Bachelor Studiegids 2011/2012 - Technische Informatica
Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Creative Technology Electrical Engineering Technische Informatica Technische Wiskunde www.utwente.nl/ewi/onderwijs
VOORWOORD
Voorwoord Op de Universiteit Twente worden mensen opgeleid om problemen op te lossen met behulp van techniek. Omdat dat de mensheid helpt in de omgang met de uitdagingen die op haar afkomen. Omdat je er geld mee kunt verdienen. En omdat het opwindend is om de grenzen van de techniek te verleggen! Informatica speelt een steeds belangrijker rol in het spectrum van techniek. Er is tegenwoordig bijna geen apparaat meer waar niet – op een of andere manier – informatica aan te pas komt. Informatica vergemakkelijkt wat we al deden, maar opent ook mogelijkheden die totaal nieuw zijn. Om dat voor elkaar te krijgen willen we aan de UT informatici opleiden die in staat zijn fundamentele concepten te bestuderen, te ontwikkelen en toe te passen, vaak in nauwe samenwerking met andere disciplines. De basis hiervoor wordt gelegd in de driejarige Bacheloropleiding Technische Informatica. Middels een breed pakket aan informaticavakken, ondersteunende wiskundevakken, en onderzoeks- en ontwerpprojecten, worden hier kritische en creatieve informatici voorbereid op hun carrière. Deze studiegids geeft een overzicht van de inhoud en organisatie van de studie. Heel veel plezier en succes met de studie,
Rom Langerak Opleidingsdirecteur Informatica
INHOUDSOPGAVE
DEEL A Bachelorprogramma TEchnische informatica
4.2.1
Technische Informatica 1.1
Doelen
10
1.2 Eindtermen
11
2.1
Bacheloropleiding
16
2.2
Organisatie
16
2.2.1
Opleidingsdirecteur
16
2.2.2
Bachelorcoördinator
16
2.3.1
Na de bacheloropleiding
17
Masteropleidingen
17
2.3.2 Arbeidsmarkt perspectieven 2.4
Extra curriculaire activiteiten
17 17
2.4.1 Honours programma
17
2.4.2
Wiskunde Excellence stream
18
2.4.3
Tweede bacheloropleiding
18
Opbouw van het studieprogramma 3.1 3.2
Algemeen
22
Het programma
22
3.2.1
Het eerste jaar
23
3.2.2
Het tweede jaar
23
3.2.3
Het derde jaar
23
3.2.4
Keuzevakken
24
Opleiding specifieke regelingen
26
3.3
3.3.1 P-in-2-regel
26
3.3.3 Ingangeisen
27
3.4
De minor
28
3.5
Afsluiting van de Bachelorstudie
29
3.5.1
Het ontwerpproject
29
3.5.2
Het bachelorreferaat
29
3.5.3
Diploma
30
Studeren in het buitenland
30
3.6
35
4.2.2
Studiebegeleiding tijdens het tweede en derde jaar
35
4.2.3
Studentendecanen en –psychologen
36
4.2.4
Studieplan
36
4.2.5
Academische- en studievaardigheden
36
Toetsing en kwaliteit
Technische Informatica aan de Universiteit Twente
2.3
Studiebegeleiding tijdens het eerste jaar
Onderwijsvormen en studiebegeleiding
5.1
Toetsing
40
5.1.1
Toetsvorm per vak
40
5.1.2
Derde kans regeling
40
5.1.3
Integratie: projecten
41
Kwaliteitzorg onderwijs
41
5.2.1
Vakevaluaties
41
5.2.2
Onderwijs Evaluatie Commissie (OEC)
41
5.2.3
Studievoortgangsrapporten
41
5.2.4
Opleidingscommissie (OLC)
42
5.2.5
Examencommissie
42
5.2.6
Onderwijs- en Examenregeling (OER)
42
5.2.7
Studenten statuut
43
5.2.8
Accreditatie
43
5.2
DEEL B
Cursusinformatie Technische Informatica
46
DEEL C
Algemene Bijlagen 1
De faculteit EWI
78
1.1
Organogram EWI
78
1.2
Opleidingen
79
1.3
Diensten en Eenheden
80
1.4
Faciliteiten
83
De organisatie van het onderwijs
85
2.1
Studentenstatuut
85
2.2
(Her)inschrijving studie
85
2.3
Studenten en Onderwijs (S&O)
86
2
4.1
Onderwijsvormen
34
2.4
Communicatie en informatie
87
4.2
Organisatie studiebegeleiding
35
2.6
Jaarroosters
91
INHOUDSOPGAVE
2.7
Colleges
91
2.8
Vakken volgen
93
2.9
Wegwijs op de campus
93
2.10
Studiemateriaal
93
2.11
PC-privé regeling voor studenten en aanschaf pc/laptop/printer
95
2.12
Tentamens
95
3
UT regelingen
98
3.1
Studiefinanciering
98
3.2
Overgangsregelingen
98
3.3
Regeling afstudeersteun
98
3.4
Topsporters
98
3.5
Regeling Studentenactivisme
99
3.6
Studeren met een functiebeperking
99
4
UT faciliteiten
100
4.1
Bureau Onderwijszaken EWI
100
4.2.
Union Shop
100
4.3.
Notebook Service Centre
100
4.4
Bibliotheek/informatiespecialist EWI
101
4.5. 5.
Studentenrestaurant
102
Studentenactivisme
103
DEEL A Bachelorinformatie Technische Informatica
1 Technische Informatica
TECHNISCHE INFORMATICA
1.1 Doelen
1.2 Eindtermen
1.
De kennis en ervaring met betrekking tot het domein Technische Informatica is als volgt:
Doelstelling van de bacheloropleiding is het opleiden van academische bachelors die in staat zijn efficiënt en effectief ICT-systemen en hun toepassingen van hoge kwaliteit te ontwerpen en af te stemmen op hun gebruikscontext. De bachelors beschikken hiertoe over
Domein Technische Informatica 1.
inzicht in en ervaring met het benutten van modellen, (formele) methoden, gereedschappen
De bachelor heeft kennis en inzicht in het vakgebied Technische Informatica. Deze kennis omvat:
en hun onderliggende concepten. De bacheloropleiding richt zich op de ontwikkeling van
•
een combinatie van wetenschappelijke onderzoekende houding, gedegen technische kennis
systeemeigenschappen.
en inzicht en ervaring met het selecteren en geïntegreerd toepassen van deze kennis in
•
een ontwerpproces. Dit stelt de bachelors in staat om op wetenschappelijke, ethisch en
Software ontwikkeling en daarvoor beschikbare formele methoden, technieken en gereedschappen.
maatschappelijk verantwoorde wijze geavanceerde ICT-technologie toe te passen en bij te
•
dragen aan verdere ontwikkeling in het vakgebied. Daarnaast stelt dit de bachelors in staat
Inzicht in de levenscyclus van systemen en het valideren en verifiëren van functionele en kwaliteits eigenschappen van systeem.
om zich in een masteropleiding te specialiseren op een specifiek soort, of aspect van, ICT
•
systemen en/of toepassingen en hun ervaring met wetenschappelijk onderzoek uit te breiden.
Inzicht in organisatorische en sociaal economische aspecten van het ontwerp en de invoering van systemen
Door het aanbieden van activerend, uitdagend en op ontwerpen gericht onderwijs waarin
•
het combineren van kennis, kwaliteit, creativiteit en technologische ontwikkelingen centraal
Computerarchitectuur, computerorganisatie en de interactie tussen hardware en software.
staan wordt de bachelor voorbereid op een toekomst waarin professionele kennis voortdurend
•
Programmeren, gegevensstructuren, en gegevensopslag.
•
Webtechnologie en andere technologie.
De bacheloropleiding Technische Informatica heeft, in aanvulling op het hierboven gestelde,
•
Intelligente systemen en interactie tussen mensen en machines.
haar doel als volgt verwoord.
•
Netwerken en communicatiesystemen.
De bacheloropleiding Technische Informatica richt zich op het opleiden van bachelors
•
Security en performance aspecten.
met gedegen kennis, inzicht en ervaring gerelateerd aan het ontwikkelen van een
•
Inzicht in de geschiedenis en filosofie van de informatica en wetenschap in het algemeen.
wordt aangevuld en beargumenteerd toegepast. 2.
Basis kennis uit de wiskunde relevant voor het specificeren en evalueren van
breed scala aan complexe software systemen en hun toepassingen, evenals bij het ontwikkelen van gecombineerde hardware- en softwaresystemen. Centraal in de
De algemene eindtermen voor een afgestudeerde Bachelor of Science van de Universiteit Twente zijn als volgt:
bacheloropleiding staat kennis en inzicht in de theorie, de concepten, modellen, methoden en technieken voor:
10
•
het ontwikkelproces van software (software engineering);
•
de integratie van hardware en software;
•
het ontwikkelen van informatiesystemen;
•
het ontwikkelen van intelligente systemen;
•
de interactie tussen mens en machine;
•
het ontwikkelen van netwerk- en communicatiesystemen.
Ontwerpen 1.
De bachelor is in staat bij het ontwerpen van systemen relevante domeinkennis geïntegreerd toe te passen.
2.
De bachelor is in staat om op basis van een globale beschrijving een probleem in kaart te brengen en hiervoor een oplossing te specificeren.
3.
De bachelor is in staat om oplossingen/systemen te ontwerpen en hierbij methoden, technieken en modellen te selecteren en te benutten.
11
TECHNISCHE INFORMATICA
4.
De bachelor is in staat oplossingen/systemen te evalueren op hun eigenschappen en op basis hiervan een keuze te maken tussen verschillende oplossingen en deze keuze te verantwoorden.
Onderzoeken 1.
De bachelor is in staat op een kritische manier problemen in het vakgebied te analyseren.
2.
De bachelor is in staat om op een systematische manier een onderzoek op te zetten en uit te voeren.
3.
De bachelor is in staat om op een deelgebied bij te dragen aan de ontwikkeling van het vakgebied.
Organiseren 1.
De bachelor is in staat zelfstandig benodigde kennis te verwerven en zich zelfstandig nieuwe kennis en vaardigheden eigen te maken.
2.
De bachelor is in staat ethische, sociale, culturele en maatschappelijke aspecten van problemen, oplossingen en ontwikkelingen binnen het vakgebied te analyseren en bespreken.
3.
De bachelor heeft inzicht in het functioneren van teams en is in staat om samen te werken in een team en met diverse belanghebbenden (zoals opdrachtgever en gebruiker).
4.
De bachelor is in staat, zowel mondeling als schriftelijk, effectief en efficiënt te communiceren met vakgenoten en niet-vakgenoten.
5.
De bachelor is in staat werkprocessen te organiseren en hierop te reflecteren.
6.
De bachelor kan een standpunt innemen en dit standpunt onderbouwen ten aanzien van een ontwerp of wetenschappelijk betoog.
7.
De bachelor is multidisciplinair ingesteld en heeft kennis van tenminste één ander vakgebied.
Een officiële versie van de eindtermen en meer informatie over de regels en richtlijnen van de Bachelor Technische Informatica is te vinden in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van de opleiding: www.utwente.nl/inf/onderwijszaken/regels/
12
13
2 Technische Informatica aan de Universiteit Twente
TECHNISCHE INFORMATICA AAN DE UNIVERSITEIT TWENTE
2.1 Bacheloropleiding De bachelor Technische Informatica bestaat uit een samenhangend programma van vakken uit de Informatica en Wiskunde. Daarnaast zijn er context- en ondersteunende vakken.
2.3 Na de bacheloropleiding 2.3.1 Masteropleidingen
2.3.1.1 Aansluitende masteropleidingen
Het bachelor diploma Technische Informatica geeft toegang tot een breed scala aan masteropleidingen.
2.2 Organisatie
Binnen de faculteit EWI kun je zonder verdere ingangseisen doorstromen in devolgende masteropleidingen: Computer Science, Telematics, Human Media Interaction, Embedded Systems.
2.2.1 Opleidingsdirecteur De opleidingsdirecteur van de Bachelor Technische Informatica is
Daarnaast is het vrij gemakkelijk om door te stromen in de master Business Information Technology. Meer informatie over deze en andere masteropleidingen kun je vinden op www.utwente.nl/master.
dr.ir.Rom Langerak. Zilverling kamer 5039; telefoon +31 53 489 3714; email
[email protected]. Als er zaken spelen waar je graag eens met hem over van gedachten wilt wisselen, dan kun je altijd een afspraak bij hem maken via Karin Veldhuis. Zilverling kamer 1032; telefoon +31 53 489 5450; email k.veldhuis@ utwente.nl.
2.2.2 Bachelorcoördinator De bachelorcoördinatoren van Technische Informatica zijn: •
Dr. Anne Remke, Zilverling kamer 5015; telefoon +31 53 489 5428; email
[email protected]
•
Drs. Hans Romkema, Zilverling kamer 1020; telefoon +31 53 489 2774; email
[email protected]
•
Dr. Nirvana Meratnia. Zilverling kamer 4010;
2.3.1.2 Stage ( in het buitenland)
Een stage is bij de meeste masteropleidingen een onderdeel van het programma. Het is mogelijk om dit in het buitenland te doen. Voor meer informatie kun je terecht bij de stagecoördinator Maarten Korsten:
[email protected]
2.3.2 Arbeidsmarkt perspectieven Uit berichtgeving door onder andere de Automatisering Gids, IPN (Informatica Platform Nederland) en ICT-Office (de branchevereniging van IT en Telecom bedrijven) blijkt dat er een groot tekort is aan informatici. De verwachting is dat dit tekort in de toekomst alleen maar zal gaan toenemen. Vandaar dat het arbeidsperspectief van afgestudeerde informatici zonder meer goed te noemen is. Dit komt overeen met onze eigen cijfers die vertellen dat onze afgestudeerde Master-studenten vrijwel allemaal een baan hebben. Ook maken bedrijven veel reclame (via bv. de studievereniging Interactief) en geven veel geld uit om naar de gunsten van informatica studenten te dingen.
telefoon +31 53 489 3642; email
[email protected] Het is zeker mogelijk om als afgestudeerde Bachelor Informatica snel een baan te vinden. Overigens geeft nog steeds het overgrote deel van de afgestudeerde Bachelors er de voorkeur aan zich verder te ontwikkelen in een Master of Science – en uiteraard juicht de afdeling Informatica dit alleen maar toe!
2.4 Extra curriculaire activiteiten 2.4.1 Honours programma Het Honours programma is bedoeld voor de getalenteerde, geïnteresseerde en gemotiveerde student. In bijna anderhalf jaar wordt er een programma van 30 EC aangeboden. Het programma is voor eerstejaars topstudenten van alle opleidingen. Studenten worden intensief begeleid door
16
17
TECHNISCHE INFORMATICA AAN DE UNIVERSITEIT TWENTE
wetenschappers met een uiteenlopende achtergrond en maken kennis met grote wetenschappers en de praktijk van wetenschapsbeoefening. Ze krijgen boeiende vraagstukken en maken een individueel project, waarbij ze een onderzoeksvoorstel schrijven binnen hun eigen vakgebied. Meer informatie op www.utwente.nl/honours.
2.4.2
Wiskunde Excellence stream
De Excellence-onderwijslijn past bij het reguliere wiskundeonderwijs. Excellence is hier bedoeld als verdieping van het wiskundig niveau. Het wiskundeonderwijs wordt met een hoger abstractieniveau gegeven. De excellencelijn biedt een volledig parallelprogramma voor de wiskundevakken die in de opleiding aan bod komen. De beste (en meest gemotiveerde) studenten van technische opleidingen (ca. 10%) komen in aanmerking voor het excellenceprogramma dat wordt verzorgd door de opleiding Technische Wiskunde. Meer informatie op www.utwente.nl/excellence.
2.4.3
Tweede bacheloropleiding
Wanneer een student de ambitie heeft om twee bacheloropleidingen te volgen, kan in overleg met de studieadviseur een voorstel voor een individueel programma aan de examencommissie worden voorgelegd. Meer informatie over de studieadviseur van Technische Informatica vind je in hoofdstuk 4.2 van deze studiegids. Meer informatie over de hoogte van het college geld voor een tweede studie: www.utwente.nl/so/studentservices/geldzaken/collegegeld
18
19
3 Opbouw van het studieprogramma
OPBOUW VAN HET STUDIEPROGRAMMA
3.1 Algemeen
3.2.1
Semester 1
Het bachelorprogramma omvat drie jaar. Een collegejaar bestaat uit twee semesters. Een semester is opgedeeld in twee kwartielen van acht onderwijsweken en twee tentamenweken.
Het eerste jaar 1A
1B
Discrete Wiskunde I
De omvang van het programma is 180 EC (European credits ofwel studiepunten). Eén studiepunt komt
(5 EC)
overeen met een belasting van 28 uur. De opleiding is opgedeeld in de propedeuse (het eerste jaar) en
Programmeren I (5 EC)
De propedeuse is bedoeld om voor jezelf te bepalen of je de juiste studiekeuze gemaakt hebt en of je
20 EC voor 4 basisvakken wiskunde
•
35 EC voor 7 basisvakken informatica
•
5 EC voor 1 contextvak
Discrete wiskunde II
Lineaire algebra (5 EC)
Informatiesystemen
Basismodellen in de
en –organisatie (5 EC)
(5 EC)
informatica (5 EC)
Telematicasystemen
Academische
Programmeren II
Inleiding Mens
en –toepassingen
Vaardigheden
(5 EC)
Machine Interactie
(5 EC)
Informatica I (5 EC)
3.2.2
(5 EC)
Het tweede jaar Semester 1 1A
geeft het eerste jaar je een beeld van de rest van de studie. De propedeuse omvat totaal 60 EC en is als
•
2B
Computerarchitectuur
voldoende capaciteit hebt om de studie Technische Informatica met succes te doorlopen. Bovendien
volgt verdeeld:
Calculus I (5 EC)
2A
(5 EC)
de postpropedeuse (het tweede en derde jaar). Elk jaar omvat derhalve 60 EC.
3.2 Het programma
Semester 2
Semester 2 1B
2A
2B
Gegevensbanken
Algoritmen,
Formele methoden
Artificial intelligence
(5 EC)
datastructuren en
voor SE (5 EC)
(5 EC)
complexiteit (5 EC) Telematicanetwerken
Software engineering
Keuzevak 1
Keuzevak 2
(5 EC)
modellen (5 EC)
(academische
(project) (5 EC)
vorming) (5 EC) De vaste kern van het tweede en derde jaar omvat totaal 65 EC en is als volgt verdeeld: •
10 EC voor 2 vakken wiskunde
•
45 EC voor 9 vakken informatica
•
5 EC voor 1 contextvak
Calculus II (5 EC)
3.2.3
Besturingssystemen
Kansrekening en
Management &
(5 EC)
statistiek (5 EC)
Organisatie (5 EC)
Het derde jaar Semester 1
De twaalf vakken van deze vaste kern hebben ieder een omvang van 5 EC. Naast deze kern omvat het tweede en derde jaar een minor (20 EC), een keuzeruimte (vier vakken van elk 5 EC) en de bachelorproef
1A
Semester 2 1B
Minor (20 EC)
2A Algebra en security
2B Vertalerbouw (5 EC)
(5 EC)
(20 EC).
Keuzevak 3 (informatica) (5 EC) Keuzevak 4 (informatica) (5 EC) Ontwerpproject (10 EC) Bachelorreferaat (10 EC) Voor de keuzevakken 3 en 4 geldt dat het kwartiel afhankelijk is van het te kiezen vak. Het aanbod van de negen vakken waaruit gekozen kan worden, zal verspreid zijn over het jaar. Het Bachelorreferaat en het Ontwerpproject worden allebei twee keer per jaar aangeboden. Je kunt zelf kiezen of je deze in het eerste of in het tweede semester volgt.
22
23
OPBOUW VAN HET STUDIEPROGRAMMA
Deze opzet maakt het mogelijk dat er een planning kan worden opgesteld die past bij de eigen mogelijkheden en voorkeuren. Men kan daarbij onder andere rekening houden met opgelopen vertragingen in de studie of specifieke wensen ten aanzien van de keuzes. In de volgende tabel is een planning weergegeven die past bij een studieverloop zonder vertragingen: Bachelor derde jaar (B3, een voorbeeldplanning) Kwartiel
Vaknaam
EC
1
Keuzevak 3
5.0
Eerste deel Minor
10.0
Keuzevak 4
5.0
Tweede deel Minor
10.0
Algebra en Security
5.0
Ontwerpproject (1e deel)
5.0
Bachelorreferaat (1e deel)
5.0
Vertalerbouw
5.0
Ontwerpproject (2e deel)
5.0
Bachelorreferaat (2e deel)
5.0
Voor keuzevak 2 kies je een van de volgende vier projectkeuzevakken: Kwartiel
keuzevak (project)
4
User Experience Design
4
Telematics Project
4
Verification Engineering
4
Codesign Project
Voor keuzevak 3 en keuzevak 4 kies je uit de volgende lijst van negen vakken: kwartiel
2
3
2
Concurrent & Distributed Programming
4
Java Middleware Technologies
2
Data Warehousing and Data Mining
1
Network Security
3 4
keuzevak (project)
Computerarchitectuur en -organisatie 2
1
Functioneel programmeren
3
Business Process Support
2
Graphics & Virtual Reality Introduction to Information Security
3.2.4 Keuzevakken De keuzeruimte wordt ingevuld met vier keuzevakken van ieder 5 EC. Er is sprake van een gebonden
Bij het kiezen spelen de eigen voorkeur en de studieplanning een rol. Om behulpzaam te zijn bij het
keuze, dat wil zeggen dat je de vier vakken niet helemaal vrij mag kiezen. Je bent verplicht om je keuze
kiezen van de keuzevakken 2, 3 en 4 worden hier vier “voorbeeldpakketten” weergegeven; dit zijn
te maken uit onderstaande vaklijsten.
combinaties van drie vakken die samen een thema invullen. De thema’s zijn:
Voor keuzevak 1 maak je een keuze uit een van de volgende vier vakken: kwartiel 3
keuzevak (academische vorming) Geschiedenis van de Natuurwetenschap vanaf Newton
3
IT & Recht
3
Verkennen van Digitale Toekomsten
3
Nieuwe Media en Communicatie
•
Interactive Information Systems;
•
Telematics;
•
Software Dependability;
•
Embedded Systems;
Men is vrij om een ander pakket van drie vakken samen te stellen
24
(uit de lijst van vier plus negen vakken), mits het pakket precies één projectvak heeft.
25
OPBOUW VAN HET STUDIEPROGRAMMA
De volgende tabel bevat de lijst van 13 keuzevakken en 4 voorbeeldvakkenpakketten. Thema
Interactive
Telematics
Software
Information
Vak
na twee jaar studeren zijn propedeuse niet heeft gehaald, mag hij in zijn derde jaar alleen nog maar Embedded Systems
Dependability
Systems Project: Human Computer
ontbrekende eerstejaarsvakken zijn behaald. Let op: als men na twee jaar studie wel tweede- of derdejaarstoetsen maakt (geldt ook voor de
x
minorvakken uit het tweede en derde jaar), zonder dat men de propedeuse heeft behaald, dan zal dit
Interaction Design Project: Telematica project
propedeusetoetsen maken. De tweede- en derdejaarstoetsen mogen worden hervat wanneer de
resultaat niet meetellen (en moeten deze toetsen later opnieuw worden gedaan). Bovendien komt er
x
Project: Verification
een fraudeaantekening in het studentendossier. De regel zegt expliciet dat een student “geen toegang
x
heeft tot de tentamens” van tweede- en derdejaarsvakken. Deze regel is om twee redenen ingevoerd:
Engineering Project: Codesign-project
x
Concurrent & Distributed
•
af te ronden. We zien regelmatig dat studenten, die niet onder deze regel vallen, in grote
x
planningsproblemen komen als ze al bijna aan het afstuderen zijn en nog een voor zich uit
Programming Java Middleware
x
geschoven basisvak moeten afronden.
Technologies Data Warehousing
• x
Studenten die niet geschikt zijn voor de opleiding te dwingen goed na te denken over hun situatie. Na twee jaar zijn er nog goede overstapmogelijkheden.
and Data Mining
Uiteraard worden er uitzonderingen gemaakt. Bijvoorbeeld wanneer een student ziek is geweest, een
Network Security
x
handicap heeft, of een bestuursfunctie heeft vervuld kan de examencommissie hem of haar extra tijd
Computerarchitectuur
x
en -organisatie II Functioneel programmeren Business Process Support
Studenten die geschikt zijn voor de opleiding enigszins tot spoed manen om de basisvakken
x
x
x
Graphics & Virtual Reality Introduction to Information Security
geven. De student moet hiervoor een verzoek indienen bij de examencommissie. Het is aan te raden de studiebegeleider in een zo vroeg mogelijk stadium op de hoogte te stellen van omstandigheden die kunnen leiden tot vertraging.
