtuigend aan: de toekomst van de olie- en gasindustrie ligt in de handen van de jongste generaties. U leest er meer over in dit nummer. Ook de nieuwe raffinaderijdirecteuren Dave Brownell (Antwerpen) en Harro van de Rhee (Rotterdam) gaan uitgebreid in op die toekomst. Wat ligt er in het verschiet voor de Europese raffinagesector nu de concurrentie uit andere werelddelen steeds meer toeneemt? Brownell en Van de Rhee benadrukken het belang van een gelijk speelveld voor de industrie en van blijvende investeringen in innovatieve technologie.
Op het gebied van de winning van ‘ onconventioneel gas zetten we momenteel flinke stappen. ’
Wat ExxonMobil op dat laatste punt al allemaal bereikt heeft, valt te lezen in ons artikel over de (vaak baanbrekende) technologie achter onze energievoorziening; een belangrijk aspect van ons werk. Vooral op het gebied van de winning van onconventioneel gas zetten we momenteel flinke stappen. Hetzelfde geldt voor de winning van moeilijk winbare olie. De innovatieve technologie die we daarvoor ontwikkelen, wordt uitgebreid en op levensechte schaal getest in Nederland. Reflex keek rond bij ProLabNL en raakte onder de indruk van de unieke testfaciliteiten van het Arnhemse bedrijf. Tot slot bezochten we onze eigen raffinaderij in Rotterdam. Startende console operators leren hier de kneepjes van het vak aan de hand van een geavanceerde Operator Trainings Simulator. Een fraai voorbeeld van hoe technologie en onderwijs elkaar kunnen versterken.
COLOFON Reflex is een kwartaaluitgave van ExxonMobil in de Benelux, Afdeling Public and Government Affairs. Hoofdredactie Mirjam de Leeuw Redactie Textuur Tilburg Fotografie Willem Blauw, Stefan Dewickere e.a. Redactie Franstalige editie Marina Cols Verantwoordelijk uitgever in België Remko Kruithof, ExxonMobil Petroleum & Chemical BVBA, Polderdijkweg, 2030 Antwerpen Vormgeving Mervyn Hall (GPB Media) Pre-Press GPB Media, Leiderdorp Druk SMG Groep Redactieadressen België: Polderdijkweg, 2030 Antwerpen, tel. 03 / 543.35.92 Nederland: Postbus 1, 4803 AA Breda, tel: (076) 529 1333 Luxemburg: Rue de l’industrie 20, 8069 Bertrange Exxon Mobil Corporation heeft vele verbonden maatschappijen, waar van vele de namen ExxonMobil, Exxon, Esso en Mobil bevatten. Gemakshalve en voor alle eenvoud worden die termen zoals maat schappij, bedrijf, onze, wij en zijn/ haar soms gebruikt als verkorte ver wijzingen naar specifieke verbon den maatschappijen of verbonden groepen. Dit doet evenwel geen afbreuk aan de onafhankelijkheid van de verschillende genoemde juridische entiteiten. Aanvraag extra nummers, adreswijzigingen, nieuwe abon nementen, vragen over de inhoud en toestemming voor overname uitsluitend schriftelijk bij de redactie. Het maken van fotokopieën van de inhoud is toegestaan voor educatieve doeleinden, alsook voor informatieverspreiding binnen organisaties. Aan de teksten in dit tijdschrift k unnen geen rechten worden ontleend. Reflex wordt verstuurd in milieuvriendelijke verpakkingsfolie.
Mirjam de Leeuw
www.exxonmobil.be www.exxonmobil.lu www.exxonmobil.nl
RAFFINADERIJEN
Dave Brownell
Reflex NR 1 2013 5
Harro van de Rhee
Doorbouwen op sterke basis Ze namen eerder dit jaar het roer over van de raffinaderijen in respectievelijk Antwerpen en Rotterdam: Dave Brownell en Harro van de Rhee. De twee k ersverse raffinaderijdirecteuren spraken met Reflex over de toenemende concurrentie vanuit andere werelddelen, de relatie met overheden, en het belang van voortdurende investeringen. ‘Onze uitgangspositie is goed.’
6 Reflex NR 1 2013
RAFFINADERIJEN
Doorbouwen op sterke Dave Brownell
‘Investeringen in innovatieve
technologie zijn absolute noodzaak.
’
W
ie de bedrijvigheid op de Antwerpse en Rotterdamse raffinaderijen van Exxon Mobil aanschouwt, kan zich bijna niet voorstellen dat de Europese raffinagesector steeds meer onder druk staat. Terwijl in Europa zelf de brandstof vraag gestaag daalt, neemt de concurren tie vanuit andere werelddelen toe. ‘De sector is de laatste vijftien jaar inderdaad sterk veranderd’, schetst Dave Brownell. ‘In Azië verrijzen steeds grotere, complexe raffinaderijen, die voornamelijk gericht zijn op de export naar Europa. Tegelijkertijd zie je dat ook de concurrentie vanuit de VS – met zijn grote hoeveelheden schaliegas en voorheen moeilijk winbare olie – toeneemt. De druk op de Europese raffinaderijen wordt daardoor steeds hoger, de concur rentie is simpelweg te groot. De noodzaak om nog efficiënter te produceren en werk te maken van innovatie neemt met de dag toe.’ Ook Harro van de Rhee erkent de weinig rooskleurige positie van de Europese raffinagesector. ‘Vooral de VS heeft inderdaad een enorme boost gekregen door schaliegas. Ook stroomt een steeds groter deel van de Russische ruwe olie naar China in plaats van Europa. Allemaal factoren die ervoor zorgen dat Europa in de hoek zit waar de klappen vallen.’
