BRL 4308 d.d. 2006-05-15
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN VOOR HET KOMO® PRODUCTCERTIFICAAT VOOR EEN MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Techniekgebied H1 Vastgesteld door het CvD “Gietvloeren” d.d. 2006-05-25 Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit d.d. 2006-07-06
Uitgave: Intron Certificatie B.V.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 2 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 3 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
INHOUDSOPGAVE Pagina
ALGEMENE INFORMATIE ..................................................................................................................... 5 1.
INLEIDING........................................................................................................................................ 6 1.1. Algemeen ................................................................................................................................. 6 1.2. Toepassingsgebied .................................................................................................................. 6 1.3. Mengsel of specie met calciumsulfaat als bindmiddel ............................................................. 6
2.
TERMINOLOGIE .............................................................................................................................. 7
3.
PRESTATIE-EISEN UIT PUBLIEKRECHTLIJKE REGELGEVING................................................. 9 3.1. Europese regelgeving .............................................................................................................. 9 3.2. Nationaal Bouwbesluit.............................................................................................................. 9
4.
EISEN TE STELLEN AAN BEREIDING EN KEURING ................................................................. 10 4.1. Doseren van grondstoffen...................................................................................................... 10 4.2. Menging ................................................................................................................................. 10 4.3. Keuringen en testen ............................................................................................................... 10 4.4. Monstername ......................................................................................................................... 10
5.
PRODUCTEISEN........................................................................................................................... 11 5.1. Algemeen ............................................................................................................................... 11 5.2. Buig(trek)sterkte (F-waarde) .................................................................................................. 11 5.3. Druksterkte (C-waarde).......................................................................................................... 12 5.4. Vloeimaat ............................................................................................................................... 13 5.5. Speciestabiliteit ...................................................................................................................... 13 5.6. Open tijd ................................................................................................................................. 14 5.7. Specietemperatuur................................................................................................................. 14 5.8. Droging................................................................................................................................... 15 5.9. pH-waarde.............................................................................................................................. 15 5.10. Merken ................................................................................................................................... 16
6.
EISEN AAN GRONDSTOFFEN ..................................................................................................... 17 6.1. Bindmiddel ............................................................................................................................. 17 6.2. Toeslagmaterialen.................................................................................................................. 17 6.3. Hulp- en vulstoffen ................................................................................................................. 18 6.4. Aanmaakwater ....................................................................................................................... 18
7.
EISEN AAN HET KWALITEITSSYSTEEM VAN DE PRODUCENT.............................................. 19 7.1. Directieverantwoordelijkheid .................................................................................................. 19 7.2. Kwaliteitssysteem................................................................................................................... 19 7.3. Document- en gegevensbeheer............................................................................................. 20 7.4. Inkoop..................................................................................................................................... 20 7.5. Ingangscontrole...................................................................................................................... 21 7.6. Identificatie en naspeurbaarheid van producten.................................................................... 21 7.7. Procesbeheersing .................................................................................................................. 21 7.8. Beheersing van keurings-, meet- en beproevingsmiddelen................................................... 22 7.9. Materieel ................................................................................................................................ 22
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 4 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
7.10. Klachtenbehandeling.............................................................................................................. 23 7.11. Statistische technieken .......................................................................................................... 23 8.
BEOORDELINGEN DOOR DE CERTIFICATIE-INSTELLING ...................................................... 24 8.1. Toelatingsonderzoek.............................................................................................................. 24 8.2. Periodieke beoordelingen ...................................................................................................... 24 8.3. Kwalificatie certificatiepersoneel ............................................................................................ 25
9.
LIJST VAN VERMELDE DOCUMENTEN...................................................................................... 27
BIJLAGE A: Model productcertificaat .................................................................................................... 28 BIJLAGE B: Overzicht toeleverings- en bereidingswijzen..................................................................... 31
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 5 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
ALGEMENE INFORMATIE Dekvloeren met calciumsulfaat als bindmiddel, worden veelal 'Anhydriet'-vloeren genoemd. De kenmerkende wijze waarop deze dekvloeren op de bouwplaats worden aangebracht, wordt aangeduid met 'gieten' of 'vloeien'. Anhydriet vormt echter slechts één van de bindmiddelen op basis van calciumsulfaat, die in dit type gietvloer worden toegepast. Ook is een combinatie van verschillende bindmiddelen op basis van calciumsulfaat mogelijk. Daarom wordt, in aansluiting op internationale regelgeving, in deze BRL uitsluitend gesproken over calciumsulfaat als bindmiddel in het mengsel, de specie of de gietvloer. Het gewenste en te realiseren prestatieniveau van een calciumsulfaat-gebonden gietvloer is voornamelijk afhankelijk van vier factoren: • het ontwerp: de keuze van de verschillende materiaalcombinaties voor het gehele (dek)vloersysteem in relatie tot de gebruiksomstandigheden van de vloer; • de kwaliteit van de grondstoffen en met name het calciumsulfaat-bindmiddel; • de kwaliteit van de productie en levering van het mengsel of de specie met calciumsulfaat als bindmiddel; • de kwaliteit van de verwerking van het mengsel of de specie tot calciumsulfaat-gebonden gietvloer. De technische basisinformatie over deze prestatiefactoren is vastgelegd in: • CUR-Aanbeveling 62 “Gietvloeren met calciumsulfaat als bindmiddel”; • NEN-EN 13813 “Screed material and floor screeds – Screed material – Properties and requirements”. Afstemming tussen de verschillende marktpartijen (ontwerper, bindmiddelproducent, mengsel- of specieproducent en vloerenbedrijf) is noodzakelijk om kwalitatief hoogwaardige "calciumsulfaatgebonden gietvloeren" te kunnen leveren. Deze afstemming kan worden bereikt door het vervaardigen en leveren van bindmiddel, mengsel/specie en de gietvloer volgens onderling afgestemde kwaliteitssystemen. Deze systemen kunnen worden geborgd door certificatie. Het ontwerp van de vloersystemen maakt (vooralsnog) geen deel uit van het totale kwaliteitssysteem. De voorliggende beoordelingsrichtlijn (BRL 4308) voor de productie en levering van mengsels of specie met calciumsulfaat als bindmiddel voor het vervaardigen van calciumsulfaat-gebonden gietvloeren is d.d. 2006-07-06 bindend verklaard als grondslag voor het verlenen van een KOMO® productcertificaat. Deze beoordelingsrichtlijn wordt uitgegeven door: INTRON Certificatie B.V., Certificatie-instituut Venusstraat 2 Postbus 267 4100 AG Culemborg telefoon: 0345 580 733 telefax: 0345 580 208 e-mail:
[email protected] website: www.intron.nl
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van INTRON Certificatie B.V.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 6 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
1.
INLEIDING
1.1.
Algemeen
De in deze beoordelingsrichtlijn (BRL) opgenomen eisen worden door de certificatie-instellingen, die hiervoor erkend zijn door de Raad voor Accreditatie, gehanteerd bij de behandeling van een aanvraag voor, c.q. de instandhouding van een productcertificaat voor mengsels of specie met calciumsulfaat als bindmiddel, bedoeld voor het vervaardigen van calciumsulfaat-gebonden gietvloeren. De af te geven kwaliteitsverklaringen worden als volgt aangeduid: • KOMO® productcertificaat. Naast de eisen die in deze beoordelingsrichtlijn zijn vastgelegd, worden door de certificatieinstellingen aanvullende eisen gesteld. Dit betreffen algemene procedure-eisen van certificatie, die zijn vastgelegd in het algemeen certificatiereglement van de betreffende instelling. Deze beoordelingsrichtlijn vervangt BRL 4308 d.d. 2001-06-14. De productcertificaten die op basis van deze beoordelingsrichtlijn zijn afgegeven verliezen in elk geval hun geldigheid op d.d. 2007-07-06.
1.2.
Toepassingsgebied
Deze BRL heeft betrekking op het produceren en leveren van een mengsel of specie met calciumsulfaat (of een combinatie van soorten calciumsulfaat) als bindmiddel, dat wordt toegepast bij de vervaardiging van calciumsulfaat-gebonden gietvloeren. Daarnaast zijn BRL's beschikbaar voor: • het produceren en leveren van calciumsulfaat-bindmiddel (BRL 4309); • het verwerken van de calciumsulfaat-specie tot gietvloer op de bouwplaats BRL 4305 en/of BRL 9600 / URL 0705/04. Opmerking 1: Wanneer mengsels of specie met calciumsulfaat als bindmiddel worden toegepast bij het vervaardigen van gietvloeren met een constructieve functie, moet worden nagegaan of aanvullend op BRL 4308 nadere eisen moeten worden gesteld. Opmerking 2: Het doseren van water op het werk, waarbij de dosering en menging wordt gestuurd door de vloeimaat, valt buiten het toepassingsgebied van deze beoordelingsrichtlijn.
1.3.