3.3.2 Examens Het eerste jaar wordt afgesloten met het P-examen. De Examencommissie besluit of een student is geslaagd voor de propedeuse. De bacheloropleiding wordt ook afgesloten met een examen. Hiervoor
3.3 Opleiding specifieke regelingen De bacheloropleiding Technische Informatica heeft een aantal opleidingspecifieke regelingen. In de volgende paragrafen worden deze uitgelegd.
3.3.1 P-in-2-regel Het is de bedoeling dat iedere student het eerste jaar de propedeuse in één jaar afrondt. Omdat maar een deel van de studenten dit ook daadwerkelijk lukt, heeft iedere student in zijn tweede jaar de tijd
moet men zich aanmelden bij de examencommissie. Alle informatie hierover is te vinden op de onderwijssite. Daar is ook te vinden onder welke voorwaarden een student al mastervakken van de masteropleiding mag volgen voordat het bachelorexamen is behaald. Onderwijssite Technische Informatica: www.utwente.nl/inf
3.3.3 Ingangeisen De bachelorproef is het afsluitende deel van de bachelor en bestaat uit twee onderdelen: het Ontwerpproject en het bachelorreferaat. Voor beide vakken gelden ingangseisen.
om de eerstejaarsvakken alsnog te halen en ook al wat tweedejaarsvakken te doen. Als een student
26
27
OPBOUW VAN HET STUDIEPROGRAMMA
Om deel te mogen nemen aan het Ontwerpproject moet je in het bezit zijn van het propedeusediploma en moet je het vak Software engineering modellen afgerond hebben, met als resultaat een 5 of hoger.
3.5 Afsluiting van de Bachelorstudie De bachelorstudie wordt afgerond met de zogenaamde bachelorproef. Deze bestaat uit twee delen: het
Om deel te mogen nemen aan het bachelorreferaat dien je te beschikken over een propedeusediploma
Ontwerpproject en het Bachelorreferaat, ieder met een omvang van 10 EC. Men mag pas beginnen aan
en 60 EC’s (exclusief minor). Aan deze eisen moet twee maanden voor aanvang van het vak voldaan zijn.
deze onderdelen als er een flink deel van de overige vakken is afgerond .
3.4 De minor
3.5.1
Het ontwerpproject
Doel van het ontwerpproject is de kennismaking met het gehele traject van het ontwerpen van een
Een minor is een gestructureerd, samenhangend en afgerond onderwijspakket van minstens 20 EC. Het
softwaresysteem, vanaf de eerste informele specificatie door een klant tot en met het afleveren en
is mogelijk om de keuze te maken om kennis te maken met een ander vakgebied of juist de diepte in te
presenteren van een gedocumenteerd softwareproduct. Het Ontwerpproject kan beschouwd worden
duiken in een specialisatierichting. Er is een zekere mate van vrijheid om binnen de randvoorwaarden
als een oefening in de beroepspraktijk, waarbij bovendien nog veel geleerd wordt over een bepaald
je eigen minor samen te stellen. De opleidingsminors en de themaminors zijn onderwijsprogramma’s
deel van de informatica. De duur van het ontwerpproject is een semester. Afhankelijk van de eigen
die door de UT zijn samengesteld. In de opleidingsminor wordt in het kort kennis gemaakt met één van
studieplanning kan worden gekozen in welk semester het project wordt uitgevoerd. Om deel te mogen
de UT-bacheloropleidingen (anders dan degene die gevolgd wordt). In de themaminors wordt dieper
nemen aan het Ontwerpproject moet je in het bezit zijn van het propedeusediploma en moet je het vak
op een wetenschappelijk onderwerp ingegaan. Het is ook mogelijk om zelf een minor samen te stellen.
Software engineering modellen afgerond hebben, met als resultaat een 5 of hoger.
Dit kan in overleg met de docent-mentor, studieadviseur en/of vakdocent. Deze ‘vrije minor’ moet door de examencommissie van de opleiding die gevolgd wordt worden goedgekeurd.
3.5.2
Het bachelorreferaat
Wat zijn de ontwikkelingen in het vakgebied? Wat is de bijdrage van onderzoekers aan deze ontwikkelingen en hoe doe je onderzoek? Karakteristiek voor een wetenschappelijke opleiding is de
Er zijn een aantal speciale minors waarbij een verblijf in het buitenland gekoppeld is, zoals ‘International Management’. Voor de minor Muziek moet auditie worden gedaan. Meer informatie kun je vinden op: www.utwente.nl/majorminor.
relatie tussen onderwijs en onderzoek. Veelal is deze relatie impliciet aanwezig. In het bachelorreferaat is deze relatie expliciet aanwezig. Dit studieonderdeel richt zich op een actieve kennismaking met wetenschappelijk onderzoek. In dit vak wordt een onderzoekende en kritische houding ontwikkeld, maar je richt je ook op de uitdagende ontwikkelingen in het vakgebied.
Ook kun je een kijkje nemen op de minor informatiemarkt in april, waar vertegenwoordigers van verschillende minoren zich zullen presenteren.
Er wordt kennisgemaakt met een thema uit het vakgebied en de belangrijkste literatuur over dit thema. Een aspect van dit thema wordt uitgekozen, waarvoor onderzoeksvragen worden opgesteld en nader wordt onderzocht. Het onderzoek wordt vervolgens uitgewerkt. Het resultaat is niet alleen een
Als je je afvraagt of het leraarschap iets voor je is kun je een
onderzoeksverslag, maar ook een presentatie op een (mini)conferentie.
minor gebruiken om je hier in te oriënteren. In de minor ‘Leren Lesgeven’ leer je de eerste beginselen van de onderwijskunde en de vakdidactiek. Ook doe je praktijkervaring op bij een middelbare school. Meer informatie over deze minor kun je vinden op: www.utwente.nl/elan/LO/minor/. In het bachelorprogramma is ruimte voor een minor met een omvang van 20 EC.
De duur van het bachelorreferaat is een semester. Het moment van de uitvoering van het project is afhankelijk van de studieplanning van de student. Om deel te mogen nemen aan het bachelorreferaat dien je te beschikken over een
De minor ‘International Explorations’ is bedoeld voor studenten die deelnemen aan een internationale studiereis. De studiereis is een initiatief van studievereniging Inter-Actief.
28
propedeusediploma en 60 EC’s (exclusief minor). Aan deze eisen moet twee maanden voor aanvang van het vak voldaan zijn.
29
OPBOUW VAN HET STUDIEPROGRAMMA
3.5.3 Diploma
8.
De ontvangende universiteit beoordeelt het “learning agreement” en tekent voor akkoord
Om in aanmerking te komen voor het bachelordiploma dient men zich aan te melden bij bureau
9.
Er volgt een standaardprocedure onder begeleiding van de International Offices van de te bezoeken
onderwijszaken. Deze aanmelding kan ieder maand, behalve in de zomermaanden. Er zal worden bekeken of aan alle voorwaarden is voldaan. Eén keer per jaar, in de maand oktober, vindt er een
universiteit en de onze om alle voorbereidingen te treffen Tip: begin op tijd!
collectieve bachelor diplomauitreiking plaats. Ook vindt er één keer per jaar, eind september of begin oktober, een UT-brede Propedeuse-uitreiking plaats.
Je ziet dat een grondige voorbereiding nodig is. Doorgaans neemt alles vier maanden in beslag. Neem veiligheidshalve een marge van een half jaar: enkele universiteiten hebben deadlines voor aanmelding die enkele maanden voor het begin van de semesters liggen.
3.6 Studeren in het buitenland
Informatie/contact:
Als bachelorstudent heb je de gelegenheid een half jaar te studeren in het buitenland.
Coördinator internationalisering: drs. Jan Schut,
In je curriculum is daarvoor plaats ingeruimd:
Zi-A108,
[email protected]
•
je mag je minor vervangen door studeren elders (20 EC);
•
je kunt deze minor uitbreiden tot een minor van 30 EC door in overleg vakken toe te voegen die opgenomen mogen worden in plaats van (keuze)vakken uit je INF programma.
Op deze manier kun je 30 EC aan vakken/projecten volgen in het buitenland. Er is (beperkte) financiële ondersteuning vanuit de Universiteit Twente (TMF-gelden). Normaliter ligt een keuze voor het eerste semester voor de hand (i.p.v. minor), echter ook het tweede semester is mogelijk. Een deel van een semester behoort ook tot de mogelijkheden. Hoe gaat het in zijn werk? Stappenplan. 1.
Je bedenkt dat je graag 20-30 EC in het buitenland wilt gaan doen
2.
Je bekijkt de lijst van universiteiten met wie wij een overeenkomst hebben gesloten. Op deze lijst staan de universiteiten met wie we een contract hebben, hetgeen betekent dat er een goed aanbod is van vakken (engels) en er organisatorische afspraken zijn gemaakt (hulp bij vinden kamer etc.)
3.
Zie: intoffice.utwente.nl/mogelijkheden/studie/erasmus/
4.
Je bekijkt eventueel zelf wat andere universiteiten kunnen bieden
5.
Je bepaalt je voorkeur en je neemt contact op met de coördinator (Jan Schut)
6.
Samen met hem stel je een mogelijk te doen vakkenpakket op (je kijkt op website wat exact het aanbod is, vak in ieder geval post-P niveau, moet in het goede semester vallen etc.en met wat begeleiding komt er een plan uit van 20-30 EC)
7.
Dit vakkenpakket wordt opgeschreven in een zogenaamd “learning agreement” en door jou en de coördinator getekend en naar de te bezoeken universiteit gestuurd
30
31
4 Onderwijsvormen en studiebegeleiding
ONDERWIJSVORMEN EN STUDIEBEGELEIDING
4.1 Onderwijsvormen De vakken worden aangeboden in diverse onderwijsvormen: hoorcolleges, werkcolleges, practica,
4.2 Organisatie studiebegeleiding
projecten en zelfstudie.
De opleiding Technische Informatica heeft twee studieadviseur die voor studenten beschikbaar zijn voor alle voorkomende vragen rondom de studie en het studeren. Je kunt bij de studieadviseur terecht
Onderwijsvorm
Omschrijving onderwijsvorm
Hoorcollege
De docent geeft plenair een toelichting en/
met vragen rondom studeermethoden en het maken van planningen. Ook kun je met onderwerpen als
of aanvulling op de leerstof.
studiekeuze, twijfels, zoeken naar uitdagingen of hulp bij in contact treden met de examencommissie
Er wordt in groepen van circa 25 studenten aan
terecht bij de studieadviseurs. Daarnaast zijn de studieadviseurs aanspreekpunt voor studenten die te
opdrachten gewerkt ter verwerking van de lesstof.
maken hebben met een functiebeperking of (chronische) ziekte. De studieadviseurs voor Technische
Er wordt (vaak in tweetallen) aan de praktische
Informatica zijn Lilian Spijker en Sharon Vonk, MSc.: Zilverling kamer 1004; tel: 053 489 3645; e-mail:
vaardigheden gewerkt. Het is ook de gelegenheid om
[email protected] of
[email protected]
Werkcollege
Practicum
kennis te maken met software en ontwikkelomgevingen. Project
In betrekkelijk kleine groepen worden problemen met een grotere omvang opgelost. Behalve probleem oplossen spelen samenwerken, plannen, schriftelijk rapporteren en presenteren ook een rol.
Zelfstudie
Via zelfstandig studeren wordt de leerstof eigen gemaakt.
4.2.1
Studiebegeleiding tijdens het eerste jaar
In het eerste semester van het eerste jaar wordt gewerkt met een tutoring systeem: groepjes van ongeveer 4 studenten komen tweewekelijks bijeen onder leiding van een tutor (een docent). Deze tutor monitort het gedrag en de prestaties van de studenten, waarbij de centrale vraag steeds is: wat heb je de afgelopen twee weken gepresteerd, en wat ga je de komende twee weken presteren? Naast deze focus op studieprestaties is de tutor ook vraagbaak en vertrouwenspersoon. Zo nodig kan de
De werkvormen zijn zoveel mogelijk afgestemd op de doelen van het vak: In vakken die vooral gericht
tutor doorverwijzen naar de studieadviseur. De tutorbijeenkomsten zijn ingeroosterd en aanwezigheid
zijn op het verwerven van kennis en inzicht, bestaan de contactmomenten grotendeels uit hoor- en
is verplicht. Een handleiding voor de tutorbijeenkomsten is te vinden op de onderwijswebsite.
werkcolleges. In vakken die gericht zijn op het verwerven van specifieke vaardigheden wordt het
Tijdens de introductie maken de eerstejaars studenten in groepsverband kennis met de studieadviseur.
onderwijs gegeven in de vorm van practica, projecten of opdrachten.
In het eerste kwartiel volgt een individueel, persoonlijk kennismakingsgesprek. De studieadviseur
In de loop van de studie verandert de
monitort gedurende het eerste jaar de resultaten van de studenten en nodigt daarbij studenten uit
verhouding
voor voortgangsgesprekken. Studenten kunnen ook altijd zelf een verzoek doen voor een (voortgang)
tussen
contacturen
en
zelfstudie. Er wordt van de student
gesprek.
verwacht dat deze steeds beter zijn/haar
Na de eerste tentamenperiode brengt de opleiding een ‘pre-advies’ uit aan studenten. Aan het eind van
eigen studieproces kan vormgeven.
het 1e studiejaar spreekt de afdeling door middel van het studieadvies haar verwachting uit over de
De
kans op succesvol afronden van de studie. Het studieadvies is niet bindend.
opbouw
van
het
programma
zorgt ervoor dat de student steeds zelfstandiger wordt en steeds meer complexere problemen aan kan.
4.2.2
Studiebegeleiding tijdens het tweede en derde jaar
De studieadviseur volgt de studievoortgang van alle tweede- en derdejaars aan de hand van cijferoverzichten en eventuele eerdere gesprekken. Op basis daarvan bepaalt de studieadviseur welke studenten worden uitgenodigd voor een gesprek. Studenten wordt gevraagd om ook zelf initiatief te
34
35
ONDERWIJSVORMEN EN STUDIEBEGELEIDING
nemen en zelf een afspraak te maken als zij een gespreksonderwerp hebben, of een voortgangsgesprek wensen. Halverwege het 2e jaar en halverwege het 3e jaar brengt de opleiding opnieuw een studieadvies uit en wordt ingegaan op de verwachte snelheid waarmee de studie kan worden afgerond. Studenten die geen positief advies ontvangen wordt dringend geadviseerd contact op te nemen met de studieadviseur. In de loop van de studie worden er een aantal informatiebijeenkomsten georganiseerd over onder andere: inrichting van het 2e jaar, inrichting van het 3e jaar, keuzevakkenvoorlichting, minormarkt, voorbereiding op de masterkeuze.
4.2.3
Studentendecanen en –psychologen
Op UT-breed niveau kun je terecht bij de studentdecanen en –psychologen. Meer informatie hierover vind je paragraaf 2.3 van de bijlagen – Studenten Services.
4.2.4 Studieplan Volgens de Onderwijs- en Examenregeling dient elke bachelorstudent bij aanvang van elk semester een studieplan te maken. Voor elke eerstejaarsstudent zal de studieadviseur een advies over het door hem of haar gemaakte studieplan geven. Voor de overige studenten geldt dat ze in contacten met de studieadviseur te allen tijde een recent studieplan moeten kunnen laten zien.
4.2.5
Academische- en studievaardigheden
Aan het begin van het academisch jaar zal er een college ‘efficiënt en effectief studeren’ worden gegeven aan de eerstejaars studenten van de faculteit. Tijdens het studentmentoraat, docentmentoraat en in het curriculum zitten ook elementen van academische- en studievaardigheden. Op de website www.utwente.nl/inf/studiebegeleiding staan studietips en diverse vormen van ondersteuning met betrekking tot het studeren.
36
37
5 Toetsing en kwaliteit
TOETSING EN KWALITEIT
5.1 Toetsing Gedurende de opleiding wordt er op verschillende manieren geëxamineerd. Hiervoor worden verschillende toetsingsinstrumenten gebruikt.
5.1.3
Integratie: projecten
Om de integratie uit de verschillende vakken of juist uit een vak te bevorderen en om de prestaties te monitoren worden er een aantal projecten gedaan, die met een presentatie en/of een verslag worden afgesloten.
5.1.1
Toetsvorm per vak
Elk vak wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen en/of een opdracht. Bij tentamens wordt zowel op kennis als op inzicht getoetst. De toetsvormen staan beschreven in de vakomschrijvingen in deel B.
5.1.2
Derde kans regeling
5.2 Kwaliteitzorg onderwijs De kwaliteit van het onderwijs krijgt binnen de faculteit EWI, waaronder de opleiding Technische Informatica valt, veel aandacht.
Een student die voor een vak nog geen voldoende heeft en voor de derde keer een tentamenpoging wil
Voor goed onderwijs is een grote betrokkenheid van docenten en studenten nodig en een goede
doen dient volgens de Onderwijs- en Examenregeling daarvoor toestemming te moeten krijgen aan de
onderlinge communicatie. De kern van het interne kwaliteitszorgsysteem wordt gevormd door de
examencommissie.
vakevaluaties, die jaarlijks worden uitgevoerd. Hieronder worden een aantal componenten uit de
Dit moet gebeuren door het indienen van een aanvraag, ondertekend door de studieadviseur en de
kwaliteitszorg besproken.
docent van het vak, vergezeld van een plan van aanpak en een studieplan. De student neemt tenminste zes weken voor de herkansingsdatum contact op met de docent en de studieadviseur en dient uiterlijk
5.2.1 Vakevaluaties
vijf werkdagen voor het sluiten van de tentameninschrijving een verzoek tot inschrijving in bij de
Als student vul je na ieder kwartiel voor je vakken (meestal direct na het tentamen) een vragenlijst in.
examencommissie. Pas na het verkrijgen van goedkeuring van de examencommissie is het mogelijk
De resultaten worden doorgegeven aan de docent, die er gebruik van kan maken bij het aanpassen
zich voor het betreffende vak in te schrijven. Instructies voor de student zijn te vinden in de bijlage van
cq verbeteren van zijn of haar vak. De resultaten worden op de volgende website geplaatst:
deze gids.
kwaliteitszorg.cs.utwente.nl
Een
samenvatting
van
de
resultaten
wordt
besproken
in
de
opleidingscommissie (zie paragraaf 5.2.4). In deze commissie worden ook afspraken gemaakt over acties naar aanleiding van tegenvallende resultaten.
5.2.2
Onderwijs Evaluatie Commissie (OEC)
Een schriftelijke enquête kan alleen signalen afgeven die mogelijk wijzen op problemen of ongewenste situaties. Vaak is nader onderzoek nodig. Daarom is het van belang dat er naast schriftelijke enquêtes ook mondeling geëvalueerd wordt. De onderwijsevaluatiecommissie speelt hierbij een belangrijke rol. Deze commissie (kortweg de OEC) bestaat uitsluitend uit studenten bestaat. De OEC organiseert ieder kwartiel voor een paar vakken een panelbijeenkomst. In zo’n bijeenkomst gaan deelnemers aan het vak met de docent in gesprek over de sterke en zwakke kanten van het vak. Zij doen dit onder leiding van een lid van de OEC. Aan het eind van een dergelijk gesprek worden er met de docent afspraken gemaakt over eventueel aan te brengen verbeteringen.
5.2.3 Studievoortgangsrapporten Na ieder semester wordt een rapport opgesteld met studievoortganggegevens van de eerste-
40
41
TOETSING EN KWALITEIT
en tweedejaars (respectievelijk B1 en B2). In deze rapporten zijn overzichten opgenomen van de
De decaan stelt de Onderwijs- en Examenregeling (OER) vast, en ook het faculteitsreglement waarin
gemiddelde aantallen behaalde studiepunten in en tot en met het betreffende semester en deelname-
het bestuur en de inrichting van de faculteit nader geregeld wordt.
en slagingspercentages per vak. Ook deze rapporten worden gepubliceerd op de website.
5.2.4
In de OER wordt een groot aantal belangrijke punten met betrekking tot het onderwijs en de tentamens/ examens geregeld, waaronder:
Opleidingscommissie (OLC)
Binnen de afdeling INF is één opleidingscommissie, bestaande uit evenveel studenten als docenten. Deze commissie wordt als volgt aangeduid: OLC-IT. De OLC is een adviesorgaan voor de opleidingsdirecteur en moet over alle onderwijszaken gehoord worden. Het gaat hier onder meer om onderwijsprogramma’s, studielast, roosters, klachtenafhandeling en vakevaluaties. Voor meer informatie en de actuele samenstelling zie: www.utwente.nl/inf/organisatie/onderwijsorganisatie/olc.doc/
•
de inhoud van de opleiding
•
de studielast van de onderdelen (vakken, practica, projecten, stage, opdrachten)
•
welke examens er zijn
•
het aantal malen per studiejaar dat tentamens en examens afgelegd kunnen worden
•
de geldigheidsduur van beoordelingen.
Meer informatie kun je vinden op: www.utwente.nl/inf/onderwijszaken/regels/
5.2.5 Examencommissie De examencommissie bestaat uit stafleden en heeft een zelfstandige bevoegdheid over alles wat te maken
5.2.7
heeft met de verschillende examens. De commissie stelt de regels op over examens, wel of niet slagen,
De WHW schrijft ook voor dat er een Studentenstatuut is. Het Studentenstatuut kent een
met lof-regeling, etc. In deze commissie wordt vastgesteld welke studenten wanneer voor welk examen
instellingsspecifiek deel, geldig voor de hele universiteit (waarin bijvoorbeeld de financiële
geslaagd zijn. Ook rendementscijfers en fraudegevallen komen ter sprake. De examencommissie is
ondersteuningsregelingen van de universiteit geregeld zijn) en een opleidingsspecifiek deel waarin
onder andere bereikbaar via: www.utwente.nl/inf/organisatie/onderwijsorganisatie/examencommissie.
bijvoorbeeld informatie over de studieopbouw en de ondersteunende faciliteiten opgenomen moet zijn.
doc/
Voor meer informatie zie hoofdstuk 2.1 van de bijlagen van deze studiegids.
5.2.6
Onderwijs- en Examenregeling (OER)
Studenten statuut
5.2.8 Accreditatie
Het wetenschappelijk onderwijs is geregeld door de
In Nederland moet een opleiding geaccrediteerd zijn om in aanmerking te komen voor bekostiging door
Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk
de overheid. Accreditatie is “het verlenen van een keurmerk dat aangeeft dat aan bepaalde maatstaven
onderzoek
is voldaan”. Ook de toekenning van studiefinanciering aan de studenten is afhankelijk van accreditatie.
regels het
(WHW).
gegeven
over
wetenschappelijk
Hierin de
worden
globale
doelstellingen
onderwijs
en
wordt
van de
De opleiding Technische Informatica is opnieuw geaccrediteerd in 2007 door de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie.
bestuursstructuur van de Universiteiten geregeld. De WHW regelt de cursusduur van de initiële opleidingen, geeft aan op welke manieren men ingeschreven kan zijn en regelt de toelating tot de verschillende examens. De WHW geeft aan de faculteitsdecaan een centrale taak voor wat betreft de inrichting van de faculteit voor het onderwijs en de wetenschapsbeoefening.
42
43
DEEL B Cursusinformatie Technische Informatica
CURSUSINFORMATIE TECHNISCHE INFORMATICA
Cursusinformatie Technische Informatica
Cursusinformatie
Op het moment waarop deze studiegids wordt gedrukt zijn niet alle gegevens overgehaald en verwerkt in de nieuwe onderwijscatalogus van OSIRIS, www.utwente.nl/onderwijscatalogus. Kijk voor de meest recente cursusinformatie in OSIRIS: http://osiris.utwente.nl.
