DRAAGBARE PROJECTOR
Inhoud VEILIGHEID........................................................................ 1 Veilige werking .............................................................. 1 Nota voor onderhoudstechnici .......................................... 3 Tips voor het gebruik ...................................................... 3 Standaarden/Elektromagnetische Compatibiliteit ................. 4 Recycling en afvalverwerking.............................................. 5 Batterijbehandeling......................................................... 5 INTRODUCTIE..................................................................... 7 Aanwijzingen m.b.t. deze handleiding .................................. 7 Onze doelgroep .............................................................. 7 De kwaliteit ................................................................... 7 Inbegrepen Uitrusting........................................................ 7 NAMEN VAN DE ONDERDELEN............................................... 8 Vooraanzicht .................................................................... 8 Zijaanzicht ....................................................................... 9 Onderaanzicht .................................................................. 9 Achteraanzicht– Zicht op connectoren ................................ 10 Bovenaanzicht — OSD knoppen en LEDs ............................ 11 De afstandsbediening ...................................................... 13 Werkbereik van de Afstandsbediening.............................. 14 INSTALLATIE EN BEDIENING .............................................. 15 De Batterij inbrengen in de Afstandsbediening .................... Inputapparaten aansluiten ............................................... PC aansluiten ............................................................... Monitor aansluiten ........................................................ Videobron aansluiten..................................................... De projector plaatsen ...................................................... Projectieoppervlak ........................................................ Hoogte van de Projector aanpassen ................................... De Projector in –en uitschakelen ....................................... Zoom, Focus en Keystone aanpassen................................. Automatische afstelling van het geprojecteerde beeld ..........
ii
15 16 16 17 18 20 21 22 23 24 25
INSTELLEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY ........................... 26 Bedieningen van het On-Screen Display Menu..................... 26 Het OSD-menu oproepen en gebruiken .............................. 27 Het menu
............................................................ 28
Het menu
............................................................. 29
Het menu
............................................................ 30
Het menu
............................................................ 31
Het menu
............................................................ 32
ONDERHOUD .................................................................... 33 De lamp van de projector vervangen ................................. De Lamp op nul zetten .................................................. De Projector reinigen....................................................... De Lens reinigen .......................................................... De behuizing reinigen.................................................... Het Kensington slot gebruiken ..........................................
33 36 37 37 38 38
SERVICE .......................................................................... 39 Het probleem vinden ....................................................... Controleer Connecties en Kabels ..................................... LED Meldingen................................................................ Problemen en mogelijke oorzaken ..................................... Heeft u bijkomende ondersteuning nodig? ........................
39 39 40 41 44
SPECIFICATIES ................................................................. 45 Tacttabellen ................................................................... Ingangbron: Computer .................................................. Ingangbron: Component................................................ Ingangbron: S-video, Composiet video ............................ Garantie ........................................................................ Beperking van de aansprakelijkheid ................................
45 45 45 45 47 47
iii
Apparaat Behandel het apparaat op het eind van de levensduur in geen geval als gewoon huisvuil. Informeer naar de mogelijkheden om het milieuvriendelijk als afval te verwijderen. Batterijen Lege batterijen horen niet bij het huisvuil! Ze moeten bij een verzamelpunt voor lege batterijen worden ingeleverd.
Copyright © 2005 Alle rechten voorbehouden.
Dit handboek is door de auteurswet beschermd.
Het copyright is in handen van de firma Medion®. Handelsmerken: MS-DOS® en Windows® zijn geregistreerde handelsmerken van de firma Microsoft®. Pentium® is een geregistreerd handelsmerk van de firma Intel®. Andere handelsmerken zijn het eigendom van hun desbetreffende houder.
Technische wijzigingen voorbehouden.
iv
VEILIGHEID Lees aandachtig dit hoofdstuk en neem alle aanwijzingen in acht. Op die manier wordt het toestel op de juiste manier gebruikt en zorgt u ervoor dat uw projector lang meegaat. Bewaar deze gebruiksaanwijzing in de buurt van uw projector. Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Als u het projector doorverkoopt, dan kunt u de gebruiksaanwijzing erbij leveren.
Veilige werking Open nooit de behuizing! Breng geen objecten in de binnenzijde van de projector in via sleuven en andere openingen van het apparaat! De projector bevat geen onderdelen die gereinigd of onderhouden moeten worden, behalve degene die expliciet vermeld worden in het hoofdstuk dat ingaat op het Onderhoud. Â
Gevaar voor kortsluitingen, elektrische schokken en brand. Deze gevallen vertegenwoordigen een risico op beschadiging van de projector en een gevaar voor de fysieke veiligheid van mensen. Het stopcontact moet zich in de nabijheid van uw projector bevinden, binnen het bereik van de stroomkabels. Span de stroomkabels NIET te hard op om tot bij een stopcontact te geraken.
Om de projector af te sluiten van het elektriciteitsnet (stroomvoorziening) verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Â
Opgelet! Wanneer de projector ingeschakeld is, verwijder de stekker dan enkel uit het stopcontact in noodgevallen. Om beschadiging van de projector te vermijden, blijft de ventilator 60 seconden doorwerken nadat u het apparaat in standby gezet heeft. Verwijder de stekker pas uit het stopcontact wanneer de ventilator niet meer draait en wanneer het Gereed indicatorlampje ononderbroken blijft branden (zie pagina 40).
VEILIGHEID
1
Verbind de projector enkel met netvoeding met nominaal vermogen. AC 100-240V~ 50/60 Hz. Als u niet zeker bent over de stroomvoorziening, neem dan contact op met uw stroomleverancier. Gebruik enkel de meegeleverde stroomkabel. U dient de kabels zo te plaatsen dat niemand er op kan trappen of erover kan struikelen. Om beschadiging van de kabel te voorkomen plaatst u best geen voorwerpen of meubels op de kabel. Ga met de nodige omzichtigheid om met de stroomkabel en vermijd al te scherpe bochten. Een beschadigd snoer kan elektrische schokken of brand veroorzaken, en moet dan ook onmiddellijk losgekoppeld worden van het elektriciteitsnet. Als de projector voor langere tijd niet gebruikt wordt, verwijdert u best de stekker uit het stopcontact. Raak in geen geval de stekker aan bij onweer. We bevelen voor extra veiligheid het gebruik aan van een apparaat dat beschermt tegen spanningspieken om uw projector te beschermen tegen beschadiging door stroompieken of blikseminslag. Als u een verlengkabel gebruikt, dient u zich ervan te vergewissen dat die voldoet aan de VDE vereisten. Gelieve hierover te informeren bij uw elektricien. Sleuven en andere openingen in de draagbare projector dienen om het apparaat af te koelen. Dek deze openingen in geen geval af, omdat het apparaat anders verhit kan geraken. Laat niet toe dat kinderen zonder begeleiding met elektrische apparaten spelen. Kinderen zijn niet altijd in staat gevaar te onderkennen. Raak nooit de ventilatieroosters op de projector aan omdat die erg warm komen te staan wanneer de projector ingeschakeld is. Houd geen voorwerpen als een vergrootglas in de nabijheid van de lichtstraal van de projector. De straal geprojecteerd door de lens is uiterst krachtig en kan door reflecterende voorwerpen afgeleid worden wat kan leiden tot brand of letsels aan de ogen. Kijk nooit rechtstreeks in de lens wanneer de projector ingeschakeld is om letsels aan de ogen te voorkomen. Bedek de lens nooit met de voorziene kap of met enig ander voorwerp wanneer de projector ingeschakeld is. De hitte die geproduceerd wordt door de lichtbron kan ervoor zorgen dat de kap smelt of dat u uw handen verbrandt. Voer indien mogelijk de fijnafstelling van het apparaat enkel met het zoomwiel uit. (zie bladzijde 28). Om schade aan de lamp te voorkomen, mag u de projector tijdens het gebruik ten behoeve van de afstelling enkel zeer voorzichtig bewegen. Te sterke schokken kunnen de lamp beschadigen. Gegevens betreffende de afstand en
2
NEDERLANDS
de grootte van het projectievlak, zie bladzijde 25. Indien u voor de correcte plaatsing van de projector een verlengkabel nodig heeft, sluit u deze pas aan nadat de projector door middel van de standbyknop uitgeschakeld werd en de nalooptijd van de ventilator verstreken is. Reparaties aan de projector mogen enkel door een bevoegd vakman uitgevoerd worden. Neem contact op met de erkend agent als uw projector hersteld moet worden. Neem in geval van schade aan de stroomkabel, indringing van vloeistof binnen in de projector, defect, val of schade contact op met de klantendienst.