Mengsel of specie met calciumsulfaat als bindmiddel
Een calciumsulfaat-specie, voor het vervaardigen van gietvloeren, wordt geproduceerd door het samenvoegen en homogeen mengen van calciumsulfaat-bindmiddel, toeslagmaterialen, eventueel hulpstof(fen) en/of vulstoffen en water. Afhankelijk van de toelevering wordt het water toegevoegd: • door de producent (fabrieksmatig) van een ‘natte’ specie, of • door de afnemer (doorgaans het vloerenbedrijf) van een ‘droog’ mengsel (op het werk waar de gietvloer wordt aangebracht), of • door de afnemer en menger van losse, al dan niet gescheiden geleverde, componenten van een mengsel. Bijlage B geeft een overzicht van de gebruikelijke toeleverings- en bereidingswijzen.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 7 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
2.
TERMINOLOGIE
Voor begrippen die niet nader zijn gedefinieerd in deze BRL, wordt verwezen naar het Bouwbesluit, Nederlandse en Europese normen en het HCB-document “Eisen voor beoordelingsrichtlijnen en kwaliteitsverklaringen in de bouw”. Algemeen Nationale beoordelingsrichtlijn
Een nationale beoordelingsrichtlijn (BRL) is een door de Harmonisatie Commissie Bouw (HCB) aanvaard document dat alle benodigde informatie bevat over een certificatiesysteem voor een bepaald onderwerp van certificatie. Dit kan zowel attesten betreffen, als product-, proces- en kwaliteitssysteemcertificatie en betreft zowel publiekrechtelijke eisen als privaatrechtelijke eisen. Voor niet-onderwerp gebonden informatie kan verwezen zijn naar het algemene certificatiereglement van de certificatie-instellingen.
Producent
Onder producent wordt in deze beoordelingsrichtlijn verstaan de producent van het mengsel of de specie met calciumsulfaat als bindmiddel.
Productcertificaat
Een document dat verklaart dat een product in overeenstemming is met vooraf vastgelegde “productspecificaties”.
Kwaliteitssysteem
De organisatorische structuur, verantwoordelijkheden, procedures, processen en voorzieningen, voor het ten uitvoer brengen van kwaliteitszorg, vastgelegd in een kwaliteitsbeleid.
IKB-schema
Een schema waarin is aangegeven op welke wijze de producent de interne kwaliteitsbewaking heeft georganiseerd.
Verificatieonderzoek
Onderzoek door een onafhankelijk laboratorium, dat voor de betreffende beproevingen voldoet aan NEN-EN-ISO/IEC 17025.
CE-markering
Een van overheidswege verplichte markering op een product (productlabel), waarmee wordt verklaard dat het product voldoet aan de aangegeven specificaties bij onderzoek volgens Europese testmethoden.
Bindmiddel Calciumsulfaatbindmiddel
Een product samengesteld uit één of meer soorten calciumsulfaat, waaraan hulpstoffen en/of vulstoffen kunnen zijn toegevoegd en dat door een reactie met water verhardt en daardoor in staat is toeslagmaterialen onderling te binden. Calciumsulfaat wordt in deze BRL afgekort als “CA”.
Hulpstof
Een stof die kan worden toegevoegd aan CA-bindmiddel, CA-mengsel of CAspecie, met als doel een wijziging te bewerkstelligen van één of meer eigenschappen van het mengsel, de specie of de verharde gietvloer.
Vulstof
Een fijn materiaal (in het algemeen ≤ 63 µm) dat puzzolane eigenschappen bezit of inert is en kan worden toegevoegd aan het CA-bindmiddel, CAmengsel of CA-specie.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 8 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
Specie CA-mengsel
Droog en nog niet gereageerd mengsel van CA-bindmiddel en toeslagmaterialen, waaraan eventueel hulpstof(fen) en/of vulstof(fen) zijn toegevoegd.
CA-specie
Een ‘nat’ mengsel van CA-bindmiddel, toeslagmaterialen en water, waaraan eventueel hulpstof(fen) en/of vulstof(fen) zijn toegevoegd, maar dat nog niet is verhard.
•
vloeimaat
Een getal (uitgedrukt in mm), dat de mate van uitvloeien aangeeft van de CAspecie bij beproeving.
•
speciestabiliteit
Het vermogen van de CA-specie om, tot het tijdstip einde binding, een homogene samenstelling te behouden.
•
open tijd
De tijdsduur tussen het moment van speciebereiding en het moment dat de specie moet zijn verwerkt.
Toeslagmateriaal
Gietvloer CA-mortel •
sterkteklasse
CA-gietvloer
Een korrelvormig mineraal als bestanddeel van een mengsel of specie, dat niet bijdraagt aan het verhardingsproces van de specie.
De verharde calciumsulfaat-specie. De letter en het getal (uitgedrukt in N/mm2), die de buig(trek)sterkte en/of de druksterkte van de CA-mortel aangeven. Een dekvloer vervaardigd door het ‘gieten’ of ‘vloeien’ van CA-specie, met een vloeimaat groter dan of gelijk aan 200 mm, aangebracht direct op een draagvloer, dan wel op een tussenlaag.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 9 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
3.
PRESTATIE-EISEN UIT PUBLIEKRECHTLIJKE REGELGEVING
3.1.
Europese regelgeving
Voor een mengsel of specie met calciumsulfaat als bindmiddel voor het vervaardigen van gietvloeren is NEN-EN 13813 van toepassing. Voor de levering van het mengsel of een specie met calciumsulfaat als bindmiddel geldt de verplichting tot CE-markering. In de (informatieve) “Annex ZA” van NEN-EN 13813 zijn de eisen aan deze CE-markering vastgelegd. In tabel 1 is “Table ZA.1.2 – Relevant clauses for calcium sulfate screed material” overgenomen en is een verwijzing opgenomen naar de hierop betrekking hebbende paragraaf in deze BRL. Tabel 1. Aspecten voor CE-markering overeenkomstig NEN-EN 13813 Beoordelingsaspect Invloed van brand (voor belaste situaties) Vrijkomen van corrosieve bestanddelen pH-waarde Waterdampdoorlatendheid Mechanische weerstand Druksterkte Buig(trek)sterkte Geluidisolatie Geluidsabsorptie Thermische weerstand Chemische weerstand a)
Paragraaf NEN-EN 13813
Niveau of classificatie
Opmerking
Par. BRL:
5.3.4
A1fl tot Ffl
--
3.2.
5.2.10
-
5.3.6
n.v.t.
5.2.1 5.2.2
-
5.3.9 5.3.10 5.3.7 5.3.3
Door verklaring van het materiaaltype en aanvangsklasse a) 7 -Aanvangsklasse a) C5 F1
n.v.t.
n.v.t.
--
n.v.t.
n.v.t. n.v.t.
---
n.v.t. n.v.t.
5.9.
5.3. 5.2.
Voor de beoogde toepassing moet een verlangde klasse worden overeengekomen.
De conformiteit in het kader van de CE-markering wordt niet vastgesteld door de certificatie-instelling.
3.2.
Nationaal Bouwbesluit
Voor calciumsulfaat-gebonden gietvloeren zonder constructieve functie, zijn in het Bouwbesluit geen eisen opgenomen ten aanzien van de aspecten gezondheid en energiezuinigheid. Met betrekking tot het aspect veiligheid, zijn in het Bouwbesluit uitsluitend prestatie-eisen gesteld ten aanzien van beperking van de ontwikkeling van brand (tabel 2.91) en beperking van ontstaan van rook (tabel 2.125). Het product CA-mortel wordt, overeenkomstig een bijlage (annex) van document 96/603/EC, geacht te voldoen aan brandklassen A1 en A1fl zonder noodzaak tot het uitvoeren van testen. Afgeleid van dit document wordt op het productcertificaat vermeld dat het CA-mengsel of de CA-specie voldoet aan de brandklasse A1fl (onbrandbaar), zoals verlangd in NEN-EN 13813.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 10 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
4. 4.1.
EISEN TE STELLEN AAN BEREIDING EN KEURING Doseren van grondstoffen
4.1.1. Weeg- en meetwerktuigen De toegepaste weeg- en meetwerktuigen moeten zijn toegelaten door het Nederlands Meetinstituut B.V., dan wel door de notified body in het land van productie. Alle weegwerktuigen, inclusief de bijbehorende registratieapparatuur, moeten voldoen aan de eisen van NEN-EN 45501, voor een klasse IIII weegwerktuig, alsmede aan de overige eisen bij of krachtens de IJkwet gesteld. 4.1.2. Doseren CA-bindmiddel, toeslagmateriaal, eventuele vulstoffen en eventueel (fabrieksmatig) toe te voegen water moeten worden gedoseerd in door de producent aangegeven gewichts- of volumeverhoudingen met een onnauwkeurigheid van ten hoogste 2% van de aangegeven hoeveelheid. Eventuele hulpstof(fen) en/of kleurstof(fen) moeten met een onnauwkeurigheid van ten hoogste 3% van de aangegeven hoeveelheid worden gedoseerd, tenzij de producent anders schriftelijk heeft vastgelegd en voorgeschreven.