Discrete Wiskunde I 191521610 EC Periode Vakinhoud
Bachelor 1 Semesteroverzicht
Semester 1
Semester 2
Leerdoelen
Kwartiel 1
Kwartiel 2
Kwartiel 1
Kwartiel 2
Discrete Wiskunde (5 EC) 191521610
Calculus I (5 EC) 191521010
Discrete wiskunde II (5 EC) 191521620
Lineaire algebra (5 EC) 191521650
Programmeren 1 (5 EC) 192135000
Computerarchitectuur en – organisatie (5 EC) 192130300
Informatiesystemen (5 EC) 192120100
Basismodellen in de informatica (5 EC) 192111801
Telematicasystemen en –toepassingen (5 EC) 192610000
Academische Vaardigheden Informatica 1 (5 EC) 192150000
Programmeren 2 (5 EC) 192135050
Inleiding MMI (5 EC) 192145090
Docent Materiaal Werkvormen
5
Toetsvorm
Tentamen
1A Discrete Wiskunde houdt zich bezig met problemen die zich afspelen binnen de verzameling van gehele getallen. Een aantal verschillende onderwerpen passeren de revue, zoals: • Strategieën bij tellen. Bijv: op hoeveel verschillende manieren kan je een set van 10 munten maken bestaande uit 1-eurocent, 2-eurocent, 5-eurocent en 10-eurocent munten? • Logica. Wat zijn de bouwstenen van een wiskundig bewijs? Hoe bewijs je dat wiskundige redenering correct is? • Mathematische inductie. Bijv: hoe bewijs je dat voor alle waarden van n geldt: 1 + 2 + 3 + ... + n = n(n+1)/2? • Grafentheorie. Een graaf is een verzameling punten waarbij elk tweetal punten verbonden kan zijn door een of meerdere lijnen. Veel problemen uit de praktijk kunnen gemodelleerd worden door grafen (denk aan netwerken: wegennet (fileprobleem), computernetwerken (snelheid dataverkeer), mobiele communicatie (storingen), etc). Een aantal basiseigenschappen van grafen worden besproken. Beheersing van basisbegrippen uit de Combinatoriek, Logica, Verzamelingenleer, Relaties en Grafentheorie evenals elementaire problemen hierbij kunnen analyseren en oplossen. Na afloop van het vak is de student in staat zelfstandig: • Samengestelde vraagstukken op te lossen die neerkomen op het berekenen van het aantal manieren om r objecten te kiezen uit een verzameling van n verschillende objecten. Hierbij dient de student onderscheid te kunnen maken tussen situaties waarbij de volgorde waarin de objecten worden gekozen wel of niet van belang is (geordend of ongeordend), en situaties waarbij een object wel of niet meerdere keren kan worden gekozen (met of zonder herhaling). • Beweringen in natuurlijke taal om te zetten naar beweringen in de propositie- of predikatenlogica. • Logische implicaties en equivalenties te kunnen bewijzen (m.b.v. waarheidstabellen en logische wetten) of weerleggen (m.b.v. een tegenvoorbeeld). • De logische structuur achter een wiskundig bewijs te herkennen (direct bewijs; bewijs uit het ongerijmde; bewijs uit contrapositie) en in ee nvoudige gevallen zelf een wiskundig bewijs op te zetten. • De basisbegrippen, notaties en operaties uit de verzamelingenleer te reproduceren, alsmede uit de bekende wetten nieuwe verbanden afleiden. • Het aantal elementen van een verzameling systematisch te tellen. • Eenvoudige bewijzen op te stellen m.b.v. mathematische inductie. • De basiseigenschappen van relaties en functies te reproduceren, bepalen of aan deze eigenschappen is voldaan in concrete voorbeelden, en systematisch tellen van relaties, functies, injectieve (one to one) functies en surjectief (onto) functies (ook in toegepaste vraagstukken). • De basisbegrippen uit de grafentheorie te reproduceren alsmede eenvoudige resultaten over grafen kunnen afleiden. Aarts, H.F.M.; Bossers, H.C.M. R. Grimaldi, Discrete and Combinatorial Mathematics, vijfde editie, ISBN-nummer 0-201-72634-3. Hoorcollege 12 x per blok, Werkcollege 11 x per blok (1A)
Telematicasystemen en –Toepassingen 192610000 EC Periode Vakinhoud Leerdoelen Docent Materiaal Werkvormen
46
5
Toetsvorm
Tentamen
1A Het vak Telematica Systemen en Toepassingen (TST) is een indeling in communicatienetwerken en hun toepassingen. Het vak TST behandelt fundamentele technieken en mechanismen die zowel in klassieke als in moderne communicatiesystemen worden gebruikt. Inleiding in communicatienetwerken en toepassingen Pras, A.; Heijenk, G.J. Computer Networking, a top-down approach featuring the internet. James F. Kurose and Keith W. Ross, Addison Wesley. De nieuwste editie zal gebruikt worden. Op dit moment is dat: 5e druk 2009, ISBN 978013135483 Hoorcollege, Werkcollege, Practicum (1A)
47
CURSUSINFORMATIE TECHNISCHE INFORMATICA
Programmeren 1 192135000 EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Docent Materiaal Werkvormen
5
Calculus I 191521010 Toetsvorm
Tentamen
1A Programmeren is een belangrijke vaardigheid voor iedereen die in aanraking komt met informatietechnologie, zoals informaticaen bedrijfsinformatietechnologiestudenten. Objectgeoriënteerd programmeren is een belangrijk programmeerparadigma, dat steeds meer wordt gebruikt. In dit vak leer je deze manier van programmeren kennen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de programmeertaal Java. Dit is op dit moment één van de populairste programmeertalen. Java wordt bijvoorbeeld in grote bedrijfsapplicaties gebruikt, maar ook in desktop en mobiele applicaties. Tijdens de hoorcolleges wordt de theoretische kennis behandeld die nodig is om te kunnen programmeren. Daarbij komen onder andere de volgende onderwerpen aan bod: ontwerp van een klassestructuur, specificatie, correctheid, testen, gestructureerd programmeren en abstractiemechanismen. Naast het hoorcollege is er een verplicht wekelijks practicum waarbij je in tweetallen deze kennis toepast. Hierbij is het niet alleen belangrijk dat de functionaliteit van de code klopt, maar ook dat de programma’s goed gedocumenteerd zijn en dat er gestructureerd wordt geprogrammeerd. Documentatie en structuur zijn belangrijk, want het maakt programma’s beter te begrijpen voor anderen (en voor jezelf) en daardoor ook makkelijker onderhoudbaar. Tijdens de werkcolleges wordt er geoefend voor het tentamen. Dit vak is voorkennis voor veel andere vakken waarin geprogrammeerd moet worden; niet alleen Programmeren 2, maar ook voor vakken als Software Engineering Modellen en Algoritmen, Datastructuren en Complexiteit. Na het succesvol afronden van dit vak is de student in staat: • Basis objectgeoriënteerde begrippen zoals object, klasse, waarde, type, objectreferentie, interface, specialisatie/overerving, compositie, enzovoorts uit te leggen en toe te passen; • Grafisch softwaregereedschap voor het weergeven van klassediagrammen en interactiediagrammen te bedienen en te gebruiken; • Basisprogrammeerstructuren zoals (gesorteerde) lijsten en arrays, en de algoritmes voor het manipuleren van deze structuren zoals sorteren en zoeken, uit te leggen en toe te passen; • Software van gemiddelde complexiteit te ontwerpen en te implementeren door toepassing van de basis objectgeoriënteerde begrippen en de basisprogrammeerstructuren en algoritmes en met gebruik van de programmeertaal Java. Ferreira Pires, L.; Huisman, M. Introduction to Programming and Object-Oriented Design using Java, 3rd edition, Jaime Nino, and Frederick A. Hosch, John Wiley & Sons, Inc., ISBN: 978-0-470-12871-8, 2008 (2nd edition ook toegestaan) + Handleiding Programmeren 1 (Unionshop) Hoorcollege, Werkcollege, Zelfstudie, Practicum (1A)
EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Docent Materiaal Werkvormen
5
Toetsvorm
Tentamen
1B De eerste weken wordt veel stof van het VWO-vak Wiskunde B12 herhaald, maar we gaan wel dieper op de onderwerpen in. Het functiebegrip wordt behandeld met daarbij de continuïteit en differentieerbaarheid. Deze laatste twee begrippen worden nauwkeurig gedefinieerd door gebruik te maken van limieten. Dit deel eindigt met het benaderen van een differentieerbare functie door een lijn, een parabool of een hogere graads veelterm: de Taylorpolynomen. Hierna gaan we verder met het integreren van functies. Hiermee kunnen o.a. oppervlakten berekend worden en lengten van krommen. Naast methodes om te integreren wordt ook veel nadruk op de definitie en de theorie gelegd. Er zijn in de wiskunde problemen die alleen opgelost kunnen worden door een uitstapje naar een nieuwe getallenverzameling te maken: de complexe getallen. De laatste weken zullen wij in dit vak de complexe getallen invoeren en gebruiken om differentiaalvergelijkingen mee op te lossen. Na afloop van het vak is de student in staat zelfstandig: • De definities van basiseigenschappen van functies van één variabele te formuleren (zoals continuïteit, differentieerbaarheid en integreerbaarheid). • Op een zorgvuldige manier limieten te berekenen, ook in verband met het aantonen van de continuïteit en/of differentieerbaarheid van een functie. • De afgeleide van een functie te berekenen, alsmede de extrema en de buigpunten. • Differentieerbare functies te benaderen met Taylor-polynomen, alsmede de fout hierbij af te schatten. • Integralen te berekenen, alsmede toepassen van de substitutieregel, de regel voor partiële integratie en de techniek van breuksplitsen bij rationale functies. Idem dito voor oneigenlijke integralen. • Eenvoudige berekeningen uit te voeren met complexe getallen. • Differentiaalvergelijkingen te herkennen (ook in praktische situaties) en de oplossing te berekenen van tweede-orde lineaire differentiaalvergelijkingen met constante coëfficiënten Aarts, H.F.M.; Geveling, B.M. James Stewart, Calculus, Early Transcendentals, 6th ed.ISBN 978-0-495-38273-7 or 0-495-38273-6 Twee uur hoorcollege en twee uur werkcollege per week (gedurende acht weken). Daarnaast worden in een 4-tal practicumbijeenkomsten opgaven gemaakt m.b.v. het computerprogramma Maple. Deze practica zijn verplicht.
Informatiesystemen 192120100 Computerarchitectuur en -Organisatie 192130300 EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Docent Materiaal Werkvormen
48
5
Toetsvorm
Tentamen
1B Doel van dit vak is dat de student weet uit welke deelsystemen een computersysteem is opgebouwd, wat het gedrag is van deze deelsystemen en hoe deze deelsystemen samen het gedrag van het computersysteem bepalen. De noodzakelijke kennis van Digitale Techniek wordt behandeld: binaire getallen, bewerkingen op binaire getallen, basis poorten, opdeling in combinatorische en sequentiële schakelingen. De interne werking van de processor wordt behandeld: de data- en controle-paden (met microprogrammering) en hun interactie worden besproken, evenals de instructieset architectuur. De basisprincipes worden toegelicht aan de hand van een eenvoudige processor. De interactie van de processor als onderdeel van een computersysteem wordt behandeld: interne communicatie, geheugen, programmeerbare IO-bouwstenen, interrupts en excepties. • Analyseren en synthetiseren m.b.v. booleaanse algebra en Karnaugh diagrammen • Aritmetische bewerkingen uitvoeren op de verschillende getalsrepresentaties • Een eenvoudig datapad ontwerpen m.b.v. veel gebruikte bouwstenen • Aan de hand van de afhandeling van een instructie de interactie tussen datapad en besturing beschrijven • Eenvoudige assembler programma’s schrijven • Aangeven uit welke deelsystemen een computersysteem is opgebouwd Scholten, J.; Molenkamp, E.; Kokkeler, A.B.J.
EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Docent Materiaal Werkvormen
5
Toetsvorm
Tentamen
2A De student leert een specificatie op te stellen van een bestaand of een nieuw te ontwerpen informatiesysteem. Verschillende aspecten van een systeem - gegevens, functie en gedrag - worden gespecificeerd met modelleringstechnieken uit de Unified Modelling Language (UML). We gebruiken de volgende technieken: activity diagram, event list, use case diagram, class diagram, statechart diagram en sequence diagram. Ook besteden we aandacht aan de onderlinge consistentie van de verschillende diagrammen. Tot slot wordt ingegaan op de rol van de geleerde technieken bij het ontwerpen, toepassen en onderhouden van systemen. Informatiesystemen is voorkennis voor verschillende vakken in de bachelorprogramma’s TBK, TI en BIT. De student kan (1) een specificatie van een bestaand of nieuw te ontwerpen informatiesysteem opstellen met technieken uit de Unified Modelling Language (use case diagram, class diagram, activity diagram, statechart diagram); (2) modellen interpreteren die met deze technieken gemaakt zijn; (3) de inhoud en de implicaties van een dergelijke specificatie uitleggen aan derden; (4) de onderlinge consistentie van modellen van verschillende aspecten van een informatiesysteem onderzoeken. dr. N. Sikkel Studiemateriaal staat op Blackboard Werkcollege, Hoorcollege, Zelfstudie, Practicum (2A)
Computer Architecture and Organization: An Integrated Approach; Miles J. Murdocca, Vincent P. Heuring; ISBN: 978-0-73388-1; Wiley Hoorcollege (1B)
49
CURSUSINFORMATIE TECHNISCHE INFORMATICA
Discrete Wiskunde II 191521620 EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Docent Materiaal Werkvormen Voorkennis
5
Programmeren 2 192135050 Toetsvorm
Tentamen
2A In het vak Discrete Wiskunde II gaat het om discrete structuren en discrete (optimalisatie) problemen. Het vak is een vervolg op het vak Discrete Wiskunde I. Naast de basiskennis van verschillende discrete structuren wordt vooral ook ontwerp en analyse van algoritmen voor discrete (optimalisatie) problemen benadrukt. Ook het logisch redeneren en de opbouw van bewijzen omtrent discrete structuren en algoritmen staat centraal. Bijna alles wat we gaan gebruiken, wordt bewezen.. Een discrete structuur is een eindige (of telbare) verzameling met bepaalde eigenschappen zoals de natuurlijke getallen, de verzameling van priemgetallen, een graaf bestaande uit punten en lijnen of algebraïsche structuren zoals groepen, ringen, of lichamen. Speciale gevallen zijn ook structuren die in de informatica van belang zijn, zoals lijsten en bomen. Verder spelen ook series een rol die door lineaire recurrente betrekkingen gedefinieerd zijn. We besteden vooral aandacht aan algoritmen voor het oplossen van problemen op discrete structuren. Voorbeelden zijn het Euclidische algoritme voor het berekenen van de grootste gemene deler van twee natuurlijke getallen, het berekenen van opspannende bomen en kortste paden in grafen, maar ook basisproblemen zoals zoeken, sorteren of gewoon multiplicatie. Ten slotte leren wij het oplossen van lineaire recurrente betrekkingen en diens betekenis bij het analyseren van recursieve algoritmen. Naast de analyse van de correctheid van algoritmen wordt vooral ook aandacht aan de complexiteit van algoritmen besteed: “Wat is de looptijd van een algoritme, en kunnen wij efficiënte(ere) algoritmen vinden?”. We maken hierbij gebruik van worst-case analyse. Als slottoepassing wordt ingegaan op beveiliging van data met behulp van RSA, waar veel van de eerder behandelde onderwerpen weer aan bod komen. Na het afronden van dit vak kan de student: • een veeltal van belangrijke discrete structuren, die overal in de wiskunde en informatica een rol spelen beschrijven; • algoritmen formuleren en vooral ook analyseren in termen van correctheid en asymptotisch worst-case gedrag; • een argument/redenering/bewijs opstellen, vooral omtrent discrete structuren en algoritmen; • lineaire recurrente betrekkingen afleiden uit concrete toepassingen en deze ook oplossen. Driessen, T.S.H.; Kern, W.; Uetz, M.J.
EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
R. Grimaldi, Discrete and Combinatorial Mathematics, 5th edition (ISBN 0-321-21103-0) Werkcollege, Hoorcollege (2A)
Docent Materiaal
Discrete Wiskunde I (191521610)
Basismodellen in de Informatica 192111801 EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Docent Materiaal Werkvormen
50
5
Toetsvorm
Tentamen
2B Dit college beoogt de studenten kennis te laten maken met een aantal basismodellen uit de informatica, met name met automaten, transistiesystemen, stapelautomaten, Turing-machines, formele talen en (context-vrije en reguliere) grammatica’s, alsmede met een aantal belangrijke toepassingen. Daarnaast wordt kort ingegaan op het principe van beslisbaarheid, en wordt het “halting-problem” als voorbeeld van een onbeslisbaar probleem uitgelegd. De nadruk ligt op het bereiken van een zekere modelleringsvaardigheid in het gebruik van formele modellen (precieze definities en bewijzen). Na het succesvol afronden van dit vak kan de student: • Een aantal standaard basismodellen uit de informatica uitleggen, zoals: eindige automaten, transistiesystemen, stapelautomaten, Turing-machines en (context-vrije en reguliere) grammatica’s. • Belangrijke toepassingen van deze modellen toelichten. • Zulke modellen construeren en manipuleren voor eenvoudige toepassingen • Bruikbaarheid van deze modellen toetsen evenals nagaan onder welke omstandigheden deze modellen hun geldigheid verliezen. • Uitleggen wat onbeslisbare problemen zijn en waarom deze onbeslisbaar zijn, en minstens éen zo’n probleem noemen. Drie Rensink, A.; Pol van de, J.C.
Werkvormen Voorkennis
5
Toetsvorm
Tentamen
2A Programmeren is een essentiële vaardigheid voor iedereen die in aanraking komt met informatietechnologie, zoals informatica- en bedrijfsinformatiestudenten. Vooral objectgeoriënteerd programmeren wordt de laatste jaren steeds populairder. Een objectgeoriënteerd programma is opgebouwd uit objecten, die uit klassedefinities gemaakt worden. Objectgeoriënteerd programmeren heeft als voordelen dat er op een hoger niveau geprogrammeerd kan worden, programma’s modulair opgebouwd kunnen worden, en er gebruik kan worden gemaakt van overerving en polymorfisme. In Programmeren 2 ligt de nadruk op het ontwerpen, implementeren en documenteren van grotere objectgeoriënteerde applicaties en het gebruik van geavanceerdere mogelijkheden van Java ten opzicht van Programmeren 1. Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder andere: recursie, collecties, excepties, multi-threading, GUIs, en netwerkprogrammeren. Het vak wordt afgesloten met een grote eindopdracht, lopend van week 5 tot het einde van het kwartiel. Deze eindopdracht bestaat uit het ontwerpen en implementeren (programmeren) van een client/server applicatie, bijvoorbeeld een gedistribueerd spel. Aan het eind van het kwartiel worden de verschillende implementaties van het systeem gedemonstreerd en moeten studenten een ‘zelfdenkende’ (intelligente) oplossing implementeren; bij een spel kan er bijvoorbeeld gevraagd worden een computerspeler met kunstmatige intelligentie te implementeren, waar je tegen kunt spelen. Dit vak bouwt voort op de kennis en vaardigheden die zijn opgedaan bij Programmeren 1. Programmeren 2 is voorkennis voor veel andere informaticavakken zoals Software Engineering Modellen en Algoritmen, Datastructuren en Complexiteit Na het succesvol afronden van dit vak is de student in staat: • Algemene programmeerbegrippen en structuren zoals o.a. recursie, excepties, input/output, collecties, Grafische User Interfaces (GUIs), threads en netwerk programmering uit te leggen; • De bovengenoemde programmeerbegrippen en structuren toe te passen met behulp van de programmeertaal Java; • Software van gemiddelde complexiteit te ontwerpen, implementeren en testen door toepassing van de bovengenoemde programmeerbegrippen en structuren. • De ontwikkeling (ontwerp, implementatie en testen) van een middelgroot software systeem te plannen en volgens de planning uit te voeren. • Over de ontwikkeling (ontwerp, implementatie en testen) van een middelgroot software systeem te rapporteren. Ferreira Pires, L.; Huisman, M. Peter van der Linden: Just Java 2 (6th ed.); Sun Microsystems Press (Prentice Hall), Palo Alto, 2002, ISBN 0-13-148211-4 + Introduction to Programming and Object-Oriented Design using Java, 3rd edition, Jaime Nino, and Frederick A. Hosch, John Wiley & Sons, Inc., ISBN: 978-0-470-12871-8, 2008 (2nd edition ook toegestaan) + Handleiding Programmeren 2 (verkrijgbaar bij Unionshop) Hoorcollege, Werkcollege, Zelfstudie, Practicum (2A) Programmeren 1 (192135000)
T.A. Sudkamp, Languages and Machines - An Introduction to the Theory of Computer Science, 3rd edition (2006), Addison-Wesley, MA; ISBN 0-201-82136-2 + Collegedictaat (incl. werkcollege- en practicumhandleiding) Werkcollege, Hoorcollege, Zelfstudie, Practicum (2B)
51
CURSUSINFORMATIE TECHNISCHE INFORMATICA
Lineaire Algebra 191521650 EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Docent Materiaal Werkvormen
52
5
Inleiding MMI 192145090 Toetsvorm
Tentamen
2B Lineaire algebra gaat ruwweg gesproken over het oplossen van stelsels lineaire vergelijkingen. Veel situaties uit de praktijk kunnen gemodelleerd worden als een lineair stelsel. Dit zie je bijvoorbeeld terug bij netwerken (verkeersstromen, datastromen e.d.), cryptografie (coderen van berichten), computer graphics en fractals. In dit vak maak je kennis met de wiskundige begrippen die hierbij gebruikt worden (zoals vector, matrix, transformatie, determinant). Doel is om de wiskundige bewerkingen en verbanden tussen deze begrippen onder de knie te krijgen, zodat je (in een later stadium van je studie) in staat bent om zulke gemodelleerde problemen wiskundig te analyseren. Er wordt begonnen met het schematisch opzetten van een stelsel lineaire vergelijkingen d.m.v. een matrix (een getallenschema). Aan de hand van deze matrix kan het een en ander gezegd worden over de oplossing van het stelsel vergelijkingen (zonder die oplossing uit te rekenen), bijvoorbeeld of er nul, één, of meerdere oplossingen zijn. Een aantal begrippen dat bij het analyseren van lineaire stelsels een rol speelt zijn: (on)afhankelijke vectoren, basis, dimensie, determinant en eigenwaarden. Er zal uitgebreid worden stilgestaan hoe deze begrippen met elkaar samenhangen. Naast de hoor- en werkcolleges zijn er een viertal practicumbijeenkomsten waar opgaven gemaakt worden m.b.v. het computerprogramma Maple. Deze practica zijn verplicht en moeten voldoende afgerond worden om een tentamencijfer toegekend te krijgen. Na afloop van het vak is de student in staat zelfstandig • de oplossingsverzameling van een stelsel lineaire vergelijkingen te bepalen door de bijbehorende matrixvergelijking Ax = b op te lossen (d.m.v. de Gauss-Jordan veegprocedure); • aan te geven met uitleg of een stelsel vectoren lineair afhankelijk is; • de representatiematrix van een lineaire afbeelding te bepalen en aan te geven of deze afbeelding injectief of surjectief is; • te kunnen rekenen met matrices en vectoren (optellen, (scalaire) vermenigvuldiging, inverse bepalen); • de verschillende karakteriseringen van inverteerbaarheid van een matrix te formuleren en toe te passen; • een basis voor en de dimensie van een lineaire deelruimte (bijv. de nulruimte van een matrix) te bepalen; • de determinant van een vierkante matrix te berekenen en eigenschappen van determinanten toe te passen; • eigenwaarden en eigenvectoren van een vierkante matrix te bepalen en aan te geven of een dergelijke matrix diagonaliseerbaar is. Diepen van, N.M.
EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Docent Materiaal Werkvormen
5
Toetsvorm
Opdracht / presentatie / tentamen
2B Met de explosieve groei van het aantal eindgebruikers van interactieve systemen, is het belang toegenomen om bij het ontwerpen van dergelijke systemen de eindgebruiker centraal te stellen. Mens-machine interactie is het vakgebied dat zich hiermee bezighoudt. Centraal in het vak staat een realistische casus die in teamverband wordt uitgewerkt. Het vak heeft een ontwerpgerichte en multidisciplinaire benadering. Bijdragen vanuit diverse disciplines (zoals cognitieve psychologie, ergonomie, grafisch ontwerpen, sociologie, informatica) worden geïntegreerd tot een inhoudelijk samenhangend traject, dat uit verschillende fasen en activiteiten bestaat. Het beginpunt zijn de gebruikers en de taken die zij uitvoeren in de huidige situatie, dus de situatie waar het te ontwerpen interactieve systeem moet gaan functioneren. Het eindpunt is een volledige specificatie van de interface van het te ontwikkelen systeem. In de verschillende fasen is er voortdurend behoefte aan evaluatie: het beantwoorden van vragen die open blijven en het valideren van beslissingen. Studenten doorlopen een iteratief ontwerpproces waarin prototypes worden gemaakt die ter evaluatie aan gebruikers worden voorgelegd. Na afloop van het vak is de student in staat: • Een bestaande situatie te analyseren met behulp van etnografische methoden en door middel van enquêtes en/of interviews. • Een interface te ontwerpen waarbij gebruik wordt gemaakt van technieken, theorieën en resultaten van diverse disciplines (mens-machine interactie, cognitieve psychologie, ergonomie, grafisch ontwerpen, informatica). • Een lo fi en een hi fi prototype van een realistisch interactief systeem te ontwerpen in teamverband. • Een prototype van een interactief systeem te evalueren met experts, aan de hand de methoden cognitive walkthrough en heuristische evaluatie. • Een prototype van een interactief systeem te evalueren met gebruikers, met behulp van een empirische evaluatiemethode en interviews en/of enquêtes. • Te communiceren met een externe opdrachtgever uit het bedrijfsleven. • Het resultaat van het ontwerpproces te presenteren in een verslag. Koppelman, H.; Dijk van, E.M.A.G. User Interface Design and Evaluation, van Stone, Jarrett, Woodroffe en Minocha, uitgever: Morgan Kaufmann, isbn 0-12-088436-4 + Dictaat Inleiding mens-machine interactie, beschikbaar via internet Hoorcollege, Project (2B)
Handboek Objectgeörienteerd programmeren, Jan Beurgh, 2e druk, Van Duuren Media, ISBN 905940-117-4 Hoorcollege (1A), Zelfstudie (1A), Practicum (1A)
53
CURSUSINFORMATIE TECHNISCHE INFORMATICA
Academische Vaardigheden Informatica 1 192150000 EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Docent Materiaal Werkvormen
5
Toetsvorm
Tentamen
1B Voor een succesvolle (studie)loopbaan moet je je bekwamen in verschillende academische vaardigheden. In dit vak train je communicatieve vaardigheden: (academisch) schrijven en presenteren. Je oefent de vaardigheden in kleine stappen en gestructureerd en je krijgt veel feedback. Verder verwerf je inzicht in de opbouw van je studie. Je bereidt je voor op het maken van keuzes binnen en na deze opleiding. Je verkent het onderzoeksdomein informatica, en wat het doen van wetenschappelijk onderzoek betekent. Je leert over hoe de academische wereld georganiseerd is. Dit vak levert een bijdrage aan je persoonlijke en academische vorming. Enerzijds is het de bedoeling dat je een kritische houding ontwikkelt. Maar je wordt ook gevraagd te reflecteren op je eigen ontwikkeling. Vragen waarop je een antwoord probeert te vinden zijn wat waren mijn verwachtingen aan het begin van de studie, welke mogelijkheden in het vervolg van de studie passen bij mijn capaciteit en interesse, welke persoonlijke uitdaging zie ik in de informaticastudie? In een serie hoorcolleges zullen onderzoekers (o.a. hoogleraren) met eigen voorbeelden en eigen ervaringen inzicht geven in de studie en het vakgebied. Je voert binnen de thema’s twee opdrachten uit. Onderdelen van de opdrachten zijn het lezen van een wetenschappelijk artikel, het interviewen van een onderzoeker en het presenteren van de resultaten van deze activiteiten (schriftelijk en mondeling). Leerdoelen Academische vaardigheden - De student kan na het volgen van het vak een presentatie houden voor een klein publiek, waarbij hij/zij: • een logische structuur hanteert, • inhoudelijk aansluit bij de doelgroep en • adequaat gebruik maakt van media, • een (populair) wetenschappelijk artikel analyseren en samenvatten waarbij de student hoofden bijzaken onderscheidt en de kern duidelijk weergeeft; • reflecteren op eigen en andermans werk, dat wil zeggen zowel schriftelijk als mondeling werk ter discussie stellen en op kwalliteit beoordelen; • een verslag schrijven over de resultaten van het werk. Dit verslag kent een logische structuur, een helder argumentatie, een stijl passend bij de doelgroep en correct Nederlands; • in grote lijnen de opleiding beschrijven (vakken, thema’s, samenhang, keuzeopties, vervolgmogelijkheden, …..); • voorbeelden geven en toelichten van onderzoeks- en ontwerpdomeinen in informatica en twee subdomeinen beschrijven met behulp van relevante onderzoeksvragen of –methoden; • een beeld schetsen van beroepsmogelijkheden na een studie technische Informatica, gebaseerd op enkele voorbeelden uit wetenschap en bedrijfsleven. Leerdoelen Persoonlijke vorming - De student kan na het volgen van dit vak: • eigen voorkeuren aangeven en toelichten in de onderzoeks- en ontwerpdomeinen van informatica en het toekomstig werkveld; • de eigen ontwikkelilng in communicatieve vaardigheden beschrijven. Boer de, P.T.; Romkema, J.H.; Kokkeler, A.B.J. User Interface Design and Evaluation, van Stone, Jarrett, Woodroffe en Minocha, uitgever: Morgan Kaufmann, isbn 0-12-088436-4 + Dictaat Inleiding mens-machine interactie, beschikbaar via internet Hoorcollege, Werkcollege, Project (1B)
Bachelor 2 Semesteroverzicht Semester 1 Kwartiel 1
Kwartiel 2
Kwartiel 3
Kwartiel 4
Gegevensbanken (5 EC) 192110740
Algoritmen, datastructuren en complexiteit (5 EC) 192140200
Formele methoden voor SE (5 EC) 192135201
Artificial intelligence (5 EC) 192140302
Telematicanetwerken (5 EC) 192620000
Software engineering modellen (5 EC) 192135100
Keuzevak 1 (academische vorming) (5 EC)
Keuzevak 2 (project) (5 EC)
Calculus II (5 EC) 191521020
Besturingssystemen (5 EC) 192110452
Kansrekening en statistiek (5 EC) 191530082
Management & Organisatie (5 EC) 194115040
Voor keuzevak 1 maak je een keuze uit een van de volgende vier vakken: kwartiel
keuzevak (academische vorming)
3
Geschiedenis van de Natuurwetenschap vanaf Newton (4113010)
3
IT & Recht (194101210)
3
Verkennen van Digitale Toekomsten (201000069)
3
Nieuwe Media en Communicatie (2431300)
Voor Keuzevak 2 kies je een van de volgende vier project-keuzevakken: kwartiel
54
Semester 2
keuzevak (academische vorming)
4
User Experience Design (192162000)
4
Telematics Project (192140400)
4
Verification Engineering (192114700)
4
Codesign Project (192145150)
55
CURSUSINFORMATIE TECHNISCHE INFORMATICA
Cursusinformatie
Telematicanetwerken 192620000
Calculus II 191521020 EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Docent Materiaal Werkvormen Voorkennis
56
5
Toetsvorm
Tentamen
EC Periode Vakinhoud
1A De eerste drie weken worden besteed aan het bestuderen van reeksen. Een reeks is een oneindige rij getallen die bij elkaar opgeteld worden, bijv: 1+1/2+1/4+1/8+1/16+...... De centrale vraag zal steeds zijn: convergeert zo’n reeks naar een bepaalde uitkomst (bijv. de uitkomst van bovenstaande reeks convergeert naar de waarde 2) of wordt de uitkomst oneindig groot (dit is bijv. het geval bij de reeks: 1+1/2+1/3+1/4+1/5+...). Reeksen komen in de praktijk (onder meer) aan de orde bij benaderingsmethoden. Een probleem wordt eerst bij benadering opgelost. Daarna wordt er een correctie berekend, die een nieuwe benadering geeft. Ook daar wordt weer een correctie op berekend, die dan weer een nieuwe benadering geeft, etc. Het is dan natuurlijk van het grootste belang dat de (oneindige) som van deze correcties naar de juiste oplossing convergeert. De opgedane kennis over reeksen van getallen wordt daarna verder uitgewerkt voor reeksen van functies (machtreeksen), waarbij we opnieuw de Taylorreeksen zullen afleiden, die we bij Calculus I hebben gebruikt om differentieerbare functies te benaderen. In de laatste vijf weken van de cursus wordt de theorie van Calculus I (functies van één variabele) uitgebreid naar functies van meer variabelen (denk bijv. aan de hoogte van het aardoppervlak als functie van de twee variabelen “lengtegraad” en “breedtegraad”). De begrippen grafiek, limiet, continuïteit, differentieerbaar- en integreerbaarheid worden opnieuw gedefinieerd voor functies van twee variabelen. Er komen ook enkele toepassingen aan de orde: optimalisatie van een functie van twee variabelen en inhoudsberekening van driedimensionale objecten. Na afloop van het vak is de student in staat zelfstandig • De begrippen (absolute/voorwaardelijke) convergentie en divergentie bij reeksen te formuleren. • De som van een meetkundige reeks te bepalen (alsmede kleine variaties hierop). • Het convergentiegedrag van een reeks vast te stellen d.m.v. correct toepassen van één of meer van de bekende convergentiecriteria (divergentietest, integraaltest, vergelijkingstest, limietvergelijkingstest, a lternerende-reeksen-test, ratiotest, worteltest). • Een benadering te geven (inclusief foutmarge) van de som van een convergente reeks (bij alternerende reeksen of m.b.v. integraalcriterium). • De convergentiestraal en het convergentie-interval van een machtreeks te bepalen. • De machtreeksrepresentatie van een functie te bepalen (bijv. voor het berekenen van de som van een convergente reeks of het benaderen van de waarde van een bepaalde integraal). • De grafiek van een functie van twee variabelen te interpreteren (ook niveaukrommen) • Limieten bij functies van twee variabelen te berekenen. • De begrippen continuïteit, differentieer- en integreerbaarheid bij functies van twee variabelen te formuleren. • De definitie van partiële afgeleide van een functie van twee of meer variabelen te geven alsmede deze te berekenen. • De vergelijking van een raakvlak aan de grafiek van een functie van twee variabelen te bepalen, alsmede een benadering te geven m.b.v. een eerste of tweedegraads Taylorpolynoom. • De kettingregel bij functies van meerdere variabelen en de techniek van impliciet differentiëren toe te passen. • De richtingsafgeleide en gradiëntvector te berekenen, alsmede eigenschappen van de gradiëntvector toe te passen. • Extrema van functies van twee of drie variable dr. H.F.M. Aarts
Leerdoelen
Docent Materiaal Werkvormen Voorkennis
5
Toetsvorm
Tentamen
1A De meeste computers wisselen tegenwoordig informatie uit via een communicatienetwerk, al dan niet draadloos. In dit vak gaan we diep in op hoe dergelijke computercommunicatie werkt, te beginnen bij de fundamentele vraag wat nou eigenlijk informatie is. Vervolgens komen achtereenvolgens de fysieke, link-, netwerk- en transportlaag aan de orde, met telkens enerzijds de fundamentele principes, en anderzijds praktische implementaties zowel binnen als buiten het huidige internet. Naast hoor- en werkcolleges heeft het vak huiswerkopgaven en een practicum. De huiswerkopgaven dienen als extra oefenmateriaal en tellen mee in het eindcijfer. In het (verplichte) practicum wordt het programma ‘wireshark’ gebruikt om meer inzicht te krijgen in netwerkprotocollen, en te oefenen met het denken over die protocollen. Dit practicum is niet ingeroosterd, maar kan op eigen gelegenheid in de practicumzaal of thuis worden uitgevoerd. Het vak bouwt voort Telematicasystemen en toepassingen (TST, 192610000). Daar waar er inhoudelijke overlap is, beoogt dit vak een grotere diepgang dan TST; verder gaat het niet opnieuw in op de toepassingen van de telematica, en juist wel op de fysische aspecten (incl. draadloze communicatie). Na het succesvol afronden van dit vak, kan de student: • De volgende onderwerpen in zijn/haar eigen woorden uitleggen: • fysieke laag (media, propagatie, codering, Shannon-limiet) • linklaag (encoding, framing, diverse kanaaltoegangsmechanismen waaronder CSMA/CD zoals gebruikt in WLAN, PPP) • netwerklaag (IPv4 en 6, routeringsprincipes en protocollen, multicastroutering) • transportlaag (UDP, TCP, TCP-beperkingen en -uitbreidingen m.b.t. moderne snelle netwerken) • congestion control (TCP, ECN, “TCP-friendly” UDP, TCP CUBIC) • ondersteuning voor real-time toepassingen (RTP etc., policing, scheduling, IntServ, DiffServ) • en enkele andere onderwerpen: SONET, ATM, MPLS, VLAN. Aangeven wat de bestudeerde protocollen in een gegeven situatie zouden doen en uitleggen waarom. Gegeven een geschetste situatie, de aard van het probleem vaststellen en relateren aan relevante theorie in dit vakgebied. Oplossingen voor relevante problemen in dit vakgebied met elkaar vergelijken en voor- en nadelen bespreken. Nieuwe oplossingen voor problemen in dit vakgebied voorstellen en motiveren. Enkele relevante wiskundige analyses toepassen dr.ir. P.T. de Boer James F. Kurose & Keith W. Ross: Computer Networking: A Top-Down Approach; all editions (1st - 5th) are suitable; 5th edition has ISBN 0-13-136548-7. (Engelstalig) + Dictaat: Telematicanetwerken Hoorcollege, Werkcollege (1A) Telematicasystemen en - toepassingen (192610000)
Calculus, Early transcendentals; 6e druk, James Stewart, ISBN 0-534-27409-9.ISBN 978-0-495-382737 or 0-495-38273-6 Tien hoorcolleges en tien werkcolleges. Daarnaast worden in een 4-tal practicumbijeenkomsten opgaven gemaakt m.b.v. het computerprogramma Maple. Deze practica zijn verplicht. Gewenst: Calculus I (191521010)
57
CURSUSINFORMATIE TECHNISCHE INFORMATICA
Gegevensbanken 192110741 EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Docent Materiaal
Werkvormen Voorkennis
58
5
Besturingssystemen 192110452 Toetsvorm
Tentamen
1A Dit vak brengt de student begrip en vaardigheid bij in het opzetten, gebruiken en beheren van gegevensbanken, met het oog op het bouwen van toepassingen die op gegevensbanken gebaseerd zijn. Aan de orde komen: SQL, relationele algebra en het relationele datamodel; het Entity-Relation model en normalisatie; triggers en actieve gegevensbanken; inbedding van SQL in toepassingsprogrammatuur, en transacties. Leerdoelen-Kennis - De student kan van de volgende begrippen de definitie geven (in natuurlijke taal), en kan aangeven hoe ze met elkaar samenhangen: • DB, DBMS, TPS; • Relational Datamodel, (Hierarchical datamodel, Network datamodel); Datamodel, schema, instance; • Physical/Conceptual data independence; physical level, conceptual level, external level. Leerdoelen-Vaardigheden - De student kan: • Een E-R model (Entiteit-Relationship) gebruiken om een database-schema af te leiden uit een casus die in natuurlijke taal is gegeven SQL queries opstellen voor in natuurlijke taal gegeven vragen en kan dat doen op een systematische manier met behulp van notaties voor verzamelingen en logica; • Database schemas normaliseren tot de BCNF-vorm, en kan dat doen op een systematische manier waarbij het begrip functional dependency gebruikt wordt; • Voor eenvoudige gevallen met SQL triggers omgaan; • Uitleggen wat onder transacties wordt verstaan, en de kenmerkende eigenschappen aangeven, en oppervlakkig beschrijven hoe deze gerealiseerd worden. dr. M.M. Fokkinga Boek : (a) M. Kifer, A. Bernstein, P.M. Lewis: Database sytems: An Application-Oriented Approach, Complete Version, 2nd ed., ISBN 0-321-31256-2 (soft cover), 0-321-26845-8 (hardback) Boek : (b) M. Kifer, A. Bernstein, P.M. Lewis: Database sytems: An Application-Oriented Approach, Introductory Version, 2nd ed., 2005, ISBN 0-321-26983-7 (soft cover) Boek (a) wordt ook gebruikt bij de Master vakken Advanced Database Systems (192110902) en Database Transactions and Processes (192110982). Daarom wordt (a) aanbevolen voor TI en TEL, en (b) voor BIT Hoorcollege, Colstructie (1A)
EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Docent Materiaal Werkvormen Voorkennis
5
Toetsvorm
Tentamen
1B Operating systems take care of a lot of simultaneous tasks to support system operations and userinteraction. The course focuses on the following aspects: 1. Concepts and mechanisms related to the execution, scheduling and synchronization of concurrent processes and threads 2. Memory management strategies 3. Storage management, filesystems, and the I/O subsystem 4. Security and protection The course will cover the following topics: Overview and system structures, process/thread concept, process/thread scheduling issues and strategies, process/thread coordination, deadlocks, memory management (e.g., swapping, segmentation, paging, allocation strategies), I/O management and file systems (e.g., device control, disk management, driver, hardware abstraction layer), protection and security. Students are expected to read the referenced book chapters in parallel. Each lecture will start with a short recap and opportunity to discuss questions that arose during self-study. Additionally, students are encouraged to pose question at any time during the lecture or lab. Illustrative examples will mostly be given based on a Unix/Linux OS and C programs with occasional references to Windows and Java. Practical lessons make use of Linux and require knowledge of the C-language (short introduction will be given). Students obtain practical experience with Unix APIs and system calls, especially for process/thread management and synchronization, drivers as well as gain insight into writing kernel modules and security mechanisms. The practical includes guided lessons as well as assignments that have to be solved in small groups. The course provides insight in the functions and structuring of modern operating systems. It will focus on generic concepts with illustrative examples wherever appropriate. After finishing the course, • Students are able to understand the major mechanisms of current general-purpose operating systems. • They know the design space and trade-offs involved in implementing an operating system. • They are capable of basic system-oriented programming and providing simple extensions to an operating system. Bolzoni, D.; Kargl, F.E. A. Silberschatz, P.B. Galvin & G. Gagne, Operating System Concepts, 8th Ed. (of latere edities), Wiley, ISBN 0-470-23399-0 + Slides and additional material published on Blackboard during lecture and lab Hoorcollege, Zelfstudie, Practicum, Project (1B) Computerarchitectuur en -organisatie (192130300) of equivalente kennis
Gewenst: Discrete Wiskunde I (191521610) met name de notatie voor verzamelingen en logica
59
CURSUSINFORMATIE TECHNISCHE INFORMATICA
Algoritmen, Datastructuren en Complexiteit 192140200 EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Docent Materiaal Werkvormen Voorkennis
5
Toetsvorm
Software Engineering Modellen 192135100 Tentamen
1B Het doel van dit vak is drieledig. Ten eerste zullen elementaire algoritmen en datastrukturen worden behandeld die worden gebruikt voor het oplossen van problemen die veelvuldig voorkomen in informatica-toepassingen. Daarnaast worden de basisprincipes en technieken voor het analyseren van de complexiteit van algoritmen (en operaties op datastrukturen) behandeld. Hierbij gaat het met name om tijdscomplexiteit (worst-case en average-case) en ruimtecomplexiteit. Tenslotte worden complexiteitsklassen (P en NP) geintroduceerd. Het vak behelst belangrijke algoritmeontwerptechnieken zoals verdeel-en-heers, greedy methoden, depth-first en breadth-first zoeken, en dynamisch programmeren. Inhoud: graafalgoritmen, sorteren, lijsten, bomen, stacks, (priority) queues, hashing. Na het succesvol afronden van dit vak kan de student: • Elementaire algoritmen en datastructuren, die zijn ontwikkeld voor het oplossen van problemen die veelvuldig voorkomen in informaticatoepassingen, uitleggen en toepassen. Behandeld worden: graafalgoritmen, sorteren, lijsten, bomen, stacks, (priority) queues, hashing, verdeelen-heers techniek, greedy methoden, depth-first en breadth-first zoeken en dynamisch programmeren. • Complexiteit van algoritmen en operaties op datastructuren analyseren. Hierbij gaat het voornamelijk om tijdscomplexiteit (worst--case en average-case) en ruimtecomplexiteit. • Beargumenteren waarom een probleem in de complexiteitsklasse P (Polynomial time) of NP (Non-deterministic Polynomial time) zit dr.ir. R. Langerak
Leerdoelen
Docent Materiaal Werkvormen Voorkennis
60
Leerdoelen
Mate Cornmann, Leiserson, Ryvest, Stein: Introduction to Algorithms, Third Edition (Student Edition), MIT Press, 2009. Hoorcollege, Werkcollege (1B) De student beheerst de basis van object georiënteerd programmeren. Dit wordt behandeld bij: Programmeren 1 (192135000) en Programmeren 2 (192135050). De student beheerste de basis van complexiteit en algoritmen, recurrente betrekkingen en inleiding algebra. Dit wordt behandeld bij: Discrete Wiskunde II (191521620).
Formele Methoden voor Software Engineering 192135201 EC Periode Vakinhoud
EC Periode Vakinhoud
5
Toetsvorm
Tentamen
2A Dit vak behandelt het gebruik van wiskundige technieken en bijbehorende software-gereedschappen voor de modellering en analyse van softwaresystemen. Aan de orde komen: 1. Het modelleren van gedistribueerde systemen m.b.v. procesalgebra, ondersteund door het gereedschap LTSA en de analyse van deze modellen d.m.v. simulatie- en model-checkingtechnieken. De onderliggende theorie is gebaseerd op transitiesystemen en bisimulatie. 2. Het specificeren van de correctheid van objectgeoriënteerde (Java-)programma’s met behulp van pre- en postcondities in JML, en het analyseren van de correctheid van Java programma’s m.b.v. ESC (Extended Static Checking). De onderliggende theorie is gebaseerd op Hoare-logica Na afloop van het vak kan de student: • De principes van transitiesystemen en Hoare-logica uitleggen en handmatig eenvoudige constructies uitvoeren; • eenvoudige gedistribueerde systemen specificeren met de procesalgebra FSP, en analyseren met het tool LTSA; • Java-programma’s annoteren met JML-specificaties, en de geannoteerde programma’s analyseren met ESC/Java • Beargumenteren wat het belang is van formele specificatie en analyse voor software engineering prof.dr.ir. A. Rensink Materiaal is electronisch beschikbaar op Blackboard Hoorcollege, Werkcollege, Zelfstudie (2A) Programmeren 1 (192135000)
Docent Materiaal Werkvormen Voorkennis
5
Toetsvorm
Opdracht/paper
1B In het vak worden op systematische wijze modellen en hun onderlinge relaties behandeld per softwareontwikkelfase. In het bijzonder zijn dit modellen uit objectgeoriënteerde ontwikkelmethoden. Het gaat hierbij om de fasen requirementsanalyse, specificatie, architectuur- en detailontwerp, implementatie en testen. De (voor)kennis van de vakken Programmeren en Informatiesystemen wordt hierbij geïntegreerd en uitgebreid met o.a. domeinanalyse, architectuurontwerp en het gebruik van modellen voor implementatie en testen. Vanuit het vak Informatiesystemen (192120100) wordt voortgebouwd op modelleringtechnieken op basis van de Unified Modelling Language (UML). Verder wordt gebruik gemaakt van de programmeervaardigheid uit de vakken Programmeren 1 (192135000) en Programmeren 2 (192135050). De belangrijkste onderwerpen zijn: functionele en niet-functionele eisen, architectuurstijlen (clientserver, layers, model-view-controller, pipe & filters), ontwerppatronen (observer, composite, si ngleton), testen (whitebox en blackbox), roundtrip engineeringModellen en diagrammen in UML (Unified Modeling Language) zoals use-casediagram, klassendiagram, packagediagram, sequentiediagram, collaboratiediagram en toestandsdiagram. De relatie van deze modellen: consistentie van modellen per fase, verfijning en traceerbaarheid van modellen tussen fasen (traceability matrices), omzetten van modellen naar implementaties in Java. Na het succesvol afronden van dit vak is de student in staat: • verschillende abstractieniveaus van modellen in het softwareontwikkeltraject te beschrijven; • modellen op te stellen voor verschillende fasen van het softwareontwikkeltraject; • relaties tussen modellen aan te geven; • modellen toe te passen in een klein softwareontwikkelproject, van requirementsanalyse naar implementatie en testen; • een softwareontwikkelproject te documenteren met modellen en ontwerpbeslissingen te expliciteren; • een ontwikkelomgeving voor modelleren en roundtrip engineering te gebruiken (in het bijzonder Borland Together). dr. P.M. van den Broek T.C. Lethbridge & R. Laganière: Object-Oriented Software Engineering, Practical Software Development using UML and Java, McGraw-Hill, 2nd ed. 2005, ISBN 0-07-70109082 + De practicumopdrachten met toelichting en de sheets van de hoorcolleges zijn beschikbaar op Blackboard Hoorcollege, Practicum (1B) Informatiesystemen (192120100), Programmeren 1 (192135000), Programmeren 2 (192135050)
Projectkeuzevak: Verification Engineering 192114700 EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Docent Materiaal Werkvormen Voorkennis
5
Toetsvorm
Tentamen
2B In dit projectvak wordt ervaring opgedaan met het toepassen van formele specificatie methoden en automatische analyse tools. Het uitgangspunt zal zijn een informele beschrijving van een aantal middelgrote case studies, die in kleine groepen zullen worden geanalyseerd. In de verschillende ontwerp-fases, zoals requirements, ontwerp, implementatie, testen, zullen verschillen specificatie en analyse methoden worden toegepast. Het accent ligt op het toepassen van deze methoden, en niet op de onderliggende semantiek of algoritmes. Na afloop van het vak is de student in staat zelfstandig • in te schatten welke methoden en technieken in de verschillende ontwerpfasen toepasbaar zijn • in te schatten voor welke systeem componenten toepassing van formele methoden effectief is • concrete en verifieerbare requirements op te stellen • met tools vast te stellen of een ontwerp aan de requirements voldoet • systematisch kunnen testen of een implementatie voldoet aan requirements • kan samenwerken in een kleine groep, inclusief het maken van een rolverdeling prof.dr. J.C. van de Pol Online manuals + Handouts via blackboard Hoorcollege, Zelfstudie, Project (2B) Basismodellen in de Informatica (192111801), Formele Methoden voor Software Engineering (192135201)
61
CURSUSINFORMATIE TECHNISCHE INFORMATICA
Kansrekening en Statistiek 191530082 EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Docent Materiaal Werkvormen Voorkennis
5
Artificial Intelligence 192140302 Toetsvorm
Tentamen
2A We spreken van een toevalsverschijnsel of toevalsexperiment wanneer van tevoren niet bekend is wat de uitkomst van een waarneming of meting zal zijn, maar wel aangegeven kan worden wat de mogelijke uitkomsten zijn. Als zo’n toevalsexperiment onder gelijke omstandigheden herhaald wordt blijken er in het algemeen, naarmate het aantal herhalingen toeneemt, zekere wetmatigheden op te treden in de reeks van uitkomsten. Een simpel, maar duidelijk, voorbeeld is het opgooien van een zuivere munt: de uitkomst is niet bekend, maar het is wel zeker dat er kop, of munt valt. En wordt deze munt een duizendtal keren opgegooid zal de helft van de uitkomsten kop en de andere helft van de uitkomsten munt zijn. Dit vak beoogt een gedegen introductie te geven in de beschrijving en analyse van situaties waarin toeval een belangrijke rol speelt. In het toepassingsgebied van de informatica kan men daarbij denken aan bijvoorbeeld prestatieanalyse van computersystemen en de simulatie van het gedrag van klanten in een systeem. Het kansrekeningdeel van het vak richt zich vooral op de modellering van toevalsverschijnselen in de werkelijkheid en het statistiekdeel biedt de basisvaardigheden om uit metingen conclusies te kunnen trekken over de correctheid van de gebruikte modellen. De behandelde begrippen en onderwerpen: toevalsexperiment, (voorwaardelijke) kans, onafhankelijkheid, stochastische variabelen, discrete en continue verdelingen, simultane verdeling, voorwaardelijke verdeling, centrale limietstelling, wachttijdverdelingen, schatten, betrouwbaarheidsintervallen, toetsingstheorie en één-steekproef-problemen. Na het volgen van Kansrekening en Statistiek heeft de student basiskennis van de kansrekening en van statistische methoden, kan deze toepassen in een aantal (standaard)praktijksituaties en kan de resultaten van berekeningen correct interpreteren. In meer detail: • De student heeft inzicht in het gebruik en het kunnen toepassen van elementaire kansrekening, zoals conditionele kansen en onafhankelijkheid. • De student kent basisverdelingen voor aantallen (discreet) en voor intervalvariabelen (continu), waaronder normale en binomiale verdeling, en herkent c.q. kan deze toepassen op beschreven praktijksituaties. • De student heeft inzicht in de karakteristieke grootheden als verwachting, variantie en correlatiecoëfficiënt van één of meerdere stochastische variabelen en kan kansen en maten berekenen in praktijkvoorbeelden. • De student kent de basisbegrippen voor de schattingstheorie, intervalschattingen en toetsen van hypothesen en kan deze toepassen, dan wel interpreteren. • De student heeft kennis van een één-steekproef-probleem voor het normale en binomiale model, herkent het juiste model, gegeven een context uit het applicatiegebied van de studie, en kan desgevraagd het betrouwbaarheidsinterval bepalen of de toets uitvoeren. Meijer, T.M.J.; Reijsbergen, D.P.
EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Syllabus Tien hoorcolleges en tien werkcolleges. Daarnaast worden in een 4-tal practicumbijeenkomsten opgaven gemaakt m.b.v. het computerprogramma Maple. Deze practica zijn verplicht. Kennis over reeksen en (dubbele) integralen, bijvoorbeeld verkregen in de vakken Calculus I en Calculus II
Docent Materiaal Werkvormen
62
5
Toetsvorm
Tentamen
2B Het college is een brede inleiding in het vakgebied van de Kunstmatige Intelligentie (AI). Aan bod komen een aantal basisformalismen uit de AI om problemen te beschrijven en op te lossen: zoeken, representeren van kennis, redeneren, leren, en redeneren met onzekere kennis. Dit alles wordt behandeld vanuit het concept van een rationele agent die autonoom moet handelen in een dynamische wereld. Tevens is er een werkcollege waarin practische en theoretische vaardigheden aangeleerd worden. Na het succesvol afronden van dit vak kan de student: • Het concept rationele agent uitleggen. • De verschillende agent architecturen beschrijven en vergelijken in complexiteit. • De relevante eigenschappen van taakomgevingen benoemen en een nieuwe taakomgeving categoriseren. • Op conceptueel niveau de volgende zoekmethoden begrijpen, beschrijven, vergelijken en toepassen: Breadth-First Search, Depth-First Search, Greedy Search. Uniform Cost Search, A* Search • De complexiteit en volledigheid van bovenstaande zoekmethoden opsommen en beargumenteren. • Relatief complexe zinnen formaliseren in propositielogica en in eerste-orde predicatenlogica • Het verschil tussen entailment en inference uitleggen aan de hand van propositielogica • Twee methoden van inferentie noemen (natural deduction en resolution) • Een eerste-orde zin omzetten in CNF, inclusief Skolemiseren • Resolution inclusief unificatie kunnen toepassen om te verifieren dat een conclusie volgt uit een gegeven set premissen in eerste-orde logica. • Uitleggen hoe planningsproblemen door een computer opgelost kunnen worden • Een relatief eenvoudig plan formaliseren in STRIPS • Het verschil uitleggen tussen progression planning en regression planning, en van beide vooren nadelen kunnen noemen m.b.t. computationele complexiteit • Het POP-algoritme met de hand simuleren • Het GraphPlan-algoritme met de hand simuleren • Uitbreidingen van STRIPS uitlegeen: hiërarchisch plannen, conditionele effecten, gebruik van resources • Plannen met onzekere informatie en sensor-acties kunnen uitleggen. • Het principe van maximum expected utility (PMEU) toepassen voor de operationele invulling van het begrip rationeel handelen op basis van onvolledige kennis van de omgeving. • Een probleemgebied modelleren door middel van Bayesiaanse netwerken. • Toepassen van de belangrijkste methode voor inferentie met behulp van Bayesiaanse netwerken. • Een problemen modelleren als een Markov Decision Prob lem • Methodes voor het bepalen van optimale handelings-stategieen voor MDPs toepassen beschrijven en toepassen. • De basisconcepten achter het leren van observaties beschrijven. • Het concept “Information gain uitleggen en toepassen. • Beslisbomen toepassen op specifieke leerproblemen. • Het verband uitleggen tussen Reinforcement Learning en Utility theory. • Reinforcement Learning toepassen op specifieke leerproblemen. Poel, M.; Akker op den, H.J.A.; Vet van der, P.E. Mate Cornmann, Leiserson, Ryvest, Stein: Introduction to Algorithms, Third Edition (Student Edition), MIT Press, 2009. Hoorcollege, Werkcollege, Zelfstudie (2B)
63
CURSUSINFORMATIE TECHNISCHE INFORMATICA
Projectkeuzevak: Codesign Project 192145150 EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Docent Materiaal Werkvormen Voorkennis
5
Projectkeuzevak: Telematica Project 192140400 Toetsvorm
Tentamen
2B Een embedded systeem is een elektronisch systeem waarin de software en hardware zijn geïntegreerd in een apparaat. De nieuwste generatie embedded systemen bestaan uit een microprocessor, zijn vaak uitgerust met sensoren die de omgeving waarnemen en met mogelijkheden tot draadloze communicatie. Deze systemen kunnen samen een intelligent netwerk vormen, en hierdoor samen nieuwe toepassingen mogelijk maken. Voorbeelden van dit soort systemen zijn de nieuwe generatie mobiele telefoons en de Wii mote, maar ook draadloze sensornetwerken. Een ontwerper van dergelijke systemen en toepassingen dient de verschillende systeemaspecten met een brede blik te benaderen: een zogenaamd codesign-ontwerpmethodologie. In dit project wordt gewerkt met programmeerbare draadloze sensornodes (zoals de in Java programeerbare SunSPOTs). De student zal met behulp van deze hardware kennis maken met zowel de directe aansturing van de hardware, het ontwikkelen van software voor de individuele node, als het integreren van de nodes in een gedistribueerde applicatie. De ondersteunende lessen geven de student achtergrondinformatie over netwerkprotocollen en gedistribueerde algoritmen. In de practica doet de student de noodzakelijke praktische ervaring op met het schrijven van software voor embedded systemen. Het vak wordt afgesloten met een leuke en uitdagende eindopdracht. In deze opdracht zal de student laten zien dat hij in staat is om de theoretische kennis die hij opgedaan heeft tijdens de lessen om te zetten in een praktisch uitvoerbare oplossing voor een gegeven probleem. De student ontwerpt en implementeert de applicatie. De opdracht wordt afgesloten met een verslag en een demonstratie van het ontwikkelde product. Na het succesvol afronden van dit project kan de student: • Een onvolledig gespecificeerd en complex probleem op het gebied van draadloze communicatie en gedistribueerde applicaties oplossen door het opsplitsen van het probleem in kleinere deelgebieden • Software ontwikkelen voor embedded systemen, waarbij rekening gehouden wordt met de bijbehorende kenmerken en beperkingen. • Op basis van gecombineerde gegevens van verschillende typen sensoren reageren op- of interacteren met de omgeving. • Kennis op het gebied van netwerkprotocollen, gedistribueerde algoritmen en draadloze communicatie toepassen om uitdagende problemen op te lossen. • Op basis van een gegeven probleem in een teamverband een onderbouwde oplossing voorstellen en implementeren. Daarnaast kan de student de ontwerpbeslissingen en de resultaten van het onderzoek presenteren in een verslag en tijdens een presentatie. prof.dr. P.J.M. Havinga
EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Docent Werkvormen Voorkennis
Toetsvorm
Tentamen
2B In het Telematicaproject ontwerpen en bouwen de studenten samen een compleet datacommunicatienetwerk waarmee geschat kan worden en files kunnen worden overgestuurd. Hierbij wordt kennis uit eerdere vakken, met name die op het gebied van telematica en programmeren, in de praktijk toegepast. Er wordt gewerkt in groepjes van drie studenten. Elk groepje ontwerpt en implementeert zijn eigen versie van de linklaag. Protocollen voor de netwerk-, transport- en applicatielaag worden door de groepen gezamenlijk ontworpen, en afzonderlijk geïmplementeerd. Ter afsluiting van het project worden de producten van de groepen in een netwerk geconfigureerd en wordt de interoperabiliteit getest. Na afloop van het vak is de student in staat om: • Een realistisch praktijkprobleem op het gebied van de telematica op te lossen door het gebruik van: • Fundamentele technieken en mechanismen die in moderne communicatiesystemen worden gebruikt programmeren in object georiënteerde talen. • Op methodische wijze informatie te zoeken die voor het oplossen van het praktijkprobleem nodig is; • In teamverband te vergaderen, rapporteren (mondeling en schriftelijk), onderhandelen en samen te werken; • Oplossingen te evalueren op hun eigenschappen en om op basis hiervan een keuze tussen verschillende oplossingen te maken en te verantwoorden. • Een telematicasysteem te ontwerpen, bouwen en demonstreren Boer de, P.T.; Karagiannis, G. Project (2B) Telematicasystemen en - Toepassingen (192610000), Telematicanetwerken (192620000), Programmeren 1 (192135000), Programmeren 2 (192135050)
Projectkeuzevak: User Experience Design 192162000 EC Periode Vakinhoud
op het web beschikbaar Hoorcollege, Zelfstudie, Project (2B) Besturingssystemen (192110452), Computerarchitectuur en Organisatie (192130300)
Leerdoelen
Docent Materiaal Werkvormen Voorkennis
64
5
5
Toetsvorm
Eindopdracht/presentatie
2B In dit vak ontwerpen studenten de user interface van een interactieve applicatie en evalueren ze een prototype van deze applicatie. Bij deze evaluatie staan de ‘engagement’ en ‘user experience’ centraal. De te ontwikkelen applicaties zijn afkomstig van echte klanten die werkzaam zijn in hightech innovatieve bedrijven die gespecialiseerd zijn in het ontwerpen van ‘interactive playgrounds’ of ‘serious games and (training) simulations’. Applicatie-ontwerp wordt uitgevoerd in projectgroepen die een ‘user-centered design’ aanpak volgen. Het ontwerpproces is een iteratief proces dat is opgedeeld in verschillende fasen. Elke fase bevat gebruikersstudies. In de eerste fase van het proces analyseren de projectgroepen het domein en de potentiële gebruikers van de applicatie en worden de ideeën van de klant in meer detail uitgewerkt. In de verschillende fasen van het ontwerpproces, leren de studenten brainstormtechnieken en geavanceerde evaluatiemethoden te kiezen en toe te passen die geschikt zijn voor het type toepassing dat ze ontwerpen. In de laatste fase wordt een interactief prototype gemaakt en getest met eindgebruikers. Communicatie met de klant behoort tot de leerdoelen van het vak. Gedurende het hele ontwerptraject houden de projectgroepen contact met hun klant. Aan het eind presenteert de groep het uiteindelijke ontwerp (prototype), de motivatie achter het ontwerp en de resultaten van de evaluaties aan de klant. • Kan de user-centered design methode toepassen voor het ontwerpen en evalueren van de interface van een interactieve applicatie waarin ‘userexperience’en ‘engagement’ belangrijk zijn (bijvoorbeeld games, entertainment environments, serious games, training simulations). • Kan evaluatiemethoden kiezen, ontwikkelen en uitvoeren die geschikt zijn voor dergelijke game environments. • Kan communiceren met een externe opdrachtgever uit het bedrijfsleven. • Kan het ontwerp presenteren aan de opdrachtgever. • Kan een paper schrijven over het ontwerpproces en de resultaten dr. E.M.A.G. van Dijk Handleiding : beschikbaar via blackboard + Geselecteerde papers Hoorcollege, Project (2B) Inleiding MMI (192145090)
65
CURSUSINFORMATIE TECHNISCHE INFORMATICA
Bachelor 3 Cursusinformatie
Semesteroverzicht Semester 1 Kwartiel 1
Vertalerbouw 192110352
Semester 2 Kwartiel 2 Minor (20 EC)
Kwartiel 3
Kwartiel 4
Algebra en security (5 EC) 191511410
Vertalerbouw (5 EC) 192110352
EC Periode Vakinhoud
keuzevak 3 (informatica) (5 EC) keuzevak 4 (informatica) (5 EC) Ontwerpproject (10 EC) 192199109 Bachelorreferaat (10 EC) 192199259 Docent Materiaal
Keuzevakken: Voor keuzevak 3 en keuzevak 4 kies je uit de volgende lijst van negen vakken: kwartiel
keuzevak (academische vorming)
2
Concurrent & Distributed Programming (192135300)
4
Java Middleware Technologies (192652110)
2
Data Warehousing and Data Mining (192320201)
1
Network Security (19265400)
3
Werkvormen Voorkennis
Functioneel programmeren (192112051)
3
Business Process Support (192374000)
2
Graphics & Virtual Reality (201100112)
2
Introduction to Information Security (201100072)
EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Docent Werkvormen Voorkennis
66
Toetsvorm
Tentamen
2B Het hoorcollege behandelt het complete traject van de (automatische) vertaling van moderne (object-georienteerde) programmeertalen naar machinetaal voor een microprocessor. Er wordt vooral ingegaan op de practische aspecten van het schrijven van een vertaler. Aan de orde komen onder meer: syntactische analyse, contextuele analyse, run-time organisatie, vertaler generatoren, code generatie, interpretatie en het afhandelen van fouten. Er wordt gebruik gemaakt van de programmeertaal Java. Het practicum bestaat uit twee delen. In het eerste gedeelte wordt er geoefend met ANTLR, een LL(*) vertaler generator. Daarnaast worden er enkele Java modules ontwikkeld die gebruikt zullen worden in het vervolg van het practicum. In dit tweede gedeelte doen de studenten ervaring op met het ontwikkelen van een complete vertaler voor een Pascal-achtige programmeertaal, gebruikmakend van ANTLR. Het practicum is verroosterd en verplicht. Inhoud: vertaler, abstract syntax tree, bezoekerspatroon, context analyse, codegeneratie, codeoptimalisatie, vuilnis ophalen, ANTLR prof.dr.ir. A. Rensink David A. Watt and Deryck F. Brown: Programing Language Processors in Java. Pearson Education Ltd., Harlow, Essex, England. 2000. ISBN 0-130-25786-9. + Practicumhandleiding (via website beschikbaar) Hoorcollege, Project, Practicum (2B) Programmeren 1 (192135000), Programmeren 2 (192135050), Basismodellen in de Informatica (192111801)
Ontwerpproject 192199109
Computerarchitectuur en -organisatie 2 (201000077)
1
5
10
Toetsvorm
Opdracht
1A, 1B, 2A, 2B Aan het begin van kwartiel 1 of 3 kan een groep van 4 tot 6 (voorkeur 5) studenten, die dan voldoen aan de voorkenniseisen, kiezen uit een openstaande opdracht, die in overleg met de indiener van die opdracht binnen twee opvolgende kwartielen moet worden uitgewerkt. De docent en begeleider is degene die de opdracht heeft ingediend. De groep geeft een presentatie in de tentamenperiode van het tweede kwartiel. De docent beoordeelt de groepsleden. Er zal twee keer per jaar aan het einde van een semester een posterpresentatie worden georganiseerd waarop het resultaat kan worden gepresenteerd. Na het succesvol afronden van dit vak is de student in staat; • De functionele- en kwaliteitseisen voor een te ontwerpen systeem te inventariseren en in afstemming met een opdrachtgever van prioriteiten te voorzien. • Methodisch een (software)systeem te ontwerpen dat voldoet aan gestelde eisen en bij dit ontwerpen relevante kennis, technieken en gereedschappen te benutten. • Het ontwerp om te zetten in een werkend prototype. • Een testplan op te stellen en het prototype aan de hand van dit testplan te testen. • Alle fasen in het (software)ontwikkeltraject te documenteren. • Keuzen in het ontwikkelstraject te verantwoorden en af te stemmen met de opdrachtgever. • Projectmatig te werken bij het ontwerpen van een systeem en hiervoor een projectvoorstel inclusief projectplan op te stellen en de projectorganisatie in te richten. • Samen te werken in een team: activiteiten te plannen en af te stemmen verantwoordelijkheden binnen (fasen van) het (software)ontwikkeltraject te verdelen en constructief om te gaan met interacties binnen het team. • Consequenties aan te geven van het systeem en de ontwerpkeuzen voor de omgeving (ethisch, maatschappelijk, organisatorisch). • De vervolgstappen voor de ontwikkeling van het systeem aan te geven. Hiemstra, D.; Keulen van, M. Project (1A, 1B, 2A, 2B) Software Engineering Modellen (192135100)
67
CURSUSINFORMATIE TECHNISCHE INFORMATICA
Algebra & Security 191511410 EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Docent Materiaal Werkvormen Voorkennis
68
5
Bachelor Referaat 192199259 Toetsvorm
Tentamen
2A Dit vak bestaat uit twee delen; een deel ‘algebra’ en een deel ‘security’. Het eerste deel zal in het Nederlands gegeven worden en het tweede deel in het Engels. Het algebradeel heeft twee gelijkwaardige hoofddoelen: • verzorgen van een inleiding in de basisbegrippen van ‘abstracte algebra’; • voorbereiden op het tweede deel (security). In het securitydeel worden de onderwerpen uit de algebra toegepast en zodoende is het eerste deel noodzakelijk voor het kunnen volgen en volbrengen van het tweede deel. Het algebra deel behandelt een inleiding in de abstracte algebraïsche structuren: groepen, ringen en lichamen. Groepen zijn verzamelingen met daarop één bewerking gedefinieerd, vaak optelling genoemd, die aan bepaalde eisen voldoet. Het bekendste voorbeeld is de verzameling van gehele getallen met de standaardoptelling. Een ring is een verzameling met daarop gedefinieerd een optelling (zodat het een groep is) en een tweede bewerking, vaak vermenigvuldiging genoemd, die ook weer aan bepaalde eisen voldoet. De gehele getallen met de standaardoptelling en –vermenigvuldiging vormt een ring. Ten slotte, als bij een ring naast de vermenigvuldiging ook deling mogelijk is dan spreekt men van een lichaam. Het bekendste voorbeeld van een lichaam is het lichaam der reële getallen. Een bijzondere, en zeer belangrijke, klasse van lichamen zijn de zogeheten eindige lichamen. Dit zijn lichamen die uit slechts eindig veel elementen bestaan. Het eenvoudigste voorbeeld van een eindig lichaam is de verzameling bestaande uit de elementen nul en één waarmee modulo twee gerekend wordt. De verzameling bestaand uit nul, één en twee, rekenen modulo drie, vormt ook een lichaam, maar de verzameling bestaande uit nul, één, twee en drie, nu rekenen we modulo 4, is geen lichaam. Toch bestaat er wel een lichaam met precies vier elementen. Met het oog op het deel security wordt speciale aandacht aan eindige lichamen besteed. Cryptography is a key technology in electronic security systems. Cryptography is concerned with the development of a mathematical toolkit that contains essential building blocks to address information security problems. It focuses on the central objectives of providing confidentiality, integrity, authentication and non-repudiation of electronic data. Modern cryptographic techniques are used for access control, for copyright protection, for digital signatures and electronic money. The main goal of cryptography is to design secure and in the same time efficient cryptographic primitives, which can be employed as building blocks in security protoco ls and systems. In this course we present an introduction to modern cryptography as well as examples of applications. The course starts with a general introduction of the idea of secrecy and some historical ciphers. Subjects that will be covered are motivating applications, Symmetric Cryptographic Primitives (DES, AES, stream ciphers), Cryptographic Hash functions (SHA-1, SHA-2) and Message authentication Codes (HMAC), Public-Key Encryption (RSA), Digital Signatures (DSA) and some applications like PKI and Certificates. Na afloop van het eerste deel is de student in staat: • Het Euclidisch algoritme vlot toepassen op gehele getallen. • Eigenschappen van groepen herkennen en toepassen. • Werken met ringen en integriteitsgebeiden. • Herkennen wanneer een integriteitsgebied een lichaam is. • Werken met de classificatie van eindige lichamen. • Nagaan en begrijpen wanneer twee algebraïsche structuren (groepen, ringen of lichamen) gelijkvormig op elkaar afgebeeld kunnen worden en algebraïsch gesproken in feite identiek zijn. • Te werken met het begrip vectorruimte over een willekeurig lichaam. After completing this course successfully, the student can: • explain the central problem of encryption and decryption; • apply the results from the first part of the course (Algebra) to modern cryptographic algorithms; • explain concepts like Block and Stream Ciphers, Hash functions and MACs, public-key Encryption, Digital Signatures, as well as the connection between them; • describe cryptographic primitives from literature, such as DES, AES, RSA, SHA-1; • apply cryptographic techniques to certain simple but practical security problems Polderman, J.W.; Aarts, H.F.M.; Geveling, B.M.; Petkova-Nikova, S.I. Joseph A. Gallian: Contemporary Abstract Algebra, Brooks/Cole, ISBN 0-495-83153-0. + Paar, Christof, Pelzl, Jan, Understanding Cryptography, A Textbook for Students and Practitioners, 1st edition 2nd printing, 2010, XVIII, 372 p. 160illus., Hardcover ISBN: 978-3-642-04100-6. Hoorcollege, Werkcollege (2A) Lineaire algebra (191521210 of 191521650), m.n. schematisch opzetten van een stelsel lineaire vergellijkingen d.m.v. een matrix, het analyseren van lineaire stelsels (on)afhankelijke vectoren, basis, dimensie determinant en eigenwaarden.
EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen Docent Werkvormen Voorkennis
10
Toetsvorm
-
1A, 1B, 2A, 2B Wat zijn de ontwikkelingen in het vakgebied? Wat is de bijdrage van onderzoekers aan deze ontwikkelingen en hoe doe je onderzoek? Karakteristiek voor een wetenschappelijke opleiding is de relatie tussen onderwijs en onderzoek. In het studieonderdeel Bachelorreferaat van de opleiding Technische Informatica is deze relatie expliciet aanwezig. Dit studieonderdeel richt zich op een actieve kennismaking met wetenschappelijk onderzoek: • het ontwikkelen van een onderzoekende houding • het zoeken en kritisch beschouwen van bronnen, • het ontwikkelen van kritische vermogens en instelling tegenover eigen en andermans werk. Maar natuurlijk ook op de uitdagende ontwikkelingen in het vakgebied. Ieder semester worden thema’s uit het vakgebied en uit het onderzoek van leerstoelen, of leerstoelclusters, aangeboden voor nader onderzoek. Het studieonderdeel Bachelorreferaat wordt individueel uitgevoerd, onder begeleiding van docenten/onderzoekers, en binnen een groep studenten die allen werken aan onderzoek rondom hetzelfde thema. De groep functioneert als onderzoeksgroep en bespreekt zowel literatuur als het proces en de resultaten van individuele onderzoek activiteiten. In het eerste deel van het studieonderdeel wordt het thema en de bijbehorende literatuur verkend. Dit resulteert in een onderzoeksvoorstel. In het tweede deel wordt zelfstandig een beknopt onderzoek uitgevoerd dat resulteert in een rapport of conferentie artikel. De resultaten worden gepresenteerd op een mini-conferentie. De onderwijsvorm is gericht op een actieve bijdrage van de deelnemende studenten en op onderling uitwisselen van ervaring en kennis. Deelname aan de groepsbijeenkomsten is verplicht. Er zijn naast de bijeenkomsten per thema ook bijeenkomsten rondom informatieverwerving en onderzoeksmethodologie. applications like PKI and Certificates. Een wetenschappelijk onderzoek van beperkte omvang in een deelgebied van een vakdomein opzetten, uitvoeren en presenteren. Wetenschappelijke literatuur in een deelgebied van een vakdomein zoeken, selecteren en kritisch beschouwen. Fokkinga, M.M.; Kuper, J.; Koppelman, H.; Pras, A.; Dijk van, E.M.A.G.; Meratnia, N.; Stoelinga, M.I.A.; Mueller, R.M.; Weber, M.; Kargl, F.E. Hoorcollege, Werkcollege (1A, 1B, 2A, 2B) Propedeuse + 60 EC's excl. minor
Keuzevak: Computerarchitectuur en -Organisatie 2 201000228 EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Docent Materiaal
5
Toetsvorm
Opdrachten
1B Dit vak borduurt voort op de kennis opgedaan bij het vak CAO. Waar bij CAO de nadruk ligt op theoretische en ontwerpaspecten van digitale techniek, processor ontwerp en computerarchitectuur, daar ligt bij CAO-2 veel meer de nadruk op het toepassen van deze kennis en ontwerpvaardigheden. Met behulp van de hardware beschrijvingstaal VHDL worden basisschakelingen uit de digitale techniek gecombineerd en uiteindelijk op programmeerbare bouwstenen (FPGA) gerealiseerd. Op deze manier zal een eenvoudige processorbesturing gerealiseerd worden.Verder zal uitgebreid aandacht besteed worden aan het programmeren van processoren op verschillende niveaus. Uitgaande van een bestaande instructieset architectuur (ISA) zullen programma’s in assembly geschreven en gesimuleerd worden en met behulp van de hogere orde programmeertaal C zullen I/O modules (interrupt controller, DMA controller, grafische kaart) geprogrammeerd worden. Ook zullen prestaties van moderne processoren die toegepast worden in PC’s gemeten worden door middel van C programma’s. De student kan: • eenvoudige schakelingen beschrijven met VHDL en realiseren met een FPGA. • een eenvoudige hardwired en gemicroprogrammeerde besturing ontwerpen. • eenvoudige assembler programma’s schrijven en simuleren uitgaande van een instructieset architectuur. • programmeerbare bouwstenen programmeren met behulp van C. • d.m.v. benchmarking de invloed van caches en de aanwezigheid van meerdere cores op een chipaantonen Scholten, J.; Molenkamp, E.; Kokkeler, A.B.J. Computer Architecture and Organization: An Integrade Approach; Miles J. Murdocca, Vincent P. Heuring; ISBN 978-0-471-73388-1, Wiley
69
CURSUSINFORMATIE TECHNISCHE INFORMATICA
Werkvormen
Hoorcollege, Project, Practicum (1B)
Keuzevak: Concurrent and Distributed Programming 192135300 EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Docent Materiaal Werkvormen Voorkennis
5
Toetsvorm
Tentamen
1B Computer processors are getting faster and faster. However, where the growth used to come from the clock speed of the processor, it now comes from the number of processor cores on a single chip. Though this is very useful for a multitasking environment, where the user runs multiple processes at the same time, software programs by themselves are usually not designed to make efficient use of this feature. The aim of the course is to study the theory and practice of concurrent and distributed programming. Through the use of examples, the student will learn some typical problems with multi-core algorithms, such as deadlock, livelock and starvation. For this, the modeling language Promela will be used, with which the correctness of multi-core algorithms can be proven. Multi-core programming is becoming increasingly important as the number of processor cores on a chip will continue to grow. Therefore, this course will be essential in understanding the concepts needed to write efficient programs in the future. The theory of the course is explained in 8 lectures. The final grade of the course will be determined from homework assignments and a written exam. After completing this course successfully, the student will be able to: • Explain the concepts of computations, interleaving, fairness, starvation and deadlock. • Draw the state diagram for a given algorithm and identify reachability of states with properties of the algorithm. • Analyze an algorithm solving the critical section problem by proving invariants. • Interpret formulae of linear-time temporal logic (LTL) and prove equivalences and theorems of linear-time temporal logic. • Model a concurrent algorithm in the modeling language Promela. • Use the model checker SPIN for the analysis of concurrent and distributed algorithms. • Describe a number of classical network algorithms, i.e., the basic mechanism behind each of them. • Describe the basic pitfalls of multi-core memory consistency and the theoretical notions between them. • Write concurrent programs and explain the mechanics behind them. • Effectively use some essential functionality from Java’s library for concurrent programming: java.util.concurrent. • Transform a Promela model to a Java implementation. • Explain the basic concepts in multi-core machine programming. • Explain the interaction between hardware and software in multi-core machines. • Explain basic methods to analyze performance of parallel algorithms. • Explain how multi-core architectures affect concurrent program performance. dr. M. Weber
Keuzevak: Data Warehousing and Data Mining 192320201 EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Docent Materiaal Werkvormen Voorkennis
Toetsvorm
Written exam + 2 homework assignments that have to be completed satisfactorily before 1B one is admitted to the exam As a consequence of the digital revolution, businesses and other organizations nowadays possess huge amounts of data, stored in extensive, mostly distributed, databases. Data from scientific organizations, for example, contains information about fenomena that have been studied such as astronomical or seismic measurements. Data from a business, however, contains information about, for example, direct marketing, client behavior, business processes, etc. An important and actual problem is the extraction of required knowledge (i.e., important strategic information) from this data. The area that performs research on this is often called data mining or knowledge discovery in databases (KDD). Before one can apply data mining techniques, the data has to be stored in a particular consistent and uniform way. Moreover, data retrieval should be efficient. The latter topic is often called data warehousing. Furthermore, the organization should be properly managed so that it anticipates data mining activities and can effectively implement and use the obtained knowledge. In short, what information is required and how can one obtain the required information from the available data. All in all, a research area that is complex, interesting, extensive and still in its infancy. Topics addressed in the course are: The context of data warehousing and data mining; Architectures for data warehousing; Techniques and tools for data mining and on-line analytical processing (OLAP). Besides this, a few concrete cases will be analyzed, if possible by guest speakers from industry. Knowledge discovery in databases (KDD) is an important activity in science as well as business. In the latter, its purpuse is to obtain management information for tactical and strategic decisions; here it is often called usiness Intelligence. The course addresses two aspects: (1) data warehousing, architectures, techniques and methods for gathering, integrating, and cleaning data; and (2) data mining, data analysis tools and techniques for extraction knowledge from data. Poel, M.; Keulen van, M. Chapters 4,6 & 8 of book P.N. Tan, M. Steinbach, V. Kumer, “Introduction to Data Mining”. AddisonWesley, 2005. ISBN 0-321-32136-7 (these chapters are electronically available via Blackboard) A collection of other book chapters and papers (electronically available via Blackboard) Hoorcollege, Opdracht, Zelfstudie (1B) Kansrekening/statistiek, Kunstmatige intelligentie, Databases
Keuzevak: Introduction to Information Security 201100072 EC Periode Vakinhoud
practicumhandleiding (via website beschikbaar) Hoorcollege, Project, Zelfstudie (1B) Besturingssystemen (192110452), Programmeren 1 (192135000), Programmeren 2 (192135050), Formele Methoden voor Software Engineering (192135201)
Leerdoelen
Docent Materiaal Werkvormen
70
5
5
Toetsvorm
Toets/test
1B Security technology is an essential enabler of all networked activity. Without security technology there would be no commerce on the Internet, there would be no confidentiality for any form of communication, and attackers would be able to disrupt every network. This course will introduce the key concepts of Information Security and place those concepts in a technical, social and economic context. The course will cover the basics of four of the main branches in information security, namely physical, software, network and application security. The social and economic aspects of security will be discussed with emphasis on criminology and usability. Closely related technologies such biometrics and digital forensics will be included. After completing this course successfully, the student can: 1. Describe the important concepts in information security. (E.g. attributes such as Availability, Confidentiality, Integrity, Privacy, methods and mechanisms such as Security Policies, Security Protocols, Identification, Authorization, Physical Tamper Resistance) 2. Place security techniques in an overall security context; for example, design a system or analyse a situation and determine what the different security techniques could achieve in a given scenario, what techniques to apply to reach a given goal, etc. 3. Find, survey, and use/explain basic security literature and be able to present this in the form of a scientific paper in English dr. S.I. Petkova-Nikova R. J. Anderson, Security Engineering: A guide to building dependable distributed systems, 2nd Edition, John Wiley & Sons Inc, New York, 2008, ISBN 0-470-06852-3 Hoor-/werkcollege (1B)
71
CURSUSINFORMATIE TECHNISCHE INFORMATICA
Voorkennis
Materiaal
Operating Systems, Algebra and Security
Werkvormen Voorkennis
Keuzevak: Graphics & Virtual Reality 201100112 EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Docent Materiaal Werkvormen
5
Toetsvorm
Tentamen
1B Het vak geeft een algemene inleiding in computer graphics met het accent op 3D modellering, en de toepassing van deze technieken in rendering, visualisatie, animatie en virtual reality. Er wordt aandacht gegeven aan fundamenten, zoals belichtingsmodellen, texture mapping, vertex en fragment shading, 3D transformatie van geometrie, quaternion representaties van rotatie. Er wordt daarnaast ook aandacht gegeven aan het praktisch modeleren en animeren van 3D content en ``Virtual Humans’’. Leerdoelen: 1. Inzicht in de werking en de basistechnieken van de ``graphics pipeline’’, zoals die voorkomt in hardware, 3D engines en Virtual Reality software 2. Kennismaking met animatie, gezien vanuit zowel vanuit fundamenteel wiskundige modellen als vanuit een meer praktisch standpunt, gebruikmakend van 3D modelling tools. 3. Overzicht over verschillende realisatiemogelijkheden voor 3D content, van ``low-level’’ API’s zoals OpenGL tot high level 3D engines, en de nieuwe mogelijkheden voor integratie van 3D web content. Toetsing van leerdoelen: 1. Leerdoel 1 wordt getoets via (in te leveren) opdrachten. De onderwerpen gaan over de theorie van o.m. lichtmodellen, geometrische modellen, en geselecteerde wiskundige onderwerpen ( met name lineaire algebra). 2. Leerdoel 2 wordt getoetst met een een (voornamelijk wiskundige) opdracht over 3D rotaties en animatie, alsmede een praktische modeleeropdracht waarbij een ``virtual human’’ voorzien van simpele animatie wordt geconstrueerd, gebruikmakend van 3D modelling tools. 3. Leerdoel 3 wordt getoetst door middel van een opdracht waarbij een eenvoudige 3D scene gerealiseerd gebruik makend van OpenGL/WebGL. dr. J. Zwiers
EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Er wordt gewerkt met handouts voor de ``graphics pipeline’’ en voor wiskundige onderwerpen. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van geselecteerde web tutorials voor 3D modelling. Hoorcollege (1B)
Leerdoelen
Docent
72
5
Toetsvorm
Tentamen
2B Java Middleware Technologies gaat over de middleware technologie die in Java is geïmplementeerd. Deze technologie koppelt de verschillende stukken van systemen aan elkaar, door ze op een bepaalde manier met elkaar te laten communiceren. Dit is bijvoorbeeld nuttig bij het ontwerpen van serviceoriented architectures (SOA) zoals dat in het vak SOA with Web Services wordt behandeld. Java middleware technologie heeft als doel het vereenvoudigen van de ontwikkeling van gedistribueerde applicaties, door de ontwikkelaar in staat te stellen om applicaties te ontwerpen en te bouwen met gebruik van standaard objecten en/of componenten. Dit vak geeft een inleiding in middleware systemen en behandelt een aantal prominente Java-gebaseerde middleware technologieën. Tijdens programmeren 1 en 2 hebben de studenten kennis gemaakt met het objectgeörienteerd programmeren dat bij dit vak nodig is. De behandelde middleware technologie vormen een basis voor veel onderzoek. Onderwerpen die in dit vak behandeld worden, zijn: middleware systems, Java remote method invocation, Java database connectivity, servlets en Java server pages, Enterprise Java Beans en nieuwe ontwikkelingen op het gebied van middleware technology. Na het volgen van dit vak zijn de studenten in staat: • de concepten, modellen en technologieën die bij middleware systemen horen uit te leggen; • een systeem te ontwerpen met behulp van middleware technologieën; • te opereren in onderzoeks- of ontwikkelingsprojecten waarin middleware technologie een rol speelt. dr. L. Ferreira Pires
Programming capabilities. Programmeren 2 (192135050)
Keuzevak: Functioneel Programmeren 192112051
Keuzevak: Java Middleware Technologies 192652110 EC Periode Vakinhoud
Various papers and documents available on the Blackboard site of the course + Lecture sheets available on the website of the course P. van der Linden. Just Java 2, 6th edition. Sun Microsystems Press, 2004. ISBN 0-13-148211-4 Hoorcollege, Zelfstudie, Project (2B)
Docent Materiaal Werkvormen Voorkennis
5
Toetsvorm
Tentamen
1A Tijdens je studie is er voornamelijk aandacht besteed aan imperatief programmeren, waarbij de code bestaat uit opdrachten die direct uitgevoerd worden. Bijvoorbeeld Java en C++. Een andere belangrijke vorm van programmeren is functioneel programmeren. In een functionele programmeertaal kunnen algoritmes gespecificeerd worden door middel van vergelijkingen, zoals je een wiskundige functie definieert: f (x) = • • • (vandaar het woord functioneel). In dergelijke functiedefinities kunnen andere zelf gedefinieerde functies worden gebruikt. Programma’s in een functionele taal zijn modulair opgebouwd. Een functionele taal kent geen assignment van variabelen en de basisvorm van herhaling is recursie, herhaling d.m.v. for- en while-lussen kent een functionele taal niet. Daarnaast is een functionele taal referentieel transparant, dat wil zeggen dat een variabele overal (binnen één definitie) dezelfde waarde heeft. Alles wat in een imperatieve (en dus ook in een object-georiënteerde) programmeertaal kan worden geprogrammeerd, kan ook in een functionele taal worden geprogrammeerd. In een functionele taal komt de essentie van een programma direct naar voren, waardoor programma’s kort kunnen zijn. Tevens hoeft de programmeur zich niet tot nauwelijks te bekommeren om de volgorde waarin een programma wordt geëvalueerd. Enkele begrippen die verder aan de orde komen zijn lazy evaluation, lijstcomprehensie, hogere orde functies en recursieve types (boomstructuren). Het vak functioneel programmeren zal het abstract denkvermogen van de student versterken. Functioneel programmeren wordt ook veel ge bruikt bij onderzoek, voor recente voorbeelden kan gekeken worden op clash.ewi.utwente.nl (een mogelijke vervanging van VHDL) en haskell.org. Het vak bestaat uit hoorcolleges en verplichte practica met bijbehorende opdrachten. Tijdens de practica worden in tweetallen opdrachten uitgevoerd in een functionele taal. Naast een schriftelijk tentamen krijgt de student voor twee practicumopdrachten een cijfer dat meetelt voor de eindbeoordeling van het vak. Na het succesvol afronden van dit vak kan de student: • programmeerproblemen oplossen in een functionele taal. • standaardtechnieken als recursie, lijstcomprehensie, hogere orde functies, parameteraccumulatie en functiecompostitie • uitleggen en toepassen. • het belang van typering uitleggen. • samengestelde types, algebraïsche types en recursieve types (boomstructuren) defeniëren, gebruiken en bewerken. • verschillen tussen functuionele programmeertalen en object-georiënteerde programmeertalen benoemen. dr.ir. J. Kuper Dictaat Functioneel Programming: an overview Hoorcollege, Practicum (1A) Gewenst: Programmeren 1 (192135000), Inleiding ObjectGeoriënteerd-Programmeren (192110174)
73
CURSUSINFORMATIE TECHNISCHE INFORMATICA
Keuzevak: Network Security 192654000 EC Periode Vakinhoud
Leerdoelen
Docent Materiaal Werkvormen Voorkennis
74
5
Toetsvorm
Tentamen
1A+1B According to popular movies, a hacker breaks into the FBI systems for breakfast, gets access to a government’s classified information within seconds and can trace your chat history with just a few clicks of a button. For the most part, those scenarios stay in the movies. But how do network systems prevent these kind of scenarios from happening? Through following this course, students will gain a basic understanding of the principles behind network security and the working of the main protocols, mechanisms and techniques in the area of security. The course consists of three parts: security mechanisms within network protocols, systems security and lab sessions. In the first part (security mechanisms within network protocols), the following topics will be discussed: IPSec, SSH, SSL, HTTPS and security for wireless networks. The second part (systems security) discusses topics like scans, intrusions, DOS attacks and firewalls. The last part (lab sessions) will have the students perform practical experiments. Some examples of possible practical experiments are listed below: remote system fingerprinting (such as possible with tools like nmap); • Break anonymization (such as on network traces); • Break in into dedicated and prepared web-servers, using tools like Cross-site scripting and SQL injection; • Set-up secure communication channels, such as IPSec and secure mail; Wardriving on open WIFI base stations. The precise exercise(s) will be determined once the number of students, and other organizational restrictions are known. The choice which exercise to perform may change on a regular basis (to avoid students re-use the answers of previous years). Aside from the lab sessions, there will be a couple of graded homework assignments and a written exam. Your final grade for the course will be derived from these three aspects, where the written exam will have the heaviest weighting. The teaching staff will try to invite a guest speaker to give a lecture about his experience with network security in practice. After completing this course successfully, the student can: • Critically discuss, select and compare security mechanisms in data communication protocols on the link layer (wireless), network layer (IPsec), transport layer (TLS, SSL) and application layer (email, web, RADIUS/DIAMETER). • Identify, compare and discuss several security risks and countermeasures at the network system level: intrusion detection, scans, denial-of-service attacks and firewalls. • Conduct practical experiments to detect and experience real-life network security weaknesses dr.ir. A. Pras, dr.ir. G. Karagiannis, dr.ir. P.T. de Boer, dr. R. Sadre Network Security Essentials - Applications and Standards), William Stallings, Prentice Hall, ISBN 0-13120271-5 (2nd ed.) or ISBN 0-13-238033-1 (3rd ed.) Hoorcollege (1A+1B) Telematicasystemen en Toepassingen
75
DEEL C Algemene bijlagen
ALGEMENE BIJLAGEN
1
De faculteit EWI
De Faculteitsraad heeft, afhankelijk van het onderwerp dat voorligt, advies- of instemmingsrecht over
De faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (kortweg EWI) omvat drie disciplines die ieder weer verbindingen hebben met andere disciplines. Naast onderwijs wordt binnen de vakgroepen door onze onderzoeksgroepen/leerstoelen onderzoek verricht. Dit onderzoek is geheel ondergebracht bij de universitaire onderzoeksinstituten Institute voor Nanotechnology (MESA+) en het Centrum voor
voorgenomen beslissingen van de decaan van de faculteit. Wanneer de decaan besluiten wil nemen over de hoofdlijnen van het personeelsbeleid, regelingen op het gebied van arbeidsvoorwaarden en ARBO-beleid, heeft de decaan vooraf instemming nodig van de Faculteitsraad. Ook wanneer de decaan besluiten wil nemen over de vaststelling of wijziging van de onderwijs- en examenregeling (OER) van de faculteit, regels op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn of beleid op het gebied van
Telematica en Informatietechnologie (CTIT), IMPACT en MIRA.en MIRA.
studentenvoorzieningen, heeft de decaan vooraf instemming nodig van de Faculteitsraad.
1.1
Organogram EWI
Informatie van de Faculteitsraad vind je op www.utwente.nl/ewi/organisatie/bestuur/faculteitsraad Decaan Prof.dr.ir. A.J. Mouthaan
Faculteitsraad
Kamer van Hoogleraren Incl. Opleidingsdirecteuren
Kamer van Hoogleraren De kamer van Hoogleraren bestaat uit alle hoogleraren en opleidingsdirecteuren van de faculteit.
Diensten Directeur Bedrijfsvoering Ing. H. van Egmond • Arbo & Milieu • Bureau Onderwijsbegeleiding • Bureau Faculteitsdecaan • Financiële zaken • Informatiebeheer • Human Resources • TCO • MESA+ Cleanroom lab
Vakgroepen
Onderwijs
Applied Analysis and Mathematical Physics (AAMP) Biomedical and Environmental Sensorsystems (BIOS) Biomedical Signals and Systems (BSS) Computer Architecture for Embedded Systems (CAES) Control Engineering (CE) Design and Analysis of Communication Systems (DACS) Databases (DB) Distributed and Embedded Security (DIES) Discrete Mathematics and Mathematical Programming (DMMP) Formal Methods and Tools (FMT) Human Media Interaction (HMI) Integrated Circuit Design (ICD) Integrated Optical MicroSystems (IOMS) Information Systems (IS) Mathematical Systems and Control Theory (MSCT) Numerical Analysis and Computational Mechanics (NACM) Nano Electronics (NE) Pervasive Systems (PS) Signals and Systems (SAS) Semiconductor Components (SC) Software Engineering (SE) Stochastic Operations Research (SOR) Statistics and Probability (SP) Stochastic Systems and Signals (SST) Telecommunication Engineering (TE) Transducers Science and Technology (TST)
Bacheloropleidingen • Electrical Engineering • Technische Informatica • Technische Wiskunde • Creative Technology
1.2 Opleidingen De faculteit kent de volgende opleidingen:
Masteropleidingen • Applied Mathematics • Computer Science • Electrical Engineering • Embedded Systems • Human Media Interaction • Mechatronics • Systems and Control • Telematics
•
Bacheloropleidingen:
Electrical Engineering (EE)
Technische Informatica (INF)
Technische Wiskunde (TW)
Opleidingscommissies
Creative Technology (CreaTe)
Examencommissies
•
Masteropleidingen:
Applied Mathematics (AM)
Computer Science (CSC)
Electrical Engineering (EE)
Decaan
Embedded Systems (EMSYS) (3-TU)
De decaan van de faculteit EWI is prof.dr.ir. Ton Mouthaan. Hij is de uiteindelijke verantwoordelijke voor
Human Media Interaction (HMI)
het onderwijs van alle opleidingen binnen de faculteit.
Mechatronics (MT)
Systems and Control (SC) (3-TU)
Telematics (MTE)
Faculteitsraad EWI De Faculteitsraad EWI is een medezeggenschapsorgaan van de faculteit. De raad bestaat uit acht studenten en acht personeelsleden. De studenten worden jaarlijks gekozen, de personeelsleden zitten
Aan het hoofd van een opleiding staat een opleidingsdirecteur. Hij geeft de contouren aan van de
voor een periode van twee jaar in de Faculteitsraad. Kandidaatstelling voor de raad vindt plaats in april,
opleiding en is verantwoordelijk voor de invulling van het onderwijsprogramma en de vakken daarbinnen.
de verkiezingen zijn in juni. De raadsperiode loopt gelijk met het academisch jaar.
78
79
ALGEMENE BIJLAGEN
Voor EE (BSc en MSc) en MT is dat prof.dr. M.C. Elwenspoek (Miko)
Functie
Naam
Telefoon
Technische Informatica en Technische Wiskunde
Sharon Vonk / Lilian spijker
053 489 5645
Voor EMSYS is dat prof.dr.ir. G.J.M. Smit (Gerard).