Goede positionering De uitgangspositie van de raffinaderijen in Antwerpen en Rotterdam is echter goed, benadrukken beide heren. Van de Rhee: ‘Beide raffinaderijen behoren tot de top van de markt als het gaat om kosten- en energie-efficiëntie. Sterk bijkomend punt van ExxonMobil is van oudsher de toegewijde, vakkundige organisatie. Uiteindelijk zijn het toch je mensen die de zaak op efficiënte en veilige wijze draaiende houden. Kijken we specifiek naar R otterdam, dan valt verder onze sterke configuratie op: waar de Europese vraag naar benzine daalt, is onze raffinaderij – met zijn hydrocracker en FLEXICOKER – juist een efficiënte ‘dieselmachine’, die enorme hoeveelhe den ruwe olie kan omzetten in schonere producten. Onze positionering is dus goed; veel Europese raffinaderijen zijn toch vooral gericht op benzineproduc tie.’ Ander groot voordeel is de integratie met de aromatenfabriek op het terrein, vervolgt Van de Rhee. ‘De raffinaderij levert de basisgrondstoffen voor de aromatenfabriek, die zijn bijproducten op zijn beurt teruglevert aan de raffinaderij – met een enorme energie-efficiëntie en CO2-reductie tot gevolg. En verder is onze locatie, nabij de Rotterdamse haven, natuurlijk een enorm voordeel:
de grootste schepen ter wereld kunnen hier terecht.’
Blijven investeren Dat laatste geldt uiteraard ook voor Antwerpen, vult Brownell aan. ‘Daarnaast hebben we ook hier de afgelopen jaren natuurlijk flink geïnvesteerd in energie- efficiency, schonere brandstoffen en beperking van emissies. Onder meer met de warmtekrachtcentrale COGEN, waar mee we grotendeels in onze eigen elektri citeitsbehoefte voorzien, en met de HPHT, onze ontzwavelingsinstallatie voor scho nere diesel. Mede dankzij deze investerin gen zijn we optimaal toegerust voor de komende decennia, waarin olie zeer belangrijk blijft voor de Europese econo mie. Vooral vanuit de transportsector blijft de vraag enorm.’ Nieuwe investerings plannen bestaan er ook al, vervolgt Brownell. ‘Momenteel bekijken we de mogelijkheden voor een zogenoemde Delayed Coking Unit, die stookolie conver teert naar schonere producten. Voor onze positie in Europa zijn investeringen in inno vatieve technologie absolute noodzaak.’ Gelijk speelveld Naast toenemende concurrentie is de strenge nationale en Europese wet- en regelgeving een ander punt waar de
Reflex NR 1 2013 7
basis Harro van de Rhee
We onderzoeken ‘ voortdurend waar en
hoe de productie efficiënter kan.
’
r affinaderijdirecteuren dagelijks mee te maken hebben. ‘Het is belangrijk te besef fen dat wij als raffinaderijen met de rest van de wereld concurreren’, stelt Brownell. ‘Europa moet goed begrijpen dat regels als het Emissons Trading System in andere delen van de wereld niet gelden. Deze regels brengen kosten met zich mee en beïnvloeden de competitiviteit van de sector rechtstreeks.’ De eisen op het gebied van productkwaliteit en emissies zijn al met al flink aangescherpt, vervolgt Brownell. ‘Zo gelden er strenge voorwaar den op het gebied van emissies, en voor het zwavelniveau en het aromatengehalte in producten. ExxonMobil heeft op dit punt vooral behoefte aan zekerheid en duidelijk heid: een ‘level playing field’ met gelijke regels voor de gehele industrie. Zo voor kom je oneerlijke concurrentie.’ Ook Van de Rhee benadrukt het belang van een gelijk speelveld. ‘Het moet voor de indus trie meteen duidelijk zijn waaraan zij moet voldoen en wat de consequenties zijn bij het niet nakomen van regels.’ In het licht van de toenemende concurrentie noemt Brownell verder de juiste balans tussen wet- en regelgeving en werkgelegenheid. ‘Onze plants zijn zeer belangrijk voor de economieën van België en Nederland. De overheid moet goed beseffen dat doorschieten in wetten en
regels uiteindelijk een averechts effect heeft: een verslechterde concurrentie positie is in niemands belang.’ De Rotterdamse industrie is een belang rijke motor van de Nederlandse economie, vult Van de Rhee aan. ‘Niet voor niets investeren we voortdurend in een goede relatie met overheden en instanties op alle niveaus. Zodat we steeds op dezelfde golflengte zitten en elkaar niet onnodig tegenwerken.’
Risicogebaseerde aanpak Ook op het gebied van veiligheid worden de normen – vooral in Nederland – steeds strenger. Van de Rhee: ‘Recente inciden ten bij anderen bedrijven hebben ervoor gezorgd dat media en politiek steeds nadrukkelijker over onze schouder meekijken. Op zich een goede zaak: ExxonMobil hanteert zelf ook zeer strikte normen op het gebied van persoonlijke en procesveiligheid. Alleen schiet de hand having soms te ver door: de overheid lijkt momenteel de voorkeur te geven aan middelvoorschriften, met specifieke, zeer nauwkeurig omschreven maatregelen. Die zouden kunnen resulteren in zeer kostbare aanpassingen, die op de keper beschouwd weinig bijdragen aan meer veiligheid. Wij zien meer in een ‘risicoge baseerde aanpak’ met doelvoorschriften.
Daarbij ligt de nadruk op de te bereiken uitkomst, niet op de weg daar naartoe. We werken verder nauw samen met de verschillende brancheverenigingen om veiligheidsbewustzijn bovenaan ieders prioriteitenlijst te krijgen.’
Voortdurende investeringen Al met al ziet zowel Brownell als Van de Rhee de toekomst positief tegemoet, ondanks de ongunstige vooruitzichten voor de Europese raffinagesector. ‘Rotterdam staat er zoals gezegd goed voor’, benadrukt Van de Rhee nogmaals. ‘Raffinage is een zogenoemde mature market: geheel nieuwe producten komen er niet meer bij. Wij focussen daarom op winstgevende producten als diesel en voedingsstoffen voor de chemie. We onderzoeken voortdurend waar en hoe de productie efficiënter kan.’ Brownell noemt de voortdurende investeringen in meer efficiency en schonere producten, en een verdere integratie met de chemische fabrieken. ‘Mede dankzij die investeringen, het hoge kennisniveau én de samen werking met de Rotterdamse raffinaderij, hebben we de potentie om uit te groeien tot de sterkste raffinaderij ter wereld. Op die enorm sterke basis bouwen we binnen de Benelux graag voort.’ ■
8 Reflex NR 1 2013
ENERGIE
Met de wereldwijd stijgende vraag naar energie is het optimaal benutten van energiebronnen meer dan ooit nodig. Technologische ontwikkeling is daarbij cruciaal. ExxonMobil past verschillende innovatieve technologieën toe om aan de groeiende energievraag te kunnen blijven voldoen.