4.2.
Menging
Eventuele vul- en hulpstoffen moeten in een door de producent voorgeschreven volgorde aan het mengsel of de specie worden toegediend en ingemengd. CA-bindmiddel, toeslagmateriaal, eventuele vul- en hulpstoffen en eventueel (fabrieksmatig) toe te voegen water moeten mechanisch worden gemengd tot een homogeen mengsel of specie wordt verkregen, vrij van kluiten.
4.3.
Keuringen en testen
Kalibratie van keurings- en meetmiddelen dient te voldoen aan de wettelijke eisen. Alternatieve testmethoden ten opzichte van deze BRL zijn toegestaan, onder voorwaarde dat aantoonbaar is dat de meetresultaten vergelijkbaar zijn met resultaten van testen zoals omschreven in deze BRL, dan wel de correlatie tussen beide methoden is vastgesteld. De toe te passen alternatieve testmethoden en de relatie met de meetresultaten van testen volgens deze BRL, moeten zijn vastgelegd in een kwaliteitshandboek.
4.4.
Monstername
Monstermateriaal van mengsels nemen en vervaardigen overeenkomstig NEN-EN 13892-1. Van specie moet na het homogeen mengen, vanuit een langzaam lossende truckmixer een speciemonster worden genomen van minimaal 20 liter, conform NEN 5905. De monstername moet zodanig worden uitgevoerd, dat een representatief monster wordt verkregen van één partij of charge.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 11 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
5. 5.1.
PRODUCTEISEN Algemeen
In dit hoofdstuk zijn algemene prestatie-eisen opgenomen waaraan het mengsel of de specie met calciumsulfaat als bindmiddel moet voldoen. Deze eisen maken onderdeel uit van de technische specificatie van het product, die wordt vermeld op het productcertificaat. Op verzoek van de producent kunnen extra eisen c.q. proefmethoden worden vermeld. Het te leveren mengsel of de specie met calciumsulfaat als bindmiddel voor de vervaardiging van gietvloeren wordt gekenmerkt door: • de sterkteklasse (F-waarde en C-waarde); • de vloeimaat van (per truckmixer aangevoerde) specie of de vloeimaat, die wordt bereikt na het toevoegen van de door de producent van het mengsel voorgeschreven hoeveelheid water; • de grootste korrelafmeting. Daarnaast worden in het kader van deze BRL nadere eisen gesteld om de productkwaliteit permanent te bewaken. Deze eisen hebben betrekking op de speciestabiliteit, de open tijd, de specietemperatuur, droging (van belang in situaties waarbij bijzondere eisen aan de droging worden gesteld) en pHwaarde. Indien aanvullende eisen tussen de mengsel- of specieproducent en de afnemer (vloerenbedrijf) worden overeengekomen vallen deze eisen buiten het toepassingsgebied van het KOMO® productcertificaat.
5.2.
Buig(trek)sterkte (F-waarde)
Eisen: De producent moet aantonen dat het af te leveren product overeenkomstig NEN-EN 13813 ten minste voldoet aan de opgegeven sterkteklasse volgens tabel 2. Tabel 2 . Buig(trek)sterkte van CA-mortel Sterkteklasse Buig(trek)sterkte 2 [N/mm ]
F1
F2
F3
F4
F5
F6
F7
F10
F15
F20
F30
F40
F50
1
2
3
4
5
6
7
10
15
20
30
40
50
Proefstukken: De buig(trek)sterkte moet worden bepaald per drie prisma’s, vervaardigd overeenkomstig NEN-EN 13892-1, met een afmeting van 160 mm x 40 mm x 40 mm. De proefstukken moeten overeenkomstig NEN-EN 13892-1 gedurende 2 dagen in de mallen worden o bewaard bij een temperatuur van 20 ± 2 C en een relatieve luchtvochtigheid van 95 ± 5 %. Vervolgens moeten de proefstukken uit de mallen worden genomen en gedurende 26 dagen worden o bewaard bij een temperatuur van 20 ± 2 C en een relatieve luchtvochtigheid van 65 ± 5 %. Wanneer aantoonbaar is dat de gewenste sterkteklasse eerder dan na 28 dagen wordt bereikt, is beproeving op een eerder tijdstip toegestaan, onder voorwaarde dat de resultaten van alle testen op dat moment voldoen aan de eisen verbonden aan de betreffende sterkteklasse.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 12 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
Bepalingsmethode: De buig(trek)sterkte moet worden bepaald overeenkomstig NEN-EN 13892-2 met de formule:
Rf =
1,5 Ff .l bd 2
waarin:
Rf Ff l b en d
: de buig(trek)sterkte van een prisma in N/mm2; : de maximale kracht in N (Newton) voor bezwijken; : de afstand tussen de oplegpunten; : de breedte en hoogte van de prisma. 2
Het meetresultaat per prisma moet worden vermeld met een nauwkeurigheid van 0,05 N/mm . Het gemiddelde van de drie meetresultaten (prisma’s) moet worden bepaald met een nauwkeurigheid 2 van 0,1 N/mm en geldt als één testresultaat. Afhankelijk van de productieomvang kan de producent de beheersing van het productieproces per sterkteklasse aantonen aan de hand van statistische analyses of een systeem gebaseerd op individuele testresultaten (par. 7.10). Bepalingsfrequentie: Per sterkteklasse en mengsel- of speciesamenstelling moet afhankelijk van de productieomvang en verspreid over de productie per dag/week ten minste het aantal testen worden uitgevoerd dat is aangegeven in tabel 7.
5.3.
Druksterkte (C-waarde)
Eisen: De producent moet aantonen dat het af te leveren product overeenkomstig NEN-EN 13813 ten minste voldoet aan de opgegeven sterkteklasse volgens tabel 3. Tabel 3. Druksterkte van CA-mortel Sterkteklasse Druksterkte 2 [N/mm ]
C5
C7
C12
C16
C20
C25
C30
C35
C40
C50
C60
C70
C80
5
7
12
16
20
25
30
35
40
50
60
70
80
Proefstukken: De druksterkte wordt bepaald aan de zes helften van de drie prisma’s, die zijn vrijgekomen bij het bepalen van de buig(trek)sterkte. Bepalingsmethode: De druksterkte moet op dezelfde dag c.q. aansluitend op de bepaling van de buig(trek)sterkte worden vastgesteld, overeenkomstig NEN-EN 13892-2 en berekend met de formule:
Rc =
Fc A
waarin:
Rc Fc A
: de druksterkte van een halve prisma in N/mm2; : de maximale kracht in N (Newton) voor bezwijken; : 40 x 40 mm.
Het meetresultaat per halve prisma moet worden vermeld met een nauwkeurigheid van 0,05 N/mm2. Het gemiddelde van de zes meetresultaten (halve prisma’s) moet worden bepaald met een 2 nauwkeurigheid van 0,1 N/mm en geldt als één testresultaat.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 13 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
Afhankelijk van de productieomvang kan de producent de beheersing van het productieproces per sterkteklasse aantonen aan de hand van een beoordelingssysteem op basis van statistische analyses of een systeem gebaseerd op individuele meetresultaten (par. 7.10). Bepalingsfrequentie: Per sterkteklasse en mengsel- of speciesamenstelling moet afhankelijk van de productieomvang en verspreid over de productie per dag/week ten minste het aantal testen worden uitgevoerd dat is aangegeven in tabel 7.
5.4.
Vloeimaat
Eisen: De producent moet, rekening houdende met de eventuele transport- en verwerkingstijd, aantonen dat het af te leveren product direct voorafgaande aan de verwerking kan voldoen aan de tussen de producent en de afnemer overeengekomen vloeimaat. Indien geen aanvullende eisen tussen de mengsel- of specieproducent en de afnemer zijn overeengekomen geldt hierbij dat: • bij de voorgeschreven hoeveelheid water (mengsel) c.q. bij een op het werk afgeleverde specie een tolerantie van ± 20 mm niet mag worden overschreden; • de vloeimaat ten minste 200 mm moet bedragen. Bepalingsmethode: De vloeimaat van het mengsel of de specie moet worden bepaald overeenkomstig NEN-EN 13454-2. De proef moet direct na het toevoegen van het aanmaakwater en mengen worden uitgevoerd door gebruik te maken van een droge, schone, gladde, niet vochtabsorberende plaat. De plaat moet worden geplaatst op een stabiele, trillingsvrije, horizontale ondergrond. In het midden van de plaat wordt een speciebeker conform NEN-EN 459-2 geplaatst en geheel met specie gevuld, waarna de beker in één beweging rustig loodrecht omhoog wordt getrokken. Nadat de specie is uitgevloeid moet de diameter van de speciekoek in twee haaks op elkaar staande richtingen worden gemeten. Het gemiddelde van beide metingen, tot op 5 mm nauwkeurig, is de vloeimaat. Bepalingsfrequentie: Per geproduceerde sterkteklasse en mengsel- of speciesamenstelling moeten zoveel bepalingen worden uitgevoerd dat steeds een goed inzicht bestaat in de vloeimaat van de specie, doch per productiedag minimaal het aantal dat is aangegeven in tabel 6.