Nota voor onderhoudstechnici Koppel de projector los van alle stroombronnen en verwijder alle verbindingskabels alvorens de behuizing te openen. Als de projector niet ontkoppeld werd van de stroombron voor opening van de behuizing, is er verhoogde kans op levensgevaar als gevolg van elektrische schokken. Bovendien bestaat er ook gevaar op schade aan de onderdelen. Interne onderdelen van de projector kunnen schade oplopen door elektrostatische ontlading (ESD). Werk het systeem regelmatig bij en breng de wijzigingen aan in een ESD-beveiligde werkplaats. Als u niet de beschikking heeft over dat type werkplaats, draag dan een antistatische polsband of raak een sterk geleidend metaal aan. We kunnen schade veroorzaakt door oneigenlijk gebruik tegen betaling herstellen. Maak enkel gebruik van originele reserveonderdelen.
Tips voor het gebruik Gebruik de projector in een donkere kamer voor de beste prestaties en de beste beeldkwaliteit. Plaats geen houders van vloeistoffen op of in de nabijheid van de projector en bewaar de projector en alle verbonden apparaten ver uit de buurt van vocht. Vermijd blootstelling aan stof, rook, hitte en direct zonlicht – zoniet kan de projector schade oplopen en defect raken. Zorg ervoor dat er afdoende ventilatie en luchtcirkulatie is in de ventilatieroosters om verhitting van het toestel te voorkomen. Er moet minimum 10 cm vrije ruimte zijn tussen de projector en de muur. De projector moet bediend en bewaard worden onder de temperatuur-en vochtigheidsomstandigheden die gespecificeerd worden bij de technische gegevens.
VEILIGHEID
3
Gelieve na transport de projector pas weer in gebruik te nemen wanneer het toestel de omgevingstemperatuur overgenomen heeft – pas dan kunt u de nodige kabels aansluiten en het toestel inschakelen. Extreme wisselingen op het vlak van temperatuur of vochtigheid kunnen leiden tot de vorming van condensatiedruppels binnen in de projector wat aanleiding kan geven tot elektrische kortsluiting. Plaats en bedien alle eenheden op een stabiel, effen en trillingvrij oppervlak om ervoor te zorgen dat de projector niet kan vallen. Volg de installatie-instructies die u vindt in het hoofdstuk Installatie stap voor stap. Laat de projector niet onbewaakt werken om mogelijke defecten onmiddellijk te kunnen opmerken en (laten) herstellen. De projector werd ontworpen om vergrote beelden en film te projecteren. We bevelen de projector om ergonomische redenen niet aan als vervanger voor de computermonitor. Vergeet niet dat gebruik van het toestel voor publieke presentaties gepaard kan gaan met een inbreuk op het auteursrecht. Raadpleeg in dit verband uw advocaat wanneer u niet over de nodige auteursrechten beschikt. Neem regelmatig een pauze wanneer u de projector gebruikt om spanning en vermoeidheid te vermijden. De projector is niet geschikt voor gebruik in de zware industrie. (stof, metaalkrullen, hitte)
Standaarden/Elektromagnetische Compatibiliteit Uw projector beantwoordt aan de vereisten voor elektromagnetische compatibiliteit en elektrische veiligheid zoals gespecificeerd in de volgende standaarden: AS/NZS3548 Klasse B, EN 55022, EN 55024, EN 60950, EN61000-3-2, EN61000-3-3 Het apparaat is als mobiele gecertifieerd en getest.
projector
overeenkomstig
EN60950
Zorg voor een afstand van ten minste één meter van hoogfrequentie en magnetische storingsbronnen (televisie, luidsprekers, mobiele telefoon, enz.) om slechte werking en verlies van gegevens te vermijden. GSGV Richtlijn over productie van geluid : Productie van geluid beantwoordt aan de regels van ISO 3744 en ISO 7779 (minder dan 55 dB (A)).
4
NEDERLANDS
Recycling en afvalverwerking Het toestel en zijn verpakkingsmateriaal werd, waar mogelijk, uit materialen gemaakt die het milieu ontzien en die voor professionele recyclage in aanmerking komen. Na gebruik wordt het toestel teruggenomen, zodat het ofwel opnieuw in gebruik kan worden genomen of onderdelen hergebruikt kunnen worden, naargelang de toestand van het toestel. Onderdelen die niet kunnen worden gebruikt, worden op correcte wijze tot afval verwerkt. Als u vragen heeft i.v.m. de verwerking, gelieve dan uw handelaar of onze dienst-na-verkoop te contacteren.
Batterijbehandeling Batterijen kunnen brandbare stoffen bevatten. Bij een onrechtmatig gebruik kunnen batterijen uitlopen, zeer sterk opwarmen, in brand schieten of zelfs ontploffen, wat uw gezondheid en uw apparatuur beschadigen kan. Batterijen kunnen brandbare stoffen bevatten. Wij vragen u dan ook dringend de onderstaande richtlijnen op te volgen: - Houd batterijen buiten het bereik van kinderen. Indien batterijen toch zouden worden ingeslikt, dient u dit uw arts onmiddellijk te melden. - Laad nooit batterijen op (Behalve als het tegendeel uitdrukkelijk wordt vermeld). - Ontlaad de batterijen nooit door een hoog afgegeven vermogen. - Zorg ervoor dat u de batterijen nooit kortsluit. - Vermijd hitte en werp de batterijen nooit in het vuur. - Demonteer of vervorm de batterijen niet. U kunt uw handen of vingers verwonden of er kan batterijvloeistof in uw ogen of op uw huid komen. Gebeurt dit, dan moet u die plaatsen waar u de vloeistof hebt op/in gekregen met overvloedig water uitspoelen. U brengt tevens uw arts onmiddellijk op de hoogte. - Vermijd sterke stoten en bevingen.