Technologie B
eleidsmakers erkennen wereldwijd dat energie essentieel is voor groei en voor uitgang, en dat elke technologische vooruitgang op dit gebied enorme economische, milieu- en sociale mogelijkheden biedt. Zowel de overheid als de industrie heeft hierin een rol. Zij moeten samen bouwen aan een aantrekkelijk klimaat voor investeringen in en ontdekking van nieuwe technologieën. Het is de rol van de industrie nieuwe energie voorzieningen op een veilige, zekere en milieu verantwoordelijke manier te leveren.
Nederland investeert in topsectoren De Nederlandse overheid benoemde in 2011 de energie- en chemiesectoren tot topsectoren. Uitgangspunt van het topsectorenbeleid is dat bedrijven de ruimte krijgen om te ondernemen, te investeren, te innoveren en te exporteren, zonder sturing van bovenaf met regels en subsidies. In 2010 behoorde bijna een kwart van de Nederlandse bedrijven tot een van de topsectoren.
Reflex NR 1 2013 9
als antwoord Ondanks alle ontwikkelingen op het gebied van hernieuwbare energie, is de verwachting dat aard gas en olie in 2040 samen nog voor 60 procent aan de wereldwijde energievoorziening bijdragen. Aardgas zal hierbij de snelst groeiende fossiele brandstof zijn; het is ruim voorradig, betrouwbaar en kan flexibel ingezet worden. Boren naar olie en gas is een kostbare aangelegen heid, zonder garantie op succes. Gelukkig worden boortechnieken steeds efficiënter en economischer. Innovatieve technologieën hebben energiebronnen die ooit als niet-economisch en ontoegankelijk werden gezien, toegankelijk en economisch winbaar gemaakt. Vooruitgang in horizontaal boren en hydraulic fracturing heeft het mogelijk gemaakt om op nog grotere schaal aardgas te winnen. Aardgas gewonnen uit onconventionele bronnen zal in 2040 ongeveer de helft uitmaken van de wereldwijde gasvoorraad.
Arctische gebieden ’s Werelds grootste onconventionele olie- en gasvelden bevinden zich in arctische gebieden. De exploratie en productie van deze velden wordt bemoeilijkt door de aanwezigheid van dikke ijslagen – soms wel zes tot zeven maanden per jaar –, hoge golven en aardbewegingen gedurende het hele jaar. Innovatieve technologie, zoals driedimensionale seismische computersimulaties, lange-afstandboren, diepwatertechnologie en kennis op het gebied van ijsmanagement, maakt het mogelijk te werken in extreme temperaturen onder nul en honderden kilometers buiten de kust.
10 Reflex NR 1 2013
ENERGIE
Hydraulic fracturing Als een van de grootste gasproducenten ter wereld, loopt ExxonMobil voorop bij de ontwikkeling van technologie om ‘onconventioneel’ gas veilig en efficiënt te winnen. Met de hydraulic fracturing technologie kan voorheen moeilijk winbaar schaliegas (dat zit opgeslagen in dichte rotsformaties) veilig worden gewonnen. ExxonMobil past deze techniek al decennialang succesvol toe bij conventionele olie- en gaswinning. De boringen vinden zeer gecontroleerd en op grote diepte plaats, ver onder het grondwaterniveau. Er wordt gebruikgemaakt van horizontaal boren, zodat met een boorput een groot gebied tegelijk kan worden bereikt en het landschap zoveel mogelijk in tact blijft.
Boren in diep water Ook boortechnologie voor diep water heeft grote vooruitgang gemaakt. Zo is het mogelijk om offshore olie-en gasvelden aan te boren in waterdieptes die een generatie geleden nog onmogelijk waren. Met een drijvend productie-, opslag- en verladingsschip kunnen tegenwoordig bronnen in waterdieptes van meer dan twee kilometer bereikt worden. Momenteel onderzoekt ExxonMobil de mogelijkheden van een onderzees separatie systeem, waarmee zelfs tot op ruim vier kilometer diepte olie of gas gewonnen kan worden.
Reflex NR 1 2013 11
Vloeibaar aardgas De meeste aardgasbronnen bevinden zich ver van de plekken waar de vraag naar energie het grootst is, en transport via pijpleidingen is erg kostbaar. Dankzij techno logische ontwikkelingen is het mogelijk gemaakt om aardgas – in vloeibare vorm – op een economisch rendabele manier over de hele wereld te verschepen. Tijdens het vervoer wordt het gas op een constante temperatuur en druk gehouden. Eenmaal aan land wordt het vloeibare gas in speciale terminals verwarmd, totdat het zijn gasvorm terug heeft en kan worden ingebracht in nationale gasnetwerken.
Technologische scholing broodnodig Voor het tot stand brengen van innovatie zijn voldoende goedopgeleide, technisch geschoolde mensen nodig, maar helaas kiezen te weinig talentvolle studenten voor een studie in deze richting. President-directeur Joost Van Roost wijst op het probleem dat ExxonMobil in de Benelux ondervindt voor alle functies die technische vaardigheden vereisen. ‘Als prominent werkgever slagen we er nog steeds in om goede ingenieurs aan te trekken, maar elk jaar kost het ons meer inspanningen. Bij Exxonmobil zal het probleem zich doen voelen als we grote investeringen willen doen en belangrijke projecten willen uitvoeren. Indien we dan de nodige ingenieurs niet vinden in eigen land, zullen we die projecten laten uitvoeren door buitenlanders. Dat wil dus zeggen dat je als land werkgelegenheid misloopt, maar ook geen knowhow opbouwt.’ ExxonMobil is daarom zowel in België als Nederland betrokken bij diverse initiatieven op het gebied van technische scholing. Zoals de Sci-Tech Challenge, een Europees onderwijsprogramma om scholieren tussen 15 en 18 jaar enthousiast te maken voor exacte studierichtingen. Ook ondersteunt ExxonMobil de Belgische ingenieursvereniging ie-net bij diverse arbeidsmarktprojecten voor studenten en bedrijsleven. In Rotterdam investeert ExxonMobil actief in een vroegtijdige werving van talent via het eigen onderwijsproject TechXpert (zie pagina 3). Ook participeert ExxonMobil in het Educatief Informatie Centrum (EIC) Mainport Rotterdam, een tentoonstellingsruimte voor bedrijven in het Rotterdamse haven- en industriegebied. Daarnaast ondersteunt ExxonMobil projecten van de N ederlandse Stichting C3, die chemie promoot onder jongeren.