Creative Technology en Electrical Engineering
Thea de Kluijver
053 489 3697
1.3
Onderwijssecretariaat Studieadvies, Internationalisering
R. Assink (Remke)
053 489 3426
Kwaliteitszorg
A. de Bruin-van Willigen (Annemieke)
053 489 3725
Opleidingsdirecteuren
K. Veldhuis (Karin)
053 489 5450
Voor TW, AM en SC is dat dr. J.W. Polderman (Jan Willem)
Studieadviseurs
Voor INF, CSC en MTE is dat dr.ir. R. Langerak (Rom) Voor CreaTe en HMI is dat dr. G.F. van der Hoeven (Gerrit)
Diensten en Eenheden
De faculteit heeft een aantal EWI-brede ondersteunende diensten die onder leiding staan van de directeur bedrijfsvoering, ing. H. van Egmond. ARBO & MILIEU EWI Functie
Naam
Telefoon
COMMUNICATIE
Coördinator
ing. S. Visser (Sjoerd)
053 489 3153
Communicatie is een gedeeld servicecenter binnen de UT. Voor de faculteit EWI gelden de volgende
ir. F. Houweling (Frans)
053 489 3583
contactpersonen:
BUREAU FACULTEITSDECAAN EWI (BFD-EWI) Telefoon
Naam
Accountmanager /
T.B.A.
Functie
Naam
Algemeen
E. ten Brugge,
[email protected]
communicatieadviseur
Decaan
prof. dr. ir. A.J. Mouthaan (Ton)
Communicatiemedewerker
Directeur Bedrijfsvoering
ing. H. van Egmond (Harm)
directeur bedrijfsvoering en MT
E.C. Bosch-van der Heijden (Els)
053 489 4602
decaan
L. Tunc-Katalanc (Lena)
053 489 4427
BUREAU ONDERWIJSBEGELEIDING EWI (BOB-EWI)
D. Dalenoord (Diana)
053 489 2745
Functie
Naam
Telefoon
Gebouwbeheerder
ir. M.J.B. ten Bulte (Michel)
054 489 2800
Receptie
[email protected]
054 489 4100
BIBLIOTHEEK & ARCHIEF
Functie
Naam
Telefoon
Hoofd Bureau
H.J. van Laar (Jolanda)
053 489 4466
Bibliotheek & Archief is een dienst binnen de Universiteitsbibliotheek (UB) van de Universiteit Twente. Functie
Onderwijsbegeleiding Internationalisering
drs. J. Schut (Jan)
Telefoon
GEBOUWBEHEER
Faculteitssecretariaat
053 489 4350
Naam
Telefoon
Mw.drs. P. de Willigen (Petri)
+31 53 489 2085
ir. W.C. Oosterling (Wim)
+31 53 489 2079
Informatiespecialist Computer Science,
Stages
80
Functie
Stagecoördinator
dr. M.J. Korsten (Maarten)
053 489 3887
Applied Mathematics
Stage-intercedente
B. Jaarsma-Knol (Belinda)
053 489 3887
Electrical Engineering
Kwaliteitszorg
drs. J.H. Romkema (Hans)
053 489 2774
81
ALGEMENE BIJLAGEN
FACILITAIR BEDRIJF
1.4 Faciliteiten
Het Facilitair Bedrijf is een gedeeld servicecentrum dat diensten verleent binnen en voor de verschillende
PC-Zalen
faculteiten, waaronder EWI
Voor het practicumonderwijs heeft de faculteit EWI een aantal pc-zalen tot haar beschikking. De
Functie
Naam
Telefoon
W(est)-zaal in Zilverling/Hal A wordt met name verroosterd voor practica van Electrical Engineering. In
Receptie
[email protected]
054 489 4100
Zilverling Hal A bevindt zich tevens een algemene practicumruimte, de flexoffice van het Smart XP. De practica voor Creative Technologie vinden plaats in de hoogbouw van de Zilverling op vloer 2 (ruimte
Contactpersoon FB Hogekamp, Zilverling, Carré
N.C.M. Heijnekamp (Nancy)
053 489 5768
2042). Verder bevinden zich in de hoogbouw van Zilverling zalen op vloer 3 (3042) en vloer 4 (4054)
Citadel
M. Drewes (Martine)
053 489 6838
met resp. 24 en 36 pc’s. In zaal 3042 is tijdens college-uren een zaalassistent aanwezig. Deze zaal is ’s avonds open tot 20.30 uur. De toegang na 18.00 u. gaat via de avondportier bij de hoofdingang van
ICT SERVICECENTRUM ICTS is een gedeeld servicecentrum binnen de Universiteit Twente. Voor de faculteit EWI gelden de
Zilverling. Wees je ervan bewust dat vlakbij de zalen in Zilverling medewerkers van de faculteit werken. Bewaar
volgende contactpersonen. Functie
Naam
Telefoon
de rust in het gebouw, ga niet op de gang bellen maar doe dat in het trappenhuis of in het Educafé
Accountmanager EWI
ing. A.B. Tibben (Tonnie)
053 489 3724
bijvoorbeeld en beperk conversaties op de gang. In de pc-zalen is eten niet toegestaan; drinken mag
ICTS Servicedesk
[email protected]
053 489 5577
wel uit afsluitbare flesjes.
STUDENT & ONDERWIJS SERVICECENTRUM
Jaarzaal
Het Student & Onderwijs Servicecentrum is een dienst die zowel op centraal niveau, als ook binnen
Voor de eerstejaars bachelorstudenten Technische Wiskunde is een jaarzaal ter beschikking in gebouw
de verschillende faculteiten taken uitvoert. De Student- & Onderwijsadministratie (S&OA) EWI houdt
de Citadel (T100); het meeste onderwijs zullen zij daar volgen. Voor de opleiding Creative Technology
zich bezig met allerhande onderwijszaken binnen de faculteit en valt onder deze dienst. De Student- &
is eveneens een jaarzaal ingericht in de Citadel (T300). Buiten de college-uren is deze zaal beschikbaar
Onderwijsadministratie is ook wel bekend onder de naam Bureau Onderwijszaken (BOZ).
als zelfstudie/projectruimte voor CreaTe studenten.
Functie
Naam
Telefoon
Smart XP Lab
Teamleider S&OA EWI
M.H. Huiskes - Borghuis (Miranda)
053 489 4605
Deze nieuwe multifunctionele ruimte in gebouw de Zilverling wordt structureel ingezet voor onderwijs
OSIRIS/Blackboard
D. Muller (Diane)
053 489 2681
van de opleiding CreaTe.
key user
Het lab is een echte onderzoeksspeeltuin waar volop kan worden getest en geëxperimenteerd.. Dit lab is als het ware een ontmoetingspunt, waar alle mogelijke onderzoeksopstellingen denkbaar zijn. Alles
Onderwijsondersteuning Onderwijsondersteuning
wordt
servicecentrum
en
(S&O)
het
geleverd Bureau
door
het
universitaire
Onderwijsbegeleiding
Student
(BOB)
van
& de
Onderwijsfaculteit.
kan en alles mag. Educafé
De onderwijsadministratie vindt plaats binnen Bureau Onderwijszaken (BOZ/S&O). Zie ook paragraaf
Naast de (hoofd)ingang van gebouw Zilverling bevindt zich het Educafé: een ruimte waar je kunt
4.1. EWI-brede coördinatie op het terrein van Internationalisering, Kwaliteitszorg, Stages en
studeren, overleggen en relaxen met je studiegenoten. Er zijn computerwerkplekken en je kunt er
Studieadvisering vindt plaats binnen BOB.
iets te drinken of snacken uit de automaat halen. In het Educafé zijn ook twee borrelruimtes waar regelmatig studenten te vinden zijn. Kortom: een ideale omgeving om aan gezamenlijke projecten te werken. Op de eerste etage vind je drie studieverenigingen van EWI: Scintilla (Electrical Engineering),
82
83
ALGEMENE BIJLAGEN
Abacus (Technische Wiskunde) en Inter-Actief (Technische Informatica). De kersverse studievereniging van bacheloropleiding CreaTe, Proto, heeft een eigen verenigingsruimte in Zilverling Hal A.
2
De organisatie van het onderwijs
2.1 Studentenstatuut In het Educafé vind je verder twee winkels: IAPC en Stores. IAPC is een non-profit computerwinkel waar je terecht kunt voor vragen en informatie over computers, maar ook om voordelig laptops en allerlei computeronderdelen te kunnen kopen. Bij Stores worden componenten (bijvoorbeeld weerstanden en condensatoren) en kantoorartikelen verkocht. Ook kun je bij zowel IAPC als Stores terecht voor de aankoop van studieboeken. Beide shops worden helemaal door vrijwilligers gerund en zijn het grootste deel van het jaar dagelijks in de lunchpauze geopend.
Zoals alle instellingen voor hoger onderwijs beschikt ook de Universiteit Twente over een Studentenstatuut. Het Studentenstatuut vindt zijn wettelijke grondslag in art. 7.59 van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW). Het document is rechtscheppend. Dat wil zeggen dat je je in geval van problemen of conflicten kunt beroepen op de inhoud van dit Studentenstatuut. Het Studentenstatuut bevat een opleidingsspecifiek deel (het OSS) en een instellingsspecifiek deel. Het instellingsspecifiek deel van het Statuut is steeds actueel beschikbaar via: www.utwente.nl/so/studentenbegeleiding/regelingen/studentenstatuut Mocht je willen beschikken over een geprinte versie van het Statuut dan is dat op verzoek verkrijbaar bij de Rode Balie: Studentenbegeleiding. Het opleidingsspecifieke deel van het studentenstatuut (OSS), met daarin de Onderwijs- en Examenregeling (OER) is af te halen bij Bureau Onderwijszaken. Het opleidingsspecifieke deel bevat in ieder geval: •
een beschrijving van de studieopbouw en de ondersteunende faciliteiten die de studenten door de instelling worden aangeboden, waaronder in elk geval worden begrepen (voor definities zie betreffend Opleidingsspecifieke deel van het studentenstatuut): -
informatie over de opzet, organisatie en uitvoering van het onderwijs,
-
de studentenvoorzieningen, en
-
de faciliteiten betreffende studiebegeleiding,
•
de Onderwijs- en Examenregeling (OER)
•
een beschrijving van procedures ter bescherming van de rechten van studenten, die op de opleiding van toepassing zijn, in aanvulling op de procedures die door het instellingsbestuur worden getroffen.
www.utwente.nl/ewi/onderwijs/oer
2.2
(Her)inschrijving studie
Ieder studiejaar moet je je via Studielink opnieuw inschrijven bij de Universiteit Twente. Deze inschrijving is geënt op de bepalingen in de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW) en dient vóór 1 september te worden geregeld. Zodra je inschrijvingsverzoek dat je via Studielink hebt ingediend is ontvangen door de Studentenadministratie (CSA), zal er worden gecontroleerd of je aan alle
84
85
ALGEMENE BIJLAGEN
voorwaarden van inschrijving voldoet. Ben je inschrijvingsgerechtigd, zijn alle inschrijvingsbescheiden
Studentendecaan
aanwezig en is het college- en/of examengeld betaald, dan wordt je inschrijving afgehandeld.
Bij de studentendecaan kun je terecht met vragen over onder andere de studiefinanciering, financiële
Wil je er zeker van zijn dat je vanaf 1 september staat ingeschreven dan dien je tijdig – liefst vóór 1 augustus- aan al je inschrijvingsverplichtingen te hebben voldaan.
ondersteuning door de UT, verandering van studierichting, overstapproblematiek HBO/WO, persoonlijke problemen, beroepsprocedures, buitenlandse studerenden, handicap en studie, en toelatingsexamens (colloquium doctum). Gesprekken vinden plaats nadat je een telefonische afspraak hebt gemaakt
Als je inschrijving is afgehandeld ontvang je als bewijs van inschrijving een collegekaart samen met twee verklaringen van inschrijving. Op de verklaring staat onder andere voor welke opleiding(en) en
via het secretariaat. Voor een afspraak dien je zelf het initiatief te nemen. De decaan heeft ook een inloopspreekuur, hiervoor hoef je geen afspraak te maken.
voor welke periode je bent ingeschreven. De Rode balie vind je in de Bastille. Kijk voor meer informatie op: www.utwente.nl/studentenbegeleiding. Op UT-niveau bestaan er diverse serviceverlenende instanties voor studenten, bijeengebracht in het Student en Onderwijs Service Centrum (S&O). Deze zijn ondergebracht bij de studentenbalie. De
2.4
Communicatie en informatie
belangrijkste staan hieronder.
Wanneer je aan de Universiteit Twente wilt gaan studeren kom je al direct in aanraking met verschillende communicatiemiddelen waarmee de universiteit, de faculteit en de gekozen opleiding
2.3
Studenten en Onderwijs (S&O)
Student Services
met je communiceren. Op het moment dat je je vooraanmeldt voor de Universiteit Twente krijg je een eigen e-mailadres, gebruikersnaam en wachtwoord.
Bij Studenten Services kun je terecht voor verschillende facilitaire zaken: van het maken van een digitale
Ook krijg je je eigen schrijfruimte, waarop je je documenten en eventueel je eigen homepage kunt
pasfoto voor je collegekaart tot inschrijving, van aanmelding tot uitschrijving. Studenten Services vind
plaatsen. Internet is veruit het belangrijkste communicatiemiddel van de opleiding en de universiteit.
je in de Vrijhof. Zie ook: www.utwente.nl/studentservices.
E-mail
Rode balie (begeleiding)
Wanneer de opleiding of een individuele docent snel wil communiceren met een individuele student of
De Balie Studentenbegeleiding (de “Rode Balie”) is belast
een klein groepje studenten gebeurt dit via e-mail. Door S&O wordt ook via e-mail gecommuniceerd
met de individuele zorg voor en de begeleiding van UT-
met grote groepen studenten. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer een college plotseling niet doorgaat of
studenten op overkoepelend niveau (naast de zorg die
een tentamen verplaatst moet worden.
de opleiding voor de ‘eigen’ studenten heeft). Je kunt daarbij denken aan een studentenpsycholoog, diverse cursussen (‘zelfmanagement’, afstuderen, solliciteren) en de studentendecaan.
Student & Onderwijs Service Centrum (S&O) kan dan de studenten niet meer tijdig bereiken via het gebruikelijke communicatiekanaal van de opleidingen, namelijk de Onderwijsmededeling. S&O kondigt ook bijvoorbeeld informatiebijeenkomsten over studiegerelateerde zaken aan via e-mail. Studenten op de UT hebben over het algemeen als e-mailadres: <studentnaam>@student.utwente.nl. Voor
Studentenpsycholoog
<studentnaam> vul je de voorletters en de achternaam van een persoon in. Er zijn uitzonderingen,
Bij de studentenpsycholoog kun je terecht als je behoefte hebt aan een gesprek, bijvoorbeeld als je
vooral als meerdere UT-studenten dezelfde voorletters en achternaam hebben.
persoonlijke problemen ervaart zoals een probleem in je relatie met ouders, vrienden, vriendinnen of medestudenten. Voor aanmelding is geen verwijzing naar het bureau nodig: je kunt zelf een afspraak
E-mailadressen van UT-studenten en medewerkers kun je vinden op de webpagina van de UT. Ga daarvoor naar http://my.utwente.nl/.
maken. Voor studenten die twijfels hebben over hun studiekeuze is er iedere dinsdag van 13.00-15.00 uur studiekeuze spreekuur.
86
87
ALGEMENE BIJLAGEN
MyUniversity
opdracht. Ook kun je binnen een Blackboard-site communiceren met medestudenten en docenten of
Vanuit MyUniversity, de studentenportal van de UT, heb je toegang tot alle informatiesystemen van de
samenwerken aan opdrachten. Blackboard is het belangrijkste middel van de docent om met zijn of
UT (OSIRIS, Blackboard). Inloggen kan op http://my.utwente.nl/
haar studenten over een vak te communiceren. Op deze site kunnen tevens belangrijke mededelingen
Daarnaast heb je via de portal toegang tot de onderwijsroosters en enkele andere diensten. Onderwijsmededelingen Alle onderwijsmededelingen worden verspreid via het internet.
en nieuwsberichten over het vak staan. Voor elk vak dien je je via Blackboard en Osiris in te schrijven. Om toegang te krijgen tot de vakken, heb je een account nodig. Na inschrijving bij CSA krijg je doorgaans binnen 10 werkdagen via ICTS per brief een gebruikersnaam en wachtwoord toegewezen, dit is het zogenaamde ICT account.
Hetzelfde geldt voor mededelingen over afstudeercolloquia en presentaties van de bachelor- en masteropdrachten. Te lezen via de MyUniversity portal.
Wanneer je geen ICT account hebt gekregen of je wachtwoord vergeten bent, meldt dit dan bij de ICTShelpdesk, Locatie: Horstring W122 (
[email protected] telefoon: 053-4895577) en houd je
De onderwijsmededeling is het belangrijkste communicatiemiddel van de opleiding met al haar
collegekaart bij de hand.
studenten. Het is belangrijk om elke dag even te kijken of er wijzigingen in het onderwijsrooster zijn, zodat je zoveel mogelijk op de hoogte bent en niet op het verkeerde tijdstip in een verkeerde collegezaal zit. De onderwijsmededeling is het belangrijkste communicatiemiddel van de opleiding met al haar studenten. Het is belangrijk om elke dag even te kijken of er wijzigingen in het onderwijsrooster zijn,
Wanneer je vragen hebt over Blackboard of OSIRIS, dan kun je binnen de faculteit terecht bij S&O, Diane Muller, gebouw de Zilverling, kamer A104, tel. 053-4892681. Handleiding Blackboard: zie blackboard.utwente.nl/ en in tabblad ‘support’ staan quick reference card en handleiding.
zodat je zoveel mogelijk op de hoogte bent en niet op het verkeerde tijdstip in een verkeerde collegezaal
Onderwijssites
zit.
Voor de EWI bacheloropleidingen is op de volgende websites onderwijsinformatie beschikbaar:
Onderwijsrooster Via de portal MyUniversity heb je toegang tot de onderwijsroosters. Wijzigingen worden direct in de roosters verwerkt. Op de eerste pagina van je rooster vind je vaak een overzicht van de laatste wijzigingen.
Creative Technology
www.utwente.nl/create
Electrical Engineering
www.utwente.nl/el onderwijs.el.utwente.nl/
Technische Informatica
www.utwente.nl/inf onderwijs.cs.utwente.nl/
Technische Wiskunde
www.utwente.nl/tw onderwijs.math.utwente.nl/
OSIRIS (Studentinformatiesysteem) OSIRIS is het nieuwe selfservice systeem dat recent door de UT in gebruik is genomen. Via My University kun je inloggen in OSIRIS met een ‘s’ plus het studentnummer en het bijbehorende wachtwoord. Een gebruikershandleiding en meer informatie is te vinden op www.utwente.nl/osiris
Voor de masteropleidingen: Applied Mathematics
www.utwente.nl/am
onderwijs.math.utwente.nl/
www.utwente.nl/el onderwijs.el.utwente.nl/
Voor eventuele vragen kun je terecht bij Student Services (Gebouw Vrijhof)
Computer Science
www.utwente.nl/csc
[email protected], 053 489 2124
onderwijs.cs.utwente.nl/
www.utwente.nl/tw
Blackboard
Electrical Engineering
onderwijs.math.utwente.nl/ onderwijs.el.utwente.nl/
De digitale leeromgeving van de UT is Blackboard. In Blackboard is de informatie per vak georganiseerd. Op deze websites vind je de informatie die je nodig hebt om het vak te kunnen volgen, zoals het
www.utwente.nl/ee
Embedded Systems
www.utwente.nl/esys onderwijs.el.utwente.nl/
rooster, de inhoud van de colleges en aanvullende informatie over de leerstof en het tentamen of de
88
89
ALGEMENE BIJLAGEN
Human Media Interaction
www.utwente.nl/hmi onderwijs.cs.utwente.nl/
Mechatronics
onderwijs.el.utwente.nl/
Systems and Control
www.utwente.nl/syscon (op termijn www.utwente.nl/sc)
Telematics
www.utwente.nl/mte onderwijs.cs.utwente.nl/
Een overzicht van alle studiegidsen, OERs , etc. is ook te vinden op www.utwente.nl/ewi/onderwijs
inschrijving dient er een digitale foto bij CSA aanwezig te zijn. Op werkdagen kun je tussen 09.00 en 17.00 uur een foto laten maken bij de balie Student Services in de Vrijhof (kamer 239B), tegenover de bibliotheek.
2.6 Jaarroosters Het jaar is ingedeeld in twee semesters die ieder weer zijn ingedeeld in twee kwartielen. De meeste vakken lopen over één kwartiel en worden in dat kwartiel afgerond, meestal d.m.v. een schriftelijk tentamen. In ieder kwartiel is 15 EC verroosterd. De kwartielen lopen als volgt:
2.5 Collegekaart De collegekaart van de Universiteit Twente is een geldig legitimatiebewijs binnen de UT en is tevens een bewijs van inschrijving. Deze kaart toon je op verzoek als je gebruik maakt van universitaire voorzieningen
•
Kwartiel 1 van week 36 5 september 2011) t/m 45 (11 november 2011)
•
Kwartiel 2 van week 46 (14 november 2011) t/m 05 (3 februari 2012)
•
Kwartiel 3 van week 06 (6 februari 2012) t/m 16 (20 april 2012)
•
Kwartiel 4 van week 17 (23 april 2012) t/m 27 (06 juli 2012)
zoals het volgen van colleges, het afleggen van tentamens, het bezoeken van bibliotheken, etc. Je ontvangt de collegekaart en twee verklaringen van inschrijving per post als je ingeschreven bent. Zorg
Voor de exacte verroostering van de vakken: zie de roosters op de onderwijssite: http://my.utwente.nl/
er dus voor dat je goede adres bekend is bij de Centrale Studentenadministratie (CSA).
2.7 Colleges
Toepassingen collegekaart:
De collegetijden zijn in 3TU-verband aan alle drie instellingen identiek. Dat faciliteert onderwijsuitwisseling
•
tussen de 3TU-instellingen door middel van real-time videoconferencing.
Collegekaart De kaart is geldig als bewijs van inschrijving voor het studiejaar 2010-2011;
•
Bibliotheekkaart
De collegetijden passen in een bijzonder simpel en helder model: alle college-uren beginnen om kwart vóór het hele uur en eindigen op het halve uur.
De kaart is voorzien van een barcode waardoor hij eveneens fungeert als lenerspas; •
Xtra-card Als je gebruik wilt maken van de sport- en/of cultuurvoorzieningen in Enschede via www. xtra-card.nl, dan fungeert de kaart eveneens als Xtra-card. Zie www.xtra-card.nl.
Verklaring van inschrijving
aanvangstijdstippen van de schriftelijke tentamens sluiten aan bij dit model. De langere pauzes tussen de ochtend- en middagcolleges, respectievelijk de middag- en avondcolleges worden in een doorlopende nummering meegenomen. 1e uur:
08:45 - 09:30 uur
2e uur:
09:45 - 10:30 uur
3e uur:
10:45 - 11:30 uur
4e uur:
11:45 - 12:30 uur
5e uur = lunchpauze:
12:45 - 13:30 uur
6e uur:
13:45 - 14:30 uur
in de Vrijhof een nieuwe collegekaart aanvragen.
7e uur:
14:45 - 15:30 uur
Nog geen collegekaart?
8e uur:
15:45 - 16:30 uur
Als je inschrijving nog niet volledig is afgerond, wordt er geen collegekaart aangemaakt. Naast je
9e uur:
16:45 - 17:30 uur
Met een verklaring van inschrijving kun je aantonen dat je staat ingeschreven (bijvoorbeeld voor studiefinanciering of bij een verzekeringsmaatschappij). Op deze verklaring staat o.a. voor welke opleiding en voor welke periode je bent ingeschreven. Diefstal/verlies In geval van diefstal of verlies van de kaart kun je tegen betaling van € 5,- bij de balie Student Services
90
Pauzes tussen college-uren duren altijd een kwartier, de lunch- en dinerpauzes duren vijf kwartier. De
91
S E M E S T E R
2e
S E M E S T E R
1e
maandag
3-01
aantal weken
zaterdag zondag
vrijdag
donderdag
woensdag
dinsdag
27
28
29
30
21
22
23
OIT
1-04
39 C
20
19
1-03
38 C
17
19
20
21
10
11
12
13
14
3
4
5
6 Gem. P-uitr
1-07
1-06
1-05
SIT
42 C
41 C
40 C
28
27
26
25
24
1-08
43 C
4
3
2
11
10
9
8
Bvoorl.
Voorl. Duits
16
15
Diësviering
24
Mvoorl.