VEILIGHEID
5
- Verwissel nooit de polariteit. Let er steeds op dat de polen plus (+) en min (-) correct zijn ingesteld, dit om kortsluitingen te vermijden. - Vermeng geen nieuwe met oude batterijen of batterijen van een verschillend type. Hierdoor zou uw apparatuur immers foutief kunnen gaan functioneren. Bovendien zou de zwakkere batterij zich te sterk ontladen. - Verwijder de gebruikte batterijen onmiddellijk uit de apparatuur. - Verwijder de batterijen uit uw toestel, als u dit gedurende langere tijd niet gebruikt. - Wissel alle verbruikte batterijen in een toestel gelijktijdig uit met nieuwe batterijen van eenzelfde type. - Isoleer de batterijcontacten met een kleefband, wanneer u de batterijen opbergt of als afval deponeert. - Verbruikte batterijen horen niet thuis in het normale afval! Draag uw steentje bij voor een gezond milieu en behandel de batterijen als klein gevaarlijk afval. Indien u hieromtrent vragen heeft, kunt u zich steeds wenden tot uw dealer of aan onze klantendienst. Met onze dank.
6
NEDERLANDS
INTRODUCTIE Aanwijzingen m.b.t. deze handleiding Deze handleiding is zo ingedeeld dat u te allen tijde via de inhoudsopgave de benodigde informaties m.b.t. het desbetreffende onderwerp kunt nalezen. Et is de bedoeling van deze handleiding om u in begrijpelijke taal met de bediening van uw LCD-beeldscherm vertrouwd te maken.
Onze doelgroep Deze handleiding is zowel voor beginners als ook voor ervaren gebruikers bedoeld. Afgezien van eventuele professionele toepassingen is de LCD-beeldscherm ontworpen voor privégebruik.
De kwaliteit Bij de keuze van de componenten lieten wij ons leiden door hoge functionaliteit, eenvoudige bediening, veiligheid en betrouwbaarheid. Door een uitgebalanceerd hard- en softwareconcept zijn wij in staat om u een op de toekomst gerichte projector te presenteren waarmee u bij uw werk en in uw vrije tijd veel plezier zult beleven. Hartelijk dank voor het vertrouwen dat u in onze producten stelt. Het doet ons genoegen om u als nieuwe klant te mogen begroeten.
Inbegrepen Uitrusting
Gelieve na te gaan of uw nieuwe projector met de nodige uitrusting geleverd werd. Verwittig ons binnen 14 dagen na de aankoop als bepaalde zaken ontbreken. Projector Zachte draagtas Afstandsbediening Lithium batterij 3V (CR2025) Stroomkabel Snelgids voor installatie en handleiding Garantiebewijs Videokabel: VGA Ö VGA Videokabel: S-Video Ö S-Video Videoadapterkabel: YUV Ö D-SUB
INTRODUCTIE
7
NAMEN VAN DE ONDERDELEN Vooraanzicht 1
8 2 7 3 6
4 5
Nr.
8
Label
1
Bedieningsveld
2
Focus / Zoomwiel
3
IR poort voor de afstandsbediening
4
Lens
5
kapje
6
Voet voor hoogte-instelling
7
Knop voor hoogte-instelling
8
Ventilatie
NEDERLANDS
Zijaanzicht
9
(Diagram hetzelfde)
Nr. 9
Label Kensington Lock
Onderaanzicht 6
10
6
6
Nr. 6 10
Label Voet voor hoogte-instelling Deksel van de projectielamp
NAMEN VAN DE ONDERDELEN
9
Achteraanzicht– Zicht op connectoren
11
6
6
h
a
g
b c d
f
e
Nr. 11
10
Label Connectoren a
USB-poort
b
Audio-in Ö Om de audiokabel van het inputapparaat aan te sluiten
c
S-video ingang Ö Om de S-video kabel van een videoapparaat aan te sluiten
d
Composite Video ingang Ö Om de composiet kabel (video) van een videoapparaat an te sluiten
e
Netingang Ö Om de stroomkabel aan te sluiten
NEDERLANDS
6
f
Component video / VGA ingang Ö Aansluiting van de VGA-kabel van een computer of een willekeurige videobron.
g
VGA – Uitgang voor de aansluiting van een tweede monitor
h
IR poort voor de afstandsbediening
Voet voor hoogte-instelling
Bovenaanzicht — OSD knoppen en LEDs
12 13
14 15 17 19
21
16
22 23
18 24
20
NAMEN VAN DE ONDERDELEN
11
Nr.
Label
12
Zoom - Grootteaanpassing van het geprojecteerde beeld
13
Focus – Scherpte-instelling van het geprojecteerde beeld
14
Temperatuur LED rood
15
Bedrijfsled oranje
Het apparaat bevindt zich in stand-bymodus.
Knippert oranje
Het apparaat heeft enkele minuten nodig om af te koelen.
groen
Het apparaat is ingeschakeld en functioneert correct.
Knippert groen
Het apparaat werd net gestart.
Uit
Apparaat is uitgeschakeld.
16
Power
17
Cursor omhoog - Om te navigeren en de instellingen te wijzigen in het OSD menu. Exit - Verlaat de OSD
18
Cursor links / Keystone-correctie bij uitgeschakelde OSD
19
Cursor omlaag / Menu
20
Auto – Past de projector automatisch aan het ingangssignaal aan wat betreft grootte, positie en synchronisatie.
21
Lampen LED rood
12
De temperatuur is te hoog.
Maximale gebruiksuren van de lamp bereikt – de lamp dient vervangen te worden.
22
Source – Herkent de ingangsbron
23
cursor rechts / Keystone-correctie bij uitgeschakelde OSD
24
Blank – Schakelt het beeld uit.
NEDERLANDS
De afstandsbediening
(Diagram hetzelfde)
Belangrijk:
Vermijd het gebruik van de projector wanneer fel fluorescerende verlichting ingeschakeld is. Sommige types verlichting met hoogfrequentie fluorescerende lampen kunnen de werking van de afstandsbediening verstoren. Zorg ervoor dat de ruimte tussen de afstandsbediening en de projector niet geblokkeerd wordt door een voorwerp. Als dat wel het geval is, dan kan het signaal van de afstandsbediening weerkaatst worden door bepaalde oppervlakken zoals bijvoorbeeld projectorschermen. De knoppen en toetsen op de projector beschikken over dezelfde functies als de overeenstemmende knoppen op de afstandsbediening. Deze handleiding gaat in op die functies op basis van de afstandsbediening.
NAMEN VAN DE ONDERDELEN
13
Nr.
Label
Beschrijving
1
Power
Hiermee schakelt u de projector aan of uit.
2
Freeze
Bevriest/ontvriest het beeld op het scherm
3
Cursor omhoog Cursor omlaag
Om te navigeren en de instellingen te wijzigen in het OSD menu
4
Cursor rechts/links
Om te navigeren en de instellingen te wijzigen in het OSD menu
5
Menu
Opent het On-Screen Display (OSD)
6
Keystone
Corrigeert het trapezium effect
7
Page up / down
Sturing van een presentatie via de USB– aansluiting
8
Auto
Optimaliseert grootte, positie en synchronisatie van het beeld
9
Source
Detecteert het inputtoestel
10
Blank
Schakelt het beeld uit.