5.5.
Speciestabiliteit
Eisen: De waterafscheiding aan het specie-oppervlak mag ten hoogste 25 gram bedragen. Tijdens de beproeving mag bij het sediment geen zichtbare laag- of schuimvorming optreden. Bepalingsmethode: In een taps toelopende maatbeker 600 ml conform ISO 7056 “Plastic laboratory ware; beakers” wordt 500 ml vers aangemaakte en gedurende een ½ uur regelmatig (éénmaal per 10 minuten) doorgemengde specie gebracht (speciekolom met een hoogte van circa 93 ± 5 mm).
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 14 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
De maatbeker wordt op een stevige ondergrond geplaatst. Gedurende 2 uur moet de speciekolom enkele malen worden gecontroleerd op sedimentatie, schuim- en/of laagvorming en/of waterafscheiding aan het oppervlak. Geconstateerde lagen moeten worden geregistreerd. Na twee uur (± 5 minuten) wordt het ontstane bleedingwater voorzichtig afgegoten en: • gewogen met een nauwkeurigheid van 1 gram en geregistreerd, of; • volumetrisch bepaald in een maatbeker met een schaalverdeling in milliliter en geregistreerd. Bepalingsfrequentie: Per geproduceerde sterkteklasse en mengsel- of speciesamenstelling moeten zoveel bepalingen worden uitgevoerd dat steeds een goed inzicht bestaat in de stabiliteit van de aangemaakte specie, doch minimaal het aantal bepalingen aangegeven in tabel 6.
5.6.
Open tijd
Eisen: De producent moet, rekening houdende met de eventuele transport- en verwerkingstijd, aantonen dat het af te leveren product direct voorafgaande aan de verwerking kan voldoen aan de tussen de producent en de afnemer overeengekomen open tijd. Indien geen aanvullende eisen tussen de mengsel- of specieproducent en de afnemer zijn overeengekomen geldt hierbij dat de te hanteren verwerkingstijd overeenkomt met een stortcapaciteit van 8 m3 per uur, vermeerderd met 15 minuten. Bepalingsmethode: Van de vervaardigde specie moet, bij het voortdurend in beweging houden van de specie, de tijd worden bepaald dat de vloeimaat met 20% is gedaald ten opzichte van de vloeimaat direct na aanmaken van de specie. Indien de vloeimaat binnen deze tijd daalt tot onder de 190 mm moet de tijd worden bepaald tussen het aanmaken van de specie en het bereiken van een vloeimaat van 190 mm. De open tijd is de tijd tussen het aanmaken en een terugloop van 20% of een kortere tijd indien eerder een vloeimaat van 190 mm wordt bereikt. Bepalingsfrequentie: Per geproduceerde sterkteklasse en mengsel- of speciesamenstelling moet de open tijd zo vaak worden bepaald, dat steeds een goed inzicht bestaat in de open tijd van de specie bij een specietemperatuur van + 5°C tot + 25°C, doch minimaal het aantal bepalingen aangegeven in tabel 6.
5.7.
Specietemperatuur
Eisen: De producent moet aantonen dat de af te leveren specie, rekening houdende met de transportomstandigheden en zonder koelen of verwarmen, direct voorafgaande aan de verwerking kan voldoen aan een minimum van + 5 °C en een maximum van + 25°C. Bepalingsmethode: Voorafgaande aan het vertrek van de truckmixer moet de temperatuur van een speciemonster uit de truckmixer worden gemeten met een geëigende en gekalibreerde thermometer. Toelichting: Voor af te leveren mengsels hoeft de temperatuur niet te worden gemeten.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 15 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
Bepalingsfrequentie: Per geproduceerde sterkteklasse en mengsel- of speciesamenstelling moeten per productiedag zoveel bepalingen worden uitgevoerd, dat steeds een goed inzicht bestaat in de temperatuur, doch minimaal het aantal bepalingen aangegeven in tabel 6. Bij verwarmde specie dient elke vracht te worden gemeten.
5.8.
Droging
Eisen: De producent moet het drogingsgedrag van de mortel vaststellen, waarbij: • het evenwichtsvochtgehalte moet zijn bereikt binnen 28 dagen; • het restvochtgehalte in deze evenwichtssituatie moet worden vastgelegd. Bepalingsmethode: Het drogingsgedrag moet worden bepaald aan de hand van één gegoten proefstuk met een afmeting van circa 300 mm bij 200 mm en een dikte van ten minste 40 mm, waarvan een eventueel aanwezige calciumcarbonaathuid is verwijderd. Het proefstuk wordt gedroogd bij 20 ± 2 oC en een relatieve luchtvochtigheid van 65 ± 5 %, waarbij per dag (24 uur) de massa van het proefstuk wordt gemeten tot op 1 gram nauwkeurig. Dit moet worden doorgezet totdat het proefstuk een constante massa heeft bereikt. Een constante massa (evenwichtsvochtgehalte) is bereikt, indien het massaverschil tussen twee metingen met circa 24 uur tussenpauze ten hoogste 1‰ (m/m) bedraagt. Het drogingsgedrag moet in een drogingscurve worden vastgelegd en het aantal dagen waarin het evenwichtsvochtgehalte is bereikt moet worden geregistreerd. Direct aansluitend moet het restvochtgehalte in de evenwichtssituatie worden bepaald door het o proefstuk te drogen bij 40 ± 2 C, te wegen tot constante massa en het massaverlies te delen op de droge massa van het droge proefstuk. Bepalingsfrequentie: Per geproduceerde sterkteklasse en (wijziging van) mengsel- of speciesamenstelling dient het drogingsgedrag en het restvochtgehalte ten minste éénmaal (zie tabel 6) te worden bepaald. Toelichting: Van een wijziging van mengsel- of speciesamenstelling is sprake wanneer bijvoorbeeld het type of de hoeveelheid grondstoffen wijzigt.
5.9.
pH-waarde
Eisen: De pH-waarde van CA-specie dient overeenkomstig NEN-EN 13813 groter of gelijk te zijn aan 7. Bepalingsmethode: De pH-waarde kan overeenkomstig NEN-EN 13454-2 worden bepaald aan de hand van gemalen, gezeefd en met gedestilleerd water verdund monstermateriaal (droge mortel). Bepalingsfrequentie: Overeenkomstig NEN-EN 13454-1 hoeft de bepalingsmethode volgens NEN-EN 13454-2 voor een fabrieksmatig vervaardigd CA-mengsel of CA-specie niet te worden uitgevoerd, maar kan worden volstaan met een verklaring van de producent dat de pH-waarde groter of gelijk is aan 7.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 16 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
5.10.
Merken
5.10.1. Merktekens bij aflevering product Overeenkomstig de eisen aan de CE-markering volgens NEN-EN 13813 dient op de verpakking van of op de afleverbon bij het mengsel of de specie te worden vermeld: • de buig(trek)sterkte (F-waarde); • de druksterkte (C-waarde); • de pH-waarde. Voor gecertificeerde producten dienen aanvullend op de verpakking of op de bij de leverantie van mengsel of specie meegeleverde aflever- of productiebon ten minste de volgende kenmerken te worden aangebracht: • het KOMO® beeld- of woordmerk; • het nummer van het KOMO® productcertificaat; • naam en adres van de producent; • de grootste korrelafmeting; • de productiedatum en/of leveringsdatum; • de overige gegevens, afhankelijk van de toeleverings- en bereidingswijze, zoals vermeld in tabel 4. Tabel 4. Aanvullende gegevens op de verpakking of de afleveringsbon soort informatie
toeleverings- en bereidingswijze volgens bijlage B (+): vereist; (-): niet vereist; (+/-): afhankelijk van soort verpakking
Vloeimaat Maximaal toe te voegen hoeveelheid water Registratienummers voertuig(en) Registratienummers silo(s) Houdbaarheid/opslagcondities Productietijdstip
1A + + + + -
1B + + -
2A + +/+/-
2B + +/+/-
3 + + -
4 + + +
5.10.2. Kenmerken op product- of informatiebladen De producent van het CA-mengsel of de CA-specie moet product- of informatiebladen beschikbaar hebben, waarin wordt vermeld: • verwerkingsinstructie met de daarbij benodigde veiligheids- en gezondheidsinformatie; • de open tijd van het mengsel of de specie en de wijze waarop hieruit de verwerkingstijd kan worden bepaald; • karakteristieke eigenschappen, waaronder het drogingsgedrag; • de maximale laagdikte die met het mengsel of de specie kan worden vervaardigd; • randvoorwaarden voor transport, levering, opslag en verwerking van het mengsel of de specie voor calciumsulfaat-gebonden gietvloeren. Deze bladen moeten op verzoek ter beschikking worden gesteld aan de afnemer (vloerenbedrijf).
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 17 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
6.