12 Reflex NR 1 2013
SPONSORING
ExxonMobil draagt bij aan nieuwe module in Provinciaal Havencentrum Lillo
Spelenderwijs kennismaken met de industrie Wat is industrie nu eigenlijk precies? Wat doen de mensen die er werken? En hoe belangrijk is de branche voor ons economisch welzijn? Het antwoord op deze vragen is te vinden in een nieuwe interactieve tentoonstelling in Provinciaal Havencentrum Lillo in Antwerpen. Het doel: jongeren enthousiast maken voor een technische studierichting.
H
et gonst van de activiteit in Provinciaal Havencentrum Lillo. Bezoekers struinen in groepjes door de ruimte en lezen aandachtig de panelen met informatie over de Antwerpse haven. Ook de ‘Digitale Schelde’, een multimediale maquette van de Schelde en het havengebied, trekt veel bekijks. Anderen laten zich de kans niet ontnemen om via een van de interactieve modules zélf te ervaren hoe het is om kapitein te zijn van hun eigen schip.
Geliefde bestemming Er valt genoeg te beleven in Provinciaal Havencentrum Lillo, al sinds 1988 hét startpunt voor bezoekers van het Antwerpse havengebied. Het centrum, dat jaarlijks zo’n 47.000 bezoekers trekt, is een geliefde bestemming voor school klassen uit heel Vlaanderen én daarbuiten. De nieuwe module rond Industrie richt zich juist op deze doelgroep, en ook werk zoekenden kunnen er terecht voor meer informatie. Informatieborden, computer
Foto’s: VOKA - Kamer van Koophandel
presentaties, interactieve functies en diverse simulatoren belichten alle aspecten van de haven- en vervoers industrie. Zo krijgen de jeugdige bezoekers inzicht in de dagelijkse praktijk van de industrie. ‘Deze gloednieuwe module geeft de bezoekers – onder de noemer ‘De industrie ontmaskerd’ – een unieke blik achter de schermen van de haven, industrie en logistiek’, beaamt voorzitter Koen Helsen van het Haven centrum. ‘Jongeren gaan hier zelf mee aan de slag. Zo ontdekken ze de boeiende uitdagingen en jobmogelijkheden van de industriële sector in en rond het haven gebied.’
Jongeren ‘ojobmogelijkheden ntdekken zo
van de industriële sector.
’
Cool imago De nieuwe industriemodule, die sinds dit najaar deel uitmaakt van de vaste tentoonstelling van het Havencentrum, kwam tot stand met ondersteuning van Voka; de Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland, waarvan ook ExxonMobil lid is.
De betrokkenheid van Voka bij het Havencentrum komt niet uit de lucht vallen, stelt Pieter Houben, project coördinator Industrie bij Voka. ‘Jonge mensen kopen een smartphone in de winkel, maar zijn niet vertrouwd met de hele productiecyclus die daaraan vooraf gaat. We willen het beeld van de industrie aanscherpen door te laten zien wat die industrie betekent voor onze maatschap pij.’ Volgens Houben heeft de industrie moeite om jonge mensen te begeesteren. ‘We moeten jonge mensen warm maken voor een carrière in de industrie, zodat ze sneller voor een technisch-weten schappelijke richting kiezen op school. Dat doen we door te laten zien dat we iedere dag bezig zijn met nieuwe technologieën en materialen én door te focussen op de eindproducten. Juist door de focus op producten die sterk verweven zijn met ons leven van elke dag, hopen we opnieuw een ‘cool’ imago te krijgen. De industrie module in het Havencentrum past uitstekend in die doelstelling.’ ■
14 Reflex NR 1 2013
INTERVIEW
Reflex NR 1 2013 15
Dirk Fransaer, Gedelegeerd Bestuurder Vlaams kenniscentrum voor duurzame energie VITO:
‘Innovatie moet van onderop komen’ Technologische innovatie speelt een grote rol bij het efficiënter en duurzamer maken van onze energievoorziening. Tegelijkertijd is de rol van fossiele brandstoffen nog lang niet uitgespeeld, voorziet gedelegeerd bestuurder Dirk Fransaer van het Vlaamse kenniscentrum voor duurzame energie VITO.
V
lakbij de Belgische plaats Mol, in de provincie Antwerpen, huist de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). Het Vlaamse kenniscentrum voor duurzame energie (zie kader) deelt het uitgestrekte, bosrijke terrein met het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK), waarvan het tot 1990 deel uitmaakte. Inmiddels maakt VITO naam met innovatieve projecten op het gebied van duur zame ontwikkeling. Als gedelegeerd bestuurder is Dirk Fransaer verantwoordelijk voor het dagelijks beheer over de instelling. In hoeverre leidt technologische innovatie volgens hem tot meer duurzaamheid? Reflex vroeg hem naar de laatste stand van zaken.
Hernieuwbare energie is in opmars, maar de weg naar resultaat blijkt vaak langer dan gedacht. Welke rol kan technologie spelen bij het optimaliseren van de energieproductie en het terugdringen van CO2-emissies? ‘In de industrie zie je dat het energiegebruik al aanzienlijk is gedaald: mede onder druk van wet- en regelgeving zijn bedrijven een stuk energiezuiniger gaan produceren. Als het gaat om energiebesparing, heeft het dan ook vooral zin om te kijken naar het energieverbruik van huishoudens. Een van de thema’s waar we in dit verband veel van verwachten, zijn de zogenoemde smart grids. Deze ‘slimme’ energie netwerken stemmen energievraag en -aanbod op elkaar af op het niveau van individuele huishoudens. Met als doel om het elektriciteits verbruik te optimaliseren en piekverbruik beter te beheren. Een andere innovatie waar we ons actief op richten is geothermische energie, afkomstig uit aardlagen op enkele kilometers diepte. Momenteel is VITO actief betrokken bij de bouw van aardwarmtecentrales in China en België. Hier is de uitdaging vooral om het rendement van deze veel belovende technologie te kunnen verhogen. Een bijkomend probleem is
dat huishoudens toenemende energie-efficiëntie vaak teniet doen door toegenomen gebruik. Hoe efficiënter en dus goedkoper de energie, hoe meer mensen zullen verbruiken. Wat dat betreft leveren conventionele bronnen, gekoppeld aan energie-efficiëntie, binnen huishoudens geen noemenswaardige winst op.’