11
Setting
Opent het menu Instellingen.
Werkbereik van de Afstandsbediening De afstandsbediening maakt gebruik van infrarood transmissie om de projector te bedienen. Het is noodzakelijk de afstandsbediening in een hoek van rondom 30° rechtstreeks naar de projector te richten. Er bevindt zich telkens een ontvanger aan de voorkant en een andere aan de achterkant van de projector. In het bereik van beide sensoren bedraagt de reikwijdte van de afstandsbediening 6m. Als de projector niet reageert op de afstandsbediening, dient u wat dichter bij het toestel te komen.
14
NEDERLANDS
INSTALLATIE EN BEDIENING De Batterij inbrengen in de Afstandsbediening 1.
Open het batterijvak van de afstandsbediening door de beveiliging lichtjes naar rechts te duwen en trek het batterijvak er voorzichtig uit.
2.
Breng de meegeleverde batterij is met de positieve pool naar boven gericht. Gebruik enkel een 3V lithium batterij (CR2025).
3.
Plaats het batterijvak voorzichtig in de afstandsbediening tot het hoorbaar inklikt.
Â
Advies: Gelieve de sectie “Batterijbehandeling” op pagina 5 te lezen.
INSTALLATIE EN BEDIENING
15
Inputapparaten aansluiten U kunt tegelijkertijd een PC of notebook en een videoapparaat aansluiten op uw projector. Videoapparaten zijn onder meer DVD, VCD, en VHS spelers, evenals videocamera’s en digitale fototoestellen. Bekijk de handleiding van het inputapparaat in kwestie om na te gaan of het over de gepaste uitgang beschikt. Â
Waarschuwing: Koppel als veiligheidsmaatregel alle stroom naar de projector en de erop aangesloten apparaten los alvorens andere apparaten aan te sluiten.
PC aansluiten 1. 2.
3.
16
Sluit één uiteinde van de VGA-datakabel aan op de uitgang van uw computer. Verbind het andere uiteinde van de VGA–datakabel met de D-SUB/COMP IN ingang van uw projector. Optioneel kunt u uw computer bijkomend via een USB–kabel met de projector verbinden om aan de hand van de afstandsbediening van de projector bijv. een presentatie te sturen. Met een geluidskabel kunt u het geluid van uw computer op uw projector weergeven.
NEDERLANDS
PC instellingen Controleer in Windows 9X/ME/2000/XP de instellingen van de grafische kaart in “Eigenschappen”. Dit programma van Windows biedt de mogelijkheid de instellingen van het scherm aan te passen. Het gaat hier om instellingen als de achtergrond, de schermbeveiliging, het actief bureaublad (Web) en de geavanceerde instellingen van het scherm en van de grafische kaart. De optimale resolutie voor de projector is 800x600 pixel bij een beeldherhalingsfrequentie van 60 Hz.
Monitor aansluiten Indien u het geprojecteerde beeld gelijktijdig op een andere externe monitor wilt bekijken, dan sluit u deze als volgt aan: 1. Verbind de projector met het uitvoerapparaat zoals eerder beschreven. 2. Steek het uiteinde van een andere VGA-kabel (niet meegeleverd) in de VGA-ingang van uw monitor. 3. Verbind het andere uiteinde van de VGA-kabel met de DSUB/COMP OUT aansluiting op uw projector.
INSTALLATIE EN BEDIENING
17
Videobron aansluiten U kunt op uw nieuwe projector alle videobronnen aansluiten die over één van onderstaande aansluitingen beschikken: • Component video (Cinch) • S-video (Mini – DIN) • Composiet video (via de meegeleverde adapterkabel op de D-SUB aansluiting) Â
Opmerking: Wanneer uw videoapparaat over verschillende video-uitgangen beschikt, dan gebruikt u de uitgang met het kwalitatief beste signaal. De volgorde is: 1. Component video Normaal 2. S-video hogere kwaliteit 3. Composiet video perfecte kwaliteit
Hierna volgt de schematische voorstelling van de verschillende aansluitmogelijkheden. Component
Â
18
Opmerking: Sluit u uw projector aan op een HDTV-compatibel apparaat, dan worden de volgende standaards ondersteund: 480i (60Hz) 480p (60Hz) 576i (50Hz) 576p (50Hz) 720p (50/60 Hz) 1080i (50/60 Hz)
NEDERLANDS
S-video
Composiet video
INSTALLATIE EN BEDIENING
19
De projector plaatsen
Uw projector ondersteunt vier verschillende projectiemogelijkheden: Vloerfrontprojectie, vloerretroprojectie, plafondfrontprojectie, plafondretroprojectie.
scherm
scherm
vloer
vloer
plafond
plafond scherm
scherm
20
NEDERLANDS
Projectieoppervlak Des te groter de afstand tussen de projector en de muur of het scherm, des te groter zal het beeld zijn. De kleinste beelddiagonaal is 0.53 m, en dat is het geval wanneer de afstand tussen de projector en het projectieoppervlak om en bij 0.7 m is. Gebruik het diagram en de tabel als richtlijn: Zoom max.
Zoom min.. Projectievlak Midden van de lens
Projectieafstand Diagonaal mm 1219 1500 1524 1829 2000 2134 2438 2500 2743 3000 3048 3500 3658 4000 4572 5000 5436 6000 7620 Â
Afstand van de projectievlak Min. lengte Gemiddelde bij max. Zoom 1600 1780 1969 2190 2000 2225 2400 2670 2625 2920 2800 3115 3200 3560 3281 3650 3600 4005 3937 4380 4000 4450 4593 5110 4800 5340 5249 5840 6000 6675 6562 7300 7133 7936 1600 1780 100000 10755
Max. lengte bij min. Zoom 1960 2412 2450 2940 3215 3430 3920 4019 4410 4826 4900 5627 5880 6431 7350 8039 8739 1960 11510
NOOT: Het aanbevolen focusbereik ligt tussen 1,58,0 m. Afstandafwijkingen: +/-5%.
INSTALLATIE EN BEDIENING
21
Hoogte van de Projector aanpassen Let op het volgende wanneer u uw projector opstelt: De tafel of het statief waarop de projector opgesteld staat moet effen en stabiel zijn. Stel de projector zo op dat hij horizontaal staat ten opzichte van het verticale projectievlak. Zorg ervoor dat er geen kabels in de weg zitten en vermijd dat de plaatsing van de kabels ertoe kan leiden dat de projector omgestoten wordt. Voer wanneer de lamp ingeschakeld is enkel fijne instellingswijzigingen door. Schud niet met de projector wanneer de lamp ingeschakeld is, en gebruik de hoogteaanpassing met de nodige omzichtigheid om mogelijke schade te voorkomen.
1. Om de projector hoger te plaatsen heft u het apparaat op [A] en drukt u op de knop van de hoogteaanpassing [1]. De hoogteaanpassing valt naar omlaag. Â
Attentie: Kijk tijdens het instellen van de hoogte niet in de lens. De sterkte van het licht zou uw ogen kunnen beschadigen.