EISEN AAN GRONDSTOFFEN
6.1.
Bindmiddel
Als grondstof voor de bereiding van het CA-mengsel of CA-specie moet aantoonbaar een bindmiddel worden toegepast, dat voldoet aan de eisen vermeld in NEN-EN 13454-1. Als voldoende bewijs wordt beschouwd: • een product dat geleverd wordt onder certificaat op basis van de BRL 4309; • een product, met identificatieplicht voor de producent, voorzien van een CE markering waarbij de gedeclareerde waarde overeenstemt met de waarde uit de BRL 4309; • een keuring, door of namens de producent, overeenkomstig hoofdstuk 4 van de BRL 4309. De kwaliteit van het CA mag door het lossen uit het middel van aanvoer en door de opslag niet nadelig worden beïnvloed. In de silo's en in de aan- en afvoerleidingen mogen geen resten CA kunnen achterblijven. In een en dezelfde silo of silocompartiment mag tegelijkertijd uitsluitend CA worden opgeslagen van dezelfde soort en dezelfde klasse.
6.2.
Toeslagmaterialen
Natuurlijk zand en grind moet voldoen aan NEN-EN 13139 en de aanvulling in NEN 3833, met uitzondering van de korrelverdeling. Toeslagmaterialen, anders dan zand en grind, mogen worden toegepast, indien is aangetoond dat de eigenschappen van de specie en/of de mortel, omschreven in hoofdstuk 5, niet negatief worden beïnvloed. De grootste korrelafmeting moet worden bepaald. Aanvullend of in afwijking van de eisen in NEN-EN 13139 geldt: a. De verkleuring bij de beproeving van het toeslagmateriaal overeenkomstig NEN-EN 1744-1 mag die van kleurkaart A niet overschrijden. Indien het toeslagmateriaal hieraan niet voldoet mag het niet worden toegepast. b. Het toeslagmateriaal mag niet in die mate verontreinigd zijn door zachte, met de hand te verpulveren bestanddelen, zoals houtskool en/of oerhout, dat het aantal putjes aan het oppervlak van de uitgevoerde gietvloer meer bedraagt dan het in tabel 5 opgegeven aantal. Tenzij hierover nadere afspraken zijn gemaakt, geldt dat, indien het aantal onvolkomenheden in de toplaag door zachte bestanddelen kleiner of gelijk is aan het aantal onvolkomenheden genoemd in tabel 5, geen herstelwerkzaamheden door de producent van de betreffende gietvloer zijn vereist. Bij een groter aantal onvolkomenheden moeten in overleg met de opdrachtgever reparaties worden uitgevoerd om de gebruikswaarde van de gietvloer op het gewenste niveau te brengen. Bij levering van toeslagmateriaal onder certificaat kan de ingangscontrole daarop worden afgestemd. Tabel 5. Toelaatbaar aantal onvolkomenheden in vloeroppervlak door zachte bestanddelen Grootte oppervlak
Ten hoogste toelaatbaar aantal onvolkomenheden (diameter onvolkomenheden ≥ 3 mm) in het vloeroppervlak
10 m2 2 100 m
6 20
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 18 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
Het bedrijf moet beschikken over afzonderlijke en goed gescheiden opslagplaatsen voor de toeslagmaterialen. Er dient een afzonderlijke opslagplaats beschikbaar te zijn voor iedere korrelgroep van iedere soort toeslagmateriaal. Ook partijen toeslagmateriaal die duidelijk verschillen van korrelopbouw, dienen afzonderlijk te worden opgeslagen.
6.3.
Hulp- en vulstoffen
Indien aan het mengsel of de specie hulpstoffen en/of vulstoffen worden toegevoegd, moet de geschiktheid hiervan zijn aangetoond. Hulpstoffen dienen te voldoen aan NEN-EN 934-2. Het bedrijf moet beschikken over een opslagruimte met een temperatuur van ten minste 5 °C, waarin alle hulpstoffen en slurries van vulstoffen goed gescheiden van elkaar moeten worden opgeslagen. Indien hulp- of vulstoffen in bulk worden opgeslagen, dient er voor te worden gezorgd dat de hulp- of vulstof homogeen blijft.
6.4.
Aanmaakwater
Aanmaakwater, niet zijnde leidingwater, moet voldoen aan NEN-EN 1008. Het gehalte aan chloride mag in afwijking van NEN-EN 1008, ten hoogste 500 mg/l bedragen. De keuringsfrequentie van het water bedraagt éénmaal per jaar. Spoelwater van CA-mixers mag slechts dan worden gebruikt, wanneer is vastgesteld dat dit water voldoet aan de eisen in deze BRL en de geschiktheid van de specifieke CA-specie is aangetoond. Spoelwater van betonspecie-mixers mag slechts dan worden gebruikt, wanneer is vastgesteld dat dit water voldoet aan de eisen en de geschiktheid van de specifieke CA-specie is aangetoond. Op de bouwplaats mag alleen leidingwater worden gebruikt voor de speciebereiding.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 19 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
7.
EISEN AAN HET KWALITEITSSYSTEEM VAN DE PRODUCENT
7.1.
Directieverantwoordelijkheid
7.1.1. Verantwoordelijkheid en bevoegdheid Vastgelegd moet zijn dat de directie verantwoordelijk is voor de naleving van de regels van het kwaliteitssysteem in alle geledingen van de producent. De producent moet voor medewerkers die betrokken zijn bij het keuren, beproeven en bewaken van het proces tot vervaardiging van het mengsel of de specie, in relatie tot het kwaliteitssysteem, de volgende zaken schriftelijk hebben vastgelegd: verantwoordelijkheden, bevoegdheden en plaats binnen de organisatie. 7.1.2. Mensen en middelen Voor de interne kwaliteitsbewaking moet de producent beschikken over gekwalificeerd personeel dat aantoonbaar over voldoende kennis en ervaring beschikt om de vereiste controles effectief uit te voeren. 7.1.3. Directievertegenwoordiger / kwaliteitsfunctionaris Vastgelegd moet zijn wie bij de producent de directievertegenwoordiger is, die verantwoordelijk is voor het invoeren en op peil houden van het kwaliteitssysteem. De directievertegenwoordiger vertegenwoordigt de producent ten opzichte van de certificatie-instelling. De taakomschrijving van deze 'kwaliteitsfunctionaris', inclusief bevoegdheden en verantwoordelijkheden, moet zijn vastgelegd.
7.2.
Kwaliteitssysteem
Het kwaliteitssysteem is schriftelijk vastgelegd in een kwaliteitshandboek met bijbehorende procedures en instructies, om: • te waarborgen dat bij voortduring de productie en levering van specie of mengsel wordt uitgevoerd, zoals omschreven in deze BRL; • het kwaliteitssysteem binnen de organisatie van de producent te kunnen communiceren; • relevante handelingen door derden (externe kwaliteitsdeskundige, certificatie-instelling) te kunnen laten beoordelen. Door een bedrijfseigen kwaliteitssysteem moet zeker worden gesteld dat: • permanent wordt voldaan aan de eisen vermeld in deze BRL; • de omschreven werkwijze wordt gehanteerd door de directie en het personeel. De producent moet bij voortduring door het overleggen van keuringsresultaten kunnen aantonen dat een geleverd mengsel of specie voldoet aan de eisen vermeld in hoofdstuk 5. Naast de keuringsresultaten moet ten minste zijn vastgelegd: • methode en frequentie van beproeven; • of het een interne dan wel externe keuring betreft. De producent moet schriftelijk hebben vastgelegd op welke wijze het kwaliteitssysteem periodiek wordt gecontroleerd of het voldoet aan zijn doel. Hiertoe kan een IKB-schema worden gehanteerd, waarin de volgende hoofdgroepen zijn onderscheiden:
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 20 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
• • • • •
ingangs- en productiecontrole; controle meetapparatuur; opslag; productcontrole bij levering van het mengsel of de specie; behandeling van tekortkomingen/afwijkingen.
Bij ieder van deze hoofdgroepen moet zijn vastgelegd wat, waarop, op welke wijze, wanneer, hoe vaak wordt gecontroleerd. Er dienen registraties te worden gevoerd van de vereiste controles. Indien de gemeten waarden buiten de tolerantiegrenzen vallen, dient het proces te worden bijgestuurd.
7.3.
Document- en gegevensbeheer
De producent moet hebben vastgelegd op welke wijze de kwaliteitsdocumenten en andere gegevens die betrekking hebben op het kwaliteitssysteem c.q. deze BRL worden beheerst. Hierin moeten de volgende zaken zijn geregeld: • de wijze waarop het kwaliteitssysteem op peil wordt gehouden; • werkwijze voor beoordeling en goedkeuring van documenten (handboek, procedures, instructies) door bevoegde personen; • een overzichtelijke systematiek voor verspreiding en gebruik van de actuele versie van deze documenten naar betrokkenen bij het kwaliteitssysteem; • het op juiste wijze doorvoeren van wijzigingen/aanvullingen van documenten; • de wijze waarop het personeel op de hoogte wordt gebracht van de regels en veranderingen in het kwaliteitssysteem; • registreren van actuele en verwijderen van vervallen documenten; • minimaal 5 jaar archivering van de documenten. De producent moet zorgdragen voor het beschikbaar zijn van de geldende uitgaven van in deze BRL omschreven normen, beoordelingsrichtlijnen en het Algemeen Certificatiereglement op die plaatsen waar deze toepassing vinden.