Transport is een ander terrein waarop volgens u nog veel energiewinst valt te boeken. Welke technologieën zijn hier relevant? ‘Om te beginnen kun je uiteraard denken aan schonere brandstoffen, zuinigere motoren en lichtere voertuigen. Vooral in het personenvervoer liggen er verder volop mogelijkheden bij elektrische voertuigen. De verwachting is dat in 2020 ongeveer een kwart van het wagenpark op elektriciteit rijdt. Deze energie wordt voor een deel echter nog steeds opgewekt in centrales op
ExxonMobil kan veel ‘blijven betekenen bij het zo efficiënt ogelijk maken m van de productie.
’
16 Reflex NR 1 2013
INTERVIEW Om de chemische sector ‘echt te verduurzamen, is vergaande efficiëntie nodig. ’ basis van klassieke brandstoffen. Afvang en opslag van CO2 kan hier uitkomst bieden. Daarnaast zal deze elektriciteit afkomstig zijn uit duurzame bronnen als wind- en zonne-energie. Die hebben echter als belangrijk nadeel dat ze intermitterend van aard zijn: het aanbod fluctueert. Hier kan de opslag in de batterijen van elektrische wagens veel soelaas bieden.’
Innovatieve technologische oplossingen VITO, met circa 700 medewerkers en een budget van ruim 100 miljoen euro, is een van vier strategische onderzoekscentra (SOC’s) in Vlaanderen. De organisatie geldt als hét Vlaamse kenniscentrum voor nieuwe systemen en technologieën op het gebied van duurzame energie. VITO ontwikkelt innovatieve technologische oplossingen en publiceert wetenschappelijk gefundeerde adviezen. Het doel: de duurzame ontwikkeling in Vlaanderen ondersteunen.
U noemt nadrukkelijk het personen vervoer. Voorziet u voor het zwaardere transport ook zo’n grootschalige transitie? ‘Het zware transport zal voorlopig niet over stappen op elektriciteit, daar zijn echt nog grote doorbraken in energieopslag nodig. Batterijen zijn vooralsnog de voornaamste manier om energie op te slaan, maar de trage oplaadtijden daarvan vormen een groot nadeel. Overigens vindt ook op dit vlak wel innovatie plaats. Zo ontwikkelde VITO een technologie op basis van zogenoemde ultracaps: een energieopslag systeem dat in zeer korte tijd een grote hoeveel heid energie kan vrijgeven en weer kan opladen. Bijvoorbeeld in stadsbussen, die veel optrekken en afremmen, kan deze technologie uitkomst bieden: de remenergie die vrijkomt, gebruikt de bus bij het accelereren vanaf de halte. Het verbruik en de CO2-uitstoot nemen hierdoor aanzienlijk af, tot wel 25 à 30 procent. Voor het wegtransport, waarbij er minder sprake is van optrekken en afremmen, biedt deze technologie echter minder soelaas. Ik ben er dan ook van overtuigd dat fossiele brandstoffen voorlopig nodig blijven.’ Hoe lang nog? ‘De rol van fossiele brandstoffen zou halverwege deze eeuw wel zijn uitgespeeld, zo was niet eens zo lang geleden de algehele verwachting. Inmiddels groeit het besef dat we zeker nog tot het einde van deze eeuw, en misschien wel het begin van de volgende, een beroep zullen doen op fossiele brandstoffen. Zie bijvoorbeeld ook de enorme opmars van schaliegas in de Verenigde Staten: door innovatieve winningstechnieken trekt de petrochemische industrie daar enorm
Reflex NR 1 2013 17
aan. De VS wordt zelfs gasuitvoerder, iets dat lange tijd onmogelijk leek. Ook in China en Europa zitten enorme voorraden schaliegas in de bodem. Natuurlijk is schaliegas schoner dan steenkool, maar voor de klimaatverandering biedt het geen echte oplossing. Die ligt toch echt in het verduurzamen en terugdringen van de energieconsumptie.’
Welke rol verwacht u in dit verband van een bedrijf als ExxonMobil? Wat kunnen wij betekenen als het gaat om technologische innovatie? ‘ExxonMobil is als geen ander bedrijf in staat om in te spelen op een trend als schaliegas. Olie- en gaswinning is al sinds de oprichting de kernactiviteit van ExxonMobil, en het management kiest er bewust voor zich vooral te blijven richten op de eigen business. Daar kan ExxonMobil, net als nu, veel blijven betekenen: bij het zo efficiënt mogelijk maken van de productie, en bij de ontwikkeling van zuiniger motoren en schonere brandstoffen. Zeker als je bedenkt dat fossiele brandstoffen op wereldschaal nog zeker honderd jaar een belangrijke factor blijven spelen. Daarnaast zou ExxonMobil zijn kennis van boor technieken kunnen inzetten bij het boren naar aardwarmte – alhoewel dat wel twee aparte takken van sport zijn.’ Welke kansen biedt de chemie voor België en (in bredere zin) Europa? ‘De driehoek Antwerpen-Rotterdam-Ruhrgebied vormt, op de regio Houston na, de grootste chemische cluster ter wereld. Het economisch belang van de sector is enorm. Tegelijkertijd zie je dat de huidige productieprocessen voor een deel efficiënt, maar verouderd zijn; vaak stammen ze nog uit het begin van de vorige eeuw. Om de sector echt te verduurzamen, is vergaande efficiëntie nodig. Ook bij de ontwikkeling van nieuwe, efficiëntere productiemethodes kan ExxonMobil ongetwij feld een grote rol spelen.’ Wat is er voor nodig om technologische innovatie te versterken? ‘Kijk je naar Vlaanderen dan is het innovatiebeleid versnipperd. Dat blijkt ook uit het eerste rapport-Soete over het Vlaamse innovatiebeleid. Die versnippering tegengaan is cruciaal, willen we de beschikbare middelen veel efficiënter kunnen inzetten. Daartoe moet de innovatie van onderop komen. In Nederland zie je veel meer initiatieven op dit vlak, en gelukkig
Belangrijke rol voor energie-efficiëntie ExxonMobil ziet innovatie als essentieel om – met minimale impact op het milieu – te kunnen voorzien in de wereldwijd groeiende vraag naar energie. Verbeteren van de energie-efficiëntie speelt daarbij volgens ExxonMobil een belangrijke rol. Voor fossiele brandstoffen zijn namelijk maar in beperkte mate betaalbare alternatieven voorhanden. Zo zal elektrisch rijden zijn plaats krijgen, maar blijven olieproducten de dominante brandstof voor transport. Via steeds efficiëntere (hybride) voertuigen kan de CO2-uitstoot worden teruggedrongen. Voor elektriciteitsopwekking ziet ExxonMobil aardgas als de ideale brandstof om de groei van hernieuwbare energie te stimuleren (als back-up voor zonne- en windenergie). Ook stoot een aardgascentrale tot 60 procent minder CO2 uit dan een kolencentrale.