2. Om de inclinatie in te stellen, draait u de achterste voeten van de projector [2]. 3. Om de projector lager op te stellen, drukt u op de knop van de hoogteaanpassing en drukt u vervolgens de projector omlaag. 22
NEDERLANDS
De Projector in –en uitschakelen 1.
Sluit de stroomkabel aan op de projector. Verbindt het andere uiteinde met een stopcontact. Het Power LED en Lamp-ready LED verschijnen.
2.
Verwijder het kapje van de lens.
3.
Schakel de aangesloten apparaten in.
4.
Druk de Power knop op de projector of op de afstandsbediening om de projector aan te zetten. Het splash scherm van de projector verschijnt en de aangesloten apparaten worden gedetecteerd.
5.
De projector scant automatisch de bronnen waaraan apparaten aangesloten zijn. Om handmatig een bron te selecteren drukt u op de Source knop waarna u met de knop naar boven en naar beneden kunt gaan in de cursor lijst van inputapparaten.
6.
Druk tweemaal op de Power knop op de projector of op de afstandsbediening om de projector uit te schakelen. INSTALLATIE EN BEDIENING
23
Zoom, Focus en Keystone aanpassen
24
1.
Om het geprojecteerde beeld scherper te stellen, gebruikt u het beeldfocuswiel (enkel op de projector te vinden).
2.
Om de grootte van het geprojecteerde beeld en het projectievlak te veranderen, gebruikt u het beeldzoomwiel (enkel op de projector te vinden).
3.
Gebruik de Keystone knoppen om het trapeziumeffect (bredere boven-of onderzijde)te corrigeren.
NEDERLANDS
Automatische afstelling van het geprojecteerde beeld In enkele gevallen kan het nodig zijn de beeldkwaliteit te optimaliseren. Druk daarvoor op de knop Auto op het apparaat of op de afstandsbediening om de automatische afstelling uit te voeren. Het apparaat stelt vervolgens de waarden in zodanig dat de optimale beeldkwaliteit bereikt wordt. De kleur- en helderheidsinstellingen blijven ongewijzigd.
INSTALLATIE EN BEDIENING
25
INSTELLEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY Bedieningen van het On-Screen Display Menu De projector beschikt over een On-Screen Display (OSD) dat het u mogelijk maakt beeldaanpassingen te doen en uiteenlopende instellingen aan te passen. Naargelang de aangesloten bron, veranderen de beschikbare instelmogelijkheden. Onderstaande tabel geeft een overzicht: Menu
Aangesloten bron Computer Scenario setting Keystone Brightness Contrast Scaling Widescreen Horizontal shift Vertical shift Phase Width scaling Mute Volume Menu display Reset Color Temp Image reverse Blank Time Source Scan Language Splash Screen High Altitude Mode Source Resolution Lamp Hour
26
Composiet video / S-video Scenario setting Keystone Brightness Contrast Color Scaling Widescreen Scherpte
Component
Mute Volume Menu display Reset Color Temp Image reverse Blank Time Source Scan Language Splash Screen High Altitude Mode Source Resolution Lamp Hour
Mute Volume Menu display Reset Color Temp Image reverse Blank Time Source Scan Language Splash Screen High Altitude Mode Source Resolution Lamp Hour
NEDERLANDS
Scenario setting Keystone Brightness Contrast Color Scaling Widescreen Scherpte
Het OSD-menu oproepen en gebruiken 1. Druk op de projector of op de afstandsbediening op de menu-knop.
(Diagram hetzelfde)
2. Gebruik de knoppen rechts/links om één van de 5 verschillende submenu’s te selecteren. 3. Bevestig uw keuze met de menu-knop of ga rechtstreeks door middel van de knoppen omhoog/omlaag naar de menuoptie die u wilt wijzigen of bewerken. 4. Voer de wijzigingen met behulp van pijltjestoetsen in. 5. Druk op de exit knop op de projector of druk tweemaal op de menu-knop om het OSD-menu af te sluiten en de wijzigingen op te slaan.
INSTELLEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY
27
Het menu Scenario setting Uw projector biedt voorgedefinieerde scenario’s aan die u voor de optimalisering van de projectie kunt instellen. De volgende tabel bevat de beschikbare scenario’s: Aangesloten bron Computer Composiet video / S-video Component Presentation Cinema Vivid Economic Video Games Economic Video Keystone Met behulp van deze menuopdracht corrigeert u het trapeziumvervormingen van het beeld (bovenaan of onderaan breder). Brightness Stel onder deze menuopdracht de helderheid (zwartwaarde) in. Contrast Stel onder deze menuopdracht het contrast ( helderheidsverschil tussen heldere en donkere zones) in. Color Stel onder deze menuopdracht de kleurverzadiging.
28
NEDERLANDS
Het menu Scaling Deze menuopdracht biedt u de mogelijkheid de schaalindeling van het ingangssignaal aan de projector aan te passen. Schakelt u deze functie in, dan past de projector het ingangssignaal aan zijn resolutie aan. Schakelt u deze functie uit, dan wordt het signaal met de oorspronkelijke resolutie geprojecteerd. Widescreen Kies in deze menuopdracht het beeldformaat 4:3 of 16:9. Het breedbeeldformaat (16:9) wordt enkel bij een aangesloten Component bron ondersteund. Horizontal shift
Stel hier de horizontale uitlijnen van het beeld in. Deze functie wordt enkel bij een aangesloten computer ondersteund. Vertical shift
Stel hier de verticale uitlijning van het beeld in. Deze functie wordt enkel bij een aangesloten computer ondersteund. Phase Stel hier de fasetoestand van het ingangssignaal ten opzichte van de beeldelementen van de projector in. Deze functie wordt enkel bij een aangesloten computer ondersteund. Sharpness Stel hier de beeldscherpte in.
INSTELLEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY
29
Het menu Mute Stel hier in of u de soundoutput in- of uitschakelen wilt. Uw apparaat heeft een stereo-ingang, maar geeft het geluid wel via een monoluidspreker weer. Volume Stel hier het volume van de projector in. Standaard wordt de projector geleverd met volume 5. Menu display Via deze menuopdracht stelt u de weergaveduur na de laatste OSD-invoer in. U kunt een waarde kiezen tussen 5 en 100 seconden. Reset Met deze functie worden de fabrieksinstellingen van de projector hersteld. Colour Temp Uw projector beschikt over 4 voorgedefinieerde kleurtemperatuurinstellingen.
30
NEDERLANDS
Het menu Image reverse Uw nieuwe projector ondersteund onderstaande bedrijfswijzen: vloerfrontprojectie, plafondfrontprojectie, vloerretroprojectie, plafondretroprojectie. Selecteer naargelang de opstelling van de projector één van deze bedrijfswijzen. De fabrieksinstelling is vloerfrontprojectie. Blank Time Met de knop Blank heeft u de mogelijkheid om het beeld kortstondig uit te schakelen. Via deze menuopdracht kunt u instellen hoe lang een zwart beeld de projectie moet afdekken. Na deze tijdspanne verschijnt weer het voorheen geprojecteerde beeld. Source Scan Stel via deze menuopdracht in of uw projector automatisch een ingangssignaal moet zoeken of niet. Language Uw projector wordt met meerdere OSD-talen geleverd. Selecteer hier de gewenste OSD-taal. Splash Screen Bepaal hier welk startbeeld bij inschakeling van de projector getoond moet worden. U heeft de keuze uit:standaard, zwart of blauw. High Altitude Mode Deze modus moet ingesteld worden wanneer de projector op een hoogte van meer dan 1000 meter en bij een omgevingstemperatuur van meer dan 40°C gebruikt wordt. In deze modus wordt de ventilatorkracht duidelijk verhoogd, waardoor de ventilator meer lawaai maakt. Zo wordt verhinderd dat bij dunne, warme lucht de projector oververhit geraakt. Indien in voorgenoemde omgevingen deze functie niet geactiveerd wordt, kan de projector oververhit geraken. Hij wordt automatisch uitgeschakeld en is pas na een afkoelfase opnieuw gebruiksklaar. In extreme gevallen kan de projector beschadigd worden.