7.4.
Inkoop
De producent moet hebben vastgelegd op welke wijze de kwaliteit van ingekochte grondstoffen wordt beheerst. Beschikbaar moeten zijn: • een overzicht van toeleveranciers, inclusief kwalificatierapporten c.q. productcertificaten van de geleverde grondstoffen; • een beschrijving van de wijze waarop grondstoffen, materiaal en materieel worden ingekocht; • instructie over de wijze waarop middels een ingangscontrole wordt geverifieerd of de aangeleverde goederen voldoen aan de gestelde eisen. Als voldoende bewijs dat aan de eisen van deze BRL wordt voldaan, worden beschouwd: • KOMO® productcertificaten, afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie voor het bedoelde vakgebied erkende certificatie- en/of attesteringsinstelling; • een productcertificaat waarvan de gelijkwaardigheid met bovengenoemd KOMO® productcertificaat is aangetoond.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 21 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
7.5.
Ingangscontrole
Middels ingangscontrole moet de producent ervoor zorgdragen dat ontvangen bindmiddel, toeslagmaterialen, vul- en hulpstoffen niet worden gebruikt of verwerkt voordat is vastgesteld dat deze producten voldoen aan de gestelde eis. In verband hiermee moet door de producent zijn vastgesteld op welke wijze middels een ingangscontrole wordt geverifieerd of de aangeleverde goederen voor de bereiding van het CAmengsel of de CA-specie voldoen aan de gestelde eisen.
7.6.
Identificatie en naspeurbaarheid van producten
De producent moet beschikken over procedures waarin is vastgelegd, op welke wijze te allen tijde kan worden aangegeven welke ingekochte grondstoffen zijn verwerkt in het geleverde CA-mengsel of de CA-specie: • het toegepaste type bindmiddel moet voor elke leverantie specie of mengsel worden geregistreerd; • soort, type en herkomst van de toegepaste hulp- en vulstoffen moeten voor elke leverantie mengsel of specie worden geregistreerd; • soort, type en herkomst van de toegepaste toeslagmaterialen en eventueel aanmaakwater (fabrieksmatig) moeten voor elke leverantie mengsel of specie worden geregistreerd.
7.7.
Procesbeheersing
7.7.1. Mengsel en specie De producent moet tijdens het productieproces van het mengsel of de specie alle bijzonderheden vaststellen en vastleggen, die direct invloed hebben op de kwaliteit. Dit betreft minimaal: • een overzicht van het productieproces met bijbehorende werkvoorschriften; • procedures ten aanzien van de ingebruikname, werking en het onderhoud van de totale installatie en zijn onderdelen; • voorschriften ten aanzien van de receptuur en de tolerantie, waarbinnen de afzonderlijke grondstoffen gedoseerd moeten worden; • controle door middel van keuring van het geproduceerde mengsel of de specie met calciumsulfaat als bindmiddel; • controles en registraties uitvoeren overeenkomstig de eisen uit par. 7.2. In het laboratorium dient op volledige en overzichtelijke wijze een administratie te worden bijgehouden van: • de ten behoeve van de productiecontrole uitgevoerde onderzoeken; • de dagelijkse schriftelijke instructies voor de mengmeester op een gedateerde afweegstaat (geldt voor niet-automatisch gestuurde weegwerktuigen); • de minimum en maximum temperatuur per productiedag (eigen metingen of het ter beschikking hebben van de weerrapporten van bijvoorbeeld het KNMI). 7.7.2. Frequentie productcontrole In het kader van de interne kwaliteitsbewaking moeten door of namens de producent de eigenschappen van het mengsel of de specie met calciumsulfaat als bindmiddel, vermeld in tabel 6, met de aangegeven frequentie worden gekeurd.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 22 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
Tabel 6. Periodieke productcontrole Producteisen
Beproeving volgens
Buig(trek)sterkte (F-waarde) Druksterkte (C-waarde) Vloeimaat Speciestabiliteit Open tijd Specietemperatuur Droging pH-waarde
Bepalingsfrequentie per sterkteklasse en per mengsel- of speciesamenstelling
5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9
overeenkomstig tabel 7 overeenkomstig tabel 7 minimaal 1 maal per dag minimaal 1 maal per week minimaal 1 maal per jaar minimaal 1 maal per dag (bij verwarmde specie elke vracht) minimaal 1 maal -- (verklaring van mengsel- of specieproducent)
In tabel 7 is de frequentie voor bepaling van de buig(trek)sterkte en de druksterkte aangegeven. Tabel 7. Aantal testen per sterkteklasse en mengsel- of speciesamenstelling Sterkteklasse
3 prisma’s per
6 halve prisma’s per
minimaal
maximaal per productiedag
F1 t/m F3
60 m3 (120 ton)
--
2
F4 t/m F50
40 m3 (80 ton)
--
1 per 2 opeenvolgende productiedagen / week 1 per productiedag
C5 t/m C16
--
60 m (120 ton)
C20 t/m C80
--
40 m (80 ton)
7.8.
3
3
1 per 2 opeenvolgende productiedagen / week 1 per productiedag
3 2 3
Beheersing van keurings-, meet- en beproevingsmiddelen
De producent moet zorgdragen voor een juist gebruik en een regelmatige controle en kalibratie van de keurings-, meet- en beproevingsmiddelen. Hiertoe moeten zijn vastgelegd: • de tijdstippen waarop controle en kalibratie plaatsvindt; • op welke wijze de kalibratie plaatsvindt; • een werkinstructie voor bediening van de keurings-, meet- en beproevingsmiddelen; • de resultaten van de uitgevoerde controles en kalibratie.
7.9.
Materieel
De producent moet een registratie bijhouden van het beschikbare en inzetbare materieel en/of installaties en moet beschikken over een procedure voor: • ingebruikname van het materieel; • gebruiksaanwijzingen en onderhoudsvoorschriften van het materieel; • instructies voor de controle van de werking en de bediening van het materieel; • procedures/instructies voor tijdig en op de juiste wijze uitvoeren van onderhoud aan het materieel, benodigd voor de vervaardiging van het mengsel of de specie; • regelmatige controle op de goede werking van meet- of weegwerktuigen, alsmede de doseerinstallatie en de menginstallatie.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 23 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
7.10.
Klachtenbehandeling
De producent moet procedures en/of instructies hanteren, waarin is vastgelegd op welke wijze klachten over de geleverde producten worden behandeld. Deze procedures en/of instructies moeten ten minste de volgende punten omvatten: • de bij de producent verantwoordelijke functionaris voor de klachtenbehandeling; • de registratie van klachten; • terugkoppeling van klachten naar de productiemedewerkers en de kwaliteitsfunctionaris; • het schriftelijk vastleggen van de uit de klachten voortvloeiende maatregelen; • de terugkoppeling naar de klant van corrigerende maatregelen; • de wijze waarop maatregelen worden voorgesteld, vastgesteld en doorgevoerd om herhaling van de afwijkingen te voorkomen (preventiemaatregelen).
7.11.
Statistische technieken
7.11.1. Algemeen De producent moet de testresultaten, voor het vaststellen van de F-waarde (per 3 prisma’s) en Cwaarde (per 6 halve prisma’s) per te leveren sterkteklasse en mengsel- of speciesamenstelling toetsen aan de eisen, waarbij kan worden gekozen voor: • een beoordeling gebaseerd op individuele testresultaten, zoals omschreven in NEN-EN 13813, of; • een statistische toets, indien in een periode van een jaar meer dan 40 testresultaten worden verkregen.
7.11.2. Individuele testresultaten Elk individueel testresultaat (gemiddeld meetresultaat van respectievelijk 3 prisma’s en 6 halve prisma’s) moet voldoen aan de geëiste minimale waarde. 7.11.3. Statistische toets Indien in een periode van een jaar meer dan 40 testresultaten (gemiddeld meetresultaat van respectievelijk 3 prisma’s en 6 halve prisma’s) per sterkteklasse en mengsel- of speciesamenstelling worden verkregen, mogen deze resultaten statistisch worden getoetst. Hierbij moet steeds worden voldaan aan de eis x − k A s ≥ C , waarin:
x kA s C
:
is het gemiddelde van alle testresultaten in de periode van één jaar;
: :
de constante waarde 1,70; de standaarddeviatie van het totaal aantal testresultaten in de periode van één jaar;
:
de geëiste karakteristieke waarde.
Bij deze, van NEN-EN 13813 afgeleide (vereenvoudigde), statistische toets met een standaarddeviatie wordt uitgegaan van een normale verdeling van de testresultaten.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 24 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
8.