gebeurt dat in België en Vlaanderen ook steeds meer. Zo trekken de kleine en grote chemische industrie, samen met diverse kennisinstellingen, inmiddels samen op binnen FISCH. Doel van deze Flanders Innovation Hub for Sustainable Chemistry is het identificeren en stimuleren van innovaties. Een hoopvol signaal: de industrie kan zich wel d egelijk verenigen zonder dat de over heid dat dwingend oplegt. Bovendien ontstaat het draagvlak voor innovatie op deze manier vanzelf.’
Waar ligt tot slot de grootste uitdaging voor de toekomst? ‘Natuurlijk is de transitie naar een meer duurzame energievoorziening enorm belangrijk. Energie is echter in principe oneindig en overvloedig aanwezig, namelijk in de vorm van zonne-energie. Dat geldt niet voor grondstoffen: we realiseren ons nog onvoldoende dat een duurzaam beheer van materialen cruciaal is voor de toekomst van de generaties na ons. Recycling en duurzaam beheer van ertsen en mineralen, binnen een groene kringloopeconomie: daar ligt dé uitdaging voor de toekomst. VITO draagt daar, met gericht onderzoek en innovatieve projecten, graag aan bij.’ ■
18 Reflex NR 1 2013
INNOVATIE
ProLabNL: uniek testinstituut voor procesapparatuur in de olie- en gasindustrie
Technologie ond
Innovatieve technologieën voor de exploitatie van moeilijk bereikbare oliebronnen, getest op levensechte schaal. Het kan bij ProLabNL in Arnhem, wereldwijd het enige bedrijf dat dit type simulaties op deze schaal uitvoert. ExxonMobil maakt graag gebruik van de unieke testfaciliteiten, die het mogelijk maken de winningsomstandigheden van een oliebron te simuleren.
Reflex NR 1 2013 19
d er de loep N iets aan de buitenkant van het pand van ProLabNL, op een industrieterrein aan de rand van Arnhem, doet vermoeden dat hier baanbrekend werk wordt verricht. Eenmaal binnen wordt echter al snel veel duidelijk. In de centrale hal bevinden zich enorme testopstellingen, in veel gevallen transparant uitgevoerd om alle processen goed te kunnen monitoren. Aan de achterkant van het pand oogt de complexe opstelling van leidingen en modules zo mogelijk nog indrukwekkender. In de aangrenzende controleruimte houden process operators alles nauwlettend in de gaten.
Kostbare technologie ProLabNL zag het levenslicht in 2009, vertelt Laboratory Manager Ewout Barents. ‘Nu olie- en gasbronnen langzaamaan leeg beginnen te raken, wordt de exploitatie van minder goed bereikbare bronnen – diep onder de zeespiegel – steeds interessanter voor bedrijven als Exxon Mobil. Daarmee groeit ook de behoefte aan betrouwbare oplossingen voor de winning op grote diepte. Die winning brengt immers enorme investeringen met zich mee, en bedrijven als ExxonMobil willen graag de zekerheid hebben dat nieuwe, kostbare technologie ook onder extreme omstandigheden optimaal functioneert. Wij spelen daar op in door de winningsomstan digheden op de zeebodem zo realistisch mogelijk na te bootsen. Dus op dezelfde schaal, onder hoge druk, en met grondstoffen met dezelfde samenstelling als op subsea level.’ Hoge druk Het simulatieproces kent doorgaans drie stadia, schetst Barents. ‘We beginnen met een computersimulatie, die leidt tot een eerste schets van het proces. Daarna onderwerpen we het
proces aan zogenoemde atmosferische tests onder lage druk. Deze tests leiden tot een transparant model, dat nauwkeurig duidelijk maakt wat er precies in het proces gebeurt. Daarna is het tijd voor het echte werk: het op werkelijke schaal testen van de technologie. Dit gebeurt buiten, in een zogenoemde High Pressure Flow Loop. Met deze hoge drukopstelling kunnen we – met behulp van aardgas, aardolie, zand en zeewater – tot 90 bar een oliebron nabootsen.’