INSTELLEN VAN HET ON-SCREEN DISPLAY
31
Het menu In het informatiemenu ziet u de status van uw projector. Afhankelijk van de aangesloten signaalbronnen worden de actuele signaalbron (Source), de resolutie van het ingangssignaal (Resolution), het formaat van de video-ingangsbron (System) en de gebruiksduur van de projectorlamp (Lamp Hour) weergegeven.
32
NEDERLANDS
ONDERHOUD Deze sectie gaat in op enkele eenvoudige onderhoudsprocedures om de lamp van de projector te vervangen en om de projector te reinigen.
De lamp van de projector vervangen Ook al functioneert de lamp nog correct, toch moet ze na 1,500 uur gebruik vervangen worden om te garanderen dat de projector optimaal presteert. De lamp mag enkel vervangen worden door een gecertificeerd reserveonderdeel dat u kunt bestellen via de klantendienst.
GEVAAR! RAAK DE LAMP NIET AAN na de projector ingeschakeld te hebben omdat die dan zeer heet is. Schakel de projector uit, wacht 60 seconden, verwijder de stekker uit het stopcontact. Laat de lamp ten minste 45 minuten afkoelen alvorens ze aan te raken. MAAK GEEN ANDERE SCHROEVEN LOS dan de schroeven op het deksel van de lamp en de twee schroeven in het lampcompartiment. Risico op elektrische schokken. Wanneer de lamp meer dan 1,500 uur gebruikt wordt, verhoogt de kans dat ze zal springen met projectie van glasscherven in het lampcompartiment als gevolg. Binnen in de videoprojector zit een ingebouwde hoge druk ontladingslamp. Normaliter vormt het gebruik van deze hoge druk loden ontladingslamp geen gevaar voor de gezondheid. Toch bevelen we u aan zekere voorzorgsmaatregelen te nemen voor het geval zich een defect zoals onder omschreven voordoet. De lamp mag enkel vervangen worden na de instructies grondig gelezen te hebben. Als de lamp springt tijdens normaal gebruik of tijdens vervanging, verzamel de scherven dan niet met de blote hand. ONDERHOUD
33
In geval van schade tijdens normaal gebruik van de projector, is het aangewezen de projector in een veilig afgesloten plastic zak te stoppen en er zo mee naar een gespecialiseerd reparateur te stappen. Open nooit het lampdeksel om een gesmolten lamp te vervangen. Als tijdens de vervanging schade optreedt als gevolg van glasbreuk, verzamel de scherven dan met handschoenen aan. Â
Waarschuwing! Glas kan zeer scherp zijn. Er bestaat gevaar op verwonding als glasscherven verzameld worden op andere dan de geadviseerde wijze. Trek daarom handschoenen aan om direct contact tussen het glas en de huid te vermijden en zo gebeurlijke verwondingen te voorkomen.
Verzamel alle scherven in een veilig afgesloten plastic zak en breng die vervolgens naar een ecologische stortplaats specifiek bestemd voor dat soort materiaal. top ook de handschoenen die u gebruikte in een plastic of metalen zak. We bevelen aan de kamer te luchten terwijl u opruimt en ze nadien verder te laten luchten. Na verwijderen van defecte onderdelen dient u de plaats waar de projector opgesteld stond toen de schade zicht manifesteerde grondig te poetsen. Was uw handen zorgvuldig.
34
Â
Vermijd contact met het glazen oppervlak van de nieuwe lamp: Door contact te maken, kunt u de levensduur van de lamp inkorten.
Â
Waarschuwing: Schakel de projector uit en koppel alle kabels los en doe dat ten minste één uur voor u de lamp vervangt. Doet u dat niet dan verbrandt u zich.
NEDERLANDS
1.
Schakel de projector zoals voordien beschreven uit en verwijder alle kabels.
2.
Draai de projector om en verwijder twee schroeven van het deksel van het lampcompartiment.
3.
Verwijder het deksel van het lampcompartiment.
4.
Verschuif de grendel zoals rechts afgebeeld.
5.
Draai de schroef los die de lamp van de projector op haar plaats houdt Zorg ervoor dat de schroef volledig losgeschroefd wordt om verwondingen te vermijden.
ONDERHOUD
35
6.
Hef voorzichtig met de bijhorende greep de lamp zonder kantelen uit de projector.
7.
Voer stappen 1 tot 6 uit in omgekeerde richting om de nieuwe lampmodule te installeren.
De Lamp op nul zetten Na vervanging van de lamp dient u de urenteller van de lamp terug op nul te zetten. Volg daarvoor de volgende stappen: 1. 2. 3.
36
Hou de knop Exit op de projector gedurende 5 seconden ingedrukt tot de gebruiksduur van de lamp via de OSD getoond wordt. Druk op de knop Auto op de projector of op de afstandsbediening om de teller op „0“ te zetten. Wacht tot de OSD vanzelf verdwijnt.
NEDERLANDS
De Projector reinigen De projector reinigen om stof en vet te verwijderen draagt bij tot probleemloze werking van het apparaat. Waarschuwing: Â
Schakel de projector uit en ontkoppel alle kabels tenminste één uur voor de poetsbeurt. Doet u dit niet dan kunt u zich verbranden.
Â
Gebruik voor de reiniging enkel een licht vochtige doek. Zorg ervoor dat geen water binnen kan sijpelen via de ventilatiegaten op de projector.
Â
Indien een beetje water binnendringt in de projector terwijl u die reinigt, laat de projector dan enkele uren in een goed doorluchte kamer staan alvorens het apparaat terug in gebruik te nemen.
Â
Als er veel water binnendringt in de projector terwijl u die reinigt, breng het apparaat dan binnen voor een onderhoudsbeurt door bevoegde technici.
De Lens reinigen U kunt reinigingsmiddelen voor lenzen kopen in de meeste fotospeciaalzaken. Volg volgende stappen om de projectorlens te reinigen. Volg daarvoor de volgende stappen:
1. Breng een beetje reinigingsproduct voor optische lenzen aan op een geschikte, propere, zachte doek. (Breng het middel niet rechtstreeks op de lens aan.)
2. Veeg de lens zachtjes schoon in een draaiende beweging. Opgelet: Â
Gebruik geen schurende middelen of oplosmiddelen.
Â
Om verkleuring of vervaging van kleuren te voorkomen, dient u het gebruik van schurende middelen op basis van alcohol te vermijden.