BEOORDELINGEN DOOR DE CERTIFICATIE-INSTELLING
8.1.
Toelatingsonderzoek
8.1.1. Kwaliteitssysteem Het kwaliteitssysteem van de producent dient ten minste 3 maanden operationeel te zijn, voordat het door de certificatie-instelling voor de eerste keer (initieel) kan worden beoordeeld. Het toelatingsonderzoek door de certificatie-instelling omvat de vaststelling van de doeltreffendheid en het op de juiste wijze hanteren van een operationeel kwaliteitssysteem van de producent, door: • te verifiëren of het kwaliteitssysteem, vastgelegd in een kwaliteitshandboek, voldoet aan de in hoofdstuk 7 gestelde eisen; • het beoordelen van de doeltreffendheid en juiste toepassing van het kwaliteitssysteem; 8.1.2. Product Tijdens het toelatingsonderzoek wordt één mengsel of de specie in de hoogste te leveren sterkteklasse beoordeeld (initiële type keuring) en nagegaan of aan alle eigenschappen en eisen uit hoofdstuk 5 wordt voldaan. Voorts wordt gecontroleerd of het product CE-markering draagt. Indien ten behoeve van de CE-markering “Initial Type Tests” zijn uitgevoerd, worden de resultaten van deze onderzoeken aan het product overgenomen. Wanneer door de producent resultaten van verificatieonderzoek worden overlegd, kunnen deze beproevingsresultaten als onderdeel van het toelatingsonderzoek worden gehanteerd bij het toetsen van de door de producent gedeclareerde waarden, indien aantoonbaar is dat: • het onafhankelijke laboratorium voor de betreffende beproevingen voldoet aan NEN-EN-ISO/IEC 17025; indien het laboratorium voor de betreffende beproevingen is geaccrediteerd is dit voldoende aangetoond; • de monsterneming door een onafhankelijke organisatie is verricht, minder dan één jaar voor het afsluiten van de certificatieovereenkomst. 8.1.3. Kwaliteitsverklaring Bij een positief resultaat van het toelatingsonderzoek wordt het KOMO® productcertificaat voor de vervaardiging van een CA-mengsel of CA-specie verleend voor onbepaalde tijd. ®
Wijzigingen in de samenstelling van het mengsel of de specie maken het KOMO productcertificaat ongeldig, tenzij is aangetoond dat het mengsel of de specie met de betreffende wijziging blijvend aan de eisen van de BRL voldoet.
8.2.
Periodieke beoordelingen
8.2.1. Kwaliteitssysteem ® Na verlening van het KOMO productcertificaat wordt door de certificatie-instelling periodiek de doeltreffendheid en juiste toepassing van het interne kwaliteitsbewakingssysteem beoordeeld. De frequentie van de beoordeling van het kwaliteitssysteem wordt vastgesteld door het College van Deskundigen. Op datum van uitgifte van deze BRL bedraagt de frequentie éénmaal per jaar.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 25 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
8.2.2. Product ® De frequentie van beoordelingen van het product is, voor bedrijven die beschikken over een KOMO productcertificaat voor betonmortel op basis van BRL 1801, vastgesteld op 3 per jaar. ® Voor bedrijven die niet aantoonbaar in het bezit zijn van dit KOMO productcertificaat is het aantal periodieke beoordelingen gekoppeld aan de totale hoeveelheid mengsel of specie met calciumsulfaat als bindmiddel die een producent jaarlijks produceert, overeenkomstig tabel 8. Tabel 8. Frequentie van beoordelingen van het product Aantal beoordelingen per jaar
Jaarproductie mengsel of specie in m3 (ton)
algemeen
met BRL 1801
verificatieonderzoek
< 5.000 (< 10.000)
3
3
1
5.000 tot 10.000 (10.000 – 20.000)
4
3
1
> 10.000 (> 20.000)
5
3
1
Jaarlijks wordt tijdens één van de beoordelingen van het product een verificatieonderzoek verricht. In aanwezigheid van de auditor wordt monstermateriaal verzameld voor onderzoek door een onafhankelijk laboratorium dat voor de betreffende beproevingen voldoet aan NEN-EN-ISO 17025; indien het laboratorium voor de betreffende beproevingen is geaccrediteerd is dit voldoende aangetoond. De resultaten van het verificatieonderzoek worden getoetst aan de door de producent gedeclareerde waarden voor de producteigenschappen (hoofdstuk 5). Voorts wordt gecontroleerd of het product CE-markering draagt en of de gegevens uit het KOMO® productcertificaat hiermee overeenstemmen. 8.2.3. Sancties De resultaten van de periodieke beoordelingen worden tussentijds gerapporteerd. Indien het resultaat van de productbeoordeling niet voldoet, wordt los van andere sancties het aantal productbeoordelingen per jaar met 1 verhoogd (tot maximaal 6 per jaar). Indien vervolgens 2 aaneensluitende productbeoordelingen voldoende zijn, wordt het aantal beoordelingen per jaar met 1 verlaagd (tot het aantal beoordelingen uit tabel 8 is bereikt).
8.3.
Kwalificatie certificatiepersoneel
Het bij het onderzoek betrokken certificatiepersoneel moet door de certificatie-instelling gekwalificeerd zijn op basis van de volgende eisen: 8.3.1.
Auditoren
Opleidingsniveau Hogere beroepsopleiding of daaraan gelijkwaardig werk- en denkniveau. Specifieke kennis en vaardigheden • Kennis van, en inzicht in, de BRL 4308, inclusief de normen waarnaar verwezen wordt; • Cursus met betrekking tot de beoordeling van kwaliteitssystemen. • Gesprekstechnieken (objectiviteit/integriteit, diepgang, accuratesse, doortastendheid); • Sociale vaardigheden (verantwoordelijkheidsgevoel, representativiteit, zelfstandigheid, klantgerichtheid); • Rapportagetechnieken (beoordelingsvermogen, netheid/nauwkeurigheid, taal/spelling).
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 26 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
Ervaring • Minimaal 3 jaar werkervaring; • Kennis/ervaring op het gebied van de bouwpraktijk en bouwmaterialen; • Uitvoering van ten minste 3 audits over het afgelopen jaar op het gebied van CA-specie. 8.3.2.
Beslissers
Opleidingsniveau Hogere beroepsopleiding of daaraan gelijkwaardig werk- en denkniveau. Specifieke kennis en vaardigheden • Kennis van, en inzicht in, de BRL 4308; • Cursus met betrekking tot de beoordeling van kwaliteitssystemen. Ervaring • Minimaal 3 jaar werkervaring, waarvan minimaal 1 jaar op het gebied van certificatie of (kwaliteits)management; • Kennis/ervaring op het gebied van bouwpraktijk, bouwmaterialen en/of industriële productie.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 27 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
9.
LIJST VAN VERMELDE DOCUMENTEN
Europees Document 96/603/EC
NEN-EN 459-2 NEN-EN 1008
NEN-EN 1744-1 NEN 5905 NEN-EN 13139 (en) NEN-EN 13813 NEN-EN 13454-1
NEN-EN 13454-2
NEN-EN 13892-1 (en) NEN-EN 13892-2 (en) NEN-EN-ISO/IEC 17025 NEN-EN 45501 ISO 7056 Nationaal Bouwbesluit 2003 Overige BRL 1801
Commission decision of October 1996 establishing the list of products belonging to Classes A ”No contribution to fire” provided for in Decision 94/611/EC implementing Article 20 of Council Directive 89/106/EEC on construction products. Bouwkalk - Deel 2: Beproevingsmethoden (2001). Aanmaakwater voor beton – Specificatie voor monsterneming, beproeving en beoordeling van de geschiktheid van water, inclusief spoelwater van reinigingsinstallaties in de betonindustrie als aanmaakwater voor beton (augustus 2002). Beproevingsmethode voor chemische eigenschappen van toeslagmaterialen – Deel 1: Chemische analyse (mei 1998). Nederlandse aanvulling op NEN-EN 12620 "Toeslagmaterialen voor beton" (2005). Toeslagmaterialen voor mortel (juni 2002). Screed material and floor screeds – Screed material – Properties and requirements. (november 2002). Bindmiddelen, samengestelde bindmiddelen en fabrieksmatig vervaardigde mengsels voor dekvloeren gebaseerd op calciumsulfaat – Deel 1: Definities en eisen (september 2004). Bindmiddelen, samengestelde bindmiddelen en fabrieksmatig vervaardigde mengsels voor dekvloeren van calciumsulfaat – Deel 2: Beproevingsmethoden (januari 2004). Beproevingsmethoden voor dekvloermortels – Deel 1: Monsterneming, vervaardiging en conditioneren van proefstukken (2002). Beproevingsmethoden voor dekvloermortels – Deel 2: Bepaling van de buig- en druksterkte (2002). Algemene eisen voor de competentie van beproevings- en kalibratielaboratoria (2005). Metrologische aspecten van niet-automatische weeginstrumenten (1996). Plastic laboratory ware; beakers.