22
21
14
7
31
1
2-02
2-01
1-10
1-09
47 C
46 C
45 T
44 T
2
1
30
29
28
2-03
48 C
13
14
15
16
7
8
9
23
22
21
20
19
12
6
2-06
2-05
2-04 OIT
51 C
50 C
49 C
Verpl. ADV
Verpl. ADV
Verpl. ADV
Verpl. ADV
2e Kerstdag
52 V
1 V
6
5
4
3
2
13
12
11
20
19
18
17
27
26
25
24
23
16
9 SIT
2-09
2-08
2-07
4 T
3 C
2 C
3
2
1
31
30
2-10
5 T
17
16
15
14
13
3-02
7 C
27
28
29
1
2
21
22
23
24
9 V
20
3-03
8 C
12 C 3-06 19
20
21
22
23
11 C 3-05
OIT 12
13
14
15
16
6
7
8
9
3-04
10 C
5
13
12
11
3 Mvoorl.
10
2
20
27
25 Minorvoorl. 19 markt
18
24
23
16
2e Paasdag
17
4-01
3-10
3-09
3-08
17 C
16 T
15 T
14 C
BGoede voorl. Vrijdag
Voorl. Duits
28
SIT
26
3-07
13 C
4
3
2
1
Kon. dag
4-02
18 C
14
15
7
8
11
Verpl. ADV
16 Hemelvaartsdag 10
4-04
4-03
9
20 C
19 C
25
24
1
31
30
22
23
29
OIT
4-06
22 C 2e Pinkst. dag
21 C 4-05
8
7
6
15
14
13
SIT
11
4
5
4-08
24 C 4-07
23 C
22
21
20
19
18
25 F
29
28
27
26
25
4-09
26 T
OIT
6
5
4
3
4-10
27 T
VR
DO
WO
DI
MA
VR
DO
WO
DI
MA
definitieve versie, aangevuld met data voorlichting, OIT en SIT, kenmerk: S&OA.11.521 datum: 5 april 2011
11/02 18/02 25/02 03/03 10/03 17/03 24/03 31/03 07/04 14/04 21/04 28/04 05/05 12/05 19/05 26/05 02/06 09/06 16/06 23/06 30/06 07/07 12/02 19/02 26/02 04/03 11/03 18/03 25/03 01/04 08/04 15/04 22/04 29/04 06/05 13/05 20/05 27/05 03/06 10/06 17/06 24/06 01/07 08/07
10
9
8
7
6
6 C
maandag
16
15
14
13
12
1-02
37 C
10/09 17/09 24/09 01/10 08/10 15/10 22/10 29/10 05/11 12/11 19/11 26/11 03/12 10/12 17/12 24/12 31/12 07/01 14/01 21/01 28/01 04/02 11/09 18/09 25/09 02/10 09/10 16/10 23/10 30/10 06/11 13/11 20/11 27/11 04/12 11/12 18/12 25/12 01/01 08/01 15/01 22/01 29/01 05/02
9
8
7
weeknummer weektype
zaterdag zondag
vrijdag
donderdag
woensdag
6
1-01 Open. acad. jaar
aantal weken
dinsdag
36 C
weeknummer weektype
Jaarcirkel 2011-2012, definitieve versie, eerste en tweede semester
Student & Onderwijs Administratie
Student & Onderwijs Service Centrum
ALGEMENE BIJLAGEN
2.8
2.9
CR
HB
Vakken volgen
Voor elk vak moet je je via Blackboard en Osiris inschrijven. Om toegang te krijgen tot de vakken, heb
je een account nodig. Via het ICTS ontvang je een gebruikersnaam en wachtwoord.
Wegwijs op de campus
Het onderwijs binnen de faculteit EWI wordt verzorgd in zalen van gebouwen verspreid over de campus.
Op de roosters zijn de zalen voor de colleges aangegeven in een code waarin de 1e twee letters het
gebouw aangeven waarin de zaal zich bevindt.
De computerpractica vinden doorgaans plaats in een van de zalen van de Zilverling. Carré
CU Cubicus Hal B (hoofdingang Carré, Zilverling, Waaier, incl. servicedesk Carré)
HO Hogekamp
HR Horstring
HT Horsttoren
LA Langezijds
RA Ravelijn
SC Sportcentrum
SP Spiegel
VR Vrijhof
WA Waaier
ZI Zilverling
2.10 Studiemateriaal
Voor vrijwel alle vakken heb je boeken en/of dictaten/readers/syllabi nodig. Hiervoor kun je terecht bij
de studievereniging en de UnionShop.
De dictaten, readers en syllabi worden vanaf het begin van elk semester verkocht bij de UnionShop. Via
de website kun je kijken of ze op voorraad zijn:
www.studentunion.utwente.nl/unionshop.
93
H
autoweg fiets-/voetpad slagboom afgeslotenweg H bushalte P parkeerplaats S studentenwoningen M medewerkerswoningen N nieuwbouw locatie
ITC
Openluchttheater (OUT) Zwembad (ZW) Sleutel (SL) Mondriaan (MO) Vlinder (VI) Santar (SA) Boerderij Bosch (BB)/Stal (ST) Blokhutten (BL) Tennispark (TP) Logica (LO) BTC KPMG-gebouw (KP) Corridor (CO) Gebouw A (AA)
2.11
DE ACHTERHORST
regeling, waar je voordelig en met een renteloze lening aan mee kunt doen. Alle aan de UT regulier ingeschreven voltijdse studenten kunnen op de volgende wijze gebruik maken van de PC privéregeling. Hoofdregel: Eénmaal in de bachelorfase en éénmaal in de masterfase mits 60 studiepunten (ECTS) of
24 21
28
meer verwijderd van het diploma van de betreffende fase. Uitzonderingen: 1.
16 18
2.
15
17
12
13
regeling wordt dan aangemerkt als een gebruik in de masterfase.
NW HALLE
Toelichting: hieronder vallen ook zgn. zij-instromers die een zgn. schakelprogramma volgen. 72
9
10
P2
EG
P
0
89
11
DE
HORSTL
hebben af te ronden, kunnen eveneens van de regeling gebruik maken. Het gebruikmaken van de
apparatuur aanschaffen tegen een uiterst scherpe prijs. De Universiteit Twente verstrekt daarbij een 68
6 P
P STRAAT
42 H P
downloaden. Specifieke software is soms beschikbaar via de faculteit. DRIENERBEEKLAAN
2
NS STATION DRIENERLO
HENGELO
H S
63
H
H
64
Deze plattegrond is te downloaden via www.utwente.nl/plattegrond Voor een 3d-versie van deze plattegrond zie maps.utwente.nl
P 'T RITKE
62
64 M
OUDE
M
www.utwente.nl/so/studentenbegeleiding/regelingen/pcprive
66
P P INDEWEG HORSTL
65
U MP CA
M
AN SLA
S E AT
NW
EG
M
61
MATENWEG
H
60
49
S
Voor meer informatie over de PC-privé regeling kijk op:
P
S
CAMPUSLAAN
51 56
CAMPUSLAAN
57
48
4
EG
58
59 H S
REELAAN
BOSWEG
LANG ENKA MPW
Via een staffel gerelateerd aan de resterende studieduur kan de terugbetalingstermijn langer zijn. Via het Notebook Service Centrum is UT-brede software (bijv. Maple, Virusscanner, SPSS) te
CALSLAAN
KSWEG
A35 - A1
HENGELOSE
H
P
47
0 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
studieduur. Bij een resterende studieduur van 12 maanden vindt de terugbetaling in 12 maanden plaats. AUKE VLEERSTR
H
1 3
P
44
N
AA LOL
NER
DRIE
WITBREU
renteloze lening van maximaal € 1362,- , terug te betalen in een aantal maandelijkse termijnen. De vraag of de student de lening moet terugbetalen in 12 dan wel oplopend tot 24 maanden hangt af van de resterende
43 P
P
46
45
O&O plein (OO) Spiegel (SP) Vleugel (VL) Carillon (CN) Garage (GA) Paviljoen (PA) Seinhuis (SH) Hogedruklab (HD) Citadel (CI) Ravelijn (RA) Zilverling (ZI) Waaier (WA) Hal B (HB) Teehuis (TH)
OU
39
DE
DR
7
IEN
H
ER
LO W
5
EG
8
DE
P1
ZU L
15 16 17 18 20 21 22 23 24 26 27 28 29 30
41
P
H
Als UT student kun je in de ITshop een kwalitatief hoogwaardige PC en communicatie-
AAN
PLATTEGROND UNIVERSITEIT TWENTE
Als bachelor ingeschreven studenten die gelijktijdig zowel vakken volgen in de bachelorfase als in de masterfase en die tenminste nog 60 studiepunten (ECTS) voor beide fasen bijeen genomen
HO
RST
14
40
INDEL
AAN
BOERDERIJWE
G
31 32 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 51 Carré (CR) Nanolab (NL) Langezijds (LA) ArtEZ (AR) Horsttoren (HT) Horstring (HR) Westhorst (WH) Kleinhorst (KH) Noordhorst (NH) Oosthorst (OH) Meander (ME) Zuidhorst (ZH) Buitenhorst (BH) Keet (KT)
Bij het volgen van een éénjarige masteropleiding kan de student uiterlijk binnen één maand na de start van de opleiding ook van de regeling gebruik maken;
ENSCHEDE
22
DE AC H
23
TE R
HO RS T
DE KNEPSE
31
P3
32
20
29
27
30
N
Windpark (WP) Biomagnetisch centrum (BI) Chalet (CT) Erve Holzik (ER) Cubicus (CU) Faculty Club (FC) Schuur (SR) Drienerburght (DR) Hogekamp (HO) High Tech Factory (HTF) Vrijhof (VR) Bastille (BA) Sportcentrum (SC) Winkelcentrum/Sky (SK)
26
M
56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 68 72 89
Je hebt als student de mogelijkheid gebruik te maken van een speciale PC privéregeling van de UT. Een
CAL SL
94
PC-privé regeling voor studenten en aanschaf pc/laptop/printer
2.12 Tentamens Bij aanvang van het collegejaar is er voor alle studenten een onderwijsrooster op papier beschikbaar met daarop onder andere aangegeven wanneer de tentamenweken plaatsvinden (zie ook par. 2.5). De onderwijsroosters worden ook op de websites van de opleidingen geplaatst. Eventuele wijzigingen, zoals bijvoorbeeld tentamendata, worden kenbaar gemaakt via de Blackboard sites van de betreffende vakken en via onderwijsmededelingen. Er wordt dus niet steeds een nieuw rooster aan studenten uitgedeeld.
95
ALGEMENE BIJLAGEN
Omwille van de duidelijkheid voor studenten en docenten beginnen de schriftelijke tentamens op
•
Het is raadzaam om zorgvuldig om te gaan met de 2 pogingen die je hebt.
hetzelfde tijdstip als het eerste ochtend-, respectievelijk middagcollege.Dus:
•
Voor een volgende tentamenpoging (4, 5, etc.) neem je altijd contact op met de studieadviseur.
•
ochtendtentamens beginnen om 08:45 uur of 10:45 uur.
•
Je vraagt een derde poging aan per vak (niet meerdere vakken in een verzoek).
•
middagtentamens beginnen om 13:45 uur of 15:45 uur.
•
De examencommissie kan in haar overweging meenemen dat je voor meerdere vakken een verzoek doet/hebt gedaan.
Tentamenroosters zijn te vinden op: http://my.utwente.nl/ • Algemene regels
geldt andere regelgeving.
1.
De student is verantwoordelijk voor het in- en uitschrijven voor de tentamens.
2.
Tot
het
specifieke Praktische
Deze regeling gaat over schriftelijke (en eventuele mondelinge) tentamens. Voor projecten, practica
afleggen
van
schriftelijke
onderwijseenheid, oefeningen
wordt
kunnen
en
mondelinge
twee
tenminste
maal één
per
tentamens, jaar
keer
per
de
behorende gelegenheid
jaar
worden
• bij
een
gegeven.
Inschrijven voor tentamens in Osiris is verplicht. Je kunt je tot 24 uur van te voren uitschrijven. Schrijf je je niet uit, dan telt de inschrijving als een poging. Zonder inschrijving is het niet toegestaan het tentamen te maken.
afgerond.
De regels die gelden voor een praktische oefening worden bij de aanvang van de onderwijseenheid gecommuniceerd 3.
De student die na twee beoordelingen van een onderwijseenheid nog geen 6 of hoger heeft behaald en deze alsnog wil behalen, dient bij de examencommissie een verzoek in te dienen om alsnog een tentamen in de desbetreffende onderwijseenheid te mogen afleggen. Dit verzoek moet worden vergezeld van een plan van aanpak dat de student in overleg met de examinator van de desbetreffende onderwijseenheid en de studieadviseur heeft opgesteld. De examencommissie beslist over het verzoek.
4.
Op gezag van de examencommissie wordt tenminste een maand voor het begin van het semester het tentamenrooster voor dat semester bekend gemaakt waarin data en tijdstippen van de tentamens wordt vastgelegd.
5.
De examencommissie kan in bijzondere gevallen toestaan dat wordt afgeweken van het aantal malen en de wijze waarop tentamens kunnen worden afgelegd.
6.
Het verplaatsen van een tentamen naar een ander tijdstip dan in het rooster is aangegeven, is alleen toegestaan na toestemming van de examencommissie.
Regels ‘Derde Kans’ •
Je bent zelf verantwoordelijk voor dit proces. Ook als late uitslag, agenda’s, data examenvergadering en dergelijke voor een moeilijk tijdspad zorgen.
•
Je moet zelf aannemelijk kunnen maken dat je je hebt ingespannen voor het vak, wil je in aanmerking komen voor begeleiding.
•
Verandering van vakcode, naamswijziging etcetera is niet relevant. Het gaat om de identiteit van het vak.
96
97
ALGEMENE BIJLAGEN
3
UT regelingen
3.1 Studiefinanciering Studiefinanciering is de bijdrage van de overheid in de kosten ten behoeve van de studie en bestaat uit hetzij een voorwaardelijke beurs met een aanvullende lening (de zgn. gemengde studiefinanciering), hetzij uit alleen een lening. Met de IBG-beurs mag je je opleiding of een deel daarvan ook in het buitenland volgen. De rechten op studiefinanciering hangen af van je eerste jaar van inschrijving. In
3.5
Regeling Studentenactivisme
In het kader van het stimuleren van studentenactivisme is er een speciale regeling voor actieve studenten. Het gaat hierbij om individuele aanpassing van de onderwijsverplichtingen voor actieve studenten, zodat zij flexibeler kunnen studeren en minder vertraging oplopen door hun activisme. Wil je weten of je in aanmerking komt voor deze regeling, of wil je meer informatie hebben? Kijk dan op: www.utwente.nl/so/studentenbegeleiding/regelingen/studentenactivisme
ieder geval moet je als student ingeschreven zijn en ben je niet ouder dan 30 jaar.
3.6
Met vragen over onderstaande UT-regelingen kun je ook naar je studieadviseur.
Wanneer je een handicap hebt en je wilt een opleiding volgen, dan is dat niet altijd gemakkelijk. De
Studeren met een functiebeperking
UT zet zich echter in om studeren met een handicap waar mogelijk te faciliteren. Aan lichamelijk
3.2 Overgangsregelingen Wanneer vakken ingrijpend worden gewijzigd of komen te vervallen word je aan het begin van het
of zintuiglijk gehandicapte studenten of studenten met dyslexie wordt de gelegenheid geboden de examenonderdelen op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen.
studiejaar (schriftelijk) op de hoogte gesteld van de consequenties die hier aan vast zitten. Studenten die onder deze regeling vallen zijn schriftelijk door de studieadviseur onder de aandacht gebracht van S&O/BOZ.
3.3
Regeling afstudeersteun
Studenten van de UT met bijzondere persoonlijke omstandigheden kunnen gebruik maken van de regeling afstudeersteun. Studenten kunnen een beroep op deze regeling doen wanneer zij gedurende de periode van gemengde studiefinanciering (wordt bij 3.1 uitgelegd) door erkende bijzondere omstandigheden
Zie ook: www.utwente.nl/so/studentenbegeleiding/omstandigheden/handicap En http://www.onderwijsenhandicap.nl/
studievertraging hebben opgelopen. De gemengde studiefinanciering betreft de periode waarover de
In het algemeen is het verstandig om, als je een handicap hebt, vóór het begin van de studie te spreken
studiefinanciering gedeeltelijk kan worden omgezet in een gift; met andere woorden de periode waarin
met de studentendecanen en de facultaire studieadviseur, dat kan teleurstellingen voorkomen.
recht bestaat op de basisbeurs. Voor het aanvragen van afstudeersteun kun je contact opnemen met de studentendecaan in de Bastille. www.utwente.nl/so/studentenbegeleiding/regelingen/afstudeersteun
3.4 Topsporters Het gelijktijdig studeren op academisch niveau en het bedrijven van topsport stelt studenten voor problemen. Het is in de praktijk vaak niet mogelijk om één van beide activiteiten uit te stellen tot later: zowel de studie als de sport eisen van de deelnemer resultaten op redelijk korte termijn. De UT heeft hier oog voor, wat aanleiding heeft gegeven tot het formuleren van een topsportbeleid en een topsportregeling. www.utwente.nl/so/studentenbegeleiding/regelingen/rostop
98
99
ALGEMENE BIJLAGEN
4
UT faciliteiten
4.1
Bureau Onderwijszaken EWI
Bureau Onderwijszaken van EWI, dat deel uitmaakt
van
het
Student
&
Onderwijs
Service Centrum (S&O), is verantwoordelijk voor de ondersteuning van de faculteit op het gebied van cijferadministratie, het beheer van
de
(individuele)
studieprogramma’s
van de studenten, de hele organisatie rond het afstuderen, het maken van roosters, de organisatie rondom tentamens en het inrichten van de administratieve systemen. BOZ bevindt
Servicedesk Alle studenten en medewerkers kunnen met problemen en vragen op ICT gebied terecht bij de ICTS Servicedesk. De ICTS servicedesk is open van 8.30 uur tot 17.00 uur en bereikbaar onder telefoonnummer 5577. De servicedesk is te vinden in Horstring W122 (naast het Notebook Service Centre). Alle ‘algemene’ vragen over ICTS kun je richten aan
[email protected] Voor meer informatie zie: http://www.utwente.nl/icts/servicedesk/
4.4
Bibliotheek/informatiespecialist EWI
Boeken en tijdschriften van en over meerdere vakgebieden staan in de centrale bibliotheek van de Universiteit Twente, gevestigd in de Vrijhof. Verder zijn daar studiefaciliteiten in de vorm van studeerplaatsen in leeszalen, studiecellen, projectruimtes en werkplekken voorzien van een computer. De catalogus van de Universiteitsbibliotheek, inclusief de faculteitsbibliotheken en de Centrale Bibliotheek is online te raadplegen
zich op de begane grond van gebouw de Zilverling, ruimte A104-A116. Voor de meeste praktische
(www.utwente.nl/ub). Ook kun je daar de catalogi van alle universiteitsbibliotheken in Nederland
vragen kun je bij hen terecht. Ze zijn te bereiken onder telefoonnummer (053-489)3794 of per e-mail
raadplegen. Om van uitleen- en studiefaciliteiten gebruik te kunnen maken moet je beschikken over
[email protected]. Daarnaast kun je voor vragen over onderwijs terecht bij Student Services op de eerste verdieping in de Vrijhof.
een collegekaart. De collegekaart is namelijk geldig als lenerspas. Nadere informatie over het lenen of bestellen van publicaties kun je inwinnen bij de balie van de Bibliotheek. De Universiteit Twente werkt aan de toegankelijkheid van wetenschappelijke tijdschriften. Steeds meer tijdschriften kunnen via het
4.2.
Union Shop
De Union Shop is gevestigd op de begane grond van de Bastille. De Union Shop verkoopt dictaten, readers en syllabi. Ook beschikt de Union Shop over een kopieerservice. In het zelfservice gedeelte
internet geraadpleegd worden. De openingstijden van de Centrale Bibliotheek zijn op werkdagen: 08.30-22.00 uur, op zaterdag: 11.3016.30 uur (uitsluitend voor studiedoeleinden) en op zondag:
kan niet alleen gekopieerd worden, maar kunnen ook verslagen worden ingebonden, flyers worden gesneden, enzovoort.
11.30-16.30 uur (uitsluitend voor studiedoeleinden gedurende tentamenperiodes). De infodesk is geopend van maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur. Voor meer informatie kun je terecht op
4.3.
Notebook Service Centre
www.utwente.nl/ub. De UT heeft een team van informatiespecialisten die helpen met het bestellen
Voor iedere student aan de Universiteit Twente is tegenwoordig een notebook bijna onmisbaar. Je
van boeken, informatie verstrekken over het gebruik van de (digitale) bibliotheek en het zoeken van
notebook heb je nodig voor communicatie met anderen, het verzamelen van informatie, het maken van
wetenschappelijke informatie over onderzoek en onderwijs voor zowel docenten als studenten. Voor
berekeningen en tekeningen, het uitvoeren van simulaties en zelfs het afleggen van tentamens.
EWI zijn dat:
Ben je van plan om in juli / augustus een notebook aan te schaffen? Het ICTS Notebook Service Centre van de UT selecteert ieder jaar notebooks die gegarandeerd aan alle eisen van jouw opleiding voldoen!
•
mw. drs. P. (Petri) de Willigen, gebouw Citadel H203, tel. 053-489 2085;
•
dhr.ir. W. (Wim) Oosterling, gebouw Carré 4633, tel. 053-489 4633.
Op de site van het Notebook Service Centre zijn ook verschillende softwarepakketten beschikbaar om te downloaden o.a.: Maple, Matlab, Solidworks, SPSS, VanDale Voor meer informatie zie: www.utwente.nl/icts/nsc/
100
101
ALGEMENE BIJLAGEN
4.5. Studentenrestaurant In de Waaier bevindt zich het studentenrestaurant van de UT. Het restaurant is gebaseerd op het zogenaamde free-flow-system, waarbij vanaf diverse uitgifte-eilanden een gevarieerd assortiment wordt aangeboden. Je kunt hier terecht voor een warme dagmaaltijd, het Dagmenu. Daarnaast kun je kiezen voor het luxer menu. Ook is er keuze uit een ruim aanbod aan broodjes, broodgarnituren, snacks,
5. Studentenactivisme Het organiseren van verschillende activiteiten vergt kwaliteiten en vaardigheden die de rest van je leven in je voordeel kunnen werken. Actief zijn bij een vereniging (commissie- of bestuurswerk) is dan ook altijd goed voor je CV. In het beroepsveld wordt zeker uitgekeken naar studenten die meer hebben gedaan dan alleen studeren.
desserts en koude en warme dranken.
Actief zijn zorgt er tevens voor dat je in contact komt met mensen die je anders misschien nooit had leren kennen. Leden van commissies hebben meestal ook een bepaalde functie, bijvoorbeeld voorzitter, secretaris of penningmeester. Door dit soort functies leer je agenda’s op te stellen, vergaderingen te leiden, notulen te maken of bijvoorbeeld een begroting op te stellen. Studieverenigingen Elke opleiding heeft een studievereniging. Zij organiseren allerlei studiegerelateerde activiteiten, zoals lezingen, excursies en symposia. Maar er worden ook ontspannende activiteiten neergezet zoals borrels en feesten. Daarnaast verzorgt de studievereniging bijvoorbeeld de boekenverkoop. Voor de opleiding Electrical Engineering is dat de studievereniging Scintilla, voor de opleiding Creative Technology Proto, voor de opleiding Technische Wiskunde is dit studievereniging Abacus en voor Technische Informatica is dit studievereniging Inter-Actief.
102
103
ALGEMENE BIJLAGEN
Studievereniging Inter-Actief Inter-Actief
is
de
studievereniging
voor
de
studies
Informatica,
Telematica
en
Bedrijfsinformatietechnologie aan de universiteit Twente. Inter-Actief is opgericht op 12 maart 1981 en heeft ruim achthonderd leden. Hiermee is Inter-Actief de grootste ICT vereniging van Nederland. Wat doet een studievereniging? Een studievereniging is gericht op studenten van een bepaalde studie en ondersteunt hierbij studenten bij hun studie. Daarnaast verzorgen studieverenigingen verschillende activiteiten en diensten om het studentenleven een stuk aangenamer te maken. Hierbij kun je denken aan lezingen, borrels en onderwijsondersteuning. Daarnaast kun je via Inter-Actief je boeken goedkoper krijgen en verschillende software gratis. Voor klachten en problemen kan je altijd bij Inter-Actief langskomen, hierbij zal InterActief je belangen behartigen. Daarnaast wordt je ook op de hoogte gehouden van wat er speelt bij je studie. Voor meer informatie, zie www.inter-actief.net Medezeggenschap en overige commissies Binnen de faculteit EWI kun je lid worden van diverse commissies zoals: De Faculteitsraad Zie ook pag. 1 van deze bijlage. Opleidingscommissie Zie ook hoofdstuk 5. De Onderwijskwaliteitscommissie Zie hoofdstuk 5.
104
105
Colofon Uitgever Faculteit EWI, Universiteit Twente Editie 2011/2012, juli 2011 Oplage 200
Alle informatie in deze studiegids is met zorgvuldigheid samengesteld, maar is onderhevig aan veranderingen. De redactie kan niet instaan voor volledigheid en/of eventuele onjuistheden. De lezer kan daarom geen rechten ontlenen aan de inhoud van deze studiegids. Voor de meest actuele informatie kijk je op www.utwente.nl/ewi/onderwijs