ONDERHOUD
37
De behuizing reinigen Volg de volgende stappen om de behuizing van de projector te reinigen. 1. Veeg het stof af met een propere licht bevochtigde doek. 2. Bevochtig het doek met warm water en zachte detergent (zoals die voor de vaat), en veeg de behuizing schoon. 3. Spoel alle detergenten uit het doek en veeg de projector opnieuw schoon.
Het Kensington slot gebruiken Als u begaan bent met veiligheid, maak de projector dan vast aan een vast voorwerp met behulp van het Kensington slot en een veiligheidskabel. Â
38
Noot: Neem contact op met uw dealer voor details over de aankoop van een geschikte Kensington veiligheidskabel.
NEDERLANDS
SERVICE Mocht u problemen ondervinden bij het gebruik van uw projector, ga dan na of het apparaat correct geïnstalleerd en aangesloten is op basis van de gegevens die u vindt in de “Installatie en bediening” sectie die start op pagina 15. Als u de problemen zo niet opgelost heeft, lees dan het volgende hoofdstuk voor een mogelijke oplossing.
Het probleem vinden Vaak hebben problemen voor de hand liggende oorzaken. Graag geven we u enkele tips om vaak voorkomende problemen te helpen oplossen. Mochten deze tips de problemen niet oplossen, neem dan contact met ons op!
Controleer Connecties en Kabels Start met de visuele controle van alle kabelconnecties. Als de indicatielampjes niet werken vergewis u er dan van dat de projector en de computer goed aangesloten zijn op de netvoeding.
SERVICE
39
LED Meldingen LED Status
40
Power
Temp
Lamp
Knippert oranje
UIT
UIT
Omschrijving •
De projector moet gedurende 110 seconden afkoelen aangezien hij niet naar behoren werd uitgeschakeld.
•
De projector moet gedurende 110 seconden afkoelen.
Oranje
UIT
UIT
Standby
Knippert groen
UIT
UIT
De projector werd gestart en bevindt zich in de opstartfase.
Groen
UIT
UIT
De projector is gebruiksklaar.
UIT
UIT
Rood
UIT
Rood
UIT
UIT
Rood
Groen
UIT
Rood
Oranje
Groen
Rood
AUS
Groen
Rood
Groen
Groen
Rood
Oranje
Oranje
Rood
UIT
Oranje
Rood
Groen
Oranje
Rood
Oranje
•
De projector moet gedurende 110 seconden afkoelen.
•
Neem contact op met de klantendienst.
De projector werd automatisch uitgeschakeld. Bij het herstarten schakelt hij zich opnieuw uit. Neem contact op met de klantendienst.
NEDERLANDS
Problemen en mogelijke oorzaken Problemen met het beeld Probleem: De projector kan niet ingeschakeld worden. 1. Geen stroomtoevoer via de stroomkabel. Oplossing: Probeer een ander stopcontact. 2. Inschakelen tijdens de afkoelfase Oplossing: Wacht tot de afkoelfase voorbij is. Probleem: Er verschijnt geen beeld op het projectievlak. 1. De ingangsbron is niet ingeschakeld of niet correct aangesloten 2. De ingangsbron werd niet correct geselecteerd. 3. De bescherming zit nog op de lens. 4. Controleer de instellingen van uw notebook of pc. 5. Schakel alle apparaten uit en schakel vervolgens in de juiste volgorde weer in. Probleem: Het beeld is vaag. 1. Pas de Focus op de projector aan. 2. Druk op de Auto knop op de afstandsbediening of op de projector. 3. Zorg ervoor dat de projector-tot-scherm afstand lager dan het uiterste bereik 8-meter ligt. 4. Controleer of de projectorlens proper is. Probleem: Het beeld is bovenaan breder dan onderaan (trapezium effect). 1. Positioneer de projector in de mate van het mogelijke zo dat het apparaat op dezelfde hoogte staat als het scherm. 2. Maak gebruik van de Keystone knop op de afstandsbediening of op de projector om het probleem op te lossen.
SERVICE
41
Probleem: Het beeld wordt gespiegeld of staat ondersteboven. 1. Controleer de Projectie-instelling op het Setup menu van het OSD. Probleem: Het beeld is vlak, zonder enig contrast. 1. Pas de contrastinstellingen aan in het Hoofd menu van het OSD. 2. De kamerverlichting is te fel. 3. Verklein de weergavegrootte. Probleem: De kleur van het geprojecteerde beeld komt niet overeen met de kleur van het bronbeeld. 1. Pas de Kleur Temp. en Gamma instellingen aan in het KleurMgr menu van het OSD. Problemen met de lamp Probleem: Er komt geen licht uit de projector. 1. Controleer of de stroomkabel goed aangesloten is. 2. Vergewis u ervan dat de stroomkabel goed werkt door een test met een andere elektrisch apparaat. 3. Herstart de projector in de correcte volgorde en ga na of het Power LED groen is. 4. Als u de lamp onlangs vervangen heeft, zet de lampverbindingen dan terug op nul. 5. Vervang de lampmodule. 6. Plaats de oude lamp terug in de projector en zorg ervoor dat de projector een onderhoudsbeurt krijgt. Probleem: De lamp valt uit. 1. Vervang de lampmodule. 2. Plaats de oude lamp terug in de projector en zorg ervoor dat de projector een onderhoudsbeurt krijgt.
42
NEDERLANDS
Problemen met de afstandsbediening Probleem: De projector reageert niet op de afstandsbediening. 1. Richt de afstandsbediening naar één van de sensoren van de projector. 2. Zorg ervoor dat de ruimte tussen afstandsbediening en sensor niet geblokkeerd is. 3. Schakel alle fluorescerende lichten in de kamer uit. 4. Vermijd direct zonlicht op de sensor. 5. Controleer of de polariteit van de batterij correct is. 6. Vervang de batterijen. 7. Schakel alle andere Infrarood-compatibele apparaten in de buurt uit. 8. Zorg ervoor dat de afstandsbediening een onderhoudsbeurt krijgt. Problemen met de klank Probleem: Er is geen klank. 1. 2. 3. 4.
Pas het volume van de klankbron aan. Controleer of de audiokabel correct verbonden is. Test de output van de klankbron met andere audio apparaten. Zorg ervoor dat de projector een onderhoudsbeurt krijgt.
Probleem: De klank is vervormd. 1. Controleer of de audiokabel correct verbonden is. 2. Test de output van de klankbron met andere audio apparaten. 3. Zorg ervoor dat de projector een onderhoudsbeurt krijgt.
SERVICE
43
Heeft u bijkomende ondersteuning nodig? Als de suggesties in de bovenstaande sectie uw probleem niet uit de wereld geholpen hebben, gelieve dan de hotline te contacteren. We zullen trachten u telefonisch te helpen met de oplossing van het probleem. Zorg ervoor de volgende gegevens bij de hand te hebben alvorens contact op te nemen met uw Technology Centre: - Hoe is uw installatie geconfigureerd? - Welke randapparaten gebruikt u in combinatie met de projector? - Welke systeemmeldingen verschijnen, indien er al zijn? - Welk apparaat gebruikte u wanneer de fout zich manifesteerde? - Welke stappen heeft u al ondernomen om het probleem op te lossen? - Als u al een klantnummer van ons gekregen heeft, gelieve dan ook dit bij de hand te hebben.