Stb. 2001, 410; Stb. 2002, 203, 516, 518, 582 en Stb. 2005, 1 (368) en de Ministeriële Regeling Stcrt. 2002, 241; Stcrt. 2003, 101 en Stcrt 2005,163. ®
Nationale beoordelingsrichtlijn betreffende het KOMO productcertificaat voor betonmortel (2004). ®
BRL 4305
KOMO procescertificaat voor calciumsulfaat gebonden gietvloeren (1999).
BRL 4309
KOMO productcertificaat voor calciumsulfaat-bindmiddel (1998).
BRL 9600 / URL 0705/04
Uitvoeringsrichtlijn vervaardiging van Calciumsulfaatgebonden Gietvloeren (2004).
CUR-Aanbeveling 62
Gietvloeren met calciumsulfaat als bindmiddel (1998).
®
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 28 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
BIJLAGE A: Model productcertificaat Halfproduct
KOMO® productcertificaat
[Logo CI] [Logo van bevoegde accreditatie instantie]
[Naam CI] [Postbus] [Postcode + Plaatsnaam] [Telefoon] [E-mail]
[Mengsel/specie] voor het vervaardigen van calciumsulfaat-gebonden gietvloeren Producent:
Nummer
:
Uitgegeven : Vervangt : d.d. : Productielocatie:
[Naam bedrijf]
[Naam]
[Straatnaam] [Postcode + Plaatsnaam] [Postbus] [Postcode + Plaatsnaam] Telefoon: E-mail:
[Adres] [Vestigingsplaats]
Telefax: Website:
Verklaring van [naam CI] Dit productcertificaat is op basis van BRL 4308 afgegeven door [naam CI], conform het [naam CI] Reglement voor Productcertificatie: [jaar]. [Naam CI] verklaart dat het gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat de door de producent vervaardigde [mengsel/specie] voor het vervaardigen van calciumsulfaat-gebonden gietvloeren bij voortduring aan de in deze kwaliteitsverklaring vastgelegde technische specificaties voldoen, mits zij voorzien zijn van het hieronder ® afgebeelde KOMO -merk op een wijze als aangegeven in dit productcertificaat. [Naam CI] verklaart dat de [mengsel/specie] in zijn toepassingen onder nader te stellen voorwaarden voldoet aan de van toepassing zijnde eisen van het Bouwbesluit. Voor de erkenning door de Minister van VROM wordt verwezen naar het “Overzicht van erkende Kwaliteitsverklaringen in de bouw” zoals weergegeven op de website van Stichting Bouwkwaliteit (SBK) www.bouwkwaliteit.nl
Voor [naam CI]
®
KOMO -logo ®
……..............., [functie]
Draagt CE
Beoordeeld is: Kwaliteitssysteem Product Periodieke controle
Bouwbesluit
is een collectief merk van Stichting Bouwkwaliteit (SBK)
Gebruikers van dit productcertificaat wordt geadviseerd om bij [naam CI] te informeren of dit document nog geldig is.
Dit productcertificaat bestaat uit … bladzijden Nadruk verboden
Blad x van x bladen Ruimte voor Copyright SBK
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 29 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
BOUWBESLUITINGANG Nr
Afdeling
Grenswaarde/ Prestaties volgens bepalingsmethode kwaliteitsverklaring 2.12 Beperking van de Klasse Cfl of Dfl volgens A1fl ontwikkeling van brand NEN-EN 13501-1 1) 2.15 Beperking van ontstaan Klasse s1fl volgens NENvan rook EN 13501-1 1) Noot: rookklasse voldoet omdat het product voldoet aan de brandklasse A1fl
Opmerking i.v.m. toepassing
PRODUCTSPECIFICATIES Het product dat behoort tot dit KOMO® Productcertificaat is:
[Mengsel/Specie] voor het vervaardigen van calciumsulfaat-gebonden gietvloeren Tabel: Eigenschappen voor [mengsel/specie] voor het vervaardigen van calciumsulfaat-gebonden gietvloeren. Buig(trek)sterkte De [karakteristieke/minimale] waarde voor de buig(trek)sterkte van [het mengsel/de specie] voldoet per sterkteklasse ten minste aan de volgende waarden: Sterkteklasse
Druksterkte
Buig(trek)sterkte (N/mm²)
De [karakteristieke/ minimale] waarde voor de druksterkte van [het mengsel/de specie] voldoet per sterkteklasse ten minste aan de volgende waarden: Sterkteklasse
Druksterkte (N/mm²)
Vloeimaat
De vloeimaat van de specie bedraagt bij aflevering op het werk ten minste 200 mm, indien niet anders is overeengekomen
Speciestabiliteit
Bij de speciestabiliteits-proef bedraagt de waterafscheiding aan het specieoppervlak ten hoogste 25 gram. Tijdens de beproeving mag bij het sediment geen zichtbare laag- of schuimvorming optreden.
Open tijd
De open tijd moet zodanig zijn dat de specie binnen deze tijd gemengd, getransporteerd en voldoende lang kan worden verwerkt.
Specietemperatuur De specietemperatuur dient op het moment van verwerken te voldoen aan de waarde, met een minimum van +5°C en een maximum van +25°C Droging
Na ten hoogste 28 dagen heeft een gegoten proefstuk een evenwichtsvochtgehalte bereikt van ten hoogste 0,5% (m/m).
pH-waarde
De pH-waarde van calciumsulfaat-specie is groter of gelijk aan 7. Blad x van x bladen
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 30 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
MERKEN De afleverings- of productiebon en/of verpakking van [het mengsel/de specie] voor het vervaardigen ® van calciumsulfaat-gebonden gietvloeren wordt gemerkt met het KOMO -woord- of beeldmerk (zie voorzijde van dit productcertificaat) en certificatiemerk van [naam CI]. Overige aanduidingen: • het certificaatnummer : • producent : • adres producent : • productiedatum en/of leveringsdatum : • sterkteklasse : C.. / F.. • PH-waarde : 7 • grootste korrelafmeting : • maximale laagdikte met mengsel/specie : • • • • • • •
vloeimaat maximaal toe te voegen hoeveelheid water registratienummers voertuig(en) registratienummers silo(s) houdbaarheid/opslagcondities productietijdstip open tijd
: : : : : : :
… mm …l
WENKEN VOOR DE TOEPASSER 1. Bij aflevering controleren of: • geleverd is wat is overeengekomen; • het merk en de wijze van merken juist zijn; • de aflever-/ productiebon of verpakking alle gegevens bevat. 2. Om een ongestoord kristallisatieproces te waarborgen, mag de specietemperatuur als gevolg van de omgevingscondities of de temperatuur van de ondergrond, gedurende ten minste drie etmalen na het aanbrengen niet beneden de + 0ºC dalen en boven de + 30ºC stijgen. ®
3. Controleer of het KOMO -certificaat nog geldig is; raadpleeg het geldende overzicht van kwaliteitsverklaringen of neem contact op met [naam CI] 4. Indien op grond van het onder 2 gestelde tot afkeuring wordt overgegaan, dient contact te worden opgenomen met: (naam producent) en zo nodig [naam CI] REFERENTIES / LIJST VAN VERMELDE DOCUMENTEN Voor zover er geen data vermeld zijn, staan de juiste publicatiedata van de genoemde documenten vermeld in de nationale beoordelingsrichtlijn 4308, die is genoemd in de door SBK gepubliceerde lijst van nationale beoordelingsrichtlijnen. Nationale beoordelingsrichtlijn 4308 voor MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN.
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN BRL 4308 blad 31 MENGSEL OF SPECIE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN CALCIUMSULFAAT-GEBONDEN GIETVLOEREN Definitief - d.d. 2006-05-15
BIJLAGE B: Overzicht toeleverings- en bereidingswijzen Het mengsel of de specie met calciumsulfaat als bindmiddel voor het vervaardigen van calciumsulfaatgebonden gietvloeren kunnen op verschillende manieren worden bereid en toegeleverd. Tabel 9 geeft een overzicht van de gebruikelijke toeleverings- en bereidingswijzen. Tabel 9.
Toelevering en bereiding mengsel/specie, leveringswijze en codering
1A
1B
transport van (b)(h)(t) of (b+h)(t) verpakt of in bulk
meercompartimenten silo's
mengen op het werk
(w)
(w) pomp
2A
2B
transport van voorgemengd mengsel in: zakken, big bags, silo's (b+t+h)
3
4
gescheiden transport van (b)(t)(h) of (b+h)(t)
mengen in de centrale (b+t+h+w) of (b+h)(t)(w)
(b+t)(h)
mengen op het werk
(w)
(w) pomp
specietransport per truckmixer naar het werk mengen op het werk (mobiele centrale) (w) pomp
toelichting (b)
bindmiddel, inclusief starter
(t)
toeslag, inclusief vulstof
(h)
hulpstof
(w)
water
(b+t+h) mengsel van bindmiddel, toeslag- en hulpstof