Stapsgewijs ontleden Ook ExxonMobil klopt regelmatig aan bij ProLabNL voor het laten testen van innovatieve technologieën. Barents: ‘We testten in 2011 onder meer een zogenoemde gravity separator: een vat waarin olie, gas, water en zand van elkaar gescheiden worden. Technologie die op zich al langer wordt toegepast in de conventionele olie- en gaswinning, maar nog niet vaak op de zeebodem. Om de grote druk te kunnen doorstaan, kent dit vat een kleinere diameter dan gebruikelijk en is het een stuk langer. In onze semitransparante opstelling is over de gehele lengte goed zicht baar wat er gebeurt.’ Verder test ProLabNL momenteel compact separation equipment, vervolgt Barents. ‘Dat is wat je hier momenteel buiten kunt zien staan: losse, in serie aan elkaar gekoppelde compacte scheidingsunits. Op grote diepte een stuk handzamer dan de grote vaten die worden gebruikt bij conventionele olie- en gaswinning. In de units, die we hier onder grote druk testen, wordt het gewonnen mengsel stap voor stap ontleed in afzonderlijke stoffen. De samenstelling van de vrijkomende stoffen – olie, gas én afvalwater – monitoren we daarbij voortdurend: aan het einde van het proces moeten die helemaal gescheiden zijn.’ Fossiele brandstoffen In zijn bijna vierjarige bestaan heeft ProLabNL inmiddels een grote naam opgebouwd als het gaat om dit type realistische testopstellingen. De drie oprichters van het onafhankelijke testinstituut (Rombout Swanborn, Toine Hendriks en Barents zelf) hebben er dan ook alle vertrouwen dat de gedane investeringen de komende jaren worden terugverdiend. Barents: ‘Fossiele brandstoffen blijven de komende decennia een enorm belangrijke bron van energie. Daarmee wordt de winning uit onconventionele bronnen nog veel belangrijker dan nu al het geval is. Vanuit onze positie als onafhankelijk testinstituut dragen wij graag bij aan de vervolmaking van de benodigde technologie.’ ■
De exploitatie van minder goed bereikbare bronnen ‘wordt steeds interessanter. ’
PANORAMA
20 Reflex NR 1 2013
NIEUWS
Foto’s: Jan Welling
Kindermuseum Boordevol Energie feestelijk geopend
Een oplichtende dansvloer met daarop 150 springende kinderen. De opening van het Kindermuseum Boordevol Energie in Assen, eind september, bood een vrolijke aanblik. De Nederlandse Aardolie Maat schappij (NAM) ontwikkelde het interactieve Kindermuseum samen met het Drents Museum. Spelenderwijs
kunnen kinderen de energie in allerlei verschijningsvormen ontdekken, beleven en onderzoeken. Vanuit hun eigen dagelijks leven wordt teruggeblikt naar het leven in het verleden (via de museale collectie). Ook daagt het museum de jonge bezoekers uit om na te denken over energie in de toekomst.
1519) staat daarbij centraal. Da Vinci was zijn tijd ver vooruit en had allerlei ideeën voor de toekomst. In het Kindermuseum worden bezoekers virtueel rondgeleid door Leo van Assen, de moderne versie van Da Vinci die als animatie overal aanwezig is.
De gedachtewereld van uitvinder en kunstenaar Leonardo da Vinci (1452–
ExxonMobil is, net als Shell, voor 50% aandeelhouder van de NAM. ■
Nieuwe tentoonstellingsruimtes Technopolis Met twee nieuwe tentoonstellingsruimtes laat het Vlaamse wetenschaps- en technologiecentrum Technopolis jongeren kennismaken met wetenschapsberoepen en technische studierichtingen. Via brancheorganisatie Essenscia droeg ExxonMobil bij aan de totstandkoming van de twee ‘zones’.
Eén zone richt zich specifiek op kinderen en jongeren van 8 tot 14 jaar. Daarnaast voegde Technopolis een zone toe voor een breder publiek; bedoeld voor jongeren van 14 tot 8 jaar, maar ook geschikt voor volwassenen. Binnen de zones maken bezoekers aan de hand van verrassende, interactieve opdrachten kennis met wetenschapsberoepen en studierichtingen. Als procesoperator ervaren jongeren bijvoorbeeld het belang van samenwerken, analyseren en multitasken. Zo krijgen ze een beter beeld van hun talenten. ■
Reflex NR 1 2013 21
Politieke stages In het kader van het programma ‘Onderneming en politiek’ van Voka (het Vlaamse netwerk van ondernemingen) liepen de Vlaamse politici Zuhal Demir (N-VA) en Bart Martens (sp.a) stage bij ExxonMobil’s raffinaderij in Antwerpen. Het Voka-programma biedt ondernemingen en politici een platform om meer te leren over elkaars werkgebied.
Nieuwe Plant Manager aromatenfabriek Rotterdam Bart Martens
Voor ExxonMobil boden de stages een mogelijkheid om politici inzicht te geven in de dagelijkse uitdagingen waar het bedrijf mee te maken heeft. Op de agenda stonden een kennismaking met de raffinaderij-activiteiten en gesprekken over onder andere energie, veilligheid, milieuzorg en sociale aspecten. ■
Zuhal Demir
Opinie-onderzoek
Sinds 1 oktober is Sjoerd Gaanderse directeur van de Rotterdam Aromatics Plant. Hij heeft het roer overgenomen van Thomas Deman, die aan een nieuwe uitdaging in Houston, VS, is begonnen. Sjoerd Gaanderse begon zijn loopbaan bij ExxonMobil in 1992 als Process Engineer op de Rotterdamse aromatenfabriek. De jaren daarna werkte hij in diverse functies – zowel chemical als refining – op verschillende ExxonMobil-vestigingen in de Benelux. Vervolgens bekleedde hij enkele managementfuncties in Azië. Vóór zijn benoeming tot directeur van de aromatenfabriek was Sjoerd Gaanderse werkzaam als Technical Manager van ExxonMobil’s raffinaderij in Rotterdam. ■
bevestigt verbeterd imago in Rotterdam Begin 2012 voerde ExxonMobil in de regio Rijnmond een opinie-onderzoek uit naar de naamsbekendheid en het imago van het bedrijf. Dit was een vervolg op eenzelfde onderzoek in 2009. Het openhartige commentaar van vele opinieleiders, gecombineerd met de peiling onder omwonenden en medewerkers, gaf ons opnieuw een goed inzicht in de verwachtingen die onze omgeving heeft van ons bedrijf.
Verbetering van de communicatie naar burgers, opinieleiders en medewerkers was voor ons een belangrijk aandachtspunt uit het onderzoek in 2009. Uit dit tweede onderzoek blijkt dat de respondenten een duidelijke verbetering zien in onze communicatie. De naamsbekendheid van zowel ExxonMobil als Esso is gestegen, ook onder inwoners. De algemene indruk van de industrie werd als positief beschouwd, maar staat onder druk als gevolg van recente incidenten bij andere bedrijven. Respondenten zijn er niet altijd van overtuigd dat de industrie voldoende aandacht besteedt aan het milieu en veilig heid. Echter, een groot aantal deelnemers vindt dat ExxonMobil zijn verantwoordelijkheid nog altijd serieus neemt. ExxonMobil staat onveranderd bekend als een veilig en betrouwbaar bedrijf dat een positieve bijdrage levert aan de economie en de samenleving. ■
Sjoerd Gaanderse
22 Reflex NR 1 2013
OPLEIDING
Levensechte simulatie
Geavanceerde Operator Trainings Simulator voor console operators Met behulp van een geavanceerde Operator Trainings Simulator leidt ExxonMobil op de raffinaderij in Rotterdam console operators op voor hun zware taak: het in goede banen leiden van complexe fabrieksprocessen.