44
NEDERLANDS
SPECIFICATIES Tacttabellen
Ingangbron: Computer Resolutie
Horizontale Frequentie (kHz)
Verticale Frequentie (Hz)
Pixel Frequentie (MHz)
Modus
640 x 400
31.47
70.089
25.176
640 x 400_70
640 x 480
31.469
59.940
25.175
VGA_60
37.861
72.809
31.500
VGA_72
37.500
75.000
31.500
VGA_75
43.269
85.008
36.000
VGA_85
37.879
60.317
40.000
SVGA_60
48.077
72.188
50.000
SVGA_72
46.875
75.000
49.500
SVGA_75
56.674
85.061
56.250
SVGA_85
48.363
60.004
65.000
XGA_60
56.476
70.069
75.000
XGA_70
60.023
75.029
78.750
XGA_75
68.667
84.997
94.500
XGA_85
63.981
60.020
108.000
SXGA_60
800 x 600
1024 x 768
1280 x 1024
Ingangbron: Component Signaal format
Horizontale Frequentie (kHz)
Verticale Frequentie (Hz)
480i (521i)@60Hz
15.73
59.94
480p (521p)@60Hz
31.47
59.94
576i (625i)@50Hz
15.63
50.00
576p (625p)@50Hz
31.25
50.00
720p (750p)@60Hz
45.00
60.00
720p (750p)@50Hz
37.50
50.00
1080i (1125i)@60Hz
33.75
60.00
1080i (1125i)@50Hz
28.13
50.00
Ingangbron: S-video, Composiet video Video modus
Horizontale Frequentie (kHz)
Vertikale Frequentie (Hz)
Kleurendrager Frequentie
NTSC
15.73
60
3.58
PAL
15.63
50
4.43
SECAM
15.63
50
4.25 of 4.41
PAL-M
15.73
60
3.58
PAL-N
15.63
50
3.58
PAL-60
15.73
60
4.43
NTSC4.43
15.73
60
4.43
SPECIFICATIES
45
Optische gegevens Resolutie
SVGA 800 x 600
Display System
1-CHIP DMD
Lens
F= 2.4 – 2.6, f=24.0 – 29.1 mm, Zoomfactor 1:1,2
Lamp
200 W
Electrische gegevens Spanning van netstroom
AC100-240V~, 1.5 A-3.2 A, 50/60 Hz
Energieverbruik
15W max. in standby mode / 285 W max bij normaal gebruik
Mechanische gegevens Afmetingen
262 mm (B) x 91,2 mm (H) x 215,5 mm (T)
Gewicht
2,9 Kg
Ingangen PC RGB
1 D-Sub 15 Pin
Video S-video Composiet video
1 Mini DIN 4 Pin 1 RCA
HDTV
D-Sub 15 Pin via adapterkabel YUV op D-Sub
Audio Audio in
3,5 mm Klinkstereo
Gewicht
2,9 Kg
Uitgangen RGB
1 D-Sub 15 Pin
USB
1 USB A/B
Luidspreker
1 x 1 Watt (Stereo-ingang op monoluidspreker)
Omgevingstemperaturen
46
Bedrijfstemperatuur
0°C – 40°C (op zeespiegelniveau)
Luchtvochtigheit
10% - 90 % (niet condenserend)
Bedrijfshoogte
0-3000 voet bij 0°C – 40°C 3000-6000 voet bij 0°C – 30°C 6000-10000 voet bij 0°C – 23°C
Gevolgde normen
AS/NZS3548 Class B, EMV Richtlijnen (EN55022:1998, EN55024-1998, EN61000-3-2, EN61000-3-3), Laagspanningsrichtlijn EN60950, VDE/ GS, N Het apparaat is als mobiele projector overeenkomstig EN60950 gecertifieerd en getest.
NEDERLANDS
Garantie Het ontvangstbewijs geldt als bewijs voor de eerste aankoop en moet goed worden bewaard. Dit hebt u nodig wanneer u gebruik wilt maken van een eventuele garantievergoedingen. Wanneer het product aan een andere gebruiker wordt doorgegeven, dan heeft deze voor de rest van de garantietijd recht op garantievergoeding. Hierbij dienen de kassabon alsmede deze verklaring eveneens in het bezit van genoemde andere gebruiker te worden gesteld. Wij garanderen, dat dit apparaat in staat is om te functioneren en in technisch opzicht overeenstemt met de beschrijvingen in de bijgevoegde documentatie. De resterende garantietermijn gaat bij het tonen van het aankoopbewijs van de oorspronkelijke onderdelen over op de desbetreffende reserveonderdelen. Wanneer u dit apparaat inlevert om van eventuele garantievergoedingen gebruik te maken, moet u eerst alle programma's, gegevens en demontabele opslagmedia verwijderen. Producten die zonder accessoires worden opgestuurd, worden zonder accessoires vervangen. De vrijwaringsplicht geldt niet voor het geval, dat het probleem veroorzaakt werd door een ongeval, catastrofe, door vandalisme, misbruik, onoordeelkundig gebruik, het veronachtzamen van veiligheids- en onderhoudsvoorschriften, wijziging door software, virussen resp. een ander apparaat of andere accessoires of andere door ons niet toegestane modificaties. Deze beperkte garantieverklaring vervangt alle andere uitdrukkelijke en impliciete garanties, dit met inbegrip van de garantie van de verkoopbaarheid of van de geschiktheid voor een bepaald doel, beperkt zich echter niet daartoe. In sommige landen is de uitsluiting van impliciete garanties wettelijk niet geoorloofd. In een dergelijk geval is de geldigheid van alle uitdrukkelijke en impliciete garanties beperkt tot de garantieperiode. Na afloop van deze periode verliezen alle garanties hun geldigheid. In sommige landen is het beperken van de geldigheidsduur van impliciete garanties wettelijk niet geoorloofd, zodat bovenstaande beperking niet in werking treedt. Wanneer u met betrekking tot deze garantievoorwaarden vragen zou hebben, neem dan contact met ons op.
Beperking van de aansprakelijkheid De inhoud van dit handboek kan in verband met technische ontwikkelingen onaangekondigd worden gewijzigd. De fabrikant en distributie nemen geen verantwoordelijkheid op zich voor schades die zijn ontstaan als gevolg van fouten of weglatingen van de informaties die in dit handboek beschikbaar zijn gesteld. Wij zijn in ieder geval niet aansprakelijk voor: 1. door derden aan u gestelde eisen met betrekking tot verliezen of beschadigingen; 2. verlies of beschadiging van uw registraties of gegevens; 3. economische uit een schadegeval voortvloeiende verdere schades (met inbegrip van winstderving of bezuinigingen) resp. bijkomende schades, ook wanneer wij ervan op de hoogte zijn gesteld, dat zulke schades mogelijk kunnen optreden. In sommige landen is de uitsluiting resp. beperking van bijkomende resp. uit een schadegeval voortvloeiende verdere schades wettelijk niet geoorloofd, zodat bovenstaande beperking niet in werking treedt.
SPECIFICATIES
47
48
NEDERLANDS