D
e controlekamer vormt het kloppende hart van alle bedrijfs processen op de Rotterdamse raffinaderij. Achter tientallen beeld schermen houden console operators dag en nacht nauwlettend de gang van zaken binnen de diverse fabrieken in de gaten. Kleurige grafieken en complexe schema’s geven de actuele stand van zaken binnen de verschillende productie-units weer. Waar nodig, kunnen de console operators processen op afstand (laten) bijsturen. Bij onverwachte verstoring van de bedrijfsgang is snel ingrijpen immers gewenst: elke verstoring leidt tot verlies van tijd en geld – en mogelijk tot tijdelijk verminderde veiligheid.
Vergaande automatisering Het werk van de console operators is in de loop der jaren wel veranderd, vertelt Simulator Coordinator Henk Mos. ‘De eisen op het gebied van milieu en efficiëntie zijn over de gehele linie een stuk strenger geworden. Om hieraan tegemoet te komen, en om de processen in onze fabrieken verder te optimaliseren, werd in 2007 een nieuw besturingssysteem geïntroduceerd. Het hele bedrijfsproces is sindsdien steeds verder geautomatiseerd. Voor onze operators betekent het vooral dat er steeds minder kans is om een verstoring mee te maken: ze komen simpelweg veel minder vaak voor dan vroeger.’ Nieuwe generatie Daarmee is het belang van een goede training eigenlijk alleen maar groter geworden, vervolgt Henk Mos. ‘Treedt er onverhoopt tóch een verstoring op, dan moeten onze operators snel en adequaat kunnen handelen. Zo ontstond het idee om onze bestaande simulatietraining fors uit te breiden en te vernieuwen. Zodat operators toch ‘in de praktijk’ kunnen leren wat ze
Henk Mos, Simulator Coordinator.
moeten doen als er iets gebeurt. Bijkomend argument voor een intensieve training is dat we de komende jaren – door de vergrijzing – steeds meer nieuwe operators nodig hebben. In korte tijd leiden we een hele nieuwe generatie jonge en vaak onervaren specialisten op.’
Reflex NR 1 2013 23
Gedetailleerde replica Inmiddels is de Operator Trainings Simulator (OTS) alweer enige tijd operationeel. In de controlekamer tonen diverse beeldschermen voortdurend de actuele stand van zaken van de productielocaties. In de aangrenzende trainingsruimte staat een replica van dit controlesysteem. Onder begeleiding van enkele PowerUsers (ervaren operators die de kneepjes van het vak door en door kennen) doen trainees hier ervaring op met het monitoren van bedrijfsprocessen. Henk Mos: ‘Alle bouwtekeningen zijn door de leverancier van onze simulatie software verwerkt in deze replica. Het resultaat is een gedetailleerd procesmodel, Dynsim, dat voortdurend het dynamische gedrag van een bepaalde unit simuleert. Twee keer per seconde berekent Dynsim zaken als de product samenstelling in iedere leiding, het warmteverloop, de efficiency van de apparatuur, en reacties en het temperatuur verloop in de reactoren. Enorme hoeveelheden data, waar de trainees hun tanden op kunnen stukbijten.’
‘
Nieuwe operators komen goed beslagen ten ijs.
’
Trainingsscenario Voor iedere unit ontwikkelden de PowerUsers specifieke trainingsscenario’s. Een van die PowerUsers – in dit geval voor de zwavelbloksimulator – is Leo Hoogendijk, die kan bogen op inmiddels bijna dertig jaar praktijkervaring. ‘Onze trainees gaan aan de slag met diverse trainingsscenario’s, waarin op vooraf bepaalde momenten iets gebeurt waar de trainee adequaat op moet inspelen. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een verstoring in een fornuis, of een regelklep die opeens niet goed functioneert. Alle handelingen van de trainee worden daarbij voortdurend gemonitord. Welke oplossing kiest hij? En blijft hij binnen de gestelde tijdslimiet? Op basis van deze gegevens rolt er een beoordeling uit en bekijken we op welk punt we nog moeten bijschaven.’ In totaal brengen operators in opleiding zo’n vijf à tien dagen achter de simulator door. Verder biedt de OTS uitkomst bij het reproduceren en evalueren van daadwerkelijke verstoringen, vult Henk Mos aan. ‘Soms kan het handig zijn om inmiddels opgeloste probleemsituaties te simuleren, zodat onze operators ervan kunnen leren voor het geval zo’n verstoring zich nogmaals voordoet. Dankzij de simulator komen nieuwe én ervaren operators goed beslagen ten ijs als het er echt op aankomt.’ ■
24 Reflex NR 1 2013
PUBLICATIES
Energie
Uitdaging voor iedereen Prioriteit voor ExxonMobil Terecht krijgt energie steeds meer aandacht in de
Overal waar wij actief zijn, willen we ook p ositief
Benelux. Voor ExxonMobil had het al p rioriteit.
bijdragen aan de omgeving.
Wij leveren energie en petrochemische producten
Aandacht voor veiligheid en milieu staan hierbij
om aan de wereldwijd groeiende vraag tegemoet
voorop. Daarnaast tonen we onze betrokkenheid
te komen.
bij de regio met het steunen van
In de Benelux heeft ExxonMobil onder meer
maatschappelijke
raffinaderijen in Rotterdam en Antwerpen,
doelen.
diverse chemische fabrieken en een netwerk van Esso-tankstations.
Wilt u weten hoe ExxonMobil haar bijdrage levert? www.exxonmobil.nl www.exxonmobil.be • ExxonMobil’s Outlook for Energy 2013: onze energieprognose • Veiligheid komt op de eerste plaats: ‘Nobody Gets Hurt’ • Bescherming van milieu spreekt vanzelf: ‘Protect Tomorrow. Today’.